Schadeopname en schadeanalyse Bierbrouwerij “de drie hoefijzers” Ceresstraat 13 te Breda Eigendom van AM wonen
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
Auteur Ben Baudoin © 2011 Baudoin van Alphen Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op welke andere manier, voor doeleinden anders dan hierboven vermeld, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
1
00 2
Inhoud
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda |maart 2011
01 Voorwoord
4
02 Situering / Beschrijving gebouw
6
2.1 Algemeen
7
2.2 Situering
7
2.3 Beschrijving gebouw
9
03 Tekeningen en beschrijving constructieprincipe
32
3.2 Constructieprincipes
54
04 Schadebeschrijving
64
4.1 Gebouw A – exterieur
65
4.2 Gebouw B – exterieur
66
4.3 Gebrekenlijst interieur brouwzaal op eerste verdieping brouwhuis, gebouw A
68
4.4 Gebrekenlijst interieur oude brouwzaal begane grond gebouw B
80
4.5 Gebrekenlijst interieur zolder gebouw B
84
05 Gebreken op bouwtekeningen
88
06 Schadeanalyse
94
6.1 Bouwfouten
95
6.2 Gebrekkig onderhoud
95
6.3 Mechanische schade
95
6.4 Milieuschade
95
07 Restauratievisie
96
7.1 Stedenbouwkundig
97
7.2 Bouwhistorisch plaatselijk, regionaal en landelijk
97
7.3 Bouwhistorisch ensemble
97
7.4 Bouwhistorisch industrieel en functie
97
7.5 Bouwhistorisch architectonisch ex en interieur
98
7.6 Herbestemmingsvise
98
7.7 Restauratievisie gebouw A/B
98
08 Bronvermelding
100
09 Colofon
102
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
3
01 4
1 Brouwerij, kantoor en nieuw en locatie vanuit het zuiden gezien na sloop van de gebouewen aan het spoor ca 2008
Voorwoord
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
Zoekend naar een geschikt industrieel gebouw om op af te studeren zijn wij, Willard van Reenen en Ben Baudoin, via omzwervingen zoals de vormenfabriek en de AaBee fabrieken te Tilburg, om allerlei praktische en inhoudelijke redenen uiteindelijk terechtgekomen bij het brouwhuis van de drie hoefijzers aan de Ceresstraat te Breda. Marc Berends, erfgoedmedewerker van de gemeente Breda, die dit gebouw aan ons voorstelde als een van de meest interessante te onderzoeken Bredase objecten, heeft ons kennis laten maken met Ron Hartog, een van de eigenaren van het complex en van het kantoorgebouw ernaast. Via Ron konden we het gebouw meerdere malen bezoeken en uiteindelijk zijn we via Diederen Dirrix architecten, in het bezit gekomen van plattegronden en geveltekeningen van Archicon. De doorsneden van dit zeer gecompliceerde gebouw ontbraken en de geveltekeningen en plattegronden waren niet in overeenstemming met de werkelijkheid, waarop stagiaire hbo architectuur, Sipke Siersma, bereid is gevonden om een en ander samen mee in te meten en te gaan uittekenen. Er is heel hard gewerkt om tot een redelijk kloppend compleet planniveau te komen, gebaseerd op de werkelijke bestaande toestand en binnen de planning van de studieopdracht. Het is een zeer complex gebouw en met name het doorgronden van de doorsneden leidden tot veel puzzelwerk en tijd. Tijdens het tekenwerk en de bezoeken aan het gebouw heb ik besloten een beperking toe te passen en niet het gehele gebouw te restaureren maar de voor mij meest interessante delen, het oudste gebouwdeel uit 1887 of wat daar nog van over is, en de brouwzaal in het brouwhuis van 1929, alsmede het exterieur van deze beide gebouwen. Ook in metho-
diek heb ik verschillende invalshoeken gekozen. Voor het exterieur van gebouw A en B heb ik gekozen voor een omschrijving van de schade in tekst en weergave op tekening. Voor de interieurs is gekozen voor het weergeven van de schade in een matrix en op foto’s, daar, gedetailleerde interieurtekeningen ontbreken. Uitgebreid onderzoek in het stadsarchief en het Breda’s museum bracht waardevol materiaal naar boven. Grote hoeveelheden bouwvergunningen, bouwtekeningen, sloopaanvragen, krantenartikelen, affiches, tegeltableaus met gebouwafbeeldingen, briefpapier, huisstijl, foto’s, artikelen in diverse boeken, er is enorm veel te vinden aan informatief, historisch materiaal. We zien in deze bierproductiegeschiedenis onder andere de overgang van een stoomaangedreven proces, naar gas en electra, laden en lossen van paard en wagen naar vrachtauto en per trein en waarschijnlijk ook incidenteel per boot via de Singel. De distrubutie via houten tonnen naar een bottelarij en lichtgewicht metalen vaten. Er was op enig moment zelfs een loopbrug van het brouwhuis naar het brouwhuis aan de overzijde van de Ceresstraat. Er is in de loop van 130 jaar enorm veel gegroeid, gekrompen, gewijzigd en weer verdwenen, rondom het nu nog bestaande gebouwencomplex. Het overgebleven ensemble is slechts een fragment van wat ooit was. Nog in de jaren zeventig en tachtig werden er uitbreidingen gerealiseerd, onder andere door architect Wim Quist, maar ook deze zijn inmiddels gesloopt. In de jaren zeventig was Skol de eigenaar van de brouwerij, ik herinner me als student aan de academie St Joost, per trein de stad inkomend, gigantisch hoge, kubusvormige stapelingen gele Skol kratten op het terrein.
