Samenvatting Het effect van ‘Loving me, loving you’
Deel V Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008
Samenvatting rapport Het effect van ‘Loving me, loving you’ Een programma ter preventie van relatiegeweld bij jongeren van de 2e en 3e klas op het VMBO
ISBN-10:
90-811472-2-6
Uitgever:
GGD Nieuwe Waterweg Noord*, Vlaardingen
Datum:
December, 2006
Auteurs:
Ir. B.E. Stam (epidemioloog) Ir. E.A. van Lier (epidemioloog) Drs. J.M. Bakker (preventiemedewerker GGZ) Dr. ir. F.G. de Waart (epidemioloog) Afdeling Gezondheidsbevordering GGD Nieuwe Waterweg Noord*, Vlaardingen
Met dank aan:
L. Tanghe (medewerker afdeling gezondheidsbevordering GGD NWN) Drs. C. van der Veen (Trimbos-instituut)
* Vanaf 1 januari 2007 GGD Rotterdam-Rijnmond
VOORWOORD Relatiegeweld is de meest voorkomende vorm van geweld. De adolescentiefase is een belangrijke risicofactor bij het ontstaan van relatiegeweld. Gezien de omvang en de ernstige gevolgen van dit probleem is preventie belangrijk. De huidige preventie richt zich vooral op de voorkomen van herhaling en het voorkomen van nog ergere mishandeling. Projecten die zich richten op het voorkomen van relatiegeweld zijn schaars, daarom is het project ‘Loving me, loving you’ ontwikkeld. ‘Loving me, loving you’ is een samenwerkingsproject van de GGD Nieuwe Waterweg Noord, Bureau Jeugdzorg stadsregio Rotterdam en Riagg Rijnmond Noord West. Doel van het project ‘Loving me, loving you’ is het ontwikkelen, uittesten en (regionaal) implementeren van een universeel preventieaanbod voor jongeren uit de tweede of derde klas van het VMBO gericht op het voorkomen van relatiegeweld onder jongeren. Daarnaast is het gelukt om het project voor één jaar landelijk beschikbaar te stellen aan alle VMBO-scholen in Nederland. Subsidie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakt het mogelijk om de grootte van het effect van het project ‘Loving me, loving you’ te meten en na te gaan in hoeverre de doelstellingen zijn behaald. Deze effectevaluatie is omschreven in het rapport ‘Het effect van ‘Loving me, loving you’. Een programma ter preventie van relatiegeweld bij jongeren van de 2e en 3e klas op het VMBO’. Dit is een beknopte samenvatting van het rapport. Voor gedetailleerde informatie wordt u verwezen naar het rapport zelf.
3
SAMENVATTING Relatiegeweld is de meest voorkomende vorm van huiselijk geweld. Gezien de omvang en de gevolgen van het probleem is preventie van relatiegeweld belangrijk. De huidige preventie richt zich met name op het voorkomen van herhaling en het voorkomen van nog ergere mishandeling. Preventieprojecten gericht op het voorkomen van relatiegeweld zijn schaars. Ongeveer 20% van de jongeren heeft ervaring met geweld in een relatie. Uit onderzoek onder vrouwelijke slachtoffers blijkt dat driekwart van de vrouwen aan het begin van de (later) gewelddadige relatie tiener was. In de begintijd van een relatie kunnen voortekenen aanwezig zijn die kunnen wijzen op het problematische verloop van de relatie en het latere gewelddadige gedrag van de partner. Door op de hoogte te raken van het verloop van de begintijd van relaties waarin de partner later (ernstig) gewelddadig wordt, kunnen jongeren eerder risicovolle gedragingen van hun partner of risicovolle situaties herkennen. Het project ‘Loving me, loving you’ is een samenwerkingproject dat zich richt op het ontwikkelen van een universeel preventieaanbod ter voorkoming van relatiegeweld bij jongeren. Het doel van het project het ontwikkelen, uittesten en (regionaal) implementeren van een universeel preventieaanbod voor jongeren uit de 2e of 3e klas van het VMBO gericht op het voorkomen van relatiegeweld
onder
jongeren.
