Nr. 4 augustus 2009
Schelmenstreek Verenigingsorgaan van KNMG District Limburg
Inhoudsopgave Van de voorzitter
pag 3
Meldcode kindermishandeling
pag 5
Maastricht Medical Students Research Conference
pag 6
Ledenvergadering
pag 9
Jaarplan 2009
pag 13
Clinical Investigators Science Symposium
pag 15
Bergen verzetten voor kinderen
pag 17
Nieuwjaarsbijeenkomst
pag 18
Nascholingsagenda
pag 19
Kijk ook op onze website: www.knmglimburg.nl
Je staat er niet bij stil, maar... elke ke vij vijf ijijf seconde seconden nw wo wordt orrd dt erg ergens rgen g s tte ter er were wereld reld een pa patiënt atiënt geholp geholpen lpen me met een pro rodu uct ooff th ttherapie hera rapie vva an Me edtr tronic. product van Medtronic. Medtron Medtronic nic helpt miljoenen mensen over o de hele wereld bij het ve verlichten erlichten van hun pijn, het he herstel erste van hun gezondheid gezzondheid en het verlengen va van an hun leven. Medtron Medtronic nic ontwikkelt en produceert o.a. pacemakers, stents, hartkleppen, hartkleppen, implanteerbare en externe e defibrilla atoren (ICD’s en AED’s), diagn ostische monitoringsystemen, monitoringsystemen n, insulinepompen met cont inue defibrillatoren diagnostische continue glucosem monitoring, neurostimulatore en, pijnpompen, beeldgeleid emen en glucosemonitoring, neurostimulatoren, beeldgeleidee chirurgische navigatiesyste navigatiesystemen minderinvasieve chirurgische produ cten en technologieën. minder-invasieve producten Medtronic M edtron nic heeft heefft wereldwijd wereldwijd bijna bijna 38.000 38.00 0 0 medewerkers medewerkers in in d dienst, ienst, waarva w waarvan n zzo’n o’n 11.000 o .00 000 aalleen lleen al al in in Nederland. Nederland
Medtronic, Medtr trro onic, c, were wereldwijd reldwi wijd marktleider mark rktl ktleider op het gebiedd van vva an de medische medis ische technologie. tteechnologie. c Bezoek onze o websites: www.medtronic.nl www.m edtronic.nl | www.medtronic-diabetes.nl www.medtron nic-diabetes.nl | www.blaascontrole.nl www.blaasscontrole.nl | www.darmcontrole.nl www.darmco ontrole.nl
Van de voorzitter Helaas hebt u wat langer moeten wachten op een nieuwe uitgave van ‘De Schelmenstreek’. De oorzaak moet gevonden worden in de hoge kosten voor de uitgave van het blad en een helaas onvoldoende betalingsdiscipline van de districtscontributie. Wij hebben als bestuur gemeend dit te moeten opvangen met een lagere frequentie van uitkomen van het blad (geen vier maar drie keer per jaar) en het plaatsen van meer betaalde advertenties. Tevens worden alle leden aangespoord de disctrictscontributie (slechts 25 euro per jaar) correct en op tijd te betalen. Na de grandioos verlopen nieuwjaarsbijeenkomst in Limbricht is het allerminst stil geweest in District Limburg. Tezamen met KNMG centraal werd voor de studenten nog een goedbezochte bijeenkomst gehouden: ‘Solliciteren voor Co-assistenten’ en een iets minder goed bezochte bijeenkomst ‘Solliciteren naar een opleidingsplaats (voor basisartsen)’. In maart werd in Horst aan de Maas tezamen met KNMG Centraal en Vie Curi Medisch Centrum een zeer goed bezochte klinische avond georganiseerd over de implementatie van de nieuwe Meldcode Kindermishandeling. Op deze goed bezochte avond (120 collegae) mochten wij prof. dr. Arie Nieuwenhuijzen Kruseman als avondvoorzitter begroeten. Een verslag kunt u verderop in het blad vinden. Op 29 april konden wij voor de tweede keer een KNMG aanmoedigingsprijs uitreiken aan de meest holistische presentatie tijdens het zeer goed bezochte Maastricht Medical Research Symposium. Maar liefst 180 studenten en professionals woonden dit symposium bij. Een verslag en de winnende abstracts kunt u verderop lezen. In mei werd in Roermond een feestelijke boottocht georganiseerd. Omdat de activiteiten van de afdeling Midden Limburg na 103 jaar bestaan over gedragen werden aan District Limburg werd na een afsluitende ledenvergadering en het toewijzen van financiele
Colofon Schelmenstreek is het communicatie-orgaan van de KNMG District Limburg.
Redactie Leo Baur (eindredactie), Brigitte van den Brand. Marjo Creusen, Ruud Hagenouw, Harry Houben, Arno Parren, Raymond Scholman, John Stefelmans, Marieke Verspaget, Christine Willekes, Sevgi Yaylali. Verder werkte aan dit nummer mee dhr. Hein Berendsen, Stafbureau Communicatie Atrium MC
Redactie-adres Akerstraat 81, 6417 BJ Heerlen
Vormgeving
ondersteuning van gezondheidszorg projecten in Afrika en Roemenie een gezellige boottocht georganiseerd op de Maas en de grindgaten in Roermond. Met een drankje en een dansje werd de voorzittershamer van RoermondVenlo overgedragen aan de KNMG Districtsvoorzitter. De jaarvergadering van de KNMG in Roermond op 18 juni 2009 werd minder goed bezocht. Na het gebruikelijke secretarieel en financieel jaarverslag volgde een presentatie door drs. A. Peters, longarts over het Zorgnetwerk van de COPD patiënt. Na de vergadering was er een gezellige stadswandeling door de stad Roermond. In juli werd door de KNMG voor de tweede maal een aanmoedigingsprijs uitgereikt aan de meest holistische presentatie tijdens het Clinical Investigators Science Symposium. De winnende abstracts kunt u lezen op pagina 15 en 17 van deze Schelmenstreek. Ondertussen werd de vernieuwde website van KNMG Limburg actief. Men kan deze raadplegen via http://www.knmglimburg.nl of via artsennet. Men kan zich via deze website inschrijven voor activiteiten, men kan de agenda raadplegen en men kan oude nummers van de Schelmenstreek ophalen. KNMG Limburg ondersteunt praktisch en financieel diverse discipline overschrijdende nascholingen in Limburg: De Klinische Avonden in Venlo, nascholingen van de Stichting Wenckebach in Heerlen en de nascholingen van Top-Event door geheel Limburg. U kunt de nascholingen zien in de agenda van de Schelmenstreek en op de website van KNMG Limburg. Al met al kunt u zien dat KNMG Limburg niet heeft stilgezeten. Helaas constateren wij, zoals ik al aangaf, een afnemende belangstelling voor de betaling van de Districtcontributie. Indien u de activiteiten van ons District steunt verzoeken wij u dringend het geringe bedrag van de districtcontributie snel naar ons over te maken. U zult hier geen spijt van krijgen Namens het Bestuur van KNMG District Limburg Dr. Leo HB Baur, Voorzitter KNMG District Limburg
Pascale Mali, Stafbureau Communicatie Atrium MC
Druk SchrijenLippertz
Oplage 4.500
District Limburg Schelmenstreek 4 augustus 2009
Omslagfoto: Stadt Wessem Foto Raf Huyskens
3
Bevestigd door Nederlandse studie 1 (EASEGO, 2008) Uitgevoerd door de Werkgroep nd Cardiologische Centra Nederla
E G I T H C A R K UITERST G N I G A L R E V LDL G N I K R E W E K E DOOR UNI
Unieke werking door remming van zowel de cholesterolproductie als de cholesterolabsorptie in één tablet
0109VYT08NL63O0108
1
. Roeters van Lennep, H.W.O. e.a., The efficacy of statin monotherapy uptitration versus switching to ezetimibe/simvastatin: results of the EASEGO study. Current Medical Research and Opinion, Vol.24, No.3, 2008, 685-694
Raadpleeg de productinformatie (SPC) alvorens Inegy voor te schrijven. Voor de verkorte productinformatie zie elders in dit blad. INEGY is een geregistreerd handelsmerk van : MSP Singapore Company, LLC Postbus 581, 2003 PC Haarlem, www.msd.nl Tel. 023 - 515 31 53, Fax 023 - 514 80 00
Postbus 329, 3990 GC Houten, www.schering-plough.nl Tel. 088 - 014 08 88, Fax 088 - 014 08 89
Meldcode Kindermishandeling De Meldcode Kindermishandeling is vernieuwd. Een eerste stap in de implementatie was, dat de KNMG een aantal bijeenkomsten in de regio ging organiseren. Op dinsdagavond 10 maart 2009 werd in het Gasthoes in Horst aan de Maas onder auspiciën van KNMG Landelijk, KNMG Limburg en de Stichting Klinische Avonden van Vie Curi in Venlo een zeer succesvolle avond gehouden over de meldcode kindermishandeling. Onder de bezielende leiding van prof. dr. A. Nieuwenhuijzen Kruseman, algemeen voorzitter van de KNMG gaven mr. R. de Roode (KNMG-jurist en opsteller van de Meldcode Kindermishandeling in de praktijk), drs. N. Landsmeer, kinderarts en drs. N. Koebrug, Vertrouwensarts een presentatie. De avond werd zeer goed bezocht (130 collegae uit geheel Limburg) en werd hoog gewaardeerd. Velen vonden deze avond een waardevolle aanvulling op de presentatie van prof. dr. F. Feron tijdens de Districts najaarsvergadering in 2008. Er waren ook vele collegae die het zinvol achtten om hier een vervolg aan te geven binnen het District. Inmiddels heeft de KNMG tezamen met Medisch Contact een gratis e-learningmodule over de KNMG-Meldcode Kindermishandeling gerealiseerd. In casuïstiek op video komen de dilemma’s van twee artsen die te maken krijgen met een vermoeden van kindermishandeling aan bod. Aan de hand van theorie en toetsvragen worden de rechten en plichten van artsen in een dergelijke situatie behandeld. Deze nascholing kan gevolgd op www. Artsennet.nl.
huisartsen en sociaal-geneeskundigen. Ook niet-artsen kunnen de module kosteloos volgen. De goed bezochte avond werd door de aanwezigen zeer hoog gewaardeerd. Wellicht ten overvloede staat het stroomschema van de meldcode hierboven afgedrukt.
De e-learning is bedoeld voor alle (aankomend) artsen die te maken kunnen krijgen met (vermoedens van) kindermishandeling. De module geldt als goedgekeurde (geaccrediteerde) nascholing voor medisch specialisten,
Solliciteren voor co-assistenten en solliciteren naar een opleidingsplaats Op 12-02-2009 werd onder auspiciën van KNMG Landelijk, KNMG Limburg en de Universiteit Maastricht een zeer succesvolle avond, cq dag voor aankomend artsen en pas afgestudeerde artsen gehouden, waarin alle tips en trucs over hoe men een sollicitatiebrief schrijft, en de do en do nots van
District Limburg Schelmenstreek 4 augustus 2009
een sollicitatiegesprek uitvoerig uit de doeken werd gedaan door professionele coaches. De eerste avond was met 60 studenten overboekt. Er moesten dan ook enkele laatkomers teleurgesteld worden. Wij zullen deze activiteiten in het komend jaar in ieder geval voortzetten.
5
Maastricht Medical Students Research Conference Op woensdag 29 april werd voor de 13e keer de Maastricht Medical Students Research Conference georganiseerd. Na een boeiende dag met levendige presentaties werden door de jury diverse prijzen voor abstracts uitgereikt. Een daarvan was de KNMG Limburg Consolidation Prize. De prijs bestond uit een certificaat, een sculptuur en een boekenbon van 100 Euro. De vier winnende abstracts zijn op de volgende pagina afgedrukt, zodat een ieder zich een beeld kan vormen van de hoge kwaliteit van de inzendingen. Voorafgaand aan de prijsuitreiking gaf de Districtvoorzitter een inleiding over de KNMG en de bedoelingen van de prijs:
The Maastricht Medical Research Students Conference is supported by the ‘KNMG’, or in English, the Royal Dutch Medical Association in Limburg already for a couple of years. This, because one of the key points of the KNMG Limburg is to stimulate our coming professionals in their educational and professional needs. We do that by giving training in writing a medical paper, training in writing an application letter and supporting research conferences like MMSRC and CISS. I think some are wondering where the KNMG or Royal Dutch Medical Association stands for. The KNMG is a federation of doctors, which has the intention to stimulate quality of care and quality of human health. This will be accomplished by going along with new technological and social developments. As a Limburg District we support the National KNMG themes like the program for signaling and prevention of child abuse and the program: ‘Artsen van Nu’. Cooperation has been made much easier for us by the fact that prof. Arie Nieuwenhuijzen Kruseman has taken the chair of the National KNMG. Along with this, we, as a Limburg District, try as much as possible to become a leading District in the Netherlands. KNMG Limburg has also a task to support individual services to its members and social activities like a boat tour next month in Roermond. Frequently we have to cooperate with partners in care as there are the Health Care Institutions in the Limburg and last but not least the University of Maastricht. By doing this we can support an environment which leads to optimal and modern medical care and optimal functioning of doctors and coming doctors. In order to have a voice and a face we created our own KNMG Limburg magazine ‘The Schelmenstreek’, which will be mailed three times a year throughout Limburg. You can find some of the issues at the front desk in the lounge. For the next issue we will give the winners of the MMSRC the opportunity to publish their abstract and possibly some additional information in the ‘Schelmenstreek’ in august. With all these efforts, we
6
hope that KNMG Limburg will be a meeting point for all professionals and coming professionals. All medical professional partners can join the KNMG. Although the KNMG has an important task to look after the interests of all professional doctors, students are (as I said already) a key issue for us. This becuse you are the professionals of the future and it is important for you and for all of us, that doctors are united and have a strong voice in negotiations. Therefore I would be very pleased that students but also doctors who are not yet a member of the KNMG would like to fill in the application form for the KNMG and mail that to the Domus Medica in Utrecht or give it to one of the KNMG Board members. In our District we have one student member who, together with the whole District management will serve the students in Limburg. Students are united in the Students platform and have a special task to have a voice for those who are still in training. For the second year the Royal Dutch Medical Association District Limburg is given the opportunity to deliver a consolidation prize for the best presentation of the MMSRC. KNMG District Limburg would like to thank the organization for this. Research is very important in medicine. It is the motor for progress and improvement in medical care. Frequently innovations in medical care can only be gained by sound cooperation between basic science like physiology, anatomy, genetics and clinical possible to stimulate cooperation and research between doctors from different disciplines and background. We think that this is the best way results of research can be implemented in clinical practice. Therefore, we asked the jury to look for the best presentation in holistic medicine, which is applicable for as many doctors as possible throughout all disciplines. We would like to thank Prof. Luc Snoeckx and his team, that he took the time and was willing to do this very difficult work.
