Samenvatting PREEK “Ik zing een lied voor U” Henk Stoorvogel Zondag 17 november 2013 Gespreksmateriaal KRINGAVOND op 27 november. Lezen: Handelingen 16:22-26 Paulus en Silas hebben een bezeten slavin bevrijd van haar boze geest – en de plotselinge verandering in de vrouw veroorzaakt commotie; haar eigenaren hebben een attractie minder en schoppen stennis. Een menigte dromt samen en wil Paulus en Silas lynchen. Romeinse machthebbers kunnen dat ternauwernood voorkomen, maar beseffen wel dat de menigte bloed wil zien, dus geven ze Paulus en Silas een geweldig pak slaag met stokken: hun rug, hun achterwerk, hun bovenbenen – alles wordt kapot geslagen. Kneuzingen, bloeduitstortingen, blauwe plekken, open wonden – Paulus en Silas zijn gevaarlijk gewond. En terwijl ze er zo slecht aan toe zijn worden ze in de binnenste kerker geworpen, in het donker, vastgeketend in een blok, met kans op wondkoorts, zonder te weten of ze de morgen halen, zonder te weten of ze hier ooit uitkomen en op dit dieptepunt, in deze donkere nacht zien wij Paulus voor het eerst – en voor de enige keer – zingen. In de nacht van zijn gevangenschap, gebroken en gemangeld, zingt Paulus God de lof, samen met Silas. En de gevangenen horen hen. Dit is aanbidding. Het gaat niet om het zingen van een liedje, het gaat niet om een bijzonder gevoel – aanbidding betekent dat je een nieuwe realiteit binnen stapt. Aanbidding betekent dat je deel krijgt aan een werkelijkheid, echter dan jouw situatie. Paulus en Silas zingen een lied voor God en stappen met één been uit hun kerker. Hebr 12:22 e.v. zegt: want jullie zijn genaderd tot de berg Sion, tot de stad van de levende God, tot het hemelse Jeruzalem en tot tienduizendtallen van engelen en tot een feestelijke en plechtige vergadering van eerstgeborenen en tot God – en tot Jezus – en tot het bloed… Wanneer je God aanbidt dan treed je die werkelijkheid binnen – je schrijdt over de drempel van de troonzaal van God – je stemt in met dat reusachtige engelenkoor dat bestaat uit tienduizenden machtige wezens, flappend met hun vleugels – hun hoge, schone engelenzang zingend – je valt in met de eerstgeborenen, heiligen die ons zijn voorgegaan en die de lof van God zingen – en je stapt met één been de hemelse werkelijkheid binnen. Ken je dat – dat je je alleen voelt, of angstig, of onzeker en dat het leven je overweldigt en dat je niet weet hoe je verder moet of dat je gewoon
©VEZwolle 2013
stilletjes geniet van een mooie dag en dat je dan begint te neuriën, dat je dan begint te zingen en plotseling voel je je niet meer alleen… het is of jouw lied versmelt met een lied dat al gezongen wordt – het is alsof je instemt met iets dat groter is dan jezelf, een lied dat je al kende van voor je geboorte en dat je heel in de verte herkent en je voelt je niet meer alleen, ergens is een raam opengegaan – een dakraam naar de hemel, want je aanbidt God – en lieve mensen, dat is precies wat er gebeurd: je bent niet alleen – je bent aangesloten in het koor dat God aanbidt! En dat koor zingt niet alleen op zondagmorgen. Jij moet middenin de nacht opeens nodig naar het toilet en je staat op – en jij dacht dat je alleen naar de wc hoefde, maar de werkelijkheid is misschien wel dat God je wakker maakte omdat hij je een moment van aanbidding wil geven, een moment van eenwording met de hemelse realiteit. Paulus en Silas zingen een lied voor God en hoewel ze fysiek nog steeds in dat blok vastgeketend zitten zweven hun zielen als op adelaarsvleugels weg en bewegen zij mee met die machtige engelen en de heiligen in de troonzaal – o, ik zing een lied voor U! Hoor – mijn geliefde Zie, daar komt hij, Springend over de bergen, Huppelend over de heuvelen Maar zoals dat gaat met de aanbidding van God – soms nadert hij en roept hij je, andere momenten zoek je hem en de bruid van Hooglied vervolgt: Op mijn legerstede ’s nachts zocht ik mijn zielsbeminde Ik zocht hem, maar ik vond hem niet Ik wil opstaan en rondgaan in de stad, Op de straten en pleinen En mijn zielsbeminde zoeken; Ik zicht hem, maar ik vond hem niet. De wachters die in de stad hun ronde deden troffen mij aan: Hebt gij ook mijn zielsbeminde gezien? Nauwelijks was ik hen voorbijgegaan of ik vond mijn zielsbeminde. Ik greep hem vast en wilde hem niet loslaten totdat ik hem gebracht had in het huis van mijn moeder. En gemeente, er zijn van die dagen dat ik mijn zielsbeminde zoek – en dat hij zich niet in mijn slaapkamer, niet in mijn kantoor, niet in mijn comfortzone laat vinden – en dat hij mij naar buiten lokt, de bergen in, de bossen in – om mijn zielsbeminde te vinden…