Subsidie
van
het
Ministerie
van
Sociale
Zaken
en
Werkgelegenheid maakte het mogelijk om een effectevaluatie uit te voeren. De doelstellingen van deze effectevaluatie zijn: •
Het meten van het effect van het preventieproject ‘Loving me, loving you’ op de houdingen en gedragsintenties met betrekking tot bepaalde risicofactoren die kunnen leiden tot partnergeweld van de jongeren.
•
Het meten in hoeverre de vorm en inhoud van de interventie de jongeren aanspreekt.
Doelgroep van het project ‘Loving me, loving you’ zijn jongeren van 14-15 jaar in de 2e of 3e klas van het VMBO. In het schooljaar 2005-2006 kwamen 10 VMBO-scholen in de regio Nieuwe Waterweg Noord in aanmerking voor deelname aan het project ‘Loving me, loving you’. Hiervan hebben 9 scholen meegedaan met de effectevaluatie. Het onderzoek bestond uit een interventiegroep (5 scholen, 557 jongeren) en een controlegroep (4 scholen, 435 jongeren). De interventiegroepen kregen het complete programma ‘Loving me, loving you’ aangeboden en de controlegroepen hebben alleen vragenlijsten ingevuld. Het programma bestaat uit een interactief theater, een workshop en preventielessen voor jongeren. Het programma wordt ondersteund door een website. Het effect van de interventie op de houdingen en gedragsintenties met betrekking tot risicofactoren die kunnen leiden tot partnergeweld van jongeren is gemeten met behulp van een schriftelijke vragenlijst. Als basis voor deze vragenlijst is een vragenlijst van het Trimbos-instituut gebruikt. In de vragenlijst staan tien situatieschetsen waarmee wordt gemeten in hoeverre
4
jongeren de risicofactoren ‘controle, jaloezie, isoleren, toelaatbaarheid van ruzie met verbaal geweld, alcoholmisbruik, vernedering in het openbaar, seksueel grensoverschrijdend gedrag (zowel door partner als eigen gedrag), hulpbehoevend gedrag, en de partner proberen te veranderen’ (on)toelaatbaar vinden. Bij iedere situatieschets staan vier stellingen; twee stellingen over de houding van de jongeren en twee stellingen over de gedragsintenties. Naast deze vragen zijn ook een aantal vragen opgenomen over ervaringen met relaties. Tevens kregen de interventiegroepen vragen over het programma ‘Loving me, loving you’. Om het effect van het project te kunnen meten is de interventiegroep opgedeeld in 2 groepen. Bij de 1e groep is de vragenlijst zowel voor als na de interventie afgenomen (I+) en bij de 2e groep is de vragenlijst alleen na de interventie afgenomen (I-). Op dezelfde wijze is ook de controlegroep ingedeeld in 2 groepen (groep C+ en C-). Met deze onderzoeksopzet kan worden bepaald of de voormeting invloed heeft op het effect van de interventie. De effecten van de interventie op de houdingen en gedragsintenties ten aanzien van relatiegeweld zijn met behulp van opeenvolgende variantieanalysen bepaald. Eerst is gekeken of de voormeting invloed heeft op het effect van de interventie. Indien dit het geval was, is er gekeken naar het verschil in de resultaten van de nameting van de interventiegroep die geen voormeting heeft gehad (I-) en de controlegroep die geen voormeting heeft gehad (C-). Als de voormeting geen invloed heeft op het effect van de interventie, wordt het verschil tussen de vooren nameting van de groepen I+ en C+ vergeleken. De analyses gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, etniciteit, school en verkeringservaring. Subgroepanalyses zijn uitgevoerd voor jongeren met verkeringservaring en voor jongens en meisjes. In alle onderzoeksgroepen zitten ongeveer evenveel jongens als meisjes. De gemiddelde leeftijd van de jongeren is 14 jaar. Het grootste deel van de jongeren volgt een theoretische VMBOopleiding. De etniciteit van de meeste jongeren is Nederlands, gevolgd door Turks. Het grootste deel van de jongeren geeft aan niet gelovig te zijn (58%) en bijna een kwart van de jongeren is islamitisch. Zesentachtig procent van de jongeren had ervaring met verkering, 21% van hen had op het moment van het onderzoek verkering. Meisjes