Verenigingsorgaan van KNMG District Limburg | nummer 13 augustus 2012
Schelmenstreek
Inhoudsopgave Nieuwe zomer, nieuwe kleuren Yvonne Guldemond, nieuwe medisch directeur HOZL Academische vorming in het medisch curriculum Agenda Ledenvergadering Human 2.0
pag 3 pag 4 pag 6 pag 11 pag 12 pag 15
Kijk ook op onze website: www.knmglimburg.nl Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
1
Een gezond idee van het Maastricht UMC+
Hartpatiënten thuis monitoren ® met de Health Buddy. Het Maastricht UMC+ wil voorkomen dat mensen onnodig worden opgenomen. De Health Buddy®, bekroond met de Nursing Investigator Award, levert daar een belangrijke bijdrage aan. Dit apparaat maakt het thuis monitoren van hartfalenpatiënten vele malen effectiever. Het resultaat? Minder opnames in het ziekenhuis en meer betrokkenheid van de patiënt bij zijn of haar ziekte. Met gezonde ideeën zoals de Health Buddy® maken we de ‘+’ in onze naam helemaal waar.
Ontdek de gedachte achter onze gezonde ideeën op MUMC.nl
19500029_215x285 GezondIdee_maart2012_daf.indd 1
2
Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
20-03-12 13:49
Nieuwe zomer, nieuwe kleuren Dynamiek, het enig juiste woord voor wat er momenteel in de Limburgse gezondheidszorg aan het gebeuren is. Artsen en instellingen durven over hun eigen grenzen heen te kijken en werken intensiever met elkaar samen dan ooit tevoren. Ook de eerste en tweede lijn weten Coverfoto: ©Floriade 2012
elkaar steeds beter te vinden. Kwaliteit staat voorop, de patiënt komt op de eerste plaats. Wij maken grote stappen. Soms zo´n grote stappen dat het sommigen begint te duizelen.
Colofon
Schelmenstreek is het opiniërend informatieblad van de KNMG District Limburg en verschijnt drie keer per jaar.
Redactie Leo Baur (eindredactie), Harry Houben, Frans Smeets, Paul Muyrers, Hellen Römkens, Marieke Verspaget en Marjolijn Braakhuis. Verder werkten aan dit nummer mee: Arie Nieuwenhuijzen Kruseman en Hein Berendsen
Redactie-adres
Akerstraat 81 6417 BJ Heerlen
Vormgeving Pascale Mali, Atrium MC
Druk
SchrijenLippertz Voerendaal
Oplage 4.700 ISSN: 1878-8254
Ons District bloeit en dat merken we aan een nog steeds toenemend aantal leden. Wat nog rest is een aantal leden, die voor enige tijd hun schouders onder het District willen zetten en willen toetreden tot het bestuur. Leuk en afwisselend werk en het levert nogal wat contacten op. Het nieuw elan komt niet in de laatste plaats tot uiting in het nieuwe frisse districtslogo. Vrolijke kleuren die het District voor u nóg beter herkenbaar moet maken. Ook de coverfoto, die wij van de Floriade 2012 hebben mogen gebruiken, geeft ons nieuw elan aan. Dit keer geen gebouw, maar een vrolijk kind met een masker van bloemen. Nieuw elan komt ook tot uiting in het verlenen van het erelidmaatschap aan Arie Nieuwenhuijzen Kruseman en Caroline Vos. Beiden hebben grote betekenis (gehad) voor de KNMG in het algemeen en ons District in het bijzonder. ‘Tijdens de komende nieuwjaarsbijeenkomst op 13 januari 2013 worden aan hen de bijbehorende versierselen uitgereikt’. In de dagelijkse praktijk worden wij wel eens opgeslokt door de grote hoeveelheid aan zorg en administratie. Zijn wij wel nog academici? Hoe hierover gedacht wordt kunt u lezen in dit nummer. Ook de notulen van de ledenvergadering kunt u terugvinden op pagina 12 en 13.
Advertenties
Hiervoor kunt u contact opnemen met dhr H. Houben, Justus van Maurikstraat 1, 6416 EH Heerlen. E-mail:
[email protected]
Kopij
Ingezonden stukken en reacties (maximaal 200 woorden) voorzien van naam, afdeling, telefoonnummer en e-mailadres komen voor plaatsing in aanmerking (de redactie kan ingezonden stukken inkorten of weigeren). Kan tot vrijdag 9.00 uur vier weken voor verschijning bij de redactie worden aangeleverd.
Abonnement De Schelmenstreek wordt gratis toegezonden aan leden van KNMG Limburg en haar relaties. De kosten van een abonnement bedragen e 12,60 per jaar. Neem hiervoor contact op met dhr H. Houben
Ten slotte een interview met een van de key-role players in de Zuid-Limburgse huisartsen zorg. Last but not least wil ik u alvast wijzen op de zeer interessante nieuwjaarsbijeenkomst op zondag 13 januari 2013. Onder leiding van Arie Nieuwenhuijzen Kruseman gaan wij dan over de landsgrenzen heen kijken middels de forum discussie: Euregionale zorg: Grenzeloos? Noteer alvast in uw agenda.
Veel leesplezier. Dr. Leo Baur, voorzitter
Bezorging Met vragen en klachten over de bezorging van de Schelmenstreek kunt u een e-mail sturen naar
[email protected]
De volgende Schelmenstreek verschijnt in december 2012 Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
3
Dorpsdokter aan de knoppen in directiekamer regionale huisartsengroep
- door Hein Berendsen -
Yvonne Guldemond nieuwe medisch directeur HOZL Yvonne Guldemond (59) studeerde geneeskunde in Nijmegen. Samen met echtgenoot Frank Guldemond vestigde ze zich in 1980 als huisarts in Ubachsberg; de praktijk die circa 2750 patiënten telt, kreeg vorig jaar samen met een aantal paramedische disciplines een nieuwe huisvesting aan het Bernardusplein. Daarnaast aanvaardde Guldemond in 1996 een parttime benoeming bij de huisartsenopleiding aan de Universiteit Maastricht. Daar is ze verantwoordelijk voor het onderwijs aan huisartsen-in-opleiding op huisartsenposten. Vanuit die functie komt ze in heel Limburg om de huisartsenposten te visiteren op de organisatie van het onderwijs. De afgelopen vijf jaar was ze vanuit Huisartsopleiding Nederland in Utrecht verantwoordelijk voor het vormgeven van de huisartsenopleiding op de huisartsenposten. Op 1 januari jl. werd dit project afgerond . Er verscheen van haar hand het boek ‘AIOS op de HAP; leidraad voor het leren dienstdoen’. Het boek wordt landelijk gebruikt bij de optimalisering van de opleiding van AIOS op huisartsenposten.
4
Sinds 14 februari werkt huisarts Yvonne Guldemond van Ubachsberg als medisch directeur van de Huisartsengroep Oostelijk Zuid-Limburg (HOZL) Het laatste half jaar is er heel veel veranderd in de verhoudingen in de medische wereld in deze regio. Het is nog niet eens zo lang geleden dat de huisartsengroep het ziekenhuis voor de rechter sleepte en de Centrale Huisartsenpost uit het ziekenhuis haalde en naar de verpleegkliniek verplaatste. De fluwelen touch van de nieuwe directie - bestaande uit medisch directeur Yvonne Guldemond en algemeen directeur Esther van Engelshoven - heeft nu al geleid tot een aanzienlijk betere werkrelatie tussen alle partijen. Ook opvallend: de focus is toekomstgericht, op het verbeteren van de inhoud van de zorg voor de patiënt. Voor de nieuwe functie is de nieuwe medisch directeur 2 dagen per week in dienst. Aan de huisartsopleiding van de Universiteit in Maastricht werkt ze nog 0,5 dag per week. Voor de huisartsenpraktijk in Ubachsberg houdt ze wekelijks 2,5 dag vrij. Echtgenoot en collega-huisarts Frank Guldemond heeft in de nieuwe praktijk een extra tandje moeten bijzetten. Daarbij wil hij ook tijd vrij kunnen blijven maken voor zijn specialismen; zo is hij onder meer kaderhuisarts ouderen en herstelarts voor de herstelafdeling van Zorgcentrum ‘t Brook in Voerendaal.
