Samenvatting Ω Europa Ω blad 1
Land in zicht
les
1
Europa Europa is een werelddeel. Europa is een van de rijkste werelddelen, hoewel er ook landen en plaatsen zijn waar armoede heerst. Veel landen zijn verenigd in de Europese Unie.
les
2
De Europese Unie Veel Europese landen zijn lid van de Europese Unie (EU). Ook Nederland is lid van de EU. De landen van de EU werken samen om allerlei problemen op te lossen. De EU heeft ervoor gezorgd dat we nu met de euro betalen. De EU zorgt dat de wetten en regels in alle landen gelijk worden. Ook geeft de EU geld aan arme landen binnen de EU. Subsidie noem je dat. Er zijn verschillende bestuursvormen in de EU. In de Europese Raad zitten alle regeringsleiders van de lidstaten. In de Raad van Ministers komen alle ministers bij elkaar. Zij spreken dan over onderwerpen waar zij veel van weten. De Europese Commissie bedenkt nieuwe Europese wetten en zorgt dat iedereen zich daaraan houdt. Het Europese Parlement controleert of de plannen die de Europese Commissie bedenkt wel goed zijn. Ze doen hetzelfde werk als de Tweede Kamer in Nederland. De leden van het Europese Parlement worden gekozen door de inwoners van de lidstaten van de EU.
les
3
Brokkelende bergen Nederland is een plat land, zonder echte bergen. In de Alpen zijn wel veel bergen. De aardkorst bestaat uit grote aardplaten. Die drijven op het vloeibare steen onder de korst. Bergen ontstaan doordat aardplaten tegen elkaar botsen. Ze drukken steenlagen omhoog. Jonge bergen zijn hoog en hebben spitse toppen, zoals de Alpen. Oudere gebergten zijn lager en vlakker, zoals de Ardennen. Dat komt doordat ze verweerd zijn: ze brokkelen af door het weer en door plantenwortels. De brokstukken worden steeds kleiner. Er ontstaan puinwaaiers. Uiteindelijk is het zand of klei geworden. Die kleine stukjes worden meegenomen door de wind of het water. Dit heet erosie. Gebergte van 1500 meter of lager, zoals de Ardennen, noem je middelgebergte. Gebergte hoger dan 1500 meter noem je hooggebergte. Op hoogtekaarten kun je zien hoe hoog het ergens is aan de verschillende kleuren op de kaart. Maar je kunt niet altijd zien of het er bergachtig is. Dat zie je wel op een reliëfkaart. Reliëf wordt aangegeven met schaduwen op de kaart. Hierdoor kun je zien of er veel hoogteverschillen in een gebied zijn.
Land in zicht Ω samenvatting Ω groep 7 Ω blok 1 Ω © Uitgeverij Zwijsen B.V. Ω www.zwijsenlandinzicht.nl
Samenvatting Ω Europa Ω blad 2
Land in zicht
les
4
Ruimte om te leven Europa is een dichtbevolkt werelddeel. Maar dat betekent niet dat er overal veel mensen wonen. Er zijn dichtbevolkte gebieden, maar ook gebieden waar bijna geen mensen wonen. Die gebieden zijn dus dunbevolkt. In een stad wonen veel meer mensen bij elkaar dan op het platteland. In sommige gebieden wonen mensen niet graag omdat het er te koud is, omdat het er te droog of te nat is, omdat de bodem er onvruchtbaar is, omdat het er te bergachtig is of omdat er geen werk is. Als je het aantal inwoners van een land deelt door het oppervlak van dat land, dan kun je de bevolkingsdichtheid uitrekenen. Je weet dan hoeveel inwoners per vierkante kilometer (inw./km2) er wonen.
les
5
Het Kijkwijzerspel Met de Kijkwijzer kun je door waarnemen, verklaren, herkennen en waarderen de omgeving goed in je opnemen.
