tijdschrift voor bibliotheek & archief
2012 | 8
Schaderegistratie en eerstelijnsconservering EHBO voor oude drukken
Bibliotheekgeschiedenis als inspiratie voor de toekomst. Google bestaat al. Waar moet het heen met de bibliotheekcatalogus? Het bibliotheekreglement: naar afspraken in plaats van regels Moet een lokale archiefdienst elke schenking van archief aanvaarden?
Zoeken in de diepte.
Een nieuwe evolutie in zoektechnologie • Bliksemsnelle resultaten voor onmiddellijke analyse • Innovatieve resultaatsopbouw • Doorzoek meerdere bronnen met 1 enkele zoekopdracht • Directe links naar uw online content • Zoekfunctie op maat van de gebruiker www.swets.com/swetswise/searcher
Swets België twittert en dit in zowel het Nederlands (@Swetsbelgium) als in het Frans (@Swetsbelgique). Wilt u ook op de hoogte blijven van wat er gebeurt bij Swets? Stuur dan snel een mailtje naar
[email protected] om u in te schrijven voor onze nieuwsbrief. Swets Information Services NV, Europark-Oost 34 C, 9100 Sint-Niklaas T 03 780 62 62
editoriaal
Bye, bye, bib?
VERANTWOORDELUKE UITGEVER
Bruno Vermeeren, Coördinator VVBAD
Julie Hendrickx, Statiestraat 179, 2600 Berchem HOOFDREDACTEUR Julie Hendrickx •
[email protected]
De eerste aankondiging van het Vlaams e-boekplatform (VEP) kwam er in 2009 op Informatie aan Zee. Op de Denk- en discussiedag van Bibnet, maandag 8 oktober ll, was er nog niet veel vooruitgang te zien. Uitgevers aarzelen. Ze zijn bang dat hun boeken illegaal op het web zullen verschijnen.
REDACTIE Klaartje Brits, Jo Cooymans, Beatrice De Clippeleir, Gerd De Coster, Ingrid De Pourcq, Noël Geirnaert, Raf Guns, Myriam Lemmens, Kris Michielsen, Paul Nieuwenhuysen, Veronique Rega, Peter Rogiest, Saskia Scheltjens, Eva Simon, Patrick Vanhoucke, Bruno Vermeeren. vrijwilliger
Niet alleen in Vlaanderen hebben bibliotheken geen, of hooguit moeizame, toegang tot e-boeken. In Nederland stelt Bibliotheek.nl een ‘eBooks eregalerij’ ter beschikking van de bibliotheken. Deze telt inmiddels 26 klassiekers. Daarnaast is er een streaming aanbod met 200 boeken, waarvan een kwart anderstalig. In de VS publiceerde de American Library Association (ALA) recent een open brief aan de uitgevers. “Het gebeurt niet vaak, in de vrije markt, dat een klant de mogelijkheid ontzegd wordt om een product te kopen van een bedrijf en te horen krijgt dat ‘zijn geld niets waard is’”, schrijft de vereniging. De grote uitgeverijen weigeren er gewoon aan bibliotheken te leveren.
Rien Emmery REDACTIESECRETARIS Tom Van Hoye •
[email protected] REDACTIEADRES VVBAD • META
Over de grote plas is inmiddels wel ongeveer de helft van de bestsellers als e-boek beschikbaar in de bibliotheek. Daar kunnen we in Vlaanderen alleen maar van dromen. Maar het probleem zit al evenzeer in de grote diversiteit aan formaten en apparaten. Het is een grote warboel. Bibliotheken kunnen hun gebruikers gewoon niet de kwaliteit bieden waar deze recht op hebben, aldus Librarian in Black Sarah Houghton.
Statiestraat 179, 2600 Berchem Tel. 03 281 44 57
[email protected] http://www.vvbad.be/meta Reageer op Twitter: #overmeta ADVERTENTIES Marc Engels •
[email protected] LAY-OUT Marc Engels DRUK Enschedé-Van Muysewinkel META verschijnt 9x per jaar, niet in januari, juli en augustus.
Discussie over het onderwerp in Vlaanderen blijft beperkt, zelfs op een denken discussiedag van Bibnet. Er zijn nochtans wel wat vragen die een antwoord verdienen. Bijvoorbeeld: • Waar ligt het onderscheid tussen huren en lenen? In Nederland wil het CB — het vroegere Centraal Boekhuis — een verhuurdienst voor e-boeken starten. De uitgever stelt een huurprijs vast voor de boekhandel of de bibliotheek die op hun beurt een prijs kunnen vragen voor doorlevering aan hun klanten/gebruikers. En dan is de bib concurrent van de boekhandel, in plaats van klant … • Wat als het niet over lenen of huren, maar over toegang gaat? Binnenkort wil Oyster — vergelijkbaar met Spotify — toegang bieden tot een collectie e-boeken. Voor een bescheiden abonnementsprijs kan je dan onbeperkt e-boeken lezen, op al je toestellen. Bye, bye, bib? • Hebben we die e-boeken wel nodig? Welke waarde heeft een bibliotheek met boeken over fysica als dat thema je niets zegt? Het komt niet op de boeken aan, maar op de diensten voor de gemeenschap, gebruikers en niet-gebruikers, volgens Phil Bradley.
META is een uitgave van de VVBAD en is begrepen in het lidmaatschap, maar is ook verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie op http://www.vvbad.be/lidmaatschap.
Eblida lanceerde in het voorjaar een campagne rond e-lending, zeg maar een leenrecht voor elektronische boeken. Maar of het nu om dat lobbywerk gaat, of om een Vlaams e-boekplatform, zonder antwoorden op deze vragen geraken we geen stap vooruit. Tijd voor een denk- en discussiedag?
ISSN 2033-639X
META 2012 | 8 |
1
100 80 60 40 20 0
inhoud
META 2012/8 Jaargang 88 - november 2012
1 Editoriaal Bye, bye, Bib?
4 Nieuws
8 Artikel Boeken-EHBO in praktijk. Eerstelijnsconservering van erfgoedcollecties in de Openbare Bibliotheek Brugge
31
Marijn de Valk en Ludo Vandamme
14 Interview Marina De Bruijn: “Vanuit de kennis van het verleden, kan je betere keuzes en weloverwogen beslissingen maken.”
19 Artikel Google bestaat al. Waar moet het heen met de bibliotheekcatalogus?
Peter Rogiest
35 Column Amazing! Eva Simon
Het citaat
De Vraag Moet een lokale archiefdienst elke schenking van archief aanvaarden?
36
Werkgroep Lokaal Overheidsarchief
37 Duurzaam Duurzame mobiliteit
Johan Mijs
24 Signalement Bibliotheeksfeer van vroeger
26 Etalage Streekgericht bibliotheekbeleid Brussel
Het plan
32 Essay Dode letter(s). De toepassing van het bibliotheekreglement: naar afspraken in plaats van regels
Rien Emmery en Julie Hendrickx
Het cijfer
Mariann Naessens
38 Kroniek IFLA World Library and Information Congress
43 Recensies
44 Personalia
27 Inzet Geert Puype
Toepassing
28
45
47 Activiteiten
48 Uitzicht
Over de grens SURF
Zo gehoord Gerd De Coster
Maryse Laseroms
30 Trend Een bibliotheek zonder catalogus? Ondenkbaar? Simone Kortekaas
META 2012 | 8 |
3
nieuws
Bib Web Awards 2012 Op 10 december 2012 reikt de Bibliotheekschool van Gent voor de tweede keer de Bib Web Awards uit aan verdienstelijke websites en -toepassingen uit de Vlaamse bibliotheek-, documentatie- en informatiesector. Een aantal cursisten van het graduaat BDI-kunde selecteerden ook deze keer voor een tiental categorieën telkens circa tien genomineerden. Een combinatie van publieksstemmen (50 procent) en vakjury (50 procent) zal in elke categorie het eindresultaat bepalen. Daarnaast voorzien we opnieuw een Prijs van het Publiek, een Prijs van de Vakjury en een Prijs van de Bibliotheekschool. Op 10 december worden alle winnaars in de bloemetjes gezet tijdens een feestelijke happening in het auditorium van CVO VSPW Gent. De genomineerden werden verdeeld onder deze categorieën: • Follow me: meest invloedrijke informatieprofessional op het web • Iedereen bevriend: beste inzet van sociale netwerken • E-talage: beste etalage op het web • Grote broer: beste bovenlokaal digitaal project • Small is beautiful: beste lokaal digitaal project • Let’s go viral: beste online promo • Out of the box: beste online initiatief voor specifieke groepen • Schools & tools: beste toepassing van sociale media door school- of universiteitsbibliotheken • The specials: beste toepassing van sociale media door archieven, museumbibliotheken, erfgoedbanken, documentatiecentra of overheidsbibliotheken • Vree mediawijs: beste activiteit met betrekking tot informatiegeletterdheid De stemmen van het publiek en de vakjury bepalen elk voor 50 procent het eindresultaat. Dus, laat jouw stem horen en maak kans op een boekenbon. Stemmen kan tot en met 18 november via http://bibwa2012. blogspot.be/ Je kan de Vlaamse Bib Web Awards editie 2012 (tag: bibwa2012) volgen op Twitter (http://twitter.com/ bibwa2012) en Facebook (http://www.facebook.com/bibwa2012). Ook via mail kan je ons contacteren:
[email protected]. Succes alvast aan alle genomineerden! Eva Simon en het Bib Web Awards-team
Raad van de Europese Unie neemt verweesde werken richtlijn aan Op 8 oktober 2012 keurde de Raad het richtlijnvoorstel goed inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken, zoals deze enkele weken geleden reeds werd goedgekeurd door het Europees Parlement. De goedkeuring van de Raad is de laatste stap in het wetgevende proces. Dit betekent dat de richtlijn de komende weken formeel in werking zal treden nadat het is gepubliceerd in het Officieel Publicatieblad van de Europese Unie. De Lidstaten hebben vervolgend twee jaar de tijd om de richtlijn in nationaal recht om te zetten. 4 | META 2012 | 8
Verweesde werken zijn werken die door het auteursrecht worden beschermd maar waarvan de auteurs niet kunnen worden geïdentificeerd of gevonden. De memo van de Europese Commissie kondigt aan dat de nieuwe richtlijn m.b.t. verweesde werken “Europa ’s bibliotheken, archieven, instellingen voor audiovisueel erfgoed, publieke omroeporganisaties en andere instellingen die taken van openbaar belang vervullen een gepast juridisch kader geeft om grensoverschrijdende toegang tot verweesde werken in hun collectie mogelijk te maken”. Over het richtlijn voorstel werd reeds veel geschreven. Helaas zijn de meeste commentaren het erover eens dat de richtlijn noch massadigitalisering noch grootschalige preservatie van het omvangrijke
Europese culturele erfgoed zal faciliteren of bevorderen. De richtlijn lijkt aldus op voorhand een maat voor niets te zijn. Het pijnpunt van de richtlijn blijft immers de vraag hoe een culturele erfgoedinstelling met miljoenen items in haar collectie kan doorgaan met digitaliseren indien het voor ieder item een voorafgaandelijke zorgvuldige zoektocht (diligent search) moet ondernemen. Het wordt dan ook uitkijken hoe de Belgische wetgever het begrip ‘zorgvuldige zoektocht’ op nationaal niveau zal invullen. Dit dient volgens artikel 3.2 van de richtlijn in samenspraak met rechthebbenden en gebruikers te gebeuren. Joris Deene
nieuws
Insolvente Boedelkamer beschermt als verzameling
Resonant erkend als expertisecentrum
Met een vermelding in het Belgisch Staatsblad is de Antwerpse Insolvente Boedelkamer nu definitief een bescherm de verzameling en wordt ze opgenomen in de lijst van het roerend cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap, de zogenaamde ‘Topstukkenlijst’. De Archieven van de Insolvente Boedelkamer, een collectie van meer dan 150 archieven, vormen samen een unieke collectie documentair erfgoed. Ze zijn ondergebracht in het FelixArchief in Antwerpen en geven een fascinerend beeld van de internationale handelscontacten in de 16e, 17e en 18e eeuw.
Op 14 september keurde de Vlaamse regering op voordracht van Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege, de subsidiëring goed van Resonant vzw als landelijk expertisecentrum voor muzikaal erfgoed in Vlaanderen. Er wordt een jaarlijkse subsidie toegekend van 315.000 euro voor de beleidsperiode 2013-2016. Landelijke expertisecentra zijn dienstverlenende cultureel-erfgoedorganisaties die zich inzetten om rond een bepaalde erfgoedspecialisatie of rond een bepaald thema organisaties of individuen te ondersteunen en internationale expertise te verspreiden in Vlaanderen. De doorstroming van kennis en expertise staat centraal. Ze staan ten dienste van zowel cultureel-erfgoedorganisaties als cultureel-erfgoedbeheerders die de zorg voor het cultureel erfgoed niet als kerntaak hebben. Muzikaal erfgoed staat als prioritair thema in het Vlaams Regeerakkoord 2009-2014. Resonant werd in 2002 opgericht als het ‘thema-archief’ voor muzikaal erfgoed. Met de erkenning maakt de organisatie de overstap van het Archiefdecreet van 2002 naar het Cultureel-erfgoeddecreet. www.resonant.be
Foto: © Stadsarchief Antwerpen.
De VVBAD voerde enkele studieopdrachten uit om ‘proeflijsten’ van archivalisch en documentair erfgoed op te stellen. De Insolvente Boedelkamer stond op een van die proeflijsten. In META 2012/4 verscheen een uitgebreid artikel over het ontstaan van deze archieven. (TVH)
Vlaams Fonds voor de Letteren neemt Auteurslezingen over van Stichting Lezen De subsidiëring voor Auteurslezingen zal vanaf 2013 gebeuren door het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL), en niet langer door Stichting Lezen. De aanvragen gebeuren via de website www.auteurslezingen.be. Het is de ambitie van het VFL om het budget voor de Auteurslezingen vanaf 2013 gevoelig te verhogen.
De overname brengt een paar belangrijke wijzigingen in het systeem van de Auteurslezingen met zich mee voor organisatoren en auteurs. Organisatoren zullen bijvoorbeeld het hele jaar doorlopend aanvragen kunnen doen, zolang dat twee maanden en niet vroeger dan acht maanden voor de lezing plaatsvindt, gebeurt. Het VFL streeft naar een verdere professionalisering van de letterensector en vindt een billijke vergoeding voor de auteur vanzelfsprekend. Daarom vraagt het VFL vanaf 2013, naast een vergoeding voor de vervoersonkosten van de auteur, van de organisatoren een vastgelegde minimale bijdrage, afhankelijk van de institutionele status van de organisator en het doelpubliek, per gesubsidieerde Auteurslezing. Op de website www.vfl.be vindt u het Subsidiereglement voor de aanvraag voor Auteurslezingen, de criteria voor opname op de Auteurslijst en een draaiboek met praktische informatie voor het organiseren van lezingen. VFL
Vlaamse Regering kent werkingssubsidies toe aan Archiefbank Vlaanderen, Vlaamse Erfgoedbibliotheek en culturele archiefinstellingen De Vlaamse regering heeft op vrijdag 28 september 2012 beslist een werkingssubsidie toe te kennen aan de Archiefbank Vlaanderen vzw, de Vlaamse Erfgoedbibliotheek en zes culturele archiefinstellingen. Archiefbank Vlaanderen vzw ontvangt de subsidie voor het beheer van de Archiefbank Vlaanderen. De organisatie ontvangt hiervoor voor de beleidsperiode 2013–2017 285.000 euro. De Archiefbank Vlaanderen is een geautomatiseerd register van Vlaams privaat archivalisch
VVBAD ZOEKT INFORMATIESPECIALIST Voor het reorganiseren van de vakbibliotheek en enkele taken in verband met het verenigingsarchief, zoekt de VVBAD een informatiespecialist voor een halftijdse opdracht gedurende zes maanden op het VVBAD-secretariaat in Berchem. Meer info over deze vacature vind je op: http://www.vvbad.be/vacatures/.
META 2012 | 8 |
5
nieuws
Nu beschikbaar in de reeks Archiefkunde De handelingen van het internationale congres
Archives without Borders Archivos sin Fronteras Archieven zijn belangrijk, in cultuur-historisch opzicht, maar ook bekeken vanuit het perspectief van efficiënt management. De internationale conferentie Archives without Borders focuste op het belang van goed bestuur in een internationale context. De bijdragen draaiden rond vier thema’s: • ‘Archival Solidarity’ • ‘Human Rights and Archives’ • ‘Cross-Border Archives’ • ‘Archives: Formation of the Nation State and National Identity’ Eminente sprekers zoals Antonio González Quintana, Trudy Huskamp Peterson, Gabriela Salazar en Nathan Mnjama voerden er het woord. De handelingen van de conferentie zijn onmisbaar voor al wie interesse heeft voor het maatschappelijk belang van archieven.
NU BESTELLEN VIA www.vvbad.be/awb_nl
De handelingen van het internationale congres: Archives without Borders Op 30 en 31 augustus 2010 was er het internationale archiefcongres ‘Archives without Borders’ in Den Haag. De handelingen van dit congres zijn nu gebundeld in een publicatie in de reeks Archiefkunde van de VVBAD. Archieven als stille getuigen voor de Australische Aboriginals. De rol van archieven in een federale staat: Vlaanderen. Archieven en nationale identiteit in Indonesië. Een selectie uit de onderwerpen, die aan de orde kwamen tijdens ‘Archives without Borders’. Dit congres ging over het belang van archieven voor ‘good governance’ in een internationale context: Archief zonder grenzen. Het belang van archieven strekt zich steeds vaker over de landsgrenzen uit. Het congres richtte zich op vier thema’s: • Archieven zijn ‘stille getuigen’. Ze zijn van groot belang op plekken in de wereld waar mensenrechten in het geding zijn. • Archieven van internationale tribunalen, zoals het Joegoslaviëtribunaal, of internationale of supranationale organisaties zoals de Europese Commissie of het Rode Kruis, overstijgen de landsgrenzen. Wat gebeurt er met deze archieven, waarvoor geen internationale archiefwet geldt? • Archieven spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van een nationale identiteit en de staatsvorming. Denk aan de onmisbaarheid van archiefbeheer bij landregistratie/het kadaster, het recht op informatie van de burgers en ‘citizenship’. Omgekeerd beïnvloedt staatsvorming de ontwikkeling en het beheer van archieven. • Hoe ondersteunen archiefprofessionals elkaar internationaal? Zijn archivarissen internationaal solidair? Het boek kost 30 euro en is te bestellen via de VVBAD-website: http://www.vvbad.be/awb_nl
6 | META 2012 | 8
nieuws
Vervolg van p. 5
cultureel erfgoed, waarmee private archieven worden ontsloten, voor zover de personen en instanties die er eigenaar van zijn dat wensen. De Archiefbank Vlaanderen is eigendom van de Vlaamse Gemeenschap. De Vlaamse Erfgoedbibliotheek ontvangt voor de beleidsperiode 2013–2017 een werkingssubsidie van 310.000 euro. Ook zes culturele archiefinstellingen krijgen werkingssubsidies. Vijf organisaties worden gesubsidieerd als culturele archiefinstellingen ingedeeld bij het Vlaamse niveau: • ADVN (Archief-, Documentatieen Onderzoekscentrum voor het Vlaams-nationalisme) ontvangt voor de beleidsperiode 2013-2017 1.202.000 euro op jaarbasis • AMSAB-ISG ontvangt voor de beleidsperiode 2013-2017 1.412.000 euro op jaarbasis • AMVC-Letterenhuis ontvangt voor de beleidsperiode 20132017 300.000 euro op jaarbasis • KADOC - Documentatie- en O n d e rz o e k s ce n t r u m vo o r Religie, Cultuur en Samenleving ontvangt voor de beleidsperiode 2013-2017 1.992.000 euro op jaarbasis • Liberaal Archief ontvangt voor de beleidsperiode 2013-2017 882.000 euro op jaarbasis.
www.immaterieelerfgoed.be gelanceerd Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege lanceerde op vrijdag 14 september het platform www.immaterieelerfgoed.be. Deze website bundelt de expertise en kennis over immaterieel cultureel erfgoed in Vlaanderen en legt de focus op het borgen ervan. “www.immaterieelerfgoed.be moet een inspiratiegids zijn voor al wie met immaterieel erfgoed in Vlaanderen bezig is, en ze zijn met velen”, aldus minister Schauvliege. Elke gemeenschap, groep of elk individu die betrokken is bij een traditie, een gebruik of een element immaterieel cultureel erfgoed kan die traditie, dat gebruik of dat element aanmelden op de website www.immaterieelerfgoed.be. Zij kunnen ook hun acties om de leefbaarheid van dit element te garanderen op de site registreren. Je surft hiervoor naar de site en vraagt een login aan voor de databank.
De erfgoedorganisaties met een werking rond immaterieel cultureel erfgoed die de Vlaamse Gemeenschap binnen het cultuurbeleid subsidieert zijn eveneens aanwezig op deze website. Het gaat om organisaties zoals tapis plein vzw, LECA vzw, het Firmament vzw, CAG vzw en vele andere. Elk van hen ontwikkelt projecten of zet acties op om de erfgoedgemeenschappen te ondersteunen die met immaterieel cultureel erfgoed bezig zijn. www.immaterieelerfgoed.be focust op samenwerking en kennisdeling tussen gemeenschappen, groepen en individuen die immaterieel cultureel erfgoed koesteren en professionele organisaties die voor het borgen van het immaterieel cultureel erfgoed ondersteuning bieden. Naast de landelijke organisaties zorgen ook tal van erfgoedcellen binnen lokale besturen daarvoor. > Bron: persbericht minister Schauvliege
Eén organisatie wordt gesubsidieerd als privaat archief dat het culturele leven in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad documenteert: AMVB (Archief en Museum voor het Vlaams leven te Brussel) ontvangt voor de beleidsperiode 2013-2017 332.000 euro op jaarbasis. De organisaties worden gesubsidieerd voor hun archiefwerking, die het verzamelen, bewaren, onderzoeken en voor het publiek ontsluiten van archiefstukken omvat. Faronet.be
Ook de dagelijkse Last Post-plechtigheid in Ieper is immaterieel erfgoed. Foto: Ines Saraiva.
