“Kom en zie …”
Verslag studie- en ontmoetingsreis naar Israël / Palestina Donderdag 17 oktober – zondag 27 oktober 2013
November 2013 Jitse Scheffer Predikant van de Protestantse Gemeente St. Pieterskerk te Beesd
Inhoudsopgave
Inleiding
p. 4
In beweging komen
p. 5
Elias Chacour, aartsbisschop van de Grieks Katholieke Kerk
p. 5
Mossawa / Jafar Farah
p. 8
Ayn Hawd / Ein Hod
p. 10
Nes Ammim, centrum voor studie & dialoog
p. 11
Akko
p. 12
Bewogenheid en weerstand
p. 13
Trees Kostermann, Sakhnin
p. 13
In beweging beknot
p. 15
Nazareth
p. 15
Meer van Tiberias
p. 15
Bethlehem
p. 16
EAPPI
p. 17
Sumudhouse / AEI
p. 18
Lajee Cultureel centrum / Aidacamp
p. 22
Father Jamal / Kairosdocument
p. 23
Opnieuw: bewogenheid en weerstand …
p. 27
Bob Lang te Efrat
p. 27
Veerkracht
p. 28
Bedoeïenengemeenschap ‘Umm il Kher’
p. 28
Brood
p. 30
At Tuwani / Operation ‘Dove’
p. 30
Emoties
p. 31
2
Hebron
p. 31
Hoop
p. 32
Daher Nassar / Tent of Nations
p. 32
Jeruzalem
p. 36
Sheikh Jarah
p. 37
Het kantoor van de Verenigde Naties, bij de hulporganisatie voor humanitaire zaken in Palestijnse Gebieden
p. 37
Sabeel, oecumenisch centrum voor Palestijnse bevrijdingstheologie
p. 38
Yehuda Shaul – ‘Breaking the silence’
p. 41
Ta’ayush
p. 42
Nabeschouwing
p. 45
Tot slot
p. 46
Wit Groen
: Israël : Palestina
3
Inleiding In de Protestantse Gemeente van Beesd is jarenlang een commissie ‘Wereldwijd’ heel actief werkzaam geweest op het gebied van zending, werelddiaconaat en ontwikkelingssamenwerking. De laatste jaren echter konden voor dit stukje kerkenwerk geen vrijwilligers meer worden gevonden en droeg de diaconie zorg voor ondersteuning van projecten. Toen ik in 2010 als predikant verbonden werd aan deze gemeente, was het één van mijn wensen dat we toch weer zouden proberen mensen te motiveren om de ZWO opnieuw gestalte en inhoud te geven. Daarin zijn we geslaagd: ik ben er erg blij mee! Kerk – zijn wordt in meerdere opzichten concreet: binnenlans en buitenlands diaconaat zijn naar mijn mening daarbij van wezenlijk belang! Een viertal mensen is bereid gevonden na te denken wat we als plaatselijke gemeente zouden willen, waar we accenten zouden willen leggen, wat we zouden willen uitstralen, welke thema’s we belangrijk vinden, welke doelgroepen we zouden willen aanspreken. Verschillende kernwoorden kwamen op tafel en samen met de – toenmalige – adviseur van Kerkinactie – mw. Hannie Luiten – besloten we het AEI in Bethlehem ‘te omarmen’. Onze buurgemeente – de Protestantse Gemeente Deil / Enspijk – bleek dit project eveneens te ondersteunen! Ds. Neely Kok – uit deze gemeente – vertelde mij over de reis die zij ging maken naar Israël / Palestina en maakte mij enthousiast om mee te gaan. Wie naar Israël reist kan een reis maken naar het land van de Bijbel … Al reizend kom je langs ‘heilige Plaatsen’ … Wie de ‘heilige Plaatsen’ bezoekt, kan zich wanen in een land van overvloed … Maar … waar is ‘het Beloofde Land’ … Wie mogen wonen in dit land, Hoe gaat het daar toe … Is het land wel ‘heilig’ … Wordt het leven ‘geheiligd’, of worden mensenrechten met voeten getreden? Ik ben gegaan om te zien … Ik was er om te luisteren … Wat ik zag, wat ik hoorde heeft me diep getroffen. Het heeft me verbijsterd, ontroerd, in verlegenheid gebracht. Het is een reis geworden die me totaal heeft verward en tegelijk een reis die ik nooit had willen missen. In dit verslag wil ik ‘verhalen’, hoe ‘bewogenheid’ vraagt om beweging in geloof, in spreken, denken en handelen. Dat wij de verhalen vertalen …
4
In beweging komen … In 1997 was ik in Israël. Ik had voor mijn eerste gemeente, de Hervormde gemeente te Okkenbroek, een reis georganiseerd en was met Drietour-reizen in zee gegaan. Met de bijbel in de hand trokken we door het heilig land. Dat was ook het doel: de bijbelse plaatsen tot leven brengen, de verhalen tot leven brengen door de plaatsen te bezoeken. Wat we zagen waren vooral de bekende plekjes: in willekeurige volgorde noem ik de Jordaan, de Karmel, de berg der zaligsprekingen, de Dode Zee, Jeruzalem, Nazareth, de woestijn, Bethlehem … ‘een Muur was er toen nog niet’: niet concreet tenminste … Het oorlogsmuseum Yad Vashem werd bezocht … De reis voldeed aan de verwachtingen: mensen wilden genoemde plaatsen ook heel graag zien. Het was een gangbare toeristische reis. Nu was de reis georganiseerd door ‘vrienden van Sabeel’ (ik kom daar later op terug) en ‘Kairos Nederland’ met het doel inzicht te bieden in de realiteit van het dagelijks leven in Israël / Palestina. We zouden daartoe Israëlische en Palestijnse organisaties ontmoeten, mensen spreken … hun verhalen horen … verhalen over vrede en gerechtigheid … Na deze studiereis weet ik dat het eerste wat in beweging moet komen mijn eigen denkproces is: de verhalen die we hoorden gingen inderdaad over vrede en gerechtigheid, maar zeker ook in dit verband ook over de schending van mensenlevens, de wanhoop soms, en daardoorheen over de hoop en het geloof, dat K-/kracht gaf om staande te blijven. Wat een getuigenis. Ik was diep onder de indruk. Ik voelde schaamte … eigenlijk tijdens de hele reis, want eigenlijk had ik misschien ‘beter moeten weten’ : eigenlijk had ik moeten weten van het leed dat mensen mensen aandoen, eigenlijk – waar ik niet uitkom – speelt de vraag door mijn hoofd waarom we als kerken zo weinig doen. Want … hoe je ook denkt en wat je ook gelooft: nooit mag bijbelse gerechtigheid met voeten worden getreden. Waarom heb ik mijn eigen geweten altijd gesust met de gedachte dat Israël het land was van het volk van God … Wat sprak ik daarmee eigenlijk uit? Wie is het ‘het volk van God’? Zijn het de Joden … alleen de Joden …? Wij zijn toch allen ‘zonen van Abraham’, zoals Elias Chacour dat mooi verwoordt! Elias Chacour, aartsbisschop van de Grieks Katholieke kerk, ontmoetten wij tijdens onze reis in Haifa. Wij kwamen op donderdag 17 oktober aan op vliegveld ‘Ben Gurion’ in Tel Aviv en werden met de bus naar het noorden van Israël gebracht. We reden langs de berg Karmel, we zagen huizen … leeg en verlaten: Palestijnen zijn er ooit verjaagd om nooit weer terug te keren. Op sommige huizen zagen we grote watertonnen / waterreservoirs staan: het bleken de huizen van Palestijnen.
5
Voor het geval dat zij zouden worden afgesloten van de waterleiding … In ieder geval was er dan een reservevoorraad … Het was de eerste aanblik voor mij die al iets deed voelen over spanningen en tegenstellingen, over macht en machtsmisbruik. Na een goede nachtrust, wachtte het bezoek bij het aartsbisschoppelijk paleis. Ik had hoge verwachtingen. Elias Chacour schreef een aangrijpende biografie over zijn leven (‘Zonen van Abraham’). In dat boek vertelt hij hoe Joodse soldaten / Zionisten zijn geboortedorp – Biram – in beslag namen. De huizen werden geconfisqueerd, mensen werden verjaagd … : ‘Het land is van ons’ … Het was 1947. Wat de Verenigde Naties een compromis noemden – zo vertelt Chacour in zijn boek – was in
realiteit ontredderend nieuws: de Zionisten zouden 54 % van het land krijgen, hoewel ze maar 7 % van de grond bezaten. Bijna al het vruchtbare land viel hen toe. Hoe kon het toch dat alle naties ter wereld de VN – stemming zonder vragen of protesten accepteerden …
Tot mijn schaamte moet ik bekennen dat ik zelf eerder ook gehinderd werd door vooroordelen, dat mijn blik vertroebeld werd door het woord ‘Palestijnen’. Waren dat niet de mensen met de zelfmoordaanslagen waarbij ook joodse Israëliërs slachtoffer waren? Vanwege deze terreuraanslagen associeerde ik hen wel eens met terroristen … maar werd de oprichting van de staat Israël in 1948 ook niet voorafgegaan door aanslagen van Joodse terreurgroepen: de aanslag op het King David Hotel in Jeruzalem in 1946, de slachting in Deir Yassin in april 1948, schending door het Israëlisch leger van het internationale recht door geweld op Palestijnse burgers … (bron: ‘De muur is afgebroken – ds. Henri Veldhuis te Culemborg).
Zo goed kende ik de feiten niet, maar toen ik me daarin wat meer verdiepte, merkte ik opnieuw: het eerste wat in beweging moet komen is mijn eigen denkproces. Chacour schrijft in zijn boek:
Was Palestina een land zonder volk dat wachtte op een volk zonder land? Het was een land met vastgelegde grenzen, en wat meer is, het werd al zeer lang bewoond door een volk met een oude, eerbiedwaardige cultuur. Deze aartsbisschop … met zijn prachtige baard, hij zat in zijn rode mantel, de bisschopsketting om, en vertelde ons eigenlijk in heel eenvoudige bewoordingen de kern van zijn boodschap: Alle onderscheid tussen volken, godsdiensten en culturen … het is mensenwerk, niet door God gewild: in Christus zijn wij allen één. Ik ben een trotse Palestijn - waren zijn woorden – een trotse Arabier, een Palestijns Arabisch Christen, niet als ‘christen’ geboren, maar als mens geboren! Ik ben Een burger van de Staat Israël maar niet zoals de Joden burger zijn van Israël: zij hebben een hogere status.
6
Dat is de realiteit van alledag. Het is ook wat ik van sommige mensen hoor: God heeft toch ook beloofd het volk Israël thuis te brengen in haar eigen thuisland? Chacour helpt me in zijn boek waar hij over die vraag schrijft:
Van wie zegt God dat het land werkelijk is? Zo spreekt God: het land behoort Mij toe en jullie zijn slechts vreemdelingen die bij mij te gast zijn (Lev. 25 : 23) Abraham wist dat hij niet de eerste inwoner van Kanaän was die de enige ware God aanbad. Melchizedek, de priesterkoning van Salem, begroette Abraham eens met giften van brood en wijn en een welkomstboodschap van God. Blijkbaar hadden hij en zijn volk al enige tijd voor Abraham in het land gewoond en nooit heeft Abraham geprobeerd Melchizedek van de troon te stoten of iemand land af te nemen. Hij leefde als een nomade. God verwachtte van de nakomelingen van Abraham dat ze zijn eigen karakter aan de hele wereld lieten zien; dat zijn gezicht herkenbaar zou zijn in alles wat ze deden … Chacour gaf in onze ontmoeting met hem het onderscheid aan tussen assimilatie (waarbij een mens zijn verhaal / zijn waardigheid opgeeft: dat is niet goed) en integratie. Laatstgenoemde is wat belangrijk is. Ik las het ook terug in zijn boek: de eerste stap op weg naar verzoening van Joden en Palestijnen is juist het herstel van menselijke waardigheid. In het spoor van Jezus moest hij degenen die vernederd waren, daartoe overeind helpen. Een warm mens … deze bisschop. Hij vertelde ons in Haifa over zijn eerste ‘uitzending’ als priester naar Ibillin, zo klein dat hij niet eens wist waar het lag. Vijfenzeventig procent van de mensen daar was zeer jong. Vanwege het militair regime mocht niemand daar weg, maar hoe moest het dan met scholing / onderwijs / educatie? Het thema ‘onderwijs’ stond bij hem hoog in het vaandel. ALLE families werden door Chacour uitgenodigd (zonder onderscheid in godsdienst) en ALLEN werden boeken uitgedeeld. Dat grensoverschrijdend aspect is heel belangrijk. Het bindt … verbindt … Langzaam kwam een ontwikkeling op gang: summercamps werden georganiseerd, die door de jaren heen een zo groot succes werden dat er bijna een probleem ontstond hoe ‘alle monden te voeden’. We spreken dan nl. van 5000 monden. (Waar hebben we dat eerder gehoord …) Als bij de wonderbare broodvermenigvuldiging kwamen om de beurt 10 moeders om de jeugd van eten te voorzien. Ze werden gevraagd … en ze deden het. Zonder onderscheid … De meerderheid van de moeders was moslims … Wij (Christenen) hebben niet het monopolie goed te doen, zei Chacour. Hij vertelde aansluitend hoe hij in eerdere jaren een ontmoeting had gehad met Prinses Beatrix. In dat gesprek vertelde hij haar dat geld was ingezameld voor Nederland na de watersnoodramp van 1953. You owe me … Prinses Beatrix vroeg: what can I do … en Chacour antwoordde snedig: give me the money back … Met een gift van fl. 40.000 kon een school worden gebouwd, maar de aanvraag werd afgewezen.