gaven vaker aan nooit verkering gehad te hebben dan jongens. Bij aanvang van het onderzoek gaf 89% van de jongeren aan nog nooit te maken gehad met mishandeling in een relatie. Drie procent was wel eens lichamelijk, geestelijk of seksueel mishandeld door zijn of haar vriend(in) en 1% had zijn of haar vriend(in) wel eens mishandeld. Zeven procent kende iemand die te maken heeft met mishandeling. In onderstaande tabel staan de effecten van de interventie op de houdingen en de gedragsintenties met betrekking tot de risicofactoren voor relatiegeweld bij jongeren. De interventie heeft wat betreft de houding van de jongeren een effect bereikt op vier van de tien risicofactoren. Een positief effect werd bereikt voor de risicofactoren seksueel overschrijdend
5
gedrag door jezelf en isolerend gedrag door de partner. Op controlerend gedrag van de partner is een negatief effect gevonden. Bij toelaatbaarheid van ruzie met verbaal geweld werd een opvallend resultaat gevonden. Bij de jongeren uit de interventiegroep blijft de houding hetzelfde, terwijl de houding van jongeren uit de controlegroep negatief verandert. Op isolerend gedrag zijn tegenstrijdige effecten op de houding gevonden. Enerzijds vinden de jongeren dat hun vriend(in) hun voor zichzelf probeert te houden en anderzijds vinden zij dat hun vriend(in) mag eisen om naar hem/ haar te gaan. Bij jongeren met ervaring met verkering is de houding van drie van de tien risicofactoren veranderd. Bij isolerend gedrag van de partner zijn net als bij de gehele groep tegenstrijdige effecten gevonden. Bij toelaatbaarheid van ruzie met verbaal geweld is weer hetzelfde resultaat gevonden als bij de totale groep. Negatieve effecten zijn gevonden voor controlerend gedrag van de partner. Bij jongens had de interventie een positief effect op vier van de tien risicofactoren. Positieve effecten zijn gevonden voor jaloers gedrag van de partner, vernedering in het openbaar door de partner, hulpbehoevend gedrag en seksueel overschrijdend gedrag door jezelf. Bij meisjes had de interventie een effect op twee van de tien risicofactoren. Op toelaatbaarheid van ruzie met verbaal geweld had de interventie een positief effect en op isolerend gedrag van de partner had de interventie een negatief effect. Effecten van ‘Loving me, loving you’ op houdingen en gedragsintenties van de jongeren Heeft ‘Loving me, loving you’ het gewenste # effect bereikt op de houdingen t.a.v.
Totale groep
Controlerend gedrag van de partner Jaloers gedrag van de partner Isolerend gedrag van de partner Toelaatbaarheid van ruzie met verbaal geweld Alcoholgebruik Vernedering in het openbaar door partner Seksueel overschrijdend gedrag door partner Hulpbehoevend gedrag Seksueel overschrijdend gedrag door jezelf Partner proberen te veranderen Heeft ‘Loving me, loving you’ het gewenste # effect bereikt op de gedragsintenties t.a.v.
Nee
Jongeren met verkeringservaring Nee
Tegenstrijdig* ~
Tegenstrijdig* ~
Controlerend gedrag van de partner Jaloers gedrag van de partner Isolerend gedrag van de partner Toelaatbaarheid van ruzie met verbaal geweld Alcoholgebruik Vernedering in het openbaar door partner Seksueel overschrijdend gedrag door partner Hulpbehoevend gedrag Seksueel overschrijdend gedrag door jezelf Partner proberen te veranderen #
Jongens
Ja Nee Ja Ja Ja Ja
Ja Totale groep
Ja
Jongeren met verkeringservaring
Nee Ja
Jongens
Meisjes
Nee Tegenstrijdig* Ja Ja Ja Ja
Nee
Ja
Gecorrigeerd voor leeftijd, (geslacht,) etniciteit, school (en verkeringservaring) * Op één van de stellingen een positief effect en op één van de stellingen een negatief effect ~ Interventiegroep geen verandering; controlegroep negatieve verandering
6
Meisjes
Nee