Land in zicht Ω samenvatting Ω groep 7 Ω blok 1 Ω © Uitgeverij Zwijsen B.V. Ω www.zwijsenlandinzicht.nl
Samenvatting Ω West-Europa Ω blad 1
Land in zicht
les
1
West-Europa In dit blok worden de landen Ierland, het Verenigd Koninkrijk, Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk en Zwitserland behandeld.
les
2
De Alpenlanden Hoe hoger je komt, des te kouder het wordt. Dat merk je niet in Nederland, maar wel als je in de bergen bent. Als je duizend meter stijgt, daalt de temperatuur ongeveer zes graden. Je voelt niet alleen dat het kouder wordt: je ziet het ook. Als je met een kabelbaan vanuit een dal naar boven gaat, zie je beneden je loofbomen. Als je wat hoger komt, staan er alleen nog naaldbomen. Wie nog hoger gaat, komt op bergweiden met alleen maar gras en struiken. Je hebt de boomgrens bereikt. Op 3000 meter bereik je in de Alpen de sneeuwgrens. Daar ligt eeuwige sneeuw. Toeristen gaan graag naar de bergen. In de zomer gaan ze wandelen, in de winter skiën ze. In de Alpen zijn dan ook veel skipistes te vinden. Voor de aanleg van de skipistes zijn grote stukken bos gekapt.
les
3
Het Ruhrgebied Net over de grens bij Arnhem en Venlo ligt het Ruhrgebied. Dit is een groot industriegebied. Het is juist daar ontstaan doordat er steenkool en ijzererts in de grond zat. Zo ontstond daar de staalindustrie. Omdat de Rijn door het Ruhrgebied stroomt, kon er ook gemakkelijk ijzererts van verder weg worden gehaald. Doordat er in de industrie veel werk was, trokken veel mensen naar het Ruhrgebied. Ook werden veel spoorwegen en snelwegen aangelegd. De fabrieken waren niet zo schoon. Daardoor was milieuvervuiling een probleem in het Ruhrgebied. Nu is het Ruhrgebied schoner dan vroeger. Dat komt doordat andere brandstoffen worden gebruikt, maar ook doordat er nu minder staalindustrie en meer chemische en elektronische industrie in het Ruhrgebied zijn gevestigd. Ook zijn de fabrieken moderner en schoner geworden. In OostDuitsland was de milieuvervuiling door de industrie ook ernstig. Nadat Duitsland één land is geworden, is de industrie daar ook minder slecht voor het milieu geworden.
les
4
De metro in Parijs In grote steden zoals Parijs, Londen en Amsterdam rijden metro’s. Dat is een vorm van openbaar vervoer die grotendeels onder de grond rijdt. Daardoor zijn er geen files en stoplichten en kan de metro snel door de stad rijden. In Nederland noem je de metro ook wel de ondergrondse. In Engeland noemen ze het ‘the underground’ en in de Verenigde Staten ‘the subway’. In kleine steden vind je geen metro’s omdat het heel duur is om zo'n ondergrondse aan te leggen.
Land in zicht Ω samenvatting Ω groep 7 Ω blok 2 Ω © Uitgeverij Zwijsen B.V. Ω www.zwijsenlandinzicht.nl
Samenvatting Ω West-Europa Ω blad 2
les
5
Land in zicht
Koninklijk Londen Londen is de hoofdstad van Groot-Brittanië én van het Verenigd Koninkrijk. GrootBrittannië bestaat uit Engeland, Wales en Schotland. Het Verenigd Koninkrijk bestaat uit Groot-Brittannië plus Noord-Ierland. Een ander woord voor koninkrijk is monarchie. Nederland is ook een monarchie. De koning of koningin is het staatshoofd. Die staat aan het hoofd van de regering. Dat betekent niet dat hij of zij alles beslist. Daar zijn de minister-president en de ministers voor. De regering maakt regels en wetten. Het parlement controleert of die goed zijn. Het parlement wordt door verkiezingen gekozen. De partij met de meeste stemmen beslist wie in de regering komt. Duitsland en Frankrijk zijn republieken. Zij hebben geen koning of koningin, maar een president.
