Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Samenvatting Privaat Bankrecht
Jonathan Van Dooren
Met notities van Laura Cherretté & Annekien Janssens
1
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 1: Geld in het recht
Functies van geld • Circulatiefunctie / betaalfunctie o “The only good that trades against all goods” o Om diensten en goederen te verkrijgen à Chartaal of giraal/elektronisch betalen § Geld is het middel bij uitstek om te gebruiken wanneer men bepaalde goederen of diensten wil gaan verkrijgen. De introductie van geld (eeuwen geleden) heeft geleid tot een aanzienlijke vereenvoudiging van het handelsverkeer § Bij ruiling moest men op zoek naar een geïnteresseerde wederpartij met complementaire behoeften. Dat hoeft vandaag niet meer o Economisch gezien is het een goed, maar juridisch niet • Waardemeter / rekeneenheid o à Uitdrukking in prijs o Prijzen kunnen ook worden vergeleken à Stimuleert op zich weer concurrentie/mededinging • Koopkrachtreserve o à Sparen, beleggen, investeren o Stel Bv. ruileconomie à Dan moet je doorruilen à Geld kan je bijhouden Soorten geld (3) • Niet iedereen is het er over eens dat giraal en elektronisch geld, geld zijn in de juridische zin van het woord o Mann (the legal aspects of money) à Van oordeel dat men maar kan spreken over geld in de juridische zin van het woord wanneer er sprake is van wettig betaalmiddel à Wat betekent dat je als schuldenaar de schuldeiser kan dwingen om betaling op een welbepaalde manier te aanvaarden. In België is enkel het chartaal geld in principe wettig betaalmiddel o Zeker niet unaniem aanvaard à Veel auteurs vinden dat giraal (en ook elektronisch) geld dezelfde functie vervult als chartaal geld en dus ook kan worden beschouwd als geld in de juridische zin van het woord • (1) Chartaal geld • (2) Giraal geld • (3) Elektronisch geld
2
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
(1) Chartaal geld • Enkel chartaal geld is wettig betaalmiddel à Belangrijke gevolgen • Munten • Biljetten o = Fiat geld à Ook fiduciair geld genoemd à Omdat we erop rekenen en erop vertrouwen § We vertrouwen erop dat 50€ nu ook effectief 50€ waard is • Historiek à Evolutie o In eerste instantie was de waarde van chartaal geld gelijk aan de intrinsieke waarde van dat geld (zilver of gouden muntstukken) § Onze muntstukken zijn vandaag eigenlijk niet echt iets waard à We geven er een waarde aan o Goudstandaard à Chartaal geld in omloop beantwoordde aan het goud dat een Nationale bank bij zich had o Principe goudstandaard wordt verlaten à Waarde chartaal geld is vandaag uitsluitend gebaseerd op vertrouwen § Vandaag stemmen die opgaan om terug te gaan naar de goudstandaard (2) Giraal geld • Tegoed op rekening • Schuldvordering van de rekeninghouder op de financiële instelling o Definitie à Giraal geld is een schuldvordering die men als cliënt heeft op een financiële instelling o Bijna iedereen is het er over eens dat giraal geld een schuldvordering is die men als cliënt heeft op de financiële instelling o Bv. 1000 euro op rekening = schuldvordering van 1000 euro op de bank o à Obligatoire en geen zakenrechtelijke verhouding (ik ben geen ‘eigenaar’ van dat geld) § Geen eigenaar is dus ook geen revindicatierecht à Als bank failliet zou gaan dan heb ik geen mogelijkheid om dat te gaan revindiceren, ik heb enkel een schuldvordering (die gewaarborgd wordt via de depositobescherming) • Zelfstandig karakter van de verbintenis van de bank o Niet-‐tegenwerpelijkheid excepties § à Excepties gebaseerd op de onderlinge verhouding zijn niet tegenwerpelijk à Abstracte karakter van de verbintenis van de bankier is een absolute noodzaak voor het bestaan van giraal geld als volwaardig alternatief voor chartaal geld à Je gaat enkel giraal geld aanvaarden als je weet dat je het op dezelfde manier kan gaan gebruiken als chartaal geld
3
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Voorbeeld • Stel een SA en SE voeren hun rekening bij dezelfde financiële instelling à De SA betaalt aan de SE 1000 euro en dit in ruil voor de levering van een goed à Bank debiteert rekening SA met 1000 euro en crediteert rekening SE met 1000 euro • 2 dagen na betaling stelt SA een gebrek vast aan het goed à Kan de SA vragen aan de bank om die transactie ongedaan te maken? à De bank kan hier niet op ingaan omdat de verbintenis van de bankier een zelfstandige abstracte verbintenis is à Men baseert zich hier op een exceptie uit de onderlinge verhouding en die is niet tegenwerpelijk aan de bank o Uitzondering à Voorbehoud van goede afloop § Cheque § Interbancaire afwikkeling van betalingstransacties §
4
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Cheque • Sterk afgenomen maar worden nog wel eens gebruikt in commerciële relaties • Iemand die betaalt met een cheque = Trekker van de cheque à Cheque wordt steeds getrokken op een welbepaalde bank waar men zijn rekening voert waaraan die cheques verbonden zijn • Stel ik betaal Pieter 50 euro met een cheque à Pieter gaat naar zijn eigen bank à Bank van pieter gaat zijn rekening onmiddellijk crediteren met 50 euro • Wat als men een rekening van de begunstigde van een cheque gaat crediteren? à Dan crediteert men die rekening onder voorbehoud van goede afloop à Die creditering blijft maar behouden voor zover de bank van de begunstigde die 50 euro effectief verkrijgt van de bank van de SA • Stel als bank SA zegt dat ze de 50 euro niet kunnen geven omdat het een ongedekte cheque is à Cheque uitgeschreven zonder dat er of onvoldoende geld op de rekening staat/ geen krediet meer voorradig à Dan zal bank begunstigde die rekening opnieuw debiteren • Proces afgerond binnen de 3 werkdagen • è Creditering op voorwaarde van goede afloop is ook een uitzondering op zelfstandige verbintenis van de bankier à Hier is de grondslag te vinden in de algemene bankvoorwaarden (net zoals bij voorbeeld 2) • è Soms communiceert men dit gewoon op rekeninguittreksels en dat is voldoende à Men gaat daar soms vrij ver in à Creditering ‘OGV’ = onder gewoon voorbehoud à Vraag in de rechtspraak: Wat als noch de algemene voorwaarden, noch het rekeninguittreksel melding maakt van het voorbehoud op goede afloop? à De creditering onder voorbehoud van goede afloop kwalificeert men als een gebruik à Het moet dus niet vermeld worden • Gaat veel verder dan de uitzondering op basis van de algemene bankvoorwaarden • Soms vergat een bank wel eens om die gelden onmiddellijk opnieuw te debiteren à Bv. Pas na enkele maanden à Stel een onderneming krijgt een cheque van 50 000 euro à Gecrediteerd OGV à Bv. 6 maanden later debiteert men opnieuw die rekening à Dit verwacht je absoluut niet meer als begunstigde onderneming (eens na enkele dagen is het voorbehoud normaal wel verdwenen denk je) en de bank laat je nooit expliciet weten of het voorbehoud is verdwenen à Kan de bank dan 6 maand later nog de 50 000 debiteren van de rekening? à In de rechtspraak à Ja, dit kan in principe, door het lang stilzitten van de bank zijn haar rechten niet verwerkt à Maar het feit dat de bank zolang stilzit houdt in dat zij een fout begaat, ze komt tekort aan haar contractuele verplichting om als lasthebber verantwoording af te leggen à Op zich verhindert het lange wachten dit niet, maar het lange wachten kan wel een fout opleveren à Je zal moeten aantonen dat de miskenning van de contractuele verplichting door de bank schade heeft veroorzaakt à Schade en causaal verband bewijzen o Gevallen in de rechtspraak waar de bank schadevergoeding verschuldigd is door te lang wachten met debitering o Bv. waar men vaststelt dat de begunstigde ondertussen failliet is en geld niet meer recupereerbaar is
5
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Interbancaire afwikkeling van betalingstransacties • Stel excepties die hun oorsprong vinden in de interbancaire verhouding à SA en SE elk bij een andere bank à SA moet terug 1000 euro betalen à Geeft zijn bank de opdracht à Rekening SA wordt gedebiteerd en uiteindelijk wordt rekening SE gecrediteerd door de andere bank à De 1000 euro moet van de ene bank naar de andere bank worden overgemaakt à Gebeurt allemaal via de NBB, waar de financiële instellingen een rekening voeren en waar de NBB gebruik maakt van zogenaamde betalingssystemen à Uitwisselingscentrum en Verrekening (UCV) o Kleine bedragen tot 500 000 euro à 99% van de betalingen via het UCV o UCV à Multilateraal compenseren à Zodat elke bank 1 saldo heeft en vereffening gebeurt 1 keer per dag rond ongeveer 15u30 • Bv. om 9u30 geeft men betaling door en UCV verstrekt om 10u30 info aan de bank van de begunstigde en dus weet die bank dat er 1000 euro moet gecrediteerd worden op de rekening van de SE à Wanneer krijgt die bank dat geld eigenlijk interbancair gezien? à Pas om 15u30 à Men is pas absoluut zeker dat men het geld gaat ontvangen na de multilaterale compensatie • Een bank kan op de hoogte zijn dat een betalingstransactie moet worden uitgevoerd en kan dus de rekening van de begunstigde crediteren vooraleer zij het geld daartoe heeft verkregen via het interbancair systeem • Veronderstel dat de bank van de SE de 1000 euro niet krijgt van de bank van de opdrachtgever en ze heeft wel al de rekening van de SE gecrediteerd à Kan de bank van de begunstigde de rekening van de begunstigde opnieuw debiteren met als argument dat ze het niet gekregen heeft van de bank van de opdrachtgever? à De bank kan zich hier in principe niet op beroepen want zelfstandig karakter van de verbintenis • è Maar je moet rekening houden met de aanpassing in de algemene bankvoorwaarden à Uitzondering dat wanneer ze crediteren vooraleer het geld te hebben gekregen via het interbancair systeem dat de bank het recht heeft uw rekening opnieuw te debiteren à Het zelfstandig karakter van de verbintenis van de bankier wordt door de algemene voorwaarden aan de kant geschoven
6
Privaat Bankrecht
•
• •
JVD
2014-‐2015
o Tijdstip waarop deze verbintenis ontstaat § Creditering rekening begunstigde (België) • In België à Rechtspraak à Op ogenblik dat de rekening van de begunstigde daadwerkelijk wordt gecrediteerd à Wordt niet in alle landen van de EU aanvaard § Mogelijkheid kennis te nemen van de creditering (Duitsland) • In Duitsland argumenteert men dat de zelfstandige verbintenis van de bankier maar ontstaat waarop de begunstigde kennis kan nemen van de creditering o Redenering à Giraal geld kan pas equivalent zijn van chartaal geld op het ogenblik dat men kan weten dat zijn rekening gecrediteerd is à Als je nog geen zicht hebt op de bedragen die op je rekening zijn gecrediteerd, kan je dit ook nog niet spenderen • Onderscheid nog nauwelijks van belang gelet op technologische ontwikkeling o Vandaag is moment van kennisneming van de creditering en daadwerkelijke creditering zo goed als gelijk door nieuwe technologie à Internetbankieren of mobile banking Restitutieverbintenis van de bankier o = Analoog aan de verbintenis die op de bewaarnemer rust zonder dat men de rekeningovereenkomst als contract van bewaarneming gaat bestempelen o Hoe kan de bank haar teruggaveverplichting gaan uitvoeren ? à Door geld te geven als je erom vraagt à Geld afhalen § Stel ik wil 15 000 euro afhalen à Kan niet aan automaat à Kan je gewoon dan bank binnenlopen en het vragen? à Restitutie onmiddellijk uitvoeren? § Algemeen ja, maar kijken naar algemene bankvoorwaarden à Als men grotere bedragen wil afhalen gaat men vragen om de bank 2 dagen vooraf te informeren § Ratio à Men wil zo veel mogelijk vermijden dat me onnodige bedragen cash aanwezig heeft in de financiële instelling o Banken gaan dagdagelijks hun restitutieverbintenis ook op een andere manier gaan uitvoeren à Bv. Door geld aan een door mij aangewezen derde terug te geven à Betaling met bancontact of overschrijving à In de praktijk dus meer restitutie via deze indirecte manier Volgens contractueel overeengekomen modaliteiten Resultaatsverbintenis o Bevestigd in de rechtspraak 7
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Rol van overmacht? o Genera non pereunt o Stel in mijn portefeuille zit 500 euro en na de les wandel ik naar KBC om dat geld op mijn rekening te storten à Enkele minuten later wordt KBC getroffen door en kortsluiting, waardoor KBC volledig in de as gelegd wordt en ook de 10 briefjes van 50 euro in rook opgaan à Kan de bank zeggen dat ze de 500 euro niet moet restitueren omwille van overmacht ? Bank kan dit argument niet laten gelden, want geld is een soortzaak à Overmacht heeft geen bevrijdende werking ten aanzien van soortzaken à De bank kan niet in haar algemene voorwaarden bepalen dat er dan wel overmacht is, want dat zou betekenen dat men de essentie van het contract wegbedingt
(3) Elektronisch geld • Definitie in Europese Richtlijn o (Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG, Pb.L. 10 oktober 2009, afl. 267/7)
o Elektronisch opgeslagen § Giraal geld = tegoed op rekening ßà Elektronisch geld = monetaire waarde die op elektronische wijze is opgeslagen (op pc/chip/…) o Monetaire waarde o Vertegenwoordigd door een schuldvordering op de uitgevende instelling (obligatoire verhouding) o Uitgegeven in ruil voor ontvangen geld § Elektronisch geld kan enkel ontstaan door een omzetting van hetzij chartaal, hetzij giraal geld naar elektronisch geld (men kan dus geen nieuw geld creëren à Dit mag niet) o Als betaalmiddel wordt aanvaard door andere ondernemingen dan de uitgever § Bv. Sinds vorige week werd op de universiteit een nieuw betaalsysteem gecreëerd à Geld op studentnekaart à Is dit elektronisch geld? à Alle voorwaarden voldaan, maar je kan het niet in een andere onderneming gebruiken à De Epurse van UGent kan enkel binnen de universiteit en kan enkel door personeel en studenten worden gebruikt • Belangrijke vaststelling à Als dit elektronisch geld was dan zou de UGent moeten erkend zijn als instelling die elektronisch geld mag uitgeven/vergunning met voorwaarden (min. Kapitaal, …) o à Vergelijking met giraal geld à Grootste gelijkenis à Het is een schuldvordering waaruit een restitutieverplichting gaat resulteren § Maar een beperkt onderscheid tussen giraal en elektronisch geld à Verschijningsvorm is anders
8
Privaat Bankrecht • • •
•
JVD
2014-‐2015
Geen creatie van nieuw geld Teruggaveverplichting voor de emittent Uitgifte van elektronisch geld o Kredietinstellingen o Instellingen voor elektronisch geld § Afwijkende regelen § Europees Paspoort Voorbeelden van elektronisch geld? o PayPal (www.paypal.be) o Proton? § Verdwenen § Bijzondere was dat als je dit ging aftoetsen aan de definitie van elektronisch geld à Proton was dus elektronisch geld à Kritiek in de rechtsleer à Beantwoordt misschien wel aan de definitie maar is geen elektronisch geld in de pure zin van het woord à Geld van bankkaart naar proton à Proton bij bakker (De handelaar moest via Athos zijn bankrekening laten crediteren) à Ontvangen protontegoeden konden nooit onmiddellijk gespendeerd worden, men moest eerst via de bankrekening van de begunstigde passeren § è Eerder een giraal betaalsysteem dan elektronisch geld o Bitcoin beschouwen als elektronisch geld? § Vertegenwoordigt dit een schuldvordering op een instelling? à Peer-‐to-‐peer instelling à Er is geen centrale autoriteit § Uitgegeven in ruil voor ontvangen geld à Maar je kan ook minen § à Dus hier al problemen om als elektronisch geld te beschouwen en ook al bevestigd in de Nederlandse rechtspraak § è Als je ergens met Bitcoin kan betalen? Dan is dit juridisch gezien een ruiltransactie
Bepaling van de rekeneenheid • Geld is een creatie van het recht • Wetgever bepaalt abstracte rekeneenheid (Bv. euro) en bepaalt wettig betaalmiddel (Bv. biljetten) • Principe van de monetaire soevereiniteit o Elke lidstaat kan zelf beslissen wat wettig betaalmiddel is en welke rekeneenheid men gebruikt (uitzondering: lidstaten van de Eurozone: monetaire soevereiniteit is overgedragen aan de EU) • Rekeneenheid is abstract o Geen waarneembaar gegeven o Onafhankelijk van onderliggende verhouding (Bv. geld blijft geld ondanks frauduleuze oorsprong)
9
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Wettig betaalmiddel • Wettig betaalmiddel = geldbegrip? • In euro luidende biljetten = wettig betaalmiddel, doch geen gedwongen betaalmiddel o Contractuele afspraken om geen chartale geldmiddelen te aanvaarden, zijn mogelijk maar steeds voorafgaand aan het sluiten van het contract o Als u naar een winkel gaat ziet men u niet graag komen met een biljet van 200 euro of 500 euro terwijl die biljetten wel wettig betaalmiddel zijn à Maar als men voorafgaand aan het ogenblik van het sluiten van het contract zegt dat men geen biljetten van 200 of 500 euro aanvaardt à Dan is dit een deel van de contractuele verhouding o Bij binnenkomen Colruyt een bord met niet aanvaarden van die grote biljetten à Perfect geldig § Als dit bord pas aan de kassa hangt à Dan is dit geen andersluidende contractuele afspraak , want contract is reeds een feit o Kan NMBS eigenlijk zeggen dat ze geen betaling aanvaarden in biljetten (de facto met de automaten) à Je kan wel met biljetten betalen op de trein, maar dan is het al direct 7 euro duurder § Eerste vraag? à Kan men deze afspraak contractueel maken? § Complicerende factor à NMBS is overheidsbedrijf § Meerkost voor gebruik van bepaald betaalmiddel à Beantwoordt dit aan de reële economische kost? à Nog redelijk wat vragen • In euro luidende muntstukken = wettig betaalmiddel (beperking vijftig muntstukken) • Giraal geld / elektronisch geld is geen wettig betaalmiddel o Schuldenaar kan schuldeiser niet dwingen giraal geld te aanvaarden o Uitzonderingen § Wettelijke (Bv.): • K.B. Nr. 56 bevordering gebruik van giraal geld o Tussen handelaars onderling à Voor bedragen boven 250 euro kan de SA de SE dwingen een betaling via overschrijving te aanvaarden § Particulier kan zich hier niet op beroepen o Wanneer men met een cheque wil betalen à Dan mag de handelaar zeggen ok, maar ik wacht met leveren goederen/diensten tot het ogenblik waarop OGV is verdwenen à Bij een overschrijving kan hij wachten tot ogenblik waarop rekening effectief gecrediteerd is
10
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Witwaswetgeving o Onroerend goed o Betaling aan handelaar § Verplichte girale betaling vanaf 3000 euro § Evolutie van 10 000 naar 5000 euro naar 3000 euro à Nu voorstel met de bedoeling om van 3000 terug op te trekken naar 7500 euro Contractuele afspraken • è Moeten duidelijk zijn • Expliciet • Impliciet o Rechtspraak is zeer soepel hierin à Stickers van bancontact op etalageraam à Geeft meteen het recht aan de klant om op elektronische wijze te betalen (aanbod om elektronisch te betalen) o Wat als men in de relatie tussen SE en SA zegt ‘u mag elektronisch betalen’ à Maar vervolgens is het elektronisch betaalsysteem niet ter beschikking à Zie later o Vermelding van rekeningnummer op een factuur is impliciet aanbod om op girale wijze te betalen § KB Nr. 56 à Creëert de verplichting om in hoofde van de handelaar op elke factuur zijn rekeningnummer te vermelden en dit houdt dan meteen ook een aanbod in om op girale wijze te gaan betalen à Kan een handelaar daar dan van afwijken? à Ja, men kan vooraf expliciet in contract overeenkomen dat men cash moet betalen (weliswaar maar tot 3000 euro) Beding ten gunste van derde • Ook bedingen ten gunste van een derde kunnen een rol spelen à Verhouding tussen enerzijds ondernemingen en anderzijds de verstrekker van een betaalsysteem à Contracten tussen winkeliers en Athos waarin winkelier zich verbindt om klanten de mogelijk te geven elektronisch te betalen à Als consument dus hieruit een recht om elektronisch te betalen •
§
§
11
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Bevrijdend karakter van de betaling in geld • Chartaal geld à Overhandiging door schuldenaar aan schuldeiser (of door lasthebber aan lasthebber) • Giraal geld à Bevrijding schuldenaar? o Cheque à Bedrag dat ter beschikking wordt gesteld van de schuldeiser § Overhandiging van een cheque is geen betaling à De bevrijdende betaling gebeurt pas wanneer de begunstigde rekening definitief gecrediteerd is, dus pas na voorbehoud van goede afloop o Overschrijving à Creditering rekening begunstigde • Witwaswetgeving à Stel handelaar vertrouwt cheque niet en stel dat u de verkoper onvoldoende vertrouwt om eerst geld over te schrijven à Wat dan doen en in overeenstemming van witwaswetgeving blijven? à Een bankcheque à De bank zal uw rekening reeds debiteren en vervolgens dat bedrag op een aparte rekening plaatsen in welk geval de bank die rekening zal gebruiken om te betalen à Begunstigde is absoluut zeker dat hij het geld zal krijgen Betaling in geld: Internationale aspecten • Verbintenismunt o Term voor de aanduiding van de munteenheid waarin een schuld is uitgedrukt à Bv. Een Belgische onderneming moet 15 000 USD betalen à USD is de verbintenismunt • Betaalmunt o De munt waarin de betaling werkelijk geschiedt o In de meeste gevallen zal de verbintenismunt ook de betaalmunt zijn • Factoren die keuze bepalen • Oorzaken van onderscheiden verbintenis-‐ en betaalmunt: o Overeenkomst à Er wordt een verschillende verbintenismunt en betaalmunt afgesproken à Komt in de praktijk weinig voor, maar wel mogelijk o Wisselbeperkingen (IMF: Articles of Agreement) § Bv. Wanneer je naar bepaalde landen reist mag je maar voor een bepaald bedrag munten importeren/exporteren § Wisselrestricties kunnen ook bepalen dat je in een bepaald land niet met een bepaalde munt mag betalen à Betalingen in vreemde munten worden aan banden gelegd • Dit is vooral in landen die problemen hebben met hun betalingsbalans • Bv. Een betaling moet steeds gebeuren in de lokale munt à Dit kan er voor zorgen dat de verbintenismunt en de betaalmunt verschillen • Deze wisselbeperkingen komen steeds minder voor
12
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Reden à Ze zijn in principe verboden door het IMF voor courante betalingen, maar uitzonderingen zijn wel mogelijk o Local payment rule § Houdt in dat een SA de mogelijkheid heeft om bevrijdend te betalen in de munt van de plaats van betaling à Dus ongeacht hetgeen het contract bepaalt, kan de SA steeds bevrijdend betalen § Bv. 10.000 Euro moet worden betaald in New York à De SA kan steeds betalen in USD § Deze local payment rule is automatisch geïncorporeerd in internationale contracten • Maar het is een regel van suppletief recht à Je kan deze dus in het contract wegbedingen § Plaats van betaling bepalen à Wat is de plaats van betaling? à Is er in het contract een plaats van betaling aangewezen? à Is er niks bepaald in het contract, dan is er een onderscheid tussen koopovereenkomsten en andere overeenkomsten • Koop o CISG (Weens koopverdrag) o Als het van toepassing is dan bepaalt het CISG wat de plaats van betaling is o = De plaats van de verkoper (de vestiging van de verkoper) voor zover de betaling niet gelijktijdig met de levering moet geschieden (= de plaats waar de goederen aan de vervoeder worden overgeleverd wordt) • Andere overeenkomsten o Het IPR toepassen (Rome I Vo) à Er is rechtskeuze o Indien geen keuze à Kijken naar waar de dienstverlener is gevestigd, of de meest kenmerkende prestant o Dus het IPR leidt tot het toepasselijke recht à Dat aangewezen rechtstelsel gaat bepalen wat de plaats van betaling is o In België: schuld is haalbaar à Dus de betaling gebeurt in principe in de vestiging van de SA o Openbare akten (rechterlijke beslissingen) § In sommige landen kunnen openbare akten slechts in een bepaalde munt worden uitgedrukt § In België enkel in munten van een lidstaat van de OESO (Bv. in een vonnis) à Een rechter kan een partij niet veroordelen tot betaling van een som in een munt die niet geldig is in een OESO lidstaat
13
Privaat Bankrecht §
JVD
2014-‐2015
Wanneer men een geschil gaat beslechten via een arbitrale instantie dan geldt deze regel niet à Een arbitrale beslissing is geen openbare akte
•
•
Omrekening van verbintenismunt naar betaalmunt o Conversiebeding § Stel er is een verschil tussen verbintenismunt en betaalmunt à Dan moet er een omrekening gebeuren à Hoe? à Hebben de partijen iets bepaald in het contract? (= conversiebeding) à De partijen hebben hier dus zelf een regeling uitgewerkt § Probleem à Wisselkoersen verschillen van plaats tot plaats en op verschillende tijdstippen à In conversiebeding moet je dus bepalen waar en wanneer de conversie moet gebeuren à Bv. Voor de omrekening kijken we naar de koers EUR/USD op 15 januari in NY § Er ontstaan problemen wanneer hieromtrent niks is bepaald in het contract à Dus gebeurt wel eens als men niet verwachtte dat er een omwisseling zou zijn à Datum en plaats van conversie moeten dan bepaald worden aan de hand van het recht van het land dat toepasselijk is (kijken naar Rome I) o Toepasselijke wet bepaalt conversieplaats en –datum § Conversiedatum: datum van betaling (Bv. België) of datum van vervaldag (Bv. Zwitserland) § Conversieplaats: plaats van betaling Betaling in geld: Conversiedatum o Datum van daadwerkelijke betaling § Payment date rule à Kijken naar datum waarop de betaling geschiedt § Depreciatie betaalmunt ten opzichte van verbintenismunt (billijk SE ontvangt overeengekomene) § Depreciatie verbintenismunt ten opzichte van betaalmunt (nadeel SE) o Datum van vervaldag § Breach date rule à Kijken naar datum waarop de SA had moeten betalen (vervaldatum) § Depreciatie betaalmunt ten opzichte van verbintenismunt (nadeel SE) § Depreciatie verbintenismunt ten opzichte van betaalmunt (billijk: SE ontvangt overeengekomene)
14
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Voorbeeld § Stel een Amerikaanse SA moet op 1 feb 2015 een bedrag betalen van 100.000 USD (= verbintenismunt) de betaling moet worden uitgevoerd in EUR § Op 1 feb is de wisselkoers: 1 USD = 0,88 EUR § à Er geschiedt geen betaling, men betaalt te laat op 15 maart 2015 § De wisselkoers is ondertussen gewijzigd à Bv. • De EUR is gedevalueerd à 1 USD = 0,90 EUR of • De USD is gedevalueerd à 1 USD = 0,85 EUR § è Volgens Breach date rule à 88.000 Euro § è Payment date rule • Euro is gedevalueerd à 90.000 Euro • Dollar is gedevalueerd à 85.000 Euro • à Er kunnen dus grote verschillen zijn • De situatie waarbij de euro is gedevalueerd is onaanvaardbaar voor de SE à Hij krijgt minder en de oorzaak is de wanprestatie van de wederpartij • Men vangt dit op door in het geval de SE te weinig krijgt een additionele schadevergoeding toe te kennen Betaling in geld • Wisselkoersschommelingen o Nadeel? o Stel een onderneming moet 100.000 USD betalen à Dit houdt een wisselkoersrisico in voor de onderneming à Hoe kan dit worden opgevangen? à Mogelijk om hiervoor verzekeringen af te sluiten • Beschermingsmechanismen o Valutaclausule § Je kiest in je contract voor een sterke munt à De evolutie zal dus beperkt zijn, maar er blijft natuurlijk wel nog altijd een risico o Valutawaardebedingen (Bv. goud, vreemde munt) § Clausule die wordt opgenomen en waarbij men de schuld gaat verbinden aan een edelmetaal, een andere munt of een korf van munten. Als de betaalmunt een zwakkere munt is gaat men dit vaak aan een andere sterkere munt gaan verbinden § Stel een Turkse onderneming koopt goederen aan bij een Belgische onderneming en het contract bepaalt dat er 100 miljoen Turkse lire moet betaald worden binnen 6 maand à De Turkse munt kan zeer sterk gaan variëren à Oplossing: de Turkse lire gaan koppelen aan Bv. de Euro à Als de Turkse munt dan devalueert in verhouding tot de Euro dan moet men het te betalen bedrag gaan aanpassen
15
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
§
(Indexation clause / tunnel indexation clause) • Tunnel indexation clauses = Nominale te betalen bedrag enkel gaan aanpassen wanneer er een te grote schommeling is (Bv. Meer dan 5%)
o Muntoptieclausule (currency option clause) § Stel contract tussen Belgische en Amerikaanse onderneming à De Amerikaanse onderneming is SA en de Belgische onderneming is SE à Deze clausule houdt in dat je aan een van de partijen het recht geeft om te kiezen in welke munt de betaling plaatsvindt § Bv. Ofwel 10.000 USD ofwel 8800 Euro à Dus in het contract gaat men 2 nominale bedragen gaan vaststellen. Een contractspartij mag dan kiezen voor welke munt ze gaat à Voordelig voor de partij in wiens voordeel ze is bedongen à Stel de Dollar devalueert à De Amerikaanse onderneming zal betalen in Dollar o Overdracht van schuldvordering § Stel als Belgische onderneming moet je betaling van 15.000 dollar ontvangen binnen 6 maand à Je kan deze vordering vandaag verkopen aan een derde à Deze derde gaat dan het risico gaan dragen o Valutatermijncontracten (forward rate agreement) § = Termijnovereenkomst die wordt gehanteerd om het wisselkoersrisico te beheersen • Schuldeiser: verkoop op termijn • Schuldenaar: aankoop op termijn § Stel een Amerikaanse onderneming moet op 15 april 25.000 dollar betalen aan een Belgische onderneming à De Belgische onderneming loopt hier een wisselkoersrisico à Als ze vandaag al willen weten hoeveel ze gaan ontvangen kan ze met haar financiële instelling een valutatermijncontract gaan sluiten à Je zegt dan tegen de bank ‘ik wil u op termijn 25.000 dollar verkopen’ à Je komt dan overeen hoeveel Euro de bank u hiervoor zal betalen à De wisselkoers waartegen dat gaat gebeuren wordt vandaag bepaald à Hoeveel Euro men verkrijgt is onafhankelijk van de wisselkoers op 15 april à Het is de wisselkoers die de bank verwacht op 15 april met daarbij nog een marge § Kan ook omgekeerd à De Amerikaanse onderneming kan dit ook doen voor de aankoop van Euro op 15 april § Grote voordeel à Op een vroegere datum met zekerheid weten hoeveel je in de eigen munt zal ontvangen of nodig zal hebben in het kader van een transactie § Nadeel à Je schakelt hiervoor terug een derde in 16
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
• •
Koopkrachtvermindering Principe van het monetair nominalisme o Niet verwarren met de technieken om wisselkoersrisico’s te beperken! o Monetair nominalisme = Iemand als SA van een geldschuld is bevrijd van zodra hij het nominale bedrag dat voorzien werd in het contract heeft betaald o Stel iemand moet 10.000 Euro betalen à Er is een sterke inflatie en tegen de datum dat hij moet betalen is die 10.000 euro veel minder waard à De SA blijft bevrijd à Je moet de inflatie niet in rekening nemen o Toepassingsgebied § Niet voor waardeschulden à Enkel voor geldschulden (iemand is ertoe gehouden een bepaalde som te betalen) • Geldt niet voor Bv. een schadevergoeding bij een onrechtmatige daad à Men kijkt daarvoor naar de koopkracht op het moment van de uitspraak o Niet van openbare orde (Cass. 30 mei 1929, Pas. 1929, I, 206): § Je kan voor geldschulden er contractueel van afwijken. Dit principe is niet van dwingend recht of van openbare orde § Beschermingstechnieken • Koppelen aan een index à Er geldt een absolute vrijheid voor de partijen à Tenzij bindende wetgeving (Bv. de huurwetgeving) • à Het risico van koopkrachtvermindering rust op de SE • à Het risico kan worden verminderd door contractuele bepalingen (tenzij dwingende regels) § Uitzondering à Tenzij bindende wetgeving
•
Artikel 1153, lid 1 BW o Wettelijke interestvoet § Vanaf 1 januari 2015 à 2,5% o Vanaf ingebrekestelling o è Wat is het gevolg voor een SA wanneer hij een geldsom te laat betaalt à Art. 1153 BW à Vanaf ingebrekestelling aan wettelijke interestvoet een bijkomende interest o Stel iemand moet schuld betalen op 15 november 2014 à Hij betaalt nu pas à Dit betekent dat je die periodes moet opsplitsen § Tot 1 januari de interestvoet die gold in 2014 § Nadien die van 2015
17
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Toepassingsgebied à Niet waardeschulden, enkel voor geldschulden § Deze wettelijke regel vindt slechts toepassing in een beperkt aantal gevallen • Bijzondere regeling voor handelstransacties (tussen ondernemingen en tussen ondernemingen en de overheid) • Partijen kunnen bij overeenkomst afwijken van de wettelijke regeling à In de praktijk gebeurt dit altijd à Ondernemingen passen dit aan in hun voordeel in de algemene voorwaarden o Bedongen nalatigheidsinterestvoet en schadebedingen § Toetsingsmogelijkheden gemeen recht (Art. 1153 en 1231 BW) § Toetsingsmogelijkheden in de verhouding tot consumenten (Art. VI.83, 17° en VI.83, 24° WMPC) o In contract aanpassen § Vanaf de vervaldag van rechtswege verschuldigd § Een hogere nalatigheidsinterestvoet (soms op jaarbasis, soms op maandbasis) § Bijkomende forfaitaire schadevergoeding voor de kosten die de onderneming moet maken voor de invordering o Stel men stelt een veel te hoge interestvoet vast à Onderscheid maken naargelang de wederpartij consument is § Consument à Regeling onrechtmatige bedingen (Art. 83 Boek VI) à Kennelijk bovenmatige schadevergoedingen en niet wederkerige of niet gelijkwaardige schadevergoedingen zijn verboden • Wederkerig à Als men bepaalt dat de consument bij laattijdige betaling een vergoeding verschuldigd is, dan moet men ook een vergoeding voorzien dat ook de onderneming een schadevergoeding moet betalen wanneer ze laattijdig levert • Gelijkwaardig à De vergoeding moet ongeveer even groot zijn • Waarmee moet je de bedongen vergoeding gaan vergelijken om na te gaan of ze kennelijk bovenmatig is? à De potentieel voorzienbare schade (zowel voor de interestvoet als de forfaitaire schadevergoeding) • En wanneer een beding onrechtmatig is, dan is het beding nietig à Dus het wordt tot 0 gereduceerd à Je kan wel terugvallen op het gemeenrechtelijke regime
18
Privaat Bankrecht §
JVD
2014-‐2015
Niet-‐consument • Forfaitaire schadevergoeding à Art. 1231 BW à Dit artikel speelt enkel bij de forfaitaire schadevergoeding (vergelijking met de potentiële schade) à Sanctie: matiging tot de potentiële schade met als ondergrens de werkelijk geleden schade (belangrijk onderscheid met consumentenrecht) • Interestvoet à Art. 1153 BW à Vergelijken met de werkelijk geleden schade (verschil met de forfaitaire schadevergoeding) à Vaak zal men dus gaan vergelijken met de wettelijke interestvoet. De rechter gaat dus reduceren, maar kan niet lager gaan dan de wettelijke interestvoet
Wet betalingsachterstand • In het voordeel van de SE van de betaling van een geldsom (bijzondere wet) o Onderscheid met consumentenrecht à Daar is het voordeel voor de SA = De consument • Toepassingsgebied à Alle betalingen tot vergoeding van handelstransacties o Handelstransacties = Transacties tussen ondernemingen en tussen ondernemingen en overheidsinstanties (de overheid treedt op als SA) § Definitie handelstransactie à Een transactie tussen ondernemingen of tussen ondernemingen en overheidsinstanties die leidt tot het leveren van goederen, het verrichten van diensten of het ontwerp en de uitvoering van openbare werken en bouw-‐ en civieltechnische werken tegen vergoeding • Diensten à Niet gedefinieerd • Maar is omzetting van Europese richtlijn à Ook geen definitie maar telkens er geen definitie is à Kijken naar primair recht à = een prestatie o Bijzondere invulling begrip “onderneming” § ≠ Definitie in WER § = Iedere organisatie met uitzondering van een overheidsinstantie die een zelfstandige, economische of beroepsactiviteit uitoefent. Dit mag bestaan uit een enkele persoon • De overheidsinstanties worden uitgesloten • In Boek VI kan een overheidsinstantie wel worden beschouwd als een onderneming • Maar de wet is wel van toepassing in de relatie onderneming -‐ overheid (en de overheid is de SA van een geldsom) • Definitie overheid: “elke aanbestedende dienst” à Gemeenten, gewesten, maar ook publiekrechtelijke rechtspersonen zoals Bv. de universiteit
19
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Ook indien de overheidsinstantie schuldenaar is § Bijzondere regel overheidsopdrachten à Deze wet moet wel wijken voor afwijkende regelingen inzake overheidsopdrachten: “In afwijking van artikel 3, derde lid, is deze wet slechts van toepassing op handelstransacties tussen ondernemingen en overheidsinstanties, waarbij de schuldenaar een overheidsinstantie is, in de mate dat de specifieke bepalingen van de regelgeving inzake overheidsopdrachten op het vlak van de algemene uitvoeringsregels niet van toepassing zijn.”
De wet Betalingsachterstand voorziet in 3 zaken • (1) Betalingstermijn o Behoudens andersluidende afspraken à 30 dagen § Begint te lopen vanaf het ogenblik dat men de factuur heeft ontvangen § De partijen kunnen de termijn van 30 dagen wel gaan aanpassen à Zodat de SE Bv. de mogelijkheid zou hebben om betalingsuitstel te geven à Maar de rechter kan dit ook beoordelen en eventueel gaan aanpassen o Begrenzing andersluidende afspraken à Ja, indien overheidsinstantie de schuldenaar is (max. 60 dagen) o Art. 4 Wet Betalingsachterstand • (2) Nalatigheidsinterest is verschuldigd o Van rechtswege en zonder ingebrekestelling o Vanaf de dag na het verstrijken van de betalingstermijn o Interest tegen de referentie-‐interestvoet vermeerderd met zeven / acht procentpunten en afgerond tot het hogere halve procentpunt § Er is een super interestvoet à Vergelijking met de referentie interestvoet verhoogd met 7 of 8 procentpunten • Nu 7,5 en 8,5% § Maar suppletieve regeling à Dus partijen kunnen ervan afwijken (Zowel naar boven als naar beneden) à Er zijn wel grenzen • Naar boven toe (Art. 1153 BW) à Vergelijken met de werkelijk geleden schade, met als beneden grens de wettelijke interestvoet à Wat is de wettelijke interestvoet? De algemene interestvoet of deze specifieke? à Voor situaties die onder toepassing van de wet betalingsachterstand vallen dan moet men de specifieke interestvoet hanteren van 7,5 of 8,5% • Naar beneden toe à De SE wordt beschermd tegen een te lage interestvoet
20
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Geen mogelijkheid af te wijken indien schuldenaar overheidsinstantie is § Wanneer de SA een overheid is, dan is het altijd 8,5% (geen onderscheid voor 16 maart en na, en geen mogelijkheid af te wijken zowel naar onder als naar boven) •
(3) Invorderingskosten o 40 euro § Als er verwijlintrest overeenkomstig de bepalingen van deze wet verschuldigd is, heeft de schuldeiser van rechtswege en zonder ingebrekestelling recht op de betaling van een forfaitaire vergoeding van 40 euro voor de eigen invorderingskosten o Redelijke schadeloosstelling voor invorderingskosten (met inbegrip van rechtsplegingsvergoeding) § Bovenop dit forfaitaire bedrag heeft de schuldeiser recht op een redelijke schadeloosstelling voor alle andere invorderingskosten welke dat vaste bedrag te boven gaan en die ontstaan zijn door de laattijdige betaling, hierin begrepen de rechtsplegingvergoeding overeenkomstig de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek § Discussie over wat allemaal onder de bijkomende vergoeding kan vallen • Meerderheid zegt dat dit kan à Bv. Advocatenkosten die niet onder de rechtsplegingsvergoeding vallen • Sommige auteurs stellen dat het ook nog mogelijk is om te voorzien in een ander forfaitair schadebeding. maar nog geen rechtspraak o Eventueel forfaitair schadebeding § Men redeneert dat de onderneming ook eerst andere pogingen doet om betaling te krijgen à Deze kosten moeten dan ook kunnen worden vergoed o Dit is suppletief recht à Dus partijen kunnen er van afwijken à De rechter kan ook een te lage vergoeding naar boven bijstellen § De wet strekt tot bescherming van de SE van een geldsom.
•
Herzieningsbevoegdheid rechter met betrekking tot contractuele bedingen die kennelijk onevenwicht tussen rechten en plichten creëren ten nadele van de schuldeiser o Beperkt tot marginale toetsing o Vermoeden van kennelijke onbillijkheid § Bedingen die recht op nalatigheidsinterest uitsluiten § Bedingen die vergoeding voor invorderingskosten uitsluiten § à Deze 2 bedingen worden vermoed steeds nietig te zijn
21
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 2: Geldrekeningen §1. Soorten rekeningen en openen van een rekening Verrichtingen over the counter • Verrichtingen zonder rekening o Spoor in de boekhouding van de bank • Beperkte mogelijkheden gelet op circulaire “Bijzondere mechanismen” (uit fiscale overwegingen) o Bv. Wisseltransacties < 1250 euro § De Amerikaanse toerist moet hier geen rekening openen om geld te kunnen wisselen § Oudere mensen spaarden wat geld (onder hun matras) à Wanneer ze een som geld hadden verzameld, gingen ze daarmee naar de bank om kasbons aan toonder kopen à Dit liet geen enkel spoor achter à De kasbons verdwenen dan weer onder het matras à Voor ze stierven werden ze dan aan de erfgenamen gegeven à De fiscus wist dan van niks en ze konden het ook nooit te weten komen à Kan vandaag niet meer • Geen effecten aan toonder meer • De bank zal nu eerst uw rekening crediteren en dan pas het effect uitgeven en uw rekening debiteren. De verrichting zal dus wel een spoor nalaten o Niet à Inning van een cheque § Wanneer je een cheque geeft aan een persoon en deze persoon gaat naar uw bank om deze cheque cash uit te betalen à Dit kan nu niet meer à De uitbetaling moet geschieden door middel van een rekening o Niet à Intekenen op effecten § Als men een rekening opent specifiek met dit doel à Dan is er een identificatieverplichting à Steeds als je een handelsrelatie begint • De bank moet uw identiteit nagaan § Voor al deze verrichtingen gaat men dus rekeningen crediteren of debiteren. Dit is een instrument van vereffening en betaling in de verhouding tussen de bank en de cliënt
22
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Soorten rekeningen (5) (1) Zichtrekening • Monopolie kredietinstellingen à Enkel kredietinstellingen kunnen zichtrekkingen aanbieden • Dubbele doelstelling o In bewaring geven van gelden à Je vertrouwt de gelden toe aan de bank à Dit is veiliger o Dienstverlening à Bv. Betaling met bankkaart • Civielrechtelijke kwalificatie o Tegoeden zijn opvraagbaar op zicht à Maar kan contractueel wel worden gemoraliseerd met betrekking tot de termijn o Geen bewaargeving!à Artikel 1293 BW niet van toepassing à Cassatie à Een zichtrekening is geen bewaargeving, je geeft dus geen geld in bewaring aan je bank à 2 argumenten § Een bewaarnemer mag de zaken die hij in bewaring heeft niet gebruiken à Maar banken gaan de ontvangen tegoeden juist gebruiken om kredieten te verlenen § De bewaarnemer moet identiek hetzelfde teruggeven à Dit is ook niet het geval want geld is een vervangbare zaak § Stel een onderneming heeft een rekening met een creditsaldo • Een werknemer maakt zich schuldig aan fraude door de vervalsing van een overschrijvingsopdracht ten belope van 840.000 BEF à Vraag: Kan de bank zich tegenover de werkgever-‐onderneming beroepen op schuldvergelijking? • De werkgever is op basis van art. 1384, lid 3 BW aansprakelijk voor datgene wat wordt mispeuterd door zijn werknemer à Dus een vordering uit onrechtmatige daad. En de werkgever heeft een vordering op de bank, want een creditsaldo • à Kan je dit nu gaan compenseren? à Werkgever beroept zich op art. 1293 BW: schuldvergelijking is niet mogelijk met betrekking tot een eis van bewaargeving à Er kan geen schuldvergelijking zijn • Cassatie à Er is geen contract van bewaargeving à Er kan dus schuldvergelijking plaatsvinden
23
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Verbruiklening? § In tegenstelling tot bewaargeving mag de bank de gelden wel gebruiken à Eigen aan een verbruiklening is dat niet identiek dezelfde zaken moeten worden teruggegeven à Maar telkenmale wanneer je naar de bank gaat zou er een nieuw contract van verbruiklening ontstaan à Strookt dit wel met de intentie van de partijen? à Er zou ook telkens zo een nieuw contract ontstaan wanneer iemand anders geld op jouw rekening zou storten § Het beroep op deze figuur is volgens bepaalde auteurs en RS dus kunstmatig, maar sommige RS aanvaard dat het gaat om verbruiklening (men is er nog niet uit) o Sui generis § De meerderheid lijkt te neigen naar een sui generis kwalificatie à Aspecten van alle soorten overeenkomsten § Nadeel van deze kwalificatie à Je hebt geen suppletief recht om op terug te vallen à Maar de kritiek lijdt tot weinig, want deze relatie is steeds perfect juridisch geregeld tot in de kleinste puntjes • Algemene bankvoorwaarden zijn een uitgebreid document à Erop gericht de rechten en plichten van partijen in alle mogelijke gevallen te bepalen • Dus vaststelling dat er geen suppletief recht is, maakt niet zoveel uit omdat de meerderheid is geregeld door die algemene voorwaarden
(2) Spaarrekening en Termijnrekening • Verschillende functie o Spaarrekening à Er is geen specifieke dienstverlening aan verbonden, je plaatst gelden op een spaarrekening om ze veilig in bewaring te geven en een zeker rendement te verkrijgen § Tegoeden zijn nog steeds opvraagbaar op zicht § Mogelijk om rechtstreeks gelden te storten op iemand zijn spaarrekening ßà onmogelijk om rechtstreeks gelden van uw spaarrekening naar de zichtrekening van iemand anders over te schrijven, dan eerst overschrijven naar eigen zichtrekening o Termijnrekening • Verschillende kwalificatie? o Spaarrekening § Is de spaarrekening een verbruiklening? à Je zou dit eventueel kunnen argumenteren. Dit komt hier minder kunstmatig over § Maar Steennot blijft voorstander van de sui generis kwalificatie
24
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Termijnrekening § Volgens C. Alter is dit een verbruiklening § Essentiële verschil à Spaarrekening is contract van onbepaalde duur waarbij tegoeden steeds opnieuw opvraagbaar zijn en telkens nieuwe stortingen kunnen gebeuren zonder een noodzakelijke wijziging aan het contract ßà Bij termijnrekening stort je een bedrag voor een bepaalde termijn. Na het verstrijken van de duurtijd gaat de bank die gelden terug ter beschikking stellen via een spaar-‐ of zichtrekening. Je kan ook niet zomaar bijstorten (3) Kwaliteitsrekening • Rekening wordt gehouden in bepaalde kwaliteit of hoedanigheid à Onderscheid maken tussen de juridische eigenaar en de economische eigenaar o Juridische eigenaar = Persoon op wiens naam de rekening wordt gehouden (Bv. rubriekrekening van notaris: in verhouding tussen bank en notaris is het enkel de notaris die instructies kan geven, niet de cliënt voor wie de gelden zijn bestemd) o Economische eigenaar = Personen voor wie de gelden die op de kwaliteitsrekening staan, bestemd zijn (Bv. rubriekrekening notaris: cliënt voor wie de gelden zijn bestemd) • Belang bij beslag onder derden à Als een SE beslag legt op goederen die beheerd worden door een kwaliteitsrekening o Economische eigenaar heeft mogelijkheid om die goederen te gaan revindiceren o Bewarend beslag gaat geen invloed hebben op het recht van de economische eigenaar. • Afscheiding van het vermogen o Rubriekrekening van notaris § Rekening waar gelden worden op gestort die bestemd zijn voor een cliënt van de notaris, de rekening wordt gevoerd op naam van de notaris. Dit is zeker een kwaliteitsrekening o Derdenrekening van advocaat? § Voor advocaten speelt een deontologische regel die inhoudt dat gelden die u voor uw cliënt ontvangt, gestort moeten worden op een derdenrekening § Verschil met rubriekrekening notaris die zijn basis vindt in een wettekst (wettelijke verplichting om deze rubriekrekening te openen en bepaalde gelden hierop te plaatsen) ßà Bij de derdenrekening gaat het enkel om een deontologische verplichting. Die vaststelling bracht Cassatie ertoe om de derdenrekening van de advocaat niet als een kwaliteitsrekening te beschouwen
25
Privaat Bankrecht §
•
JVD
2014-‐2015
Gevolg: privéschuldeisers van een advocaat kunnen beslag leggen en uitwerking laten verkrijgen op tegoeden die op de derdenrekening staan en eigenlijk behoren aan de cliënten-‐ economische eigenaars à Deze rechtspraak lijkt onbillijk
Nieuwe wettelijke regeling o (Wet tot wijziging van de wet van 25 ventôse jaar XI op het notarisambt wat de
kwaliteitsrekening van notarissen betreft en van de hypotheekwet van 16 december 1831 wat de kwaliteitsrekening van advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders betreft) à
Deze nieuwe wet voorziet in een statuut voor de derdenrekening en houdt in dat tegoeden die op een derdenrekening worden geplaatst, hetzij door een advocaat, hetzij door een gerechtsdeurwaarder, hetzij de notaris, gevrijwaard zijn ten aanzien van privéschuldeisers van die betrokken persoon. De privéschuldeiser kan beslag leggen op tegoeden op die derdenrekeningen, maar de economische eigenaars kunnen de goederen revindiceren. Het beslag zal ten aanzien van de economische eigenaars dus geen uitwerking hebben o
o
Art. 8/1 Hyp.W.: “De schuldvorderingen op gelden, effecten en geldswaardige papieren aan toonder die ten behoeve van een derde zijn geplaatst op de rekeningen … zijn afgescheiden van het vermogen van de rekeninghouder. Deze schuldvorderingen vallen buiten de samenloop tussen de schuldeisers van de rekeninghouder en alle verrichtingen met betrekking tot deze schuldvorderingen kunnen aan de boedel worden tegengeworpen, voor zover ze verband houden met de bestemming van deze gelden, effecten en geldswaardige papieren aan toonder.” “Indien het tegoed van de rekening ontoereikend is voor de betaling van de in het eerste lid bedoelde derden, wordt het tussen hen verdeeld in verhouding tot hun aanspraken. Indien de rekeninghouder zelf rechten heeft op het tegoed van de rekening, wordt hem slechts het saldo toegekend dat overblijft nadat alle rechten van de derden zijn uitgeoefend”
o Toepassingsgebied à De wetgeving heeft de derdenrekening dus uitdrukkelijk erkend als kwaliteitsrekening, maar enkel voor de derdenrekening geopend door een notaris, gerechtsdeurwaarder en advocaat, het gaat niet om eventuele andere kwaliteitsrekeningen, voor die rekeningen moet je dus nog steeds rekening houden met rechtspraak van het Hof van Cassatie
(4) Escrow-‐account • Definitie o Enge omschrijving à Gelden die op rekening worden geplaatst met het oog op het uitvoeren/voldoen van een schuld die een cliënt heeft door het feit dat zijn kredietinstelling een verbintenis heeft uitgevoerd die zij ten aanzien van een derde is aangegaan § Bv. Situatie van het documentair krediet (= bank verbindt zich persoonlijk en zelfstandig voor betaling aan een derde) à In de verhouding tussen cliënt en bank zijn er verschillende afspraken mogelijk à • Bank betaalt eerst derde-‐begunstigde en vordert dan het betaalde bedrag terug van de cliënt of • Op ogenblik dat cliënt vraagt aan bank om zich persoonlijk en zelfstandig te verbinden, moeten de fondsen reeds gestort zijn op de rekening van de
26
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
bank, die gelden worden dan geboekt op een rekening die dient tot zekerheid. Die rekening noemt men een escrow-‐account à Het speelt zich dus af in de verhouding tussen cliënt en bank. Dit lijkt op gespannen voet te staan met het principe van eenheid van vermogen § Techniek van de escrow-‐account die in wezen een zekerheidstechniek is, is volgens sommige auteurs niet tegenwerpelijk aan schuldeisers o Ruime omschrijving à Tegoeden/documenten worden toevertrouwd aan een derde waarbij die derde (escrowee) een onafhankelijke partij is die gaat beslissen om de gelden aan de ene of andere partij te gaan toekennen o Voorbeeld overdracht van onderneming à Onderneming A wordt verkocht aan onderneming B voor een bedrag van 15 miljoen euro. Voor de persoon die oorspronkelijk aan het roer stond van onderneming A is het essentieel dat de tewerkstelling behouden blijft (mensen die hij heeft aangeworven blijven actief binnen de nieuwe onderneming) à Wat men in zo’n situatie eventueel kan doen is een bepaalde som geld toevertrouwen aan een escrowee waarbij men in het basiscontract instructies geeft aan de escrowee omtrent te toekenning van 15 miljoen euro à Bv. Wanneer gedurende een termijn van 5 jaar de tewerkstelling is behouden, wordt het bedrag van 15 miljoen euro toegekend aan onderneming B, als daarentegen de tewerkstelling niet is behouden, gaat men 1 miljoen euro toekennen aan de ontslagen werknemers) à De escrowee oordeelt zelf of aan de voorwaarden is voldaan of niet
• Zekerheidstechniek (5) Slapende rekening (niet op examen) o Minstens 5 jaar geen verrichting en geen contactname § Verschillende rekeningen bij eenzelfde instelling o Zelf nagaan § http://slapenderekeningen.be/nl/dormantaccounts.htm o Termijn van 30 jaar om terug te vorderen van DCV
27
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Openen van een rekening • Solo consensu o Consensueel contract à Loutere wilsovereenstemming volstaat, maar om bewijsredenen zal men document moeten invullen • Functie van het geschrift à Bewijs o Contractsluiting via Internet of op afstand § Het is mogelijk dat je reeds klant bent bij een bank en hierbij een nieuwe rekening opent. Veelal zal het raamcontract al clausules bevatten met betrekking tot nieuwe overeenkomsten die worden gesloten met die kredietinstelling en moet je bij het afsluiten van een nieuwe rekening niets ondertekenen à Door de bepalingen uit het raamcontract zijn er geen bewijsproblemen § Als je een rekening wilt openen bij een financiële instelling waar je vooraf nog geen klant bent, dan kan het dat je de mogelijkheid hebt jezelf te identificeren met je elektronische identiteitskaart én door je geheime code in te geven à Zo maak je gebruik van een elektronische handtekening. Dan bevindt je je onder wat art. 4§4 van de wet van 9 juli 2001 bepaalt o Bewijsregelen verhinderen de facto elektronische totstandkoming § Artikel 1322, lid 2 BW § Artikel 4 §5 W. 9 juli 2001 § Artikel 4 §4 W. 9 juli 2001 • Artikel 1322, lid 2 BW o Elektronische gegevensverzameling o Toerekening o Behoud integriteit o Kan als handtekening worden beschouwd • Artikel 4 §5 W. 9 juli 2001 o Elektronische handtekening à Authenticatie o Kan niet als bewijsmiddel worden geweerd • Artikel 4 §4 W. 9 juli 2001 o Geavanceerde elektronische handtekening o Gerealiseerd op grond van gekwalificeerd certificaat o Aangemaakt met een veilig middel o Moet beschouwd worden als een handtekening
28
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Algemene bankvoorwaarden en bijzondere reglementen o Tegenwerpbaarheid § Algemene bankvoorwaarden zijn van belang voor de bepaling van de rechtspositie in de mate dat ze deel zijn geworden van het contract à Toepassen gemeen verbintenissenrecht § Voorafgaand aan het sluiten van het contract moet de cliënt (ongeacht of het gaat om een consument of handelaar) de redelijke mogelijkheid hebben gehad tot kennisname van die algemene voorwaarden + deze uitdrukkelijk of stilzwijgend aanvaarden § Ten aanzien van handelaar zal men sneller besluiten tot een mogelijkheid tot kennisname in vergelijking tot bij een consument o Gebruik van stijlclausules § Reële en virtuele wereld à In vele gevallen: door het plaatsen van uw handtekening (reële wereld) of door het aanvinken van een vakje (virtuele wereld) gaat men verklaren dat men kennis heeft genomen van de algemene voorwaarden en deze uitdrukkelijk aanvaardt. Deze verklaring is vaak in strijd met de realiteit. De rechtspraak aanvaardt tot op vandaag het gebruik van die stijlclausules omdat deze stijlclausules ofwel in overeenstemming zijn met de realiteit en je het echt hebt gelezen, ofwel dat je niet zo dom moet zijn te verklaren de algemene voorwaarden te hebben gelezen terwijl dat niet zo is § Wat men met die stijlclausules gaat doen is dus toepassing maken van de verklaringsleer à Men is verbonden omdat men verklaart verbonden te willen zijn. In ons recht passen we normaal de wilsleer toe. Dit is moeilijk te verklaren maar aanvaardbaar indien je het ziet alsof iemand bewust de gelding van algemene voorwaarden kan aanvaarden zonder te weten wat erin staat. Wanneer je een contract ondertekent waarbij je de algemene voorwaarden aanvaardt en je weet niet wat er in staat, dan aanvaard je eigenlijk het risico dat wat er in staat gevolgen gaat hebben op jouw rechtspositie o Impact artikel VI.83, 21° WER? § Deze bepaling verbiedt de bewijslast ten nadele van de consument om te keren. Naar mening van Steennot kan je met die bepaling eventueel een stijlclausule aanpakken à Als je kijkt naar de gemeenrechtelijke theorie met betrekking tot de verbindende kracht van algemene voorwaarden stelt men in het gemeen recht dat het aan de gebruiker van de algemene voorwaarde (de financiële instelling) is om te bewijzen dat aan de voorwaarden is
