BELEIDSKADER CULTUUR 2013-2016
Provincie Limburg Augustus 2012
BELEIDSKADER CULTUUR 2013-2016
Inhoudsopgave
O.
Inleiding
1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
Cultuur voor iedereen Inleiding Participatie Talent in uitvoering Amateur en Top in balans
2. 2.1. 2.2. 2.3.
Natuurlijk cultuur Inleiding Erfgoed in ontwikkeling Aantrekkelijk Limburg
3. 3.1. 3.2. 3.3.
Cultuur verdient het Inleiding Samenwerking over de grens en ambitie MCH2018 Cultureel ondernemen
4.
Begroting
Bijlage: begrotingsinstellingen
2
O. Inleiding
Cultuur is een ander woord voor beschaving - voor een samenleving met alles wat de mens daarin tot ontwikkeling heeft gebracht. Cultuur heeft een intrinsieke waarde en kwaliteit staat hierbij centraal. Cultuur draagt tevens bij aan de ontwikkeling van mensen, sociale cohesie, economie en aantrekkelijkheid van onze provincie. Cultuur (kunsten en erfgoed samen) is een belangrijke reden voor mensen en bedrijven om zich in Limburg te vestigen en voor toeristen om in Limburg te verblijven.l oord voorgebrht Voor de Provincie Limburg is cultuur –mede op basis van het rapport Lodders- een provinciale kerntaak. De Provincie Limburg voert wettelijke taken uit op het terrein van cultuur (monumenten, archeologie, media en bibliotheken) en voert beleid uit, waarbij de Provincie verantwoordelijkheid draagt en toegevoegde waarde biedt. Dit betreft onder meer het leggen van verbindingen, aandacht voor regionale identiteit en versterken van de provinciale culturele infrastructuur. De Provincie staat voor een evenwichtige provinciebrede spreiding van en participatie aan cultuur. Samenwerking met instellingen, overheden, bedrijfsleven en onderwijs op basis van het Rijnlands model is hierbij het uitgangspunt. Provinciale Staten hebben in het coalitieakkoord 2012-2015 met de titel ‘Limburg, haal het beste uit jezelf!’ de uitgangspunten op het terrein van cultuur vastgesteld met aandacht voor het Limburgs vestigingsklimaat op het gebied van cultuur, monumenten, leefbaarheid en wijkenaanpak, recreatie, toerisme en economie. De ambitie Maastricht Culturele Hoofdstad 2018 en Quartier des Arts zijn hierbij als majeure projecten benoemd en daarnaast blijven grootschalige evenementen zoals de Internationale Bau Ausstellung, de EXPO 2017 in Luik en de Limburgse Olympische Ambities richtpunten voor de toekomst. Cultuur is een veelomvattend begrip. Onder cultuur verstaan wij zowel professionele als amateurkunsten op ondermeer de terreinen harmonieën, fanfares, toneelgezelschappen, koren, archeologie, archief, architectuur, beeldende kunst, creatieve industrie, vormgeving, dans, muziek, toneel, festivals, bibliotheken, cultuurparticipatie, film, letteren, taal en literatuur, media, monumenten, musea en volkscultuur. In dit Beleidskader Cultuur geven wij voor de periode 2013-2016 de drie belangrijkste lijnen van het provinciale cultuurbeleid weer. Er worden duidelijke keuzes gemaakt en het cultuurbeleid wordt kort en krachtig neergezet. Op de eerste plaats zetten wij in op ‘Cultuur voor iedereen’, waarbij participatie, talentontwikkeling en een goede balans in de samenhang tussen amateur en professionals centraal staan. Het hoofdstuk ‘Natuurlijk Cultuur’ gaat in op ons culturele erfgoed met haar monumenten en archeologie en het belang van cultuur in een aantrekkelijke leefomgeving van Limburg. Het laatste inhoudelijke hoofdstuk is ‘Cultuur verdient het’. Hierin wordt zowel de intrinsieke als de economische waarde van cultuur voor Limburg benadrukt en gaan we in op diverse elementen van cultureel ondernemerschap en samenwerking over de grenzen heen. Tevens worden hier de ambities van het majeure project ‘Maastricht Europese Culturele Hoofdstad 2018’ neergezet. Elke inhoudelijke paragraaf wordt van een korte toelichting en voorbeelden voorzien. In het vierde hoofdstuk wordt een doorkijk naar de financiën gegeven.
3
1.
Cultuur voor iedereen
1.1. Inleiding We willen de kennismaking met cultuur stimuleren, iedereen de kans geven actief cultuur te beleven en bewoners en bezoekers van onze provincie van cultuur laten genieten. Deelname aan kunst en cultuur levert bij uitstek een bijdrage aan de kwaliteit van leven. De cultuur in Limburg wordt vormgegeven door een samenhang en wisselwerking tussen amateurkunsten, talentontwikkeling, professionals en publiek. Wij noemen deze samenwerking ook wel de cultuurketen. Deze keten kan uitgetekend worden voor verschillende disciplines, waarbij er eveneens sprake is van een wisselwerking tussen deze disciplines. Professionele instellingen spelen een belangrijke rol in de Limburgse amateurkunsten. De professionals -werkzaam bij de topinstellingen- vervullen vaak een rol als docent of solist bij de Limburgse amateurgezelschappen. De professionele gezelschappen kunnen niet zonder de amateurkunsten, omdat zij de talenten voor de toekomst voortbrengen. Het amateurveld kent vele leden, die in wijken, dorpen en steden zorg dragen voor leefbaarheid. Daarnaast zorgt cultuureducatie in het onderwijs voor de kennismaking, het doorgeven van (culturele) waarden en de verdere ontwikkeling van onze kinderen en jongeren. In deze culturele (eu)regionale infrastructuur staan duurzame verbindingen tussen opleidingen, publiek, professionals en amateurs centraal vanuit het oogpunt dat zij voor iedereen meerwaarde opleveren. Dit hoofdstuk heeft als titel ‘Cultuur voor iedereen’ gekregen. Dit betekent dat cultuurparticipatie en talentontwikkeling centraal staan. Daarnaast wordt in paragraaf 3 ingegaan op de culturele infrastructuur, waarbij wordt ingezet op een versterking van de -voor Limburg natuurlijke- ketens van toneel en muziek. 1.2. Participatie Doelstellingen voor de volgende jaren zijn: Participatie bestaat uit kennismaken, meedoen en genieten Actieve deelname aan het landelijk programma cultuureducatie. Rolverschuiving van provincie naar gemeenten als trekker van de regionale overlegtafels cultuur. Tijdelijke ondersteuning van de kenniscentra Cultuureducatie en Amateurkunst. Stimuleren doorlopende leerlijnen cultuureducatie voor alle leeftijden. A. Kennismaken De afgelopen vier jaar hebben wij intensief deelgenomen aan het landelijk programma cultuurparticipatie (educatie, amateurkunsten en volkscultuur). Naast de vele succesvolle projecten heeft deelname geleid tot een dekkende overlegstructuur tussen cultuurinstellingen, onderwijs, gemeenten en provincie en de oprichting van twee kenniscentra. In de komende jaren willen wij wederom deelnemen aan het landelijk programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit’ om op die manier de doorlopende leerlijn cultuureducatie in het primair onderwijs en de doorgroei van de kenniscentra verder te verankeren. Samen met gemeenten willen wij de (financiële) match maken om landelijke fondsmiddelen in Limburg in te zetten. Daarnaast spreken wij onze cultuurinstellingen aan hun aanbod te richten op kinderen, zodat alle kinderen in Limburg gedurende hun primaire schoolperiode kunnen kennismaken met de Limburgse cultuurinstellingen. Het spreekt voor zich dat hier ook kennismaken met de Limburgse volkscultuur en streektaal
4
onder valt. Ook in het kader van de creativiteitsontwikkeling dienen vraag en aanbod van onderwijs en cultuurinstellingen op elkaar te worden afgestemd. Toelichting: Culturele instellingen stemmen hun aanbod steeds meer af op de vraag van het onderwijs. Steeds meer scholen hebben hun plannen op het gebied van cultuureducatie vastgelegd. Scholen werken samen met musea, schouwburgen, centra voor de kunsten en andere culturele instellingen. Wij staan open voor creatieve ideeën, waarbij kinderen en jongeren betrokken worden als ‘kritisch’ publiek bij bijvoorbeeld premières.