Het in deze studie bedoelde en beschreven gebouwensemble, in de volksmond “het Brouwhuis” genoemd, is het enige nog overgebleven deel van het oude industriële bierproductiecomplex in Breda. Desalniettemin is dit ensemble nog behoorlijk in maat (103 meter x 28 meter en tot 33 meter hoog) en complex in opbouw, fasering en datering. Het is zeer waardevol voor de stad Breda in de zin van industrieelmonumentale waarde daar veel hiervan uit de stad is verdwenen. (Kwatta, Etna, Loda, CSM, Lonka etc.) De ontwikkeling en verbetering van het brouwproces van bier, de distributie ervan, de groei tot een van de grootste brouwerijen van (zuid-)Nederland, inclusief de ruimtelijke en planeconomische gevolgen daarvan voor de stad en de regio, maken het gebouw, en zijn hoge ruimtelijke kwaliteit van het interieur met zijn majestieuze ruimten, tot een markant, bijzonder en zeldzaam fenomeen, die behoud en hergebruik op een gebouwondersteunende wijze, meer dan waard zijn.
2 situatie spoor anno 1947
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
5
02
Situering Beschrijving gebouw
6
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
2.1 Algemeen “ Brouwerij ‘De Drie Hoefijzers’ (Ceresstraat 13) werd in 1887 door de eigenaren, de familie Smits van Waesberghe, verplaatst van de Boschstraat naar de huidige, nabij de spoorlijn gelegen plek. In de loop der tijd breidde het complex zich sterk uit. In 1905 verrees een gebouw met gisthal en laboratorium en in 1915 een nieuw ketelhuis. Bij een volgende uitbreiding moest het bedrijfskantoor wijken voor een nieuw kantoorgebouw. “ 1 De geschiedenis van de brouwerij aan de Ceresstraat begint in 1887 met de bouw van een moderne stoombierbrouwerij. 2,3,4,5 De fabriek in de Boschstraat bestond al vanaf 1538. Het gaat dus voor wat betreft de historie van het product bier over 465 jaar(!) bierbrouwen.
3 kaart 1748
1: Uit monumenten in Nederland Noord-Brabant door Chris Kolman, Ben Olde Meijerink en Ronald Stenvert. 2 Henk Muntjewerf “de kunst van het bierbrouwen door zes generaties Smits te Breda (1807-1968) een industrieel erfgoed” (pag. 231–313) Jaarboek Oranjeboom deel …? jaargang …?. 3 Nel Bartels, Jaarboek De Oranjeboom, deel 49 (1996) “De stedenbouwkundige ontwikkeling van Breda 1870-1930”. 4 Erik Nijhof en Gerlo Beernick “ Industrieel erfgoed, monumenten van industrie en techniek”. Mej. D.C.J.Mijnsen, “ De bierbrouwerij De drie hoefijzers”. 5 F.A. Brekelmans, “ De drie hoefijzers” te Breda. De oudste bierbrouwerij van Nederland 1538 / 1988.
2.2 Situering De voormalige bierbrouwerij, is gesitueerd aan de Ceresstraat te Breda. Op de situatiefoto (afbeelding 1) uit 2008 is het langwerpig gebouw te zien in relatie tot het totale grondoppervlak van de gehele voormalige brouwerij en tot de overige verdwenen bebouwing.
4 kaart 1853
Stedenbouwkundig gezien was de locatiekeuze voor de brouwerij vooral gebaseerd op de aanwezigheid van het spoor en het water van de Singel, dit in relatie met de grootte en de groeimogelijkheden van het terrein en de ligging, niet ver van het stadscentrum. In de ontwikkelingsgeschiedenis zien we onder andere laad – en losperrons verschijnen. Deze situering garandeerde optimale aan- en afvoer van de goederen en voldoende expansiemogelijkheden. De positie aan de noord-oostzijde van de stad garandeerde ook een overwegend afvoerende windrichting van mogelijk overlast gevende geuren en geluid. Rond het ontstaan van de eerste bebouwing in de jaren zeventig van de 19e eeuw, is in dit deel van de stad nog voldoende locatieruimte aanwezig, ruimte ontstaan door de sloop van de vestingwerken rond 1870. Vergelijk de kaart van dit deel van Breda uit 1748 (afbeelding 3) met die van 1853, waar de net aangelegde spoorlijn is te zien en die van 1875 (afbeelding 4), waar de brouwerij locatie duidelijk al aanwezig is.
5 kaart 1875
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
7
6 Schets totaaloverzicht en gebouwcodering
8
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
2.3 Beschrijving gebouw
7 kadastrale kaart anno 2011
Het complex bestaat uit diverse min of meer autonome gebouwen uit verschillende bouwperioden, die in de loop van de tijd grotendeels met elkaar verweven zijn geraakt en waarvan niet altijd even helder is af te lezen wat bij wat hoort. De verschillende gebouwdelen zijn gecodeerd zie schets van het gebouw, afbeelding 6. Gebouw A Het brouwhuis uit 1929, Nieuwe zakelijkheid Nieuwe Haagse school. Interieur brouwzaal artdeco Architecten: A. Jansen en F. Verwoerd. Gebouw B Het oude brouwhuis uit 1887, neo renaissance. Architect Verlegh. Gebouw C De oude machinekamer en pomphuis uit 1887 en gewijzigd in 1933, in oorsprong in neoclassicistische stijl van architect Verlegh, later F.P. Bilsen en zoon en gevel uit 1933. Gebouw D De machinekamer uit 1916 in art deco van architect F.P. Bilsen en zoon. Gebouw E Ketelhuis en schoorsteen uit 1915, eclecticistisch van architect F. P. Bilsen en zoon. Gebouw F Generatorenlokaal uit vermoedelijk 1916 (tussen 1894 en 1916) architect onbekend, gebouw is geheel opgenomen in de kern van het gebouw zonder buitengevels. Allebovenstaande gebouwen, behorend tot dit ensemble zijn rijksmonument met uitzondering van gebouw F. (complexcode 518937, 518938, overige nummers : gebouw A: 518940, gebouw B tm E: 518938 en 526110)
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
9
2.3.1 Gebouw A Monumentenomschrijvingen naar objectendatabank RCE (ter onderscheiding van de tekst van de auteur, gedrukt in grijze letter) Monumentenomschrijving Brouwhuis (gebouw A) Inleiding Ten oosten van het kantoorgebouw van ‘De Drie Hoefijzers’ (anno 2003: Interbrew Nederland) staat op het terrein van de brouwerij, direct aan de Ceresstraat, het BROUWHUIS van de firma, gebouwd in 1927-’30 naar een ontwerp van A. Jansen en F. Verwoerd. Het gebouw werd tegen een bedrag van f 53.000,- aangenomen door de firma Bakkeren. (afbeelding 8 en 9) Binnen de huidige brouwerij staat het gebouw bekend als ‘Brouwhuis Noord’. In de stijl van het hoge, blokvormige gebouw zijn elementen van de Nieuwe Haagse School en de Nieuwe Zakelijkheid te herkennen. (afbeelding 10) In het interieur, met name in de brouwzaal op de eerste etage, zijn elementen van Art Déco aanwezig. De glas-in-lood vensters zijn alle ontworpen door de Haarlemse firma Bogtman.(afbeelding 11, 12 en 13) Het dak van de liftkoker is omstreeks 1990 door een nieuwe constructie bedekt. Het gebouw sluit direct aan op de ten oosten ervan gelegen mouterij c.a.