29
Privaat Bankrecht
§
JVD
2014-‐2015
voldaan (voorafgaandelijk redelijke mogelijkheid tot kennisname + aanvaarding) Met die stijlclausules laat men de consument verklaren dat hij de algemene voorwaarden heeft gelezen en ze aanvaardt, houdt zo’n verklaring geen omkering van de bewijslast in? Zo ja, is dat strijdig met art. VI.83, 21° WER. à Maar deze redenering is nog niet door rechtspraak aanvaard
•
Recht op een rekening? o Gemeen recht (als een niet-‐consument wenst over te gaan tot openen van een rekening) § Een van de essentiële principes in ons rechtssysteem is de contractsvrijheid à Men is vrij om al dan niet met een bepaalde persoon te contracteren. Dit principe geldt ook onverkort in relatie tussen financiële instelling en persoon die vraagt een rekening te openen à Niet alle auteurs aanvaarden dit principe, zij baseren zich o.a. op KB nr. 56 van 1967 dat strekt tot bevordering van gebruik van giraal geld, in art. 1 houdt dit de verplichting in voor elke handelaar om een zichtrekening te openen, dus als handelaar deze plicht heeft moet hij toch het recht hebben om een zichtrekening te openen, want als alle financiële instellingen hem weigeren, kan hij geen handelsactiviteit uitoefenen en dat is strijdig met principe van vrijheid van handel • Tegenargument à Volgens KB heeft elke handelaar verplichting een rekening te openen, maar hij kan dit doen zowel bij een kredietinstelling als bij B-‐Post, wat impliceert dat het feit dat een kredietinstelling weigert geen probleem is zolang men een rekening kan openen bij B-‐Post § Tweede argument à Financiële instelling heeft er geen belang bij om een onderneming te weigeren om een rekening te openen. Wanneer men zich ter goeder trouw gaat gedragen in het rechtsverkeer dan moet men eigenlijk wel de rekeningovereenkomst gaan sluiten. Men kan een rekening openen, maar bank is niet verplicht hieraan een kredietfaciliteit te verbinden § Opmerkingà In de praktijk is er nog nooit een zaak geweest waarbij een handelaar deze problematiek aankaart. Meeste banken weigeren geen rekening te openen voor een onderneming
30
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Instelling van een basisbankdienst (voortaan art.VII.57 ev. WER, voorheen wet basisbankdienst) § Consument à Art. I.1 WER (enkel natuurlijke personen die voor hoofdzakelijk privédoeleinden een rekening willen gaan openen) § Recht consument / verplichting kredietinstelling § Inhoud van de basis-‐bankdienst • Rekening + betalingstransacties (overschrijvingen, bankkaart) • Internationale overschrijvingen? à Vraag nog niet opgelost o Internationale overschrijvingen zijn voor kredietinstellingen duurder dan nationale overschrijvingen. Deze maken geen deel uit van het pakket volgens het meerderheid van de rechtsleer o Bepaalde auteur zegt dat een onderscheid gemaakt dient te worden tussen begunstigden in de eurozone (zouden wel tot pakket basisbankdienst behoren) en buiten de eurozone (zou hier niet toe behoren) à Ratio voor deze redenering is dat betalingstransacties binnen de eurozone niet meer mogen kosten dan binnenlandse transacties bij toepassing van een Europese verordening • Geen krediet o Er is niet geregeld in de wet wat er gebeurt als de kredietinstelling dit wel doet o De kredietinstelling kan in dit geval geen aanspraak maken op een debetrente (deze is zeer hoog), maar de vraag is of je verder kan gaan en zeggen dat het toegekende kredietbedrag een afgedwongen aankoop inhoudt dat niet moet worden terugbetaald door de cliënt à Deze stelling is enerzijds veel controversiëler en anderzijds moeilijker verdedigbaar § Kostprijs – Aantal verrichtingen • Dit pakket kost 12€ (geïndexeerd) en hiermee mag je een aantal verrichtingen stellen • Als men meer transacties stelt dan deze voorzien bij KB mag de bank die extra transacties aan hun normaal tarief aanrekenen
31
Privaat Bankrecht §
§ §
JVD
2014-‐2015
Beperkingen basis-‐bankdienst: • Geen basisbankdienst of betaalrekening • Geen andere rekening (met jaarlijks gemiddeld gecumuleerde creditsaldo > 6000 euro) o Het gaat om een andere rekening die geen betaalrekening (zichtrekening) is, dus een termijn-‐ of spaarrekening o Bij termijnrekening à Eenvoudig te bepalen want gewoon bedrag van termijnrekening en dit blijft hetzelfde gedurende hele jaar o Bij spaarrekening à Bedrag hierop kan fluctueren (Bv. op bepaald moment 5.000, dan 4.000, nadien 7.000). Feit dat op een bepaald ogenblik het bedrag op rekening 7.000 is, moet de basisbankdienst nog worden toegekend voor zover het creditsaldo gemiddeld genomen niet hoger is dan 6.000 o Effecten blijken hier niet onder te vallen, maar is niet geregeld à Bv. kasbon van 7.000 euro, maar geen spaar-‐ of termijnrekening à Dan heb je in principe nog recht op basisbankdienst, maar dit is niet logisch want termijnrekening of kasbon is economisch gezien hetzelfde Aanvraag • Verklaren dat je niet in het bezit bent van een basisbankdienst of een betaalrekening Weigering en opzegging • Zie beperkingen • Ook wanneer men zich schuldig maakt aan een aantal misdrijven waardoor je niet echt een betrouwbare klant zou zijn (misbruik van vertrouwen, oplichting, geld witwassen,…) • Mensen in een procedure collectieve schuldenregeling à Geen reden tot opzegging of weigering
32
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Verificatieverplichting o Deze verplichting vloeit zowel voort uit het gemeen recht (want niet-‐vervulling van die verplichting kan tot aansprakelijkheid leiden) als uit de witwaswetgeving o Dit houdt de verplichting in om over te gaan tot het verifiëren van de identiteit van diegene die een rekening wenst te openen. De schending van deze norm wordt op administratieve wijze gesanctioneerd à Als je uw cliënt niet voldoende gaat identificeren houdt dit een risico in voor de bank o Relevant feit à Waarde-‐transporten zijn, voor zover ze nog gebeuren, voorzien van een plofkoffer. Als er een overval is wordt het aanwezige geld besproeid met een vloeistof waardoor het niet meer bruikbaar is. Criminelen zijn erin geslaagd een techniek te ontwikkelen die ervoor zorgt dat ze deze vloeistof in belangrijke mate kunnen gaan verwijderen. Die briefjes (die eerst besproeid waren) zijn via een automatisch loket op een rekening gestort, vervolgens is iemand die sommen gaan afhalen in een bankkantoor (rekening geledigd) voordat de financiële instelling doorhad dat gestolen geld op de rekening werd gestort. Normaal kijk je dan wie de rekening heeft geopend, maar nu bleek dat de dief niet deftig was geïdentificeerd o Bank kan hiervoor aansprakelijk zijn ten opzichte van derden § Hypothese 1 à Openen van een rekening en vervolgens uitgeven van ongedekte cheques à Iemand opent een rekening met chequeboekje en verricht betalingen op een aantal plaatsen met een ongedekte cheque (is terug een strafrechtelijk misdrijf). Dit veronderstelt dat je weet wie die persoon was. Bank had de betrokken cliënt niet geïdentificeerd. Vraag was of de begunstigden die een ongedekte cheque hebben ontvangen de bank aansprakelijk kunnen stellen op basis van art. 1382 BW omdat ze haar identificatieverplichting heeft miskend. Rechtbank heeft deze vraag positief beantwoord (voor zover de bank een fout heeft begaan • Als de bank Bv. iemand heeft geïdentificeerd op basis van perfect vervalste documenten is dit geen fout § Hypothese 2 à Iemand ontving een betaling met een gekruiste cheque (dit houdt in dat ze enkel via een bankrekening kan worden geïnd, dat moet nu altijd zo, maar vroeger niet). Begunstigde wordt bestolen door een derde en die derde gaat met de gekruiste cheque naar een financiële instelling. Derde opent een rekening bij die instelling zonder daarbij daadwerkelijk geïdentificeerd te worden. Derde haalt rekening leeg en verdwijnt à Begunstigde zegt: fout van bank, bank werd aansprakelijk gesteld
33
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Gemeen recht § Identiteit § Bekwaamheid en bevoegdheid • Minderjarige o Wettelijke regeling uit 1958 voor spaarrekening (die wet bepaalt dat een minderjarige een spaarrekening kan openen maar die wet zegt niets over zichtrekeningen) • Huwelijk o Openen van een rekening o Alleenbestuur wordt vermoed o Kennisgeving o Witwaswetgeving (identificatieverplichting) § Reële wereld à Identificatieverplichting stelt in principe geen problemen als het gaat over een identificatie in de reële wereld (Bv. via bankkantoor: men vraagt uw elektronische identiteitskaart en daaruit haalt men uw gegevens) § Virtuele wereld (zie hierboven) • Het loutere feit dat een contract op afstand tot stand komt (hetzij elektronisch, hetzij via elektronische post), houdt geen vrijstelling in met betrekking tot de naleving van de identificatieverplichting uit witwaswetgeving à Risico is zelfs groter dan bij reële wereld • Elektronische identiteitskaart • Gekwalificeerd certificaat • Kopie van identiteitskaart o Controle van het adres o Circulaire in verband met hoe de identificatie op afstand moet geschieden § Eerste techniek à Identificeren op basis van elektronische identiteitskaart die wordt ingevoerd in een kaartlezer en de persoon eventueel gebruik maakt van een geheime code § Tweede techniek à Identificatie op basis van een gekwalificeerd certificaat (zie hierboven). Zo’n certificaat kan worden afgeleverd door elke erkende certificatiedienstverlener. Dit hoeft niet noodzakelijk een overheid of een financiële instelling te zijn. Dus in het kader van naleven van identificatieverplichting mogen banken nu vertrouwen op een identificatie verricht door een andere entiteit • Er zijn een aantal voorwaarden à Certificaat kan maar worden uitgereikt na een face to face identificatie. Dus je moet je fysiek aanmelden (dan kan je al beter gewoon naar de bank gaan)
34
Privaat Bankrecht §
JVD
2014-‐2015
Derde techniek à Kopie van identiteitskaart (want vaak heeft men geen kaartlezer of zo’n certificaat). Kopie volstaat om een rekening te openen, maar dit biedt dus niet veel garanties op vlak van controle van de identiteit van de betrokkene • Bijkomend probleem à Op de elektronische identiteitskaart staat nergens een adres (die staat wel op de chip) en bij toepassing van de witwaswetgeving moet dit adres worden gecontroleerd. Kredietinstellingen krijgen daarom toegang tot het rijksregister om uw adres op basis hiervan na te gaan. Personen die niet zijn ingeschreven in dat rijksregister zullen andere documenten naar voor moeten brengen om hun adres te staven (Bv. facturen van nutsbedrijven zoals gas, elektriciteit of water)
o Discussie in de rechtsleer à Is het louter niet respecteren van de regeling in de witwaswetgeving een civielrechtelijke fout die kan leiden tot aansprakelijkheid ten aanzien van derden? § Volgens sommigen is dit niet automatisch een fout omdat de witwaswetgeving van prudentiële aard is § Volgens anderen à Als u de witwaswetgeving miskent, levert dit bewijs van het feit dat u zich niet zorgvuldig hebt gedragen
35
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 2: Geldrekeningen §2. Informatieplichten, werking en sluiting Bijzondere precontractuele informatieverplichtingen Prijsaanduiding homogene financiële diensten Zichtrekening • Indien aan een zichtrekening een kredietmogelijkheid is verbonden dan moet men ook kijken naar de WMPC (mag ook boek VII zijn want zegt exact hetzelfde) • Boek VII WER (Betalingsdiensten) • Wet Consumentenkrediet à Boek VII WER (consumentenkrediet) Gereglementeerde spaarrekening • Enkel bijzondere regeling met precontractuele informatieverplichting indien het gaat om een gereglementeerde spaarrekening, dit wordt in de toekomst uitgebreid naar andere spaar-‐ en termijnrekeningen Contractsluiting op afstand / via Internet • Als contract op bepaalde wijze tot stand komt à Rekening houden met bepaalde informatieverplichtingen (Bv. op afstand, via internet, buiten verkoopruimte) • Overeenkomsten op afstand (Boek VI WER) • Diensten van de informatiemaatschappij (Boek XII WER) KB 23 maart 1995 (Prijsaanduiding homogene financiële diensten aan consumenten) • De KB’s genomen in uitvoering van vroegere wetgeving blijven gelden, tenzij deze in strijd zouden zijn met nieuwe wetgeving van het WER (dat is niet het geval met dit KB) • “Homogene financiële diensten” à Niet gedefinieerd in KB (in boek I.8 WER: enkel financiële diensten gedefinieerd) à Er wordt gewerkt aan een model waarin financiële diensten worden opgesomd. Men mag ervan uitgaan dat zicht-‐ spaar-‐ en termijnrekeningen, huren van een safe, briefwisseling, internationale betalingen, consumentenkredieten en hypothecaire diensten homogene financiële diensten zijn • Deze diensten moeten worden aangeboden aan de consument. Vraag is of het hier gaat om iemand die handelt voor uitsluitend niet-‐beroepsmatige doeleinden, of personen die hoofdzakelijk voor privédoeleinden handelen à Kijken naar het nieuwe consumentenbegrip, want oude werd opgeheven • “Verkoper van financiële diensten” à Onderneming die financiële diensten verstrekt (zicht-‐, spaar-‐ of termijnrekening)
36
Privaat Bankrecht • •
•
•
JVD
2014-‐2015
è Voor de tariefaanduiding wordt een onderscheid gemaakt tussen 3 hypothesen (1) Verkoop binnen de onderneming (met inbegrip van verkoop op beurs of salon) o Consument moet tarieven onmiddellijk en doorlopend kunnen raadplegen op een voor hem duidelijke en goed zichtbare plaats binnen de onderneming o Verplichte vermelding in een of meerdere prospectussen, die gratis en doorlopend ter beschikking liggen van de consument, en die door hem kunnen worden meegenomen zonder formaliteit of bijzonder verzoek van zijnentwege § è Ratio achter prospectus: Mensen moeten een informatieboekje kunnen meenemen uit bank en thuis rustig informatie vergelijken met deze van andere financiële instellingen. Zo wil men de concurrentie tussen banken bevorderen (2) Verkoop buiten de onderneming o Bv. Bij de consument thuis o Mededeling van het tarief wanneer aanbod wordt medegedeeld (3) Buiten de gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de verkoper en de consument o Ten laatste bij het sluiten van de overeenkomst moet tarief aan de consument worden medegedeeld o Het volstaat niet dat men de tarieven toont op zijn website, KB vereist mededeling en dat veronderstelt een actieve houding in hoofde van de onderneming à Kan via e-‐mail, maar kan ook dat men op een scherm de tarieven moet overlopen voordat men toestemming geeft
•
Tarieven moeten gedateerd en geactualiseerd worden o Gedateerd à Datum duidelijk maken o Geactualiseerd à strenger/soepeler naargelang gebruikte drager § Papieren drager à Moet niet continu veranderen à je moet de consument erop wijzen dat er eventueel wijzigingen zijn § Elektronische drager à Kan men eenvoudiger aanpassen à Moet up to date zijn
•
Vrije keuze van informatiedrager o Maar per dienst moet dezelfde drager gebruikt worden o Bv. informeren van consument over kosten van zichtrekening mag niet deels op papier zijn en deels elektronisch. Men mag wel info over zichtrekening elektronisch ter beschikking stellen, en info over spaarrekening via papier
37
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Verplicht gebruik van het model o Modelformulier zodat consument makkelijker kan vergelijken tussen financiële instellingen
Zichtrekening à Boek VII WER (betalingsdiensten) • Eenmalige betalingstransacties (Art. VII.7 WER) o Bepaalde informatie ter beschikking stellen o Overgrote meerderheid gebeurt wel in het kader van een ramcontract • Raamcontract (Art. VII.12-‐13 WER) o Informatie verstrekken o Voor consument gebonden is door overeenkomst of door aanbod § Uitzondering à Onmogelijk door gebruik communicatietechniek op afstand • Het is niet mogelijk voorafgaandelijk informatie te verstrekken als het contract via telefoon of sms wordt gesloten. Een sms kan als duurzame drager worden beschouwd, maar de informatie die opgenomen kan worden is beperkt o Papier of duurzame drager § Rechtspraak HvJ à Strikt beoordelen à Het is niet voldoende om de informatie toegankelijk te maken op de website, ook versturen van e-‐mail met daarin een hyperlink is niet voldoende à De info moet in de mail zelf vervat zijn § Zie H.v.J. 5 juli 2012, C-‐49/11, Content Services Ltd v Bundesarbeitskammer o Uitgebreide informatieverplichting (Art. VII.13 WER) § + Vermelding debetrentevoet in raamcontract bij overschrijding (Art. VII.12 §3, lid 2 WER) o Sanctionering (Art. VII.189 en VII.191 WER) § Als men als financiële instelling geen melding maakt van risico’s bij gebruik van een betalingsinstrument, voorzorgsmaatregelen (“schrijf nergens uw code op”) en aansprakelijkheid niet-‐toegestane betalingstransacties (Art. VII.189 WER), dan kan de betalingsdienstgebruiker niet aansprakelijk worden gesteld, zelfs niet bij grote fout of grove nalatigheid (Bv. noteren code op kaart) § Miskenning Art. VII.12, VII.13, 2° tot 6° WER (Art. VII.191 WER) • Opmerkingen o Sanctionering staat in WER ver weg van de inhoudelijke bepalingen à Wetgever wou alle sancties achteraan in boek VII opnemen
38
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Bewijs van het naleven van de informatieverplichting rust op de financiële instelling. Dit kan via het gebruik van een stijlclausule (Bv. informatie opnemen in algemene voorwaarden, consument moet dan aanduiden dat men deze ontvangen en gelezen heeft) o Regeling geldt in principe zowel ten aanzien van consumenten als professionele gebruikers. Echter kan men ten aanzien van professionelen de toepassing van deze informatieverplichtingen wegbedingen door voorafgaand aan het sluiten van contract een ander contract te sluiten waarin men bepaalt dat de precontractuele informatieverplichtingen niet van toepassing zijn
Spaarrekening à K.B. van 18 juni 2013 waarbij bepaalde informatieverplichtingen worden opgelegd bij de commercialisering van gereglementeerde spaarrekeningen (BS 8/7/2013) • Het gaat om een regeling die enkel geldt voor gereglementeerde spaarrekeningen = Spaarrekeningen die ten belope van een bepaald bedrag zijn vrijgesteld van roerende voorheffing betreffende de intrest • Document met essentiële spaardersinformatie bij commercialisering gereglementeerde spaarrekening aan niet-‐professionele cliënten o Vorm en inhoud volgens model o Papier, duurzame drager, website § Om de informatie te kunnen geven via de website • Moet passen in de wijze waarop men zaken doet à Wordt vermoedt te zijn voldaan wanneer de consument regelmatig toegang heeft tot internet o Bv. Wanneer een emailadres werd medegedeeld aan de bank (maar dat moet vaak verplicht worden medegedeeld aan de bank). Deze voorwaarde stelt in de praktijk dus geen problemen voor de financiële instelling • De cliënt moet daar uitdrukkelijk voor gekozen hebben, nadat hij de keuze heeft gekregen tussen elektronisch en papier • Adres van de website moet worden meegedeeld aan de consument o Niet-‐misleiden / Actualisering o Verantwoordelijkheid kredietinstelling o Goedkeuring door FSMA § A priori goedkeuring à De verantwoordelijkheid blijft echter berusten bij de betrokken financiële instelling § ≠ kwaliteitscontrole à Geen beoordeling kwaliteit spaarrekening of positie kredietinstelling § Enkel vermelding goedkeuring door FSMA toegelaten • Verkoopsbevorderende mededelingen o Telkens men reclame voert voor een gereglementeerde spaarrekening à Dan moet dit voorafgaand worden goedgekeurd door de FSMA
39
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Toekomst (12 juni 2015) à KB van 25/4/2014 betreffende bepaalde informatieverplichtingen bij de commercialisering van financiële producten aan niet-‐professionele cliënten (transversaal KB) • Verschil met transversaal KB betreft het toepassingsgebied à Betreft de commercialisering van financiële producten in het algemeen (alle rekeningen, behalve de zichtrekening want die heeft een eigen wettelijke regeling o Die regelen geldt voor het even welk financieel product dus ook wanneer het gaat om beleggingsinstrumenten en bepaalde verzekeringsproducten. Vandaar dat men spreekt over een transversaal KB o Financiële producten die worden aangeboden aan een niet-‐ professionele cliënt à Zijn dat consumenten, of is dat ruimer? à Het zou ruimer moeten worden ingevuld • Verstrekking van verplichte informatiefiche (model) o Voorafgaandelijk en gratis o Voornaamste kenmerken à Aard en risico’s § Niet-‐technische bewoordingen, begrijpelijk voor niet-‐ professionele cliënten § In principe niet langer dan 3 blz. / geprint § Spaarproducten: risicolabel • Risicolabel in die infofiche à Ziet er uit als een energielabel op een koelkast o A à Weinig risico o E à Bijzonder risicovol • Banken durven dat risico soms wat lager inschatten dan het in werkelijkheid is à Vandaar dat de wetgever het nodig vond om in te grijpen en de verschillende risico’s duidelijk af te lijnen à De kredietinstellingen mogen dus geen eigen label meer hanteren § Vermelding voorafgaandelijk goedkeuring door FSMA (geen beoordeling van de opportuniteit) § Actualisering via website o Wijze waarop informatiefiche verstrekt moet worden
40
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Overeenkomsten op afstand betreffende financiële diensten (Art. VI.54 ev WER) • Omzetting van Europese richtlijn met betrekking tot overeenkomsten op afstand inzake financiële diensten à Regeling is in heel Europa geharmoniseerd • Consument – aanbieder / onderneming o Aanbieder = Deze term wordt gebruikt voor de wederpartij van de consument à Waarmee hij een contract sluit en degene die juridisch verbonden is à Degene die de spaar-‐ of zichtrekening gaat aanbieden o Onderneming = Ook tussenpersonen die optreden in naam en voor rekening van de aanbieder worden als een onderneming beschouwd (dus: ruimer) • Initieel akkoord o Bijzondere regeling voor initieel akkoord (Bv. spaarrekening sluiten op afstand) en de daaropvolgende verrichtingen van dezelfde aard (Bv. betalingstransacties die binnen dezelfde zichtrekening gaan plaatsvinden) • Uitgebreide informatieverplichting • Voor consument gebonden is o Zichtrekening à Weinig problemen, want dan heb je de precontractuele informatieplicht à Die regeling houdt in dat men vooraleer de consument verbonden is info moet verstrekken o Spaarrekening (Bv. gereglementeerde) à In KB 2013 à Verplichting om document met essentiële spaardersinformatie te verstrekken op papier, maar eventueel ook op duurzame drager of via een website, mits bepaalde voorwaarden zijn vervuld § Vraag is hoe deze 2 categorieën van regelen zich verhouden ten opzichte van elkaar? à Dat KB kan geen afbreuk doen aan de regelen inzake overeenkomsten op afstand vervat in boek VI WER à Info moet dus sowieso op papier/ duurzame drager worden gegeven à Website volstaat niet § è Strengste wijze inzake informatieverplichting heeft voorrang • Papier / duurzame drager o Zie boven • Sanctionering o Beperkt o Mogelijkheid van kosteloze opzegging in bepaalde gevallen (dit voegt voor zichtrekeningen weinig toe, voor spaarrekeningen voegt dit ook weinig of niets toe) à Kan wel iets toevoegen voor termijnrekeningen, want dan kan je die zonder kosten opzeggen § Termijnrekening is contract van bepaalde duur dat in principe niet kan worden opgezegd, dus sanctie uit boek VI WER heeft wel enige impact
41
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Verkoop buiten de onderneming (Art. VI.64 ev WER) • Gezien in lessen EcoFin • De informatie moet in principe op papier worden verstrekt en enkel met instemming van de consument op een duurzame drager Diensten van de informatiemaatschappij • Gewoonlijk tegen vergoeding, op afstand, langs elektronische weg en op individueel verzoek (Art. I.18, 1° WER) o Gewoonlijk tegen vergoeding à Je zou kunnen zeggen ‘maar ik heb een zichtrekening waaraan geen kosten verbonden zijn’ à Dat valt ook onder het toepassingsgebied, want het gaat om ‘gewoonlijk’ tegen vergoeding en niet om het specifieke geval o Op individueel verzoek à Point to point § Bv. Termijnrekening à Dit is een dienst die wordt verstrekt aan de persoon die daarom verzoekt § Dit in tegenstelling tot Bv. Digitale tv (point to multipoint) à Dienst die tegelijk wordt gepresteerd aan een grote groep mensen • Bescherming niet beperkt tot consument o ßà Regels overeenkomsten op afstand beschermen enkel consumenten • Informatie die permanent beschikbaar moet zijn (Art. XII.6 WER) o Onderscheid tussen info die permanent toegankelijk moet zijn voor de afnemer en de toezichthoudende diensten en informatie die moet beschikbaar zijn als het contract effectief elektronisch wordt gesloten à Want dan gelden additionele informatieverplichtingen • Informatie indien contract elektronisch tot stand komt (Art. XII.7 WER) o Wordt het contract effectief elektronisch gesloten dan zijn er nog bijkomende informatieverplichtingen: § Informatie geven over de technische stappen die men moet volgen om het contract tot stand te brengen § De taal waarin het contract wordt gesloten § Wijze waarop invoerfouten worden gecorrigeerd § Wijze waarop het contract wordt gearchiveerd • Bevestiging van een langs elektronische weg geplaatst order (Art. XII.9 WER) o Elke order die geplaatst wordt langs elektronische weg moet zo spoedig mogelijk worden bevestigd door de onderneming à De ontvangstbevestiging is geen bevestiging van het aanbod, maar enkel dat men het aanbod gaat onderzoeken
42
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Cumulatieve toepassing? • Openen zichtrekening via Internet à Aan de zichtrekening is een kredietfaciliteit verbonden o Kredietfaciliteit = Geoorloofde debetstand op rekening in de zin van Art. 1,12° WCK / Art. I.9, 51° WER è Men kan onder 0 gaan § Terugbetaalbaar binnen de maand, binnen de drie maand, binnen meer dan drie maanden (Art. 3 §2 WCK / VII.3 §3 WER) • Geoorloofde debetstand terugbetaalbaar binnen een maand à Hiervoor moet geen informatie worden verstrekt • Geoorloofde debetstand terugbetaalbaar binnen 3 maand à Verplichting om een SECCI-‐light te verstrekken (SECCI waarin minder informatie moet worden opgenomen dan in een gewone SECCI) • Geoorloofde debetstand die terugbetaalbaar is over een periode van meer dan 3 maanden à SECCI met informatie verstrekken o Wet consumentenkrediet in Boek VII WER maakt onderscheid tussen § Geoorloofde debetstand enerzijds à Betreft het krediet waar je recht op hebt, je hebt het recht onder 0 te gaan § Overschrijding anderzijdsà Bank gedoogt dat je even onder 0 gaat zonder dat je hier eigenlijk recht op hebt o Vaststelling dat men niet voldoet aan de informatieverplichtingen met betrekking tot de SECCI(-‐light) is van belang omdat de regeling inzake consumentenkrediet bijzondere sancties bevat Herroepingsrecht Overeenkomst op afstand • 14 kalenderdagen Overeenkomst buiten de onderneming • 14 kalenderdagen Zichtrekening + krediet • Herroepingsrecht 14 kalenderdagen? • Als het niet op afstand gebeurt, noch buiten de onderneming à Dan heb je in principe geen herroepingsrecht, tenzij het gaat over een zichtrekening waaraan een geoorloofde debetstand is verbonden die niet binnen de 3 maand terugbetaalbaar is à Dan krijg je een herroepingsrecht op basis van de regelen voor consumentenkrediet o à Herroepingsrecht 14 kalenderdagen
43
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Boeking in rekening Debitering en creditering Tegenboeking • Wanneer een bepaald bedrag per vergissing op uw rekening werd gestort à Dan heeft de bank het recht om, indien het in de algemene voorwaarden staat, wat onverschuldigd is betaald, tegen te boeken Boeking onder voorbehoud Rekeninguittreksels Verplichting om rekeninguittreksels ter beschikking te stellen? Inhoud • Gemeen recht • Bijzondere regelgeving (Art. VII.18-‐19 WER) Protesteren van rekeninguittreksels • Verrichting die niet correct is à Bv. Rekening wordt gedebiteerd met een bedrag waartoe je geen opdracht hebt gegeven (vergissing van de bank of niet toegestane transactie) • Omkering bewijslast • Aanvaarding van de verrichting • Impact Art. VII.33 WER o Men moet onverwijld protsteren en uiterlijk binnen een termijn van 13 maanden § Termijn kan worden ingekort ten aanzien van niet-‐ consumenten o De Belgische wetgever heeft deze regel gewoon overgenomen van de richtlijn gebaseerd op maximale harmonisatie o Probleem als je niet onverwijld overgaat tot het protesteren van een verrichting, maar wel binnen de 13 maanden à Geen eenduidig antwoord § Volgens prof en anderen à In deze situatie ontstaat er een omkering van de bewijslast à Er ontstaat een vermoeden dat het gaat om een correct geregistreerde verrichting, maar als consument heb je de mogelijkheid dat vermoeden te weerleggen door bewijs te leveren dat het gaat om Bv. een verrichting waar jij niet de opdracht toe hebt gegeven § Dus zolang die termijn van 13 maanden niet is verstreken kan je protesteren, maar men draait bewijslast wel om § Deze stelling sluit aan bij datgene wat werd aanvaard in het gemeen recht, voor de wet betalingsdiensten o Je kan verrichting niet meer protesteren als je dit niet doet binnen een termijn van 13 maanden, die termijn is een vervaltermijn
44
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Eenzijdige wijziging overeenkomst Heeft men de mogelijkheid om in de algemene voorwaarden te bepalen dat men deze eenzijdig kan wijzigen? à Onderscheid maken op basis van soort rekeningovereenkomst en het al dan niet bestaan van bijzondere wetgeving
Gemeen recht à Theorie partijbeslissing • Als boek VI, noch boek VII gelden à Gemeen recht à Theorie partijbeslissing à Men kan zich het recht voorbehouden een contract eenzijdig te wijzigen (partijbeslissing), deze wijzigingen kunnen marginaal getoetst worden door de rechter. Hij kan nagaan of de contractspartij die zich dit recht voorbehoudt en dit ook uitoefent zich niet op een kennelijk onredelijke wijze gedraagt à Men gaat na of een partij haar eenzijdig wijzigingsrecht heeft misbruikt
Gemeen consumentenrecht (Art. VI.83 WER) • Overeenkomst onbepaalde duur o Bv. bij spaarrekening à Als het gaat om contract met consument à Wijzigingen zijn mogelijk maar deze moeten voorafgaandelijk ter kennis gebracht worden van de consument, hij moet over een redelijke termijn en een kosteloos opzeggingsrecht beschikken • Overeenkomst bepaalde duur o Bv. Termijnrekening à Wijzigingen zijn niet mogelijk • Uitzondering à Rentewijziging
Betalingsdiensten: Art. VII.15 WER (zichtrekening) • Zichtrekening met kredietfaciliteit à Is kredietovereenkomst dus je moet deze regeling respecteren à Voorafgaandelijk moet de betalingsdienstgebruiker op de hoogte gebracht worden van de wijziging, de betalingsdienstgebruiker verkrijgt ook het recht de overeenkomst kosteloos op te zeggen • Maar er is een verschil o In boek VI à Redelijke termijn o In boek VII à Wetgever heeft die redelijke termijn bepaalt à Het moet 2 maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wijziging ter kennis worden gebracht van de consument à Sluit sterk aan bij de regeling die geldt inzake de spaarrekening • Regeling betalingsdiensten gelden ook ten aanzien van niet-‐consumenten, tenzij ze is wegbedongen è Dwingend ten aanzien van consumenten, suppletief ten aanzien van niet-‐consumenten
Consumentenkrediet: Art. 30 WCK • Geen wijziging à Elek wijziging is verboden à Zelfs een wijziging in gemeenschappelijk overleg van de partijen o Men dient telkens een nieuwe overeenkomst te sluiten en alle precontractuele informatieplichten moeten opnieuw gerespecteerd worden • Behalve rentevoet en kosten geldafhaling • Art. VII.86 WER à Bepaalt dat een kredietgever zich niet het recht kan voorbehouden om een overeenkomst eenzijdig te wijzigen
45
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Interesten Berekening rente • 360 dagen o Gebruik (erkend door Cassatie) à Voor de berekening van interesten gaan we ervan uit dat een jaar maar 360 dagen telt o Dit kan aan de kant geschoven worden door bijzondere wetgeving dat Bv. bepaalt dat de berekening wel moet geschieden op basis van het effectief aantal dagen in een jaar (Bv. in de regeling inzake consumentenkrediet is dit bepaald à Dan moet je wel uitgaan van een jaar van 365 dagen) • Staffelmethode o Interesten worden berekend via deze methode (niet verder op ingegaan) Kapitalisatie van interesten • Artikel 1154 BW o In principe is kapitalisatie van interesten niet toegelaten à Verbod van anatocisme è Interest op interest is verboden, tenzij onder strikte voorwaarden: § Interesten zijn reeds een jaar verschuldigd § Zijn vervallen § Waarvoor er een bijzondere overeenkomst tot kapitalisatie is gesloten • Rekening-‐courant o Men wijkt af van het principe van Art. 1154 BW à Dit is een gebruik contra legem à Kapitalisatie van interesten is toegelaten tijdens de looptijd van de rekening-‐courant • Sluiting van de R/C • Zichtrekening? o Vraag is of het gebruik van R/C-‐verhouding ook kan bestaan ten aanzien van de zichtrekening, want debet-‐interesten kunnen oplopen bij een zichtrekening à Als je onder 0 gaat, gaat je dat wat kosten (hoge interest) § Bepaalde auteurs waren van mening dat afwijkingen van Art. 1154 restrictief moeten geïnterpreteerd worden à Dus kan niet voor zichtrekening § Andere auteurs à Zichtrekening werkt op gelijkaardige manier als R/C, dus dat gebruik kan ook hier worden toegepast o è Brussel 9 februari 2007 à Voor de zichtrekening geldt het gebruik contra legem ook
46
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Rentevoet • Gemeen recht o Partijen kunnen dit onderling gaan bepalen volgens het gemeen recht à Creditrente of debetrente wanneer de rekeninghouder in een debet positie zal terechtkomen • Bijzondere regelgeving o Art. 1907 BW § Als men te maken heeft met een lening à Rentevoet wordt bij overeenkomst bepaald, zo niet moet men toepassing maken van de wettelijke interest (2,5%) § Ook wordt bepaald welke schadevergoeding verschuldigd is indien een lening te laat wordt terugbetaald (lid 3) à Vergoeding mag maximaal 0,5% per jaar bedragen § Stel dat de debetrente 6,5% bedraagt, dan mag bij een laattijdige betaling die 6,5% verhoogd worden met een halve procent, wat een percentage van 7% oplevert à In plaats van de conventionele rente ga je dus een hogere rente toepassen § Voor het overige bepaalt de rechtspraak dat er geen bijkomende moratoire interest mag worden aangerekend o Art. 1907 ter BW (lening op interest) § Bevat een verbod op woeker à Opdat er sprake is van woeker moet aan 2 voorwaarden zijn voldaan • De kredietverlener/ontlener moet misbruik maken van de inferioriteit (zijn behoefte, onwetendheid of diens harttochten) van de wederpartij • Men gaat een rentevoet bedingen die hoger is dan de normale marktrente en de dekking van het risico = Men gaat een hogere rente vragen voor de vergoeding van het risico dat men neemt à Als de ontlener een hoog risico inhoudt, dan kan een risicovergoeding worden gevraagd § à Als er sprake is van woeker kan de rechter de bedongen interestvoet reduceren tot de wettelijke o è Art. 1907 en 1907ter BW à Enkel van toepassing op de lening op interest, dus deze kan je niet toepassen op elke kredietovereenkomst (met daarin begrepen kredietfaciliteit verbonden aan een zichtrekening, dan gaat het om een kredietopening) § In het kader van geldrekeningen mag men Art. 1907 en 1907ter BW dus vergeten à Maar het zijn wel zeer belangrijke bepalingen voor de leningen op interest
47
Privaat Bankrecht §
§
JVD
2014-‐2015
Rechter heeft de mogelijkheid om de overeenkomst te herkwalificeren wanneer uit de feiten blijkt dat het om een lening gaat en niet om een kredietopening • Niet over de situatie waarbij een krediet is verbonden aan een zichtrekening, dit is sowieso een kredietopening, dus dan kan men met Art. 1907 niets doen • In de praktijk zien we dat kredietgever interesten op lening soms wilt onttrekken aan deze regelen door de overeenkomst een kredietopeningsovereenkomst te gaan noemen à De rechter is niet gebonden door de gebruikte terminologie Zaak HvB 2009 à Overeenkomst (“kredietopening”) waarbij om de zoveel tijd een aantal bedragen ter beschikking werden gesteld van de kredietnemer. Kredietgever argumenteert dat het een kredietopening is aangezien het kredietbedrag bij aanvang niet in 1x ter beschikking wordt gesteld, maar in verschillende keren ter beschikking wordt gesteld van de kredietnemer. Kredietnemer zegt: geen kredietopening maar wel een lening op interest aangezien (1) de terugbetaling periodiek dient te geschieden (overeenkomst bepaalt ab initio welke bedragen wanneer terugbetaald moeten worden) (2) kredietbedragen die men heeft verkregen zijn niet weder opneembaar (bij kredietopeningen: revolving karakter = Bedragen die zijn opgenomen kunnen eens ze terugbetaald zijn opnieuw worden opgenomen zolang men het contractueel vastgestelde plafond gaat respecteren) (3) de terbeschikkingstelling van de bedragen en de terugbetaling van het kapitaal en de interesten waren vooraf bepaald HvB Brussel oordeelt à Het feit dat het kredietbedrag in verschillende keren ter beschikking wordt gesteld, levert geen bewijs van het bestaan van een kredietopening. Het hof gaat kijken hoe de terbeschikkingstelling en de terugbetaling diende te gebeuren à Moest op vaste tijdstippen dus = lening op interest • Gevolg à Art. 1907 BW (verhoging halve procent) kon worden toegepast
48
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Wet Consumentenkrediet / Boek VII WER § Begrenzing JKP • Mag niet hoger zijn dan een bepaald maximum dat bij KB is vastgesteld à Men moet in eerste instantie nagaan wat de totale kosten zijn van het krediet, die worden uitgedrukt in een percentage op jaarbasis à Dit percentage verschilt naargelang o Vorm van kredietovereenkomst à Hierbinnen nog onderscheid naargelang je een kaart nodig hebt om die kredietopening te gebruiken, dan wel dat de kredietopening niet gepaard gaat met het verstrekken van een kaart o Bedrag van het krediet • Er zijn weinig kredietgevers waarbij het toepasselijk JKP hoger is dan het maximaal JKP à Het kan wel zijn dat voor een bepaalde kredietvorm het maximaal JKP 13,5% is, en in het contract spreekt men een JKP af van 13,45% à Dit is geen probleem want lager dan maximaal toegelaten JKP à Dit wordt berekend in functie van de totale kosten van het krediet • In praktijk stelt men wel eens vast dat een kredietgever ‘vergeet’ een bepaalde kost op te nemen in die totale kosten, wat zijn weerslag heeft op het jaarlijks kostenpercentage. Als je die kost wel mee in die berekening zou nemen zou je Bv. uitkomen op 13,55% en dan is er wel een overschrijding van het maximaal toegelaten JKP • è Civielrechtelijke sanctie à Verplichtingen van kredietnemer worden van rechtswege gereduceerd tot het ontleende bedrag met het behoud van betaling in termijnen à Overschrijding van maximaal toegelaten JKP heeft tot gevolg dat kredietgever gratis krediet geeft (kredietnemer moet wel kapitaal terugbetalen maar geen rente/kosten betalen) §
Wijziging debetrentevoet • Wet consumentenkrediet Art. 30/ Art. 80 WER à Dit is belangrijk voor kredietopeningen omdat deze in de regel van onbepaalde duur zijn. Een wijziging van debetrentevoet moet in principe voorafgaandelijk ter kennis worden gebracht • Hierop bestaat een uitzondering à Wanneer de wijziging het gevolg is van de toepassing van een referentierentevoet die ter kennis is gebracht van het publiek en waarvan de nieuwe
49
Privaat Bankrecht
JVD
•
•
•
2014-‐2015
referentierentevoet beschikbaar is in gebouwen van de bank Er wordt in een bescherming voorzien à Als de nieuwe rentevoet meer dan 25% hoger is dan de oorspronkelijke rentevoet, dan wel dan de voorheen toegepaste rentevoet, dan heeft de kredietnemer de mogelijkheid om op te zeggen Bv. Debetrente stijgt van 10 tot 11%, dan is deze bepaling niet van toepassing à Als bij een 2e wijziging de debetrente stijgt naar 12,5% dan is die 25% hoger dan de oorspronkelijke waardoor de bepaling toepassing vindt o Als oorspronkelijke debetrente 11% is, dan verlaagd wordt naar 10%, en dan terug 12,5%: ook toepassing van de regel Het opzeggingsrecht heeft maar een beperkte meerwaarde voor de consument o Bij overeenkomsten van onbepaalde duur à Altijd mogelijkheid om op te zeggen, meerwaarde is enkel dat je geen opzegtermijn moet respecteren o Bij overeenkomsten van bepaalde duur à Je krijgt ook een opzegrecht, maar bescherming is relatief beperkt, opzegging van kredietopening betekent dat je het debetsaldo dat op dat moment aanwezig is, in 1 keer moet terugbetalen
o Artikel VI.83, 2° en 3° WER (wijziging rentevoet) § Voor spaarrekeningen moet je met deze artikelen rekening houden (boek VI: consument moet altijd het recht hebben om een spaarrekening op te zeggen) § De verkoper van financiële diensten kan zich het recht voorbehouden om de rente eenzijdig te wijzigen wanneer ze beschikt over een geldige reden à Wijzigingen moeten ter kennis worden gebracht van de consument, maar dat moet niet voorafgaandelijk gebeuren, consument heeft het recht om dan op te zeggen § Maar deze regel bestaat al met betrekking tot contracten van onbepaalde duur (spaarrekeningen) en termijnrekeningen à Eigen aan termijnrekening is dat het een contract is met een bepaalde rentevoet, men gaat dit dus nooit doen omdat het onverenigbaar is met de aard van deze financiële dienst § è Dus regeling inzake onrechtmatige bedingen voegt hier weinig aan toe
50
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Bijzondere regeling betalingsdiensten (wijziging rentevoet) § Art. VII.15 WER à Het gaat over de rente bij een zichtrekening waaraan geen kredietfaciliteit is verbonden en dus voor zover deze niet onder de toepassing valt van de bijzondere regelen inzake consumentenkrediet (als aan zichtrekening wel een kredietfaciliteit verbonden is) § De rente kan eenzijdig gewijzigd worden voor zover men zich dat recht heeft voorbehouden in het raamcontract, en voor zover dit gesteund is op de toepassing van een referentierentevoet
Gereglementeerde spaarrekening • Voor niet-‐gereglementeerde spaarrekeningen à Geen regelen voor bepaling van de rentevoet (alleen regelen voor wijziging rentevoet met betrekking tot consumenten) • Voor gereglementeerde spaarrekening wel (heeft te maken met vrijstelling van roerende voorheffing van de interesten die men verkrijgt) à Om vrijstelling te kunnen genieten moet men aan een aantal voorwaarden voldoen, die voorwaarden hebben onder andere betrekking op de rentevoet • KB 21/9/2013 tot wijziging van het KB/WIB 92 o Getrouwheidspremie à 4 keer per jaar uitbetaald § Stel dat men op 1/02/2012 10.000 euro stort, dan was de getrouwheidspremie verworven op 31/01/2013, maar dan wordt ze pas betaald op 1/01/2014 à Nieuwe regeling zorgt ervoor dat de getrouwheidspremie kan worden uitbetaald op 1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober à Dus in het voorbeeld op 1 april 2013 o Beperking van de voorwaarden om hoger rendement te verkrijgen § Nieuwe klanten / vers geld (niet) • Verbod om verschillende rentevoet in te passen tussen oude en nieuwe klanten of voor zogenaamd vers en oud geld dat reeds bij de bank was geplaatst § Minimumkapitaal (wel) • Basisrendement is 1,5%, maar als je 100.000 op uw spaarrekening plaatst bieden wij u 1,75% à Dit mag • Begrenzing rentevoeten o Basisrente à Maximaal 3% (tenzij ECB-‐rente hoger is) § Wordt door geen enkele bank vandaag aangeboden o Getrouwheidspremie à Min. 25% van aangeboden basisrente, max. 50% wettelijk toegestane basisrente § Dus nooit hoger dan 1,5% à Zoniet kan men van het fiscaal gunstig regime geen gebruik maken
51
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Valutadatum Omschrijving (Art. I.9, 18° WER) • De datum waarop een bepaald bedrag hetzij rente begint op te brengen, hetzij eindigt rente op te brengen o Storting gelden à Valutadatum bepaalt wanneer de gelden rente beginnen op te brengen o Debitering rekening/afhaling gelden à Valutadatum bepaalt wanneer de gelden ophouden rente op te brengen Toepassing • Betalingsverrichtingen (Art. VII.47 WER) o Debitering § Bv. Overschrijving doen naar iemand § Valutadatum is de datum waarop de debitering plaatsvindt, als je op zondag met uw kaart gaat tanken wordt dit meteen gedebiteerd en is de valutadatum ook die zondag o Creditering § Bv. Overschrijving ontvangen van iemand § Valutadatum is de werkdag waarop de rekening wordt gecrediteerd à Als je een geldbedrag ontvangt op maandag is de valutadatum maandag, als je een geldbedrag op zondag ontvangt, is de maandag valutadatum • Stortingen (Art. VII.46 WER) o Hier onderscheid maken § Storting door consument à Valutadatum is datum waarop de bank het geldbedrag ontvangt (Bv. dag waarop je het overhandigt aan de bank of wanneer je de gelden in de bankautomaat steekt) § Storting door niet-‐consument à Valutadatum kan worden uitgesteld tot de eerstvolgende werkdag (minder gunstige regeling omdat wetgever dacht dat professionelen eventueel kunnen overeenkomen met bank dat valutadatum de datum van storting zal zijn) Cheques • Valutadatum à 3 dagen na overhandigen van de cheque zal het bedrag rente opbrengen voor zover uw rekening niet opnieuw wordt gedebiteerd
52
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Compensatiebedingen Bedingen van eenheid van rekening • = Verschillende rekeningen worden beschouwd als boekhoudkundig onderdeel van 1 rekening Compensatiebedingen • Compensatiebedingen = Bedingen die voorzien in schuldvergelijking à Een kredietinstelling kan dan ten aanzien van een consument overgaan tot schuldvergelijking à Deze zijn in het voordeel van de bank • Bv. X heeft 2 rekeningen à Rekening A met een debetsaldo van 1500 € en rekening B met een creidtsaldo van 100 € à De bank vreest dat ze het debetsaldo niet meer zal kunnen recuperen en X ontvangt 2000 € van een derde à De bank kan dat geld aanwenden om zijn debetsaldo aan te zuiveren à Indien X failliet wordt verklaard dan moeten financiële instellingen daar geen rekening mee houden omdat de wetgever hen beschermt via de wet finainciële zekerheden die een bijzondere regeling bevat omtrent de tegenwerpelijkheid van een nettingovereenkomst (overeenkomst die voorziet in schuldvergelijking) • Quid bij faillissement? o Vraag is of de bank zich ook op schuldvergelijking kan beroepen als een handelaar failliet wordt verklaard à Kredietinstelling moet geen rekening houden met beperkingen uit het faillissementsrecht want via de wet financiële zekerheden is er een bijzondere regeling met betrekking de tegenwerpbaarheid van nettingsovereenkomsten à Als X failliet wordt verklaard à Schuldvergelijking na faillissement wordt normaal aan banden gelegd o Nettingovereenkomst § = Overeenkomst die voorziet in schuldvergelijking à Is tegenwerpbaar in een faillissement § Tijdstip sluiten overeenkomst è Moet ontstaan zijn voor de faillietverklaring § Schuldvordering moet bestaan op tijdstip van insolventie è De schuldvordering en schuld die het voorwerp hiervan uitmaken moeten bestaan voor de faillietverklaring • Quid bij gerechtelijke reorganisatie? o Wanneer een onderneming in moeilijkheden is kan ze vragen om toegelaten te worden tot gerechtelijke reorganisatie à Gevolg à Moratorium met bescherming tegen schuldeisers en bedoeling is om over te gaan tot een collectief, minnelijk akkoord o Die schuldvorderingen in de opschorting zijn degene die reeds bestonden voor de opschorting o Nieuwe schuldvorderingen ontstaan tijdens de opschorting en maar schuldvergelijking wanneer verknocht
53
Privaat Bankrecht
•
2014-‐2015
o è Schuldvergelijking tussen schuldvorderingen in de opschorting en nieuwe schuldvorderingen à Verknocht § Schuldvorderingen in de opschorting = Schuldvorderingen die reeds bestonden op ogenblik dat ze toegelaten worden tot gerechtelijke reorganisatie § Nieuwe schulden = Schulden die ontstaan Bv. tijdens dat moratorium • à Schuldvergelijking is slechts mogelijk als deze 2 samenhangend zijn
JVD
Quid collectieve schuldenregeling? o Gemeen recht § Het gemeen faillissementsrecht blijft gelden à Schuldvergelijking is echter niet uitdrukkelijk verboden maar er is een bijkomende voorwaarde à Schuld en schuldvordering dienen verknocht te zijn § Nauwe samenhang à Betwiste vraag à Bedongen connexiteit? • Kan de connexiteit worden bedongen in de algemene voorwaarden, Bv. alle vorderingen en schulden die bank en cliënt hebben zijn verknocht? o Verenigbaarheid met regelen onrechtmatige bedingen uit Boek VI WER? § Testaankoop à Vordering tegen Dexia omdat talrijke bedingen onrechtmatig waren à 1 van de bedingen waarover het ging was een compensatiebeding waarin stond dat de bank zich naar believen kon beroepen op het compensatiebeding (grote discretionaire bevoegdheid in hoofde van kredietinstelling die zich al dan niet op dit beding kon beroepen) § Hof van beroep van Luik oordeelt dat dit impliceert dat de consument niet de beslissing kan nemen zich al dan niet op een compensatiebeding te beroepen à Dergelijk compensatiebeding creëert een kennelijk onevenwicht tussen rechten en plichten van partijen en is dus een onrechtmatig beding o è Hieruit mogen we niet afleiden dat alle compensatiebedingen onrechtmatig zijn à Als beide partijen gelijke rechten hebben aangaande de toepassing van het compensatiebeding is er eigenlijk geen probleem
54
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Beslag op een bankrekening
Beslag onder derden • Betekenen op maatschappelijke zetel à Als een rekeninghouder schulden heeft, kan men overgaan tot beslag onder derden met het oog op de betaling van de schuldeisers à Je moet een deurwaardersexploot houdende beslag gaan betekenen aan de bank à Je kan dat betekenen aan een bankkantoor maar dan wordt alleen beslag gelegd op de tegoeden op die specifieke bank, dus beter aan de maatschappelijke zetel
Gevolgen van het beslag (vanaf ontvangst exploot) • Verklaring van derde-‐beslagene o Aangegeven ten belope van welk bedrag de rekeninghouder beschikt bij die bank o Sanctie à Aansprakelijkheid bank voor de bedragen waarvoor beslag is gelegd • Geen gelden meer uit handen geven o Vanaf het ogenblik dat men de akte houdende beslag ontvangt, mag de bank geen gelden meer uit handen geven
Voorwerp van het beslag • Creditsaldo onder voorbehoud van de lopende verrichtingen o Opgeloste vraag uit het verleden à Bedraagt het bedrag de rekening zelf dan wel het creditsaldo op de zichtrekening aanwezig? § Stel vandaag 2 maart ontvangt de bank een akte houdende beslag. Op 6 maart wordt er een bedrag gecrediteerd op de beslagen rekening. Wanneer beslag betrekking heeft op de gehele rekening als dusdanig, dan zou dat bedrag van 6 maart eveneens onder het beslag vallen, want de volledige rekening is beslagen § Maar als men het beslag enkel laat gelden op het creditsaldo, dan zullen de bijgestorte gelden (die enkele dagen later worden gestort) niet beslagen worden en kunnen deze later ontvangen gelden worden vrijgegeven § è Vandaag heeft het beslag betrekking op het creditsaldo dat op het ogenblik van beslag aanwezig is § è Nuance onder voorbehoud van de lopende verrichting à In bepaalde hypothesen is een bedrag nog niet geboekt op de rekening (niet gecrediteerd) maar is het betrokken bedrag al bestemd om op die rekening te worden gecrediteerd à Stel dat 1 maart de rekeninghouder naar de bank is gegaan en een wisselbrief ter incasso heeft aangeboden. Wanneer de bank de opdracht heeft gekregen om dat bedrag op de rekening te gaan plaatsen dan gaat men dit zien als een lopende verrichting en zal dit wel worden opgenomen in het creditsaldo omdat het bedrag op het ogenblik van het beslag reeds bestemd was om op de rekening te worden gecrediteerd • Vers geld
55
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Toepassingen: • Overschrijving o Beslag op rekening van de opdrachtgever § Mag een kredietinstelling nog een overschrijvingsopdracht gaan uitvoeren nadat zij een akte houdende beslag heeft ontvangen? § Stel dat deze ochtend om 9 uur mijn financiële instelling een akte houdende beslag heeft ontvangen waarbij schuldeisers beslag leggen op mijn rekening à Dan mag de bank niet toelaten dat ik straks nog een storting ga doorvoeren à Bank mag niets uit handen geven à Ook niet indien de bank vaststelt dat de rekeninghouder kort daarvoor nog een bevel tot overschrijving heeft gegeven § Is de rekening reeds gedebiteerd voorafgaand aan de ontvangst van de akte, dan kan dit wel worden uitgevoerd § Tijdstip van betaling (creditering rekening begunstigde) is hier dus niet van belang à Door de technologische ontwikkeling is deze tijd vaak beperkt o Beslag op rekening van de begunstigde § Indien de overschrijving reeds helemaal is uitgevoerd en het bedrag aanwezig is op de rekening van de begunstigde kan daar beslag op worden gelegd § Cassatie à Situatie waar rekening van de bank van de begunstigde is gecrediteerd, maar nog niet de rekening van de beslagene zelf à Ondanks het feit dat de rekening van de begunstigde nog niet daadwerkelijk was gecrediteerd, bestaat er in hoofde van die bank een afdrachtsverplichting vanaf het ogenblik dat de rekening van de bank van de begunstigde is gecrediteerd § De begunstigde heeft vanaf het ogenblik van de creditering van de rekening van de bank een vordering op zijn bank à Het Hof van Cassatie maakt toepassing van de regel “het beslag treft het credtisaldo onder voorbehoud van de lopende verrichting” à Het bedrag is reeds bestemd om op de rekening van de begunstigde te worden geboekt § Belang rechtspraak moet genuanceerd worden vandaag à Er verstrijkt nu nog nauwelijks tijd tussen debitering en creditering • Betaling bancontact o Als de bank de akte heeft ontvangen van het beslag mag de bank de rekening niet meer debiteren à Bij beslag moet de bank ervoor zorgen dat de bancontactkaart wordt geblokkeerd o Stel dat men nog gelden kan afhalen, dan miskent de bank haar verplichting om het geld niet uit handen te geven à Indien de rekeninghouder er nog zou in slagen om een betaling te verrichten mag de bank de rekening niet meer debiteren en bovendien moet de begunstigde van die betalingstransactie een garantie ontvangen dat zijn rekening gecrediteerd zal worden à De bank kan zich niet
56
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
beroepen op een beslag om te weigeren de rekening van de begunstigde/ betrokken handelaar te crediteren à Wanneer de terminal zegt dat de transactie ok is, dan verkrijgt de begunstigde een absolute zekerheid dat zijn rekening gecrediteerd zal worden en blijven •
Betaling kredietkaart o Een kredietkaart is op een ander manier verbonden aan de zichtrekening o Bancontactkaart is onmiddellijk gelieerd en leidt tot quasi onmiddellijke debitering van de zichtrekening o Bij een kredietkaart kan er een termijn tussen zitten vooraleer de rekening daadwerkelijk wordt gedebiteerd à Voor de debitering moet men niet kijken naar het gebruik van de kredietkaart, maar wel naar de domiciliëring. Is er reeds beslag gelegd op de zichtrekening op het ogenblik dat de rekening moet worden gedebiteerd, dan kan deze domiciliëring niet meer plaatsvinden o Als een kredietkaart nog wordt gebruikt dan verkrijgen de handelaars de zekerheid dat hun rekening zal worden gecrediteerd à Dit is een zwaar risico dat op banken rust.