©VEZwolle 2013
Paulus en Silas zingen hun lied voor hun zielsbeminde, kapot geslagen ruggen, ongemakkelijk in het blok en zij zijn zo ver verwijderd van hun comfort-zone – bergen hebben ze beklommen, eindeloze kilometers gelopen – om mensen tot bekering te brengen – jazeker, maar daar overheen, daar onderdoor was daar dat diepere besef: wij reizen tot de einden van de aarde omdat dat de plek is waar wij God zullen ontmoeten… Wanneer je werkeloos bent en God bidt om een baan en hij je een baan geeft en je God dan dankt – dat is geen aanbidding. En wanneer je eenzaam bent en verlangt naar vriendschap en je bidt daarvoor en God geeft je een vriend of een vriendin en je dankt God daarvoor, dan is dat geen aanbidding. En wanneer je in de problemen bent en je smeekt God om uitkomst en hij biedt die uitkomst en je geeft God de eer voor zijn trouw, dan is dat geen aanbidding. Maar wanneer je werkeloos bent en nog steeds geen baan hebt en God ondanks je hopeloze situatie eert om wie hij is, dan is dat aanbidding. En wanneer je eenzaam bent en nog steeds geen hartsvriendin gevonden hebt en God desondanks alle glorie geeft voor zijn machtige naam, dan is dat aanbidding. En wanneer je problemen nog lang niet opgelost zijn en je niet weet hoe het verder moet en je gewoon doorgaat met het prijzen van God, dan is dat aanbidding! En wanneer je met kapot geslagen rug in de binnenste kerker zit, met je voeten in een blok, niet wetend wat de toekomst brengen zal en je dan zingt voor God, dan is dat aanbidding! Want wanneer wij God danken voor wat hij voor ons heeft gedaan dan is dat geen aanbidding, maar vanzelfsprekende dankbaarheid. Aanbidding begint wanneer wij God eren, niet om wat hij heeft gedaan, maar om wie hij is. Laat mij toch een lied zingen voor U! Vorig weekend las ik het nieuwste boek van Open Doors: Het dwaze van God en terwijl ik dit boek ademloos doorlas dacht ik steeds maar: dit boek zou iedere VEZ’er moeten lezen als voorbereiding op de kerstcampagne – wanneer je leest hoeveel broeders en zusters in vervolging over hebben om Jezus’ liefde met anderen te delen – hoe dankbaar en gretig mogen wij dan wel niet gebruik maken van de vrijheid en ruimte die God ons geeft. Het kan toch niet zo zijn dat wij later, aan het einde van alle dingen te horen krijgen: jullie hadden zoveel kansen, maar jullie hebben ze niet gepakt – want jullie waren veel te druk met jullie eigen dingetjes… en daarom: ga dat boek lezen….
©VEZwolle 2013
In dat boek staat het verhaal van Dmitri, een Rus die Jezus leert kennen ten tijde van het IJzeren Gordijn. Omdat hij zijn mond niet kan houden over Jezus wordt hij gevangen genomen en 1.000 kilometer verwijderd van zijn gezin achter de tralies gezet. Hij weet niet hoe het met zijn vrouw en kinderen gaat, hij weet niet wat de toekomst brengen zal, hij zit daar in een gevangenis met 1.500 andere mannen. Elke ochtend bij het ochtendgloren staat Dmitri op, gaat hij naast zijn bed staan met zijn gezicht naar het oosten en zingt hij een loflied voor God. Elke ochtend. 17 jaar lang. En de andere gevangenen lachen hem uit, schelden hem uit, bekogelen hem met het vuil uit hun cellen. Maar elke morgen staat Dmitri op en zingt hij zijn loflied om wie God is en stapt hij met 1 been de hemelse realiteit binnen, zoekt hij daar ver buiten zijn comfortzone zijn zielsbeminde… Na 17 jaar valt het besluit dat Dmitri geëxecuteerd zal worden. Hij wordt uit zijn cel gehaald en door de gangen gevoerd naar de binnenplaats, waar hij doodgeschoten zal worden. De gevangenen krijgen door wat er te gebeuren staat en plotseling klinkt er gezang uit één mond, uit twee, dan uit 1.500 monden… alle gevangenen staan naast hun bed met hun gezicht naar het oosten en samen zingen ze, als 1 groot koor, het ochtendlied dat Dmitri 17 jaar lang voor zijn Heer en Heiland gezongen heeft. De cipiers deinzen terug en zien af van de terechtstelling. Ze brengen Dmitri terug naar zijn cel en enkele dagen later laten ze hem vrij. Paulus en Silas zingen hun loflied voor God en de aarde begint te beven, de muren storten in, ketenen breken, licht doorklieft de duisternis en de mannen zijn vrij om te gaan en staan waar ze willen! Aanbidding brengt vrijheid! En er zijn mensen: o, je zit