Voorbeeld: Samen met het onderwijs heeft de Provincie Limburg CultuurPact opgericht; dit is een platform waar 19 stichtingen (405 scholen en 83.000 leerlingen in Limburg zijn aangesloten). CultuurPact is een kennisgemeenschap van het primair onderwijs Limburg gestart, waar kennis en kunde op het snijvlak tussen cultuur en onderwijs wordt gebundeld en uitgewisseld.
B. Actief meedoen Meer dan 40 organisaties op het terrein van amateurkunsten en het culturele erfgoed in Limburg worden door het Huis voor de Kunsten ondersteund. Deze organisaties zorgen ervoor dat vele mensen in Limburg actief meedoen aan cultuur in Limburg. Wij zetten in op de versterking van de samenwerking tussen amateurs, talenten en professionals. De moties ‘bovenlokale evenementen’ en ‘volkscultuur’ dragen hieraan bij. De toekomst van de Limburgse volkcultuur wordt versterkt door middel van de vier lijnen: Bijdrage aan instrumentarium en uniformen Versterking opleiding en talentontwikkeling Ondersteuning besturen Ontwikkelen innovatieve arrangementen Organisaties die bovenlokale activiteiten organiseren, een groot publieksbereik kennen en (nog) geen deel uitmaken van de cultuurplanperiode in Limburg worden -waar mogelijk- ondersteund. Toelichting: Ongeveer 450.000 Limburgse inwoners zijn actief in het beoefenen van amateurkunsten. Daarnaast participeren velen passief door een concert-, tentoonstelling- of theaterbezoek. Uit een onderzoek van de Universiteit Maastricht volgt dat met een geschat percentage van ongeveer 45% onze provincie zich in de (Europese) top bevindt voor wat betreft actieve cultuurparticipatie.
Voorbeeld: Museum-Jeugd-Universiteit voor 8-12 jarigen (http://www.museumjeugduniversiteit.nl) Wat is Museum-Jeugd-Universiteit? Verschillende musea in Nederland organiseren ieder halfjaar een reeks colleges, speciaal voor kinderen van 8 tot en met 12 jaar. De colleges hebben altijd een leuk, gek, bijzonder of interessant onderwerp dat betrekking heeft op de museumcollectie. In Limburg participeren ondermeer het Limburgs Museum en het Natuurhistorisch Museum in Maastricht. Kinderen krijgen tijdens de colleges de mogelijkheid wetenschappers en experts het hemd van het lijf te vragen.
C. Genieten Kennismaken met en meedoen aan cultuur brengt mensen bij elkaar, doet een appèl op talent, verschaft beelden en metaforen om het dagelijks leven te interpreteren en te verrijken, draagt bij aan educatie, vorming en sociale samenhang. Cultuur is daarnaast ook genieten! De cultuurinstellingen in Limburg 5
dragen daar in grote mate aan bij evenals de activiteiten uit het provinciaal profilering- en evenementenbeleid. Wij zetten in op het vergroten van het publieksbereik van cultuur in Limburg en dagen cultuurmakers, instellingen, kunstenaars en organisaties uit om de positieve lijn verder te versterken met speciale aandacht voor vernieuwing. 1.3. Talent in uitvoering Doelstellingen voor de komende jaren zijn: Kansen bieden aan talenten in alle disciplines met projecten die gericht zijn op coaching, realisatie van eigen productie en bieden van presentatieplekken. Het onderwijs is verantwoordelijk voor de talentontwikkeling binnen de opleidingen. Daarnaast wordt brede talentontwikkeling ook opgepakt binnen het beleid van verschillende cultuurplaninstellingen. Afbouw van provinciale inzet ten aanzien van platformwerking. Wij zien talentontwikkeling als het scharnier tussen de amateurwereld en de professionele top van het culturele veld. De brede amateurkunsten nemen de positie in van kweekvijver en eerste signaleringsmogelijkheid van talent in opkomst. Culturele instellingen hebben vervolgens de verantwoordelijkheid mensen met talent, potentie en professionele ambitie kansen te geven om door te groeien en zich te ontwikkelen naar de (inter)nationale top. Toelichting: Ruimte voor jonge makers in verschillende disciplines is essentieel voor de culturele dynamiek en voor een duurzame ontwikkeling van de topinstellingen. Talentontwikkeling is het scharnier in de cultuurketen. Het gaat hierbij om een samenspel tussen instellingen en kunstvakopleiding en een evenwicht tussen basis en top. Instellingen zoals Opera Zuid, Limburgs Symfonie Orkest, Toneelgroep Maastricht, de Limburgse musea en ook de structureel gesubsidieerde festivals hebben een taak in deze ontwikkeling door de begeleiding van talent van kunstvakonderwijs naar de professional. Ook het Gesammtkunstwerk Kasteel Wijlre biedt expositiekansen voor jong (Limburgs) talent in samenhang met natuur, architectuur en hedendaagse kunst.