Beperkte beslagbaarheid van bepaalde bedragen op zichtrekening • Inkomsten uit loon en vervanginkomsten zijn slechts ten belope van een bepaald bedrag beslagbaar à Bepaalde bedragen zijn beschermd tegen beslag • Wat gebeurt er met je gelden op het ogenblik dat deze op je zichtrekening worden gestort? à Deze vermengen zich met andere gelden, en verliezen de bescherming. De wetgever heeft dit probleem willen oplossen door een beperkte beslagbaarheid van bepaalde bedragen op zichtrekeningen à De begrenzing van de beslagbaarheid werd ook van toepassing verklaard op de gelden op de zichtrekening à De werkgever moet een code vermelden bij het betalen van het loon zodat die gelden kunnen worden geïndividualiseerd en de bescherming uitwerking kan behouden o Bv. €900 loon wordt gestort op je zichtrekening à Dit is volledig beschermd tegen beslag. Indien dit bedrag 10 dagen later nog steeds op de rekening staat, dan moet men dit gaan herleiden tot €600 à 1/3 van het bedrag is niet meer beschermd omwille van het feit dat men deze bescherming proportioneel moet toepassen met de tijd (veronderstelling dat er 30 dagen in een maand zijn) Beslag en schuldvergelijking • De bank kan zich ten aanzien van de beslaglegger beroepen op het compensatiebeding los van faillissement à De wet financiële zekerheden biedt hetzelfde voordeelregime aan kredietinstellingen • De bank kan een credit-‐ en debetsaldo eerst met mekaar compenseren, en ten belope van de rest mag ze het bedrag niet uit handen geven
57
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Beslag en gerechtelijke reorganisatie • In de fase van de opschorting kan er geen enkele schuldeiser maatregelen van beslag leggen Bijzondere gevallen: • De gezamenlijke rekening o Stel dat beslag wordt gelegd op deze rekening, treft het dat dan een deel of de volledige rekening? à Behoudens in het geval dat de bank de interne deelgerechtigheid van de rekening kent, dan treft het beslag het volledige creditsaldo van de rekening à De rekeninghouder die niet de beslagene is kan wel natuurlijk zijn deel van de rekening gaan revindiceren, maar de bank mag niets meer uit handen geven • De kwaliteitsrekening à Pas wanneer de gelden door de economische eigenaar worden gerevindiceerd, dan mag de bank de gelden vrijgeven
58
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Sluiten van de rekening Onvrijwillige beëindiging • = De beëindiging door externe omstandigheden (minstens niet gewilde situaties) • Faillissement versus gerechtelijke reorganisatie o Gerechtelijke reorganisatie heeft geen beëindiging tot gevolg omdat lopende overeenkomsten tijdens de opschorting gewoon blijven bestaan • Overlijden o Blokkeringsverplichting à Informeren fiscale administratie § De bank moet de rekening blokkeren bij overlijden waardoor geen bedragen meer van de rekening kunnen worden gehaald à De bank dient de fiscale administratie op de hoogte te brengen van de gelden op de rekening en in de kluizen § Dit is zeer problematisch voor de overlevende echtgenoot à Wetgever heeft dit deels opgelost doordat de bank de helft van het creditsaldo, met een max. van 5.000 euro uit handen mag gaan geven à Als de cliënt meer afhaalt (normaal onmogelijk gemaakt door de bank) verliest de cliënt met betrekking tot dat bedrag zijn rechten in de nalatenschap en ook het recht om de nalatenschap te verwerpen § Blokkering duurt tot wanneer de bank de rekening kan vrijgeven o Deblokkering op vertoon van: § Akte van erfopvolging (notaris) § Attest van erfopvolging (ontvanger registratie) § Gemeenschappelijke rekening onder echtgenoten • In principe heeft de overlevende een vrije keuze, tenzij men verplicht is naar de notaris te gaan, Bv. bij onbekwaamheid van een erfgenaam, testament, huwelijkscontract,… Vrijwillige beëindiging volgens gemeen recht • Overeenkomst voor bepaalde duur (Bv. termijnrekening) o Kan niet eenzijdig worden opgezegd behoudens wanprestatie (ontbinding) • Overeenkomst voor onbepaalde duur o Opzegtermijn à Opzegging mogelijk mits opzegtermijn, deze zal normaalgezien in de bankvoorwaarden bepaald zijn. o Rechtsmisbruik § Zelfs als men het recht heeft een overeenkomst op te zeggen met respect voor de opzegtermijn kan men zich schuldig maken aan rechtsmisbruik § Brussel 18 januari 2007 à Cliënt (professionele entiteit) had een zichtrekening bij de bank à Deze bank gaat over
59
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
tot opzegging (los van wanprestatie) en respecteert de opzegtermijn à De cliënt vraagt aan de bank om de contractueel voorziene opzegtermijn te verlengen zodat hij eenvoudiger zijn contractspartijen op de hoogte kan brengen van zijn nieuw rekeningnummer à Bank weigert Hof van beroep zegt dat in deze zaak de bank haar recht misbruikt omdat ze geen goede reden kan aanhalen om de verlenging van opzegtermijn te weigeren à De rekening vertoonde geen debetsaldo, dus geen risico dat bank haar geld niet zou terugzien + professionele entiteit was reeds meer dan 10 jaar klant bij de financiële instelling à Dan moet je ingaan op het redelijke verzoek van de rekeninghouder om de opzegtermijn te verlengen à Kredietinstellingen moeten dus rekening houden met de theorie van rechtsmisbruik bij het beëindigen van een rekeningovereenkomst • Als de cliënt geen schade zou leiden à Geen aansprakelijkheid van de financiële instelling Kosteloze afsluiting van de rekening (Wet Betalingsdiensten) • Zichtrekening en spaarrekening o Rekeninghouder kan zichtrekening en spaarrekening kosteloos afsluiten (= middel om u te overtuigen om niet naar de concurrentie over te stappen) • Beëindiging door betalingsdienstaanbieder à Regeling wijkt af van gemeen recht o Enkel contracten van onbepaalde duur kunnen eenzijdig beëindigd worden door betalingsdienstaanbieder o Voor zover die mogelijkheid in het raamcontract is voorzien à Er moet dus contractueel bepaald zijn dat men als betalingsdienstaanbieder het recht heeft een contract van onbepaalde duur eenzijdig te beëindigen, zo niet ben je te eeuwigen tijde verbonden als rekeninghouder niet overgaat tot beëindiging van de overeenkomst § Staat nu veelal in algemene voorwaarden à Opzegtermijn moet dan minstens 1 maand zijn • Beëindiging door de betalingsdienstgebruiker o Zowel voor contracten van bepaalde en onbepaalde duur o Kosteloos beëindigingsrecht o Praktisch belang à Niet zo groot à Want zicht-‐ en spaarrekening: kunnen sowieso beëindigd worden daar deze in principe van onbepaalde duur zijn
60
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Accessorium sequitur principale • Als de rekeningovereenkomst (voornamelijk bij zichtrekeningen) wordt beëindigd à Leidt tot beëindiging van alle contracten die als een accessorium bij die rekeningovereenkomst kunnen worden beschouwd o Bv. Je hebt een rekening bij KBC en beschikt over kredietkaart waarbij KBC optreedt als emittent van die kaart à Als je de rekeningovereenkomst beëindigt, leidt dat tot beëindiging van de overeenkomst met betrekking tot het gebruik van die kredietkaart o Maar feit dat rekeningovereenkomst wordt beëindigd betekent niet dat je wordt vrijgesteld van alle plichten die voortvloeien uit accessoire overeenkomsten § Vroegere rechtspraak met betrekking tot cheques à Vroeger: veel mensen hadden chequeboekje à Als je rekeningovereenkomst ging beëindigen leidde dit ook tot beëindiging van de cheque-‐overeenkomt (dus je mag geen cheques meer uitschrijven) à Mensen gingen onzorgvuldig om met hun chequeboekje à Als houder van boekje blijf je na de beëindiging gehouden om zorgvuldige met uw cheque formulieren om te springen en te zien dat deze niet gestolen worden à Zoniet zal je aansprakelijk zijn voor frauduleus gebruik van uw chequeformulieren, ook al is die overeenkomst beëindigd • Cheques versus elektronische betaalinstrumenten o Beëindiging rekeningovereenkomst à Je mag bankkaart niet meer gebruiken à Stel dat X zijn rekeningovereenkomst beëindigt en dus ook de toen nog afzonderlijke overeenkomst in verband met de bankcontactkaart à Maar X had zijn kaart gewoon in de vuilbak gegooid, iemand had die daaruit gehaald en nog wat bedragen afgehaald à X zei: ik kan niet aansprakelijk zijn want de overeenkomsten zijn al beëindigd. De bank zei: naar aanleiding van de rechtspraak betreffende cheques moet je nog steeds zorgvuldig omspringen met het betaalinstrument o è Vraag is of de rechtspraak nu nog toegepast kan worden? à De bank heeft nu de mogelijkheid om op eenvoudige manier die kaarten te blokkeren, dit kon begin jaren ’80 niet à Zo kunnen geen bedragen meer worden afgehaald o è Dus dan zou je kunnen komen tot een gedeelde aansprakelijkheid, of nog verder à Had de bank de kaart onmiddellijk geblokkeerd dan had er zich geen enkele schade kunnen voordoen à Dus is er geen causaal verband tussen fout kaarthouder en ontstane schade Bankoverstapdienst • Als je een rekening wilt openen bij een nieuwe bank en je wenst u zelf niet te wenden tot uw huidige bank om de rekeningovereenkomst te beëindigen kan je een formulier invullen waarbij de nieuwe bank contact opneemt met de oude om uw rekening te beëindigen à Dit systeem is niet ingevoerd om de consument te beschermen tegen het gezaag van de oude bankier, maar wel om de concurrentie tussen banken te stimuleren
61
Privaat Bankrecht
•
•
JVD
2014-‐2015
en het eenvoudiger te maken voor cliënten om over te stappen tussen banken Nieuwe bank zal er voor zorgen dat uw doorlopende opdrachten (Bv. via oude rekening huur voor uw kot betalen) en domicilieringen (betalingen telecom, …) worden voortgezet De welbepaalde schuldenaars die u nog moeten betalen moet je informeren dat je een nieuw rekeningnummer hebt
Gevolgen van de sluiting • Liquidatieperiode o Liquidatieperiode om aantal verrichtingen die zijn doorgevoerd voorafgaand aan het afsluiten van rekening, nog uit te voeren à Belang neemt af door huidige betaaltechnieken en technologische evolutie • Definitief saldo = schuldvordering o Creditsaldo à Rekeninghouder heeft een schuldvordering op de bank à Cliënt kan vragen om het bedrag kosteloos cash of op een andere rekening binnen de EER te storten • Debetsaldo à Debetinteresten bij niet-‐onmiddellijke terugbetaling o Debetsaldo à Bank heeft schuldvordering op cliënt à In principe moet dit onmiddellijk vereffend worden, zo niet hebben we te maken met laattijdige betaling, dus dan is men moratoire interesten verschuldigd à Art. 1153 BW bepaalt dat deze verschuldigd zijn aan de wettelijke interestvoet vanaf ingebrekestelling o Interestvoet? § Vraag à Als de rekeningovereenkomst beëindigd wordt en het debetsaldo niet onmiddellijk wordt vereffend, of er interesten betaald moesten worden aan de wettelijke interestvoet, dan wel de interestvoet die tijdens de duur van de overeenkomst van toepassing was met betrekking tot een mogelijk debetsaldo § Hof van beroep te luik zei à Conventionele interestvoet blijft doorlopen na beëindiging rekeningovereenkomst à Redenering: het kan niet dat iemand door het loutere afsluiten van een rekeningovereenkomst kan gaan genieten van een lagere interestvoet • Bv. Je betaalt percentage van 8%, je sluit rekeningovereenkomst af en betaalt debetsaldo niet à En dan verkrijg je plots krediet aan 2,5% à Dit kan niet § Andere stelling à Van de afgesproken debetrente kan je geen gebruik meer maken want de overeenkomst is beëindigd à In algemene bankvoorwaarden zal vaak staan dat de debetrente die gold tijdens de overeenkomst blijft doorlopen na de beëindiging van het contract
62
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Rechtsmisbruik § Situatie dat bank heel lang wacht om over te gaan tot daadwerkelijke terugvordering van het debetsaldo à Recht op interest gaat dan gereduceerd worden tot een aanvaardbaar bedrag/interestvoet
63
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 3: Betalingen Betalingssystemen
Overschrijving • Overschrijving = Een opdracht gegeven door rekeninghouder met als doel de eigen rekening te debiteren en de rekening van een door de opdrachtgever aangewezen begunstigde met hetzelfde bedrag te crediteren • Vormvrij? • Binnenlands o In België maakt men een onderscheid tussen 2 verschillende systemen voor afwikkeling van betalingstransacties o (1) Real Time Gross Settlement (Target 2-‐BE) § = Grootste nominaal bedrag à Hier geschiedt de vereffening in bruto (gross) en onmiddellijk (real time) § Dit betekent dat elke betalingsopdracht individueel wordt uitgevoerd op het interbancaire niveau à Als de opdrachtgever aan zijn bank de instructie geeft de rekening van een begunstigde te crediteren, dan wordt die opdracht individueel via het betalingssysteem vereffend à Bovendien gebeurt dat in real time, dus binnen enkele seconden à Dit betekent dat het mogelijk wordt via zo’n systeem betalingen te verrichten in enkele ogenblikken § De individuele uitvoering van een betalingstransactie is niet altijd wenselijk à Dit systeem wordt in de praktijk enkel gebruikt voor betalingen die betrekking hebben op grotere bedragen (€500.000 of meer, deze grens wordt in de gehele EU gehanteerd) à Dus ofwel bedragen betaald tussen grote ondernemingen, of voor interbancaire betalingen § Dit zorgt vooral voor doorstroom van informatie, de eigenlijke vereffening gebeurt via de NBB, rekening van bank A bij NBB wordt gedebiteerd en rekening van opdrachtgever zelf wordt gedebiteerd, rekening van bank B bij NBB wordt gecrediteerd en rekening van begunstigde bij zijn bank wordt gecrediteerd o (2) Deferred net settlement (UCV) § Deferred ßà Real time) § Net ßà Gross § Verwerkt grootste aantal betalingstransacties à Voor betalingen onder de €500.000 werkt men met dit systeem § Dit zorgt zowel voor clearing (doorgeven informatie) als via rekening van NBB voor vereffening (daadwerkelijk binnen interbancaire verhouding betalen) § Verschillende banken zijn lid van UCV à Alle banken die lid zijn (Rechtstreeks of onrechtstreeks via een andere bank: Bv. spaarbanken wiens activiteit niet hoofdzakelijk bestaat
64
Privaat Bankrecht
§
§
JVD
2014-‐2015
uit het aanbieden van betalingsdiensten) gaan telkenmale wanneer ze een bepaalde hoeveelheid info hebben verkregen van hun klanten (informatie bijhouden en groeperen) en eens ze voldoende opdrachten hebben à Dan gaat men dit in een lot/batch doorzenden naar het UCV à UCV gaat de info verwerken en gaat dan aan de betrokken banken informatie verstrekken met betrekking tot de te crediteren rekening (verschillende banken worden geïnformeerd over de bedragen en welke rekeningen met die bedragen moeten worden gecrediteerd) à Dit noemt men de clearing Daarna gaat het UCV over tot netting ingevolge net-‐ settlement à Dit is multilaterale schuldvergelijking à Alle betalingsopdrachten die men van de verschillende banken ontvangt steekt men in een pot zodanig dat in hoofde van elke bank slechts 1 debet-‐ of creditsaldo overblijft Settlement à Vereffing daarvan geschiedt opnieuw via rekening die de banken hebben bij de NBB. Banken gaan mekaar netto betalen of netto ontvangen via de rekeningen die ze voeren bij de NBB • Settlement gaat gebeuren nadat de verrekening heeft plaatsgevonden, dit gebeurt slechts 1x per dag rond 15u30 • Dit heeft een impact op bepaalde regelen à Bv. uitvoeringstermijn: banken beschikken gezamenlijk genomen over een termijn van 1 werkdag om een overschrijving uit te voeren o Startpunt van de uitvoeringstermijn is moment van ontvangst van een betalingsopdracht, maar in de algemene voorwaarden kan men voorzien in cut-‐off time: Orders die na een bepaald tijdstip zijn ontvangen worden geacht de daaropvolgende dag te zijn ontvangen, hier gaat het om orders die niet meer in settlement van 15u30 kunnen worden meegenomen • è Dus werking van interbancaire betalingssystemen speelt een rol bij de betaling en regelen die je in Boek VII gaat terugvinden
65
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Grensoverschrijdende overschrijving • Er zijn 3 manieren om grensoverschrijdende betalingstransacties af te wikkelen waarbij het ene het andere niet uitsluit (bepaalde mechanismen kunnen dus gecombineerd worden) • (1) Nostri-‐ en vostrirekeningen o Hier gaat het om de situatie dat de bank van de opdrachtgever en de bank van de begunstigde hun rekening bij mekaar gaan voeren o Bv. Een bedrag moet worden overgeschreven naar een Amerikaanse begunstigde door een Belgische onderneming à Wat blijkt: Belgische bank Fortis heeft zelf een rekening bij de Amerikaanse bank X waar de begunstigde klant is à Als Fortis een rekening heeft bij X, kan op het interbancaire niveau die transactie eenvoudig worden afgewikkeld via debitering van de rekening die Fortis heeft bij de bank van de begunstigde o Omgekeerd kan ook à Bank van begunstigde heeft rekening bij Fortis, dan kan Fortis die rekening gewoon crediteren • (2) Betalingssysteem o è Men valt terug op het regime van daarnet à Ofwel RTGS-‐ systeem, ofwel UCV-‐systeem (Beide vindt men terug op Europees niveau) o Target 2 § Voor bedragen vanaf €500.000 à Eigenlijke vereffening via nationale banken van de lidstaten van de EU o EBA à Step 2 § European Bank Association à Step 2: netto betaalsysteem dat op een vergelijkbare manier werkt als het Belgische UCV • (3) Correspondent banking o Buiten de EU zijn er ontoereikende internationale betalingssystemen à Dan moeten we werken via systeem van correspondent banking o Bv. Belgische onderneming B moet aan Amerikaanse onderneming A €50.000 betalen à B gaat in eerste instantie de opdracht geven aan haar Belgische bank à Bank B die de opdracht krijgt om rekening die A heeft bij een Amerikaanse bank te crediteren gaat op zoek naar een correspondent in haar netwerk die toelaat die betalingstransactie af te wikkelen à Bank B kan daartoe een beroep moeten doen op een andere Belgische bank à Die Belgische bank heeft dan Bv. contacten met een Amerikaanse bank die contacten heeft met bank A (bank van begunstigde) o Dit verzwaart het proces van uitvoering van die overschrijvingsopdracht, want er komen 2 banken extra tussen à Hoe meer banken er tussen moeten komen, hoe langer het proces van uitvoering gaat duren o Als de creditering moet plaatsvinden in Burkina Faso in plaats van de VS, zal het proces wellicht nog langer duren à Het hangt ook af van de technologische mogelijkheden van de bij de uitvoering
66
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
betrokken banken (bij menselijke tussenkomst ook grotere kans op fouten) o Dit is binnen Europa verlaten door de richtlijn betalingsdiensten, daar is voorzien in een uitvoeringstermijn van in principe 1 werkdag, dit was niet haalbaar via dit systeem à Dus moest men betalingssystemen ontwikkelen die een efficiëntere betaling gingen toelaten o Correspondent banking sluit tussenkomst van andere betalingssystemen niet uit à Bv. Belgische bank en tussenkomende bank moeten gelden afwikkelen à Dan gebeurt dit via UCV. Wijze waarop 2 Amerikaanse banken het geld overmaken aan mekaar zal via betalingssysteem Chips zijn in de VS à Dus als je verscheidene tussenkomende banken uit eenzelfde land hebt, gaan ze gebruik maken van het nationale betalingssysteem
Debetkaart • è Al gezien bij EcoFin o Zowel gebruik van debetkaart als kredietkaart à Zekerheid voor de begunstigde dat hij het bedrag gecrediteerd zal krijgen. Voor kredietkaart is dit enkel en alleen het geval als de kaart elektronisch wordt geautoriseerd en geïdentificeerd • Geheime code • Autorisatie / garantie • Afwikkeling Kredietkaart • Terminal / geen terminal (autorisatie?) • Handtekening / geheime code • Afwikkeling Internet-‐betaalsystemen • Bv. Paypal Mobiele betaalsystemen • Dit gaat komende jaren nog veel meer gebeuren via allerlei applicaties • Bv. ping ping (www.pingping.be) • Scashen (KBC): https://www.youtube.com/watch?v=tId_Zluy7bc • Easy transfer (BNP): http://www.youtube.com/watch?v=PPideL5jPXM
67
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Kwalificatie è Vraag is of je betalingen die plaatsvinden met betaalkaart civielrechtelijk terug kan brengen tot 1 van de bestaande figuren uit het BW Belang • Dit belang is de laatste jaren gereduceerd à Men kan er vaak van afwijken via bijzondere regeling • Aansprakelijkheid foutieve uitvoering o Tot 2002 à Belangrijk om te bepalen wat de gevolgen waren van een foutieve uitvoering van een overschrijvingsopdracht o Nu à Kijken naar regelen uit Boek VII WER à Als die regelen geen toepassing vinden, moet je rekening houden met het gemeenrechtelijk regime o De regelen inzake foutieve uitvoering vervat in boek VII zijn enkel dwingend ten aanzien van consumenten, bij niet-‐consumenten kan hiervan worden afgeweken § Dit betekent niet dat de gemeenrechtelijke analyse irrelevant wordt à Bij de aansprakelijkheid voor foutieve uitvoering zal het gemeenrechtelijk regime soms nog relevant zijn als het om een niet-‐professioneel gaat • Tijdstip van betaling / faillissement • Herroeping Overschrijving • Mandaat en gesubstitueerd mandaat o Uitgangspunt is dat men ervan uitgaat dat de opdrachtgever van de overschrijvingsopdracht optreedt als lastgever en dat zijn bank handelt als lasthebber o Verder gaat men ervan uit dat alle andere banken (zowel de tussenkomende banken als de bank van de begunstigde) optreden als een gesubstitueerd lasthebber à Eigen aan een gesubstitueerd lasthebber is dat zij optreden in naam en voor rekening van de oorspronkelijke lastgever • Incassomandaat (probleem herroeping / tijdstip van betaling) o Volgens een aantal auteurs gaat de bank van de begunstigde in zo’n geval optreden in een dubbele hoedanigheid, gesubstitueerd lasthebber van de opdrachtgever èn ook een incassomandaat à Dit laatste houdt in dat zij in naam van en voor rekening van de begunstigde, de gelden ontvangt o à Dus enerzijds lasthebber van opdrachtgever en anderzijds is ze ook een lasthebber van de begunstigde à Dit moeten we verwerpen o Probleem herroeping à Stel dat de opdrachtgever zijn betalingsopdracht herroept op het ogenblik dat de rekening van de bank van de begunstigde is gecrediteerd, maar de rekening van de begunstigde zelf nog niet à Bank van de begunstigde die optreedt als gesubstitueerd lasthebber: moet instructies van opdrachtgever
68
Privaat Bankrecht
•
•
JVD
2014-‐2015
volgen en mag rekening van begunstigde niet crediteren ßà In hoofde van incassomandataris moet ze belangen van begunstigde naleven en moet ze de rekening wel crediteren è Dit creëert dus een belangenconflict in hoofde van de bank van de begunstigde als ze geconfronteerd wordt met herroeping vanwege de opdrachtgever o Probleem tijdstip van betaling à Aanvaarding theorie incassomandaat botst met de visie van Cassatie à Cassatie zegt dat de betaling plaatsvindt op het ogenblik van creditering van de rekening van de begunstigde zelf, dit is verenigbaar met het gesubstitueerd mandaat, maar niet verenigbaar met het incassomandaat Sui generis / uitvoeringsagenten o Hoe kan de bank van de begunstigde optreden als vertegenwoordiger van de opdrachtgever wanneer je vaststelt dat datgene wat de bank van de begunstigde uiteindelijk aan de begunstigde verstrekt, iets totaal nieuw is à Rekeninghouder verkrijgt een vordering ten aanzien van zijn bankier waarbij de verbintenis van de bankier een persoonlijk en zelfstandig karakter heeft à Het is een eigen verbintenis aangegaan door bankier à Dat is moeilijk verenigbaar met de vertegenwoordigerstheorie uit het gesubsidieerde mandaat o Prof is van oordeel dat figuur van overschrijving niet herleid kan worden tot een mandaat en gesubstitueerd mandaat, maar dat het gaat om een figuur sui generis waarbij de tussenkomende banken optreden als uitvoeringsagent in plaats van gesubsidieerd lasthebber à Deze vaststelling heeft gevolgen in het kader van het gemeenrechtelijk aansprakelijkheidsrecht bij een foutieve uitvoering § Als je tussenkomende banken ziet in het kader van gesubsidieerd mandaat à Dan moet de Belgische onderneming zijn vordering instellen tegen de bank waar het mis is gelopen, als het bij een Amerikaanse bank fout gaat moet men die aansprakelijk stellen, niet de Belgische bank (vloeit voort uit toepassing van Art. 1994 BW in verband met mandaat en plaatsvervanging) § Als je zegt dat tussenkomende banken de uitvoeringsagenten zijn van de bank van opdrachtgever à Schuldenaar (bank van opdrachtgever) is verantwoordelijk voor fouten die door zijn uitvoeringsagenten zijn begaan, en dan kan je wel gemeenrechtelijk de eigen bank aanspreken, maar dan heb je geen rechtstreeks verhaal tegen tussenkomende banken omwille van quasi-‐immuniteit Delegatio solvendi o Deze theorie ligt dicht tegen kwalificatie sui generis / uitvoeringsagent o Storme verwerpt idee van mandaat en gesubsidieerd mandaat omdat er geen vertegenwoordiging is, aangezien er iets nieuws
69
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
wordt verstrekt à Hij brengt de overschrijving terug tot de figuur van delegatio solvendi o Bij toepassing van de figuur van delegatie gaat de opdrachtgever aan de bank van de begunstigde (eventueel via eigen bank en tussenkomende banken) de opdracht geven om zich persoonlijk en zelfstandig te verbinden ten aanzien van de begunstigde à Voordeel van deze figuur is dat ze een verklaring kan bieden voor persoonlijke en zelfstandige verbintenis van bankier ten aanzien van de begunstigde eens de rekening gecrediteerd is o Moeilijkheid van deze theorie is dat men ervan uitgaat dat telkens iemand een overschrijvingsopdracht geeft, dat hij de bedoeling heeft aan de bank te vragen zich persoonlijk en zelfstandig te verbinden ten aanzien van de begunstigde waarbij opdrachtgever aanvaardt dat eens de verbintenis ontstaan is, de transactie volledig afgewikkeld is à De begunstigde moet aanvaarden dat de opdrachtgever definitief bevrijd is op het ogenblik dat zijn rekening wordt gecrediteerd, dus er is telkens sprake van novatie Debetkaart à Onvolmaakte delegatie • Transacties met debetkaart worden gekwalificeerd op basis van de figuur van onvolmaakte delegatie à De kaarthouder gaat aan de kaartmaatschappij opdracht geven om de rekening van de begunstigde te crediteren o De Kaarthouder is delegant o De kaartmaatschappij is gedelegeerde o De begunstigde is delegataris • Men kiest hierbij voor figuur van onvolmaakte delegatie die verschilt van delegatio solvendi omdat deze niet gepaard gaat met schuldvernieuwing à Dus in het geval waar de rekening van de begunstigde niet wordt gecrediteerd door kaartmaatschappij, behoudt de begunstigde zijn vordering ten aanzien van de schuldenaar o Prof is het hier niet mee eens omdat men dan zegt dat er een verbintenis ontstaat in hoofde van de kaartmaatschappij om rekening van begunstigde te gaan crediteren, maar dit strookt niet met de werkelijkheid à Het zegt enkel: wanneer de transactie niet kan worden uitgevoerd, biedt men de garantie dat de rekening gecrediteerd zal worden, dus in principe doet de kaartmaatschappij niets, ze zorgt enkel voor de doorstroom van info, maar gaat zelf niet de rekening van de begunstigde crediteren o Dus volgens prof is het een figuur sui generis met die nuance dat er bijkomend een garantie/zekerheid bestaat met betrekking tot de creditering van de rekening die een subsidiair karakter heeft, ze is enkel aan de orde als de transactie niet normaal kan worden uitgevoerd
70
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Kredietkaart à Onvolmaakte delegatie • Dit klopt wel volgens prof omdat mechanisme anders werkt dan bankcontactkaart • Figuur van delegatie speelt geen rol als kredietkaart wordt gebruikt zonder dat ze elektronisch wordt geïdentificeerd à Bij een kredietkaart wordt het mechanisme van onvolmaakte delegatie gebruikt om een verklaring te bieden voor de zekerheid die begunstigde handelaar verkrijgt opdat zijn rekening gecrediteerd wordt en zal blijven Uitzondering bij kredietkaart à Geen autorisatie à Incassomandaat • Op internet beperkt men zich vaak tot doorgeven kaartnummer, vervaldatum en verificatiecode à Dan ontstaat er geen zekerheid in hoofde van de begunstigde, hij is niet zeker dat zijn rekening gecrediteerd zal worden/blijven (wordt niet elektronisch geïdentificeerd) à Dan kan je geen beroep doen op onvolmaakte delegatie à Wanneer je via het internet uw gegevens doorgeeft, geef je eerder een incassomandaat om de gelden bij de kaarthouder te gaan innen Tijdstip van betaling Cassatie heeft in een strafzaak gesteld dat de betaling plaatsvindt op het ogenblik dat de rekening van de begunstigde wordt gecrediteerd à Cassatie heeft hierbij de meerderheidsopvatting uit de rechtsleer bevestigd. Dit is niet verwonderlijk als je ervan uitgaat dat de bank van de begunstigde optreedt als lasthebber, is het logische dat de betaling maar plaats heeft op moment dat de rekening van de begunstigde wordt gecrediteerd Meerderheid à Creditering van de rekening van de begunstigde Alternatief 1 à Debitering rekening opdrachtgever / interbancaire compensatie Alternatief 2: mogelijkheid tot kennisname van de creditering • Deze theorie is vandaag niet meer van toepassing omdat het moment van kennisname van creditering en effectieve creditering door de technologie gelijk is Cassatie à Creditering van de rekening van de rekening van de begunstigde • Aantal auteurs zijn van mening dat Cassatie de materie nog niet definitief heeft beslist omdat (1) het in deze zaak ging om een kamer in strafzaken, (2) men verwijst naar een beslissing van Cassatie inzake beslag o In de hypothese dat beslag wordt gelegd op de rekening van de persoon die begunstigde is van de overschrijving, heeft Cassatie geoordeeld dat het bedrag van de overschrijving deel uitmaakt van het beslagbaar tegoed wanneer de rekening van de bank van de begunstigde is gecrediteerd
71
Privaat Bankrecht
• •
JVD
2014-‐2015
o Daaruit leiden tegenstanders af dat het Hof bevestigt dat er al betaling is op het moment van de creditering van de rekening van de bank van de begunstigde o Men vergeet dat er een verschil is tussen de vraag wat deel uitmaakt van beslagbaar tegoed en de vraag wanneer in verhouding schuldenaar-‐schuldeiser een betaling heeft plaatsgevonden è Volgens prof heeft arrest van 2006 dus geen impact op de redenering in verband met het tijdstip van de betaling Duitsland o Recht ‘auf’ à Recht dat uw rekening gecrediteerd zal worden wanneer de bank voor u de tegoeden heeft ontvangen o Recht ‘aus’ à Recht dat je hebt vanaf het ogenblik dat je rekening gecrediteerd is om dit rekeningsaldo te gaan gebruiken. Beslag al mogelijk vanaf ‘auf’
Einde van de controverse? Belang: • Aansprakelijkheid foutieve uitvoering o Vaststelling van het tijdstip van betaling is van belang als een betalingstransactie foutief wordt uitgevoerd nadat de rekening van de bank van de begunstigde wordt gecrediteerd à Stel dat de rekening van X wordt gecrediteerd in plaats van de door de schuldenaar/opdrachtgever aangewezen begunstigde o è De vaststelling van tijdstip van betaling zal bepalen wie in de onderliggende verhouding tussen schuldenaar en schuldeiser het risico draagt van een foutieve uitvoering § Meerderheid gaat ervan uit dat de betaling pas geschiedt bij creditering rekening begunstigde, dus dan heeft de schuldenaar nog niet betaald want de rekening van de schuldeiser werd niet gecrediteerd, wel die van X ßà § Als je ervan uitgaat dat de betaling al geschiedt op ogenblik dat rekening van bank begunstigde wordt gecrediteerd is er in dit geval wel betaling in onderliggende verhouding tussen schuldenaar en schuldeiser • Faillissement ? o Stel schuldenaar geeft op 3 maart 14u37 een overschrijvingsopdracht met oog op creditering van de rekening van de schuldeiser à In dit geval zal de rekening van de schuldeiser ten vroegste op 4 maart gecrediteerd worden als de interbancaire compensatie heeft plaatsgevonden o Stel 4 maart om 16u wordt rekening gecrediteerd à Maar op 4 maart wordt de schuldenaar failliet verklaard à Als een schuldenaar failliet wordt verklaard gaat het vonnis van faillietverklaring terugwerken tot 0u van de dag van faillietverklaring, dus vanaf 0u, 4 maart is hij failliet
72
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Dan stellen we vast dat de debitering van de rekening van de schuldenaar heeft plaatsgevonden op 3 maart (ogenblik dat hij betalingsopdracht gaf), voorafgaand aan faillietverklaring à Creditering rekening begunstigde, die pas plaatsvindt op 4 maart, geschiedt pas na de faillietverklaring o è Vraag is of die betaling tegengeworpen kan worden aan de boedel, met andere woorden kan de schuldeiser de tegoeden die op zijn rekening worden gecrediteerd om 16u behouden of kan de curator die gelden terugvorderen? § Cassatie heeft dit nog niet beslecht à In rechtspraak en rechtsleer zijn er verschillende stellingen • Eerste stelling à Tijdstip van betaling is determinerend, dus betaling kan maar worden tegengeworpen wanneer de creditering van de rekening van de schuldeiser geschiedt voorafgaand aan ogenblik van faillietverklaring (betaling moet volledig uitgevoerd zijn voor 0u van de dag van faillietverklaring) • Tweede stelling à Determinerend is de vraag of de interbancaire compensatie al heeft plaatsgevonden. Of sommigen gaan nog verder à Determinerend is de vraag of de rekening van de schuldenaar reeds is gedebiteerd, als de debitering gebeurt 0u van de dag dat de faillietverklaring voorafgaat is de betaling tegenwerpbaar aan de boedel, omdat vanaf dan de normale mens ervan uitgaat dat die fondsen het vermogen van de schuldenaar hebben verlaten ßà Theorie die stelt dat betaling plaatsvindt op ogenblik van creditering van rekening begunstigde § Eigenaardig à Een aantal auteurs die de 2e stelling aanhangen (moment debitering rekening schuldenaar) zijn auteurs die de theorie van gesubstitueerd mandaat aankleven à Raar want een faillissement maakt een einde aan de opdracht van de lasthebber à Als je de bank van de begunstigde gaat beschouwen als een gesubstitueerd lasthebber die optreedt in naam en voor rekening van de schuldenaar, dan mag de bank de rekening van de schuldeiser niet meer crediteren vanaf dat de schuldenaar failliet is verklaard, want faillietverklaring maakt einde aan mandaat
73
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Bevrijding van de schuldenaar o Onherroepelijk? § Betaling met bankcontact-‐ of kredietkaart is maar voltrokken op moment dat de rekening van de begunstigde wordt gecrediteerd à In het verleden zei men soms dat die betalingen eigenlijk reeds zouden geschieden op ogenblik dat men de betalingstransactie introduceert (ogenblik dat terminal zegt “Betaling OK”) à Maar “Betaling OK” is een autorisatie van de transactie à Die autorisatie creëert een garantie in hoofde van de begunstigde van de transactie met zo’n kaarten, maar dit houdt niet in dat hij de tegoeden reeds kan gebruiken, dit kan pas op moment dat de rekening daadwerkelijk gecrediteerd is, feit dat er vroeger een garantie is en dat het reeds vroeger onherroepelijk wordt maakt niet uit o Zaak Cassatie in verband met betaling door middel van overschrijving: Cassatie spreekt over girale betalingen, met andere woorden heeft men het niet over de overschrijving specifiek, maar bij een girale betaling geschiedt de betaling bij de creditering van de rekening van de begunstigde
• Beslag? (niet gezien) Het interbancaire niveau • Tussen banken onderling vindt betaling plaats op het ogenblik waarop rekening van de bank wordt gecrediteerd • Specifiek à Die creditering van de bank kan de vorm aannemen van een debitering à In RTGS-‐systeem is het evident dat de betaling op het interbancaire niveau geschiedt als de rekening van de bank van de begunstigde met het bedrag van de transactie wordt gecrediteerd à Bij netto-‐betaalsysteem à Na verrekening kan er in hoofde van bepaalde bank een debetsaldo ontstaan à Rekening bij NBB kan gedebiteerd worden, dit is het resultaat van multilaterale compensatie/verrekening à Betalingen zijn afgewikkeld op moment dat die verrekening is geschiedt Rechtstreeks krediet = Betaling? • Bij inning cheque à Rekening van begunstigde wordt gecrediteerd onder voorbehoud van goede afloop à Vraag is of die creditering onder voorbehoud reeds een betaling is in de onderliggende verhouding tussen schuldenaar en schuldeiser? à Heeft de schuldenaar voldaan aan zijn plicht van zodra dat bedrag onder voorbehoud wordt gecrediteerd op rekening van schuldeiser? à Het hof van beroep te Gent heeft deze vraag ontkennend beantwoord à Schuldenaar is pas bevrijd van de betalingsverbintenis als de rekening van de begunstigde definitief gecrediteerd is, en dus niet meer ongedaan gemaakt kan worden door een debitering door de bank
74
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Quid: pingping en Paypal? • Systemen van elektronisch geld à Als zowel de opdrachtgever van een betaling met PayPal als de begunstigde beschikken over een PayPal account, dan gaat de betaling eenvoudigweg opnieuw voltrokken zijn op ogenblik dat PayPal account van begunstigde wordt gecrediteerd à Bv. ticketje van de lijn kan je met PayPal betalen, dan is de betaling voltrokken als account van De Lijn wordt gecrediteerd • ßà Verschilt volledig met analyse die vroeger werd gemaakt inzake proton o Sommigen zeiden à Betaling vindt plaats op ogenblik dat kaarthouder zijn kaart in terminal bij handelaar stak en op “OK” drukte o Anderen zeiden à Betaling geschiedt als rekening van begunstigde handelaar wordt gecrediteerd (veronderstelt dat hij contact ging opnemen met Athos, een verbinding tot stand ging brengen, en vervolgens zijn rekening gecrediteerd werd) o Bijzonder element à Winkelier kon 14 dagen wachten vooraleer hij die verbintenis met Athos tot stand bracht à Dus 14 dagen konden verstrijken tussen gebruik kaart en creditering begunstigde die als betaling werd gekwalificeerd • Deze discussie zal zich niet voordoen met PayPal omdat, wanneer een handelaar een betaling met proton ontvangt, kan hij de ontvangen tegoeden niet onmiddellijk gebruiken, hij moest zich in verbinding stellen met Athos om zijn rekening te crediteren à Dit is niet het geval bij PayPal en andere systemen van elektronisch geld o Als je tegoeden ontvangt, kan je die onmiddellijk gebruiken om hier zelf betaling mee te verrichten Toepassingsgebied Boek VII WER (Betalingsdiensten) Ratione personae • Betalingsdienstaanbieder o Wet creëert verplichtingen in hoofde van betalingsdienstaanbieder à Dit zijn alle personen die betalingsdiensten verstrekken o Catch-‐all bepaling à Als iemand betalingsdiensten aanbiedt die niet tot de voormelde categorieën behoren is hij alsnog onderworpen aan regelen van boek VII • Betalingsdienstgebruiker à Degene die betalingsdiensten verwerft, hetzij in hoedanigheid van betaler/opdrachtgever, hetzij in hoedanigheid van begunstigde o Betaler o Begunstigde o Consumenten / professionelen (optie micro-‐ ondernemingen) § Naar aanleiding van bespreken informatieverplichting à Kan zowel consument als professioneel zijn § Maar voor aantal regelen à Bv. Informatieverplichtingen en regelen inzake niet-‐toegestane betalingstransacties à Hiervan kan soms worden afgeweken ten aanzien van niet-‐ consumenten (wel dwingend voor consumenten)
75
Privaat Bankrecht §
JVD
2014-‐2015
Europese richtlijn voorziet voor lidstaten in mogelijkheid om te bepalen dat micro-‐ondernemingen (KMO’s) op dezelfde wijze kunnen worden beschermd als consumenten à Volgens Belgische wet kan van bepaalde regelen niet worden afgeweken ten aanzien van consumenten à Richtlijn bood mogelijkheid te bepalen dat van bepaalde regelen niet kon worden afgeweken ten aanzien van consumenten en KMO’s à Maar Belgische wetgever heeft er (zoals meerderheid van Europese wetgevers) niet voor geopteerd het dwingend karakter van de regelen inzake betalingsdiensten uit te breiden tot micro-‐ondernemingen omdat zij in staat zijn te onderhandelen over algemene voorwaarden (is eigenlijk een fictie als het gaat over KMO en betalingsdienstaanbieders die een sterke positie hebben)
Ratione Materiae • Betalingsdiensten / betalingstransacties o Verrichten van overschrijvingen, doorlopende opdrachten, betalingstransacties met bankkaart, kredietkaart, … à Zeer ruim o Verschil tussen betalingstransacties (overschrijvingsopdracht die op papier wordt gegeven) ßà Verrichtingen met betaalinstrument (Bv. kredietkaart, bankcontactkaart) § Dit verschil is relevant voor de verdeling van aansprakelijkheid à Boek VII: niet toegestane betalingstransacties, maar ook Art. 36: voor niet toegestane betalingstransacties met betaal-‐instrument o In wet maakt men een onderscheid tussen betalingstransacties geïnitieerd door de betaler (Vv. overschrijving of doorlopende opdrachten) ßà en deze die via de begunstigde (betaling met bankcontact-‐ of kredietkaart want je hebt een actie nodig die ondernomen moet worden door winkelier) of door de begunstigde (Bv. domiciliëring: schuldenaar moet in oorsprong zijn instemming verlenen, maar eens die algemene instemming verleend is gaat elke betaling die plaatsvindt in uitvoering van domiciliëring geschieden op initiatief van begunstigde à Hij zal factuur voorleggen aan betalingsdienstaanbieder van schuldenaar en zo zal debitering van de rekening plaatsvinden) geïnitieerd worden § è Je moet weten welke categorie betalings-‐transacties bij een van deze twee horen o Bijzonder à Toestemming via telecommunicatie-‐instrument (loutere tussenpersoon) of digitaal apparaat § Bv. via smartphone ga je een ringtone aankopen • 1e mogelijkheid is dat je betaalt aan telecom-‐ operator, en hij is meteen degene die u rechtstreeks de ringtone gaat leveren • 2e mogelijkheid is dat ringtone wordt geleverd door een derde-‐onderneming, maar facturering geschiedt door telecom-‐operator à Hier treedt de operator op
76
Privaat Bankrecht
§
2014-‐2015
als tussenpersoon (bij 1e mogelijkheid levert hij zelf de intrinsieke waarde) • 3e mogelijkheid is dat je rechtstreeks aan derde-‐ onderneming gaat betalen en hij de ringtone ook levert à Bij de 2e mogelijkheid gaan we ervan uit dat de telecomoperator overgaat tot het verstrekken van een betalingsdienst à Je moet rekening houden met toepassing van regelen inzake betalingsdiensten
•
Geen limiet wat bedrag betreft o Belang van deze vaststelling moet genuanceerd worden à Want veel bepalingen van de wet kunnen contractueel worden uitgesloten ten aanzien van niet-‐consumenten (die doen meestal aankopen van een bedrag lager dan 50.000€, vroegere wetgeving inzake grensoverschrijdende overschrijvingen kende deze limiet, nu hebben we geen limiet meer) o Men maakt ook geen onderscheid naargelang hoe de betaling wordt geïnitieerd à Het gaat zowel om elektronisch als op papier geïnitieerde betalingstransacties § Papieren betaalinstrumenten zijn uitgesloten (papieren cheques en papieren wisselbrieven) à Maar niet: schriftelijk geïnitieerde overschrijvingsopdracht, dit valt wel onder regeling van betalingsdiensten
•
Uitgesloten transacties o Bv. contanten, cash back, papieren betaalinstrumenten, beperkt netwerk of beperkt aantal goederen of diensten, instemming via telcommunicatie-‐instrument (intrinsieke waarde) o Cash back-‐diensten à Bv. als je naar Spar gaat en je betaalt met bankcontact en je vraagt om 50€ extra te geven. Men wil vermijden dat men die winkeliers gaat beschouwen als mensen die betalingsdiensten verstrekken, daarom wordt cash back uitgesloten van begrip betalingsdienst o Beperkt netwerk of voor de aankoop van een beperkt aantal goederen of diensten § Bv. kaart van UGent waar je geld kan opzetten en waarmee je uw broodje in de cafetaria kan kopen, UGent wordt niet beschouwd als betalingsdienstaanbieder § Bv. Tankkaarten à Bepaalde ketens (Bv. Shell) hebben een tankkaart die je enkel kan gebruiken binnen het netwerk Shell § Maaltijdcheques zijn uitdrukkelijk uitgesloten (+ zijn ook papieren betaalinstrumenten), maar wat met elektronische maaltijdcheques want hiervoor geen uitdrukkelijke uitzondering? • Groot aantal ondernemingen waar je kan betalen met elektronische maaltijdcheques, dit is geen beperkt netwerk. Vraag is of je kan spreken van
JVD
77
Privaat Bankrecht
§
JVD
2014-‐2015
beperkt aantal goederen of diensten, want je kan er quasi alles mee kopen • è Elektronische maaltijdcheques zijn momenteel nog uitgesloten maar prof vindt dit raar Instemming via telcommunicatie-‐instrument (intrinsieke waarde) à Wanneer telecom-‐operator zelf de dienst of het goed verstrekt is er geen sprake van een betalingsdienst
Ratione Loci • Two-‐leg-‐principe à Deze regeling kan maar van toepassing zijn als bank van betaler en bank van begunstigde zich beide bevinden in een lidstaat van de EER à Als schuldenaar zijn rekening voert in Gent en een bedrag wil overmaken naar de schuldeiser die zijn rekening voert bij een bank in VS à Regelen van boek 7VII kunnen niet toegepast worden o Voorstel was dat het voldoende was dat 1 van de betrokken bankiers, hetzij van betaler, hetzij van begunstigde, zich bevond in EER à Maar door lobbywerk is het toepassingsgebied ingeperkt tot situatie waarin beide zich bevinden binnen EER o Op dit uitgangspunt bestaan aantal uitzonderingen voor niet-‐ toegestane betalingstransacties à Bv. X gaat naar Zuid-‐Afrika en wordt overvallen. Zijn bankcontactkaart wordt daar oneigenlijk gebruikt (iemand haalt geld uit de muur), betrokken betalingsdienstaanbieder bevindt zich niet in EER à Voor niet-‐ toegestane betalingstransacties is het voldoende dat de betalingsdienstaanbieder van de betaler (kaarthouder) zich bevindt in een lidstaat van de EER (dus moet in België zijn rekening voeren) o Vroeger à Wet betalingsdiensten vereiste dat het ging over betalingsdiensten die in België te koop werden aangeboden à Niemand wist wat men hiermee bedoelde à Daarom: incorporatie in WER aangegrepen om bijkomende vereiste te laten vallen à Opdat Belgische wet van toepassing zou zijn is er geen bijkomende vereiste meer dat betalingsdiensten in België te koop werden aangeboden à Bv. Je krijgt betalingsdienst verstrekt door Duitser à Dan moet je naar Rome I kijken die regels bevat in verband met toepasselijke wet in verband met overeenkomsten • Regeling kan enkel worden gehanteerd met betrekking tot betalingstransacties die hetzij in euro, hetzij in een andere munteenheid van een lidstaat van de EER gaan luiden à Als het gaat om een betalingstransactie in Amerikaanse dollar kan je de regelen niet toepassen o Uitzondering à Niet-‐toegestane betalingstransacties
78
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Informatieverplichtingen à Reeds gezien Eenmalige betalingstransacties Raamcontracten • Voor het sluiten van het contract • Voor de uitvoering van een betaalopdracht • Na de uitvoering van een opdracht Herroeping Onherroepbaarheid van de betaalopdracht vanaf ontvangst (door de betaler geïnitieerd) / instemming (door of via de begunstigde geïnitieerd) • Betalingstransacties geïnitieerd door de betaler worden onherroepelijk vanaf ontvangst o Uitzondering à Overschrijvingsopdracht met memo-‐datum (dus je vraagt dat de opdracht op een later tijdstip wordt uitgevoerd) à Als zo’n datum is ingevuld kan je die opdracht nog herroepen tot de werkdag die voorafgaat aan de datum waarop uw rekening moet worden gedebiteerd § Bv. je vermeldt als memodatum 20 maart, dan kan je tot 19 maart de betalingsopdracht herroepen (tenzij dat een zondag is) o Andere nuance à Doorlopende opdrachten à Kunnen ook worden herroepen tot de werkdag die voorafgaat aan de datum waarop uw rekening moet worden gedebiteerd • Betalingstransacties geïnitieerd door of via begunstigde à Vanaf het moment dat u de instemming geeft wordt de betalingstransactie onherroepelijk • Bijzondere regels o Domiciliëring à Deze kunnen steeds worden herroepen à Als er net een factuur is aangeboden gaat de herroeping geen uitwerking hebben, maar in de periode tussen verschillende facturen kan men overgaan tot herroeping van domiciliërings-‐opdracht § Als herroeping uitsluitend wordt gericht aan betalingsdienstaanbieder heeft dit niet altijd uitwerking, je doet dit best zowel ten aanzien van de betalingsdienstaanbieder als de begunstigde die machtiging heeft gekregen om facturen via domiciliëring te gaan innen o Andere afspraken à Men mag contractueel voorzien dat de betaler een betalingsopdracht langer kan herroepen dan hetgeen in de wet is bepaald (gebeurt niet in praktijk) § Andere afspraken zijn ten aanzien van niet-‐consumenten ook mogelijk in die zin dat men het ogenblik tot hetwelk men tot herroeping kan overgaan op een vroeger ogenblik kan plaatsen à Bv. Bij opdrachten met memodatum is de
79
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
herroeping mogelijk tot de werkdag voorafgaand aan de memodatum. Ten aanzien van professionelen kan je zeggen dat de herroeping mogelijk is uiterlijk 2 dagen voorafgaand aan de memodatum (niet bij consumenten)
Recht op terugbetaling • Het gaat over transacties waartoe men instemming had gegeven, maar waarbij men verrast wordt door het bedrag dat van de rekening wordt gehaald • Boek VII à Regel die betaler mogelijkheid biedt de terugbetaling te vragen van het bedrag waarmee zijn rekening is gedebiteerd gedurende een termijn van 8 weken vanaf debitering (je vraagt dus om rekening opnieuw te crediteren) onder 2 cumulatieve voorwaarden o (1) Bedrag was niet gekend op ogenblik dat toestemming wordt gegeven met betalingstransacties o (2) Bedrag dat daadwerkelijk wordt gedebiteerd ligt hoger dan wat betaler redelijkerwijze kon verwachten • Als aan de voorwaarden is voldaan, kan men zich tot de betalingsdienstaanbieder wenden met de vraag de debitering ongedaan te maken à De betalingsdienstaanbieder moet hier in principe op in gaan o Ofwel binnen de 1 dagen dat je het vraagt het betrokken bedrag terugstorten o Ofwel moet de betalingsdienstaanbieder aangeven waarom hij weigert het bedrag terug te storten § Hij kan enkel weigeren als u hem onvoldoende info hebt gegeven omtrent het ‘onrechtvaardig’ karakter van de debitering à Je moet dus wel feitelijke elementen aangeven waaruit blijkt dat bedrag hoger is dan hetgeen je redelijkerwijze kon verwachten • Situaties waar in kredietkaart wordt gebruikt ten titel van garantie. o Bv. Kredietkaart kopiëren wanneer u een hotel binnentreedt o Bv. Wanneer u via boekingssite uw kredietkaartnummer verstrekt ten titel van garantie o Bv. Wanneer je een auto huurt vragen ze dit ook vaak voor wat betreft eventuele schade aan de wagen waarvoor u niet verzekerd bent o è Dit betekent dan niet dat je bevrijd bent ten aanzien van de hotelier of het autoverhuurbedrijf, maar dan moet het anders gebeuren dan via kredietkaartgegevens • Ook voor domiciliëring kan je met een bedrag geconfronteerd worden dat hoger is dan wat je redelijkerwijze kon verwachten o Hierop is 1 uitzondering à Je kan je niet meer op dit recht beroepen als je reeds gedurende 4 weken op de hoogte bent van het bedrag dat je zult moeten betalen à Dan had je binnen de periode van 4 weken al moeten protesteren
80
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Niet-‐toegestane betalingstransacties Wanneer is een betalingstransactie niet toegestaan? • Instemming (Art. VII.27 WER) o Vooraf § Normalerwijze voorafgaand aan de uitvoering van de transactie o Achteraf § Wet bepaalt dat achteraf ook instemming gegeven kan worden. Hiermee bedoelt men eigenlijk de ratificatie van een transactie § Bv. Uw echtgenote verricht een betaling met uw bankkaart en je zegt achteraf (dat is geen probleem) = Ratificatie o Volgens de overeengekomen procedure § Bv. Als aanbieder wil dat men mondeling toestemming kan geven, dan moet hij dat opnemen in zijn algemene voorwaarden à Als hij dat niet opneemt, mag men als betalingsdienstaanbieder dergelijke transacties niet uitvoeren want dan loopt men het risico dat de gebruiker zegt dat er een niet-‐toegestane betaling heeft plaatsgevonden § Aanbieders willen zich vaak de mogelijkheid voorbehouden zo’n transacties aan te bieden, maar willen hier dan niet toe gehouden zijn à Banken voeren dat niet graag uit (Bv. bij mondelinge transacties) à Dit lost men op door in de algemene voorwaarden op te nemen dat banken dergelijke opdrachten kunnen uitvoeren, maar hiertoe niet verplicht zijn. Vanaf het ogenblik dat men gaat twijfelen aan de echtheid van een bepaalde opdracht zal men ofwel niet uitvoeren en/of contact opnemen met de rechtmatige houder van de rekening o Intrekking van de instemming à Niet-‐toegestane betalingstransactie § Instemming kan worden ingetrokken zolang de transactie kan worden herroepen (maar dit is in veel omstandigheden niet mogelijk) • Instemming onder dwang o Bv. Geld afhalen aan automaat terwijl iemand een wapen op je richt à Hierover wordt niets uitdrukkelijk bepaald in de wet. Men gaat ervan uit dat dit een niet-‐toegestane betalingstransactie is à Als er sprake is van fysiek geweld is er geen vrije wil • Misbruik van instemming tot bepaalde transacties o Als iemand de door jou gegeven info misbruikt (Bv. wegens gebrek aan tijd vraag je aan X om geld af te halen met uw kaart en je geeft uw code, maar die persoon haalt meer af dan dat je gevraagd hebt à Dan ben jij sowieso in fout want in de algemene bankvoorwaarden staat dat men nooit zijn code en
81
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
betaalinstrument aan iemand anders mag geven. Je bent dus grof nalatig. In principe heb je wel instemming gegeven, maar in praktijk draag jij toch het volledige risico (onbeperkt aansprakelijk wegens grove nalatigheid)
•
Bewijslast à Artikel VII. 34 WER: o Bij betwisting betaler à Betalingsdienstaanbieder draagt bewijslastà Hij zal moeten bewijzen dat verrichting is geauthentiseerd, geregistreerd en correct uitgevoerd (er staat niet dat men moet aantonen dat het gaat om een toegestane betaling) § Bewijs van authenticatie “procedure die betalingsdienstaanbieder in staat stelt het gebruik van een welbepaald betaalinstrument na te gaan, met inbegrip van de gepersonaliseerde veiligheidskenmerken” o Toepassing à Kredietkaartgegevens § Bv. Reisagent geeft kredietkaartgegevens door aan betrokken luchtvaartmaatschappij à Hij betwist dat zijn instemming nog gold na een bepaalde periode. Reisagent betwist, dus het is aan betalingsdienstaanbieder om aan te tonen dat transactie geauthentiseerd is. De gegevens die werden gegeven waren onvoldoende om te kunnen spreken van gepersonaliseerde veiligheidskenmerken. Dit is een zeer bijzondere toepassing. Wanneer het gaat om online gebruik zal de aanbieder wel kunnen aantonen dat de betaling is geauthentiseerd. Prof denkt dat het dan aan de betaler is om het aannemelijk/waarschijnlijk te maken dat het gaat om een niet-‐toegestane transactie o Bij bewijs authenticatie en correcte registratie: § Loutere registratie van het gebruik van het instrument vormt niet noodzakelijkerwijze afdoende bewijs dat transactie is toegestaan § Verplichting betaler om gebrek aan toestemming aannemelijk te maken
Bij identificatie fraudeur à Terugvorderen + strafsanctie • Als men de fraudeur kan identificeren kan men het bedrag terugvorderen en hem strafbaar stellen voor informatica-‐bedrog à Dit zal in vele gevallen echter niet mogelijk zijn. Wie is aansprakelijk? • Basisregel à Art. VII.35 WER à Aansprakelijkheid betalingsdienstaanbieder (uitzondering fraude betaler) o Het gaat hier om risicoaansprakelijkheid à Van zodra vaststaat dat het gaat om een niet-‐toegestane betalingstransactie rust op de betalingsdienstaanbieder een terugbetalingsverplichting die onmiddellijk moet worden uitgevoerd, uitgezonderd in het geval van fraude door betaler
82
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Bijzondere regel betaalinstrumenten (Art. VII.36 WER) o Na kennisgeving à Aansprakelijkheid betalingsdienstaanbieder (risicoaansprakelijkheid ingevolge resultaatsverbintenis) § Geen mogelijkheid om aan aansprakelijkheid te ontsnappen (Bv. onmogelijkheid onmiddellijke blokkering, vereiste van klacht), behoudens fraude van de betaler § Spären-‐theorie à Risico moet gedragen worden door de partij die het risico best kan vermijden (partij in wiens sfeer het risico zich bevindt, moet het risico ook dragen). In Europa zorgt dat niet meer voor problemen § In algemene voorwaarden staat vaak dat banken niet aansprakelijk zijn indien gebruiker nalaat een klacht neer te leggen bij de politie à Echter staat uitdrukkelijk in de wet dat bedingen die bijkomende verplichtingen opleggen voor de gebruiker nietig zijn. Deze regeling is van dwingend recht. Het niet-‐naleven van die verplichting kan de betalingsdienstaanbieder dus niet vrijstellen van het risico dat hij moet dragen. Dit betekent niet dat het niet neerleggen van een klacht geen gevolgen kan hebben, aangezien dat een impact kan hebben op de waarschijnlijkheid van het niet-‐toegestane karakter van de transactie o Regelen in verband met de kennisgeving § Vereiste van onverwijlde kennisgeving (miskenning leidt tot onbeperkte aansprakelijkheid betaler, mits causaal verband) § Kennisgeving via Athos (uitvoeringagent van betalingsdienstaanbieder) • Als je kennis wilt geven van verlies/diefstal moet men dit doen via een kennisgeving aan Athos (= uitvoeringsagent betalingsdienstaanbieder voor verrichten van kennisgevingen) à Als Athos dan een fout begaat zal dit toegerekend kunnen worden aan de betalingsdienstaanbieder § Bij kennisgeving te verstrekken informatie • Vroeger à Men moest aan Cardstop ofwel de kaartnummer, ofwel de rekeningnummer verstrekken. Maar vaak kende men deze gegevens niet uit het hoofd, dus kon de kaart niet geblokkeerd worden o Bepaalde zaak à Iemand kon zijn gegevens niet geven, dus kaart kon niet geblokkeerd worden à Na opzoeken van gegevens belde men terug om de kaart te laten blokkeren, maar de kaart was reeds bedrieglijk gebruikt à Ombudsman voor financiële diensten oordeelde dat betalingsdienstaanbieder hier ook aansprakelijk was want Cardstop moest
83
Privaat Bankrecht
§
•
JVD
2014-‐2015
maar voorzien in een mogelijkheid om kaart te blokkeren, ook zonder die bepaalde gegevens • Nu à Men moet naam en enkele andere gegevens (om te vermijden dat het om een bedrieglijke kennisgeving gaat) verstrekken voor blokkering van kaart Kennisgeving moet te allen tijden mogelijk zijn • Geen aansprakelijkheid betaler indien kennisgeving niet 24/24 en 7/7 mogelijk is (geen causaal verband vereist) • Bijzondere toepassing à Verschillende kaarten verbonden aan verschillende rekeningen o Man en vrouw hebben gezamenlijke rekening bij ING, maar man had daar ook een eigen rekening. Aan rekening man was betaalkaart X verbonden waarmee hij ook een aantal transacties kan uitvoeren voor de gemeenschappelijke rekening. Aan deze laatste is ook kaart Y verbonden, waarmee de vrouw verrichtingen kan uitvoeren. De man zijn kaart wordt gestolen en men laat de kaart blokkeren van de gemeenschappelijke rekening. Kennisgeving vond quasi onmiddellijk plaats maar men had kaart Y geblokkeerd, dus men kon geld blijven afhalen met kaart X à Athos heeft eigenlijk geen fout gemaakt à De betalingsdienstaanbieder heeft wel een fout gemaakt door Athos niet op de hoogte te brengen van het feit dat er aan de rekening meerdere kaarten zijn verbonden. Athos had over die gegevens moeten beschikken à Maar eigenaardig à DE rechter heeft aansprakelijkheid van ING gebaseerd op gemeen recht (onzorgvuldigheid van de betalingsdienstaanbieder)
Aansprakelijkheid voor transacties voorafgaand aan kennisgeving o Aansprakelijkheidsbeperking tot 150 euro, behoudens grove nalatigheid en fraude van de betaler o Wat is grove nalatigheid? § è Een grove nalatigheid is meer dan een loutere onzorgvuldigheid (anders zou elk verlies leiden tot een onbeperkte aansprakelijkheid) à Dit is steeds een feitenkwestie
84
Privaat Bankrecht §
JVD
2014-‐2015
Twee voorbeelden in de wet (verenigbaar met de richtlijn aangezien deze geen voorbeelden bevat en er maximale harmonisatie is?) • Verbod noteren geheime code (op instrument, gemakkelijk herkenbaar) à Tips van betalingsdienstaanbieder à Impact op grove nalatigheid? o Je mag code dus meedragen als je ze maar voldoende onherkenbaar maakt (Bv. in een telefoonnummer zetten) à Feitelijke omstandigheden zullen uitkomst van de zaak bepalen à Ombudsman heeft al geoordeeld dat het geen grove nalatigheid is om 1 code te gebruiken voor verschillende kaarten • Quid mededeling geheime code/ kredietkaartgegevens aan derde? o Banken zijn hier streng in, maar gebeurt in praktijk toch vaak (Bv. partner of iemand die niet goed te been is) à Banken wouden het doorgeven van kredietkaartgegevens via internet kwalificeren als grove nalatigheid, maar dit is er nooit van gekomen • Niet-‐onverwijlde kennisgeving (startpunt, geen permanente verplichting controle bezit betaalinstrument) o Startpunt à Termijn om onverwijld kennis te geven start op het moment dat je weet hebt van verlies, diefstal of frauduleus gebruik. Maar dit zit intern in iemands geest/brein, dit kan je moeilijk aantonen à Dus regel moeten we objectiveren: ogenblik dat men kennis heeft of kennis zou moeten hebben van verlies/diefstal (feitelijke omstandigheden!) o Kennisgeven op ogenblik dat hij weet heeft, of als een normaal zorgvuldig persoon weet zou moeten hebben van verlies/diefstal à Er is rechtspraak dat je niet elke moment moet nagaan of al uw betaalkaarten nog aanwezig zijn, hiertoe is dus geen permanente verplichting. Maar er is wel een zekere regelmatigheid afhankelijk van hoe vaak je uw kaarten gebruikt (Bv. je maakt hier om de 2 dagen gebruik van en je geeft pas na 3 weken kennis van het verlies, dan is dit onzorgvuldig à Als je die kredietkaart maar 1 keer per maand gebruikt kan die termijn langer zijn à Feitelijke omstandigheden spelen! 85
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Laattijdige kennisgeving leidt slechts tot aansprakelijkheid voor transacties die in causaal verband staan met die laattijdige kennisgeving -‐-‐> Voorbeeld § 18/11 om 16u08 wordt portefeuille genomen met bankkaart § Om 17u15 wordt er 500 euro afgehaald § Om 18u58 stel ik vast dat mijn portefeuille is verdwenen § Ik wacht tot 19/11, 9u45 om tot een kennisgeving over te gaan à Ben ik onbeperkt aansprakelijk voor die transactie van 500 euro? § Veel te lang gewacht met kennisgeving à Nagaan of er wel degelijk een causaal verband bestaat tussen de grove nalatigheid (late kennisgeving) en de transactie? à Die is er niet è Niet onbeperkt aansprakelijk § Stel tweede geldafhaling voor 300 euro op 19/11, 6u à Hiervoor wel onbeperkt aansprakelijk o Rol algemene voorwaarden § Veel betalingsdienstaanbieders maken hier een lange opsomming van gedragingen die als grove nalatigheden kunnen worden beschouwd à Rechter is niet gebonden door deze omschrijving. Als rechters zomaar de opsomming van die gedragingen die een grove nalatigheid uitmaken zouden overnemen wordt de norm uitgehold, in bankvoorwaarden kunnen we een aantal gedragingen die eigenlijk een loutere onzorgvuldigheid zijn, kwalificeren als een grove nalatigheid. Dan zou aansprakelijkheidsbeperking van 150€ een loutere fictie worden § è De enige rol die de algemene bankvoorwaarden op dit moment kunnen hebben is dat er een zekere informatieve functie vanuit kan gaan. Als een bank herhaaldelijk waarschuwt om iets niet te doen (Bv. in media) wordt datgene wat een kaarthouder wel doet in strijd met die richtlijnen, mogelijks wel een grove nalatigheid § Vroeger à Als iemand een mail kreeg waarbij men vroeg om inloggegevens mee te delen via een website die er hetzelfde uitzag als de bank waarover het ging, en men geeft op die website dan vertrouwelijke informatie (inloggegevens) in à Maar als je vandaag kijkt naar inspanningen van banken om duidelijk te maken dat je nooit bancaire inloggegevens mag communiceren op een
86
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
website of via e-‐mail, dan zou dit vandaag wel een grove nalatigheid kunnen uitmaken o Andere voorbeelden uit de rechtspraak § Bewaring in voor derden toegankelijke ruimte • Bv. Oude dame die in het ziekenhuis wordt opgenomen voor onderzoeken en kredietkaart op kamer laat liggen • Bv. Als je bankkaart in uw jas steekt en uw jas op de trein hangt achter u • Bv. Laten liggen van bankkaart in hotelkamer terwijl je gaat ontbijten § Afleiding selfbanking-‐ruimte • Als je enkel bespied kan worden (Bv. code intypen in winkel) is geen grove nalatigheid • Wel grove nalatigheid à Code nog eens intoetsen als je bewust weet dat iemand aan het meekijken is § Kunstgrepen en listen • Bv. Jong koppel gaat naar een oudere persoon die aan het tanken is en ze zeggen dat ze hun bankkaart niet bij hebben, met de vraag of ze met de kaart van de oudere persoon wat kunnen tanken als ze 50€ geven. 1 van beide bespiedt de geheime code als de man ze intypt, de andere zorgt voor afleiding, wanneer de kaart uit de terminal komt gaat men vlug de kaart wisselen met een kaart die er ongeveer hetzelfde uitziet o Wie draagt de bewijslast? § Wanneer bewijs geleverd is dat een betaalinstrument en bijhorende code daadwerkelijk werden gebruikt, dan ging men ervan uitgaan dat de kaarthouder grof nalatig had gehandeld en dus onbeperkt aansprakelijk was à Redenering daarachter à Hoe kan iemand zijn geheime code achterhaald worden wanneer kaarthouder niet grof nalatig was geweest § Verschillende relevante bepalingen à Art. VII.36 §3 WER en VII.34 §2 WER • Argumenten contra à Art. VII.36§3 à Bewijslast rust bij betalingsdienstaanbieder, deze regel komt uit de wet betalingsdiensten à Volgens dit artikel zou er geen vermoeden mogen worden toegepast à Vraag is of dit in overeenstemming is met hetgeen bepaald is in Art. VII.34 §2 • Argumenten pro à Art. VII.34§2 à “Op zichzelf niet noodzakelijkerwijze” à Deze bepaling lijkt zich niet te verzetten tegen een toepassing van een vermoeden van grove nalatigheid à In sommige
87
Privaat Bankrecht
JVD
•
§
§
2014-‐2015
omstandigheden kan men dit vermoeden dus wel toepassen Besluit è Deze 2 artikelen zijn niet verenigbaar met mekaar à Dus dan moet je richtlijnconform beginnen interpreteren, en dan moet je voorrang geven aan Art. VII.34 §2 (want is omzetting van de richtlijn) en niet aan Art. VII.36 §3 (want is omzetting van wet van 2002)
In praktijk gaat de ombudsman van financiële diensten het vermoeden van grove nalatigheid niet toepassen omdat men wil vermijden dat de aansprakelijkheidsbeperking tot 150€ een fictie wordt à Dus loutere feit dat instrument met code wordt gebruikt is geen grove nalatigheid • Volgens prof moet een onderscheid gemaakt worden tussen situaties waarbij de kaart wordt gestolen enerzijds (want dieven zijn vindingrijk om codes te achterhalen of te bespieden) en deze waarbij je je kaart verliest anderzijds (dan kan iemand anders de geheime code in principe niet kennen, tenzij ze ergens wordt genoteerd) Vermoeden van grove nalatigheid? • Gebruik van andere vermoedens? à Ombudsman maakt wel gebruik van andere vermoedens die soms dicht aanleunen bij een vermoeden van grove nalatigheid à Men kijkt Bv. soms naar de tijd die is verstreken tussen het moment waarop een kaart wordt ontvreemd en de laatste transactie die door de betaler is gesteld o Hoe langer de tijd tussen de laatste transactie van betaler (laatste rechtmatig gebruikt) en het frauduleuze gebruik à Hoe groter de kans dat men besluit tot een grove nalatigheid à Want men heeft vastgesteld dat wanneer een kaart wordt ontvreemd en een geheime code wordt bespiedt, dat er snel niet-‐toegestane betalingstransacties gaan volgen à In een ander geval zat er eventueel een briefje bij = grove nalatigheid
88
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Vergelijking met Amerikaanse recht à Hier maakt men een onderscheid tussen kaarten § Kredietkaarten à Aansprakelijkheid beperkt tot 50 USD • Voor transacties voorafgaand aan kennisgeving • Grove nalatigheid speelt in VS dus geen rol à Maar hier krijg je wel meer discussies over of een transactie al dan niet toegestaan is • Kritiek à Stimuleer je kaarthouders op die manier dan nog om zorgvuldig om te gaan met hun instrument? § Andere elektronische betaaltechnieken à Aansprakelijkheid in functie van tijdstip waarop kennis wordt gegeven (risico wordt verdeeld in functie van verstreken tijd) = Cascadesysteem • Binnen twee dagen na vaststelling à Aansprakelijkheid beperkt tot 50 USD • Binnen 60 dagen na ontvangst rekeningoverzicht à Aansprakelijkheid max. 500 USD • Later tijdstip à Onbeperkte aansprakelijkheid o Deze onbeperkte aansprakelijkheid geldt enkel voor transacties die plaatsvinden na 60 dagen • è Hoe later je kennis geeft, hoe omvangrijker uw aansprakelijkheid § è Stimulans om over te gaan tot kennisgeving van verlies/diefstal à Maar nadeel is dat je geen stimulans hebt om zorgvuldig met uw betaalinstrument om te springen (zelfs bij bewijs dat iemand zijn code genoteerd heeft kan je hem niet onbeperkt aansprakelijk stellen) • Grote voordeel à Vraag wie bewijslast draagt van grove nalatigheid heb je hier niet • Maar in Europa zijn er wijziging van het systeem op komst à Men wil de aansprakelijkheidsbeperking van €150 reduceren tot €50 Verplichting tot herstel van betaalrekening in oorspronkelijke positie (Art. VII.35 WER) • Dit artikel houdt enerzijds de basisregel in inzake aansprakelijkheid voor niet-‐toegestane transacties maar bevat anderzijds ook de verplichting in hoofde van de betalingsdienstaanbieder om bij betwisting uw rekening opnieuw te crediteren, pas nadien kan men discussiëren over de vraag of er al dan niet een grove nalatigheid is geweest à Als men dan vaststelt dat dit het geval is, mag men uw rekening terug debiteren • Bv. Er wordt 500 euro van uw rekening gehaald, dan wordt uw rekening meteen terug gecrediteerd met 500 euro à Daarna pas discussie à Eigenlijk kan beter gewoon 350 worden terugbetaald volgens prof, want als het gaat om een transactie voorafgaand aan kennisgeving is er sowieso de 150 euro die ten laste van de kaarthouder ligt (tenzij wanneer direct bedrog duidelijk is)
89
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Bijzondere regeling • Namaak (Art. VII.36 §1 WER) o Hiervoor kan je niet aansprakelijk gesteld worden à Het enige wat je moet aantonen, is dat je zelf nog in het bezit bent van uw kaart o Bv. Ergens op een markt werden de magneetstrippen van een betaalkaart gekopieerd, hiermee ging men geld afhalen in Atlanta (VS) § ßà In België gebeurt de identificatie enkel op basis van de chip • Afwezigheid fysieke presentatie / elektronische identificatie o Geen aansprakelijkheid voor kaarthouder à Dit betekent niet dat de betalingsdienstaanbieder dit bedrag uiteindelijk moet dragen à Je moet rekening houden met contracten en de betrokken maatschappijen à Als de kaarthouder een transactie betwist die gebeurd is enkel op basis van kredietkaartgegevens, dan kan rekening van de begunstigde opnieuw worden gedebiteerd à Begunstigde draagt het risico van niet-‐toegestane betalingstransacties die plaatsvinden louter op basis van kredietkaartgegevens § Als risico op kaartmaatschappij zou rusten, dan zou men niet meer de mogelijkheid hebben om nog te betalen op grond van kredietkaartgegevens alleen o Positie handelaar à Brussel 18 juni 2007 • Oplaadbare instrumenten (Art. VII.56 WER) o Speciale regeling geldt voor zover max. 150 euro kan worden opgeladen en blokkering niet kan o Vroeger bij Proton à Als je kaart verliest maakt een kennisgeving weinig uit, want op moment dat men kaart gebruikt kwam er geen verbinding tot stand met een centrale computer Quid schriftelijke opdrachten? • Regeling hierboven maakt geen onderscheid tussen elektronisch en schriftelijk geïnitieerde opdrachten à Regel van Art. VII.36 kan je niet toepassen • Toepassing van artikel VII.35 WER? o Dit houdt een risicoaansprakelijkheid in, in hoofde van de betalingsdienstaanbieder, behoudens in geval van bedrog (fraude van rekeninghouder) à Dit is voor betalingsdienstaanbieders bijzonder zwaar • Vergelijking met vroegere recht (bank enkel aansprakelijk indien ze zware fout maakt) o Vroeger lag het risico met betrekking tot niet-‐toegestane betalingstransacties bij de rekeninghouder zelf tenzij hij bewijs kon leveren dat bank een grove fout had begaan (Bv. duidelijk vervalste handtekening) o Vandaag is de bank sowieso aansprakelijk, zelfs als ze bewijzen dat rekeninghouder een (zelfs grove) fout heeft gemaakt, ontslaat dit haar nog niet van aansprakelijkheid
90
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
è Probleem stelt zich minder en minder (want steeds minder schriftelijk geïnitieerde betalingsopdrachten
Quid niet-‐consumenten? • Men kan enkel afwijken van Art. VII.36 en niet van Art. VII.35 • Dus als je regime van Art. VII.36 aan de kant schuift à Voor professionelen geldt Art. VII.35, dus bank is sowieso aansprakelijk à Dit kan niet de bedoeling zijn geweest o Letterlijke intrpreatie à Enkel afwijken van artikel 36 en niet van artikel 35, wat zou betekenen dat de bank sowieso aansprakelijk zou zijn o We zullen er dus maar van uitgaan dat de regeling omtrent niet-‐ toegestande transacties volledig kan worden wegbedongen • è Dus regime inzake niet-‐toegestane betalingstransacties kan volledig wegbedongen worden in de algemene voorwaarden ten aanzien van professionele gebruikers Uitvoeringstermijn Toepassingsgebied (Art. VII.43 WER) • Bv. Deense onderneming moet 10.000 euro aan een Belgische onderneming, dan gaat de regeling inzake de uitvoeringstermijn van toepassing zijn à Deense onderneming bevindt zich niet in eurozone, bedrag zal worden omgezet in euro en vervolgens overmaking in euro • Betalingstransacties in euro à Hiervoor kan je niet anders overeenkomen • Betalingstransacties met één valutawissel à Hiervoor kan je niet anders overeenkomen o Valutawissel in niet-‐eurozone lidstaat o Overmaking in euro • Andere betalingstransacties à Behoudens andersluidende overeenkomst à Binnen EER maximum vier werkdagen o Wel mogelijkheid om een afwijkende regeling in te schijven, maar er is een limiet gesteld à Binnen 4 werkdagen moet rekening van begunstigde gecrediteerd worden binnen EER • Dwingend karakter van de regeling o Zowel ten aanzien van consumenten als niet-‐consumenten)
91
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Overschrijvingen (Art. VII.44 WER) • Principe o Als laattijdige uitvoerig zijn oorsprong vindt in iets wat zich voordoet voorafgaand aan creditering van de instelling van de begunstigde, is de instelling van de betaler aansprakelijk. Als instelling van de begunstigde de verplichting niet nakomt om het geld onmiddellijk ter beschikking te stellen van de begunstigde, dan aansprakelijkheid bank van begunstigde o Instelling van de betaler à Rekening bank begunstigde moet uiterlijk 1 werkdag na tijdstip van ontvangst gecrediteerd zijn o Instelling van de begunstigde à Rekening begunstigde moet gecrediteerd zijn op de dag waarop de bank van de begunstigde de gelden ontvangt o Tijdstip van ontvangst à Daadwerkelijk ontvangst § Contract kan bepalen D+1 bij ontvangst na bepaald tijdstip o Bijzondere regel à Elektronisch geïnitieerd, binnenlands, één betalingsdienstaanbieder (betaler en begunstigde hebben rekening bij dezelfde bank) à Dan moet de opdracht binnen de dag zelf worden uitgevoerd Door of via de begunstigde geïnitieerde betalingstransacties (Art. VII.44 §3 WER) à Afwijkingen • Schriftelijke opdrachten à Termijn kan met 1 werkdag worden verlengd • Memodatum o Bv. 16 maart 2015 à 16 maart wordt dan geacht de datum van ontvangst te zijn à Rekening van begunstigde wordt pas dag nadien gecrediteerd als betaler en begunstigde hun rekening voeren bij verschillende financiële instellingen o Tijdstip van ontvangst is de vermelde datum o Of de dag erna indien de vermelde datum geen werkdag is à Als je een memodatum geeft die zondag is, wordt de dag van ontvangst de daaropvolgende werkdag, en moet de daaropvolgende werkdag de rekening van begunstigde pas worden gecrediteerd • Overmacht à Bank verliest zijn aansprakelijkheid Omvang aansprakelijkheid • Vraag naar vergoedbaarheid indirecte schade à Reglementering bevat geen sanctie voor het geval de uitvoeringstermijn niet wordt gerespecteerd o Rechtstreekse schade is verlies aan rente, maar deze is niet verbonden aan zichtrekeningen à Dus vraag stelt zich in praktijk niet o Vraag is wel of je de betalingsdienstaanbieder aansprakelijk kan stellen voor indirecte schade (die voorzienbaar is, maar die niet rechtsreeks te wijten is aan laattijdige uitvoering) à Regeling inzake uitvoeringstermijn is dwingend, maar regeling inzake vergoedbare schade is niet dwingend
92
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o è Dus in praktijk zal je de in algemene voorwaarden een bepaling hebben dat indirecte schade niet vergoedbaar is in verhouding tot niet-‐consumenten (want bij consumenten à Wel dwingend, maar daar zijn risico’s op schade veel beperkter) Foutieve uitvoering (Boek VII WER)
Vooraf à Onverschuldigde betaling • Degene wiens rekening ten onrechte werd gecrediteerd kan gewoon weer gedebiteerd worden à Vraag is of er al dan niet sprake is van een onverschuldigde betaling o Bv. A vraagt zijn bank om rekening van B te crediteren. Er loopt iets mis waardoor de rekening van C wordt gecrediteerd. Stel dat C toevallig ook een schuldeiser is van A à Dan is er nog steeds een onverschuldigde betaling want in de relatie tussen bank -‐ C had C geen recht op creditering • è De vraag of er onverschuldigde betaling is, moet beoordeeld worden in verhouding tussen de bank en C à Dus nog steeds onverschuldigde betaling • è Relatie betalingsdienstaanbieder – gecrediteerde à Niet relatie opdrachtgever – gecrediteerde Basisprincipe overschrijvingen à Art. VII.48-‐49 WER • (1) Betalingsdienstaanbieder betaler à Creditering rekening betalingsdienstaanbieder begunstigde o Instelling betaler draagt risico van foutieve uitvoering tot ogenblik dat rekening van betalingsdienstaanbieder begunstigde wordt gecrediteerd o Risicoaansprakelijkheid à Er moet geen fout worden aangetoond, loutere feit dat rekening van instelling van begunstigde niet wordt gecrediteerd kan voldoende zijn om de eigen betalingsdienstaanbieder aansprakelijk te stellen • (2) Betalingsdienstaanbieder begunstigde à Creditering rekening begunstigde o Als er iets misgaat nadat rekening van de betalingsdienstaanbieder van begunstigde wordt gecrediteerd, is het de begunstigde die een vordering heeft ten aanzien van zijn eigen betalingsdienstaanbieder, zonder dat er een fout moet worden aangetoond • Risicoaansprakelijkheid, geen mogelijkheid tot exoneratie o è Bij zowel (1) als (2)
93
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
•
Interbancair verhaalsrecht (Art. VII.52 WER) o Als foutieve uitvoering te wijten is aan tussenkomende betalingsdienstaanbieder à Dan is er interbancair verhaalsrecht à betalingsdienstaanbieder die betaler schadeloos heeft gesteld kan uitgekeerde bedragen terugvorderen van betalingsdienstaanbieder aan wie de foutieve uitvoering te wijten is, zonder dat een fout moet worden aangetoond
•
Niet afgestemd op tijdstip van betaling (creditering rekening begunstigde) o Probleem à Betaling vindt plaats bij creditering rekening begunstigde à Als foutieve uitvoering te wijten is aan betalingsdienstaanbieder van begunstigde, dan draagt de schuldenaar het risico, want die is maar bevrijd op het ogenblik dat de rekening van de schuldeiser zelf wordt gecrediteerd o Maar volgens regime boek VII WER (omzetting richtlijn betalingsdiensten) à In geval waarin foutieve uitvoering te wijten is aan betalingsdienstaanbieder van begunstigde à Schuldenaar heeft geen vordering ten aanzien van die betalingsdienstaanbieder van begunstigde, enkel begunstigde zelf kan vorderen van zijn betalingsdienstaanbieder o è Dus schuldeiser kan zich enerzijds wenden tot de schuldenaar (en vragen om opnieuw te betalen), maar kan zich anderzijds ook tot zijn betalingsdienstaanbieder wenden o è Grote probleem is, indien schuldeiser de schuldenaar aanspreekt, moet de schuldenaar een tweede keer betalen, maar heeft geen vordering, noch ten aanzien van zijn eigen financiële instelling, noch ten aanzien van die van de begunstigde è Dus regeling uit boek VII is niet afgestemd op tijdstip van betaling en de vraag wie in de onderliggende verhouding het risico draagt van een foutieve uitvoering à Dit probleem stelt zich in heel veel Europese lidstaten o è Er zijn 2 theorieën om dit op te lossen § De schuldeiser is ertoe (in geval waarin hij beschikt over een vordering ten aanzien van zijn eigen betalingsdienstaanbieder) gehouden de vordering tegen zijn betalingsdienstaanbieder in te stellen à Op grond van de schadebeperkingsverplichting § We kunnen de schuldenaar toelaten de vordering uit te oefenen die de schuldeiser heeft tegen zijn eigen betalingsdienstaanbieder = Soort zijdelingse vordering waarbij de schuldenaar die de schuldeiser een tweede keer heeft betaald, de vordering die schuldeiser heeft tegen zijn betalingsdienstaanbieder uitoefent à Deze theorie is volgens prof meest werkbaar o In geen geval kan het de bedoeling zijn dat de rekening van de schuldeiser uiteindelijk 2 keer wordt gecrediteerd
94
Privaat Bankrecht
2014-‐2015
•
Contractuele afwijkingen mogelijk ten aanzien van niet-‐consumenten o Dit regime is dwingend ten aanzien van consumenten, hiervan kan niet worden afgeweken in de algemene voorwaarden à Wel ten aanzien van niet-‐consumenten
•
Omvang van de aansprakelijkheid o De aansprakelijkheid heeft sowieso betrekking op het bedrag dat verkeerd werd gestort à Bedrag van transactie maakt deel uit van vergoedbare schade (logisch), ook de kosten die erbij gemaakt zijn (logisch), maar wat doe je met indirecte schade? à Bv. in geval van foutieve uitvoering zal dit er in de praktijk toe leiden dat de rekening van de begunstigde te laat wordt gecrediteerd à Het kan zijn dat in verhouding tussen schuldenaar en schuldeiser hierdoor indirecte schade optreedt (moratoire interesten verschuldigd voor laattijdige betaling) o Amerikaanse zaak à Onderneming A ging periodiek een bepaalde vergoeding betalen aan onderneming B voor charteren van een vrachtschip. Onderneming die vrachtschip verhuurde (B) kon contract beëindigen bij laattijdige betaling. Als A op tijd betaalde, bleef contract lopen. Prijzen voor huren van vrachtschip waren gestegen, maar prijs moest zelfde blijven omwille van pacta sunt servanda. Op bepaald moment wordt huur niet tijdig betaald, B beëindigt overeenkomst zoals contractueel is voorzien. Men ging kijken naar de reden voor laattijdige betaling. Blijkbaar zat er geen papier meer in de fax van de tussenkomende bank. Foutieve uitvoering zorgde voor enorme indirecte schade, want A had niet meer het recht om dat schip te huren aan een voordelige prijs en moest een ander (duurder) schip gaan huren, uiteindelijk ging A failliet à Dus indirecte schade kan zeer groot zijn o è Traditioneel heeft men aangenomen dat een betalingsdienstaanbieder niet aansprakelijk is voor indirecte schade op basis van de klassieke analyse van gemeen recht à Indirecte schade komt maar voor vergoeding in aanmerking als ze voorzienbaar is à De betalingsdienstaanbieder die de overschrijvingsopdracht gaat uitvoeren weet niet wat hij precies uitvoert en op welke datum effectief een bepaald bedrag op de rekening van de begunstigde moet staan (= neutraliteit van betalingsopdracht) o Art. VII.51 WER à Dit is zodanig geformuleerd dat indirecte schade wellicht wel voor vergoeding in aanmerking komt. Regelen inzake foutieve uitvoering zijn niet dwingend in de verhouding met professionele betalingsdienstgebruikers, dus bankiers kunnen indirecte schade in algemene voorwaarden wegbedingen als het gaat om professionelen à Risico op indirecte schade ten aanzien van consumenten is veel minder groot
JVD
95
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Uitzonderingen (wellicht in hoofde van betalingsdienstaanbieder betaler en betalingsdienstaanbieder begunstigde) o Uitzonderingen worden enkel geformuleerd in hoofde van betalingsdienstaanbieder betaler, maar iedereen gaat ervan uit dat ze zowel gelden voor betalingsdienstaanbieder betaler als betalingsdienstaanbieder begunstigde à Er zijn geen goede redenen waarom betalingsdienstaanbieder begunstigde zich niet op uitzonderingen zou kunnen beroepen o Overmacht § = onvoorzienbare omstandigheden die ondanks redelijke inspanningen niet kunnen worden voorkomen § Als Bv. systeemstoring/technische panne/… er toe leidt dat een opdracht niet/2x/te laat wordt uitgevoerd à Je kan je niet op overmacht beroepen § Overmacht moet restrictief worden ingevuld à Feit dat iets te wijten is aan een systeemstoring houdt niet in dat men zich op overmacht kan beroepen à Want als je werkt met elektronische betaaltechnieken zijn systeemstoringen voorzienbaar à Je moet voorzien zijn van back-‐up systemen o Verkeerde unieke identificator § Bij overschrijvingen gaat het hier over het internationaal banknummer (IBAN) dat ingevuld moet worden telkens je een overschrijvingsopdracht initieert à Als je een fout maakt bij het ingeven van een rekeningnummer is er niets aan de hand à Als je een cijfer te weinig ingeeft ga je de boodschap krijgen dat het rekeningnummer niet klopt § Nieuw à Verplichting controle coherentie (mits technisch mogelijk en zonder manuele tussenkomst) • Nieuw in boek VII à Verplichting in hoofde van de betalingsdienstaanbieder om na te gaan of betrokken rekeningnummer coherent is (mits technisch mogelijk en zonder manuele tussenkomst) op basis van verstrekte cijfers kan een wiskundige berekening gemaakt worden, die moet in overeenstemming zijn met de laatste 2 cijfers van uw rekeningnummer. Alle nummers optellen van uw kaart (= getal van laatste 2 cijfers) § Verplichting bedrag te traceren en recupereren (kost) • Niets over gezegd § Vergelijking met vroegere praktijk / rechtspraak (in functie van bedrag van 10.000 euro) • Banken moeten niet nagaan of de rekening verbonden is aan de naam die jij opgeeft à Als creditering te wijten is aan verkeerde identificator, dan zal de betaler hiervoor opdraaien. Deze controle zou enkel gedaan kunnen worden door 96
Privaat Bankrecht
JVD
•
•
2014-‐2015
betalingsdienstaanbieder van begunstigde, want betalingsdienstaanbieder van betaler weet niet welke naam er schuil gaat achter een bepaald rekeningnummer Deze regeling doet afbreuk aan bescherming die vroeger bestond voor opdrachtgevers in België à Vroeger: interbancaire afspraak waarbij men overeenkwam dat de betalingsdienstaanbieder van begunstigde telkenmale waar het ging om een betalingsopdracht van 10.000 euro of meer, wèl de overeenstemming controleerde tussen rekeningnummer en naam begunstigde o Als er dan iets mis ging, kon men de betalingsdienstaanbieder van begunstigde aansprakelijk stellen. Miskenning interbancaire afspraken levert bewijs dat je je niet als zorgvuldig bankier hebt gedragen (miskenning algemene zorgvuldigheidsnorm) Maar als het ging om overschrijvingsopdracht van minder dan 10.000 euro kon betalingsdienstaanbieder zich dan beroepen op die afspraken om zich te onttrekken aan verplichting om naam van begunstigde en rekeningnummer te gaan verifiëren? à Sommige rechters zeiden dat bank dat sowieso moest nagaan, andere rechters zeiden dat bank interbancaire afspraken heeft gevolgd, dus ze hebben zich zorgvuldig gedragen à Er was toen geen regel zoals nu
o Afwezigheid tijdig protest § Bij geldrekeningen en verrichtingen die in rekeningverhouding worden geregistreerd à Verplichting om onverwijld en uiterlijk binnen 13 maand te protesteren (dit is een absolute vervaltermijn) § Als men binnen die termijn niet protesteert kan je geen rechtzetting meer kunnen bekomen, zelfs niet als het gaat om een geval van risicoaansprakelijkheid à De afwezigheid van tijdig protest leidt ertoe dat je de verrichting hebt aanvaard
97
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Foutieve uitvoering (gemeen recht) Gemeenrechtelijke analyse overschrijving • Situatie: bank van opdrachtgever, tussenkomende bank en bank van begunstigde • (1) Theorie van het gesubstitueerd mandaat o Volgens meerderheidsopvatting moet overschrijving geanalyseerd worden in functie van mandaat en gesubstitueerd mandaat à Betalingsdienstaanbieder betaler is lasthebber, tussenkomende bank en bank begunstigde zijn gesubstitueerde lasthebbers à Betalingsdienstaanbieder betaler is als lasthebber niet aansprakelijk voor fouten begaan door gesubstitueerde lasthebbers. Je kan eigen instelling niet aanspreken voor tekortkoming van andere financiële instellingen (Art. 1994, lid 2 BW: rechtstreekse vordering tegen entiteit die fout heeft gemaakt) o Het gaat hier over een foutaansprakelijkheid à Je moet aantonen dat rekening van fout persoon is gecrediteerd door een fout van de betrokken instelling à Dit is niet evident, want als opdrachtgever weet je niet bij welke bank de foutieve uitvoering werd veroorzaakt. Daarnaast, als tussenkomende bank in een ander land is gevestigd, is het niet evident uw rechten te laten gelden ten aanzien van de tussenkomende bank met wie u geen contractuele relatie hebt o è Analyse van mandaat en gesubstitueerd mandaat leidt tot een aantal nadelen in vergelijking met bijzondere regelen inzake betalingsdiensten • (2) Theorie sui generis en uitvoeringsagenten o Deze visie biedt een oplossing in de zin dat een schuldenaar (bank van opdrachtgever) aansprakelijk is voor de fouten die worden begaan door de uitvoeringsagenten, dus je hebt steeds een vordering tegen de eigen instelling o Deze visie biedt dan weer geen oplossing want § Je hebt nog steeds geen risicoaansprakelijkheid à Je moet nog steeds aantonen dat uitvoeringsagent een fout heeft begaan, pas dan kan je zijn opdrachtgever aansprakelijk stellen § Problematiek van exoneratiebedingen à Regeling inzake betalingsdiensten die in boek VII WER is vervat, is van dwingend recht ten aanzien van consumenten. Er kan niet van worden afgeweken. Als je toepassing zou moeten maken van het gemeen (consumenten)recht, zijn exoneratiebedingen wel toegelaten à Dus zelfs ten aanzien van consumenten kan men aansprakelijkheid uitsluiten voor zijn lichte fout
98
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Ook grensoverschrijdende elementen à Als de schuldenaar een Belgische onderneming en de schuldeiser een Amerikaanse onderneming is waarbij de Belgische bank een beroep doet op de Amerikaanse bank om via die bank waar de begunstigde zijn rekening houdt die rekening te crediteren o Via theorie van mandaat en gesubsidieerd à Als de Belgische bank geen fout heeft begaan à Rechtstreekse vordering instellen tegen Amerikaanse bank, maar het kan dat het Amerikaans recht geen rechtstreekse vordering voorziet. Moeilijkheid dat verschillende wetten dienen te worden toegepast!