Structuur HOZL Huisartsen OZL is een holding van 108 huisartsen. Onder deze holding vallen vier bv’s: Nightcare, Chronische Zorg BV, Eerstelijns-Business-
Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
center BV en Huisartsen Diagnostiek en Behandelcentrum BV. De medisch directeur is verantwoordelijk voor de inhoud van de zorg van deze vier bv’s. De chronische zorg is op het ogenblik flink in ontwikkeling.
Chronische Zorg In de Chronische Zorg BV zijn samen met alle partners geprotocolleerde zorgketens ontwikkeld. Er zijn DBC’s gecontracteerd door de zorgverzekeraar voor diabetes, COPD, CVRM (hart- en vaatziekten), en op termijn gebeurt dat ook voor Depressie. Guldemond: ‘Wij garanderen een geprotocolleerde behandeling en staan borg voor een gegarandeerde kwaliteit. Wij gaan daarvoor de praktijken visiteren. Als er praktijken zijn waar de standaard niet wordt gehaald, bieden wij zodanig ondersteuning, dat ook die praktijken snel aansluiting vinden bij het hoge, afgesproken kwaliteitsniveau. Binnen de gehele keten zorgen we voor afstemming van de processen.’
HOZL: stabiele factor Vroeger hadden de verzekeraars te maken met nog meer dan 100 individuele, vaak solistische huisartsen. Die meer dan 100 adressen zijn teruggebracht naar een 70-tal (groeps)praktijken. ‘Dankzij HOZL zijn de huisartsen als groep georganiseerd. Voor die hele groep is HOZL als één partner aanspreekbaar voor de zorgverzekeraars.’ De medisch directeur vindt het belangrijk dat de zorgverzekeraars HOZL als een stabiele factor zien in het krachtenveld.
Nieuwe relatie met Atrium MC
HOZL wil nieuwe naam HOZL werkt nu in nauwe samenwerking met alle partners aan de toekomst. Het verleden is afgesloten. Dat het HOZL ernst is met het bouwen aan de toekomst, blijkt ook uit het gegeven dat de huisartsengroep op zoek gaat naar een nieuwe naam. ‘We willen nieuw elan uitstralen. Bovendien wordt de naam HOZL vaak uitgesproken als hozzul; dat lijkt erg op horzel, niet echt een beest waarmee je graag geïdentificeerd wordt. Iedereen die een goed alternatief heeft, is welkom bij het bureau van HOZL (
[email protected])’, lacht Yvonne Guldemond.
Daarnaast is er ook een nieuwe werkrelatie met het ziekenhuis. Guldemond: ‘Een keer per maand hebben we een gestructureerd bestuurlijk overleg met Atrium MC. Met zijn allen hebben we daarin één belang voorop gesteld en dat is optimale zorg voor de patiënt. En dat is pure winst’. Van diverse kanten wordt - met hoorbare opluchting aangevuld dat het helpt dat er aan beide kanten van het bord nieuwe poppetjes zitten. Verstoorde verhoudingen uit het verleden werken niet meer door in de toekomst. Zo reageert dr. Hans Kerkkamp, lid van de raad van bestuur van Atrium MC hierop desgevraagd alsvolgt: ‘Wanneer we echt betekenis willen geven aan een goede zorg in onze regio dan is goede samenwerking tussen de 1e en 2e lijn een absolute voorwaarde. De patiënten zullen merken dat we een gezamenlijk doel hebben, namelijk het verbeteren van de kwaliteit van leven, door intensieve plezierige samenwerking van de zorgaanbieders.’
Visie op de toekomst: geïntegreerde wijkzorg De nieuwe directie vindt dat HOZL goed op weg is naar een betere organisatie van de zorg. De komende periode wil ze belangrijke nieuwe stappen zetten op die koers: ‘De zorgverzekeraars hebben al van alles geprobeerd, maar zien de zorgproductie en de kosten van de zorg toch ieder jaar toenemen. Nu wordt gedacht aan een plan waarbij voor heel OZL een regiobudget beschikbaar komt, dat vervolgens door de partijen samen wordt ingezet. In dat plaatje wordt de generalistische en laagcomplexe zorg geboden door de eerstelijn en de hoog complexe zorg door de tweedelijn. De eerstelijn gaat daartoe in de regio op een aantal plekken laagcomplexe zorg in eerstelijns- en anderhalfs- lijns-centra aanbieden. We willen met de zorgverzekeraars en alle partijen een pilot in ons werkgebied starten, waarbij we de regiefunctie ontwikkelen en het zorgbudget slim wordt ingezet. In ons hele werkgebied streven we ernaar om geïntegreerde wijkzorg te ontwikkelen, vanuit het perspectief van de patiënt. Die wijkzorg is optimaal toegankelijk en kent een optimale samenhang. Daarbij moeten we met de patiënt aan de slag, opdat hij meer zijn eigen verantwoordelijkheid voor zijn gezondheid gaat nemen. De wijkgerichte zorg wordt afgestemd op de behoefte van de wijk. Zo willen we bijvoorbeeld voor het sterk vergrijzende Kerkrade een geriatrisch netwerk ontwikkelen en voor b.v. Zeswegen een jeugdnetwerk ontwikkelen’.
Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
5
Academische vorming in het medisch curriculum: noodzaak of luxe? G.J. van der Vusse, R.M.F.M. Leclercq, J.M.H. op ’t Root, A.C. Nieuwenhuijzen Kruseman* Tijdschrift voor Medisch Onderwijs jaargang 30, nummer 6 p. 315-323 Aandacht voor academische vorming binnen de universiteit neemt de laatste jaren sterk toe. Ook in het “Raamplan Artsopleiding 2009” wordt expliciet aandacht besteed aan dit onderwerp. Omdat academische vorming niet in een krachtige definitie te vangen is, hebben wij drie belangrijke domeinen van academische vorming binnen het curriculum geneeskunde geïdentificeerd en in onderdelen uitgewerkt om implementatie te vergemakkelijken. Het eerste domein betreft dat van de Doener: opleiding tot wetenschappelijk onderzoeker, het tweede van de Denker, waarin scholing in wetenschapsfilosofie, kennisleer, geschiedenis van de wetenschap en de geneeskunde, en medische ethiek en recht op de voorgrond treedt; het derde heeft betrekking op de basisarts als Docent, die geschoold is in communicatie met de patiënt, collegae en studenten, en aandacht besteedt aan de Grote Conversatie. Op het grensvlak van deze domeinen bevinden zich elementen als verantwoordelijkheid, reflectie, eerlijkheid en fraude, en taalvaardigheid. Voorts wordt aandacht besteed aan mogelijkheden de te onderscheiden elementen in het curriculum geneeskunde te realiseren en aan problemen die daarbij kunnen rijzen. (Vusse GJ van der, Leclercq RMFM, Root JMH op ‘t, Nieuwenhuijzen Kruseman AC. Academische vorming in het medisch curriculum: noodzaak of luxe? Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2011;30(6):315-323.)
