1
Inhoudsopgave
1 2 3
• Schadepraktijk • Verzekerd van een zorgeloze vakantie
• Werkgeversaansprakelijkheid geldt nu ook voor zzp’ers
• Michel van Ieperenburg: ‘Bestemmingsplannen zouden veel flexibeler moeten zijn’
5
• Schade door bliksem steeds groter
6
• Caravans fiscaal gunstig stallen • Tractor en het gebruik • Veilige huisvesting voor seizoensarbeiders
7
Schadepraktijk Heeft u onverhoopt een schade, dan staan we bij Finagri voor u klaar! Jaarlijks worden er bij ons zo’n 500 schades gemeld. In het Finbulletin brengen we regelmatig een schadegeval uit de praktijk bij u onder de aandacht! Twee bevriende aannemers – Piet en Henk – hebben samen een klus op een bouwplaats. Piet vraagt aan Henk: “Zou jij mijn minigraver even weg willen brengen naar de bouwplaats?” Henk, welwillend als altijd, vraagt zijn medewerker het ritje te verzorgen en deze rijdt met de vrachtwagen, met de minigraver daarop stevig vastgebonden, naar de bouwplaats. Onderweg gaat het mis. De medewerker schat een tunneltje op de route te hoog in met als gevolg dat de minigraver in de tunnel klem komt te zitten. De minigraver raakt flink beschadigd, net als het tunneltje. De tunnel is eigendom van de wegbeheerder, in dit geval Rijkswaterstaat. Deze aanrijdingsschade valt onder de WA-dekking van de vrachtwagen. De verzekeraar vergoedt de schade. Met de schade aan de minigraver verloopt het minder vlot. Schade aan lading valt niet onder de WAM-dekking van de vrachtwagen, dus op de vrachtwagenpolis kan de schade niet worden geclaimd. De minigraver was niet casco verzekerd op een werkmaterieelpolis. De vervoerende aannemer had voor dit risico een transportverzekering kunnen afsluiten. Daarbij zijn zaken die vervoerd worden tijdens het transport verzekerd. Dat had de aannemer niet gedaan. Jammer, want een goederentransportverzekering is eigenlijk een heel voordelige verzekering. Kortom, voor de schade aan de minigraver was geen enkele verzekering afgesloten. Er zat niets anders op dan dat de beide aannemers er met elkaar uit moesten komen... Let bij vervoer voor derden dus extra goed op! Sluit een transportverzekering af, of informeer of de lading die vervoerd wordt, in dit geval het werkmaterieel, casco is verzekerd.
• Margo verlaat Finagri!
Verzekerd van een zorgeloze vakantie Er even tussenuit voor een korte vakantie. Het is zo makkelijk met behulp van internet. U vinkt voor de zekerheid ook de annulerings- en de reisverzekering aan: dan is ook dat goed geregeld. Tenminste, dat lijkt zo. Vaak bent u bij deze internetverzekeringen maar zeer beperkt verzekerd. De meeste mensen kennen de reisverzekering vooral door het bagagedeel. Maar er is meer waarvoor een goede reisverzekering dekking moet bieden. Steeds meer mensen ondernemen spannende activiteiten: bergbeklimmen, raften, noem maar op. Omdat de risico’s hierbij groter zijn, kunnen ook de kosten van reddings- en opsporingsacties flink oplopen. Kosten die natuurlijk wel binnen uw reisverzekering moeten vallen. Wilt u een goed advies over uw reisverzekering, neem dan contact met ons op. Wellicht is een doorlopende verzekering iets voor u. Vaak is dat goedkoper dan een losse verzekering bij elke reis. We adviseren u graag.