Wij zien het als onze taak mensen met cultureel talent –aanvullend op bovenstaande schakels- de kans te bieden zich te ontplooien. Voor ons heeft talentontwikkeling betrekking op zowel het individu als een groep (zoals bij koorzang en popmuziek) en richt talentontwikkeling zich op zowel de ‘gevestigde’ kunstdisciplines als brede bottom-up initiatieven, zoals urban culture (rap, poetryslam, hiphop en graffiti). Het kunstvakonderwijs neemt een belangrijke positie in binnen talentontwikkeling en valt onder de (financiële) verantwoordelijkheid van het Ministerie van OCW. Wij onderschrijven de keuzes van het kunstvakonderwijs in Limburg voor toneel en muziek en de ambities voor de nieuwe opleiding I-arts. Voorbeeld nieuwe opleiding I-arts: Onze samenleving wil kunstenaars niet langer opleiden als hooggeschoolde ambachtelijke specialisten. De kunstenaar van de 21ste eeuw is internationaal georiënteerd en heeft een breed scala aan vaardigheden: zoals de mogelijkheid om samen te werken, een nuttig netwerk te ontwikkelen, gebruik te maken van nieuwe media, denken en handelen buiten hun eigen discipline, nieuwe platforms te vormen, onderzoek als een natuurlijk onderdeel van kunstpraktijk te laten zijn en nadenken over de kunstpraktijk. HS Zuyd is per 1 september 2012 samen met de UM gestart met een nieuwe -hybride- internationale bachelor opleiding I-arts.
Wij concentreren ons op de volgende kansen voor talenten:
6
1. Coaching van talent naar een hoger niveau door professionals op zowel artistiek als zakelijk vlak Vaardigheden bij het ondernemerschap, publieksopbouw en publieksbereik kunnen in verbindingen met professionals binnen talentontwikkeling opgepakt worden. Het talent staat centraal en maakt zelf op basis van een eigen in te dienen ontwikkelplan keuzes. Een deel van de talentontwikkeling in Limburg is reeds voorzien in de opdracht aan structureel gesubsidieerde provinciale instellingen en festivals. Wij denken aan stimulerende coachingsbudgetten voor (afgestudeerde) talenten aan het kunstvakonderwijs om in Limburg zichzelf binnen professionele organisaties of daarbuiten verder te ontwikkelen. Voorbeelden nieuwe talenten: In de periode 2009-2012 heeft een aantal nieuwe talenten zich binnen Limburg gemanifesteerd. Denk hierbij aan Lieke Benders (Hooge Fronten) en Fashionclash. Daarnaast hebben ook cultuurplaninstellingen geïnvesteerd in nieuw talent door nauwe samenwerking met het kunstvakonderwijs. Een concreet voorbeeld hiervan is de talentenpool van Opera Zuid, waarbinnen talent Saskia Bonnema is geëxcelleerd tot nationaal niveau. Het stimuleren van nieuwe talenten zal voortvarend opgepakt worden.
2. Eigen productie en producten Voor talenten is het belangrijk een ‘eigen stijl’ te ontwikkelen die herkenbaar is; talenten dienen de kans te krijgen eigen (co)producties en producten te realiseren. Hierbij is sprake van uitproberen, randen op zoeken en leren van minder succesvolle ervaringen. Wij willen talenten de kans geven een extra workshop, opleiding of seminar te volgen. Talenten -die vanuit landelijke fondsen gefaciliteerd worden om eigen producties of coproducties te ontwikkelen- kunnen indien het product in Limburg ontwikkeld en gepresenteerd wordt een aanvullend subsidie aanvragen. 3. Presentatieplekken Artistieke vernieuwing vindt juist plaats op plekken waar het dwarse, vernieuwende talent voor het eerst in de schijnwerpers komt te staan. Presentatieplekken als festivals en kleine podia vormen hierbij een belangrijke schakel en geven talenten de kans kennis te maken met publiek. Wij willen de ontwikkelingen van ondermeer poppodia en creatieve industrie en voorbeelden zoals Q4 en het ECI-complex als presentatiemogelijkheden versterken en daarmee tevens de werkgelegenheid verder stimuleren. Voorbeelden zoals Ainsi – Q4 – ECI: Talenten kunnen zich optimaal ontplooien in broedplaatsen - plekken met weinig of geen regels waar creatieve bedrijven zich vestigen en kunnen floreren. De aanwezigheid van soortgelijke of aanvullende bedrijven in de omgeving zorgt voor een aantrekkelijke subcultuur waar de creatieve klasse zich kan ontplooien. Traditiegetrouw zijn veel broedplaatsen gehuisvest in oude goedkope (sloop)panden, waarbij in onze provincie de link met de kansen die demografische ontwikkelingen en versterkingen van de leefbaarheid met zich meebrengen voor de hand ligt.
1.4. Amateur en Top in balans Doelstellingen voor de komende jaren zijn: Prioritaire ketens op het terrein van toneel en muziek verder versterken en laten excelleren. Versterking van artistieke (kwaliteit, publieksbereik en samenwerking) en zakelijke topprestaties (ondernemerschap, professionaliteit, cultural governance en samenwerking) in het cultuurplan. Verbindingen, publieksbereik en cultural governance staan centraal bij de begrotingsinstellingen. Stopzetten jaarlijkse indexering van loon- en prijsstijgingen.
7
Uitgangspunt: begrotings- en cpi-instellingen komen in beginsel niet in aanmerking voor incidentele subsidies.
De aanwezigheid van culturele voorzieningen, ontwikkeling van cultureel talent op alle niveaus en de jaarlijkse culturele evenementen dragen bij aan de aantrekkelijkheid van onze provincie en zijn reden voor bewoners, bedrijven en bezoekers om zich in Limburg te vestigen en om er tijd te besteden. Om deze basis van een breed, gevarieerd en kwalitatief goed aanbod voor bewoners, bedrijven en bezoekers in stand te houden worden provinciale cultuurplaninstellingen voor een periode van 4 jaar erkend en in hun exploitatie gesubsidieerd. De cultuurplaninstellingen vormen samen met de begrotingsinstellingen onderdeel van de culturele basisinfrastructuur in Limburg, waarbij amateurs, talenten en professionals nauw met elkaar verbonden worden. Op basis van het coalitieakkoord, de ketenbenadering, de uitgangspunten van het rijkscultuurbeleid en de inhoudelijke advisering van de provinciale adviescommissie heeft in 2012 een herprioritering binnen de provinciale cultuurplan infrastructuur plaatsgevonden. Doelstelling van deze heroverweging is om de culturele ketens toneel en muziek in Limburg te completeren, excelleren en vernieuwen. Om cross-overs en vernieuwing te laten plaatsvinden voor de totale culturele infrastructuur is de horizontale verbinding in talentontwikkeling disciplinebreed essentieel. Provinciale Staten hebben separaat een besluit voor de nieuwe cultuurplanperiode 2013-2016 genomen. De begrotingsinstellingen zijn eveneens een onmisbare schakel binnen het totale palet aan cultuurvoorzieningen en dragen bij aan een verdere professionalisering van de cultuursector. De begrotingsinstellingen zorgen voor een disciplinebreed voorzieningenpatroon voor kunst en cultuur en voorzien in museale en ondersteunende functies. Voor de komende periode is het van belang de verbindingen te versterken tussen de cultuursector en andere maatschappelijke sectoren, redenerend vanuit de eigen kracht en intrinsieke waarde van cultuur. Daarnaast vinden wij internationale en euregionale samenwerking van belang; daar waar mogelijk zetten wij in op een duurzame structurele inzet danwel op een incidentele projectbasis om uit te proberen en ervaring op te doen. Toelichting en voorbeelden: In de periode 2013-2016 zetten de provinciale musea in op publieksactiviteiten, tentoonstellingen, evenementen en educatieve activiteiten en cross-overs in allerlei vormen. Behalve professionalisering en verruiming van het publieksbereik wordt ondernemerschap, een nauwere samenwerking en cross-overs met andere (culturele) instellingen en vrijetijdseconomie gestimuleerd. Het Limburgs Museum zet zijn inspanningen wat betreft vervanging van zijn museale presentaties (inrichting van de nieuwe tentoonstellingsruimten) door en zal zijn collectie op het terrein van archeologie en Limburgs cultureel erfgoed versterken. Ook de inspanningen tot conservering en ontsluiting voor het publiek van het Film-Video archief worden voortgezet. Op het terrein van archeologie wordt samenwerkt met ondermeer het provinciaal depot voor bodemvondsten en het depot van de gemeente Maastricht. In het kader van het museumkwartier Venlo wordt samenwerking geïntensiveerd met het museum Van Bommel Van Dam en andere culturele instellingen. Continium zal zijn publieksactiviteiten en educatieve activiteiten op het snijvlak van innovaties- onderwijs- bedrijfsleven voortzetten en waar mogelijk uitbreiden. Verdere vernieuwing is daarbij noodzakelijk om ambities wat betreft toename van het publieksbereik waar te maken. De plannen rondom RedDot zullen verder worden uitgewerkt.