6
Regelmatig komt in Nederland de vraag aan de orde in welke mate universitair onderwijs garant staat voor academische vorming en of iemand die aan een universiteit is afgestudeerd ook over een academische attitude beschikt.1-5 Deze vraag wordt niet alleen gesteld om het onderscheid tussen universitaire en HBO opleidingen te accentueren, maar om ook het evidente belang van academische vorming aan de orde te stellen. In het Raamplan Artsopleiding 2009 wordt academische vorming uitgewerkt als onderdeel van het medisch curriculum met sterke nadruk op de arts als wetenschappelijk onderzoeker.6 In de afgelopen jaren hebben meerdere medische faculteiten academische vorming opgenomen in het medisch curriculum. 4, 7 Eveneens is het vermeldenswaard dat de Nederlandse Vereniging voor Medisch Onderwijs (NVMO) een werkgroep ingesteld heeft, die ook academische vorming thematiseert. Bij deze hernieuwde belangstelling voor academische vorming kan de vraag gesteld worden of academische vorming in het verleden een belangrijk onderdeel van de opleiding tot (basis)arts was en in welke periode de aandacht hiervoor is verslapt. De indruk bestaat dat in de jaren zestig van de vorige eeuw, deels door de democratisering van het hoger onderwijs, die er toe geleid heeft dat het aantal studerenden snel steeg, deels door de roep vanuit een groep politiek actieve studenten om het hoger onderwijs meer maatschappijbewust te maken, ook de opleiding Geneeskunde op een meer rationele leest geschoeid werd, hetgeen ten koste ging van de inbreng van de Humaniora in het medisch curriculum.8 Het nutsdenken trad vanaf die tijd steeds meer op de voorgrond. In dit tijdschrift is enige jaren geleden op indrukwekkende wijze door Derkse een lans gebroken voor de restauratie van algemene vorming in universitaire opleidingen omdat de ‘vruchtbare nutteloosheid’ ervan kan bijdragen aan een verruiming van de eigen reflectiehorizon.9 Het begrip academische vorming is moeilijk in een krachtige definitie te vangen. De vraag is of een poging daartoe tot meer helderheid zal leiden. Immers, een definitie stelt vast, omkadert, includeert en excludeert daarmee ook. Exclusie kan leiden tot het uit zicht raken van aspecten die door anderen, eventueel in een ander tijdsgewricht, als essentieel worden ervaren. Hoewel academische vorming niet eenduidig te definiëren is en in beschouwingen over dit onderwerp verschillend gedacht wordt over de essentie van academische vorming, over het onderscheid tussen academische en wetenschappelijke vorming en over de opgestelde criteria, zijn het laatste decennium door diverse auteurs waardevolle bijdragen geleverd aan de discussie over de wenselijkheid van het introduceren van academische vorming.1 9-10 Niet alleen zijn ontwerpers van medische curricula expliciete aandacht gaan besteden aan academische vorming, ook bij de drie Nederlandse Technische Universiteiten werd een sterke behoefte gevoeld academische vorming een plaats te geven binnen hun ingenieursopleidingen. Hiertoe werden zeven competentiegebieden geformuleerd met te onderscheiden criteria voor het bacheloren masterniveau.11 Wat betreft geneeskunde komt daar een derde niveau bij, het niveau van de basisarts. Regel is echter dat een student geneeskunde zich richt op het artsexamen en op de functie als arts. Daarom lijkt het ons voor het medisch curriculum alleen relevant om criteria te formuleren op het niveau van het artsexamen.
Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
Om een programmatische uitwerking te faciliteren hebben wij de kerncompetenties herrangschikt en de, naar onze mening, expliciet te onderscheiden elementen van academische vorming zichtbaarder gemaakt. Het resultaat voor de geneeskunde is een beschrijving van academische vorming vanuit het perspectief van: • De Doener: de arts als wetenschapper die over het nodige gereedschap beschikt om actief deel te nemen aan wetenschappelijk onderzoek en in staat is resultaten van wetenschappelijk onderzoek naar waarde te beoordelen en in de praktijkcontacten met de patiënt toe te passen. • De Denker: de professional die reflecteert op wetenschap in het algemeen en op geneeskunde in het bijzonder, die ethische en juridische aspecten van de geneeskunde weet te doorgronden, en die doordrongen is van de persoonlijke en maatschappelijke verantwoordelijkheden van de universitair opgeleide arts. • De Docent: de onderwijzer die in staat en bereid is om kennis over te dragen aan patiënten, collegae, en leerlingen, maar ook ‘Het Verhaal’ doorgeeft aan anderen en deel weet te nemen aan ‘de Grote Conversatie’, een volgens Kronman reeds lang geleden ingezette en nog steeds voortdurende conversatie over de belangrijke kwesties van het leven.12 Waar deze drie domeinen elkaar overlappen, komen aspecten voor als verantwoordelijkheid, reflecteren op de eigen rol als arts en wetenschapper, eerlijkheid en fraude, ontwikkeling van een persoonlijke leerstrategie en het beschikken over bovengemiddelde taal- en didactische vaardigheden.1 In Figuur 1 worden deze drie domeinen als deels overlappende cirkels weergegeven. Hun onderlinge begrenzing is vager dan in de figuur wordt gesuggereerd en de grootte van de cirkels zal per persoon verschillen.
Het domein van de Doener De moderne geneeskunde is het product van intensief wetenschappelijk onderzoek gedurende tal van jaren. Dit werk is nooit af. Voortdurend wordt bestaande kennis vervangen op basis van door wetenschappelijk onderzoek verworven nieuwe inzichten en technische mogelijkheden. De arts speelt als onderzoeker in dit proces een essentiële rol. Dit maakt een opleiding tot wetenschappelijk onderzoeker in het medisch curriculum tot topprioriteit. De arts die zelfstandig wetenschappelijk onderzoek verricht, of daar op adequate wijze in kan participeren, is een essentiële schakel in de vertaling van zorgvragen in wetenschappelijk onderzoek en in de toepassing van resultaten daarvan in de praktijk. Ook indien een arts niet actief in wetenschappelijk onderzoek participeert, spreekt en verstaat hij of zij de taal van de wetenschap. Essentieel hierbij is kennis van onderzoeksmethoden, met name epidemiologie en medische statistiek, en het vermogen om door kritisch lezen van de medischwetenschappelijke literatuur een afweging te maken of nieuwe kennis en methodieken voldoende uitgekristalliseerd zijn voor toepassing in de praktijk.
De Doener • Onderzoeksmethodologie • Epidemiologie • Medische statistiek • Kritisch lezen
De Denker • Wetenschapsfilosofie • Kennisleer en -theorie • Geschiedenis der geneeskunde • Medische ethiek en recht
Docent • Communicator met patiënt, collega, student • Deelnemer grote conversatie • Doorgever van het verhaal
• verantwoordelijkheid • reflexie • eerlijkheid en fraude • leerstrategie • taalvaardigheid
Figuur 1. Venn-diagram met de drie domeinen van academische vorming: de Doener, de Denker en de Docent.
