Samenvatting wijzigingen raamovereenkomst maatwerkvoorzieningen maatschappelijke opvang en beschermd wonen GGZ 2015 (i.v.m. inkoop 2017) 1. Inleiding De regionale Raamovereenkomst voor de maatwerkvoorzieningen maatschappelijke opvang en beschermd wonen 2015 loopt tot 31 december 2016, met mogelijkheid van verlenging. Regionaal is vanuit de gemeenten ingestemd met een verlenging (met 1 jaar). Wel is een aantal onderwerpen genoemd waar in dit inkooptraject aandacht aan gegeven moest worden en afgewogen moest worden al dan niet wijzigingen op deze punten door te voeren. In dit document is een overzicht opgenomen van die onderwerpen en aangegeven waarom wel of niet wijzigingsvoorstellen aan de orde komen. De onderwerpen zijn in de volgende categorieën onder te verdelen: financieel; kwaliteit; nieuw aanbod; aansluiting WMO en Jeugd; inhoudelijk. Per onderwerp wordt een korte samenvatting gegeven, geschetst welk advies daar bij hoort en tot welke wijzigingen dat zou moeten leiden en welke consequenties de mogelijke aanpassingen kunnen hebben. Gevraagd wordt aan de aanbieders om met de wijzigingen in te stemmen. Indien de voorkeur aan een andere uitwerking wordt gegeven dan moet de gewenste onderbouwing voor 11 juli worden aangeleverd.
2. Financieel I.Tarieven/bouwstenen II.Uniformering rechtmatigheidseisen Wmo & Jeugdaanbieders I.
Tarieven/bouwstenen Indexering: In de raamovereenkomst is geen indexering van tarieven opgenomen. Niet indexeren betekent eigenlijk een nieuwe korting op het tarief omdat de kosten voor de aanbieders in twee jaar wel zijn gestegen. Voor 2017 zullen wij de tarieven wel indexeren. Het indexeringspercentage zal nog worden bepaald op basis van budgettaire ontwikkelingen (welke na de meicirculaire helder zullen zijn) en de input vanuit de markt via de marktconsultatie. Het uiteindelijke indexeringspercentage zal in de betreffende bouwstenen voor 2017 worden doorberekend. 1
Tarieven: crisisopvang MO en GGZ Het huidige tarief voor spoedopvang is € 140 per etmaal. Veel aanbieders geven aan dat dat tarief niet toereikend. Dat is ook gebleken als je je bedenkt dat iemand in crisis (zeker in de beginweken) intensief begeleid moet worden. Daarom is er reden om aan te passen. Het voorstel is twee verschillende bouwstenen in te voeren: ‘crisisopvang laag’ en ‘crisisopvang hoog’. De eerste bouwsteen is bestemd voor die situaties waarin met name een acuut huisvestingsprobleem aan de orde is. Ook zal dan nog een stukje begeleiding nodig zijn. De bouwsteen ‘crisisopvang hoog’ is voor de overige situaties van toepassing. Als tarieven wordt voorgesteld: € 140,- per etmaal voor laag en € 215,- per etmaal voor hoog. Gevraagd wordt of deze verhoging toereikend is? Zo niet, dan ontvangen wij graag een onderbouwing voor een hoger bedrag. Tarief voor logeeropvang/respijtzorg Het tarief voor de bouwsteen ‘logeeropvang’ wijkt af van het tarief dat binnen jeugd Midden IJssel/Oost Veluwe wordt gehanteerd. Daarnaast maken aanbieders bezwaar tegen het lage tarief. Daarom wordt voorgesteld het tarief te verhogen. Te verhogen naar €38, zoals de aanbieders wensen. Ingeval deze bouwsteen wordt ingezet, 1
Juridisch moet uitgezocht worden of vanwege de concept AmvB Wmo meer onderbouwing van de tarieven nodig is.
1
zal de Toegang beoordelen of er nog behoefte is aan andere bouwstenen (‘individuele begeleiding’ en/of ‘dagbesteding’). Gevraagd wordt of deze verhoging toereikend is? Zo niet, dan ontvangen wij graag een onderbouwing voor een hoger bedrag. Tarief voor extramurale individuele begeleiding In 2015 zijn de tarieven voor extramurale individuele begeleiding gewijzigd. Toen is aangegeven dat de tarieven per januari 2017 op een later moment worden vastgesteld. In de discussie met de aanbieders is wel aangegeven dat per 2017 een tarief van € 70 per uur gaat gelden. Dat tarief is nu verwerkt. Verwachte/concrete aanpassing in de overeenkomst: De tarievenlijst is hierop aangepast. II.
