Gezin
School
Kerk
Zondag 27 september 2015 - zondag 4 oktober 2015
2
3
Zondag 27 september
Klein is
groot
Ga eens aan de kant, dit is iets voor grote mensen! Jij bent te klein om dat te begrijpen! Zulke woorden hoor je meer dan eens. En er zijn ook veel dingen, waarvoor je groot moet zijn. Als er iets zwaars moet worden opgetild, als er iemand uit de sloot gehaald moet worden, als iets boven op een kast staat. Maar als er een baby geboren is, vindt eigenlijk iedereen dat mooi. En iedereen wil zijn best doen om er goed voor te zorgen. In de bijbel lezen we ook verhalen over kinderen. Bijvoorbeeld over David, de jongste en kleinste thuis, die tot koning wordt gezalfd terwijl hij nog maar jong is. Maar ook verhalen over de Here Jezus, die kinderen tot voorbeeld maakt. In Matteüs 18 lezen we: ‘1 Op dat moment kwamen de
leerlingen Jezus vragen: ‘Wie is eigenlijk de grootste in het koninkrijk van de hemel?’ 2 Hij riep een kind bij zich, zette het in hun midden neer 3 en zei: ‘Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan. 4 Wie zichzelf vernedert en wordt als dit kind, die is de grootste in het koninkrijk van de hemel. 5 En wie in mijn naam één zo’n kind bij zich opneemt, neemt mij op.’ 4
We zijn altijd kinderen van God, onze Vader. Vergeleken met Hem blijven we altijd klein. En toch geeft Hij ons zoveel in handen: we mogen zijn kinderen zijn, we mogen zelf kiezen. Hij wil ons leren, dat dat alleen goed gaat als we blijven luisteren naar wat Hij ons zegt. We moeten niet proberen zelf groot te zijn, maar vooral blijven zien dat God groot is. En als je iemand anders helpt om te zien hoe groot God is, als je helpt om te ontdekken dat God ook naar hem of haar luistert, dan doe je wat God wil. Daarvoor hoef je niet slimmer te zijn dan een ander, je hoeft niet beter te kunnen praten dan een ander. Je mag gewoon vertellen wat je weet van God, dat je weet dat we Hem mogen vertrouwen. Als je dat weet, ben je groot. Als je daaraan vasthoudt, ben je sterk.
Tip: doe dit samen met je gezin of je meester/juf en groep en mail de antwoorden naar
[email protected] (kan je met z’n allen meteen het lied mee zingen.) We mailen je terug!
5
Maandag 28 september
Het koninkrijk van God
Marcus 4:31 en 32 Het is als een zaadje van de mosterdplant, het kleinste van alle zaden op aarde wanneer het gezaaid wordt. Maar als het na het zaaien opschiet, wordt het het grootste van alle planten en krijgt het grote takken, zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen. Jezus speekt veel in gelijkenissen. Dit doet Hij om de mensen de wereld van God beter te laten begrijpen. Voor de mensen die in de tijd van de bijbel leefden, maar ook voor de mensen die de bijbel vandaag de dag lezen. Dus ook voor jou en mij. Omdat wij op aarde zijn geboren en leven, is het moeilijk om de dingen van de hemel te begrijpen. Het zijn een soort geheimen die we mogen ontdekken. Door de gelijkenissen van Jezus en de werking van de Heilige Geest, kunnen we deze geheimen ontdekken en begrijpen.
Zijn jouw moestuintjes al tot bloei gekomen? Dat was toch wat hè, iedereen wilde ze sparen. De moestuintjes van de AH. De kleine zaadjes zaten in een klein matje, dat je tussen de aarde moest stoppen. Met water en licht zouden de zaadjes ontkiemen en daar uit groeide een heel nieuw plantje. Wat een wonder. Jezus gebruikt dit voorbeeld om het koninkrijk van God uit te leggen. Het begint heel klein, maar als het opkomt en tot bloei komt, wordt het enorm! Hij gebruikt daarvoor het voorbeeld van een speciale plant: ‘de mosterdboom’. Dit kleine zaadje kan 6
uitgroeien tot een boom van 3 tot 4 meter! Hij wortelt zich diep in de grond en hij krijgt enorme takken, waar vogels in kunnen schuilen.
Het koninkrijk van God is ook klein begonnen, maar al snel kwamen er meer mensen tot geloof en nog steeds zijn er iedere dag mensen die Jezus willen aannemen als hun Redder en Verlosser. Doordat er steeds meer mensen bij komen wordt dit koninkrijk steeds groter.