2
FINBULLETIN JULI 2012
Werkgeversaansprakelijkheid geldt nu ook voor zzp’ers Dit voorjaar deed de Hoge Raad een uitspraak dat een ingehuurde zzp’er in bepaalde situaties dezelfde bescherming krijgt bij een bedrijfsongeval overkomt als een werknemer in vaste dienst. Een opdrachtgever moet altijd zorgen voor een veilige omgeving voor zijn eigen werknemers en ingeleend personeel. Gaat er toch wat mis, dan kan hij aansprakelijk zijn, tenzij hij aantoont dat hij zijn zorgplicht voor een veilige werkomgeving is nagekomen. De aanleiding Een zzp’er doet een aantal weken reparatiewerkzaamheden aan een machine bij een vezelverwerkingsbedrijf. De zzp’er werkt daar op basis van een overeenkomst van onderaanneming in opdracht met het bedrijf Allspan. Tijdens het werk krijgt de zzp’er een ernstig ongeluk en moet zijn been grotendeels worden geamputeerd. De zzp’er had geen arbeidsongeschiktheidsverzekering en stelt het bedrijf Allspan, waarmee hij de overeenkomst had, aansprakelijk voor zijn schade. Allspan is volgens hem aansprakelijk omdat hij als onderaannemer voor dat bedrijf werkte en omdat het bedrijf de zeggenschap had over de werkzaamheden. De aansprakelijkheid baseert de zzp’er op het wetsartikel waarin staat dat een bedrijf dat werkzaamheden laat uitvoeren door iemand die niet in dienst is, ook aansprakelijk is voor de schade die die persoon oploopt tijdens de werkzaamheden. De rechtbank en het hof wezen de vordering af.
Nieuw is dat de verantwoordelijkheid van de werkgever ook geldt voor werk dat niet direct tot de activiteiten van het bedrijf hoort, maar wel door het bedrijf verricht worden. Het moet gaan om werk dat deze werkgever regelmatig en al langere tijd uitvoert en waarbij ook zijn eigen werknemers betrokken zijn.
De Hoge Raad
Elke zzp’er zélf een AVB
De Hoge Raad concludeerde echter dat de wet een middel biedt voor verhaal als het bedrijf geen veilige werksituatie heeft geboden. De werkgever mag er wel voor kiezen om anderen dan werknemers werk te laten doen maar dan blijft hij als bedrijf wel verantwoordelijk (lees: aansprakelijk) voor de veiligheid. Volgens de Raad behoorde het werk dat de zzp’er deed tot de normale bedrijfswerkzaamheden en is de wet ook van toepassing als iemand zonder arbeidsovereenkomst het werk verricht en hij voor de veiligheid (mede) afhankelijk is van het inlenende bedrijf. Bij de beoordeling van aansprakelijkheid is onder meer de feitelijke verhouding tussen betrokkenen van belang, net als de aard van de verrichte werkzaamheden en de mate waarin de ‘werkgever’ invloed heeft op de werkomstandigheden en de veiligheidsrisico’s. De Hoge Raad was van mening dat de werkzaamheden wel tot de normale uitoefening van het bedrijf behoorden. Dat bewijs is door het hof niet goed beoordeeld zo stelt de Hoge Raad en daarom vernietigde ze het arrest van het hof. Het hof Den Bosch mag zich nu opnieuw over deze zaak buigen.
Bent u zzp’er en vraagt u zich af of u nog wel een Aansprakelijkheidsverzekering Voor Bedrijven (AVB) nodig heeft na de uitspraak van de Hoge Raad dan is het antwoord helder, namelijk ja! U bent dan niet afhankelijk van de verzekering van een opdrachtgever. De AVB biedt immers ook dekking voor schade door arbeidsgerelateerde ongevallen waarop u als zzp’er kunt worden aangesproken. Daarnaast is ook verzekerd de aansprakelijkheid van tijdelijke krachten waarvoor u als zzp’er verantwoordelijk bent. Dat kan een uitzendkracht of een stagiair zijn maar ook een andere zzp’er. Bovendien is vaak pas ná een schade vast te stellen wie er aansprakelijk is, dat is hiervoor wel duidelijk is geworden. Zorg daarom te allen tijde voor een eigen AVB.
Toelichting De Hoge Raad stelt twee voorwaarden. De eerste voorwaarde is, dat de zzp’er werk verricht dat tot de activiteiten van het bedrijf behoort. Denk bv. aan een schildersbedrijf, waar de werknemers en eventuele ingehuurde zzp’ers de schilderswerkzaamheden verrichten. De werkgever is dan aansprakelijk voor een bedrijfsongeval dat de zzp’er overkomt. Gaat het om een advocatenkantoor dat zijn ramen laat zemen door een ingehuurde zzp’er-glazenwasser, dan is het advocatenkantoor niet aansprakelijk voor een ongeval dat deze zzp’er overkomt tijdens het glazenwassen.