10
8 Noord-westgevel
9 Zuid-westgevel
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
10 Zuidgevel laag een en twee
12 Overzicht brouwzaal richting zuid
11 Glas in loodraam noordzijde
13 overzicht brouwzaal met verhoogde vloer; foto uit stadsarchief Breda
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
11
Omschrijving Het brouwhuis heeft een globaal rechthoekige plattegrond en telt zeven, deels acht bouwlagen. Op de eerste verdieping staat de brouwzaal, waarboven de moutpletterij en de moutreiniging. Het gebouw wordt bekroond door de silozolder en is afgedekt door platte daken. Het productieproces is zo ingericht, dat voor het transport van het mout zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de zwaartekracht: de silo staat boven de weekbakken, de kiemkasten weer een etage lager. (afbeelding 14) Het gebouw heeft een skelet van kolommen en balken van gewapend beton, waarin dito vloeren zijn opgehangen. (afbeelding 15 en 16) De vloer van de brouwzaal is versterkt met deels geklonken, deels gelaste gekoppelde ijzeren kolommen en balken, veelal bestaande uit gestandaardiseerde INP-profielen. (afbeelding 17) De gevels zijn alle bekleed met rode baksteen en worden afgesloten door overstekende betonnen banden. Tegen de plint zijn donkerbruine wandtegels gezet. De gevels hebben alle een asymmetrische indeling. De straatgevel is, evenals de achtergevel, op de eerste etage, ter plaatse van de brouwzaal, voorzien van twee op betonnen uitkragingen opgemetselde erkers onder plat dak. De ijzeren vensters hebben een kleine roedenverdeling en zijn voorzien van klapramen. (afbeelding 10) In de representatieve ruimten, zoals de brouwzaal,
12
14 Een van de achtergelaten machines
16 overzicht op binnenwand met deuren onder hijsbalk noordzijde
15 Overzicht betonconstructie plafond
17 constructie onderzijde vloer brouwzaal
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
soort installaties uit Duitsland werd betrokken). Het gebouw is vanwege al deze aspecten als bijzonder goed bewaard en zeldzaam voorbeeld van de Nederlandse brouwerijgeschiedenis aan te merken.” Tot zover de uitgebreide redengevende omschrijving van gebouw A, waarbij aangevuld kan worden dat de buitengevel is uitgevoerd in kruisverband met terugliggende voeg en een tienlagenmaat van 65 cm. Steenmaat 21 cm x 10 cm x 5,2 cm. In het interieur zijn nog een groot aantal productiegerelateerde attributen aanwezig in de vorm van messing kranen, temperatuur- en drukmeters, peilstokken en andere losse en vaste voorwerpen die zeker het vermelden waard zijn. Ook de tegelvloer van de brouwzaal in een L vormige, dubbel hardgebakken tegel met vierkant passtuk, in twee kleuren, is bijzonder. (afbeelding 21) De onderzijde van enkele koperen brouwketels zijn geklonken, dit in tegenstelling tot de bovenzijde in de bouwzaal, hier zijn de kuipen samengesteld uit delen koper gesoldeerd. Ook is er een kuip waarvan de onderzijde bestaat uit één hol geklopt koperen onderstuk en een andere ketel is aan de onderzijde samengesteld uit verschillende aan elkaar geklonken fragmenten. (afbeelding 22) Het laatste bier werd hier getapt op 28 november 2003. (afbeelding 25) Helemaal
24 diverse temperatuur, hoogte en drukmeters, links twee peilstokken
26 Mark Berends en Ron Hartog op het dakterras
25 het laatste bier
26a schade aan brouwketel
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
15
de functie gerelateerde indeling en uitmonstering (met bijvoorbeeld betegelingen, uurwerk, rolkat enz.) (hiermee wordt gebouw D bedoeld, de machinekamer. BB) en de voor industriële monumenten kenmerkende utilitaire uitvoering (bv de spantconstructies en gietijzeren kolommen). Vanwege hoofdvorm, functie en uitvoering behoort dit gebouw tot de zeldzame relatief gaaf bewaard gebleven mouterijen c.a……(jaartal ontbreekt) in ons land.” Aldus letterlijk de redengevende omschrijving, die niet geheel helder is, niet geheel juist, gebouwen verwisseld en daardoor zeer verwarrend is, gebouw E bijvoorbeeld wordt wel hieronder genoemd maar omschreven onder gebouw B, C en D. Dit herken je alleen als je de gebouwen goed kent.(alleen de schoorsteen wordt onder E beschreven) Mijn aanvullende gebouwomschrijvingen hieronder beperken zich tot gebouw B, D en E, de meest waardevolle gebouwen aan de Ceresstraat. Het voert te ver in het kader van de studie voor restauratie, alle gebouwdelen van het ensemble te behandelen. Gebouw B bestaat voor een het grootste deel uit 1887, het is het oudste gebouwfragment uit het hele complex. Drie van de vier wanden van deze ruimten zijn inpandig, de gevel aan de Ceresstraat is de enige buitengevel. Voor meer inhoudelijke - en uitvoerige beschouwingen verwijs ik naar