Maar je kunt het ook op jezelf betrekken, misschien begon je geloof heel klein. Maar is het meer en meer gaan groeien doordat je veel leert over Jezus en over wat er in de bijbel staat! God houdt van jou en ziet je graag groeien!
7
Dinsdag 29 september
Miriam
Exodus 2: 7 Toen kwam de zuster van het kind haar vragen: ‘Zal ik bij de Hebreeuwse vrouwen een voedster gaan zoeken om het kind voor u te voeden?’ Spannend zeg! In de buik van je mama, je tante of je juf groeit een baby! Wat een wonder! Zal het een meisje worden of toch een jongen? Tegenwoordig kun je tijdens de zwangerschap al weten wat het wordt. Dat komt omdat je met een echo de baby al helemaal kunt zien. Vroeger was dat heel anders. In de tijd dat dit verhaal zich afspeelt, is dit een spannende vraag! Farao had een plan bedacht. Hij zei tegen zijn volk: ‘Alle pasgeboren jongetjes van de Israëlieten moeten in de Nijl worden gegooid!’ Wat een verschrikkelijk plan van de Farao. Hoe kon hij? Jochebed is zwanger. Zij heeft ook gehoord van het plan van de Farao. Als zij een meisje zou krijgen dan zou ze bij haar mogen blijven. Fantastisch zou dat zijn! Maar als het een jongetje zou zijn… En dan wordt de baby van Jochebed geboren. Een broertje voor Miriam en Aäron. Wat is het een mooie en lieve baby! De eerste drie maanden lukt het haar om hem te verstoppen voor de Egyptenaren! Maar na die drie maanden begint het baby’tje meer geluid te maken. Zus Miriam ziet en hoort het ook. Er moet iets gebeuren voordat de Egyptenaren er achter komen dat er in hun gezin een klein jongetje woont.
8
Jochebed maakt voor hem een rieten mandje. Ze maakt het waterdicht en legt haar zoon erin. Dan begint het belangrijke werk van Miriam. Miriam moet het mandje in de gaten houden terwijl het verstopt in de rivier ligt…
Dan ziet Miriam een paar vrouwen bij de rivier lopen. Eén daarvan is de dochter van de Farao. Miriam schrikt er van en is bang dat ze het mandje vinden. En waar ze bang voor is, wordt waarheid. De vrouwen vinden het mandje met de baby erin. De dochter van de Farao wil de baby graag houden en pakt hem uit het mandje. Ze ziet gelijk dat het een Israëlisch jongetje is. Gelukkig maakt haar dat niets uit, zij wil voor hem zorgen. Dan verschijnt Miriam vanuit haar verstopplek. Ze vraagt de vrouwen of het goed is iemand te halen die het huilende jongetje kan voeden. De vrouwen vinden het goed en Miriam haalt haar moeder Jochebed. En zo blijft de kleine jongen toch leven. Ondanks het boze plan van de Farao. De dochter van de Farao gaat hem opvoeden en noemt hem Mozes. Jochebed mag haar eigen lieve zoontje voeden en verzorgen! 9
Op het jeugdjournaal zie je vaak beelden van oorlogen en boze wereldleiders. Ze bedenken wrede plannen en maken veel ruzie. Bid voor hen, dat ze de liefde van Jezus in hun hart voelen. Bid ook voor mensen die leven in oorlogsgebieden en op de vlucht zijn voor de vijand. Zij hebben ons gebed hard nodig!
10
Woensdag 30 september
Samuël
1 Samuël 3:9b Wanneer je wordt geroepen, moet je antwoorden: ‘Spreek, Heer, uw dienaar luistert.’ Samuël!...Samuël!...Samuël!...
Samuël!…
Tot 4 x toe roept de Heer Samuël wakker. De vierde keer weet Samuël, van Eli, dat het de Heer is die hem roept en hij zegt: ‘Spreek Heer. Ik ben uw dienaar. Ik luister.’ De Heer vertelt Samuël dat Hij gaat doen wat een profeet een tijd geleden aan Eli heeft verteld. Namelijk dat de zonen van Eli gestraft zullen worden. Ze hebben veel slechte dingen gedaan en hebben daar geen spijt van. Eli heeft zijn zonen niet gestraft. Hij heeft lekker meegegeten van al het eten dat zijn zonen hebben afgepakt van de mensen. De belofte dat er altijd een priester zal zijn uit de familie van Eli geldt niet meer. Eli zal blind worden en als teken dat het waar is wat de Heer zegt, zullen zijn beide zonen op 1 dag sterven. Dit alles zal nu gaan gebeuren. Niets kan het besluit van de Heer nog veranderen. Samuël kreeg het van de Heer te horen. Samuël was bb..bbibbberrrr..bang om deze boodschap aan Eli te vertellen. Maar Eli wist dat Samuël door de Heer geroepen was en wilde dat Samuël alles zou vertellen en niets zou achter houden. Samuël vertelt alles.