Hebt u ook nieuws voor deze rubriek? Stuur het naar
[email protected]
META 2012 | 8 |
7
artikel
Boeken-EHBO in de praktijk
Eerstelijnsconservering van erfgoedcollecties in de Openbare Bibliotheek Brugge
Marijn de Valk en Ludo Vandamme
In februari dit jaar startte het proefproject ‘eerstelijnsconservering van erfgoedcollecties’ in de hoofdbibliotheek van de Openbare Bibliotheek Brugge. Bijzonder, omdat nog niet eerder in Vlaanderen een groot aantal mensen aan zoveel boeken werkte. De keuze voor een collectiebrede aanpak in de vorm van een project ‘boeken-EHBO’ ging uit van de Brugse bibliotheek. Voor de inhoudelijke verantwoordelijkheid en begeleiding op de werkvloer werd een beroep gedaan op Marijn de Valk, zelfstandig boekrestaurator. Een doorsnee werkdag Voorzichtig wordt de werkvoorraad voor de dag door een bibliotheekmedewerker van de plank gehaald: 60 boeken in leren en perkamenten banden. Het stof wordt behoedzaam van de boeksneden gezogen en ook de schutbladen en het binnenwerk worden op oppervlaktevuil nagekeken. Vervolgens gaan de boeken naar de registrator die de schades aanvinkt in de database op de computer. Een derde medewerker behandelt de leren banden; een vierde voert op een doeltreffende manier reparaties uit aan de boekbanden, terwijl de vijfde medewerker van die dag zich buigt over de papierrestauraties in de boekblokken. Tot slot worden de behandelde 8 | META 2012 | 8
boeken gecontroleerd, in de computer, voorzien van een discrete potloodnotitie op het achterplat, en weer teruggeplaatst in de kluis. Het lijkt eenvoudig als de afzonderlijke handelingen en de workflow op deze manier worden beschreven. En dat is het eigenlijk ook. Het concept boeken-EHBO berust op een aantal heldere principes zoals het stellen van prioriteiten, werkdeling en de toepassing van een aantal uitgekiende behandelingsmethoden en materialen. Maar anderzijds is deze eenvoud maar schijn en verbergt hij een lange periode van nadenken over het hoe en waarom. Aan de orde zijn hier de inpassing van het project in een duurzaam conservatiebeleid van de bibliotheek, de
inzetbaarheid van vele toegewijde handen, de leiding en coördinatie van een ervaren restaurator, de overtuiging van alle betrokkenen in de werkzaamheid van boeken-EHBO. Zonder deze elementen is het onmogelijk de beoogde kwaliteit en kwantiteit te halen. Het doel van het project was een eenvoudige conserverende behandeling van meer dan duizend oude drukken (1500-1900) en het verwerven van een gedifferentieerd inzicht in de materiële staat van de erfgoedcollectie. Deze doelstellingen werden met de hulp van 18 mensen in 24 dagen gerealiseerd. Er is door alle betrokkenen met veel inzet en enthousiasme aan het proefproject gewerkt. Het concept als geheel bleek
een succes, maar er zijn ook zeker aandachtspunten voor vervolgtrajecten. Het opzet, de resultaten en de ervaringen van dit project vormen het onderwerp van dit artikel. Vooraf wordt kort kennis gemaakt met de historische boekencollectie van de Brugse bibliotheek.
De erfgoedcollecties van de Openbare Bibliotheek Brugge De Openbare Bibliotheek Brugge is een in 2011 door de Vlaamse overheid erkende erfgoedbibliotheek en één van de zes partners van de Vlaamse Erfgoedbibliotheek die in 2009 van start ging, in toepassing van het Cultureelerfgoeddecreet van 2008. De Brugse bibliotheek werd opgericht in 1804 als een
artikel
wetenschappelijke onderwijsbibliotheek naar Frans model (Ecole Centrale). Van een klassieke 19e-eeuwse ‘bibliothèque municipale’ groeide de bibliotheek uit tot een openbare bibliotheek en erfgoedbibliotheek met een veelzijdige en maximaal geïntegreerde culturele werking. De kern van de erfgoedcollecties bestaat uit ongeveer 5000 middeleeuwse handschriften en gedrukte boeken (ca. 20.000 banden). Deze verzameling is opgebouwd uit een selectie boeken uit de geconfisqueerde bibliotheken van kerkelijke instellingen in het departement Lys (179697), en vervolgens de aanwinsten tot 1863, in het bijzonder gericht op “kunsten en letteren”. Bij de verdere reguliere collectievorming in de voorbije anderhalve eeuw werd de lokale en regionale invalshoek hoe langer hoe belangrijker. Bovendien werd deze lopende acquisitie verrijkt door bijzondere verzamelingen, zoals collecties Brugse drukken, historische kranten, het archief en de bibliotheek van Guido Gezelle, en de bibliotheek van Achiel Van Acker.
De erfgoedcollecties preserveren, conserveren, restaureren De Openbare Bibliotheek voert een coherent beleid
inzake preservatie, conservatie en restauratie van haar erfgoedcollecties. Een blauwdruk voor dit beleid kwam in 1994 tot stand, als resultaat van een onderzoek uitgevoerd door het Studiebureau De Zilveren Passer (Gent). De concrete werking inzake behoud en beheer spitst zich toe op onder meer een permante monitoring van de klimatisatie, het overbrengen op andere dragers (microfilm en digitalisering), een quarantainesysteem dat mogelijke infestatie uitschakelt (CAT), een meerjarenprogramma voor de aanmaak van PYXISconservatiedozen en het restaureren van topstukken. Voor een belangrijk onderdeel van dit beleid, met name de schaderegistratie en de eerstelijnsconservering op stuksniveau van boeken die geen topstukkenstatus hebben, was de bibliotheek al langer op zoek naar een adequate werkmethode. Drie ontwikkelingen die zich tijdens de voorbije jaren aftekenden, hebben dit nu wel mogelijk gemaakt. Vooreerst dienden er zich vanaf de jaren negentig nieuwe methoden en materialen aan. Zo werd Japans papier ingezet in plaats van het arbeidsintensief vernieuwen van leren ruggen en begon Tyvec aan zijn opmars voor het herstellen van de
“Het concept boeken-EHBO berust op een aantal heldere principes zoals het stellen van prioriteiten, werkdeling en de toepassing van een aantal uitgekiende behandelings methoden en materialen.”
constructieve delen van de boekband. Bovendien laten deze nieuwe methoden toe om, onder gecontroleerde omstandigheden, vrijwilligers in te zetten om het boekenbezit duurzaam te onderhouden. Een tweede ontwikkeling was een nieuwe opleiding. Vanuit de bezorgdheid naar voldoende vakmensen voor het conserveren en restaureren van archief en boeken zochten Brugse erfgoedpartners (de Openbare Bibliotheek en vijf archiefinstellingen) een samenwerking met een opleidingspartner (Syntra We st ) e n we rd CO R E S (Competentieplatform voor Conservering en Restauratie van Boeken en Archief) in de steigers gezet. CORES staat in voor een tweejarige modulaire opleiding (met aanvullende specialisatie) die zich toelegt op de scholing van restauratievakmannen en -vrouwen met een bijzonder expertise voor eerstelijnsconservatie en -restauratie. Boeken-EHBO voor bibliotheken sluit naadloos aan op het curriculum van de opleiding, en daartoe werd door CORES de expertise ingewonnen van restaurator Marijn de Valk uit Middelburg. Ten derde werd in 2009 een eerste proef opgezet waarbij boeken-EHBO op de collectie van de Openbare Bibliotheek werd toegepast. Dit gebeurde bij een cluster boeken
Foto’s boven: Overzicht van de werktafels, van links naar rechts: droogreinigen, schaderegistratie, reparatie van de boekbanden en papierrestauratie. Foto hiernaast: Boeken waarvan de ruggen gerepareerd zijn, tijdens het drogen. Foto’s: M. de Valk.
META 2012 | 8 |
9
artikel
(19e-20e eeuw) van de col- De inrichting van de werkplek lectie Achiel Van Acker door — bij een eerstelijnsconserveCORES-studenten in oplei- ring steeds (tijdelijk) op locatie — nam een dag in beslag. ding onder begeleiding van Dit vroeg een investering van de CORES-docenten Marijn de Valk en Martine Eeckhout. De ongeveer 3.000 euro, naast resultaten van deze eerste vin- 500 euro voor gebruiksmategeroefening werden door alle rialen. Voor elk onderdeel in betrokkenen positief geëva- het werkproces was een tafel ingericht; een plaats voor het lueerd en voorgesteld op de studienamiddag ‘Conservering droogreinigen van de boeken, van bibliotheekcollectie’ in de één voor de schaderegistratie, Openbare Bibliotheek Brugge één voor het uitvoeren van de op 3 februari 2010. De tijd was reparaties aan de banden en rijp om de stap te zetten naar één voor de papierrestauraties, een grootschalig project boe- terwijl de zuurkast de plaats was waar de leren banden ken-EHBO voor oude drukken behandeld werden. (1500-1900) in de Openbare Bibliotheek. Een zuurkast en een eenvoudige stofzuiger zijn inderdaad Organisatie en onmisbare apparaten. De werkwijze Het project startte met een zuurkast maakt het mogelijk lederdressing (onder meer terintroductieochtend in de bibliotheek waarbij alle mede- pentine) aan te brengen en te laten uitdampen, en in mindere werkers aanwezig waren. Deze mate van leder te laten ontzuinstructie was door het hoge aantal deelnemers noodge- ren (ammonium). Voor dit prodwongen theoretisch, met ject werd geopteerd voor een aandacht voor de werkverde- gehuurd tweedehandstoestel ling, het hanteren van de boe- met vervangbare filters — het ken, een korte omschrijving voorzien een vaste afzuiging naar buiten was op dat ogenvan alle primaire handelingen blik te ingrijpend. en voorkomende schades, en een praktische oefening in het gebruiken van boeken uit de Vier medewerkers van de kluis. Een bezoek aan de werk- Openbare Bibliotheek vormden de basis van het team; hun plek sloot deze ochtend af.
De kasten met de behandelde oude drukken in de boekenkluis van de hoofdbibliotheek Biekorf (Openbare Bibliotheek Brugge). Foto: M. de Valk.
1 0 | META 2012 | 8
participatie was een onderdeel van hun dagelijkse werkzaamheden. Daarnaast participeerden tien studenten en afgestudeerden van de opleiding ‘Restauratievakman van boeken en archief’ (CORES) op vrijwillige basis. De werkuren van de studenten vielen buiten het reguliere tweejarige curriculum van de CORESopleiding. Twee studenten van de opleiding papierrestauratie van de Artesis Hogeschool in Antwerpen participeerden in het project als onderdeel van hun stage. Dit project onderscheidde zich van soortgelijke conserveringsprojecten doordat de aanwezige voorkennis bij iedereen verschilde en niet iedereen een gediplomeerd boekrestaurator was. Daarom werd eenvoudig begonnen. Het uitvoeren van constructieve handelingen kon gebeuren door mensen die daartoe opgeleid waren, maar was geen ‘must’. Op deze manier leerden de deelnemers tijdens het werk van elkaar en was er voor iedereen de mogelijkheid nieuwe handigheden en ervaringen op te doen. Het was de enige manier
om medewerkers met uiteenlopende expertise volwaardig te laten samenwerken. De praktische werkorganisatie gebeurde aan de hand van een werkrooster. Het project liep over drie maanden waarbij enkel op maandag en vrijdag werd gewerkt. Elke werkdag vereiste de aanwezigheid van maximaal vijf medewerkers waaronder telkens één voorman werd aangesteld die de dag coördineerde. De taken van deze meewerkende voorman bestonden uit het bewaken van de kwaliteit, het halen van de geplande dagelijkse hoeveelheid boeken, de registratie en waar nodig instructie van werk. De eerste zeven dagen waren dat de gediplomeerde restauratoren: projectcoördinator Marijn de Valk en/of Martine Eeckhout, de vaste docente en inhoudelijke coördinator van de CORES-opleiding. Na deze periode nam een bibliotheekmedewerker deze taak op zich, uiteraard steeds met een open lijn naar de coördinator. Deze wisselende samenstellingen waren flexibel en collega’s sprongen elkaar bij wanneer er boeken voor een
artikel
op stukniveau voor iedere collectie op maat wordt gemaakt, in overleg met de beheerders. Iedere collectie is immers anders en vraagt, bovenop een algemene benadering, andere aandachtspunten.
Leerbehandeling en reparaties: Een half uur aandacht per boek De leren boekbanden vormden een bijzonder aandachtpunt binnen de eerstelijnsconservering. Eerdere aanzetten vanuit de Openbare Bibliotheek om het leer van boekbanden te behandelen, hadden geen tastbaar resultaat opgeleverd, onder meer door de complexiteit in de regelgeving hieromtrent. Veel leren banden waren droog en het materiaal brak in de scharnierpunten. Interne en externe factoren tastten het leer aan. In 1996 publiceerde de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en het Instituut Collectie Nederland bruikbare richtlijnen voor de conservering van leren en perkamenten boekbanden. Tijdens een evaluatie in de herfst van 2011 werden de richtlijnen genuanceerd en volgens deze inzichten toegepast tijdens de eerstelijnsconservering in de Openbare Bibliotheek Brugge.
Perkamenten banden in de rij, wachtend op conservering. Foto: M. de Valk.
onderdeel te lang ‘in de file stonden’. De inzet van veel mensen, die ieder op hun manier een steentje bijdroegen, heeft dit project tot een succes gemaakt.
Schaderegistratie Na het droogreinigen volgde het registreren van de boeken in een Access-database. Daartoe werd op basis van bestaande modellen een aangepast formulier ontworpen. Anders dan gebruikelijk noteerden we voor dit project niet de schades aan de boeken, maar de uit te voeren handelingen. Voor de bibliotheek is het niet van belang of een gat in papier veroorzaakt is door schimmel, door ongedierte of door onzorgvuldig gebruik tijdens raadplegingen. Belangrijk is dát er papierrestauratie moet gebeuren en een benaderend inzicht over hoeveel werk dit is. Vandaar dat, naar het voorbeeld van de Schadeatlas Nederland, elke handeling ook kwalitatief werd benaderd, door “licht, matig of ernstig” aan te vinken. Helaas is er nog geen schadeatlas voor bibliotheekmateriaal beschikbaar en het gemis hieraan werd node gevoeld.
Schaderegistratie blijft steeds tot op een zekere hoogte subjectief, zeker als zoveel verschillende mensen eraan werken. Anderzijds zat er een dubbele check in de gang van elk boek doordat elk volume een nacontrole kreeg door een andere medewerker dan degene die het boek had ingevoerd. Wat de één ziet als een schade waar daadwerkelijk iets aan moet gebeuren, wordt door een ander benaderd als onvermijdelijke gebruikssporen die deel uitmaken van de geschiedenis van het boek. Het laat zich raden dat dit overleg vaak uitliep op boeiende en nuttige discussies die zich soms resulteerden in het bijstellen van de geregistreerde schade. Op de achtergrond was steeds het volgende basiscriterium aanwezig: “Is een boek raadpleegbaar zonder dat de schade oorzaak kan zijn van verder verval?” Ook al is het omgaan met dit schaderegistratiemodel voor verbetering vatbaar, toch ontstaat op deze manier voor de bibliotheek inzicht in de werkvoorraad aan conservering. Van belang is dat een dergelijke schaderegistratie
“Ook al is het omgaan met dit schade registratie model voor verbetering vatbaar, toch ontstaat op deze manier voor de bibliotheek inzicht in de werkvoorraad aan conservering.”
Het volgende onderdeel van de boeken-EHBO was het uitvoeren van reparaties waarvan de behandeling niet meer dan een half uur vergde. Boeken met schades die meer tijd vroegen, werden in afwachting van een latere behandeling verpakt in zuurvrij karton. Deze aanpak is mogelijk wanneer de prioriteiten helder gesteld zijn en de medewerkers goed kunnen inschatten hoe lang ze over een reparatie doen. Dit vraagt ervaring en vooral discipline, want het is erg verleidelijk om een uur bezig te zijn met het nazicht en het schoonmaken van een sterk ‘doorstofte’, interessante oude druk. Niet doen dus! Registeren van dit werk is dan het devies en snel verder naar het volgende boek!
META 2012 | 8 |
11
artikel
Boekendokters aan het werk: een impressie van Erfgoeddag 2012 in de Openbare Bibliotheek Brugge. Foto: Heidi Keereman.
Deze alertheid geldt vaak ook voor schade aan de naaiing, de ruggengraat van een boek. In dergelijke gevallen is de schade vaak te veel werk voor de eerstelijnsconservering en volstaat het om het boek na registratie weer zijn plaats te geven op de boekenplank. Talrijke andere werkzaamheden zoals het verwijderen van schadelijke etiketjes, het maken van hulzen voor losse ruggen, het vastzetten van losse delen, het vlakken van valse plooien en het repareren van een scheurtjes kunnen allemaal wel prima uitgevoerd worden in 30 minuten.
Resultaten Als onmiddellijke doelstellingen van dit project boekenEHBO werd vooropgezet: de fysieke staat van meer dan duizend boeken bijwerken en het opbouwen van inzicht in de schadebeelden. 1114 boeken schoven die dagen over de werktafels, waarbij in totaal 4341 schades in de database werden geregistreerd. Dit betekent dat er gemiddeld drie per boek werden 1 2 | META 2012 | 8
“Erfgoed collecties laten leven, veronderstelt in de eerste plaats gezonde boeken.”
aangekruist. Tijdens de eerstelijnsconservering kregen al 2456 of 56 procent van het totaal aantal schades een behandeling. De overige 1885 schadegevallen (44 procent) kunnen in de toekomst worden aangepakt. De database biedt de mogelijkheid de boeken te selecteren op schadesoort en ze per groep te behandelen. Op deze manier kan in de toekomst het werk gefaseerd en gepland worden. Dit houdt onder meer een opdeling in van schades die door eigen medewerkers aangepakt kunnen worden, eventueel in combinatie met verdere instructie, en schades die behandeling door een boekenrestaurator vereisen. Eerder gaven we aan dat het registreren van de schade samenging met het vermelden of die schade ‘licht’, ‘matig’ of ‘ernstig’ is. Aan elk van deze kwalificaties is een gemiddelde tijd verbonden, waardoor inzicht ontstaat in de benodigde tijd en het daarmee samenhangend budget dat nodig is om de nog
bestaande achterstanden in materiële zorg weg te werken. In elk geval kan worden gesteld dat alle urgente gevallen aandacht hebben gekregen en dat vrijwel alle boeken nu raadpleegbaar zijn. Dat geen ‘lijken’ meer uit de kast zullen vallen, is voor de bibliothecaris een geruststellende gedachte. Een tweede doelstelling was het bijscholen van alle deelnemers en van de bibliotheekmedewerkers in het bijzonder. Zowel de afzonderlijke onderdelen als de projectmatige afstemming sloten in ruime mate aan op de opleiding van de CORES-studenten en -afgestudeerden. De bibliotheekmedewerkers die enkel op een elementaire boekbindopleiding konden terugvallen, kwamen daarentegen in een nieuwe wereld terecht. Alle deelnemers wisten het aanbod om te werken met een bijzondere collectie oude drukken én om ervaring op te doen met de eerstelijnsconservering naar waarde te
artikel
schatten. Anderzijds ervoeren allen de instructieochtend én de werkperiode (24 werkdagen) als te kort om binnen dit project zelfstandig aan de slag te gaan. Vaak voelden ze zich onzeker bij het nemen van beslissingen en het uitvoeren van specifieke handelingen. Vrijwel alle deelnemers gaven bij de eindevaluatie aan dat ze de permanente supervisie van een ervaren boekrestaurator hadden gemist. De aanwezigheid van een boekrestaurator — tijdens het project was dit beperkt tot een derde van de werkdagen — blijkt essentieel om de vereiste kwaliteit en kwantiteit te halen. Bovendien dient dit een restaurator te zijn die ervaren is in het overdragen van kennis, het delegeren van werkzaamheden en het stellen van prioriteiten. Bij boeken-EHBO wordt het klassieke werkpatroon immers doorbroken: een boek met verschillende schades wordt niet in één beweging afgewerkt, maar het werk wordt opgedeeld in fases, waarbij bovendien kan worden beslist om bepaalde onderdelen uit te stellen tot een nader te bepalen tijdstip. Dit vraagt een mentale ommekeer van de medewerkers én een permanente waakzaamheid van de restaurator. Naast een permanente begeleiding is ook een breder uitgewerkte instructie beslist geen overbodige luxe. Een cursus van vijf dagdelen is eigenlijk nodig om niet alleen de theoretische informatie mee te geven, maar ook de praktijk te kunnen oefenen.
Communicatie Uiteraard maken veel handen licht werk. De keerzijde van de ruime betrokkenheid was dat projectmedewerkers enkel bij de intro en op de afsluiter voltallig aanwezig waren. Medewerkers pikten met andere woorden ’s morgens opdrachten op daar waar hun voorgangers die de vorige werkdag hadden losgelaten. Een ter plaatse bijgehouden
logboek en een wekelijkse digitale projectnieuwsbrief vormden eenvoudige maar heldere communicatie-instrumenten die voor afstemming en cohesie zorgden. Naast deze interne communicatie groeide tijdens de projectvoorbereiding de wenselijkheid om ervaringen en resultaten van deze eerstelijnsconservering met de brede sector te delen. Erfgoedcel Brugge coördineerde daartoe de opname, afwerking en distributie van een kortfilm die het verloop, de ervaringen en de evaluatie van het project in beeld brengt 1. Een dvd van deze film wordt gratis binnen de sector verspreid.
Besluit Erfgoedcollecties laten leven, veronderstelt in de eerste plaats gezonde boeken. Daartoe is er nood aan een praktijkgerichte schaderegistratie en een adequate methode om de materiële staat van individuele boeken te verbeteren. De ervaringen die in dit Brugse project werden opgedaan, openen perspectieven om omvangrijke erfgoedcollecties in bibliotheken op objectniveau te conserveren. Aandachtspunten zijn een strakke en permanente coördinatie door de restaurator-coördinator in functie van de voortgang van het werk en van de afstemming tussen de vele medewerkers, en een voldoende vakopleiding voor alle deelnemers. Deskundigheidsopbouw van de medewerkers speelt enkel voluit als aan de laatste voorwaarde is voldaan. Beide aandachtspunten impliceren budgettaire keuzes.
Het brede publiek werd op Erfgoeddag 2012 uitgenodigd om met het toen lopende project kennis te maken. Deelnemers in Brugge konden op zondag 22 april, naast het brede programma onder de themakoepel “Helden”, ook kennismaken met erfgoedzorg in zijn vele gedaanten. Onder de titel ‘Boekendokters in opleiding’ werd de actieve werkplaats opgebouwd in de lounge van de hoofdbibliotheek. De eerste versie van de film en een tentoonstelling over boeken-EHBO zorgden voor de omkadering. De meer dan 600 bezoekers gaven aan dat actieve eerstelijnsconservering van bibliotheekcollecties een ruime belangstelling opwekt.
1 Een EHBO voor historische boeken: eerstelijnszorg erfgoedcollecties Openbare Bibliotheek
SCANNEN - GEOREFEREREN EN DIGITALISEREN VAN OUDE KAARTEN
Brugge (dvd), Brugge, Openbare Bibliotheek, 2002 (productie: Mad Monkey Studio’s). Een gratis exemplaar kan worden opgevraagd bij de Openbare Bibliotheek Brugge (
[email protected]). Voor de versie met alle voetnoten kunt u terecht op onze website
IJzerweglaan 48 I 9050 Gent Belgium
[email protected] I www.aquaterra.be T +32 (0)9 230 55 15 I F +32 (0)9 230 21 10
www.vvbad.be/META
META 2012 | 8 |
13
Marina De Bruijn:
“Vanuit de kennis van het verleden, kan je betere keuzes en weloverwogen beslissingen maken.”
interview
Bibliotheekgeschiedenis als inspiratie voor de toekomst Interview: Rien Emmery en Julie Hendrickx. Foto’s: Stefan Tavernier.