De tweede voorwaarde is, dat de werkgever het werk heeft laten uitvoeren door een ingehuurd persoon. Lange tijd is ervan uitgegaan dat het met begrip ‘persoon’ o.a. uitzendkrachten, stagiairs, vrijwilligers werden bedoeld; en niet een zzp’er. De Hoge Raad is duidelijk en zegt dat degene die voor de zorg voor zijn veiligheid (mede) afhankelijk is van degene voor wie hij werk verricht, beschermd wordt door de wet. Dat geldt óók voor personen - zoals de zzp’er - die niet in loondienst zijn bij de opdrachtgever.
3
CLOSE-UP
Michel van Ieperenburg: ‘Bestemmingsplannen zouden veel flexibeler moeten zijn’ Van pluimveehouder naar onroerendgoedbeheer. Zo zou je de loopbaan van Michel en Odette van Ieperenburg kunnen beschrijven. Hun verhaal leest u in deze Finagri-klant-close-up.
In 1985 is het allemaal begonnen. Michel nam het pluimveebedrijf van zijn vader aan de Herenweg in Maarssen over. In de stallen liepen zo’n 50.000 slachtkippen. Op het terrein stonden ook kassen en daarin werden caravans gestald. “Omdat er weinig perspectief was met de slachtkippen en er veel vraag was naar opslagruimte, ben ik in 1995 naar de gemeente gestapt met de vraag of de bestemming van het bedrijf gewijzigd kon worden in opslag. In verband met stankoverlast werkte de gemeente daar redelijk gemakkelijk aan mee!”, vertelt Michel. In de jaren daarna verdwenen de caravans langzaam van het bedrijf en worden de kassen vervangen door bedrijfshallen en units. De bedrijfspanden aan de Herenweg worden inmiddels voornamelijk verhuurd voor opslag. Van alles wordt er gestald; van bierflesjes tot boeken en van tv’s tot kappersbenodigdheden. Samen met echtgenote Odette runt Michel het bedrijf genaamd IeVeMa Beheer BV. In 2008 is hij samen met zijn compagnon Ko van den Berg
begonnen met de aankoop van panden in Utrecht en omgeving. “Op het moment hebben we zo’n 150 huurders. We verhuren in totaal 35.000 m2 aan bedrijfs- en kantoorruimte. We richten ons met name op de kleinere, en dus vaak startende, ondernemingen. Maar ook aan particulieren wordt er verhuurd“, aldus Michel.
“Niks is leuker dan van een oud pand iets moois te maken.” Revitaliseren In 2008 is het eigen terrein in Maarssen helemaal volgebouwd. Sindsdien zijn er in Utrecht meerdere bedrijfspanden aangekocht. De meeste
4
FINBULLETIN JULI 2012
van deze panden zijn gerevitaliseerd. Revitaliseren houdt in dat een verouderd bedrijfs- en/of kantoorpand wordt aangekocht en in meer of mindere mate wordt opgeknapt om er zo weer een goed verhuurbaar pand van te maken. Daarmee waren ze een van de eersten die zich hieraan waagden. “Inmiddels hebben wij dit kunstje al bij heel wat panden gedaan en de ervaring leert dat dit goed werkt. Deze trend begint nu steeds meer zichtbaar te worden in de zakelijke onroerendgoedmarkt!”, vertelt Michel enthousiast. “Het verbouwen van de panden doen we in eigen beheer. We maken hiervoor gebruik van vaste aannemers en zzp’ers. Toch doen we ook heel veel zelf!”, zegt Michel. “Van sloopwerkzaamheden tot vegen – wat we zelf kunnen, doen we ook zelf. Daarbij scheelt het ook dat we er allebei wel van houden om op de werkvloer aan de gang te zijn.” Michel krijgt veel voldoening van de panden die hij inmiddels heeft gerevitaliseerd: “Niks leuker dan van een oud pand iets moois te maken!” Gemeentes zijn erg blij met het werk van Ko en Michel. De verpaupering van een gebied komt hierdoor tot stilstand. Desondanks lopen Michel en Ko vaak tegen problemen aan rondom het bestemmingsplan. “Over het algemeen moeten gemeentes veel flexibeler worden met bestemmingsplannen. Gemeentes anticiperen veel te laat op de ontwikkelingen in de markt. Als een bestemmingsplan eindelijk is goedgekeurd, is het eigenlijk meteen al verouderd. De procedure om af te mogen wijken van het bestemmingsplan is vaak erg omslachtig; het regelen van een vrijstelling voor een bedrijf duurt enorm lang, terwijl niemand gebaat is bij leegstand. Al moet ik wel toegeven dat de ambtenaren bij de gemeente Utrecht welwillend zijn.”