11
BIJBELVERHALEN
DROMEN
ANTWOORD OP GEBED
GEVOEL
SPECIALE BIJBELTEKSTEN NATUUR PROFETIE
RODDEL VISIOENEN
LIEDJES
SCHREEUWEN
DOOR IETS WAT ANDERE MENSEN ZEGGEN STEM
WONDER
EEN SPECIAAL TEKEN
Misschien weet je er een voorbeeld uit de bijbel bij. Spreekt je Vader wel eens tot jou op één van deze manieren? Als je bidt voor iemand anders en je probeert ook te luisteren, gewoon even stil zijn…. dan kan het zijn dat de Heilige Geest jou iets wil vertellen. Soms krijg je dan hele mooie woorden voor die ander. Onze Vader wil graag dat wij zo voor elkaar zorgen. Dit kan je al doen als je papa of mama ziek is of je broer of zus. Wanneer kan je nog meer voor elkaar bidden?
12
Donderdag 1 oktober
David
1 Samuël 16:7 ‘Ga niet af op zijn voorkomen en zijn rijzige gestalte. Ik heb hem afgewezen. Het gaat niet om wat de mens ziet: de mens kijkt naar het uiterlijk, maar de HEER kijkt naar het hart.’
David is de jongste thuis. Hij heeft zeven grote broers en zoals dat met grote broers gaat, plagen ze hun kleine broertje David wel eens. ‘Hé kleintje, ga je weer lekker op je schaapjes passen?’ De broers van David vinden dat zij veel belangrijker zijn dan David. Zij zijn namelijk soldaat in het leger van de koning en David past thuis op de schapen.
Op een dag komt de profeet Samuël bij David en zijn broers thuis en hij zegt: ‘Ik kom hier namens God om één van jullie tot koning te zalven.’ Alle grote broers komen één voor één voor Samuël staan, maar Samuël kiest niet de grootste en niet de sterkste broer. De Here God zegt tegen hem dat hij niet 13
naar de buitenkant moet kijken, maar naar de binnenkant. Hij zegt: ‘Samuël, het gaat er niet om hoe je er uitziet, maar of je een goed hart hebt. Zo kijk Ik ook naar mensen.’ Daarom wordt David uitgekozen, de jongste zoon. Jullie kennen het verhaal van David en Goliath ook vast nog wel. De grote broers, die soldaat zijn, durven het niet op te nemen tegen de reus Goliath. David, de herdersjongen, doet het wel en verslaat de grote reus. Hier zie je dat het ‘kleintje’ grote dingen doet! De verhalen van David vertellen we telkens weer op school, thuis en in de kerk. Zo vergeten we niet dat God met ons meegaat en ook al voel je je soms heel klein, bij de Here God gaat het niet om je lengte of je kracht. Hij kijkt naar je hart. Je mag weten dat de Here God altijd bij je is, dat geeft moed en vertrouwen om verder te gaan. Hij laat je niet alleen!