Van volksverheffing en verzuiling naar consolidatie, digitalisering, management en gebruiksgerichte bibliotheken. Honderd jaar bibliotheekhistorie vatten in één zin doet de geschiedenis oneer aan. Marina de Bruijn, sinds 1 januari 2000 bibliothecaris in Rumst, bundelde al haar kennis en ervaring om de bibliotheekgeschiedenis van Rumst te ontrafelen in haar boek Van volksboekerijen naar openbare bibliotheek: 100 jaar bibliotheekgeschiedenis in de gemeente Rumst. Vooraleer ze later dit jaar op pensioen gaat, sprak ze met META over haar boek en haar carrière. (Zie ook p. 24-25) Hoe is het idee voor dit boek ontstaan? Het idee kwam niet van mezelf, maar van onze burgemeester Eddy Huyghe. Hij vroeg me op een personeelsbijeenkomst of ik er iets voor voelde om de geschiedenis van de bibliotheken uit te zoeken. Onze burgemeester heeft oog voor historie en gaf al vaker opdrachten voor boeken. Ondertussen dateert die vraag wel al van een flink aantal jaar geleden. het werk eraan heeft ook een tijdje stil gelegen, het boek is uiteindelijk iets later dan verwacht uitgekomen. Voor wie is het boek bedoeld? Door het boek wordt in eerste instantie een stukje gemeentegeschiedenis bewaard. Aanvankelijk wist niemand of er nog bronmateriaal was en waar dat dan bewaard was gebleven. Ook de heemkundige kring had er zich nog nooit in verdiept. In zo’n geval is het de taak van de gemeente of de bibliotheek om die geschiedenis zelf te reconstrueren. Gaandeweg ben ik dit boek ook gaan zien als een belangrijk document voor onze toekomst en voor onze beleidsmakers. Vanuit de kennis van het verleden kan je betere keuzes en weloverwogen beslissingen maken. Alle gemeenteraadsleden hebben dus een exemplaar gekregen. Hopelijk zijn er nog enkele boeken voor het nieuwe team, dat het nu moet gaan waarmaken. Daarnaast is het boek natuurlijk ook een eerbetoon aan al die vrijwilligers waar de bibliotheek op mocht rekenen. Het is een indrukwekkend boek geworden waarin veel bronnenmateriaal en getuigenissen werden verwerkt. Hoe bent u te werk gegaan? Eerst heb ik mezelf wat georiënteerd. Ik had er geen flauw benul van welke documenten er allemaal te vinden zouden zijn — of net niet te vinden. Op de bibliotheekzolder vond ik wel wat, maar niets dat dateerde van voor de bibliotheekfusie in 1981. In het gemeentelijk archief vond de cultuurbeleidscoördinator een dossier betreffende de oudste gemeentelijke bibliotheek, die in 1968 in Terhagen was opgericht, dat was het schamele begin. Ik ben dan vooral gaan praten met de oud-bibliothecarissen. Sommigen onder hen waren toen al hoogbejaard. De eerste persoon met wie ik sprak, was een stuk in de 80 en is drie jaar geleden overleden. Hij bleek ook nog een archief bewaard te hebben dat hij me toevertrouwde. Zo ben ik bij vijftien mensen langs
geweest, al had niet iedereen documenten bewaard. Een gevolg daarvan is dat het aantal pagina’s wat onregelmatig verdeeld is over de verschillende besproken bibliotheken in het boek. Er was bijvoorbeeld veel minder materiaal bewaard gebleven van de katholieke bibliotheken dan van de socialistische. Die hadden nochtans op zich al een heel lange geschiedenis, maar de pastoors hadden niets bewaard. Dat ik niet meer archiefwerk heb kunnen doen, vind ik zelf een leemte in het onderzoek. Ik had graag de archieven nog uitgepluisd, maar dat was op dat moment niet haalbaar. Als je nu de curverbakken ziet staan waarin alle geraadpleegde documenten zijn samengebracht, dan is dat best al indrukwekkend. Het boek gaat ook uitgebreid in op de bibliotheekwetgeving van vroeger en nu, waarom hebt u er voor gekozen dit zo gedetailleerd te doen? Het boek vertelt het verhaal van Rumst en de deelgemeenten Reet en Terhagen, maar ik heb ter duiding ook een stuk over de relevante wetgeving en een blik op het Vlaamse bibliotheekwezen toegevoegd. We zijn natuurlijk geen eiland geweest. Die wetten hebben de bibliotheken gemaakt tot de instellingen die ze vandaag zijn. Rumst had vroeger twee bibliotheken, een socialistische en een katholieke, die men lange tijd probeerde samen te voegen. De gesprekken zijn in 1972 begonnen en uiteindelijk in 1978 afgesprongen. In het begin leek alles zeer snel in kannen en kruiken, maar daarna is nog lang gepalaverd en toen de papieren getekend moesten worden, kwamen de katholieke vertegenwoordigers niet opdagen. Ze wilden niet aan de voorwaarden voldoen. Het gemeentebestuur is toenenkel met de socialisten verder gegaan en de gemeentelijke bibliotheek is er toch gekomen. De toenmalige katholieke bibliothecaris gaf achteraf toe daar een fout te hebben gemaakt: “We hadden er mee in moeten stappen, want mensen gingen toch naar die nieuwe bibliotheek. Daar was het gratis, bij ons moesten ze betalen. Daar was alles nieuw, aantrekkelijker en er was voldoende ruimte.” Maar zonder het bibliotheekdecreet van 1978 was die situatie vast nog jaren blijven aanslepen. Het decreet zorgde voor heel wat veranderingen en stelde heel strikte eisen, niet te vergelijken met het huidige decreet. De wetgeving regelde zelfs de afstand
META 2012 | 8 |
15
interview
tussen de boekenrekken. Dat was toen nodig, de infrastructuur was nu eenmaal slecht. Met het decreet van 2001 moest alles binnen cultuur gekaderd worden, er moest samenwerking zijn met de cultuurbeleidscoördinator en de bib moest veel meer investeren in uitbreidingsactiviteiten. Toen ik hier begon in 2000, waren de schoolontleningen er eigenlijk al te veel aan. Omdat er geen tijd en geld was, werd dat overgelaten aan vrijwilligers. De Bibliotheekweek werd niet meer georganiseerd omwille van de geringe belangstelling en ook de Jeugdboekenweek was hier nog nooit gevierd. Dat decreet heeft zo’n dingen wel mogelijk gemaakt. Wetten maken bibliotheken. Het is dus heel belangrijk dat we goede wetten hebben.
“Gaandeweg ben ik dit boek ook gaan zien als een belangrijk document voor onze toekomst en voor onze beleidsmakers. Vanuit de kennis van het verleden, kan je betere keuzes en weloverwogen beslissingen maken.”
Wat verwacht u dan van het nieuwe decreet dat er aankomt? Ik vind het heel spannend. Er zitten een aantal nieuwe punten in: laagdrempeligheid wordt meer benadrukt en de digitale bibliotheek natuurlijk. Die twee elementen worden belangrijk. Het voelt wel een beetje raar. Je bent gewend om er zelf mee aan de slag te moeten gaan, er over na te denken en plannen te maken maar ik zal niet meer werken onder dat nieuwe decreet. Ik denk dat er grote veranderingen zitten aan te komen, net zoals de situatie van het boek momenteel ook zo snel verandert. Ik denk dat bibliotheken veel breder moeten gaan werken, dat ze zelfs hun naam moeten opgeven en cultuurhuizen moeten worden. De bib spreekt nu een kwart van de bevolking aan, in vele gemeenten is dat percentage zelfs aan het dalen. Ik denk dat een gemeentebestuur zich vragen zal gaan stellen bij die beperkte return, ondanks de gedane investeringen. Er moeten keuzes gemaakt worden, alles moet opengetrokken worden. Er moet veel meer mogelijk zijn in de bib. De bib moet een huis worden waar iedereen naar zijn zin dingen kan komen doen en iets kan vinden. Anderzijds, hoe de digitale revolutie zal uitdraaien, dat weet niemand. Ik heb vorige week — voor de eerste keer in mijn carrière — echt ruzie gehad met een dame die zich afvroeg waarom de bib nog steeds geen digitale boeken aanbood. “Ja, mevrouw, dat is een complex kluwen van auteursrechten en uitgeversbelangen.” Ze wou niet begrijpen dat de bib niet zomaar digitale boeken kan aankopen zoals zij dat, als particulier, wel kan. In het boek bespreekt u ook uw visie over de bib als ideeënfabriek. Ja, dat idee van ideeën- of cultuurfabriek komt uit Nederland. Het draait in de eerste plaats rond creativiteit, waarmee je bijvoorbeeld ook jongeren kan aanspreken. Bied hen opleidingen aan of laat hen zelf collectief iets uitwerken. Nu zit iedereen naar zijn eigen toestelletje te staren. Ik denk dat de bib hier een plek voor kan zijn. Het zal ook moeten, want als ik af ga op wat ik lees in de krant of op internet, lijkt het wel alsof iedereen wat 1 6 | META 2012 | 8
hopeloos aan het worden is. Ook in een vorige editie van META stond zo’n artikel: Over de ondergang en het belang van de digitale bibliotheek (META 2012/6), de auteurs verdedigden zichzelf en de sector maar er klonk voor mij ook een beetje wanhoop in door. Dat geeft me soms minder vertrouwen in die toekomst. Ook de democratiseringsmogelijkheden die een bib te bieden heeft, zijn niet te onderschatten. We merken dat zelf ook. In samenwerking met Rupelbib (het samenwerkingsverband dat de bibliotheken van Rumst, Niel, Schelle, Boom en Hemiksem verenigt) organiseren we computerlessen. Het is een ultieme basiscursus voor mensen die nog nooit een computermuis vasthielden. Ook internet en werken met e-mail en Picasa komen daar aan bod. Als bewoner van de wereld van 2012 worden je mogelijkheden ineens zoveel breder als je met de pc kunt werken. Bijdragen tot die democratisering is voor een bib zeer belangrijk. Tijdens het schrijven van het boek viel mij op dat alle bibliotheken hun oorsprong vinden in de idee van volksverheffing. Er was vroeger wel een lagere schoolplicht, maar wat daarna? Niet iedereen kon of mocht zomaar verder studeren. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat we ook nu met die problematiek geconfronteerd worden: we moeten weer die onderlaag meekrijgen. Toen de bibliotheken ontstonden, waren ze echt bedoeld voor de arbeidersklasse, de middenklasse werd volledig losgelaten. Maar nadat de televisie een deel van de arbeiders heeft meegenomen en de bibliotheken kwalitatief beter werden, is de middenklasse naar de bib gekomen. We moeten weer iedereen kunnen bereiken. In hoeverre is de bibliotheekgeschiedenis van Rumst, Reet en Terhagen representatief voor de situatie in Vlaanderen? Ik denk dat er op vele vlakken wel overeenkomsten zijn. Versnippering en verzuiling had je overal in Vlaanderen. Voor het decreet van 1978 had je 1330 bibliotheekjes, in 1998 — vlak voor het volgende decreet — waren er nog maar 316. Ook al hadden die bibliotheekjes het woord ‘openbaar’ in hun naam staan, ze waren toch vaak gelieerd aan de katholieke, socialistische of liberale zuil. Je kon niet zeggen dat het echte openbare bibliotheken waren. Ze zouden nooit bezoekers geweigerd hebben, maar je ging er eenvoudigweg niet binnen als dat niet hoorde. Hier in Rumst was er een bib ingericht in een lokaaltje achter het volkshuis: aan dezelfde tafel waar je je boeken binnenbracht, werden ook de bonnetjes van de ziekenkas terugbetaald. Maar naast die overeenkomsten is er ook de typische eigen geschiedenis van elke afzonderlijke bibliotheek. Rumst en Terhagen liggen beneden aan de Rupel en hebben door de steenbakkerijen een lange geschiedenis als arbeidersgemeenten. Reet ligt meer bergop, met een zeer christelijke landbouwersbevolking waar vanaf de jaren zeventig en tachtig steeds meer bedienden zijn komen wonen. Het karakter van de bevolking verschilde dus heel erg, wat zich uitte in de bibliotheken: Rumst en Terhagen hadden een socialistische en christelijke bibliotheek en Reet had enkel twee christelijke bibliotheken. De gemeenten zijn gefuseerd kort voor de bibliotheken werden samengevoegd, maar die gemeentelijke fusie lijkt nog altijd niet helemaal verteerd te zijn. De inwoners van Reet hebben weinig te maken met die van Rumst en andersom. Door het hoogteverschil tussen de gemeenten liggen ze ook fysiek ver van elkaar. Voor de bibliotheken is dat lastig. Toen ik hier begon als bibliothecaris waren er vier vestigingen: de hoofdbibliotheek in Rumst, een vestiging in Terhagen en twee in Reet. Ondertussen is er al een bibliotheek minder in Reet. Dat filiaal had een heel druk jeugdverkeer maar Terhagen, waar veel minder boeken ontleend werden, moest sowieso blijven — een politieke keuze. En ook nu liggen de ontleencijfers in Terhagen eerder aan de
interview
lage kant. Een gemeente van 15.000 inwoners kan geen twee bibliotheken uitbouwen en iedereen daarmee tevredenstellen. Je kan niet alles aanbieden in beide vestigingen. De aantrekkingskracht van de nieuwe bib is dan weer duidelijk merkbaar: in Reet stijgen de ontleencijfers nog altijd. Hier in Rumst, waar de collectie groter is en de openingsuren uitgebreider, nemen
“Wetten maken bibliotheken. Het is dus heel belangrijk dat we goede wetten hebben.”
de cijfers minder spectaculair toe. Het typerende aan de bibliotheken van de fusiegemeente Rumst is dat ze zo verschillend zijn. Dat is de afgelopen twaalf jaar ook de uitdaging geweest: dat je niet kon inzetten op één bibliotheek maar dat je je aandacht moest verdelen over verschillende vestigingen. Het boek schetst ook duidelijk de vele problemen met de bibliotheekinfrastructuur. Zijn er plannen voor nieuwbouw? Ja, er zijn plannen om op het plein waar nu de bushalte is een nieuwe bibliotheek te bouwen. Het zou eerder een cultuurhuis worden waar ook gemeentelijke diensten hun plaats in kunnen vinden. Er is al een eerste plan opgemaakt. Het heeft er een tijdje naar uit gezien dat ik de bouw zelf nog zou meemaken,
maar ik vrees dat we eerst de uitslag van de verkiezingen moeten afwachten, want volgens de oppositie is dit een prestigeproject. Zelf heb ik altijd graag nieuwe bibliotheken bezocht: ik ben naar Delft geweest, Londen, Amsterdam, … Het is wel leuk om daarover na te denken en naar aanleiding van zo’n bezoek zelf ideeën uit te werken. De uitgave van uw boek valt ook samen met uw pensioen. Hoe kijkt u terug op uw bibliotheekloopbaan? Met veel plezier en genoegen. Het is hard werken geweest, maar ik heb toch wel veel kunnen doen. Voor ik hier in Rumst als bibliothecaris begon, heb ik in de bibliotheek van Ekeren gewerkt. Hoewel ik zeven jaar daarvoor de akte had behaald, was ik toen eigenlijk nog nieuw in de bibliotheekwereld. Door de situatie ter plekke, kon ik in Ekeren onmiddellijk beginnen als verantwoordelijke van de jeugdafdeling. Dat was een functie waarin ik me kon uitleven en waar ik ook wel wat heb kunnen realiseren. Met die ervaring op zak schreef ik mij wat later in aan de bibliotheekschool in Antwerpen. Zo ben ik dan uiteindelijk in de bib van Rumst terecht gekomen. Als bibliothecaris heb je veel energie nodig en je moet veel van jezelf willen investeren. Ik denk dat ik alles bereikt heb wat ik hier kon bereiken, zeker binnen de mogelijkheden van dit gebouw. Aan energie en drive hebt u zeker niet te kort: voor uw sollicitatiegesprek ging u blijkbaar eerst op spionagebezoek in de bibliotheken. Ja, er kwamen dan al onmiddellijk plannen naar boven. Mijn
META 2012 | 8 |
17
interview
“De bib spreekt nu 25 procent van de bevolking aan, in vele gemeenten is dat percentage zelfs aan het dalen. Ik denk dat een bestuur zich vragen moet stellen bij die kleine return, ondanks de gedane investeringen.”
man zei toen dat ik maar beter kon deelnemen want ik was er toch al mee bezig. Maar ik heb tot aan het mondelinge examen getwijfeld; ik zou gewoon mee doen en daarna bekeek ik het wel. Het was pas tijdens het mondelinge examen dat ik bij mezelf dacht “Verdorie, wat ik hier zit te beweren, wil ik ook wel echt realiseren!” De vorige bibliothecaris — niets ten kwade — werkte hier, naast zijn andere baan, uiteindelijk maar negen uur per week. Ik was de eerste bibliothecaris die voltijds in dienst kwam, met als gevolg bijvoorbeeld dat ze hier nog nooit een Jeugdboekenweek hadden georganiseerd terwijl ik dat in Ekeren elk jaar verzorgde. Toen ik hier in januari aankwam, waren er geen plannen voor de Jeugdboekenweek die in maart plaatsvindt. Die heb ik toen nog snel uit de grond gestampt. Zo is het met veel dingen gegaan: als je echt iets wil, dan lukt het meestal wel. Een bibliothecaris met nieuwe energie zal goed zijn voor de bib, die ziet weer nieuwe mogelijkheden. Misschien is die ook al op spionagebezoek geweest (lacht)! Hoe hebt u de bibliotheekopleiding ervaren? Met gemengde gevoelens. Een aantal vakken waren interessant maar de lessen stonden of vielen met de docenten. Er ontbrak naar mijn gevoel een sturende kracht. Sommige lessen leken niet op de praktijk afgestemd maar eerder op de hobby van de leerkracht. Ik ben nu niet meer zo op de hoogte over het reilen en zeilen in de bibliotheekschool maar ik heb wel begrepen dat er nog weinig studenten zijn. Nu de opleiding van drie naar vier jaar is gegaan, is in september maar één student afgestudeerd. Dan wordt de spoeling bij vacante plaatsen wel erg dun natuurlijk. Hoe hebt u de sector en het beroep van bibliothecaris zien veranderen in die afgelopen twaalf jaar? Mijn voorganger, die in de jaren vijftig in dienst trad als 1 8 | META 2012 | 8
bibliothecaris, heeft vooral veel ontleningen gedaan. Hij moest wel een collectie voorzien en wat administratie in orde brengen voor de gemeente maar daar is wel erg veel in veranderd. Nu is ‘management’ stukken belangrijker geworden: nota’s schrijven, personeelsbeheer, … en problemen oplossen. Elke week neem ik nog een avonddienst voor mijn rekening, om het contact met de mensen te behouden. Probleemoplossend vermogen is bij het assessment trouwens een belangrijk aandachtspunt: de nieuwe bibliothecaris moet iemand zijn die probleemoplossend kan denken. De contacten met het gemeentebestuur zijn in de loop van de jaren ook veeleisender geworden: je wordt veel meer betrokken in die gemeentelijke structuren en je moet vergaderingen bijwonen. Vroeger was de bibliotheek meer een eiland. Die integratie in de gemeente vind ik positief maar het vraagt allemaal tijd. Hebt u ook tendensen in het leesgedrag kunnen bemerken? Het boek schetst het contrast tussen vroeger en nu heel mooi aan de hand van die morele quoteringen van titels. Ja, bibliotheken kregen vroeger strafpunten als ze stripboeken in hun collectie hadden. In Rumst lagen ze in de meeste bibliotheekjes onder de toonbank De evolutie in die morele quoteringen is inderdaad merkwaardig. Als je verschillende jaargangen en bijhorende voorwoorden gaat vergelijken, dan valt het op dat de jaren dertig veel minder streng waren dan de jaren vijftig. De jaren vijftig predikten dood en verdoemenis terwijl men in de jaren dertig eerder een onderscheid maakte tussen ervaren en onervaren lezers Een gebruiker vertelde me dat hij als kind op een ochtend de bibliotheek bezocht met zijn vader, die De graaf van Monte Cristo had uitgezocht. De kapelaan die op dat moment de uitlening verzorgde, weigerde echter het boek mee te geven: er stond een prentje in van een vrouw met een flinke boezem, en dat kon absoluut niet. Daar sta je dan als vader met je zoon van zeven (lacht). Dat zijn toestanden die wij ons niet meer kunnen voorstellen. Vreest u het zwarte gat na uw pensioen? Ik blijf actief als vrijwilliger. In onze voorleesgroepen lezen een aantal dames een keer per maand voor aan kinderen. Ik heb altijd gezegd dat ik zou helpen zodra ik met pensioen was, en ze houden me nu aan die belofte. Onze leeskring blijf ik ook begeleiden. Als ik mag van mijn opvolger tenminste (lacht), maar die is tot hier toe nog niet bekend. Morgen (woensdag 19 september) is het assessment waar twee kandidaten aan zullen deelnemen. Zit u zelf mee in de jury? Enkel als secretaris, want officieel mocht het niet. Maar je kent natuurlijk de situatie het beste, je kent het personeel, je weet wat de noden zijn, … Het zou jammer zijn om die kennis helemaal niet te gebruiken. Kregen jullie veel reacties op de vacature? Nee, helemaal niet! We hebben zelfs twee oproepen moeten lanceren. Op het moment van het eerste examen was er slechts één kandidaat, maar die werd op basis van het schriftelijke examen al niet weerhouden. En na een tweede oproep hebben zich dan drie kandidaten gemeld. Daar zijn er nu nog twee van in de running. Het is natuurlijk ook wel een zware job voor de verloning op B-niveau. Een A-functie zou interessanter zijn, dan zouden we wel wat meer reactie krijgen, denk ik. Bedankt voor dit boeiende gesprek. We wensen je een fijn pensioen!