Schelmenstreek 4 augustus 2009 District Limburg
Abstracts van de prijswinnaars Eerste prijs MMSRC
Tweede prijs MMSRC
HUMAN ENDOTHELIAL CELLS IMPROVE THE OUTCOME OF EXPERIMENTAL ISLET TRANSPLANTATION NAME: Violette Coppens UNIVERSITY: Vrije Universiteit Brussel PLACE OF RESIDENCE: Brussel, Belgium KEYWORDS: Diabetes, islet transplantation
NORMALIZED MEAN ARTERIAL PRESSURE PREVENTS ENTEROCYTE DAMAGE DURING MAJOR NON-ABDOMINAL SURGERY IN CHILDREN NAME: Marjolein de Kruijf UNIVERSITY: Maastricht University PLACE OF RESIDENCE: Cadier en Keer, The Netherlands KEYWORDS: Major non-abdominal surgery, Gut barrier loss, Postoperative complications, Mean arterial pressure, Hypoperfusion, Enterocyte damage, I-FABP
Violette Coppens, Nico De Leu Beta Cell Neogenesis, Vrije Universiteit Brussel
Drs. M. de Kruijf, Drs. G. Thuijls, Drs. J.P.M. Derkx, Prof. Dr. L.W. van Rhijn, Prof. Dr. W.A. Buurman General Surgery, MUMC+l
Introduction: Transplantation of pancreatic islets of Langerhans would be the preferential therapy for type I diabetes patients if the minimal graft size could be lowered by improving cell survival and function. Isolation of donor islets abolishes the blood circulation and causes considerable islet cell death. We aimed to counteract this loss in cell number and function by promoting islet revascularization via transplantation of a suboptimal number of rat islets together with angiogenic human blood outgrowth endothelial cells (BOEC) into diabetic, immunodeficient mice. Material & Methods: Animals: Immune deficient NOD/SCID mice, made diabetic by iv-injection of 50mg alloxan per kg BW. Cell preparation and transplantation: Increasing numbers (50,100,150 and 250) of islets of Langerhans from 6 -10 wk old Wistar rats were transplanted under the kidney capsule of diabetic mice. BOECs were prepared from the mononuclear cell fraction of human peripheral blood1. Analysis: Blood sugar, glucose tolerance and serum C-peptide were measured. The contribution of the endogenous pancreas was determined by assaying its insulin content. In the engrafted kidney islet- and endothelial cells were visualized by immunohistochemistry using antibodies that recognize islet hormones and CD31, respectively. Results: While transplantation of 150 islets caused sustained normoglycemia, 100 islets failed to provide metabolic control and was defined as a “suboptimal” graft. Interestingly, when 100 islets were cotransplanted with 5 x 105 BOECs, rapid and sustained normalization of glycemia (see Figure) was observed together with increased serum C-peptide levels and improved glucose tolerance compared to mice that received 100 islets only. Insulin content of endogenous pancreas was less than 99.3 ± 0.3 % of the pancreas of mice that were not made diabetic and not significantly different between the engrafted mice. An increased amount of isletand endothelial cells was observed in the kidney transplanted with islets and BOECs compared to islets only.
Introduction: Gut barrier loss has been identified as critical event in postoperative complication development such as sepsis and multi-organ failure. We recently identified that gut barrier loss is related to preceding operative hypotension. This study aims at investigating which mean arterial pressure (MAP) is necessary to reduce gut barrier loss and to establish whether normalising MAP prevents gut barrier loss. Material & Methods: To analyse which blood pressure is necessary to prevent enterocyte damage we evaluated at which MAP Intestinal Fatty Acid Binding Protein (I-FABP), a marker for enterocyte damage remains below the threshold established in a healthy age matched population. Next, between 2006-2009, 30 consecutive children undergoing spinal fusion surgery were included, 14 in whom the MAP was kept above the established value and 16 with reduced MAP.One-way ANOVA, with post-hoc Dunnett’s multiple comparison test, was used for comparisons between time and Student’s T-test to compare groups. Results: First we identified that a MAP of 60 mmHg results in I-FABP levels below the threshold. Next, 14 children with a MAP above 60 mmHg were compared with 16 children with a MAP below 60 mmHg. In the low-MAP group, mean plasma I-FABP concentrations increased from 195 pg/ml ±27.0 at baseline to 467 pg/ml ±97.1 (P<0.05) at 6 hours of surgery. In the high-MAP group, no significant increase in I-FABP levels was observed. Seven patients in the low-MAP group (43.8%) reached I-FABP values above 391,1 pg/ml and in the high-MAP group 3 (21.4%), which represents a significant reduction in gut barrier loss (P<0.01) in these patients. Discussion & Conclusion: This study shows a significant reduction in enterocyte damage by maintaining a MAP above 60 mmHg in children undergoing major nonabdominal surgery. These data emphasise the importance of adequate circulatory management during major surgery, potentially reducing postoperative complications.
Discussion & Conclusion: Our preliminary data suggest that BOECs have a beneficial effect on islet graft survival and function. Including isogenic BOECs in islet cell grafts may cause a breakthrough in transplantation of diabetes patients.
Posterprijs MMSRC
KNMG Limburg aanmoedigingsprijs
VALUE OF MRI PREOPERATIVELY IN GUIDING THERAPY OF BIOPSY PROVEN BREAST CANCER NAME: Sandra Stijven UNIVERSITY: University Hasselt PLACE OF RESIDENCE: Belgium KEYWORDS: medical imaging, breast cancer, MRI
AGE AND SEX-RELATED DIFFERENCES IN CHILDREN WITH ACUTE ABDOMINAL PAIN NAME: Tim Buddingh UNIVERSITY: Rijksuniversiteit Groningen PLACE OF RESIDENCE: Groningen, The Netherlands KEYWORDS: Abdominal pain, children, constipation, appendicitis, age
Sandra Stijven, E. Gielen, Dr. M. Horvath, Dr. L. Meylaerts, Prof. Y. Palmers Medical Imaging
K.T. Buddingh, E.Wieselmann, P.M.A. Broens Surgery, Division of Paediatric Surgery
Introduction: Magnetic resonance imaging (MRI) has a high sensitivity in the detection of breast cancer. In this preliminary study the impact of preoperative MRI on the surgical treatment of women with biopsy proven breast cancer was investigated. The purpose of the study is to determine whether it is still a wellconsidered choice to perform breast cancer surgery without preoperative MRI. Material & Methods: So far, 19 women were included in the study. All patients underwent conventional imaging (mammography and sonography (US)) and biopsy as part of the clinical workup. In addition, preoperative MRI was performed in each patient. The kinetics of contrast captation was monitored and apparent diffusion coefficients (ADC) were calculated. All imaging findings were compared with the histopathologic results. Differences in tumor extent, as determined by US, MRI and histopathology, were evaluated using a t-test. Pearsonʼs correlation coefficients were calculated to determine the associations between MRI, respectively US, measurements and the histopathologic tumour extent. Results: In 9 patients MRI depicted one or more tumours not visible at mammography and US. Both US and MRI findings were compared with the histopathological report. While US underestimated the extent of the tumour in 5 patients, this only occurred once in the case of MRI. Neither technique overestimated the tumour extent. The surgical plan of 5 patients (26%) was changed as a result of the information provided by MRI. Three patients had additional breast lesions that were occult on conventional imaging. Two patients had a larger tumour size as seen on MRI. In all these patients a wider excision was performed. Discussion & Conclusion: MRI revealed unsuspected multifocal and multicentric breast carcinoma in 9 patients (47%). With respect to defining the tumour extent, MRI correlates significantly better with histology than US. Although this is an ongoing study, our preliminary results show that the contrast captation kinetics curves were mostly aspecific, while there is a better concordance between tumour malignancy and ADC values. More patients will be included in this study in the future.
Introduction: Abdominal pain is a common symptom with which children present to the emergency department (ED). The main difficulty is to rule out surgical disease without subjecting patients to unnecessary diagnostic or surgical procedures. In our medical centre it was suspected that many teenage girls seen in the ED suffered from constipation, and that they were at higher risk of unnecessary surgery. This study was conducted to describe age and sex-related differences in paediatric acute abdominal pain. Material & Methods: Medical records were reviewed of all children aged 5-18 presenting with abdominal pain to the ED between 2001 and 2007. Results: 941 children were included of whom 54% were girls. Of the 275 children with appendicitis, 42.2% were girls. The number of girls with appendicitis was fairly constant at different ages. The number of girls with other conditions than appendicitis increased substantially from the age of 12. In total, 79 young girls (5-11 years) were seen, compared to 241 teenage girls (p<0.01). The a-priori probability of appendicitis dropped from 37.9% in younger girls to 17.2% in teenage girls (p<0.01). In boys, this phenomenon was not seen: there was a higher a-priori probability of appendicitis in teenage boys: 41.4% vs 30.4% (p<0.01). In teenage girls, gynaecological diagnoses constituted only 9.3% of all diagnoses, whilst constipation and non-specific abdominal pain (NSAP) constituted 23.5% and 27.3% respectively. Teenage girls had the most negative appendectomies and laparoscopies: 37.1% vs 9.4% in younger girls (p<0.01) and 10.3% in boys (p<0.01). Also, consultations from other specialists were more frequently needed: in 30.3% vs 20.0% in younger girls (p=0.02) and 11.7% in boys (p<0.01). Discussion & Conclusion: Teenage girls are a challenging group of patients for physicians in the ED. The a-priori probability of appendicitis in this group is much lower than in other children. In contrast to popular belief, this is caused by a large group of teenage girls with constipation and NSAP, whilst gynaecological diagnoses play a much smaller role.
7
amlodipine
perindopril
Hypertensie - Stabiel coronairlijden
De enige combinatie met 2 indicaties voor: Hypertensie Stabiel Coronairlijden*
®
09COPR201
®
COVERAM arg Werkzame stof: perindopril en amlodipine. Indicaties: COVERAM arg is aangewezen als substitutietherapie voor de behandeling van essentiële hypertensie en/of stabiele coronaire hartziekte, bij patiënten die reeds adequaat ingesteld zijn op behandeling met dezelfde doseringen perindopril en amlodipine. Dosering en wijze van toediening: Orale toediening. Eén tablet per dag als enkelvoudige dosis, bij voorkeur ’s morgens en voor een maaltijd innemen. Patiënten met een nierfunctiestoornis en ouderen: de eliminatie van perdindoprilaat is verminderd bij ouderen en bij patiënten met nierfalen. De gebruikelijke medische followup omvat regelmatige controle van creatinine en kalium. Patiënten met leverfunctiestoornissen: geen doseringsadvies bepaald, derhalve met voorzichtigheid toedienen. Kinderen en jongeren: COVERAM arg wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en jongeren aangezien de werkzaamheid en tolerantie van perindopril en amlodipine niet is vastgesteld. Contra-indicaties: Perindopril: overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel perindopril of andere ACE-remmers, een voorgeschiedenis van angio-oedeem na eerdere behandeling met een ACE-remmer, erfelijk/idiopatisch angio-oedeem, tweede en derde trimester van de zwangerschap. Amlodipine: ernstige hypotensie, overgevoeligheid voor amlodipine of andere dihydropyridines, shock, inclusief cardiogene shock, obstructie van het uitstroomkanaal van de linker ventrikel, instabiele angina pectoris (met uitzondering van Prinzmetal’s angina), hartfalen na een acuut myocardinfarct (tijdens de eerste 28 dagen).COVERAM arg: alle contra-indicaties die hiervoor zijn opgesomd voor de afzonderlijke monocomponenten zijn ook van toepassing op de vaste combinatie van COVERAM arg. Bijwerkingen: O.a. buikpijn, misselijkheid, duizeligheid, hoofdpijn, hoest, dyspneu, braken, dyspepsie, huiduitslag, slaperigheid, opvliegers, vertigo, visuele stoornissen, hypotensie, diarree, oedeem, perifeer oedeem, spierkrampen, asthenie, vermoeidheid, palpitaties, tinnitus, pruritis, dysgeusie, paresthesie. Waarschuwingen en voorzorgen: Perindopril: overgevoeligheid voor angio-oedeem, anafylactoïde reacties tijdens LDL (lage dichtheid-lipoproteïne)-aferese, anafylactoïde reacties tijdens desensitisatie, neutropenie/agranulocytose/ thombocytopenie/anemie, hypotensie, aorta- en mitraalklepstenose, nierfunctiestoornis, leverfalen, ras (> kans op angio-oedeem bij patiënten van negroïde ras), hoest, chirurgie/anesthesie, hyperkaliëmie. Diabetespatiënten glycemiecontrole in de eerste maand van de behandeling met ACE-remmer nauwgezet uitvoeren. Amlodipine: gestoorde leverfunctie, hartfalen. COVERAM arg: erfelijkheid galactose-intolerantie, Lapp-lactasedeficiëntie en glucose-galactose-malabsorptie, combinatie COVERAM met lithium, kaliumsparende diuretica of kaliumsupplementen of dantroleen, zwangerschap en borstvoeding. Interacties: Perindopril: Gelijktijdig gebruik met kaliumsparende diuretica, kaliumsupplementen of kaliumhoudende zoutvervangers wordt niet aangeraden, alsmede met lithium en estramustine. Extra voorzichtig moet men zijn bij combinaties met niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s) waaronder aspirine > 3g/dag en antidiabetica (insuline, hypoglykemische sulfonamides), diuretica, sympathomimetica en goud. Amlodipine: Gelijktijdig gebruik met dantroleen (infusie) wordt niet aanbevolen. Extra voorzichtig moet men zijn bij combinaties met CYP3A4-induceerders en CYP3A4-remmers, baclofen, antihypertensieve middelen (zoals bètablokkers) en vasodilatatoren, corticosteroïden, tetracosactide alfablokkers, amifostine en tricyclische antidepressiva/antipsychotica/ anesthetica. RVG nummers: COVERAM arg 5 mg/5mg tabletten (RVG 100139), COVERAM arg 5 mg/10 mg tabletten (RVG 100140), COVERAM arg 10 mg/5 mg tabletten (RVG 100141), COVERAM arg 10 mg/10 mg tabletten (RVG 100142). Raadpleeg de volledige productinformatie (1B-tekst) voor meer informatie over COVERAM arg. Servier Nederland Farma B.V., Einsteinweg 5b, 2333 CC Leiden, 071-5246700.
