Verenigingsorgaan van KNMG District Limburg | nummer 18 | juni 2015
Schelmenstreek
Geslaagde Nieuwjaarsbijeenkomst in het Bonnefantenmuseum Ebola: 21.000 besmettingen, 8.100 overlijdensgevallen Boeiende rondleiding door Bonnefantenmuseum Bevolkingsonderziek darmkanker: balans na het eerste jaar Consumenten eHealth: bedreiging of kans voor de arts van morgen? Kijk ook op onze website: www.knmglimburg.nl Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
1
Ten geleide Coverfoto: Oud-voorzitter Leo Baur (re) en de inkomend voorzitter Roy van Poppel (li)
• Het vernieuwde bestuur van het KNMG-district Limburg beleefde op de Nieuwjaarsbijeenkomst - op zondag 11 januari 2015 in het Bonnenfantenmuseum haar vuurdoop. Roy van Poppel, die Leo Baur opvolgde als voorzitter, hield zijn maiden speech en luidde een geslaagde en goed bezochte nieuwjaarsbijeenkomst op deze bijzondere locatie in (pagina 3). • Het is inmiddels een goede traditie dat tijdens de Nieuwjaarsbijeenkomst een actueel medisch thema wordt aangesneden. Deze keer was het de beurt aan de ebola-epidemie in West-Afrika. Het MUMC+ is voor Limburg het aangewezen centrum voor ebola. Dat gebeurt onder verantwoordelijkheid van internist-infectioloog dr. Astrid Oude Lashof, die over de ins en outs een boeiende lezing verzorgde (pagina 4 en 5).
Colofon © 2015 Schelmenstreek is het opiniërend verenigingsorgaan van de KNMG District Limburg en verschijnt twee keer per jaar in mei/juni, en december
Adres KNMG-Limburg www.knmglimburg.nl
[email protected]
Redactie Hein Berendsen (eindredactie), Harry Houben, Paul Muijrers, Roy van Poppel, Sander Schop, Marieke Verspaget
Redactie-adres
[email protected] Bospad 1 6373 CX Landgraaf T (045) 569 1199
Kopij
Ingezonden stukken en reacties met correcte adressering kunnen worden gestuurd aan het redactieadres. De redactie behoudt zich het recht voor inzendingen in te korten en/of te weigeren.
Abonnementen
De Schelmenstreek wordt gratis toegestuurd aan leden van KNMGdistrict Limburg en haar relaties. De kosten van een abonnement bedragen e 12,60 per jaar. Aanmelden:
[email protected]
Adverteren
Voor meer informatie over adverteren en bezorgen, kunt u contact opnemen met Hein Berendsen,
[email protected]
Bezorging
Vragen, klachten of mutaties inzake de bezorging kunt u sturen naar:
[email protected]
Oplage 5.000
• Aansluitend gaf Bonnefantenmuseumdirecteur Stijn Huijts een schets van het beleid en de collectie van het prachtige Bonnefantenmuseum dat 20 jaar geleden werd ontworpen door de wereldberoemde architect Aldo Rossi en waar zowel oude meesters als hedendaagse kunst onder één dak zijn samengebracht. Tot slot was er een opmerkelijke rondleiding over met name de hedendaagse kunst (pagina 6 en 7). • Op 12 maart hield het District haar Jaarvergadering in het Maastrichtse Pesthuys. Bij die gelegenheid werd scheidend voorzitter dr. Leo Baur vanwege zijn vele verdiensten voor het District benoemd tot erelid (pagina 8). • Ruim een jaar geleden ging in Nederland het bevolkingsonderzoek darmkanker van start. Prof. Ad Masclee is voorzitter van de Nederlandse Vereniging van maagdarmleverartsen én hoofd van de MDL-afdeling van het MUMC+. Hij maakt voor ons de balans op van dat eerste jaar (pagina 10 en 11). • De KNMG-districten gaan nadrukkelijker een rol spelen als basaal platform voor de KNMGleden. Lees meer over de veel besproken structuurwijziging op pagina 13. •D e Raad voor de Volksgezondheid en Zorg bood op 21 april jl. haar laatste advies aan aan minister E. Schippers. In dit advies geeft de Raad belangrijke aanbevelingen rondom de opkomst van consumenten-eHealth. Op de pagina’s 14 en 15 leest u een samenvatting van het rapport. • In het decembernummer van dit vernieuwde magazine las u al hoe KNMG-district Limburg zich gelukkig prijst met haar actieve Werkgroep Studenten. Waar andere districten vergrijzen, maakt district Limburg ruim baan voor verjonging en inbreng van studentenleden. De Werkgroep ging in het nieuwe jaar met enthousiasme door op deze weg en organiseerde de elfde editie van de succesvolle Studenten-Geneeskundequiz. Zie pagina 17. • In het voormalige district Roermond-Weert waren de Artsen-Senioren actief als werkgroep met interessante activiteiten. Tijdens de Algemene Ledenvergadering van 12 maart werd besloten ook in andere regio’s activiteiten voor en door senioren te gaan entameren (pagina 18). • Op diezelfde pagina ziet u dat Adelante Zorggroep is gestart met intensieve 24-uurs revalidatiezorg. Over enige tijd gaan we uitgebreider op de resultaten in. • Onze dank gaat uit naar onze adverteerders: Adelante, Atrium MC, MUMC en Maastro Clinic. Wij wensen u veel leesplezier en een mooie zomer. Kopij, onderwerpen en advertorials voor het Kerstnummer van dit blad kunt u indienen bij Hein Berendsen (zie Colofon). De redactie
ISSNL 1878-8254 Schelmenstreek nr. 19 verschijnt in december 2015
2
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
Geslaagde nieuwjaarsbijeenkomst in het Bonnefantenmuseum
De KNMG Limburg hield op zondag 11 januari jl. een uiterst geslaagde en goed bezochte nieuwjaarsbijeenkomst in het Bonnefantenmuseum in Limburgs hoofdstad. - door Hein Berendsen Roy van Poppel, die onlangs de voorzittershamer van de KNMG Limburg heeft overgenomen, heette de gasten welkom en schetste in zijn openingstoespraak een aantal belangrijke ontwikkelingen: ‘Afgelopen jaar was voor het District Limburg een bewogen jaar, met enkele belangrijke bestuursmutaties. Ook zijn de statuten van de Federatie KNMG per 1 januari aangepast, waardoor er geen plaats meer is voor het individuele rechtstreekse lidmaatschap, maar wel voor een lidmaatschap via de verschillende beroepsverenigingen. Onduidelijk is nog wat dit in de toekomst voor de verschillende districten gaat betekenen. Desondanks hopen wij als bestuur dat het district Limburg plaats kan bieden aan álle artsen, senioren en studenten. Enerzijds als ontmoetingsplaats en daarnaast als discussieplatform met discipline-overstijgende thema’s, zoals u dat van ons gewend bent. De activiteiten, georganiseerd door het district, hebben hier niet onder geleden. De Werkgroep Studenten heeft weer een aantal activiteiten georganiseerd. En ons magazine, De Schelmenstreek, is onder leiding van hoofdredacteur Hein Berendsen nieuw leven ingeblazen. En voor vandaag heeft collega Muijrers voor u een veelzijdig programma samengesteld. Wij zijn dan ook verheugd dat u hiervoor in grote getalen aanwezig bent.’ Voordat de voorzitter een toast uitbracht op het nieuwe jaar werd afscheid genomen van Marjolein Braakhuis. (zie foto 2). Omdat ze buiten Limburg een aanstelling heeft gekregen, moest ze helaas afscheid nemen van het KNMG-bestuurswerk, dat ze een aantal jaren met veel enthousiasme en plezier heeft verricht.