artikel
Google bestaat al. Waar moet het heen met de bibliotheekcatalogus? Johan Mijs, Bibnet
Dit is het verslag van een zoektocht naar een eigentijdse informatiearchitectuur voor de catalogus van de openbare bibliotheek naar aanleiding van een upgrade van Zoeken.bibliotheek.be en Bibliotheekportalen. Context Zoeken.bibliotheek.be is de zoekomgeving van de Vlaamse Centrale Catalogus (Open Vlacc). In Open Vlacc worden de titelbeschrijvingen ingevoerd van de collecties van de zes grootste openbare bibliotheken van Vlaanderen. Tussen 2006 en 2008 werkte VCOB (nu Bibnet) nauw samen met het Nederlandse bedrijf Medialab (nu Serials Solutions Medialab) om met AquaBrowser-software een eigentijdse zoekomgeving te bouwen op Open Vlacc: Zoeken.bibliotheek.be. In 2009 startte de Vlaamse overheid in overleg met de provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie het ambitieuze interbestuurlijke project ‘Bibliotheekportalen’ om elke bibliotheek die deelneemt aan een provinciaal bibliotheeksysteem uit te rusten met een AquaBrowser die een afgeleide is van Zoeken. bibliotheek.be. Die lokale bibliotheekcatalogus is bereikbaar op een standaard URL (gemeente.bibliotheek.be) en toont enkel zoekresultaten uit de collectie van de lokale bibliotheek. Via een complexe maar beheersbare centrale infrastructuur worden Open Vlacc, digitale bronnen en lokale titelbeschrijvingen geïntegreerd. Eind 2012 zullen de laatste
twee bibliotheeksystemen (provincie Limburg en Brussels gewest) aangesloten zijn, zodat in totaal meer dan 200 Vlaamse openbare bibliotheken beschikken over een eigen Bibliotheekportaal. Limburg en Brussel zullen bovendien van meet af aan beschikken over een grondig vernieuwde AquaBrowser ‘Liquid’ interface. Daarna volgt een upgrade naar de vernieuwde versie voor de bibliotheken in de vier andere provincies. Dit artikel gaat over die nieuwe interface en hoe we bibliotheekcatalogi opnieuw aansluiting kunnen laten vinden bij het zoek gedrag van het grote publiek. 1
Doel van een catalogus Laten we onze zoektocht starten bij de vraag naar het doel van een bibliotheekcatalogus. Hoewel we hierover zelf geen systematisch onderzoek hebben gedaan, wijst de praktijk uit dat de ‘toptaken’ die Charles Cutter in 1876 bedacht voor de steekkaartencatalogus, nog altijd gelden voor het grootste deel van het gebruik van de online catalogus: de bibliotheekcatalogus is er voor mensen die weten wat ze zoeken. Ze kijken in de catalogus of datgene wat ze zoeken, beschikbaar is in hun bibliotheek. Tot zover de bibliotheek theorie. Bibliotheken waren
te brengen. In het bijzonder pioniers in het beheren en doorzoekbaar maken van een om de collecties niet op te publiek toegankelijke pro- sluiten in de catalogus en ze ductcatalogus. Maar met de op een zeer gebruiksvriendelijke manier tot hun recht te komst van internet namen laten komen. e-commerceb edrijven als Amazon, eBay en Zappos die rol over. Vanuit hun commerci- Gebruiks ële invalshoek ontwikkelden zij vriendelijkheid nieuwe functies zoals het ver- Die gebruiksvriendelijkheid is leiden naar meer en andere vandaag een must op internet. producten, en het voorzien De gebruikerservaring is een van winkeletalages voor men- van de belangrijkste successen die niet precies weten wat factoren van een toepassing ze zoeken. Maar belangrijker: — denk aan de hegemonie van die bedrijven zijn meesters Apple op dit vlak. User experigeworden in het optimalise- ence design is uitgegroeid tot ren van hun websites in func- een specifiek vakgebied, maar tie van ‘conversie’: de omzet- hoeft geen hogere wiskunde ting van sitebezoek naar een te zijn. Eenvoudige gebruiksbepaald doel, bijvoorbeeld inzichten leiden vaak tot speceen bestelling of een betaling. taculair betere toepassingen. Hun hele website staat resoluut in functie van dat doel. Een van die inzichten is dat Omwegen of stoorzenders de meeste websites eigenlijk betekenen immers inkom- maar drie soorten pagina’s stenverlies en worden dus best hebben 2: zoveel mogelijk vermeden. • keuzepagina’s • detailpagina’s (of landingsBibliotheken kunnen veel leren pagina’s) van die resoluutheid. De afge- • en transactionele pagina’s. lopen twintig jaar hebben bibliotheken in hun catalogi Hieronder zie je een voorbeeld een kleine Google proberen te van de 3 soorten pagina’s die bouwen om fysieke en digitale een bezoeker tegenkomt op bronnen samen doorzoekbaar Zappos.com, geen boeken — te maken op een manier die maar een schoenencatalogus. veel te wensen over laat. De De eerste stap is een keuzedaaraan gekoppelde diensten pagina: een lijst met categoen toepassingen leiden boven- rieën of een resultatenlijst dien in veel gevallen tot frus- (1). Daarna landen we op de tratie bij de klant: gebrek aan detailpagina van het product een eenmalige en webvrien- (2). Belangrijkst is de converdelijke login, gedateerde en sie naar een actie — hier een onduidelijke interfaces, bron- aankoop — via de transactionen die enkel raadpleegbaar nele pagina (3). zijn binnen de muren van de bibliotheek, enzovoort. De We zullen hieronder elk type uitdaging is om opnieuw vol- pagina bespreken in het kader doende focus in de online van de ontwikkeling van de catalogus en dienstverlening AquaBrowser ‘Liquid’ interface.
META 2012 | 8 |
19
Artikel
De verschillende pagina’s die je tegenkomt in de schoenencatalogus van Zappos.com.
Keuzepagina’s
enige te indexeren site in Bibliotheekportalen. De doelstelling is bezoekers zo snel mogelijk door te verwijzen naar een titel in hun lokale bibliotheek of naar een digitale toegang. Als die strategie lukt, zal Google vaker het zoekvenster én de resultatenlijst van de bibliotheekcatalogus worden.
Mensen die weten wat ze zoeken • Google.be Mensen die weten wat ze zoeken (known item search), starten vaak met zoeken in een zoekvak. Geen illusies: wie op zoek gaat naar informatie over een boek, zoekt die via Google. Alleen klanten van een bibliotheek die bewust op • De lokale bibliotheekzoek gaan naar een boek om catalogus te lenen, zoeken in de cata- Voor klanten van de bibliologus van hun bibliotheek. theek blijft de belangrijkVoor de meeste mensen is de ste toegangspoort op dit Google-resultatenlijst de keu- moment evenwel de lokale bibliotheekcatalogus. Zij verzepagina bij uitstek. wachten daar een GoogleDaarom vinden we het bij ervaring bij het zoeken naar titels die ze willen uitlenen. In Bibnet erg belangrijk om in te zetten op zoekmachine- Bibliotheekportalen komen we optimalisatie (SEO). We bou- daaraan tegemoet door overwen in Bibliotheekportalen zichtelijke resultatenpagina’s een strategie uit die ons in en een uitgekiende relevantiesortering. staat moet stellen om hoog te scoren in de ranking van Google.be met de beste Zo vind je voor bestselNederlandstalige detailpa- lers als het boek Congo van gina’s (zie verderop) over David Van Reybrouck vaak boeken, muziekalbums, films, meerdere edities in de bibliotheek. Die edities worden in strips, ... Zo komt ook wie via Bibliotheekportalen samen Google informatie zoekt bij de gegroepeerd als één resulbibliotheek terecht. taat in de resultatenlijst. Hoe In de Google-strategie die meer edities een werk heeft Bibnet in 2013 zal uitrol- en hoe meer bibliotheken het len, staat Zoeken.biblio- in bezit hebben, hoe hoger de theek.be centraal als de ranking op de resultatenlijst. 2 0 | META 2012 | 8
Zo proberen we te voorspellen welke titels het meest relevant zijn voor een zoekopdracht. In de toekomst willen we deze functionaliteit ook inbouwen via suggesties die automatisch aanvullen wat wordt ingetypt in het zoekvak. Op die manier kunnen we zoekers die weten wat ze willen nog sneller naar de juiste detailpagina leiden.
inspirerende online winkeletalages die hen tonen wat het aanbod is. Die etalages kunnen allerlei vormen aannemen: van browsen door de winkelafdelingen of het nieuwste aanbod tot aanbevelingen van verkopers, vrienden of andere klanten. En dat via online kanalen als websites, applicaties, e-mail marketing, sociale media, ...
Mensen die niet weten wat ze zoeken Mensen die niet weten wat ze zoeken (unknown item search) hebben minder aan een zoekvak. Zij hebben meer baat bij
Collecties van de bibliotheek lenen zich perfect voor dergelijke toepassingen. Etalages worden volop gebruikt in de offline bibliotheekwereld: bibliotheken zijn dagelijks in
De edities van het werk Congo van David Van Reybrouck verschijnen gegroepeerd en als meest relevant zoekresultaat bij de zoekopdracht ‘congo’ in de resultatenlijst van Zoeken.bibliotheek.be.
artikel
de weer met nauwgezette plaatsing van de collectie, thema- en aanwinstenrekken, mondelinge aanbevelingen, enzovoort. De stap naar een digitale versie is eigenlijk klein, maar blijkt voor veel bibliotheken moeilijk te zetten. Hoewel een begrip als digitale publiekswerking steeds meer ingang vindt in de bibliotheeksector (dankzij initiatieven als ‘23 Dingen’ en inspiratiegidsen over sociale media), beschikken te weinig Vlaamse bibliotheken over een websiteplatform dat voldoende uitgebouwd is om volop in te zetten op winkeletalages. In Nederland wordt sterker ingezet op deze vorm van schaalvoordeel met een centrale white label website infrastructuur. In Vlaanderen is er een vergelijkbaar initiatief met de gedeelde Isis-website infrastructuur van de provincie Antwerpen.
“Bibliotheken waren pioniers in het beheren en doorzoekbaar maken van een publiek toegankelijke product catalogus. Maar met de komst van internet namen e-commerce bedrijven als Amazon, eBay en Zappos die rol over.”
Een aantal bibliotheken trekken zich uit de slag met blogsoftware of met eigen toepassingen, zoals de Start to read-campagne van de bibliotheek van Heist-op-denBerg (http://www.starttoread. be). Achter die mechanismen gaat echter veel manueel werk schuil. Meestal zijn de bibliotheekcatalogi niet open genoeg om vlot data uit te wisselen met winkeletalages. Vandaar de keuze van Bibnet om verder te bouwen aan koppelingen (API’s of Application Programming Interfaces) op Bibliotheekportalen, zodat data, verrijkingen en diensten vlot gedeeld kunnen worden met andere websites. Meer en betere winkeletalages op de bibliotheekcatalogus maken, dat is dus de boodschap. En uiteraard niet alleen op bibliotheekwebsites. Het is van groot belang om met die etalages aanwezig te zijn op andere plaatsen, waar ook andere en nieuwe bezoekers door het aanbod van de bibliotheek verrast kunnen worden. Dat kan gaan van het eenvoudig delen van een titel
uit de catalogus op Facebook, over nieuwsbrieven via e-mail marketingtools, tot integratie van heuse bibliotheeketalages op websites van andere organisaties.
Detailpagina’s Detailpagina’s zijn de echte bouwstenen van de website. Na een keuze op een of andere keuzepagina, landt de bezoeker op de detailpagina van een product. Een detailpagina moet een combinatie zijn van goede content, semantisch gestructureerde opmaak en doordacht design. Ze moet aantrekkelijk zijn voor klanten, makkelijk beheersbaar voor ontwikkelaars en goed indexeerbaar voor Google. 3 Het heeft immers weinig zin een tot in de puntjes verzorgde detailpagina te maken, als niemand ze kan vinden in Google.
De detailpagina’s van Bibliotheekportalen zijn net als op die modelwebsites opgebouwd als ‘ijsbergpagina’s’. We brengen alle gegevens samen op één lange pagina. In het topje van de ijsberg brengen we de meest relevante informatie samen, met rechts de belangrijkste acties. Daaronder volgt meer en gedetailleerdere informatie. Wat de meest relevante informatie is en wat de volgorde is van alle elementen, is onderdeel van continue evaluatie. De duidelijke structuur van de webpagina’s komt ook de integratie ten goede van Google Analytics, wereldwijd de standaardtoepassing voor het verzamelen van cijfergegevens over het gebruik van websites. In Bibliotheekportalen is elke mogelijke klik van een bezoeker geïnventariseerd in een event-gebaseerde analyse. Meetrapporten leveren dus niet enkel cijfers over unieke bezoekers, verkeer en paginabezoek, maar bieden ook een evaluatie van de interface en diensten (wat wordt aangeklikt en wat niet). De rapporten zullen bovendien mogelijk zijn op elk niveau: Vlaams, per provincie of per individuele bibliotheek.
Een Google strategie • Structuur Een eerste noodzakelijke voorwaarde voor zoekmachine optimalisatie is het doordacht structureren van zowel de hele website als de afzonderlijke webpagina’s. Elke detailpagina dient bijvoorbeeld te beschikken over een persistente en betekenisvolle URL. In Bibliotheekportalen wordt die URL voor werken • Méér detailpagina’s Detailpagina’s zijn voor gevormd met een combinatie van auteur, titel, materiaal en Google de zoekingangen van uniek identificatienummer bijv. de catalogus. Daarom streven http://zoeken.bibliotheek.be/ we als tweede voorwaarde detail/David-Van-Reybrouck/ ook naar méér detailpagina’s Congo-een-geschiedenis/ en kijken we best verder dan Boek?itemid=|library/marc/ enkel detailpagina’s voor werken zoals boeken, muziekalvlacc|7590199. bums, films, ... Een detailpagina moet ook HTML-metatags en een dui- In 2008 was er in Zoeken. bibliotheek.be al een expedelijke structuur hebben. Die riment met auteurspagina’s duidelijke structuur hebben we voor Bibliotheekportalen waarbij de titelbeschrijvingen afgeleid op basis van een ana- die hoorden bij een 60.000 lyse van de detailpagina’s van auteurs op een radicaal een aantal populaire media- andere manier werden geprewebsites als IMDb, Amazon, senteerd. De resultaten van Bol, Google Books, Goodreads, een zoekopdracht op auteur in All Music, ... Een zoektocht de catalogus werden overzichnaar inspirerende voorbeel- telijk georganiseerd op een den van bibliotheekcatalogi detailpagina in plaats van een leverde helaas bitter weinig resultatenpagina. Elke detailpagina van een auteur, artiest, resultaat op.
META 2012 | 8 |
21
artikel
illustrator of regisseur levert een indrukwekkende winkeletalage van zijn of haar œuvre op. En zo wordt die detailpagina op zijn beurt een interessante keuzepagina. In de AquaBrowser ‘Liquid’ interface hopen we de komende maanden dit experiment verder door te trekken naar een volledige integratie van auteurspagina’s in Bibliotheekportalen. Hetzelfde zouden we in de toekomst kunnen doen voor andere types detailpagina’s, zoals onderwerpenpagina’s. • Interessante detailpagina’s Een derde voorwaarde voor Google is dat de detailpagina’s interessant genoeg zijn om bezoekers te trekken en om vanop andere websites ernaar te linken. Hoe maak je detailpagina’s interessant? In de eerste plaats door een goede en duidelijke dienstverlening: die komt bij het deel over de transactionele pagina’s aan bod. Maar zijn er nog mogelijkheden om bezoekers te boeien?
Boven: (Experimentele) auteurspagina op Zoeken.bibliotheek.be van auteur David Van Reybrouck Onder: Een lange, rijke detailpagina van Nathalie Portman op IMDb.com.
2 2 | META 2012 | 8
Traditioneel bevatten bibliotheekcatalogi alleen metadata zoals de titel, auteur, uitgeverij, taal, trefwoorden, ... Technologie maakt het vandaag mogelijk om veel meer contextualiserende informatie in de catalogus aan te bieden. Typisch gaat het om ‘metacontent’, verrijkende informatie over werken, auteurs of onderwerpen in de catalogus, die leners helpt bij het zoeken en oriënteren doorheen de collectie. Voorbeelden zijn: covers, flapteksten, samenvattingen, recensies, bekroningen, boekfragmenten, muziekfragmenten, aanbevelingen, ... Die metacontent biedt een schat aan informatie om de echte content te vinden, selecteren of identificeren. Metacontent kan je ook verleiden naar meer en andere content, zodat detailpagina’s ook keuzepagina’s worden. Bezoekers van een website verwachten ook niets minder. Metacontent is onderdeel geworden van het
paradigma van de productcatalogus. Bij Bibnet maken we ons sterk dat we als bibliotheeksector interessante Nederlandstalige d e t a i l p a g i n a ’s va n we r ken, auteurs en onderwerpen kunnen maken. De voorwaarde daarvoor is — naast natuurlijk goede metadata en beschikbare technologie — een doordachte selectie van vrij beschikbare en gelicentieerde metacontent. En die moet zorgvuldig, aantrekkelijk en meteen toegankelijk in site geïntegreerd kunnen worden in de catalogus. In Bibliotheekportalen zijn we alvast begonnen met de lancering van een samenaankoopmodel voor een basispakket van geïntegreerde metacontent. Bibnet sluit met een aantal partijen licenties af voor covers, flapteksten, recensies, fragmenten, ... Die korf van metacontent wordt bibliotheken aangeboden voor een vast bedrag per inwoner per jaar. Dankzij overeenkomsten met provincies en lokale bibliotheken kunnen de rijke detailpagina’s dienen voor de Google-strategie op Zoeken. bibliotheek.be én voor de aantrekkingskracht en herkenbaarheid van de lokale bibliotheekcatalogi.
Transactionele pagina’s Uiteindelijk zijn de keuzepagina’s en detailpagina’s van een catalogus slechts een middel tot het ‘verkrijgen’ van een dienst of product. Dat einddoel moet altijd duidelijk blijven doorheen de website, en makkelijk te bereiken zijn via transactionele pagina’s. Die pagina’s hebben als functie van de bezoeker van je website een klant te maken. Voorbeelden zijn pagina’s die vragen om je te registreren of aan te melden, en je bestelling door te geven. Op het gebied van transactionele pagina’s ligt voor bibliotheken nog immens veel werk, zeker als de standaard gezet
artikel
wordt door bedrijven als Amazon, eBay en Zappos. En dan gaat het over veel meer dan de gebruiksvriendelijkheid van websites, sla er het boek Delivering Happiness van Tony Hsieh (CEO van Zappos) maar op na. Er is dringend nood aan een duidelijke visie op wat een uitmuntende online dienstverlening voor de fysieke collectie in openbare bibliotheken precies dient in te houden. En er is overeenstemming nodig over welke budgetten en werkprocessen die visie kunnen ondersteunen in tijden waarin boeken digitaal worden. De centrale ‘actie’ op een detailpagina in Bibliotheek portalen is op dit moment het nagaan van bezit, beschikbaarheid en plaats van een werk, eventueel gevolgd door het reserveren. Op de detailpagina van een werk wordt prominent de beschikbaarheid getoond. Met een knop klik je door om te zien waar het werk staat in de bibliotheek en kan je het werk eventueel ook reserveren. Bibnet streeft ernaar om ook hier het groeperen van edities te laten meespelen, zodat je niet de detailpagina van elke editie moet bekijken om de beschikbaarheid of plaats van een werk te vinden. Wie werken vindt in Zoeken. bibliotheek.be, kan die daar via een zoekwidget en bijhorend Google kaartje in zijn lokale bibliotheek lokaliseren. Via het kaartje kan je doorklikken naar de detailpagina van dat werk in de lokale bibliotheekcatalogus. In afwachting van een duidelijkere visie op online dienstverlening, zetten we alvast in op een webvriendelijke login over alle Bibliotheekportalen heen. Die Open Bib ID-login is gekoppeld aan het effectieve lidmaatschap van een of meerdere bibliotheken en biedt in één duidelijke interface toegang tot de online diensten van de bibliotheken waarvan je lid bent (reserveren,
verlengen, uitleenhistoriek, kosten bekijken, ...). Op die manier kunnen we de transactionele pagina’s in de omgeving van Bibliotheekportalen verder optimaliseren. Deze nieuwe Mijn.bibliotheek.be toepassing wordt momenteel uitgetest in vijf bibliotheken in de provincie Vlaams-Brabant. De ambitie van Mijn bibliotheek is uiteraard ook om op basis van de login van thuis uit toegang te krijgen tot digitale collecties.
Conclusies Waar moeten we heen met de bibliotheekcatalogus? Het is uitermate belangrijk om op een systematische manier in te zetten op een informatiearchitectuur en gebruikservaring die aansluit bij de verwachtingen van het grote publiek. Die continue zoektocht vraagt massa’s overleg, voldoende investeringen en voortdurende innovatie. We zijn ervan overtuigd dat dit enkel kan gerealiseerd worden in een project dat schaalvoordelen oplevert zoals Bibliotheekportalen. Het resultaat is een dynamische en evoluerende interface die kansen biedt voor de bibliotheeksector om webpresence te claimen. Lokale bibliotheken kunnen in dezelfde aantrekkelijke interface rechtstreeks hun eigen klanten bedienen met de eigen collectie en winkeletalages.
bibliotheekcatalogus, waar ze zelfs een stoorzender kunnen zijn voor de klant. In Bibliotheekportalen zijn experimenten aan de gang met verwijzingen naar digitale bronnen vanop detailpagina’s (links naar DBNL, Spotify, iTunes) en keuzepagina’s (een doorkijk op evenementen van UiT in Vlaanderen). Maar ook daar geldt: wie wil zoeken in een van die bronnen zal dat in de eerste plaats doen via Google (of via de eigen applicatie of website van die bron), en niet via de bibliotheekcatalogus. Dergelijke verwijzingen in de bibliotheekcatalogus kunnen een aanvulling of verrijking zijn, maar het is geen dienst die echt het verschil maakt voor de klant. Daarvoor is het wachten op een digitale collectie met een daadwerkelijke unique selling proposition van de bibliotheek.
1 Dit artikel bouwt verder op gemeenschappelijke inzichten en realisaties van de teams van Bibnet, Serials Solutions Medialab, de Vlaamse provincies en de Vlaamse
Maar Google bestaat toch al? Zoals bovenstaand artikel duidelijk maakt, blijft de bibliotheekcatalogus geschoeid op de leest van de fysieke collectie van de bibliotheek. Het is een productcatalogus zoals Amazon, eBay en Zappos. In die zin is de bibliotheekcatalogus zeker geen concurrent, maar net een waardevolle bron voor Google.
Gemeenschapscommissie, in het bijzonder (ex-)collega Rosemie Callewaert en collega’s Peter De Keyser, Klaar Leroy, Rosa Matthys en Lisbeth Vandoorne. 2 Zie http://usability-blog.be/website3-paginatypes/ van AGConsult, een blog in eenvoudige taal over de gebruiksvriendelijkheid van websites, geraadpleegd op 1 september 2012. 3 “The well-appointed product detail page should be a combination of
Digitale collecties De uitdaging voor de toekomst is om ook digitale bibliotheekcollecties aan te bieden in interfaces waar ze op de beste manier tot hun recht komen. En ze dus niet enkel te integreren in de
good content, semantic mark up, and thoughtful design that appeals to shoppers, is easy to manage, and indexes well” (zie http://ecommercedeveloper.com/articles/3296-
“Meer en betere winkeletalages op de bibliotheek catalogus maken, dat is dus de boodschap. En uiteraard niet alleen op bibliotheek websites.”
7-tactics-for-better-productdetail-page-design/, geraadpleegd op 1 september 2012).
META 2012 | 8 |
23
signalement
Bibliotheeksfeer van
Enkele foto’s uit het fotoalbum van de bib De oudste foto’s dateren uit 1968, de kleu
2 4 | META 2012 | 8
signalement
vroeger
bliotheken in Rumst. urenfoto’s uit 1986.