18
de bouwhistorische beschrijving van Willard van Reenen. Om in het kort duidelijkheid te geven over welk gebouwdeel hier bedoeld wordt, zijn afbeelding 31 en 32 toegevoegd. Op de oorspronkelijke plattegrond en gevel is aangegeven wat er is verdwenen en wat er rest anno 2011. Het gaat in dit geval om het volume aan de Ceresstraat. De gevel uit 1887 is te omschrijven als een neo renaissancegevel in metselwerk met gestucte lisenen, gootlijsten, banden en rondbogen om de vensters. Aan de rechterzijde is een verticaal geveldeel dichtgezet met golfplaat, het is de vroegere aansluiting van een gesloopte luchtbrug naar het zuidelijke brouwhuis aan de overzijde van de Ceresstraat. Op het dak zijn in de jaren tachtig, dakpannen door metalen golfplaten vervangen. De representatieve gevel aan de Ceres-straat is in 1933 naar voren uitgebouwd in metselwerk waarop een plint van bruine tegels als één verbindend element over de lengte van het gehele complex is aangebracht. Een kort hellend dak van gebogen golfplaat waarin drie lichtstraten, welke deels zijn dichtgezet met plaatmateriaal tegen inbraak, voert van muurplaat aanbouw naar de voorgevel. In het ruim zeven meter hoge interieur zijn twee gietijzeren kolommen met geabstraheerde kapitelen waarop per kolom twee consoles die de hoofdliggers dragen. Er is een nieuwe kolom met hoofdliggers geplaatst op de positie waar in 1933 een wand is gesloopt. (afbeelding 35) De kolommen dragen
liggers met vloervelden opgebouwd uit troggewelven. De hoge ruimte wordt benadrukt door de kolommen en de nog zichtbare, deels dichtgemetselde, langgerekte verticale raamopeningen met rondbogen, in de gevel aan de Ceresstraat. (afbeelding 36) Boven in de hoek aan de Ceresstraat, aan de zijde van de machinekamer, is een betonnen trap met bordes aangebracht als toegang naar de voormalige luchtbrug. (afbeelding 37) Op de verdieping een houten vloer op de vloer van troggewelfjes en op de penanten in de gevel drie stuks polonceauspanten waarbij de IPE gordingen aan de spantbenen zijn gebout. Zie omschrijving onder ‘constructie’.
31 de oorspronkelijke bouwtekening van 1885 met kantoor
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
32 de kleine oude brouwzaal met machinekamer
wand gesloopt en nieuwe kolom met liggers geplaatst
gesloopt >
< gesloopt
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
19
licht hebben een kleine ruitverdeling van helder glas in houten roeden. (afbeelding 44) De bovenzijde van de kozijnopening is uitgevoerd in een flauwe segmentboog gemetseld in witte geglazuurde steen. De bakstenen hebben een afgeronde hoek en ook in de dagkant een geglazuurd oppervlak. Bij de aanzet van de boog en in het midden een granieten sluitsteen. In de korte kopgevel aan de westzijde een groot wit in acht vertikale stroken verdeeld kunststof kozijn met helder glas, waarachter een hoge wand met electrameters. Daarboven in het witte vlak van geglazuurde baksteen in het hart gepositioneerd, een volledig in de wand opgenomen uurwerk, bestaande uit een achtpuntige stervorm van twee vierkanten die onder vijfenveertig graden met elkaar gedraaid zijn. De rand uitgevoerd in een combinatie van keramische baksteen en granieten passtukken. Daarbinnen een schaal van brons en de wijzerplaat uitgevoerd in geglazuurde tegels waarop de cijfers zijn weergegeven. In het hart een goudkleurige ronde schijf. De wijzers ontbreken, deze zijn veilig opgeslagen. (afbeelding 45) De hiertegenover gelegen gevel geeft toegang naar het ketelhuis. In deze wand twee rondboogkozijnen, een raam- en een deurkozijn en erboven het logo van de drie hoefijzers in ongeglazuurde baksteen, granieten pastukken en de drie hoefijzers in keramiek, in het hart
44 dubbele deur aan passagezijde (noord)
45 klok machinekamer
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
23
van het tongewelf. (afbeelding 46) In deze wand zijn de kozijnbogen halve cirkels en is eenzelfde wijze van decoratie toegepast, sluitstenen en geglazuurde steen. Het kozijn van de dubbele deur is van hout waarin een stalen kozijn is opgenomen met stalen deuren, halfhoge zijlichten en een slank geprofileerd straalsgewijs uitgevoerd stalen bovenlicht met helder glas. (afbeelding 47) Het raamkozijn is uitgevoerd in kunststof profiel met helder vensterglas. De vloer van deze ruimte is betegeld in een diagonaal gelegde grijs gemêleerde dubbel hard gebakken tegel van 15 x 15 cm. (afbeelding 48) In de noordwesthoek van de machinekamer een balustrade met gietijzeren balusters en trapgat met trap naar de kelder. Deze kelder onder de machinekamer is niet in deze omschrijving opgenomen vanwege de ontoegankelijkheid.