14
Vrijdag 2 oktober
Daniël
Daniël 1:17 En God schonk de vier jongemannen wijsheid, kennis en verstand van alle geschriften; bovendien was Daniël bij machte alle mogelijke visioenen en dromen uit te leggen. ‘Hé jij daar … en jij … meekomen jullie! Ja alle vier! Op bevel van de koning.’ Uit een grote groep joden wordt Daniël uitgekozen. Daniël was een slimme jongen: Hij was goed in rekenen, lezen en schrijven, maar ook goed in sport en allerlei andere vakken. Daarom werd hij uitgekozen voor de eliteschool van de koning. De deur van het paleis gaat voor hem open. Hij krijgt de kans van zijn leven. Om opgeleid te worden tot adviseur van de koning van Babel. Vast geen hongerbaantje. Gefeliciteerd Daniël! Ja, dat zou je zeggen. Maar het klopt niet. Het lijkt wel mooi, maar het is het niet. Daniël lijkt meer een bal die alle kanten op getrapt wordt. Hij is niet vrijwillig in Babel. Hij was juist slachtoffer. Geen vluchteling. Wel als joodse jongen in een vreemd land. Geroofd en meegenomen door de soldaten van Nebukadnezar. Op zijn 14e uit het vaderland Israël gehaald. De vier jongens hebben geen keus. Naar hen wordt niet geluisterd. O ja, en dan is er nog zoiets leuks in Daniëls leven. Het klinkt heel aardig: je bent uitgekozen voor het speciale programma voor de besten van de besten. Maar vergis je niet: Het is ook een complete hersenspoeling om Babyloniërs van hen te maken. Ze krijgen ander onderwijs. Ze krijgen ander eten. Ze krijgen een andere naam. Hun mooie joodse namen, met verwijzing naar God, worden vervangen. Ze worden vernoemd naar de heidense goden. Feliciteer Daniël en zijn vrienden maar 15
niet. Zij zijn maar kleine jongetjes tussen de wereldrijken. Tieners, pubers.. ‘Heb je zin in een sinaasappel?’ ‘Nee, bah!’ ‘Kijk, lekkere groentesoep vandaag.’ ‘Nee, dat lust ik niet.’ ‘Wat wil je dan wel?’ ‘Doe maar een zakje chips’. ‘Maar dat is niet gezond.’ ‘Maar wel heel lekker.’ Je kunt onderscheid maken tussen lekker en minder lekker eten. Je kunt ook onderscheid maken tussen gezond en ongezond eten. Daniël maakt onderscheid tussen eten wat wel en wat niet mag van God. In Gods wetten stonden allerlei regels over eten. Je mocht geen vlees van onreine dieren eten, zoals bijvoorbeeld varkensvlees. Geen eten dat aan de afgoden gewijd is. Als Daniël in het koninklijke restaurant zou mee-eten, dan gaat hij in tegen Gods geboden. Het zijn vast de lekkerste maaltijden geweest, die je kunt bedenken. Maar Daniël zegt ‘nee’. Met de God die alle macht heeft, houdt hij liever rekening dan met de koning. Aan die God heeft Daniël zijn leven gewijd. Die God wil Daniël dienen, heel zijn leven.
Je bent 14 jaar, en zegt ‘nee’ tegen het bevel van de koning. Van huis uit zal Daniël over God gehoord hebben. Van jongs af aan zal hem de liefde voor de Here bijgebracht zijn. Al vroeg heeft hij geleerd dat je beter ‘nee’ tegen mensen kunt zeggen dan tegen God. En dat je ‘ja’ tegen God ook om echte 16
gehoorzaamheid aan Hem vraagt. Niet alleen gelovig leven als de mensen erbij zijn, maar ook als je er alleen voor staat. Het is spannend om ‘nee’ te zeggen. Om iets niet te doen wat alle anderen wel doen. Om tegen het bevel van de koning in te gaan. Dat doet Daniël niet uit zichzelf. Hij doet het in vertrouwen op God. God zorgt daar in Babel voor deze groep gelovige jongens. Er is verschil tussen gezond eten en ongezond eten. Als Daniël en zijn vrienden tien dagen lang groenten en water hebben gegeten, zien ze er veel gezonder en sterker uit dan de andere jongens. Ligt dat aan het voedsel? Dat zou best kunnen. Gezond eten is echt veel beter, ook al is het geen garantie voor gezondheid en kracht. Toch is het bij Daniël niet het eten, maar de zegen van God die dit succes brengt. Daniëls vertrouwen op de Here brengt veel zegen. En je krijgt nog meer reden om te danken.
Heb je al geluisterd naar het lied klein is groot? Weet je al van een paar raps welke personen erbij horen? Vul in op pagina 5 17
Zaterdag 3 oktober ‘Laat de kinderen tot mij komen’
Lucas 18: 16 – 17 Maar Jezus riep de kinderen bij zich. Hij zei: ‘Laat ze bij me komen, houd ze niet tegen, want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij. Ik verzeker jullie: wie niet als een kind openstaat voor het koninkrijk van God, zal er zeker niet binnengaan!’ De Here God heeft ons geschapen. Kijk eens om je heen. Wie zie je allemaal? Je vader, je moeder, je vriendje of vriendinnetje? Mensen buiten, of mensen op tv? Iedereen die jij ziet is met liefde gemaakt door de Heer! Iedereen ontvangt zijn zegen, groot en klein! Op een dag, als de Here Jezus al een hele poos met de deftige schriftgeleerden heeft gepraat, komen er ook vrouwen bij hem. Dat zijn geen deftige vrouwen, dat zijn gewone moeders met hun kinderen. De moeders hebben eerst een poos naar de Here Jezus geluisterd, en daarna hebben ze tegen elkaar gezegd: ‘Wat zou het fijn zijn als onze kleine kinderen de Here Jezus ook konden zien. Jezus houdt vast veel van hen. Misschien wil hij wel met hen praten en hen zegenen. Als onze kinderen de Here Jezus kennen, gaan ze ook vast veel van hem houden. Wat zou dat heerlijk zijn!’ De moeders halen de kinderen gauw op. Als de discipelen de moeders zien aan komen, roepen ze boos tegen hen: ‘Wat moeten die kinderen hier? De Here Jezus heeft het erg druk! Hij heeft heus geen tijd voor kinderen. Kleine kinderen begrijpen toch niet wat hij zegt. Gaan jullie maar weg!’ 18
Vraag: Hoe zouden de kinderen zich voelen als ze worden weggestuurd door de discipelen?