Uniformering rechtmatigheidseisen Wmo & Jeugdaanbieders Controle op rechtmatigheid is reeds via een addendum begin 2016 doorgevoerd in de raamovereenkomst. De Raamovereenkomst Maatwerkvoorzieningen WMO, Annex III 4B verwijst naar het aantonen van de rechtmatigheid. In de lijn van dit artikel moeten Aanbieders voldoen aan het landelijk opgestelde accountantsprotocol 2015 financiële productieverantwoording Wmo en Jeugdwet versie 1.2 d.d. 10 november 2015. Elke aanbieder die een jaaromzet in de gemeenten die de raamovereenkomst hebben getekend genereert van € 100.000 of meer is verplicht om te voldoen aan het voornoemde accountantsprotocol. In het protocol worden de deadlines genoemd voor de productieverantwoording en de verklaring, te weten respectievelijk 1 maart en 1 april van elk jaar. De overige aanbieders hebben de plicht om een productieverantwoording inclusief financieel verslag conform de opmaak van het accountantsprotocol aan te leveren voor 1 maart van elk jaar. Fraudeonderzoek is een lokale aangelegenheid in de Wmo en reeds door diverse gemeenten opgepakt. De GGD-en zijn in de regio voor de kwaliteitscontrole bij ‘niet pluis gevoel’. De materiële controle en fraudeonderzoek kan bestaan uit: a. Uitvoering van eerst de lichtste instrumenten ter controle van gedeclareerde jeugdhulp in te zetten – statistische analyse, AO/IC-of bestuurdersverklaring, verbandcontrole – alvorens; b. zwaardere controle-instrumenten als detailcontrole toe passen; c. inzage in het behandeldossier van de cliënt is een uiterste middel. Verwachte/concrete aanpassing in de overeenkomst In de raamovereenkomst is een sanctie opgenomen in geval de Aanbieder niet tijdig de verklaringen indient. In Annex III, 4B, lid 3: “Indien Aanbieder niet tijdig de accountantsverklaring aanlevert conform het accountantsprotocol dan kan de Gemeente een accountant aanwijzen die op kosten van Aanbieder alsnog de accountantsverklaring aanlevert.”
2. Kwaliteit Kwaliteit is één van die aspecten die op dit moment nog niet verder zijn geconcretiseerd. Nu gekozen is voor een verlenging van de raamovereenkomst kunnen geen aanvullende eisen worden opgenomen die reeds gecontracteerde aanbieders uitsluiten. Dat past niet bij een verlenging en is in juridische zin niet haalbaar. Een andere oorzaak is de duur van het traject. Samen met aanbieders wordt nu een verkenning gemaakt die uiteindelijk tot een kwaliteitsbeoordeling moet leiden die eventueel voor 2017 en verder kan worden meegenomen. Onderstaande punten worden daarom voor 2018 samen met aanbieders uitgewerkt: Kwaliteit van de geleverde zorg: in 2015 is geen nadere invulling gegeven aan onderzoek naar de kwaliteit van de geleverde zorg. Dit is een ontwikkelpunt voor het jaar 2016. Het is van belang dat dergelijk onderzoek leidt tot voldoende inzicht en een geringe belasting voor de aanbieder. Daarom zal het onderzoek naar kwaliteit in afstemming met de aanbieders worden opgezet. Op een aantal verplichtingen waar de aanbieder aan moet voldoen is geen of een niet goed uitvoerbare sanctie gezet. Uitvoeren cliënttevredenheid als onderdeel van geleverde zorg. Het uitvoeren van een cliëntervaringsonderzoek is reeds een verplichting in de Wmo. De kwaliteitseisen en de wijze van rapporteren door de aanbieder De (on)mogelijkheid van onderaannemerschap is één van die items die niet beschreven staat in de raamovereenkomst. Vanuit de aanbieders is het wenselijk om onderaannemerschap niet uit te sluiten. Denk hierbij aan ziekte bij een zzp-er. Maar vanuit kwaliteitsoogpunt is het juist wel wenselijk om onderaannemerschap niet toe te staan. Daarnaast geeft de cliënt zijn voorkeur van een aanbieder tijdens het gesprek met de toegang aan. Het is dan niet te verklaren als deze ondersteuning ontvangt van een
2
onderaannemer. Voorgesteld wordt om onderaannemerschap niet uit te sluiten en dus geen aanpassing te doen in de raamovereenkomst. Verwachte/concrete aanpassing in de overeenkomst: Geen
3. Nieuw aanbod Hoe spelen we in op nieuwe technologie als het gaat om het contact tussen aanbieder en cliënt? De raamovereenkomst lijkt niet veel ruimte te bieden voor andere vormen van face to face. Echter omdat face to face niet is omschreven biedt dit juist ook ruimte. Skype en dergelijke zijn toegestaan (omdat deze vorm van contact niet is uitgesloten). Het overleggen over een cliënt of administratieve uitwerkingen waar de cliënt niet bij is zijn geen declarabele uren. Wel zijn in de raamovereenkomst ter verduidelijking enkele voorbeelden genoemd die niet vallen onder de bouwsteen hulpverlening, annex III. Verwachte/concrete aanpassing in de overeenkomst: Aanpassing raamovereenkomst Annex III, 3D: “De aanbieder brengt enkel en alleen direct aan Cliënt toewijsbare klokuren in rekening. Dit zijn de uren die rechtstreeks aan cliënt zijn gerelateerd en door de Cliënt als zodanig herkend kunnen worden. Hieronder valt ook contact anders dan face to face. . Hieronder valt in ieder geval niet: afstemmingsoverleg, zoals een MDO (multidisciplinair overleg) en administratieve werkzaamheden (zoals verslaglegging of plannen).”