Zelf huurders vinden Michel geeft aan dat als de huurovereenkomst eenmaal loopt, je er niet zo veel omkijken meer naar hebt. “Natuurlijk krijgen we wel regelmatig telefoontjes van huurders als bijvoorbeeld een lichtbak het niet meer doet, maar doordat we veel preventief onderhoud verrichten, kun je een heleboel voorkomen.” De huurders vinden ze voornamelijk zelf. “Via Marktplaats, advertenties en de website. En ook via-via. Slechts een klein gedeelte komt binnen via makelaars. We proberen dit zo veel mogelijk te beperken omdat dit wel courtage kost.” Michel gaat bij een potentiële huurder voornamelijk af op zijn gevoel. “Inmiddels heb ik wel een beetje mensenkennis gekregen na al die jaren’’, lacht Michel. “Alleen de grotere huurders worden gescreend via de bank.”
Moeilijke markt Michel geeft aan dat het vooral slecht gaat met de verhuur van grote bedrijfseenheden: “Wij richten ons met name op de kleinere bedrijven en op opslag. Daar is nog steeds vraag naar. De prijzen staan wel onder druk. Het is soms echt handjeklap”, aldus Michel. “Het scheelt dat wij niet de duurste zijn. En bovendien moet je juist nu flexibel zijn. Eerder kreeg je zo vijf huurders voor een pand, nu moet je blij zijn met die ene! Onze flexibiliteit is onze kracht. We werken met korte lijnen en kunnen veel zelf. Bovendien doen we de meeste onderhandelingen met de huurder zelf. Er zitten geen makelaars tussen. Daardoor kunnen we snel handelen en beslissen en dat vinden de huurders ook prettig.” De vraag naar bedrijfsruimte zal in de toekomst wel iets afnemen, voorziet Michel. “Maar er zal altijd wel vraag zijn naar opslagruimte. Hoe meer mensen er komen en hoe meer Nederland volgebouwd wordt, des te meer vraag zal er zijn naar opslagruimte.” Verder voorziet Michel dat de kantorenmarkt ook op termijn gaat inzien dat bepaalde panden beter gesloopt en/of nieuw gebouwd kunnen worden. “Op het moment gebeurt het nog niet zo veel, omdat veel eigenaren hun panden niet willen afwaarderen en dan maar kiezen voor leegstand, maar op een gegeven moment zullen ze eieren voor hun geld kiezen. Wij zijn niet continu op zoek naar geschikte panden. Eigenlijk kunnen we met z’n drieën niet heel veel meer aan dan dit. We willen geen personeel aannemen. Kopen we een pand aan, dan
moet de locatie wel heel goed zijn. We kopen eigenlijk altijd een hoeklocatie, zodat een pand van meerdere kanten zichtbaar en bereikbaar is. Vaak moet er al een huurder zijn alvorens we gaan aankopen.”
“Ontstaat er een probleem, dan wordt dat opgelost.” Het laatste project is tevens het grootste project van het bedrijf. In 2008 is op een bedrijventerrein in Overvecht een oud bedrijfspand aangekocht waarin een bakkerij was gevestigd. In eerste instantie was het plan om er bedrijfsunits van te maken. Dat liep uiteindelijk iets anders. De iets verderop gelegen bouwmarkt was eigenlijk te klein geworden en daarom was de Gamma op zoek naar een vervangende locatie in de buurt. Het bestemmingsplan bleek lastig te zijn, maar na veel gesprekken is dat goed gekomen. Toen de onderhandelingen in een vergevorderd stadium waren, is in april 2011 begonnen met de bouw van het nieuwe pand. Begin juli zal de bouwmarkt met een oppervlakte van 4500 m2 zijn deuren openen.