De kinderen snappen niet waarom de discipelen zo boos doen. De moeders zeggen verdrietig: ‘Kom, kinderen. We gaan weer weg. De Here Jezus heeft nu geen tijd.’ Maar dan roept de Here Jezus: ‘Kom maar gauw!’ Vrolijk rennen de kinderen naar hem toe, ze zijn helemaal niet bang! De Here Jezus kijkt zo vriendelijk naar hen. Eerst was Hij een beetje boos. Niet op de kinderen, maar op de discipelen! Hij zei tegen hen: ‘Laat de kinderen bij mij komen. Jullie mogen hen niet wegsturen. Kinderen horen ook bij mijn koninkrijk.’ De kinderen vinden het fijn bij Jezus, ze klimmen zelfs op zijn schoot. Jezus slaat zijn armen om hen heen en zegent hen.
De
‘z’
is van
zegen: Welke woorden passen bij vandaag? 19
-
Ziek Zalm Zoen Zegen
-
Zwembad
-
Zakmes Zeuren Zielig
Als je 1000 euro zou krijgen om weg te geven, aan wie zou je het dan geven? ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------God heeft jouw lijf gemaakt: prachtig! Ga in gedachten je hele lijf langs: van je oren, je neus, je buik, je benen, tot je kleine teentje. Dank God voor al je lichaamsdelen! Vandaag wil ik bidden voor: - Iemand die ik ken - Mezelf - Mensen ergens anders op de wereld - Iets wat morgen gaat gebeuren - ………………………………………………………………………………………………… ……………. 20
Psalmen en liederen Onderbouw: psalm 87:4, Klein? Ik mag er zijn Bovenbouw: psalm 87, Niet zo belangrijk Psalm 87 Geref. Kerkboek: 1. Jeruzalem, de Godsstad hier beneden, heeft Hij gesticht op bergen, Hem gewijd. De Heer, die Zich in Sions heil verblijdt, bemint haar meer dan een van Jakobs steden. 2. Men zegt van u voortreffelijke dingen, o schone stad van Sions God en Heer. Egypt' en Babel meld Ik tot mijn eer als volken, die Mij kennen en bezingen.
4. De Heer zal haar bevestigen en schragen en op zijn rol waar Hij de volken schrijft, hen tellen als in Isrel ingelijfd en doen de naam van Sions kindren dragen. 5. Dan wordt de lof van 's Heren naam bezongen, dan zullen daar de volken juichend staan, de reien dansend de cimbalen slaan: zie, al mijn bronnen zijn in u ontsprongen.
3. De Filistijnen, Tyriërs en Moren zijn binnen u, o Godsstad, voortgebracht. Van Sion zal het blijde nageslacht eens zeggen: elk van hen is daar geboren.
21
Psalm 87 Nieuwe berijming: 1. Op Sions berg sticht God zijn heilge stede. Zij heeft zijn hart, Hij houdt er open hof. O Godsstad, vrolijk zingen wij uw lof: door uwe poort zal ieder binnentreden. 2. Rahab en Babel zullen u behoren. Ja volk na volk buigt eenmaal voor Hem neer en ieder land erkent Hem als de HEER. O moederstad, uit u is elk geboren !
3. God zal hen zelf bevestigen en schragen en op zijn rol, waar Hij de volken schrijft, hen tellen, als in Isrel ingelijfd, en doen de naam van Sions kindren dragen. 4. Zij zullen saam, de groten met de kleinen, dansend de harpen en cymbalen slaan, en onder fluitspel in het ronde gaan, zingend: “In U zijn al onze fonteinen”.