Onmogelijkheid betalingsopdracht te initiëren Onbeschikbaarheid van het betalingssysteem • Dit wordt eigenlijk niet geregeld in boek VII o Bv. situatie waarin je overschrijvingsopdracht wil ingeven via internetbankieren en website van financiële instelling is niet toegankelijk o Bv. mensen willen gebruik maken van bankcontactkaart, maar netwerk van Athos ligt plat • Inspannings-‐ of resultaatsverbintenis? o Is verbintenis van Athos een inspannings-‐ of resultaatsverbintenis? à Hof van beroep zei: dit is een resultaatsverbintenis (permanente beschikbaarheid moet worden gegarandeerd) à Athos heeft toen onmiddellijk zijn contractuele voorwaarden gewijzigd waarin ze bepaald hebben dat het louter om een inspanningsverbintenis gaat, dus alle noodzakelijke maatregelen moeten worden genomen om beschikbaarheid van het systeem zo veel als mogelijk te garanderen o Uitbater van zo’n netwerk kan niet aansprakelijk worden gesteld voor vooraf aangekondigde onderbrekingen voor Bv. Onderhoud o Athos zou zich nooit kunnen exonereren voor elke schade die het gevolg is van enige onbeschikbaarheid van het netwerk, want de terbeschikkingstelling van netwerk is net de essentie van de overeenkomst • Rol van overmacht o Als onvoorzienbare omstandigheden redelijkerwijze niet konden worden vermeden, kan Athos via overmacht nog aan aansprakelijkheid ontsnappen • Aansprakelijkheid ten aanzien van begunstigde / Aansprakelijkheid van de begunstigde? o Als je Athos beschouwt als uitvoeringsagent van de begunstigde met oog op ter beschikking stellen van verbinding in hoofde van de consument, dan zal de begunstigde ook bevrijd zijn ten aanzien van de consument als de onbeschikbaarheid te wijten is aan overmacht à Want overmacht in hoofde van de uitvoeringsagent bevrijdt ook de schuldenaar van de verbintenis
99
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Onbeschikbaarheid van het betaalinstrument • Bv. uw bankcontactkaart kan niet meer gebruikt worden, maar systeem werkt voor de rest wel perfect (iemand anders kan wel nog gewoon bankcontactkaart gebruiken) • Blokkering op grond van objectief gerechtvaardigde redenen à Er moet een objectief gerechtvaardigde reden bestaan om tot blokkering over te gaan o Bv. Situatie waarin bepaalde betaalgegevens niet langer veilig zijn omdat Bv. kredietkaartgegevens ergens worden misbruikt of online worden gezet o Bv. Als er op een bepaald moment uitgaven geschieden die niet in overeenstemming zijn met het uitgavepatroon van de kaarthouder en die verdenking doet rijzen van fraude • Raamcontract à De blokkering op grond van objectief gerechtvaardigde redenen moet in het raamcontract zijn voorzien • Informatieverplichting (voorafgaand tenzij onmogelijk à Onmiddellijk erna) o Wet verplicht de betalingsdienstaanbieder om de cliënt over die blokkering te informeren. De betalingsdienstaanbieder moet eigenlijk vooraf contact opnemen (veelal brief ‘we gaan op die datum over tot blokkering van uw kredietkaart’) o Eventueel kan men ook blokkeren zonder voorafgaandelijke informatie, maar dit kan aanleiding geven tot onaangename situaties (Bv. op reis) Filtrage Omschrijving van filtrage • Bank heeft mogelijkheid om gelden die bedoeld zijn voor begunstigde, om die te crediteren bij rekening die begunstigde heeft bij eigen financiële instelling als hij daar een rekening heeft • Bv. X heeft rekening bij KBC en geeft opdracht om 150 euro over te maken op rekening van Y bij ING à Een afleidingsbeding (= filtragebeding) houdt in dat als KBC vaststelt dat Y ook een rekening heeft bij KBC, dat ze dan die 150 euro ook op de rekening van Y bij KBC mogen zetten à Dit laat dus eigenlijk toe om de overschrijving volledig binnen dezelfde bank af te wikkelen • Bijkomend voordeel à Als begunstigde debetsaldo heeft, laat filtrage toe om compensatiebedingen in werking te laten treden en vorderingen die de bank heeft ten aanzien van de betrokken rekeninghouder te reduceren
100
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Filtrageovereenkomsten zijn geldig • Hof van beroep te Gent vond zo’n filtragebeding (1) intern tegenstrijdig en daarnaast (2) was dit volgens het hof van beroep vatbaar voor misbruik o Maar (1) à Via afleidingsbeding geeft men net toestemming om bedrag af te leiden naar rekening die begunstigde voert bij bepaalde bank o Maar (2) à Elk beding is vatbaar voor misbruik, dat wil niet zeggen dat het ongeldig zou zijn • Cassatie 2003 à Geen probleem met filtragebedingen, het kan misbruikt worden, maar dat moet bekeken worden in feitelijke omstandigheden Informatieverplichtingen • Maar à Hof van beroep te Brussel heeft een lastige uitspraak gedaan in verband met informatieverplichtingen à Als bank toepassing wil maken van filtragebeding moet ze de opdrachtgever daar voorafgaandelijk over informeren o Als X overschrijvingsopdracht bezorgt bij KBC om rekening van Y te crediteren moet KBC contact opnemen met X om te vragen of het ok is dat ze de rekening van Y bij KBC gaan crediteren à Dit is niet werkbaar à De uitvoering van overschrijvingsopdrachten is vandaag volledig geautomatiseerd. Bovendien zit je met een uitvoeringstermijn van maximaal 1 werkdag, dus het is niet evident de opdrachtgever te contacteren binnen die termijn en daarenboven, als die zegt dat de rekening bij ING moet gecrediteerd worden in plaats van het voorstel om dit bij KBC te doen, dat die opdracht tijdig wordt uitgevoerd Kosten van betalingen Verordening inzake betalingen in euro • Betalingstransacties tot 50.000 euro binnen eurozone mogen niet meer kosten dan binnenlandse transacties (zowel overschrijvingen, als doorlopende opdrachten, betalingen met bankcontact en domiciliëringen) Artikel VII.42 WER • Verplichting volledige bedrag over te maken o Banken zijn verplicht het volledige bedrag van de betalingstransactie over te maken aan de begunstigde à Men stelde in het verleden vast (bij grensoverschrijdende betalingstransacties), dat elke bank zijn kosten in mindering ging brengen bij bedrag van betalingstransactie. Dus probleem was dat schuldenaar niet volledig bevrijd was ten aanzien van zijn schuldeiser. Om dit te vermijden is er de verplichting om het volledige bedrag over te maken à Kosten moeten afzonderlijk worden gedebiteerd
101
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Share-‐systeem o Men past het share-‐systeem inzake kosten toe à Dit betekent dat kosten voor gewone betalingstransacties tussen opdrachtgever en begunstigde moeten worden gedeeld, die kosten kunnen enkel op basis van het share-‐systeem worden verdeeld o Er zijn 3 grote systemen § Share = Kosten worden deels door opdrachtgever en deels door begunstigde gedragen § Our = Kosten worden gedragen door opdrachtgever § Ben = Kosten worden gedragen door begunstigde (benificiary) • In dit geval mogen kosten wel ingehouden worden van bedrag, maar moeten ze afzonderlijk worden vermeld
102
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 4: Kredietrecht §1. Algemene beginselen Kenmerken van het krediet Tijdselement • Tijdsperiode tussen prestatie ene en andere contractpartij. Het is de kredietgever die eerst zijn contractsverplichting zal dienen uit te voeren à Wanneer de kredietgever zijn verbintenis heeft uitgevoerd ontstaat er een verbintenis in hoofde van de kredietnemer om over te gaan tot terugbetaling à De kredietnemer zal meestal zekerheid verstrekken en na Bv. vestiging hypotheek zal de bank maar geld lenen à Dus indien je naar het totale plaatje kijkt zal het aan de kredietnemer zijn om die zekerheid te gaan verstrekken Vertrouwen • Intuitu personae o Men kent maar krediet toe omdat men in die specifieke kredietnemer vertrouwen heeft à Omwille van vertrouwen en meestal door positief solvabiliteitsonderzoek o De kredietgever is vrij om krediet al dan niet te verstrekken à Niemand heeft dus recht op krediet en je kan je krediet niet overdragen • Contractvrijheid (initiële toekenning + bijkomend krediet) o Niemand heeft recht op krediet of bijkomend krediet o Uitzondering Woninghuur à Huurder moet huurwaarborg verstrekken § Optie om bedrag gelijk aan 3 maanden huur over de periode van 3 jaar te kunnen overmaken à Kredietaspect is dat de financiële instelling die betaling van die 3 maanden huur gaat waarborgen à Hier wordt de financiële instelling door de wet verplicht om kredietwaardigheid ter beschikking te stellen Risico (solvabiliteitsbeoordeling / zekerheden) • Banken gaan bijna steeds zekerheden vragen à Elk krediet is een risico Afwezigheid van speculatie / ten bezwarende titel • Krediet wordt verstrekt omdat kredietgever er vanuit gaat dat krediet gaat worden terugbetaald Economische finaliteit
103
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Kost van het krediet Rente • Wat is rente? à Rente is de vergoeding voor de toekenning van krediet o Dus afhankelijk van duur, afgesproken rentevoet o Kosteloos krediet à Uitzondering terbeschikkingstelling van kredietwaardigheid (Bv. bankgarantie), kredietopening verbonden aan zichtrekening en je hebt er nog nooit gebruik van gemaakt, zolang je geen gebruik maakt ben je geen rente verschuldigd • Berekening • Bepaling van de rentevoet Commissies • Vast à Vergoeding voor administratiekosten, dossierkosten • In functie van het bedrag à Betalen omwille van het feit dat bank een bepaald bedrag ter uwer beschikking moet houden o Stel kredietovereenkomst van 10.000 Vs. 100.000 euro à Bij laatste is er de mogelijkheid om 100.000 te gebruiken en de kredietgever dat ter beschikking dienen te houden = Grotere kost Classificatie van de kredieten Hoedanigheid van de kredietnemer • De hoedanigheid speelt een belangrijke rol à Juridisch gezien is dit ook belangrijk op vlak van regels • Hier wordt het bestemmingscriteria toegepast à Voor welke doeleinden wordt het gesloten? o Privé-‐doeleinden à Consumentenkrediet of hypothecair krediet o Professionele doeleinden à Niet deze regels à Bij die vraag moet je kijken voor welke doeleinden je het krediet gaat gebruiken o Voorbeeld: Een vennootschap gaat een kredietovereenkomst aan à Geen consument (rechtspersoon ßà Consumenten steeds natuurlijke personen) à Wordt gewaarborgd door borgstelling van zaakvoerder. Op een bepaald ogenblik kan bvba niet terugbetalen en worden man en vrouw aangesproken om terug te betalen. Deze kunnen dit niet maar ze gaan bij andere kredietinstelling nieuw krediet aangaan die moet toelaten om de borgstelling die ze zijn aangegaan terug te betalen en zo vermijden dat ze moeten instaan voor de gezinswoning à Is dit tweede krediet een commercieel krediet of consumentenkrediet? § è Volgens de rechtspraak een commercieel krediet
104
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Consument (Art. I.1, 2° WER) o Wet Consumentenkrediet à Hoofdstuk 1, Titel 4 Boek VII WER o Wet Hypothecair krediet à Hoofdstuk 2, Titel 4 Boek VII WER o Gemengde kredieten à Hoofdzakelijk privé doeleinden § Typevoorbeeld à Wagen deels voor privé en deels voor bedrijfdoeleinden à Welke regels? § Cassatie 2014 met betrekking tot consumentenbegrip uit WCK à De WCK is van toepassing indien krediet hoofdzakelijk voor privédoeleinden wordt aangegaan • Uitspraak weinig verrassend à Het ging over een krediet dat uitsluitend voor beroepsdoeleinden aangegaan maar Cassatie heeft bij obiter dicutm gezegd à Regels enkel toepassen indien hoofdzakelijk privédoeleinden (terwijl dit niet vereist was in kader van dat geval) • è Wat indien WER in werking gaat treden? à Begrip consument wordt anders gedefinieerd dan in WCK • Voorbereiding à Bedoeling wetgever om dezelfde invulling te geven in WER dan deze van WCK à Dus ook wat gemengde kredieten betreft, zelfde regeling o Bewijslast § Als iemand zich wil beroepen op bepaalde wet, wie draagt de bewijslast? à Moest consument aantonen dat hij consument is of kredietgever aantonen dat consument geen consument is? § è Regel: Wie zich op specifieke wetgeving wil beroepen, moet bewijs leveren dat hij aan de toepassingsvoorwaarden voldoet à Maar men gaat rekening houden met de aard (Bv. wasmachine) dan gaat men wel vermoeden dat regels consumentenkrediet van toepassing zijn en de kredietgever kan dit vermoeden gaan weerleggen (omkering)
105
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
KMO à Criteria kleine onderneming ex artikel 15 §1 Wb. Venn. o Tot voor kort was er enkel het onderscheid tussen consumenten en de rest. Maar sinds de KMO-‐financieringswet moet hier ook rekening mee gehouden worden (toepassing wet van 21 december 2013) à Deze wet omvat 2 belangrijke categorieën regels § (1) Regels met betrekking tot de precontractuele fase (lijkt op regeling inzake consumentenkrediet § (2) Regels met betrekking tot wederbeleggingsvergoeding (voor commerciële kredieten begrensd als bedrag kredietovereenkomst 1 miljoen € niet overschrijdt)
o Belang à Toepassing wet van 21 december 2013 betreffende diverse bepalingen inzake de financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen § Ratio van deze wet à KMO’s op eenvoudigere wijze krediet geven (Men wil dit bevorderen) à Maar, de wet is niet bevorderlijk (kredietgevers krijgen extra precontractuele verplichtingen en wederbeleggingsvergoeding wordt beperkt) à Dus inhoudelijk is de wet goed, maar het is geen meerwaarde voor het stimuleren van kredieten voor KMO’s § Art. 2 ten vierde bepaalt wat er binnen ‘onderneming’ valt à Men spreekt over ‘ondernemingen die kredieten verkrijgen’ en verwijst naar WMPC en wet van 2002 voor beoefenaars van vrije beroepen à WMPC bestaat niet meer en wet 2002 is intussen vervangen door boek XIV à Dit is geen probleem in praktijk volgens prof à Begrip onderneming uit boek VI gebruiken en het toepassingsgebied van boek XIV à Besluit à Alle ondernemingen (incl. vrije beroepen) kunnen onder deze regelen vallen § Men verwijst ook naar Art. 15, §1 W. Venn à De vraag of een onderneming als KMO kan worden beschouwd moet worden beoordeeld op het ogenblik van de kredietaanvraag (niet op moment van sluiting kredietovereenkomst) o Onderneming die voor het laatst (en het voorlaatst) afgesloten boekjaar, niet meer dan één der volgende criteria overschrijden § Jaargemiddelde van het personeelsbestand : 50 § Jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde : 7.300.000 euro § Balanstotaal : 3.650.000 euro § Uitzondering: jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 § Beoordeling op het ogenblik van de kredietaanvraag § Op geconsolideerde basis ? • Hier is nog geen uitspraak over à Letterlijke interpretatie van de wet leidt ertoe dat je dit moet bekijken vanuit standpunt van individuele
106
Privaat Bankrecht
§
JVD
2014-‐2015
kredietnemer à Er is discussie omdat de minister uitdrukkelijk heeft verklaard dat je ook rekening moet houden met §5 • Wat is de waarde van een verklaring in de totstandkoming van een bepaalde wet wanneer verklaring (1) geen steun vindt in tekst van de wet en (2) in de voorbereiding van de wet ook geen steun krijgt à De kredietgevers zijn voorstanders voor toepassing op geconsolideerde basis want dan minder ondernemingen die onder regeling vallen Verschillende kredietnemers à Per kredietnemer? • Situatie waarbij er 1 wel en andere niet aan de voorwaarden voldoet à Sommigen zijn van oordeel dat per krediet moet worden beoordeeld (overschrijding door 1 à Regels niet van toepassing) en anderen zeggen per kredietnemer (voor ene kredietnemer dan wel en voor andere geen toepassing KMO-‐Financieringswet)
Wijze waarop krediet wordt verleend • Geld (Bv. lening, disconto, factoring) • Kredietwaardigheid (Bv. documentair krediet, bankgarantie) • Quid kredietopening? Bestemming van het krediet • Hypothecaire kredieten worden gewaarborgd door een hypotheek op een onroerend goed à Ze hebben een welbepaalde bestemming, zijnde de financiering van de verwerving/behoud van zakelijke rechten op een onroerend goed à Als men krediet aangaat voor de aankoop van een dure wagen of om Bv. te gaan gokken en men neemt een hypotheek op het huis, dan zullen de regeling inzake hypothecair krediet niet van toepassing zijn à In de nieuwe richtlijn zal dit veranderen • Belang o Risicobeoordeling à Gebeurt op een andere manier (economische vraag) o Juridisch à Toepassingsgebied WHK/Hoofdstuk 2, Titel 4 Boek VII WER § Toepassing à Centralisatie à Zie kader
107
Privaat Bankrecht • • • •
•
•
JVD
2014-‐2015
Iemand heeft 2 consumentenkredietovereenkomsten lopen à een voor 10.000€ en een voor 15.000€ Op een bepaald moment blijkt het verschuldigd blijvend saldo van die 2 kredietovereenkomsten nog 8.800 en 12.200 Daarnaast ook hypothecaire kredietovereenkomst à Verschuldigd blijvend saldo is nog 75.000 è Als men de kredieten gaat centraliseren à Verschuldigd blijvend saldo gaat men vervroegd terugbetalen met een nieuwe kredietovereenkomsà Totaal is 96.000€ Belang kredietgever is dat hij nu een hypotheek heeft die niet enkel strekt voor krediet aangegaan voor Bv. aankoop woning, maar dat die ook gaat strekken tot bescherming van de oorspronkelijk aangegane consumentenkredieten à Vraag is of de nieuwe overeenkomst ressorteert in regelen inzake consumentenkrediet of inzake hypothecair krediet? o Bedrag dat betrekking heeft op vervroegde terugbetaling van consumentenkrediet-‐overeenkomst à Splitsen van dit met betrekking tot hypothecaire overeenkomst à 75.000 is groter dan bedrag om bestaande consumentenkredieten vervroegd terug te betalen o Als er nog wat extra wordt toegekend moeten we nagaan waartoe die extra dient (als het dient om consumentengoed aan te kopen à Bijtellen bij bedrag van consumentenkredieten) o è Dus je maakt toepassing van principe accessorium sequitur principale Vaststelling dat regelen inzake hypothecair krediet van toepassing zijn in plaats van consumentenkrediet is voor kredietgever een goede zaak o In kader van consumentenkredietovereenkomst à Precontractuele verplichting in hoofde van kredietgevers en kredietbemiddelaars § Krediet mag niet worden verstrekt als men er redelijkerwijze van mag van uitgaan dat de verkrijger niet zal kunnen terugbetalen o Voor hypothecair krediet à Geen regel in de wet die zorgt voor een onthoudingsverplichting of uitdrukkelijke adviesplicht à Dit valt allemaal onder toepassing van gemeen recht
•
Het feit dat regelen inzake hypothecair krediet van toepassing zijn is dit moment voor kredietgever dus gunstiger dan de regelen van consumentenkrediet o è Maar richtlijn woonkredieten voert wel precontractuele informatieplicht in, eens die richtlijn is omgezet à De verplichtingen van de kredietgever in de precontractuele fase zullen in het kader van consumentenkrediet of hypothecair krediet dichter bij elkaar aanleunen o Richtlijn gaat toepassingsgebied van regelen inzake hypothecair krediet uitbreiden à Er zijn vandaag 2 cumulatieve voorwaarden voor de toepassing van de regelen § (1) Hypothecair krediet § (2) Verwerving zakelijke rechten op onroerend goed § à In de richtlijn worden dit alternatieve voorwaarden à Elk krediet dat wordt aangegaan voor verwerving van zakelijke rechten op een onroerend goed (zelfs als het niet gewaarborgd is door hypotheek op onroerend goed) zal ressorteren onder de regelen à Regeling is van toepassing voor hypothecair krediet voor aankoop wagen, woonboot die kan varen,…
108
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Verplichting bestemming te respecteren? o Verhouding bank – kredietnemer o Verhouding bank – derden o Volgens gemeenrecht à Bestemming van krediet is vrij (geen beperkingen met betrekking tot doel waarvoor geldbedrag gebruikt kan worden) ßà Praktijk is vaak dat tussen kredietgever en kredietnemer wel afspraken worden gemaakt over wat de bestemming is van het verkregen krediet § Dit is onder andere van belang wanneer kredietnemer de bestemming miskent (en ontvangen tegoeden gebruikt voor andere doeleinden dan deze waarvoor ze door de kredietgever zijn toegekend) à Dan is dit een contractuele wanprestatie à Gevolg à Uitdrukkelijk ontbindend beding dat leidt tot restitutie à Verkregen kredietbedrag moet in 1x worden terugbetaald o Franse rechtspraak (is in België nog niet aan de orde geweest) à Vermelden van bestemming in kredietovereenkomst is niet zonder risico voor kredietgever ten aanzien van derden à Als een bank in verhouding tot een kredietnemer de mogelijkheid heeft om de bestemming te controleren, dan creëert die mogelijkheid in de verhouding tot derden (Bv. schuldeisers van de kredietnemer) de verplichting om dit te controleren § Bv. Investeringskredietovereenkomst bepaalt dat bedrag wordt ter beschikking gesteld met het oog op de bouw van een machinepark à Kredietnemer gaat dan ontvangen bedragen voor een belangrijk deel gebruiken voor het voldoen van liquiditeitstekorten (men gaat opeisbare schuldvorderingen betalen met geld bestemd voor machinepark) à Als kredietnemer failliet gaat en situatie waarin machinepark niet gerealiseerd is en krediet nog moet worden terugbetaald • Dit kan nadelig zijn voor huidige schuldeisers • Had de bankier de bestemming gecontroleerd hadden we misschien via de verkoop van het machinepark meer geld verkregen om te verdelen onder schuldeisers § Het Franse Hof van Cassatie oordeelde dat als de bank in verhouding tot de kredietnemer het recht heeft om te kijken of de bestemming is gerespecteerd, dat ze dan de plicht hebben om dit te doen ten aanzien van derden à Als de bank dit niet doet, en derden leiden hierdoor schade à Dan kunnen zij de kredietgever aansprakelijk stellen
109
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 4: Kredietrecht §2. Aansprakelijkheid van de kredietverlener
Aansprakelijkheid van de kredietverlener
Ten aanzien van de kredietnemer • Contractueel o Fout bij handhaving of bij beëindiging/opzegging krediet = Contractuele aansprakelijkheid ten aanzien van kredietnemer o Hier komt enkel voorzienbare schade voor vergoeding in aanmerking • Extracontractueel o Fout bij de toekenning van het krediet = Precontractuele verhouding à Dus toepassing maken van Art. 1382 BW o Met inbegrip van onvoorzienbare schade) Ten aanzien van derden à Extracontractueel • Als Bv. schuldeiser van kredietnemer tracht over te gaan tot het aansprakelijk stellen van de kredietgever gaat het om een vorm van extracontractuele aansprakelijkheid • Derden hebben de mogelijkheid om de kredietgever aansprakelijk te stellen als ze een fout hebben begaan bij de toekenning van het krediet (Bv. als kredietgever het krediet toekent aan een reddeloos verloren onderneming) Bij de toekenning van het krediet Bij de handhaving van het krediet Bij de opzegging van het krediet Fout ten aanzien van kredietnemer bij toekenning van het krediet (gemeen recht) • Informatieplicht o Inhoud § Principe is dat de kredietgever niet verplicht is om op een actieve wijze informatie te gaan verstrekken à Als deze info expliciet wordt gevraagd moet men die wel geven o Kwaliteit van de kredietnemer § Men gaat kijken of de kredietnemer beschikt over bijzondere expertise met betrekking tot het sluiten van een kredietovereenkomst à Hoe meer ervaring de kredietnemer heeft, hoe minder informatie er verstrekt moet worden à Als de kredietnemer totaal onervaren is (eerste keer dat betrokken onderneming een kredietovereenkomst sluit) à dan moet men wel info verstrekken
110
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Tijdstip beoordeling § De kwaliteiten van de kredietnemer moeten beoordeeld worden op tijdstip van het sluiten van de kredietovereenkomst à De rechter mag geen rekening houden met elementen die dateren van na het sluiten van de kredietovereenkomst o Schadevergoeding § Als kredietgever zijn gemeenrechtelijke verplichting heeft miskend kan er een schadevergoeding worden opgelegd § Kredietnemer moet aantonen dat • (1) Hij er rechtmatig op mocht vertrouwen bepaalde info te verkrijgen • (2) Het niet verstrekken van de info in causaal verband staat met geleden schade
•
•
•
Adviesplicht (niet) o Adviesplicht bestaat in het gemeen recht niet à Kredietgever is er bij toepassing van gemeen recht niet toe gehouden de kredietnemer in de ene of andere richting te sturen Beoordeling solvabiliteit kredietnemer (niet in de verhouding tot kredietnemer) o Inzake consumentenkrediet moet men nagaan of de kredietnemer het consumentenkrediet redelijkerwijze zal kunnen terugbetalen o In het gemeen recht geldt dit principe niet à Men zal wel de solvabiliteit gaan beoordelen (dit is eigen aan elke kredietverlening), maar er is geen onthoudingsplicht o Wat eventueel wel kan bestaan is een waarschuwingsplicht, maar verantwoordelijkheid ligt nog steeds bij de kredietnemer, hij moet beslissen of een bepaald krediet nog opportuun is o Maar à Kredietgevers kunnen nog aansprakelijk worden gesteld door derden voor het krediet verstrekken aan een onderneming die virtueel failliet is (komen we verder op terug) o Zelfs als de bank een fout maakt ten aanzien van de kredietnemer, dan moet je nog steeds aantonen dat de kredietnemer hier schade door geleden heeft, dit is zeer moeilijk Quid hypothecair krediet ? o Hypothecair krediet dat verstrekt wordt aan consumenten en onder toepassing valt van regelen inzake hypothecair krediet? o Deze regeling bevat op dit moment geen regels met betrekking tot informatieverplichting in precontractuele fase noch onthoudingsplicht o Dus à Principes uit gemeen recht moeten worden toegepast. Er is een infoplicht, want iemand die zo’n overeenkomst schrijft doet dit slechts 1 of 2x in zijn leven, dus dit maakt hem niet ervaren à Dan moet kredietgever bepaalde informatie verstrekken
111
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o è Maar vraag is of hier ook een adviesverplichting/ onthoudingsverplichting is à Rechtspraak § Eerste uitspraak à Onthoudingsverplichting in hoofde van hypothecaire kredietgever omdat men regelen van wet consumentenkrediet naar analogie moet toepassen à Je gaat regelen uit wet consumentenkrediet niet naar analogie toepassen op de expliciet uitgesloten kredietovereenkomst à Deze uitspraak verdient geen navolging volgens prof! § Tweede uitspraak inzake hypothecair krediet à Geen expliciet door wetgever voorziene advies-‐ en onthoudingsverplichting à Maar we dienen hier de vraag te beantwoorden of de bankier zich gedraagt als een normaal zorgvuldig persoon à Volgens deze rechtspraak kan je van een bankier redelijkerwijze verwachten dat hij een niet-‐ervaren kredietnemer waarschuwt omtrent de quasi onmogelijkheid om een bepaald hypothecair krediet terug te betalen • Dit leidt niet meteen tot aansprakelijkheid van de kredietgever, er moet schade zijn die in causaal verband staat met de niet-‐verstrekte info o Nu à Europese richtlijn woningkrediet à Uitdrukkelijke informatie-‐ advies-‐ en onthoudingsverplichting § Hopelijk verbindt de Belgische wetgever hier ook een privaatrechtelijke sanctie aan zoals we kennen inzake consumentenkrediet § Als wetgever zo’n plicht wil invoeren, moet dit eenvoudig inroepbaar zijn • Nu à Causaal verband is steeds moeilijk aan te tonen • Sanctie moet hierbij proportioneel zijn
Fout ten aanzien van kredietnemer bij toekenning van het krediet (Boek VII WER, consumentenkrediet) • Hier geldt een specifieke wet met als doel de consument te beschermen in afwijking van hetgeen in het gemeen recht geldt met onder andere volgende regels • Informatie-‐inwinningsverplichting (Art. VII.69 WER) o Antwoordplicht consument • Informatieverplichting (Art. VII.70 -‐72 WER) • Passende toelichting (Art. VII.74 WER) • Raadgevingsverplichting (Art. VII.75 WER) • Kredietgever à Inschatting terugbetalingskansen + verplichting krediet te weigeren (Art. VII.77 WER) • Sanctionering à Art. VII.201 WER
112
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Fout ten aanzien van kredietnemer bij toekenning van het krediet (KMO financieringswet) • Deze wet wijkt in belangrijke mate af van de principes in het gemeen kredietrecht à Men gaat hier de KMO’s tot op zekere hoogte een vergelijkbare bescherming bieden als consumenten in de wet consumentenkrediet à KMO’s krijgen dus ook recht op bepaalde informatie, er geldt een adviesverplichting in hoofde van de kredietgever à Het gaat hier om een zeer groot aantal commerciële kredieten • Informatie-‐inwinningsplicht (Art. 5) o In hoofde van de kredietgever of kredietbemiddelaar o Aan de onderneming die om een kredietovereenkomst verzoekt / de persoon die een persoonlijke zekerheid stelt o Pertinente informatie die zij noodzakelijk achten om de haalbaarheid van het beoogde project waarvoor het krediet wordt aangevraagd, hun financiële toestand en hun terugbetalingsmogelijkheden en hun lopende financiële verbintenissen te beoordelen § Als je deze regel vergelijkt met regelen inzake consumentenkrediet (het volstaat om info in te winnen inzake terugbetalingsverplichtingen) ßà KMO financieringswet voert een zwaardere informatieverplichting in (niet enkel beoordeling terugbetalingsmogelijkheid, maar bank is verplicht informatie in te winnen omtrent de haalbaarheid van het beoogde project) à Dit betekent dat de kredietgever moet kijken of het beoogde project kans op slagen heeft, de kredietgever plaatst zich dus in de schoenen van de kredietnemer à Ook ten aanzien van de borg moet worden nagegaan wat zijn financiële capaciteiten zijn en of deze capaciteiten voldoende zijn o Verplichting juist en volledig te antwoorden § à Kredietnemer moet zich te goeder trouw gedragen o Sanctionering? § Fundamenteel verschil à De KMO financieringswet heeft geen specifieke sanctie voor de miskenning van de informatie-‐inwinningsverplichting ßà Regelen inzake consumentenkrediet (vermindering van verplichtingen tot ontleende bedrag met behoud van termijnen)
113
Privaat Bankrecht
2014-‐2015
•
Zoeken naar het best aangepaste krediet (idem Art. VII.75 WER) (Art. 6) o Inhoud van de verplichting § Het is een adviesplicht identiek aan de regeling inzake consumentenkrediet à Maar hier is wel in een sanctie voorzien (die anders is dan deze in de wet consumentenkrediet) o Sanctie (Art. 11) § Rechter kan kosteloze omzetting van het krediet bevelen naar een kredietvorm die qua soort beter is aangepast, rekening houdend met de financiële toestand van de onderneming op het ogenblik van het sluiten van de kredietovereenkomst en met het doel van het krediet à Bv. krediet wordt aangegaan voor financieren welbepaalde transactie (aankoop vrachtwagens) waarvoor 200.000 euro nodig is à Als kredietgever aanraadt een kredietopening te nemen in plaats van een lening op intrest, dan kan men kosteloos vragen dat de kredietopening omgezet wordt naar lening op intrest § Geen schuldvernieuwing !!à Er is dus eerder een wijziging van de kredietovereenkomst (kredietopening naar lening) in plaats van een totaal nieuwe overeenkomst omwille van de zekerheden die aan de oorspronkelijke overeenkomst zijn verbonden à Men wil die gewoon behouden § Uitwerking vanaf beslissing rechte
•
Informatieplicht Kredietgever / Kredietbemiddelaar (Art. 7) o Passende schriftelijke toelichting o Doel à Kredietnemer in staat te stellen zich een algemeen beeld te kunnen vormen van de relevante kredietvormen § Door deze informatieplicht kan de kredietnemer met kennis van zaken een beslissing nemen en beoordelen welke formule voor hem het meest geschikt is o De toelichting omvat in elk geval de belangrijkste kenmerken van de voor de onderneming relevante kredietvormen en de specifieke gevolgen hieraan verbonden voor de onderneming o Exemplaar van ontwerpovereenkomst (op verzoek, kosteloos) o Sanctionering § Geen sanctionering à Als je niet de info verstrekt bega je wel een fout, maar voor schade en causaal verband moet je terugvallen op het gemeen recht
JVD
114
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Fout ten aanzien van kredietnemer bij opzegging van het krediet (gemeen recht) • Schending contract o Bepaalde duur à Voortijdige opzegging van krediet behoort dan niet tot de mogelijkheden, tenzij in onderling akkoord o Onbepaalde duur à Dan kan contract steeds eenzijdig beëindigd worden door kredietgever, zelfs los van wanprestatie § Opzegging kan foutief zijn wanneer de opzegtermijn niet wordt gerespecteerd à Meestal is die termijn bepaald, zo niet: redelijke opzegtermijn in acht nemen § Opzegging ßà Ontbinding wegens wanprestatie (waaraan dan een uitdrukkelijk ontbindend beding gekoppeld kan zijn) • Rechtsmisbruik o Als een contract van onbepaalde duur is, en er is een opzegtermijn voorzien, moet erover gewaakt worden dat er geen misbruik is van recht (als gebruik maken van die termijn kennelijk onredelijk is) • Schadevergoeding à In eerste instantie krijgt men op basis van het gemeen recht een schadevergoeding voor de schade die in causaal verband staat tot de fout • Bevoegdheid in kort geding o Als contract ten onrechte wordt beëindigd zijn er andere opties dan verkrijgen van een schadevergoeding, namelijk u wenden tot de rechter in kort geding à Hier moet een onderscheid gemaakt worden tussen verscheidene kredietovereenkomsten § Bepaalde duur • Kortgedingrechter heeft bevoegdheid als een kredietovereenkomst van bepaalde duur eenzijdig wordt beëindigd door kredietgever zonder wanprestatie (opdat het krediet niet meer beëindigd is) om de overeenkomst terug in werking stellen § Onbepaalde duur • Hier aanvaardt men die bevoegdheid niet • Het effect hiervan zal slechts beperkt zijn, want als we een kredietgever (die Bv. contractueel bepaalde opzegtermijn heeft miskend) gaan verplichten de kredietovereenkomst niet op dat moment te beëindigen, dan verhindert dit niet dat de kredietgever de dag na het vonnis een nieuwe opzegging doet waarbij dan wel gebruik gemaakt wordt van een opzeggingstermijn à Want de kredietgever behoudt steeds zijn mogelijkheid tot opzegging • Men kan hier dus enkel en alleen aanspraak maken op een schadevergoeding
115
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Fout ten aanzien van derde (gemeen recht) • Toekenning o Reddeloos verloren § = Virtueel faillissement § Toekenning van krediet aan onderneming die reddeloos is verloren is een fout/onzorgvuldigheid (schending van Art. 1382 BW) want men gaat ervan uit dat een kredietgever een foutieve schijn van solvabiliteit creëert in hoofde van de betrokken kredietnemer à Want als kredietnemer niet meer solvabel zou zijn, zou een bank geen krediet meer mogen verstrekken § Maar als te snel besloten wordt tot een fout van de kredietgever, dan gaat dit verstrekken van krediet bemoeilijken, want hij zal weigerachtig worden om kredieten te verstrekken à Daarom is het duidelijk dat het enkel een fout is als men krediet verstrekt aan een onderneming die reddeloos verloren is, en niet met betrekking tot een onderneming in moeilijkheid o Onderneming in moeilijkheden § De rechtspraak eist een aantal bijkomende zorgvuldigheden in hoofde van de kredietgever opdat hij niet aansprakelijk kan worden gesteld ten aanzien van derden à De kredietgever moet aantonen dat • (1) Hij aan de onderneming heeft gevraagd een herstelplan op te maken • (2) Hij naar het herstelplan heeft gekeken en heeft vastgesteld dat de onderneming een redelijke kans heeft op herstel • (3) Hij de uitvoering van dat herstelplan opstelt o Criteria beoordeling door rechter § è Er gelden hier 2 principes • (1) Rechter moet (bij vraag of Kredietgever een fout heeft gemaakt ten aanzien van derde) abstractie maken van zekerheden die de bank heeft verkregen (bank kan niet aan aansprakelijkheid ontsnappen door te zeggen ‘ons risico was beperkt, want we hadden een hypotheek op een onroerend goed in 1e rang) • (2) Rechter moet zich hoeden voor een a posteriori benadering à Als hij kijkt of de bank een fout heeft gemaakt bij toekenning van het krediet, dan mag de rechter enkel rekening houden met elementen die bekend waren op het moment dat de bank haar beslissing heeft genomen à De rechter mag geen rekening houden met elementen die zich na de toekenning van het krediet hebben voorgedaan o Zekerheden
116
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Positie borg § Ten aanzien van het gemeen recht gaat men zich hier strenger tegen opstellen § Kosteloze borg • = Borg die geen rechtstreeks of onrechtstreeks economisch voordeel heeft bij de borgstelling (vader stelt zich borg voor schulden aangegaan door zijn zoon voor zijn beroepsactiviteit) • Art. 2043 e.v. BW voorzien in een bescherming voor de kosteloze borg op verscheidene vlakken o (1) Men moet nagaan of er geen manifest onevenwicht is tussen het bedrag waarvoor iemand zich borg stelt en de financiële middelen waarover de kosteloze borg beschikt à Als er een onevenwicht is, is de borgtocht sowieso nietig. De kredietgever moet in dit kader nagaan wat de financiële situatie van de borg is, slechts als dit aangepast is aan het betrokken kredietbedrag kan dit aanvaard worden o (2) Borg moet eigenhandig een formule neerschrijven waaruit blijkt dat hij de draagwijdte van de aangegane verbintenissen kent, op straffe van nietigheid o (3) … (niet relevant hier)
§
Geen kosteloze borg à Bekend met financiële situatie kredietnemer? • Bv. Zaakvoerder die zich borg stelt voor zijn vennootschap à Men gaat een onderscheid maken tussen borg die op de hoogte is van de financiële situatie van de kredietnemer (borg is zaakvoerder of zijn echtgenote) of deze die dat niet is (borg is vreemde persoon ten aanzien van uitoefening kredietactiviteit • Borg is op de hoogte à Hij gaat kredietgever niet aansprakelijk kunnen stellen voor iets wat hij zelf wist/moest weten • Borg is niet op de hoogte en moet dit ook niet zijn à Dan gaat men de borg als een echte derde beschouwen, wat de mogelijkheid biedt de kredietgever aansprakelijk te stellen
•
Handhaving à Toezichtverplichting / feitelijk bestuurder o De financiële situatie van de kredietnemer kan wijzigen in de tijd à Als iemand beschikt over een kredietopening kan er een moment zijn waarop de kredietgever verdere kredietopnemingen moet vermijden, dit kan hij maar doen door opzegging à Maar als men te lang wacht met opzegging en opname van kredieten laat 117
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
verder gaan terwijl men weet dat de onderneming reeds virtueel failliet of reddeloos verloren is à Dan is er een foutieve handhaving à Kredietgever maakt een fout door verdere kredietopnemingen toe te laten o Dit is vergaand à Als je zegt dat kredietgever fout kan maken door krediet te handhaven, creëer je in hoofde van de kredietgever een toezichtverplichting lopende de duurtijd van de kredietovereenkomst o Dit staat haaks op het principe van niet-‐inmenging (kredietgever mag zich niet mengen in beleid van de onderneming) à Dus men mag niet te veel verlangen van betrokken kredietgever à De kredietgever mag niet te ver gaan in de toezichtverplichting (Bv. alle beslissingen die door de onderneming worden genomen moeten goedgekeurd worden, of kredietgever dringt beslissingen op aan kredietnemer) à Want dan loop je het risico om beschouwd te worden als feitelijk bestuurder à Gevolg hiervan is dat als je als feitelijk bestuurder een fout maakt die bijdraagt aan faillissement, dan kan je aansprakelijk zijn
•
Opzegging à Onrechtmatig o Principes zijn hetzelfde als hierboven, maar foutieve opzegging (Bv. opzegging die bepaalde opzegtermijn niet respecteert) kan niet enkel schade veroorzaken voor kredietnemer, maar ook bij derden à Als derden hierdoor schade lijden kunnen ze net zoals de kredietnemer aanspraak maken op een schadevergoeding (maar ze kunnen niet naar kortgedingrechter gaan)
•
Schade o Ten onrechte toegekend § Schuld dateert van voor toekenning krediet • Schuldeiser heeft met kredietnemer gecontracteerd voorafgaand aan toekenning krediet à Men moet kijken of de foutieve toekenning van het krediet geleid heeft tot een toename van het passief en/of een daling van het actief • Als dat krediet gebruikt is om een aantal putten te vullen waartegenover geen activa staat = Schade geleden door derden die voorafgaand aan toekenning krediet hebben gecontracteerd met de kredietnemer § Schuld dateert van na de toekenning krediet • Als krediet niet toegekend was geweest, zou de onderneming failliet zijn gegaan à Als de onderneming failliet was geweest, dan hadden ze niet meer met de onderneming kunnen handelen, en was er geen schuldvordering geweest ten aanzien van de kredietnemer
118
Privaat Bankrecht
JVD •
2014-‐2015
Dit betekent dat schade die ze lijden gelijk is aan het bedrag van de schuldvordering min hetgeen ze eventueel nog uit faillissement verkrijgen
o Ten onrechte gehandhaafd § Probleem tijdstip van de fout à Bij foutieve toekenning is het makkelijk om uit te maken of een bepaalde schuldeiser met de kredietnemer heeft gecontracteerd voor/na toekenning krediet à Dit is niet makkelijk bij handhaving à Het is niet evident het exacte tijdstip vast te stellen waarop het krediet opgezegd had moeten worden
o Ten onrechte opgezegd § Je moet aantonen dat je schade hebt geleden (niet zozeer door opzegging van kredietovereenkomst, maar dat de opzegging onrechtmatig is gebeurd). Je kan slechts aanspraak maken voor vergoeding van schade die niet zou zijn ontstaan als de overeenkomst rechtmatig zou zijn opgezegd
•
Causaal verband (fout van de derde) o Als een derde kan aantonen dat de kredietgever een fout heeft begaan en hij geen schade zou hebben geleden (hij had niet gecontracteerd met de kredietnemer, dus geen schade) à Dan kan de kredietgever enkel aantonen dat derde zelf in de fout is gegaan door krediet te verstrekken § Bv. Leverancier handelt met kredietnemer en sluit een overeenkomst à Hij verleent betalingsuitstel § Argument van bank is à Vooraleer je als leverancier betalingsuitstel verleent, moet je zelf onderzoeken of uw schuldenaar wel voldoende kredietwaardig is § Maar à Punt is hier net dat ze bank gaan verwijten dat ze een foutieve schijn van solvabiliteit hebben gecreëerd waarop leverancier is verder gegaan o Prof is van oordeel dat wanneer men aanvaardt dat leverancier ook een fout heeft gemaakt, dat dit niet kan leiden tot doorbreken van causaal verband à Dit kan eventueel wel leiden tot een gedeelde aansprakelijkheid. Maar feit dat leverancier een fout heeft gemaakt mag er niet voor zorgen dat er geen causaal verband meer is tussen fout kredietgever en schade
119
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 4: Kredietrecht §3. Hypothecair krediet
Inleiding
Maatschappelijke relevantie • Prijzen van grond en onroerend goed zijn ten opzichte van vroeger toegenomen à Hoe hoger het bedrag is dat iemand gaat lenen, hoe meer men geneigd is om een hypothecair krediet te sluiten over een lange termijn à Dit kan nu tot 40 jaar lang à De extreem lage rente hierop is voor de kredietnemers een groot voordeel • Kost wordt bepaald in functie van de termijn waarvoor we een kredietovereenkomst sluiten (in deze les gaan we steeds uitgaan van hetzelfde kredietbedrag) à Bv. je wilt 150.000 euro lenen aan een rentevoet van 2,85% o Als je op 20 jaar wil terugbetalen à 196.509,72 o Als je op 30 jaar wilt terugbetalen à 222.268,50 o Als je op 40 jaar wilt terugbetalen à 250.067,25 Nood aan een wettelijke regeling • Want dit heeft een grote impact op het menselijke leven! De wet van 4 augustus 1992 à Incorporatie in Boek VII WER (definities in boek I WER) à Toekomst: omzetting richtlijn hypothecair krediet (2014/17/EU van 4 februari 2014) à Vanaf april kijken naar WER • Bepalingen uit wet hypothecair krediet en boek VII zijn quasi identiek à Oorspronkelijk was het de bedoeling om de richtlijn al te verwerken in het WER, maar dit heeft men uiteindelijk niet gedaan omdat de tekst van de richtlijn hypothecair krediet er te laat was • Minimale harmonisatie (behalve voor standaardinformatie en berekening JKP) o Minimale harmonisatie à Men wil de grensoverschrijdende kredietovereenkomsten eenvoudiger maken en de kredietnemer de mogelijkheid bieden om het aanbod uit verschillende lidstaten te vergelijken (European Standard information sheet) o Minimale harmonisatie was de enige manier om de richtlijn erdoor te krijgen, men kon niet over alles tot een compromis komen • Vereisten inzake scholing o Bv. Kredietnemers à In richtlijn staan een aantal eigenaardige zaken à Via deze bepaling kunnen kredietnemers met kennis van zaken een hypothecaire kredietovereenkomst sluiten o België hoeft zich hier geen zorgen in te maken omdat wij wikifin hebben (doel hiervan is spaarders en beleggers scholen) à Nadeel van websites is dat vooral geschoolden met een bepaalde kennis hier naartoe gaan surfen § Daarom nieuw plan à Programma moet door leerkrachten op middelbaar niveau worden uitgelegd (Bv. in wiskunde
120
Privaat Bankrecht
•
• •
JVD
2014-‐2015
kijken hoe een rente enz. wordt berekend, of Bv. omgaan met geld in het vak wereldoriëntatie) Voorwaarden inzake kennis en bekwaamheid van het personeel van kredietgevers o Klemtoon leggen op de bekwaamheid van dergelijk personeel Kredietwaardigheid consument beoordelen …
Verhouding tot regelen inzake Consumentenkrediet (supra) • Hypothecair krediet heeft voorrang op consumentenkrediet Dwingende karakter • Men kan via een contract de rechten van de consument niet inperken Toepassingsgebied Hypothecair krediet (Art. I.9, 53° WER) • Ontstaan o Tussen partijen à Solo consensus à In praktijk wordt natuurlijk een document opgemaakt o Ten aanzien van derden à Publiciteit via hypotheekkantoor is maar mogelijk mits authentieke akte voor de notaris • Hypotheek op onroerend goed à Wetgever stelt bepaalde situaties hiermee gelijk o + Voorrecht op onroerend goed (voorrecht van de onbetaalde verkoper van onroerend goed) § Wet bepaalt over welk voorrecht je beschikt, hier gaat het om het voorrecht van de onbetaalde verkoper à Bv. A verkoopt zijn onroerend goed aan B à Zolang B niet betaalt, beschikt A over dit voorrecht à Als A wenst over te gaan tot de aankoop van een onroerend goed en gaat hiervoor krediet lenen bij zijn kredietgever à De terugbetaling kan dan gewaarborgd worden door het voorrecht van de onbetaalde verkoper (voorrecht dat A heeft ten aanzien van B met betrekking tot de betaling van de verkoopprijs) § Bank zal dit in praktijk nooit aanvaarden, meestal gaat eigendom van onroerend goed maar over op moment dat koopprijs volledig wordt voldaan o + Inpandgeving van hypothecaire schuldvordering § Stel dat A krediet verstrekt aan B en B geeft een hypotheek tot waarborg van de terugbetaling à Als A dan zelf krediet nodig heeft, kan A die terugbetaling waarborgen door de hypothecaire schuldvordering waarover hij beschikt ten aanzien van B in pand te geven aan zijn kredietgever à Dit komt in praktijk niet vaak voor
121
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
•
Indeplaatsstelling / subrogatie o Entiteit die in schoenen stapt van kredietgever zal aan dezelfde regels onderworpen worden à Er zijn Bv. aantal regels om voorafgaandelijk aan de uitwinning van een onroerend te proberen tot een minnelijke schikking te komen à Deze regel geldt ook voor degene die de schuldvordering heeft overgenomen
•
Garantiekrediet met hypothecaire waarborg voor borg of garant o De entiteit die zich persoonlijk zeker gaat stellen (borg of garantie) zal een hypothecaire waarborg verkrijgen indien voldaan is aan het bestemmingscriterium (verwerving zakelijke rechten op een onroerend goed) à Daardoor komt dit in de praktijk weinig voor
•
Recht hypothecaire waarborg te eisen o Hypothecair mandaat § = Je geeft aan de kredietgever het recht om een hypotheek te vestigen wanneer de kredietgever dat nodig acht à Je geeft dus een volmacht § Authentieke akte à Om dit nadien tegenwerpelijk te maken tegen derden heb je een authentieke akte nodig, dus voor de opmaak hiervan moet je naar de notaris § Voordeel van een hypothecair mandaat is dat de kost veel geringer is dan de kost van een hypotheek à Er moeten geen registratierechten worden betaald in tegenstelling tot bij de vestiging van hypotheek § Bv. Je gaat een bedrag van 150.000 euro lenen à Je neemt voor het volledige bedrag een hypothecaire inschrijving (kost ongeveer 4496 euro) à Stel dat we splitsen in 70.000 euro waarvoor hypotheek wordt gevestigd en 80.000 euro met mandaat, dan is de kostprijs 3.280 à Als je een combinatie maakt is de kostprijs aanzienlijk lager à Nadeel voor kredietgever is de rang die hij gaat verkrijgen wanneer het noodzakelijk wordt om een hypotheek te gaan vestigen à De hypotheek neemt maar rang op ogenblik van de vestiging en vaak ben je niet meer de eerste dan à Dus geen enkele kredietgever zal bereid zijn om het krediet uitsluitend te laten waarborgen door een hypothecair mandaat
o Hypotheekbelofte § = Een louter contractuele belofte die de kredietnemer aangaat om wanneer de kredietgever dit vraagt, een hypotheek te vestigen § Onderhandse akte § Voor-‐ en nadelen voor bank en kredietnemer • Kosten à Onderhandse akte is een voordeel à Kostprijs is 0
122
Privaat Bankrecht
JVD •
•
2014-‐2015
Rang à Nadeel à Je bent hier als kredietgever afhankelijk van de kredietnemer à Bij mandaat heb je een hypothecaire volmacht, maar hier kan de kredietgever enkel vragen aan de kredietnemer of hij daadwerkelijk zijn instemming gaat verlenen met een hypotheek à Als de kredietnemer dit niet wil, moet je naar de rechter gaan om dit af te dwingen à Zo gaat kostbare tijd verloren à Daarom wordt dit niet vaak gebruikt (soms wel in het kader van overbruggingskredieten waar de terugbetaling wordt gewaarborgd door andere zekerheden) o Overbruggingskrediet = De situatie waarbij iemand eigenaar is van een onroerend goed en dit wil gaan verkopen, maar nog niet onmiddellijk omdat je nog een andere woning aan het bouwen bent à Die bouw wil je financieren door de opbrengst van de verkoop van uw eigen onroerend goed. Voor het bouwen van een woning moet je voldoende liquiditeiten hebben, maar je wil de woning waar je nu in woont nog niet kwijt à Dan gaat de bank u een bedrag lenen ten belope van de verkoopprijs die je verwacht te ontvangen uit de verkoop van uw onroerend goed, maar hiervoor zal de kredietgever voldoende zekerheden willen à Hypotheek op onroerend goed kost veel (5.000 à 6.000€), dus in dergelijk geval gaat de terugbetaling van het overbruggingskrediet gewaarborgd worden door een hypotheekbelofte en ook de inpandgeving van de financiële instrumenten (jonge koppels gaan vaak bij ouders aankloppen om te vragen of hun financiële instrumenten in pand gegeven mogen worden) à Dan zal bank tevreden zijn met een hypotheekbelofte Fiscale overwegingen à Als je betalingen doet voor een hypothecair krediet ga je die betaling kunnen aftrekken à Stel dat je de bank ervan kunt overtuigen om de terugbetaling van het krediet louter te waarborgen via een mandaat, dan heb je geen fiscaal voordeel à Dus op lange termijn gaat dat zelfs een financieel nadeel meebrengen o Combinatie is beter à Stel: man en vrouw met 2 kinderen lenen 150.000 euro om af te betalen op 20 jaar tegen 2,85% à Optimale bedrag om te laten waarborgen door hypotheek is 69.700€ want je geniet volledig fiscaal voordeel à In de personenbelasting 123
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
kan je maar een bepaald bedrag van je kapitaalaflossingen inbrengen om te genieten van fiscaal voordeel (exacte berekeningswijze à via een website)
§
Informatieverplichting (niet) Vs. Rechtsmisbruik • Grote gevaar bij hypothecair mandaat is dat bank een hypotheek kan vestigen wanneer zij dat nodig acht, en dan loop je het risico om 2x te betalen (nl. (1) kost van hypothecair mandaat en (2) kost van de hypotheek wanneer bank daadwerkelijk gebruik maakt van haar hypothecair mandaat) • Volgens Cassatie is de kredietgever bovendien niet verplicht om de kredietnemer voorafgaandelijk te informeren over het uitoefenen van het hypothecair mandaat à Banken gaan echter niet zomaar hun hypothecair mandaat uitoefenen, maar enkel als je financiële problemen hebt en niet meer gaat terugbetalen • Een bank moet wel degelijk een reden hebben om dat hypothecair krediet te gebruiken. Als zij een hypotheek zouden vestigen zonder reden zouden ze zich immers schuldig maken aan rechtsmisbruik want de kredietgever gaat kosten maken in hoofde van de kredietnemer terwijl de kredietgever daar niet onmiddellijk groot voordeel zal uithalen
Bepaalde bestemming è Bestemming/doel = Financiering van verwerving of behoud van zakelijke rechten op een onroerend goed • Financiering • Verwerving of behoud o Behoud gaat over de situatie waarin iemand Bv. gaat verbouwen of iemand erft een onroerend goed maar moet voor betaling van successierechten een bedrag lenen • Zakelijk recht o Dit kan van alles zijn à Maar gaat vooral om eigendomsrecht of mede-‐eigendomsrecht (appartement) • Onroerend goed o Ligging à Niet van belang à Bv. Als je hier een lening wil sluiten voor de bouw van een huis in Spanje is onze regeling van toepassing o Verhouding tot goed dat tot waarborg strekt à Er hoeft niet noodzakelijk een verhouding te bestaan tussen het onroerend goed waarvoor een waarborg wordt aangegaan en het onroerend goed waarop de hypotheek wordt gevestigd à Bv. Je koopt een zeer oud huis voor renovatie en je hebt niets van spaargeld, dan is de bank niet zeker dat er effectief iets voortkomt uit uw renovatiewerken en kan je Bv. de terugbetaling van uw lening
124
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
laten waarborgen door een hypotheek op het onroerend goed van uw ouders
Persoon van de kredietnemer • Het gaat om aankopen hoofdzakelijk voor private doeleinden gedaan (zowel in WHK als in WER) à WHK spreekt niet over consumenten maar stelt dat het gaat over kredietovereenkomst die hoofdzakelijk voor private doeleinden zijn aangegaan. Deze wet werd gewijzigd op 1/1/2004 • Hoofdzakelijk private doeleinden o Voor 1/1/2004 à Uitsluitend § Als je ruimte had voor bewoning en ruimte voor uitoefening van beroepsactiviteit à Viel niet onder regeling o Daarna à Gemengde kredieten o Nu à Consument à Boek I WER o Gewone verblijfplaats in België (Art. VII.2 §2 WER) Persoon van de kredietgever • è Wel wijziging in WER ten opzichte van WHK • WHK à Kredietgever kan zowel professioneel als niet-‐professioneel zijn o Privaatrechtelijke bepalingen à Elke kredietgever § Deze wet is zowel van toepassing op de professionele als op de niet-‐professionele kredietgever à Wanneer een consument een kredietovereenkomst sluit met zijn nonkel met een hypotheek, dan is de regeling op hem van toepassing à Dit zal vanaf 1 april 2015 niet meer mogelijk zijn omdat nu vereist is dat het gaat om iemand die kredieten verstrekt in het kader van zijn beroepsactiviteit o Administratieve bepalingen à Professioneel kredietgever § Bepaalde regelen zijn natuurlijk niet van toepassing op de niet-‐professioneel omdat het gaat om een privaatrechtelijke verbintenis (maar Bv. bepalingen over teugbetaling enz. wel) • WER o Professioneel kredietgever à Het gaat ofwel om een kredietgever gevestigd in België, ofwel om een kredietgever uit een ander land die zijn activiteiten in België heeft ontplooid of op de Belgische markt heeft gericht o Ontplooien van of richten van activiteiten op België (Art. VII.2 §2 WER) § De bijzondere verwijzingsregel uit Rome I-‐vo is gekopieerd in WER à De consument zal zich kunnen beroepen op de dwingende bepalingen van zijn eigen recht bij het ontplooien van of richten van activiteiten op België (Art. VII.2 §2 WER) § Ingevolge rechtspraak van het HvJ gaat men zeer snel aanvaarden dat een bepaalde entiteit zijn activiteiten richt op een bepaald land (Bv. gebruik van bepaalde taal op website)
125
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Modaliteiten Extra • Quoteit is de verhouding tussen het krediet en de waarde van het onroerend goed à Bv. bij een quoteit van meer dan 100%, dan wil men niet enkel geld om het onroerend goed te financieren, maar ook voor de kosten verbonden aan de aankoop van het onroerend goed zoals notariskosten enz. • Klassiek systeem (via ons voorbeeld) 817 euro per maand o Step by step hypothecair krediet à Tijdens initiële periode gaat men minder kapitaal terugbetalen maar dat loopt periodiek op (Bv. eerste 2 jaar 80%, volgende 2 jaar 85%,…) à Op lange termijn zal men uiteindelijk meer rente betalen dan bij een klassiek krediet omdat men op langere termijn moet terugbetalen Terugbetaling • Met aflossing van kapitaal (in de praktijk meest gehanteerd) o Vaste mensualiteiten § Dit wil zeggen dat het kapitaal van elke mensualiteit dat je zal betalen onmiddellijk wordt afgetrokken van het terug te betalen saldo à Dus je moet maandelijks minder kapitaal terugbetalen, maar de component rente zal maandelijks stijgen § Indien dit wordt gecombineerd met een vaste rentevoet dan is het bedrag dat je maandelijks moet terugbetalen hetzelfde gedurende 20 jaar § Hier à 817 euro betalen gedurende 240 maanden à De eerste keer dat u dit zal betalen is 466 euro kapitaal en 351 rente. Wanneer u eerste termijn zal betalen gaat 466 euro worden in mindering gebracht van 150.000 euro. Dus voor volgend maand interest op 150.000 vermindert met reeds betaalde kapitaalbedrag. De laatste termijn die men zal betalen à Component kapitaal wordt elke maand iets groter en component rente kleiner o Vaste kapitaaldelgingen of degressieve betalingen § Component kapitaal zal ook worden toegerekend op het resterend bedrag, component kapitaal blijft dus hetzelfde, maar component rente zal variëren waardoor u elke maand een kleiner bedrag moet terugbetalen § Hier à Eerste maand 976 euro = 625 kapitaal en 351 rente • Laatste termijn nog 626,46 euro = 625 kapitaal en 1,46 rente • Tussen 1e en 240e maand gebeurt er veel maar component kapitaal blijft zelfde en component rente zal variëren en steeds lager worden omdat wordt berekend op het overblijvend saldo à Je zal een tabel krijgen welke bedragen u maandelijks dient te betalen