8
Een groter publieksbereik, een hechte verankering en samwerking in de regio, gepaard aan een internationale oriëntatie en innovatieve presentaties zijn belangrijke doelstellingen voor het Bonnefantenmuseum. Nieuwe elementen zijn de samenwerking met partijen om beeldende kunst dichter bij het publiek te brengen en exposities op diverse locaties in Limburg te realiseren, zoals in de ECI Cultuurfabriek Roermond en het Gesammtkunstwerk Kasteel Wijlre. Belangrijk in het profiel voor de toekomst is zowel een sterke samenwerking met kunstopleidingen, de Universiteit Maastricht en de Stichting Restauratie Atelier als de kunstuitleen, die gevestigd is in 6 verschillende steden in Limburg.
Voor de periode 2013-2016 stellen wij aan de begrotingsinstellingen de volgende eisen: Verbindingen leggen met onderwijs, toerisme en bedrijven en realiseren van provinciebrede spreiding Vergroten van publieksbereik via cultuurparticipatie en educatie en stimuleren van talenten Nieuwe stimulansen voor erfgoed als onderscheidende factor in een aantrekkelijke leefomgeving Gezonde bedrijfsvoering en toepassing code cultural governance. Naast de ondersteuning van de Limburgse koepelorganisaties voor kunsten en cultureel erfgoed speelt het Huis voor de Kunsten in op de ambities van de Provincie Limburg, waarbij belangenbehartiging, innovatie en productontwikkeling voorop staan. Wij zullen ten aanzien van het Huis voor de Kunsten rekening houden met een aantal evaluatieve uitkomsten, gebaseerd op zelfevaluatie en evaluatie door externe partijen. Kosten en maatschappelijke rendementen worden tegen elkaar afgewogen en de beleidsinhoudelijke focus ligt op de daadwerkelijke meerwaarde van activiteiten voor de Limburgse burger en vrijwilliger. De uitkomsten van de evaluatie van het Huis voor de Kunsten worden meegenomen in de daadwerkelijke uitvoering van dit beleidskader.
Toelichting: De openbare bibliotheken zijn de lokale poort naar kennis en vormen de basisconditie voor een levenlang leren, cultuur en informatie. De provincie heeft de taken om bibliotheken te voorzien van kwalitatief goede tweedelijnsondersteuning, het vormen en laten functioneren van lokale en regionale bibliotheeknetwerken en het stimuleren en aanjagen van bibliotheekinnovatie. Door de lage drempel en het grote aantal bezoekers aan bibliotheken zet de provincie nadrukkelijk in op vernieuwingsprojecten die de samenwerking met andere provinciale beleidsterreinen benadrukken, zoals informatieloketten voor zorg en jeugdzorg, laagdrempelig podium voor culturele activiteiten, betrouwbare informatiebron ten behoeve van de kennisregio en het onderwijs, ontsluiten erfgoed, tegengaan en gezamenlijke aanpak van laaggeletterdheid, bevorderen van leesplezier. Er komt een separaat beleids-en subsidie kader provinciaal bibliotheekbeleid 2013-2016. Door de voorgestelde wijziging op de archiefwet (1 januari 2013) krijgt de provincie de wettelijke taak en financiële verantwoording over de provinciale archieven. Deze archieven zijn ondergebracht in het Regionaal Historisch Centrum in Maastricht. De provinciale financiering inclusief de daarvoor op te leveren resultaten worden vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst.
9
2.
Natuurlijk Cultuur
2.1. Inleiding Limburg is rijk aan monumenten, heeft een landschap om trots op te zijn en biedt in deze combinatie tal aan mogelijkheden op het terrein van leisure. Ook heeft de combinatie tussen cultuur, erfgoed en landschap een positief effect op de leefbaarheid rond stad en dorp. In de komende vier jaren willen wij deze verbindingen verder versterken. Zoals in de programmabegroting vastgesteld willen wij ons concentreren op de restauratie en herbestemming van monumenten en op bepaalde gebieden, die archeologisch het meest interessant zijn. De komende periode zijn extra middelen nodig om de restauratieachterstand weg te werken. Zowel voor monumenten (met name hergebruik) als voor archeologie wordt de Wet ruimtelijke ordening steeds belangrijker. Gezien haar belangrijke rol in die wet zal de provincie hier de komende jaren zwaarder op inzetten onder de titel ‘erfgoed in ontwikkeling’. Aantrekkelijk Limburg zet in op de combinatie cultuur, landschap en leisure met als doel het creëren van een aantrekkelijk vestigingsklimaat en leefomgeving. Hoge kwaliteit van leven-wonen-werken staat hierbij centraal. Wij vinden het belangrijk dat de burger ook eigen verantwoordelijkheid neemt om de leefbare omgeving mee vorm te geven en te ontwikkelen. Aantrekkelijk Limburg sluit nauw aan bij de ambities op het terrein van de vrijetijdseconomie, waarbij het Limburgs landschap, de natuur en cultuur samen met de euregionale ligging als ‘unique selling points’ worden beschouwd, die een belangrijke economische en maatschappelijke waarde vertegenwoordigen. Bovenregionale evenementen die het imago van Limburg versterken en aantoonbaar spin-off generen worden gestimuleerd. 2.2. Erfgoed in ontwikkeling Doelstellingen voor de komende jaren zijn: Restauratie en herbestemming van grotere, gebouwde monumenten in combinatie met landschap. Inzetten op nieuwe onderzoeksmethoden voor archeologie; vergroten rol van gemeenten. Verbeterde ontsluiting archeologisch depot in samenwerking met musea en onderwijs. Wij zijn op verschillende manieren bezig ons erfgoed in het provinciaal beleid te verankeren. We doen dat in het kader van de herziening van het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL), via integrale plannen waarin landschap, natuur en erfgoed aan elkaar worden gekoppeld en via programma’s waarin voor de verschillende monument-categorieën plannen van aanpak worden opgesteld. Verder zetten we in op efficiëntere onderzoeksmethoden op het gebied van archeologie en willen we de rol van de gemeenten hierin vergroten. De inzet van de in de provincie aanwezige deskundigheid op het gebied van monumenten willen we nader onder de loep nemen, waarbij we op zoek gaan naar een zo efficiënt mogelijke inzet van deze deskundigheid. Ook willen we ons erfgoed meer gaan inzetten voor de hedendaagse cultuuruitingen. Ons erfgoed kan dienen als inspiratiebron, als (digitale) kwaliteitsdrager en soms als onderkomen voor de cultuur van vandaag.