Wat betreft de gedragsintenties van de jongeren heeft de interventie een effect bereikt op twee van de tien risicofactoren. Op toelaatbaarheid van ruzie met verbaal geweld had de interventie een positief effect en op seksueel overschrijdend gedrag door jezelf had de interventie een negatief effect. Op de groep jongeren met ervaring met verkering had de interventie effect op de gedragsintenties van drie van de tien risicofactoren. De interventie had een positief effect op toelaatbaarheid van ruzie met verbaal geweld en seksueel overschrijdend gedrag door jezelf. Het effect op isolerend gedrag van de partner was negatief. Bij jongens had de interventie effect op vijf van de tien risicofactoren. Het effect op isolerend gedrag van de partner en alcoholgebruik was positief. Het effect op controlerend gedrag van de partner en seksueel overschrijdend gedrag door jezelf was negatief. Bij jaloers gedrag van de partner werden tegenstrijdige effecten gevonden. Enerzijds vinden de jongens dat hun vriend(in) gelijk heeft en zijn ze van plan om hun excuses aan te bieden, anderzijds vinden ze dat ze ‘effe relaxed’ moet doen en hun moet laten uitpraten. Bij meisjes had de interventie effect op de gedragsintenties behorende bij twee van de tien risicofactoren. Er werden positieve effecten gevonden voor seksueel overschrijdend gedrag door de partner en hulpbehoevend gedrag. De jongeren uit de interventiegroepen hebben ook het programma ‘Loving me, loving you’ beoordeeld. Zij konden aangeven in hoeverre ze het theaterstuk, de workshop en de lessen boeiend, leerzaam en zinvol vonden. Alle drie de onderdelen werden door de meeste jongeren voldoende beoordeeld. Het theaterstuk werd het beste beoordeeld. Tweeënzestig procent van de jongeren is na het volgen van het programma ‘Loving me, loving you’ anders gaan denken over relatiegeweld, 28% van hen is hierover zelfs heel anders gaan denken. Ook over het verschil tussen jaloersheid en bezitterigheid, tussen interesse tonen en bemoeien en tussen aandacht en controle in een relatie is het grootste deel van de jongeren (tussen de 62 en 64%) anders gaan denken. De uitkomsten van de effectevaluatie kunnen door de volgende factoren zijn verstoord. Hoewel bij de indeling van interventie- en controlegroepen zoveel mogelijk rekening is gehouden met vergelijkbare grootte, de verdeling van jongens en meisjes en de verdeling van jongeren met de Nederlandse en niet-westerse etniciteit, waren wat betreft de etniciteit de groepen toch ongelijk verdeeld. Vanwege deze ongelijke verdeling zijn de analyses gecorrigeerd voor etniciteit. De vragenlijsten waren vanwege de koppeling van de voor- en de nameting niet anoniem. Hoewel dit tijdens de instructie duidelijk is uitgelegd aan de jongeren, kan het toch zijn voorgekomen dat er sociaal wenselijke antwoorden gegeven zijn. Het programma ‘Loving me, loving you’ is niet op iedere school op exact dezelfde wijze uitgevoerd. Om de uitvoering zo gelijk mogelijk te maken, hebben alle docenten vooraf een docententraining gevolgd.
7
Verder meet de vragenlijst de houdingen en gedragsintenties van de jongeren; dit is niet hetzelfde als het werkelijke gedrag. Ook de tijdsperiode tussen deelname aan het programma en het invullen van de vragenlijsten was klein. De uitkomsten zeggen dus alleen iets over de korte termijn resultaten. Het zou daarom erg interessant zijn om over een aantal jaar te bekijken wat de lange termijn effecten van de interventie op het werkelijke gedrag van de jongeren zijn. In Canada is een vergelijkbaar project gedaan waar wel naar de lange termijn effecten is gekeken. Zij vonden vier jaar na de interventie minder daderschap van (ernstig) fysiek en seksueel geweld en minder slachtofferschap van seksueel geweld. Ook in Nederland is een vergelijkbare project gedaan; Stay in Love. Ook dit project vond positieve effecten op houding en gedragsintenties van jongeren. Jongeren die meededen aan Stay in Love gaan bewuster om met hun relatie en hebben meer inzicht gekregen in hoe ze in hun relatie staan. Op basis van de uitkomsten van de effectevaluatie, de mate en de ernst van het probleem en de uitkomsten van bovengenoemd Canadees onderzoek adviseren wij landelijke implementatie van het programma ‘Loving me, loving you’.
8