24
46 de drie hoefijzers in de oostelijke wand van de machinekamer
48 vloer met diagonaal gelegde tegels
47 stalen kozijn in houten kozijn, toegang naar ketelhuis
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
materiaalgebruik en ornamentiek (onder andere door de uitbeelding van de Drie Hoefijzers). (afbeelding 51) Tot zover de monumentenomschrijving van gebouw E, de schoorsteen, het ketelhuis zelf waartoe de schoorsteen in feite behoort, wordt hier wel genoemd maar als rijksmonument omschreven op de verkeerde plek in de tekst, namelijk onder gebouw B, C en D. Dit gebouw met schoorsteen aan de oostzijde is van 1915, is na de oorlog in 1948 uitgebouwd aan de zuidzijde, oorlogsschade maakte herstel noodzakelijk. Gevels Het gebouw is in baksteen uitgevoerd, de zuidgevel met uitbouw in een geheel andere architectuur dan de klassieke oost en noordgevel, de westgevel is geen gevel maar een geheel inpandige wand. (afbeelding 52) De zuidgevel sluit min of meer aan bij de bouwstijl van de machinekamer hoewel de laatste nog verder is versoberd. Deze gehele baksteengevel staat op een betegelde plint. Dezelfde tegels zijn toegepast als bij de zuidgevel van de andere gebouwen. Tussen plint en baksteengevel een betonband. De gevel wordt aan de oostzijde beëindigd
26
door een toren van 13.20 cm hoog. Tussen toren en machinekamer heeft de gevel drie raamassen, de vensters zakken door de betonband tot in de plint, ze zijn dichtgezet met plaatmateriaal, waarachter kunststof kozijnen uit 1988. het metselwerk is uitgevoerd in een rode bezande vlakke steen in waalformaat staand verband. De voeg is iets verdiepte cementvoeg. Betonlateien boven de vensters steken iets buiten het metselwerkoppervlak. Net als de betonnen slanke prefab dakrand. (afbeelding 53) De zinken hemelwaterafvoer ligt in de gevel op de plaats waar de toren en de gevel elkaar ontmoeten. De toren heeft een verticale raampartij, volledig beplaat, kozijnindeling is niet afleesbaar. Rondom het kozijn een geprofileerde zandstenen lijst en aan weerszijde van de onderdorpel een staande, van sobere decoratie voorziene sluitsteen. Boven dit raam een kalksteen bovendorpel met waterhol, die voor het oppervlak van de gevel uit komt. Daarboven in het metselwerk een sokkel met ronde rozetsteen waarop de drie hoefijzers in reliëf zijn uitgehouwen. (afbeelding 54) De betegelde plint loopt verder door dan de gevel en wordt voorbij de hoek van het gebouw driedimensionaal om 80 cm verder te beëindigen. De oostgevel is een authentieke gevel uit 1915, in hoofdzaak symmetrisch opgebouwd
52 eclecticistische architectuur van 1915 en nieuwe zakelijkheid uit 1949
53 zuidgevel ketelhuis
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
in raamindeling asymmetrisch, waarschijnlijk door dichtmetselen en wijzigingen in de tijd. Het geheel in baksteen opgebouwd met gepleisterde pilasters en banden, onder het dakoverstek is het pleisterwerk getand. De gevel is een goed voorbeeld van eclecticistische bouwstijl. De lateien boven de bovenvensters zijn gepleisterd, de onderdorpels worden als het ware met elkaar verbonden door een horizontaal doorlopende gepleisterde band. Ook de gepleisterde stenen op de hoeken van de vensters worden aan elkaar geregen door doorlopende okerkleurige metselwerk lagen, steeds per paar met tussen de twee lagen een standaard metselwerklaag. De vensters op begane grond niveau zijn voorzien van een rondboog met sluitstenen in pleisterwerk. Al het pleisterwerk is wit geschilderd. Rechts onder de nok een afwijkende kleine raamopening. Het rechter geveldeel is voorzien van een dubbele deur en verstoort daarmee de voor deze gevel kenmerkende symmetrie. Nadere indeling van vensters is niet zichtbaar door plaatmateriaal tegen inbraak. Het dakoverstek van het zadeldak is uitgevoerd in hout in een donkergroene kleur geschilderd. Onder het overstek een viertal ankers van T-ijzer, waarschijnlijk gekoppeld aan het laatste spant. (afbeelding 55) Dit gehele gevelprincipe zet zich door in de
noordgevel onder de uitkragende bakgoot van hout in metalen gootbeugels. Hier zijn slechts vijf geveltraveën zichtbaar, de rest van de gevel is vernieuwd in blind metselwerk. Ramen onderin ontbreken in het authentieke deel, de ramen bovenin zijn beplaat en de indeling van de kozijnen of ramen is hier niet zichtbaar. Een plint van geschilderd hardsteen van ongeveer 70 cm hoog, met uitkraging aan de bovenzijde die tevens dienst doet als waterdorpel, tussen het maaiveld en het metselwerk.(afbeelding 56)
54 zandsteen rozet op sokkel, gevelsteen met logo
Dak Op zes ijzeren spanten op gordingen rustend met houten kraaldelen samengesteld dak met verhoogde lichtstraat op de nok over 50 % van de lengte. Ook de lichtstraat heeft een zadeldakvorm, het is met draadglas afgedekt, het hoofddak met bitumen. Op de originele bouwtekening zien we hier een zinken roevendak. (afbeelding 57) Aan de oostgevel een overstek en aan de noordgevel een houten bakgoot met zinken bekleding op metalen gootbeugels. Aan de noorzijde gaat het schuine dak over op het platte dak van de uitbreiding van 1948. Ook dit is met bitumen gedekt. 55 oost- en noordgevel ketelhuis
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