Het domein van de Denker Het domein van de Denker wordt wel als academische vorming in strikte zin beschouwd omdat activiteiten in dit domein bij uitstek zullen leiden tot een academische attitude. In tegenstelling tot het domein van de Doener is bij de Denker minder nauwkeurig aan te geven welke elementen tot dit domein behoren. Ook anderen hebben met dit probleem geworsteld.2 Dat maakt echter het domein niet minder relevant en de aandacht ervoor niet minder urgent. De teloorgang van de Humaniora aan de Nederlandse universiteiten maakt dit probleem nijpender. Een poging dit domein te omschrijven in plaats van exact te definiëren heeft tot voordeel dat er ruimte gecreëerd wordt voor persoonlijke invulling door de docent én de student. Inzicht in wetenschapsfilosofie, wetenschapsleer en kennistheorie behoort tot dit domein. Belangrijke vragen die zich daarbij voordoen zijn: Het is evident dat wetenschap in hoog aanzien staat, maar wat is wetenschap eigenlijk? Wat is het bijzondere aan wetenschap en aan haar methoden? Waarop is de autoriteit van de wetenschap gebaseerd? Met dit inzicht zal de pas afgestudeerde arts in een wereld van argumenten voor en tegen, (on)zekerheden en overtuiging, objectivisme en constructivisme, evidentie en empirie uiteindelijk opmerkzaam, vindingrijk en kritisch zijn of haar positie bepalen. Ook inzicht in de geschiedenis van de wetenschap, en specifiek van de geneeskunde, is hiertoe belangrijk.13 Het laat zien wie bijgedragen heeft aan geneeskundige kennis en op welke wijze. Inzicht in de geschiedenis van wetenschap en geneeskunde draagt ook bij aan het vermogen begrip te tonen voor de grenzen en de betrekkelijkheid van geneeskundige kennis. Het leert te leven en te werken met onzekerheden. Medische ethiek en gezondheidsrecht zijn eveneens belangrijke aspecten van academische vorming. Allereerst is er de unieke en individuele patiënt met zijn of haar medische hulpvraag en de afweging van de arts wat goed, juist en rechtvaardig voor hem of haar is. Zaken als wat medisch mogelijk is, welke alternatieven er zijn en wat
Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
7
8
Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
de vigerende juridische en maatschappelijke opvattingen zijn, spelen ook een rol. Het zijn onderwerpen die de student zich eigen maakt om te kunnen reflecteren op de meest essentiële zaken van de geneeskunde en daarin een eigen positie in te nemen. Hierdoor leert de arts de ethische grondslagen van het beroep, en wordt hij of zij zich ervan bewust dat ethische en juridische normen en systemen niet alleen gebonden zijn aan de samenleving en gezondheidszorg maar ook aan persoonlijke belangen, mogelijkheden en waardesystemen.
Het domein van de Docent Het derde domein, de Docent, wordt gekarakteriseerd door de arts die informatie weet te vergaren via literatuur, een luisterend oor en open dialoog én kennis weet over te dragen aan anderen. De docent weet in voor de patiënt begrijpelijke termen uit te leggen en te bespreken wat het medische probleem is, wat de therapeutische mogelijkheden zijn en welke verantwoordelijkheden de patiënt zelf heeft in zijn of haar ziekte. De docent weet ook aan de hand van eigen inzichten en als rolmodel voor studenten een faciliterende rol te spelen bij het conceptualiseren van complexe problemen.19 Op metaniveau betreft het hier de arts die deel kan nemen aan het maatschappelijk debat over zijn beroep en de Grote Conversatie.12 Deze Conversatie wordt gevoerd zowel door dichters, romanschrijvers en kunstenaars alsook door wetenschappers, inclusief historici en filosofen. De student is te beschouwen als een laatkomer in deze conversatie, leert hier veel van en kan een bijdrage leveren. Ook is de docent de spil in het doorvertellen van Het Verhaal, het Verhaal waarvan het zo belangrijk is dat het verteld blijft worden, omdat ‘Science and Medicine fundamentally story telling activities’ zijn.14
Grensvlakken van de drie domeinen In het gebied van de elkaar overlappende cirkels van de Doener, de Denker en de Docent, bevinden zich elementen als: • Het nemen van verantwoordelijkheid.15 Elke afgestudeerde arts heeft inzicht in het begrip verantwoordelijkheid en is zich bewust van zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van patiënten, zichzelf als hulpverlener en zijn of haar taak ten behoeve van de samenleving. Deze verantwoordelijkheid is ondermeer gebaseerd op een gedegen inzicht in en reflectie op ethische aspecten van zijn of haar professionele handelen, en op analyse van informatiebronnen, meningen/ opvattingen, etc. • Het vermogen tot reflectie op eigen functioneren als wetenschappelijk onderzoeker en als uitvoerder van wetenschappelijk verkregen kennis. • Aspecten als eerlijkheid, vrij zijn van vooringenomenheid, onderkennen en uitbannen van fraude, het weerstand bieden tegen plagiaat en eer toekennen aan wie ere toekomt.16 • Het ontwikkelen van persoonlijke leerstrategieën omdat de geneeskunde niet af is bij het behalen van het
basisartsdiploma. Het is een gebied dat voortdurend in beweging is en gekenmerkt wordt door een snelle ontwikkeling van kennis en kunde. • Het aanleren van en beschikken over een goede taalvaardigheid, zowel mondeling als schriftelijk. Een hoge mate van taalvaardigheid is niet alleen van belang voor het contact met de patiënt, maar ook voor discussies met vakgenoten en het doorvertellen van ervaringen. Hierbij is uiteraard de landstaal belangrijk maar ook een goede beheersing van het Engels, een taal die uitgegroeid is tot de lingua franca van de moderne wetenschap.
Implementatie en afsluitende overwegingen De hamvraag die gesteld kan worden is of hernieuwde aandacht in het medisch curriculum voor academische vorming ook leidt tot betere artsen, artsen die in staat zijn tegemoet te komen aan de hoge eisen die zijzelf en de maatschappij stellen bij de uitoefening van de geneeskunst. We wagen een poging om deze vraag te beantwoorden. We stellen vooraf dat academische vorming, met de drie te onderscheiden domeinen van de Doener (de wetenschapper), de Denker (de academicus) en de Docent (de onderwijzer), alleen te realiseren is als zij is gestoeld op een hecht fundament, dat wil zeggen een medisch curriculum met aandacht voor het aanleren van voor een basisarts gewenste medische kennis en kunde. Terecht wordt in het Raamplan Artsopleiding 2009 ruim aandacht besteed aan dit fundament en worden richtlijnen geformuleerd om dit te realiseren. Naar onze overtuiging zal een dergelijk sterk fundament aangevuld met academische vorming in de meest brede zin van het woord leiden tot betere artsen. Artsen zijn dan in staat om een zinvolle bijdrage te leveren aan het vermeerderen van wetenschappelijk kennis en methodieken, deze beide aspecten op hun merites te beoordelen en na weging toe te voegen aan hun theoretisch en praktisch instrumentarium. Zij zijn beter opgewassen tegen de eisen die de maatschappij en ook zij zelf stellen aan het uitoefenen van de geneeskunst in een complexe en steeds veranderende wereld, waarin persoonlijke verantwoordelijkheid en ethisch verantwoord handelen essentieel zijn. Tevens zal het ertoe leiden dat de arts zich geëquipeerd acht om deel te nemen aan het politiek-economische discours over de gezondheidszorg. Tenslotte zullen zij, zoals helder verwoord door Martha Nussbaum in haar beschouwing over academische vorming van studenten aan Angelsaksische universiteiten, zich ontwikkelen tot volwaardige leden van een steeds complexer wordende samenleving.17 Als overeenstemming bereikt wordt over de vraag of academische vorming een essentieel onderdeel van het medisch curriculum is, dringen zich tenminste twee nieuwe vragen op die een duidelijk antwoord behoeven: hoe wordt academische vorming, im- of expliciet, in het curriculum gestalte gegeven en hoe wordt academische vorming getoetst? Uitgaande van de te onderscheiden elementen
Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
9
uit het Venn-diagram kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan.