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
3
Ebola - door Hein Berendsen-
21.000 besmettingen 8.100 overlijdensgevallen
Dr. Astrid Oude Lashof, internist-infectioloog van het Maastricht UMC+, hield tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst een boeiende inleiding over de stand van zaken rondom de Ebola-epidemie in Afrika. Daarbij gaf ze ook een inkijk in de wijze waarop het MUMC+ zich heeft voorbereid op de eventuele komst van besmette patiënten. Op het moment van de lezing waren er wereldwijd 21.000 besmettingen en 8.100 overlijdensgevallen. Het aantal besmettingen lijkt nu op zijn retour. Voor het eerst in West-Afrika In West-Afrika raakte eind december 2013 een ongeveer tweejarig jongetje geïnfecteerd. Dit was voor het eerst dat ebola uitbrak in West-Afrika. Ook de moeder en de grootmoeder raakten geïnfecteerd en stierven. Bij de begrafenis daar in Guinee, bij de grens met Liberia en Sierra Leone werd een begrafenisritueel toegepast met veel fysiek contact, waarbij de hele familie de overledenen uitgebreid aanraakte en kuste.
Na de begrafenis gingen de familieleden terug naar hun woonplaats en verspreidde de ziekte zich daarmee, eerst in Guinee en daarna over de grens, in Sierra Leone en Libera. Vanouds komt ebola wél voor in Midden-Afrika. Maar omdat men in West-Afrika de ziekte niet kende, werd deze niet meteen herkend In maart 2014 had de uitbraak al een zodanig niveau dat de WHO deze verhief tot ‘primary issue of international concern’. Uiteindelijk werd het in augustus 2014 een ‘extraordinary event’. De hele wereld ging zich er druk over maken. Door het goede werk van de hulpverleners van onder meer ‘Giro 555’, ‘Artsen zonder Grenzen’ en de WHO is het grootste gedeelte van Guinee op dit moment al weer ebolavrij. Er is nog een klein gebied met een beperkt aantal casussen. In Sierra Leone en Liberia is de situatie wel nog heftig.
Incidentele casussen Besmetting naar overige landen is
redelijk beperkt gebleven. Zo reisde een moeder met haar dochter van Guinee naar Bamako, de hoofdstad van Mali. Het kind en de moeder waren geïnfecteerd en brachten de besmetting over. De infectie bleef beperkt tot acht gevallen, waarvan er zes overleden. Een pater uit Guinee werd in Madrid opgenomen in een ziekenhuis. Er vond transmissie plaats naar een verpleegkundige, die dit wel overleefde; de pater niet. Uit Senegal is een casus met een jongen uit Guinee bekend. En in Lagos, de hoofdstad van Nigeria, arriveerde een rijke Liberiaan,
4
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
die daar een conferentie wilde bijwonen. Hij werd ziek en opgenomen in het ziekenhuis. Hij beweerde dat hij geen contact had gehad met ebola-patiënten, maar bij navraag bleek dat zijn zus aan ebola was overleden. De dienstdoende arts hield hem tegen zijn zin in isolatieverpleging. Hij wilde dat niet, maakte veel stennis en rukte zijn infusen uit waarbij het bloed door de kamer vloog. Twintig mensen raakten geïnfecteerd, waarvan er acht overleden, waaronder de betreffende arts die met de isolatiemaatregelen de regio voor een ramp heeft behoed: Nigeria is namelijk het dichtstbevolkte land van Afrika.
Contact via het opperhoofd De hulpverleners hebben geleerd, dat het heel belangrijk is dat ze ter plaatse goed contact krijgen met de lokale chief of opperhoofd. Deze heeft goed toegang tot de bevolking die angstig is. In alle drie de landen is er lang oorlog geweest en de mensen hebben weinig vertrouwen in de overheid en ook niet in de Westerse hulpverleners met hun witte pakken en mondmaskers. Het is belangrijk dat de mensen leren hoe ze kunnen voorkomen dat ebola hun regio binnenkomt, danwel zich verder verspreidt. Corine Kooyman is benoemd tot de meest moedige Limburger van afgelopen jaar. Ze is ziekenhuishygiënist in Sittard en heeft twee keer zes weken lang in Guinee in de infectiehaarden gewerkt. Ze leerde de mensen te desinfecteren en dat ze elkaar vooral niet moeten aanraken (‘Don’t touch’); geen handen geven, losblijven. Je krijgt het niet via de lucht. Goede preventie is heel belangrijk.
Ebola binnen Nederland De laatste keer dat
in Nederland een geval van hemmorragische koorts bekend raakte, was in 2008. Een dame uit Helmond was in Oeganda besmet geraakt met het Marburgvirus. Ze werd van het ziekenhuis Helmond naar Leiden overgeplaatst, waar ze ook is overleden. Daar ontstond
nogal wat paniek, toen bleek dat mensen die in Helmond zonder bescherming bloed hadden geprikt naar Turkije met vakantie waren gegaan. De Turkse overheid werd ingeschakeld om erop toe te zien dat ze twee keer per dag temperatuur opnamen en deze doorgaven. Het bleek loos alarm te zijn.
Veel werk verricht Binnen het MUMC+ heeft de
Werkgroep Infectiepreventie een Infectiepreventierichtlijn opgesteld met strikte isolatie, vergelijkbaar met de MRSA, met pakken en alles erop en eraan, om te voorkomen dat medewerkers geïnfecteerd raken. In Nederland is aanvankelijk besloten tot opvang en behandeling van ebolapatiënten in alle acht de academisch centra (Dit is inmiddels teruggebracht tot vier centra). Alle centra hebben aanvankelijk veel energie, tijd en geld geïnvesteerd in de voorbereiding en scholing van medewerkers, binnen en buiten de ziekenhuizen, zoals de huisartsen en ambulancepersoneel. Dr. Oude Lashof ging op op de vele protocollen die in Maastricht werden ontwikkeld (zoals voor aan- en uitkleden, diagnostiek, behandeling, vervoer en afvoer van overleden patiënten). Ook werden crisisteams en afdelingspersoneel geschoold en de locaties geschikt gemaakt. Om te voorkomen dat een halve verpleegafdeling met 20 bedden moest worden opgeofferd, werden twee isolatiekamers van het Isotopenlab omgebouwd tot ebolaafdeling.
Behandeling Mensen overlijden bij deze ebola-variant
primair aan uitdroging. Bij de behandeling gaat daarom vooral aandacht uit naar ondersteunende therapie, zoals het op peil houden van electrolyten met infusen. De huidige ebolavariant kenmerkt zich onder meer, doordat hij minder bloedingen veroorzaakt dan de oude, bekende ebolavariant. Wie direct contact heeft gehad met een ebola-patiënt, wordt vervolgd door de GGD Zuid-Limburg en moet twee keer per dag temperatuur meten. Als deze twee keer achter elkaar hoger is dan 38,5 graden Celsius, moet dit gemeld worden. De GGD zal hierop actie ondernemen in overleg met het MUMC+. Na een overlijden blijft het virus nog geruime tijd in het lichaam achter. Het vervoer van het lichaam gebeurt in een driedubbele bodybag. Aanbevolen wordt crematie en anders begraven in een speciale gesealde kist, zodat het virus er nooit meer uit kan ontsnappen.
Waaraan is deze epidemie te danken?
Opmerkelijk is dat ebola nog nooit uitbrak in dichtbevolkte gebieden, maar wel in rurale gebieden, in the middle of nowhere. Waarschijnlijk is de huidige ebola-epidemie ontstaan via een besmette ‘vliegende vos’, een grote vlezige vleermuis. Deze dieren worden daar gegeten. Ook andere zorgdieren kunnen door de vleermuis zijn geïnfecteerd. Door de infectie kunnen ze niet meer zo hard wegrennen en is de kans groter dat ze worden gevangen en geconsumeerd.