META 2012 | 8 |
25
etalage
Streekgericht Bibliotheekbeleid Brussel Anne Tissen, SBB
Streekgericht Bibliotheekbeleid Brussel (SBB) is in januari 2012 gestart in een nieuwe setting. Tot eind vorig jaar was het SBB een deelwerking van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek. Nu is het SBB geïntegreerd binnen de administratie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en is het een operationele dienst binnen de Algemene directie Cultuur, Jeugd en Sport. Anne Tissen, coördinator, vertelt over haar team. Jullie team werd recentelijk vernieuwd. omgeving: meertalig en internationaal. Wat is jullie opdracht en hoe vullen jul- Wat zijn de uitdagingen wanneer men de werking afstemt op deze maatschaplie die in? Het SBB ondersteunt het Brussels net- pelijke realiteit? Hoe werken wij in dit kader met het gegeven ‘digitale bibliowerk van Nederlandstalige openbare gemeentelijke bibliotheken op biblio- theek’? De bibliothecarissen vragen meer betrokkenheid, samenwerking en overleg theektechnisch en inhoudelijk vlak. De belangrijkste doelstellingen van het SBB gericht op kennis- en ervaringsuitwissezijn het versterken van het netwerk, het ling. Daarom werd de frequentie van het ontwikkelen en ondersteunen van het overleg verhoogd. Het accent ligt meer gemeenschappelijk bibliotheeksysteem, op visieontwikkeling en ervaringsuitwisde ondersteuning van de bibliotheken seling. Daarom werden ook themawerkop vlak van publiekswerking en manage- groepen opgestart. ment en het stimuleren van de onderDe doelstellingen waren de leidraad voor linge samenwerking. Als coördinator van het SBB-team bezocht ik de lokale biblio- het samenstellen van het SBB-team, dat theken om een beter beeld te krijgen van enerzijds bestaat uit een ‘bibliotheekhun werking en verwachtingen. Naast een technische pool’ en anderzijds uit een betere bibliotheektechnische ondersteu- ‘pool gericht op de publiekswerking’. De ning vragen de bibliothecarissen meer totale setting omvat acht personeelsinhoudelijk debat en visieontwikkeling. leden, waaronder de coördinator en de De Brusselse Nederlandstalige bibliothe- administratieve ondersteuner en zes stafken werken in dezelfde maatschappelijke medewerkers.
Rechtstaand v.l.n.r.:Julia De Bus, Claudio Lombardi, Els Patoor, Patrick Vanhoucke, Jeroen Cortvriendt, AnneTissen en Stijn Callewaert. Zittend: Gunnar Paesbrugge. Foto: Helga Van Geel.
2 6 | META 2012 | 8
Welke eigenschappen/vaardigheden/ interesses zijn cruciaal om in julie team te functioneren? Naast de specifieke vaardigheden eigen aan de functies wordt er van de medewerkers verwacht dat zij meestappen in de visie en het concept van de ‘toekomstgerichte bibliotheek’. Gedeelde visies, openheid, zin voor debat, klantgerichtheid en kennis van de Brusselse context zijn belangrijke kernbegrippen voor ons nieuwe team. Welke ambities willen jullie als team graag verwezenlijken? Met de nieuwe setting en de opstart van een uitgebreid SBB-team willen wij in de eerste plaats de bibliotheektechnische ondersteuning van de lokale bibliotheken optimaliseren. Een technisch goed uitgeruste bibliotheek creëert ruimte voor de bibliotheken om zich meer te focussen op hun kernopdracht. Het is onze taak om de werking van de bibliotheken te faciliteren, te stimuleren én te ondersteunen. Het realiseren van een gezond evenwicht tussen de ondersteunende en aansturende rol van het SBB zal een permanente oefening zijn. Ook de verbinding én de verwevenheid van de bibliotheektechnische ondersteuning met de inhoudelijke ondersteuning wordt voor het nieuwe team een interessante uitdaging. Als SBB-team willen wij het netwerk versterken via het creëren van maximale betrokkenheid van de lokale bibliotheken bij het globale denken doeproces. Een gezamenlijk prijzenbeleid, collectiemanagement, drempelverlaging, de verdere uitbouw van de digitale bibliotheek en samenwerking met de lokale partners worden voor de bibliotheken — en dus ook voor het SBB — de belangrijkste uitdagingen voor de komende jaren. Tot slot werken wij aan een sterke relatie met Muntpunt Bib in het kader het Brusselse bibliotheeknetwerk en de onderlinge ondersteuning.
inzet
Geert Puype:
“Vrijwilligerswerk blijft essentieel” Hoe ben je in de bibliotheeksector verzeild geraakt? Eigenlijk is het een familielid, dat als gemeenteraadslid zelf aan de basis lag van een gemeentelijke bibliotheek, dat mij in 1978 attent maakte op het toen pas goedgekeurde bibliotheekdecreet en op de tewerkstellingsmogelijkheden die dit decreet in de toekomst zou bieden. Begin 1979 deed ik mee met een aanwervingexamen voor de bibliotheek van de stad Kortrijk. In september konden we met acht collega’s aan de slag onder leiding van toenmalig hoofdbibliothecaris Paul Vancolen. Hoe lang ben je al actief binnen de VVBAD? En wat was je motivatie om lid te worden van de vereniging? Ik ben lid geworden van de sectie Openbare Bibliotheken in 1990, toen de jaarvergadering in Kortrijk plaatsvond. Voordien had ik ook al jaarvergaderingen meegemaakt in Wevelgem en in Antwerpen waar de grote Ger Schmook nog aanwezig was. Ik wilde in de eerste plaats beter geïnformeerd zijn en meende dat het sectiebestuur daarvoor een uitgelezen orgaan was. Op de eerste vergadering van het nieuwe sectiebestuur werd ik als enig kandidaat verkozen als secretaris van de sectie met Paul Gervoyse (Oostkamp) als nieuwe voorzitter. Van het een kwam het ander: lid van de Raad van Bestuur van de vereniging tot ik in 1998 als algemeen secretaris werd verkozen en na het voortijdige ontslag van Kris Clara tot voorzitter.
met collega’s en uit het feit van degelijk en in een vroeg stadium geïnformeerd te zijn. Het doet ook deugd dat ik het vertrouwen krijg om de vereniging in de SARC, de strategische adviesraad voor cultuur (jeugd, sport en media) te vertegenwoordigen. Ik heb altijd al geprobeerd om verder te zien dan de eigen instelling of sector.
Geert Puype is bibliothecaris in het WestVlaamse Menen en heeft al een hele carrière achter de rug binnen de VVBAD. Van secretaris van de sectie Openbare Bibliotheken tot voorzitter van de vereniging, Geert heeft het hele parcours afgelegd en kent de VVBAD dan ook vanbinnen en vanbuiten.
Hoe zie je het beroep en de vereniging evolueren? Ik ben nooit goed in voorspellen geweest en zeker nu ik in de herfst van mijn carrière ben, lig ik niet wakker van hoe ons beroep er binnen twintig of dertig jaar zal uitzien. Maar de kern ervan, het verzamelen, ontsluiten en beschikbaar stellen zal wel blijven bestaan. Ook al veroudert informatie alsmaar vlugger. Zeker voor openbare bibliotheken blijft de bibliotheek voor veel bezoekers een bron voor ontspanning. Die recreatieve rol wordt soms miskend in het huidige bibliotheekbeleid.
De VVBAD is een financieel gezonde en goed georganiseerde vereniging. Met die basis is de werking voor de komende jaren zeker verzekerd. De voorbije decenwe ook meer gehoord. Ik had ook veel steun aan de toenmalige directeur Marc nia is er een verschuiving gebeurd van individueel lidmaatschap naar instelStorms. lingslidmaatschap. Dit was enerzijds Wat haal je er voor jezelf uit, zowel per- wel gewenst (instellingslidmaatschap is meestal stabieler dan individuen). Maar soonlijk als professioneel? Alhoewel ik nog lid ben van de OB-sectie voor de werking van de vereniging blijven mensen die zich concreet willen inzetten en de Raad van Bestuur, ben ik niet zo heel actief meer in de VVBAD. Ik haal nog — naar vergaderingen komen, dossiers en altijd veel voldoening uit de contacten studiedagen voorbereiden — van essentieel belang. Grote projecten die geld Hoe heb je het voorzitterschap ervaren? opbrachten, zoals Informatie, en meer Het voorzitterschap was een boeiende middelen van de Vlaamse overheid, hebperiode maar soms ook lastig. Ik proben ons toegelaten om het personeelsbeerde de zaken zo goed mogelijk op te “De VVBAD is bestand uit te breiden. Zij doen fanvolgen, ook materies die niet onmiddeleen financieel tastisch werk maar een vereniging kan lijk met het openbare bibliotheekwerk nooit alleen draaien op beroepskrachten. verband hielden. In die periode werden gezonde en goed Vrijwilligerswerk blijft essentieel. ondermeer de eerste contacten met de georganiseerde SERV gelegd voor het opstellen van Wat is je leukste bibliotheekervaring? beroepsprofielen voor bibliothecarissen vereniging en Dat is een moeilijke vraag. Ik heb al veel en later archivarissen. Eigenlijk hoopmet die basis is de mooie momenten meegemaakt. Maar ik ten we via die omweg tot beroepsopkrijg nog steeds de meeste voldoening als leidingen op hogeschool en universitair werking voor de ik iemand kan helpen met een vraag om niveau te komen, wat niet gelukt is. Ook komende jaren zeker informatie. En dat kan zonder de mensen als belangenbehartiger kon de vereniging ‘het ei uit hun gat te vragen’. meer en meer haar rol spelen en werden verzekerd.”
META 2012 | 8 |
27
over de grens
SURF Maryse Laseroms, SURF
Begin jaren tachtig, vóór de geboorte van SURF, was ICT op Nederlandse universiteiten een obscuur fenomeen. Nederland had een achterstand op het gebied van informatisering en elektronica. Het Informatica Stimuleringsplan was een antwoord op de vraag vanuit de overheid hier aandacht aan te besteden. Wat is de opdracht van SURF en hoe vullen jullie die in? SURF is de ICT-samenwerkingsorganisatie van het Nederlandse hoger onderwijs en onderzoek. Binnen SURF investeren Nederlandse universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen gezamenlijk in ICT-innovatie met als doel de kwaliteit van het hoger onderwijs en onderzoek te verhogen. Door samen te werken in SURF realiseren de hogeronderwijsinstellingen vernieuwingen die het belang van een individuele instelling overstijgen. Daarnaast stimuleert SURF kennisuitwisseling, zodat onderwijs en onderzoek meer kunnen profiteren van de mogelijkheden die ICT biedt. Dankzij SURF beschikken studenten, docenten en wetenschappers in Nederland over zeer goede internet- en ICT-voorzieningen. SURF bestaat uit een aantal werkmaatschappijen met een eigen aandachtsterrein: SURFnet, SURFmarket en SURFshare. Samen zorgen wij ervoor dat studenten, docenten en onderzoekers eenvoudig kunnen samenwerken met behulp van ICT. Maar ook dat ze voordelig software, content en diensten kunnen aanschaffen. We leveren ondersteunende diensten voor gezamenlijke exploitatie van ICT-projecten door de instellingen. En initiëren samenwerkingsprojecten rondom ICT-thema’s als cloud computing, groene ICT en duurzaamheid en beveiliging. Tot slot is SURF verantwoordelijk voor de nationale ICTonderzoeksinfrastructuur. Hiertoe fuseert SURF per 1 januari 2013 met SARA (ICTinfrastructuurdienstverkeer voor universiteiten en hogescholen), dat als SURFsara een zelfstandige werkmaatschappij onder SURF wordt. De taken van SARA liggen op het gebied van high performance computing, visualisatie en het leveren van support aan onderzoekers. SURF bestaat dit jaar 25 jaar, hoe vieren jullie die verjaardag? SURF heeft haar verjaardag gevierd 2 8 | META 2012 | 8
met de organisatie van een feestelijke netwerkborrel voor de relaties van haar werkmaatschappijen. De successen die de hogeronderwijsinstellingen behaald hebben in SURF-verband stonden hier centraal. Daarnaast stond het tweejaarlijke Executive Seminar voor bestuurders van hogeronderwijsinstellingen in het teken van 25 jaar SURF. Dit is gevierd in de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Tot slot hebben we als bijlage bij het hoger onderwijs magazine HO management een special uitgebracht over het succes van 25 jaar samenwerken. Hoe hebben jullie de sector (en SURF) in die 25 jaar zien evolueren? SURF heeft zich in de afgelopen 25 jaar ontwikkeld tot een krachtig samenwerkingsverband dat de instellingen in staat stelt gezamenlijk te investeren in ICTinnovatie. Dankzij deze samenwerking hebben onze instellingen in 25 jaar veel voor elkaar gekregen. Denk bijvoorbeeld aan het supersnelle en betrouwbare SURFnet, één van de meest geavanceerde netwerken ter wereld. De afgelopen jaren is ICT vanzelfsprekend geworden, ook in het hoger onderwijs en onderzoek. Onderzoek is steeds meer datagedreven en vereist een infrastructuur voor instellingsoverstijgende samenwerking. Studenten volgen thuis hoorcolleges en maken hun opdrachten in interactie met andere studenten en docenten op de onderwijsinstelling. Onderzoekers, studenten en docenten brengen hun eigen devices mee en hebben overal toegang tot hun diensten en informatie in de cloud. Een belangrijke uitdaging voor de toekomst wordt om in een gefragmenteerde ICT-omgeving naadloze samenwerking tussen systemen en mensen mogelijk te maken. Zodat studenten en wetenschappers eenvoudig en krachtig kunnen samenwerken, ongeacht hun locatie of de technologie die ze gebruiken. Dat is waar de instellingen en SURF waarde
toe kunnen blijven voegen. Zorgen dat de mogelijkheden die ICT biedt optimaal benut kunnen worden. Door innovaties beschikbaar te maken, tegen aantrekkelijke voorwaarden. Door verbinding mogelijk te maken, tussen technologieën en mensen. En door beveiliging en privacy goed te borgen. Werken jullie op Europees niveau met andere organisaties samen? Samenwerking varieert van kennisuitwisseling op terreinen als Open Educational Resources en Learnig Analytics met het Engelse JISC, sterk vergelijkbaar met SURF. SURF neemt deel aan een aantal Europese projecten die zich richten op bijvoorbeeld e-Infrastructuur ontwikkeling
over de grens
Een belangrijke uitdaging voor de toekomst wordt om in een gefragmenteerde ICT-omgeving naadloze samenwerking tussen systemen en mensen mogelijk te maken. Foto: Francis Vlieghe.
“Dankzij SURF beschikken studenten, docenten en wetenschappers in Nederland over zeer goede internet- en ICT-voorzieningen.”
en Research Data Management. Daarnaast vindt strategisch/tactische afstemming in Europees verband plaats: onder andere beleidsadvies via e-IRG en technologische en protocol afspraken in TERENA. Knowledge Exchange richt zich op kennisconstructie en beleidsontwikkeling met betrekking tot informatie-infrastructuur. Tot slot zijn er contacten met instellingen en organisaties in de VS en wereldwijd, waaronder Educause, CNI, Internet2 en IMS. Hoe vergelijken jullie de situatie in Vlaanderen met die in Nederland? Kijkend naar kennis en kwaliteit van ICT in onderwijs en onderzoek doet Vlaanderen niet onder voor Nederland.
De verschillende overheden per taalgebied laten geen nationale, autonome SURF-aanpak toe met betrekking tot de inrichting van de ICT-infrastructuur. Met Nederlandstalige instellingen en organisaties wordt regelmatig samengewerkt en expertise uitgewisseld. Ook is Vlaanderen voor SURF een potentiële afnemer van diensten en producten. Het feit dat SURF mede gefinancierd wordt met Nederlands overheidsgeld ter verbetering van de kwaliteit van Nederlands hoger onderwijs en onderzoek limiteert Vlaamse participatie.
META 2012 | 8 |
29
Trend
Een bibliotheek zonder catalogus. Ondenkbaar? Simone Kortekaas, Universiteitsbibliotheek Utrecht
De Universiteitsbibliotheek Utrecht heeft aan haar gebruikers altijd een catalogus aangeboden. In 2002 is daarnaast een eigen systeem ontwikkeld voor elektronische tijdschriftartikelen (Omega). Zocht je gedrukt materiaal, dan zocht je in de WebOPC; zocht je elektronische artikelen, dan zocht je in Omega. Sinds 2002 is er veel veranderd. Nieuwe commerciële discovery tools als Primo en Summon kwamen op de markt en de bibliotheek raakte haar innovatieve voorsprong kwijt. Ondertussen vonden steeds meer bibliotheekgebruikers hun weg naar tijdschrift artikels via vrij toegankelijke zoekmachines als Google Scholar. Ook toegang via databanken als Web of Science en Scopus nam een enorme vlucht. Uit statistieken bleek dat het gebruik van de WebOPC en Omega stagneerde, terwijl het gebruik van de tijdschriftlicenties bleef stijgen. De tijd was gekomen om opnieuw na te denken over de discovery tools voor de bibliotheek; vanuit het perspectief van de gebruikers en met de aanname dat het niet nodig zou zijn om een eigen discovery tool te implementeren.
betaalde of vrij toegankelijke databanken als Web of Science en PubMed. Voor het zoeken van gedrukte boeken bieden Google Books en Worldcat een redelijk alternatief. Voor bijzondere collecties en e-books ligt het complexer. Deze materialen zijn alleen vindbaar via de WebOPC.
goed vindbaar en, eenmaal gevonden, voor het overgrote deel ook toegankelijk voor Utrechtse gebruikers. Voor boeken ligt dit gecompliceerder, hiervoor moeten creatieve oplossingen gezocht worden. 4) Zonder eigen discovery tool wordt de bibliotheek minder zichtbaar voor haar gebruikers. Dat klopt, maar is daarom nog geen reden om een eigen discovery tool te implementeren. Herdefiniëren van de rol van de universiteitsbibliotheek voor onderwijs en onderzoek en zichtbaar zijn en blijven voor de gebruikers is, ook los van de discussie over discovery en delivery, een grote uitdaging.
Een aantal mogelijke redenen om toch te opteren voor de aanschaf van een eigen discovery tool is tegen het licht gehouden. 1) Met een eigen discovery tool zou een bibliotheek meer controle hebben en niet afhankelijk zijn van grote commerciële spelers. Aanschaf van een eigen tool maakt de bibliotheek ook afhankelijk van Na interne discussies met management een leverancier en er zijn investeringen in configuratie en beheer. Bovendien, er en medewerkers zijn de volgende aanbeis voldoende concurrentie tussen de aan- velingen aangenomen: bieders van discovery tools op internet. • De bibliotheek moet niet investeren in een eigen discovery tool, maar inzetten 2) Eerstejaarsstudenten willen graag één op het verbeteren van delivery. integrale zoekmachine. Zelfs de nieuwe generatie discovery tools kan dit niet • De vindbaarheid van de bijzondere collecties, speciale materiaalsoorten en waarmaken en voor bijzonder materiaal e-books moet worden vergroot door de metadata beschikbaar te maken in de public cloud. Om vindbaarheid en toegang tot deze mateInternationale studies rialen te garanderen tonen aan dat studenkan het nodig zijn om ten en onderzoekers bij tijdelijk delen van de het zoeken naar wetenWebOPC in de lucht schappelijke informate houden. tie steeds vaker zoek• D e b i b l i o t h e e k machines als Google moet haar rol in het Scholar verkiezen boven geven van toegang b i b l i o t h e e k we b s i t e s tot wetenschapof bibliotheekcatalogi. pelijke informatie Gebruikers verwachopnieuw definiëren ten dat de bibliotheek en de communicazorgt voor snelle levetie hierover richring van of directe toeting haar gebruigang tot de gevonden kers aanpassen. content. Waarom zou Foto: John Kannenberg. www.johnkannenberg.com. • De Utrechtse zoekeen bibliotheek nog een machine Omega kan eigen discovery-systeem aanbieden als grote commerciële bedrij- of heel specifieke vakgebieden zijn nog op korte termijn uitgefaseerd worden, er zijn voldoende alternatieven voor het ven beter toegerust zijn om zoekmachi- steeds specifieke databases vereist. 3) vinden van elektronische artikelen. Eerstejaarsstudenten willen de collecnes voor wetenschappelijke literatuur te bouwen en te onderhouden? Uit eigen tie van hun eigen bibliotheek doorzoe- • Nader onderzoek is nodig om te bepalen in hoeverre de WebOPC nodig onderzoek blijkt dat elektronische arti- ken. Als dit inderdaad zo is, dan levert en bruikbaar is als delivery tool voor kelen goed vindbaar zijn via discovery dit alleen een probleem op bij het zoegedrukt materiaal. ken naar boeken. Artikelen zijn elders tools in de public cloud en via externe 0 | META 2012 | 8 3
het cijfer / het plan
92 Vakbladen zijn nog steeds de belangrijkste informatiebron voor de medewerkers van openbare, academische en andere bibliotheken in Nederland. Dat concludeert het Online Library Computer Center (OCLC), de non-profitorganisatie die onder meer WorldCat beheert, na een kleine enquête onder een 150-tal Nederlandse leden. Maar liefst 92 procent van de respondenten stelde te vertrouwen op vakbladen om op de hoogte te blijven van bibliotheektrends. Dat cijfer steekt schril af tegen de 31 procent Nederlandse bibliotheekmedewerkers die Twitter gebruiken om bij te blijven. In een persoonlijke top-3 van informatiebronnen is het sociaal netwerk zelfs maar goed voor 18 procent. Andere online informatiebronnen zoals e-maillijsten (31 procent), blogs (22 procent) en gespecialiseerde websites (32 procent) komen daar vaker terug. Opvallend is misschien dat, meteen na de vakbladen (64 procent), bibliotheekmedewerkers stellen het best op de hoogte te blijven door persoonlijke gesprekken met collega’s (57 procent). Toch wijzen deze cijfers niet noodzakelijk op een conservatieve mentaliteit. Hoewel het rapport Twitter in Nederland “nog niet populair” noemt, ligt het gebruik ervan opvallend hoger dan blijkt uit gelijkaardige OCLC-surveys in andere landen. Enkel de medewerkers van Britse academische bibliotheken zouden vaker een beroep doen op sociale netwerken. In de Verenigde Staten zijn dan weer vooral mailing lists de populairste informatiebron. Over de Belgische situatie zijn helaas geen cijfers bekend. Rien Emmery > U kan het rapport ‘Bibliotheken in Nederland’, dat ook peilde naar de huidige verwachtingen, initia-
Rubenianum gaat internationaal Eerder dit jaar kondigde het Rubenianum haar online bibliotheekcatalogus aan (META 2012/3). Met dit bericht willen we kort de aandacht vragen voor de digitale ontwikkelingen van onze documentatie. Het Rubenianum in Antwerpen is een kunsthistorisch kenniscentrum. Het behoort tot de groep kunstmusea binnen de Stad Antwerpen in verband met zijn focus op Vlaamse kunst van de 16e en 17e eeuw en bevat een bibliotheek, archieven en documentatie. Er zijn ter wereld maar een paar vergelijkbare instellingen met dezelfde inhoudelijke focus, waaronder het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) in Den Haag. Door de mogelijkheden die ontstaan zijn met de snelgroeiende digitalisering van het vakgebied, en met efficiëntie in het achterhoofd, hebben het Rubenianum en het RKD sinds kort de handen ineen geslagen om het documenteren van Vlaamse kunst voor een belangrijk deel gezamenlijk voort te zetten. Omdat het RKD ruime ervaring heeft met het digitaliseren van documentatie in de RKD Images-database, is besloten dat het Rubenianum deze al bestaande databank zal verrijken. Als eerste proef heeft het Rubenianum afgelopen jaar digitale afbeeldingen met metadata rechtstreeks toegevoegd aan RKD Images via een virtual private network. Dit werd gedaan op basis van bestaande documentatie. Een minstens zo belangrijk aspect van de samenwerking is dat beide instellingen het aanmaken van nieuwe documentatie zullen verdelen. Traditioneel wordt nieuwe informatie grotendeels verzameld bij veilinghuizen en uit vakliteratuur. Analoge foto’s en fotokopieën worden aan de papieren documentatie toegevoegd. Door het gebruik van de RKD Images-database, kunnen foto’s en literatuurreferenties in de toekomst rechtstreeks digitaal geklasseerd en ontsloten worden. Voor het Rubenianum is het een grote stap en spannende keuze om de analoge manier van documenteren hiermee deels los te laten. Deze beslissing, maar ook het samenwerken met het RKD heeft een impact op de interne werking. Op dit moment herziet het Rubenianum haar documentatieproces en toetst dit tegelijkertijd aan de processen van het RKD. Daarnaast wil het Rubenianum ook een eigen webinterface voor de database ontwikkelen. De eerste records van het Rubenianum zijn nu al te zien via de website van het RKD (www.rkd.nl), maar uiteindelijk wil het Rubenianum meer verdiepende informatie bij ieder record kunnen aanbieden via haar eigen portaal. Kortom, er zijn nog een aantal grote beslissingen te maken en ontwikkelingen te ondergaan, maar de eerste vruchtbare stappen zijn al gezet naar een beeld- en databank waarin iedere kunsthistoricus en kunstliefhebber een rijke bron aan informatie over Vlaamse kunst zal aantreffen.
tieven en prioriteiten van bibliotheekmedewerkers, nalezen op http://www.oclc.org/nl/reports.