* Myocardinfarct > 3mnd, Revascularisatie > 6mnd
Eva en Ascal
Eva vertrouwt op Ascal Brisper® Cardio-Neuro 100mg.
Ascal Brisper ® Dat klopt voor het hart
www.ascal.nl
Productinformatie elders in deze uitgave.
• Lost snel, direct en volledig op in water; • Geeft significant minder GI-erosies en ontziet de maag tot 50% meer dan acetylsalicylzuur1,2; • Wordt volledig vergoed, prijs gelijk aan generiek; • Is eenvoudig doseerbaar, 1 dd 100 mg; • Leverbaar in 30 en 90 stuks verpakking.
Ledenvergadering Boottocht in Midden-Limburg Op 18 mei waren 60 leden van de afdeling Midden-Limburg te gast op de m.p.s. ‘Stadt Wessem’ voor een ledenvergadering met aansluitend een feestelijke rondvaart over de Maas en de Maasplassen. Nadat de KNMG vlag gehesen was startte iets later dan gepland afdelingsvoorzitter Marjo Creusen de vergadering en memoreerde 103 jaar bestaan van de afdeling Noord en Midden Limburg (opgericht in 1906) en de afsplitsing van de afdeling Nood-Limburg in 1936. Zij stond stil bij het voortbestaan van de afdeling Midden-Limburg. Gezien de activiteiten van het KNMG District Limburg stelde zij voor om alle afdelingsactiviteiten onder te brengen bij District Limburg en de afdeling MiddenLimburg op te heffen. Zij bracht dit voorstel in stemming. Zonder tegenstem werd het voorstel aangenomen. Na opmaken van de balans werden drie projecten gepresenteerd die uit de afdelingskas zullen worden gehonoreerd met respectievelijk 3.000 Euro, 1.000 Euro en 1.000 Euro. Het project dat door stemming van de leden werd gekozen voor sponsoring van 3.000 Euro was een project in Malawi (Afrika) van collega Jan Takken, huisarts te Stramproy waarbij het Labe Hospital zal worden voorzien van een mobiel röntgenapparaat. Additionele fondsen zijn nodig om het project daadwerkelijk te kunnen realiseren. De projecten, die door de leden gekozen werden voor elk 1.000 Euro waren een Verloskundig kliniekje in Kenia (Afrika) door Hein Jansen oud huisarts te Nederweert en Hans vd Loo, oud internist uit Weert en een project oa bedoeld om een Roemeense huisarts te ondersteunen die belangeloos straatkinderen en daklozen medische zorg biedt van collega Wim Heggen, huisarts te Heel. Vervolgens werd de penningmeester van de afdeling Brigitte de Pree in het
zonnetje gezet met een prachtige bronzen sculptuur voor al het werk, dat zij de afgelopen jaren voor de afdeling Midden-Limburg heeft verzet. Tenslotte restte de Voorzitter Marjo Creusen de plechtige overdracht van de voorzittershamer met de inscripties van Roermond en Venlo aan de Districtsvoorzitter (zie foto). Na een kort woord van de districtsvoorzitter was het tijd voor een gezellig samenzijn en een prachtige rondvaart op de Maasplassen. Door de prachtige ambiance en de leuke muziek was het voor velen een prachtige gelegenheid voor een dansje. Om 21.30 uur was de boot terug in de haven.
Algemene ledenvergadering in Roermond Op donderdag 18 juni 2009 werd de algemene ledenvergadering van District Limburg gehouden. Na een korte inleiding van de voorzitter werd na het presenteren van het secretarieel en financieel jaarverslag een presentatie gehouden door collega A. Peters, longarts en voorzitter van zorgnetwerk regio Gooi en Vechtstreek over het MASCO programma in samenwerking met Stichting Ketenzorg Innovatie met als titel ‘Zorgnetwerk van de COPD patiënt’. Dit project heeft als doel het verbeteren van de zorg van COPD patiënten, verbeteren van de kwaliteit van leven van COPD patiënten, afname van het beroep op zorg door bevorderen van zelfmanagement van COPD patiënten en het optimaliseren van ketenzorg van de COPD patiënt. In ziekenhuis Gooi-Noord hebben de afdeling longziekten en fysiotherapie het longrevalidatie programma ‘MASCO’ ontwikkeld voor Astma en COPD patiënten. ‘MASCO’ is de afkorting van Meerwaarde niet-
District Limburg Schelmenstreek 4 augustus 2009
medicamenteuze therapie voor Astma en COPD patiënten. Het MASCO team (huisarts, longarts, long fysiotherapeuten, longverpleegkundige en praktijk ondersteuners) verwachtten met behulp van de des kundigen vanuit het doorbraakproject het zelfmanagement van de patiënt te verbeteren en daarmee minder ziekenhuisopnames, minder heropnames binnen 3 maanden na ontslagen minder exacerbaties en een stijging van kwaliteit van leven vergeleken met MASCO programma
9
Van lab tot bed is plus Het azM en de Faculteit Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht zijn versmolten tot Maastricht UMC+, ofwel Maastricht Universitair Medisch Centrum. Met een plus. Want hoewel het Maastricht UMC+ ook zonder die plus een vooruitstrevende en ondernemende organisatie zou zijn, is de combinatie sterker dan de som der delen. Door de versmelting zijn we tot meer in staat. Het zorgt ervoor dat we met één bestuur, één visie en één beleid, naar buiten kunnen treden. Het stelt ons in staat een totaal zorgaanbod te brengen van lab tot bed. We maken onze wetenschappelijke kennis en kunde direct toegankelijk voor de patiëntenzorg. Zo maken we de cirkel rond. Dat is een plus. Naast medisch specialisten en verpleegkundigen hebben we veel méér specialisten in huis, die extra verdieping aan ons centrum geven. Zeker waar het gaat om een van onze speerpunten: preventieve zorg. Een belangrijke rol is hierin weggelegd voor het vakgebied Gezondheidswetenschappen. Dat richt zich niet alleen op de zieke mens, maar is juist gespitst op de preventie van ziekten, gekoppeld aan leefstijl en omgeving. Daardoor kunnen we mensen helpen langer gezond te leven. Ook dat is een plus. Het nieuwe centrum geeft grensoverschrijdende samenwerking een impuls als het gaat om patiëntenzorg, behandeling en onderzoek. Datzelfde geldt voor de samenwerking met internationale ondernemingen voor de ontwikkeling van medisch-technologische materialen en toepassingen. We zijn ervan overtuigd dat we dankzij deze samenwerking betere zorg kunnen bieden voor de toekomst.
Maastricht UMC+ Plus is meer
vóór deelname aan doorbraakproject. Collega Peters concludeerde tenslotte, dat bij deelname aan het CBO doorbraakproject ketenkwaliteit COPD heeft het MASCO Ketenzorg programma van ziekenhuis GooiNoord, met extra nadruk op realisering van gedragsverandering van de COPD patiënt ten aanzien van zijn zelfmanagement in het omgaan met zijn/haar ziekte, aantoonbaar het aantal ziekenhuisopnames, exacerbaties en heropnames was verminderd, een verbetering van de zorg en een toename van de kwaliteit van leven bij ernstige COPD patiënten waren gerealiseerd. Na de vergadering en de wetenschappelijke presentatie volgde een gezellige wandeling door de stad Roermond. De toespraak van de KNMG Districtsvoorzitter kunt u hieronder lezen: Collegae, Welkom bij de algemene Districts ledenvergadering in de Oranjerie in Roermond. Sinds de laatste ledenvergadering in Maastricht heeft het Districtsbestuur allerminst stil gezeten. Ondermeer is er een grandioze nieuwjaarsbijeenkomst geweest in Kasteel Limbricht, een goed bezochte bijeenkomst over de meldcode kindermishandeling in Horst aan de Maas, een aantal activiteiten voor de aankomende artsen, zoals solliciteren voor een opleidingsplaats, het Maastricht Medical Students Research Conference en het Clinical Investigators Sciene Symposium en de in mei door afdeling Midden Limburg georganiseerde boottocht. Daarnaast verscheen de Schelmenstreek en participeerde het District in de landelijke thema’s: artsen van nu en kindermishandeling. De boottocht als afsluiting van de afdeling Midden Limburg had een emotioneel karakter. Ik wil daarom nogmaals herhalen wat ik al eerder heb gezegd: Zoals we allen weten, werden in heel Limburg, maar ook landelijk, de KNMG afdelingen gekweld door een kwijnend bestaan. Behoudens een enkel evenement was de opkomst tijdens de verschillende activiteiten ronduit bedroevend. Eind 2007 hebben wij toen besloten de afdelingsactiviteiten van de meeste afdelingen onder te brengen binnen KNMG District Limburg. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke toename van de opkomst en een groter aantal activiteiten. Alle activiteiten die wij sindsdien hebben georganiseerd hadden tot nu toe een opkomst van 100 tot 180 collegae. De afdelingen zijn gedurende deze periode nog gewoon blijven bestaan zonder dat vanuit deze afdelingen activiteiten werden ontplooid (op een enkele afdeling na) en, wat in mijn ogen nog minder wenselijk is, zonder dat er door het bestuur verantwoording werd afgelegd aan de leden. Dit is een situatie, die niet te lang kon voortduren. Landelijk is door het KNMG federatiebestuur besloten, dat de afdelingen opgeheven worden en afdelingsactiviteiten onder te brengen bij het District en tevens om alle afdelingsfinanciën transparant te maken naar het District. Zoals ik al eerder heb toegelicht vallen de financiën onder de verantwoordelijkheid van KNMG
District Limburg Schelmenstreek 4 augustus 2009
Centraal. Juridisch is en blijft KNMG centraal verant woordelijk. Hebben wij deze afdelingen dan niet meer nodig? In de Schelmenstreek van augustus zal een plaatje verschijnen van een fraaie Cruiseboot aan de boeg geëscorteerd door een zeilbootje met neergestreken zeil. De zeilboot is de afdeling. Zij heeft met windkracht en menskracht een weg door het water gebaand. Het Cruiseschip is het District: Een stoere motorboot ,die wel een stootje kan hebben en ook bij tegenwind en tegen de stroom in kan varen. Collegae, al dan niet georganiseerd binnen afdelingen, met lokale voelsprieten heeft ons District voor nu en de toekomst meer dan nodig. Het is onmogelijk op de hoogte te blijven van lokale gevoelens en wensen zonder dat collegae vanuit Roermond, Venlo, Weert, Sittard, Heerlen en Maastricht ons bij tijd en bijpraten over het wel en wee van hun omgeving. Nu ik hier toch sta, wil ik daarom een groot aantal collegae motiveren om als adviseur of mogelijk organisator van activiteiten de KNMG in Limburg bij tijd en wijle bij te staan. Laat even weten of u hiervoor te porren bent. Indien wij er in Limburg in slagen om over de grenzen van ons kleine afdelingswereldje heen te kijken en samen aan de slag gaan om de zorg voor onze zieke medemens te verbeteren, dan zullen onze krachten niet opgeteld maar vermenigvuldigd worden en zal Limburg als voorbeeld kunnen dienen voor vele anderen. Sinds kort is er een nieuwe KNMG Limburg website in de lucht. Dit is vooral te danken aan Marieke Verspaget die hier met haar partner enorm veel energie in gestoken heeft. Op deze website kunt u naast een agenda ook de laatste nummers van de Schelmenstreek, jaarplan en alle wetenswaardigheden van het District lezen. De website kunt u bereiken onder www.knmglimburg.nl. Via deze website kunt u zich ook aanmelden voor activiteiten van het District. Naast de gebruikelijke zaken zoals een secretarieel jaarverslag en een financieel jaarverslag zal het jaarplan van het District aan u worden voorgelegd. Bij goedkeuring zullen wij dit publiceren op de website. Daarnaast wil ik u melden dat er voor de komende tijd nog een aantal interessante acitiviteiten gepland staan. Zo is er op 3 juli in Maastricht een wetenschappelijk symposium gesteund door KNMG Limburg. Tevens zal het district wederom participeren in het Wenckebach symposium in Heerlen en zal er in oktober een bijeenkomst worden gehouden in het Maastricht Universitair Medisch Centrum+ met als titel: ‘Andere mensen, andere gewoonten’, over de behandeling van vrouwen uit niet westerse culturen. Begin volgend jaar zullen wij op 10 januari 2010 in de grote Hegge te Thorn wederom een groots nieuwjaarsevenement organiseren met als titel: ‘Het Elektronisch Patiënten Dossier, een Zegen of een Crux Medicorum?’ Daarnaast zal District Limburg actief steun geven aan de transmurale nascholing georganiseerd door Top-Event. De
11
INEGY 10/20, 10/40 en 10/80, tabletten 10 mg/20 mg. 10 mg/40 mg, 10 mg/80 mg
Verkorte bijsluitertekst Ascal Brisper® Cardio-Neuro 100 mg Samenstelling: Ascal Brisper® Cardio-Neuro 100 mg bevat per bruistablet 100 mg carbasalaat calcium. Indicaties: Secundaire preventie na een eerste myocardiale of cerebrovasculaire gebeurtenis met een link naar artheriosclerose van: een myocardinfarct, instabiele en stabiele angina pectoris, CVA en TIA, mits intracerebrale bloedingen zijn uitgesloten en graft-oclussie na aorta-coronaire bypass. Dosering: Bij secundaire preventie van een myocardinfarct, instabiele of stabiele angina pectoris en graft-occlusie na aorta-coronaire bypass: in acute gevallen 2 bruistabletten per dag op dag 1, gevolgd door 1 tot 2 bruistabletten per dag. Bij secundaire preventie na CVA en TIA: in acute gevallen 2 bruistabletten per dag op dag 1, gevolgd door 1 bruistablet per dag. Niet bestemd voor kinderen en adolescenten beneden de 16 jaar. Contra-indicaties: Ulcus pepticum en/of maag-/darmbloedingen, (maag-) patiënten met bij eerder gebruik maagklachten, hemorrhagische cerebrovasculaire aanval in de voorgeschiedenis, overgevoeligheid voor salicylzuurverbindingen, ernstige lever- en/of nierinsufficiëntie, hemorragische diathese of stollingsstoornissen, G6Pd deficiëntie, methotrexaat gebruik >15mg/week. Waarschuwingen/ voorzorgen: Aanvullende behandeling met anticoagulantia of uricosurica moet worden vermeden. Patiënten die in het verleden ulcus pepticum hebben gehad, dienen het gebruik van acetylsalicylzuur te vermijden. Acetylsalicylzuur dient bij voorkeur te worden gestaakt vóór een chirurgische ingreep, inclusief tandextractie. Patiënten met zeldzame erfelijke problemen van galactose intolerantie, de Lapp lactase deficiëntie of glucose-galactose malabsorptie mogen dit geneesmiddel niet gebruiken. Interacties: Het gebruik van verscheidene thrombocytenaggregatieremmers verhoogt het risico van bloedingen evenals de combinatie met heparine en zijn derivaten, orale anticoagulantia en thrombolytica. Zwangerschap: Ascal Brisper® Cardio-Neuro 100 mg dient alleen te worden gebruikt tijdens de zwangerschap tenzij het strikt noodzakelijk is en dan enkel in de laagst voorgeschreven dosering. Bijwerkingen: Verlenging van de bloedingstijd, maagklachten, overgeven, gastritis, diarree, licht tot matig bloedverlies in maagdarmkanaal. Bij langdurig of veelvuldig gebruik kan dit leiden tot bloedarmoede. Verpakking: 30 en 90 bruistabletten in een tablettencontainer. RVG nummer: 28256. Aflevering en vergoeding: U.R. Ascal Brisper® Cardio-Neuro 100 mg wordt volledig vergoed. Prijs: zie KNMP-taxe.