27
Interieur ketelhuis Het gebouw bestaat uit eenduidig baksteen hoofdvolume, met zadeldak en inwendige maten van 22,50 meter lang, 19,80 meter breed en een nokhoogte van 11 meter. Het met mastiek afgedekte houten zadeldak met witte kraaldelen op gordingen, wordt gedragen door 6 stuks ijzeren grijs geschilderde spanten. Het zijn engelse spanten met vallende diagonalen en ieder negen vertikalen. Het is niet zichtbaar of de knooppunten gebout zijn of geklonken. (afbeelding 58) De lichtstraat boven de nok eveneens in de vorm van een zadeldak, staat niet in het middendeel van het gebouw maar is meer verschoven naar de oostzijde. Het is aan de binnenzijde geheel dichtgemaakt met een houten vloer, er komt nog nauwelijks licht door. In alle vensteropeningen zijn kunststof kozijnen aangebracht of metselwerk, waarmee de openingen geheel zijn dichtgezet. De wanden zijn geschilderd in een lichte kleur, de plint donkergrijs. Daar waar verf afgebladderd is, is hier en daar een ondergrond zichtbaar van geglazuurde steen, maar deze is niet overal toegepast. Ook zijn er in het metselwerkverband banden van drie vier lagen hoog zichtbaar onder de verf. Het metselwerkverband en of de kleur
28
56 bouwtekening ketelhuis en schoorsteen
57 ichtstraat op de nok van het ketelhuis
58 zadeldak met engelse spanten
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
wijkt hier af. Er zijn geen installatieonderdelen van verwarming aanwezig. De overgang van oud naar nieuw volume is gemaakt door de volledige zuidgevel te slopen en te voorzien van een betonnen ligger op drie stuks betonkolommen en een betonnen plat dak. (afbeelding 59) De vloer van het ketelhuis is van beton, met deels een tegeloppervlak maar deze is zo vervuild dat inventarisatie nauwelijks mogelijk is. Daar waar gaten zichtbaar zijn in de vloer van kanalen die naar de schoorsteen voeren, zijn houten loopplanken geplaatst. (afbeelding 60)
59 betonconstructie op positie van oude gevel
60 binnenzijde oostgevel
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
29
Platte gronden huidige situatie Afbeelding 76 tm 80 (Uitvouwbladen) Gevels huidige situatie Afbeelding 81 tm 83 (Uitvouwbladen) Doorsneden huidige situatie Afbeelding 84 en 85 (Uitvouwbladen)
34
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
Slooplijn Slooplijn 6
POMPENHUIS +8750
+8750
Lift
6
KANTOOR
+5100
Lift DakLift
+8750 Klaringskuip N02
+6290
Polonceau spanten
+4500
C
Klaringskuip N02
+6290
C
2
1
+8150
4
5
IPE Profielen
C
3
IPE Profielen
+7920
16.260
18.575
LUCHTBRUG
28.730
16.260
C
5
4
Plat dak
18.575
15.850
IPE Profielen
2
1
+8150
Polonceau spanten
LUCHTBRUG
Lift
+4500
28.730
23.070
23.070
103.400
Tweede verdieping
Tweede verdieping Tweede verdieping N W O Z
1 2 3 4 5 6
Brouwhuis (Brouwzaal) oude Brouwzaal oude Machinekamer en pompenruimte Machinekamer Ketelhuis Schoorsteen
© 2011 Ben Baudoin
1 2 3 4 5 6
N W
Brouwhuis (Brouwzaal) oude Brouwzaal oude Machinekamer en pompenruimte Machinekamer Ketelhuis Schoorsteen
O Z
37 © 2011 Ben Baudoin
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
103.400 18.575
16.260
15.850
28.730
23.070
30850 +p
26850 +p
24050 +p
20290 +p
30.850
16530 +p
11820 +p
5000 +p
Brouwhuis
Doorsnede C-C
oude Brouwzaal
oude Machinekamer en pompenruimte
Machinekamer
Ketelhuis
Doorsnede C-C
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
43
30850 +p
26850 +p
24050 +p
20290 +p
30.850
16530 +p
11820 +p
5000 +p
Doorsnede A-A Doorsnede A-A
44
Doorsnede B-B Doorsnede B-B
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
103 noordgevel met lift, geheel autonoom
100 top zuidgevel, risalerend metselwerk met horizontale gevelbanden en vlaggenmasthouders
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
51
Aansluiting oud en nieuw De aansluiting op de oude brouwzaal aan de oostzijde is tamelijk complex. Het neo classicistische kantoor dat gesloopt werd om dit gebouw te realiseren stond, evenals de te behouden oude brouwzaal, op houten palen. De gemene muur tussen kantoor en oude brouwzaal op houten funderingspalen is behouden en de nieuwe wand van het brouwhuis werd zo kort mogelijk naast deze muur geplaatst. We meten hier een spouw van 35 cm en zien een halve strookfundering van 150 cm. Zie afbeelding 86 doorsnede E-F. Ter plaatse van de doorgang van brouwzaal uit 1929 naar de zolder boven de oude brouwzaal uit 1887 meten we een totaal muurdikte van 115 cm, deze is als volgt opgebouwd: steens metselwerk van het brouwhuis, als vulling in de betonconstructie 20 cm, spouw 35 cm en 60 cm metselwerk muurdikte inclusief stucwerk van de oude brouwzaal.
104 funderingsplan 1885 houten palen gebouw B en C
105 tekeninghoofd funderingsplan 1885
3.2.2 Constructie principe gebouw B en deels C, het oude brouwhuis uit 1887 Algemeen De oudste ruimte van het brouwhuis is deze oude brouwzaal. Het geheel is opgetrokken uit
52
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
dikke baksteen wanden. Drie van de vier wanden van deze ruimten zijn inpandig, de gevel aan de Ceresstraat is de enige buitengevel. Het vloerveld van de zolderverdieping wordt gedragen door drie stuks kolommen met liggers haaks op de Ceresstraat, Hierop liggen troggewelven.Het dak wordt gedragen door polonceauspanten.