Land in zicht Ω samenvatting Ω groep 7 Ω blok 2 Ω © Uitgeverij Zwijsen B.V. Ω www.zwijsenlandinzicht.nl
Samenvatting Ω Zuid-Europa Ω blad 1
Land in zicht
les
1
Zuid-Europa In dit blok worden de landen Portugal, Spanje, Italië, Griekenland en Turkije behandeld.
les
2
Overwinteren in Spanje Veel oudere mensen uit Nederland gaan in de winter voor een paar maanden naar warmere landen zoals Spanje. Dat noem je overwinteren. Het klimaat in Spanje is in de winter minder koud dan in Nederland. In de zomer is het er ook warmer en zonniger dan hier. Het klimaat is het gemiddelde weer over dertig tot veertig jaar. In Nederland hebben we een zeeklimaat. In Spanje en de andere landen rond de Middellandse Zee is er een Middellandse Zeeklimaat. In een groot deel van Scandinavië en Rusland heb je een landklimaat. Daar zijn de zomers heel warm en de winters heel koud. Bij een poolklimaat is het altijd koud. Hoog in de bergen heb je eigenlijk hetzelfde klimaat als op de polen. Daar noem je het het hooggebergteklimaat. In Nederland wordt de groep ouderen steeds groter. Dit heet vergrijzing. De ouderen werken niet meer. Het werk moet gedaan worden door een steeds kleiner wordende groep jongeren. Daarom ontstaan er meer banen. De ouderen hebben steeds meer behoefte aan gezondheidszorg.
les
3
Olijven uit Griekenland Olijven groeien het best in een Middellandse Zeeklimaat. Het moet niet te nat, maar wel heet zijn. Dit geldt niet alleen voor olijven en de olijventeelt, maar ook voor palmen, sinaasappels en citroenen. De palmgrens loopt gelijk aan de olijvengrens. Druiven kunnen meer kou en water aan. De wijngrens loopt dus noordelijker dan de palmgrens. De graangrens is nog noordelijker. Maar het poolklimaat is ook voor graan te koud. Plantengroei is dus afhankelijk van het klimaat. In Nederland wordt het Middellandse Zeeklimaat nagebootst. In kassen groeien tomaten en paprika’s.
Land in zicht Ω samenvatting Ω groep 7 Ω blok 3 Ω © Uitgeverij Zwijsen B.V. Ω www.zwijsenlandinzicht.nl
Samenvatting Ω Zuid-Europa Ω blad 2
Land in zicht
les
4
Italian design Uit Italië komt veel mode en design. Met design worden spullen bedoeld met een bijzondere vormgeving. In andere West-Europese landen gaat het niet goed met de kledingindustrie. Om minder kosten te maken, worden de fabrieken naar Oost-Europa en Azië verplaatst. Dat zijn lagelonenlanden, waar de mensen weinig verdienen. In Italië gaat het wel goed met de kledingindustrie. Dat komt juist door de dure merkkleding die daar gemaakt wordt. Die willen mensen ondanks de hoge prijzen wel kopen.
les
5
Vakantie in Antalya Veel Nederlanders gaan op vakantie in Turkije. De badplaatsen in Turkije lijken erg op de badplaatsen langs de Spaanse kusten, waar ook veel mensen naartoe gaan. In beide gebieden kun je spreken van massatoerisme. Vroeger kwamen er nog niet zo veel toeristen naar Turkije. De meeste toeristen gaan naar de kust. In het binnenland kom je bijna geen toeristen tegen. Dankzij het toerisme hebben veel Turken werk in de zomer. In de winter gaan ze soms weer naar het binnenland om met de olijvenoogst te helpen. Niet iedereen is blij met het toerisme. Sommigen vinden het jammer dat de kust zo veranderd is.
Land in zicht Ω samenvatting Ω groep 7 Ω blok 3 Ω © Uitgeverij Zwijsen B.V. Ω www.zwijsenlandinzicht.nl
Samenvatting Ω Noord-Europa Ω blad 1
Land in zicht
les
1
Noord-Europa In dit blok worden de landen Noorwegen, Zweden, Finland, Denemarken en IJsland behandeld. Deze landen samen worden ook wel Scandinavië genoemd. Scandinavië was vroeger het land van de Vikingen. De kust van Noorwegen is beroemd vanwege de fjorden. Op IJsland vind je geisers, dat zijn heetwaterbronnen. Finland wordt ook wel het land van de duizend meren genoemd. In het noorden van Scandinavië gaat ’s zomers de zon niet onder en komt de zon ’s winters niet op.