Lieneke Nijkamp
META 2012 | 8 |
31
essay
Dode letter(s)
Oude druk uit 1554 met beschadigde rug (Collectie Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, EHC708275).
De toepassing van het bibliotheekreglement: naar afspraken in plaats van regels Peter Rogiest, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
Ter kennisgeving In Plezante mannen in een plezante stad (Antwerpen tusschen 1830 & ‘80), een boek uit 1913, vermeldt de schrijver Edward Poffé de ‘kennisgeving’ die rond het jaar 1840 aan de binnenwand van een omnibus (te zien als een voorloper van de paardentram, maar dan zonder de rails) ophing:
“Zet uwe voeten nooit op de banken. Houd geenen hoek voor u alleen. Doe geen venster open waardoor de Noorderwind zou binnensluipen. Houd uw geld gereed tegen dat gij afstapt; want al kunt gij uwen tijd verliezen, de anderen zouden het kwalijk nemen. Gaat recht op uwe bank zitten, in zulker voege dat uwe beenen geenen hoek maken van 45 graden. Spuw niet op het stroo, want gij zijt niet in eenen stal, maar in een omnibus, en ge reist in een beschaafd land. Stel den conducteur niet in de verplichting uwe plaatsen te veranderen, want een omnibus is geen wisselkantoor. Wees beleefd voor de juffrouwen en doe een eenvoudig meisken niet blozen. Hebt gij eenen hond, dat hij klein zij en aan den band vastgelegd. Heb geene zware pakken bij u, want een omnibus is geen vrachtwagen. Wacht totdat gij buiten zijt om te klappen of te krakeelen; uwe stem kan uwe ooren als muziek streelen en die van uwe geburen verdrieten.”
Enkele jaren terug hield de NMBS een hoffelijkheidscampagne onder het motto ‘Respect voor elkaar. Da’s klasse’. Er werden tweetalige pancartes opgehangen in de treinwagons met opschriften als: “Gsm’en is fijn, maar hou het stil in de trein.” In kleinere letters stond daar meestal een woordje verdere uitleg bij. Bij het hier gegeven voorbeeld was dat:
“Een treinreis is voor velen onder ons een moment om tot rust te komen. De krant of een boek lezen, wegdromen, enz. Daarom vragen we u om uw gsm gesprekken een beetje zachter te voeren. Gesprekken in de trein, die kunnen we alleen maar toejuichen maar té luide gesprekken worden door medereizigers vaak als storend ervaren. Bewaar daarom de rust in de trein. Zo wordt samen sporen des te aangenamer voor iedereen.”
3 2 | META 2012 | 8
Je ziet, bij het vergelijken van deze twee zaken, een interessante evolutie. Ik kom daar verder op terug.
Reglementen – een noodzakelijk kwaad? Bibliotheken en archieven werken — zoals de meeste publiek toegankelijke organisaties — met een gebruikersreglement. Waarom? Een dergelijke opsomming van do’s-en-don’ts leidt de dienstverlening in goede banen. Afhankelijk van de doelstellingen van de organisatie worden daarbij andere invalshoeken benadrukt — bij een erfgoedbibliotheek bijvoorbeeld het evenwicht tussen gebruik en bewaring van de collectie, bij een openbare bibliotheek bijvoorbeeld wat men wel en niet bij het internetten toelaat. Zo’n reglement is niet een doel op zich maar een middel om de dienstverlening naar de gebruikers te vergemakkelijken (‘dienstregeling’). Het zorgt er in principe ook voor dat verschillende medewerkers op een uniforme manier de gebruikers kunnen benaderen en eenzelfde service kunnen verlenen.
reglement en realiteit We maken een sprongetje van de theorie naar de anekdotiek van de morsige praktijk. Het afgelopen jaar heb ik regelmatig — bij een werkbezoek of op een studiedag — aan collega’s in de sector gevraagd hoe zij hun reglement in de werkelijkheid toepassen. Daarbij hoorde ik regelmatig dat zij met gelijksoortige problemen kampen als ikzelf als verantwoordelijke voor de leeszaal van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience. Bepaalde regels blijven in de praktijk dode letter. Een klassieker is het verbod om eten of drinken mee te nemen in de leeszaal. In heel wat hogeschoolbibliotheken bijvoorbeeld is het bijna onmogelijk geworden om dit hard te maken. Enerzijds hebben hogescholen de afgelopen jaren een explosie van het aantal inschrijvingen meegemaakt, anderzijds zijn leeszalen — zoals ondertussen bekend — meer dan vroeger sociale ontmoetingsplekken geworden waar men samen kan blokken, overleggen, groepstaken uitvoeren of studentikoos tijd doorbrengen. Vaak zijn leeszalen ook architecturale hoogstandjes geworden die grote oppervlakten bestrijken, waarbij het vanuit een balie soms moeilijk is over de totale ruimte overzicht te houden. Het resultaat is een doorlopend komen en gaan van grote massa’s gebruikers, waarbij corrigerend optreden het gevoel geeft te dweilen met de kraan open. En je sociale vaardigheden als bibliotheekmedewerker kunnen daarbij duchtig op de proef worden gesteld. Het gevaar van gewenning en demotivatie loert. Soortgelijke situaties kom je ook in andere bibliotheektypes tegen — onlangs maakte ik kennis met een prachtig
essay
vormgegeven overheidsbibliotheek in Nederland, waart toepassing van het reglement door de grootte van de leeszaalruimten een zware dobber bleek. In de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience vormt het verbod op jassen en tassen in de leeszaal regelmatig een punt van discussie. Enerzijds is er soms de sociale gêne van medewerkers om bepaalde ‘vaste klanten’ erop te wijzen, anderzijds voelen sommige gebruikers zich door dit verbod onmiddellijk in het vizier genomen als potentiële ontvreemders van bibliotheekmateriaal. Daarenboven durft het soms al eens koud aan te voelen in de leeszaal. En daar sta je dan met je mooie regel.
Regime change Eerder dit jaar is op het (gesloten) sociale netwerk Yammer van de Stad Antwerpen de elektronische versie geplaatst van een interessante publicatie uitgegeven door de Provincie Utrecht (NL). Het is een themablad uit juli 2011, getiteld Van regels naar afspraken. Binnen die Utrechtse provincieoverheid streeft men minder naar controle via regels en procedures en meer naar het maken van afspraken waarbij het geven van vertrouwen en het resultaat, niet het middel, voorop worden geplaatst. Medewerkers krijgen zo meer verantwoordelijkheid toegespeeld. Tegelijk wordt ver-
een beroep gedaan op een attitude (‘hoffelijkheid’) en wordt de treinreiziger als ‘geciviliseerd’ persoon aangesproken (letterlijk en figuurlijk). Het geeft treinbegeleiders tegelijk een opstapje om over een dergelijk thema in discussie te kunnen treden met een weerspannige treinreiziger, waarbij dan een beroep kan worden gedaan op zijn ‘betere’ kant. Dat mislukt natuurlijk soms, maar het is sowieso een interessanter vertrekpunt. Van het opleggen van geboden en verboden naar het aanspreken van de gebruiker op zijn attitude, fatsoen en eigen verantwoordelijkheid. Je vraagt zijn medewerking; je doet een beroep op hem. Tegelijkertijd laat je hem voelen deel te zijn van een groter geheel. Een voorbeeld binnen de context van een erfgoedbibliotheek: de bezoeker voelt zich zowel gebruiker als mede-behoeder van erfgoed, dat ook voor volgende generaties nog beschikbaar moet zijn. Ik wil — om dit te verduidelijken — enkele casussen uit de praktijk aan u voorleggen.
Welkom in de Openbare Bibliotheek Amsterdam De Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) heeft in 2007 bij de heropening van de nieuwe Centrale Bibliotheek op Oosterdokseiland een flyer uitgebracht op postkaartformaat, getiteld ‘Welkom in de bibliotheek’. Daarin is de reglementering hertaald naar een aantal eenvoudige ‘huisregels’. Wat opvalt is
“Een klassieker is het verbod om eten of drinken mee te nemen in de leeszaal. In heel wat hogeschoolbibliotheken bijvoorbeeld is het bijna onmogelijk geworden om dit hard te maken.”
wacht dat medewerkers deze verantwoordelijkheid ook nemen. Beslist geen gemakkelijke oefening, die een grote mentaliteitswijziging inhoudt.
de sterke aandacht voor een positieve formulering van vroegere ‘geboden en verboden.’ Waar mogelijk biedt de OBA ook alternatieven aan. Enkele voorbeelden: • “In de bibliotheek bent u altijd welkom voor bibliotheekzaken.” Vertalen we dit even naar een bibliotheek- of archiefcontext. Het • “U kunt uw tas veilig achterlaten in een kluisje bij de toiletten.” werken met afspraken in plaats van met regels zorgt dat deze • “Neemt u uw tas mee in de bibliotheek, dan mogen de medeflexibeler kunnen worden toegepast. Bij afspraken kan je gemakwerkers van de bibliotheek uw tas eventueel controleren.” kelijker uitzonderingen maken als je die duidelijk kunt beargu- • “Eten en drinken is in de bibliotheek alleen toegestaan in menteren. De ene context is immers de andere niet. Afspraken het leescafé bij de krantenzaal en in het restaurant op de 7e sturen ook sterker het gedrag van mensen aan dan op papier etage.” vastgelegde regels. Je moet er wel meer tijd voor uittrekken. Je • “Mobiel telefoneren kan storend zijn voor de andere bezoemoet met mensen spreken over dergelijke afspraken, ze uitlegkers. U kunt bellen op de begane grond en in het restaurant gen waarom ze worden gemaakt. Je appelleert daarmee aan hun op de 7e etage.” gevoel van verantwoordelijkheid en geeft hen mee zeggenschap over het fundamentele doel: het nemen van eigen verantwoor- Deze huisregels zijn heldere, eenvoudige afspraken — de meeste delijkheid voor de dingen die je doet en de materialen die je mensen zullen dit ook als dusdanig aanvoelen. Juist door deze raadpleegt. Je neemt je gebruikers als het ware in vertrouwen. eenvoud en helderheid, gekoppeld aan het geven van alternatieven als men bijvoorbeeld toch zijn tas mee binnen wil nemen Herinner u het voorbeeld waarmee dit essay begon. In het omni- of wil bellen, is de kans een stuk groter dat ze effectief door de busreglement uit 1840 worden een aantal regels opgesomd die gebruikers worden nageleefd. men moet opvolgen. Qua stijl en verwoording zijn het verordeningen die niet ter discussie staan. (Of ze in de praktijk steeds Verboden onder de 17 werden opgevolgd is iets anders.) In het recentere voorbeeld In het huidige reglement van de Erfgoedbibliotheek Hendrik van de hoffelijkheidscampagne van de NMBS is de stijl en ver- Conscience (daterend van 23 april 2007) staat als regel: “De woording eerder als een afspraak die men vraagt na te leven, leeszaal is toegankelijk voor wie de leeftijd van 17 jaar bereikt zonder dat er letterlijk sprake is van een verbod. Eerder wordt er heeft (of in de loop van het kalenderjaar zal bereiken).” Deze
META 2012 | 8 |
33
essay
regel werd ooit ingesteld omdat we ervan uitgaan dat een gebruiker over een zekere maturiteit moet beschikken om bijvoorbeeld bepaalde oudere materialen in de leeszaal te raadplegen.
slidepresentatie en met een concrete demonstratie hoe dergelijke werken te hanteren.
Barbarians at the gates?
Het resultaat mag gezien worden. De bibliotheekmedewerkers in de leeszaal ervaren het als een wereld van verschil. Studenten komen nu gewapend met voldoende kennis van zaken naar de balie en vragen spontaan om hulpmiddelen zoals boekenkussens, potloden, loden veters en dies meer. Soms herinneren ze een medewerker er zelfs aan als die er even niet aan denkt om één van die aangewezen hulpmiddelen mee te geven — wat in de drukte al eens kan gebeuren. Die medewerker bedankt dan niet alleen de gebruiker voor diens opmerkzaamheid, maar krijgt sowieso meer het gevoel dat de oude druk op zo’n moment in goede handen is.
Volgend fragment, uit de inleiding voor dergelijke sessies, opgesteld door mijn collega Steven Van Impe, conservator oude drukken, maakt meer duidelijk over aanpak en benadering: Probleem is dat met dergelijke regel iedereen over dezelfde kam wordt geschoren. En het gebeurt al eens dat een 16-jarige • “Een oud boek is helemaal anders dan een nieuw boek. Omdat het er echter vaak hetzelfde uitziet, en mensen dagelijks met op eigen houtje aan onze ingang staat om de bibliotheek te nieuwe boeken omgaan, denken ze dat ze ook wel weten hoe gebruiken. We hebben dan dus te maken met die grijze zone ze met oude boeken moeten omgaan. Het is echter niet zo tussen ‘bureaucratische’ theorie en praktijk. Nadat we zo enkele evident.” keren met een dergelijke vraag werden geconfronteerd, gaan we nu uit van een ander principe. We vinden dat een (volgens • “Onvoorzichtige omgang met historisch materiaal kan onherroepelijke schade aanrichten. Zelfs bij voorzichtig gebruik de regel) te jonge adolescent die uit eigen beweging naar de treedt gebruiksslijtage op. We willen die slijtage zo veel bibliotheek komt om materialen uit de collectie te raadplegen mogelijk beperken: deze boeken zijn namelijk historische ook over voldoende rijpheid zal beschikken om die materialen bronnen, altijd duur, meestal zeldzaam, soms zelfs uniek (dus correct te hanteren. Hij wordt dus ingeschreven. onvervangbaar).” Het bibliotheekreglement van de Erfgoedbibliotheek moet ove- • “Je krijgt als onderzoeker een object in handen dat in een museum achter een glazen vitrine zit, en waarbij een alarm rigens ‘dringend’ worden aangepakt. Eerdere pogingen daartoe afgaat als je maar te dicht komt. Zolang je het boek raadmondden uit in een patstelling wegens de vroegere neiging van pleegt, valt het onder jouw verantwoordelijkheid. Als je enkele (vooral) ondergetekende tot doorgeschoten regelneverij. Maar eenvoudige regels volgt, valt dit allemaal wel mee. In de leesmet voortschrijdend inzicht, waarvan onder meer dit essay een zaal zijn hulpmiddelen ter beschikking om de boeken op de gevolg is, moet een andere aanpak — gericht op het maken van juiste manier te consulteren. Bij twijfel kan het leeszaalper afspraken en het geven van vertrouwen — beter resultaat kunsoneel je ook bijstaan.” nen geven.
Elk voorjaar krijgt de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience — evenals de bibliotheek van Museum Plantin-Moretus, het Rubenianum, enzovoort — een grote groep universiteitsstudenten over de vloer die een oude druk bibliografisch en materieel moeten beschrijven volgens de regels van de kunst. Ze doen dit als een individuele opdracht in het kader van een cursus wetenschappelijke vaardigheden. In 2009 liep het fout. Door een samenloop van omstandigheden bleken nogal wat studenten deze oude drukken op een verkeerde manier te behandelen. De groep was groter dan eerdere jaren het geval was. De cursus bleek ook anders ingepland in het geheel van de opleiding, waardoor een deel achtergrondkennis bij die studenten nog ontbrak. Er was een flyer beschikbaar met tips hoe je met een oude druk omsprong, maar die bleven dode letter. De bibliotheekmedewerkers in de leeszaal trachtten gebruikers op zaken te wijzen maar zagen ook niet alles. Soms was het kwaad al geschied wanneer men optrad. Toen ook de magazijnmedewerker verantwoordelijk voor de kostbare werken aan de alarmbel trok en enkele slachtoffers van een intensieve raadpleging toonde (merendeels losgeraakte of gekraakte ruggen) was duidelijk dat we iets moesten ondernemen. Er was klaarblijkelijk een probleem met de attitude van deze groep gebruikers, niet zozeer uit onwil als wel uit onbekendheid met de materie. Na overleg met de collega-instellingen binnen de groep Musea en Erfgoed Antwerpen vzw, waarvan de Erfgoedbibliotheek deel uitmaakt, kwamen we met het voorstel om introductiesessies ‘Omgaan met kostbare werken’ in te richten voor toekomstige groepen studenten, voordat zij aan een dergelijke opdracht begonnen. De docent ging hiermee akkoord en in 2010 zijn we daarmee gestart. Elk voorjaar worden — bij aanvang van de opdracht — twee à drie introductiesessies ingericht waarbij de studenten op een aantal aspecten van oude drukken worden gewezen en enkele duidelijke regels overzichtelijk uit de doeken worden gedaan. Er wordt daarbij gewerkt met een 3 4 | META 2012 | 8
Door voldoende tijd uit te trekken om deze studenten duidelijk uit te leggen ‘waarom’ bepaalde regels en afspraken gelden, zijn zij medespelers geworden in het verhaal. De manier van aanbrengen en de verwoording spelen daar een belangrijke rol. Er wordt zo een beroep gedaan op hun eigen verantwoordelijkheid.
De moeizame, beloftevolle weg Hoe goed of hoe duidelijk je bepaalde zaken ook aanbrengt, gebruikers moeten deze natuurlijk willen opvolgen. Toepassing ervan opvolgen in de praktijk ligt natuurlijk nog steeds bij de bibliotheekmedewerkers op de werkvloer. Denken in afspraken in plaats van in regels geeft hen daarbij die extra ondersteuning om gebruikers die iets ‘verkeerd’ doen, op een gemakkelijkere manier erover te kunnen aanspreken. Het wordt een heel ander verhaal als een gebruiker niet hoort “dat moet volgens het reglement” maar “dat doet u best zus of zo omdat ...”. Hij wordt daarbij rechtstreeks aangesproken op zijn eigen verantwoordelijkheid in plaats van dat het hem zonder meer wordt opgelegd. En oh ja, wat die jassen en tassen in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience betreft? Tegenwoordig bieden we doorzichtige plastic zakken aan als alternatief, waar je de leeszaal wel mee binnen mag. En als het écht koud aanvoelt in de leeszaal, maken we al eens een uitzondering op het jassenverbod — dat we dan ook duidelijk zo communiceren naar de gebruikers.
COLUMN
Amazing! Eva Simon
Wat antwoord je als een vriend vraagt welk woord hij op een sollicitatie zeker moet laten vallen? Vroeger zou ik hebben gezegd bibliotheek 2.0, nu belevenis bibliotheek. Nog een trend die uit de States is komen overwaaien. De klant moet ons verlaten met een boek én een goed gevoel. Tegenwoordig is een activiteit pas geslaagd als de bezoeker “what an amazing experience” gilt. Ook de collectie dient prikkelend gepresenteerd zodat het de klant een “fanfuckintastic” ontlokt. Ik voel me gedwongen mijn vriend van een illusie af te helpen: “Baliemedewerkers zijn out. Jij bent een ‘wimmer’. Een immer wandelende informatiemedewerker. Of desnoods een slenterende ‘slimmer’ of treuzelende ‘trimmer’.” Mijn vriend kijkt bezorgd: “Word ik veroordeeld om tot het einde van mijn dagen als een Ahasverus tussen de rekken te zwerven?” Klopt, het gezegde “Bibliothecaris blijf bij je balie”, gaat niet meer op! Niet alleen zal mijn vriend floorwalken tot hij erbij neervalt, de kans bestaat dat hij de uitleenbalie eigenhandig zal mogen afbreken. Hij is tenslotte een man
en klussende ‘klimmers’ zijn gegeerd in de bib. Op de vrijgekomen plaats kan hij een snoezelruimte inrichten of een zadenbib. In de VS ontkiemden tientallen seed libraries en ook bij ons staan er op stapel. Awesome! Ik wijs mijn vriend op een artikel waarin een bibliotheek vergeleken wordt met een Engelse tuin. Ik hou meer van Franse tuinen, maar de eigentijdse bib is nu eenmaal aangelegd als een romantisch parkje waar we elkaar via verrassende doorkijkhoekjes kunnen ontmoeten.
Eva Simon is al tien jaar docent aan de Bibliotheekschool Gent (Initiatie en Graduaat BDI). In 2010 stond ze aan de wieg van de Vlaamse Bib Web Awards. Eva is al jarenlang actief in de VVBAD. Ze was redactielid van Bibliotheek- & archiefgids en nu van META en de Wegwijzer voor bibliotheken & documentatiecentra.
Mijn vriend weet toch dat bibliotheken in de VS tuingereedschap uitlenen? Wil hij op zijn sollicitatie scoren, dan kan hij maar beter wat varianten verzinnen. Wat te denken van een afdeling verfafbranders? Ideaal om een workshop schilderen aan te koppelen. Heeft mijn vriend al nagedacht over een uitleentermijn voor hogedrukreinigers en welke boetes te vragen voor kitspuiten? Kan hij zich iets voorstellen bij interbibliothecair stofzuigerverkeer? The sky is the limit!
ter beschikking stellen. Of pony’s. Wel zo interessant om de collectie rond paard achtigen te promoten! De minimumleeftijd voor de ritjes hoort in het reglement samen met een clausule van niet-aansprakelijkheid. Uiteraard blijft de bib de privacy bewaken. Niemand hoeft te weten dat een klant ooit een ezel wenste te berijden.
