SAMENWERKEN IN DE PALLIATIEVE ZORG IN DE EERSTELIJN een onderzoek naar de ontwikkeling en implementatie van het Zorgprogramma Palliatieve Eerstelijnszorg in de deelgemeente Rotterdam Kralingen - Crooswijk
Rotterdam, 23 maart 2012 Hogeschool Rotterdam Kenniscentrum Zorginnovatie
C.V.M. Vahedi Nikbakht, C. Baar, FPM Baar, R. Boogaard, A. Dekkers, E. van Dijk, A. Hamming, C. Zoon, AL van Staa, T Voorham, A.Ph. Visser
Zorg met aandacht “Dat is als de dokters ECHT naar je luisteren”
Project Aanleiding • Verbeteren van de samenwerking tussen huisartsen en (wijk)verpleegkundigen Activiteiten • Stuur- en projectgroep, afstemmingsinstrumenten, scholing Vraagstellingen: • Ervaren knelpunten van huisartsen en (wijk)verpleegkundigen • Ervaringen van patiënten
• Het proces, o.a. de implementatie van de instrumenten • Het behalen van resultaten
Onderzoeksactiviteit
Steekproef (*) n
Respons n (%)
FOCUSGROEPEN Ervaren knelpunten door zorgverleners Huisartsen Wijkverpleegkundigen uit 5 thuiszorgorganisaties Verpleegkundigen / verzorgenden uit 1 zorgcentrum
20 11 9
9 11 9
(45%) (100%) (100%)
INTERVIEWS Ervaringen van patiënten Patiënten
14
14
(100%)
INTERVIEWS EN VRAGENLIJSTONDERZOEK Evaluatie implementatie ZPE, samenwerking en kwaliteit van zorg Interviews Initiatiefnemers (= stuurgroep) Leidinggevende verpleegkundigen (= projectgroep) Enquête Initiatiefnemers (= stuurgroep) Zorgverleners (= huisartsen, thuiszorg, zorgcentrum)
6 5
6 62
(*) Dit zijn het aantal personen en of organisaties die het convenant hebben getekend .
6 (100%) 4 (67%)
5 22
(83%) (35%)
Zorgverleners benaderd voor deelname aan enquête (n=62)
Organisatie
Aantal deelnemers (*)
Huisartsen deelgemeente Kralingen - Crooswijk
18
Aafje (voorheen De Stromen / Opmaat)
5 (*)
Thuiszorg Rotterdam
17
Thuis in Zorg
0 (*)
Laurens ExtraMurale Zorg
2 (*)
Agathos Thuiszorg
17
Steinmetz De Compaan (zorgcentrum Rubroek)
3 (*) Totaal
62
Resultaten Ervaren knelpunten van zorgverleners:
Palliatieve fase is heftig, complex, tijdrovend en mooi om te begeleiden. Niet tevreden over de onderlinge samenwerking. Men kent elkaar nauwelijks persoonlijk.
Onduidelijke regiebepaling: wie, komt, waar, wanneer en waarvoor? Veel wisselingen in dag-, avond-, nacht- en weekenddiensten. Sterk wisselende kwaliteit patiëntendossiers. Overdrachten onvolledig in beschrijven van palliatief beleid. Uiteenlopend kennisniveau.
Beleidsregels en wetgeving soms negatief effect op uitvoeren van de zorg. Ontevredenheid over het niet voldoende proactief kunnen handelen.
Resultaten Ervaringen van patiënten: Wijze waarop de diagnose wordt verteld geeft vaak een naar gevoel. Meer openheid over de diagnose en prognose wordt gewenst.
Slechte ervaringen met het ziekenhuis; onrust op zaal, slechte overdracht naar de huisarts, weinig tot geen psychosociale hulp. Veel begrip en waardering voor de huisarts; huisbezoek.
Minder goede ervaringen met de thuiszorg; bureaucratisch en star. Zeer te spreken over het Specialistisch Team van Thuiszorg R’dam.
Resultaten
Het proces, o.a. de implementatie van de instrumenten: Stuurgroepleden zijn verdeeld in hun mening over de projectaanpak Projectgroepleden weten niet altijd wat van hen verwacht wordt Niet alle instrumenten zijn geïmplementeerd
Resultaten Behaalde resultaten:
“Als gevolg van het verbetertraject…”
Samenwerking: verbeterd
Bereikbaarheid: CPT meer bekend; huisarts overdag beter bereikbaar Communicatie: communicatie met de andere disciplines is verbeterd Kwaliteit van zorg: verbeterd
Instrumenten: meer alert op het inzetten van afzonderlijke instrumenten Kennis/deskundigheid: toegenomen; besloten zich te blijven bijscholen Continuïteit: verbeterd Zorgaanbod: beter bekend met het zorgaanbod; meer afstemming Regie: taken beter vastgelegd; besluitvorming over beleid verbeterd
Wet- en regelgeving: regelen thuiszorg eenvoudiger; zorgkantoor
Conclusie
Problemen van patiënten en zorgverleners vallen onder de thema’s: bereikbaarheid, communicatie, regiebepaling, continuïteit, deskundigheid, zorgaanbod, wet- en regelgeving en plaats van overlijden.
De invoering van de kwaliteitsinstrumenten (ZPE) is ten dele geslaagd: - CPT en Zorgpad Stervensfase meest bekend en vaakst gebruikt
- stuurgroepleden zijn verdeeld in mening over projectaanpak - projectgroepleden weten niet altijd wat van hen wordt verwacht
Er zijn verbeteringen in de samenwerking en de kwaliteit van de zorg: Beperking: meestal ervaren door 8-10 respondenten op een totaal van 62 die
hierover een uitspraak hadden kunnen doen.
Aanbevelingen Innovatie • Meer aandacht voor aard, omvang en totstandkoming van de nieuwe werkwijze
Disseminatie • Convenant is onvoldoende; samenstelling projectgroep moet goede afspiegeling zijn
Adoptie • Meer zichtbaar maken van besluiten; werkgroepen van zorgverleners in eigen organisatie Implementatie •Management verantwoordelijk en gemachtigd; aparte deelprojecten met PDCA-cycli
Borging • Monitoren op proces en uitkomst
Onze bijzondere dank gaat uit naar allen die onze betrokkenheid bij dit project mogelijk hebben gemaakt in het bijzonder, initiatiefnemers en faciliterende partijen, patiënten en hun naasten, (wijk)verpleegkundigen, verzorgenden, huisartsen, bestuurders en financiers.