les
2
Kusten De Noorse kust is een fjordenkust. De kust bestaat uit kale rotsen met diepe inhammen. De rotsen lopen steil af naar het water en het water is heel diep. Denemarken heeft, net als Noord-Nederland, een waddenkust. De Waddenzee is ondiep. Voor de kust liggen eilanden. Aan de Noordzeekant hebben die eilanden zandstranden. De waddenkust is een aangroeikust. Die‘groeit aan’ doordat de zee er zand en klei achterlaat. Afbraakkusten zijn meestal hoog en steil, zoals de fjorden in Noorwegen. Golven slaan ertegenaan, waardoor de kust langzaam afgebroken wordt. Het afbreken van land door water of het weer, noem je erosie.
les
3
Bomen voor de krant In Scandinavië is veel bosbouw. Veel bomen worden daar geplant om later gekapt te worden. Dit zijn productiebossen. De bomen in productiebossen staan vaak in rechte, lange rijen. Vooral naaldbomen groeien goed in deze noordelijke landen. Maar er zijn ook loofbomen. Het hout van de bomen wordt gebruikt voor meubels en huizen. Veel hout wordt gebruikt om papier van te maken. In Scandinavië gaat men voorzichtig om met de productiebossen. Er worden minstens zoveel bomen aangeplant als omgehakt. Dit heet duurzame bosbouw. Oerbos is er in Scandinavië ook. Dit bos is vanzelf ontstaan. De bomen staan er door elkaar. Je vindt er veel meer planten- en diersoorten dan in productiebossen.
Land in zicht Ω samenvatting Ω groep 7 Ω blok 4 Ω © Uitgeverij Zwijsen B.V. Ω www.zwijsenlandinzicht.nl
Samenvatting Ω Noord-Europa Ω blad 2
Land in zicht
les
4
Een wereldwijd bedrijf Er zijn een aantal bedrijven die je in veel landen tegenkomt. Dat zijn multinationals. IKEA is daar een voorbeeld van. De eerste vestigingsplaats van IKEA was in Zweden. Daarna werd het bedrijf steeds groter en kreeg ook winkels in het buitenland. Alle producten die naar de verschillende winkels moeten, worden verzameld in een distributiecentrum. Vandaaruit worden de producten naar de winkels vervoerd. De producten worden steeds vaker in Azië gemaakt. Dat komt doordat de mensen daar minder verdienen. Veel Aziatische landen zijn lagelonenlanden.
les
5
Vis vangen of kweken? In de zee bij Noorwegen wordt veel vis gevangen. Elk land dat aan zee ligt, heeft voor de kust een stuk zee waar alleen door dat land gevist mag worden. Dat noem je de territoriale wateren. Vroeger mocht iedereen zo veel vis vangen als hij wilde, maar dat mag niet meer. De visvangst werd namelijk zo groot dat er steeds minder vis was. Dit noem je overbevissing. Daarom zijn er visquota vastgesteld. Dat zijn de hoeveelheden die een land van een bepaalde vis mag vangen. Maar je kunt vis ook kweken. Bij viskweek worden viseitjes gevangen. Daarna worden de vissen gevoerd tot ze groot genoeg geworden zijn om ze te eten. Zo hoeft er geen rekening gehouden te worden met de visquota. Door de visquota en de viskwekerijen wordt gezorgd voor duurzame visserij: zo kunnen mensen over honderd jaar nog steeds vis eten.