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
5
- door Hein Berendsen -
Boeiende rondleiding door
Bonnefantenmuseum Als aftrap voor een boeiende rondleiding door het fraaie Bonnefantenmuseum, verzorgde directeur Stijn Huijts een inleiding over de collectie. ‘Wij zijn trots op dit mooie huis en wij vinden het fijn dat u voor het Bonnefanten hebt gekozen, als locatie voor uw nieuwjaarsbijeenkomst. Hier is veel te beleven en we vinden het belangrijk dat u ziet wat we in huis hebben. Beelden zeggen meer dan woorden.
6
Het eerste initiatief voor de oprichting van het Bonnefanten vond al plaats in 1884. Daarmee zijn we weliswaar niet zo oud als de KNMG, maar beschikken we toch al over een aardige traditie. Het duurde nog tot het midden van de twintigste eeuw voordat er echt sprake was van museale activiteiten. Het huidige gebouw is ontworpen door de beroemde Italiaanse architect Aldo Rossi en bestaat dit jaar al twintig jaar. Dit is het eerste gebouw waarin het Bonnefanten gehuisvest is, dat ook echt als museum gebouwd is. Voorgaande gebouwen hadden ooit andere bestemmingen, zoals een voormalig klooster van de Zusters van de Bons Enfants, die een weeshuis exploiteerden. Daaraan heeft het Bonnefanten vandaag de dag nog steeds zijn naam te danken. De nieuwbouw beschikt over iconische kwaliteiten, met zijn mooie toren en bijzondere uitstraling voor de stad en de streek. Ik ben de vierde directeur van het museum en ik beschouw dit als een groot voorrecht.’
Gemengd museum ‘Het Bonnefanten is een gemengd museum, dat zowel oude kunst als hedendaagse, moderne kunst onder dak heeft. Zo treft u onder meer oude kunst aan van vroege Italiaanse schilders uit de 15e eeuw, bijzondere middeleeuwse houtsculpturen van de beroemde meester Jan van Steffeswert, die rond 1500, de tijd van Karel V, in Maastricht werkzaam was en werken van de Meester van Elsloo: die laatste was geen individu, maar een hele groep kunstenaars. Vervolgens beschikken we ook over Gothisch ivoor uit de particuliere collectie Neutelings en over 16e en 17e eeuwse schilderkunst uit de Zuidelijke Nederlanden; geen werk van Rembrandt of Vermeer, maar wel van Breughel en daar zijn we trots op. De collectie is heel gevarieerd met ook Duitse schilderkunst en bijzondere gebruiksvoorwerpen van Maastrichts zilver en aardewerk en een kerkcollectie van Limburgse kunst. Limburgse
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
kunst uit de twintigste eeuw neemt een prominente plaats in in ons programma.’
Moderne kunst ‘Op het gebied van de moderne en hedendaagse kunst hebben wij sinds de jaren zeventig een eigen positie opgebouwd met een eigen lijn, met eigenwijze kunstenaars. Zelf ben ik als directeur hier nog niet zo heel lang aan de bak: bijna drie jaar. In die tijd zijn we er wel al in geslaagd om een nieuwe koers uit te zetten. We zijn op een onderzoekende manier gaan kijken naar waar we staan en hoe we ons museum verder kunnen ontwikkelen. Rondom het thema ‘beating around the bush’ ofwel ‘om de hete brei heen draaien’ zijn we daarmee aan de slag gegaan. We hebben vier thema’s uitgekozen en daaromheen een reeks tentoonstellingen laten uitvoeren, waarbij we onze collectie tijdelijk hebben uitgebreid met werken van kunstenaars, die daar wellicht bij passen en die in ieder geval een extra dimensie geven aan de tentoonstellingen. Dit is nog aangevuld met kleine presentaties van externe kunstenaars, die als spiegels voor ons functioneren kunnen werken. We krijgen daar goede reacties op omdat we ons kwetsbaar durven opstellen en omdat er nieuwe perspectieven door ontstaan. De expositie rondom het vierde thema beleeft vandaag zijn laatste dag; die kunt u dus zelf nog zien.’
BACA ‘Een speciale feature van het museum is de ‘Bonnefanten Award for Comtemporary Art’ (BACA), de tweejaarlijkse kunstprijs van dit museum. Voor de editie van 2014 hebben we gekozen voor kunst uit Latijns Amerika; dit omdat een internationaal museum als het Bonnefanten ook open moet staan voor kunst, die tot bloei komt in niet-westerse regio’s. We mogen onze ogen niet sluiten voor nieuwe
economieën als Latijns-Amerika en Azië. De jury heeft besloten de BACA 2014 toe te kennen aan de Braziliaanse Laura Lima, vanwege haar uitzonderlijke werk en de invloed die zij heeft op andere moderne kunstenaars. De winnares heeft een eigen tentoonstelling mogen inrichten, een boek kunnen maken en ze heeft een geldprijs gewonnen van 50.000 euro. Ze heeft een unieke tentoonstelling ingericht, u zult dat weldra zelf kunnen zien. Haar werk is onder meer eigenaardig, omdat ze de neiging heeft levende wezens in haar kunst te betrekken. Niet als tijdelijke performance, maar continu, tijdens de gehele openingsuren van 11 tot 17 uur, wekenlang. Dit is ook een complex en kostbaar project, omdat je er heel wat mensen voor moet inhuren. Op het toilet zult u iemand ontmoeten die u de spiegel voorhoudt, en mist u vooral de schone slaapster niet die de hele dag door in een museumzaal ligt te slapen, in een gewaad dat door de kunstenaar ontworpen is. Ze wordt niet wakker door het publiek, omdat ze onder invloed is van slaappillen. Dit item zal voor u interessant zijn, ook omdat hier ongetwijfeld een ethische discussie over gevoerd kan worden. Ook werken tijdens de gehele tentoonstellingsperiode dagelijks twee ervaren kleermakers in een daarvoor ingericht naaiatelier aan ontwerpen van Laura Lima. Wekelijks worden nieuwe maatpakken voor schilderijen opgeleverd en als abstracte portretten tentoongesteld in de aangrenzende zalen. Zoals gezegd is vandaag de laatste dag van deze expositie. Over twee jaar richten we voor deze Prijs onze pijlen op Azie. Misschien vindt u in 2016 wel een Chinese winnaar in dit museum. Er is nog veel meer te zien in dit huis, maar dit voert te ver voor een bezoek vanmiddag. Daarom hoop ik dat u nog eens terugkomt. We gaan dit jaar het twintigjarig bestaan van ons mooie gebouw vieren met fantastische projecten. Ook dan bent u van harte welkom.’ De rondleiding leidde inderdaad tot verbaasde reacties en stevige discussies binnen de verschillende subgroepen. Deze konden aansluitend nog worden gevoerd onder het genot van een hapje en een drankje en met sfeervolle live muziek.
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
7
- advertorial -
Samen voor nog betere zorg De fusie tussen Atrium en Orbis is nog maar pril. Patiënten en cliënten merken er op dit moment dan ook niet zo veel van. Dat gaat veranderen als de eerste patiëntgerichte centra open gaan: het geboortecentrum in Heerlen en het borstkankercentrum in Sittard-Geleen. Atrium-Orbis opent in de ziekenhuizen, verspreid over vijf jaar, verschillende patiëntgerichte centra. In zo’n patiëntgericht centrum komen zorg en behandeling rondom specifieke ziektebeelden samen.
Veranderingen Veel blijft voor de patiënt hetzelfde, maar er zullen ook zaken veranderen. Uiteraard alleen als we ervan overtuigd zijn, dat de zorg voor de patiënt er beter van wordt. De Cliëntenraden en de patiëntenorganisaties zijn daar, als vertegenwoordigers van patiënten en cliënten, nauw bij betrokken.