Het domein van de Doener De grondbeginselen van wetenschappelijke vorming (het domein van de Doener) kunnen ondermeer aangeleerd worden aan de hand van een databestand waarin gegevens opgeslagen zijn die verkregen worden tijdens practica in de bachelorfase waarbij de studenten onderzoek doen bij zichzelf. Een willekeurig voorbeeld hierbij is een practicum Spirometrie waarbij gegevens over longvolumina, piekstroom, Tiffaneau index, etc. worden verzameld. Niet alleen ervaart de student wat het betekent om zelf een lichamelijk onderzoek te ondergaan, ook leert hij/zij een databestand op te bouwen waarin gegevens van de gehele jaargroep worden opgeslagen en beschikbaar zijn voor nader onderzoek. Aan de hand van onderzoeksvragen die door de studenten zelf geformuleerd worden, kunnen de data gebruikt worden, waarbij ook onderricht in medische statistiek een plaats kan krijgen. De onderzoeksresultaten worden beschreven in meerdere scripties waardoor geoefend kan worden in schriftelijke taalvaardigheid. Het is essentieel dat deze scripties zowel vormtechnisch als inhoudelijk door deskundigen beoordeeld worden, waarna beide aspecten worden besproken. Persoonlijke feedback is cruciaal voor de wetenschappelijke vorming van de student. In de masterfase kan wetenschappelijke vorming verder gestalte krijgen in een uitgebreide wetenschapsstage. Toetsing vindt plaats in de vorm van continue feedback op de vorderingen die de student maakt betreffende het formuleren van een onderzoeksvraag, opzetten van een onderzoeksprotocol, uitvoeren van onderzoek, analyseren van de verkregen resultaten en mondelinge alsook schriftelijke verslaglegging. Het verkrijgen van epidemiologische kennis kan door de jaren heen plaatsvinden in kleinschalig onderwijs ondermeer via Critical Appraisal of a Topic (CAT). Hierbij bespreken studenten in koppels van twee een wetenschappelijk artikel met aandacht voor onderwerpen als selectiebias, sensitiviteit/specificiteit, gouden standaard, etc. Toetsing van hun vorderingen op dit gebied vindt plaats door vakdocenten, bij voorkeur in de vorm van persoonlijke feedback aan de hand van een schriftelijke CAT opdracht.
Het domein van de Denker Belangrijke elementen van het domein van de Denker, wetenschapsfilosofie, kennisleer en kennistheorie lenen zich niet goed voor grootschalige colleges. Eerder dient gedacht te worden aan kleinschalige ‘socratische lessen’ waarbij persoonlijk contact tussen docent en student gegarandeerd is. Deze lessen zijn blok- en themaoverstijgend en worden regelmatig in de bachelorfase gegeven. Toetsing kan plaatsvinden in de vorm van essays die de student individueel schrijft en zowel vormtechnisch als inhoudelijk beoordeeld worden met een persoonlijk terugkoppeling
10
Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
naar de student. De geschiedenis van de geneeskunde zou, indien beschikt wordt over bevlogen docenten met grote didactische gaven, gedoceerd kunnen worden in capita selecta-achtige, grootschalige colleges. Deze colleges leren de student informatie op te doen uit het gesproken woord, waarbij de vakdocent een rolmodel is voor de student betreffende het verzorgen van een lezing voor een groot publiek. Toetsing van het kennisniveau van de student kan plaatsvinden middels een tentamen bestaande uit open vragen. Multiple choice tentamens zijn minder geschikt als toetsmiddel. Daarnaast kan gedacht worden aan het schrijven van essays, beoordeeld met persoonlijke feedback aan de student door de vakdocent. Kleinschalig onderricht in medische ethiek en recht lijkt het best verzorgd te kunnen worden tijdens de coschappen in de masterfase van het curriculum, omdat dan aangesloten kan worden bij de belevingswereld van de student. De thema’s van de discussiegroepen kunnen door de studenten zelf aangereikt worden, maar ook ingebracht worden door de vakdocent op basis van hun actualiteit. Toetsing van de persoonlijke ontwikkeling van de student op dit gebied kan plaatsvinden door middel van het schrijven van essays of het houden van een voordracht voor de peergroep.
Het domein van de Docent Een aantal aspecten komt impliciet tot hun recht in curricula die gebaseerd zijn op probleemgestuurd onderwijs (PGO). Kleinschalig onderwijs in onderwijsgroepen leidt ertoe dat de student leert luisteren naar de ander, op heldere wijze standpunten formuleert en communiceert, en respectvol omgaat met opvattingen van zijn/ haar medestudenten. Toetsing vindt plaats in een persoonlijke beoordeling door de onderwijsgroepsleden en de tutor/stafmedewerker. Tijdens de bachelorfase kan communicatie geoefend met en beoordeeld worden door simulatiepatiënten en collegastudenten in een Skillslab omgeving. Tijdens de masterfase wordt deze mogelijkheid geboden in de coschappen onder voorwaarde van een veilig klimaat voor het geven en ontvangen van feedback. De student gevoelig maken voor de narratieve aspecten van de wetenschap in het algemeen en de geneeskunde in het bijzonder en deelname aan de Grote Conversatie is een impliciete taak van de wetenschappelijke en klinische staf tijdens het vervullen van hun onderwijs- en begeleidingsrollen. Expliciete summatieve toetsing van de student is hierbij niet aan de orde.
Op het grensvlak van de drie domeinen Veel zaken die zich bevinden op het grensvlak van de drie domeinen zijn al de revue gepasseerd. Het aanleren van taalvaardigheid zowel in de landstaal als in het wetenschappelijk Engels vindt plaats via het schrijven van essays en het houden van voordrachten door de student gedurende het gehele curriculum. Ook voor het aanleren van een leerstrategie, die de student in staat stelt om ‘education permanente’ in de praktijk te realiseren, dient een impliciete plaats in het curriculum ingeruimd te zijn. Als onderdeel van onderricht in Medische ethiek en recht en de CAT kan aandacht beteed worden aan ‘eerlijkheid
AGENDA 2012 11-09 Training Assertiviteit Feedback-Eindhoven
en fraude’. Ook is het aan te bevelen om tijdens de coschappen tijd in te ruimen voor het bespreken van actuele uitspraken van de Medische tuchtcolleges. Het toetsen van individuele voortgang op dit gebied kan plaatsvinden middels een beoordeling van voordrachten van de student voor zijn/haar peergroep en van essays. Reflectie op de diverse rollen die de basisarts speelt binnen de wetenschap en de geneeskunde zal in belangrijke mate gestimuleerd worden door stafmedewerkers die weten dat zij een rolmodel zijn voor hun studenten. Ten slotte ‘verantwoordelijkheid’: naast het feit dat elementen hiervan in vrijwel alle andere aspecten en onderwijsmomenten zijn terug te vinden, overstijgen ze deze ook.
25-09 / 16-10 Training Assertiviteit Feedback Eindhoven 27-09 Training respectvolle bejegening in de zorg 23-10 Training onderhandelen met meer effect 25-10 Training Veeleisende Patienten
ING
22-11-2012/01-02-2013 Gedragsmatige aanpak van chronische pijn Kijk voor het complete overzicht en meer informatie op: www.topevent.nl
STICH T
Het streven naar universitair opgeleide artsen met een academische attitude is op dit moment echter niet eenvoudig te realiseren. Academische vorming betekent intensivering van het onderwijs en uitbreiding van het aantal stafmedewerkers. In het huidige politieke klimaat staan echter studieduurverkorting, marktwerking, efficiency en bezuinigingen op de onderwijsformatie hoog op de agenda. Dit, in combinatie met een gestaag stijgend aantal jongeren dat aan de poorten van de universiteit klopt om toegelaten te worden, zet academische vorming in het medisch curriculum ernstig onder druk.