Komt mijn vriend ooit in een strand bibliotheek terecht, dan kan hij gocarts
En mijn vriend, die belde zijn sollicitatie af. Hij bleef liever schoenmaker.
citaat
“Archivists are like mechanics: no one wants to give them money or the time of day until something breaks when they become gods amongst men.”
“Archivarissen zijn als mecaniciens: niemand besteedt geld of aandacht aan hen, tot iets
Alex Rankin, Boston University, 2001
verkeerd loopt en ze goden onder de mensen worden.”
META 2012 | 8 |
35
de vraag
Moet een lokale archiefdienst elke schenking van archief aanvaarden? Werkgroep Lokaal Overheidsarchief
Enkele archiefdiensten werken met een Om het aanvaarden van schenkingen o n d e r t e ke n e n . D a a r i n k u n n e n wegingstabel, waarbij aan elk criterium objectiever te laten verlopen, stellen bepalinge n opgenomen zijn inzake steeds meer archiefdiensten zogenaamde een bepaalde score toegekend wordt. openbaarheid en inzagerecht, selectie Een archief wordt pas aanvaard als het acquisitiecriteria op. Hoewel er lokaal en schoning, verpakking, enz. De overuiteraard verschillen zullen zijn, komen een voldoende hoge score behaalt. eenkomst wordt ter aanvaarding aan de meestal de volgende algemene regels gemeenteraad voorgelegd. Als het archief niet aan de criteria voldoet • Aanbiedingen van kleine bestanden of naar voor: om in het stads- of gemeentearchief te • het gaat om authentiek materiaal; losse archiefdocumenten zonder dui• het archief heeft betrekking op een worden opgenomen, dan kan de archivadelijke financiële waarde worden als bedrijf, persoon, familie, vereniging, ris de schenker of bewaargever doorver‘handgift zonder geschrift’ opgenomen. wijzen naar een meer geschikte archiefbeenz. uit de stad of gemeente; De archivaris legt bijvoorbeeld twee • het is een aanvulling op de reeds waarplaats. Als het archief wel aanvaard keer per jaar of jaarlijks een lijst van wordt, dan verloopt de verdere afhandebewaarde archieven; deze schenkingen voor aan de gemeenling best volgens een vaste procedure: • het hoort niet beter thuis in een andere teraad ter aanvaarding. • De archivaris noteert de schenking in • De schenker ontvangt een bedankingsarchiefdienst. het aanwinstenregister. brief die kan gelden als aanvaarding Daarenboven kunnen de volgende con- • Bij de schenking van een groot bestand, van de schenking. dat het patrimonium van de stad/ • Daarna wordt het archief verwerkt crete vragen gesteld worden: gemeente in belangrijke mate aan• Handelt het archief over het grondgeen geregistreerd in Archiefbank vult, laat men de schenker een ‘schenbied of de bestuurlijke werkingssfeer of Vlaanderen, de onlinedatabank van prikingsakte’, ‘verklaring van schenwerd het in opdracht van het bestuur vate archieven. king’ of een ‘schenkingsovereenkomst’ van de stad/gemeente gemaakt? • Heeft het betrekking op de politieke, economische, culturele, sociale, maatschappelijke of topografische ontwikkeling van de stad/gemeente? • Is er een relatie met andere archiefbestanden die momenteel door de stad/ gemeente bewaard worden? • Is er al een gelijkaardig archief uit dezelfde periode aanwezig in het stadsof gemeentearchief? • Is het voor de stad/gemeente een meerwaarde om deze stukken te bewaren en ontsluiten? • Gaat het om een volledig archiefbestand? • Is er een inventaris? • Mag er in het archief geselecteerd worden? • Is het archief openbaar? • Wordt het gebruiksrecht overgedragen aan de archiefdienst? • Is het materiaal in goede materiële conditie? 3 6 | META 2012 | 8
Foto: Provinciaal Archief West-Vlaanderen (Patrick Rijckaert).
Stads- en gemeentearchieven krijgen regelmatig de vraag om het archief van een persoon, familie, vereniging of bedrijf op te nemen. Private archieven kunnen een belangrijke bron zijn voor het historisch onderzoek van de stad of gemeente en betekenen op die manier een interessante aanvulling op het overheidsarchief. Maar moet en kan elk aanbod zomaar aanvaard worden?
duurzaam
Duurzame mobiliteit Mariann Naessens
Duurzaamheid is hot, ook in de bibliotheek- en archiefsector. Onlangs nog organiseerde de VVBAD de studiedag Focus op duurzame bibliotheken en archieven om de sector uit te nodigen om na te denken over de invulling van het begrip ‘duurzaamheid’ in de informatiesector. Ook deze vaste rubriek in META is een uiting van de actuele bezorgdheid. Naar aanleiding van de jaarlijkse ‘Week van de Mobiliteit’, die plaatsvond van 16 tot en met 22 september, focussen we in deze bijdrage op duurzaam woon-werkverkeer. Bij een enquête onder 895 medewerkers van de openbare bibliotheken in Vlaanderen en Brussel bleek dat een kleine helft (47 procent) kiest voor de auto om zich te verplaatsen naar en van het werk. 1 De auto is daarmee het favoriete vervoermiddel. Ondanks deze eerste plaats voor koning auto doet de sector het toch veel beter dan het Vlaamse gemiddelde op het vlak van duurzaam transport. 67 procent van de werkende Vlamingen verplaatst zich immers met de wagen van en naar het werk. 2 In de BDIsector ligt het gebruik van het openbaar vervoer aanzienlijk hoger dan gemiddeld (16 procent tegenover 9 procent) en vooral het fietsen (30 procent) en het wandelen (7 procent) zijn zeer populair onder de bibliotheekmedewerkers. Het zijn groene jongens (of meisjes) die werken in een openbare bibliotheek. (Voor de volledigheid: mannen fietsen vaker en verder dan vrouwen).
“Bibliotheekmedewerkers werken opvallend dicht bij huis. Meer dan de helft woont op maximum 5 km afstand van de bib.”
Er zijn heel veel factoren die de keuze van het vervoermiddel bepalen. Uiteraard is de geografische ligging van belang: de aansluiting op het spoorwegnet, de uitbouw van het stedelijk en regionaal openbaar vervoer, de veiligheid van de fietspaden… De meest voor de hand liggende factor is echter de afstand. Bibliotheekmedewerkers werken opvallend dicht bij huis. Meer dan de helft
Een verkeersopstopping in Boston anno 1923. Foto: © Leslie Jones. Met dank aan de Boston Public Library, Leslie Jones Collection.
woont op maximum 5 km afstand van de bib (op Vlaams niveau is dit amper 28 procent). Slechts een kwart woont verder dan 15 km. Wanneer werknemers dicht bij het werk wonen, maken zij logischerwijs meer gebruik van duurzame verplaatsingswijzen. Bovendien worden op die manier vele dagelijkse pendelkilometers vermeden, wat op zich al bijdraagt tot een duurzaam mobiliteitsbeleid. Daarnaast heeft de bibliotheeksector, net zoals de sector van het openbaar bestuur in het algemeen, een aantal troeven die het fietsgebruik of het gebruik van het openbaar vervoer bevorderen: de fietsvergoeding, (gedeeltelijke) terugbetaling van abonnementen, en ook de mogelijkheid van glijdende werktijden. Uit de enquêteresultaten kwam naar voren dat het autogebruik 10 procent lager ligt bij personeelsleden die werken in een regime van glijdende werktijden, in vergelijking met hun collega’s die zich aan vaste uren moeten houden. De mogelijkheid
om de werkuren af te stemmen op de uren van trein, tram, bus of metro is duidelijk bevorderlijk voor het gebruik van het openbaar vervoer. Ook gaan meer we r kn e m ers te voet of nemen de fiets. Wisselende en vooral variabele uurroosters zijn het minst voordelig op het vlak van duurzaam vervoer. Ook het vele deeltijds werk in de sector blijkt nadelig voor de keuze voor duurzame transportmiddelen.
Het personeel van de openbare bibliotheken scoort zeer goed op het vlak van duurzame mobiliteit in vergelijking met de gemiddelde werkende Vlaming, door het beperkt aantal kilometers dat bovendien op duurzame wijze wordt afgelegd. Er is zeker nog een groeimarge aanwezig, want veel korte afstanden worden toch nog met de wagen gereden.
1 Enquête uitgevoerd in het kader van het eindwerk in de graduaatopleiding, Mariann Naessens, Profiel van de medewerkers in de Vlaamse openbare bibliotheken. De vraagstelling luidde: “Hoe ga je meestal naar je werk?” Er was slechts één antwoord toegestaan. 2 Diagnostiek woon-werkverkeer 2008. Eindverslag (Publicaties van de Directie Mobiliteit, nr. 46) Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, Brussel, 2010.
META 2012 | 8 |
37
kroniek
IFLA World Library and Information Congress
Helsinki – 11-17 augustus 2012
In 2012 was Helsinki niet enkel World Capital of Design maar ook gaststad voor het 78e IFLA-congres dat doorging tussen 11 en 17 augustus onder het thema ‘Libraries now – inspiring, surprising and empowering’. Daarbij was er veel aandacht voor duurzaamheid, nieuwe technologieën, innovatie, informatiegeletterdheid en mediawijsheid. Foto: Bruno Vermeeren.
8 | META 2012 | 8 3
kroniek
een moeilijke opgave, omdat de informatie over de spreker en de inhoud van de bijdrage zeer summier is. Het openbaar bibliotheekwezen in Finland is goed uitgebouwd en mooi ‘gedesigned’, maar eerder klassiek: in tegenstelling tot wat men zou verwachten zijn de Finse openbare bibliotheken geen voortrekkers op het gebied van de digitale bibliotheek en het aanbieden van e-books, ze zijn eerder volgers. Hun sterktes liggen in de grote collecties, de uitgebreide openingsuren, het gratis lidmaatschap, de lage boetetarieven en de bijzondere dienstverlening aan nieuwkomers en anderstaligen. De centrale openbare bibliotheek in Helsinki dateert uit 1984, is intussen te klein geworden en niet centraal gelegen. Daarom heeft het stadsbestuur beslist een nieuwe openbare bibliotheek te bouwen in het centrum van de stad, dichtbij het centraal station en het kunstenaarskwartier. Hiervoor is een architectuurwedstrijd uitgeschreven en de inwoners van Helsinki hebben hun mening kunnen geven over de ‘bibliotheek van hun dromen’ (http://www.keskustakirjasto.fi). De opening van deze nieuwe ‘library of the future’ is gepland in 2017.
Helsinki is geen grote stad, maar elegant en sfeervol, met veel art-nouveau-architectuur. De ligging aan zee, het goed georganiseerde openbaar vervoer, het uitgebreide culturele aanbod, het bruisende studentenleven, … het zijn de redenen waarom Helsinki door The Economist gerangschikt is bij de beste steden ter wereld met de hoogste levenskwaliteit. Wij kennen Nokia, Marimekko, Linux, Alvar Aalto, Iittala, Moomins en Sibelius, maar Finland is ook een echt bibliotheekland met een sterke leescultuur. Dat bleek uit alles: de vlekkeloze organisatie van het congres, de enthousiaste inzet van 400 vrijwilligers, de indrukwekkende bibliotheekbezoeken, de interesse van politici en de inbreng van de Finse bibliotheekverenigingen. Uiteraard waren er veel congresdeelnemers uit Scandinavië, maar ook Estland, Letland, Litouwen en Kazachstan waren goed vertegenwoordigd. Het programma voor openbare bibliotheken was beperkter dan het aanbod voor wetenschappelijke en universiteitsbibliotheken, maar daarom niet minder interessant. Tijdens een dergelijk congres is het maken van de juiste keuzes tussen de vele voordrachten en presentaties
De bibliotheekbezoeken tijdens en na het congres waren inspirerend: de openbare bibliotheek in Helsinki met haar diverse filialen (http://www.helmet.fi/en-US/ Libraries_and_services), de openbare bibliotheek in Turku (http://www.turku. fi/kirjasto), de nationale bibliotheek die recent gerenoveerd is (http://www.kansalliskirjasto.fi), en vooral de nieuwe universiteitsbibliotheek in Helsinki (http://helsinki.fi/library). Kaisa Library is de grootste universiteitsbibliotheek in Finland met een oppervlakte van 15.000 m², zeven bovengrondse en vier ondergrondse verdiepingen, en 30 km boekenplanken in openkast. Het gebouw oogt zeer modern en is uitgerust met de nieuwste technologieën, maar is eigenlijk nog steeds een traditioneel boekenpaleis. Hedwig Van den Bossche
META 2012 | 8 |
39
KRONIEK
> IFLA vervolg
Goede cijfers en een sterke conditie
worden, beschikbaar voor alle IFLA-leden via de BSLA-website.
Wie deelnam aan IFLA in Helsinki weet waar BSLA voor staat. ‘Building Strong Library Associations’ kwam in heel wat sessies aan bod (http://www.ifla.org/en/ bsla). Het is een kernprogramma van IFLA, gefinancierd door de Bill & Melinda Gates Foundation en doet wat het zegt: werken aan sterke bibliotheekverenigingen, wereldwijd. Het verhaal van Botswana is exemplarisch. Bij de start van het programma telde de zieltogende vereniging daar nog een twintigtal leden. Inmiddels zijn het er 170, kan ze beroep doen op subsidies en organiseert ze jaarlijks een conferentie. Dat in een groot, maar dunbevolkt land met een slechte infrastructuur en een veelheid aan talen. Goed bestuur, zichtbaarheid en belangenbehartiging zijn de belangrijkste doelstellingen van BSLA. Hoewel het programma het meest intensief in de Derdewereldlanden loopt, zijn de instrumenten die ontwikkeld
Ook de sessie van de Management of Library Associations (MLA) stond in het teken van sterke verenigingen. De nadruk lag daar op de input van de jonge professionals. Zoals voorbeelden uit Letland en Groot-Brittannië aantoonden, kunnen zij een stimulerende rol spelen en een nieuwe dynamiek op gang trekken. Al rees in het geval van Letland de vraag of er niet te veel verwacht wordt van een klein groepje jonge enthousiastelingen. Opvallend was het belang van conferenties voor het uitbouwen van sterke verenigingen. Ze blijven belangrijk als ontmoetingsplaats en stimuleren mensen om actief deel te nemen aan de werking van bibliotheekverenigingen. Van die motiverende kracht maakte ook Ingrid Parent, de huidige IFLA-president, gebruik. Zo benadrukte zij bijvoorbeeld de impact van IFLA op de onderhandelingen binnen
de World Intellectual Property Organization (WIPO). In 2011 werden daar de uitzonderingen op het auteursrecht ten behoeve van bibliotheken en archieven besproken. Stevig lobbywerk van IFLA zorgde voor positieve resultaten. Parent benadrukte daarbij het belang van een goede samenwerking tussen de internationale vereniging en de nationale organisaties. Stevig lobbywerk en een degelijke dienstverlening binnen de instellingen vereisen cijfers. Meting en benchmarking was dan ook een thema dat in verschillende sessies aan bod kwam. Interessant, maar embryonaal, was het onderzoek dat in Nederland gevoerd wordt naar ‘outcome’indicatoren voor openbare bibliotheken.
De juiste informatie bij de juiste persoon Adlib Bibliotheek catalogiseert meer dan boeken alleen. Adlib Bibliotheek vormt de kern van een compleet informatieen kenniscentrum. Desgewenst kunt u deze kern uitbouwen met de uitleen-, bestel- en tijdschriftenmodules, of met vragenregistratie, SDI, full-text search en verschillende online services. Iedere vorm van informatie wordt zo op maat gemaakt voor uw gebruikers. Niet voor niets is Adlib Bibliotheek in gebruik bij vele mediatheken, bedrijven, (hoge)scholen, en juridische en overheidsinstellingen.
Adlib Bibliotheek
Veelzijdig Overzichtelijk Aanpasbaar aan alle soorten publicaties Internetmodules: SDI attenderen, Online reserveren en Full text zoeken Eenvoudig titelbeschrijvingen ontlenen Makkelijk rapporteren Geïntegreerde aanvullende modules: Bestelmodule, Uitleenmodule en Tijdschriftenmodule Meertalig Internationale standaarden SRU, ISBD/AACR2, Z39.50 MARCXML, OAI-PMH en meer Integreerbaar met Adlib Museum en Adlib Archief tot één ‘crossdomain’ systeem API-koppelingen Keuze databases MS SQL Server, Oracle, Adlib Internet ready.
Adlib Information Systems +31 (0)346 586800
[email protected] www.adlibsoft.com
40 | META 2012 | 8
KRONIEK
Jyväskylä libraries make it happen! In Finland zijn er 900 openbare bibliotheken en 200 bibliobussen. De werking wordt bepaald door een nationale wet en de nationale Library act. De gemeenten financieren via belastingen de plaatselijke bibliotheek en bepalen welke dienstverlening gegeven wordt. Elke gemeente heeft een openbare bibliotheek. Het gebuik van de bibliotheek is gratis. Jyväskylä City Library (JCL) is één van de negentien regionale bibliotheken en de vijfde grootste regionale bibliotheek in Finland. Er is één hoofdbibliotheek, 14 filialen en 3 bibliobussen. JCL telt 102 medewerkers.
Nu wordt vaak ‘output’ gemeten, zoals het aantal uitleningen, bezoekersaantallen en het aantal georganiseerde activiteiten. De bedoeling is om op termijn de impact te meten van de dienstverlening op de gebruiker. In een onderwijscontext kan je zo de relatie onderzoeken tussen de bibliotheek en de slaagkansen van de leerlingen. Hoe een dergelijk model voor openbare bibliotheken er uitziet, zal nog moet blijken. Een interessante sessie draaide rond het meten van het gebruik van infrastructuur. Voorbeelden uit Amerikaanse universiteitsbibliotheken en openbare bibliotheken in Barcelona toonden aan hoe goede observaties en degelijk cijfermateriaal kunnen leiden tot (meetbare) verbeteringen aan de infrastructuur. Daarbij werd rekening gehouden zowel met de behoeften van de gebruikers als die van het personeel. Soms zijn cijfers verrassend. Zo verbleekt het hoerageroep van Europeana over de 23 miljoen objecten die het al bevat als je het vergelijkt met de 25 miljoen in Digital New Zealand. Het portaal van deze ene staat bevat inmiddels meer objecten dan heel Europeana. Een congres is een ontmoetingsplaats en er werd in de wandelgangen dan ook heel wat gediscussieerd. Over het nut van wildbreien in (Finse) openbare bibliotheken bijvoorbeeld. En wie goed uitkeek, kon op het congres ook Kirjatti (http://bit. ly/kirjatti), de bibliotheekkat van Tampere en Börje (http://bit.ly/borje), de bibliotheekhond van Espoo, tegenkomen. Zo deed het congres wat het moest doen: motiveren, informeren en inspireren. Bruno Vermeeren
JCL heeft 3.000.000 uitleningen per jaar, 53.100 geregistreerde gebruikers en een collectie van 910.000 items. De digitale bibliotheek wordt 4.100.000 keer per jaar geraadpleegd. JCL draagt zorg voor de regionale collectie van Centraal Finland. Extra zorg gaat naar de dienstverlening voor migranten, vreemdelingen en mensen die hun huis niet kunnen verlaten. In de bibliotheek vind je ook de informatiedesk van de stad en die van het volwassenenonderwijs. De gebruikers kunnen ter plaatse tv en dvd’s bekijken. Een taallabo en speciale schermen voor slechtzienden zijn aanwezig. Speciaal voor de kinderen worden er verhalen verteld. Ouderen kunnen lid worden van de boekclub. Jyväskilä ligt 270 km ten noorden van Helsinki in centraal Finland. Het is een stad met 132.000 inwoners. Een vierde van de inwoners is schoolgaande of student. Een derde van de bevolking heeft een diploma hoger onderwijs. De bibliotheken van JAMK University of Applied Sciences, Jyväskylä City Library, Jyväskylä University Main Library en van het Jyväskylä Educational consortium werken zeer intensief samen. De dienstverlening naar de gebruikers en de training van het bibliotheekpersoneel kan beter uitgebouwd worden. Door de grotere groep personeelsleden is het mogelijk de training ter plaatse voor meer medewerkers te organiseren. Levenslang leren wordt gestimuleerd daar de gebruikers in elk levensstadium in een andere bibliotheek leren om met informatie om te gaan. Door de medewerkers uit andere bibliotheeksectoren te leren kennen kunnen best practices uitgewisseld worden en vergroot de mogelijkheid voor jobrotatie. We bezochten eerst de Jyväskylä University Main Library. De universiteit heeft 15.000 studenten en 2.600 personeelsleden. De sportfaculteit is uniek in Finland en de universiteit is de expert op het vlak van onderwijsopleidingen. In Finland hebben alle leerkrachten een universitair diploma. Het hoger onderwijs in Finland is goedkoop, maar er is wel eerst een strenge toelatingsselectie. Het bibliotheekgebouw is ontworpen door de architekt Arno Sipinen en in 1974 in gebruik genomen. De hoofdkleuren in het gebouw zijn wit, geel en zwart. Design speelt een heel belangrijke rol in de keuze van het meubilair en verlichting. Alles is perfect op elkaar afgestemd. Veel aandacht wordt besteed aan informatietechnologie, OPACs, website en dienstverlening. De eigen publicaties (JU-research series) worden met veel zorg aangemaakt. De universiteitsbibliotheek bestaat uit een hoofdbibliotheek en twee andere bibliotheken. 24/7 kunnen de gebuikers materiaal aanvragen, reserveren en de leentermijn verlengen. Gereserveerde boeken kunnen ook buiten de openingsuren aan de bibliotheek afgehaald worden. Vragen kunnen via mail, telefoon of online gesteld worden. Het rechtstreeks contact blijft belangrijk. Hulp bij opzoekingen wordt via de computer of persoonlijk gegeven. Digitale cursussen en websites zorgen er voor dat de gebruikers zelfstandig kunnen leren opzoeken. De universiteitsbibliotheek heeft een leerpad voor informatievaardigheden uitgestippeld van de beginnende student tot de doctoraatsstudent of onderzoeker. Voor de onderzoekers wordt specifieke begeleiding voorzien en is men bezig met bibliometrie. De collectie voor de zeven departementen is zeer multidisciplinair. De bibliotheek is één van de depository-bibliotheken van Finland. Ze is verantwoordelijk voor Fennica, voor Finnish Web Archive en voor het Radio- and TV-Archive. Natuurlijk zijn ook alle handboeken en thesissen in de collectie opgenomen. De collectie bevat 20.000 e-journals en 350.000 e-books. De bibliotheek werkt veel samen met de plaatselijke bibliotheken, maar is ook lid van nationale en internationale samenwerkingsverbanden. De
META 2012 | 8 |
41
KRONIEK
bibliotheek plant een grondige renovatie om een belangrijke rol te blijven spelen in de onderwijs- en onderzoekstaak van de universiteit. De digitale bibliotheek met e-info, e-services en e-publishing uitbouwen is een belangrijk doel voor de bibliotheek. The Finnish Music Campus is een network van drie instellingen voor muziek in Jyväskylä. De nadruk ligt op muziekonderwijs en –onderzoek. 150 personeelsleden en 1900 studenten werken en studeren in de drie instellingen. De Finnish Music Campus streeft naar internationale erkenning voor onderzoek en innovatie op het vlak van muziek. Het onderwijs is gebaseerd op de recente resultaten van het onderzoek dat op de campus gebeurt. Geregeld worden internationaal bekende musici gevraagd voor culturele activiteiten die ook voor de bewoners van de stad open staan. Het bibliotheekgebouw is aangepast voor alle muziekactiviteiten. Vooral aan akoestiek is veel aandacht besteed. O.m. de opnames voor de masterproeven van studenten kunnen in optimale omstandigheden opgenomen en beluisterd worden. De studenten leren te werken in een professionele omgeving en de samenwerking met het nationale en internationale werkveld is zeer groot.
werken voor 600 studenten en docenten. Dagelijks maken er 250 bezoekers gebruik van de bibliotheek. De collectie bestaat uit 30.000 items. Sissi Loostermans
The Road to Information Literacy Het IFLA-congres startte voor mij met een satellite meeting in Tampere, een industriestad ten noorden van Helsinki. ‘The Road to Information Literacy: Librarians as facilitators of learning’ werd door de sectie van Information Literacy en de sectie Continuing Professional Development and Workplace Learning georganiseerd. Dat deze bijeenkomst een echt succes was, bewijst het aantal deelnemers uit verschillende sectoren (bibliotheken, onderwijs, …), regio’s en types van instellingen, allen met een zelfde focus. Kirsti Lonka, de vice-decaan van de faculteit Sociale Wetenschappen, opende het congres met: “We are living in a global village, this kind of meetings are needed to communicate, share and learn. We have all succeeded if everybody takes new ideas.” En inderdaad, deze dagen zijn ideaal om de eigen praktijk te toetsen en nieuwe ideeën op te doen, maar bieden ook de gelegenheid om eigen onderzoek te delen en er over te discussiëren.