Twee volwaardige ziekenhuizen Het uitgangspunt is dat op de locaties in Sittard-Geleen en Heerlen twee volwaardige ziekenhuizen blijven bestaan. Dat betekent onder meer dat Spoedeisende Hulp, een volwaardige Intensive Care en goed uitgeruste operatiekamers 24 uur per dag, 7 dagen per week beschikbaar zijn. De poliklinische voorzieningen blijven bovendien in verreweg de meeste gevallen op beide locaties beschikbaar voor intake en nazorg. Voor de patiënt verandert er wel iets als concentratie van zorg kwalitatieve voordelen oplevert die ruim opwegen tegen eventuele extra reistijd.
PUBLIEKS AVONDEN
Een fusie brengt veranderingen met zich mee en dat kan vragen oproepen. Om die vragen te beantwoorden kiest Atrium-Orbis er bijvoorbeeld voor om de regio met enige regelmaat te informeren via de weekbladen. Ook worden er later dit jaar publieksavonden georganiseerd. We houden u op de hoogte!
Bundeling van kennis goed voor de patiënt Luc van den Akker is vaatchirurg in Atrium-Orbis. Patiënten vragen hem geregeld naar de fusie. “Ik begrijp de koudwatervrees. Toch krijg ik de mensen overtuigd, als ik ze uitleg waarom wij als dokters echt achter deze fusie staan.”
8
De chirurgen van Atrium en Orbis zijn al zo’n vier jaar gefuseerd. Inmiddels werken ze bijna allemaal in Heerlen en Sittard-Geleen. Luc van den Akker weet zeker dat het bundelen van alle kennis rondom een ziektebeeld of aandoening in het voordeel is van de patiënt. “Als je artsen op aandachtsgebied samenbrengt, is de kruisbestuiving nou eenmaal vele malen groter.’’
Eén loket ‘‘Straks werken we met themapoli’s. Dan is er voor de patient één loket. Achter dat loket zitten een heleboel dokters die zich met jouw ziekte of aandoening bezighouden. Daar kijken dan meerdere ogen, vanuit verschillende specialismen naar. Daardoor is de kans dat je in één keer met de juiste oplossing komt, vele malen groter. Je hebt door deze manier van werken sneller een diagnose en behandelplan. Daarnaast zijn de lijnen kort. Wij voeren dotterbehandelingen uit aan de benen. Daarvoor werken wij vaak samen met de interventieradioloog. Als we straks allemaal in één centrum werken, kunnen zij vaker en makkelijker even meekijken of een gedeelte van de behandeling doen. Luc van den Akker benadrukt dat echt wordt geprobeerd de zorg zo dicht mogelijk bij de patiënt te houden. “Het kan soms best zo zijn dat mensen wat verder moeten reizen, maar dat willen we echt tot een minimum beperken. De patiënt kan straks voor het eerste polikliniekbezoek bijna altijd op beide locaties terecht. De uiteindelijke behandeling of operatie is wel centraal, maar voor de nacontroles kunnen mensen meestal weer kiezen tussen de locaties.”
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
www.atrium-orbis.nl
- door Andrea Hoff -
Jaarvergadering KNMG-district Limburg Op donderdag 12 maart jl. vond de Algemene Ledenvergadering, tevens Jaarvergadering van KNMG District Limburg plaats in het Pesthuys-podium te Maastricht. Hierbij was het gehele bestuur aanwezig, met uitzondering van mw. M. Verspaget, die wij mogen feliciteren met het moederschap. Naast het bestuur waren 14 leden aanwezig, waaronder 6 studentleden. Tijdens de ALV werd de heer L. Baur benoemd tot erelid, wegens zijn inzet voor de bestuurlijke activiteiten binnen KNMG Limburg, waarbij de heer R. van Poppel hem een erecertificaat overhandigde. Na goedkeuring van het jaarverslag, jaarplan, realisatie en begroting werden middels schriftelijke stemming met een meerderheid van de stemmen twee nieuwe bestuursleden benoemd, te weten: de heer R. van Poppel als voorzitter en de heer S. Schop als student-bestuurslid. Na afloop van de vergadering werden alle aanwezigen uitgenodigd voor een borrel in Café Forum, waarbij de aanwezigen de kans aangrepen om op informele wijze van gedachten te wisselen.
Samenstelling Bestuur KNMG District Limburg Het bestuur van het KNMG-district Limburg is bij het verschijnen van dit blad als volgt samengesteld: Voorzitter: Roy van Poppel Secretaris : v acature (wordt waargenomen door voorzitter) Penningmeester: Harry Houben Lid: Paul Muijrers Lid: Sander Schop Lid: Marieke Verspaget
Dr. Leo Baur
erelid KNMG Limburg
Het Bestuur is verheugd te kunnen mededelen dat op de Jaarvergadering van 12 maart jl. oud-voorzitter dr. Leo Baur is benoemd tot erelid van het KNMG-district Limburg. Dr. L. Baur, cardioloog in Atrium MC, was voorzitter van de afdeling Parkstad toen hij in 2006 voorzitter werd van het rompbestuur van het nieuwe KNMG-district Limburg. Onder zijn bezielende leiding werd een stabiele basis gelegd voor het huidige District. Leo Baur gaf met ongekende energie invulling aan het voorzitterschap. Verjonging van het district en districtsbestuur was één van zijn speerpunten: dit heeft geresulteerd in een zeer actieve studentenwerkgroep. Vlak voor zijn afscheid in 2014 had hij een groot aandeel in de redactie van het Jubileumboek 135 jaar KNMG Limburg..
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
9
-door Hein Berendsen-
De balans na het eerste jaar: Bijna zeventig procent van de uitgenodigde mensen doet mee aan het bevolkingsonderzoek darmkanker Als Nederlandse MDL-artsen zijn we er trots op dat we een gedegen bevolkingsonderzoek darmkanker hebben met hoge deelname. Bijna 70 procent van de mensen die een uitnodiging krijgen, geven hier gevolg aan. Het onderzoek richt zich op de groep met het grootste risico, mensen tussen de 55 en 75 jaar. Andere landen complimenteren ons met ons gedegen onderzoek. In een land als Duitsland neemt slecht een paar procent van de bevolking deel aan het bevolkingsonderzoek.’ Aan het woord is prof. Ad Masclee, hoofd van de MDL-afdeling van het Maastricht UMC+ en voorzitter van de Nederlandse Vereniging van maagdarmleverartsen.
‘Na tien jaar voorbereiding zijn we in 2014 gestart met het bevolkingsonderzoek. Met onze gedegen voorbereiding hebben we internationaal veel respect afgedwongen, maar er zijn ook tegenstanders. Want wat doe je de mensen aan? In principe gezonde mensen haal je uit de bevolking en onderzoek je op de aanwezigheid van een voorloper van een ziekte met het idee om die voorloper weg te halen om te voorkomen dat de ziekte gaat optreden. In Nederland lopen er al negen tot tien verschillende bevolkingsonderzoeken, waarbij er regelmatig discussie is of deze wel kosteneffectief zijn. Maar voor darmkanker is dit in Amerika, waar het onderzoek al twintig jaar loopt, duidelijk bewezen dat dit zeker kosteneffectief is.’
Wat doen we? ‘Bij het darmkankeronderzoek halen we poliepen weg om te voorkomen dat daaruit darmkanker kan ontstaan. Darmkanker is een steeds vaker voorkomende tumorsoort die in Nederland bijna op de tweede plaats staat. De kans dat je in je leven darmkanker krijgt is 5 procent en dat is hoog. Als je een familielid hebt dat darmkanker kreeg op jonge leeftijd, wordt jouw kans bijna drie keer zo groot.