Psalm 87 Oude berijming: 1 Zijn grondslag, zijn onwrikb're vastigheden. Heeft God gelegd op bergen, Hem gewijd; De HEER', die Zich in Sions heil verblijdt, Bemint het meer dan alle Jakobs steden. 2 Men spreekt van u zeer herelijke dingen, O schone stad van Isrels Opperheer. 'k Zie Rahab, ik zie Babel, tot Uw eer, Bij hen geteld, die mijne grootheid zingen.
3 De Filistijn, de Tyrier, de Moren, Zijn binnen u, o Godsstad, voortgebracht; Van Sion zal het blijde nageslacht, Haast zeggen: "Deez' en die is daar geboren". 4 God zal hen zelf bevestigen en schragen, En op Zijn rol, waar Hij de volken schrijft, Hen tellen, als in Isrel ingelijft, En doen den naam van Sions kind'ren dragen.
22
5 Dan wordt mijn naam met lofgejuich geprezen; Dan zullen daar de blijde zangers staan, De speellien op de harp en cimbel slaan, En binnen u al mijn fonteinen wezen.
Onderbouwlied
Klein? Ik mag er zijn 1. Soms vinden anderen mij klein En toch mag ik er zijn God houdt van mij Hij maakte mij En dat vind ik heel fijn. 2. Soms vindt mijn zus mij nog maar klein Mag ik niet bij haar vrienden zijn. God houdt van mij Hij maakte mij En dat vind ik heel fijn. 3. Soms vindt mijn broer mij nog maar klein En doet hij mij soms pijn. God houdt van mij Hij maakte mij en dat vind ik heel fijn. 4. Ja, al ben ik dan nog klein Ik mag leren groot te zijn God houdt van mij Hij maakte mij En dat vind ik heel fijn
5. En dan zeg ik tegen u: Doe mee met mij en zing dan nu: God houdt van mij Hij maakte mij En dat vind ik heel fijn (2x) IK MAG ER ZIJN! Al ben ik klein En jullie groot God draait het om Ik ben niet dom Hij maakte mij Stevig op een rots Ik ben zijn creatie En Hij is trots Op mij Op jou 6. En dan zeg ik tegen u: Doe mee met mij en zing dan nu: God houdt van mij Hij maakte mij En dat vind ik heel fijn (2x) IK MAG ER ZIJN!
23
24
Bovenbouwlied
Kids opwekking 283 1 Wie denkt dat de allergrootste ook bij God de grootste is, maakt een hele grote denkfout, slaat de plank behoorlijk mis. In Mattëus hoofdstuk achttien lees je al in het begin; wie niet wordt zoals een kind, komt er bij God niet in. En een hoofdstuk verder komt er nog iets bij. Dit zijn Jezus’ woorden, luister wat Hij zei: Hou de kinderen niet tegen, breng ze maar bij Mij, want het hemels koninkrijk is voor wie is als zij. (2x) 2 ’t Is de omgekeerde wereld; klein is groot en groot is klein, want wie wordt zoals een kind die zal bij God de grootste zijn. Luister alle grote mensen: wees dus maar gewoon als wij. Vind jezelf niet zo belangrijk; doe wat Jezus zei. Hou de kinderen niet tegen, breng ze maar bij Mij, want het hemels koninkrijk is voor wie is als zij. (2x) Na na na na…enz. Hou de kinderen niet tegen, breng ze maar bij Mij, want het hemels koninkrijk is voor wie is als zij.
25
Leden van de werkgroepen en voorbereidingsgroep(*):
Ver. van scholen met de Bijbel “Dr. G. van Goor” te Bunschoten Maartje van Kesteren* van Amerongen 2981395 Mariska Huijgen* De Wegwijzer 2983055 Aline Dijkema De Grondtoon 2983804 Lammie Geuchies De Vlucht 2982204 Janneke Heinen* De Ark 2981437 Ver. Voor Gereformeerd Onderwijs te Spakenburg Het Talent Lydia Koelewijn Bavinckschool Heske van Diermen* Groenschool Peronne van Twillert* Calvijnschool
2983305 2986520 2980714 2981731
Ver. Voor Christelijk Onderwijs te Eemdijk Dineke van Lissum* Eemdijk
2981428
Predikanten ds. J.J. Schreuder (GKV) ds. R.J. van Elderen (PKN- Eemdijk) ds. C.W. Hoek (GKBS) Namens de ouders, VVGO- scholen Gertia van den Broek * secr.
[email protected]
26