Land in zicht Ω samenvatting Ω groep 7 Ω blok 4 Ω © Uitgeverij Zwijsen B.V. Ω www.zwijsenlandinzicht.nl
Samenvatting Ω Oost-Europa Ω blad 1
Land in zicht
les
1
Oost-Europa In dit blok worden Polen, Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne, Tsjechië, Hongarije, Kroatië, Servië en Montenegro, Roemenië en Bulgarije behandeld. Rusland heeft een Europees en een Aziatisch deel, dat Siberië wordt genoemd. Oost- en WestEuropa waren lang van elkaar gescheiden.
les
2
De Donau De Donau is de op een na langste rivier van Europa. De bron van de Donau ligt in de bergen. Daar is de rivier smal en stroomt snel. Dat deel van de rivier noem je de bovenloop. De monding van de Donau ligt in Roemenië. De brede, rustig stromende benedenloop vormt daar een delta. Via zijrivieren voert de Donau water af naar een groot gebied. Je noemt dat het stroomgebied. De grens tussen de stroomgebieden van grote rivieren noem je de waterscheiding. Het water uit het stroomgebied van de Rijn komt in de Noordzee terecht, dat van de Donau in de Zwarte Zee. In de Donau liggen stuwen. Een stuw zorgt ervoor dat er voldoende water in de rivier blijft staan. In de stuwen zitten waterkrachtcentrales. Die maken energie uit de kracht van het water. Dit is duurzame energie, want de waterkracht zal nooit opraken. De schepen kunnen niet door de stuwen varen. Daarom zijn sluizen gemaakt.
les
3
Arbeiders uit Polen De Europese Unie zorgt voor regels en wetten waardoor de Europese landen beter met elkaar kunnen samenwerken. Veel landen hebben open grenzen. Dat betekent dat mensen uit de Europese Unie in andere landen binnen de Unie kunnen wonen, werken en studeren. Omdat er in Polen veel werkloosheid is, komen veel mensen uit Polen naar WestEuropa. Vaak krijgen ze geen vaste baan, maar doen seizoensarbeid dat anderen niet willen doen. Toen Polen nog geen lid van de Europese Unie was, kwamen er ook al Poolse mensen naar West-Europa. Eigenlijk mochten ze hier toen niet werken. Ze werkten illegaal.
Land in zicht Ω samenvatting Ω groep 7 Ω blok 5 Ω © Uitgeverij Zwijsen B.V. Ω www.zwijsenlandinzicht.nl
Samenvatting Ω Oost-Europa Ω blad 2
Land in zicht
les
4
Kolen uit Rusland In Rusland is nog veel mijnbouw. De mijnwerkers gaan iedere dag diep onder de grond om in de steenkolenmijnen steenkool te hakken. Dat kan best gevaarlijk zijn. Steenkool bestaat uit plantenresten van miljoenen jaren geleden. De steenkool wordt als brandstof gebruikt. Steenkool is een delfstof. Die stoffen heten zo omdat je ze moet delven (opgraven). Een andere delfstof is ijzererts. Erts is steen waar een metaal in zit. Soms zitten delfstoffen niet zo diep in de grond. Dan hoeven er geen mijnen gegraven te worden. Als de bovenste grondlaag is afgegraven, halen machines de delfstoffen uit de grond. Dit heet dagbouw. Ooit zullen delfstoffen opraken.We moeten er dus zuinig mee omgaan. Steenkool kun je niet opnieuw gebruiken. Met ijzer kan dat wel. Voorwerpen die ooit uit ijzererts gemaakt zijn, kun je smelten en er iets nieuws van maken. Dat heet recyclen. Het is verstandig om meer gebruik te maken van duurzame energie, bijvoorbeeld wind-, waterkracht- en zonne-energie. Die kunnen niet opraken en vervuilen het milieu niet.
les
5
Zure regen In Oost-Europa staan meer oude fabrieken dan in West-Europa. Toen die werden gebouwd dacht men nog niet aan het milieu. Die fabrieken zorgen voor veel luchtverontreiniging. In de rook zitten zure stoffen. Die komen in de lucht en daarna in regendruppels terecht. Als het gaat regenen, valt er zure regen. Daardoor gaan bomen en planten dood. Omdat de regenwolken vaak honderden kilometers door de wind worden meegenomen voordat het gaat regenen, valt er niet alleen zure regen in de buurt van de vieze fabrieken. In de Europese Unie worden afspraken gemaakt om de vervuiling te verminderen.
Land in zicht Ω samenvatting Ω groep 7 Ω blok 5 Ω © Uitgeverij Zwijsen B.V. Ω www.zwijsenlandinzicht.nl