10
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
In Nederland krijgen jaarlijks circa 14.000 mensen de diagnose darmkanker en van hen sterven er circa 6.000. Veel mensen die darmkanker krijgen blijven in leven , maar met steeds weer ingrepen en behandelingen om de ziekte onder controle te houden. In die zin wordt darmkanker ‘een chronische ziekte’. Dat kost een heleboel geld en voor de patienten het inleveren van vooral kwaliteit van leven. Darmkanker is een erg vervelende aandoening en heeft een enorme inpact op je functioneren. Het is fantastisch wanneer we het ontstaan van darmkanker kunt voorkomen. Het is in Amerika bewezen dat door het invoeren van screening de sterfte aan darmkanker duidelijk afneemt’
2400 minder doden door dit onderzoek Tegenstanders werpen op dat ze dat niet terugzien in de totale sterftecijfers van de bevolking. Masclee: ‘Aan darmkanker sterven zo’n 6.000 mensen per jaar, terwijl de totale sterfte misschien wel 100 keer zo groot is. Dat betekent dat slechts 1 tot 2 procent van de totale sterfte te wijten is aan darmkanker. Dat vind je dus niet zo snel terug in de sterftecijfers van de gehele bevolking . Maar als we dit bevolkingsonderzoek helemaal hebben uitgerold, zullen er in Nederland liefst 2.400 mensen minder gaan sterven aan darmkanker. Dat lijkt me een heel mooi doel waarvoor we ons als beroepsgroep graag inzetten.’
Hoe gebeurt het onderzoek? Poliepen ontstaan in het algemeen pas op latere leeftijd, na het 50/55e levensjaar. En hoe ouder je wordt, hoe meer de kans daarop toeneemt. Op het ogenblik worden mensen van 55 tot 75 jaar een keer per twee jaar uitgenodigd om aan het onderzoek deel te nemen en daartoe ontlasting in
1
3
2
Diverse typen poliepen, varierend in verschijnings vorm: sessiel (poliep 1) gesteeld met adenomateus aspect (poliep 2), vlak (poliep3) en vlak met centrale depressie (poliep 4).
4
te leveren. Als in die ontlasting bloedspoortjes voorkomen, krijg je een uitnodiging om naar een ziekenhuis of mdlcentrum te komen om een colonoscopie te ondergaan. ‘Dat is best een ingrijpend onderzoek. Je moet van tevoren je darm schoon maken; dat kost een halve dag aan voorbereiding. Bij de colonoscopie krijg je een roesje en pijnstilling en je moet na afloop worden nabewaakt. Een colonoscopie heeft enkele risico’s: bij het weghalen van de poliepen kan een gaatje in de darm ontstaan en een bloeding optreden. Als beroepsgroep hebben we ingezet op de hoogst mogelijke kwaliteit van coloscopieën. Alle MDLartsen die aan het bevolkingsonderzoek willen meewerken, moesten opnieuw examen doen. Dat gaf natuurlijk reuring. Uiteindelijk is men overstag gegaan en iedereen die mee doet aan het onderzoek, heeft nu het certificaat.’
Prestatie-indicatoren ‘Een tweede kwaliteitscriterium zijn de prestatieindicatoren. Net als de chirurg moet de MDL-arts transparant werken: complicaties registreren en getallen laten zien. Zo worden de perforaties en de bloedingen nauwgezet geregistreerd. Perforaties zijn gelukkig zeer zeldzaam: een op de 40.000 scopieën. Bloedingen komen iets vaker voor, vooral bij grote poliepen: ongeveer 1 op de 1000. Ook moeten we laten zien dat we de dikke darm helemaal hebben gescreend, de overgang naar de dunne darm moet dus zichtbaar zijn, dat is een goed herkenningspunt. Tenslotte moeten we ook laten zien bij hoeveel mensen er poliepen weggehaald zijn; dat moet minimaal 25% zijn volgens de prestatie-indicatoren. Uit onze cijfers blijkt dat van de mensen die zich melden omdat ze een ongunstige uitslag hadden 8 procent darmkanker heeft en 40 procent poliepen. Bijna de helft van deze mensen heeft dus echt afwijkingen.’ Het bevolkingsonderzoek is gefaseerd uitgerold. Masclee: ‘Het eerste jaar hebben we nog niet full speed kunnen
draaien. Desondanks hebben we al circa 35.000 mensen verwerkt. Dit jaar streven we ernaar 45.000 te kunnen doen en door te groeien naar 70.000 tot 80.000 mensen per jaar. In Nederland zijn in de leeftijdsgroep van 55 tot 75 jaar ongeveer 4,4 miljoen mensen. Je komt maar om de twee jaar aan de beurt, dus per jaar zijn dat 2,2 miljoen mensen. Als we op volle sterkte draaien, gaan er dus 2,2 miljoen uitnodigingen de deur uit. Voor Limburg zullen dat relatief gezien meer mensen zijn, omdat hier meer ouderen leven.’
Poliepen komen terug Mensen waarbij poliepen zijn weggehaald, krijgen geen darmkanker, maar de kans is groot dat opnieuw poliepen ontstaan. ‘Daarom blijf je dan onder controle. Mensen waarbij is vastgesteld dat ze geen poliepen hebben, hoeven hier niet voor te vrezen. Ze hoeven pas na 10 jaar weer mee te doen aan het bevolkingsonderzoek. In de tussentijd krijgen ze de tweejaarlijkse test ook niet toegestuurd.’
Knelpunten Eigenlijk is Masclee dus heel tevreden, maar hij signaleert toch enkele knelpunten: ‘Er zijn te weinig MDL-artsen, het tarief dat verzekeraars vergoeden is soms niet kostendekkend, de centrale planning kan soms beter decentraal gebeuren en de huidige test geeft niet 100% zekerheid. Als je de test hebt ingestuurd en de uitslag is gunstig, dan wil dit niet per se zeggen dat je geen darmkanker hebt. Dit is een momentopname. We doen nu onderzoek naar een combinatie van bloedonderzoek en een tumor marker waarbij ook afgestorven tumorcellen worden opgespoord, om de test betrouwbaar te maken. Nu doen we nog bijna de helft van de colonoscopieën voor niets, omdat er loos alarm is. Als de test betrouwbaarder wordt, hoeven we minder onderzoeken te doen. Dat spaart geld en voorkomt onnodige onrust.’
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
11
- advertorial -
Adelante als opleider Jonge professionals dragen nieuwe kennis aan, houden je scherp en in beweging. Reden genoeg om in hen te investeren. Dit uit zich in een breed aanbod aan opleidingen op diverse niveaus en in diverse zorgdisciplines.
“Mijn eerste kennismaking was de revalidatie voor mensen met niet aangeboren hersenletsel. Dit zijn vaak jonge mensen waarmee je je identificeert; zij het dan dat hun toekomstperspectief in één klap radicaal veranderd is. Dat raakte mij. Ik heb toen meteen gesolliciteerd naar een aios plaats in het opleidingscircuit revalidatiegeneeskunde OOR-ZON. Mijn opleiding heb ik bij Adelante gevolgd. Zowel bij de volwassenenrevalidatie van Adelante in Hoensbroek als bij verschillende ziekenhuizen in de regio heb ik mijn opleiding doorlopen. In het revalidatiecentrum heb ik in bijna alle behandelteams meegewerkt. Sinds maart 2014 werk ik bij Adelante als kinderrevalidatiearts: een mooie, zinvolle baan. Precies dat waar mijn hart in de loop van de opleiding steeds meer naar uit ging.” Jeroen Bekkers
12 8
meer info 045 - 528 20 32 | www.adelante-zorggroep.nl Schelmenstreek Schelmenstreek 17 | december 18 | juni 2015 2014| |District DistrictLimburg Limburg
Versterking positie binnen KNMG KNMG-districten: De KNMG-districten gaan nadrukkelijker hun rol spelen als basaal platform voor de leden van artsenorganisatie KNMG. Dit is de uitkomst van uitvoerig overleg tussen het KNMG-bureau en het federatiebestuur enerzijds en een afvaardiging van de districten anderzijds. De aanleiding van dit overleg is de beoogde structuurwijziging van de KNMG die zijn weerslag vindt in de vernieuwde KNMG-statuten. Hierin wordt onder andere de positie van de districten opnieuw gedefinieerd. Aan de ene kant zullen de districten structureel worden ingezet om opinievorming tot stand te laten komen die de KNMG meeneemt in haar beleidsvorming. Aan de andere kant zullen de districten meer gezamenlijk optrekken door het instellen van een dagelijks bestuur. Dit bestuur zal de gezamenlijke activiteiten coördineren en fungeert als aanspreekpunt voor federatiepartners en KNMG-landelijk.