20-09 Training Slecht nieuws gesprek voeren
WENCKEBACH
LET OP! Vanwege het wedstrijdschema van Roda JC, opgelegd door de KNVB, is het 22e Wenckebach Symposium verplaatst van 2 november naar 26 OKTOBER! WENCKEBACH REFEREERAVONDEN 22/9 kindergeneeskunde 20/10 MDL: zorgprobramma prikkelbare darmsyndroom Telkens van 17.45 tot 20.00 uur in Ruimte E/F Atrium Heerlen
Tot slot Op dinsdag 5 juni 2012 werd in Centre Ville in Maastricht door KNMG Limburg voor de derde maal een studentenquiz georganiseerd. Ook ditmaal was de quiz geheel in handen van de werkgroep studenten. Er was een grote opkomst van over de 100 studenten die moeilijke vragen voorgeschoteld kregen van collega Rango van de afdeling anatomie, collega van Ommen van de cardiologie en collega Henry van de interne geneeskunde allen verbonden aan het MUMC+. Ook ditmaal konden enkele gelukkigen met mooie prijzen de deur uit gaan: een 4-gangen lunch bij la Baluga, Tappas bij Bodega en geneeskundeboeken. De prijzen werden bereidwillig gesponored door ABN Amro en Study Store. Na een leerzame en spannende avond keerde iedereen tevreden naar huis.
STUDENTENQUIZ
Academische vorming staat en valt bij de actieve participatie van zowel de vakdocent als de student. De ideale vakdocent beschikt zelf over een academische attitude omdat zij of hij, hoe dan ook, een rolmodel is in de basisartsopleiding. Docentprofessionalisering helpt daarbij, maar voor de vakdocent blijven een natuurlijke grondhouding, enthousiasmerende inzet en gedegen en brede kennis van zijn/haar eigen vakgebied en daarbuiten essentieel.18-19 Tevens is een universitair carrièrebeleid, dat ook op onderwijs toegesneden is, hoogst noodzakelijk maar veelal niet aanwezig. Academische vorming is geen activiteit die achteroverleunend in de collegebank gerealiseerd wordt: intrinsieke motivatie van de student is een voorwaarde om zich academisch te laten vormen en zich een academische attitude eigen te maken. Niet bij elke student zal academische vorming een warm onthaal krijgen, maar studenten de mogelijkheid onthouden om zich academisch te vormen is geen acceptabel alternatief. De voor ons retorische vraag: “Wie zou niet bij een dergelijke wereld willen horen, een wereld waar een brede wetenschappelijke, maatschappelijke, sociale en culturele vorming geboden wordt?” is hierbij duidelijk van toepassing.20 Een medische faculteit, die ingebed is in een universitaire gemeenschap waar patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek verweven zijn en waar een scala aan opleidingen wordt aangeboden, is bij uitstek de plaats waar een dergelijke wereld gecreëerd wordt..
Nieuwjaarsbijeenkomst 2013 Op zondag 13 januari 2013 houdt KNMG Limburg haar traditionele nieuwjaarsbijeenkomst in Chateau St Gerlach te Meerssen. De bijeenkomst zal wederom worden ingeluid met een forumdiscussie onder leiding van dhr Arie Nieuwenhuijzen Kruseman met als onderwerp: Zorg in de Euregio: Grenzeloos? Noteer deze datum alvast in uw agenda!
Literatuur kunt u vinden op de website van Tijschrift voor Medisch onderwijs Voor de publicatie van dit artikel werd toestemming gegeven door de auteurs en Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
11
NOTULEN Ledenvergadering KNMG Limburg
15 maar t
Op donderdag 15 maart werd in het Pesthuys te Maastricht de algemene ledenvergadering van KNMG Limburg gehouden. Naast het bestuur waren 22 leden aanwezig. Na de ledenvergadering werd een zeer interessant bezoek gebracht aan de klokkenmaker. De notulen van de ledenvergadering kunt u hieronder lezen. 1. Mededelingen en ingekomen stukken Er is kort stil gestaan bij de herdenking van drie oud leden: • Gertuida Nijdam Wackers • Prof. Dr. Ed Marres • Tom Verschueren Verder is het ledenbestand in het district gegroeid. Er zijn afgelopen jaar veel activiteiten georganiseerd, waaronder: • Wie neemt wie de maat • Studentenquiz (twee maal) • Website www.knmglimburg.nl • Schelmenstreek • Artsen Senioren • MMSRC/CISS • Stichting Klinische Avonden • Kwetsbare Ouderen • Wenckebach Symposium • Nieuwjaarsbijeenkomst • Besloten Linked-in groep • Twitter account • 5 Bestuursvergadering • 2 maal voorzittersoverleg • Algemene vergadering KNMG • Samenwerking met Top-Event 2.Vaststelling agenda Er zijn schriftelijk en mondeling geen aanvullingen op de agenda binnengekomen. 3. Ingekomen en uitgaande stukken De district rekening is ondergebracht bij de ING. Vanuit de federatie KNMG is vastgesteld dat de accountant te weinig inzicht had in de gelden. Daarom is besloten dat alle financiën van de districten zijn ondergebracht bij de ING, daar zijn separate rekeningen. De federatie heeft geen recht om mutaties te doen, wel hebben ze inzicht in wat er gebeurd op de rekening en komen die onder de federatie te hangen. Dat betekent dat de bestuurders van de districten niet meer persoonlijk aansprakelijk zijn voor alles wat ze doen en laten. Een aantal jaren zijn er geen kascontroles uitgevoerd. Er is toen besloten om Muhlenberg accountants te vragen om alle financiën van 2008 tot 2011 te controleren. De controle heeft plaatsgevonden en komt in punt 6 van het financieel verslag 2008-2011 verder aan de orde.