7
Toen - toch – werd doorgebouwd, werd het hele proces gedwongen stil gelegd. Beatrix – inmiddels Koningin – kwam later weer op bezoek en Chacour vroeg haar : finish your good work. Via ICCO werd toen – onder haar invloed – het werk voltooid. Persoonlijk genoot ik van de verhalen van Chacour, zo warm als hij vertelde. Het onderwijs bloeide en bloeit: er kwamen heel veel kinderen, komaf was niet belangrijk, onderscheid tussen Palestijns – christelijke kinderen en moslimkinderen bestond niet: volwassenen maken daar problemen over, kinderen niet (aldus Chacour). Er kwamen ook enkele joodse kinderen op school … Wat niet mogelijk was, gebeurde dan toch, want onderwijs is tot nu toe gescheiden, vertelde aartsbisschop: zo liggen de feiten. Gezamenlijkheid is de sleutel! Dat waren zijn woorden die hij ons meegaf. Wat ik leerde:
Help ons, alsjeblieft. Niet met geld. Met solidariteit. Jullie vriendschap hebben wij nodig. Wees / blijf vrienden met het Joodse volk, maar aarzel niet met de Palestijnen te sympathiseren. Word geen partij … don’t take sides!
We hoeven niet te leren hoe we samen moeten leven … We moeten de herinnering levend houden hoe we eeuwen samen leefden. Met die woorden werd het bezoek afgesloten. Aansluitend brachten wij een bezoek aan Mossawa. De organisatie is opgericht in 1997 en werkt voor gelijke rechten van Arabische burgers in Israël. Mossawa betekent gelijkheid. Het probleem is dat gelijkheid geen deel is van de grondwet … om de doodeenvoudige reden dat er géén grondwet is in Israël. Het gebrek aan gelijkheid, het rechtsprobleem is een groot issue. Een groot deel van de Palestijnen in Israël is van huis en haard verdreven. Zij raakten ontheemd en hun bezit werd afgenomen. Mossawa ontwikkelt programma’s, streeft naar een democratische maatschappij en ageert tegen alle vormen van discriminatie, las ik. Maar in het gesprek dat we hadden met Jafar Farah
8
bleek hoe moeilijk dat is. Gelijkheid zou een ‘basic value’ moeten zijn, zei hij, maar vrij kunnen spreken is niet vanzelfsprekend … Er IS bezetting en mensen worden monddood gemaakt, geïntimideerd en gekleineerd. Er is een gebrek aan vertrouwen – vertelde hij – om een coalitie te bereiken. Samenwerking lukt bijna niet omdat er geen overleg plaatsvindt. Hij sprak over de uitgestoken hand naar de joodse gemeenschap om vrede te bouwen. Wat ik erg mooi vond, was zijn uitspraak dat de toekomst voor ieder kind zou moeten zijn dat het tweetalig wordt opgevoed … letterlijk en figuurlijk. Als je hier immers leeft, moet je elkaars taal verstaan. Mossawa … wil mensenrechten beschermen, bouwen aan goede ver(stand)houdingen, sociaal economische ontwikkeling stimuleren … en … EQUALITY … dat woord gebruikte Farah: gelijkheid in onderwijs, in rechtsspraak. Hij vertelde hoe hij zelf ook, als gevolg van de bezetting, gearresteerd werd, hij stipte zijn moeilijke jeugdjaren aan en het was misschien vanuit die achtergrond, vertelde hij, toen gevraagd werd naar de motivatie van zijn werk, dat hem de toekomst van de / zijn kinderen voor ogen stond. Ondanks moeilijke omstandigheden waarin hij zelf had verkeerd, leefde hij vanuit de hoop. Hoop … Hoop … Hoop … Hoop …
het is een woord dat tijdens de reis zo vaak terugkwam. die leven doet. als innerlijke kracht. kracht van God gegeven.
Hoe kun je verder, hoe kun je leiding geven, als je geen hoop meer hebt, zei Farah. So build a family, have children and build your career in sake of the future!! Wat kúnnen wij doen, werd gevraagd vanuit de groep waarmee wij reisden: Farah wees ons op het belang van overheid, regering, kerken (waar ook) ontmoetingen te organiseren, mensen te informeren, systematisch betrokken te zijn en te blijven, oog te hebben voor mensenrechten. Kom … Kom in beweging. Het viel mij op – zoals veel vaker tijdens de reis – dat over de Israëliërs helemaal geen boze gedachten bestonden, dat gezocht werd naar een gezamenlijke oplossing (en niet van één kant!). De moeilijkheid alleen is – zo begreep ik – het gebrek aan eigenwaarde: het Palestijns grondgebied is bezet gebied, een soort open gevangenis, waarvan de Palestijnse Autoriteit gevangenisbewaarder is. Wat voor nut heeft het nog, om te stemmen / om je stem uit te brengen tijdens de verkiezingen. Ook op dit vlak is EQUALITY een issue. Jafar Farah stimuleert de mensen tóch voor hun recht op te komen … te staan voor wie zij zijn! Onze groep trok verder. Het middaguur naderde en het was tijd om te lunchen. Dat deden we in een klein dorp: Ayn Hawd.
9
Ayn Hawd De reisleidster bracht ons niet voor niets naar deze plaats. Ayn Hawd was tot 1948 een rustig dorpje, een kleine gemeenschap, waar enkele honderden Palestijnen woonden. Toen trof het dorp hetzelfde lot als Biram, waarover aartsbisschop Chacour ons eerder had verteld. Alle inwoners werden verjaagd en kwamen in vluchtelingenkampen in Jordanië. Maar twee families weigerden te vertrekken en lieten zich niet wegsturen. De grond behoorde hen … zo voelden zij … zo was het ook en even verderop gingen zij voorlopig wonen in een grot. Zij bouwden hun bestaan daar weer op, iets verder dan hun oorspronkelijke dorp, gingen wonen in caravans en barakken en door de jaren heen kwamen er weer huizen. Alles werd door de Israëlieten gedaan om hen te verjagen. Het dorpje werd aanvankelijk officieel ‘niet erkend’, waardoor het geen waterleiding had, geen elektra, geen wegen … Later werd dat anders. In dit dorpje is een restaurant en daar hoorden we hoe het is om met en naast elkaar te leven: buren te zijn … Je hebt het goed, je houdt het goed … maar wat is ‘goed’? Je leeft mét elkaar, niet naast elkaar. Triest is dat een deel van de mensen uit Ayn Hawd nu zijn werk heeft in Ein Hod (het dorp waar hun familie juist verjaagd was). Daar zijn tuinlieden nodig … Want … het dorpje Ein Hod (Israël gaf het dorp deze nieuwe naam) is veranderd in een Israëlisch kunstenaarsdorpje. Prachtig om te zien. Mooie huizen, mozaïeksteentjes in de straten, wonderschone bloemen, bougainville in alle kleuren, prachtige vruchtbomen.
Sommige huizen hebben nog Arabische bordjes met huisnummers, waardoor je weet:
10
Ooit, ooit was het anders … maar over ‘ooit’ houdt iedereen zijn mond. Het verleden wordt stilgezwegen. Vraag de inwoners uit het kunstenaarsdorp niet naar het verleden … Maar eigenlijk … als je zou vragen naar rechten … dan … Land is geconfisqueerd, mensenrechten zijn met voeten getreden. Van wie is het land eigenlijk … Die vraag zou nog vaak door mijn hoofd spoken. Opnieuw werd ik geconfronteerd met mezelf: mijn eigen denkproces was het eerste dat in beweging moest komen.
In beweging komen … Ook vijftig jaar geleden kwamen mensen in beweging – in een andere betekenis. De Tweede Wereldoorlog was voorbij en overlevenden van de Holocaust waren naar Israël getrokken om een nieuw bestaan te bouwen. Het idee groeide – uit solidariteit – om hen te gaan helpen. Zo ontstond de kibboets ‘Nes Ammim’ - banier van de volken. Maar wat is hulp …? Aanvankelijk was er weerstand: men had absoluut geen behoefte aan evangelisatie. In dit verband werd tijdens de ontmoeting die we hadden met ds. Pieter Dronkers in deze kibboets / dit Kibboetsdorp, de naam van Rabbi Keller genoemd. Dronkers vertelde over de geschiedenis van het dorp en noemde de naam van de rabbi, die fel gekant tegen het idee dat joden zouden wonen in Nes Ammim. Dat gebeurde ook niet. De weerstand werd weggenomen. De slogan werd dat men niet zou ‘beleren’ maar dat men zou ‘leren van elkaar’. Dialoog was het doel. Dialoog tussen Christenen en Joden. Inmiddels was er al grond aangekocht om Israël economisch te helpen. We schrijven het jaar 1963. Er kwamen rozenkassen, de grond werd bewerkt, er kwam een avocadoplantage … Ik had het allemaal wel eens gehoord en gelezen, maar nu ging ik het zien … dacht ik. Ergens werd ik teleurgesteld. Misschien had ik een té romantisch beeld voor ogen. Ik kon het mezelf ook verwijten in die zin dat ik niet voldoende ingelezen was … De rozenkassen waren weg, het landbouwproject was gestopt, de grond wordt nu verpacht en waar de plantage was worden nu huizen gebouwd, waar nieuwe bewoners zullen komen wonen. De sfeer zal veranderen. Pieter Dronkers vertelde welke elementen van gemeenschappelijkheid uit vroeger tijden er nog zijn: het samen eten, de ‘kerkdiensten’ … hoewel het woord ‘kerk’ niet in de mond genomen wordt. Het symbool van ‘het kruis’ zie je niet in Nes Ammim. Dat wordt toch geassocieerd met het christelijk antisemitisme. Hier zie je het symbool van de ‘Vis’ / ICHTHUS. Tot 3 jaar geleden was er nog een jeugdherberg, maar deze ‘liep niet meer’ en sloot de deur. Nu is het een workshopruimte. Ik weet niet goed welke woorden ik kiezen moet als ik moet zeggen hoe ik dit bezoek vond. Voor mij ademde deze plaats iets van ‘vergane glorie’. In eerdere jaren waren er 300 vrijwilligers geweest.
11
We spreken dan over de jaren ’80. Nu zijn er nog 30 vrijwilligers (voor het werk in het hotel). Ik hoorde de verhalen van Pieter Dronkers, en merkte hoe hij naar woorden zocht om zijn functie daar inhoud te geven. Hij is predikant van Nes Ammim, en verzorgt als zodanig de diensten. Hij is ook dialoogcoördinator. Bruggenbouwer … bedenk ik zelf … als ik dat woord hoor. Bruggenbouwer tussen joden en christenen. Uitgangspunt was om de dialoog en het vertrouwen tussen deze godsdiensten te versterken en te vergroten. Nu wordt de trialoog gezocht: contact tussen joden, christenen en moslims. In solidariteit, gesprek en studie … in lezingen die worden aangeboden. Een weg van zoeken … het is niet makkelijk, maar … ‘we houden vol’. In het aanbod van studieprogramma’s, het leren over jezelf en de situatie zit voor Pieter Dronkers de vreugde, zo gaf hij aan toen hem daarnaar werd gevraagd. Leuk vind ik om te lezen (op een uitgereikt A4 ‘Nes Ammim Centrum voor studie & dialoog) dat hier ook een tweetalig buurthuis is, waar Arabisch wordt gegeven voor Hebreeuws sprekenden en waar wekelijks een tweetalige circusactiviteit is … : zo leren jong én oud elkaar letterlijk en figuurlijk ‘verstaan’. Mooi toch?! Onze weg vervolgden we als groep naar Akko. Een oude kruisbaardersstad.