106 bouwsporen gesloopte muur ter plaatse van roodbruine vloerligger
108 gietijzeren kolommen en liggers met troggewelven
107 bouwsporen van gesloopte muur
109 detail kapiteel
Fundering Dit oude brouwzaal is gebouwd op een fundering bestaand uit houten palen. Dit blijkt uit tekeningen van de bouw. (afbeelding 104 en 105) Hoofddraagconstructie Deze bestaat uit drie stuks metalen kolommen en liggers waarop IPE profielen met gemetselde en gestucte troggewelven. Op afbeelding 32 is de plattegrond nog te zien van het gehele bouwvolume in de periode 1887 inclusief kantoor en oude machinekamer. De twee gietijzeren kolommen zijn hier ingetekend. De metselwerk scheidingswand van 55 cm dik, tussen machinekamer en brouwzaal, is in 1933 verdwenen, er staat nu een strakke ronde stalen kolom met IPE ligger, de dikke gesloopte wand is duidelijk zichtbaar aan de bouwsporen op plafond en zijwanden. (afbeelding 106 en 107) De drie stuks kolommen met liggers dragen de vloer van de zolder. (afbeelding 108 en 109) De begane
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
53
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
55
Omwille van de diverse methodieken schade aan gebouwen te rapporteren, is voor deze studie gekozen om drie methoden uit te werken: 1 De schade aan het exterieur wordt hieronder taalkundig beschreven en aangevuld met 2 Geveltekeningen waarop de schade is aangegeven.(zie hiervoor hoofdstuk 5) 3 Voor het interieur van de brouwzaal in het brouwhuis en de oude brouwzaal met zolder, zijn de schades uitgewerkt in een matrix en zijn foto’s toegevoegd. Het voert te ver om dit voor alle gebouwen uit te voeren, het gaat immers niet om de kwantiteit.
4.1 Gebouw A – exterieur Constructief Bij de diverse bezoeken aan het gebouw om te onderzoeken, te meten, te kijken en te fotograferen, zie ik met name bovenin, gerepareerde scheuren in het brouwhuis. Aan de zuidgevel is dit het meest zichtbaar, het gemetselde buitenblad van het middendeel is iets gezakt ten opzichte van het metselwerk op de hoeken vóór de (starre) kolommen in beton. Er tekent zich daardoor duidelijk een boogvorm af in het metselwerk van de blind uitgevoerde, op een na, hoogste verdieping. Het metselwerk van het buitenblad werd hier blijk-
baar niet of slecht opgevangen door een betonnen neus of hoeklijn aan de vloer, of de vloer zakte door. Dit dient nader onderzocht te worden. Het bovendeel van de gevel blijft hier star aan de betonconstructie hangen, waardoor de scheurvorming kon optreden. De voegen zijn gerepareerd en er is inboetwerk verricht, op een duidelijk zichtbare niet vakkundige wijze. De kleuren wijken onder andere sterk af en de voegen zijn vlak met het metselwerk uitgevoerd. Ook is scheurvorming zichtbaar aan de blinde gevel aan het dakterras, de west-zijde van de dakopbouw, door zetting. Hier verlopen scheuren vertikaal / diagonaal. Binnen zien we in deze hoek ook scheurvorming evenals onder het betonplafond, horizontaal. Roest is zichtbaar bij de hoeklijnen boven de raamopeningen, het staal zet uit en drukt het metselwerk naar buiten. Reparaties van voorheen zijn duidelijk zichtbaar, maar ook ná deze reparaties en/ of vernieuwingen of behandeling van de hoeklijnen, zien we opnieuw roest. Scheurreparatie gevel is nader te onderzoeken. Dak en hemelwaterafvoeren Alle loodslabben op het hoofddak en op de dakopbouw zijn eraf gescheurd en gestolen. Het gebouw is zo lek als een mandje, bij regen loopt het water door het hele gebouw. Hoewel de dakbedekking van het platte dak niet zichtbaar
is onder de terrastegels, is het duidelijk dat al het lood vernieuwd moet worden en dat het gehele dak inclusief alle randen en doorvoeren gecontroleerd dient te worden. Op de bovenste laag staat een dakopbouwtje waarop een antenne, ook hier komt water naar binnen wat zich toont aan de binnenzijde van het betonnen dak. Ook verstopping van de hemelwaterafvoeren dient te worden onderzocht. De antenne doet afbreuk aan het gebouw. Onduidelijk is de staat van de platdakafdekking van de erkers. Is dit dakranddetail in zink een origineel detail ? Gevels Prefab betonbanden zijn hier en daar beschadigd, er zijn onderbrekingen van de horizontale banden met keramische tegels, bovenaan de oostgevel. Inboetingen en voegwerk zijn niet in de goede steenkleur aangebracht. Niet goed zichtbaar is of de voegen opnieuw open staan na reparatie, dit is van belang om te weten vooral in de boog op de bovenste verdieping aan de zuidzijde. Het metselwerk blijft erg lang nat na een flinke hoosbui, ventilatieopeningen van de spouw ontbreken volledig in de gevels. Is het massief metselwerk waar op tekening staat dat het een spouw is? De vlaggenmast is verdwenen. De stalen hijsbalk aan de noordgevel onder de betonnen hijsbalk
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
57
roest, de vraag is waarom de eerste gemonteerd is terwijl de originele balk nog aanwezig is. Ook vluchtladders aan de noordzijde en een metalen loopplank met balustrade, zijn niet in goede staat. Het ‘nieuwe’ dak van de lift is niet aangebracht conform de originele detaillering of niet in overeenstemming met het monumentale karakter van het gebouw. Datzelfde geldt voor de dakrand aan de noordzijde. Ook dit is een vorm van schade. Kozijnen ramen deuren Stalen kozijnen en ramen en deuren tonen incidenteel roest, hier en daar zodanig, dat profielen bol gaan staan door uitzetting. Dit is onder andere opvallend aanwezig in de vliesgevel van de oude lift. Enkele ramen staan scheluw, glas in lood is kapot, diverse ruiten zijn ingegooid. Er is inmiddels afdoende bescherming aan de buitenzijde aangebracht in de vorm van plaatmateriaal. Veel ramen en kozijnen in goede staat. Glas in lood De staat van het glas in lood varieert sterk. Er zijn kozijnen met stalen ramen bij waarin enkele glas in lood ramen ontbreken, of er zijn ruitjes kapot, incidenteel is een loodveter stuk. Aan de buitenzijde bij elke glas in loodruit zit een heldere ruit direct tegen het glas in lood, samen in de stopverf. De staat van het glas in lood waar geen gebarsten ruiten in zitten, is opvallend goed.