Structureel gebruikmaken van opinie vanuit de districten Menso Westerouen van Meeteren was voorzitter van het voorzittersoverleg en is nu a.i. voorzitter van het dagelijks bestuur. Hij is verheugd over deze verandering: ‘De kracht van de districten is dat op regionaal en lokaal niveau vakoverstijgende onderwerpen bediscussieerd worden tussen artsen met diverse achtergronden. Met de uitkomsten daarvan wordt tot nu toe weinig gedaan. Maar met het federatiebestuur en KNMG-landelijk is nu afgesproken dat overstijgende onderwerpen (zoals ethiek, samenwerking en communicatie) periodiek bij de districten worden uitgezet en dat de uitkomsten in beleidsvoorbereidende zin op de landelijke agenda komen. Daarnaast is afgesproken dat twee afgevaardigden van de districten aan de algemene ledenvergadering van de KNMG deelnemen en daarbij nadrukkelijk zijn uitgenodigd “de stem uit de gewesten” te laten horen. Hiermee komt de rol van de districten veel beter uit de verf en krijgt de periferie in doktersland meer een stem.’
Waardering vanuit verschillende organisaties Het aansturen van het gezamenlijk beleid van de 22 districten zal binnenkort de taak worden van het dagelijks bestuur. Van Meeteren ziet deze herorganisatie positief tegemoet: ‘De tijd is er nu rijp voor. Vanuit de districten is er behoefte om meer gezamenlijk op te trekken. Ook zijn de relaties binnen de KNMG sterk verbeterd. Zowel KNMGlandelijk als de beroepsverenigingen zien het nut van goed functionerende districten in: ze willen gebruikmaken van de
input vanuit de districten. Dat is wel eens anders geweest. Maar zoals altijd geldt: samenwerking komt een ieder ten goede, uiteindelijk ook de patiëntenzorg.’
Aan de slag Door de nieuwe organisatiestructuur zullen de districten landelijke inbreng hebben in de vorm van gevraagde en ongevraagde adviezen. Van Meeteren: ‘Deze nieuwe aanpak zet de districten meer op de kaart. Waren het eerst afzonderlijke eilandjes verdeeld over het land, het wordt nu een samenwerkingsverband waar synergie uit voortkomt. Ik ben er van overtuigd dat de minder actieve districten hiermee een impuls krijgen. We zullen ook veel meer jonge dokters en studenten bij onze activiteiten moeten betrekken en op regionaal niveau de samenwerkingsrelatie met de federatiepartners versterken. Genoeg werk aan de winkel dus! De uitgestoken hand zoals we die nu ervaren hebben, ontketent positieve energie. Met betrekking tot de statutenwijziging op de komende algemene vergadering hebben we daarom dan ook een positief stemadvies gegeven.’ Er komt een gekozen dagelijks bestuur waarin de regio’s vertegenwoordigd zijn, het ‘oude’ voorzittersoverleg wordt omgedoopt tot algemeen bestuur. Na 1 januari zal het dagelijks bestuur ad interim zich bezighouden met de herorganisatie. Van Meeteren: ‘Belangrijk daarbij is dat we de dialoog voortzetten. En dat zie ik wel zitten, gezien het heersende enthousiasme bij alle partijen!’ Noot van de redactie: Bovenstaand artikel is eerder gepubliceerd op 9 december 2014 op www.knmg.nl en is afgedrukt met toestemming. Tijdens het overleg van districtsvoorzitters op 2 maart j.l. zijn verdere afspraken gemaakt om de positie van de disctricten te versterken. Deze plannen worden binnenkort aan de voorzitter en directie van de federatie KNMG gepresenteerd. Tijdens de ALV van KNMG-district Limburg is de nieuwe positie van de districten eveneens door het districtsbestuur toegelicht.
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
13
Foto: Edith Schippers, Minister van VWS, krijgt het adviesrapport aangereikt door Pauline Meurs,Voorzitter Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving. (BRON: http://rvz.net/publicaties/bekijk/ consumenten-ehealth)
Consumenten-eHealth: bedreiging of kans voor de arts van morgen?
- door Henri Boersma -
Op 21 april jl. werd het laatste advies van de ‘Raad voor de Volksgezondheid en Zorg’ (RVZ) aangeboden aan Minister Schippers van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (foto 1). Vanaf dit jaar zijn de RVZ en de ‘Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling’ (RMO) samengevoegd en gaan zij verder als de ‘Raad voor Volksgezondheid en Samenleving’. In dit advies brengt de Raad de opkomst van consumenten-eHealth onder de aandacht. Dit artikel geeft een korte samenvatting van het advies ‘Consumenten-eHealth’ en een overzicht van de belangrijkste aanbevelingen die de Raad heeft afgegeven. Innovatie en nieuwe technologie spelen een belangrijke rol in de geneeskunde. De zorg is constant in beweging en elke dag komen er nieuwe producten en diensten op de markt die met de zorg te maken hebben. Deze technologie kan een bijdrage leveren aan de manier waarop zorg wordt geleverd, maar ook de potentie hebben om het zorgproces
14
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
zelf te veranderen. Een vaak genoemd voorbeeld is de rol die het internet gespeeld heeft in de arts-patiëntrelatie.Vóór het internettijdperk bezocht een patiënt vrijwel zonder eigen kennis of input de dokter en was de patiënt volledig afhankelijk van zijn oordeel.Vanaf het moment dat internet voor iedereen beschikbaar was, veranderde deze afhankelijke relatie tussen
patiënt en arts. De patiënt kon vanaf nu immers zelf al kijken wat er aan de hand zou kunnen zijn en zelf thuis op onderzoek uitgaan. Hierdoor veranderde de dynamiek in de spreekkamer compleet. De patiënt kon nu meepraten met de arts en zelfs met voorstellen komen.
Opkomst consumenten eHealth De meeste zorgverleners zijn al bekend met (professionele) eHealth: dit zijn elektronische producten of ICT die door, voor of met zorgaanbieders zijn ontwikkeld en worden toegepast. Bekende voorbeelden hiervan zijn tele-consulting en het Elektronisch Patiënten Dossier. De Raad verwacht naast de reeds bekende (professionele) eHealth een opkomst van consumenten-eHealth en voorziet dat deze technologie ook een groot effect op de reguliere zorg kan hebben. De Raad definieert Consumenten-eHealth als direct op de markt, zonder tussenkomst van zorgverleners, aan de consument aangeboden informatie- en communicatietechnologie, die beoogt de gezondheid van de gebruiker te ondersteunen of te verbeteren. Voorbeelden zijn onder andere apps (applicaties) voor de smartphone en wearables (technologie die op het lichaam gedragen wordt en lichaamswaarden kan meten), gezondheidsplatforms en persoonlijke gezondheidsdossiers (PGD’s). Vooralsnog bestaat het aanbod vooral uit applicaties en diensten die gericht zijn op lifestyle en preventie, zoals een (digitale) stappenteller. In de toekomst zal dit worden uitgebreid tot technologie die de consument of patiënt in staat stelt zichzelf, zonder tussenkomst van zorgverlener, te diagnosticeren en zelfs te behandelen.