Daar hadden we vrije tijd, konden we wandelen door de oude stad, door straatjes en steegjes, winkelen in de sjoek, en lunchen. We genoten. Hier leefden – leek het –Israëliërs en Palestijnen in harmonie naast elkaar. Naderhand hoorden we van onze reisleidster dat ook hier een andere kant bleek te zijn. Joodse kolonisten, van de Gazastrook gekomen, wonen aan de rand van de stad. De realiteit is dat Palestijnen soms zomaar uit hun huizen worden ‘gebonjourd’. Intern leeft ook hier dus veel spanning!
12
Bewogenheid en weerstand. Een nieuwe ontmoeting wachtte ons bij de Nederlandse Trees Kostermann, gehuwd met Ali Zbeidat. Het gezin woont in Sakhnin (Galilea). Trees vertelde ‘haar’ verhaal (een verhaal dat zovelen treft). Volgens het eerste verdelingsplan in 1947 hoorde Sakhnin bij Palestina, maar de Israëliërs namen meer dan ‘gepland / gezegd’. Aanvankelijk moest de bevolking weg, maar men mocht toch weer terugkeren. De realiteit was én is dat arabische dorpen meer en meer werden / worden ingebouwd. Sakhnin vroeger was een gemeenschap van 3000 inwoners, allemaal boeren en wat winkels. Nu is het een gemeenschap van 30.00 inwoners. Het dorp heeft zich goed kunnen uitbreiden, zou je denken. Maar … de bevolking is 10x zo groot geworden … terwijl het grondoppervlak om te leven 10x zo klein werd. Grond werd onteigend (dat mag immers toch als je als land in staat van oorlog bent …?????!!!!!??). Op gemene manier werd dit gedaan. Men legde mijnen om het land van de oorspronkelijke bezitters en als gevolg daarvan kwamen er – logisch – slachtoffers. De familie van Trees maakte dit ook mee. Een zwager van haar raakte zijn been hierbij kwijt. Door deze acties hoopte men de eigenaren te weren van hun land want wordt land van een familie drie jaar niet meer bebouwd – zo luidt een oude wet – dan vervalt dat stuk grond aan de staat. Trees en haar man wilden een nieuw huis bouwen op grond die zij hadden geërfd. Hun erfgrond … maar de grond kwam hen niet meer toe … werd gezegd … de grens was opgeschoven … en dús werd hen gezegd de bouw te staken. Hoezo was hun grens opgeschoven … het was toch erfgrond? Sakhnin had een zeker grondoppervlak maar door de bouw van settlements waar joodse kolonisten zich vestigden, moest er – dat was voorschrift – een ‘groene zone’ zijn tussen die nederzettingen en het arabisch grondgebied. Al was het erfgond, waar Trees en haar man wilden bouwen … nu lag dat dan anders … Desondanks bouwden zij door ( het recht was toch eigenlijk aan hun zijde …???!!!!), maar naar de regels van de Israëlieten overtraden zij de wet, was hun huis illegaal en kreeg het een ‘demolition order’. In feite kon én kan het ieder moment met de grond gelijkgemaakt worden. Ieder jaar krijgen Trees en haar man een boete omdat zij niet voldoen aan de eis hun woning af te breken. Ali zat in de gevangenis, kreeg taakstraffen … Een verhaal … zo fel, zo emotioneel verwoord. Trees vertelde over het onderwijs. Aanvankelijk – vanzelfsprekend – in het arabisch, maar willen de kinderen doorstuderen dan is alles in het hebreeuws. Het gevolg is dat studenten regelmatig naar het buitenland vertrekken.
13
Israëliërs en Palestijnen mogen met elkaar trouwen, maar … niet hier wonen: geen gemengd gehuwden. Het heeft hele gezinnen aan de bedelstaf gebracht, vertelde Trees. Daarvan zijn veel tragische verhalen. Wie zegt wat de oplossing is …. Eén staat? Twee staten? Maar – aldus Trees – wat hebben we aan twee staten als wij dan weg moeten gaan wanneer het zover is? Wij willen niet weg, dít is ONS land!! Van wie is het land … Wie behoort het toe … Met welk recht kan land worden onteigend … Die vragen malen constant door mijn hoofd en ik merk dat ‘land van God / beloofd land’ voor mij ‘geen geografisch land’ is. Geen land, aanwijsbaar op een landkaart. ‘Land van God’ is een land van overvloed … van leven … recht en gerechtigheid … Dat land is overal waar mensen vredestichters zijn, zachtmoedig … De familiegeschiedenis die Trees ons vertelde heb ik als heel indrukwekkend ervaren. Indruk - wekkend!! Het wekte indruk, wat inhoudt dat het emoties opriep. Het raakte me zo sterk, dat ik voelde dat ik er iets mee moest. Maar wat … Bewogenheid kan ‘beweging’ blokkeren, merkte ik. Hoe kon ik het verhaal op de juiste manier ontvangen, wat te doen …? De verhalen van Trees en zoveel anderen moeten kunnen worden gehoord. De kunst is dat ze niet verlammen. Wat we vaker hoorden, gold ook nu:
Kom … en zie … Kom … en hoor onze verhalen … Die ontvankelijkheid steunt en bemoedigt! Die verbondenheid geeft hoop! Dichtbij Sakhnin lag nog een Bedoeienendorpje waar Trees ons bracht. Mensen leefden er in kleine barakken. Zij hadden huizen gehad, maar die waren ‘weggebuldozerd’, vernietigd. Sinds 1 jaar werd dit gehuchtje pas erkend, sinds toen is er dus pas water en electra. Daarvoor … niet! Voor de gemeenschap die we hier nu zagen was het nog redelijk: sinds kort waren er een paar toiletten …
14
In beweging beknot De eerste fase van de reis zat erop. Enkele nachten verbleven we in Haifa en was deze plaats in het Noorden uitvalsbasis voor onze dagplanning, nu gingen we naar Bethlehem. Onderweg maakten we eerst in de Aankondigingskerk in Nazareth de heilige mis mee en al verstonden we de woorden niet, je kon toch de viering beleven door het ritme / de volgorde in de liturgie.
Tijdens de viering werd de eucharistie gevierd waarbij iedereen mocht meedoen. Een mooi moment. Christenen van overal wensten elkaar ‘vrede’. Tegen de achtergrond van deze reis had dat woord een wel heel bijzondere klank. Ik heb het als heel bijzonder ervaren. Na de mis gingen we naar het Meer van Tiberias. Daar gebruikten we onze lunch, we liepen naar de ‘Berg van de Zaligsprekingen’, De tekst uit het evangelie van Matteüs lazen we daar ook en wie wilde kon iets zeggen. Ter overdenking …
Na het lieflijke Galilea, reden we toen door naar Judea en Samaria, om het maar in bijbelse termen te zeggen. Je kunt ook zeggen: we gingen toen naar de Westbank. Alle lieflijkheid verdween, het was alsof alles grimmiger werd …
15
Hoe mensen in beweging werden beknot …? We hadden het gehoord van eerdere verhalen (ik schreef er al over) maar nu kwamen we bij Bethlehem en moesten we door een grote poort … links en rechts was ‘de Muur’ … Het was alsof de inwoners leefden in een ‘openlucht-gevangenis’, ik kan het niet anders verwoorden. De muur is gebouwd voor veiligheid … zegt Israël, maar in werkelijkheid gaat hij door Bethlehem heen en staat hij op de meeste plaatsen niet op de grens tussen Israël en de Westbank, maar trekt hij een gedeelte van de Westbank bij Israël. Grenzen zijn verlegd … Gevolg is dat de muur ervoor zorgt dat veel Palestijnen afgescheiden zijn van hun werk in Oost-Jeruzalem, van hun familie, van hun waterbronnen, en van hun heilige plaatsen. Het graf van Rachel bijvoorbeeld is onbereikbaar geworden, maar ook hoorde ik verhalen van een vrouw die vertelde dat zij met Pasen niet naar de kerk mocht in Jeruzalem. Bij het checkpoint werd zij teruggestuurd … Nu ik dit alles schrijf en ik noem de plaatsen Nazareth en Bethlehem, moet ik denken aan het evangelie waar beschreven wordt hoe Jozef en Maria optrokken en dezelfde weg gingen, ook van Nazareth naar Bethlehem. Een muur was er toen niet … maar … plaats was er óók niet … Bethlehem was geen ‘huis van brood’ … Een huis van brood is Bethlehem ook niet meer voor Claire Anastas. De Muur heeft haar winkel onbereikbaar gemaakt en bijna niemand kan er nog komen. Daarover volgt meer. Na een eerste nacht in Bethlehem brachten we een bezoek bij ‘de Muur’. Ik was er helemaal kapot van. Een muur van 7 meter hoog – schat ik – blokkeert de doorgaande weg. Men zit als ratten in de val.
Busjes rijden af en aan. Mensen kunnen tot de Muur komen, moeten dan door het checkpoint heen, haasten zich aan de andere kant om weer in de bus te stappen om zo in Jeruzalem te komen waar het werk / hun baan hen wacht. Wie niet op tijd komt op zijn werk kan naar zijn baan fluiten. Je zag de spanning in de ogen van de mensen, er was een opgejaagde sfeer. Wat me bijbleef was het beeld van haastige mannen die allemaal gauw weer hun broekriem moesten omdoen … vanwege de controlepoortjes hadden ze die eerst moeten afdoen.
16
Vreselijk, hoe een mensenmassa door dranghekken heen moet. Net als vee … Nooit had ik het geweten, nooit eigenlijk de beelden tot me door laten dringen die ik misschien toch ooit wel had gezien. Nu ging ik zelf ook door het checkpoint heen … om te ervaren hoe dat was, en ik was helemaal van de kaart.
Op het moment dat wij bij het checkpoint waren, was het nog vroeg. Iets later kwamen er al meer en meer mensen. Als het heel druk is, staan Israëlische soldaten op ijzeren ‘gangpaden’ boven om de menigte ‘te imponeren’ , ‘rustig te houden’ … ‘te intimideren’. Associaties aan drijfvee kwamen bij mij boven. Op deze ochtend ontmoetten wij twee jonge medewerkers van EAPPI (een oecumenische organisatie van de Wereldraad van Kerken), die vertelden over hun werk op deze plaats: beschermend aanwezig zijn, signaleren van onrecht, informatie over onrechtmatigheden doorgeven, ‘er zijn’ ten behoeve van hen die gekwetst en vernederd worden. Mooi en goed werk!! Bij het checkpoint stond een koffiekraampje. Na de onthutsende ervaring van die ochtend was dat welkom … een lekkere bak koffie! Ook hier bleek dat het niet zomaar een koffiewagen was. De koffieman vertelde zijn verhaal:
17
Ameen heette hij. Zijn familie woonde in Bethlehem, was zelfvoorzienend had een olijfgaard en Ameen had permissie om de Highschool in Jeruzalem te bezoeken. Op een dag werd het land afgenomen, en het huis geconfisqueerd. Ameen gooide – uit frustratie – een steen naar de bezetter. Hij werd 1 ½ maand vastgezet, onder de grond, in een isoleercel. Zijn hele familie werd op de zwarte lijst gezet. Zijn toekomst eindigde. Nu werd leven overleven. Dag in dag uit staat hij met zijn koffiekarretje bij het checkpoint. De stad mag hij niet meer uit. Van zijn koffiekar moet hij leven … Wat kun je doen? Wat kun je zeggen? Hoogstens kan ik het verhaal doorgeven … Met eigen ogen moet je zien … Met eigen oren moet je horen … In beweging komen … om zelf te ervaren hoe mensen in hun bewegingsvrijheid worden beknot. Bethlehem is een plaats om te huilen. Zo lijkt het aan de buitenkant. En er wordt ook gehuild … Maar er wordt ook veel gelachen. Hoop is zo sterk aanwezig in de harten van de mensen. Hoop … dat ooit muren tussen mensen weer verdwijnen, dat ‘de Muur’ wordt afgebroken. Van die hoop getuigden de vrouwen van het Sumudhouse! Deze vrouwen ontmoetten wij in het AEI centrum. Als protestantse gemeente van Beesd hebben we gekozen om van 2013 – 2016 het AEI te steunen: wij wilden graag een project waar het mogelijk is om met jeugd ‘van hier’ contact te hebben met jeugd elders. Die dialoog bleek mogelijk binnen het AEI. Toine van Teeffelen is de aangewezen persoon om daarvoor contactpersoon te zijn. Helaas spraken we hem maar heel kort. Maar het AEI wil de Palestijnse jeugd die opgroeit in een sfeer van geweld, conflict en uitzichtloosheid de hand reiken om toch te werken aan vrede en gerechtigheid. Sommigen van hen raken getraumatiseerd, anderen raken gevoel voor normen en waarden kwijt. Het AEI – las ik - wil leiderschapskwaliteiten bij jongeren ontwikkelen hen bewust maken van hun waarden, cultuur en identiteit, hen trainen om de dagelijkse Palestijnse realiteit te bespreken en internationale contacten ontwikkelen via internet om het isolement van jongeren te doorbreken. Hopelijk kan de jeugd van Beesd daarin iets betekenen. Contact met Toine van Teeffelen is hierin een eerste vereiste! Een ander onderdeel van het AEI is het Sumudhouse. Palestijnse vrouwen – moslims en christenen – komen hier samen om ‘op verhaal te komen’. Ieder heeft zijn huis, maar de thuissituatie vraagt van vrouwen zoveel … de huishouding, het werk, de dagelijkse bezigheid. Hier komt men om de hoop levend te houden, om leven te delen.