12
Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
4.Vaststelling notulen algemene ledenvergadering 2011 De notulen van de algemene ledenvergadering 2011 zijn kort voorgelezen en door alle leden goedgekeurd en hiermee dan ook vastgesteld. Als het technisch mogelijk is, dan is er gevraagd om de notulen van de vergadering op de website in een besloten groep te plaatsen. 5. Jaarverslag 2011 Het jaarverslag van 2011 is doorgenomen en door alle leden goedgekeurd en hiermee dan ook vastgesteld. 6. Financieel verslag 2008-2011 Hieronder een korte toelichting op de presentatie. De balans van 2008 is gepresenteerd. In 2008 is meer uitgegeven dan er aan gelden zijn binnen gekomen. De balans van 2009 is gepresenteerd. De uitgaven waren ongeveer gelijk. In 2009 heeft de afdeling Roermond het geld naar de Districtrekening overgemaakt, daardoor zijn de inkomsten in 2009 hoger. De balans van 2010 zijn gepresenteerd. Er is minder uitgegeven. De afdeling Heerlen heeft in 2010 het geld naar de districtrekening overgemaakt. De balans van 2011 is gepresenteerd. In 2011 zijn de advertentie inkomsten gedaald. Het geld van de afdeling Sittard/Geleen wordt nog overgemaakt naar de districtrekening. Tijdens de vergadering hebben een aantal leden aangegeven dat de promotiekosten hoog zijn en deze mogelijk naar beneden gebracht kunnen worden. Hiervoor is geopperd om de Schelmenstreek niet meer hardcopy maar via internet te verspreiden. Over dit punt is gediscussieerd tijdens de vergadering en er is een besluit genomen. Het besluit is dat de overstap gemaakt zal worden, maar dit jaar nog niet. Er zal aan het eind van het jaar een inventarisatie plaatsvinden welke leden de Schelmenstreek als boekje willen ontvangen en welke leden het liever per e-mail willen krijgen. Er is een opmerking gekomen dat de balans van de accountant niet hetzelfde is als een kascontrole. Het is niet rechtsgeldig op deze manier. De kascontrole over de jaren 2008-2011 zal alsnog plaatsvinden, omdat het niet mogelijk was om uit te voeren. De heer Janssen wil de kascontrole doen en mevrouw Depree zal het overwegen. Aangezien er geen kascontrole is geweest worden de collega’s Wanders en Parren nog niet gedechargeerd. Wel worden de
oud-penningmeesters van de afdelingen gedechargeerd: H. Houben, C.Willekes, B. Depree, M. Belinfante. Daar er nog gelden op de afdelingsrekening Sittard staan wordt J. Stefelmanns niet gedechargeerd. 7. Begroting 2012 De begroting is toegelicht. Er is vastgesteld dat er veel geld in kas is. Het district wil graag geld uitgeven en veel organiseren, maar aan zinnige dingen. Een aantal aanwezigen hebben geopperd om seniorleden vrij te stellen van het betalen van contributie. De contributie voor volgend jaar voor seniorleden is vastgesteld op 10 euro. Besloten is om het beleid ten aanzien van de activiteiten over een aantal jaren te verspreiden. • Decharge penningmeesters Rekeningen opgegeven van de afdelingen daarom penningmeesters niet nodig. Is geaccordeerd. 8. Jaarprogramma 2012-2014 Is kort toegelicht en geaccordeerd. 9. Ereleden Dr. Caroline Vos, gynaecoloog is geaccordeerd om als erelid te benoemen. Prof. Dr. Arie Nieuwenhuijzen Kruseman, Internist is geaccordeerd om als erelid te benoemen. De sculptuur voor ereleden zal tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst uitgereikt worden. Leden kunnen een voorstel doen voor ereleden. Het bestuur stemt er vervolgens over en de algemene vergadering beslist. 10. Bestuursmutaties De heer Parren, de heer Stefelmans en de heer Smeets zijn afgetreden als bestuurslid. 11. Werkgroep studenten Mevrouw Römkens, vertegenwoordiger van de werkgroep studenten, heeft met de werkgroep veel leuke activiteiten georganiseerd voor de KNMG. De activiteiten zijn tijdens de vergadering kort toegelicht. Hein Handgraaf en Henri Boersma zullen de werkgroep verlaten. 12. Werkgroep Artsen senioren De werkgroep Artsen Senioren onder leiding van de heer Smeets loopt goed. Er zijn een aantal activiteiten georganiseerd. 13. Website KNMG Limburg, Social Media De website/social media worden bezocht en is up-to-date. 14. Lustrum KNMG Limburg 135 jaar Het idee is om eind volgend jaar het lustrum te organiseren in de Oostelijke Mijnstreek in samenwerking met het Wenkenbach. Hier is voor gekozen omdat zij het professioneel aanpakken. Er zal een boekje komen waarin leuke teksten komen te staan. Tijdens de vergadering is er aan de aanwezigen gevraagd of er een aantal zijn die willen deelnemen in de congrescommissie. Geïnteresseerden kunnen mailen naar de voorzitter. 15. Rondvraag Geen vragen voor de rondvraag. Alleen de opmerking waarom de nascholingsactiviteiten zo duur zijn. De voorzitter geeft aan dat de meeste KNMG-activiteiten gratis zijn en niet voor de overige nascholingen kan spreken.
BESTUURSMUTATIES Afscheid Frans Smeets Helaas heeft Frans Smeets aangegeven te willen stoppen met het bestuurslidmaatschap. Hij zal wel doorgaan met de KNMG wandelgroep. Als bestuur wensen wij Frans nog heel veel fijne jaren met deze succesvolle groep.
Nieuwe Bestuur sleden Marjolein Braakhuis Marjolein Braakhuis, kinderarts in opleiding, heeft aangegeven te willen toetreden tot het bestuur. Wij verwelkomen haar binnen het bestuur en wensen haar de komende jaren veel bestuursplezier. Tot de ledenvergadering in 2013 zal zij als toehoorder de vergaderingen bijwonen. Marjolein is op 11 februari 1981 geboren in Nijmegen en opgegroeid in Wijchen. De studie geneeskunde is zij in Diepenbeek (Belgie) begonnen en heeft zij in Nijmegen afgerond. In haar studententijd was zij actief lid van roeivereniging Phocas en de studievereniging. In 2010 is zij begonnen met de opleiding kindergeneeskunde in Maastricht. Momenteel is zij voor haar perifere stage verbonden aan Atrium MC in Heerlen. Ze organiseert het cursorisch onderwijs voor de opleidingsassistenen kindergeneeskunde in Zuid-Oost Nederland. In haar vrije tijd maakt ze graag verre reizen en houdt ze van zeilen, lezen en koken. Roy van Poppel Roy van Poppel is op 13 juni 1977 geboren in Eindhoven. Hij studeert momenteel geneeskunde aan de Universiteit Maastricht. Naast zijn studie is hij Vice President en Chairman van het Scientific Program geweest van het Maastricht Medical Students Science Symposium. Daarnaast is hij student onderzoeker bij huisartsgeneeskunde. ERELEDEN De ledenvergadering van KNMG District Limburg heeft op voordracht van het bestuur en na positief bevonden ruggespraak het erelidmaatschap toegewezen aan dhr Arie Nieuwenhuizen Kruseman en mevr Caroline Vos. Dit voor hun verdiensten voor KNMG District Limburg en de KNMG in het algemeen. Wij willen hen van harte feliciteren met hun erelidmaatschap. Inmiddels zijn beide op de hoogte van hun toegekende onderscheiding. Het bijbehorende certificaat en de sculptuur zullen hen worden uitgereikt tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst van KNMG Limburg op zondag 13 januari 2013 in Chateau St. Gerlach.
Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
13
Het Senior Friendly Hospital Framework als inspiratie Het aantal opgenomen patiënten van 70 jaar en ouder groeit fors (in Orbis Medisch Centrum 2006: 22%; 2011: 33%). Uit onderzoek blijkt dat met name kwetsbare ouderen onnodig functieverlies lijden tijdens een ziekenhuisopname en een verhoogd risico hebben op complicaties zoals een delirium, een val of ondervoeding. Deze sterk groeiende groep ouderen vraagt om een gerichte, ziekenhuisbrede, proactieve aanpak. Systematische aandacht voor oudere patiënten in Orbis Medisch Centrum In het kader van het Nationaal Programma Ouderenzorg heeft Orbis Medisch Centrum in de afgelopen jaren flink in deze aanpak geïnvesteerd. Zo worden alle opgenomen 70-plussers gescreend op kwetsbaarheid (Groningen Frailty Indicator / GFI) en op het risico op specifieke complicaties. Is er sprake van risico dan volgt een gerichte beoordeling, analyse en worden preventieve maatregelen genomen om functieverlies te voorkomen. Afgelopen voorjaar kwam voor de professionals een boekje met samenvattingskaarten van de aanpak ziekenhuisbreed beschikbaar. Op de Spoed Eisende Hulp (SEH) en de Pre Operatieve Screening (POS) werden specifieke deelprojecten gestart.