Voor meer informatie zie de geregistreerde productinformatie. Meda Pharma BV, Krijgsman 20, 1186 DM Amstelveen, tel: 020-751 6500. December 2008.
1) Murray F.E. et al. Comparison of effects of calcium carbasalate and aspirin on gastroduodenal mucosal damage in human volunteers. Gut 1996; 38:11-4. 2) Nicholas Wight et al. Calcium Carbasalate causes less gastroduodenal damage than lowdose aspirin in healthy volunteers. Gut 1999; Suppl 1, 44:A123.
12
Samenstelling Elke tablet bevat 10 mg ezetimibe gecombineerd met 20, 40 of 80 mg simvastatine Indicaties Hypercholesterolemie INEGY is geïndiceerd als aanvullende therapie bij dieet voor gebruik bij patiënten met primaire (heterozygote familiaire en niet-familiaire) hypercholesterolemie of gemengde hyperlipidemie waar gebruik van een combinatieproduct aangewezen is: • patiënten die niet voldoende onder controle zijn met een statine alleen • patiënten die al met een statine en ezetimibe worden behandeld INEGY bevat ezetimibe en simvastatine. Simvastatine (20-40 mg) blijkt de frequentie van cardiovasculaire events te verminderen. Homozygote familiaire hypercholesterolemie (HoFH) INEGY is geïndiceerd als aanvullende therapie bij dieet voor gebruik bij patiënten met HoFH. Patiënten kunnen daarnaast nog andere aanvullende behandelingen krijgen (bv. low-density lipoprotein [LDL]-aferese). Dosering Hypercholesterolemie De gangbare dosering is 10/20 mg/dag of 10/40 mg/dag, als eenmalige dosis ’s avonds. De dosis 10/80 mg wordt alleen aanbevolen bij patiënten met ernstige hypercholesterolemie en een hoog risico op cardiovasculaire complicaties. De concentratie low-density lipoprotein cholesterol (LDL-C), risico op coronaire hartziekte, en reactie op de huidige cholesterolverlagende therapie bij de patiënt moeten bij instelling van de therapie of aanpassing van de dosering in ogenschouw worden genomen. De dosering van INEGY moet op individuele basis worden vastgesteld, afgaande op de bekende werkzaamheid van de verschillende sterktes van INEGY en de reactie op de huidige cholesterolverlagende therapie. Eventueel benodigde dosisaanpassingen moeten met tussenpozen van niet minder dan 4 weken worden gedaan. INEGY kan met of zonder voedsel worden toegediend. Homozygote familiaire hypercholesterolemie 10/40 mg/dag of 10/80 mg/dag ’s avonds. INEGY kan worden toegepast als aanvulling op andere lipideverlagende behandelingen (zoals LDL-aferese) bij deze patiënten of als dergelijke behandelingen niet beschikbaar zijn. Gelijktijdige toediening met andere geneesmiddelen INEGY moet hetzij ≥ 2 uur vóór of ≥ 4 uur na toediening van een galzuurbindend hars worden ingenomen. Bij patiënten die amiodaron of verapamil gelijktijdig met INEGY gebruiken, mag de dosis INEGY niet hoger zijn dan 10/20 mg/dag. Bij patiënten die ciclosporine, danazol of lipideverlagende doses (≥ 1 g/dag) niacine gelijktijdig met INEGY gebruiken, mag de dosis INEGY niet hoger zijn dan 10 mg simvastatine en 10 mg ezetimibe per dag. Gebruik bij leverfunctiestoornis Bij patiënten met lichte leverinsufficiëntie (Child-Pugh-score 5-6) hoeft de dosering niet te worden aangepast. Behandeling met INEGY wordt niet aanbevolen bij patiënten met een matige (Child-Pugh-score 7-9) tot ernstige (Child-Pugh-score > 9) leverfunctiestoornis. Gebruik bij nierfunctiestoornis Bij patiënten met matige nierinsufficiëntie zou het niet nodig moeten zijn de dosering aan te passen. Als behandeling bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring ≤ 30 ml/min) nodig wordt geacht, moet een dosering boven 10/10 mg/dag met voorzichtigheid worden ingesteld. Contra-indicaties Overgevoeligheid voor ezetimibe, simvastatine of één van de hulpstoffen. Zwangerschap en borstvoeding. Actieve leverziekte of onverklaarde persisterende verhoging van serumtransaminasen. Gelijktijdige toediening van krachtige CYP3A4-remmers (zoals itraconazol, ketoconazol, erytromycine, claritromycine, telitromycine, HIV-proteaseremmers en nefazodon) Waarschuwingen en voorzorgen Myopathie/rabdomyolyse Sinds de introductie van INEGY zijn er gevallen van myopathie en rabdomyolyse gemeld. De meeste patiënten die rabdomyolyse kregen, gebruikten een statine samen met ezetimibe. Rabdomyolyse is echter zeer zelden gemeld met ezetimibe als monotherapie en ook zeer zelden bij de toevoeging van ezetimibe aan andere middelen waarvan bekend is dat deze een hoger risico op rabdomyolyse geven. De kans op myopathie en rabdomyolyse neemt aanzienlijk toe door gelijktijdig gebruik van INEGY en krachtige CYP3A4–remmers (zoals itraconazol, ketoconazol, erytromycine, claritromycine, telitromycine, HIV-proteaseremmers, nefazodon), alsook ciclosporine, danazol en gemfibrozil. Door de aanwezigheid van simvastatine in INEGY is de kans op myopathie en rabdomyolyse ook verhoogd bij gelijktijdig gebruik van andere fibraten, lipideverlagende doses (≥ 1 g/dag) niacine of bij gelijktijdig gebruik van amiodaron of verapamil met hogere doses INEGY. Bij gebruik van diltiazem in combinatie met INEGY 10/80 is het risico ook enigszins verhoogd. Het risico op myopathie, met inbegrip van rabdomyolyse, kan ook toenemen door gelijktijdige toediening van fusidinezuur en INEGY. Net als met andere HMG-CoAreductaseremmers is het risico op myopathie/rabdomyolyse voor simvastatine dosisafhankelijk. Alle patiënten die op INEGY worden ingesteld of van wie de dosis INEGY wordt verhoogd, moeten worden geïnformeerd over het risico op myopathie en moeten worden aangespoord om onverklaarde spierpijn, -gevoeligheid of zwakte direct te melden. Als er bij een patiënt spierpijn, -zwakte of -kramp optreden tijdens de behandeling met INEGY, moet het CK worden gemeten. Als blijkt dat deze waarden zonder zware lichamelijke inspanning aanzienlijk verhoogd zijn (> 5 x ULN), moet de behandeling worden gestaakt. Als de spiersymptomen ernstig zijn en dagelijks ongemak veroorzaken, zelfs als het CK < 5 x ULN is, moet de behandeling worden gestaakt. Als myopathie om een andere reden wordt vermoed,
kan stopzetting van de behandeling worden overwogen. Enkele dagen voor electieve ingrijpende chirurgie of indien een ernstige medische of chirurgische omstandigheid dat noodzakelijk maakt, moet de behandeling met INEGY tijdelijk worden stopgezet. Leverenzymen In gecontroleerde onderzoeken bij patiënten die ezetimibe gelijktijdig met simvastatine kregen, zijn opeenvolgende verhogingen van de transaminasen (≥3x ULN) waargenomen. Aanbevolen wordt vóór instelling van de behandeling met INEGY de leverfunctie te controleren en ook daarna als dat klinisch geïndiceerd is. Bij patiënten bij wie de dosis naar 10/80 mg wordt verhoogd, moet een bijkomende levertest worden uitgevoerd vóór titratie, 3 maanden na titratie naar de dosis 10/80 mg en periodiek daarna (bv. halfjaarlijks) gedurende het eerste behandelingsjaar. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan patiënten bij wie de serumtransaminasespiegels stijgen; bij deze patiënten moeten de metingen direct worden herhaald en daarna frequenter worden uitgevoerd. Als de transaminasespiegels een stijgende tendens vertonen, met name als deze stijgen tot een niveau van 3x ULN en persisteren, moet de behandeling met het geneesmiddel worden stopgezet. INEGY moet met voorzichtigheidheid worden toegepast bij patiënten die aanzienlijke hoeveelheden alcohol consumeren. Leverinsufficiëntie Vanwege het onbekende effect van een verhoogde blootstelling aan ezetimibe bij patiënten met een matige of ernstige leverinsufficiëntie, wordt INEGY bij deze patiënten niet aanbevolen. Patiënten met de zeldzame erfelijke aandoeningen galactose-intolerantie, Lapplactasedeficiëntie of glucose-galactosemalabsorptie mogen dit geneesmiddel niet gebruiken. Bij patiënten die INEGY en ciclosporine krijgen, moet de concentratie ciclosporine worden gecontroleerd. Als INEGY aan warfarine, fluindion of andere coumarine-anticoagulantia wordt toegevoegd, moet het International Normalised Ratio (INR) goed worden gecontroleerd. Bijwerkingen Inegy Vaak voorkomende bijwerkingen zijn: hoofdpijn, winderigheid, myalgie. Laboratoriumwaarden In onderzoek naar gelijktijdige toediening was de incidentie van klinisch belangrijke verhogingen van de serumtransaminasen (ALT en/of AST ≥ 3x ULN, opeenvolgend) voor de met INEGY behandelde patiënten 1,7%. Deze verhogingen waren over het algemeen asymptomatisch, gingen niet met cholestasis gepaard, en keerden na stopzetting van de behandeling of bij voortzetting daarvan naar de uitgangswaarden terug. Klinisch belangrijke verhogingen van het CK (≥ 10 x ULN) werden bij 0,2% van de met INEGY behandelde patiënten gezien. Ezetimibe Vaak voorkomende bijwerkingen zijn: buikpijn, diarree, vermoeidheid. Zelden voorkomende bijwerkingen zijn: misselijkheid, hepatitis, artralgie, overgevoeligheidsreacties, waaronder huiduitslag, urticaria. Zeer zelden voorkomende bijwerkingen zijn: trombocytopenie, pancreatitis, cholelithiasis, cholecystitis, anafylaxie, angio-oedeem, myopathie/rabdomyolyse. Laboratoriumwaarden Zelden: verhoogde transaminases, verhoogde CK In klinisch onderzoek zijn CPK-waarden > 10 x ULN gemeld bij 4 van de 1674 (0,2%) patiënten die alleen ezetimibe kregen versus 1 van de 786 (0,1%) patiënten die placebo kregen en bij 1 van de 917 (0,1%) patiënten die ezetimibe en een statine kregen versus 4 van 929 (0,4%) patiënten die alleen een statine kregen. Er trad met ezetimibe alleen niet meer myopathie of rabdomyolyse op dan met de relevante controlearm (placebo of alleen statine). Simvastatine Zelden voorkomende bijwerkingen zijn: anemie, duizeligheid, paresthesie, perifere neuropathie, verstopping, buikpijn, dyspepsie, diarree, misselijkheid, braken, pancreatitis, hepatitis/geelzucht, uitslag, pruritus, alopecia, myopathie, rabdomyolyse, spierkramp, asthenia. Zeer zelden voorkomende bijwerkingen zijn: Angio-oedeem, lupusachtig syndroom, polymyalgia rheumatica, dermatomyositis, vasculitis, trombocytopenie, oesinofilie, verhoogde ESR, artritis en artralgie, urticaria, lichtgevoeligheid, koorts, roodheid, dyspneu en malaise. Laboratoriumwaarden Zelden: verhoging van G-glutamyltranspeptidase, verhoogde alkalische fosfatase. Bijwerkingen die bij gebruik van de individuele bestanddelen zijn gemeld, zijn ook potentiele bijwerkingen van INEGY Verpakking 3 strips à 10 tabletten of 6 strips van 5 tabletten.