18
Vrouwen – aldus Rania … de nieuwe directeur, een krachtige jonge vrouw – hebben ruimte nodig voor zichzelf, hier doen zij hun verhaal; het Sumudhuis is een thuis. Emotioneel komen de vrouwen hier thuis, hier is aandacht en hier wordt geluisterd … anders dan in het gezinsleven. Sumud betekent zoiets als ‘standvastigheid’, ‘vasthoudendheid’. In het boek ‘Soemoed, ziel van het Palestijnse volk’ staat daarover meer geschreven. Wat voor Israël een feestdag is – de dag van de Onafhankelijkheid, is voor de Palestijnen de Nakba – de ramp die over hen is gekomen, die hun leven drastisch heeft veranderd en bewegingsvrijheid heeft beknot, maar voor hen is ‘Sumud’ de tegenhanger van de Nakba. Zij zijn onverzettelijk in hun standvastigheid zich niet door de huidige situatie te laten onderdrukken. Zij zijn vasthoudend waar het gaat om het uitdragen van hun Palestijnse identiteit. Sumud is een wijze van leven, de ziel van hun bestaan … het vertellen van verhalen, opbouwen van innerlijke kracht, zingen, in herinnering brengen dat we allen kinderen van God zijn … mooi in zijn ogen. En daarvan waren wij getuige!! In het AEI centrum in Bethlehem, aan de nu geblokkeerde weg van Jeruzalem naar Hebron, sprak Rania over de bouw van de Muur, in 2004. Ze vertelde hoe de ziel uit Bethlehem geknepen werd. Met vijf vrouwen - christenen en moslims - werd begonnen om meer ruimte te bemachtigen. Verschillen in afkomst en religie speelden nooit een rol. Het Sumudhuis, zei één vrouw, is mijn ‘thuis’ … hier kan ik gelukkig zijn, hier word ik gerespecteerd, hier kan ik mentaal overleven. De vrouwen vertelden in kleine groepjes over hun bestaan: zij getuigden hoe zij leefden uit geloof, dat een innerlijke krachtbron was. Gebed houdt hen staande. Mensen kunnen wel in bewegingsvrijheid worden beknot, maar dan nog kun je zelf in beweging komen om boven de situatie van alledag uit te stijgen. Dat was wat ik ervoer bij de vrouwen van Sumud. Zij waren speciaal voor ons gekomen en verzorgden als koor voor ons een optreden.
19
Het eerste lied dat zij inzetten was ‘Sailing’ van Rod Stewart. Ons werd gevraagd een grote kring te maken, elkaar de hand te geven en in te stemmen met de woorden. Dat gaf zo’n warm gevoel van verbondenheid en saamhorigheid. De tekst kende ik zo ongeveer, maar nu – in deze situatie – waren de woorden ineens zoveel krachtiger en kregen ze een diepere en rijke inhoud. Een verlangen naar vrijheid, nabijheid … Dat kwam enorm bij mij binnen. Families in Bethlehem zijn door de Muur van geliefden gescheiden, kunnen / mogen elkaar niet zien. Tegen die achtergrond klonk de songtekst van Rod Stewart anders dan ik hem ooit had gehoord.
Sailing I am sailing, I am sailing. home again, 'cross the sea. I am sailing stormy waters To be near you, to be free I am flying, I am flying Like a bird 'cross the sky I am flying, passing high clouds To be with you, to be free Can you hear me, can you hear me through the dark night far away I am dying, forever crying To be with you, who can say We are sailing, we are sailing Home again 'cross the sea We are sailing stormy waters To be near you, to be free Sumud bij het checkpoint – zo las ik ( in: ‘Sumud, ziel van het bestaan’) – betekent dat je jezelf niet toestaat dat je door frustratie wordt meegesleept en zo verandert in het stereotype van de snel emotionele of boze Arabier dat Palestijnen wordt opgeplakt. Mijn respect groeit … als ik de verhalen lees: intimidatie en geweld nemen willekeurig allerlei vormen aan: verbale agressie, beledigingen, korte commando’s, stompen, duwen, uren moeten wachten, sexuele intimidatie, zich moeten uitkleden, genegeerd worden … Sumud helpt om staande te blijven en je waardigheid te behouden. Sumud – ik citeer – is moed en wilskracht, veerkracht, geweldloosheid, verbondenheid met het
land en de gemeenschap (‘Ik besta, omdat wij bestaan’!)
Stuk voor stuk zijn het eigenschappen die ik ontmoet in Claire Anastas. Een Palestijnse Christelijke vrouw. Claire had aan de hoofdweg van Jeruzalem naar Hebron een goed draaiende zaak. Toen de Muur gebouwd werd, werd haar huis / zaak aan drie kanten ingebouwd. De ingang van de zaak is nog vrij … maar vrij voor wie?Wie zal er nog komen? wie kan er nog komen? Niet meer dan een smal straatje is de scheiding tussen huis en Muur.
20
Al het mogelijke doet zij om haar zaak te laten voortbestaan, maar slechts enkele maanden per jaar komen er wat klanten. Zij hoopt nu via internet toch inkomsten te krijgen (hopelijk kunnen wij daar als Protestantse Gemeente van Beesd ook iets in betekenen : www.anastas-bethlehem.com).
De Muur … De Sumudvrouwen gebruiken hem om hun verhalen te vertellen. Al 100 verhalen zijn opgehangen. De Muur is vanzelfsprekend een drama maar Toine van Teeffelen vertelde hoe de ruimte bij de muur nu juist gebruikt gaat worden om het leven te vieren: er werd een pianoconcert gegeven, er kwam een kersttableau onder de militaire wachttoren, een zomerfestival, een muziekstuk met zangers en instrumentalisten op daken aan beide zijden van de Muur, een circusoptreden. Over Sumud gesproken … Van Teeffelen schrijft hier ook over in genoemd boek. Daarmee gaat men verder tot ooit – hopelijk – de Muur zal vallen.
De Muur is afgrijselijk, zo geestdodend, zo verstikkend … Maar mensen gebruiken hem voor kunstwerken, schilderingen, graffiti, om hoop, dromen en toekomstverlangens levend te houden. Dat geeft tegelijk ook moed. Moed om te volharden …
21
Lajee Cultureel centrum Na de confrontatie met ‘de Muur’ gingen we naar Lajee Center, een buurthuis bij Aidacamp. Aidacamp is één van de officieel aangewezen 59 vluchtelingenkampen in Jordanië, Libanon, Syrië, de Westbank en de Gazastrook. Op een klein oppervlak wonen bijna 5000 vluchtelingen in moeilijke omstandigheden. Het kamp – we liepen erdoorheen – is zwaar getroffen door de bouw van de Muur en één van de meest geïsoleerde wijken van Bethlehem geworden. De nauwe straatjes waar de vluchtelingen wonen zijn gescheiden van de olijfgaarden. De mensen leven geïsoleerd. Boven de toegangspoort van de wijk prijkt een grote sleutel. Deze verwijst naar de Nakba … de ramp toen men uit eigen huis verjaagd werd. Niets kon men eigenlijk nog meenemen, hooguit de sleutel van het huis … De vrijwilliger bij het buurthuis vertelde over de ‘no permits’ we hoorden dat ook al in het Sumudhuis: no permit … geen toestemming om vrij weg te kunnen: het leven speelt zich af achter de Muur. Wél kan mens vragen bij een speciale gelegenheid – een bruiloft / een begrafenis – om ‘naar buiten te mogen’ maar zonder een verklaring kan die toestemming voor hetzelfde geld onverwacht weer worden ingetrokken. Puur pesterij en intimidatie. Regelmatig komen er soldaten, … opdat duidelijk is hoe de machtsverhoudingen liggen! Men is in alle opzichten beknot in bewegingsvrijheid.
22
Lajee cultureel centrum is hier een oase. We werden te woord gestaan door een jonge man die ons vertelde over het werk en de activiteiten die vanuit hier plaatsvinden. Vijfenveertig procent van het vluchtelingenkamp is onder de 18 jaar, maar de jeugd is zo weinig te bieden terwijl zij juist de toekomst zijn! Daarom worden voor hen culturele activiteiten georganiseerd, sociale activiteiten (picknick, zwemmen), computer- en internetcursussen, ‘summercamps’. Zo krijgen de jongeren de kans tot zichzelf te komen en zich verder te ontplooien. Na het bezoek werd opgemerkt dat de jongeman wat snel en monotoon Engels sprak. Wat zou hij toch doen in zijn dagelijks leven … vroegen we ons af. Maar hij deed niets. Hij kon niets meer, volledig getraumatiseerd na een periode van gevangenschap. Zijn hele schoolklas zat tegelijk in hechtenis vanwege een demonstratie tegen de bouw van de muur. Vijf mensen werden gedood. De anderen zaten twee jaar in de cel … De jongens waren 17 jaar.
Nu is de tijd … Father Jamal Een voorrecht om hem te mogen ontmoeten … Nu is de tijd gekomen – KAIROS – om een profetische boodschap te laten horen … Father Jamal, een katholiek priester, is medeauteur van het Kairosdocument. Ik wil van dit Kairosdocument het nodige aanhalen en citeren. Naar mijn idee worden er heel belangrijke zaken in verwoord. Zaken die tijdens ons gesprek met hem ook benoemd / bevestigd werden. In zijn voorwoord beoogt Fr. Jamal wat een groep christenen met dit document voorheeft: Als Palestijnen – zo schrijft hij – lijden wij onder een gebrek aan hoop voor de toekomst. Gebrek
aan hoop ook op beëindiging van de bezetting van ons land. Na een vredesproces van zestien jaar, dat uitdraaide op een eindeloos proces van vredesonderhandelingen zonder vrede of uitzicht op een haalbare vrede zijn we slechts getuige van de bouw van de afscheidingsmuur, gebouwd op Palestijnse grond. Wij zijn getuige van de uitbreiding van illegale joodse nederzettingen, de dagelijkse vernedering van de Palestijnen bij meer dan 600 checkpoints, ernstige beperking van de religieuze vrijheid waar ons toegang tot heilige plaatsen wordt ontzegd, terwijl de hoop op een rechtvaardige oplossing vervliegt. Bovenstaande benadrukte Fr. Jamal ook in de ontmoeting die wij met hem hadden, In het document wordt eerst het geloof beleden in een liefhebbend en genadig God die ELK mens schiep naar zijn beeld en IEDER dezelfde waardigheid schonk, omdat Hij de vader is van allen …
23
in Jezus Christus, Redder van heel de mensheid, die kwam om Wet en Profeten te vervullen. In Jezus Christus verstaan wij (Fr. Jamal) de beloften van God in het Oude Testament, inclusief de belofte van het land. Terecht – denk ik – merkt Fr. Jamal op dat er theologieën zijn na de Holocaust, die het woord van God gebruiken om het onrecht tegen de Palestijnen te verdedigen.