gevangen in de binnenste kerker en het is donker om je heen, je bent beschadigd, uitgeput en weet niet wat de morgen brengen zal – zing een lied voor de Here – aanbid hem en laat de aarde beven – laat de muren instorten – laat de ketenen breken – laat het licht schijnen in de duisternis – laat God zijn bevrijdende werk doen! Ben je uitgeput – zing dan een lied voor de Heer Weet je niet hoe je leven verder moet – zing een lied voor de Heer Hebben de ketenen van de duisternis je ziel omvat – zing een lied voor de Heer Lieve broeders en zusters – zing een lied voor de Heer Want zelfs Jezus zong tijdens zijn donkerste uur… Zelfs Jezus zong tijdens zijn meest hevige strijd Marc 14:26 – na het avondmaal – toen voor de Joden de Goede Vrijdag al begonnen was en Jezus wist wat hem te wachten stond – zegt de Bijbel dat Jezus begon te zingen… het is de enige keer in de Bijbel dat we Jezus
©VEZwolle 2013
zien zingen – hij heeft het ongetwijfeld vaker gedaan, maar deze ene keer moest van de heilige Geest in de Bijbel opgenomen worden om ons te leren wat het hart van ware aanbidding is: het zingen van een lied in de binnenste kerker in de diepste duisternis en dan staat er: en nadat zij de lofzang gezongen hadden vertrokken zij naar de Olijfberg Zomaar – in 1 zinnetje… Naar de Olijfberg – waar de slang Jezus opwachtte – waar Judas hem zou verraden met een kus – waar de mishandeling zou beginnen – gevolgd door de ondervraging en de marteling en de bespotting en de geseling en de eindeloze kruiptocht naar Golgotha, naar het moment van de kruisiging – dat allemaal stond op het punt om los te barsten – de helse titanenstrijd van licht en duisternis – de grootste veldslag van de eeuwigheid – het centrale punt in de geschiedenis van de mensheid – alles stond op het spel – nooit is duisternis zwarter geweest of gemeenheid wreder – nooit is lijden dieper geweest of oneerlijkheid groter – nooit is satan boosaardiger geweest of een zweep venijniger – dat allemaal – enkele uren, enkele minuten nog maar van Jezus verwijderd… En Jezus als de gastheer van zijn vrienden stond naar goed Joods gebruik op en hij zei niet: vrienden, als jullie toch eens weten wat me te wachten staat, vanavond heb ik geen lust meer om te zingen, vanavond kan ik God niet meer aanbidden – nee, Jezus ging staan en zei: vrienden, laten we zingen voor onze God – ik zing een lied voor U en zij zongen… zij zongen de hallel, afgesloten met Psalm 118 – Psalm 118, waar Jezus zong over zichzelf… Ik zal niet sterven maar leven En ik zal de daden des Heren vertellen De Here heeft mij zwaar gekastijd Maar aan de dood heeft hij mij niet overgegeven (17-18) Jezus zong over het lijden dat hem te wachten stond, maar meer nog over de overwinning… en dan de laatste woorden die Jezus op aarde heeft gezongen – tenminste, de laatste woorden waarvan wij weten, want misschien, heel misschien steunde hij flarden van dit lied nog wel tijdens die laatste martelgang naar het kruis – het zal mij niet verbazen, maar dat is 1 van die geheimen die wij misschien in de hemel geopenbaard krijgen – maar de laatste woorden waarvan wij weten: Gij zijt mijn God, U zal ik loven O mijn God, U zal ik verhogen Looft de Here want Hij is goed Ja, zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid… Ik zing een lied voor U in mijn donkerste nacht – ik aanbid U om wie U bent…
©VEZwolle 2013
Jezus zong een lied voor de Here in zijn zwartste nacht – Paulus en Silas volgden zijn voorbeeld enkele jaren later – Dmitri volgde hun voorbeelden vele jaren later – de ware aanbidding… Jezus zong… en de aarde begon te beven… en structuren begonnen te schudden, het voorhangsel begon te scheuren… en waar dood was kwam leven, waar gebondenheid was kwam bevrijding, waar wet was kwam genade, waar gebrokenheid was kwam genezing, want Jezus zong… Lieve mensen, in de komende dagen, de komende weken, de donkere dagen voor kerst… zing een lied voor de Here – zing een lied voor Hem Gesprekvragen: 1. 2. 3. 4.
Van welke soort muziek houd je? Heb je een lievelingslied dat je vaak voor God zingt? Wat betekent aanbidding voor jou? Kun je voorbeelden geven van momenten dat je opgaat in aanbidding van God? Wat gebeurd er op zo’n moment? 5. Heb je ook wel eens ‘gezongen in de nacht’ of God aanbeden op momenten dat je het moeilijk had? Wat heeft dat met je gedaan? 6. Hoe zou je de komende weken je aanbidding tot God willen uiten?
©VEZwolle 2013