Raadpleeg de volledige productinformatie (SPC) voor meer informatie over INEGY
Farmacotherapeutische categorie HMG-CoA-reductaseremmers in combinatie met andere antilipaemica. Afleverstatus UR Vergoeding Inegy wordt volledig vergoed. Registratiehouder MSD-SP Ltd., Hertford Road, Uk-Hoddesdon, Hertfordshire EN11 9BU, Verenigd Koninkrijk September 2007
Schelmenstreek 1 augustus 2008 District Limburg
Samenstelling: 20 mg, 40 mg, 80 mg telmisartan, 40/12,5, 80/12,5 of 80/25 mg telmisartan/hydrochloorthiazide per tablet. Farmacotherapeutische groep: AngiotensineII receptorantagonist. Indicaties: Essentiële hypertensie. Indien de bloeddruk onvoldoende gereguleerd kan worden met telmisartan alleen, is MICARDISPLUS geïndiceerd. MICARDISPLUS 80 mg/25 mg is ook geïndiceerd bij patiënten die in de voorgeschiedenis zijn gestabiliseerd op telmisartan en hydrochloorthiazide afzonderlijk ingenomen. Dosering: 1 tablet, éénmaal daags. De doorgaans effectieve dosering bedraagt 40 mg. Sommige patiënten hebben al voldoende baat bij 20 mg. Om de gewenste bloeddruk te bereiken kan worden opgetitreerd naar een maximum van 80 mg. Bij milde tot matige nierinsufficiëntie is aanpassing van de dosering niet noodzakelijk. Bij patiënten met lichte tot matige leverinsufficiëntie bedraagt de maximale dosering 40 mg of 40/12,5 mg. Direct overstappen van de monotherapie naar de vaste combinatie van telmisartan en hydrochloorthiazide kan overwogen worden. Zowel bij MICARDIS als bij MICARDISPLUS is aanpassing van de dosering niet nodig bij ouderen. Contra-indicaties: MICARDIS: Overgevoeligheid voor enig bestanddeel van het product, zwangerschap, het geven van borstvoeding, galwegobstructies, ernstige leverinsufficiëntie. Extra contra-indicaties bij MICARDISPLUS: Overgevoeligheid voor sulfonamiden, cholestase, ernstige nierinsufficiëntie, refractaire hypokaliëmie of hypercalciëmie. Waarschuwingen:Voorzichtigheid is geboden in de volgende gevallen: renovasculaire hypertensie, nierinsufficiëntie en niertransplantatie, intravasculaire hypovolemie, primair aldosteronisme, aortaen mitralisklepstenose, obstructieve hypertrofe cardiomyopathie, leverinsufficiëntie, erfelijke fructose-intolerantie en overige condities met stimulatie van het RAAS. Als gevolg van de remming van het RAAS zijn hypotensie en veranderingen in de nierfunctie (waaronder acuut nierfalen) gerapporteerd bij gevoelige individuen, vooral bij gecombineerd gebruik van geneesmiddelen die op dit systeem werken. Dubbele blokkade van het RAAS (bijvoorbeeld door een ACE-remmer toe te voegen aan een angiotensine II-receptorantagonist) wordt daarom niet aanbevolen voor patiënten bij wie de bloeddruk al wordt gereguleerd en moet beperkt worden tot individuele gevallen waarbij de nierfunctie nauwlettend in de gaten gehouden moet worden. Voorzichtigheid is geboden bij het gebruik van RAAS remmers omdat deze geneesmiddelen hyperkaliëmie kunnen veroorzaken. Het nauwgezet in de gaten houden van het serumkalium van risicopatiënten wordt aangeraden.
VERKORTE PRODUCTINFORMATIE MICARDIS® EN MICARDISPLUS® Thiaziden kunnen leiden tot hyperurikemie, de glucosetolerantie verslechteren en de cholesterolen triglyceridenspiegels verhogen. Bij patiënten die met thiazidediuretica worden behandeld, dient periodieke bepaling van serum elektrolyten te worden uitgevoerd. Interacties: Gelijktijdig gebruik van telmisartan met middelen die de kaliumspiegel verhogen kan tot hyperkaliëmie leiden. Gelijktijdig gebruik van telmisartan met NSAIDs bij patiënten met een verminderde nierfunctie kan leiden tot een verslechtering in de nierfunctie. Bij gelijktijdige toediening kunnen de volgende middelen interacties geven met thiazidediuretica: middelen die het serumkalium beïnvloeden of beïnvloed worden door de kaliumspiegel, alcohol, antidepressiva, baclofen, amifostine, antidiabetica, colestyramine en colestipolharsen, bètablokkers, diazoxide, anticholinergica, digitalisglycosiden, NSAIDs, bloeddrukverhogende amines, niet-depolariserende skeletspierrelaxantia, uricosurica, calciumzouten, amantadine, metformine, cytotoxica. Bijwerkingen: In placebogecontroleerde onderzoeken was de totale incidentie van bijwerkingen gemeld bij MICARDIS vergelijkbaar met die van placebo. De totale incidentie van bijwerkingen die zijn gemeld bij MICARDISPLUS in klinische studies was vergelijkbaar met die van MICARDIS alleen. Zoals bij andere angiotensineII receptorantagonisten zijn er zeldzame gevallen van angio-oedeem en urticaria gemeld. Verpakking: MICARDIS® 20 mg, 40 mg en 80 mg en MICARDISPLUS® 40/12,5 mg, 80/12,5 mg en 80/25 mg tabletten worden geleverd in blisterverpakkingen van 28 tabletten. Afleverstatus: U.R. Registratie: MICARDIS® 20 mg, 40 mg, 80 mg tabletten: EU/1/98/090/010, 002, 006 (28 tabl.), (28 tabl). MICARDIS® 40/12,5, 80/12,5, 80/25 tabletten: EU/1/02/213/002, 007, 018 (28 tabl). Vergoeding en prijzen: MICARDIS®20 mg, en MICARDISPLUS® tabletten worden volledig vergoed binnen het GVS. Voor prijzen, zie KNMP-taxe. Voor volledige productinformatie is de IB-tekst op aanvraag beschikbaar. Boehringer Ingelheim bv., Comeniusstraat 6, 1817 MS Alkmaar. Tel: 08002255889 Datum: februari 2009. Referenties: [1] Bewerkt naar de NHG-Standaard Cardiovasculair risicomanagement (M84), Huisarts en Wetenschap 2007 [2]The ONTARGET investigators,Telmisartan, ramipril, or both in patients at high risk for vascular events, NEJM 2008; 358(15):1548-1559.
AstraZeneca BV, Postbus 599, 2700 AN Zoetermeer. www.astrazeneca.nl
Verkorte productinformatie CRESTOR® (14 MEI 2009) Farmaceutische vorm en samenstelling: CRESTOR® 5, 10, 20 en 40 bevat respectievelijk 5, 10, 20 en 40 mg rosuvastatine en respectievelijk 94,88, 91,3, 182,6 en 168,32 mg lactose monohydraat per tablet. Farmacotherapeutische Groep: HMG-CoA reductase remmers (ATC code C10AA07). Indicaties: Primaire hypercholesterolemie (type IIa, inclusief heterozygote familiaire hypercholesterolemie) of gemengde (gecombineerde) dyslipidemie (type IIb) als adjuvans bij dieet, wanneer de respons op dieet en andere niet farmacologische behandelingen (bijvoorbeeld lichaamsbeweging, gewichtsvermindering) onvoldoende zijn. CRESTOR is ook geïndiceerd bij patiënten met homozygote familiaire hypercholesterolemie, als adjuvans bij dieet en andere lipidenverlagende behandelingen of als zulke behandelingen niet zijn aangewezen. Dosering: De aanbevolen startdosering voor zowel statine naïeve patiënten als patiënten die geswitcht worden van een andere HMG-CoA reductase remmer is éénmaal daags 5 of 10 mg. Bij de keuze van de startdosering dient zowel met de individuele cholesterolspiegel van de patiënt als met het toekomstig cardiovasculaire risico als met het potentiële risico van bijwerkingen rekening te worden gehouden. Indien nodig kan na 4 weken de dosering worden verdubbeld. In het kader van de toegenomen meldingsfrequentie van bijwerkingen met de 40 mg dosering vergeleken met de lagere doseringen dient de maximale dosering van 40 mg alleen te worden overwogen bij patiënten met ernstige hypercholesterolemie met een verhoogd cardiovasculair risico (met name patiënten met familiaire hypercholesterolemie), die de doelstelling van de behandeling niet bereiken met 20 mg en die regelmatig gecontroleerd worden. Wanneer met de 40 mg dosering wordt begonnen, wordt controle door de specialist geadviseerd. CRESTOR kan op elk moment van de dag worden ingenomen, met of zonder voedsel. Omdat de veiligheid en werkzaamheid niet zijn vastgesteld bij kinderen wordt het gebruik van CRESTOR door kinderen niet geadviseerd. Voor patiënten > 70 jaar wordt een startdosering van 5 mg aanbevolen. Bij patiënten met een matige nierinsufficiëntie is de 40 mg dosering gecontraïndiceerd, en wordt een startdosering van 5 mg aanbevolen. Bij patiënten met een Child-Pugh score van 8 of 9 dient een beoordeling van de nierfunctie te worden overwogen. Bij Aziatische patiënten zijn verhoogde plasmaspiegels waargenomen. Derhalve is de aanbevolen startdosering bij Aziatische patiënten 5 mg. Ook bij patiënten met predisponerende factoren voor myopathie (zie beneden) is de aanbevolen startdosering 5 mg. Contra-indicaties: Overgevoeligheid voor rosuvastatine of één van de hulpstoffen; actieve leverziekte inclusief onverklaarbare, aanhoudende verhogingen van serumtransaminases en elke verhoging van serumtransaminases hoger dan 3-maal de bovengrens van de normaalwaarde (ULN); ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 30 ml/min); myopathie; gelijktijdig gebruik van ciclosporine; zwangerschap en borstvoeding en vrouwen in de vruchtbare leeftijd zonder adequate anticonceptie. De 40 mg dosering is gecontraïndiceerd bij patiënten met predisponerende factoren voor myopathie/rhabdomyolyse. Deze omvatten: matige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 60 ml/min); hypothyroïdie; persoonlijke of familie anamnese met erfelijke spierziekten; musculaire toxiciteit met andere HMG-CoA reductase remmers of fibraten in anamnese; alcoholmisbruik; situaties waarbij verhoogde plasmaspiegels kunnen optreden; Aziatische patiënten; gelijktijdig gebruik van fibraten. Waarschuwingen en voorzorgen: Uit post-marketing gebruik is gebleken dat het aantal meldingen van ernstige nierproblemen hoger is bij de 40 mg dosering. Een beoordeling van de nierfunctie dient te worden overwogen gedurende routine controle van patiënten die behandeld worden met CRESTOR 40 mg. Bij de behandeling van patiënten met CRESTOR zijn effecten op de skeletspier (myalgie, myopathie, zelden rhabdomyolyse) waargenomen, met name met doseringen hoger dan 20 mg. Zeer zelden zijn gevallen van rhabdomyolyse waargenomen bij het gebruik van ezetimibe in combinatie met HMG-CoA reductase remmers. Voorzichtigheid dient in acht te worden genomen bij gecombineerd gebruik. Indien de uitgangswaarde van de CK bij herhaling > 5 x ULN is, dient de behandeling met CRESTOR niet te worden gestart. CRESTOR, evenals andere HMG-CoA reductase remmers, dient met voorzichtigheid te worden voorgeschreven aan patiënten met predisponerende factoren voor myopathie/ rhabdomyolyse. Deze omvatten: nierinsufficiëntie; hypothyroïdie; persoonlijke of familie anamnese met erfelijke spierziekten; musculaire toxiciteit met andere HMG-CoA reductase remmers of fibraten in anamnese; alcoholmisbruik; leeftijd > 70 jaar; situaties waarbij een verhoogde plasmaspiegel kan optreden; gelijktijdig gebruik van fibraten. Bij deze patiënten wordt klinische controle aanbevolen. Patiënten dienen te worden gevraagd onverklaarbare spierpijn, spierzwakte of spierkramp, met name als deze gepaard gaan met malaise of koorts, onmiddellijk te melden. De behandeling dient te worden gestaakt wanneer de CK-spiegels duidelijk zijn verhoogd (> 5 x ULN) of als de spiersymptomen ernstig zijn en dagelijks ongemak veroorzaken. De combinatie van CRESTOR met gemfibrozil wordt niet geadviseerd. CRESTOR dient niet te worden gebruikt bij patiënten met een acute, ernstige aandoening mogelijk wijzend op myopathie of waarbij een predispositie bestaat voor het ontwikkelen van nierfalen als gevolg van rhabdomyolyse. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met overmatig alcohol gebruik en/of een leverziekte in de anamnese. Het wordt aanbevolen leverfunctietesten uit te voeren vóór en 3 maanden na het starten van de behandeling met CRESTOR. Wanneer de concentratie van de serumtransaminases > 3 x ULN is, dient CRESTOR te worden gestaakt of de dosering te worden verlaagd. Uit post-marketing gebruik is gebleken dat het aantal meldingen van ernstige leverproblemen (voornamelijk bestaand uit verhoogde levertransaminases) hoger is bij de 40 mg dosering. Bij Aziatische patiënten laten farmacokinetische studies ongeveer een 2-voudige toename van de mediane AUC en Cmax zien in vergelijking met Kaukasiërs. Bij het besturen van voertuigen en het bedienen van machines dient men rekening te houden met duizeligheid die tijdens de behandeling kan optreden. Patiënten met een zeldzame erfelijke galactose intolerantie, Lapp lactase deficiëntie of glucose galactose malabsorptie dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken. Interacties: Bij patiënten die gelijktijdig vitamine K antagonisten gebruiken is het wenselijk de INR adequaat te volgen bij starten of staken van behandeling met HMG-CoA reductase remmers en bij aanpassing van de dosering. Gemfibrozil, fenofibraat, andere fibraten en lipiden-verlagende doseringen van nicotinezuur, verhogen het risico van myopathie indien gelijktijdig gegeven met HMG-CoA reductase remmers, mogelijk omdat zij wanneer zij alleen worden gegeven myopathie kunnen veroorzaken. Deze patiënten dienen te starten met de 5 mg dosering. Gelijktijdig gebruik van gemfibrozil leidde tot een 2-voudige toename van de Cmax en AUC van CRESTOR. Een farmacodynamische interactie, in termen van bijwerkingen, tussen CRESTOR en ezetimibe kan niet worden uitgesloten. Gelijktijdig gebruik van proteaseremmers kan leiden tot klinisch relevante stijgingen in de plasmaspiegels van rosuvastatine. Toediening van rosuvastatine aan patiënten met een HIV infectie die proteaseremmers gebruiken wordt daarom niet aanbevolen. Gelijktijdig toedienen van een antacida-suspensie met CRESTOR leidde tot een afname van de plasmaconcentratie van CRESTOR. Dit effect werd verminderd wanneer het antacidum 2 uur na CRESTOR werd toegediend. Gelijktijdige toediening van CRESTOR en erytromycine leidde tot een daling van de AUC(0-t) met 20% en een daling van Cmax met 30% van rosuvastatine. Men dient rekening te houden met een stijging van de AUC van ethinylestradiol en norgestrel bij gelijktijdig gebruik van CRESTOR en een oraal anticonceptivum en mogelijk bij hormoonsubstitutietherapie. Er worden geen klinische relevante interacties verwacht met digoxine. Geneesmiddeleninteracties ten gevolge van cytochroom P450 gemedieerd metabolisme worden niet verwacht. Bijwerkingen: Bijwerkingen zijn over het algemeen mild en van voorbijgaande aard. Gemeld zijn: Vaak (1:10-1:100) hoofdpijn, duizeligheid, obstipatie, misselijkheid, buikpijn, spierpijn, gevoel van zwakte. Soms (1:100-1:1000) pruritis, huiduitslag en urticaria. Zelden (1:1000-1:10.000) myopathie (inclusief myositis), rhabdomyolyse (met en zonder acuut nierfalen), overgevoeligheidsreacties inclusief angio-oedeem, pancreatitis. Post marketing ervaring: Het aantal meldingen van rhabdomyolyse, ernstige nierproblemen en ernstige leverproblemen (voornamelijk bestaand uit verhoogde levertransaminases) is hoger bij de 40 mg dosering. Verder zijn uit post marketing ervaring gemeld: Zelden (1:1000-1:10.000) toegenomen levertransaminasen. Zeer zelden (<1:10.000) artralgie, geelzucht, hepatitis, polyneuropathie, geheugenverlies en hematurie. Frequentie niet bekend diarree, Stevens-Johnson syndroom. Afleverstatus: U.R., volledige vergoeding. Uitgebreide productinformatie: Voor de volledige productinformatie wordt verwezen naar de SPC-tekst op www.astrazeneca. nl (SPC tekst CRESTOR 20 april 2009). Voor overige informatie en literatuurservice: AstraZeneca BV, Postbus 599, 2700 AN Zoetermeer. Tel. (079) 363 22 22 of 0800-CRESTOR (0800-2737867) of bezoek www.CRESTOR.nl. AZCR9011
JAARPLAN aankondigingen van de deze nascholingen zullen te vinden zijn op de website van KNMG Limburg en in de Schelmenstreek. Het districtslogo zal in de toekomst op alle uitnodigingen van Top-Event worden afgedrukt. Collegae, District Limburg is de afgelopen jaren binnen ons land een van de best lopende Districten geworden. Dit is
alleen mogelijk geweest door de fysieke en emotionele steun van alle bestuursleden en onze bestuursadviseur, Ruud Hagenouw . Als voorzitter wil ik hen hiervoor bedanken. Mede door jullie heeft het District na alles wat er al was grotere handen, voeten en een indrukwekkend lichaam gekregen. Ik hoop nog heel lang met jullie te kunnen samenwerken.
Jaarplan KNMG Limburg 2009 Uitgangspunten Het district heeft in principe dezelfde beleidsopdracht en beleidsdoelen als de federatie, maar dan op districtsniveau, aangepast aan de lokale behoeften en mogelijkheden. Het beleid van het district moet vorm gegeven worden op basis van het KNMG- beleidsplan en het Beleidsplan Districten. De districten dragen bij aan het beleid van de federatie KNMG als geheel. De beleidsdoelen van de districten zijn afgeleid van genoemde beleidsplannen, zijn helder geformuleerd en vertaald in een activiteitenplan. KNMG- District Limburg is het samenwerkingsverband van en voor artsen - KNMG- leden in Limburg, dat staat voor de bevordering van de kwaliteit van de beroepsuitoefening en van de kwaliteit van de volksgezondheid. Het KNMG- District Limburg wil een ontmoetingsplaats vormen voor alle artsen uit het gebied en heeft een open oog en oor voor de belangen van alle artsen in het district.
Gemeenschappelijke, landelijke, doelstellingen Het KNMG District Limburg streeft gemeenschappelijke doelstellingen na die landelijk door de federatiepartners zijn geaccordeerd. Het district kan daarbij ondersteuning vanuit het landelijk bureau van de KNMG- Federatie ontvangen. Naast de gezamenlijke doelstellingen kan ieder district eigen doelstellingen nastreven die meer aansluiten op de behoeften en wensen van de regio die door het district wordt vertegenwoordigd. De KNMG Limburg wil een platform zijn voor alle Limburgse artsen. Het district stelt zich ten doel om debat en meningsvorming te stimuleren over ontwikkelingen in de geneeskunde en gezondheidszorg, in nauwe samenwerking met de landelijke KNMG.
In het licht van deze doelstellingen nemen we ons voor 2009 het volgende voor: • Organisatie van discussie en meningsvorming: een symposium per jaar geheel georganiseerd door KNMG District Limburg en participatie bij symposia geor ganiseerd door gezondheidsinstellingen en opleidingsinstellingen voor de geneeskunde in de regio (MMSRC, CISS, Wenckebach). Hiertoe wordt nauw samen gewerkt met de gezondheidsinstellingen in de regio, de Universiteit Maastricht, Stichting Wenckebach in Heerlen en Stichting Klinische Avonden in Venlo. • Verbetering van de samenwerking tussen de KNMG landelijk en ons district. • Bevorderen samenwerking tussen verschillende geneeskundige beroepsgroepen: medisch specialisten, huisartsen, sociaal geriaters/verpleeghuisartsen, ketenzorg, samenwerking tussen curatief werkzame artsen en bedrijfsartsen. • Betrekken van Limburgse medisch studenten bij activiteiten van de KNMG: contact met studentenraden van MUMC+, en Universiteit Maastricht, studenten uitnodigen voor bijeenkomsten, ondersteuning KNMG workshops solliciteren. Tevens achten we het onze taak om locale activiteiten af te stemmen met het KNMG studentenplatform. • Het vier maal per jaar uitbrengen van een verenigingsorgaan ‘De Schelmenstreek’ om de onderlinge band en de onderlinge contacten tussen de medici te bevorderen. • Eenmaal per jaar organiseren van een sociale activiteit voor medici van District Limburg.
Daarnaast wil de KNMG Limburg het contact met de regionale gezondheidszorg en regionale overheden onderhouden. Artsen hebben immers op basis van hun expertise een mening over de inrichting van de gezondheidszorg, zoals overheden, patiëntenorganisaties, verzekeraars en andere zorgverleners hun opvatting hebben over de geneeskunde. Door onderling contact en debat wil de KNMG de inbedding van de geneeskunde in de Limburgse samenleving bevorderen en mede richting geven aan ontwikkelingen in de zorg. District Limburg Schelmenstreek 4 augustus 2009
13
Na ONTARGET® is ons volgende doel de NHG-Standaard
De huidige NHG-Standaard zegt (nu nog): Er zijn echter geen onderzoeken bekend over de waarde van AIIA’s bij patiënten met HVZ zonder hoge bloeddruk of hartfalen, in het bijzonder na een hartinfarct, bypass-operatie of PCI.1
*Productinformatie: zie elders in deze uitgave. AZCR9011
WWW.MICARDISONTARGET.NL ONTA ONTARGET® RGET® STUDIE: landmark trial (uitgaand va vann de HOPE-studie); cerebro-, cardio- en vasculaire protectie; 25.620 patiënten met verhoogd risico, gedurende gedu 5,5 jaar gevolgd; slechts 43 patiënten “lost to follow-up”; publicatie NEJM, 10 april 2008. In de ONTARGET® studie werd MICARDIS 80 mgg vergeleken met ramipril 10 mg en de combinatie in een brede cerebro-, cardio- en vasculaire hoogrisicopo hoogrisicopopulatie. 70% van alle patiënten in de ONTARGET® had hypertensie. De sponsor van ONTARGET® is Boehringer B Ingelheim, de mede-financierder is Bayer Schering Pharma. Zie elders in dit blad voor referenties en productinformatie.
...
De medische wereld kent vele doorbraken in het behandelen van verschillende ziektes. Toch blijven veel aandoeningen onbehandelbaar. Tijdens het CISS-symposium dat op 3 juli in Maastricht werd gehouden werd dit probleem nader bekeken. KNMG-Limburg aanmoedigingsprijs HUMAN PAPILOMAVIRUS VACCINATION: DEVELOPMENT AND CURRENT ISSUES Johanna M. Gröne, BSc: Faculty of Health, Medicine & Life Sciences, Maastricht University, The Netherlands Supervisor: Dr. B. Slangen: Department of Gynaecology, Maastricht University Medical Centre, The Netherlands
The sexually transmitted human papillomavirus (HPV) is estimated to cause 5% of all cancers worldwide and 99.7% of cervical cancer cases. More than 100 types have been identified, of which some, especially HPV-16 and -18, are highly oncogenic. Research in the past decades has identified risk factors for developing cervical cancer such as multiple sexual partners and smoking. The structure and carcinogenesis of HPV have been studied and this fuelled the development of vaccines aimed at preventing cervical cancer. Currently, two vaccines are available: Gardasil® and Cervarix®, which cover four and two HPV types, respectively. They were both shown to be safe and effective in preventing precancerous lesions. Based on these promising results, the Netherlands decided to offer the vaccination to 12-year old girls as part of the Dutch National Immunisation Programme. The acceptance of the vaccination in the population is much lower than expected and this is thought to be caused by the ongoing discussion about the benefits of vaccination. As the vaccines are a recent field of research, there is no data available about their long-term protection and whether replacement is likely to occur. There are concerns about the safety of the vaccines once they are introduced in a population larger than the study group. In addition, it has been questioned whether vaccination is cost-effective as the vaccine itself is expensive and will have to be offered in combination with the existing screening programme. Lastly, there are also ethical issues such as whether vaccination could give young girls a false sense of protection and that the vaccine is offered to only one sex.
AKO-CISS prijs TRANSPLANTATION OF NEURONAL STEM CELLS AFTER ISCHAMIC STROKE: FROM BENCH TO BEDSIDE Wouter M. van Everdingena, Robert J. van Oostenbruggeb aAKO student, FHMLg, Maastricht University, bDepartment of Neurology, azM, the Netherlands
Background: Stroke is one of the leading causes of death and disability. The brain has an own regenerative capacity, called neurogenesis. Unfortunately, this process has major shortcomings. Treatment options for stroke patients are also limited, with only thrombolysis and rehabilitation therapy as potential therapies. Patients are left with functional disabilities. Recently the therapeutic options of stem cells were discovered. These cells, and in case of stroke especially the NSCs, could potentially increase functional recovery after stroke. Methods: A number of articles focused on stem cell transplantation on rodents, primates and humans were analyzed en summarized. Results were taken in to perspective and were compared. Results: The studies show a difference between the used setting, specific NSCs, timing and transplantation site. Results in rodents are promising; showing successful cell survival, low immunoreactive responses and even functional improvements However, the translations too clinical trials is difficult. With only few results; it only showed survival and safety of NSCs in the human brain. No functional improvement was shown. Conclusion: NSCs are a potential source of exogenous neurogenesis in animal studies. No specific cell linage is superior, but the results are tending towards a potential therapeutic treatment. Although the opinion on the potential feasibility is optimistic, the effect on stroke patients has to be elucidated with more and extensive clinical trials.
The debate has created confusion and uncertainty among the general public and raises questions about whether the introduction of HPV vaccination could have been handled more appropriately and what the impact will be on future vaccination programmes.