10
Het hoofddoel van ons monumentenbeleid is de instandhouding van onze monumenten in een omgeving die kwaliteit heeft, die aanlokt en die een bijdrage levert aan de Limburgse identiteit. Bij het realiseren van dit doel staan wij niet alleen. Andere overheden zoals het rijk en de gemeenten dragen hieraan bij. We zoeken de samenwerking met deze overheden op, zodat onze middelen zo efficiënt mogelijk worden ingezet. Voorbeeld: kloosterkwartier Sittard De Provincie Limburg telt op vier Provincies na de meeste rijksmonumenten binnen haar provinciegrenzen. Daarnaast hebben vele gemeenten ook gemeentelijke monumenten en andere belangrijke historische gebouwen. De vele religieuze monumenten in het Kloosterkwartier in Sittard vormen samen een belangrijk ensemble. We willen bekijken of het mogelijk is het kloosterkwartier Sittard een plek te geven op bestaande internationale erfgoedlijsten.
De komende vier jaar willen we ons concentreren op de restauratie en herbestemming van grotere, gebouwde monumenten, zijnde industrieel erfgoed, molens, kastelen, boerderijen, kerken en kloosters. In bepaalde gevallen kan het nodig zijn woningen hierbij te betrekken. Onze aandacht gaat uit naar zowel deze objecten als de omgeving waarin ze staan en de impact die zij op deze omgeving hebben. Dit kan van belang zijn voor de prioriteit waarmee we onze middelen willen inzetten. Een vervallen historisch gebouw op een prominente plaats heeft een extra negatief effect en noodzaakt daarom eerder tot ingrijpen. Bij de uitwerking en uitvoering van dit beleid zullen we uiteraard rekening houden met het gestelde in de door Provinciale Staten aangenomen motie – behoud monumentaal erfgoed. Uitvoering geven aan de motie zorgt eveneens voor een grotere werkgelegenheid. Naast het gebouwde erfgoed heeft het archeologisch erfgoed onze aandacht. Het behoud van de archeologische waarden willen we niet alleen bereiken via de planologische bescherming maar ook borgen door middel van afspraken met gemeenten die een archeologisch aandachtsgebied binnen hun grenzen hebben. De ontwikkeling en uitvoering van het Beleidskader Archeologie in de Maasvallei moet leiden tot gerichte kennis, kosteneffectievere onderzoeken en tot meer duidelijkheid over de aard en omvang van deze onderzoeken. Zo bouwen we aan ‘het verhaal van Limburg’. Een ander onderdeel van het provinciale archeologiebeleid betreft het depot. Het archeologisch depot is niet uitsluitend een plaats waar archeologische vondsten worden opgeslagen. Het depot wordt beter ontsloten bijvoorbeeld door plaatsing van de vondsten op een website. Daarnaast wordt er aansluiting gezocht bij educatieve en museale projecten en andere tentoonstellingsruimtes zoals bibliotheken. Voorbeeld: Bibliotheek Limburgensia en www.limburgserfgoed.nl De Provincie vindt het van het grootste belang dat de geschreven geschiedenis van Limburg voor de toekomstige generaties bewaard wordt. Twee organisaties in Limburg voeren deze taak uit namelijk het Sociaal Historisch Centrum Limburg en Centre Ceramique. De Provincie wil dat beide collecties gezamenlijk digitaal ontsloten worden en bij een breder publiek bekendheid krijgen. Ook zijn er reeds contacten met Belgisch Limburg om de in Hasselt aanwezige Bibliotheek Limburgensia mee te ontsluiten. Via de openbare bibliotheken worden alle lokale Limburgse archieven, musea en heemkundekringen benaderd en gestimuleerd om het rijke erfgoed dat bij deze instellingen aanwezig is digitaal te ontsluiten. Alle digitale informatie via de reeds bestaande provinciale portale site (www.limburgserfgoed.nl) wordt ook wereldwijd ontsloten via de Europese erfgoedsite www.europeane.eu. De komende jaren zal de provincie de uitbreiding van de lokale digitale ontsluiting blijven stimuleren.
11
2.3. Aantrekkelijk Limburg Doelstellingen voor de komende jaren zijn: Keuze voor twee lijnen, te weten Landschap en Evenementen - Landschap en Architectuur Initiatieven dienen te voldoen aan nader te stellen voorwaarden met betrekking tot kwaliteit, landschappelijke waarde, publieksbereik, leefbaarheid, wijkenaanpak en betrekken van de euregio. Samenwerking met instellingen en organisatie op het terrein van onderwijs, toerisme en natuur. Binnen Aantrekkelijk Limburg kiezen we voor twee lijnen, die cultuur, landschap, leefbaarheid en leisure combineren en verschillende (nieuwe) cultuurtoeristische producten opleveren. Onze ambities zijn: Het verbinden van initiatieven en partners om te komen tot een onderscheidend en samenhangend Limburgs productaanbod. Het stimuleren van investeringen en innovatief ondernemerschap in de sector. Het in stand houden en verder ontwikkelen van landschap, leefbaarheid, cultuur en erfgoed als de Xfactor van Limburg. Leisure betreft voornamelijk vrijetijdsactiviteiten met een economische insteek, waarbij beleving centraal staat. Cultuur visualiseert symbolische structuren en menselijke activiteiten. Onderstaand wordt ingezoomd op twee lijnen, die beogen deze functie te versterken en via cross-overs en arrangementen een duidelijke plaats te geven in de vrijetijdseconomie. Cultuur-Landschap-Evenementen Deze lijn richt zich met name op (volks)cultuur, historie, leisure en natuur. Het landschap bevat veel symbolische verwijzingen tussen cultuur en natuur. Deze elementen, zoals de vele verschillende volkselementen, maken Limburg streekeigen en aantrekkelijk. Deze lijn heeft als doel (culturele) evenementen in ons Limburgse landschap te ondersteunen en zichtbaar te maken voor bewoners en bezoekers, waardoor de begrippen identiteit en ziel invulling krijgen. Limburg kent inmiddels een groot aantal beeldbepalende vrijetijdsproducten, waarbij per regio ingestoken wordt op een divers palet. Het is hierbij essentieel dat alle doelgroepen interessante programma’s worden aangeboden in een mix van culturele activiteiten, beleving van het landschap en activiteiten voor jong en oud. Toelichting en voorbeeld: Een belangrijk aandachtspunt is de Limburgse gastvrijheid van burger, ondernemers en initiatiefnemer. Het gaat niet alleen om de werknemers in de traditionele toerisme- en recreatiebedrijven; het raakt ook bijvoorbeeld de man-vrouw op straat, de broodjesverkoper bij een evenement, de taxichauffeur of de conducteur op het station. Wij hebben uitstekende opleidingen op het vlak van toerisme en goede kunstopleidingen; het lijkt ons interessant om verbindingen te leggen om zo de gastvrijheid te verhogen en bezoekers nog beter van dienst te zijn.