“Het Westen zocht wegen om de joden te compenseren voor het hun aangedane lijden in de Europese landen, maar deed dat ten koste van ons en ons land. Zij probeerden onrecht recht te zetten, maar creëerden zo een nieuwe situatie van onrecht”. Als wij de Christenen van Palestina willen helpen, help ze dan als Palestijnen door een einde te maken aan de bezetting. Hoe kunnen we christelijke presentie handhaven in Palestina als de bezetting niet wordt beëindigd? Mooi vind ik hoe Fr. Jamal ons oproept in de strijd tegen onrecht, als een kwaad tegen God en menselijke wezens. Het wapen in die strijd kan enkel liefde zijn! De christelijke liefde richt zich op iedereen, inclusief de vijand. Onderdeel van de liefde van Christus betekent het kwade met liefde en geweldloze acties weerstaan. Als Palestijnen maken we ons zorgen over de verdrukking van ons volk; dan willen we ook dat Israëliërs in vrede, rechtvaardigheid en veiligheid kunnen leven. (citaat)
Nu is de tijd gekomen … Ons te laten horen, omdat regeringsleiders genoegen nemen met crisismanagement … omdat mensen te gronde gaan: een zorg die kerken zich moeten aantrekken. Duidelijk verwoordt het Kairosdocument dat Israël / Palestina het land van God is, zoals alle landen in de wereld dat zijn. Het is heilig in zoverre God er aanwezig is, want God alleen is heilig. Daarbij wordt o.a. verwezen naar psalm 24: Van de Heer is de aarde, en alles wat daar leeft, de wereld en die daarin wonen. …… ……… Later tijdens onze reis zouden we de joodse Israëliër Bob Lang ontmoeten. Hij woonde in een joodse nederzetting, was lid van de religieuze raad en verdedigde met de bijbel in de hand dat het land de Joden toebehoorde: De Westbank is wat in bijbelse tijden Judea en Samaria werd genoemd, het land van God dat hij de Joden had gegeven. Daar speelden de verhalen zich af. Dat land mocht / moest nu worden terug genomen! In het Kairosdocument staat een andere uitleg, meer verantwoord, denk ik.
Er blijft een bijzondere plaats voor het volk Israël: God is met de aartsvader en met hen Israël dat uit hen is voortgekomen, begonnen. Maar het verbond dat Hij met hen sloot, en de roeping die daarmee verbonden is, heeft vanaf het begin een universele strekking gehad: de redding en vernieuwing van alle mensen en alle volken. Israël en het beloofde land waren en blijven bedoeld als proeftuin, als voorbeeld en voorspel van universele redding en gerechtigheid. Binnen die roeping en binnen dat verbond is en blijft Israël ‘volk van God’. Maar sinds de vervulling in Christus breidt dat ‘volk van God’ zich ook onder andere volken uit over heel de aarde, waardoor het universele perspectief werkelijkheid kan worden. De kerk is niet in de plaats van Israël
24
gekomen. De olijfboom van de kerk is juist gegroeid in de proeftuin van Israël en is daar blijvend geworteld. Het betekent niet dat Israël meer mensenrechten heeft dan andere mensen. Iedere theologie die de bezetting legitimeert, schijnbaar gebaseerd op de Bijbel, op geloofsbelijdenis of geschiedenis, staat ver van de christelijke leer, zei Father Jamal tijdens onze ontmoeting. Zo’n theologie roept op tot geweld en heilige oorlog in de naam van de Almachtige God en maakt God daarmee ondergeschikt aan tijdelijke, menselijke belangen. Father Jamal riep ons op tot ‘goed gebruik / een goede uitleg’ van de bijbel, ons geloof te belijden … Opstandingsgeloof als kracht tegenover wanhoop en pijn.
Ja, er zijn Palestijnen die verantwoordelijk zijn voor gewelddadige acties … en ja, zij moeten / zijn gestraft. Maar het beeld van ‘de’ terroristische Palestijn is niet eerlijk. Het feit wordt eerlijk onderkend, maar ook de Israëlische bezetter gebruikt vormen van geweld. Wat het terrorisme bovendien niet ten goede komt is het feit dat de internationale gemeenschap meet met twee maten door te accepteren dat Israël het internationaal recht en VN – resoluties in veel gevallen niet respecteert. Welke verbondenheid met het joodse volk of met Israël spreken wij eigenlijk uit, als wij dat doen? In praktijk – schrijft het Kairosdocument – blijkt die verbondenheid een bijna kritiekloze steun aan de Israëlische staat en politiek, een theologische verbondenheid met ‘het joodse volk’ als etnisch gegeven, met een joodse staat op etnisch – joodse basis in plaats van op strikt democratische basis … Op die manier komt er nooit een oplossing. Kairos … Nu, nu is de tijd gekomen om een profetische stem te laten horen. De doelgroep, vertelde Father Jamal, van het Kairosdocument zijn de christelijke Palestijnen maar mét hen de christenen over de hele wereld. Veel kerken – is zijn ervaring – geven steun. Daarvoor dank, zei hij! Ik vond zijn verhaal heel eerlijk. Na 1967 – zei hij – zijn allerlei pogingen ondernomen om vrede te bereiken. Men is ‘confused’. - We gebruikten geweld, maar geweld roept enkel geweld op: je komt niet verder. - We vroegen ons af: is het moreel juist om daden van geweld te plegen? Terroristische activiteiten hadden geen effect … er was alleen narigheid en pijn. - De weg van de onderhandelingen blijkt ook geen effect te sorteren: dat lijkt mooi, maar het bedekt de realiteit van de bezetting die intussen gewoon doorgaat. Uiteindelijk – hij vertelde erover … het Kairosdocument haalt het ook aan – kozen we de weg van de liefde. Dat lijkt de weg van de minste weerstand maar zo is het niet. De weg van de liefde – door God geschonken – betekent allereerst: verzet! Verzet tegen de Israëlische bezetting. Daarin wordt onze steun gevraagd! Father Jamal had een prachtige uitspraak: het beëindigen van de bezetting bevrijdt de onderdrukte van de onderdrukker, maar ook de onderdrukker van de onderdrukking! Zo is het ook: Israëlieten lijden ook onder deze situatie … hun kinderen moeten dienstplicht vervullen in bezette gebieden (we zagen hen ook op onze reis …), er is spanning en angst, er zijn traumatische ervaringen …
25
Het Kairosdocument roept ons op tot verzet: geweldloos verzet. WIJ – zei Fr. Jamal – kunnen geen Israëlische producten boycotten, we hebben geen alternatieven, maar JULLIE – in Nederland en elders – zouden dat kunnen doen. Bij meerdere ontmoetingen – maar ook nu – was ik onder de indruk van de kracht van geloof. ‘Hoe houd je hoop’, werd gevraagd, en Fr. Jamal zei: wij geloven in God, maar in het bijzonder geloven wij in ‘Opstanding’. Hoop ontleent men ook aan het werken met jongeren. Het doet goed hen onderwijs te kunnen bieden, scholingsprogramma’s te kunnen aanbieden, toekomst in het vooruitzicht te stellen. Hoop houdt ook in dat de vraag aan ons gesteld wordt ‘compassie’ te hebben … bewogenheid: bewogenheid in aanwezigheid. Father Jamal benadrukte de absolute noodzaak tot een dialoog. Oplossingen kunnen niet van één kant komen. En wij … kunnen wij iets doen? - creatiefsolidair zijn - spreken over wat je ziet (Media in Israël doen hun werk slecht) - laat beelden zien - herzie je theologische visie als die eenzijdig was - zoek contact: kom en zie … weet dat een bezoek ‘een teken van hoop’ is Op de laatste pagina van het Kairosdocument staat onderstaand Zegen van onrust (uit: ‘Uur van de waarheid’) Moge God ons zegenen met onrust over gemakkelijke antwoorden, halve waarheden en oppervlakkige relaties, zodat er diepgang is in onze harten. Moge God ons zegenen met boosheid 0ver onrechtvaardigheid, onderdrukking en de uitbuiting van mensen zodat we mogen werken voor rechtvaardigheid, vrijheid en vrede. Moge God ons zegenen met tranen die we plengen voor hen die lijden door pijn, verstoting, honger en oorlog, zodat we onze handen zullen uitstrekken En moge God ons zegenen met zoveel dwaasheid dat we geloven een verschil te kunnen maken in deze wereld. Zodat we kunnen doen waarvan anderen zeggen dat het onmogelijk is. Of het woorden zijn van Father Jamal zelf, weet ik niet. Wél weet ik dat deze man – deze mooie, empathische, charismatische mens – ze van harte onderschrijft. Ik ben blij dat ik hem mocht ontmoeten!
26
Opnieuw: bewogenheid en weerstand … maar anders dan tevoren … We zijn een nieuwe dag begonnen en vandaag brengen we een bezoek aan Bob Lang. Hij is vertegenwoordiger van de religieuze raad in de joodse nederzetting Efrat, Als we met de bus bij de rand van het ‘dorp’ komen, wordt Bob Lang gebeld dat we er zijn. Hij is hier onze gids, we mogen het ‘dorp’ door de doorlaatpost naar binnen en als we naar zijn huis rijden, zien we hoe mooi het hier ligt. Er zijn prachtige bloembedden aangelegd, er staan mooie nieuwe huizen, er zijn basisscholen, er is een medisch centrum ( … ook Palestijnse Israëlieten wordt eerste hulp verleend, vertelde hij … daarna wordt gekeken waar zij kunnen worden ondergebracht …), er zijn kleuterscholen, er is goede werkgelegenheid … wat is er eigenlijk niet? Alles is zo mooi, zo ‘peaceful’ … maar ik realiseer me dat ‘peace’ hier niet is … het is een schijnwereld. Ik voel weerstand tegen de hele situatie en bewogenheid met onze chauffeur die op dit moment hier gedoogd wordt, want eigenlijk heeft hij geen vergunning hier te zijn.. Hij weet dat. Hij voelt dat ook. Thuis vertelt Lang iets over zijn leven. Hij is geboren in de Verenigde Staten en woont nu al 40 jaar in Israël. Achtentwintig jaar geleden is hij naar deze gemeenschap gekomen. In 1948 – bij de stichting van de staat Israël – bestond Efrat nog niet. Het dorp werd gebouwd in 1983. Er zijn nu 5000 inwoners. Lang vertelt over de verdeling van het land: toen in 1948 Jordanië heerste over de gebieden die tot toen altijd Judea en Samaria heetten, werd de nieuwe naam: de Westbank. De herinnering aan het verleden moest blijkbaar worden weggepoetst, maar ‘het land behoort ons’. Het is ons RECHT dat wij hier wonen: wij hebben de oudste rechten! Zijn verhaal fundeerde hij op de bijbelse geschiedenis. Hij trok de lijn van vader Abraham door naar koning David en overbrugde een geschiedenis van 4000 jaar. Vijfentachtig procent van de plaatsen in het Oude Testament ligt juist in deze streek. Vierduizend jaar … veel! Maar mag je op grond daarvan een bijbelse claim leggen op het land? Palestijnen / Christenen hebben toch ook hun geschiedenis … eveneens op grond van de bijbel … en óók tot op Abraham. Maar Bob Lang was hiervoor niet ontvankelijk: dat lag anders. ‘Onze geschiedenis’ gaat terug tot Christus en is dus veel jonger. Wat konden we als groep ertegenin brengen … of beter: wat kon ik ertegenin brengen … Ergens voelde ik: dit klopt niet, dit is ‘te glad’. Een geschiedenis van vierduizend jaar is een heel lange periode, maar … ‘welke papieren’ hebben de Israëlieten om nederzettingen te bouwen? Is de grond waar zij dat doen / waar dat voortdurend gedaan wordt te koop? Is die grond dan van niemand? Kun je die gewoon ‘onteigenen’? De nederzettingen werden ook verdedigd vanuit het oogpunt van ‘veiligheid’ … Bob Lang droomt – en velen met hem, veronderstel ik – van één democratische joodse staat. Eén staat voor alle mensen, waar joden, christenen en moslims samen kunnen leven. Alleen … : Palestina zal dan voorgoed verdwenen zijn … Hoe democratisch is dat? Voor water en stroom – zo vertelde hij nog – waren de (Palestijnse!) dorpen rondom (‘in de velden van Efrata’ …) van Efrat afhankelijk …: wat moet dat vreselijk voelen (dacht ik) …
27
Veerkracht Wie het recht heeft om ‘het L-/land te bewonen’ is een vraag die altijd weer terugkomt op alle niveaus. We komen – na ons bezoek bij Bob Lang – bij de bedoeïenengemeenschap ‘Umm il Kher’.
Woonhuis
De was
Speeltuin
Kindje wiegen
Zonnepanelen
Sanitaire ruimte
Watervaten
Er zij licht …
De bedoeïenengemeenschap ‘Umm il Kher’ ligt achter de nederzetting Karmiel. Het settlement vindt het niet prettig om deze gemeenschap zo dichtbij te hebben … maar deze was er al eerder: alles is geprobeerd om de bedoeïenen weg te krijgen, maar het is niet gelukt. We mogen bij de gemeenschap rondkijken en foto’s nemen. De mensen zijn hartelijk en gastvrij.