Oral presentation CISS 1 COLD-ACTIVATED ADIPOSE TISSUE IN HEALTHY MEN Wouter D. van Marken Lichtenbelta, Ph.D., Joost W. Vanhommeriga, M.S., Nanda M. Smuldersb, M.D., Jamie M.A.F.L. Drossaertsa, B.S., Gerrit J. Kemerinkb, Ph.D., Nicole D. Bouvyc, M.D., Ph.D., Patrick Schrauwena, Ph.D., and G.J. Jaap Teuleb, M.D., Ph.D. aDepartment of Human Biology, Nutrition and Toxicology Research Institute Maastricht, bDepartment of Nuclear Medicine Maastricht University Medical Center+, cDepartment of General Surgery Maastricht University Medical Center+, Maastricht, The Netherlands Background - Studies in animals indicate that brown adipose tissue is important in the regulation of body weight, and it is possible that individual variation in adaptive thermogenesis can be attributed to variations in the amount or activity of brown adipose tissue. Until recently, the presence of brown adipose tissue was thought to be relevant only in small mammals and infants, with negligible physiologic relevance in adult humans. We performed a systematic examination of the presence, distribution, and activity of brown adipose tissue in lean and obese men during exposure to cold temperature. Brown-adipose-tissue activity was studied in relation to body composition and energy metabolism. Methods - We studied 24 healthy men - 10 who were lean (*BMI <25) and 14 who were overweight or obese (*BMI ≥25) ([*BMI] body-mass index [the weight in kilograms divided by the square of theheight in meters)under thermoneutral conditions (22°C) and during mild cold exposure (16°C). Putative brown-adiposetissue activity was determined with the use of integrated 18F-fluoro- deoxyglucose positron-emission tomography and computed tomography. Body composition and energy expenditure were measured with the use of dual-energy x-ray absorptiometry and indirect calorimetry. Results - Brown-adipose-tissue activity was observed in 23 of the 24 subjects (96%) during cold exposure but not under thermoneutral conditions. The activity was significantly lower in the overweight or obese subjects than in the lean subjects (p = 0.007). BMI and percentage of body fat both had significant negative correlations with brown adipose tissue, whereas resting metabolic rate had a significant positive correlation. Conclusions - The percentage of young men with brown adipose tissue is high, but its activity is reduced in men who are overweight or obese. Brown adipose tissue may be metabolically important in men, and the fact that it is reduced yet present in most overweight or obese subjects may make it a target for the treatment of obesity. Reference - van Marken Lichtenbelt et al. Cold-Activated Brown Adipose Tissue in Healthy Men. N
Oral presentation CISS 2 SCREEN OR NOT TO SCREEN: ULTRASOUND SCREENING FOR ABDOMINAL AORTIC ANEURISM IN MEN Iris H.R. Boss, Femke A. Hellenthal Maastricht University Medical Center, Maastricht, The Netherlands
Introduction: The Abdominal Aortic Aneurysm (AAA) is an important health problem. The prevalence of AAA among men of 55 years and over is 4,1% and further increases with age. AAA is asymptomatic until it ruptures. With increasing diameter, rupture risk also increases. Rupturing can be prevented by surgery. At a maximal anterior-posterior diameter of 55 mm or more mortality risk by rupture exceeds mortality risk by surgery. Screening for AAA is possible using ultrasound. In Great Britain and the United States screening programs for men already started. Screening princeples In 1968 Wilson and Jungner published a document in which principles of screening are identified. Here, these criteria are used to evaluate screening for AAA in men; Most criteria for screening are met. The abdominal aortic aneurysm is a big health problem. Rupturing of the AAA coincidences with high mortality. The surgical treatment for unruptured AAA is accepted and available. Ultrasound imaging is a non invasive technique and is available in every hospital. The non symptomatic stage of AAA can easily be visualised using ultrasound imaging. There is a clear policy on whom to treat and when a screening program is set up the surgical treatment will be cost effective. Cost for one life year gained was estimated on €1164 to €2005. The only criterion that is not fulfilled is the condition that the natural history must be completely understood. Discussion: Overall mortality is not named in one of the screening criteria, but a very important issue in AAA screening. Two reviews report that screening of men aged between 65 and 83 years reduces AAA related deaths significantly. Including only data from men between 65 and 80 a significant reduction in AAA related mortality (OR= 0.51, 95% C.I.: 0.40;0.67) was found and also significant reduction in overall mortality (OR= 0.93, 95% C.I.:0.90; 0.96). Screened men reported more psychological stress before screening, which disappeared when no AAA was found. In a Dutch study the men in whom a AAA was found showed no long term decreased quality of life. Men who are eligible for screening should be well informed about the possible consequences of screening. Conclusion: A screening program for men of 65 years and older is cost-effective and prolongs lives. It takes time to set up a screening program. An alternative for now could be to measure the aortic diameter of all men of 65 and over who are examined with ultrasound for any reason other than AAA.
Engl J Med 2009;360:1500-8.
District Limburg Schelmenstreek 4 augustus 2009
15
Het Laurentius Ziekenhuis Roermond is een algemeen ziekenhuis en biedt een compleet pakket aan medisch-specialistische functies, afgestemd op de zorgvraag in het verzorgingsgebied Roermond en omstreken.
Laurentius ontwikkelt Van 2006 tot en met 2008 hebben we in Laurentius hard gewerkt aan kwaliteit. Dit heeft geresulteerd in een NIAZ-accreditatie in 2008. Ook het moderniseren van onze ICT, en het aanpassen van de structuur van onze organisatie heeft de aandacht gekregen. Om de zorg verder te ontwikkelen hebben we nieuwe poli’s en behandelmethoden geïntroduceerd. Een andere ontwikkeling is het dichtbij brengen van zorg bij de patiënt. Daartoe hebben we in de gemeenten Echt, Leudal en Roerdalen servicepunten geopend. Het ziekenhuis zelf kreeg in de afgelopen periode een modernere uitstraling zodat de patiënt zich welkom en veilig voelt. Met deze ontwikkelingen hebben we een basis gelegd voor de toekomst. Veiligheid, kwaliteit en het ontwikkelen van ons medisch (in de vorm van de speerpunten acute zorg, chronische zorg, electieve zorg en preventieve zorg) en service profiel zullen in de toekomst onze aandacht blijven vragen. Daarnaast krijgen in de komende jaren ook onze nieuwbouwplannen meer vorm. Kortom: Laurentius gaat met de tijd mee om zo de best mogelijke zorg aan de patiënt te kunnen blijven bieden. De zorg blijft zich ontwikkelen, Laurentius ontwikkelt mee!
Betrokken medische staf De medische staf van Laurentius kent een kernstaf en een stafbestuur die actief betrokken zijn bij de ontwikkelingen in het ziekenhuis. Ook nemen specialisten deel aan diverse commissies en projectgroepen. Een belangrijk onderdeel van de nieuwe organisatiestructuur van Laurentius is de medische management participatie. Gezamenlijke verantwoordelijkheid op alle niveaus van medische professionals en management om de zorg en dienstverlening te besturen en te optimaliseren. Door de relatieve kleinschaligheid van het ziekenhuis zijn de communicatielijnen kort en heerst er een prettige werksfeer.
Oral presentation CISS 3 RESYNCHRONIZATION THERAPY AFTER CORRECTIVE SURGERY TOR TETRALOGY OF FALLOT Loes E. G. de Vaan, BSc Faculty of Health, Medicine and Life Sciences University of Maastricht Supervisor: T. Delhaas, MD, PhD, Physiologist, pediatric cardiologist, Depts. of physiology and pediatrics, Cardiovascular research institute Maastricht Tetralogy of Fallot (TOF) is the most common type of cyanotic heart disease in children and represents roughly 10% of all congenital heart diseases. Classic criteria for the diagnosis of TOF are obstruction of the right ventricular outflow tract (RVOT), intraventricular communication by means of a large ventricular septum defect (VSD), biventricular insertion of the aorta over the VSD and concentric hypertrophy of the right ventricle. Thanks to advances in cardiac surgery and longterm care, the population of adult patients with repaired tetralogy of Fallot (TOFr) has grown significantly over the past years. Despite this progress, right ventricular dysfunction and sudden cardiac death remain frequent complications and are mainly related to inter- and intraventricular conduction delays as a consequence of surgically induced RBBB and fibrosis of the myocardial tissue. Since excitationcontraction coupling is a tightly regulated process within the myocardial tissue, asynchrony in the electrical stimulation of the heart automatically translates into disturbances in the myocardial contraction pattern. The subsequent dyssynchrony in ventricular contractions results in an internal transfer of work between early and late activated regions of the heart, reducing chamber efficiency and predisposing patients to the development of right ventricular failure.
Vooraankondiging Strange Encouters part 2
Cardiac resynchronization therapy (CRT) is a novel pacemakertherapy that aims to provide hemodynamic benefits by the correction of electrical disturbances in the heart. CRT represents a major therapeutic progress in the treatment of patients with LBBB and LV failure, leading to significant clinical and hemodynamic benefits, and showing reverse adverse remodelling in the long-term. Resynchronization therapy of the right ventricle could analogously lead to clinical improvements in TOF patients suffering from RBBB and right ventricular dysfunction after corrective surgery. Although clinical trial data are scarce, research done so far has promising results.
Andere mensen, andere gewoontes 15 oktober 18.30-22.00 uur, Universiteit Maastricht, locatie Akenzaal UNS 40 Het KNMG district Limburg organiseert donderdag 15 oktober 2009 een symposium waarbij vanuit verschillende invalshoeken een visie gegeven wordt over ‘Andere mensen, Andere gewoontes’. Dit naar aanleiding van ‘Standpunt KNMG over vrije artsenkeuze’ van 7 februari 2008. De basis van het standpunt is dat iedereen – binnen bepaalde grenzen - het recht heeft op vrije artsenkeuze en het recht heeft om een behandelaar te weigeren.De enige voorkeur waar rekening mee gehouden kan worden is sekse. Artsen of zorginstellingen gaan niet in op de wens van patiënten om door een hulpverlener te worden geholpen die aan andere eigenschappen voldoet (zoals een bepaalde seksuele geaardheid, huidskleur, politieke gezindheid of godsdienst). Drs. Gert van Dijk, beleidsmedewerker Ethiek bij de KNMG zal het standpunt toelichten en ingaan op de grenzen die daarbij zijn te benoemen aan de hand van voorbeelden vanuit de praktijk. Dr. Cor Hoffer, socioloog en cultureel-antropoloog en beleidsmedewerker bij Interculturalisatie GGZ Groep Europoort in Rotterdam, gespecialiseerd in de raakvlakken tussen geneeskunde en islam. Hij zal vanuit zijn onderzoek en ervaring met trainingen van hulpverleners zijn visie over religie, cultuur en communicatie vanuit de spreekkamer toelichten. Uw eigen praktijkdilemma’s kunnen in de aansluitende discussie de revue passeren. Accreditatie is aangevraagd
BERGEN VERZETTEN voor kinderen Op 9 augustus 2009 zal Marian Hoekstra, beleidsmedewerker Districten van de KNMG Federatie met een team van enthousiaste lopers deelnemen aan een zware bergmarathon van Sierre naar Zinal in Zwitserland. Een tocht van 31 km door de bergen, 2200m klimmen en 800m dalen. Niet zomaar, maar voor een goed doel: zij gaan Bergen Verzetten voor kinderen, die in de verdrukking zitten. Hiermee hopen zij 65.000 euro bijeen te brengen om wereldwijd kleinschalige kinderprojecten te steunen.
Join!forkids Stichting Join!forkids (www.joinforkids.org) heeft voor hen een achttal kleinschalige kinderprojecten geselecteerd, waar zij voor lopen. Deze projecten worden geleid door geëmigreerde Nederlanders, die in een droom hebben aangegeven waar zij het geld wat zij bijeen brengen aan willen besteden. Voor bijvoorbeeld 3,60 euro kan een kind een maand lang iedere dag met een volle buik de lessen op school volgen. Door educatie, gezondheidszorg en liefde volle opvang krijgen deze kinderen weer een beter zelfbeeld en meer zelf ver trouwen, waardoor zij de vicieuze cirkel van armoede en geweld kunnen door breken om zo te werken aan hun toekomst.
Bergen Verzetten De loopgroep is al vanaf januari 2008 in training. Op de website www.bergenverzetten.nl kun je lezen en zien hoe het hen vergaat tijdens de trainingen en diverse oefenlopen. Ook vind je hier informatie over alle kinderprojecten waar zij voor lopen.
Jouw bijdrage voor Bergen Verzetten Bij deze de vraag om een financiële bijdrage om deze droom van 65.000 euro te verwezenlijken. U kunt uw bijdrage onder vermelding van Bergen Verzetten overmaken naar: Rabo 1100.29.801 t.n.v. Join!forkids te Ouderkerk a/d Amstel. Alle bijdragen zijn welkom en alles gaat voor 100% naar de kinder projecten. Ook namens de kinderprojecten: alvast bedankt voor de bijdrage.
Aanmelden: zsm ivm beperkt aantal plaatsen via www.knmglimburg.nl Informatie:
[email protected];
[email protected] District Limburg Schelmenstreek 4 augustus 2009
17
Nieuwjaarsbijeenkomst Het Bestuur van KNMG Limburg wil u op zondag 10 januari 2010 uitnodigen voor de:
Nieuwjaarsbijeenkomst KNMG Limburg 2010 Marktwerking centraal tijdens zeer geslaagde Nieuwjaarsbijeenkomst KNMG Kasteel Limbricht lag er sprookjesachtig bij op 14 januari. In een decor van Breughel, een winterse prentbriefkaart uit een ver verleden, werd bevroren slotgrachten volop geschaatst. Binnen echter werd gewerkt. De zalen puilden uit met enkele honderden leden van de KNMG, die het jaar goed begonnen met een zeer geslaagde nieuwjaarsbijeenkomst.