Bovenregionale evenementen die het imago van Limburg versterken en aantoonbaar spin-off generen worden in het kader van het Ambitiedocument Leisure gestimuleerd. Concreet sluiten wij hierbij aan door publieksgerichte cultuurprojecten te ondersteunen, waarbij met een bepaald evenement of educatieve activiteit een (tijdelijk) andere belevingswaarde aan het landschap wordt gegeven, waarbij er voor ieder wat wils is (cultuur, recreatie, natuur). Landschap en de daarbij behorende culturele evenementen beperken zich niet tot de landsgrenzen; Euregionale samenwerking wordt zeker gestimuleerd. 12
Toelichting en voorbeeld: Bestaande cultuurhistorische evenementen (ook van oorsprong lokale evenementen, die een zekere regionale bekendheid genieten) kunnen voor ondersteuning in aanmerking komen mits goede kwalitatieve aandacht voor de inzet van vrijwilligers, educatieve activiteiten en vermarkting. Daarnaast kunnen bestaande (professionele) initiatieven die de koppeling cultuur, landschap en leisure maken in aanmerking voor provinciale steun.
Cultuur-Landschap-Architectuur Deze lijn richt zich op de fysieke kenmerken van deze regio. Waar evenementen zorgen voor de zachte infrastructuur zet architectuur in op de harde voorzieningen. Kenmerkende gebouwen en monumenten, en ook de architectuur van het landschap zelf zijn hiervan onderdeel. Deze lijn heeft als doel om de architectuur die zichtbaar is in het landschap middels presentaties en onderzoek aan een zo breed mogelijk publiek te tonen. Zeker in Nederland heeft de mens zijn omgeving vooral zelf vormgegeven en is zo actief betrokken geweest bij het ontwerp van het landschap. De Limburgse landschappen kennen daardoor specifieke kwaliteiten. Zo gaat het om verbindingen tussen dorpen en steden, de bedrijvigheid en de participatie van bewoners en bezoekers. Deze kwaliteiten zijn van invloed op het vestigingsklimaat, geven aan het gebied een eigen identiteit en dragen bij aan de leefbaarheid. Om deze kwaliteiten te borgen en waar mogelijk te versterken, zoeken we aansluiting bij lopende projecten zoals de ontwikkeling van de landschapsvisie voor het drielandenpark en de uitvoering van de landmark “De Maas”. Daarnaast willen we ruimte laten voor nieuwe initiatieven die de inhoud en visuele architectonische kwaliteit ondersteunen. Voorbeeld: Cultuur, architectuur en landschap zijn nauw verbonden. Niet alleen de landsmarks, ook de architectuur van het landschap zelf is een belangrijk aspect. Door de combinatie cultuur en landschap zetten wij in op een verbetering van zowel de kwaliteit van het landschap als de belevingswaarde van cultuur. Naast de presentatievorm is er ook aandacht voor onderzoek.
13
3. Cultuur verdient het 3.1. Inleiding Cultuur verdient het – velen moeten er wel hun brood mee zien te verdienen. Wij zijn ons bewust van het feit dat het Rijk diverse bezuinigingsmaatregelen heeft genomen en hierin scherpe keuzes heeft gemaakt. Ondanks scherpe keuzes blijkt dat de Limburgse instellingen kwalitatief goed scoren en dat ten opzichte van andere regio’s Limburg –juist vanwege de kwaliteit, publieksbereik, ondernemerschap, educatie, pluriformiteit, talentontwikkeling en (inter)nationaal belang- goede resultaten heeft behaald. Feit blijft dat sponsorbudgetten onder druk van de economische situatie versoberen. Het is noodzakelijk dat de cultuursector zijn financiële basis verbreedt en daartoe meerdere disciplines moet beheersen om zelfstandig vorm te geven aan een professioneel bestaan. De mogelijkheden daarvoor verschillen per sector en per type instelling. Wij zullen nieuwe voorwaarden binnen ons subsidiebeleid creëren, waardoor wij instellingen stimuleren het aandeel van de eigen inkomsten te kunnen vergroten. Meer cultureel ondernemerschap en minder overheidsbemoeienis. Daarnaast hebben wij een aantal ambities, die vanuit een culturele insteek meewerken aan het versterken van het Limburgse vestigingsklimaat en de economische waarde van cultuur verhogen. Zo is de ambitie van Maastricht Culturele Hoofdstad 2018 gericht op een blijvend en duurzaam positief effect voor zowel de culturele kwaliteit als de economische structuur en de positionering van Limburg. Dit betekent dat in de komende periode enerzijds stappen worden gezet om de titel binnen te halen en anderzijds gewerkt wordt aan een structurele cultuurversterking. Het huidige beleid creatieve industrie kent op dit moment een brede definitie. Het is niet gemakkelijk de creatieve industrie duidelijk te omlijnen. Door het aanbrengen van een focus kunnen de effecten van het beleid duidelijker worden aangetoond. In combinatie met Brainport 2020, de Health en Chemelot Campus zijn dit belangrijke ontwikkelingen, waarbij de creatieve industrie een rol speelt. Parallel aan de ontwikkeling van het beleidskader cultuur zullen wij ook het beleid voor creatieve industrie verder vormgeven. Er wordt momenteel intensief over de grenzen heen samengewerkt, waardoor een aantrekkelijk en divers aanbod voor de hele regio wordt aangeboden met tal van landelijke en stedelijke attracties. Samenwerking in Euregionaal verband vindt zowel plaats met de Euregio Maas-Rijn als met Euregio Maas-Rijn Noord. Vanuit de culturele instellingen worden regelmatig internationale projecten opgezet. 3.2. Samenwerking over de grens en ambitie MCH2018 Doelstellingen voor de komende jaren zijn: Realiseren van draagvlak onder alle lagen van de bevolking en betrokkenheid vrijwilligers. Realiseren van de actieve betrokkenheid van de amateurkunsten en verbinding tussen basis en top. Versterken van de innovatieve bedrijvigheid en regionale infrastructuur. Toewerken naar economische en structurele effecten voor de (eu)regio. Versterken van samenwerking over de (euregionale en internationale) grenzen heen.