126
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Vergelijking vorige twee § Bij vaste mensualiteiten betaal je meer rente omdat jouw kapitaal minder snel wordt afgelost en rente wordt steeds brekend op het resterend saldo § à Wanneer de rentevoeten zullen gaan stijgen, gaat het verschil tussen beide groter worden. Hoe hoger de rentevoet hoe meer profijt men heeft met vaste kapitaaldelging § Maar, aflossing met vaste mensualiteiten is goedkoper in het begin en dit is de periode waarin de mensen de meeste kosten gaan hebben à Een oplossing kan zijn om te vragen aan bank om tijdens de looptijd van kredietovereenkomst kosteloos over te schakelen naar het andere systeem •
Met reconstitutie van kapitaal à De beleggingshypotheek o Een deel van terugbetalingen zal men aanwenden om het bedrag te verzamelen om het krediet op vervaldag terug te betalen o Bv. Je gaat hypotheek aan voor 150.000 euro op 20jaar aan 2,85% o Opsplitsing 356, 25 rente en 461, 71 (spaarbedrag via toegevoegd contract) à Men gaat deze 461 euro gaan beleggen à Het verworven bedrag komt steeds in een pot terecht en dit gaat men gaan beleggen à Bedoeling om zo hoog mogelijk bedrag te gaan realiseren o Grote voordeel à Wanneer men er in slaagt om met de component sparen een bedrag te realiseren dat hoger is dan 150.000 euro à Belastingvrije meerwaarde o Stel dat je bedrag lager is, dan kom je te kort o Simulatie à Zelfs met een redendement van 2% kwam je niet aan de 150.000 euro à Dus je zou dan geld moeten bijleggen. De simulator ging uit van 8% maar dat is niet realistisch in de huidige tijden
•
Met terugbetaling van kapitaal o Dit houdt in dat je gedurende de looptijd van het krediet enkel rente betaalt à Bv. gedurende 20 jaar betaal je elke maand een bedrag van 356€ (dat zijn puur intresten) o Na 20 jaar moet je nog eens 150.000€ op tafel leggen en je moet er zelf maar voor zorgen dat je dit bedrag bij elkaar hebt verzameld o Dit wordt in de praktijk niet vaak gehanteerd
127
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Rentevoet (Art. VII.127 ev WER) • Vaste rentevoet (één of meer) o Vandaag is de vaste rentevoet zeer laag, dus als je nu een lening aangaat ga je voor de vaste kiezen want kans dat de rente nog gaat dalen is enorm klein o Als de rente heel hoog is (Bv. 4%), dan bestaat de kans dat hij nog gaat dalen, en dan kan je dus beter kiezen voor variabele rentevoet o Je kan ook kiezen voor meerder rentevoeten à Bv. eerste 10 jaar zoveel procent vast en de 10 jaar nadien andere rentevoet vast (niet gebruikelijk) • Variabele rentevoet o Slechts 1 rentevoet (combinatie vast en variabale is mogelijk) § Slechts 1 rentevoet in functie waarvan de berekening gaat plaatsvinden § Stel dat je kiest voor jaarlijkse herziening zal deze steeds worden herrekend maar op basis van hetzelfde systeem à Je moet elke keer kijken naar wat de referte index was op moment van sluiten kredietovereenkomst en wat hij vandaag is. àJe gaat vaststellen dat er verschillende indexen zijn § Bij jaarlijks herzienbare à Index A. Bij eentje om de drie jaar à Index C. Men is dus niet vrij in welke je mag kiezen, de wetgever bepaalt dit à Formule om de nieuwe rentevoet te gaan berekenen • Nieuwe rentevoet = oorspronkelijke + (de nieuwe referte index – de oorspronkelijke referte index) § Krediet is jaarlijks herzienbaar à 3,55% en op dat ogenblik is de referte index 2,238, momenteel is de referte index -‐0,141 è Dus nu: 3,55% + (-‐0,141-‐2,238)= 1,171 o Wijzigingen § Caps • Wijzigingen moeten gepaard gaan met het instellen van caps (begrenzingen naar boven en beneden toe) à De rente mag maximaal Bv. 3% stijgen maar ook maximaal 3% dalen à De wetgever heeft hier verschillende regels rond gecreëerd • De eerste 3 jaar kan de rente niet meer stijgen dan het desbetreffende jaar (1% eerste jaar, 2% tweede jaar, 3% derde jaar) en daarna is men contractueel vrij § Eenmaal per jaar of minder (beperkingen indien jaarlijks) • In principe kan men elke 3 of 5 jaar herzien, maar dat kan ook jaarlijks à Bij jaarlijks herzienbare rentevoet kan de rente de eerste drie jaar op de eerste verjaardag maar maximaal met zoveel
128
Privaat Bankrecht
JVD
• •
§
procent stijgen (respectievelijk 1,2 en 3%) à Daarna kan je het zelf contractueel gaan bepalen Ratio à Dit heeft een aanzienlijke impact op het bedrag dat je gaat terugbetalen Wanneer men voorziet in een formule van jaarlijkse of driejaarlijkse herziening kan er contractueel een accordeonfaciliteit worden bepaald à o De kredietnemer heeft hierdoor het recht om het behoud van het oorspronkelijke bedrag van de mensualiteit te krijgen à Stel na eerste jaar stijgt de rente sterk en je kan het op dat ogenblik niet aan om een hoger bedrag te gaan betalen à Met deze faciliteit kan je het behoud vragen. Hier staat tegenover dat de duur van de overeenkomst wordt aangepast, de terugbetalingstermijn zal langer zijn dan 240 maanden è Gevolg van verlenging duurtijd is dat men uiteindelijk meer rente zal betalen o Je kan dit ook gebruiken in de andere richting, bij daling van de rente kan men zijn oorspronkelijke mensualiteit behouden zodat de overeenkomst wordt ingekort
Referte index • De herziening van de rentevoet gebeurd aan de hand van een referte-‐index (A,B,C,D,E) afhankelijk van de toepasselijke rentevoet à Bv. vaste rentevoet, wijzigbaar na 3 jaar,…
•
Indexatie (index consumptieprijzen) o Niet gebruikt
•
Reductie van de rente versus ristorno op de rente o Ristorno houdt in dat men u als kredietnemer tracht te overtuigen om een kredietovereenkomst te sluiten door u een bepaald geldbedrag cadeau te doen (Bv. je krijgt 750€) à Dit is sinds enkele jaren door de wet verboden à Indien men een korting wil aanbieden, moet men dat doen onder de vorm van een korting op de rentevoet à Dit is de enige mogelijke manier om een korting te geven op een hypothecair krediet
2014-‐2015
o Vraag is of voorwaardelijke kortingen kunnen worden toegekend? à Kredietgever gaat u dan allerlei kortingen voorschotelen indien je Bv. ook brandverzekering bij hen neemt, schuldsaldo-‐ verzekeringen, ... à Hier zijn vaak verschillende elementen aan gekoppeld: loondomiciliëring (gaat vereisen dat loon bij hen wordt gestort), schuldsaldo, brandverzekering,… Vraag is of dit kan, of dat het hier dan gaat om een gezamenlijk aanbod
129
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Gezamenlijk aanbod Bij gezamenlijk aanbod à Specifieke regeling in boek VII die voorrang heeft op boek VI Principieel verbod (zie Art. VI.81 WER) • Buiten de 3 hieronder vermelde bijzondere regelingen (Bv. voor domiciliëren van loon) dient naar de gewone regeling van boek VI gekeken te worden à Hierin staat een principieel verbod van gezamenlijk aanbod à De richtlijn waarop onze wet geïnspireerd is geeft aan dat het principe niet geldt voor financiële diensten o Cassatie à Vanaf het ogenblik dat één bestanddeel een financiële dienst is, geldt de regel inzake maximale harmonisatie niet à De Belgische regeling die dus een verbod van gezamenlijk aanbod bevat is gewoon blijven bestaan à Dit verbod geldt bovendien enkel maar in geval van reclameà Indien men binnenkamers individuele onderhandelingen voert die leiden tot een gezamenlijk aanbod is er geen probleem • (1) Aangehechte contracten (Art. VII.126 WER) o Hier gaat over drie categorieën à Schuldsaldo, brand en borgtocht (laatste komt niet voor) o Rechtstreeks of zijdelings § Rechtstreeks • Een brandverzekering gaat het risico dekken van de teloorgang van het onroerend goed door overmacht à Dit is ook belangrijk voor de kredietgever à De hypotheek heeft voor hem slechts nut als het onroerend goed er nog is à De wet staat toe dat de kredietgever eist dat er een brandverzekering wordt gesloten à Echter moet de consument wel keuzevrijheid hebben of hij dit doe bij kredietgever zelf of bij een totaal andere verzekerings-‐ maatschappij • Zelfde bij schuldsaldoverzekering à Dit is een verzekering die je sluit voor het risico dat je Bv. komt te overlijden en je echtgenote je krediet niet zal kunnen afbetalen à Deze verzekering wordt in de praktijk ook vereist door banken à Ook hier heeft de consument keuzevrijheid, het aangehecht contract mag worden afgesloten bij een instelling naar keuze van de consument (hierdoor: consumenten tegen zichzelf beschermen) § Zijdelings • In praktijk gaat de kredietgever u toch een incentive geven om die brandverzekering en schuldsaldoverzekering bij hem af te sluiten (door middel van kortingen)
130
Privaat Bankrecht
JVD •
2014-‐2015
Vraag is of dit het zijdelings opdringen van zo’n contract uitmaakt à Volgens Cassatie heeft dit slechts te maken met een publicitair aanbod en niet datgene wat het resultaat is van individuele handelingen à Je zou een onderscheid moeten maken tussen datgene wat in publiciteit wordt aangekondigd en datgene wat binnen de lokalen van de bank wordt onderhandeld
•
(2) Toegevoegde contracten (Art. VII.125 WER) o Als men de component kapitaal gaat beleggen (zoals daarjuist gezien) gaat dit over een beleggingscontract dat moet worden afgesloten à Dit is een toegevoegd contract o Zonder dit contract kan je de beleggershypotheek geen vorm geven. Dat toegevoegd contract kan volgens de wet enkel een kapitalisatiecontract, levensverzekering of ander spaarinstrument zijn o Een toegevoegd contract kan zowel bij de kredietgever zelf als bij een door hem aangewezen derde worden gesloten à De keuze van de kredietnemer kan men dus gaan inperken, omdat de kredietgever het insolventierisico draagt à Daarom is het dus logisch dat hij kan bepalen bij welke derde de kredietnemer de reconstitutie kan realiseren
•
(3) Effecten (Art. VII.137 WER) o Er is een absoluut verbod om iemand te verplichten financiële instrumenten te kopen tenzij het gaat om een coöperatieve vennootschap à Wanneer de kredietgever een coöperatieve vennootschap is zal er een korting worden toegekend in ruil voor de verkrijging van een aantal aandelen à Dit mag
Totstandkoming en inhoud van de overeenkomst
•
•
•
Huidige wetgeving à Kredietgever moet enkel schriftelijk aanbod doen wat dan naderhand door consument kan worden aanvaard om de kredietovereenkomst tot stand te brengen Gevolg à Huidige wetgeving besteedt weinig aandacht aan de precontractuele fase à Dit gaat veranderen ingevolge de richtlijn woningkredieten waar een aantal belangrijke precontractuele verplichtingen terugkomen die bestaan in hoofde van de kredietgever en in voorkomend geval ook in hoofde van de kredietbemiddelaar Nu à Geen specifieke bepalingen in Boek VII voor informatie-‐inwinning, … à Maar vanaf 2016 gaat dat wijzigen als de Belgische wetgever de richtlijn hypothecair krediet tijdig omzet
131
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Precontractuele informatie-‐, toelichting-‐ en informatie-‐ inwinngingsverplichtingen • Gemeen recht • Toekomst à Omzetting richtlijn Hypothecair krediet o Deze precontractuele verplichtingen zijn in belangrijke mate geïnspireerd door hetgeen op Europees niveau bestaat voor consumentenkrediet à Dit betekent in de eerste plaats dat er informatieverplichtingen worden gecreëerd in hoofde van de kredietgever waarbij in de richtlijn woningkrediet een onderscheid wordt gemaakt tussen § Enerzijds algemene informatie met betrekking tot de kredietovereenkomst die ter beschikking wordt gesteld door de kredietgever (algemene info over wat een hypothecair krediet inhoudt, wat gevolgen zijn van wanbetaling, hoe terugbetaling geschiedt,…) à Op papier/duurzame drager/ website/om het even welke nuttige wijze enerzijds § Anderzijds informatieplicht in verhouding tussen kredietgever en individuele potentiële cliënt à Als iemand krediet wilt verwerven, ontstaat er in hoofde van de kredietgever een specifieke informatieplicht à Men moet op maat gemaakte informatie verstrekken aan de kredietnemer zodanig dat hij die informatie kan vergelijken met info die hij verkrijgt vanwege een andere kredietgever à Dus dit dient ertoe om de kredietnemer toe te laten een geïnformeerd besluit te nemen, en hetgeen aangeboden wordt door verschillende kredietgevers te vergelijken • Hier volstaat het niet om de informatie ter beschikking te stellen, ze moet ter beschikking gesteld worden • à Op actieve wijze door de kredietgever of kredietbemiddelaar aan consument overgemaakt • à Op papier of op duurzame drager voorafgaand aan ogenblik waarop consument gebonden is • à Info moet verstrekt worden op basis van gestandaardiseerd formulier (Europan Standard Information Sheet) (lijkt sterk op regels inzake consumentenkrediet) o è Gestandaardiseerde informatie, toelichting, kredietwaardigheidsbeoordeling § (1) In de richtlijn wordt aan de wetgevers van lidstaten de keuze gelaten om te voorzien in bedenktijd ofwel voorafgaand aan het sluiten van het contract, ofwel een bedenktermijn die volgt op het sluiten van het contract à Als de consument op papier of duurzame drager de precontractuele info ontvangt, moet er
132
Privaat Bankrecht
JVD •
•
• §
§
2014-‐2015
Ofwel eerst een termijn van 7 werkdagen verstrijken vooraleer de consument definitief verbonden kan zijn Ofwel mag het contract maar ondertekend worden ten vroegste 7 dagen na het verstrekken van de precontractuele info Ofwel kan men onmiddellijk ondertekenen, maar dan moet men een bedenktijd hebben van 7 dagen
(2) De richtlijn creëert ook een plicht om adequate toelichting te geven omtrent precontractuele informatie (Bv. over essentiële kenmerken van het krediet) à Men moet de info dus niet enkel geven aan de consument, maar je moet de consument ook uitleggen wat de info voor hem impliceert, zodanig dat de consument kan nagaan of de kredietovereenkomst beantwoordt aan zijn behoeften en financiële situatie à De kredietgever moet dus niet zoeken naar het best aangepaste krediet (3) Kredietwaardigheidsbeoordeling à Voorafgaand moet de kredietgever nagaan of de kredietnemer in staat zal zijn het krediet terug te betalen à Er moet een onderzoek gevoerd worden naar de terugbetalingsmogelijkheden (financiële situatie van de kredietnemer) • Dus net hetzelfde als de regels bij consumentenkrediet • Maar richtlijn hypothecair krediet bevat een onthoudingsverplichting! à Als de kredietgever vaststelt dat de kredietnemer het krediet redelijkerwijze niet zal kunnen terugbetalen, moet het krediet geweigerd worden
Aanvraagformulier (zie Art. VII.123 WER) • In de praktijk stellen we vast dat een kredietgever maar een kredietaanbod zal doen aan een kredietnemer wanneer die kredietnemer voorafgaandelijk aan de kredietgever heeft gevraagd (via kredietaanvraagformulier) om een kredietaanbod te doen • Dus kredietaanbod dat bij aanvaarding door kredietnemer leidt tot ontstaan van de kredietovereenkomst wordt in de praktijk voorafgegaan door een kredietaanvraagformulier waarbij de kredietnemer vraagt aan de kredietgever om een aanbod te doen à Dit gebeurt op formele wijze (formele ondertekening aanvraagformulier ßà mondeling verzoek): o Boek VII WER bepaalt dat wanneer de kredietgever in het kader van het opmaken van een kredietaanbod dossierkosten wil aanrekenen of wenst over te gaan tot aanrekenen van schattingskosten, dan kan dit enkel als zij zijn vastgesteld in een door de consument ondertekend kredietaanvraagformulier o Dus als je aan een kredietgever vraagt om kredietaanbod te doen (en overgaat tot ondertekening kredietaanvraagformulier), dan zal
133
Privaat Bankrecht
•
JVD
2014-‐2015
je in de meeste gevallen als consument dossierkosten verschuldigd zijn (van 200-‐500 euro) à Naast die dossierkosten zal je bij de aankoop van een woning ook schattingskosten verschuldigd zijn (ook hoge kosten) è Dus als je verschillende kredietgevers afschuimt op zoek naar het beste aanbod, dan ga je dit niet vragen via aanvraagformulier doen bij iedereen à Je gaat dit enkel doen als je eigenlijk al beslist hebt met welke kredietgever je in zee zal gaan o Als dat formulier er niet is kunnen er geen kosten worden aangerekend aan consument
Kredietaanbod (Art. VII.133 WER) • De wet gaat er van uit dat de kredietgever een schriftelijk aanbod moet doen dat door de consument dient te worden aanvaard en waarbij de aanvaarding enkel kan geschieden door de ondertekening van dat aanbod • Het moet gaan om een schriftelijk aanbod dat door de consument moet worden ondertekend à Vraag is of dit ook elektronisch kan, en het aanbod dan ook elektronisch wordt aanvaard? o Wet inzake hypothecair krediet bepaalt hier niets specifiek over à Dus terugvallen op algemene regeling met betrekking tot elektronische totstandkoming van contracten o Volgens Belgische recht (omzetting richtlijn E-‐commerce) is het de bedoeling dat contracten langs elektronische weg kunnen worden gesloten à Als bepaalde formaliteiten zijn vereist voor rechtsgeldige totstandkoming contract moeten deze functioneel worden ingevuld zodanig dat ze ook in een elektronische omgeving vervuld kunnen worden § Dus aan vereiste van geschrift kan voldaan worden via opeenvolging van verstaanbare tekens die vatbaar zijn voor een latere raadpleging (Bv. word-‐document) of als wet een handtekening vereist kan dit ook via elektronische handtekening die aan bepaalde voorwaarden voldoet (Bv. handtekening vervat in de elektronische identiteitskaart) o è Regel voor functionele gelijkschakeling geldt niet voor overeenkomsten die betrekking hebben op de vestiging van zakelijke zekerheden op een onroerend goed à Gevolg à Die functionele gelijkschakeling kan niet worden toegepast voor authentieke akten die voor de notaris moet worden opgemaakt o è Maar de totstandkoming van een kredietovereenkomst kan wel perfect langs elektronische weg geschieden (In de praktijk niet vaak toegepast) • à Wet spreekt wel over ‘schriftelijk aanbod’, maar dit verhindert de elektronische totstandkoming van het contract niet
134
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Kopie van de vestigingsakte • Exemplaar van getekende kredietovereenkomst dient te worden bezorgd aan de consument Verplichte vermeldingen à Niet gezien Verboden bedingen • Eenzijdige wijziging o Kredietgever mag kredietovereenkomst niet eenzijdig wijzigen • Ondertekenen wisselbrief • è Hypothecaire kredietovereenkomst gesloten tussen professionele kredietgever en consument moet daarnaast ook voldoen aan regels inzake oneerlijke bedingen van boek VI WER à Zowel de zwarte lijst (33 verboden bedingen) als de algemene toetsingsnorm (kennelijk onevenwicht tussen rechten en plichten) moeten gerespecteerd worden à Dit blijkt uit case law van het Hvj (Mohamed Aziz) o Hypothecaire kredietovereenkomst die door Aziz niet tijdig wordt terugbetaald à Dit betekent dat uiteindelijk wordt overgegaan tot de ontbinding van de kredietovereenkomst (verschuldigd blijvend saldo is in 1x opeisbaar + vergoedende en moratoire renten) à Er wordt overgegaan tot de uitwinning van het onroerend goed à Probleem met betrekking tot Spaanse procesrecht aangaande uitwinningsprocedure was dat de opschorting van de tenuitvoerlegging (uit huis zetten en verkopen van woning) enkel bekomen kon worden op basis van 3 in de Spaanse wet aangegeven gronden à Wat hier niet tussen stond was het feit dat er zich in de kredietovereenkomst (die tot de uitwinningsprocedure aanleiding geeft) een onrechtmatig beding staat o HvJ zegt à Als de rechter die zich over de uithuiszetting van de kredietnemer en de verkoop van een onroerend goed moet uitspreken geen rekening kan houden met het oneerlijk karakter van een beding; of dat hij zich wel over de oneerlijkheid van het beding kan uitspreken, maar dat hij niet kan bevelen tot opschorting van de uithuiszetting en de verkoop tot er een uitspraak is over dat onrechtmatig beding à Dan is het Spaans procesrecht niet in overeenstemming met de regels inzake oneerlijk bedingen o è Uitgangspunt van deze redenering is dat consumenten in een zwakke positie zijn en hun rechten niet kennen. Hier is men nog een stap verder gegaan door 2 verschillende procedures (procedure ten gronde en uitwinningsprocedure) met mekaar te verbinden. Oneerlijk beding moet ambtshalve opgeworpen worden door rechter. Argument om dit te doen is het principle of effectiveness o è Principle of effectiveness = Nationale rechter moet procedure tenuitvoerlegging kunnen opschorten totdat geoordeeld wordt over oneerlijk beding in kredietovereenkomst
135
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Uitvoering van de kredietovereenkomst Ter beschikking stelling van het kredietbedrag (Art. VII.135 WER) • Gereed geld of girale wijze o Dit gebeurt vandaag de dag altijd op girale wijze (niemand gaat 150.000 euro cash afhalen) door een overschrijving op rekening of door verstrekking van een cheque of bankcheque o Bij koop-‐verkoop à Vaak met bankcheque o Wanner het gaat over een bouw en het geld wordt gestort, dan heeft de bank een gevaar à Bank is niet zeker dat je dit gaat gebruiken voor de bedoelde bestemming. Het onderpand is namelijk het afgewerkt onroerend goed, dus de bank moet ervoor zorgen dat de bestemming van het krediet wordt gerespecteerd à In wet staat dat het bedrag op girale wijze aan de kredietnemer ter beschikking moet worden gesteld § Dit lost men op door enerzijds de rekening van de kredietnemer wel te crediteren, maar vervolgens op basis van een beding in de kredietovereenkomst, de kredietnemer dat geld onmiddellijk in pand te laten geven aan de bank à Dus op uw rekening à Eerst +150.000 ter beschikking stelling van kredietbedrag, en dan -‐150.000 inpandgeving van kredietbedrag § Dit laatste gaat gepaard met het verstrekken van een volmacht door de kredietnemer aan de kredietgever om de door de kredietnemer voorgelegde facturen te gaan betalen. (Bv. als je van aannemer factuur verkrijgt ga je dat doorsturen naar bankier, die gaat op basis van zijn volmacht dan die factuur betalen) § Zolang de 150.000 gecrediteerd en gedebiteerd is moet de consument geen rente betalen, want die brengt rente op zoals verschuldigde debetrente § In pandgeving is nul-‐operatie, er is rente verschuldigd, maar in pand gegeven bedrag brengt nog steeds rente op voor de bank à Je bent dus eigenlijk geen kost o è Inpandgeving met volmacht wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat er zekerheid is dat het kredietbedrag gebruikt zal worden voor de beoogde bestemming! • Zakelijk of plechtig contract o Zakelijk als het de vorm aanneemt van een lening à Zakelijk contract is een contract dat pas tot stand komt op ogenblik dat de zaak (voorwerp van contract) daadwerkelijk wordt afgegeven à Dus hypothecaire kredietovereenkomst is slechts een zakelijk contract als ze de vorm aanneemt van een lening op intrest § Overeenkomst komt juridisch tot stand op ogenblik dat de geldsom daadwerkelijk ter beschikking wordt gesteld van de kredietnemer
136
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Vormelijk contract als het de vorm aanneemt van een kredietopening § Als je naar de praktijk kijkt à Hypothecaire kredietovereenkomsten zijn vaak een kredietopening, dan is het dus geen zakelijk contract § Waar een kredietopening klassiek een consensuele overeenkomst is (totstandkoming door loutere wilsovereenstemming), is dat hier niet het geval § Boek VII WER bepaalt dat de kredietovereenkomst maar tot stand kan komen door de ondertekening van het aanbod § è Dus geen consensuele maar wel een plechtige overeenkomst § Men gaat dit zo doen om de kredietnemer toe te laten om op een later ogenblik (als hij al een deel heeft terugbetaald), een wederopneming te doen zonder dat een nieuwe zekerheid moet worden gevestigd • Bv. kredietovereenkomst op 20jaar voor 150.000 euro à Gedurende 7 jaar heb je reeds terugbetaald ten belope van Bv. 40.000 euro à Dan kan je bij kredietopening (niet bij lening) ten belope van het reeds terugbetaald bedrag (40.000 euro) dat krediet wederopnemen voor doeleinden met betrekking tot dat onroerend goed à Bv. je wil uw woning uitbreiden • Bij lening zou je een nieuwe lening moeten aanvragen waarvoor bank een nieuwe zekerheid moet vestigen om terugbetaling te waarborgen
• •
Ter beschikking stelling aan kredietnemer Inpandgeving kredietbedrag (Art. VII.136 WER) o Zie boven
Vervroegde terugbetaling • Vandaag willen veel mensen hun lopende hypothecaire kredietovereenkomst herfinancieren à Het gaat over consument die zijn krediet heeft gesloten met een vaste rentevoet een aantal jaren terug o Vraag 1: heeft iemand het recht om dit te doen? o Vraag 2: welke vergoeding kan hiervoor worden aangerekend? § Wet: 3 maanden rente, banken willen dit optrekken naar 6 maanden rente maar hierover is nog geen politieke beslissing o à Dit wordt dus vooral uitgeoefend bij dalende rente: men gaat verschuldigd blijvend saldo terugbetalen via terbeschikkingstelling van kredietbedrag in kader van nieuwe kredietovereenkomst gesloten bij hetzij dezelfde bank, hetzij bij een andere bank
137
Privaat Bankrecht
2014-‐2015
•
Geheel of gedeeltelelijk (Art. VII.145 §1 WER) o Gehele vervroegde terugbetaling à Absoluut recht à Je kan er elk moment voor opteren een overeenkomst vervroegd terug te betalen o Gedeeltelijk vervroegde terugbetaling à Je recht op terugbetaling kan beperkt worden in de kredietovereenkomst § Maar dit is niet aan de orde bij herfinanciering § Wel Bv. als familielid te overlijden komt, je erft 50.000 euro, dan kan je dat geld Bv. aanwenden om een deel van uw hypothecair krediet vervroegd terug te betalen à Wet houdt in dat dit recht aan banden gelegd kan worden in de vestigingsakte (kredietovereenkomst), maar consument moet • (1) Steeds de mogelijkheid hebben om op zijn minst 1x per jaar een bedrag vervroegd terug te betalen (ongeacht hoe groot dat bedrag is) • (2) Steeds de mogelijkheid om bedrag terug te betalen van 10% van het verschuldigd blijvend saldo, zelfs meerdere keren per jaar. Dus consument heeft voldoende opties om gedeeltelijk vervroegd terug te betalen
•
Reconstitutie van kapitaal (Art. VII.145 § 2WER)
•
Wederbeleggingsvergoeding (Art. VII.131-‐132 WER) o 3 maanden rente o Prijs voor gehele of gedeeltelijke terugbetaling à Wederbeleggingsvergoeding van 3 maanden rente à Dit moet je berekenen door te kijken naar de laatst toegepaste rentevoet en deze toe te passen op het bedrag dat je vervroegd terugbetaalt à Bv. rente van 3%, je betaalt 100.000 terug, dan ga je een bedrag hebben van 3.000 gedeeld door 4 (3 maanden)
JVD
o Maar er gaan ook andere kosten zijn waar je rekening mee moet houden (Bv. dossierkosten verbonden aan sluiten nieuwe kredietovereenkomst) o Daarenboven, wanneer de nieuwe kredietovereenkomst wordt gesloten bij een andere kredietgever, zal hij een hypotheek op een onroerend goed willen krijgen, hieraan zijn akte-‐ en registratiekosten enz. verbonden + Hij zal een hypotheek in eerste rang willen à De hypotheek die was gevestigd ten voordele van uw oorspronkelijke kredietgever moet je laten handlichten (dit brengt weer kosten met zich mee tussen 400-‐800€) o è Dus totale kostenplaatje = Wederbeleggingsvergoeding + Nieuwe hypotheek + Dossierkosten + Handlichting = 3000-‐4000€ § Kijken of lagere rentevoet opweegt tegen de kost die je zal moeten gaan maken
138
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Naast wederbeleggingsvergoeding durft de bank ook wel eens wat administratiekosten aanrekenen à Soms noemen ze dit dan kosten voor handlichting van hypotheek à Maar er zijn dus 2 soorten handlichten van hypotheek § (1) De notaris gaat bestaande hypotheek handlichten § (2) Vergoeding van Bv. €250 voor feit dat bank een brief moet opmaken waarin ze toestemming geven aan notaris om tot handlichting over te gaan. Maar dit kost voor een bank geen 250 euro, daarenboven is de kost die een vervroegde terugbetaling creëert reeds berekend in wederbeleggingsvergoeding Vervroegde opeisbaarheid (Art. VII.144 WER) • Verplichte vermelding in vestigingsakte o Overmacht o Ernstige tekortkoming kredietnemer o Situatie van dreigend onvermogen Bijzondere regelen reconstitutiekredieten Bijzondere gevaren en risico’s • Reconstitutiekrediet gaat steeds gepaard met een toegevoegd contract à Kredietgever kan kredietnemer verplichten om het toegevoegd contract hetzij met hem, hetzij met een door hem aangewezen derde te gaan sluiten à Dit door het feit dat de kredietgever het insolventierisico draagt in het geval de reconstituerende derde failliet gaat (entiteit waar reconstitutiekrediet geschiedt) • à Als kredietgever en kredietnemer een kredietovereenkomst sluiten, kan reconstitutie geschieden: o Bij kredietgever zelf à Als kredietgever dan failliet gaat op moment waarop enerzijds de kredietgever beschikt over een vordering ten belope van 150.000 euro, en anderzijds krachtens het toegevoegd contract er reeds 75.000 euro bijeen is gespaard à In dit geval gaat men de bedragen met mekaar compenseren à Dit heeft tot gevolg dat de kredietgever nog een vordering behoudt ten belope van 75.000 euro à Schuldvergelijking vloeit uit de wet voort op die 2 kredietovereenkomsten o Bij een derde à Als die derde entiteit dan failliet gaat à Kredietgever gaat in rechten treden die kredietnemer heeft ten aanzien van die derde à Als men Bv. reeds 80.000 euro bij de derde bij mekaar heeft gespaard, dan kan de kredietgever van de kredietnemer nog 70.000 euro vorderen in geval waarin krediet 150.000 is à Voor 80.000 euro treedt de kredietgever in rechten van de kredietnemer à Dus kredietgever gaat een vordering verkrijgen in het faillissement bij de derde bij wie de reconstitutie is geschied à Kredietgever draagt dus insolventierisico! § Daarom is het logisch dat in kader van gezamenlijk aanbod wordt bepaald dat de kredietgever kan eisen dat het
139
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
toegevoegd contract met een welbepaalde derde wordt gesloten
Bijzondere regelen • Bedrag mag niet hoger zijn dan kapitaal • Duur mag niet langer zijn dan deze van het krediet • Faillissement kredietgever (bij wie de reconstitutie gebeurt) • Substitutie à Reconstituerende derde is enige schuldenaar van kredietgever Wanbetaling door kredietnemer Voorafgaande verwittiging Melding aan de Centrale voor kredieten Poging tot minnelijke schikking (Art. VII.147 WER) • In België à Wet hypothecair krediet à Elke uitwinning van een onroerend goed moet voorafgegaan worden door poging tot minnelijke schikking en de uitwerking van een afbetalingsplan opdat de consument zijn woning toch kan behouden à Als die poging mislukt kan er overgegaan worden tot een uitwinning van het onroerend goed
140
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 4: Kredietrecht §4. Kredietvormen
Kredietopening
Definitie / mogelijkheden • Geld • Waarborg • Disconto Geen lening in de zin van het BW Rechten van de kredietnemer • Kredietlimiet o (= kredietopening) o Je gaat in het rood, zoals bepaald in kredietopening (Bv. tot 50.000€), tot dat plafond staat er geld te uwer beschikking • Revolving credit o Als je 50.000 terugbetaalt mag je dit nog eens opnemen. Je mag altijd terug opnemen wat je al terugbetaald hebt. Dit is inherent aan zo’n kredietopening, als je hier niets over bedingt heb je dit • Overschrijdingen o Je gaat in het rood, maar je gaat buiten uw limiet nog meer in het rood (Bv. je neemt 55.000 op) à Hier heb je geen recht op, maar dit is een vrijwillige tolerantie vanwege de kredietgever o Het gevolg hiervan (dat het geen recht is), is dat de kredietnemer de kredietgever niet aansprakelijk kan stellen voor die 5.000 en dat de bank kan bedingen dat er een hogere rente verschuldigd is bij overschrijding in vergelijking met de kredietopening tot 50.000 o Bovendien, als de kredietgever dit blijft toestaan, zou dit nog steeds geen recht creëren, maar er kan wel een stilzwijgende wijziging zijn van de kredietlimiet zijn als de bank systematisch toelaat dat er 55.000 wordt opgenomen zonder een brief te versturen Rechten van de kredietgever • Terugbetaling • Rente • Commissies à Dit ben je ook verschuldigd als je uw kredietopening niet gebruikt Einde van de kredietopening • Intuitu personae • Onbepaalde duur à Opzegging
141
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Lening op interest Pas wanneer het bedrag ter beschikking wordt gesteld, ontstaat de kredietovereenkomst à Dit wordt ook een straight loan genoemd Reëel contract (vgl. lening op afbetaling uit WCK) Overdracht eigendom Teruggave gelijke zaak Vrije beschikking -‐ controle bestemming? • Normaal mag je vrij beschikken over het geld, maar in de praktijk zal de bestemming vaak bedongen worden Vervroegde terugbetaling krediet = Geen kredietvorm Einde van de lening • Vervroegde terugbetaling à Reden o Gemeenrechtelijke regeling § Recht op vervroegde terugbetaling? • Lening op interest (Art. 1907bis) à Geen recht op vervroegde terugbetaling, maar: uitzondering als de overeenkomst anders bepaalt of als het een renteloos krediet is (dan wel recht op vervroegde terugbetaling) • Als Art. 1907bis niet van toepassing is (Bv. kredietopening) à Geen recht op vervroegde terugbetaling § Verschuldigde vergoeding • 6 maanden rente (lening op interest) à Volgens Cassatie is dit irrelevant of dit recht initieel is voorzien of niet • Funding loss (andere kredietovereenkomsten) o Dus als Art. 1907bis niet van toepassing is o Er is geen beperking, je kan dit vrij in de overeenkomst bepalen à Maar in praktijk zien we weer de gedragscode (zie KMO)
142
Privaat Bankrecht •
2014-‐2015
Vervroegde terugbetaling (“KMO-‐financieringswet”) o Wel een recht op vervroegde terugbetaling o Verschuldigde vergoeding § Onderscheid maken indien het totale bedrag van de lening/opening meer of minder bedraagt van 1 miljoen euro § Totale bedrag moet je krediet per krediet bekijken en kaderovereenkomst per kaderovereenkomst (geen onderscheid tussen lening op intrest of kredietopening) § §
§ §
JVD
Oorspronkelijk kredietbedrag hoogstens 1 miljoen euro à 6 maanden rente Oorspronkelijk kredietbedrag hoger dan 1 miljoen euro à Contractueel (berekening volgens gedragscode) • Contract bepaalt wat de vergoeding is à Dan zegt het contract vaak dat dit berekend moet worden volgens de gedragscode à Dit houdt in dat je de rente die bedongen was gaat vergelijken met de rente die de bank kan krijgen op de inter-‐ bankenmarkt (deze is tegenwoordig super laag) à Dit heeft tot gevolg dat de vergoeding vrij hoog zal zijn (omwille van het grote verschil) à Impact artikel 1907bis BW • Als de KMO-‐financiering een lening op intrest is, zal dit onder de regeling van 6 maanden rente vallen Gevallen waarin geen vergoeding verschuldigd is • Nooit wederbeleggingsvergoeding verschuldigd bij kredietopening • Tegemoetkoming verzekeringsovereenkomst (schuldsaldoverzekering): dan is het dus geen vervroegde terugbetaling als de verzekering uw schulden terugbetaalt • Ook geen wederbeleggingsvergoeding verschuldigd bij een niet-‐substantiële wijziging van de kredietovereenkomst à Dus wanneer een kredietovereenkomst op niet essentiële punten wordt gewijzigd mag je dit niet beschouwen als een nieuwe overeenkomst à Als je dit wel zou doen, zit je met een situatie van vervroegde terugbetaling waarbij een wederbeleggingsvergoeding kan worden aangerekend à Dit creëert ruimte tot discussie: wat is een niet-‐essentieel punt? • Centralisatie of hergroepering van kredieten bij dezelfde kredietgever à Bv. KMO heeft verschillende kredietopeningsovereenkomst gesloten bij 1 kredietgever, men beslist om deze vervroegd terug te betalen met het bedrag van een nieuwe kredietovereenkomst die bij dezelfde kredietgever wordt gesloten à Dan mag er geen 143
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
wederbeleggingsvergoeding worden gevraagd. Als het is gesloten bij een andere kredietgever, dan mag er wel een wederbeleggingsvergoeding worden gevraagd Sanctionering
§ Consumentenkrediet • Recht op gehele of gedeeltelijke terugbetaling • Begrenzing van de wederbeleggingsvergoeding (niet hoog) o 1% of 0,5 % (in functie van resterende looptijd) § Als het nog meer dan een jaar is: 1%, als het een kortere looptijd is: 0,5% à Dus dit is goedkoop! o In bepaalde gevallen is er geen vergoeding verschuldigd § (1) Indien de terugbetaling het gevolg is van de toepassing van een sanctie § (2) Bij variabele rentevoet à Nooit wederbeleggingsvergoeding • Consument gaat bij regelen inzake consumentenkrediet over tot een vervroegde terugbetaling à Stel dat de consument dan niet voldoende betaalt om het verschuldigd blijvend saldo en wederbeleggingsvergoeding te betalen à Kredietgever gaat dat bedrag dat werd overgemaakt niet behandelen als een bedrag dat wordt gestort in het kader van een vervroegde terugbetaling, maar hij beschouwt dat als een voorafbetaling van de in de toekomst verschuldigde mensualiteiten o Voordeel voor kredietgever om dit niet te behandelen als een storting in kader van vervroegde terugbetaling is dat het gaat om een voorafbetaling van de mensualiteiten à Kredietnemer is dus ook nog alle renten verschuldigd, deze zullen veel hoger zijn dan 50€ wederbeleggingsvergoeding Hypothecair krediet • Principe: recht op vervroegde terugbetaling, maar contractuele inperking is mogelijk binnen bepaalde grenzen • Begrenzing à 3 maanden rente
144
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Disconto Omschrijving / voordeel • Betalingsuitstel toekennen ondanks nood aan liquiditeiten o Bij een disconto-‐overeenkomst wordt de bijzondere techniek gebruikt van de wisselbrief om enerzijds betalingsuitstel te kunnen toekennen en anderzijds onmiddellijk liquiditeiten te verwerven à Bv. leverancier die bepaalde goederen gaat leveren aan een onderneming (schuldenaar voor betaling van geldsom) à De onderneming wenst betalingsuitstel te krijgen à De schuldeiser (leverancier) is verplicht bij levering van goederen hem betalingsuitstel toe te kennen à Nadeel: als je als leverancier betalingsuitstel toekent, ga je niet onmiddellijk het bedrag van de schuldvordering ontvangen à Dit kan een nadeel zijn als hij nood heeft aan liquiditeiten o Dit kan je oplossen door de techniek van disconto die erop neerkomt dat een wisselbrief wordt gecreëerd à De schuldeiser trekt een wisselbrief die door de schuldenaar wordt aanvaard. Vanaf moment van acceptatie is de schuldenaar op basis van die wisselbrief gehouden tot betaling à Vervolgens gaat de schuldeiser die brief verdisconteren bij de bank waarbij de bank ten aanzien van de schuldeiser het bedrag van de wisselbrief min het zogenaamde disconto gaat overmaken à Disconto is een rente waarbij deze berekend wordt in functie van enerzijds het bedrag, en anderzijds de termijn die rest tot het ogenblik van vervaldag van de wisselbrief (hoe langer termijn, hoe hoger het verschuldigde nominaal bedrag). Daarnaast bestaat het disconto ook uit een commissiekost o Bank heeft dan 2 mogelijkheden à Ze kan de wisselbrief bij zich houden of, wanneer ze zelf nood heeft aan liquiditeiten, kan ze die wisselbrief verder verdisconteren § Als ze die bij zich houdt gaat ze op de vervaldag naar de acceptant die dan de verplichting heeft om te betalen. Deze verplichting is vrij absoluut Rechten en plichten (mechanisme van de wisselbrief) • Tegenwerpbaarheid excepties (neen) o Want het is een autonome, zelfstandige verbintenis à De enige excepties die tegenwerpbaar zijn, zijn degene die uit de wisselbrief zelf blijken o De excepties uit de onderliggende verhouding zijn niet tegenwerpelijk aan de bank. Dus men moet betalen • Kennisgeving aan schuldenaar (van onderliggende verhouding) niet noodzakelijk • Regresrecht als schuldenaar niet kan betalen à Insolventierisico wordt gedragen door de trekker van de wisselbrief (zijnde de leverancier), de trekker kan in regres worden aangesproken door de bank
145
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Vraag is of leverancier van de bank kan eisen dat ze tot verdiscontering over gaat à Nee want het is een vorm van krediet, en niemand heeft recht op krediet o Maar in praktijk à Tussen leverancier en bank kan cedentendiscontokrediet worden gesloten Cedentendiscontokrediet • Kredietopening (doch geen absoluut recht) • = Techniek van disconto gecombineerd met kredietopening in het voordeel van de schuldeiser uit de onderliggende verhouding • Het houdt in dat de leverancier (schuldeiser) het recht heeft om tot een bepaald plafond, dat disconto wel op te dringen aan de bank à Op basis van kredietopening zal de bank verplicht zijn de wisselbrieven te verdisconteren à Belangrijk is het hier dat een bank geen absolute verplichting aangaat. Ze gaat wel in principe verplicht zijn om tot disconto over te gaan, maar ze zal toch de mogelijkheid hebben om bepaalde wisselbrieven te weigeren als ze beschikt over een rechtvaardige reden (weigering van disconto is verantwoord) o Dit is Bv. het geval wanneer de bank gegronde twijfels heeft omtrent de solvabiliteit van de betrokken acceptant Leveranciersdiscontokrediet • Aanbieding wissel door leverancier • = Ook hier wordt techniek van disconto gebruikt, maar verschil is dat in deze situatie een kredietopeningsovereenkomst is gesloten tussen de schuldenaar uit de onderliggende verhouding (acceptant) en zijn financiële instelling krachtens dewelke de leverancier de wisselbrief aan de bank van de schuldenaar kan verdisconteren • Volledige bedrag wordt hier ontvangen (er wordt geen disconto in mindering gebracht à Kost van commissie en rente worden gewoon gedebiteerd van de rekening van de schuldenaar die voordeel krijgt van uitstel van betaling) à Op basis van dit krediet krijgt leverancier het recht de wisselbrief te verdisconteren aan de bank van de betrokken acceptant o Grote gelijkenis à Bank gaat wisselbrief op vervaldag aanbieden bij de betrokken acceptant o Voor de rest à Gelijk à Betrokken acceptant moet betalen, geen excepties • Quid bij regres tegen trekker (leverancier)? o Bij faillissement betrokken acceptant à Bank heeft regresrecht ten aanzien van trekker o Verschil met cedentendiscontokrediet is dat de trekker hier vaak meer gaat verschieten à Want bij sluiten van cedentendiscontokrediet zal bank leverancier geïnformeerd hebben over het risico dat aan dat krediet verbonden is (‘let op, als uw acceptant op de vervaldag niet tot betaling overgaat hebben wij een regresrecht’)
146
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Bij leveranciersdiscontokrediet kan het zijn dat leverancier-‐ trekker niet geïnformeerd is, want hij heeft niet gehandeld met die bank (geen overeenkomst), enkel wisselbrief verdisconteert § Betrokken acceptant gaat dan niet zeggen: let op, jij draagt wel het insolventierisico § Leverancier zal zich willen verweren, maar dit kan niet door de wisselbrief (het is een vrij absolute vordering) § Dan kan men de bank gaan verwijten dat ze misschien onzorgvuldig zijn geweest op het moment dat de bank het disconto aanvaard heeft, want dan begaat ze een fout bij de toekenning van krediet à Als de bank zich onzorgvuldig heeft gedragen en een wisselbrief ter disconto aanvaardt op een moment dat ze wist/moest weten dat haar cliënt failliet zou gaan, dan begaat ze een fout § Maar opdat je een bepaalde entiteit aansprakelijk kan stellen moet je naast de fout ook schade en causaal verband aantonen (bijkomende bewijslast die op leverancier-‐ trekker rust) • Bv. dat hij goederen nooit zou hebben geleverd zolang de wisselbrief niet verdisconteerd was § Als de bank dan aansprakelijk wordt gesteld, ga je enerzijds de vordering die de bank heeft ten aanzien van de leverancier op basis van het regresrecht, en anderzijds de vordering die de leverancier heeft ten aanzien van de bank die in de fout is gegaan op basis van Art. 1382 à Ga je met mekaar compenseren à Bank gaat zich tegen verweer van leverancier verweren door te zeggen dat hij ook in de fout was gegaan en de solvabiliteit van de acceptant moest nagaan § è Rechter zal dit moeten beoordelen
Leverancierskrediet Bv. Voor export van kapitaalgoederen waarbij contracten variëren van 250.000 tot 2 miljoen euro à Dit kan een lange terugbetalingstermijn hebben (varieert tussen 2 en 10 jaar) Krediet aan exporteur • Je hebt een exporteur (E) en importeur (I), waarbij E aan I bedrijfsuitrustingsgoederen levert en daarvoor een betalingsuitstel moet toekennen • Uitgangspunt is dus verglijkbaar aan uitgangspunt inzake gewoon disconto à Ook hier doet men beroep op techniek van disconto. E zal een wisselbrief creëren die door I als betrokken acceptant zal worden geaccepteerd à Vervolgens gaan de wisselbrieven worden verdisconteerd aan de bank • Maar à Aantal bijzonderheden die te maken hebben met het feit dat (1) het gaat om belangrijke bedragen, (1) lange looptijd, en (3) levering van uitrustingsgoederen
147
Privaat Bankrecht • •
JVD
2014-‐2015
Je moet er rekening mee houden dat het veelal gaat om verschillende wisselbrieven die een verschillende vervaldag zullen hebben Ander element waar je rekening mee moet houden à Delcrederedienst à E zal uiteindelijk contact opnemen met nationale delcrederedienst om op die manier zijn transactie te laten verzekeren (zo wordt insolventierisico gedekt) à E draagt in principe insolventierisico en kan door bank worden aangesproken in regres à Om dat af te dekken sluit hij een kredietverzekeringsovereenkomst. Deze dekking geldt enkel ten belope van 95% o De nationale delcrederedienst zal maar dekking bieden als in kader van de kredietovereenkomst tussen E en I à I wel 15% contant betaalt (deel van prijs moet dus onmiddellijk worden betaald) à Voor 85% van de vordering kan een beroep worden gedaan op techniek van disconto als men het risico wil laten verzekeren. Voor het overige is aan deze techniek weinig nieuw
Realisatie middels disconto • Importeur accepteert wissels aan order van exporteur of getrokken door exporteur • Disconto aan bank van de exporteur onder voorbehoud van goed afloop Verband commercieel contract Kredietopening Koperskrediet Deze worden gebruikt in ongeveer dezelfde omstandigheden (langlopende contracten voor hogere bedragen), maar deze creëren een grotere last voor de bank (wat de operatie nog duurder maakt) Krediet aan importeur • Bank van E gaat rechtstreeks krediet verlenen aan I à Krediet wordt hier dus niet verstrekt aan E zodat die betalingsuitstel kan verlenen aan I (zoals bij leverancierskrediet) Voordeel exporteur • Voordeel van exporteur is dat E niet meer moet onderhandelen want hij sluit de kredietovereenkomst niet, de bank gaat rechtstreeks contact opnemen met de I • Aangezien de bank rechtstreeks krediet verstrekt aan de I, is het ook de bank die het insolventierisico draagt à Bank kan dan een beroep doen op de delcrederedienst om het risico te dekken (verzekeren zowel ten aanzien van commerciële risico’s als niet-‐commerciële risico’s) o Ook hier is vereist dat max. 85% wordt gefinancierd, 15% moet al cash worden betaald bij sluiten kredietovereenkomst
148
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Opschortende voorwaarde verkrijgen koperskrediet • Totstandkoming koperskrediet zal een opschortende voorwaarde worden in gefinancierde overeenkomst à E zal bepaalde goederen leveren, maar plicht om te leveren en plicht om te betalen ontstaat maar voor zover het koperskrediet daadwerkelijk tot stand komt Gebruik documentair krediet Wanprestatie van de exporteur • Bv. I weigert om te betalen door het feit dat de geleverde goederen niet conform zijn aan het contract (gaat hier niet om zelfstandige verbintenissen, dus I kan weigeren tot betaling over te gaan als hij een exceptie heeft uit de onderliggende verhouding) • Als je kijkt naar contract dat gesloten wordt tussen E en bank à Dit is geen kredietovereenkomst, maar wel een overeenkomst waarin onder meer wordt bepaald dat wanneer I weigert te betalen door het feit dat E een contractuele wanprestatie heeft begaan, dat in die omstandigheden de bank de terugbetaling kan vorderen vanwege E à Contractuele wanprestatie wordt zo afgedekt Factoring Is voor vorderingen op korte termijn à Hier wordt geen gebruik gemaakt van wisselbrieven om vordering te mobiliseren. Men gaat gewoon de vorderingen op termijn waarover men beschikt overdragen aan een factoringmaatschappij • Verschillen met gewone discontokrediet o (1) Er wordt geen abstracte verbintenis gecreëerd, bestaande schuldvordering wordt overgedragen à Bestaande excepties zijn tegenwerpelijk! o (2) In zuivere overdracht zal risico berusten bij de factoringmaatschappij Door de factor aangeboden diensten • Inning van vordering op vervaldag • Debiteurenbeheer o Vanaf moment dat vordering is ontstaan en overgedragen is de onderneming van de opvolging van die vordering verlost o Op ogenblik dat factoringmaatschappij de vordering overneemt, moet ze ook het bedrag van die vordering (min een bepaald percentage in functie van de vervaldag, bedrag, …) overmaken aan de onderneming die schuldeiser is in de onderliggende verhouding • Dekking insolventie o De overeenkomst houdt dus een kredietverzekering in o Maar à In het kader van factoring wordt tussen de schuldeiser uit de onderliggende verhouding en factormaatschappij een masteragreement sluiten o Hierin bepaalt men of de factoring geschiedt met of zonder recourse (verhaal) à Als deze agreement hier niets over bepaalt is
149
Privaat Bankrecht
•
•
JVD
2014-‐2015
gemeenrechtelijke analyse van toepassing (factormaatschappij draagt risico van insolventie van schuldenaar) o Maar het komt wel eens voor dat men bepaalt dat de factoringmaatschappij niet dat risico draagt en verhaal kan instellen tegen de oorspronkelijke schuldeiser als de schuldenaar niet tot betaling kan overgaan o è Met recourse moet dus altijd bedongen worden in de masteragreement! Opmerking 1 à Stel ondanks feit dat factoring zou geschieden without recourse zal de factormaatschappij toch nog steeds verhaal kunnen instellen wanneer de overdrager al weet dat de schuldenaar failliet is en de vordering dus niets waard is à Als men als maatschappij kan aantonen dat de vordering niet bestaat of niet meer nuttig is omdat de schuldenaar al failliet is gegaan, dan zal men kunnen vorderen tegen de schuldeiser (toepassing van feit dat wie iets overdraagt vrijwaring verschuldigd is) Opmerking 2 à Bij factoringcontract is de schuldeiser-‐ondernemer ertoe gehouden om alle vorderingen over te dragen (geen cherry picking) à Alle schuldvorderingen op termijn die voldoen aan criteria van masteragreement moeten overgedragen worden à Factormaatschappij zal zich het recht voorbehouden om de overname van bepaalde schuldvorderingen te weigeren (zie rechten en plichten)
Rechten en verplichtingen • Onderneming à Overdracht alle vorderingen • Factor à Mogelijkheid te weigeren o Maar à Dit tref je enkel aan in factoring without recourse (bij with recourse zou dit geen zin hebben) à Als er een weigeringsrecht is bedongen in hoofde van de factoringmaatschappij, kunnen ze wel zeggen ‘we nemen ze niet over, maar we belasten onszelf wel met het incasso ervan’ Juridische vormgeving • Overdracht van schuldvordering (tegenwerpbaarheid excepties, kennisgeving schuldenaar, regres?) • à Excepties kunnen worden tegengeworpen • à Kennisgeving schuldenaar tenzij schuldenaar reeds erkent dat er een overdracht was à Je moet ervoor zorgen dat de overgedragen schuldenaar op de hoogte is van het feit dat hij niet meer moet betalen aan de oorspronkelijke schuldeiser, maar wel aan de overnemer (zijnde de factoringmaatschappij) o Dit is niet het geval in het kader van een disconto, endossement van wisselbrief volstaat opdat schuldenaar weet aan wie hij moet betalen (degene die op vervaldag de wisselbrief bij schuldenaar komt aanbieden) o Kennisgeving kan op elke mogelijke manier à Er is geen enkele formaliteit die voorgeschreven wordt door Art. 1690 BW. Maar het kan perfect zijn dat er een contract wordt gesloten tussen
150
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Belgische onderneming-‐schuldeiser en onderneming in Indonesië. Dan moet men kijken of de kennisgeving moet gebeuren overeenkomstig de principes van het Belgische, dan wel Indonesisch recht à Regresrecht bestaat niet tenzij het in de masteragreement is bedongen
• Internationale factoring • Toepasselijk recht tegenwerpbaarheid o Overeenkomstig de regelen van het recht van het land dat de contractuele verhouding tussen schuldenaar en schuldeiser beheerst o Tegenwerpbaarheid à Men gaat vereisen dat er kennisgeving geschiedt • Wisselkoersrisico o Factoring is ook een oplossing om het wisselkoersrisico over te dragen à Vanaf overdracht draagt de factoringmaatschappij dit risico • In-‐ en uitvoerfactor o In factoringrelatie à Bij inning van grensoverschrijdende schuldvorderingen, zal een tweede factoringmaatschappij tussenkomen à De factoringmaatschappij die zich bevindt in het land van de schuldeiser, die gaat een beroep doen op een factoringmaatschappij die zich bevindt in het land van de schuldenaar, om dan uiteindelijk die factoringmaatschappij (bij die schuldenaar) de vordering te laten innen à Factoringmaatschappijen gaan dus samenwerken om de inning van grensoverschrijdende schuldvorderingen te vereenvoudigen o Stel dat schuldenaar failliet gaat en er tussen de schuldeiser en de factoringmaatschappij een overeenkomst without recourse wordt afgesloten, draagt dan de uitvoer-‐factoringmaatschappij (uit land van de schuldeiser) of de invoer-‐factoringmaatschappij (land van de schuldenaar) het risico? § Hier bestaan afspraken over tussen factoringmaatschappijen à Het risico blijft berusten bij de factoringmaatschappij die de overeenkomst heeft gesloten met de schuldeiser uit de onderliggende verhouding zolang de vordering door de invoer-‐factoringmaatschappij niet werd overgenomen/goedgekeurd § Behoudens expliciete andersluidende afspraken, blijft het risico berusten bij de uitvoer-‐factor
151
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
•
UNIDROIT o Regelen vervat in Unidroit-‐verdrag met betrekking tot internationale factoring o Belang hiervan mag niet worden overschat omdat § Het suppletiefrechtelijke bepalingen zijn § Het toepassingsgebied wordt bepaald, dit vereist dat de overgedragen schuldvordering is ontstaan uit een koopovereenkomst waarbij de leverancier en de schuldenaar elk gevestigd zijn in een verdragsluitende staat à Probleem is dat er maar 9 verdragsluitende staten zijn, dus de kans dat aan deze voorwaarde voldaan is, is beperkt o Toepassingsgebied § Overgedragen schuldvordering is ontstaan uit koopovereenkomst tussen leverancier en debiteur die gevestigd zijn in verschillende landen EN • Die landen en het land waar de factor is gevestigd zijn verdragspartij OF • Koopcontract en factoringcontract worden beheerst door het recht van een verdragsstaat (maar: debiteur en leverancier moeten hun woonplaats in een verschillend land hebben) § Suppletief recht à Partijen kunnen de regelen van dit verdrag wegbedingen o Excepties en schuldvergelijking o Geen regeling inzake recourse § Dus men heeft niet uitdrukkelijk bepaald of er al dan niet verhaal mogelijk is als de masteragreement niet uitdrukkelijk bepaalt of er regres kan geschieden of niet
152
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Forfaiting A form of debt discounting for exporters in which a forfaiter accepts at a discount, and without recourse, a promissory note, bill of exchange, letter of credit etc received from a foreign buyer by an exporter. Maturities are normally from one to three years. Thus, the exporter receives payment without risk at the cost of the discount (Oxford Dictionary of Finance) • Hier gaat men als bank/forfaiteur afstand doen van het regresrecht in een afzonderlijke overeenkomst, hoewel men hier wisselrechtelijk wel over beschikt en dit wisselrechtelijk niet kan worden wegbedongen à De bank verbindt zich om het regresrecht niet uit te oefenen. Voor het overige is aan de techniek van forfaiting niets nieuws • Arrest HvB Antwerpen inzake de levering van aanhangwagens door een Belgische onderneming aan een onderneming in Azerbeidzjan. Door onderneming A wordt beroep gedaan op de figuur van leverancierskrediet waarbij bijkomend wordt bedongen dat door de bank afstand wordt gedaan van regresrecht (toepassing van techniek van forfaiting) à In de overeenkomst tussen B en de bank, was bepaald wanneer de forfaiting overeenkomst in werking zou treden (waarbij men onder andere ging vereisen dat er door de wederpartij een ondertekend exemplaar van de koopovereenkomst werd verstrekt enz.)dat die documenten worden voorgelegd door de Belgische onderneming B aan de Belgische bank à Belgische bank crediteert rekening van exporteur. Na enkele dagen blijkt dat koopovereenkomst en handtekeningen allemaal vervalst zijn à Onderneming A had geen aanhangwagens gekocht. De bank gaat de rekening debiteren. Belgische onderneming betwist de valsheid en dat de bank opnieuw kon debiteren omdat de bank de overeenkomst vrijwillig had aangegaan o Hof zegt à Bank had gecrediteerd omdat ze dacht dat ze dit moest doen, maar door vervalsing is de forfaiting overeenkomst zonder voorwerp geworden, bank was niet verplicht de rekening te crediteren à Gevolg hiervan is dat men op basis van de regeling van onverschuldigde betaling de betrokken tegoeden kan debiteren Geen master-‐agreement Disconto van handelseffecten • Wisselbrief getrokken door exporteur en geaccepteerd door importeur • Wisselbrief wordt verdisconteerd aan de bank • Die afstand doet van haar regresrecht (hoe?) Wisselkoersrisico Quid excepties uit onderliggende verhouding?