Invloed van consumenten-eHealth op reguliere zorg In het huidige zorgsysteem speelt consumenten-eHealth nog geen significante rol. De Raad verwacht dat de zorg op verschillende manieren ingrijpend kan veranderen door gedeeltelijke vervlechting van consumenteneHealth met de reguliere zorg. Mensen kunnen met consumenten-eHealth sterker de regie nemen over hun eigen gezondheid. Mogelijk zou consumenten-eHealth de reguliere zorg zelfs in de toekomst gedeeltelijk kunnen vervangen. Een ander belangrijk gevolg van de vervlechting van consumenten-eHealth zal zijn dat zorg meer tijd- en plaats-onafhankelijk wordt. De patiënt kan immers wanneer hij dat wil zijn eigen diagnostiek en behandeling doen. Door deze zelfstandigheid zal mogelijk de relatie tussen patiënt en zorgverlener ook gaan veranderen. Zorgverleners zullen zich naar verwachting meer gaan toeleggen op complexe diagnostiek en gezamenlijke besluitvorming, waarin persoonlijke afwegingen belangrijk zijn. Door het aanbod van consumenten-eHealth komen er ook nieuwe spelers op de zorgmarkt. Het is niet meer de dokter die alle medische gegevens beheert, maar de particuliere ontwikkelaar van het product dat door de consument wordt gebruikt. Dit roept uiteraard vragen op over privacy en verdienmodellen, maar ook over de kwaliteit van deze technologie. Als het niet vanuit de zorgprofessional komt, is het dan wel veilig en betrouwbaar?
Aanbevelingen van de RVZ aan de overheid De Raad acht het nodig dat er maatregelen genomen worden om deze ontwikkelingen veilig en bruikbaar te maken voor mens en maatschappij. De Raad doet daarom enkele aanbevelingen voor de overheid. Allereerst dient er gekeken te worden naar een keurmerk voor zelfdiagnostische en zelf-therapeutische medische toepassingen van consumenten-eHealth. Dit keurmerk moet de consument in staat stellen af te lezen of het consumenteneHealth-product wel doet wat het belooft en of de kwaliteit goed genoeg is. De Raad roept in een andere aanbeveling onder andere het Zorginstituut Nederland en Nictiz op, om geschikte methodologie voor de wetenschappelijke evaluatie van de klinische effectiviteit (klinisch nut of meerwaarde) te ontwikkelen. De Raad vindt het ook belangrijk dat de overheid waakt voor een meerdeling in de maatschappij die mogelijk ontstaat doordat kwetsbare groepen niet om kunnen gaan met de nieuwe technologie. In een aanbeveling wordt de overheid geadviseerd om, ook in financiële zin, initiatieven van derden te ondersteunen, die producten ontwikkelen en/of geschikt maken voor kwetsbare groepen. Aangezien nieuwe, commerciële partijen de zorgmarkt betreden, beveelt de Raad de overheid ook aan om te zorgen voor de ontwikkeling van betrouwbare authenticatiemethoden als voorwaarde voor zeggenschap over en inzage in medische gegevens van consumenten en patiënten. Dit om identiteitsfraude en schending van privacy te voorkomen. Voor het uitwisselen van deze gegevens met de reguliere zorg wordt de overheid aangeraden een neutraal stelsel van bindende afspraken en uniforme standaarden te stimuleren. Voor de zorgverlener is het belangrijk dat hij bekend is met (consumenten-)eHealth. Daarom adviseert de Raad universiteiten en kennisinstituten om eSkills (digitale vaardigheden) en inhoudelijke deskundigheid over eHealth in de basis- en vervolgopleidingen en nascholingen van zorgverleners in zorg, welzijn en ondersteuning te integreren. Ten slotte roept de Raad overheden, verzekeraars en commerciële partijen op om een gezamenlijk onafhankelijk fonds op te richten voor toegepast wetenschappelijk onderzoek naar uitkomstbekostiging, ethische aspecten, kwaliteitswaarborgen en toezicht.
Consumenten-eHealth: bedreiging of kans? Samenvattend kan er gesteld worden dat consumenteneHealth in opkomst is en door vervlechting mogelijk een groot effect op de reguliere zorg kan hebben. Met de aanbevelingen van de Raad kan de overheid een kader creëren waardoor de risico’s en bedreigingen beperkt kunnen worden en er naar kansen gekeken kan worden. De houding van zorgverleners jegens deze ontwikkeling zal echter in belangrijke mate bepalen of het door de reguliere zorg als bedreiging of kans gezien wordt. Of consumenteneHealth de huidige zorg in de toekomst zal vervangen is uiteraard onzeker, maar anticiperen lijkt in dit geval beter dan (te laat) reageren. Het gehele advies inclusief achtergrondstudies is na te lezen (en te downloaden) op http://rvz.net/publicaties/bekijk/consumenten-ehealth.
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
15
- advertorial -
Veel ervaring
Het brachyteam van MAASTRO hoor t met meer dan 200 ingrepen per jaar tot de Nederlandse top.
De visie van MAASTRO clinic op prostaatkanker en bestraling Prostaatkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen. De behandeling ervan, kortweg: opereren of bestralen, is maatwerk. Een team van specialisten – onder anderen de uroloog/chirurg en de radiotherapeut-oncoloog van MAASTRO – geeft elke patiënt een persoonlijk advies. Soms valt er weinig te kiezen, maar als beide behandelingen vergelijkbare genezingskansen geven, hoe neem je dan als patiënt de juiste beslissing? Dokter, wat adviseert u? Dr. Ludy Lutgens is radiotherapeut-oncoloog bij MAASTRO clinic. Hij is gespecialiseerd in de behandeling van prostaatkanker met bestraling, waaronder ook brachytherapie (=inwendige bestraling, zie ook de informatie in het kader). Hij adviseert nadrukkelijk patiënten om zich goed te laten informeren door zowel de chirurg als de radiotherapeut-oncoloog over de voor- en nadelen van elke behandeling: “Is de kans op genezing vergelijkbaar, dan wegen andere factoren mee, zoals mogelijke bijwerkingen, de herstelperiode en de belasting van de ingreep voor de patiënt.” De mogelijke bijwerkingen zijn veelal tijdelijk en onder andere afhankelijk van reeds aanwezig plasproblemen van de patiënt vóór behandeling, bijvoorbeeld: moeite met plassen en/of pijn bij het plassen, incontinentie, erectieproblemen. Een praktisch verschil van brachytherapie met een operatie is dat de ingreep (welke onder narcose plaatsvindt) minder lang duurt (circa 1 ½ uur) en de patiënt veelal dezelfde dag nog naar huis gaat en eventueel een dag later zijn normale werkzaamheden kan hervatten. Bij behandeling met brachytherapie zullen vooral tijdelijk klachten als bij een blaasontsteking optreden. De kans op impotentie is kleiner dan na operatie.
Meer informatie: www.maastro.nl
16
maastro.indd Uit: 1 Nummer
1 Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
Dr. Ludy Lutgens: “Wij helpen de patiënt graag om alle voors en tegens van brachytherapie op een rijtje te zetten. Daarna kan hij een weloverwogen beslissing nemen.”