De Music Campus Library is het hart van de Finnish Music Campus. De drie samenwerkende instellingen gebruiken samen één bibliotheek. In de bibliotheek is video-conferencing mogelijk en zijn er zeer uitgebreide digitale archieven en databanken raadpleegbaar. In de bibliotheek — maar ook thuis kunnen de gebrui- De focus op learning centers en kers partituren, audio- en video-opnames, “Librarians as designers and facilitators tijdschriften en boeken raadplegen. Door of learning” was zeer sterk aanwezig. aangepaste architectuur en inrichting, Dit is op zich geen nieuw gegeven, want een mooie collectie, netwerking, exper- ook bij ons zie je deze trend sinds een tise en samenwerking ondersteunt de paar jaar. Bibliotheken worden omgebibliotheek de visie van de drie instel- bouwd tot leercentra en bibliothecarislingen. sen nemen meer en meer hun rol binnen onderwijs op. Zoals Vicki McDonald De Music Campus Library bewaart het het aangaf en wij in onze eigen instelaudio-visueel materiaal voor de Jyväskylä ling ook ervaren, zijn de studenten van University Library’s Depository Collection vandaag niet de personen waarvoor ons (Fennica), meer specifiek de werken huidig onderwijssysteem werd gebouwd. gepubliceerd in Finland tussen 1981 en Nieuwe onderwijstechnieken zijn nood2007. De titels worden opgenomen in de zakelijk en het curriculum is de sleutel VIOLA-database (Finnish national dis- tot informatiegeletterdheid. De zelfzecography and national bibliography of kerheid van de studenten is belangrijk, sheet music, http://viola.linneanet.fi). De de ‘no wrong door approach’ geeft stubezochte bibliotheek is 340 m², inclu- denten het vertrouwen in leren. Dit prosief opslagruimte. Drie personeelsleden ces is er één vol emoties. 42 | META 2012 | 8
Carol Kuhlthau gaf een interessante keynote over het ‘guided inquiry design’, waarin de verschillende stappen van emoties en begeleiding in het leerproces omschreven staan. Onzekerheid is het begin van het leren, waarbij advies gegeven moet worden op de momenten dat dit nodig is. Wel met de nadruk dat de student niet altijd moet begeleid worden, hij moet zelf leren en ontdekken. De twee fases waar ze eerst niet had bij stilgestaan, zijn dat het niet enkel gaat om het verkennen van de verscheidenheid van bronnen, maar ook over het nadenken over deze bronnen en het nagaan hoe deze bronnen al dan niet met elkaar verbonden zijn, wat een enorm leerproces inhoudt. Het model beschrijft een persoon die zijn eigen denken aan het ontwikkelen is, die zoekt naar antwoorden.Juist op dat moment ontwikkelt zich interesse en is er de ommekeer. Een model met taakgeoriënteerde zoekopdrachten geeft een resultaat in het vooruitzicht. Ook de rol van academische bibliotheken om meer en meer de onderzoekers te ondersteunen en het onderzoeksproject te begrijpen, alsook de begeleiding van het proces van publiceren, werden naar voren gebracht. Een satellite meeting blijft een groot contrast met het hoofdcongres. Vele deelnemers schrijven zich trouwens meer en meer enkel voor deze satellites in, enerzijds door de betrokkenheid bij het onderwerp en anderzijds door de betere mogelijkheid van netwerking binnen het eigen werkgebied. Mijns inziens is het in ieder geval een meerwaarde om enkele dagen voor het hoofdcongres aan dit type van meetings deel te nemen. De contacten die je tijdens deze bijeenkomsten legt, zijn vaak van langere duur dan tijdens het hoofdcongres, zeker door het feit dat je tijdens de sessies van het hoofdcongres vaak minder interactie hebt en mensen in en uit sessies lopen. De social events tijdens deze satellites hebben op hun beurt ook een toegevoegde waarde voor in het leggen van nieuwe contacten. In een kleine groep legt men namelijk veel sneller contacten. Met onze eigen sectie Health & Bio sciences merkten we tijdens de satellite ook de betrokkenheid van de deelnemers, zodat wij volgend jaar in Singapore opnieuw een satellite willen organiseren. Bij deze een uitnodiging voor IFLA 2013. Ann De Meulemeester
recensies
Building Mobile Library Applications Dit jaar bracht de Library and Information Technology Association deel 11 tot 20 uit van The Tech Set, een reeks gidsen over nieuwe technologieën die toepasbaar zijn in de bibliotheek- en archiefsector. Deel 12 is getiteld Building Mobile Library Applications en richt zich tot iedereen met interesse in mobiele bibliotheektoepassingen.
De kern van het boek is hoofdstuk 5 ‘Implementation’ waarin stap voor stap enkele sample applicaties ontwikkeld worden. In zeven goed structureerde tutorials komen projecten van variërende complexiteit aan bod. Deze projecten zijn geen eindpunten maar vertrekpunten en er wordt dan ook een zekere voorkennis verwacht. Wie niets afweet van CSS, HTML, API’s en jQuery zal weinig hebben aan deze gids. Dat centrale, vijfde hoofdstuk wordt omringd door beknopte maar noodzakelijke hoofdstukken over planning, trends, marketing, opvolging, etc. Van deze ondersteunende hoofdstukken is vooral ‘Types of solutions available’ de moeite. Het geeft een heldere beschrijving van de verschillende types mobiele applicaties: ‘mobile websites’, ‘mobile web applications’ en ‘native applications’. De zeven projecten, die de kern vormen van deze gids, gaan van het aanpassen van bestaande websites aan smart-
phones tot het bouwen van een Android en iPhone app. Voor alle projecten wordt gebruik gemaakt van bestaande code of wordt code gegenereerd door online tools. Dit heeft als groot voordeel dat er niet vanaf nul gestart moet worden en er dus sneller ter zake gekomen wordt. De resultaten kan je achteraf zelf op een andere manier herbouwen of verder uitwerken. Zoals gezegd zijn de projecten vooral vertrekpunten voor wie reeds enige ervaring heeft. Het enige minpunt aan dit boek zijn de foutjes die meestal opduiken bij dit soort gidsen. De online bronnen kunnen afwijken van de referenties en de code in het boek. Url’s zijn niet altijd correct (gemeld en door Jason Clark onmiddellijk hersteld, mooi zo). Er komen kleine onzorgvuldigheden voor zoals het verwarren van data-rel=”back” met datadirection=”reverse”.
Er werden keuzes gemaakt waardoor de voorbeeldprojecten zich vooral richten op smartphones en de besturingssystemen Android en iOS. Enkel het gebruik van PhoneGap verwijst onrechtstreeks naar Blackberry, Symbian, Windows Phone en WebOS. En zoals steeds met development moet je zelf dingen uitzoeken en onverwachte problemen oplossen. Building Mobile Library Appli cations is een prima leerboek voor wie een basiskennis web development bezit en aan de slag wil met mobiele applicaties. Ook voor studenten BDI met interesse in technologie en mobiele media is het boek een aanrader, al vragen sommige voorbeelden volharding en creativiteit. Tijl Vandersteene > Building Mobile Library Applications / Jason A. Clark. — Chicago:
EVERYTHING DESERVES A SECOND CHANCE... SO DOES SOUND! Professional sound restoration, digitalisation and archiving services for Film, TV and Music.
Vibe Studios www.vibestudios.eu
DIGITALISATION RESTORATION ARCHIVING Industriepark - Drongen 14/207 Tel. +32 (0)9 277 92 54
B-9031 Drongen
+44(0)2035824086
Belgium
[email protected]
META 2012 | 8 |
43
personalia
Na zes jaar heeft Chris Schroeven haar mandaat van campusbibliothecaris Humane Wetenschappen KU Leuven neergelegd. Peter Verbist is sinds 1 augustus de nieuwe campusbibliothecaris voor de Groep Humane Wetenschappen en combineert deze functie met de coördinatie van AGORA, het nieuwe leercentrum aan de KU Leuven (http://agora.ghum.kuleuven. be/). Zoals eerder afgesproken, is Demmy Verbeke na een ingroeiperiode van zes maanden als adjunct-bibliothecaris per 1 oktober de nieuwe faculteitsbibliothecaris Letteren geworden.
In mei 2012 is Steven Staelens als tweede archivaris in dienst gekomen bij het stadsarchief van Gent. Sinds 2007 was hij actief bij de vlaamse overheid op het gebied van kwaliteitszorg en informatiebeheer. De ervaring die Steven daar heeft opgedaan inzake digitaal informatie- en archiefbeheer kan hij nu goed gebruiken. Bij de stad Gent is hij namelijk betrokken bij het DIA-project. DIA staat voor Digitaal Informatie- en Archiefbeheer en heeft als doel om de volledige informatiehuishouding van de stad te stroomlijnen en optimaliseren.
Op 1 oktober 2012 begon Annelies Op de Beeck als bibliothecaris bij de openbare bibliotheek van Rumst. Zij volgt Marina De Bruijn op die met pensioen ging. Annelies studeerde kunstwetenschappen aan de KU Leuven en Behoud en Beheer van Actuele kunst in Gent. Ze werkte drie jaar als onderzoeker in de Koninklijke Bibliotheek aan een project over ‘Het Boek in België’ en stond er mee in voor de optimalisering van het elektronisch depot. Als bibliothecaris zou ze graag samen met haar enthousiaste team de sterke jeugdwerking van de bibliotheek verder optimaliseren en de bib uitbouwen tot een ontmoetingcentrum voor cultuur en informatie.
toepassing
Vind leesvoer voor leestijd Rosemie Callewaert
Met een tablet of smartphone heb je altijd en overal leesvoer bij de hand. Websites en apps zijn als een onuitputtelijke bron van boeken, tijdschriften, verhalen en artikelen. Maar voor je het weet is je leestijd weg door het zoeken naar gepaste lectuur. De Vertragingsen Voorleestijdapp spelen hierop in: zeg hoeveel leestijd je hebt en laat je verrassen. Je trein heeft 12 minuten vertraging? De Vertragingsapp stelt na het opgeven van je leestijd een verhaal van 12 leesminuten voor. Je wilt iets voorlezen voor de kinderen? Kies hoelang het mag duren en de Voorleesapp kiest voor jou. De zoektijd naar leesvoer wordt herleid tot het starten van een applicatie en het opgeven van je leestijd. De verhalen in de Voorleestijdapp zijn geselecteerd voor kinderen tussen de 4 en 12 jaar.
44 | META 2012 | 8
Het is interessant om te zien dat uitgevers de handen in elkaar slaan om samen te werken aan dit soort van technische investeringen die invloed hebben op ons (voor-) leesgedrag. De Voorleestijdapp is een initiatief van de kinderboekuitgeverijen Leopold, Ploegsma en Querido. Zij werken samen met de uitgeverijen Nijgh en Van Ditmar en Uitgeverij Atheneum die eerder met Querido de Vertragingsapp lanceerden. Elk seizoen verschijnt een nieuwe editie van de Vertraginsapp. Zo blijft het aanbod en je leescollectie groeien. > Gezien op http://www.istoire.be/leesvoer-aangepast-aan-jeleestijd/
zogehoord
Gerd De Coster:
“Muziek moet aanzetten tot beweging” Hoe en waar luister je naar muziek? Muziek beluisteren doe ik via radio, internet of cd-speler, maar muziek is niet constant aanwezig. Ik bezit ook geen iPod of mp3-speler. Muziek wordt dus vooral ‘geconsumeerd’ op het werk, thuis tijdens de vaat en shakend in de living of op de dansvloer. Nieuwe muziek ontdek ik grotendeels via de openbare bibliotheek en sinds kort ook via mijn dochters. De soundtrack van bioscoopfilms levert ook wel nieuwe inspiratie op.
Die Antwoord, rap/rave/technogroep uit Kaapstad, Zuid-Afrika.
Naar welk genre gaat je voorkeur uit? Een echte voorkeur heb ik niet, al zijn er natuurlijk wel muziekstijlen die me meer liggen dan andere. Zo ben ik geen groot jazzliefhebber. Belangrijker dan het genre is of het stuk of nummer iets met me doet. Door verrassende, bevreemdende of speelse elementen bijvoorbeeld. Denk maar aan de hedendaagse klassieke
muziek van John Cage, I Fink U Freeky van Die Antwoord of de taalvirtuositeit van Pieter Embrechts. Geraakt word ik vooral door muziek met een melancholische inslag, zoals het prachtige Oblivion van Astor Piazzola. Ik luister regelmatig naar Oost-Europese muziek, waarin melancholie vaak een vast ingrediënt is. Het kan dan gaan om zigeunermuziek uit de Balkan of om een klassiek stuk zoals het tweede strijkkwartet van Janáček. Voor mij heeft muziek echter altijd vooral betekenis gehad in de mate dat ze aanzet tot beweging, tot dans. In dat opzicht is dansbaarheid een veel belangrijker aspect dan de kwaliteit of het al dan niet graag horen van het nummer. Ook hier weer mogen het uiteenlopende genres zijn: van funk, soul en disco over dubstep en balkan beats tot Oosterse, Latijnse en Afrikaanse ritmes. Heb je een favoriete groep? Het antwoord luidt kort en bondig: neen. Wat is je favoriete album aller tijden? Een moeilijke vraag. Laat ik me beperken tot klassieke muziek. Drie cd’s raak ik nooit beu gehoord: het derde, zevende en achtste strijkkwartet van Sjostakovitsj uitgevoerd door het Hagen Quartett, de Emerson Encores van het Emerson String Quartett en de strijkkwartetten van Ravel, Debussy en Fauré door het Franse strijkkwartet Quatuor Ebène. Blijkbaar heb ik dan toch een favoriet muziekgenre.
Geen album, maar hier toch absoluut een vermelding waard: Sultans of Swing. Dat nummer katapulteert me nog steeds elke keer opnieuw van bij de eerste noten naar het einde van de jaren zeventig. Heb je een ‘guilty pleasure’? Een ‘foute’ plaat waar je stiekem wel eens naar luistert. Er zit ongetwijfeld een heleboel zogenaamd foute muziek bij de nummers waar ik graag op dans. En voor zover Duits(talig)e muziek nog als fout beschouwd wordt, ik durf al wel eens te luisteren naar onder andere groepen als Dunkelbunt of 17 Hippies. Wat was het eerste plaatje dat je ooit kocht? Voor zover ik me kan herinneren, heb ik mijn eerste single gekregen. Het ging om If I Had Words van Scott Fitzgerald en Yvonne Keeley. De eerste klassieke cd die ik zelf gekocht heb, was La Symphonie Fantastique van Berlioz. Welke artiest zou je willen aanraden aan de META-lezers? Iva Bittova. Bittova is een virtuoze Tsjechische zangeres en violiste. Ze componeert haar nummers zelf en laat zich daarbij vaak inspireren door de OostEuropese volksmuziek. Haar muziek heeft een geheel eigen stijl en laat zich niet onder één noemer vangen. Live is het allemaal nog een stuk indrukwekkender.
gerd de coster Gerd De Coster is archivaris bij het SOMA (Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij). In zijn vrije tijd leest hij Duitstalige fictie en boeken over mens en maatschappij. Om enig tegengewicht te bieden aan het in hoofdzaak zittende beroepsleven wordt er al eens gedanst of een stevige (berg) wandeling gemaakt.
META 2012 | 8 |
45
....................................... .......................................
.......................................
.......................................
................ ................ ................
ons cultureel verleden anno nu:
DIGITAAL BESCHIKBAAR! Alle middelen, kennis en ervaring worden door GMS ingezet bij het digitaliseren van archiefcollecties - zeker als het gaat om cultureel erfgoed. Uniek en dus kostbare archiefstukken die met de grootst mogelijke zorg moeten worden behandeld en waarbij uiterst hoge eisen worden gesteld aan het digitaliseren. Bureau Metamorfoze van de Koninklijke Bibliotheek heeft GMS erkend als een kwalitatieve en deskundige digitaliseringspartner. Een bevestiging van onze kennis en kunde, die al onze klanten de garantie geeft van kwaliteitswerk.
DIGITALISEREN INDEXEREN
........
........
........
WWW.GMSNL.COM WWW.GMSNL.COM op op onze onze website website vindt vindt uu een een overzicht overzichtvan vande demogelijkheden mogelijkhedendie dieGMS GMSbiedt. biedt.
CONVERSIESLAGEN
...................... ..................
DIGITALISERING
Foto’s | Dia’s | Affiches | (glas)negatieven | Prentbriefkaarten | Gedrukte boeken DTB-boeken | Dossiers | Ingebonden handschriften | Losbladige handschriften Registers burgelijke stand | Notariële protocollen | Bevolkingsregisters Bouwtekeningen | Tijdschriften | Kranten | Technische tekeningen
.................
.................
GMS GMS GMS GMS GMS GMS Edisonweg 50d | 2952 AD ALBLASSERDAM | Postbus 260 | 2950 AG ALBLASSERDAM Tel. +078-69 31 300 | Fax +31 (0)78-69 31 123 |
[email protected] | www.gmsnl.com
Activiteiten
Studiereis: The secret of their success De vakgroep Jeugdbibliothecarissen van de VVBAD gaat op zoek naar ‘The secret of their success’ via een studiereis naar de bibliotheek van Balen en Genk. De bibliotheek van Balen kreeg dit jaar de prijs van ‘Beste bibliotheek van Vlaanderen en Brussel’ (zie META 2012/5). De bib neemt het voortouw in de samenwerking met haar buren, andere culturele instellingen. Ze wordt geprezen om haar klantvriendelijkheid en heeft een uitgebreide scholenwerking. We vernemen er alles over tijdens een begeleide rondleiding.
Sociale media in vraag Je hebt al wat ervaring met sociale media, maar je honger is nog niet helemaal gestild? Je hebt wat kritische vragen bij Twitter, Facebook, Pinterest en andere LinkedIns? Dan ben je hier aan het juiste adres. Met ‘Sociale media in vraag’ bieden we de meer ervaren gebruikers van sociale media de mogelijkheid om uit te wisselen over en kritisch stil te staan bij het gebruik van sociale media voor hun organisatie. Activiteitenkalender
OB Balen; Foto: Benoit Vermeeren.
Na de lunch bezoeken we de bibliotheek van Genk. Zeker ook architecturaal interessant, maar wij focussen op de jongerenafdeling en de werking naar jongeren, zowel in hun vrije tijd als op school. Ook hier krijgen we een rondleiding. Afronden doen we met Mattias De Leeuw, een jonge maar reeds veelbesproken illustrator. Hij brengt het verhaal van de samenwerking met kleuters voor zijn eerste prentenboek De steltenloper. Zijn veelzijdig talent bewijst hij aan de hand van zijn tekeningen voor Dertien rennende hertjes van Edward van de Vendel, een pas verschenen dik leesboek met graphic novel allures.
Deze workshop wordt begeleid door (e-)communicatiespecialist Jan Seurinck ( janseurinck.com). Het programma wordt mee bepaald door de deelnemers. Daarom vragen we alle deelnemers om op voorhand een aantal concrete vragen door te sturen.
15.11
E-boeken en bibliotheken
Praktisch
Bibliotheekschool Gent
Datum
15.11
Derde overlegplatform voor
VVBAD en Vlaamse
20.11
Symposium - Kunst en de
dinsdag 4 december, 14.00 u. tot 15.00u (onthaal vanaf 13u30) Locatie VVBAD-secretariaat Statiestraat 179 2600 Berchem Prijs 55 euro (leden) 85 euro (niet-leden) Inschrijven via http://www.vvbad.be/ activiteiten.
13.11
Studienamiddag Archieven van architectuuropleidingen Centrum Vlaamse Architectuurarchieven
15.11
NVB-congres
NVB
erfgoedbibliotheken Erfgoedbibliotheek vzw keerzijde van het archief. Welke toekomst voor onze kennismaatschappij?
K.U. Leuven
27.11
Studiereis: ‘The secret of their success’
Wees er snel bij, er zijn maar twaalf plaatsen.
VVBAD 30.11
Brabantse Archivarissendag 2012
Praktisch Datum dinsdag 27 november 2012 Vertrek bus 9.00u. aan station Berchem (terug in Berchem rond 17.15 u.) Prijs 45 euro (leden) 70 euro (niet-leden) Inschrijven via http://www.vvbad.be/ activiteiten
BRAK 04.12
Sociale media in vraag
VVBAD
Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten
META 2012 | 8 |
47
Glasscherven beschadigden de emulsie onherstelbaar. Fotograaf: onbekend. Reproductie: Guy Voet. Met dank aan het FotoMuseum.
wij richten bibliotheken in ... Meer op: www.sbnl.be/foto
Bibliothèque communale de Virton
Appelweg 94 C B-3221 Holsbeek
Tel.: 016 623 340 Fax: 016 620 400
[email protected] www.sbnl.be
Deel
Deel
Voor meer informatie: Filip Trenson - Sales Manager Benelux | Tel. 32 2 727.78.01 |
[email protected]