153
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Financiële leasing Definitie • Een financieringsmaatschappij zal op vraag van een bepaalde onderneming overgaan tot de aankoop van een goed met als doel dat goed door de kredietnemer te laten gebruiken tegen de betaling van een periodieke vergoeding Verkoop aan de lessor van een goed vervaardigd volgens instructies lessee • Wanneer je naar een leasingtransactie gaat kijken dan heb je minstens 3 partijen à Lessor – lessee – de verkoper van het betrokken goed • De lessee zal aan de lessor vragen om een bepaald goed aan te kopen, en het is de lessor die de aankoop financiert à De lessor heeft de mogelijk het aangekochte goed te gebruiken tegen betaling van een gebruiksvergoeding Waarom is dit kredietoperatie? • Dit kan worden beschouwd als een krediettransactie aangezien zonder tussenkomst van de lessor de lessee een kredietovereenkomst had moeten afsluiten om eigendom over het goed te kunnen verwerven, en hij zo een lening dient aan te gaan Periodieke vergoeding door lessee Eigendomsrecht blijft bij lessor en dient tot zekerheid • Dit tot het ogenblik waarop de overeenkomst een einde neemt Mogelijkheid tot verwerving eigendom na verloop overeengekomen tijd • Aan het einde van de overeenkomst heeft de lessee de optie om dat goed in eigendom te verwerven à Hij is niet verplicht om deze optie te lichten • Indien hij dat wel doet dan moet hij een bedrag betalen dat overeenstemt met de restwaarde van het goed à Zolang die optie niet is gelicht dan is het goed in eigendom van de lessor. In geval de lessee failliet zou gaan, wil dit zeggen voor de lessor dat hij het goed kan terugnemen aangezien hij nog steeds eigenaar is (revindicatierecht) Bijzondere problemen in internationale context • Fiscale behandeling à Niet kennen • Tegenwerpbaarheid eigendomsrecht o Naar Belgisch recht is het heel duidelijk dat de lessor beschikt over een zekerheidsrecht à Hij beschikt over een revindicatierecht. In andere rechtstelsels wordt het eigendomsrecht niet altijd erkend in het kader van een faillissementsprocedure
154
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Internationale leasing UNIDROIT • Herinner u! à Praktische belang mag niet overschat worden. Het gaat namelijk om suppletief recht dat slechts door 9 verdragsstaten is aanvaard • Toepassingsgebied o Leasing § = Gebruik van het goed tegen een periodieke vergoeding met aan het einde van de overeenkomst de optie om de eigendom te verwerven à Het is niet noodzakelijk dat de optie aanwezig moet zijn om op het einde van de overeenkomst het goed te verwerven. Wij zouden dat beschouwen als een zuivere huurovereenkomst, maar dat valt ook hier onder het toepassingsgebied o Ratione loci (lijkt op deze van bij regels factoring) § Lessor en lessee zijn gevestigd in verschillende landen EN • Deze landen en land van vestiging van verkoper zijn verdragsluitende staten OF • Commercieel contract en leasingovereenkomst worden beheerst door recht verdragsluitende staat o Geen fiscale regelen à Het was te moeilijk om een uniforme regeling uit te werken • Tegenwerpbaarheid eigendomsrecht (maar: slechts 9 lidstaten) • Lessor à Geen productaansprakelijkheid o Op de lessor rust geen productaansprakelijkheid à Als je kijkt naar de Europese richtlijn productaansprakelijkheid, bestaat aansprakelijkheid in hoofde van de fabrikant van een product o De lessor kan niet als fabrikant worden beschouwd daar hij enkel goederen aankoopt, tenzij natuurlijk in het geval dat de lessor fabrikant is van een onderdeel van het goed • Verkoper à Zelfde verplichtingen als bij rechtstreekse verkoop o Bv. als het goed verborgen gebreken heeft o De koper is dus aansprakelijk ten opzichte van de lessee alsof het een directe verkoop zou zijn geweest • Lessor à Aansprakelijkheid ook bij overdracht van rechten op het goed aan derde o Lessor blijft aansprakelijk à De lessee kan zijn rechten die hij bezit op basis van de leasingovereenkomst overdragen aan een derde à In een dergelijke situatie kan de onderneming die deze rechten heeft verkregen zich rechtstreeks wenden tot de lessor à Deze kan niet ontsnappen aan zijn aansprakelijkheid door te stellen dat hij niet gebonden is omdat deze nieuwe onderneming een derde zou zijn
155
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Acceptkrediet = Kredietvorm waarbij de bank krediet gaat verstrekken door het ter beschikking stellen van haar kredietwaardigheid à De bank gaat de verbintenis aan om ten aanzien van een onderneming wisselbrieven te accepteren Verbintenis om wissels te accepteren • Er is een onderliggende transactie tussen een importeur en een exporteur à De exporteur levert goederen en de importeur moet een geldsom betalen • De importeur wil echter niet overgaan tot directe betaling en vraagt om uitstel van betaling à Probleem is dat de exporteur nood heeft aan liquiditeiten à Men kan gebruik maken van het acceptkrediet • De bank kan zich ertoe verbinden in de verhouding tot de importeur tot een bepaald plafond wisselbrieven te accepteren à Door de acceptatie gaat ze een persoonlijke en zelfstandige verbintenis aan tot betaling van een geldsom op de door de wisselbrief bepaalde vervaldag • Vraag is waarom het van belang is dat die wisselbrief geaccepteerd wordt door de bank in plaats van door de importeur (je kan evengoed uitstel verlenen door de importeur een wisselbrief te laten accepteren) à Meerwaarde van een wisselbrief die geaccepteerd is door de bank is dat de houder van de wisselbrief een vorderingsrecht heeft ten aanzien van diegene die hem geaccepteerd heeft à De solvabiliteit van een bank ligt doorgaans hoger dan deze van een andere onderneming à Dit maakt het voor de exporteur veel makkelijker om die wisselbrief te gaan verdisconteren aan iemand anders à Hij heeft immers nood aan liquiditeiten, en een wisselbrief is niet liquide o Hij zal pas liquide middelen verkrijgen indien hij die wisselbrief gaat verdisconteren aan Bv. zijn eigen bank en die laatste gaat natuurlijk liever een wisselbrief hebben die geaccepteerd is door een andere financiële instelling, dan door een kleine onderneming • Verhouding importeur en bank à Een acceptbrief houdt het recht in voor de importeur om wisselbrieven te trekken en te laten trekken ten belope van een bepaald plafond (kredietopening) à Men kan vragen bepaalde wisselbrieven te gaan accepteren en die zullen door de exporteur dan verder verdisconteerd worden indien deze nood heeft aan liquiditeiten Verplichting van de cliënt • Op de vervaldag van de wisselbrief moeten voldoende fondsen aanwezig zijn op de rekening van de importeur/cliënt zodat de bank haar verplichtingen ten aanzien van een derde kan nakomen à Bv. Bank gaat wisselbrief accepteren voor bedrag van 5.000€ en de vervaldag is 15/04. De importeur moet er dan voor zorgen dat op die dag 5.000 euro aanwezig is zodat de bank kan overgaan tot betaling à Als op 15/04 dat bedrag niet aanwezig is, kan de bank betaling niet weigeren o Excepties uit de onderliggende verhouding zijn niet tegenwerpelijk
156
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Verplichtingen van de bank ten aanzien van de derde (houder) • Als het bepaalde bedrag niet op de rekening van de cliënt staat kan de bank dus niet weigeren om te betalen à Het gaat om een zelfstandige, autonome verbintenis en excepties uit een andere overeenkomst kunnen niet worden ingeroepen in de relatie tussen de bank en de exporteur (bank heeft wel een vordering ten aanzien van de importeur) • Als de fondsen aanwezig zijn dan heeft de bank eigenlijk geen geld verstrekt aan de importeur maar heeft ze enkel haar kredietwaardigheid ter beschikking gesteld à De exporteur kan natuurlijk geen rechten putten uit de kredietovereenkomst tussen de importeur en de bank. Er is geen beding ten gunste van een derde. De exporteur kan zijn rechten slechts laten gelden wanneer de bank de wisselbrief heeft geaccepteerd à Pas dan ontstaat een zelfstandige verbintenis Voordelen (niet gezien) è Dit wordt niet meer zo vaak gebruikt in praktijk Documentair krediet Conflicterende belangen • Verkoper wil pas leveren als hij betaald is of zekerheid heeft dat hij zal betaald worden en de koper wil enkel betalen als hij zeker is dat hij de goederen zal ontvangen Definitie • Het is eigenlijk een betalingstechniek die gebruikt wordt in de internationale handel om de conflicterende belangen van koper en verkoper met elkaar te verzoenen à Een koper richt zich tot zijn bank (issuing bank) en vraagt om een documentair krediet te openen à De bank gaat zich verbinden ten aanzien van de verkoper uit de onderliggende verhouding om een bepaalde som geld te betalen of wisselbrieven te gaan accepteren voor zover de begunstigde kredietconforme documenten kan voorleggen waaruit blijkt dat de levering van de goederen aan de gang is Verschillende rechtsverhoudingen • Documentair krediet wordt gekenmerkt door verschillende verhoudingen o Bank van koper = opening/issuing bank à In vele gevallen gaat er ook een 2e bank optreden • Onderliggende overeenkomst o Weens Koopverdrag à Weinig regelen die betrekking hebben op documentair krediet § Slechts 1 bepaling die bepaalt à “De koper moet noodzakelijke stappen nemen om de verkoper te betalen” à 1 van die stappen is de opening van een documentair krediet
157
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Betaling middels documentair krediet à Moet worden bedongen § Dat is geen internationaal gebruik. Wanneer de koper en verkoper tot doel hebben de betaling te laten geschieden door een documentair krediet dan moet dat in de onderliggende overeenkomst worden overeen gekomen § Bv. X is verkoper en je spreekt af in onderliggende overeenkomst met koper dat de betaling zal geschieden via documentair krediet à Als je verkoper bent ga je pas starten met de levering van de goederen als je zekerheid hebt betreffende uw betaling à Dus wanneer het documentair krediet is geopend. De verkoper zal zijn verbintenis kunnen opschorten tot op het moment van de opening van het documentair krediet (dus die opening is een opschortende voorwaarde voor het leveren van de goederen)
o Belangrijk à Specificeren welke documenten moeten worden aangeboden opdat de betaling door de bank zal plaatsvinden § De koper stuurt een letter of credit aan de bank waarin zij vermeldt welke documenten moeten worden aangeboden. Het is best dat daaromtrent al de nodige overeenstemming is gevonden tussen koper en verkoper in de onderliggende verhouding, anders kan hier later misschien betwisting over komen § Verkoper zegt Bv. dat koper nooit heeft gezegd dat een bepaald document erbij moest zitten terwijl dit wel in de letter of credit staat •
Bank – Opdrachtgever o Voorafbestaande overeenkomst (kredietopening) § Men heeft geen recht op het openen van een documentair krediet, tenzij men in het kader van een kredietopening het recht heeft verkregen om documentaire kredieten te openen o Geen kredietopening o Terugbetaling van het krediet à 3 mechanismen mogelijk § (1) Koper gaat het geld reeds aan de bank verstrekken vooraleer de bank het documentair krediet opent à De bank gaat zich maar persoonlijk en zelfstandig verbinden ten aanzien van de verkoper indien zij het geld reeds heeft verkregen à In dat geval is er geen kredietverstrekking want de bank heeft het geld al in handen dat zij eventueel nadien aan de verkoper zal moeten betalen § (2) Geld van de koper zal op een interne rekening van de bank moeten worden gestort voorafgaand aan het ogenblik waarop de bank de verkoper moet betalen (Bv. in kredietbrief staat dat betaling kan worden verkregen op 7 april, dan moet het geld op die datum op de rekening staan) à Er wordt krediet verstrekt want de bank stelt haar
158
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
kredietwaardigheid ter beschikking en als het geld er niet is dan moet de bank de verkoper alsnog betalen à Maar er wordt geen geldbedrag ter beschikking gesteld. Als de koper ervoor zorgt dat er tijdig voldoende geld beschikbaar is bij de bank dan zal hij enkel een commissie verschuldigd zijn aan de bank, en geen rente § (3) Bank gaat eerst betalen en dan vordert zij terug wat zij betaald heeft à De koper moet dat dan binnen een bepaalde termijn terugbetalen à De koper heeft dan de mogelijkheid de ontvangen goederen te gaan verder verkopen en met de opbrengst daarvan de bank terug te betalen à Er is wel degelijk een kredietverstrekking waardoor men niet alleen een commissie moet betalen maar tevens een rente o Verificatie documenten door de bank § Essentiële verplichting à Als de bank haar verplichtingen niet nakomt en dus overgaat tot betaling zonder verificatie of bij verificatie in de fout gaat dan zal zij door de koper aansprakelijk kunnen worden gesteld •
Bank – Begunstigde o Verzenden letter of credit § Verzenden van een kredietbrief door de issuing bank aan de begunstigde (verkoper) à In de letter of credit zal de bank duidelijk maken welke verbintenis zij aangaat (geldsom betalen of wisselbrieven accepteren) en tegen welke voorwaarden (welke documenten dienen voorgelegd te worden en binnen welke bepaalde termijn) à Deze verbintenis ontstaat door eenzijdige wilsuiting (wordt niet in alle rechtsstelsels aanvaard, waar dit ontstaat door overeenkomst) o Verbintenis tot betalen of tot acceptatie wisselbrief o Informatie die vermeld moet worden in de letter of credit o Autonome verbintenis § Excepties uit de onderliggende verhoudingen kunnen niet worden tegengeworpen, ongeacht over welke verhouding het gaat à Verkoper heeft een vrij absoluut recht op betaling voor zover hij kredietconforme documenten voorlegt (uitzondering à fraude) § Bv. Koper beweert dat de goederen niet conform het onderliggende contract zijn, dan kan dit door de bank niet worden tegengeworpen (tenzij in geval van manifeste fraude) o Verbintenis van de begunstigde § Hij dient de kredietconforme documenten voor te leggen binnen de daartoe voorziene termijn
159
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Tussenkomst van een tweede bank o Bv.: Zuid-‐Afrikaanse verkoper en Belgische koper à Verkoper gaat naar zijn bank om zich persoonlijk en zelfstandig te verbinden ten aanzien van de Belgische koper à Hier gaat Belg misschien niet tevreden mee zijn, of wil de koper vermijden dat de documenten effectief bij die bank dienen te worden aangeboden à Daarom zal hij beroep doen op een tussenkomende bank. Deze zal de rol spelen van een ofwel adviserende, ofwel confirmerende bank o Verificatie schijnbare regelmatigheid van de letter of credit o Adviserende bank à 2 opties § Doorgeefluik (notificatie) • De rol van die bank is beperkt tot (1) de overmaking van de kredietbrief en (2) de documenten die van de verkoper worden ontvangen overmaken aan de issuing bank (postbode-‐functie) • Men zal de schijnbare regelmatigheid van die kredietbrief controleren § Mandaat tot betaling (adviserende bank treedt op als lasthebber) • Men gaat de documenten niet enkel in ontvangst nemen, maar men gaat ze in naam en voor rekening van de issuing bank verifiëren à Wanneer ze kredietconform worden bevonden gaan ze ook in naam en voor rekening van de issuing bank over tot betaling • Verschil met confirmerende bank à Confirmerende bank is beter ingeval van faillissement van issuing bank o Confirmerende bank § Een tweede bank (een Belgische bank) gaat het documentair krediet confirmeren à De bank gaat een persoonlijke zelfstandige verbintenis tot betaling aan bij aanbieden van de kredietverstrekkende documenten à Zij gaat op dezelfde wijze verbonden zijn als de issuing bank à Dus de begunstigde zal plots over een verbintenis beschikken ten aanzien van 2 debiteuren § Dit is zeer voordelig in geval van faillissement van de issuing bank, want een dergelijk faillissement maakt een eind aan het mandaat tot betaling, door het faillissement stopt de opdracht van de lasthebber o Garantie van het documentair krediet § Het uitgangspunt is dat de begunstigde van het krediet eigenlijk wil dat een bank uit zijn eigen land een eigen verbintenis aangaat à Bij een dergelijke confirmatie ontstaat een eigen verbintenis in hoofde van de confirming bank. Men zou kunnen gaan voor een confirmatie maar het probleem kan erin bestaan dat de issiung bank haar toestemming niet verleent tot een confirmatie van het 160
Privaat Bankrecht
§
JVD
2014-‐2015
documentair krediet (reden: wanneer door een financiële instelling geopende documentaire kredieten systematisch geconfirmeerd worden dan is dat nefast voor diens reputatie op de markt, want men zou kunnen denken dat de kredietopenende bank niet solvabel is) à Men vraagt namelijk een confirmatie bij gebrek aan vertrouwen Dat kan je oplossen door een garantie van het documentair krediet à De tweede bank gaat de verbintenis van de issuing bank garanderen à De 2e bank gaat de verbintenis aan om de betaling uit te voeren wanneer de issuing bank daar niet toe in staat is à De eerste bank zal daar meestal niet van op de hoogte zijn. De vereiste documenten zullen worden aangeboden aan de issuing bank, maar het is pas als die niet in staat is om te betalen dat men beroep kan doen op de garantie opdat de garanderende bank tussen komt à Koper en verkoper moeten afspreken wie de kost van de garantie draagt
Rechtsaard van de URU (uniforme règles et ussances) • Er zijn regels uitgewerkt door de kamer van Parijs à Gebruiken zijn een bron van recht à Als men ervan uitgaat dat URU gebruiken zijn, dan worden deze automatisch geïncorporeerd in elk documentair krediet à Als men er niet van uitgaat dat dit gebruiken zijn, moeten ze specifiek worden opgenomen in het contract • Jaren 60 à Vonnis rechtbank van koophandel te Brussel waar werd geoordeeld dat deze uniforme regelen als gebruik kunnen worden gebruikt à Hiertegen kwam echter hevige weerstand in de rechtsleer (zowel in België als in andere landen) à In Art. 1 UCP staat: “wie zich wil beroepen op deze regelen moet ze in het contract incorporeren” à De bank zal steeds bepalen dat de regelen van toepassing zijn, maar: deze zijn niet dwingend o In de meeste landen zijn die uniforme regelen dus niet te beschouwen als gebruiken en moet men alles vastleggen in de onderliggende verhouding Rol van het IPR • Gaat aangeven welk nationaal recht van toepassing is. Dat recht zal bepalen of er al dan niet sprake is van een gebruik • Die uniforme règles et ussances regelen ook niet alles à Bv. belangrijke vraag naar fraude wordt niet geregeld à Dan moet je kijken naar de bepalingen van het toepasselijke nationale recht voor die zaken die niet door de uniforme regelen worden geregeld (dit moet bepalen welk recht van toepassing is op het krediet)
161
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Verschillende verhoudingen o Ongeveer iedereen is het over eens dat men de verschillende verhoudingen in het documentair krediet afzonderlijk moet beschouwen à Er moet bijgevolg niet 1 recht gevonden worden voor het documentair krediet, maar men gaat dat opsplitsen o (1) Koper en issiung bank à Deze situatie is meestal niet grensoverschrijdend want men richt zich meestal tot een bank in eigen land à Indien men zich toch zou richten tot een bank in een ander land gaat het terug om een overeenkomst: in de eerste plaats dient men te kijken of er rechtskeuze is gemaakt, zo niet: recht van het land waar dienstverlener gevestigd is (recht van het land van de bank) o (2) Verkoper en issuing bank à Als bank de enige tussenkomende bank is en zich persoonlijk en zelfstandig verbindt ten aanzien van verkoper à Rome I moet toegepast worden, want begrip ‘verbintenis uit overeenkomst’ moet Europeesrechtelijk geïnterpreteerd worden à Als je in de EU gaat kijken wat volgens de meeste rechtsregels de oorsprong is, zegt men meestal dat er een overeenkomst is, en geen eenzijdige wilsuiting à Daarom kunnen we Rome I toepassen à Rechtskeuze en bij gebrek hieraan kijken naar het recht van het land van de dienstverlener (dus land waar bank is gevestigd) o (3) Koper en verkoper à Gaat om een overeenkomst, dus eerst kijken naar CISG à Als dit niet van toepassing is: Rome I à Rechtskeuze en anders recht van het land waar de verkoper is gevestigd o (4) Wat als er een tweede bank tussenkomt (3-‐partijenverhouding: openende bank/tussenkomende bank/ begunstigde) à Beide banken zullen in verscheidene landen zijn gevestigd à Vraag is naar welk recht je dan moet kijken § Hypothese 1 à Tussenkomende bank doet een confirmatie: het recht van het land van de confirmerende bank zal moeten worden toegepast, want die levert de meest kenmerkende prestatie à Ze gaat een eigen verbintenis aan, ontvangt documenten, gaat deze controleren, en gaat in eigen naam en voor eigen rekening over tot betaling § Hypothese 2 à Tussenkomende bank treedt louter op als doorgeefluik: niet de kenmerkende prestatie dus recht van het land waar de issuing bank gevestigd is, is van toepassing § Hypothese 3 à Tussenkomende bank treedt op als lasthebber: hierover is discussie in de rechtsleer • Sommigen zeggen à Recht van het land waar de issuing bank is gevestigd (want tussenkomende bank heeft geen eigen verbintenis) • Anderen zeggen à Als je naar de feiten kijkt (tussenkomende bank doet controle en eventueel
162
Privaat Bankrecht
JVD
•
•
2014-‐2015
betaling als documenten conform zijn) à Recht van het land waar tussenkomende bank is gevestigd Andere stelling à Plaats waar het documentair krediet wordt gerealiseerd, en dus recht van het land waar tussenkomende bank is gevestigd è Volgens prof à Tussenkomende bank is meest kenmerkende bank
Documenten • Deze documenten spelen een essentiële rol omdat vanaf het ogenblik dat kredietconforme documenten worden voorgelegd, de bank moet betalen à Indien dat niet het geval is, dan mag de bank niet betalen. De partijen handelen niet in goederen, maar in documenten à De partijen bepalen welke documenten vereist zijn, maar er zijn er 3 die bijna overal voorkomen • Factuur / bill of lading (= vrachtbrief) / verzekeringspolis o Factuur à Deze heeft tot doel aan te duiden welke goederen er werden verkocht en uiteindelijk zullen worden verscheept naar de koper van de goederen. Men wil vooral de goederen identificeren o Vrachtbrief à Deze heeft verscheidene functies § Eerste functie à Het bewijs leveren van het feit dat goederen op een bepaalde plaats aan boord zijn gebracht (schip, vliegtuig,…) à Bv. een Belgische verkoper moet goederen verschepen van Antwerpen naar Kaapstad à De brief zal aantonen dat de goederen in Antwerpen aan boord zijn gebracht § Tweede functie à De vrachtbrief levert het bewijs van de vervoersovereenkomst, aangezien de vrachtbrief ook aangeeft waar de goederen naartoe gaan à De vrachtbrief biedt een zekerheid aan de koper dat de goederen zijn opgeladen en naar een bepaalde bestemming worden vervoerd § Derde functie à De vrachtbrief vertegenwoordigt de goederen: wie de vrachtbrief in handen heeft, wordt geacht eigenaar te zijn van de goederen (het is dus een negotiable instrument) § Vierde functie à In de praktijk vraagt men niet enkel een vrachtbrief, maar ook een clean bill of lading à Deze wordt afgeleverd door de kapitein wanneer hij vaststelt dat de goederen geen uiterlijke tekenen van beschadiging vertonen op het ogenblik dat ze worden opgeladen. Dit moet worden vermeld op de vrachtbrief. Hij gaat niet onderzoeken of het conform is met datgene wat in het commercieel contract is bedongen. Indien er uiterlijke mankementen zijn en er wordt een clean bill of lading vereist, dan mag de bank niet overgaan tot betaling o Verzekeringspolis à De verkoper zal moeten instaan voor de verzekering van het internationaal transport, hij moet een verzekeringsovereenkomst sluiten die eventuele schade dekt
163
Privaat Bankrecht
•
De documenten moeten worden aangeboden binnen een in de overeenkomst vastgelegde termijn, en op een in de overeenkomst vastgestelde plaats à In de praktijk gaat het niet langer om papieren documenten, maar worden deze elektronisch doorgestuurd. Indien men de documenten te laat aanbiedt, dan voldoet men niet aan de vereiste van aanbieding van kredietconforme documenten en kan de bank betaling weigeren
•
Verificatie van de documenten o è Eens de documenten overgedragen zijn aan de bank, moet die laatste de documenten verifiëren o Binnen een termijn van vijf dagen § Te rekenen vanaf de dag na de inontvangstname van de documenten à Deze regel van 5 bank-‐werkdagen ligt vervat in de UCP-‐600 à In de meeste documentaire kredieten zal men deze UCP-‐600 toepassen. De UCP-‐600 is een grote verbetering tegenover UCP-‐500 want daar stond gewoon in dat de verificatie diende te gebeuren binnen een redelijke termijn o Met redelijke zorg? § De bankier moet zich gedragen als een normaal redelijk zorgvuldig bankier die kan worden beschouwd als een expert in documentair krediet waarin de verificatie van de documenten dient te geschieden (Hij moet nagaan of de documenten die worden voorgelegd, beantwoorden aan de vereisten die in de kredietbrief voorkomen) § Wat moet geverifieerd worden • Of het kredietconform is, of het voldoet aan de vereisten in de kredietbrief en of de verschillende documenten die worden aangeboden overeenstemmen met elkaar (en dus geen vermeldingen bevatten die met elkaar in strijd zijn) • Tegenstrijdige vermeldingen moeten door de bank worden opgemerkt en dan mag ze niet betalen. Men moet ook kijken of de endossering correct is gebeurd en of de ondertekening geldig is. • è Men moet de documenten controleren op hun ogenschijnlijke authenticiteit en of ze kredietconform zijn (Brussel 10 december 1996) § Aansprakelijkheid van de bank • De bank is niet aansprakelijk in geval van een vervalst document, tenzij ze dit had opgemerkt of had moeten opmerken (Brussel 28 juni 1984)
2014-‐2015
tijdens het transport. Men moet ervoor zorgen dat de voorgelegde polis kredietconform is à Stel dat er een verzekering van 100.000€ wordt vereist, en de verzekering wordt maar gesloten voor 95.000€ à Niet kredietconform
JVD
164
Privaat Bankrecht §
§
JVD
2014-‐2015
Formele onderzoeksplicht • De bank moet nooit nagaan of de vermeldingen die in de overeenkomst voorkomen in overeenstemming zijn met de werkelijkheid. Dat is het principe dat banken documenten enkel moet verifiëren on their face • Bv. als vereist is dat de goederen aan boord gaan in Antwerpen, volstaat het dat de bank kijkt of de vrachtbrief dit zegt à Ze moet niet controleren of de goederen daadwerkelijk in Antwerpen aan boord zijn gebracht • Een uitzondering hierop is de exceptie van fraude à Wanneer een bank opmerkt of had moeten opmerken dat een document vervalst is, mag de bank niet tot betaling overgaan en kan ze aansprakelijkheid oplopen (fraus omnia corrumpit) (Antwerpen 21 november 1990) Doctrine of strict compliance? • Banken zijn enkel en alleen gehouden tot betalingen onder een documentair krediet indien de aangeboden documenten volledig in overeenstemming zijn met datgene dat vereist is in de kredietbrief (Engelse House of Lords à “There is no room for documents that will do as well”) à Deze doctrine is zeer streng. Er wort uitgegaan van strike conformiteit door de House of Lords en dat werkt door tot bij ons • Dat heeft geleid tot absurditeiten à Bv. Verzekering vereist voor 100.000€ en de goederen worden verzekerd voor 120.000€, dat is niet conform in de strikte zin, hoewel het doel wel bereikt is • In de UCP-‐600 heeft men gepoogd aan deze strikte conformiteit afbreuk te doen à Banken mogen zich niet gedragen als robots. Als de doelstelling van de overeenkomst is bereikt, dan kan men de betaling niet weigeren • In andere gevallen, waar het minder duidelijk is, gaan banken deze strikte conformiteit alsnog hanteren. Indien zij de doctrine van strikte conformiteit opzij schuiven (Bv. goederen verzekerd voor 99.000 in plaats van 100.000), dan loopt de bank het risico op aansprakelijkheid à De opdrachtgever van het documentair krediet gaat het document weigeren en zal niet overgaan tot terugbetaling aan de bank. De rechter zal dan het concept van redelijke zorg toepassen, en daar kan men natuurlijk niet op vertrouwen. Dat is een open norm, en dus draagt men een risico van aansprakelijkheid 165
Privaat Bankrecht
JVD •
2014-‐2015
è Dus UCP wou doctrine van strict compliance afzwakken, maar in praktijk zullen de banken deze regel uit voorzorg nog vaak toepassen
•
Art. 34 UCP o Een bank aanvaardt geen aansprakelijkheid met betrekking tot de vorm, toereikendheid, nauwkeurigheid, echtheid, valsheid of vervalsing van enig document of de juridische gevolgen ervan, noch voor de algemene of speciale voorwaarden die in een document worden vermeld of erop zijn aangebracht § Als men naar dat artikel kijkt, dan is de eerste reactie à Men kan een bank nooit aansprakelijk stellen (zelfs niet voor fraude, echtheid,…) à Het is een zeer ruime bepaling die ertoe strekt de aansprakelijkheid van de bank uit te sluiten § Artikel 34 wordt in de internationale rechtspraak op een zeer restrictieve wijze toegepast à Het kan niet los worden gezien van de verplichting van de bank om met redelijke zorg documenten te gaan verifiëren. Indien dat anders zou worden toegepast, dan zou quasi volledig afbreuk worden gedaan aan de zorgvuldigheidsplicht bij de verificatie van de documenten door de bank à Wanneer de bank zou moeten vaststellen dat een document vervalst is, dan is de bank alsnog aansprakelijk want de bankier moet zich op een normaal zorgvuldige manier gedragen als een expert o Adviserende bank § De positie van de adviserende bank is bijzonder omdat deze optreedt als lasthebber à Waarom is deze positie bijzonder in vergelijking met de positie van de kredietopenende of confirmerende bank? à De adviserende bank moet in geval van twijfel contact opnemen met de kredietopenende bank § Ze gaat dan vragen of een bepaald document als kredietconform kan worden beschouwd. De belangrijkste beperking waar men rekening mee moet houden bij het inwinnen van advies is de termijn van 5 bankwerkdagen à Men moet sowieso binnen die termijn de documenten verifiëren en aan de begunstigde van het documentair krediet laten weten of de documenten al dan niet kredietconform zijn o Kennisgeving aan de begunstigde en opdrachtgever § Men moet laten weten of documenten al dan niet kredietconform zijn § Deze kennisgeving aan de begunstigde van het documentair krediet is belangrijk, want indien de verkoper aan zijn leveringsvoorwaarden heeft voldaan, maar de koper heeft niet betaald, moet men dat zo snel mogelijk weten om eventueel de levering te gaan stoppen of om zo snel mogelijk zijn geld te verkrijgen à Het kan ook zo zijn dat er een factuur, vrachtbrief of verzekeringspolis wordt vereist 166
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
en men biedt de verzekeringspolis niet aan à Als de vereiste documenten dus niet allemaal worden aangeboden door de begunstigde, dan laat de kennisgeving aan de begunstigde nog toe om het document alsnog aan te bieden op voorwaarde dat de termijn nog niet is verstreken à Natuurlijk kunnen bepaalde zaken niet meer worden rechtgezet Bv. als er geen clean bill of lading is, dan is de enige resterende mogelijkheid de schade te beperken § Kennisgeving aan de opdrachtgever à Er is de mogelijkheid voor de bank om, in het kader van het documentair krediet, wanneer ze twijfel heeft omtrent de kredietconformiteit van documenten de opdrachtgever te contacteren. Dit is een nuttig instrument in de doctrine van strikte conformiteit (Bv. kredietpolis van 99.000 in plaats van 100.000) à Als de opdrachtgever zegt dat dit voldoende is, dan kan de bank zonder enig risico op aansprakelijkheid overgaan tot de betaling à Enige beperking ook hier is de termijn van 5 bankwerkdagen o Weigering inontvangstname documenten § Vanaf het moment dat de vrachtbrief wordt overgemaakt aan de koper, wordt hij geacht eigenaar te zijn van de goederen § De documenten worden aangeboden aan de bank die ze gaat verifiëren, waarna hij de documenten overmaakt aan de koper à De koper gaat die documenten natuurlijk bekijken en als men vindt dat de bank zijn verificatieplicht correct heeft uitgevoerd, dan gaat men deze documenten aanvaarden à Wanneer de bank het documentair krediet heeft betaald, hoewel de documenten niet conform zijn, dan kan de koper uitdrukkelijk en binnen zo kort mogelijke termijn de documenten weigeren § Wanneer de koper de documenten weigert dan moet hij de documenten terugsturen aan de betrokken bank. Dat betekent dat een weigering niet meer mogelijk is vanaf het ogenblik dat je als opdrachtgever de vrachtbrief hebt gebruikt om de goederen in ontvangst te nemen want dan heb je de vrachtbrief al afgegeven in ruil voor de inontvangstname van de goederen à Het gebruik van de vrachtbrief impliceert een aanvaarding van de documenten § Als de bank de vrachtbrief ontvangt, is zij eigenaar van de goederen en kan ze die goederen verzilveren § Indien de bank betaalt op grond van niet-‐conforme documenten en de koper de documenten weigert, dan kan de bank niet meer naar de begunstigde stappen om zijn betaling terug te vorderen. Eens betaald, is die betaling definitief behoudens de situatie waarin men kan aantonen dat de begunstigde fraude heeft gepleegd. Het enige verhaal dat de bank heeft is een verhaal ten opzichte van de
167
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
begunstigde op basis van vermogensvermeerdering zonder oorzaak o Fraude § Dit is de enige mogelijke uitzondering op het abstract of autonoom karakter van de verbintenis in hoofde van de bankier à Fraude is de enige reden waarom een bank niet zou moeten betalen zelf indien er kredietconforme documenten worden voorgelegd. Echter, de invulling gebeurt autonoom door de rechtbanken die verspreid zijn wereldwijd aangezien de UCP-‐600 daar niets over zegt (aan welke vereisten moet zijn voldaan opdat de bank betaling kan weigeren wegens fraude is niet geregeld in UCP) § Als algemeen principe zou men kunnen stellen • (1) De fraude moet manifest, duidelijk en voldoende groot zijn • (2) De fraude moet bewezen zijn, een loutere bewering is niet voldoende. Men gaat ervan uit dat fraude manifest is vanaf het ogenblik dat een document is vervalst, aangezien de inhoud van de documenten essentieel is § Men maakt in de praktijk een onderscheid tussen materiële en intellectuele fraude (conceptueel onderscheid want beide zijn een reden om niet te betalen) • Materiële fraude = Document dat wordt afgeleverd wordt achteraf vervalst à Bv. vrachtbrief uitgegeven door de kapitein gaat de verkoper achteraf vervalsen à Dit is makkelijker op te sporen als bank • Intellectuele fraude = Vermeldingen op het documenten zijn niet in overeenstemming met de werkelijkheid. Stel de kapitein levert een vrachtbrief af met de vermelding dat de goederen onbeschadigd aan boord zijn gebracht in Antwerpen, terwijl dit niet zo was à Veel moeilijker op te sporen want de bank moet enkel controleren on their face en moet niet actief op zoek gaan naar intellectuele fraude § Het is niet van belang van wie de fraude uitgaat à Dat moet niet de begunstigde zijn, maar kan tevens een derde zijn à Bv. kapitein van het schip en dan moet de bank weigeren te betalen § Stel dat het volgende gebeurt à Overeenkomst wordt gesloten, documentair krediet wordt gesloten en de kredietconforme documenten worden aangeboden, maar de opdrachtgever legt beslag onder derden op de verbintenis (op de geldsom die bij toepassing van het documentair krediet aan de begunstigde moet worden betaald) à Op die manier kan men vermijden dat tot betaling van de begunstigde wordt overgegaan. Gaat men dat aanvaarden? à Neen, want via het bewarend beslag
168
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
onder derden doe je afbreuk aan het autonoom karakter van de verbintenis van de bank en dat is essentieel à Een bewarend beslag onder derden vanwege een ander persoon, een schuldeiser van de begunstigde van het documentair krediet, is wel mogelijk Betaling • Op zicht à Er moet betaald worden door de betrokken bank vanaf het ogenblik dat de documenten kredietconform worden bevonden. Dus binnen een korte termijn (5 werkdagen) vanaf dat de documenten worden aangeboden. Dat is zeer gebruikelijk in Europa • Uitgesteld à Voorzien in een betaling enige tijd na zicht o Men moet binnen de 5 werkdagen uitmaken of de documenten al dan niet kredietconform zijn, en als dat het geval is dan heeft men bepaald dat de betaling x aantal dagen/weken zal gebeuren nadat de documenten kredietconform zijn bevonden o Deze techniek is maar nuttig indien de goederen verkoopbaar zijn à Indien men een tijdje wacht dan heeft de koper immers al de mogelijkheid om de goederen in ontvangst te nemen, en verder te verkopen om op die manier geldsommen ter beschikking te stellen aan de bank om de verkoper te betalen à De verkoper is daar niet zo blij mee, misschien heeft hij zelf nood aan liquiditeiten. Deze belangen kan je verzoenen door de uitgestelde betaling vorm te geven door betaling mits acceptatie van een wisselbrief • Acceptatie wisselbrief o Men kan de koper en verkoper verzoenen door middel van de betaling door middel van acceptatie van een wisselbrief ten belope van de som die onder het documentair krediet moet worden betaald à De bank accepteert de wisselbrief ten belope van de som die onder het documentair krediet moet worden betaald. De wisselbrief komt dan in handen van de begunstigde van het documentair krediet en als hij liquiditeiten nodig heeft, kan hij deze wisselbrief verdisconteren bij de bank o Het voordeel voor de koper is de uitgestelde betaling, en het voordeel voor de verkoper is dat hij niet onmiddellijk cash heeft maar hij krijgt een door de bank geaccepteerde wisselbrief die hij, indien nodig, kan gaan verdisconteren à Vermits de bank acceptant is, verkrijgt de begunstigde via de wisselbrief liquiditeiten Bijzondere vormen van documentair krediet • Overdraagbaar documentair krediet o Overdraagbaar documentair krediet en back to back à Zelfde functie, maar bij overdraagbaar documentair krediet moeten opdrachtgever en kredietopenende bank toestemming geven o De verkoper die begunstigde is van het documentair krediet zal in bepaalde gevallen zelf grondstoffen verkrijgen via een/meerdere leveranciers à De bedoeling is dat de begunstigde verkoper het
169
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
documentair krediet gebruikt om zijn eigen leveranciers te betalen. De leverancier treedt in de positie van de begunstigde van het documentair krediet. De leverancier neemt het documentair krediet over en zal zich dan rechtstreeks kunnen wenden tot de bank om betaling te gaan verkrijgen, indien hij de documenten van het documentair krediet kan voorleggen. Het gaat in de regel over documenten die vereist waren voor het oorspronkelijke documentair krediet. Men zal moeten voorzien in de voorlegging van een factuur uitgeschreven door de leverancier. Men heeft de toestemming nodig van de koper en de kredietopenende bank, eventueel de confirmerende bank •
“Back to back” krediet o Dit wordt gebruikt wanneer de overdracht van het documentair krediet niet tot de mogelijkheid behoort (wanneer ofwel de opdrachtgever of de kredietopenende/confirmerende bank haar toestemming weigert) o Er wordt door de begunstigde van het eerste documentair krediet een tweede documentair krediet geopend, waarbij onder dat tweede documentair krediet de bank zich persoonlijk gaat verbinden ten aanzien van de begunstigde van het eerste documentair krediet à Het gaat om 2 zelfstandige documentair kredieten o Dus de leverancier komt niet in de plaats van de oorspronkelijke begunstigde, maar hij wordt begunstigde van een tweede autonoom geopend krediet à De leverancier zal maar betaling verkrijgen wanneer hij kredietconforme documenten kan voorleggen o Men ziet vaak dat de documenten vereist onder het tweede documentair krediet grotendeels gaan overeenkomen met de documenten van het eerste documentair krediet. De documenten in het eerste documentair krediet gaan dienen als zekerheid voor de betaling van het tweede documentair krediet. De bank die gaat betalen onder het tweede documentair krediet gaat nog niet zeker zijn van terugbetaling. Ze zal maar zeker zijn wanneer de documenten die dienen te worden aangeboden onder het tweede documentair krediet dezelfde zijn als in de eerste. Als er een verschil is in documenten, dan gaat de bank aangewezen worden door de begunstigde van het eerste documentair krediet. Voor de andere documenten speelt die zekerheidsfunctie niet. Men kan zijn documentair krediet slechts 1 keer overdragen, dus niet aan 2 verschillende leveranciers o è De begunstigde van het eerste documentair krediet opent een nieuw documentair krediet waarbij de leverancier de begunstigde is. Zijn de documenten van beide kredietovereenkomsten dezelfde, dan zijn de documenten uit het eerste documentair krediet ter zekerheid voor de betaling van het tweede documentair krediet. Is dat niet het geval, dan is men aangewezen op de oorspronkelijke begunstigde van het eerste documentair krediet
170
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Gelijkenis tussen overdraagbaar en back to back à Beide gevallen hebben tot doel om de leverancier te betalen van de begunstigde van het oorspronkelijk documentair krediet § Bij overdraagbaar à Geen opening van nieuw documentair krediet maar dit vereist de toestemming van de openende bank en opdrachtgever § Wanneer deze toestemming ontbreekt à Back to back à Begunstigde van het eerste documentair krediet gaat nieuw documentair krediet openen waarvan diens leverancier de begunstigde is en je moet kijken welke documenten vereist worden onder eerste en tweede documentair krediet • Dezelfde documenten à Eerste documentair krediet is zekerheid voor tweede • Documenten niet hetzelfde à Men is aanwezen op de oorspronkelijke begunstigde van het eerste documentair krediet o Opmerking à Overdraagbaar krediet kan worden overgedragen in schijven à Stel dat de kredietopenende bank ertoe gehouden is 100.000 euro te betalen en stel dat de verkoper voor wat betreft de productie een beroep moet doen op twee leveranciers, mogelijkheid om krediet in schijven over te dragen § Het documentair krediet kan slechts éénmaal worden overgedragen •
“Red Clause” krediet o Documentair krediet waarbij de begunstigde van het documentair krediet (in afwachting van de aanbieding van alle kredietconforme documenten) reeds een voorschot krijgt van de bank o Men spreekt dan af dat de bank al een voorschot verkrijgt, voorafgaand aan de aanbieding van de kredietconforme documenten
•
“Standby letter of credit” o Documentair krediet om een garantie te verstrekken à Bankgarantie in de vorm van een documentair krediet o Hierbij gaat de bank een wanprestatie afdekken, maar de vorm die dat aanneemt is een documentair krediet en dus voor het verkrijgen van een betaling moet men bepaalde documenten gaan voorleggen
171
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Bankgaranties Omschrijving / definitie • Wanner bij het documentair krediet alles naar wens verloopt, zal de begunstigde door de bank worden betaald tegen de voorlegging van kredietconforme documenten à Een bankgarantie is een zekerheidstechniek. Een bepaalde entiteit (schuldenaar van een bepaalde contractuele verbintenis) gaat de opdracht geven aan haar bank om zich, opnieuw, persoonlijk en zelfstandig te gaan verbinden ten aanzien van de begunstigde van de bankgarantie en dit in het geval waarin de schuldenaar zijn contractuele verbintenis niet gaat uitvoeren • Op dit vlak is een bankgarantie verschillend van een documentair krediet à Als hier alles in orde is, dan zal de bank niet onder de bankgarantie moeten betalen • Garantie op eenvoudig verzoek/on demand à Deze worden over het algemeen uitgevaardigd onder eenvoudig verzoek (on demand) à Men moet gewoon zeggen dat er een wanprestatie geweest is zonder dat men daar enig document of enig bewijs van moet gaan voorleggen. De loutere bewering is voldoende opdat een bank gehouden zou zijn over te gaan tot betaling. Dat betekent dat hieraan een aanzienlijk risico is verbonden o Vanaf het ogenblik dat de bank heeft betaald zal de schuldenaar dienen over te gaan tot terugbetaling. Als blijkt dat de begunstigde die garantie ten onrechte heeft afgeroepen, dan zal het de schuldenaar zijn die via de bank de betaalde gelden moet gaan terugvorderen van de begunstigde o Stel dat contractuele verbintenis van de schuldenaar erin bestaat om goederen te leveren: bij levering aan de begunstigde zijn deze goederen conform aan datgene wat bedongen is in het contract, maar niettemin roept de begunstigde de garantie af, bank gaat betalen en de schuldenaar moet de bank terugbetalen à De bank die heeft betaald blijft volledig buiten schot à Pay first, discus later o Terug uitzondering bij fraude o Voordeel à Men moet geen andere zekerheden ter beschikking gaan stellen. De risico’s mogen u niet afschrikken om deze te gaan gebruiken maar wees er bewust van dat er een risico aan is verbonden à Deze worden bijzonder vaak gebruikt • Men kan bedingen dat de schuldenaar van een leveringsverbintenis voorziet dat de koper reeds een bepaalde som (Bv. voorschot) gaat betalen voorafgaand aan de levering en dit zal maar worden betaald op ogenblik dat bankgarantie daadwerkelijk is verstrekt à Wordt deze niet verstrekt zal de andere ook geen voorschot dienen te geven • Bestaat er in hoofde van de bank een verplichting om de schuldenaar te gaan informeren omtrent de risico’s die verbonden zijn aan een bankgarantie?
172
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Voordelen / risico’s • Er is een groot risico op fraude • Het grote voordeel is dat dit een voldoende zekerheid biedt, en men geen bijkomende zekerheid moet bieden • Deze worden bijzonder vaak gebruikt in het internationaal handelsverkeer Diverse verhoudingen • Valutaverhouding o De bankgarantie kan worden gebruikt voor om het even welke contractuele verbintenis à Het tot stand komen van de bankgarantie zal vaak als een voorwaarde worden bedongen om tot uitvoering van de verbintenis over te gaan o Men gaat vaak voorzien dat de koper reeds een bepaalde som (een voorschot) betaalt voor het leveren van de goederen § Gebeurt dit niet à Exceptie non adimpleti contractus. • Opdrachtgever -‐ bank (garant) o Informatieplicht? à Op basis van het gemeen recht kan men een informatieverplichting voorzien à Men kan erop vertrouwen dat men informatie gaat vertrouwen indien men niet bekend is met een bankgarantie indien men handelt men een expert in bankgarantie (stelling van de prof, maar die is niet unaniem) o Informatie bij afroep? à Bestaat een verplichting in hoofde van de bank om de cliënt (schuldenaar) te verwittigen op het ogenblik dat de garantie wordt ingeroepen en ze tot betaling overgaat? à Neen, een bank mag betalen zonder dat zij haar cliënt voorafgaandelijk gaat informeren. Het gevolg van deze redenering is dat je de mogelijkheid ontneemt om de fraude-‐exceptie in te roepen § Je kan een betaalverbod voor de bank aanvragen in kortgeding bij de rechtbank van koophandel, maar dat kan je pas indien je op de hoogte bent gebracht vooraleer de bank betaald heeft, anders kan je die exceptie niet afroepen § è In de nieuwe regels over bankgaranties wordt voorgeschreven dat de bank de opdrachtgever eerst op de hoogte dient te stellen omtrent de afroep van de garantie vooraleer ze betaalt o Extend or pay à Een bankgarantie wordt over het algemeen uitgereikt voor een bepaalde termijn. Indien zou blijken dat geen termijn is bepaald, dan gaat men uit van een termijn van 3 jaar § Eens die termijn van de bankgarantie verstreken is, is die garantie niets meer waard. Eens de bank buiten die termijn betaalt, zal zij dat bedrag niet kunnen terugvorderen van de schuldenaar § Dat kan de begunstigde van de bankgarantie voor een dilemma plaatsen à Men wil enerzijds zijn zekerheid behouden, maar men wil anderzijds zijn garantie niet inroepen om zijn contractpartij gewillig te zijn (hij zegt Bv: ‘ik ga leveren binnen 2 weken’) à Wanneer de begunstigde
173
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
de garantie niet wil afroepen maar wel zijn zekerheid wil behouden, dan kan men zich wenden tot de bank van de opdrachtgever en vragen om de garantie te verlengen/uitbreiden (extend) ofwel moet men direct betalen (pay) § De bank mag dat niet alleen beslissen, maar zal zich wenden tot de cliënt/opdrachtgever à Als deze zo’n verzoek krijgt dan gaat de bank zich in eerste instantie wenden tot de opdrachtgever, en zelfs wanneer de cliënt zo’n verlenging wil dan moet de bank daar niet op ingegaan à Zij kan weigeren te verlengen, maar dan zal de begunstigde de garantie meestal afroepen en dan moet de bank betalen § Men heeft geen recht op verlening omdat dit een recht op krediet zou impliceren, en dat heeft men niet o Terugbetaling à Hier gaat er altijd sprake zijn van een daadwerkelijke terugbetaling. Geschiedt deze onmiddellijk, dan is enkel commissie verschuldigd. Gebeurt dit gespreid in de tijd, dan zal tevens een rente verschuldigd zijn •
Bank (garant) – Begunstigde o Financiële instelling gaat zich bij verstrekken van een bankgarantie zich niet verbinden tot het uitvoeren van de prestatie waartoe de schuldenaar gehouden is, tenzij in het geval dat de schuldenaar gewoon een geldsom moet betalen à Bv. bank verbindt zich niet om goederen te leveren of werken uit te voeren) o Bedrag? § Vraag is hoe je in de bankgarantie bepaalt welk bedrag betaald moet worden à Je moet een onderscheid maken naargelang de soort verbintenis waartoe de schuldenaar gehouden is § (1) Betaalverbintenis à Schuldenaar is ertoe gehouden een bepaalde som geld te betalen à Bank gaat zich in principe dan in de bankgarantie verbinden tot het betalen van de overeengekomen som (bedrag van de betaalverbintenis), met bovendien intresten en forfaitaire schadevergoeding à Dus men gaat niet enkel de eigenlijke verbintenis afdekken maar bijkomend in een schadevergoeding voorzien via de bankgarantie § (2) Andere verbintenissen à Bv. verbintenis met betrekking tot de levering van goederen/uitvoering van werken/verstrekken van onderhoud • Ofwel bepaalt men een forfaitair bedrag (te vergelijken met een forfaitair schadebeding: men bepaalt welke vergoeding verschuldigd is aan de schuldeiser in geval de schuldenaar in gebreke blijft zijn verbintenissen te voldoen, maar deze vergoeding wordt dan betaald door de bank à Biedt bijkomende zekerheid aan de schuldeiser 174
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Ofwel gaat men in tekst van bankgarantie bepalen dat bij afroep van de garantie, de bank een vergoeding moet betalen die gelijk is aan de werkelijke schade die door de schuldeiser wordt geleden à Maar dan moet je ook bepalen wie gaat zeggen wat de schade net is (Bv. onafhankelijk expert, rechterlijke instantie of arbitrale instelling) • à Meestal gaat men kiezen voor de forfaitaire vergoeding (want dan is er zekerheid) Bv. Schuldeiser beschikt over bankgarantie met daarin een forfaitair bedongen vergoeding van 10% van de contractprijs à Schade die de schuldeiser daadwerkelijk lijdt is gelijk aan een bedrag van 15% van de contractprijs à Schuldeiser zal bankgarantie afroepen en verkrijgt die forfaitaire vergoeding van 10% (vergoedt een deel van de geleden schade) à Voor de overige schade (5%) beschikt hij over een gewone contractuele vordering ten aanzien van de wederpartij à Dus je kan een deel vergoed krijgen via bankgarantie, en andere schade kan je verhalen door je rechtstreeks te wenden tegen contractuele tegenpartij •
§
o Autonoom of zelfstandig karakter § (Analogie met documentair krediet) § Vanaf het moment dat de bankier zich ten aanzien van de schuldeiser heeft verbonden tot betaling van bepaalde geldsom, is het onmogelijk om excepties uit de onderliggende verhouding in te roepen à Vanaf moment dat bankgarantie wordt afgeroepen zal de bank moeten betalen § Excepties die hun oorsprong vinden in de verhouding schuldenaar-‐schuldeiser of schuldenaar-‐bank kunnen niet worden tegengeworpen tegen de schuldeiser § In het kader van de bankgarantie vind je soms meer academische discussies waarbij men discussie voert of het gaat om een autonome verbintenis dan wel abstracte verbintenis (verbintenis zou in dit geval geen oorzaak hebben) à Dit laatste is een verkeerde analyse. Elke verbintenis moet een oorzaak hebben, je kan u maar rechtsgeldig verbinden door een bepaalde beweegreden. Je kan zeggen dat de verbintenis van de bank los staat van de onderliggende verhouding, maar je mag dit niet zien als een verbintenis die geen oorzaak heeft. Er is een beweegreden om die verbintenis aan te gaan • Uitzondering à Fraude en rechtsmisbruik à Als er fraude is tussen schuldenaar en schuldeiser kan de bank natuurlijk wel weigeren om over te gaan tot betaling
175
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Letterlijk karakter § Volgens het verbintenissenrecht moet de verbintenis in geval van onduidelijkheden worden geïnterpreteerd overeenkomstig de bedoeling van de partijen (ßà door partijen gebruikte bewoordingen) § Maar deze regel wordt aan de kant geschoven bij bankgaranties à De gehanteerde bewoordingen moeten hier letterlijk worden toegepast, er wordt niet gekeken naar wat de bedoeling was van de partijen. Wat in de garantiebrief is bepaald gaat men letterlijk toepassen § Arrest Cassatie 24/4/2009 à Bevestigt het letterlijk karakter van de bankgarantie. Het ging hier over een documentaire garantie (voor afroep van de garantie moest een bepaald document worden voorgelegd, met name een vonnis uitgesproken door de rechtbank van koophandel tussen 29 april 1999 en 6 mei 1999) à Er werd wel een vonnis uitgesproken door die rechtbank, maar slechts op 20 mei 1999 à De inhoud voldeed volledig aan de vereisten van de garantiebrief. Op moment dat bank wordt geconfronteerd met afroep gaat ze betalen, ze gaat er vanuit dat de doelstelling van de partijen bereikt is. De opdrachtgever-‐schuldenaar weigert evenwel de bank terug te betalen en beroept zich op het feit dat niet voldaan is aan de voorwaarden van de garantiebrief à Letterlijk karakter houdt in dat deze bankgarantie niet rechtmatig kon worden afgeroepen. Door wel te betalen beging de bank een fout die haar aansprakelijk maakt ten aanzien van haar opdrachtgever § Andere rechtspraak à Terugbetalingsgarantie. Dit is Bv. de situatie dat een onderneming A goederen moet leveren en onderneming B die een prijs moet betalen à In vele gevallen komt men overeen dat voor de levering van de goederen B moet overgaan tot betaling van een voorschot van Bv. 20%. à In zo’n geval een terugbetalingsgarantie = Als A de goederen uiteindelijk niet levert, dient het voorschot te worden terugbetaald aan B à Die terugbetalingsverplichting betreffende het voorschot kan worden afgedekt via een dergelijke terugbetalingsgarantie • Op bepaald moment wordt terugbetalingsgarantie uitgeschreven waarin staat dat A een bedrag ontvangt van 100.000€, dat de bank de verbintenis aangaat dat bedrag terug te storten als A zijn prestatie niet verricht à B maakt dat bedrag over, maar ingevolge bepaalde wetgeving komt er slechts een bedrag op de rekening van 99.500 à Rechter zegt op moment dat begunstigde de terugbetalingsgarantie afroept dat er een probleem is à Garantie is nooit in werking getreden, want terugbetalingsgarantie wordt maar verstrekt in het
176
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
geval waarin A 100.000€ ontvangt. Er wordt niet naar de bedoeling van de partij gekeken à Dus als garanties worden opgesteld moet men heel voorzichtig zijn! Zoiets kan je niet makkelijk uitsluiten in het contract, omdat de bankgarantie los staat van dat contract à Je kan dit beter doen in de bankgarantie zelf à In de garantie kan je bepalen wat je wilt (zolang dit niet strijdig is met openbare orde/goede zeden)
o Afroep door de begunstigde § Men gaat in de garantiebrief bepalen op welke manier dit moet geschieden (schriftelijk of elektronisch; waar; binnen welke termijn; en wat men eventueel bijkomend moet doen) § Bij een garantie die op eenvoudig verzoek wordt bedongen (eerste verzoek), daar kan men gewoon de garantie afroepen en hoeft voor het overige niets gedaan te worden § Verschillende modaliteiten zijn mogelijk en worden in de garantiebrief bepaald • Bv. Dat men moet motiveren waarom de garantie wordt afgeroepen en waaruit de wanprestatie van de schuldenaar bestaat, of zelfs dat de begunstigde de wanprestatie van de schuldenaar moet bewijzen o Of zelfs werken met een documentaire garantie waardoor bepaalde documenten moeten worden voorgelegd waaruit de wanprestatie blijkt
•
Garant – Tegengarant o Autonoom karakter § Inzake documentair krediet wordt vaak beroep gedaan op een 2e bank die het documentair krediet gaat confirmeren zodat er een zelfstandige verbintenis ontstaat in hoofde van de 2e bank die is gevestigd in land van de schuldeiser § Stel: Schuldenaar is Afrikaanse onderneming waarbij een bankgarantie wordt afgeleverd door bank in Nigeria. Als Europese schuldeiser ga je hier niet zo tevreden mee zijn en wens je dat die bankgarantie wordt ‘bevestigd’ door een bank in België/Europa à Dan spreekt men over een hoofdgarant (zijnde de 2e bank die zich bevindt in het land van de schuldeiser) en dan wordt de bank die de garantie oorspronkelijk heeft verstrekt de ‘tegengarant’ § Schuldeiser die gaat zich wenden tot de hoofdgarant (hij roept de bankgarantie daar af) à Als hoofdgarant de schuldeiser betaalt, beschikt hij over een verhaal ten aanzien van de tegengarant • Maar er is een verschil met documentair krediet à Hier heeft de begunstigde van het documentair 177
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
krediet een vordering zowel ten aanzien van de kredietopenende bank als ten aanzien van de confirmerende bank à In kader van een bankgarantie is dat niet het geval. Je hebt dan enkel en alleen een vordering tegen de hoofdgarant o Luik 16 oktober 2007 à Verbintenis die tegengarant heeft ten aanzien van hoofdgarant heeft ook een autonoom karakter § Geval waarin fraude werd gepleegd door begunstigde van garantie à Hij roept de garantie bedrieglijk af. Hoofdgarant betaalt de begunstigde en vordert terugbetaling van de tegengarant. De tegengarant beroept zich op het feit dat de schuldeiser de garantie frauduleus heeft afgeroepen om de betaling aan de hoofdgarant te weigeren à Hoofdgarant stapt naar rechtbank à Rechter zegt: verbintenis van tegengarant ten aanzien van hoofdgarant heeft een autonoom karakter à Tegengarant kan zich niet beroepen op de frauduleuze afroep in hoofde van de schuldeiser om de betaling te weigeren, tenzij (op het ogenblik dat de hoofdgarant heeft betaald) de hoofdgarant wist of als zorgvuldige bank diende te weten dat er sprake was van een frauduleuze afroep Toepasselijke regelen • Rol van URDG (Uniform Rules on Demand Guarantees, versie 758) à Deze zijn van toepassing als ze door de partijen geïncorporeerd worden. Bij garanties zitten we vaak in een internationale situatie à Er dient een onderscheid te worden gemaakt naargelang deze regelen van toepassing zijn of niet à Want ze bevatten zelf het toepasselijke recht • URDG is van toepassing à Men gaat kijken naar ofwel o (1) Het in de garantiebrief gekozen recht dat van toepassing is o (2) Als er geen rechtskeuze is maakt men toepassing van het recht van het land waar de garant is gevestigd • URDG is niet van toepassing à in België kijken we dan naar Wetboek IPR o Discussie is of je de regelen uit het Wetboek IPR moet toepassen met betrekking tot de verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) of toepassing van verwijzingsregels met betrekking tot verbintenissen uit eenzijdige wilsuiting o Er wordt vaak geoordeeld bij bankgarantie dat het gaat om een verbintenis uit een eenzijdige wilsuiting à In praktijk: weinig relevantie o Als we kijken naar Rome I of naar de verwijzingsregel voor een verbintenis uit eenzijdige wilsuiting kom je tot zelfde resultaat o è (1) Rechtskeuze o è (2) Bij gebrek aan rechtskeuze maak je toepassing van het recht van het land waar de garant gevestigd is § Indien er een hoofd-‐ en tegengarant is à Recht van het land waar de hoofdgarant gevestigd is) à Dat recht beheerst relatie hoofdgarant-‐tegengarant en relatie hoofdgarant-‐ begunstigde
178
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Onderscheid met borgtocht • Bankgarantie is duidelijk een persoonlijke zekerheid, borgtocht is een andere zekerheid à Essentieel verschil • Clausule op eerste verzoek o Borgtocht heeft een subsidiair karakter à Je moet eerst wanprestatie in hoofde van de schuldenaar aantonen vooraleer je kan overgaan tot aanspreken borg ßà Garantie op eerste verzoek à Geen motivatie/bewijs nodig van wanprestatie o à Als je borgtocht op eerste verzoek bedingt, dan schuif je dat subsidiair karakter terzijde o Dan heb je in de Belgische rechtsleer discussie gehad over de vraag of dat als er een borgtocht op eerste verzoek wordt bedongen, of het nog een borgtocht is, dan wel of het een garantie is (en dus clausule op eerste verzoek onverenigbaar is met principe van subsidiariteit) o à Eddy Wymeersch erkent dat het nog steeds een borgtocht is ßà R. Van Ransbeeck stelt dat een clausule op eerste verzoek eigen is aan garanties • Bewoordingen van de partijen o Rechtspraak heeft duidelijk gemaakt dat de bewoordingen die de partijen gebruiken (of ze het borgtocht of garantie noemen) niet doorslaggevend is à Dit is van belang in een internationale context o Als wij bankgarantie gebruiken is het duidelijk dat het niet om een borg gaat à Maar als we in het Verenigd Koninkrijk de term bank guarantee gaan gebruiken gaat het om een borgtocht verstrekt door een bank à Als we spreken over de bankgarantie zoals wij het kennen spreken ze in het Verenigd Koninkrijk over een independent guarantee • Zelfstandigheid van de verbintenis o Borgtocht is accessoir en volgt de onderliggende overeenkomst à De borg kan zich beroepen op excepties die zich bevinden in verhouding tussen schuldenaar en de schuldeiser o De clausule op eerste verzoek is niet kenmerkend voor bankgarantie, ook borgtocht kan op eerste verzoek worden bedongen à Dus je moet gaan kijken of het wel degelijk nog gaat om een accessoire verbintenis à Je moet nagaan of men een zelfstandige verbintenis in hoofde van de bank wou creëren à Als partijen de mogelijkheid willen behouden om zich op excepties te beroepen gaat het om een borgtocht
179
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Soorten garanties • Een aantal voorbeelden van garanties à Je moet steeds nagaan wie is gehouden tot de verbintenis, wie gaat naar de bank en vraagt om een garantie te verstrekken • Offertegarantie o Deze garantie wordt gebruikt in het kader van aanbestedingsprocedures door de overheid die een bepaald bedrag overschrijden à Daarbij vraagt men aan de markt om offertes in te dienen o Bv. UGent wil 1000 computers kopen à Verschillende leveranciers kunnen een voorstel doen via een offerte à Vervolgens gaat men als overheidsinstitutie het contract toekennen aan de entiteit die aan alle voorwaarden voldoet en de laagste prijs biedt à Dan bestaat het risico dat de entiteit aan wie het contract wordt toegekend, uiteindelijk niet in staat is om tot levering van die goederen over te gaan (en dus waar te maken wat ze heeft aangegeven in de offerte) à Als de overheid zich tegen zo’n risico wil indekken kan men vragen dat elke ingediende offerte vergezeld gaat van een offertegarantie à Als contract aan een onderneming wordt toegekend, maar die kan niet overgaan tot uitvoering, dan kan de garantie worden afgeroepen en wordt een vergoeding aan de overheid betaald voor de schade die zij heeft geleden doordat die onderneming niet kan overgaan tot het uitvoeren van het contract • Terugbetalingsgarantie • Uitvoeringsgarantie • Onderhoudsgarantie o Schuldenaar verbindt zich ertoe om in het onderhoud van Bv. een industriële installatie te voorzien, er wordt een forfaitaire vergoeding bedongen voor als die entiteit zijn verbintenis niet nakomt • Betaalgarantie Kan de opdrachtgever een betaalverbod vragen? • In kort geding o Als men zich als schuldenaar wil verzetten tegen de betaling van de garantie volstaat het niet om zich tot de bank te richten à Bank gaat zeggen: dagvaardt ons in kort geding voor de voorzitter van de rechtbank van koophandel o Dan oordeelt de rechter of er al dan niet tot betaling mag worden overgegaan à Ratio: hoe graag een bank ook wil ingaan op het verzoek om niet te betalen, haar reputatie staat op het spel à Als bank te vaak de eisen van haar cliënt inwilligt en niet overgaat tot betaling van garantie brengt dit haar reputatie in het gedrang -‐-‐<
180
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Schuldeisers zullen niet meer tevreden zijn met bankgarantie verstrekt door die bank o Rechter moet dan oordelen of al dan niet een betaalverbod kan worden opgelegd à Rechters stellen zich eerder terughoudend op omwille van het autonoom karakter van de bankgarantie à Het kan de zekerheidsfunctie maar vervullen als men niet te snel overgaat tot een betaalverbod à Dit zal veelal enkel het geval zijn in volgende gevallen à
•
Kennelijk misbruik
•
Kennelijke fraude o Deze fraude moet ‘zonneklaar’/manifest/heel duidelijk zijn à De schuldenaar moet het bewijs leveren van duidelijke, voldoende ernstige fraude bij de afroep van de garantie o Bv. Schuldeiser geeft te kennen aan de schuldenaar dat de verbintenissen goed zijn uitgevoerd en dan roept hij vervolgens de garantie af (als je beschikt over document waaruit blijkt dat de schuldenaar niet tevreden was met uitvoering van verbintenis en vervolgens wordt garantie afgeroepen is er sprake van fraude of minstens misbruik van recht o Bv. Betaalgarantie à Als schuldenaar zijn betalingsverplichting volledig heeft voldaan, en dan gaat een betaalgarantie worden afgeroepen is er sprake van fraude of misbruik van recht o Bv. Garantie wordt afgeroepen om politieke redenen en niet omwille van een wanprestatie à Dit is misbruik van recht § Bekend voorbeeld à Regimewissel in Iran. Een aantal Iraanse ondernemingen gingen onder druk van het regime overgaan tot afroep van garanties die door Amerikaanse banken waren verstrekt à Met betrekking tot diezelfde commerciële contracten waren anderzijds ook garanties verstrekt door Zweedse banken à Iraanse ondernemingen gingen systematisch enkel Amerikaanse garanties afroepen en niet de Zweedse à Dit was niet ingegeven door wanprestaties, maar wel door politieke motieven à Hier werd geoordeeld dat de bank niet moest overgaan tot betaling omdat er misbruik van recht was
•
Commercieel contract strijdig met openbare orde o Vanaf het moment dat er een strijdigheid is met hogere belangen kan men overgaan tot het opleggen van een betaalverbod à Bv. garanties voor illegale wapenhandel of drugssmokkel (Antwerpen 5 mei 2010)
•
Ontbinding / nietigheid commercieel contract? o Als contract wegens een andere reden nietig of ontbonden is kan dit in principe niet tot een betaalverbod leiden à Als je nietigheid van het commercieel contract gaat inroepen ga je een exceptie uit de onderliggende verhouding aanhalen à Dus de bewering dat het
181
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
contract nietig is omdat het is aangetast door een wilsgebrek is niet voldoende om een betaalverbod op te leggen, maar als men vaststelt dat de garantie wordt afgeroepen op moment dat nietigheid van het contract al door een rechterlijke/arbitrale instantie is vastgesteld kan men wel een betaalverbod opleggen want à Afroep van garantie die als oorzaak een overeenkomst heeft die reeds door de rechter is nietig verklaard maakt misbruik van recht uit Projectfinanciering
= Geen kredietvorm, maar het is een benaming voor de situatie waarin krediet wordt verleend (Bv. via investeringskrediet) met het oog op het tot stand brengen van uitrustingsgoederen of een industriële installatie en waarbij de terugbetaling van dat krediet wordt verzekerd door de onvoorwaardelijke aankoopverplichtingen die door derden reeds worden aangegaan • Er is dus een kredietgever die krediet verstrekt aan een kredietnemer waarbij op het ogenblik van de kredietverstrekking de kredietnemer reeds een aantal contracten gaat sluiten met ondernemingen waarbij deze laatsten zich ertoe verbinden een aantal goederen/diensten af te nemen bij de kredietnemer à Middels de opbrengsten van die goederen/diensten wordt het krediet terugbetaald aan de kredietgever Aankoopverplichtingen / garantie Risico’s (afwerking, exploitatie, marktrisico, kredietrisico, wisselrisico, politiek risico) • Afwerking à Als men overgaat tot het verstrekken van krediet voor bouw van machinepark dat goederen moet produceren, is er een risico dat dat machinepark niet wordt afgewerkt, dan komen er ook geen inkomsten want er komen geen goederen die krachtens de contracten met derden gesloten aan die derden worden geleverd • Exploitatie à Installatie wordt wel afgewerkt, maar kan nooit werken bij gebreke aan bekwaam personeel of noodzakelijke grondstoffen • Marktrisico à Dit is in de eigenlijke vorm van projectfinanciering minder relevant, want hier zijne er reeds een aantal onvoorwaardelijke aankoopverplichtingen aangegaan à In mate dat krediet hierdoor verzekerd wordt is dit risico minder belangrijk. Het wordt wel belangrijk als dat niet voldoende is om krediet terug te betalen • Kredietrisico • Wisselrisico à Dit doet zich in het bijzonder voor als krediet in bepaalde munt wordt verstrekt en aankoopverplichting in andere munt wordt aangegaan • Politiek risico à Industriële installatie bouwen in een politiek instabiel land in vergelijking met een westers land, waar men als risico loopt dat men onteigend wordt of dat vergunningen worden ingetrokken
182
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Contractuele constructies • Bankenconsortium à Dit consortium verstrekt het krediet aan de entiteit die overgaat tot het bouwen dan de industriële installatie, maar ook dit zal niet 1 enkele onderneming zijn, bouw zal door verschillende ondernemingen gezamenlijk worden gerealiseerd à Verschillende ondernemingen gaan over tot oprichting van tijdelijke vennootschap/verenigen (= project company) • Project company gaat dan met een aantal derden contracten sluiten waarbij die derden zich op een aantal onvoorwaardelijke wijzen gaan verbinden tot aankoop van goederen die via de te bouwen installatie geproduceerd worden à Het sluiten van die contracten met die derden (ontstaan van onvoorwaardelijke aankoopverplichtingen) is een opschortende voorwaarde opdat het krediet zal worden verkregen à Dit is logisch want terugbetaling wordt verzekerd door onvoorwaardelijke aankoopverplichtingen • Financieel vehikel à In bepaalde gevallen wordt er een tussenschakel geplaatst à Dan heb je een Bankenconsortium dat overgaat tot oprichting van financieringsvennootschap of vehikel dat dan de gelden ter beschikking stelt van de project company à In dat geval komen er onvoorwaardelijke aankoopverplichtingen tot stand tussen de financieringsvennootschap en die derden o Dus vanaf ogenblik dat de project company overgaat tot produceren van goederen, moeten die goederen ter beschikking worden gesteld van de financieringsvennootschap zodat zij ze kunnen doorgeven aan de derden waarmee onvoorwaardelijke aankoopverplichtingen werden gesloten Aantal verbintenissen die je vaak gaat aantreffen in dit kader (deze dienen om risico’s af te dekken) • Completion guarentee o Terugbetaling van krediet kan maar geschieden via verkoop van goederen, die verkoop is maar mogelijk als de goederen daadwerkelijk kunnen worden geproduceerd à Via deze completion guarantee à Bankgarantie wordt verstrekt die verzekert dat het project daadwerkelijk wordt afgewerkt à Als dit niet zo is, zal een vergoeding moeten worden betaald aan het bankenconsortium • Cost overrun undertaking o Als de realisatie van het project meer geld kost dan voorzien à Je hebt in dit geval een entiteit (Bv. Wereldbank) die de verbintenis gaat aangaan om de nodige middelen ter beschikking te stellen om het project te realiseren als blijkt dat er extra kosten zijn die vooraf niet waren voorzien
183
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Take or pay contracts o Dit geeft aan dat de aankoopverplichtingen aangegaan door derden onvoorwaardelijk zijn à Zelfs als ze de goederen niet zouden afnemen moeten ze alsnog betalen. Ze zijn sowieso gehouden tot betaling van de goederen zoals men zich daartoe verbonden heeft in die onvoorwaardelijke aankoopverplichtingen
184
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 5: Consumentenkrediet Toepassingsgebied