14
In 2018 is Nederland samen met Malta aan de beurt om een stad Culturele Hoofdstad van Europa te laten zijn. Het binnenhalen van zo’n titel is voor Limburg een kans om structurele verbeteringen te realiseren, waar inwoners en economie duurzaam van profiteren. In Nederland wil de stad Maastricht kandideren met ondersteuning van de Provincie Limburg. Bij het samenstellen van het plan wordt uitgegaan van een samenwerking tussen Maastricht en de omliggende (eu)regio. Door euregionale samenwerking ontstaat een cultuurmetropool, die zich kan meten met grotere kandidaten. Deze duurzame cultuurversterking levert een bijdrage aan de leefbaarheid, gezond vestigingsklimaat, groei van de economie en innovatiekracht in onze hele provincie. De komende jaren is cultuurparticipatie voor ons een belangrijk aandachtspunt. Invulling geven aan de Europese eis om participatie integraal deel te laten uitmaken van een lange termijnvisie vergt een intensieve begeleiding van dit onderwerp. Naast de primaire verantwoordelijkheid van de Stichting MCH2018 stellen wij voorwaarden op dit punt aan onze begrotings- en cultuurplaninstellingen en zal de betrokkenheid van burgers centraal staan bij de uitvoering van ons beleidskader Cultuur. Voor de komende jaren worden innovatieve fysieke projecten gerealiseerd, waaronder Quartier des Arts. Het realiseren van de ambitie MCH2018 staat in nauwe relatie met de toegankelijkheid, toerisme en verbeteringen in de regionale infrastructuur. In dit kader zien wij eveneens kansen voor een innovatieve verbinding tussen de demografische ontwikkelingen en de behoefte die er de komende jaren zal zijn naar infrastructurele impulsen en verblijfsmogelijkheden voor toeristen. Toelichting Quartier des Arts: Onder leiding van de Provincie Limburg wordt samen met de Hogeschool Zuyd, de Universiteit Maastricht en de gemeente Maastricht een businesscase gemaakt voor een verbinding tussen wonen-werken-studeren in het Belvédère-gebied. Het gaat daarbij om een samenvoeging van de bestaande kunstopleidingen en de start van een nieuwe unieke internationale hybride kunstopleiding I-Arts, in en rond het Eiffelgebouw. Het is de bedoeling om een substantieel deel van de studenten na hun opleiding in Limburg en deze euregio te behouden. Daarbij zal de aanwezigheid van de Timmerfabriek en verdere culturele broedplaatsen in de euregio een rol vervullen. De aanwezigheid van hoger onderwijs in Maastricht zorgt overigens voor 21,6% van de totale werkgelegenheid in de stad (bron:TNO).
Europese Culturele Hoofdstad levert veel positieve structurele effecten op, zoals stadsontwikkeling, trots van de inwoners op hun gebied, een beter klimaat voor zaken doen, internationalisering en een ijzersterk imago. Daarnaast levert het eveneens berekenbare economische effecten op, die een positief effect hebben op het vestigingsklimaat. Wij zullen uitvoering geven aan de motie van Provinciale Staten met als doel zorg te dragen dat de ambitie MCH2018 een zo goed mogelijke spin-off op economisch en toeristisch vlak genereert. Toelichting werkgelegenheidsaspecten en economische impuls: Uit een door de Provincie Limburg in opdracht uitgevoerde studie blijkt dat de culturele en creatieve sector in de euregio goed zijn voor een omzet van zo’n 8 miljard euro op jaarbasis, ruim 122.000 full-time arbeidsplaatsen en bijna evenveel parttime plekken. De sector is goed voor ruim 5% van de werkgelegenheid. Daarnaast vertoont de sector een voortdurende groei ook in tijden van laagconjunctuur. Recent onderzoek van Policy Research (2011) laat in een eerste berekening van de effecten voor Maastricht en Euregio zien dat elke Euro er minimaal 5,5 euro zal opleveren als Maastricht Europese Culturele Hoofdstad wordt in 2018. Dit correspondeert met onderzoeken naar effecten in voorgaande Europese Culturele Hoofdsteden zoals Lille (2004), Liverpool (2008) en Essen (2010).
15
Bij de kandidaatstelling voor de titel is de Europese dimensie een belangrijk criterium. Het is een uitdaging om te laten zien dat de Euregio Maas-Rijn als het ware Europa in het klein is en kan dienen als voorbeeld voor vele vergelijkbare gebieden in Europa. De Provincie heeft als overheid een taak in het verder uitbouwen van het Euregionale en Europese netwerk. In dit kader worden de contacten met de provincies Belgisch-Limburg en Luik versterkt en de relatie met Duitsland verder opgebouwd. Tevens zullen wij – waar mogelijk- gebruik maken van de Europese programma’s die voor de nieuwe EUprogrammaperiode 2014-2020 worden opgesteld. Voorbeeld: Euregionale samenwerking is van wezenlijk belang. Het gaat om het over en weer ondersteunen van gezamenlijke belangen, die deze Euregio een impuls kunnen geven. Wij noemen als voorbeeld het verbeteren van het openvervoer, het binnenhalen van de titel Expo Luik 2017, het mee ontwikkelen van de Internationale Bau Auststellung en de versterking van de samenwerking tussen hogescholen en universiteiten. De ambitie MCH2018 sluit hierop aan. Deze samenwerking begint reeds vruchten af te werpen.
3.3. Cultureel ondernemen Doelstellingen voor de komende jaren zijn: Versterken van het vestigingsklimaat door nieuw te ontwikkelen beleid rondom creatieve industrie. Invoeren van een eigen inkomstennorm van 17,5% voor Limburgse cultuurinstellingen. Artistieke autonomie door goed ondernemerschap: het ontwikkelen van instrumenten die bijdragen aan het realiseren van continuïteit in financiële onafhankelijkheid. Vermindering van bureaucratische eisen en voorwaarden en reductie van waarderingssubsidies. Cultureel ondernemerschap onderdeel maken van de brede culturele sector: dat verstaan we onder ‘cultuur verdient het’. Cultureel ondernemerschap ofwel de verzakelijking van de kunstsector is al meer dan een decennium punt van aandacht. Cultureel ondernemers onderscheiden zich van klassieke ondernemers, omdat zij door hun artistieke gedrevenheid en bezieling oog hebben voor meer dan de financiële markt alleen. De kunstzinnige waarde van hun ‘product’ is voor hen minstens even belangrijk als het streven naar een zo hoog mogelijke winst tegen minimale kosten. Wij willen inzetten op een extra impuls van de combinatie artistiek talent en zakelijk inzicht. Voorbeeld: Wij zetten in op samenwerking met universiteiten en hogescholen voor de ontwikkeling van nieuwe modules bedrijfsvoering, waarbij nieuwe aankomende ondernemers en talenten de mogelijkheid geboden wordt extra te investeren in cultureel zakelijk ondernemerschap en gelegenheid krijgen cultureel ondernemerschap in praktijkcasussen gezamenlijk uit te werken.