58
Er zijn geen vensters bij waarvan het lood is uitgezakt. Het is roest van het stoeltjesprofiel van raam en kozijn dat tot problemen in de toekomst gaat leiden met name bij de vliesgevel van de lift.
4.2
Gebouw B – exterieur
Constructief Geen zichtbaar constructieve problemen te melden, geen scheuren in wanden of vloeren, geen waarneembare verzakkingen. Dak en hemelwaterafvoeren Op het zadeldak van gebouw B met de nok paralel aan de Ceresstraat, liggen evenals het lager gelegen dak van de uitbouw geprofileerde metalen dakplaten, de nok is afgedekt met een zinken gezette plaat. Beide daken lekken en het materiaal is inclusief de detaillering in geen enkel opzicht in overeenstemming met de monumentale karakteristiek van het gebouw. Er is geen lood zichtbaar in de aansluiting met de metselwerkgevel van het brouwhuis en bij de drie lichtstraten in het onderste dak is het hout rot. De hemelwaterafvoer van het hoofddak van het brouwhuis loopt uit in de goot van het lage dak. Dit leidt tot wateroverlast. Gevel De metselwerk gevel, uitgevoerd in waalformaat, staand verband met gesneden kalkvoeg is in
redelijke tot matige staat. Geen scheurvorming maar wel nat metselwerk, vochtuitslag, verkleuringen en voegen die kapot en uitgesleten zijn. Het pleisterwerk op rondbogen, gootprofilering met tandlijst, consoles, lisenen en het basement van één van de gesloopte pinakels is redelijk. Een van de basementen van de pinakels is gesloopt. Rondboogkozijnen zijn uit de gevel gehaald, de openingen zijn dichtgemetseld en gepleisterd. De pinakels en ornamenten in de derde travee zijn geheel gesloopt. Schilderwerk op pleisterwerk bladdert af. Pleiserwerk is aangetast. In de gevel is het meest oostelijke deel bovenin, gesloopt voor de toegang van een loopbrug, er is een betontrap met bordes aangebracht achter plaatmateriaal in de gevel. Daaronder is een zware metselwerk plint opgetrokken als constructieve drager van de kop van deze gesloopte loopbrug. De plint van metselwerk is betegeld en in redelijke staat op een wat graffiti na. Kozijnen ramen deuren Alleen het raamhout van de ramen op de 1e verdieping is zichtbaar, het kozijnhout is achter het gevelmetselwerk geplaatst. Ramen zijn dichtgezet, hang en sluitwerk ontbreekt. Hout kozijnen en ramen in redelijke staat. In de ramen lichtdoorlatend ondoorzichtig melkglas.
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
59
4.3 Gebrekenlijst interieur brouwzaal op eerste verdieping brouwhuis, gebouw A
Vloer
Wand A (West)
Ketel hoek wand AB Roerkuip N02, inhoud 274HL
60
Code
Omschrijving
Materiaal
Staat
Beschrijving
21 / 25
Constructieve vloer
beton met ingestorte stalen balken.
3 redelijk
incidentele krimpscheuren
41
Vloer afwerking dhg tegels
tegelwerk twee kleuren, twee formaten.
3 redelijk tot goed
krimpscheuren door ondervloer, oppervlakte beschad.
Sparing leiding
metaal
Kranen op vloer
staal en koper
2 goed
14 van de 23 stuks kranen ontbreken
22
Constructieve wand
metselwerk tussen betonkolommen
2 redelijk
geen zichtbare schade met uitzondering van vocht
41
Geglazuurde blauwe tegels van 10,4 x 21 cm, waaronder tegels met aan de korte- en lange zijde een zelfkant en bijzondere tegelmotieven in 4 kleuren wit, groen, zwart en rood.
keramische tegel
4 matig
tegels zijn verkleurd, zitten incidenteel los, het oppervlak is regelmatig beschadigd, vocht in onderconstructie
40
Stucwerk
kalkmortel
5 slecht
vocht, scheur- blaasvorming
46
Schilderwerk boven tegels
verf op oliebasis
5 slecht
verkleurd, craquelé, bladders
52
Waterleiding
koper en ijzer
onbekend
niet meer in gebruik
70
Electra
ijzeren buizen en VMVK kabel
2 goed, maar verouderd
opbouw
70
Schakelaars van diverse installaties
kunststof
2 redelijk, niet meer in gebruik
zwarte schakelaars voor apparatuur en grijze opbouw voor verlichting
Meter/timer
metaal en glas
onbekend
Voormalige temperatuur- en druk meters.
Kranen
koper en messing
4 matig
Diverse kranen voor het doorlaten van lucht en vloeistoffen, beschadigd of incompleet.
Leidingen naar en van ketel
koper
6 zeer slecht
afgezaagd weggeknipt diverse leidingen in diverse doorsneden
Zekeringhuis electra
metaal
2 goed
250V, niet meer in gebruik
70
12 mantel buizen door gehele vloer.
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
Ben Baudoin | Baudoin van Alphen architecten-interieurarchitecten-restauratiearchitecten | Steijnlaan 112 Breda | maart 2011
61