Kredietbemiddelaar • Elke persoon • Beroepsactiviteit • Kredietovereenkomst aanbiedt of voorstelt • Consument bijstaat bij voorbereiding • Namens kredietgever overeenkomst sluit • Ontvangen van een vergoeding • Verbonden agenten versus kredietmakelaars o Verbonden agent § Vroeger: kredietagent ßà Kredietmakelaar à Nu gebruikt men de term ‘verbonden agent’ die uit de tekst van de richtlijn komt § Onder WCK was een kredietagent iemand die (1) vertegenwoordigingsbevoegd was, en dus de kredietovereenkomst kon sluiten in naam en voor rekening van de kredietgever (2) kredietagent handelde exclusief voor een enkele kredietgever § WER à Het gaat om een persoon die (1) handelt voor rekening van (2) en handelt onder de volle en onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid van één kredietgever, een groep van kredietgevers of aantal die niet de meerderheid op de markt vormen § Handelt voor rekening van à Verbonden agent is dus vertegenwoordigingsbevoegd § Onder de volle en onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid van • Vraag is gerezen of dit een definitie is die meteen impliceert dat kredietgevers volledig aansprakelijk zijn voor alles wat door die verbonden agenten wordt gedaan à Het antwoord is volgens de prof negatief, althans niet op basis van de definitie • Maar hierover is nog geen rechtspraak à Als je gaat kijken naar regelen van boek VII WER die betrekking hebben op het statuut van kredietgever en kredietbemiddelaar zien we dat de kredietgever volledig verantwoordelijk is voor inbreuken die door een verbonden agent worden begaan met betrekking tot de regelen inzake consumentenkrediet à Dit is wel een normatieve bepaling à Dit betekent niet dat de kredietgever verantwoordelijk is voor al hetgeen de verbonden agent fout doet, maar wel enkel voor datgene wat een inbreuk is op de regelen inzake consumentenkrediet à Voor andere mogelijke
185
Privaat Bankrecht
§
JVD
2014-‐2015
tekortkomingen moet je kijken naar de algemene principes inzake vertegenwoordiging en lastgeving Één kredietgever, één groep van kredietgevers of aantal die niet de meerderheid op de markt vormen • Exclusiviteit die vereist was onder WCK is dus komen te vervallen à Men kan dus verbonden agent zijn, terwijl men optreedt voor verschillende kredietgevers. De enige voorwaarde is dat die verscheidene kredietgevers niet de meerderheid van de markt vertegenwoordigen
Reclame Reclame à Ruim begrip Verplichte vermeldingen • Reclame waarin een rentevoet wordt vermeld à Aantal verplichte vermeldingen • Als er geen rentevoet wordt vermeld, moet enkel melding gemaakt worden van de zinsnede “let op, geld lenen kost ook geld” o à Maar deze laatste verplichting moet vanaf de invoering van het WER ook gebeuren in reclame waarin een rentevoet wordt vermeld • è Dit creëert problemen in het kader van een gratis verstrekt krediet à Als het JKP 0% is, moet je dus alsnog zeggen “geld lenen kost ook geld”, wat in dat geval niet waar is aangezien geld lenen niets kost o In dat geval is het voordelig op krediet te kopen à Wetgever is vergeten in een uitzondering te voorzien Verboden vormen van reclame Geen bijzondere civielrechtelijke sanctie? • Je kan wel argumenteren dat het miskennen van de reclamevoorschriften van de regeling consumentenkrediet meteen ook een oneerlijke handelspraktijk is jegens een consument, zodat je kan terugvallen op de sanctie voorzien in boek VI WER voor het geval een overeenkomst werd gesloten ingevolge een oneerlijke handelspraktijk Wel strafsancties • Maar deze worden niet toegepast à Deze strafsancties staan over het algemeen in consumentenwetgeving (boek VI en boek VII) niet zozeer om ze daadwerkelijk toe te passen, maar wel om aan de ambtenaren van de economische inspecties transacties voor te stellen (soort van minnelijke schikking) à Vanaf dat een overtreding strafrechtelijk wordt gesanctioneerd kunnen ze voorstellen “als je dit bedrag betaalt, vervalt de strafvordering” • Als je dit functioneel bekijkt, is dat een soort van administratieve geldboete die door een ambtenaar kan worden opgelegd
186
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Nieuw in WER à Verbod om prijsverminderingen te koppelen aan het opnemen van krediet, het gebruik van een kredietopening of van een hiermee verbonden kaart of betaalinstrument • Dus als je een tv koopt via het afsluiten van een kredietovereenkomst die de onderneming ook aan u verstrekt, krijg je een korting op de aankoop van de tv à Die korting krijg je niet als je contant betaalt • Maar deze bepaling mag u niet misleiden à In praktijk zegt men à Je krijgt een korting als je de aankoop financiert met uw visa-‐kredietkaart à Dit is niet verboden want een visa kredietkaart valt niet onder de toepassing van de regelen van boek VII (uitzondering dat bepalingen niet van toepassing zijn op kredietovereenkomsten die worden gesloten waarbij het krediet terugbetaalbaar is binnen een termijn van 2 maanden waarbinnen geen rente verschuldigd is en waarbij de kostprijs maximaal 50 euro op jaarbasis bedraagt) • Dus je kan promoties koppelen aan het gebruik van een kredietkaart voor zover die kaart niet valt onder de toepassing van de regelen inzake consumentenkrediet Totstandkoming HvJ 18/12/2014 Consumer Finance • è Een aantal punten die in dit arrest zijn opgenomen zitten al verwerkt in de Belgische wetgeving zoals deze vandaag geldt, ondanks dat de wet is geschreven voor dit arrest • In te winnen informatie o Deze is afhankelijk van de omstandigheden à Je moet nagaan over welk type overeenkomst het gaat, welke informatie je reeds in het bezit hebt over de consument, informatie van databases (Bv. Centrale voor kredieten aan particulieren), … o WER bepaalt nu zelf welke informatie minstens moet worden ingewonnen • Bewijslast informatie-‐inwinningsverplichting o Als consument beweert dat de informatie-‐inwinningsverplichting wordt miskend, dan is het aan de kredietgever om aan te tonen dat hij wel de vereiste informatie heeft ingewonnen, wat enkel kan gebeuren aan de hand van een door de consument ingevulde vragenlijst à Richtlijn consumentenkrediet regelt de bewijslast niet o Het Hof stelt dat het essentieel is dat consumenten hun rechten te gelde kunnen maken à De lidstaten moeten de procedureregels vaststellen (bewijslast valt hier volgens HvJ onder) à Maar die nationale regels moeten in overeenstemming zijn met het doeltreffendheidsbeginsel à Procedureregels mogen het voor consumenten niet onmogelijk of uiterst moeilijk maken om hun rechten te laten gelden à Als je de bewijslast op consument gaat leggen, dan maak je het voor hen bijzonder moeilijk om een schending aan te tonen à Dat beginsel zorgt er dus voor dat de
187
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
bewijslast inzake de naleving van deze informatie-‐ inwinningsverplichting op de kredietgever rust o è Dus ook voor kredietovereenkomsten van voor 1 april 2015 rust de bewijslast duidelijk op de kredietgever
•
Verificatieverplichting? o Bv. Je vraagt aan consument wat zijn inkomen is en hij zegt: 2.500 netto per maand, terwijl het eigenlijk maar 1.500 netto per maand is o HvJ zegt enerzijds à We kunnen niet verwachten van de kredietgever dat deze zich als een detective gaat gedragen à Ze moeten dus niet systematisch alle informatie die ze krijgen gaan onderzoeken § Anderzijds betekent dit niet dat je alle informatie kan vertrouwen op basis van ongestaafde verklaringen van de consument o è Volgens prof à Bepaalde elementen moet je niet onderzoeken, maar informatie die je eenvoudig kan aftoetsen moet je verifiëren § Bv. loonbrief vragen bij werknemer of uittreksel van laatste belastingaangifte bij zelfstandige
•
Passende toelichtingsverplichting o Ook hier rust de bewijslast op de kredietgever à Het is aan de kredietgever om te bewijzen dat hij de aan de consument verstrekte informatie waar nodig heeft toegelicht o Als je kijkt naar de regel inzake bewijslast, zegt die bepaling dat deze rust op de kredietgever voor de informatie-‐inwinningsplicht, voor de boordeling van de kredietwaardigheid en met betrekking tot het meest passend krediet o à Volgens de wet niet voor de passende toelichtingsverplichting, maar ingevolge dit arrest dus wel
•
Beoordeling kredietwaardigheid o è Bewijslast rust ook op de kredietgever
Geen betaling voor ondertekening van de overeenkomst • Kredietovereenkomst is een formeel plechtig contact, het vereist meer dan de loutere wilsovereenstemming, met name een handtekening van de partijen à Dit moet gelezen worden in samenhang met Art. VII.90 WER • Algemeen (Art. VII.90 WER) o Dit artikel bepaalt dat het kredietbedrag nooit ter beschikking mag worden gesteld aan de consument vooraleer alle partijen de kredietovereenkomst hebben ondertekend à Dus dit mag pas na de formele totstandkoming van de overeenkomst § Wanneer deze regel niet wordt nageleefd, mag je het ontleende bedrag behouden. Je moet geen kosten betalen, geen interesten, noch het kapitaal zelf
188
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Als je deze regel op zich bekijkt staat hierin: ‘door alle partijen is ondertekend’ à Het kan zijn dat de consument de kredietovereenkomst al heeft ondertekend, maar de kredietgever niet à Overeenkomstig het doel van de bepaling is dit geen probleem o Ratio legis is te vermijden dat consumenten onder druk worden gezet een kredietovereenkomst te ondertekenen door de terbeschikkingstelling van het geld à Dus overeenkomstig deze ratio, gaat het ontbreken van de handtekening van de kredietgever deze ratio niet ondergraven § ßà Als je deze regel echter letterlijk interpreteert, is het voldoende dat de handtekening van de kredietgever ontbreekt opdat deze sanctie van toepassing zou zijn à De rechtspraak heeft hier zich nog niet over uitgesproken o Als er 2 kredietnemers zijn, waarbij de ene zijn handtekening heeft geplaatst, en de andere niet à Rechtspraak à Kredietnemer die zijn handtekening niet heeft geplaatst, is tot niets gehouden. Voor de kredietnemer die wel getekend heeft, is er nog onduidelijkheid § Sommige rechtspraak zegt dat kredietgever kan vragen dat die consument zijn verplichtingen nakomt § Maar bij letterlijke interpretatie à Niet alle partijen hebben getekend, dus je kan sanctie toepassen o Andere situatie à Een consument heeft nog niet getekend op het moment dat hij de gelden ontvangt, maar gaat vervolgens wel ‘spontaan’ mensualiteiten betalen à Vraag is of de sanctie zich dan beperkt tot datgene wat je nog moet betalen, of kan je ook dat terugvorderen wat je al hebt betaald? § à Rechtspraak zegt hier dat je enkel datgene kan terugvorderen wat je als consument hebt terugbetaald voorafgaand aan de ondertekening van de kredietovereenkomst à Je moet dus een onderscheid maken naargelang de terugbetalingen hebben plaatsgevonden voor de ondertekening van de kredietovereenkomst of erna à Deze die voorafgaand zijn betaald, kunnen worden teruggevorderd. Deze die na de ondertekening zijn betaald niet à Dit is zo ingevolge de letterlijke tekst van Art. VII.90 WER o Andere vraag in verband met verwerven van krediet à Bv. consument wil overgaan tot de aankoop van een nieuwe wagen. Op het moment dat hij deze wil aankopen, stelt hij vast dat hij onvoldoende financiële middelen daartoe heeft, en hij moet dus een krediet verwerven à Dan moet een onderscheid gemaakt worden of Art. VII.84 WER van toepassing is, en de hypothese waar dit niet het geval is
189
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Geen geldige verbintenis aangaan (Art. VII.84 WER) o Als aan deze toepassingsvoorwaarden is voldaan à Bijzondere bescherming waardoor de consument niet verbonden kan zijn met betrekking tot de aankoop van dat goed of de verwerving van de dienst zolang het krediet niet wordt toegekend à Als zijn krediet wordt geweigerd, kan hij niet verbonden zijn om de wagen aan te kopen
o Voorwaarde à Verkoper = Kredietgever of kredietbemiddelaar § Als dit het geval is, kan de consument niet gehouden zijn tot de aankoop van de wagen, zolang het krediet hem niet wordt toegekend § Als blijkt dat de garagist niet optreedt als kredietgever of kredietbemiddelaar à Dan kan de consument zich wel rechtsgeldig verbinden tot de aankoop van die wagen, ook al heeft hij nog geen krediet verkregen. Dit kan voor problemen zorgen bij de consument. Je blijft namelijk verbonden tot de aankoop van de wagen, maar je kan hem niet betalen. Dit wordt beschouwd als contractbreuk/annulatie van verkoop, wat meestal betekent dat je een vergoeding moet betalen van 20-‐30% van de aankoopprijs o Beding à Verplichting contant te betalen à Nietig § Verkopers wouden zo’n zaken opvangen door te stellen dat wanneer de consument geen krediet verkreeg, hij zich verbindt tot contante betaling § Dit beding werd door de rechtspraak als uitdrukkelijk verboden en nietig beschouwd
o Niet aan deze voorwaarde voldaan à Opschortende voorwaarde? Rol Art. VI.2 WER? § Dit kan je oplossen door in het contract een beding op te nemen waarin wordt bepaald dat de overeenkomst met betrekking tot het verkrijgen van de wagen slechts uitvoering kan krijgen als je financiering bekomt à Als je geen financiering bekomt, ben je niet langer gehouden tot aankoop van die wagen. Als consument zal je vaak zelf het initiatief moeten nemen om zo’n clausule op te nemen § Als je als verkoper de consument ter wille wil zijn, en je neemt een opschortende voorwaarde op, moet je er als verkoper over waken dat de nodige inspanningen worden geleverd om krediet te verkrijgen. Je doet er goed aan om in die opschortende voorwaarde te bepalen • (1) Wat je van de consument verlangt àBv. het raadplegen van 3 verschillende kredietgevers • (2) Informatieverplichting wat betreft het niet verkrijgen van het krediet à Hieraan ga je meteen een forfaitaire schadevergoeding verbinden: als de 190
Privaat Bankrecht
§
JVD
2014-‐2015
consument u niet informeert over het niet-‐ verkrijgen van financiering krijg je een forfaitaire schadevergoeding van Bv. 10% van de aankoopprijs Dit is enkel relevant als de verkoper niet optreedt als kredietgever of kredietbemiddelaar à Als dit wel het geval is, bepaalt de wet dat de consument niet verbonden kan zijn tot de gefinancierde overeenkomst zolang de kredietovereenkomst niet tot stand is gekomen
•
Verplichtingen van de consument krijgen pas uitwerking bij levering (Art. VII.91 WER) o Principe van deze bepaling houdt in dat een consument maar moet beginnen met terugbetalen (starten met aflossen van mensualiteiten) wanneer het goed werd geleverd of de dienst werd gepresteerd à Men vereist dat de verkoper eerst zijn prestatie uitvoert, pas dan moet de consument starten met terugbetalen o Voorwaarde à Vermelding gefinancierde goed / dienst of bedrag rechtstreeks aan de kredietgever § Opdat deze regel toepassing vindt is er een band vereist tussen gefinancierde overeenkomst en kredietovereenkomst • (1) Ofwel moet het gefinancierde goed uitdrukkelijk worden vermeld in de kredietovereenkomst à Het volstaat niet dat men zegt ‘krediet met oog op aankoop van wagen’, wel ‘Renault xxx met chassisnummer xxx’) • (2) Ofwel moet het kredietbedrag rechtstreeks aan de verkoper of dienstverlener worden overgemaakt o ßà Art. VII.84 WER à Verkoper moet hier niet optreden als kredietgever of kredietbemiddelaar
Gelieerde kredietovereenkomst Begrip (Art. I.9 WER) • Kredietovereenkomst uitsluitend voor financiering van 1 welbepaald goed of 1 welbepaalde dienst à Bijgevolg is een kredietopening die u toestaat om gelden af te halen enz. geen gelieerde kredietovereenkomst • Commerciële eenheid tussen kredietovereenkomst en gefinancierde overeenkomst à Wetgever heeft gepreciseerd wat men hieronder verstaat à Het gaat om de 3 situaties o (1) De verkoper verstrekt zelf krediet (verkoper = kredietgever) o (2) De situatie waarin het gefinancierde goed uitdrukkelijk in de kredietovereenkomst wordt vermeld o (3) De situatie waarbij de kredietgever de diensten van de verkoper/dienstverlener gaat gebruiken bij de totstandkoming van de kredietovereenkomst (wat aansluit bij notie van kredietbemiddelaar)
191
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Herroeping gefinancierde overeenkomst à Niet gehouden tot gelieerde kredietovereenkomst (Art. VII.92 WER) • Band tussen kredietovereenkomst en gefinancierde overeenkomst • à Als de gefinancierde overeenkomst wordt herroepen is een consument niet meer gehouden tot de gelieerde kredietovereenkomst (Art. VII.92 WER) • Boek VI WER bepaalt wanneer je zo’n overeenkomst kan herroepen (verkopen buiten de onderneming en verkoop op afstand) Wanprestatie leverancier à Verhaal ten opzichte van kredietgever (Art. VII.92 WER) • Bij een gelieerde kredietovereenkomsten heb je de mogelijkheid om excepties die je kan inroepen tegen leverancier of dienstverlener, ook in te roepen tegen de kredietgever (Bv. gebrekkige levering of niet tijdige uitvoering) • Wanprestatie leverancier à Verhaal ten opzichte van de kredietgever (Art. VII.92 WER) • Verweermiddelen uit gefinancierde overeenkomst kan je laten doorwerken in verhouding tot kredietovereenkomst als het gaat om een gelieerde kredietovereenkomst (Bv. lening waarin gefinancierde goed uitdrukkelijk wordt vermeld) à Deze regel is niet zo heel bekend omdat onder de WCK de toepassingsvoorwaarden veel strenger waren, je kon dit enkel toepassen als er exclusiviteit bestond tussen verkoper en kredietgever à Dit is nu niet meer vereist • Als de verkoper een niet-‐conform goed levert moet je in eerste plaats de verkoper in gebreke stellen, het is maar wanneer die verkoper binnen een termijn van 1 maand de situatie niet regulariseert, dat de exceptie die je hebt tegen de verkoper kan doorwerken in de verhouding tot de kredietgever • Ten tweede moet je de kredietgever daar ook van op de hoogte brengen (“we gaan verkoper in gebreke stellen, als hij geen genoegdoening verstrekt, beroepen wij ons op de procedure voorzien in de wet”) à Als je dit doet, moet je je mensualiteiten nog wel betalen, maar worden de tegoeden gestort op een geblokkeerde rekening à Als bij beslechting van het geschil blijkt dat de consument terecht geklaagd heeft over een gebrek, gaan de tegoeden op die geblokkeerde rekening naar de consument. Als het onterecht was, gaan de gelden naar de kredietgever o Ofwel bereiken ze onderling een minnelijk akkoord o Ofwel gaat de rechter hierover beslissen à Kredietgever zal zich dan tot de verkoper moeten wenden, hij krijgt een deel niet terugbetaald wat te wijten is aan de niet-‐conforme levering van de goederen
192
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Jaarlijks kostenpercentage (Niet gezien) Omschrijving Totale kosten van het krediet 2 / jaar aangepast bij KB • Datum contractsluiting is bepalend • Reëel JKP kan verschillend zijn van vermelde JKP Maximaal JKP • Sanctie (van rechtswege vermindering van de verplichtingen tot prijs bij contante betaling) Duurtijd contract Maximale terugbetalingstermijn (Niet gezien) Kredietopeningen à Nulstellingstermijn • Nulstellingstermijn = Bepaalt de termijn binnen dewelke u het bedrag waarvoor u een kredietopening hebt verkregen, volledig moet gaan aanzuiveren o Bij een kredietopening zonder periodieke aanzuiveringsplicht bepaal je zelf wanneer je een deel van het opgenomen krediet terugbetaalt o Als je een kredietopening hebt met periodieke terugbetalingsverplichting van kapitaal, bepaalt het contract wanneer je opgenomen delen van het kapitaal moet reconstrueren à Bv. je komt op moment X op 2000 in min, dan moet je 1 maand later een som van 500 aanzuiveren • è We stellen vast dat de nulstellingstermijn bij een kredietovereenkomst met periodieke terugbetalingstermijnen groter is dan deze zonder periodieke terugbetalingen o Dit is logisch want als er zo’n verplichting tot periodieke terugbetaling is, vraagt men van de consument al een inspanning om de ontleende bedragen terug te betalen à Bij zo’n type kredietopening beseft de consument dat hij krediet heeft verkregen, want hij moet dit periodiek terugbetalen o Als er geen periodieke terugbetalingsverplichting is, dan gaan sommige consumenten op de lange duur niet meer weten dat ze een bepaald bedrag geleend hebben à Wetgever heeft ervoor willen zorgen dat consumenten zich ervan bewust zijn dat ze een bepaald bedrag ten titel van krediet hebben verkregen, door hen dat af en toe te laten aanzuiveren • è Dus als er geen verplichting bestaat tot periodieke terugbetaling van het kapitaal, is de nulstellingstermijn beperkt tot 1 jaar (bedrag kleiner dan 3.000€), of 5 jaar (bedrag groter dan 3.000€)
193
Privaat Bankrecht •
•
JVD
2014-‐2015
Kredietopening van onbepaalde duur en kredietopening > 5 jaar o Wetgever heeft voor kredietopeningen van onbepaalde duur, en deze met een looptijd van meer dan 5 jaar een nulstellingstermijn ingevoerd o De duur van die termijn wordt bepaald bij KB (termijn moet je niet kennen) Informatieplicht in hoofde van kredietgever (2 maanden vooraf) à Onaangename verrassing o Bovendien is er een informatieplicht in hoofde van de kredietgever (2 maanden vooraf) om een onaangename verrassing te voorkomen
Kredietopening van onbepaalde duur à Opzegrecht consument (Niet gezien) Overdracht van schuldvordering (Art. VII.102 ev WER) (Niet gezien) Enkel aan bepaalde entiteiten Kennisgeving aan consument Behoud excepties Nevendiensten (Art. VII.87 WER) Verplichting tot het sluiten van een andere overeenkomst • Geen absoluut verbod • Vrijheid van persoon bij wie de overeenkomst wordt gesloten o Je kan iemand verplichten tot het sluiten van een dergelijk contract, mits de persoon keuzevrijheid heeft wat betreft de entiteit met wie hij de overeenkomst sluit o In praktijk waren er veel verhalen waarbij consument zei ‘ik moest schuldsaldoverzekering bij kredietgever afsluiten’, maar de kredietovereenkomst bepaalde dat hij vrije keuze had met betrekking tot de entiteit • Bewijslast o Onder WCK was het aan de consument om te bewijzen dat hij geen vrije keuze had à Dit is heel moeilijk na een verklaring in de algemene voorwaarden dat je dit wel had. Daarom heeft de wetgever de bewijslast omgekeerd à Kredietgever of kredietbemiddelaar moet aantonen dat de consument wèl vrije keuze heeft gehad § In voorbereidende werken staat dat een beding waarin de consument verklaart dat hij vrije keuze had, een onrechtmatig beding is à Maar dit is niet bindend
194
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Men werkt best met een alternatieve mogelijkheid die door consument moet worden aangeduid à In eerste optie zegt consument “ik wens een schuldsaldo verzekering bij de kredietgever te ondertekenen” en een tweede optie “ik wens een schuldsaldoverzekering te ondertekenen bij een derde” à En dan aan consument vragen om datgene wat toepasselijk is aan te duiden à Pas zo weet de kredietgever het zeker en kan men voldoen aan de bewijslast •
Sanctionering à Verplichtingen consument zijn van rechtswege beperkt tot prijs bij contante betaling (behoud van termijnen) o = Gratis krediet o Feit dat je bewijs niet kan leveren kan met zich meebrengen dat je als kredietegever alle kosten en renten anders kwijt bent
Ongeoorloofde debetstanden en overschrijdingen (Art. VII.100-‐101 WER) è Prof heeft enkel gewezen op verschil tussen beiden Ongeoorloofde debetstand • Hypothese waarin een consument uitdrukkelijk is verboden om meer dan een bepaald bedrag krediet op te nemen via een kredietopening verbonden aan zichtrekening à Bv. in contract zegt men: je mag 1.500 in het rood gaan, en niet meer à Elke opneming die deze limiet te boven gaat is verboden à Dan zit je in situatie van Art. VII.100 à Ongeoorloofde debetstand • Verplichting tot opschorting kredietopnemingen (komt in de praktijk veel meer voor) • Terugvordeing binnen termijn (max. 45 dagen) • Beëindiging kredietovereenkomst / nieuwe kredietovereenkomst Overschrijding • Bv. Je hebt krediet ten belope van 1.500 euro, maar je neemt meer op à Dit wordt je niet uitdrukkelijk verboden door de algemene voorwaarden à Je had het recht niet, maar het is je dus ook niet verboden • 1250 euro en langer dan een maand o Informatieverplichting • Geen aanzuivering binnen drie maanden o Opschorting kredietopenemingen o Beëindiging kredietovereenkomst / nieuwe kredietovereenkomst • Bv. Aan je zichtrekening is een kredietkaart verbonden (Bv. het type visa) à Je mag tot 1.500 in min gaan, maar op een bepaald moment sta je op -‐ 1.200 o Als je dan een overschrijvingsopdracht aan de bank geeft van 350, kan de bank perfect weigeren die opdracht uit te voeren. Ook bij een automaat kan dit geweigerd worden (systeem zit online)
195
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Maar à Probleem met kredietkaart. Als je op -‐1.200 staat, en je hebt kredietkaart die een limiet heeft van 2.500, dan kan je alsnog gedurende een maand Bv. ten belope van 2.000€ uitgaven doen met uw kredietkaart à De kredietkaartenmaatschappij gaat die afrekening aanbieden aan de bank, en vervolgens zal de bank uw rekening moeten debiteren ten belope van 3.200€, ondanks dat je maar 1.500€ in min kon gaan. De bank is verplicht dit te doen, omdat er tussen de banken en de kredietkaartenmaatschappijen een protocol is dat, ongeacht de rekeningstand van de debiteur, de bank de betrokken bedragen moet debiteren Loonoverdracht en borgtocht (Niet gezien)
Loonoverdracht (Art. VII.89 WER) • Van de hoofdverbintenis onderscheiden akte • Vermelding van gewaarborgde verbintenis en • Ten belope van welk bedrag • Verschillende exemplaren Zekerheden (Art. VII.109 ev WER) • Ook zakelijke (borg) • Gewaarborgd bedrag nauwkeurig vermelden • Wat kan gewaarborgd worden? • Overhandigen exemplaar van het kredietcontract aan de borg • Kredietovereenkomst onbepaalde duur • Mogelijkheid zekerheidsteller aan te spreken à Procedure Betalingsfaciliteiten (Art. VII.107 WER) (Niet gezien) Verslechterde financiële toestand Kan de rechter betalingsfaciliteiten toestaan • Op verzoek van de consument • Voorafgaand verzoek aan schuldeiser is een vereiste voor ontvankelijkheid van de vordering • Geen enkele kwijtschelding van schuld
196
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 6: Effecten en effectenrekeningen Gastcollege Lientje Van den Steen
Terminologie “Financiële instrumenten” • Wet van 4 december 1990 à Het begrip is in de wet van 90 voor het eerst opgenomen. In deze wet stond het begrip effecten centraal. Men zei dat we effecten hebben en andere financiële instrumenten (derivaten enz) o Het was nog geen containerbegrip • ISD 93/22 -‐ Wet 6 april 1995 o Eerst grote richtlijn kwam er in 1993 (richtlijn beleggingsdiensten), dit was de aanzet tot de modernisering van het financieel recht à Hierin is het begrip financiële instrumenten zoals we het nu kennen geïntroduceerd (hieronder vallen ook effecten) o Deze richtlijn is naar Belgisch recht omgezet in een wet van 1995 Verschillende omschrijving in verschillende regelingen • Er is nog steeds geen terminologische eenheid • ISD en Mifid-‐richtlijnen gelden nu als definitie Opsomming in de wet van 2/8/2002 • Deze wet is een modernisering van de wet van 1995 en regelt onder andere het toezicht op de NBB en FSMA à Men werkt hier niet met een definitie, maar eerder met een opsomming o Effecten o Geldmarktinstrumenten o Rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging o Opties, futures, swaps (altijd onderliggend financieel instrument), rentetermijn-‐contracten en andere derivatencontracten die betrekking hebben op effecten, valuta, rentevoeten of rendementen, of andere afgeleide instrumenten, financiële indexen of maatstaven en die kunnen worden afgewikkeld door middel van materiële aflevering of in contanten o (…) o Afgeleide instrumenten voor de overdracht van het kredietrisico o Andere waarden of rechten aangeduid door de Koning op advies van de FSMA en de NBB
197
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Effecten • Voor effecten is er wel een definitie opgenomen in de wet van 2 augustus 2002 à “Alle categorieën op de kapitaalmarkt verhandelbare waardepapieren, betaalinstrumenten uitgezonderd” • Waardepapieren o Hierrond bestaat veel theorie, je moet denken aan 2 belangrijke aspecten § (1) Papieren die snel dienen te worden overgedragen § (2) Overdracht brengt ook een vorm van zekerheid mee o à De overnemer wordt zo niet gehinderd door conflicten met de vorige houders van het papier of uit onderliggende verhoudingen o In Frankrijk gebruikt men nog steeds Bv. cheques en dat kan worden beschouwd als een waardepapier. Men kan hierbij ook denken aan een aandeel: snel verhandelbaar en zekerheid indien men het aandeel in handen heeft • Verhandelbaar op de kapitaalmarkt o Deze markt functioneert op lange termijn of middellange termijn. Dit is het omgekeerde van de geldmarkt, waar men focust op de liquiditeit en snelle verhandeling. Het doel is dat men eigenlijk gaat beleggen en minder focussen op liquiditeiten. Op de kapitaalmarkt gaat men handelen als men wilt beleggen. Vandaar dat die verhandelbaarheid veel breder is dan een loutere overdraagbaarheid. Het feit dat er een markt voor bestaat is nog een aspect extra à Het effect moet niet alleen overdraagbaar zijn, maar tevens verhandelbaar op de markt o Overdraagbaarheid o Wet Financiële Zekerheden § Men wou het begrip hanteren uit de wet van 2002 gezien de uniformiteit à Dat impliceert dat men deze definitie van effecten zou gaan gebruiken, en dat de waardepapieren verhandelbaar moeten zijn op de kapitaalmarkt. § Dit zorgde in de rechtsleer voor veel discussie à Onder andere over de vraag of aandelen van een BVBA verhandelbaar zijn op de kapitaalmarkt, want dit is een naamsaandeel en het kan dus niet zomaar aan eender wie worden overgedragen à Er is geen vrije verhandelbaarheid § Dit zorgt voor problemen in de praktijk want men wou het soepele regime uit de wet financiële zekerheden ook gebruiken voor naamsaandelen. Men heeft de definitie opgenomen van de wet van 2002 + “ongeacht of ze verhandelbaar zijn op de kapitaalmarkt” à Het is dus eigenlijk een soort kleine afwijking zodat ook de naamsaandelen hier toch onder zouden vallen
198
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Gevolgd door een niet-‐limitatieve opsomming o Aandelen en andere daarmee gelijk te stellen waardepapieren, alsmede aandelencertificaten § Aandelencertificaten • Verwijst in de eerste plaats naar de techniek van de certificering (Art. 503 W. Venn.) • Het kan echter ook verwijzen naar wat men ‘international depository receipts’ noemt en dat is waarschijnlijk wat de wetgever bedoelt à Op die manier kon men aandeelhouder worden van een buitenlandse vennootschap: Bv. een Amerikaanse vennootschap gaf aandelen uit en men kon daar als buitenlander niet makkelijk aandeelhouder van worden. Een andere rechtspersoon kon wel aandeelhouder worden, en die gaf dan zelf IDRs uit en die kan jij dan als belegger kopen à Zo was je onrechtstreeks een aandeelhouder van die Amerikaanse vennootschap. Die IDRs werden vaak als aandelen aan toonder uitgegeven, maar dat is vandaag niet meer mogelijk in België o Obligaties en andere schuldinstrumenten, alsmede certificaten betreffende dergelijke effecten; o Alle andere waardepapieren die het recht verlenen die effecten te verwerven of te verkopen of die aanleiding geven tot een afwikkeling in contanten waarvan het bedrag wordt bepaald op grond van effecten, valuta's, rentevoeten of rendementen, grondstoffenprijzen of andere indexen of maatstaven à Deze andere waardepapieren verwijzen naar § Bv. Converteerbare obligaties = Obligaties die naar keuze van de belegger die ze in handen heeft kunnen omgezet worden in aandelen, indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Er is geen inbreng meer vereist want men heeft de obligatie al betaald, en dat geld wordt gebruikt om de kapitaalsverhoging te betalen § Bv. Omgekeerd converteerbare obligaties = De keuze tot omzetting naar aandelen is afhankelijk van de vennootschap. De belegger kan dus gedwongen worden om aandeelhouder te worden § Bv. Exchangables = Obligaties die kunnen omgezet worden in bestaande aandelen. De vennootschap zal ervoor moeten zorgen dat er aandelen beschikbaar zijn. Er is dus geen kapitaalsverhoging nodig en er moeten geen nieuwe aandelen worden uitgegeven § Bv. Warrant = Inschrijvingsrecht om te kunnen intekenen op aandelen, wat wel een inbreng zal vereisen § Bv. Scrips = Rechten die eigenlijk gegeven worden aan bestaande aandeelhouders indien beslist wordt dat een kapitaalsverhoging wordt doorgevoerd à Het
199
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
voorkeurrecht om in te schrijven op de nieuwe aandelen is apart verhandelbaar
è (Nog) geen volledige harmonie in het financieel recht! Bv. Wet 16 juni 2006 à In de prospectuswet van 2006 is het begrip effecten gedefinieerd gelijkaardig aan het begrip uit de wet van 2002 • Beleggingsinstrumenten • Effecten • Effecten met/zonder aandelenkarakter Vorm van de effecten Onderscheid • Effecten aan toonder o Incorporatie van het recht in het papier o Toonder à Dit is een papier in de hand en diegene die de papieren heeft is de eigenaar. Dit kan worden beschouwd als een lichamelijk roerend goed. België zag dat er veel problemen waren Bv. verlies, fiscale fraude,… en men wou dit immobiliseren o Geïmmobiliseerd à Men zou de aandelen verzamelen op 1 centraal punt (toonderstuk dat bewaard werd in kluizen -‐ Euroclear) en de waarde ervan ging men op rekening zetten à Die toondereffecten waren vervangbaar, waardoor die centraal bewaard konden worden. Aangezien de waarde op een rekening stond werd de overdracht vergemakkelijkt. De immobilisatie is gewoon een methode van vereenvoudigde overdracht dat men aan die toondereffecten gaf. Dat was zeer populair § Globaalcertificaten à Als men verschillende effecten heeft, dan kan je die laten bundelen in globaalcertificaten. Je hebt nog steeds het recht om splitsing te vragen. Maar men evolueerde naar permanente globaalcertificaten waarbij dat niet langer mogelijk was. Men kan de gelden niet meer van de rekening halen. Nochtans was het principe dat men de certificaten kon omkeren en dit terug kon omzetten naar toondereffecten zodat men terug via de hand kon overdragen o Wet Afschaffing Toondereffecten à Toondereffecten in België bestaan niet meer § Buitenlandse toondereffecten worden wel nog gebruikt dus men heeft die regeling (KB Nr.62) niet afgeschaft • Op naam o Aandeel is niet lichamelijk en roerend, maar onlichamelijk o Naamsregister à Dat wordt in de praktijk heel slecht bijgehouden. Het register houdt niet bij of je eigenaar bent, maar geldt wel als bewijs
200
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Gedematerialiseerd o Het effect bestaat alleen nog uit een boeking op rekening o Ook registratie in register! = Reconciliatie à W. Venn. vraagt, zelfs al staan de aandelen enkel op rekening, dat ook bij de uitgever van de effecten melding wordt gemaakt in een naamregister à Dat is enkel voor reden van reconciliatie = Men wil achterhalen hoeveel effecten een vennootschap juist heeft uitgegeven, om niet aan effectencreatie te doen. Dit heeft dus zeker niet dezelfde waarde als bij de naamseffecten
Effecten aan toonder • Incorporatie van het recht in het papier • Wet Afschaffing Toondereffecten o 1 januari 2008 § Men heeft geoordeeld dat toondereffecten moeten verdwijnen, vooral om witwassen tegen te gaan. Dat was een internationaal initiatief à De wetgever besefte dat dit erg populair was, en dus heeft men dat geleidelijk aan willen doen § Uitgifteverbod à Geen nieuwe toonderaandelen uitgeven § Afleveringsverbod à Diegene die reeds uitgegeven werden, konden niet meer worden afgehaald § Omzetting van rechtswege van bepaalde effecten à Beursgenoteerde effecten werden van rechtswege omgezet naar gedematerialiseerde effecten o 1 januari 2014 à Omzetting van rechtswege § Alles moet vrijwillig omgezet zijn à Als dat nog niet gebeurd is, dan gebeurt dat van rechtswege § Als de vennootschap al contacten had met banken dan ging men naar gedematerialiseerde effecten § Als de vennootschap lui geweest was, dan schakelde men over naar naamsaandelen à Die aandelen werden omgezet in naam van de vennootschap, aangezien men niet met zekerheid kan weten van wie die toonderaandelen zijn (geen registratie) o 1 januari 2015 à Verkoop § Alle effecten die nu op naam van de vennootschap staan, worden vanaf 1 januari te koop aangeboden à Het geld daarvan gaat naar de eigenaar van het toonderaandeel, aangezien die wel nog ergens moeten zijn o 30 november 2015 à Overdracht aan D/C-‐Kas § Als de eigenaar zich niet meldt, of kan worden gevonden, dan gaan de gelden (de opbrengsten) naar de deposito en consignatiekas
201
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o 1 januari 2016 à Boete van 10% per jaar bij teruggave § Hoe langer men als eigenaar wacht om zich te melden met zijn toonderaandeel, hoe hoger de boete à Die boete wordt berekend op de waarde van het effect o 1 januari 2026 à Geld naar de staat + inkoop door emittent § Na 10 jaar 10% boete is al het geld voor de staat
Effecten op naam • Recht is niet geïncorporeerd in papier (register is vereist voor het bewijs) Gedematerialiseerde effecten • Inschrijving op een effectenrekening bij een erkend rekeninghouder Overdracht van effecten • Aan toonder (en niet geïmmobiliseerd) o Overdracht à Solo consensu o Levering à Afgifte van het papier o Bewijs à Bezit van het papier à Je bewijst dat je eigenaar bent geworden door het feit dat je het papier in handen hebt o Tegenwerpelijkheid à Door feitelijke overdracht à Ook de tegenwerpelijkheid aan derden kan je aantonen door het in handen hebben van dit papier à Een toondereffect is een lichamelijk roerend goed à Art. 2279 BW: bezit geldt als titel à Vermoeden bestaat dat jij de eigenaar bent als je een lichamelijk roerend goed in handen hebt • Op naam o Overdracht à Solo consensu o Bewijs en tegenwerpelijkheid à Inschrijving in bijzonder register à Register incorporeert geen eigendom, maar het is wel vereist voor het bewijs en tegenwerpelijkheid van de overdracht • Gedematerialiseerd o Overdracht à Via overschrijving van rekening naar rekening (eigendomsoverdracht bij creditering omwille van individualisatie) § Technische zaak van wanneer dit exact plaatsvindt gaan we niet zien à Volgens prof gebeurt dit bij creditering: op moment dat jouw rekening gecrediteerd wordt vindt de eigendomsoverdracht plaats o Zowel “inter partes” als “erga omnes” (Art. 2279BW)
202
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Transacties op effectenbeurs o Hoe overdracht op beurs werkt is eigenlijk gegroeid uit de praktijk o Deze transacties gebeuren aan de hand van verschillende fases à § (1) Trade > (2) Clearing > (3) Settlement (via DVP) à Verrekeningsinstelling als rechtstreekse tegenpartij tussen financiële tussenpersonen van koper en verkoper (Bv. Clearnet op Euronext) § Garantie van goede afloop à CCP § Novatie o Effectenrekeningen à Post-‐trade (uiteindelijke resultaat dat je op je rekening hebt)
(1) Fase van Trade • 2 beleggers gaan zelf een opdracht geven aan hun tussenpersoon (wat men vaak de broker noemt) à Bv. Je zegt: ik wil zoveel aandelen kopen tegen die prijs. Broker geeft dit door aan het platform dat de beurs is, en kijkt of iemand zoveel aandelen wilt verkopen aan die prijs. Orders gaan mekaar kruisen op de beurs, en dan is er een ‘match’ • Op dat moment gaat de transactie afgewikkeld worden à Dan stappen we in de 2e fase à Als de deal gesloten is gaat dit naar de back-‐office en kijkt men of het effectief de bedoeling is van de partijen om zoveel te kopen/verkopen aan zoveel (=confirmation)
203
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
(2) Fase van Clearing (verrekening) • Er komt een instelling tussen (clearing instelling = CCP = Central Counter Party) à Dit is een instelling die aan zeer strenge criteria moet voldoen. Ze komt tussen bij elke trade en gaat zich als tussenpartij opstellen voor de ene kant en voor de andere kant à Er gebeurt een soort van novatie • De verbintenissen van beide partijen worden overgenomen à De CCP wordt koper voor de verkoper en verkoper voor de koper à Nut hiervan is dat je quasi zeker bent dat de transactie goed afloopt à Vanaf het moment dat deze instelling tussenkomt maakt het niet uit wat er gebeurt met de oorspronkelijke koper en verkoper (Bv. 1 van beide gaat failliet) à Dit heet de garantie van goede afloop. Ze gaan zware zekerheden vragen omdat ze zo’n grote risico’s opvangen. Het spreekt dan voor zich dat die clearing instelling een belangrijke rol speelt • Deze instelling gaat ook verrekenen à Natuurlijk worden niet alle transacties 1 per 1 doorgegeven à Men gaat op bepaalde momenten kijken wie wat moet krijgen, waardoor men alles gaat samengooien à Uiteindelijk gaan er maar eenvoudige stromen terug naar de brokers/tussenpersonen (3) Fase van Settlement • Iedereen krijgt alles op zijn rekening • Euroclear komt tussen, dit is een centrale tussenpersoon die aan de top van de piramide van de rekeningen staat à CSD (Central security depositery) zorgt hiervoor à Zij krijgen alle aandelen die X heeft besteld op zijn rekening en zorgen ervoor dat dit dan wordt doorgegeven naar de persoonlijke rekening van X • à Dit gebeurt via een Delivery vs. Payment methode à Je krijgt dus maar uw effecten op het moment dat uw geld er is. Als er niet genoeg geld op uw rekening staat, gaat het dus niet doorgaan è Dus duidelijk onderscheid tussen trading, clearing en settlement. è Dit is in de praktijk zo gegroeid. Maar er zijn heel veel aanbevelingen over, ook veel werkgroepen op Europees gebied • Zo’n werkgroep heeft voorgesteld dat het geld van de CSD niet door haarzelf wordt bijgehouden, maar bij de centrale bank om er zeker van te zijn dat het geld dat samenhangt met de transacties op een veilige manier wordt getransfereerd (in central bank money)
204
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Effectenrekeningen Aspecten • Welke gedematerialiseerde effecten? o Wet 2 januari 1991 (OLO’s, schatkistcertificaten) § OLO’s = Lineaire obligaties die in 1 lijn worden uitgegeven § o Wet 22 juli 1991 (thesaurie-‐en depositobewijzen) § Interessante website voor overheidseffecten en hoe ze in mekaar zitten is de website van thesaurie o W. Venn. § Maar we denken eerder aan vennootschapseffecten (W. Venn.) § Deze regeling bestaat al sinds 19995 à Maar uitvoerings-‐ KB is maar genomen in 2006 § In theorie kon je al sinds 95 gedematerialiseerde vennootschapseffecten uitgeven, maar in praktijk pas van 2006 o Restcategorie à Wet Afschaffing Toondereffecten § Alle andere effecten die niet onder 1 van de voormelde wetten vallen, als je die toch in gedematerialiseerde vorm wil geven kan dit door Art. 3§2 Wet Afschaffing Toondereffecten à Als je dat wil doen werkt het op dezelfde manier als dat je het voor vennootschappen zou willen doen • Kenmerken van een effect op rekening o Onlichamelijk roerend goed o Vervangbaar à Dit is nodig voor de makkelijke overdraagbaarheid van effecten o Gehouden in een « ketting » van tussenpersonen § X houdt rekening bij bank, bank houdt rekening bij andere bank enz. Aan de top van de piramide staat meestal een vereffeningsinstelling die uiteindelijk alle effecten naar de juiste rekening gaat versturen § Vereffeningsinstelling = CSD (Central Security Depositary, centrale depositoris voor effecten) • Hier zijn allemaal banken bij aangesloten (erkende rekeninghouders/aangesloten leden) § Erkend rekeninghouder = « aangesloten lid » • Houden een rekening o Rechtstreeks bij vereffeningsinstelling o Bij een ander erkend rekeninghouder o Rechtstreeks bij de emittent
205
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
§
§
§
Je hebt altijd een emittent aan de top van de piramide. Bij beursgenoteerde effecten is dat een vereffeningsinstelling (in België: Euroclear). Dan heb je de rekeninghouders die daar een rekening bij hebben en dan uiteindelijk de belegger à Je komt uiteindelijk altijd aan bij de emittent Enkel voor niet beursgenoteerde effecten kan het zijn dat de top niet de vereffeningsinstelling is, maar de erkend rekeninghouder die dan een rechtstreekse link heeft met de emittent (Bv. kleine vennootschap) à Je hebt altijd die link nodig. Je moet de emittent (vennootschap die effect uitgeeft) de tijd geven om met top van de piramide een overeenkomst te sluiten
o In structuur van effectenrekening zijn de tussenpersonen meestal gehouden de effecten op omnibus accounts te houden = Dat ze alle effecten van hetzelfde type (Bv. effecten Dexia met stemrecht) op dezelfde rekening houden o Onderscheid tussen house account en client accounts § Bank heeft veelal ook eigen effecten § Rekeningen die ze houden voor cliënten (omnibus rekeningen) en eigen effecten die ze zelf in bezit/eigendom hebben moeten ze op aparte rekeningen hebben § à Dit noemt men de segregatie o Segregatie § Bank is verplicht de effecten die ze houdt voor cliënten apart te houden van deze die ze zelf houdt als investering § Vroeger stond dit letterlijk in de wet § Nu is dit een organisatorische regel geworden à Doel is te vermijden dat de bank die effecten die ze voor haar cliënten bewaart gaat gebruiken à Grote risico om effecten van cliënten te gebruiken als bank is dat je deze kan verliezen à Zeker als de bank failliet gaat en de effecten zijn verdwenen is dit nadelig voor de belegger à Daarom segregatie ingevoerd. Dit blijkt uit verschillende regels die
206
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Mifid oplegt aan de banken à Onder andere volgende regels • Gebruik van effecten van cliënten is beperkt à Als je als bank de effecten van cliënten wilt gebruiken moet je hun toestemming krijgen. Dit staat vaak in de algemene voorwaarden (dat je toestemt met dat de bank uw effecten gebruikt Bv. om voor haar eigen verbintenissen zekerheden te leggen) • Bank moet een boekhoudkundig onderscheid kunnen maken • Ook waken over rechten cliënten bij herdepot bij derde à Het is niet vreemd dat je als bank rekeningen opent bij een derde-‐rekeninghouder. Als je bij een derde een rekening opent moet je erop letten dat die derde aan voldoende regels onderworpen is zodat als die effecten worden geherdeponeerd bij de rekeninghouder, dat de effecten van de cliënt ook bij die derde voldoende beschermd zijn Effecten van dezelfde soort à Vervangbaar Een massa effecten van dezelfde soort ° Elke belegger à Deel van de massa •
• •
Mede-‐eigendomsrecht à Eigendomsrecht is het meest beschermde recht dat je kan hebben o (ßà Persoonlijk recht is een vorderingsrecht, je moet gevolgen ondergaan in het kader van een faillissement) Revindicatierecht in geval van faillissement van de rekeninghouder Bescherming in verschillende lagen à Verschillende scenario’s
è Om dit duidelijk te maken: verschillende hypotheses (5)
207
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
(1) Scenario 1 • 1 belegger à Eigendomsrecht • Belegger houdt 100 aandelen van een emittent. Er is hier zelfs geen sprake van mede-‐ eigendomsrecht • Er is maar 1 belegger (komt quasi nooit voor) à Hij is voor de volle 100% eigenaar. Als er iets misgaat met de bank kan de belegger de aandelen gewoon uit die bank halen (2) Scenario 2 • 2 beleggers à Mede-‐eigendomsrecht • Er zijn hier dus 2 beleggers à Dan treedt het systeem uit de kader in werking. Je hebt een mede-‐ eigendomsrecht op de massa van effecten die bij de bank zitten o A heeft er 60, B heeft er 40 (3) Scenario 3 • 2 beleggers à Bij faillissement van de bank à Tekort aan effecten o Mede-‐eigendomsrecht o Met pro rata verliesdeling • Als we verder gaan vanuit scenario 2 en er rijzen problemen à Aan regel van mede-‐eigendomsrecht: als er effectief een geval is van faillissement of andere vorm van samenloop waarbij je je effecten moet terugclaimen bij de bank, maar bank heeft Bv. zonder toestemming van de cliënt toch de effecten gebruikt en er zijn een aantal effecten verdwenen • Bijzondere bijkomende bescherming à Als dat het geval is en er zijn verliezen die gedragen moeten worden, dan worden deze gedragen door de groep à Er treedt een risicospreiding op waarbij alle beleggers een deel van het verlies gaan dragen. Dit om de collectiviteit te beschermen • à In dit geval à Door wanpraktijken heeft bank 20 aandelen verloren à Dan krijgt A er nog 48 uit het faillissement en B kan 32 aandelen uit het faillissement recupereren • Het blijft onrechtvaardig, maar het is een bescherming dat de verliezen door de collectiviteit worden gedragen
208
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
(4) Scenario 4 • 2 beleggers • De bank houdt dezelfde effecten voor eigen rekening • Bij faillissement van de bank à Tekort aan effecten o Mede-‐eigendomsrecht o Met pro rata verliesdeling o Aanvulling met eigen effecten van de bank • Als bank ook aandelen in die vennootschap had (dezelfde aandelen die de beleggers ook hadden) en die de bank hield in haar omnibus rekening à Dus bank heeft op haar house account dezelfde aandelen als die op haar cliëntenrekeningen stonden • Bij verlies in omnibus account à Effecten gaan van house account naar omnibus à Dan wordt de bank ‘gestraft’ omdat ze ervoor heeft gezorgd dat er een verlies is. Dus eigen effecten van de bank worden gevoegd bij die omnibus account en worden toegekend aan de beleggers. Doordat er effecten tekort zijn bij omnibus, moet dit de schuld zijn geweest van de bank. Dan gebeurt opnieuw een pro rata verdeling. In 1e scenario krijgt A maar 30 aandelen, maar doordat de aandelen van de bank worden bijgeteld kan hij toch het volledige aantal aandelen terug verkrijgen (5) Scenario 5 • 2 beleggers • Belegger 1 à Uitdrukkelijk beschikkingsrecht • Bank gebruikt de effecten • Bij faillissement van de bank: tekort aan effecten o Mede-‐eigendomsrecht o Met pro rata verliesdeling o Eventueel + eigen effecten bank o Met achterstelling van belegger • Het is gevaarlijk als de bank de effecten van haar cliënt gaat gebruiken. Als de belegger wel uitdrukkelijk instemde met het gebruik van de effecten door de bank, wordt de belegger gestraft à Dit uitdrukkelijke beschikkingsrecht betekent dat jij als cliënt tegen bank zegt dat het OK is als bank zijn effecten die op omnibus account staan toch gaat gebruiken. De reden waarom je dit zegt is omdat je daar als cliënt meestal een vergoeding voor krijgt. Men wil
209
Privaat Bankrecht
•
•
JVD
2014-‐2015
ervoor zorgen dat effecten die op rekening staan toch nog gebruik worden in het handelsrecht. Dit gebeurt heel vaak Bank moet Bv. zekerheden geven à Als zij effecten van cliënten hiervoor kan gebruiken is dit voordelig. Vergoeding zal ze geven aan grote institutionele beleggers die veel aandelen hebben Als dit zo is, en bank krijgt het recht van belegger 1, wordt belegger 1 achtergesteld à Verliesdeling die over alle beleggers wordt gespreid o Andere beleggers krijgen eerst effecten, als bank zelf effecten had wordt dit opgeteld en aan beleggers gegeven. o Is er dan nog iets overschiet, kan belegger 1 nog effecten verkrijgen à Risiconemende belegger wordt dus gestraft
Bijzondere vraag • (1) Wat als een belegger een gesegregeerde rekening wenst om niet onder de loss-‐sharing te vallen? à X heeft 10 aandelen, en wat die anderen hebben maakt niet uit, ik wil niet vallen onder omnibus account o è Onze stelling à Contractueel afwijken van deze regel is niet mogelijk, vooral omdat het een regel is van faillissementsrecht à Die regel moet dus opperste bescherming krijgen o Je moet een afweging maken van de belangen van alle beleggers à Als je gesegregeerde rekeningen opstelt, zou heel het systeem in duigen vallen, dus je mag niet afwijken • (2) Wat als het Belgisch recht toegepast wordt maar KB nr. 62 of W.Venn. zijn niet toepasselijk? o Welke bescherming geeft ons Belgisch recht op algemeenheden van goederen à Men zei altijd dat je op een massa van goederen geen eigendomsrecht kan hebben à Discussie was vooral met betrekking tot vermenging van verschillende goederen van mensen à Bv. A heeft zak graan, B heeft zak graan, die voeg je samen in een silo à Dit werd een probleem o Deze oude regel is eigenlijk absurd, want als je een koffer neemt met 1 miljoen euro, en je voegt een briefje van 10 euro toe, dan zou je niet meer kunnen vaststellen hoeveel aan de ene persoon toebehoort, en hoeveel aan de persoon die 10 euro toevoegt à Dus dit is absurd o Het loutere feit dat je vervangbare zaken in bewaring gaat geven, wil helemaal niet zeggen dat je de eigendom gaat overdragen à Daarom: je moet kunnen vaststellen dat het loutere feit dat je een vervangbare zaak gaat vermengen niet belet dat je het nog als geheel kan beschouwen en zeggen dat je zoveel van de massa hebt (Bv. de helft van de graansilo) o Zelfs al zou de bescherming van KB 62 of W.Venn niet van toepassing zijn à Gemeen recht: als je verzameling van goederen hebt moet je niet kijken naar individueel, maar naar de massa en het mede-‐eigendomsrecht dat je dan kan uitdrukken als een fractie van die massa § Gemeen recht geeft dus voldoende bescherming van uw eigendomsrecht
210
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o è Onze stelling à Aan de belegger komt een (mede-‐) eigendomsrecht toe op basis van het gemeen recht § De inbewaringgeving van vervangbare zaken impliceert geen eigendomsoverdracht § Individualisatie aan de hand van de massa effecten § Eigendomsrecht uitgedrukt als een fractie van het geheel •
Overdracht van effect op rekening o Overdracht à Overschrijving van rekening naar rekening o Tijdstip van overdracht à Bij creditering van de rekening van de begunstigde o Toepassing van Art. 2279 BW à Bescherming van de derde verkrijger te goeder trouw § Bij de toepassing heb je dus X die iets in handen heeft (Bv. toondereffect) en die het houden daarvan kwijt speelt à Bv. Je geeft bewust je toondereffect in pand of bij een vrijwillige overdracht of als Y uw effect steelt (onvrijwillige overdracht) à Bescherming van 2279 speelt als de eigendom wordt overgedragen aan iemand anders, waarbij die derde waaraan wordt overgedragen niet weet dat Y dit wel met medeweten van X of niet heeft à Daarom moeten we de derde beschermen à Hij moet niet nagaan of de overdrager de werkelijke eigenaar is. In het geval dat X bewust zijn eigendom afstaat aan iemand anders die het heeft overgedragen à Dan is die laatste sowieso eigenaar
Materieelrechtelijke functie à Eigendomsoverdracht • Art. 2280 à In geval van diefstal revindicatie gedurende 3 jaar! à Als X onvrijwillig zijn eigendom is kwijtgeraakt kan hij toch nog revindiceren van die derde te goeder trouw. Dit is een correctiemechanisme § Bewijsrechtelijke functie à Eigendomsvermoeden o è Dit is niet zo moeilijk voor lichamelijke roerende goederen, maar wel moeilijker voor onlichamelijke roerende goederen à Wetgever zei dat deze beide artikelen ook van toepassing zijn op effecten op rekening o Wat bij effectencreatie? § Wetboek vennootschappen verplicht vennootschap om in register het aantal gedematerialiseerde effecten aan te geven (om te zien of het wel klopt met het aantal dat op rekening staat) à Het kan dat er op bepaalde vlakken effectencreatie is, door per ongeluk een 0 teveel te schrijven à Dit kan niet, want uw aandelen vertegenwoordigen altijd een kapitaal §
211
Privaat Bankrecht § §
§
JVD
2014-‐2015
Regel van Art. 2279 BW biedt op zich niet zoveel bescherming Als je regel deze regel toepast op effectencreatie à Stel als er een 0 teveel wordt geschreven, maar effecten worden meteen erna overgeschreven (je kijkt niet in statuut hoeveel effecten de vennootschap in se heeft) à Je hebt nu 500 effecten op uw rekening, maar er zijn Bv. maar 50 uitgegeven, dan zou de regel moeten gelden en moet je zeggen: belegger is te goeder trouw en hij heeft effecten gekregen zoals die bestaan à Dan is er een probleem dat je effecten hebt die niet bestaan à De regel van revindicatie biedt hier geen oplossing. In Frankrijk past men loss-‐sharing toe à Bv. er zijn iets teveel aandelen gecreëerd à Degene die de aandelen te goeder trouw heeft ontvangen word in de poel van aandeelhouders gestoken, en dan krijgt elke aandeelhouder gewoon iets minder aandelen
•
Inpandgeving o Voor inpandgeving moet je een buitenbezitstelling hebben à Want § (1) Publiciteitsfunctie à Je wil dat het voor iedereen duidelijk is dat een bepaald goed in pand is gegeven § (2) Zekerheidsfunctie à Dat X die het in pand geeft, niet meer over zijn goederen kan beschikken o Buitenbezitstelling § Boeking in speciale rekening bij erkend rekeninghouder • Hier zit meestal een specifieke clausule van onbeschikbaarheid op § Tegenwerpelijk aan derden zonder verdere formaliteit o Vermoeden van eigendom in hoofde van de pandgever § Als bescherming voor de bank à Als je iets in pand geeft, mag je ervan uitgaan dat het uw eigendom is à Bank moet zich niet voortdurend afvragen of hetgeen ze in pand neemt van de juiste eigenaar is à Regel van Art. 2279 is hier specifiek ook ingevoerd à Als de werkelijke eigenaar plots tevoorschijn komt kunnen deze effecten niet meer gerevindiceerd worden § à Geldigheid van het pand niet aangetast als geen eigendom § à Geen gevaar op revindicatie door werkelijke eigenaar o Gebruiksrecht door pandhouder o Verzilvering van het pand § Verkoop of toe-‐eigening à Als uw schuldenaar niet betaalt kan je de effecten verkopen of jezelf toe-‐eigenen
212
Privaat Bankrecht •
•
JVD
2014-‐2015
Effectenrekening à Rekening-‐courant o Onderlinge compensatie § Men gaat ervan uit dat alle wederzijdse schuldvorderingen op 1 rekening worden geplaatst à Belang van deze kwalificatie geldt in het kader van derdenbeslag § Bv. je bent schuldeiser van iemand met een effectenrekening à Vraag is op welke manier je dan derdenbeslag kan leggen. Je kan nooit de rekening van de vereffeningsinstelling in derdenbeslag nemen o Theorie van “différé” en “disponible” (Zie derdenbeslag) Derdenbeslag o Wel op : rekening van belegger § Onder aftrek van de “voorwaardelijke verbintenissen” of termijnverbintenissen (die niet “beschikbaar” waren) § In de wetgeving zegt men dan het volgende à Als je zo’n rekening in beslag neemt, neem je niet enkel in beslag wat erop staat (disponible: hetgeen beschikbaar is), maar dat je ook rekening moet houden met de uitgestelde transacties (termijntransacties en voorwaardelijke transacties) die nog berekend worden op het moment van samenloop à Die zijn dus nog niet op uw rekening gematerialiseerd § Op moment van samenloop en beslag kunnen die toch nog verrekend worden à Dit kan positief of negatief zijn à Bv. rekening met 5 aandelen, en door termijntransacties komen er nog 10 bij, dan kan je 15 effecten hebben op beslag § Omgekeerd à Als aandelen overgeschreven moeten worden, en die gaan eraf, dan kan het dat uw beslag uiteindelijk op 0 aandelen is o Niet op : rekening bij vereffeningsinstelling § Op elk niveau is er een omnibusrekening (1 globale rekening ongeacht aantal beleggers) à Als je de rekening van de vereffeningsinstelling in beslag zou nemen, zou je heel de werking in de aandelen van Bv. KBC bij alle verschillende spelers vastzetten
•
Lidmaatschapsrechten o Via attest van de rekeninghouder § Als je Bv. stemrecht wilt uitoefenen kan dit eenvoudig via een attest van de rekeninghouder à Dit is verder uitgewerkt in de Richtlijn aandeelhoudersrechten (is ingevoerd in W.Venn.) o Richtlijn aandeelhoudersrechten
213
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Als je gaat stemmen op algemene vergadering kan je moeilijk een scherm meenemen om aan te tonen dat je eigenaar bent à Je krijgt gewoon een papier van de bank dat je Bv. 5 aandelen van KBC hebt à Er zijn 2 systemen § Ofwel à Cut-‐off-‐date à Als je zoveel dagen voor de algemene vergadering aandeelhouder bent, dan krijg je daar een attest van (Via registratie 14 dagen voor AVA) § Ofwel via attest dat de onbeschikbaarheid attesteert à Als je datum kiest vlak voor algemene vergadering krijg je via de bank een attest (Bv. je bent 2 dagen voor algemene vergadering eigenaar) à Gedurende die 2 dagen kunnen die aandelen niet verkocht worden, zodat ze zeker zijn dat hij op de dag van de AVA nog altijd eigenaar is van de aandelen
•
Dividenden o Emittent gaat al het geld storten aan de top van de piramide, die gaat kijken à Zoveel van bedrag moet naar die bank want die heeft zoveel aandelen, en zoveel geld moet naar de andere bank à Wetgever zegt om die werking te beschermen: als emittent vennootschap betaalt aan top van de piramide, dan is het aan de vereffeningsinstelling om het verlies te compenseren o Dezelfde regel geldt voor top van piramide à Als zij het geld overschrijven, gaat zij ook aan banken kunnen zeggen ‘ik heb aan jullie overgeschreven wat ik heb van dividenden’, nu moeten jullie de geldrekeningen met het juiste aantal gelden debiteren o Koppeling met geldrekening o Bevrijdend voor emittent o Bevrijdend voor vereffeningsinstelling
•
IPR op effectenrekeningen o Klassiek IPR à Lex rei sitae = Recht van plaats waar het goed gelegen is o EU Richtlijnen à PRIMA § Lex rei sitae is een goed principe, maar om dit toe te passen gaat men kijken naar waar de effecten gehouden worden. Deze worden gehouden op rekening. PRIMA (Place of the Relevant Intermediary Approach = Plaats waar de relevante tussenpersoon zich bevindt) § à Dit is in ongelukkige bewoordingen ook opgenomen in art. 91 WIPR, men verwijst naar de inschrijving in een register
214
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Wetboek IPR à Art. 91 WIPR à Plaats van inschrijving in een register of lex rei sitae § Dit wordt geïnterpreteerd als te kijken naar waar de relevante rekening gehouden wordt, plaats waar de tussenpersoon gelegen is bepaalt het recht dat van toepassing is
o Verdrag van Den Haag § Rekeningovereenkomst staat centraal à Niet plaats van relevante tussenpersoon, maar wel kijken naar wat in de overeenkomst is opgenomen. Men gaat echt kijken naar wat de rekeningovereenkomst (overeenkomst met bank om effecten te kopen) zegt § Cascade • Lex contractus (recht van de rekeningovereenkomst) + reality test (qualifying office test) o Reality test (qualifying office test) = Is er in dat land wel een bank die zich daar bevindt o Zo niet à Cascadesysteem treedt in werking • Plaats van vestiging van relevante tussenpersoon + reality test • Plaats van incorporatie van relevante tussenpersoon § Ratificatie? • Verdrag is nauwelijks geratificeerd à Dus deze benadering heeft geen effect gehad
Alternatieve systemen
Belgisch recht biedt een brede bescherming. Juridisch gezien zijn er nog een aantal alternatieven voor zo’n mede-‐eigendomsrecht zoals Bv. De kwaliteitsrekening è De rest van het gastcollege is niet te kennen voor het examen en dus ook niet opgenomen in de samenvatting
215
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Hoofdstuk 7: Beleggersbescherming Gedragsregelen, moratorium, labeling en banning
Rechtskader
Inleidend • Moratorium à Doel is om te ingewikkelde producten niet door te laten (beleggingsproducten die te ingewikkeld zijn gaat men verbieden) • Banning à Financiële instrumenten die hieronder vallen kunnen niet meer worden aangeboden aan retail beleggers (en zijn dus niet commercialiseerbaar) • Labeling à Beleggers informeren over het risico dat aan een belegging verbonden is, op basis van een label (groen staat voor klein risico, rood voor groot risico) o De inwerkingtreding van de regelgeving wordt uitgesteld zonder nieuwe datum van inwerkingtreding. Op Europees niveau gaat men ook een label invoeren maar men weet in België nog niet hoe dat risicolabel er gaat uitzien Toepasselijke regelen • De gedragsregelen (MiFID à Wet Financieel Toezicht) o Art. 26 ev W. 2 augustus 2002 § In deze wet vindt je onder andere de basisopsomming van financiële instrumenten • Art. 26 bevat het toepassingsgebied • Art. 27 e.v. bevatten de eigenlijke gedragsregelen à Deze gedragsregelen worden verder geconcretiseerd bij KB § Nadere invulling bij KB (KB 3 juni 2007 tot bepaling van nadere regels tot omzetting van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten) § Bijzondere regels bij KB voor verzekeringsondernemingen (KB 21 februari 2014 over de regels voor de toepassing van de artikelen 27 en 28bis van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten op de verzekeringssector) • Je stelt vast dat verzekeringsmaatschappijen eigenlijk verzekeringen aanbieden die functioneel gezien en puur economisch spaar-‐ en beleggingsproducten zijn • Als consumenten moeten kiezen gaan ze dit vaak ook in hun vergelijking betrekken à Dan is het unfair dat beleggingsondernemingen/ kredietinstellingen gehouden zijn tot alle gedragsregelen, terwijl een verzekeraar die ook een spaar-‐ of beleggingsproduct aanbiedt, dit niet is
216
Privaat Bankrecht
JVD •
2014-‐2015
à Daarom zijn de gedragsregelen nu ook van toepassing op verzekeringsondernemingen, waarbij de gedragsregelen wat moeten worden gemodaliseerd wat betreft het beleggingsproduct dat wordt aangeboden
•
HvJ 30 mei 2013, Zaak C-‐604/11, Genil v. Bankinter o “It is for the internal legal order of each member state to determine the contractual consequences where an investment firm offering an investment service has failed to comply with the rules of conduct” o Gedragsregelen van deze wet zijn prudentiële normen à Regelen van gedragstoezicht waarbij men ervan uitgaat dat het aan de toezichthouder is om na te gaan of de regels wel worden gerespecteerd (in België: FSMA) à Dus als je kijkt naar Belgische wetgeving (of andere lidstaten in de EU) à Het gaat over normen waaraan geen privaatrechtelijke sancties zijn verbonden. Men gaat niet zeggen wat de gevolgen zijn van een miskenning van die regelen in de verhouding tussen belegger-‐kredietinstelling die de regelen miskent à Sanctionering in individuele verhouding wordt niet geregeld o Intussen kwam er een vraag aan het HvJ of dat in overeenstemming is met de Mifid-‐regeling à Het is aan de lidstaten om te bepalen of er al dan niet gevolgen worden verbonden aan de miskenning van die regelen. Lidstaten moeten regelen inzake aansprakelijkheid van kredietinstelling/ beleggingsonderneming/… zelf invoeren à De meeste lidstaten hebben dit niet gedaan o Dit betekent dat wanneer je wil nagaan of de miskenning van een bepaalde gedragsregel leidt tot aansprakelijkheid, je de klassieke principes van het aansprakelijkheidsrecht moet gaan toepassen inzake extracontractuele aansprakelijkheid (miskenning verplichting inzake precontractuele aansprakelijkheid) en deze van contractuele aansprakelijkheid (miskenning van gedragsregelen die een contractuele wanprestatie inhouden)
•
Gemeen verbintenissenrecht o Precontractueel o Contractueel Impact artikel 30ter WFT (vermoeden van causaliteit) o Wet financieel toezicht bevat geen specifieke sancties, dus je moet kijken naar klassieke bepalingen à Het maakt niet uit of je contractueel of extracontractueel zit, je hebt steeds de 3 componenten van fout, schade en causaal verband nodig o Fout kan bestaan uit miskenning van gedragsregel (bankier die zorgvuldig optreedt miskent de regelen niet) o Schade moet je begroten
•
217
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Wet financieel toezicht grijpt toch in op de privaatrechtelijke verhouding door in Art. 30ter een beperkt vermoeden van causaliteit in te voegen à Vermoeden dat belegger door inbreuk op gedragsregelen een bepaalde handeling heeft gesteld
•
Moratorium Bijzonder Ingewikkelde Financiële Instrumenten (vrijwillig) (FSMA) o Dit heeft tot doel de commercialisering van bijzonder ingewikkelde financiële instrumenten te vermijden aan retail beleggers o Dit wordt het Bifi-‐moratorium genoemd
•
Recente initiatieven o Labeling (reglement FSMA à KB) § Label moet vermeld worden in reclame § Maar ook dit deel van het transversaal KB is uitgesteld, en zal wellicht nooit in werking treden à Element in transversaal KB dat in reclame melding moet worden gemaakt van prestatie-‐scenario’s: je moet beleggers informeren over rendementen die in het verleden met een bepaald element zijn gerealiseerd. Dit zit ook in PRIIPS, en dit wordt ook uitgesteld o Banning (reglement FSMA à KB) o Transversaal KB (informatiefiche + reclame) § Dit is al aan bod gekomen omtrent de informatiefiche bij gereglementeerde spaarrekeningen à Hier geldt een plicht om een informatiefiche op te stellen die men voorafgaandelijk door de FSMA moet laten goedkeuren (voor commercialisering van gereglementeerde spaarrekeningen en andere spaarrekeningen enz.) à Voor al die zaken heb je dus een informatiefiche nodig § Dit KB heeft tot doel de informatiefiche + reclame te gaan onderwerpen aan een regime dat geldt voor alle mogelijke financiële producten (voor commercialisering van spaarrekening, maar ook termijnrekening, beleggingsfondsen,… voor al die zaken heb je een voorafgaandelijke informatiefiche nodig) § Dit valt onder Europese verordening PRIIP (Packaged retail and insurance-‐based investment products) à Om te vermijden dat banken vandaag informatiefiches moeten ontwikkelen die binnen 1 jaar achterhaald zijn en dan een nieuwe informatiefiche moeten ontwikkelen die voldoet aan PRIIPS-‐reglementering, heeft men de inwerkingtreding van het transversaal KB met betrekking tot de informatiefiche uitgesteld • Uitgezonderd het element inzake essentiële informatie voor de spaarrekeningen, omdat men hier vroeger al een identieke regeling voor had
218
Privaat Bankrecht § §
JVD
2014-‐2015
In KB werd ook gezegd dat er melding gemaakt diende te worden van prestaties uit het verleden van bepaalde instrumenten (dit element zal ook worden uitgesteld) Maar à Aantal regelen met betrekking tot reclame uit PRIIPS zullen wel in werking treden op 12 juni 2015 omdat het PRIIPS hier niets over bepaalt Gedragsregelen
Toepassingsgebied • Gereglementeerde ondernemingen o In België gevestigde beleggingsondernemingen en kredietinstellingen o In een andere lidstaat gevestigde onderneming § Als het gaat om beleggingsdiensten die worden verstrekt door ondernemingen die in een andere lidstaat gevestigd zijn, moet je een onderscheid maken naargelang de dienstverlening geschied via een bijkantoor in België, dan wel op basis van de vrije dienstverlening (beleggingsdiensten die worden aangeboden in België, door een in een andere lidstaat gevestigde onderneming, zonder dat die een bijkantoor in België hebben) § Bijkantoor à Belgische gedragsregels toepassen § Vrije dienstverlening (niet) à In dit geval gaan de Belgische gedragsregelen niet van toepassing zijn. Je moet het recht toepassen van het land waar de betrokken onderneming gevestigd is o Link met IPR à Regelen uit WFT zijn normen van gedragstoezicht (die door toezichthouder worden gecontroleerd) à HvJ heeft bevestigd dat het aan de lidstaten is om te bepalen in welke mate een schending van de gedragsnormen leidt tot aansprakelijkheid (wat de privaatrechtelijke sanctie is) à Bv. Je verkrijgt een beleggingsadvies van een Nederlandse onderneming, dit verloopt allemaal via de website van die entiteit à Volgens Art. 26: Belgische gedragsregelen zijn niet van toepassing, want het gaat om vrije dienstverlening à Maar, als we kijken naar de aansprakelijkheid: stel dat de Nederlandse onderneming de Nederlandse gedragsregeling miskent (die inhoudelijk hetzelfde is als de Belgische regeling). Gaat de omschrijving van het toepassingsgebied, met inbegrip van het territoriaal toepassingsgebied (vervat in Art. 26 WFT) het IPR uitsluiten met betrekking tot de vraag naar aansprakelijkheid? à Volgens HvJ staan de gedragsregelen los van het privaatrechtelijk gebeuren, dus dit territoriaal toepassingsgebied heeft geen invloed op de wet die van toepassing is om de aansprakelijkheid te bepalen van de kredietinstelling die de gedragsregelen miskent § Dus Art. 26 bepaalt enerzijds wanneer de Belgische gedragsregelen van toepassing zijn en anderzijds dat de vraag of een buitenlandse entiteit die via internet
219
Privaat Bankrecht
•
JVD
2014-‐2015
beleggingsdiensten aanbiedt aansprakelijk kan zijn ten aanzien van zijn cliënt, moet opgelost worden door het IPR toe te passen met betrekking tot verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) à Dus dan moet je kijken of de belegger een consument is of niet (bijzondere verwijzingsregel als de instelling zich had gericht tot de bijzondere belegger) o In een derde staat gevestigde onderneming § De omschrijving van dit begrip geeft dus meteen ook aan hoe de regelen territoriaal gezien moeten worden toegepast § Als je te maken hebt met een kredietinstelling uit de VS die in België beleggingsdiensten gaat aanbieden gaan de gedragsregelen uit de WFT van toepassing zijn o In België gevestigde beheersvennootschappen van ICB’s Verrichten van beleggingsdiensten o Beleggingsdienst is een ruim begrip à Uitvoeren van orders, ontvangen en doorgeven van orders, vermogensbeheer, beleggingsadvies o Die ondernemingen moeten gedragsregelen respecteren bij het verrichten van beleggingsdiensten.