Heeft u vragen? Laat het ons weten!
ie? Wat is dat?ca. een Brachytheraptijd ens een operatie van
ling: Dat is inwendige bestra radioactieve m van MAASTRO kleine tea uur brengt het brachy zelfde dag weer aan. De patiënt kan die bronnen in de prostaat naar huis. ctieve andeling blijven de radioa Bij de laag dosis tempo beh straling hun am aam en geven ze langza jaar jodiumdeeltjes in het lich een Na . der veel, daarna steeds min de af. In het begin (relatief) in ats pla dt vin p r. Deze ingree is er geen straling meer ove lo. t, Sittard, Heerlen en Ven rich ast Ma van zen ziekenhui ens de operatie in behandeling wordt er tijd Bij de hoog dosis tempo Venlo ca. 15 tot en t rich ASTRO in Maast de operatiekamers van MA at gebracht en ioactieve bron in de prosta 30 minuten een sterk rad beëindigd. armee is de behandeling vervolgens verwijderd. Da nog n van inwendige bestraling Soms worden deze vorme . ling tra bes ige nd aangevuld met uitwe
24-10-13 10:15
- door Jorne Ubachs -
Op 10 februari 2015 heeft de werkgroep Studenten alweer de elfde editie van de Geneeskunde quiz georganiseerd voor alle bachelorstudenten geneeskunde in Maastricht. De opkomst was wederom hoog, met maar liefst zeventien teams was café Centre Ville goed gevuld. De onderwerpen die deze avond aan bod kwamen waren cardiothoracale chirurgie, kindergeneeskunde en geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten. Onder het genot van een hapje en een drankje probeerden de deelnemers de begeerde prijzen te bemachtigen.
HOGE OPKOMST bij elfde editie KNMG GENEESKUNDE QUIZ Drs. Marlies Keijzers, AIOS cardiothoracale chirurgie, beet het spits af op deze avond en wist met haar vragen omtrent de cardiothoracale chirurgie de studenten te boeien. Dat de studenten goed thuis waren in het vak van cardio(chirurgie) was te merken, ze scoorden goed op dit gebied. Hierna volgde dr. Merel Klaassens, kinderarts in het MUMC+ met als specialisatie aangeboren afwijkingen. De Kindergeneeskunde bleek op navraag van dr. Klaassens enorm populair te zijn onder de aanwezige studenten, en de interessante casuïstiek die op deze avond behandeld werd heeft dit enthousiasme alleen maar aangewakkerd. Drs. Sandra Driessen, besloot de avond met enkele zeer interessante vraagstukken omtrent de geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten. Een onderwerp dat weinig aan bod komt in de bachelor geneeskunde, maar drs.
Driessen wist de studenten met haar enthousiasme zeker warm te maken voor de geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten! Nadat alle vragen beantwoord en ingeleverd waren begon de telronde. Stan Tummers, Wesley Theunissen en Sander Oei, allen 2e jaars studenten, wisten de felbegeerde lunch bij sterrenrestaurant Beluga in de wacht te slepen. Jill Nawrot, Evelien Vandercapellen en Michelle Florijn, allen 3e jaars studenten wonnen de tweede prijs en daarmee een aantal mooie geneeskundeboeken. Cynthia van den Anker, Bas van der Valk en Myrthe de Wit, allen 3e jaars studenten, wonnen de derde prijs, een diner bij tapasrestaurant Bodega. De volgende quiz vindt plaats op 9 juni en ook dan hopen we wederom op een mooie opkomst!
Luuke de Joode
nieuw lid KNMG-werkgroep studenten
Ik ben Luuke de Joode, 22 jaar en ben nu tweedejaars student Geneeskunde aan de universiteit van Maastricht. Ik woon op kamers in Maastricht wat me erg goed bevalt. Ik ga geregeld op stap met vriendinnen en houd van lekker eten. Voordat ik Geneeskunde mocht studeren, heb ik twee jaar Psychologie gestudeerd aan de universiteit van Tilburg. Dit jaar ga ik proberen mijn bachelor Psychologie af te maken naast mijn studie Geneeskunde. Na vele uurtjes studeren, zoek ik ontspanning in creatieve bezigheden zoals schilderen en werken met pastelkrijt. Verder werk ik in het weekend bij Albert Heijn op de broodafdeling. Via de gezellige en leerzame Geneeskunde Quiz, ben ik sinds enkele maanden lid van de KNMG werkgroep en ga ik nu zelf mijn steentje bijdragen!
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
17
- advertorial -
BENT U AAN HET PROMOVEREN? Ontvang € 100,- bijdrage voor uw proefschrift Bent u medische klant bij ABN AMRO en staat u op het punt om te promoveren? Dan krijgt u een bijdrage van € 100,- voor de drukkosten van uw proefschrift. Kijk op abnamro.nl/proefschrift voor meer informatie en de voorwaarden.
18
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
Artsen-Senioren verenigt u!
(foto) Geanimeerd gesprek tijdens de Nieuwjaarsbijeenkomst.
In het voormalige district Roermond-Weert waren de ‘Artsen-Senioren Midden-Limburg’ zelfstandig actief en sinds 2009 zijn zij ondergebracht als werkgroep Artsen-Senioren van KNMG District Limburg. Momenteel zijn er 94 leden, bestaande uit artsen die met pensioen zijn, hun partners, weduwen en weduwenaren van overleden artsen.
ACTIVITEITEN
Tijdens de algemene ledenvergadering van 12 maart jl. ontstond er vanuit de artsen-senioren in Zuid-Limburg het idee om ook in het zuiden activiteiten te organiseren voor en door senioren.
21 mei Excursie naar abdij Lilbosch te PeyEcht, met bezoek aan de abdij, de varkenshouderij en de abdij-winkel.
Indien u senior lid bent en interesse heeft om een werkgroep te vormen kunt u contact opnemen met het bestuur (
[email protected]). Indien u in regio Roermond-Weert woont en interesse heeft om u bij de reeds bestaande werkgroep aan te sluiten kunt u eveneens contact opnemen met het bestuur.
20 augustus Wandeling in de buurt van Sint Odiliënberg en het Reutje.
24 uurs zorg bij Adelante Intensieve klinische revalidatie of medisch specialistische zorg. Adelante biedt de juiste zorg op maat!
meer info 045 - 528 26 00 www.adelante-zorggroep.nl
De werkgroep Midden-Limburg is zeer actief en organiseert verschillende activiteiten in 2015:
19 november Artsendiner in een restaurant in de regio Weert.
“Ineens werd Rifke, net 1 jaar oud, heel erg ziek. Na zes weken mocht zij gelukkig van de intensive care en nog een week later verwees de kinderarts in het azM ons naar de intensieve revalidatiezorg van Adelante in Valkenburg. Wij kenden deze zorg niet. Maar het voelde goed. Er was meteen een klik met Rifke’s verpleegkundige en behandelaren. Gelukkig ging het met Rifke snel bergopwaarts. De therapieën deden haar goed en wij leerden hoe wij de oefeningen thuis konden voortzetten. Na drie weken mochten we haar meenemen. Onze tijd bij Adelante was heftig maar positief. De sfeer was warm en fijn. We hadden het ons in deze situatie niet beter kunnen wensen.” Rifke, Stan, Mariska en Roger
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
19
- advertorial -
Wiel neemt vandaag de tijd. De natuur in met zijn kleinzoon. Dat vinden wij bij Maastricht UMC+ een gezond idee. Want wie de tijd neemt voor ontspanning werkt aan een gezonder leven. Mensen die de tijd nemen voor een verzetje worden immers minder snel ziek. En dat zien we graag, als academisch centrum dat voorop loopt in preventie. Natuurlijk komt u bij ons als u ziek bent. Dan bent u bij ons in de best mogelijke handen en weet u zich verzekerd van goede en persoonlijke zorg. Zevenduizend medewerkers zetten zich elke dag met veel energie en gedrevenheid in om de beste zorg te leveren. Daarbij baseren ze zich op de nieuwste wetenschappelijke inzichten en dragen bij om deze verder te ontwikkelen. Maar het liefst zien we u gezond en wel. Gezond houden en maken. Daar zorgen wij samen voor. Met Wiel en zijn kleinzoon. En met u.
Wiel neemt de tijd Ontdek meer gezonde ideeën op gezondidee.mumc.nl
UMC_CORP ADS_220X275.indd 3
20
Schelmenstreek 18 | juni 2015 | District Limburg
16-09-14 12