28
Er is één badruimte / toilet waarvan iedereen gebruik mag / kan maken. Het is allemaal niet deftig: primitief zelfs. Ik kom in een kleine kale ruimte en spreek een vrouw: in die ene ruimte slapen 15 mensen bij elkaar. Nu hangt er met lange touwen van muur naar muur een hangmatje waarin een kleine baby ligt. Wonderlijk – in alle desolaatheid – zijn de zonnepanelen op het dak van één van de schamele gebouwtjes. We horen dat deze door Duitsland geschonken zijn. Een klein stukje luxe in een arm bestaan. Bedoeïenen zijn ‘niet graag geziene mensen’, ze staan niet hoog in aanzien. De omgeving is hen vaak – net als hier – liever kwijt dan rijk. Van alles wordt gedaan: de huisjes – zover je daarvan spreken kunt – worden soms weg ‘gebulldozerd’, maar de mensen hebben een zo innerlijke sterke kracht. Die veerkracht is enorm. Ook zij willen wonen op ‘hun land’, goede voorzieningen … De kinderen hebben het moeilijk op school: het bestaan is sober, de leefomstandigheden zijn beroerd … ‘ze stinken zo’ wordt gezegd en daarmee worden ze behoorlijk gepest!
Tommy kreeg een hartje van ds. Neely Kok
Interieur
Er is bijna niets .. Maar wat er is, wordt gedeeld: Wie wilde kreeg een stukje brood … : kan het bijbelser? Wat een gastvrijheid, hier ondervonden!
29
Brood … Wie wilde, kreeg een stukje brood in Umm il Kher. Bij het dorpje daarna, dat we bezochten, kregen we een uitgebreider lunch. De locale eetgelegenheid in At Tuwani had voor ons een lunch klaargemaakt, waarbij ‘mee-eters’ niet ontbraken! Wij waren in At Tuwani om het verhaal te horen van één van de medewerkers van ‘operation Dove’. At Tuwani is een kleine dorpsgemeenschap ten zuiden van Hebron, die al bestond vóór de vestiging van de staat Israël in 1948. Het dorp werd aanvankelijk als ‘niet erkend’ beschouwd en daarom was er een ‘demolition permit’. Dat woord hebben we veel gehoord tijdens onze reis. Toestemming om een huis / een heel dorp met de grond gelijk te maken. Tegen deze uitspraak / deze beslissing kwam heel veel bezwaar en uiteindelijk ‘werd het pleit gewonnen’. Van At Tuwani is bekend dat Tony Blair, voormalig premier van het Verenigd Koninkrijk, zich hard wilde maken voor de rechten van de plaatselijke bevolking maar dat heft toch nog behoorlijk veel tijd gekost. Ook in dit dorp zo horen wij van Laura – een vrijwilligster van ‘Operation Dove’ – uit Italië, wordt het vernuftige spelletje gespeeld dat ruimte (woonruimte / leefruimte) langzaam maar zeker wordt ingedamd en dat het dorp steeds meer geïsoleerd raakt. Inzet van het conflict zijn – zoals steeds genoemd – land, wegen en waterbronnen. Mensen in At Tuwani zijn met name landbouwers (herders en boeren). In hun bestaan worden zij bedreigd door acties van Israëlische Kolonisten. Bij ‘het restaurant’ waar wij aten hingen als stille getuigen daarvan enkele foto’s.
Een mooi staaltje van verzet in dit dorp, is de aanleg van elektriciteit. Militairen wilden de elektriciteitsmasten omrijden, maar de vrouwen vormden een levende blokkade. De bouw van een school werd getraineerd … wat te doen: mannen werkten ’s nachts, vrouwen waren er overdag bezig … Operation Dove … : operatie vredesduif … een lange weg is nog te gaan. Respect!
30
Emoties Deze dag was een dag vol emoties. We brachten een bezoek aan de joodse kolonist Bob Lang, aan een Bedoeïenengemeenschap, aan At Tuwani en tot slot gingen we naar Hebron.
In Hebron was een bezoek gepland met de Christian Peace makers, maar dit kon niet doorgaan. Zodoende konden we in deze stad alleen maar sfeer proeven. Een sfeer van ‘verlorenheid’ , ‘verlatenheid’. De stad toonde zo triest en ademde een heel gespannen sfeer. Hebron is een stad met 180.000 inwoners op de Westbank … en dús Palestijns … toch? Maar omdat er 4 huizenblokken met Joden zijn is de stad volledig in Israëlische handen. Israëlische militairen oefenen er met grote overmacht veel druk uit op de mensen. Op de foto’s hierboven is een indruk van verlaten winkelpanden … in deze straat mogen geen Palestijnen meer komen. Later kunnen de joodse kolonisten van dichtbij dan via deze ‘promenade’ naar het hart van de stad. Gezellig toch … ? Even verderop waren we net door een controle heen, toen we ons meteen weer haasten moesten om weg te komen … dezelfde weg terug. Om de hoek was een relletje uitgebroken van Palestijnse jongeren die stenen gooiden. Zie je wel, zeggen velen … die Palestijnen altijd … ze beginnen zelf … zij gebruiken altijd geweld. Ja, ja … Die berichten komen in de pers. Berichten van de andere kant worden niet genoemd. Waarom gooiden die jongeren eigenlijk stenen? Omdat Israëlische militairen een 15 jarige Palestijnse jongen in elkaar schopten omdat hij weigerde zijn ID kaart te laten zien. In Bethlehem is het graf van Rachel … maar niemand kan erbij. Hier - in Hebron – zijn de graven van de andere aartsvaders en – moeders. Maar Hebron is een spookstad geworden. Bedevaartgangers die hier naar de graven zullen komen, verwacht ik niet. Hebron zelf is te zeer in een grafstemming geraakt … Hier betekent ‘leven’ …. ‘overleven’.
31
Hoop Na een dag vol emoties, en toch best een triest einde van de dag in Hebron, wacht ons de volgende dag een tegengestelde ervaring. Kracht van hoop … moed, geloof, vertrouwen … strijd om recht in liefde en vrede. Dat alles ontmoeten we in de persoon van Daher Nassar bij de ‘Tent of Nations’. Daher Nassar woont en leeft op familiegrond, niet ver ten zuidwesten van Bethlehem. Rondom is prachtig uitzicht, maar de werkelijkheid is dat de Nassar – familie bijna geïsoleerd leeft op een eenzame heuvel. Dorpen op heuvels rondom zijn van joodse kolonisten en wat zou men deze familie ook graag zien vertrekken. Daar heeft men alles voor over. Daar heeft men alles aan gedaan. De dreiging is nog niet voorbij. Het landbouwbedrijf van de familie Nassar ligt in gebied / ‘Area C’. Om het onderscheid tussen gebieden met beperkte Palestijnse autonomie en gebieden onder volledig Israëlische bestuur te omschrijven, werd de Westbank ingedeeld in A, B en C gebieden. Gebied A beslaat 18% van de grond en 55% van de Palestijnse bevolking. De Palestijnse Autoriteit oefent hier het burgerlijk bestuur uit én heeft er het veiligheidstoezicht: het betreft hier voornamelijk de steden. Gebied B betreft 20% van de Westbank en 41% van de bevolking: de Palestijnse Autoriteit oefent het burgerlijk bestuur uit terwijl het veiligheidstoezicht in handen is van het Israëlische leger en veiligheidsdiensten (formeel gezamenlijk met de Palestijnse Autoriteit). Voornamelijk het platteland valt onder ‘code B’. Gebied C is maar liefst 62% van het hele grondgebied!!!! Het gaat om 5,8% van de Palestijnse bevolking. Wie in gebied C woont, staat onder volledig Israëlisch veiligheidstoezicht door het leger en onder bijna volledig Israëlisch burgerlijk bestuur, eveneens door het leger. Hier gaat het met name om gebieden met veel nederzettingen, langs de muur en een brede strook langs de Jordaan (bron: internet) De duiding in gebieden – A, B, C – kwam tijdens de reis wel ter sprake maar echt helder had ik het niet. Nu ik hier de consequenties zie van de verdeling – los van het feit of het ‘recht –vaardig’ is – kan ik des te meer begrijpen waarom ‘men’ zo graag wil dat de familie Nassar vertrekt. In gebied C – hoorde ik tot mijn verrassing / ontzetting – mogen Palestijnen op bepaalde wegen helemaal niet rijden. Kleinere, slechtere wegen zijn er voor hen … De toegangsweg naar het familiebedrijf is ook klein, onverhard en smal. De Israëliërs hebben met twee grote stenen de toegang geblokkeerd …
32
Vanaf hier wandelen we als groep naar de ‘heuvel van de Tent of Nations’ Daher – Palestijn, een evangelisch Luthers Christen – wacht ons op, heet ons welkom en vertelt over zijn familiegeschiedenis hoe zijn grootvader 100 jaar gelden vanuit Zuid Libanon hier kwam. Het familieleven werd begonnen in ‘leef- / woongrotten’. Later tijdens het bezoek zien we in één van de grotten nog op een pilaar de afbeeldingen van zijn grootvader, zijn oom en zijn vader. Hij is er trots op! Op het terrein zijn zo’n 6 / 7 grotten, sommige fungeren als vrijwilligers- en gastenverblijven. In 1991 ontstonden er problemen met de Israëlische overheid. Zij wilden de grond in hun bezit krijgen, maar de familie weigerde.
‘Een kind verlaat zijn moeder toch niet …? Deze grond is voor ons moeder aarde!’,
was hun antwoord. Er werd geld geboden, meer geld, een open cheque, als de familie maar wegging. Maar niet! De familie beriep zich op zijn eigendomsrecht, toonde daarvan de papieren die ze nog had van de toenmalige overheid … gelukkig dat zij dat konden. Soms – vroeger – schreven mensen wel eens op officiële documenten minder hectares te hebben: dan hoefden zij immers ook minder belasting te betalen, maar hier ging dat niet op. Fam. Nassar had het land correct en eerlijk in kaart gebracht. Maar … kaarten / luchtfoto’s zijn alleen dán geldig als alle buren het ermee eens zijn. Dat is moeilijk als rondom kolonisten wonen … De familie moest naar Ramalla om ‘recht te halen’, maar het geduld werd beproefd, de zaak getraineerd, … men moest wachten … wachten … en uiteindelijk werd gezegd de volgende maand maar terug te komen. De concrete situatie is dat rondom vijf settlements liggen, de dreiging is er dat ‘de Muur’ niet ver langs deze plaats zal lopen waardoor de familie nóg meer geïsoleerd raakt dan ze nu al is, bomen worden in brand gestoken. Je zou moedeloos worden. Hier is ‘area C’, wat inhoudt dat je met klachten / problemen naar de Israëlische politie moet om jouw recht te halen, maar je krijgt het niet. De staat / politie – integendeel – legt soms ‘in het verborgen’ ergens een brief (die anderen normaal via ‘de post’ in de brievenbus krijgen) op het land dat de grond de staat toebehoort: dat kan bij een hek zijn, onder een steen … waar ook. De clou is dat binnen 45 dagen gereageerd moet worden, zo niet dan valt jouw land aan de staat. Als een officiële brief gewoon in de brievenbus gedaan zou worden, wordt betreffende persoon erkend als de eigenaar … en dat wil ‘men’ niet … Toch geven Daher, zijn broer Daoud en de familie de moed niet op. Het christendom / de bijbel / het evangelie blijken voor hen de Bron van handelen en denken … eigenlijk van heel hun leven. Ik werd er stil van. Welkom … stond geschreven op een steen bij de ingang van ‘het landgoed’. De kleuren van de regenboog spreken hun eigen taal; Laten we leven onder de hoede van de hemel … liefdevol mét / uit God. Ontroerend!
33
Het hele erf van de familie Nassar ademde de sfeer van het verlangen naar vrede, de hoop op God, een samenleven met allen in het land.
Psalm 133 Hoe goed is het, hoe heerlijk als broeders bijeen te wonen
Mateloos respect had ik voor deze mensen, die beknot in vrijheid en hen het leven zuur gemaakt, de zonzij van het leven blijven zoeken. ‘Laten we elkaar liefhebben, omdat Christus ons als eerste heeft liefgehad’, stond opeen bordje bij een boom. Overduidelijk bleek wie / wat hun kracht gaf / geeft. Er ís verzet tegen de situatie … al 21 jaar is de familie bezig met procedures bij het gerechtshof maar de broers houden vol. Toekomst ….? De toekomst is best moeilijk. Als ‘de Muur’ dichterbij gebouwd gaat worden, valt het familieperceel buiten de zone waar je nog mag zijn: de familie doet er daarom alles aan om zelfvoorzienend te zijn, maar desondanks zou men hier dan toch ‘illegaal’ verblijven … en dan? Zelfvoorzienend … Alles doet de fam. Nassar eraan om zelfvoorzienend te zijn, niet afhankelijk, om zichzelf in tijd van crises zelf te kunnen redden. Prachtig is dat om te zien. In de ‘Tent of Nations’ zoals het landbouwbedrijf heet, moet plek zijn voor allen en iedereen die er wil zijn. Dat doet de naam vermoeden, dat is ook het nobel streven. Laat ieder welkom zijn: jongeren van overal komen soms hierheen om mee te gaan in de flow en de spirit van Daher en Daoud, om te proeven van hun drijfveren van handelen, uit sympathie met hun leefwijze … een leven in vrede met alle volken mét en náást elkaar. Het geheel heeft daardoor trekken van een leefgemeenschap. Jongeren uit Bethlehem / bezette gebieden komen ook hier om bij te tanken, op te ademen, weg te zijn uit benauwdheid en uit doodsbestaan, om waarden van ‘leven’ en ‘hoop’ hoog te houden. Als teken van hoop kregen we als groepsleden de gelegenheid een boom te kopen die fam. Nassar in hun wijngaard zou planten. Ik kocht een boom voor ons gezin en voor de Protestantse Gemeente van Beesd. Zwervend over het terrein van de familie zagen we verbluffende staaltjes van zelfredzaamheid: winning van zonne-energie, ondergrondse waterreservoirs, een broeikas van doorgesneden plastic flessen.