Tevreden over Finagri Michel is vanaf het eerste uur klant bij Finagri. De belangrijkste risico’s verzekert hij, maar niet alles. Want zekerheid kost gewoon veel geld. Hij is tevreden. “Ontstaat er een probleem, dan wordt het opgelost – en bovendien is de bereikbaarheid gewoon goed. Ook buiten kantoortijden kun je terecht bij je relatiebeheerder. Daarnaast kennen de medewerkers ons dossier. En dat is prettig. Ik heb weleens een uitstapje gemaakt naar de bank, maar daar ben ik gauw van teruggekomen!”, besluit Michel. Zie ook www.ievema.nl.
5
Schade door bliksem steeds groter In Nederland komen gemiddeld 200.000 blikseminslagen per jaar voor. De meeste inslagen komen in de natuur terecht. Een niet onbelangrijk deel slaat in op gebouwen en andere objecten, met vaak grote gevolgen – zoals brand, ontzette muren of pannen die van het dak slaan. Een bliksemontlading duurt slechts een fractie van een seconde. Bij de ontlading kunnen zeer hoge temperaturen vrijkomen, waardoor verbrandingsverschijnselen kunnen optreden. Ook kunnen enorme luchtdrukverschillen optreden, waardoor schade kan ontstaan die overeenkomt met een explosieschade. In nagenoeg alle gevallen laat een blikseminslag duidelijke sporen na. Maar ook een niet-directe inslag kan forse schade veroorzaken aan elektrische of elektronische apparatuur. Dit noemen we inductie. Bliksemschade valt onder de brandverzekering, ook als het inslaan van de bliksem geen brand tot gevolg heeft gehad. Schade aan elektrische en elektronische apparatuur of installaties door overspanning/inductie is alleen verzekerd op de brandpolis indien sporen van blikseminslag in of aan het gebouw worden aangetroffen waarin de verzekerde zaken aanwezig zijn.
Forse toename van schade door inductie Het gebruik van elektronische apparatuur in allerhande toepassingen neemt steeds meer toe. Daarmee neemt ook het risico op (grotere) inductieschade toe. Preventieve maatregelen worden dan ook steeds belangrijker. Tegen bliksem en de gevolgen van een blikseminslag is goede beveiliging mogelijk. De beveiliging is sinds 2006 internationaal vastgelegd en aangevuld met typisch Nederlandse situaties. Alle factoren omtrent bliksembeveiliging komen in de normen aan bod. Denk aan: letsel aan mens en dier, fysieke schade aan objecten, schade aan elektrische en elektronische systemen maar ook risicomanagement en de aanleg van beveiligingsinstallaties. Met behulp van deze normen kan bijvoorbeeld ook bepaald worden of een bliksembeveiligingsinstallatie zinvol is en aan welke beveiligingsklasse de installatie moet voldoen.
De aanwezigheid van een bliksembeveiligingsinstallatie kan premiekorting opleveren mits er een onderhoudscontract aanwezig is met goedkeuringsbewijs. Een niet goed onderhouden bliksembeveiligingsinstallatie vormt namelijk een verhoogd brandrisico en daarom is het aan te bevelen de installatie eenmaal per twee jaar door een Uneto-erkend bliksembeveiligingsbedrijf te laten inspecteren. Voor de verzekering tegen inductieschade geldt in de regel een eigen risico van € 350,00 per gebeurtenis. Niet alle installaties zijn te verzekeren tegen inductieschades. Dit geldt ondermeer voor windmolens. Apparatuur die is aangesloten op een uitgebreid netwerk van kabels buiten het pand, zoals regeninstallaties in vollegrondteelt en boomgaarden ter voorkoming van nachtvorstschade, is zonder uitgebreide inductiebeveiliging niet acceptabel voor verzekeraars.
Zonne-energie Steeds vaker zien we zonnepanelen of -collectoren op daken. Zonnepanelen zetten zonne-energie om in elektriciteit met behulp van een omvormer. Met zonnecollectoren kan water worden verwarmd; er wordt geen elektriciteit mee opgewekt. Zonnepanelen en zonnecollectoren kunnen worden meeverzekerd op de opstalverzekering. De installatie moet dan zijn opgenomen in de berekende herbouwwaarde. Het verdient de voorkeur de installatie te laten aanleggen door een erkende installateur. In de praktijk blijken doe-het-zelfpakketten een verhoogd risico op schade te vormen.