4. Aansluiting WMO en Jeugd Afstemming tussen de gemeenten WMO/BW/Jeugd en aanbieders loopt nog om de raamovereenkomsten op elkaar te laten aansluiten als het gaat om de doorgaande zorglijn. In de raamovereenkomst voor jeugd Midden IJssel-Oost Veluwe wordt hierover het nodige geregeld. Gemakshalve wordt daar naar verwezen. Verwachte/concrete aanpassing in de overeenkomst: Geen
5. Inhoud I. Ontbreken van ruimte in de raamovereenkomst om fluctuaties in de ondersteuning op te vangen. Daarnaast missen de bouwstenen doelen of resultaten II. Vervallen van de VAR-verklaring III. Vervoer Basismobiliteit IV. Hoe om te gaan met de zg. pakketjes voor beschermd wonen? V. Toevegen van bouwsteen ‘opslag partnerplaats’ I.
Opvangen van fluctuaties Het ontbreekt in de raamovereenkomst aan ruimte voor het opvangen van fluctuaties in de ondersteuning omdat gewerkt wordt met p maal q. Dit is de essentie van deze raamovereenkomst en daarom dus niet mogelijk om aan te passen bij een verlenging. Indien vormen van trajectfinanciering wenselijk zijn dan moet er een nieuwe aanbesteding komen. Verwachte/concrete aanpassing in de overeenkomst: Geen
II.
VAR-verklaring vervalt Op 1 mei 2016 is de VAR-verklaring voor Zelfstandigen Zonder Personeel (ZZP-ers) in verband met invoering van een nieuwe wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) vervallen. Deze wet treedt per 1 mei in werking met een overgangsregeling tot 1 mei 2017, zodat opdrachtgevers en opdrachtnemers hun werkwijze kunnen aanpassen. Vanaf 1 mei 2016 biedt voor opdrachtgevers het afsluiten van een modelovereenkomst of een door de belastingdienst beoordeelde overeenkomst zekerheid dat er geen sprake is van een dienstbetrekking en er geen loonheffingen hoeven worden betaald. We vangen dit op door een aanpassing in de raamovereenkomst. Verwachte/concrete aanpassing in de overeenkomst: Annex I I.3.1: “Inschrijving Kamer van Koophandel & Modelovereenkomst Belastingdienst De zzp’er is ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel en heeft met Gemeenten een Modelovereenkomst in kader van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA) gesloten.” Annex III, 4, 4C lid 1:
3
“Gemeenten toetsen of de omstandigheden en voorwaarden waaronder de werkzaamheden worden uitgevoerd, overeenkomen met de omstandigheden en voorwaarden in de Modelovereenkomst Wet DBA en bewaren het kopie in de administratie.” Algemene Inkoopvoorwaarden VNG zijn niet meer van toepassing. III.
Vervoer Zoals in de raamovereenkomst maatwerkvoorzieningen Wmo 2015 is aangegeven wordt het vervoer van en naar de dagbesteding door de gemeente overgenomen. Per 2017 wordt de regionale vervoercentrale voor Jeugd, leerlingen- en WMO-vervoer actief (project Basismobiliteit) opgericht. Het is echter niet haalbaar om dit voor augustus 2016 geregeld te hebben, zoals eerder is gesuggereerd, zoals nu in de raamovereenkomst staat geformuleerd. Alle vervoerstromen worden door de volgende 9 gemeenten gebundeld: Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Hattem, Heerde, Lochem, Voorst en Zutphen. Deze gemeenten starten per augustus 2016 met de Vervoercentrale voor het Leerlingenvervoer Apeldoorn. In 2017 worden ook de andere gemeentelijke vervoerstromen gefaseerd onder de Vervoercentrale gebracht. Hieronder fasering van invoering, die samenhangt met de gefaseerde inkoop van het vervoer: De inrichting van de Vervoercentrale is gebaseerd op de volgende planning voor het onderbrengen van de verschillende vervoerstromen per gemeente: Per augustus 2016 Leerlingenvervoer Apeldoorn Per 1 januari 2017 Regiotaxi van alle deelnemende negen gemeenten (inclusief Felua en enkele instellingen). Provincie Gelderland stopt per deze datum met de uitvoering van Regiotaxivervoer Per augustus 2017 Leerlingenvervoer overige acht gemeenten Per 21 augustus 2017 Wmo-vervoer (nieuwe vervoerstaken per 2015) Per augustus 2017 Jeugdwet-vervoer (nieuwe vervoerstaken per 2015) Per augustus 2017 Participatiewet-vervoer. Voor de gemeente Olst-Wijhe blijft vervoer van en naar de dagbesteding deel uitmaken van de raamovereenkomst. Verwachte/concrete aanpassing in de overeenkomst: Annex III 3D bouwsteen hulpverlening wordt hierop aangepast: “Het vervoer van en naar de Dagbesteding dient Aanbieder inclusief aan te bieden in zijn Dienstverlening in ieder geval tot 21 augustus 2017.”