34
Een jongere uit Nederland is hier een put aan het uitgraven
Een broeikas van plastic flessen
Bijzonder om te horen was dat er vanuit de ‘Tent of Nations’ contacten zijn met Toine van Teeffelen van het AEI. Jongeren komen ook via het AEI bij de fam. Nassar bij jongerenprogramma’s, om er als vrijwilliger actief te zijn, te helpen en te leren voluit ‘mens te zijn’. Mooi om te horen. Een fantastische ervaring om hier een dagdeel van onze reis te zijn geweest. Ik zal het nooit vergeten!!
35
Na het bezoek aan Daher Nassar vertrekken we naar Jeruzalem. Dit is de laatste plaats waar we enkele dagen zullen zijn. Naast de verschillende ontmoetingen die we zullen hebben, is er ook vrije ruimte. In groepjes ‘zwerven’ we de eerste dag door de stad. Zelf ga ik naar het tempelplein, de Klaagmuur, de oude binnenstad met zijn winkeltjes, Ik zag Gethsémané, Golgotha, de graftuin met het (vermeende) graf van Jezus, de Heilige Grafkerk, de Rotskoepel … Ik wandelde ook samen met ds. Neely Kok door de oude joodse wijk ‘Mea Sheariem’ , buiten de oude binnenstad. Hier wonen de chassidische joden. Velen van hen hebben grote gezinnen, en zijn relatief arm. De mannen combineren hun baan met hun geloofs- gebedsleven: ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds gaan zij naar de synagoge.
Het gebedsleven bij / rond de Klaagmuur
Joods jongetje in Mea Sheariem
Straatbeeld Mea Sheariem
36
Als groep lopen we de volgende dag ook gezamenlijk rond in Oost Jeruzalem. In dit stadsgedeelte ligt de wijk ‘Sheikh Jarah’. Joodse kolonisten nemen hier steeds meer Palestijnse huizen over. Die huizen zijn van ons, zo redeneren zij. Tot 1948 woonden daar inderdaad Joodse vluchtelingen, tot daarna Palestijnse vluchtelingen kwamen die officieel toestemming kregen van ‘de toenmalige heersende macht’ (Jordanië) om daar te mogen bouwen. Die huizen werden Palestijns eigendom. Nu komen Joden terug en … ‘eisen hun eigendom, dat hun eigendom niet is …’. Onderstaande foto’s geven een schrijnende tegenstelling. De ene foto laat het eerste huis van deze wijk zien waar kolonisten zijn komen wonen nadat de oorspronkelijke bewoners weg ‘moesten’. De andere foto toont waar betreffende familie daarna 1 ½ maand heeft gewoond: op het trottoir aan de overzijde van de straat.
Tijdens ons verblijf in Jeruzalem brachten we ook een bezoek aan Het kantoor van de Verenigde Naties, bij de hulporganisatie voor humanitaire zaken in Palestijnse Gebieden. Een Amerikaanse dame stond ons te woord en gaf in sneltreinvaart monotoon, in onvervalst Amerikaans – Engels accent een overzicht van de huidige stand van zaken in de bezette gebieden. Ik kon mijn gedachten er moeilijk bij houden, merkte ik. Alle goede bedoelingen ten spijt, vond ik de presentatie niet ‘warm’. Ik vond dat jammer. Iemand uit de groep vroeg wat deze commissie nu concreet doet in betreffende gebieden. Het antwoord luidde: wij zijn niet werkzaam ín de gebieden, maar hebben een coördinerende functie. Het antwoord verklaart voor mij misschien daarmee waarom de presentatie was, zoals die was: zakelijk, nuchter, statistisch … want statistieken en overzichten werden meer dan voldoende getoond via een powerpointpresentatie: getallen van aantallen inwoners in de Gazastrook en de Westbank, hoge getallen van werkeloosheid en armoede, van voedselproblematiek, behoefte voedselhulp, aan huisvesting, aan scholing en goede gezondheidszorg.
37
Enkele getallen en feiten die ik noteerde: De Gazastrook – ter grootte van Texel – heeft 1,7 miljoen inwoners, waarvan 54% onder de leeftijd van 18 jaar. 70 % is vluchteling. In het gebied is zeer beperkt toegang en bewegingsvrijheid. In 15 % van het gebied leven 9000 kolonisten en zijn 21 ‘settlements’. Import en export in Gaza zijn sterk gedaald, de economie is achteruit gegaan. Binnen dit gebied kan men zich vrij bewegen in een open gevangenis … Sinds 2006 zijn 2500 Palestijnen gedood en 9100 gewond. Aan Israëlische zijde zijn 58 mensen gedood en 1100 gewond. Gebrek aan respect voor mensenrechten: 80 % Het zijn getallen die er niet om liegen … De Westbank heeft een oppervlak van 5600 vierkante kilometer, met een inwoneraantal van 2,7 miljoen Palestijnen. Er leven 540.000 kolonisten in 150 settlements. Er zijn 59 checkpoints met in totaal maar liefst 532 afsluitingen. Over een lengte van 700 kilometer staat ‘de Muur’ langs 85 % van de Westbank. De humanitaire situatie is niet best. - Verlies van land - Verlies van huizen / gedongen verhuizing (m.n. in Oost Jeruzalem) - Burgerslachtoffers als gevolg van conflicten en demonstraties (500 doden / 11.000 gewonden) Door al deze feiten goed in kaart te brengen, is er een overzicht van de ongelijke rechten, van wat nodig is aan voedsel en medicijnen. Deze commissie van de Verenigde Naties brengt verslag uit, publiceert, heeft diplomatieke betrekkingen en kan zo proberen invloed uit te oefenen op een mogelijke oplossing. In ieder geval brengt ze heel goed onder de aandacht wat allemaal nodig is. Na een ontmoeting met ‘zakelijke feiten’ volgde weer een heel andere ervaring waar we ontvangen werden bij Sabeel, het oecumenisch centrum voor Palestijnse Bevrijdingstheologie. Een oudere dame, mw. Cedar Duyabis is één van de oprichtsters. Zij hield een heel interessante lezing, confronterend en raak … zo ervoer ik het zelf. Vooraf: De naam Sabeel …. Sabeel is een internationaal centrum in Jeruzalem dat de bevrijdingstheologie van Palestijnse theologen steunt met educatieve projecten, conferenties, publicaties, en ook solidariteitsreizen zoals wij nu met onze groep maken. Het woord Sabeel is Arabisch voor ‘weg, ‘kanaal’ of ‘bron van levend water.
38
De eerste christenen noemden zich ‘mensen van de weg’.... en nu wordt een weg gezocht om een oplossing te vinden in het Israëlisch – Palestijns conflict. Deze naam – las ik in ‘Roep om verzoening (door : Naeem Ateek – 2012) werd in 1993 aangenomen. De theologie van Sabeel is gebaseerd op de Bijbel, de leer en het leven van Jezus Christus. Sabeel heeft twee doelen: 1. Een theologie van bevrijding 2. Een bevrijding van de theologie Het werd door mw. Duyabis verwoord, als een onderstreping van de inhoud van het boek van Naeem Ateek (de directeur en medeoprichter van Sabeel. Ateek is anglicaans priester en Arabisch burger van Israël). Mw. Duyabis vertelde over de ontstane situatie na de Holocaust. Deze was een ware ramp geweest voor het joodse volk, maar de gevolgen naderhand bij de stichting van de Staat Israël waren een ramp (Nakba) voor de Palestijnen. Toen werden zij verdreven. Hoe kon dat toch? We hebben Israël erkend, zei ze, we willen goede buren zijn, maar we moeten we kunnen delen. Er moet een joodse staat zijn en een Palestijnse staat … wordt gezegd … dat klinkt toch goed? Mevr. Duyabis legde uit hoe misleidend het is: als er een joodse staat is (en dat stáát …!!) dan moeten uiteindelijk de niet – joden weg. Maar Palestina heeft Palestijnen, Christenen, Armeniërs, ‘’niet – gelovigen’ … : voor hen allen moet er toch ruimte zijn?!! Het is ons thuis, zei mw. ‘Cedar’ , waar wij allen woonden / wonen: het is onze identiteit. Maar toen / nu opeens werden / worden wij vreemden … Wat zo moeilijk is, is de confrontatie met hen die de bijbel lezen als een spoorboekje alsof je kunt aanwijzen – op grond van letterlijke lezing – dat ‘het land’ alleen voor de joden bestemd zou zijn. Christenzionisten zijn die mening toegedaan … mensen die er alles aan willen doen en willen helpen om de joden weer ‘thuis’ te brengen. Ik vond het aangrijpend toen mw. Duyabis vertelde over de ervaring in 1948 … : vestiging van de joden in het land betekende concreet voor de Palestijnse bevolking een ‘landinname’. Zo werd dat gevoeld, zo was het in feite ook. Het was alsof de geschiedenis van Jozua 6 zich opnieuw ging afspelen. En niemand protesteerde … Veel Palestijnse gelovigen konden met de bijbel niet meer uit de voeten en lieten hun geloof vallen. In het boek van Ateek (‘Roep om verzoening’) wordt ook geschreven dat in Israël zelf ook
belangrijke religieuze krachten heersen, die geloven dat het hele land Palestina en grote delen van aangrenzend Arabisch gebied aan Israël toebehoren. Israël zou bijbelse rechten hebben op het gebied dat zich uitstrekt van ‘de Nijl tot de Eufraat’. (citaat).
Naeem Ateek ging aan de gang met de vraag wat de betekenis eigenlijk is van het ‘Beloofde Land’. Moeten de Palestijnen de prijs betalen voor het antisemitisme, vroeg mw. Duyabis?
Wij verdienen het land toch ook? Sinds Jezus Christus woonden we hier, we zijn er altijd geweest … al 2000 jaar Die uitspraak bleef als een echo naklinken in mijn oren.