Cultureel ondernemen is ook immaterieel ondernemen, waarbij vergroting publieksbereik, talentontwikkeling en verbinding amateur-professional en behoud van artistieke autonomie belangrijke waarden zijn. Er kan tegenstrijdigheid optreden tussen de voorwaarden publieksbereik, participatie, innovatie, creativiteit en verhoging eigen inkomsten. Wij zien ons voor de vraag gesteld hoe de goede accenten te leggen en randvoorwaarden te creëren. Wij hebben Service Science Factory en PREMIUM (Universiteit Maastricht) opdracht gegeven het nieuwe beleid rondom de creatieve industrie en cultureel ondernemen samen met ons vorm te geven.
16
Wij zetten in op 3 ontwikkellijnen om het cultureel ondernemerschap te bevorderen: 1. ontwikkeling van instrumentarium en financiën 2. bevordering eigen inkomsten 3. creatieve industrie: keten in ontwikkeling 1. Ontwikkeling van instrumentarium en financiën Een goede dialoog en afstemming met het culturele veld, mede op basis van de adviezen die uit de hiervoor genoemde onderzoeken zullen voortkomen, is een voorwaarde voor de ontwikkeling van adequate instrumenten. De inzet is om te komen tot mogelijkheden om culturele instellingen te ondersteunen of faciliteren in het verwerven van een duurzame financiële continuïteit die wortelt in sponsorwerving en waar mogelijk een maximale onafhankelijkheid door een gezonde marktwerking. Autonoom cultureel ondernemerschap en de verschillende gradaties daarbinnen vragen om een nieuw instrumentarium. We kunnen niet langer uitsluitend volstaan met een subsidieregeling en zullen in de toekomst meer met opdrachten werken en investeren. Tegelijkertijd met de invulling van het begrip cultureel ondernemen onderzoeken we welk provinciaal instrumentarium, financieel of anderszins, hierbij past en waar mogelijk worden rollen, taken en budgetten met elkaar in verbinding gebracht door de krachten te bundelen en samen met partners te investeren. Concreet wordt gedacht aan crowdfunding, vervolg van de marketingpilot, het stimuleren van het mecenaat, cofinanciering van interregprojecten, in samenhang met de programmalijn Talent in Uitvoering cultureel ondernemerschap bevorderen bij jonge talenten en masterclasses. Voorbeeld: Meer doen met hetzelfde geld, waaronder het stimuleren van het mecenaat. De nationale overheid komt aan de nieuwe situatie tegemoet door de invoering van een nieuwe geefwet. Hierdoor zijn giften aan een ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling) of verenigingen met tenminste 25 leden aftrekbaar van de winst resp. het inkomen. Tevens mag een ANBI ook commerciële activiteiten ontplooien.
2. Bevordering eigen inkomsten In de komende periode zetten wij in op de verbreding van de financiële basis voor culturele instellingen, waarbij voor de cultuurplaninstellingen en de drie provinciale musea een eigen inkomstennorm van 17,5% wordt ingevoerd. Niet alleen volgen wij hier de inzet van het Rijk; wij zijn eveneens van mening dat het van belang is dat instellingen een brede financiële basis creëren. Voor de jaren 2013 en 2014 geldt de norm van 17,5% als inspanningsverplichting, omdat een dergelijke norm niet eerder van toepassing is verklaard in het provinciale cultuurbeleid. Vanaf 2015 geldt deze norm als resultaatsverplichting. Niet alleen de instellingen die eveneens door het Rijk worden gesubsidieerd moeten aan deze norm voldoen, maar alle provinciale cultuurplaninstellingen en de provinciale musea. Hieraan wordt verbonden dat het eigeninkomstenpercentage 2015 tevens als instapnorm geldt voor de aanvragen voor de cultuurplanperiode 2017-2020. 3. Creatieve industrie: keten in ontwikkeling Creatieve industrie is dé kansrijke sector in ontwikkeling op het snijvlak tussen cultuur en economie. Wij koppelen cultureel ondernemen aan het versterken van het vestigingsklimaat, het bepalen van de Limburgse concurrentiepositie en de creatieve industrie. Wat is kenmerkend voor Limburg?
17
Waar hebben bedrijven behoefte aan? Alle bedrijven, van horeca, ambachten tot industrie zijn op zoek naar denkkracht, nieuwe ideeën, innovatieve producten, onderscheiding. Deze lijn zal in de komende periode verder uitgewerkt worden. Hier zullen wij ook nadrukkelijk de gemeenten bij betrekken. Onlangs is de Dutch Design Desk Europe reeds van start gegaan. De Dutch Design Desk Europe wil de Nederlandse economie vanuit de vestigingsplaats Maastricht stimuleren door de creatieve industrie te ondersteunen bij het betreden van de Duitse en Belgische markt. Eind 2010 is vanuit de Culturele Biografie Limburg de coöperatie BV Limburg opgericht. Doelstelling van de BV Limburg is om in een publiek-private samenwerking culturele producten en activiteiten te organiseren met een maatschappelijk en economisch rendement. De BV Limburg is een volwaardige organisatie geworden; die zich de komende jaren op eigen kracht gaat bewijzen. In de afgelopen periode heeft de BV Limburg steeds meer leden aan zich verbonden en nieuwe invalshoeken gekozen die een breed en gevarieerd publiek trekken. Op die manier wordt bewezen dat door middel van co-creatie cultuur en economie hand-in-hand gaan en elkaar door middel van hun eigen kwaliteiten versterken.
18
4.
Begroting
Financiële middelen zijn onmisbaar voor het verwezenlijken van ambities. Samen met het Rijk, gemeenten, culturele instellingen, onderwijs en particulier initiatief willen wij uitvoering geven aan de in voorgaande hoofdstukken geformuleerde doelstellingen. Onderstaand treft u het financiële kader aan. A. Benodigde middelen Onderdeel 1. Cultuur voor iedereen Participatie Talentontwikkeling Culturele infrastructuur * 2. Natuurlijk Cultuur Erfgoed in ontwikkeling Aantrekkelijk Limburg 3. Cultuur verdient het Euregionale dimensie Cultureel ondernemen Totaal
2013
2014
2015
650.000 600.000 33.929.109
650.000 600.000 34.253.703
750.000 600.000 34.587.483
1.700.000 350.000
1.700.000 350.000
1.700.000 350.000
450.000 450.000
450.000 450.000
450.000 450.000
38.129.109
38.453.703
38.887.483
* inclusief LSO
19
Bijlage 1 De begrotingsinstellingen, instellingen die een structurele exploitatiesubsidie van de Provincie Limburg ontvangen zijn:
20