IV.
Hoe om te gaan met de zg. pakketjes bij beschermd wonen? Met de wijziging van de raamovereenkomst in 2015 is gekozen om per bouwsteen ‘woonzorg’ of ‘groepswonen’ ook een vast aantal uren individuele begeleiding toe te kennen (4,33 uur voor groep 1, 3,33 uur voor groep 2 en 4 uur voor groep 3). De reden hiervan was dat de aanbieders nog niet een goed registratiesysteem van de werkelijk besteedde uren hadden ingericht. Ook hebben we toen aangegeven dat vanaf 2017 wel op basis van de werkelijke uren zou worden afgerekend. Van veel kanten komt de vraag om ook in 2017 nog met de toen afgesproken pakketjes te blijven werken. Enerzijds vanuit de toegang: de consulenten kunnen sneller indiceren en er is minder discussie met de aanbieders over het aantal uren. Daarnaast vragen aanbieders daar om omdat de hulpverleners heel goed uit de voeten kunnen met de huidige werkwijze, de flexibiliteit richting de cliënt optimaal is en de administratieve last beperkt blijft. Tot slot is de huidige werkwijze ook het minst belastend voor de back-office. Verwachte/concrete aanpassing in de overeenkomst: Artikel 6.6 is hierop aangepast: ‘Ook in 2017 zal met trajecten worden gewerkt zoals in de vorige volzin bedoeld’.
V.
Hoe om te gaan met de zg. pakketjes bij beschermd wonen? In de praktijk komt het voor dat binnen beschermd wonen beide partners intramuraal moet wonen. Beiden hebben een indicatie maar de kosten voor het wonen hoeven niet twee keer betaald te worden. Daarom kan aan de tweede partner een ‘opslag partnerplaats’ worden toegekend (in plaats van de bouwsteen ‘woonzorg’ Daarmee kunnen de kosten van het bieden van het agogisch klimaat en de voeding voor de tweede partner worden betaald. Het tarief is € 200,-- per week lager dan het tarief voor de bouwstenen ‘woonzorg herstel’ van € 800,-- en ‘woonzorg uitstroom’ van € 650,--. Het tarief voor de opslag ‘partnerplaats’ komt neer op: €600,-- of € 450,-- per week. Dat bedrag is opgebouwd uit: € 150,-- voor de kosten van de huisvesting en € 50,-- voor de overige kosten (voeding en overige kosten). De eerste partner krijgt de reguliere bouwsteen ‘woonzorg’. In dat bedrag zitten de kosten die de aanbieder maakt om de woonplek te kunnen bieden. Eenmaal betalen daarvoor is voldoende. Vandaar de behoefte aan de opslag ‘partnerplaats’. Dus in plaats van 2 x de bouwsteen ‘woonzorg’ wordt de combinatie: 1 x ‘woonzorg’ en 1 x ‘opslag partnerplaats’. Verwachte/concrete aanpassing in de overeenkomst: In de tarievenlijst is deze bouwsteen opgenomen.
4
6. Sanctionering In annex III onder 4A facturatie en betaling is opgenomen dat de gemeenten een sanctie kunnen opleggen in kader foute factuurregels en het te laat indienen van de facturen. Op grond van de huidige wettelijke bepalingen is het mogelijk voor aanbieders om gemeenten voor te laat betalen van facturen hierop aan te spreken (30 dagen). Tevens zijn daar boetebepalingen voor opgenomen (6:96, 6:119, 6:119a en 6:119b BW). Voorgesteld wordt om deze bepalingen op te nemen in de raamovereenkomst. Verwachte/concrete aanpassing in de overeenkomst: Annex III 4A wordt hierop aangepast door toevoeging van een extra lid: “Indien de Gemeenten niet binnen de wettelijke termijn van 30 dagen de ingediende goedgekeurde factuur betaald kan de Aanbieder op grond van het Burgerlijk Wetboek (opgenomen in 6:96, 6:119, 6:119a en 6:119b BW) een boete opleggen.”
5