•
Intussen uitgebreid tot verzekeringsondernemingen (met inbegrip van tussenpersonen) voor hun transacties op het Belgische grondgebied o Moet niet enkel worden gerespecteerd door gereglementeerde ondernemingen, maar ook verzekeringsondernemingen (en verzekeringstussenpersonen) voor hun transacties op het Belgische grondgebied o Als een Belgische verzekeringsmaatschappij overgaat tot het aanbieden van spaar-‐ of beleggingsverzekeringen in Nederland, dan zijn de Belgische gedragsregelen hiervoor niet van toepassing
Vermogensbeheer • Per cliënt • Op discretionaire basis maar ruimte voor instructies van de cliënt o De instelling zelf neemt de beslissingen à Kan daartoe ook daden van beschikking stellen o Instelling heeft niet de individuele toestemming van de cliënt nodig voor de verrichtingen die gesteld worden in het kader van vermogensbeheer o Maar ze hebben niet alle vrijheid à Moet aansluiten bij de beleggingsdoelstellingen van de cliënt (know your customer) o Ruimte voor instructies van de cliënt à Zorgen soms voor problemen wanneer blijkt dat de instructie niet in overeenstemming is met de beleggingsdoelstellingen van de cliënt zoals die blijken uit het opstellen van het beleggersprofiel § MifiD-‐vragenlijst à Defensieve cliënt à Instructie om een bepaald instrument aan te kopen (bv 1/3 van de portefeuille) à Relatief hoog risico instrument à Mag de
220
Privaat Bankrecht
• • • •
•
JVD
2014-‐2015
vermogensbeheerder deze transactie uitvoeren? à Zomaar uitvoeren van de transactie mag niet à Minstens waarschuwen dat de transactie niet strookt met de beleggingsdoelstellingen van de cliënt § Moet de bank weigeren? à Niet duidelijk hoe ver men moet gaan Beheren van beleggingsportefeuilles, Die één of meer financiële instrumenten bevatten Daden van beschikking Nieuwe trend à Banken kijken ook naar kleinere vermogens om vermogensbeheer te doen à Kleinere vermogens als in 100.000 of 200.000 euro (vroeger enkel voor 1 miljoen en meer) Zolang u moet bevestigen of een keuze maken à Dan is er in principe geen vermogensbeheer à Dan eerder beleggingsadvies
Beleggingsadvies • Dus elke keer een beleggingsonderneming zegt tegen u “wij denken dat, gelet op de samenstelling van uw vermogen, dit een goede transactie is” à Het gaat om beleggingsadvies à Maar de invulling van dit begrip is in de praktijk geen evidentie • Gepersonaliseerde aanbeveling (cruciale element!) o Geschikt voor een persoon o Berustend op een afweging van persoonlijke omstandigheden • Betreffende één of meer verrichtingen betreffende financiële instrumenten • Op verzoek van de cliënt of op initiatief van de onderneming • Al dan niet bezoldigd • Geen formele overeenkomst noodzakelijk o Men wil vermijden dat aanbieders zich zouden onttrekken door louter en alleen geen formele overeenkomst op te stellen à Daarom geen formele overeenkomst nodig • Verklaring à “Dit is geen beleggingsadvies” à Impact mystery shopping? o (zie hieronder) • Geen daden van beschikking o ßà Vermogensbeheer) o In belangrijk aantal gevallen gaat het beleggingsadvies gevolgd worden door een order à Bv. je krijgt advies van de financiële instelling waar je iets mee wil doen, dan ga je nadien een order geven om het betrokken financieel instrument aan te kopen of te verkopen à Dan heb je een daad van beschikking dat een gevolg is van het beleggingsadvies, maar het maakt er geen deel van uit
221
Privaat Bankrecht •
•
JVD
2014-‐2015
De FSMA heeft beslist om een aantal aanbieders van beleggingsdiensten grondig te gaan controleren met betrekking tot de zorgplicht o Controle van een aantal grootbanken, middelgrote en kleinere aanbieders § Bij grootbank à 60-‐80 agentschappen van de bank § Op basis van die controles heeft de FSMA verschillende acties ondernomen § Bevelen à opgelegd bij schending van een gedragsregel en ook een termijn aan gekoppeld tegen wanneer dit moet geremedieerd worden (corrigeert u niet, dan volgt er een sanctie) § Aanbevelingen à Minder sterk dan een bevel à Hypothesen waar de FSMA niet zozeer de schending van een gedragsregel vaststelt maar besluit dat er intern binnen de instelling onvoldoende controle is op de naleving van een bepaalde gedragsregel (onvoldoende interne controle die de naleving moet verzekeren) § Aandachtspunten à Geen schending, maar gelet op de manier waarop u dit toepast kan aanleiding geven tot problemen Mystery shopping à Medewerkers van de FSMA of door de FSMA aangestelde derden krijgen de mogelijkheid om zich voor te doen als een cliënt bij een instelling om te kijken of daadwerkelijk de gedragsregels worden toegepast o à Bijzonder controversieel à Hevige tegenstanders à 2 argumenten § (1) Moreel laakbaar à Maar is er net gekomen door gedrag van banken dus gaat niet op § (2) Kan aanleiding geven tot provocatie à Sterker argument à Maar moet niet noodzakelijk leiden tot provocatie o Derden gaan vooral over tot die mystery shopping à Een inbreuk die wordt vastgesteld op basis van die mystery shopping is vooral een tool om problemen op te sporen à Niet op zich sanctioneren maar verder graven o In veel gevallen is het voor de cliënt niet duidelijk of er effectief beleggingsadvies wordt gegeven § Zeker duidelijk maken dat er advies (of niet) wordt verstrekt à Want deze vraag is voor de positie van de cliënt enorm belangrijk § Advies à Dan geldt de geschiktheidstest § Als er geen Beleggingsadvies is dan geldt de geschiktheidstest niet! o Disclaimer “de cliënt verklaart geen beleggingsadvies te hebben verkregen” à Is verdwenen door de mystery shopping à De angst die men heeft dat mensen aangesteld door de FSMA dit opsporen à want is niet in belang van de klant
222
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Aard van de bestemmeling • Er zijn 3 categorieën à De entiteiten die onder (1) en (2) vallen, zijn grotendeels dezelfde (Bv. kredietinstellingen, institutionele beleggers, de staat,…) • Categorie (2) is nog iets omvangrijker omdat het ook de grote ondernemingen bevat • Dit betekent ook dat het begrip niet-‐professionele belegger/retail belegger veel omvangrijker is dan het traditionele consumentenbegrip à Natuurlijke personen die handelen voor privé doeleinden, ook KMO’s die een deel van hun liquiditeiten gaan beleggen • (1) De in aanmerking komende tegenpartij o Gedragsregelen het minst omvangrijk • (2) De professionele belegger • (3) De niet-‐professionele belegger o Gedragsregelen het omvangrijkst Opting in • Je kan meer/minder bescherming vragen à Vraag is dan enerzijds waarom je minder bescherming zou willen, en anderzijds, als iemand meer bescherming wil, is men dan verplicht om als kredietinstelling daarop in te gaan? • Een aantal financiële instrumenten gaan door hun complex karakter of door het eraan verbonden risico enkel toegankelijk zijn voor professionele beleggers. Als niet-‐professioneel heb je geen toegang tot die instrumenten (Bv. moratorium op bijzonder ingewikkelde financiële producten, men mag deze wel nog verkopen aan professionele beleggers) à Men moet aan een hele reeks voorwaarden voldoen om je te laten kwalificeren als professioneel belegger • Als een professionele belegger vraagt om hem te behandelen als een niet-‐ professioneel omdat hij meer bescherming wil, is de kredietinstelling niet verplicht op dit verzoek in te gaan volgens de prof. Maar wanneer de professionele belegger dit zegt, en de bank gaat hier niet op in, zal de bank er rekening mee moeten houden dat hij mogelijks naar een concurrent gaat die wel bereid is om hem als niet-‐professioneel te behandelen. Feitelijk zijn ze dus vaak wel verplicht om met zo’n herkwalificatie in te stemmen. • De in aanmerking komende tegenpartij verzoekt o Onderworpen te zijn aan de gedragsregelen die gelden ten aanzien van professionele cliënten o Behandeld te worden als een niet-‐professionele cliënt • De professionele belegger kiest o Om als niet-‐professioneel te worden behandeld o Om als in aanmerking komende tegenpartij te worden behandeld
223
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Opting out à Particuliere belegger kiest om als professioneel te worden behandeld • Materiële voorwaarden (kwalitatieve en kwantitatieve criteria) o Adequate beoordeling van deskundigheid à Redelijke zekerheid dat cliënt in staat is zelf beslissingen te nemen en risico’s in te schatten (kwalitatief) § Dus of hij voldoende kennis heeft om met kennis van zaken bepaalde beslissingen te nemen § Men wil switchen om toegang te hebben tot andere producten, die in het algemeen meer complex zijn en waaraan meer risico is verbonden à Deze switch mag men pas maken als men de nodige kennis heeft om de risico’s en complexiteit te vatten § à Kredietinstellingen en beleggingsondernemingen zijn op dit punt zeer voorzichtig à Het gaat hier om een open norm à Als iemand geherkwalificeerd wordt, en achteraf gaat het mis, dan is het niet uitgesloten dat de persoon zich verweert door te zeggen “u had mij niet mogen herkwalificeren”. De rechter moet dan in het kader van een aansprakelijkheidsvraag nagaan of de bank die vraag naar deskundigheid wel adequaat heeft beoordeeld o Er moet aan twee van drie criteria worden voldaan (kwantitatief) § Per kwartaal 10 transacties van significante omvang • Er wordt niet gedefinieerd wat dit is à Men gaat ervan uit dat het een transactie is met betrekking tot een bedrag dat omvangrijker is dan de gemiddelde transacties van de doorsnee belegger (Bv. geen aankoop van 50 aandelen van Colruyt) § Portefeuille > 500.000 euro § 1 jaar werkzaam in financiële sector waarbij kennis van de beoogde transacties vereist was • Het feit dat je professor financieel recht bent, betekent niet dat je aan de voorwaarde voldoet, want je bent niet werkzaam in de financiële sector o è Dus veel consumenten gaan uitgesloten zijn op basis van de kwantitatieve criteria. Een KMO zal al makkelijker aan deze voorwaarden voldoen • Procedurele voorwaarden o Schriftelijk verzoek à Dus initiatief tot herkwalificatie moet uitgaan van de belegger. Bank mag dit niet zelf voorstellen o Duidelijke waarschuwing à Belegger moet duidelijk geïnformeerd worden over het feit dat men minder bescherming zal krijgen à Bv. suitability test bij beleggingsadvies speelt veel minder als het gaat om een professionele belegger, zij worden geacht de nodige kennis en ervaring te hebben, en geacht de nodige risico’s te kunnen dragen o Schriftelijk bevestiging dat men zich bewust is van de mogelijke gevolgen van verlies bescherming à Dus cliënt erkent dat hij die bescherming niet nodig heeft
224
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Zorgplicht Gereglementeerde ondernemingen • “Bij het aanbieden of verstrekken van financiële producten of diensten zetten de gereglementeerde ondernemingen zich op loyale, billijke en professionele wijze in voor de belangen van hun cliënten. Bij het aanbieden of verstrekken van beleggingsdiensten nemen zij inzonderheid de in de §§ 2 tot en met 12 neergelegde gedragsregels in acht” • à Het gaat om specifieke gedragsregelen die beschouwd kunnen worden als een concretisering van de algemene zorgvuldigheidsnorm Verzekeringsondernemingen • “Bij het aanbieden of sluiten van verzekeringsovereenkomsten of bij het aanbieden of verstrekken van verzekeringsbemiddelingsdiensten zien de dienstverleners erop toe zich op loyale, billijke en professionele wijze in te zetten voor de belangen van hun cliënten. Bij het aanbieden of verstrekken van verzekeringsbemiddelingsdiensten nemen de dienstverleners inzonderheid de in paragrafen 2, 3 tot 5, 7 en 8, 11 en 12, neergelegde gedragsregels in acht” • à Dit is de meest algemene norm van de gedragsregelen. Deze norm geldt ook voor verzekeringsondernemingen en verzekeringstussenpersonen • Verschil met algemene norm à Hier zien we dat slechts bepaalde van die gedragsregelen gerespecteerd moeten worden à Een aantal gedragsregelen vallen weg, omdat ze eigenlijk minder relevant zijn voor deze verzekeringsondernemingen Inducements • Die algemene norm wordt in het KB geconcretiseerd voor de problematiek van zogenaamde inducements à Dit zijn voordelen die worden verstrekt/ ontvangen à Het is een gecompliceerde regeling met als doel te vermijden dat gereglementeerde ondernemingen voordelen zouden ontvangen van een bepaalde Bv. broker, waardoor zij geneigd zouden zijn enkel met die broker te gaan handelen, en niet met een andere broker die Bv. goedkoper is à Dus door de voordelen die men ontvangt opteert men voor een broker die niet in het belang is van de cliënt (Broker is iemand waarop men beroep doet om de orders uit te voeren) • Uitgangspunt is dat een gereglementeerde onderneming geen enkele vergoeding, provisie of niet-‐geldelijk voordeel mag ontvangen of betalen o Maar hier bestaan een aantal uitzonderingen op waardoor de ontvangst of het betalen van die vergoedingen in bepaalde gevallen wel mogelijk is à Bv. Je hebt mogelijkheid om vergoeding, provisie of niet-‐geldelijk voordeel te betalen of verschaffen aan cliënten (zie opsomming)
225
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
De gereglementeerde ondernemingen worden niet geacht zich op loyale, billijke en professionele wijze in te zetten voor de belangen van cliënten indien zij voor de verrichting van een beleggings-‐of nevendienst ten behoeve van een cliënt een vergoeding of provisie betalen of ontvangen, dan wel een niet-‐geldelijk voordeel verschaffen of aannemen, tenzij het gaat om o Een vergoeding, provisie of niet-‐geldelijk voordeel betaald of verschaft aan of door de cliënt of een persoon die handelt namens de cliënt o Een vergoeding, provisie of niet-‐geldelijk voordeel betaald of verschaft aan of door een derde of een persoon die namens een derde handelt (voorwaarden) § Grote verschil is dat in het eerste geval het gaat om vergoedingen betaald door of aan een cliënt, hier gaat het om betaling door of aan een niet-‐cliënt (derde) à Hier gelden enkele bijkomende voorwaarden § Bv. Er moet transparantie zijn à Cliënten moeten duidelijk geïnformeerd worden over voordelen die een entiteit ontvangt van andere entiteiten • Niet geldelijk à Betrokken gereglementeerde onderneming krijgt toegang tot bepaalde informatie § Andere voorwaarde is dat dit de kwaliteit van de dienstverlening moet verbeteren à Wanneer het voordeel erin bestaat dat de betrokken gereglementeerde onderneming toegang krijgt tot bepaalde financiële informatie, dan kan dit de kwaliteit van de dienstverlening verbeteren o Passende vergoedingen die de verrichting van beleggingsdiensten mogelijk maken of daarvoor noodzakelijk zijn § Bv. Bewaarloon dat verbonden is aan effectenrekening mag worden aangerekend à Het gaat om vergoedingen (veelal betaald door cliënt) die beleggingsdiensten mogelijk maken of er noodzakelijk voor zijn è Praktijk à Heel moeilijke materie, prof heeft hier ook geen volledig zicht op. Daarnaast is dit voor de gereglementeerde onderneming zeer belangrijk
226
•
•
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Reclame Nieuwe gedetailleerde voorschriften • Correct, duidelijk en niet misleidend • Voordelen versus risico’s o Als je voordelen duidelijk vermeldt moet je ook aangeven welke risico’s eraan verbonden zijn à Je mag de risico’s niet minimaliseren als je wijst naar het hogere rendement dat geboden wordt door een bepaalde belegging • Begrijpelijk à Begrijpelijk voor het gemiddelde lid van de groep waartoe de reclame gericht is (dit sluit nauw aan bij wat staat in boek VI WER à verbod op misleidende reclame, misleiding moet beoordeeld worden vanuit het gemiddeld lid van de doelgroep waartoe de reclame is gericht) o Maar er zijn een aantal specifiëringen van het KB (voordelen vs. risico; waarschuwingen niet verdoezelen) à Door de concretisering bestaat een voordeel ten aanzien van het gemeen recht • Waarschuwingen niet verdoezelen • Resultaten uit het verleden o Bv. Radioreclame over een belegging vermeldt altijd “geen garantie voor de toekomst” o Je moet benadrukken dat iets geen garantie voor de toekomst is o Ook de referentieperiode is van belang à Als men verwijst naar resultaten uit het verleden moet je verwijzen naar resultaten verspreid over een voldoende lange periode (5 jaar in principe) Cumulatieve toepassing met regelen inzake oneerlijke handelspraktijken ? • Regelen uit boek VI WER zijn van toepassing in het kader van de aanbieding van beleggingen • Vroeger à Regelen uit WMPC golden enkel voor financiële diensten en niet voor financiële instrumenten, maar volgens prof à Beleggingsdiensten zijn financiële diensten en geen financiële instrumenten • Maar vandaag wordt in boek VI WER uitdrukkelijk bepaald dat die regelen ook gelden voor financiële instrumenten • Belang van een cumulatieve toepassing van de regelen inzake oneerlijke handelspraktijken à Bv. de mogelijkheid voor de concurrent om een vordering tot staken in te stellen, of consument kan zich beroepen op VI.38 WER (maar is in praktijk nog nooit toegepast) • Als er een schending is van een specifiek voorschrift uit het KB kan je dit hetzij beschouwen als een praktijk in strijd met oneerlijke handelsgebruiken, dan wel een praktijk in strijd met principes van professionele toewijding
227
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Onderzoeks-‐ en informatieverplichtingen Eigenlijke informatieverplichting = Verplichting informatie te verstrekken • = Inform your customer Informatie-‐inwinningsverplichting = Verplichting informatie in te winnen • = Know your customer • Je moet op een actieve manier informatie inwinnen bij de cliënt om zijn belangen zo goed mogelijk te kunnen behartigen Actieve onderzoeksplicht (know your customer) • Initiatief bij de gereglementeerde onderneming • Finaliteit à Optimalisatie van belangenbehartiging cliënt Vermogensbeheer en beleggingsadvies • Suitability-‐test à Geschiktheid (meest omvangrijke verplichting) Louter uitvoeren van orders à Execution only • Geen verplichting tot inwinnen informatie onder bepaalde voorwaarden o Bepaalde instrumenten (niet complexe financiële instrumenten) § Vanaf het moment dat aan een financieel instrument een derivatencomponent is verbonden (en het dus gaat om een afgeleid instrument), dan kan de execution-‐only-‐regel geen toepassing vinden à Dan kom je terecht in de tussencategorie (appropriateness-‐test) § Bv. Je vraagt om ten belope van 2000 euro omgekeerd converteerbare obligaties van INBEV aan te kopen, hier zit een derivatencomponent aan à Omgekeerd converteerbare obligatie is de combinatie van een obligatie en een optie § (Derivaten: beleggingsinstrument waarvan de waarde afhankelijk is van de waarde van een ander goed) o Dienst wordt verstrekt op verzoek van de cliënt § Als gereglementeerde onderneming eerst een brief stuurt: “wij denken dat we voor u iets interessant hebben, kom maar eens langs op ons kantoor”, en later gaat de cliënt naar de financiële instelling, dan is hier niet aan voldaan § à Het initiatief moet oorspronkelijk uitgaan van de cliënt o Informatie aan de cliënt over beperkte bescherming § Je moet aangeven dat geen geschiktheids-‐ of passendheidsbeoordeling zal plaatsvinden, men gaat niet na of het order strookt met de kennis die de consument heeft inzake financiële instrumenten o Naleven belangenconflictregeling § Ruimere vereiste dan deze in verhouding tussen belegger en beleggersonderneming Alles wat daar tussen zit • Appropriateness-‐test à Gepastheid
228
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Onderzoeksplicht Vermogensbeheer en beleggingsadvies • SUITABILITY à Je moet informatie inwinnen over 3 verschillende elementen o Kennis en ervaring met betrekking tot specifieke soort product (soort instrumenten, volume transacties, opleidingsniveau) § Je moet nagaan of iemand de risico’s die aan een bepaalde transactie verbonden zijn begrijpt à Een cliënt schat soms verkeerd in wat hij weet o Financiële situatie (reguliere inkomsten, vermogen, liquide middelen, financiële verplichtingen) § Men moet gaan kijken of de potentiële belegger de risico’s kan dragen als deze zich realiseren à Er zijn heel wat beleggers die niet alle informatie aan de bank willen vertellen (Bv. je hebt een deel van uw vermogen bij die financiële instelling, maar je wilt niet zeggen hoeveel onroerend goed je in eigendom hebt, of hoeveel van uw vermogen bij een andere financiële instelling zit o Beleggingsdoelstellingen § Ben je risico avers of niet? à Het kan niet de bedoeling zijn dat de bank aansprakelijk is voor een verlies opgelopen door een belegging. Wel moet men gaan vermijden dat mensen die risico-‐avers zijn (geen risico willen nemen), dat zij te maken krijgen met een beleggingsproduct dat een groot risico impliceert à Dit was in het verleden een bijzonder groot probleem o à Geschikt advies / geschikt vermogensbeheer (Bv. kan cliënt de risico’s dragen en begrijpt hij de risico’s) o à Quid indien de gereglementeerde onderneming niet over deze info beschikt ? • Praktijk o Je krijgt een standaard vragenlijst voorgeschoteld, deze vragen vallen uit mekaar in deze 3 categorieën à Het doel van die lijst is om u als belegger onder te brengen in 1 van de 4 grote categorieën (zeer defensief, defensief, dynamisch, zeer dynamisch) o Die vragenlijsten zijn op zo’n manier opgemaakt dat men moeilijk in de eerste categorie (zeer defensief) terechtkomt, omdat er aan u dan niets te verdienen is à Als men zeer defensief is kan men een spaar-‐ en termijnrekening geven, een kasbon of een staatsbon à Daar moeten geen commissies voor betaald worden o Men gaat een score geven op elk antwoord dat u geeft, de optelsom van die scores bepaalt dan in welke categorie u terechtkomt o De FSMA is eens grondig gaan kijken naar die vragenlijsten. Ze hadden kritiek over de informatie-‐inwinning aangaande kennis en ervaring à Heel wat beleggingsondernemingen en kredietinstellingen gingen wel vragen stellen omtrent kennis
229
Privaat Bankrecht
•
•
•
JVD
2014-‐2015
(“weet u wat een obligatie is?”), maar er is een verschil tussen weten wat een obligatie is ßà Leg eens uit wat een obligatie is § Dus ze lieten cliënten enkel “ja/nee” aanvinken, zonder dat men ging peilen naar de correctheid van wat zij onder dat financieel instrument begrijpen. Daarnaast moet dat formulier ook besproken worden tussen bank en cliënt, het mag niet als louter formalisme worden gezien è Als je weigert de vragenlijst in te vullen of volledig in te vullen geldt er een onthoudingsplicht Praktijk à Op basis van die vragenlijst steekt men je dus in 1 van de 4 categorieën. Dit betekent dat men werkt met een aantal gestandaardiseerde categorieën à Men ging uw portefeuille in zijn totaliteit doen overeenstemmen met uw profiel à Met betrekking tot bepaalde gelden werd aangeraden om in te stappen in dynamische producten omdat de portefeuille in totaal nog wel defensief is zo. Men zou meer moeten informeren over het feit dat datgene je op die moment aankoopt niet beantwoordt aan je profiel, maar dat je portefeuille in totaliteit wel beantwoord aan je profiel Suitability wordt minder nauw toegepast als cliënt overgaat tot de verkoop van financiële instrumenten o Tussentijds verkopen betekent uitstapkosten, als je dan in een ander beleggingsfonds stapt, dan moet je weer instapkosten betalen o Dus 1-‐2% uitstapkosten, en dan 2-‐3% instapkosten à Je moet al wat betalen vooraleer uw product opnieuw kan renderen. Het is belangrijk of de gereglementeerde onderneming nagaat of die uitstap en instap in het beste belang is van de cliënt
Andere beleggingsdiensten (tussencategorie) • APPROPRIATENESS o Het gaat hier om een informatie-‐inwinningsplicht, maar enkel met betrekking tot kennis en ervaring à Er is een belangrijk verschil wanneer de gevraagde informatie niet wordt verstrekt à Men moet zich niet onthouden, maar enkel een waarschuwing geven o Kennis en ervaring met betrekking tot specifieke soort product o à Nagaan of aangeboden product of te verrichten beleggingsdienst passend is o à Quid indien de onderneming oordeelt dat het niet passend is? o à Quid indien de gevraagde informatie niet wordt verstrekt? o In hypothese waarin een financiële instelling geen beleggingsadvies of vermogensbeheer verstrekt (en ze dus geen geschiktheidstest moet uitvoeren), maar niettemin alle informatie inwint over kennis en ervaring, financiële informatie enz., is er daar dan een probleem met de privacy-‐reglementering? à De FSMA zal zich hier niet mee bezighouden
230
Privaat Bankrecht
2014-‐2015
•
Louter uitvoeren van orders o Geen test indien voldaan aan voorwaarden o Gepastheid beoordelen indien niet voldaan aan voorwaarden
•
Spaar-‐ en beleggingsverzekeringen o Advies à Suitability-‐test – onthoudingsplicht § Als advies wordt gegeven omtrent spaar-‐ en beleggingsverzekering, dan moet de suitability-‐test worden toegepast àNagaan of een bepaalde spaar-‐ of beleggingsverzekering geschikt is voor de cliënt • Zoniet à Onthouden van dat advies) § Tak 21 à Geschikt voor verzekeringsnemers die aangeven risico-‐avers te zijn § Tak 23 à Geschikt voor verzekeringsnemers die bereid zijn risico te nemen o Geen advies, doch verzekeringsbemiddelingsdienst à Appropriateness – waarschuwingsplicht § Geen advies, doch is er sprake van verzekeringsbemiddelingsdienst, dan moet de appropriateness-‐test worden toegepast (er moet info worden ingewonnen over kennis en ervaring) à Als op grond van de informatie blijkt dat de betrokken verzekering niet gepast is, moet er gewaarschuwd worden (maar er is geen onthoudingsplicht) § Verzekeringsbemiddelingsdienst à “De werkzaamheden, uitgevoerd door een verzekeringstussenpersoon of door een verzekeringsonderneming zonder tussenkomst van een verzekeringstussenpersoon, die bestaan in het adviseren over, het voorstellen of aanbieden van, of het verrichten van voorbereidend werk tot het sluiten van of het sluiten van verzekeringsovereenkomsten, dan wel in het assisteren bij het beheer en de uitvoering ervan. Worden niet als verzekeringsbemiddeling beschouwd, werkzaamheden bestaande uit incidentele informatieverstrekking in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, mits het doel van deze werkzaamheden niet bestaat in het assisteren van de cliënt bij de sluiting of uitvoering van een verzekeringsovereenkomst, in het beroepshalve verrichten van schadebeheer voor een verzekeringsonderneming of in schaderegeling en schade-‐expertise” o Regime professionele beleggers § Ervan uitgaan dat de belegger de nodige ervaring heeft § Ervan uitgaan dat de belegger de risico’s kan dragen o à Dus suitability test stelt niet veel voor, men moet nagaan of er voldaan is aan de door de professionele belegger vooropgestelde beleggingsdoelstellingen
JVD
231
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
•
Quid bij foutieve informatie vanwege de belegger? o Er geldt geen verificatieverplichting, het is maar als de bank weet of zou moeten weten dat de verstrekte informatie manifest onjuist is, dat ze niet op die informatie mag vertrouwen o Bv. Dit zou ze moeten weten omdat de verstrekte informatie niet overeen stemt met de info die ze in haar bezit heeft over die cliënt. Als hij verklaringen doet betreffende zijn financiële situatie (‘ik heb geen kredieten’), terwijl de bank weet dat dit niet klopt (Bv. dat de bank hem al krediet heeft verstrekt), dan mag ze hier niet op voortgaan
•
Bewijslast o à Gebruik van contractuele clausules? o Kredietinstelling liet de cliënt verklaren dat informatie werd ingewonnen over zijn kennis en ervaring, zijn financiële situatie en zijn beleggingsdoelstellingen à Vraag is of beleggingsonderneming dan automatisch aan haar informatie-‐ inwinningsverplichting heeft voldaan. Vroeger kon je die clausules enkel aanpakken op grond van de algemene toetsingsnorm in verhouding tot consumenten à Vandaag (praktijk FSMA) à Clausules die niet in overeenstemming zijn met de werkelijkheid zijn een schending van de zorgplicht o “Le client reconnaît que X s’est informé auprès de lui de sa situation financière, de son experience en matière d’investissement et de ses objectifs en ce qui concerne les services demandés”
Onderzoeksplicht: kaderovereenkomsten Geen suitability-‐test bij individuele transactie • Als een belegger instapt in een systeem om beleggingstransacties op afstand te verrichten (via internet) à Het loutere feit dat orders op afstand gegeven worden, stelt de instelling niet vrij van de suitability-‐test, maar ze geldt niet bij individuele transacties à Test stelt zich enkel op het moment dat men in het systeem instapt (als de kaderovereenkomst wordt gesloten) De financiële tussenpersoon als gatekeeper bij on-‐line doorgeven van orders • Bepalen van beleggingsparameters o Wanneer die kaderovereenkomst wordt gemaakt, moet informatie worden ingewonnen omtrent kennis en ervaring van de cliënt, omtrent zijn financiële situatie en omtrent zijn beleggingsdoelstellingen à Vervolgens, moet dan op grond van die verkregen informatie beleggingsparameters worden ingesteld o Men gaat in het systeem vastleggen welk soort orders door de cliënt kunnen worden ingegeven (Bv. iemand heeft beperkte kennis van financiële instrumenten, dan moet het systeem ervoor
232
Privaat Bankrecht
•
•
JVD
2014-‐2015
zorgen dat geen derivaten worden aangekocht als blijkt dat hij niet weet wat derivaten zijn) o à Een individueel order moet dan worden afgetoetst aan die parameters Elektronische verificatie parameters o FSMA heeft aangegeven dat wanneer er online overeenkomsten worden gesloten, dat men ervoor moet zorgen dat de vragen die aan de belegger worden gesteld met het oog op opmaken van die parameters, dat die vragen ‘glashelder’ dienen te zijn à Men stelt deze bijzondere vereiste betreffende de duidelijkheid van de vragen omdat in een gewone relatie die vragenlijst tussen bank en cliënt wordt overlopen waarbij de cliënt vragen kan stellen, in een virtuele omgeving is dat niet mogelijk, men kan geen bijkomende uitleg vragen à Daarom moeten die vragen dus heel duidelijk zijn en zodanig zijn opgesteld dat geen fysiek contact meer nodig is tussen bank en cliënt Afwijkingen van de parameters o Een afwijking van die parameters vereist een individueel contact met de betrokken gereglementeerde onderneming Informatieplicht = Inform your customer rule
Gereglementeerde onderneming moet informatie verstrekken over • Gereglementeerde onderneming en haar diensten (onder andere identificatie, taal, communicatietechniek, beleid belangenconflicten,...) • Financiële instrumenten en voorgestelde beleggingsstrategieën (onder andere waarschuwing risico’s, volatiliteit, marges) • Plaatsen van uitvoering • Kosten en bijbehorende lasten • à Aard en risico inschatten en met kennis van zaken een beleggingsbeslissing nemen (in functie van de hoedanigheid van de belegger) • à Informatie mag in gestandaardiseerde vorm verstrekt worden o De informatie moet niet op maat van iedere individuele belegger zijn (Moet dit op een wijze zodat die begrijpelijk is voor gemiddelde belegger zoals bij reclame?) à Maar reclame is gericht tot een hele grote groep mensen. Bij beleggingsdiensten gaat het om een individuele relatie tussen onderneming en cliënt, de kredietinstelling weet al welk soort belegger men voor zich krijgt à Bv. moet je oudere dames van 80 jaar maar gewoon informatie geven, waarvan je weet dat ze het niet gaan begrijpen? o Prof zegt à Als kredietinstelling moet je ofwel info geven op een manier dat het voor iedereen begrijpelijk is, ofwel moet je verschillende gestandaardiseerde informatiefiches hebben, waarbij je ervoor zorgt dat die documenten aangepast zijn aan de belegger die voor u staat
233
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
•
à Informatie moet verstrekt worden voor de belegger gebonden is of voor de dienst wordt uitgevoerd indien dit eerder is (uitz.)
•
à Op welke wijze moet informatie gegeven worden o In consumentenbescherming à Cascadesysteem dat identiek is aan het stramien van geldrekeningen à In principe op papier, maar kan ook op duurzame drager als dit past in de relatie en als de cliënt hier uitdrukkelijk voor kiest, of via de website als dit past in de relatie, als de consument hiervoor kiest, en men er uitdrukkelijk op wijst via welke website de informatie toegankelijk is o Hier geldt dit cascadesysteem ook, maar er zijn strengere regels van toepassing à Hier: vanaf het moment dat een cliënt regelmatig toegang heeft tot het internet (dit wordt vermoed zo te zijn als men zijn e-‐mailadres heeft doorgegeven) o Maar à Moeilijkheid zit niet in de toepassing van de regel, wel in de combinatie met andere regelen à Bv. beleggingsdiensten die op afstand worden aangeboden aan consumenten, want dan moet je kijken naar boek VI WER à Info moet steeds worden verstrekt op duurzame drager (dus kan niet via de website zoals voorzien in de Mifid-‐regeling) § De gedragsregelen betreffen niet de individuele relatie tussen gereglementeerde onderneming en belegger ßà Regelen inzake financiële diensten op afstand hebben wel rechtstreeks tot doel om de consument te beschermen § Volgens prof betekent dit dat informatie die via de richtlijn financiële diensten op afstand op duurzame drager gegeven moet worden, moet dit ook met betrekking tot beleggingsdiensten op duurzame drager verstrekt worden, en dus niet door de info op de website te plaatsen o Sinds laatste hervorming van toezicht kan FSMA en FOD economie de naleving van bepalingen van boek VI WER verifiëren à Als FSMA vandaag een onderzoek doet naar een website welke beleggingsdiensten aanbiedt, dan kan de FSMA dit niet enkel controleren op verenigbaarheid met de Mifid-‐bepalingen, maar ook met overeenstemming van boek VI WER
•
è In het KB wordt dit verder gespecifieerd en vind je een waslijst aan elementen waaromtrent informatie moet worden gegeven. Veel academici zijn van oordeel dat dit een veel te omvangrijke informatieplicht is, zodat dit een contraproductief effect heeft o Beleggers in het algemeen zijn niet geneigd om kennis te nemen van zoveel bladzijden aan informatie. Informatie zou beperkt moeten worden tot wat voor een doorsnee-‐belegger essentieel is o Maar hier is de Europese richtlijn niet mee akkoord à Bv. hij moet geïnformeerd worden over het beleid inzake belangenconflicten dat wordt toegepast bij de betrokken beleggingsinstelling, maar dit interesseert de consument niet, die informatie over dat beleid kan je niet op 2 regels uitschrijven, dus dit zorgt voor een toename van
234
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
niet-‐nuttige informatie waardoor de doelstelling van de informatieverplichting wordt ondergraven o De bedoeling — De belegger met kennis van zaken laten beslissen om zich bewust te zijn van een bepaalde belegging — wordt teniet gedaan Bewijslast • Contractuele clausules o Dit zijn nietszeggende clausules waar de FSMA zich niet tevreden mee gaat stellen in het kader van administratief toezicht à Men zal eisen dat de informatie wordt overgemaakt • “De cliënt erkent alle inlichtingen te hebben gekregen die hem in staat stellen om deze overeenkomsten met kennis van zaken te sluiten en volkomen op de hoogte te zijn van de risico’s verbonden aan de financiële instrumenten die in deze overeenkomsten worden toegestaan” Cumulatieve toepassing met informatieverplichtingen uit andere wetgeven (Bv. inzake aanbieding van financiële diensten op afstand) De totstandkoming van de overeenkomst Overeenkomsten betreffende verstrekken van beleggingsdiensten (andere dan beleggingsadvies) • Overeenkomsten betreffende verstrekken van beleggingsdiensten (andere dan beleggingsadvies) à Als de vereiste niet wordt gerespecteerd, kan de FSMA maatregelen nemen à Maar dit heeft ook een impact op de privaatrechtelijke verhouding met de belegger. De belegger kan de overeenkomst nietig laten verklaren. Dit is belangrijk voor de belegger, omdat de nietigheidssanctie de mogelijkheid biedt om het geleden verlies terug te keren indien de belegging negatieve gevolgen heeft o De verliezen zullen dan door de contractuele wederpartij worden gedragen o De belegger zal zijn belegging moeten restitueren van de bank o Vandaag bestaat nog altijd de vraag of de miskenning van deze gedragsregel leidt tot de nietigheid in privaatrechtelijke verhouding, maar hierover bestaat nog geen rechtspraak • Nieuwe niet-‐professionele cliënt o Het gaat hier dus om niet-‐professionele beleggers, bovendien moet het gaan om een nieuwe cliënt (er mag nog geen contractuele verhouding inzake beleggingsdiensten bestaan) • De overeenkomst moet op geschrift of duurzame drager worden opgesteld • Verplichte inhoud bij vermogensbeheer • Bewijs o Deze regel gaat louter het gedrag van de financiële instellingen regelen à De bewijsrechtelijke regels van het gemeenrecht blijven gelden à Een van die regels is de vereiste van een onderhandse
235
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
akte als het bewijs wordt geleverd tegen een niet-‐handelaar. Die onderhandse akte moet bovendien ondertekend zijn door de niet-‐ handelaar/belegger
Rapporteringsverplichtingen Algemeen / specifieke vereisten inzake vermogensbeheer Gevolgen van afwezigheid van protest tegen informatie verkregen in het kader van de rapporteringsverplichtingen • Stel: een gereglementeerde onderneming heeft aan haar cliënt informatie verstrekt omtrent het order, voert het order uit en verricht dus de belegging à Maar dan blijkt dat dit niet in overeenstemming is met het order dat door de cliënt is gegeven. De cliënt laat tevens na te protesteren • Het uitgangspunt betrffende het niet reageren op de rapportering heeft tot gevolg dat de cliënt geacht wordt de verrichting te aanvaarden • Stel je sluit een overeenkomst met een financiële instelling waar u beleggingen kan verrichten à Je vraagt om uw 2.000 aandelen van Colruyt te verkopen, maar ingevolge een verkeerde communicatie worden er 2.000 aandelen aangekocht à Na deze aankoop dalen de aandelen à Als belegger is het dan dus van belang om onmiddellijk te gaan protesteren. Dit mag niet lang duren o Uit sommige rechtspraak blijkt dat 2 dagen reeds te lang is o De ratio hierachter is dat wanneer je lang wacht, je de beurs eigenlijk kan afwachten. Dit wil men vermijden o à Als men niet onmiddellijk protesteert, wordt ervan uitgegaan dat de belegging wordt aanvaard. Dan kan men achteraf niet meer protesteren • ßà Bij vermogensbeheer is men soepeler omdat de bank een discretionaire bevoegdheid heeft en de cliënt geen toestemming moet geven. De cliënt volgt niet dagelijks wat er gebeurt met het vermogen, dat is namelijk net de essentie van vermogensbeheer à De afwezigheid van protest inzake vermogensbeheer ontneemt de cliënt niet het recht om later tegen deze verrichting te protesteren Best Execution è Uitvoering orders met best mogelijk resultaat in termen van prijs, snelheid, uitvoeringskansen van order, de omvang, de aard en alle andere relevante aspecten • Niet langer vermoed te zijn nageleefd bij uitvoering op gereglementeerde markt o Er wordt niet meer vermoed dat de regel is nageleefd indien de verrichting wordt uitgevoerd op een gereglementeerde markt o Vroeger ging men ervan uit dat vanaf het ogenblik dat aandelen op de beurs worden aangekocht, dat de best execution was nageleefd
236
Privaat Bankrecht
•
•
•
JVD
2014-‐2015
o Nu heeft MiFiD dit vermoeden afgeschaft à Men moet immers niet alleen kijken naar de prijs, maar ook naar de uitvoeringskansen van het order (Bv. kiezen voor de markt waar de verwerving duurder is maar waar de kans groter is dat het aandelenpakket zal kunnen worden verworven) Bijzondere invulling in verhouding tot niet-‐professionele belegger o De transacties moeten worden uitgevoerd in het beste belang van de cliënt. Men gaat rekening houden met verschillende elementen à De prijs, de snelheid waarmee de transactie kan worden uitgevoerd, … o Dit moet genuanceerd worden à Als we te maken hebben met orders van niet-‐professionele beleggers dan gaat men enkel kijken naar het aspect prijs (kost van de transactie) Onderrichtingen van de klant o Wanneer een cliënt specifieke instructies geeft dan wordt een kredietinstelling geacht de best execution te hebben gerespecteerd indien men die specifieke instructies heeft nageleefd Criterium ‘prijs’? o Als we zeggen ‘prijs’ dan moeten we kijken naar het totale kostenplaatje à Als een cliënt aandelen in een vennootschap wil, en die aandelen worden genoteerd op verschillende beurzen, dan moet men niet alleen kijken naar de prijs op die beurs maar ook de kosten om die aandelen op een beurs aan te kopen o Best execution betekent dus dat gereglementeerde ondernemingen systemen moeten ontwikkelen die aan die normen voldoen
Aansprakelijkheid Aansprakelijkheidsgronden • Gedragsregelen zijn slechts de aanloop à De belangrijkste vraag is wanneer je je financiële instelling aansprakelijk kan stellen. We moeten de klassieke theorie van fout-‐schade-‐causaal verband toepassen à De besproken gedragsregelen spelen een belangrijke rol in het kader van dat begrip ‘fout’ à Indien men de gedragsregelen niet respecteert dan kan men argumenteren dat de gereglementeerde onderneming zich niet op zorgvuldige wijze gedraagt. Het kan hierbij gaan om buitencontractuele aansprakelijkheid (in het kader van precontractuele aansprakelijkheid), of om contractuele aansprakelijkheid • Miskenning precontractuele verplichtingen o Schadevergoeding (Art. 1382 BW) o Meer uitzonderlijk à Dwaling § Dit kan men uitzonderlijk toepassen à Bv. indien er onvoldoende informatie wordt verstrekt. Opdat deze theorie kan worden gebruikt, dient men aan te tonen dat de dwaling essentieel (en dus doorslaggevend) is. De dwaling moet bovendien verschoonbaar zijn. Aan deze voorwaarden zal niet vaak voldaan zijn. De sanctie voor dwaling is de nietigheid, dus de inleg kan worden terugbetaald
237
Privaat Bankrecht •
JVD
2014-‐2015
Miskenning contractuele verplichtingen o à Miskenning van een verplichting betreffende de uitvoering van de overeenkomst o Schadevergoeding Schadevergoeding à Fout – schade -‐ causaal verband
Fout • Inspanningsverbintenissen versus resultaatsverbintenisssen o à Als de gedragsregelen stellen dat u bepaalde informatie moet verstrekken dan gaat het om een resultaatsverbintenis. Hier worden de regelen zeer specifiek verwoord • Inspanningsverbintenis à Culpa levis à Men moet nagaan of de betrokken onderneming een fout heeft begaan die een normaal zorgvuldig bankier in dezelfde omstandigheden niet zou hebben begaan o Verschillende dimensies § (1) Aansprakelijkheid bij minwaarde? § (2) Miskenning best execution-‐regel à Is insapnningsverbintenis • Maar bij een niet-‐professionele belegger kan dit ook onder resultaatsverbintenis vallen • (1) Negatief resultaat vormt op zich niet het bewijs van het bestaan van een fout o Risico voor beleggingen ligt in essentie bij cliënt § Bv. Je sluit een contract tot vermogensbeheer met uw financiële instelling tot 500.000€ § Na 6 maanden is uw vermogen gedaald tot 400.000€ à Dan is de vraag of je de gereglementeerde onderneming aansprakelijk kan stellen afhankelijk van verschillende elementen § In principe is het de belegger die het risico draagt voor het verlies dat zich zou kunnen voordien vanaf het ogenblik dat men gaat beleggen à Wanneer de onderneming een resultaatsverbintenis zou aangaan is dit anders (Bv. fonds met kapitaalbescherming waarbij de onderneming de garantie biedt dat men de cliënt zijn kapitaal zal teruggeven = resultaatsverbintenis) à Als men instapt in zo’n beleggingsfonds moet men kijken door wie de kapitaalbescherming wordt geboden. Vandaag de dag is er bovendien bijna nooit nog een 100% kapitaalbescherming à Door de lage rente hebben banken geen alternatief meer dan kapitaalbescherming te bieden ten belope van 90-‐95% § Kapitaalbescherming is meestal ook kapitaalbescherming na aftrek van kosten à Bij het instappen bij een fonds moeten Bv. 3% instapkosten betaald worden à De kapitaalbescherming heeft dan geen betrekking op die instapkosten
238
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Slechts inspanningsverbintenis à Bewijslast voor wanbeheer ligt bij cliënt § à Toetssteen à Culpa levis in abstracto à Goede “specialist”, geplaatst in dezelfde omstandigheden + rekening houden met gebruiken o Rechter moet zich plaatsen op ogenblik van beweerde fouten à A posteriori-‐val vermijden § Wanneer de rechter dit gaat beoordelen moet hij zich behoeden voor een a posteriori beoordeling à De beoordeling door de rechter moet gebeuren uitsluitend rekening houdend met elementen die voor de gereglementeerde onderneming kenbaar waren of hadden gekend moeten zijn op het ogenblik van de handeling (Bv. plaatsen van de order) § à Belangrijke filter op welslagen aansprakelijkheidsvordering
o Concrete toepassingen à Wanneer men zich niet als een normaal zorgvuldig bankier gedraagt § Miskenning informatieverplichting • Dit kan als een fout worden beschouwd à Men mag van een normaal zorgvuldig bankier verwachten dat hij informatie verstrekt. Een gebrek aan informatie of gebrekkige informatie zijn belangrijke aspecten. Indien men de belegger niet informeert over de toezichthoudende overheid dan zal dit geen aanleiding geven tot aansprakelijkheid, aangezien de schade hier niet aangetoond kan worden à Hier gaat het om buitencontractuele aansprakelijkheid § Niet opmaken van een beleggersprofiel (vermogensbeheer, beleggingsadvies) • Dit is niet meer vaak aan de orde à Gereglementeerde ondernemingen vrezen voor de MiFiD-‐inspecties en men respecteert dit à Nu is men zeer streng geworden uit vrees voor deze inspecties § Geen respect voor de beleggingsdoelstellingen en risicoprofiel • Dit is evident een zaak die zeer belangrijk is en aanleiding kan geven tot schade à Hier gaat het om de situatie waar iemand Bv. aangeeft dat hij risico-‐ avers is en men komt in een defensief profiel terecht, maar toch geeft men informatie omtrent een risicovol product à Indien dit risicovol product misloopt en men leidt schade, dan gaat het om een schade niet zou hebben plaatsgevonden indien men in een risicoloos product had belegd
239
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Omgekeerd à Indien men geïnteresseerd is in risicovolle producten maar de bank geeft alleen maar risicoloze producten à Wat indien het risicovol product dan hoge winsten maakt? à Dat is moeilijk vast te stellen • à Hier gaat het over een contractuele aansprakelijkheid Miskenning van verplichting tot diversificatie • Zelfs bij een dynamisch belegger geldt de verplichting tot diversificatie • Men moet het risico spreiden door het vermogen over verschillende financiële producten te gaan spreiden •
§
•
(2) Best Execution o Toepassing à Churning § = Het kunstmatig opdrijven van het aantal transacties door de financiële instelling § Ze gaan doen alsof er meerdere transacties zijn geweest, want per transactie moet de belegger kosten betalen (Bv. commissie aan de financiële instelling) à Dat is natuurlijk niet in het voordeel van de belegger, dus het is verboden § De bank gaat dus Bv. 1 aandeel kopen om het 2min later opnieuw te verkopen in het kader van een contract tot vermogensbeheer, want daar moet je niet voor elke order toestemming geven en kan de bank doen wat ze wil à Op die manier kan de bank verbonden kosten, commissies, in eigen zak gaan steken § à Dat is niet in het belang van de consument en wordt dus als een schending van best execution beschouwd
Schade • Geleden verlies o Wat is het verlies dat de cliënt geleden heeft? à Dit is makkelijker vast stellen dan de gederfde winst o Bv. Men wil ten allen tijden zijn kapitaal terug en toch stapt men in een fonds zonder kapitaalbescherming à Dan is de schade gelijk aan de gerealiseerde minwaarde • Gederfde winst à Plausibele alternatieve investeringen o Voor gederfde winst gaat men kijken naar het rendement dat iemand zou gehaald hebben uit een plausibele alternatieve investering o Bv. Iemand stapt in een fonds zonderkapitaalbescherming à Men heeft 10.000 euro en dat daalt naar 8.000 à Er is dus een verlies van 1.700€ (aangezien er 3% instapkosten zijn) o Gederfde winst à Wat als die 10.000 euro belegd zou zijn volgens de vooropgestelde beleggingsdoeleinden? Absolute kapitaalbescherming komt bijna niet meer voor maar Bv. een termijnrekening biedt vandaag maximaal 1% rente
240
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
o Men moet dus uitgaan van de winst die je zou hebben gemaakt indien uw gelden op een termijnrekening zouden hebben gestaan in plaats van in de risicovolle belegging te zitten à Men moet niet kijken naar investeringen die niet stroken met het beleggersprofiel o Dit werkt dus in 2 richtingen à Enerzijds moet je in het voordeel van de consument kijken naar de winsten die hij behaald zou hebben indien men binnen het eigen beleggersproefiel zou hebben belegd ßà Maar anderzijds à Indien je hogere winsten zou hebben behaald in een ander risicoprofiel dan dat van jou, mag je daar geen rekening mee houden o è Je mag enkel en alleen naar het eigen beleggersprofiel kijken o Stel: jij bent een zeer defensief belegger waardoor je eigenlijk alleen maar in aanmerking komt voor een belegging op termijnrekening aan 1% rente à Maar toch heeft de bank je 10.000 euro belegd in een risicovol product en je maakt 2.000 euro verlies à Wat kan jij dan vorderen van de bank als schade? § 1.700 euro die je verloren bent (geen 2.000 want je hebt 300 kosten die je sowieso had moeten maken) § Maar ook 1% winst op 10.000 die je zou hebben verdiend indien je zou hebben belegd op een termijnrekening, nl. 100 euro Causaal verband • Principe à Bewijslast rust bij belegger • Maar à Art. 30ter WFT à Vermoeden van causaliteit o Het belang van dit vermoeden is uitermate beperkt want het vermoeden (dat bovendien weerlegbaar is) bestaat eruit dat ‘bij een miskenning van bepaalde gedragsregelen men gaat vermoeden dat de transactie/verrichting het gevolg is geweest van die miskenning’ o Men vermoedt dus niet dat de schade het gevolg is van de fout à Dit is geen absoluut vermoeden aangezien de onderneming het tegenbewijs kan leveren (bepekte omkering van bewijslast) o Dit vermoeden speelt bij miskenning van bepaalde inbreuken op de wet, waaronder bepaalde gedragsregelen à Deze worden in Art. 30ter opgesomd à Bv. dossierplicht, inform your customer Geen exoneratie mogelijk • Vergelijking met gemeen recht o Art. 30ter is een beetje een vreemde eend in de Wet Financieel Toezicht à Deze wet laat zich in principe niet rechtstreeks in met de bescherming van de belegger, en zeker niet op de privaatrechtelijke verhoudingen à Art. 30ter wijkt daarvan af o In het KB 2007 ziet men dat een gereglementeerde onderneming zich niet kan exonereren van haar aansprakelijkheid bij vermogensbeheer à Dat gaat eigenlijk zeer ver en gaat veel verder dan het gemeen recht (men kan zich zeer verregaand exonereren indien men de essentie van de overeenkomst niet teniet doet)
241
Privaat Bankrecht
2014-‐2015
•
Vergelijking met consumentenrecht o Hier kan men zich exonereren voor een lichte fout o Bij het KB kan men zich voor niets exonereren
•
Voorbeeld van een beding o “De beheerder verbindt er zich toe om aan het beheer de vereiste tijd, zorg en kennis te besteden. Hij kan evenwel niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele ongunstige resultaten, behalve wanneer kan worden bewezen dat hij blijk heeft gegeven van ernstige tekortkoming of duidelijke nalatigheid” o à Ernstig/duidelijk à Dat wekt een verkeerde indruk Kan men zich exonereren voor een gedragsregel buiten het vermogensbeheer? à Volgens de prof wel want die vindt dat dit strikt moet worden geïnterpreteerd o Anderen stellen dat dit een algemene regel is o Hierover bestaat nog geen rechtspraak
•
JVD
Moratorium
Vrijwillig moratorium Verbod op commercialisering door een distributeur aan retailbeleggers van bijzonder ingewikkelde gestructutreerde financiële instrumenten • De meeste ondernemingen zijn hierbij toegetreden à Dit is zeer snel ontwikkeld na de oprichting van de FSMA • De CBFA moest waken over de financiële gezondheid van kredietinstellingen maar dat is overgedragen aan de NBB à FSMA wou aantonen dat men nog steeds een belangrijke instelling was en dat deed men via dit moratorium. Het was de bedoeling om dit na 2 jaar in dwingende reglementering te gieten. Maar ondertussen (4 jaar later) is dit moratorium nog steeds vrijwillig. Indien men de regelen dwingend zou opleggen dan brengt dit Europeesrechtelijk problemen met zich mee (Bv. principes van vrij verkeer). Bovendien stelde men binnen de FSMA vast dat dit moratorium een grote beslissingsbevoegdheid geeft aan de FSMA. De FSMA beslist autonoom over de creatie van nieuwe financiële instrumenten en hun verenigbaarheid met het moratorium. Er is geen beroepsmogelijkheid, en men kan niet anders dan zich neerleggen bij de beslissing van de FSMA à Uit het moratorium stappen is een te ingrijpende stap • Waarom is er een moratorium nodig? à Bijna de helft van het bedrag op de spaarboekjes wordt geïnvesteerd in gestructureerde instrumenten à Daarom was het nodig dat de FSMA ingreep • Het gaat enkel om retailbeleggers zoals in de wet van 2 augustus 2002 à Het zijn niet alleen consumenten, maar ook Bv. KMO’s à Bovendien laat het moratorium toe aan retailbeleggers toch nog de ingewikkelde, gestructureerde instrumenten aan te bieden indien men een vermogen heeft van meer dan 500.000€ en dan enkel voor het gedeelte dat dit bedrag overschrijdt
242
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
•
è Gestructureerde o Alle spaar-‐ en beleggingsproducten die een derivatencomponent bevatten zijn gestructureerd o Derivaat = Gedeelte van opbrengst is afhankelijk van een onderliggende waarde zoals Bv. de evolutie van de aandelenindex
•
è “Bijzonder ingewikkeld” o Het moratorium geldt ongeacht de juridische verpakking. Opdat iets bijzonder ingewikkeld is moet men 4 vragen stellen. Indien aan één vraag niet is voldaan dan is het bijzonder ingewikkeld à Men stelt de vraag en indien het antwoord ja is, dan mag men door naar de volgende vraag à Indien men nee antwoord dan mag men het instrument niet commercialiseren o Vraag 1 à Onderliggende waarde toegankelijk § Kan ik zelf op een eenvoudige manier Bv. die aandelenindex volgen? à Bv. Bel-‐20 kan makkelijk worden gevolgd § Maar voorbeeld van niet-‐toegankelijkheid is de grondstoffenindex § Antwoord • Ja à Naar vraag 2 • Nee à Niet commercialiseren o Vraag 2 à Te ingewikkelde strategie § Bv. gebruik van teasers à Producten waarbij men Bv. zegt “u krijgt een vast rendement van 3%” à Maar blijkbaar geldt dat enkel tijdens het eerste jaar en de belegging is gespreid over een periode van 5 jaar’ § Bv. Product promoten met kapitaalbescherming maar deze is voorwaardelijk à Bv. Bel-‐20 zakt beneden 1000 punten § Is de strategie makkelijk te begrijpen? • Ja à Naar vraag 3 • Nee à Niet commercialiseren o Vraag 3 à Te ingewikkelde berekeningsformule § Niet te ingewikkeld à Naar vraag 4 § Te ingewikkeld à Niet commercialiseren o Vraag 4 à Transparantie kosten, kredietrisico, marktwaarde § Je moet Bv. nagaan of de belegger voldoende geïnformeerd is over alle verbonden kosten (Bv. of de belegger weet wie de emittent is van het financieel product of dat er Bv. voldoende tussentijdse informatie wordt verstrekt over de marktwaarde) § Ja à Je mag commercialiseren § Nee à Niet commercialiseren
•
Vaak ziet men dat ondernemingen producten ontwikkelen die ze dan moeten voorleggen aan de FSMA ter goedkeuring, maar waar men eventueel bepaalde zaken moet bijwerken om tot commercialisering over te gaan
243
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Banning Verbod om bepaalde financiële instrumenten aan retail-‐beleggers te commercialiseren à FSMA heeft deze bevoegdheid gekregen door Twiin Peaks II à Men wil bepaalde producten niet aangeboden zien aan retail-‐beleggers. Deze zijn bijzonder complex en risicovol. Ze zouden ook niet door het moratorium geraken, maar dat is vrijwillig à Deze instrumenten zijn zodanig complex dat de wetgever het nodig vond om deze te gaan bannen • Financiële producten die afhangen van life settlements o Het komt erop neer dat een persoon die beschikt over een levensverzekering, deze gaat verkopen aan een onderneming en die verkopen dit op hun beurt aan een belegger als een beleggingsinstrument o Hoe sneller de persoon die de levensverzekering heeft afgesloten sterft, hoe meer rendement de belegger zal krijgen à Dit is moreel onaanvaardbaar • Financiële producten die in wezen derivaten op virtueel geld (zoals bitcoin) zijn o Bitcoin is heel volatiel en afgeleide instrumenten hiervan wil men bannen • Obligatie-‐instrumenten (“notes”) en de tak 23-‐verzekerings-‐ overeenkomsten waarvan het rendement afhangt van een alternatieve instelling voor collectieve belegging die in niet-‐conventionele activa belegt, alsook de tak 23-‐verzekeringsovereenkomsten waarvan het rendement afhangt van een intern fonds dat in dergelijke niet-‐ conventionele activa belegt o Niet conventionele activa zijn Bv. wijn, whisky, andere consumptiegoederen Transversaal KB (Niet gezien) (KB van 25 april 2014 betreffende bepaalde informatieverplichtingen bij de commercialisering van financiële producten bij niet-‐professionele klanten) Transversaal à Regeling voor alle spaar-‐ en beleggingsproducten • Verplichting om bij de commercialisering van financiële producten bij niet-‐professionele cliënten een informatiefiche te verstrekken o Uitstel inwerkingtreding owv PRIIPS-‐Verordening, zelfs voor financiële producten die niet onder PRIIPS vallen (uitz. gereglementeerde spaarrekening) • Vereisten inzake reclame o Verplichting om reclame voor financiële producten voorafgaandelijk door FSMA te laten goedkeuren: uitstel o Label en prestatiescenario’s: uitstel o Overige voorschriften: geen uitstel
244
Privaat Bankrecht
JVD
2014-‐2015
Labeling (Niet gezien) Transversale regeling voor alle spaar-‐ en beleggingsproducten, ongeacht de vorm • Risico-‐label • Vijf risicocategorieën • Verantwoordelijkheid voor het label • Hoe zal het label eruit zien ? • Gevolg verkeerd label ? • Uitstel inwerkingtreding (PRIIPS)
245