De zorg voor opgenomen oudere kwetsbare patiënten reikt echter verder dan complicatiepreventie. Denk aan communicatie en bejegening die rekening houdt met communicatieve beperkingen van ouderen; samenwerken en afstemmen van de zorg met zorgende familieleden rondom de opgenomen oudere; continuïteit van zorg bij ontslag; aspecten van de fysieke ziekenhuisomgeving zoals bereikbaarheid en bewegwijzering. Een ziekenhuisbrede, integrale aanpak is noodzakelijk. Het in Canada ontwikkelde ‘Senior Friendly Hospital Framework’ (Parke et al, 2004) voorziet in een systematische, geïntegreerde aanpak. Aan de hand van een vijftal domeinen (processen van zorg, fysieke omgeving, organisatorische ondersteuning, emotionele en gedragsaspecten, ethiek in zorg) wordt deze integrale aanpak gerealiseerd. Inmiddels is de stuurgroep Senior Friendly Hospital geïnstalleerd en worden concrete stappen gezet op weg naar een ‘Senior Friendly Hospital’ in Orbis Medisch Centrum.
Symposium op 25 september Op dinsdag 25 september a.s. organiseert Orbis Medisch Centrum een symposium voor professionals over het onderwerp ‘Senior Friendly Hospital Framework en Preventie van Functieverlies’ . Belinda Parke, de grondlegster van dit model, zal een boeiende presentatie verzorgen.
Meer info:
[email protected] www.orbisconcern.nl/oudereninOMC Walther Sipers, klinisch geriater
14
Chantal de Weerd-Spaetgens, klinisch geriater
Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
- door Bart Zick -
HUMAN 2.0
Geneeskunde & techniek herenigd voor een dag
MAASTRICHT - Lopen in een exoskelet, Deep Brain Stimulation bij een Parkinson-patiënt en Brain Computer Interface om kunstbenen te besturen. Het zijn allemaal begrippen die op 13 juni jl. op het MMSRC-CISS 2012 aan de Universiteit van Maastricht centraal stonden omtrent het thema ‘Human 2.0’. 2012 was een bijzonder jaar, aangezien het Maastricht Medical Students Research Conference (MMSRC) en het Clinical Investigators Science Symposium (CISS) hun krachten bijeen hebben gebracht om een nóg groter en beter congres te organiseren dan voorgaande jaren. En dat is gelukt: een respectabel aantal van meer dan 300 bezoekers, waaronder ook gasten uit India, SaoediArabië en de Verenigde Staten, mocht genieten van boeiende lezingen en interactieve workshops. Het MMSRC en CISS waren voorheen twee aparte symposia, die de kans gaven aan zowel nationale als internationale studenten om hun eigen onderzoek te presenteren aan een groot publiek bestaande uit andere studenten, artsen, biomedische wetenschappers en professoren. CISS was een platform voor met name studenten die een studie volgen aan de Universiteit van Maastricht tot Arts-Klinisch Onderzoeker (A-KO), een combinatie van kliniek en research. Door de ‘joint-venture’ van elk van de twee organiserende commissies werd dit jaar de nadruk nog meer gelegd op de rol van onderzoek in de geneeskunde. De dag werd geopend door prof. dr. Mark Post (Universiteit Maastricht) met zijn lezing over hoe men met ‘Tissue Engineering’, het creëren van onder andere nieuw spierweefsel in het lab, het hart kan herstellen na schade door bijvoorbeeld een hartaanval. Vervolgens was prof. dr. Temel (Universiteit Maastricht) aan de beurt met zijn voordracht over Deep Brain Stimulation: het plaatsen van een elektrode in de hersenen van een patiënt om zodanig bepaalde hersenstoringen te verhelpen door middel van impulsstimulatie. De professor bracht ook een patiënt met zich mee die lijdt aan de ziekte van Parkinson maar al 10 jaar gelukkig door het leven gaat dankzij deze bijzondere toepassing. De workshoprondes concentreerden zich voornamelijk op de nieuwste ontwikkelingen binnen de techniek die van groot nut kunnen zijn voor het menselijk lichaam. Bij Brain Computer Interface van dr. Femke Nijboer (Universiteit Twente) waren alle bezoekers verrast door de mogelijkheden die er zijn om hersengolven te benutten voor allerlei revalidatiedoeleinden. Dit werd geïllustreerd door een spel waarbij een proefpersoon met puur alleen zijn gedachten via registratielektroden op zijn hoofd een blokje naar voren of achteren kon bewegen. De exoskeletten van prof. dr. Frans van der Helm (Technische Universiteit Delft) lieten zien hoe ze als buitenlichamelijke steunconstructies mensen kunnen helpen met bewegen na een ruggenmergbeschadiging. Dr. Arno Stienen (Universiteit Twente) vertelde welke rol ‘robots’ hierin hadden. En dr. Ingeborg Streng-Ouwehand (Vrije Universiteit van Amsterdam) kreeg de mogelijkheid om het publiek te
boeien met haar ontdekkingen over celtherapie met witte bloedcellen om kanker te bestrijden. Tenslotte kreeg prof. dr. Guido Persijn, ex-medisch directeur van de internationale organisatie Eurotransplant, de eer om de dag te sluiten. Met zijn anekdotes heeft hij het publiek voorzien van een uitgebreid geschiedenisoverzicht van de orgaantransplantatie en een update gegeven over de huidige en toekomstige ontwikkelingen op dit gebied. Daarnaast kregen studenten in twee rondes de kans orale voordrachten en posterpresentaties te houden over de door hun verrichtte onderzoeken. De jury, bestaande uit enthousiaste professoren en hoogleraren van verschillende universiteiten en achtergronden die deze mochten beoordelen, maakte de winnaars voor de beste orale presentatie (OP) en posterpresentatie (PP) bekend: Stephanie de Munter (1e prijs OP), Monique Willems (2e prijs OP), Philipp Gerner (1e prijs PP). Voor de A-KOstudenten waren er speciale prijzen: Frédéric Schaper (fase 1) en Philipp Wolber (fase 4) beide 1e prijs OP en Liselotte van Deurn (fase 1) en Eefje de Bont (fase 4) beide 1e prijs PP. Daarnaast werd er nog een bijzondere prijs uitgereikt door dr. Leo Baur, voorzitter van KNMG Limburg: de KNMG Consolidation Prize voor het abstract met de meest holistische en menselijke benadering van de patiënt en de zorg. Deze ging naar Bernard Duvivier. De prijsuitreiking werd afgesloten met een verrassende mededeling: het MMSRC-CISS gaat volgend jaar onder een andere naam verder. Het doel zal zijn het aanspreken van een groter publiek om thema’s omtrent gezondheid en wetenschap meer in het daglicht te stellen. Onderzoek blijft nu eenmaal een fundamenteel en belangrijk onderdeel binnen de (bio-)medische wereld. Zonder de wetenschap zou de zorg niet zo goed en geavanceerd zijn als nu. Maar we zijn er nog lang niet: er is volop te ontdekken en te verbeteren. Volgend jaar hopen wij u, in goede gezondheid, te mogen verwelkomen op het nieuwe congres: de Mosa Conference in juni 2013! Kijkt u voor meer informatie op: www.mosa-conference.nl
Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
15
WE ZIJN ER VOOR U...
2
...ZODRA WE NODIG ZIJN! www.atriummc.nl 16
Schelmenstreek 13 | augustus 2012 | District Limburg
ZIEZO 24 | MAART 2012