39
Het kan toch niet zo zijn dat God ‘het Beloofde land’ toekent aan ‘één enkel volk’ en dat voor de andere volken daarmee als het ware alle rechten zijn verspeeld? De notie van het Beloofde Land stijgt uit boven een geografische uitleg. Die woorden onderschrijf ik persoonlijk van harte. Nooit heb ik ‘het Beloofde land’ gezien als land, aanwijsbaar op de landkaart. Voor mij is het een beeld … ‘Beloofd land’ is daar waar mensen leven in recht en vrede. Het kleine land Palestina – schrijft Ateek – is een prototype of model voor de aarde. God heeft de aarde geschapen als een woonplaats voor de zachtmoedigen. Op grond van het geloof in Jezus Christus is wat wij voor ogen houden het koninkrijk van God. De weg – Sabeel – die Palestijnse Christenen gaan, tegen de huidige situatie in, is – tegen die achtergrond – de weg van liefde en geweldloos verzet. Deze theologie wordt ook concreet omgezet in programma’s . Sabeel start daar nu mee: - met jeugdprogramma’s - met vrouwenprogramma’s - met programma’s voor ‘de geestelijkheid’ Ieder jaar is er een conferentie waarbij mensen van over de hele wereld elkaar ontmoeten!! Dat zijn positieve ervaringen. … …… Wat een krachtige vrouw: Cedar Duaybis, een hoogbejaarde dame, strijdbaar, vol moed en hoop, vitaal, vol levenslust, zoekend naar recht … Welke ‘weg’ moeten mensen daarvoor gaan. Sabeel … weg … Sabeel … bron van levend water … betekent het ook. Ik vond het ontroerend mooi dat we met elkaar na dit gesprek ‘de maaltijd van de Heer’ vierden / de eucharistie. En het was – zoals het laatste woord ook zegt – een ware dankzegging. Een vreugdemaal. Naeem Ateek was inmiddels gearriveerd in het ontmoetingscentrum. Hij ging voor in de viering. Eerst werd gelezen uit Lucas 18: de gelijkenis over de onrechtvaardige rechter. Daarna was er een moment van bezinning en kon ‘wie dat wilde’ iets over de tekst zeggen. Mij bleef bij dat iemand uit de kring aanhaalde hoe de weduwe uit de lezing volhield aan te kloppen bij de rechter om haar recht te doen … Hij wilde niet, maar uiteindelijk gaf hij toe, vanwege haar vasthoudendheid. Die notie … ‘je recht te mogen halen …’ … ‘te volharden’ werd algemeen erkend. Tijdens de viering zong onze groep enkele Nederlandse liederen Verbondenheid over grenzen heen …
40
Diezelfde dag kwam – in de avond Yehuda Shaul – naar ons hotel. Hij is de oprichter / directeur van‘Breaking the silence’. Het is een organisatie voor oud-militairen van het Israëlische leger. Yehuda vertelde in het kort over zichzelf: hij is geboren en getogen in Jeruzalem, 100 % praktiserend jood. Hij zat van 2001 – 2004 in het leger. Voor alle mannen is een zo lange diensttijd verplicht. Anderhalf jaar zat hij in Hebron. Inwendig had hij twijfels over zijn diensttijd, over wat hij deed / doen moest: waar ben ik eigenlijk mee bezig? Maar – zei hij – je kunt als commandant niet twijfelen! Voor hem kwam een omslagpunt in zijn denken toen hij zichzelf de vraag stelde wat hij nu eigenlijk met zijn leven moest, als burger, buiten het leger, als hij weer zou terugkeren in het alledaagse leven. Immers: voorgoed was hij veranderd door zijn dienstperiode en alles wat gebeurd was, maar ‘terug in de ‘werkelijkheid’ zou hij díe werkelijkheid moeten verzwijgen … Dat klopte niet en opeens realiseerde hij zich als nooit tevoren waar hij mee bezig was. ‘Ik keek in de spiegel’, vertelde Yehuda, ‘en zag een ander gezicht: er was iets goed mis. Ik sprak erover met mijn kameraden en eigenlijk voelde / herkende iedereen diezelfde shock: we realiseerden ons dat niemand om ons heen enig idee had wat we deden / moesten doen. Zo werd ‘Breaking the silence’ geboren. We besloten de stilte te doorbreken over wat wij als soldaten in de bezette gebieden hadden hadden gedaan.’ Als organisatie kon ‘Breaking the silence’ niet vermoeden hoe één en ander zou gaan, en waar ze zouden uitkomen. Dat deerde hen niet. Ik vond het een helder betoog wat Yehuda hield. Eerlijk. Oprecht. Hij stelde heel duidelijk waar hij zelf stond. Hij benadrukte dat hij orthodox jood was. Het conflict Israël – Palestina, zo verwoordde hij, was niet zozeer de inzet van het gesprek, maar de bezetting!
We don’t see it as our responsibility to have a dialogue with the Palestinians. The target is the occupation, but not the ‘Palestinians’. (Citaat) Dialoog, aldus Yehuda, zal voor óns plaatsvinden na de verzoening!! ‘Breaking the silence’ is tégen de bezetting: we zijn veteranen en proberen onze – die – identiteit daarvoor in te zetten. Verschillende wegen worden daartoe bewandeld: 1. verhalen worden verteld: luister mensen, naar de verhalen over de gewelddadige acties die wij ‘moesten’ doen, over (harde) neparrestaties (als training) waardoor bewust gevoelens van frustraties, angst en onzekerheid werden opgewekt … Zo wordt de overheid zelf geconfronteerd met ‘haar beleid’. 2. er is een foto-expositie gekomen over wat gezien én gedaan is. Bij dat alles wordt gebruik gemaakt van persoonlijke ervaring. Uiteindelijk geldt voor iedereen die in het leger is geweest, dat niemand schone handen heeft gehouden. Het is het gevolg van een corrupte missie.
41
Het idee is namelijk dat iedere Palestijn altijd moet voelen dat de militairen / het leger overal zijn / is. Er zijn altijd patrouilles, vroeg en laat, dat gaat dag en nacht door. Dat is wat het leger ook zegt: laat voelen dat je er bent! ‘Create the sense of being persecuted’, horen de soldaten als opdracht. Daarmee zijn zij geen foute soldaat. Het is een ‘onherroepelijk moeten’ … ‘Breaking the silence’ wil een organisatie zijn die verantwoordelijkheid neemt, zichzelf in de spiegel ziet en het zwijgen doorbreekt. Yehuda stelde in dat verband óók de vraag aan ons om de stilte te doorbreken. ‘Wij zijn niet de enige maatschappij die zich stil houdt’, zei hij … Van zo’n opmerking word je stil, want je weet maar al te goed hoe waar die woorden zijn … Ontroerend was dat Yehuda vertelde dat van zijn directe familie alleen zijn vader de foto-expositie bezocht. De anderen wilden niet. Zijn vader was van slag: heb je dit alles gedaan, wat ik zie op de foto’s …? Heb je begrafenissen onderbroken? In zijn cynisme antwoordde Yehuda … : nee pa, ook bruiloften … Over de 900 getuigenissen … verhalen … zijn nu inmiddels bekend … Meer en meer wordt de stilte doorbroken. Een grote imposante man: Yehuda Shaul … Een man met een warm kloppend hart. Ik voelde een warme sympathie voor hem.
Ons verblijf in Israël – Palestina werd afgesloten met een dag de handen uit de mouwen steken. In alle vroegte gingen we de laatste dag met medewerkers van Ta’ayush. Ta’ayush is een Joods – Israëlische groep, die – zoals de naam zegt – vreedzaam wil ‘samenleven’. Dat betekent het arabische woord. Als volken met en naast elkaar samenleven in dit land, met gelijke rechten voor iedereen: dat moet toch mogelijk zijn? Op de vrije sabbat gaan de joodse (meest seculiere) vrijwilligers mee om de Palestijnse boeren te ondersteunen bij hun werkzaamheden. Er waren zoveel vrijwilligers aanwezig op de dag dat wij er ook waren, dat de groep moest worden gesplitst. De ene helft ging mee naar het zuiden om schapenboeren te helpen hun vee van de ene vlakte naar de andere te brengen. Kolonisten – hoorde ik uit verhalen – waren dreigend aanwezig: stel dat vee kwam waar het niet mocht zijn … : scherp werd erop toegezien. Vrijwilligers van onze groep vertelden dat het niet zozeer als dreigend werd ervaren, maar wel als inspannend … om het vee bij elkaar te houden. De hulp was dus meer dan welkom! De andere helft – daar was ik ook bij – ging mee richting Ramalla. Wij hielpen een Palestijnse familie bij de olijvenoogst. Ik proefde de hele dag onderhuids een spanning: van de groep moesten per toerbeurt enkele mensen op de wacht staan om te zien of niet van de hellingen kolonisten kwamen om de groep te verjagen, de oogst te verstoren en / of af te nemen. Het zal wellicht – omdat het een eerste keer was – extra spannend hebben gevoeld maar de ervaring alleen al dat je zo op je hoede moet zijn, is iets wat ik niet zal vergeten. Die dag hebben we geluk: aan de andere kant van de helling zijn ook boeren bezig hun oogst binnen te halen.
42
Maar wat is ‘geluk’ … de anderen hebben dus ‘pech’. Deze keer worden zij gestoord en kunnen wij dus ongestoord werken, een andere keer is dat andersom. Die willekeur is er … Ta’ayush helpt de Palestijnse boeren uit solidariteit, vanuit een hoger ideaal / doel. De praktische kant is één zijde van hun verhaal. Onrecht stellen zij ook aan de kaak door het verspreiden van video- en fotomateriaal. Zo vaak hebben we gehoord en gezien over de joodse nederzettingen. De settlements die overal verrijzen … Ook hier was dat het geval. Vlakbij Ramalla. De olijvenoogst verliep voorspoedig. Daarvan enkele beelden. Maar ook beelden van bomen die verbrand zijn, stuk gemaakt. Een verwoeste wijngaard … Zo eigenen kolonisten zich het land toe … Hoe kan het ooit voor hen als ‘thuis’ ervaren worden. Het hield me enorm bezig.
Volg de aanwijzing …
Een ervaren hand …
Een Nederlandse ‘pluk – ster!’
De oogst
43
Vernieling
Na een lange dag onder een hete zon gingen we terug naar Jeruzalem. Het was meer dan een uur rijden. Voor mij was het geen enkel probleem. Ik wilde rust … rust in mijn hoofd … rust van alle indrukken. Ik voelde me verschrikkelijk moe. En dat … dat gevoel van moeheid raakte ik maar moeilijk kwijt. Zeker ook toen we het land verlieten en op het vliegveld 5x werden gecontroleerd, toen de vragen kwamen, waarom je hier geweest was, wat je gedaan had, toen de koffer open moest, toen je moest verantwoorden waarom je bepaalde literatuur in de bagage had meegnomen, hoe je eraan kwam … gekregen of gekocht … Israël – Palestina … wat is het voor een land? In Godsnaam ……
44
Nabeschouwing De laatste avond brak aan vóór we weer naar Nederland reisden. Als groep zaten we bij elkaar, ieder met eigen emoties. Wat neem je mee …?, vroeg onze reisleidster. Ik nam schaamte mee. Ik was én ben verward door wat ik heb gezien, gehoord en ervaren. In de kranten volgde ik wél globaal verhalen over de verhoudingen tussen Israëlieten en Palestijnen, maar na lezing legde ik de krant terzijde. Schaamte voel ik nu, dat ik me nooit in het lot van de Palestijnen heb verdiept, dat ik altijd te weinig hun kant van het verhaal heb geweten ( … als velen, vermoed ik nu …) Het is persoonlijke schaamte … Het is ook een schaamte die ik voel naar onze kerk / kerken. Hebben we eigenlijk niet veel te weinig oog en oor gehad voor de Palestijnse bevrijdingstheologie? In dit verband vergeet ik nooit weer de opmerking van mw. Cedar Duyabis: er moet een theologie van bevrijding zijn en een bevrijding van theologie … van díe theologie namelijk die eenzijdig het land Israël toekent aan de Joodse Israëliërs. Ik merk in mijn eigen kerk dat dit geluid ook weinig / niet aan bod komt. Dat vraagt herbezinning. Het vraagt ook een andere manier van (contextueel) Bijbellezen. Wat ik meenam was het appèl op ons ‘christenen’ hier in Nederland (en waar ook …): te komen ( = te gaan) en te zien met eigen oren, … stilte te doorbreken … Wat ik meenam en meeneem in gesprekken is de bijbelse notie van de Landbelofte, de betekenis van Israël … bijbels - theologisch én politiek. Daaronder een hernieuwd stilstaan bij bijbelse termen als ‘recht en gerechtigheid’. De kerk moet niet over politiek willen spreken, wordt vaak gezegd, maar kan politiek in dit geval van de theologie gescheiden worden? Wat ik in mijn herinnering bewaar, is het geloof / de kracht / de hoop die de Palestijnen staande houdt. Hun Sumud! Wat ik ervoer, was een stukje Pasen in schijnbaar uitzichtloze situaties. Maar velen – vermoed ik – ontbreekt het aan moed, velen hebben geen innerlijke kracht en leven in wanhoop of ooit de vrede daagt, of er ooit verzoening komt, dialoog … of ooit de Muur die de volken scheidt weer afgebroken wordt. … ……
Kom en zie. Kom in beweging … staat in het Kairosdocument. Dat ‘bewogenheid’ ervaren wordt, dat wij komen van afstand tot nabijheid in handelen en spreken, in doen, denken en geloven.
45
Tot slot Mijn dank gaat uit naar Meta Floor, onze voortreffelijke reisleidster. Meta werkte namens Kerkinactie – van 2007 – 2012 – bij ‘Sabeel’ in Oost Jeruzalem. Zij kon als geen ander ons de ogen openen voor de situatie in Israël – Palestina. Door haar kennis en ervaring, door haar inleidende verhalen onderweg voorafgaand aan alle bezoeken bij verschillende personen en organisaties, werden we meegenomen op de weg die Palestijnen gaan … zoekend naar recht en vrede. Dank aan Neely Kok, die mij op het spoor zette van deze reis. Goede buren waren we al. Goede reisgenoten werden we. Ik ben blij dat je ‘op mijn weg’ gekomen bent. Dank aan alle reisgenoten. Het voelde warm in jullie midden. Sjaloom, salaam!
46