‘Het Elektronisch Patiënten Dossier, een Zegen of een Crux Medicorum?’ U bent met partner en kinderen om 14.00 uur welkom in de Tiendschuur van Kasteelhoeve ‘De Grote Hegge’, Groot Heggerlaan te Thorn. Van 15.00 uur tot 16.00 uur is een plenaire discussie gepland over de voor en nadelen van het electronisch patiënten dossier onder leiding van de algemeen voorzitter van de KNMG, prof. dr. Arie Nieuwenhuijzen Kruseman, met in het panel vertegenwoordigers van huisartsen, verpleeg huis artsen, medisch specialisten, de ICT en een patiëntenvertegenwoordiger.Noteer de datum alvast in uw agenda. Wij zullen voor deze bijeenkomst accreditatie aanvragen. Aanmelden kan via de website van KNMG Limburg: http://www.knmglimburg.nl Leo Baur, voorzitter KNMG Limburg. Er is accreditatie aangevraagd voor 1 uur nascholing.
23 september 13.30 - 21.00 uur (locatie volgt) Duidelijk werd eens temeer dat niet iedereen gelukkig is met marktwerking in de zorg. De solidariteit met de kwetsbaren in de samenleving én de samenwerking tussen de zorgverleners kunnen hierdoor onder druk komen te staan. Iedere patiënt, ongeacht geloof, geslacht en huidskleur heeft in Nederland recht op dezelfde zorg. Daarom dient marktwerking buiten de basiszorg te worden gehouden. Sommige aanwezigen hadden met ‘voorpiepen’ daarentegen minder moeite als dit leidt tot toename van de capaciteit, bijvoorbeeld door een additioneel contract met een Arbodienst of verzekeraar. Vraag was ook of deze discussie niet in de Tweede Kamer moet worden gevoerd, maar blijkbaar laat het politiek electoraat marktwerking met al zijn vreemde effecten toe. Er zijn echter ook positieve kanten: zo leidt marktwerking tot kortere wachtlijsten en toegangstijden. Of marktwerking leidt tot lagere kosten werd daarentegen niet door iedereen onderschreven. De discussie bracht aan het licht dat de Limburgse ziekenhuizen het roerend eens zijn over de grootste uitdaging die hen in 2009 wacht. De raden van bestuur maken zich grote zorgen of ze de gewenste kwaliteit en veiligheid van zorg wel kunnen blijven leveren met een overheid die blijft bezuinigen op de zorg. ‘We zouden graag continu met zorg bezig zijn, maar helaas moeten we als bestuurders continu met geld bezig zijn’.
18
Solliciteren na afronding van je specialisatie De workshop Solliciteren na afronding van je specialisatie gaat uitgebreid in op de do's en don't's bij het verkrijgen van een passende baan binnen een vakgroep of maatschap. In de praktijk blijkt vaak dat AIOS pas over de volgende stap in hun carrière gaan nadenken als zij hun specialisatie voltooid hebben. Vaak beslist het toeval dan waar zij terecht komen. Om meer greep te krijgen op de eigen toekomst, is het echter verstandig om tijdig diverse maatregelen te nemen en planmatig een gewenste situatie na te streven. Zelfkennis en kennis van het samenwerken in maatschappen en vakgroepen zijn dan onontbeerlijk. Diverse vaardigheden zijn vervolgens vereist om zonder struikelingen dit traject af te ronden zoals netwerken, gesprekken voeren en onderhandelen. In deze workshop wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste aandachtspunten bij dit traject. Kosten: 195 euro (KNMG leden), 245 euro (niet leden) Maximum aantal deelnemers 15. Workshopbegeleiding: Theo Bollerman (CAB Bollerman en Douwes Dekker; www.cabbollerman.nl) en Jaap Klein, longarts MST
Schelmenstreek 4 augustus 2009 District Limburg
AIOS Workshop 2009
De keuze voor het nog altijd actuele thema marktwerking als de rode draad in de forumdiscussie bleek een schot in de roos. De vertegenwoordigers van de raden van bestuur van de Limburgse ziekenhuizen gingen met elkaar en nog meer met de huisartsen, specialisten en andere KNMG-leden in de zaal volop de discussie aan. Met name bij de stellingen ‘Tegen betaling voorpiepen in de zorg is geen bezwaar’ en ‘Marktwerking tast de onderlinge solidariteit van zorgverleners aan’ liep de temperatuur in de propvolle zaal hoog op. De geroutineerde voorzitter van de (landelijke) KNMG prof. Arie Nieuwenhuijzen Kruseman wist het debat echter in goede banen te leiden.
Zondag 10 januari 2010 14.00 uur Kasteelhoeve De Grote Hegge te Thorn
Agenda NASCHOLINGSACTIVITEITEN 21 oktober en 8 december Nacholing van Top-Event in samenwerking met Universiteit Maastricht, Maastricht Universitair Medisch Centrum +, Atrium Medisch Centrum Parkstad, Stichting Beyaert, Cohesie, HOZL, RHZ Heuvelland, Fysiotherapie OZL, Stichting Revalidatie Limburg, Integraal Kankercentrum Limburg.
24 en 25 september met terugkomdag op 3 december voor huisartsen en fysiotherapeuten
Chronische benigne pijn Behandelaren ervaren patiënten met chronische pijn als lastig. Enerzijds vanwege het ontbreken van een duidelijke medische oorzaak en anderzijds vanwege een (schijnbaar) gebrek aan therapeutische middelen. De patiënt ervaart vaak weinig begrip en respect van de kant van behandelaren en voelt zich niet erkent in zijn klachten. Hoe kunnen we uit deze impasse geraken of voorkomen dat we erin wegglijden? Momenteel bestaat er geen behandeling die een chronisch pijnprobleem kan oplossen. Het hebben van chronische pijn heeft gevolgen op diverse terreinen. De aandacht dient daarom te verschuiven naar deze gevolgen, waar vaak wel nog verbetering mogelijk is. Het dagelijks functioneren is zo’n belangrijk domein. Meer bewegen mét pijn, kan dat wel? Wat te doen als de pijn erger toch wordt? In de cursus worden op zeer praktische wijze hiervoor handvaten aangereikt. Wat in eerste instantie niet mogelijk lijkt blijkt vaak toch te kunnen. Inschrijfkosten: 895 euro. Locatie: Kasteel Elsloo. Accreditatie: voor huisartsen en fysiotherapeuten wordt aangevraagd voor 18 punten. Uitgebreid programma en aanmelden via www.topevent.nl
14-16 oktober
Masterclass Diabetes Mellitus De masterclass Diabetes Mellitus is met succes georganiseerd van woensdag 21 januari t/m 23 januari 2009. Gezien de positieve evaluatie wordt deze scholing nogmaals georganiseerd op woensdag 11 tot en met vrijdag 13 november 2009. Deze scholing is geschikt voor huisartsen en praktijkondersteuners. Tevens zijn op in overleg ook verpleeghuisartsen en bedrijfsartsen welkom. Aan deze scholing werken de volgende docenten mee: Jan Palmen, kaderarts Diabetes te Heerlen, Ruut Bianchi, internist Atrium MC, Maril Boesten, kaderarts Diabetes te Landgraaf, Frank Soomers, directeur HOZL, Prof. dr. Guy Rutten, hoogleraar diabetologie en anderen. Deze scholing komt tot stand met een subsidie van de HOZL. Inschrijfkosten: 750 euro. Accreditatie voor 18 punten. Locatie: Kasteel Elsloo. Uitgebreid programma en aanmelden via www.topevent.nl
7 december
Terugkomdag Lucht voor Limburg Follow-Up Lucht voor Limburg 2007 en 2008 en 2009. Afhankelijk van het door u zelf opgestelde praktijk verbeterplan worden de geplande veranderingen doorgevoerd. Op aanvraag zijn persoonlijke feedback, toegesneden adviezen en hulp bij het vervolgtraject mogelijk. Deze kunnen u een fiks steuntje in de rug geven bij het serieus verbeteren van de kwaliteit van uw COPDzorg. Inschrijfkosten 150 euro. Accreditatie aangevraagd voor 4 punten voor huisartsen en fysiotherapeuten. Locatie: Kasteel Elsloo Aanmelden via www.topevent.nl
21 en 22 januari 2010
Lucht voor Limburg Lucht voor Limburg: 2 daagse cursus ‘Van diagnose naar disease-management COPD’. Voor huisartsen, fysio therapeuten, praktijkondersteuners, revalidatieartsen, verpleeghuisartsen en andere belangstellenden. Praktijkgerichte scholing met prakticum spirometrie. Uitgebreid programma op www.topevent.nl. Inschrijfkosten 550 euro. Accreditatie voor 13 punten voor huisartsen, verpleeghuisartsen en fysiotherapeuten. 100 euro korting voor praktijkondersteuners en fysiotherapeuten. Locatie: Kasteel Elsloo. Aanmelden via www.topevent.nl.
Verder in 2009 • 23-09: Solliciteren na afronding van specialisatie (voor AIOS) UNS 40, Maastricht 9.30-17.00 u zie ook http://www.artsennet.nl • 24-09: Refereeravond Heelkunde/Orthopedie* voor huisartsen en medisch specialisten. Locatie: Atrium Heerlen • 15-10: Symposium: Andere mensen, andere gewoonten. Over de behandeling van vrouwen uit niet westerse culturen. Akenzaal Universiteit Maastricht UNS40. • 8-10: Cri de coeur voor huisartsen. Locatie: In gen Thun Heerlen • 22-10: Refereeravond Gynaecologie* voor huisartsen en medisch specialisten. locatie: Atrium Heerlen • oktober: Oncologie-symposium* voor huisartsen en medisch specialisten: datum volgt, locatie: Atrium Heerlen • 13-11: KNMG Lecture tijdens Wenckenbach symposium* (Parkstad). Locatie: Parkstad Limburg Stadion (zie ook http://www.atriummc.nl) • 25-11: Refereeravond seksuologie* voor huisartsen, medisch specialisten en psychologen. Locatie: Mondriaan Zorggroep • 26-11: Refereeravond MDL* voor huisartsen en medisch specialisten. Locatie: Atrium Heerlen • 17-12: Refereeravond KNO* voor huisartsen en medisch specialisten. Locatie: Atrium Heerlen • 10-1-2010: Nieuwjaarsbijeenkomst van KNMG Limburg in de Grote Hegge, Waterstraat 9, 6017 AJ Thorn. *Neem voor meer informatie contact op met het Congresbureau van Atrium MC (045) 5766320
District Limburg Schelmenstreek 4 augustus 2009
19
Atrium Medisch Centrum Parkstad is het toonaangevende medisch centrum voor Parkstad Limburg, waarin de patiënt verzekerd is van innovatieve zorg op menselijke maat. De zorg wordt profes-
Gefascineerd door techniek Al sinds ze samen op de middelbare school zaten, zijn Peter en Sjef bevriend. Beiden zijn gefascineerd door techniek en verdienen daarmee hun brood. Maar ook in hun vrije tijd zitten ze niet stil en klussen ze graag. Daarbij zijn ze vaak op zoek naar nieuwe snufjes om iets nog makkelijker of sneller te kunnen maken of repareren. Tot zover niets bijzonders. Maar nu kan er even niet geklusd worden, Peter heeft last van de galblaas en moet onder het mes, zoals dat zo simpel in de volksmond heet. En daar ziet hij eerlijk gezegd best tegen op, ooit heeft hij een blindedarmoperatie ondergaan, maar dat is al twintig jaar geleden en daar was hij toen wel een tijdje mee uitgeschakeld. Ze hebben er eigenlijk geen weet
sioneel en efficiënt georganiseerd
van welke vlucht de techniek in een ziekenhuis de laatste jaren heeft genomen.
en is optimaal toegankelijk in
Toevallig staat dat weekend in de krant een bericht dat er twee nieuwe operatiekamers in Atrium Heerlen in gebruik zijn genomen, waarin endoscopische (kijk)operaties worden uitgevoerd Met een prachtige foto erbij van de gloednieuwe apparatuur. Peter’s aandacht is gewekt: high definition beeldmonitoren hebben hun intrede in de OK gedaan en de chirurg hoeft slechts een klein sneetje in het lichaam te maken om met behulp van een wendbare endoscoop in het operatiegebied te komen. Het is ongelooflijk, maar op die endoscoop is een piepkleine camera bevestigd en, verlicht door een lampje, verschijnen de beelden van het operatiegebied op de rondom de arts hangende schermen. Zo kan deze precies zien wat er gebeurt. Groot voordeel voor de patiënt is dat er maar een klein sneetje hoeft te worden gemaakt, dus geen lange ontsierende littekens meer, de kans op besmetting of andere wondcomplicaties geringer en de patiënt minder pijn heeft en sneller herstelt. Interessant is ook dat tijdens de operatie meer artsen kunnen meekijken en dat er zelfs een dvd kan worden gemaakt, waarop de hele operatie naderhand nog eens kan worden bekeken. Sjef maakt meteen een grapje door op te merken dat je op die manier een filmcarrière kunt starten.
een inspirerende werkomgeving.
Atrium MC is één van de grootste algemene opleidingsziekenhuizen van Nederland. De ambities worden zichtbaar in de bouw van een nieuw behandelcentrum, een nieuw Poliklinisch
Centrum
en
de
renovatie van het beddenhuis,
Maar alle gekheid op een stokje: dankzij al deze nieuwe technieken zal de ingreep die Peter moet ondergaan, veel sneller gebeuren en hem veel minder overlast opleveren zodat, als alles goed gaat, ze over een maand of twee weer voorzichtig een bezoek aan de Bouwmarkt kunnen inplannen..
De meest geavanceerde medische diagnostiek, toegankelijk voor de 270.000 inwoners van Parkstad Limburg, in hun eigen ziekenhuis: Atrium Medisch Centrum Parkstad.
waarbij de meest geavanceerde techniek wordt toegepast.
Zorg met een zachte G