Samenvatting binnengekomen en afgehandelde verzoeken Q2 2015 KIM 26136 – dossier is afgehandeld. Een echtpaar uit Amsterdam huurt een appartement in de vrije sector. Het is een groot appartement dat zich bevindt in een groot, 50 jaar oud flatgebouw. Zij hebben last van stankoverlast en zijn ook van mening dat de flat niet brandveilig is. Het echtpaar heeft de klachten niet via de huurderscommissie bij het stadsdeel of de eigenaar/beheerder onder de aandacht gebracht maar heeft Bouw en Woning Toezicht (BWT) van het stadsdeel aangeschreven. Zij beklagen zich bij de ombudsman over de handelswijze van BWT. Ook nadat de eigenaar de nodige aanpassing had verricht, bleef het echtpaar last houden van stankoverlast en was ook de brandveiligheid nog steeds niet 100%. De ombudsman heeft samen met brandweer en een inspecteur van BWT een bezoek aan het appartement gebracht. Tijdens dat gesprek deed de inspecteur een toezegging die niet werd nagekomen en vervolgens ging deze inspecteur met pensioen. Onlangs heeft de ombudsman een gesprek gehad met de opvolger van de inspecteur, deze zegde toe alsnog de gemaakte afspraken te zullen nakomen en contact op te zullen nemen met de eigenaar van de flat om tot een oplossing te komen. Ook bleek BWT bereid om bij het echtpaar langs te gaan om opnieuw te kijken naar de brandveiligheid en indien noodzakelijk stappen te ondernemen. Tenslotte bood de Klachtencoördinator van het stadsdeel zich aan als contactpersoon voor het echtpaar bij het stadsdeel. Deze toezeggingen zijn voor de ombudsman aanleiding het dossier te sluiten. KIM 26383 – dossier is afgehandeld. Een man wendt zich tot de ombudsman met een klacht over de handelwijze van Stadsdeel Zuid bij de poging tot ontwikkeling van een terrein. De man wil dit terrein graag ontwikkelen, maakt plannen vanaf 2011 en voert hierover diverse gesprekken met het stadsdeel. Het stadsdeel besluit het terrein in erfpacht uit te geven na een openbare inschrijving. Uiteindelijk komen geen van de vier inschrijvers, waaronder de man, door de procedure. De man legt een aantal punten voor uit het proces en verzoekt de ombudsman te bemiddelen bij totstandkoming van een gesprek om meer duidelijkheid te krijgen over de plannen van de gemeente met dit terrein en de mogelijkheden om dit door hem te laten ontwikkelen. De ombudsman verricht onderzoek naar de gang van zaken, maar komt tot de conclusie dat hij geen rol voor zich ziet weggelegd. Het betreft een procedure met meerdere gegadigden, de ombudsman kan niet als belangenbehartiger/bemiddelaar voor één van hen optreden. Hij kan de gemeente evenmin opdragen wat met het terrein te doen of hierover informatie te verstrekken. Dossier gesloten. KIM 26782 – dossier is afgehandeld. Een vrouw wendt zich tot de ombudsman met een klacht over het uitblijven van een inhoudelijke reactie op een tweetal klachten inzake geluidsoverlast van een evenement in september 2014. Zij stuurt zelf bij uitblijven van een reactie in december 2014 nogmaals de klacht aan de voorzitter van het stadsdeel. Zij ontvangt wederom een ontvangstbevestiging, doch een inhoudelijke reactie blijf uit. Daarop wendt zij zich tot de ombudsman. De ombudsman doet navraag bij het stadsdeel en verneemt dat er meerdere klachten over deze geluidsoverlast zijn ingediend en dat nu blijkt dat de vrouw abusievelijk niet de klachtafhandelingsbrief heeft ontvangen. De klachtencoordinator van het stadsdeel zal hierover contact opnemen met de vrouw om haar één en ander uit te leggen. Dit geeft de ombudsman door aan de vrouw. Geen rol meer voor de ombudsman, die sluit het dossier. KIM 26804 – dossier is afgehandeld. Een ondernemer wendt zich tot de ombudsman inzake een langdurige kwestie met het stadsdeel over een exploitatievergunning van zijn bedrijf. In het najaar van 2014 is met het
stadsdeel afgesproken, dat het stadsdeel nog zou nagaan welke afspraken er in het verleden zijn gemaakt. Tot op heden heeft hij daarover niets gehoord en nu wil het stadsdeel een gesprek op korte termijn, terwijl hij dan in het buitenland verblijft. De ondernemer wordt bijgestaan door een advocaat, maar omdat het een langlopende kwestie is, wil hij graag zelf bij dit gesprek aanwezig zijn. De ombudsman vraagt het stadsdeel of dit gesprek op grond van bovenstaande verzet kan worden. Het stadsdeel laat weten dat het gesprek niet gaat over afspraken uit het verleden. Er zijn binnen het stadsdeel geen afspraken uit het verleden te vinden. Dit is aan de advocaat meegedeeld. Het stadsdeel voelt er niets voor om de termijn voor deze afspraak op te rekken, gezien de overtredingen, die plaats vinden. Er wordt onder meer een terras gehouden zonder vergunning. Het Stadsdeel wil geen precedent scheppen door in dit geval de handhaving een maand aan te houden. Het gesprek is bedoeld om de door zijn advocaat ingediende zienswijze toe te lichten. De ombudsman ziet onvoldoende reden om het stadsdeel te vragen de handhavingprocedure te doorkruisen. Inhoudelijk is de zaak nog in behandeling bij het stadsdeel. Het stadsdeel heeft de ombudsman laten weten inhoudelijk te gaan bekijken of legalisatie alsnog mogelijk is. De ombudsman sluit het dossier. KIM 26881 – dossier is afgehandeld. Indien een bestelwagen hoger is dan 2,40 meter dan mag deze op grond van gemeentelijke regels niet voor een woning geparkeerd worden. Een man parkeert zijn bestelwagen, die hoger is dan 2,40 meter, een half jaar lang voor een woning. De banden worden lek gestoken en er wordt graffiti op de bestelwagen gespoten. Naar aanleiding van een klacht laat het stadsdeel aan de man weten dat het voornemens is een boete op te leggen indien de man de bestelwagen niet verwijdert uit het gebied. De man is het hier niet mee eens. Hij heeft de bestelwagen 13 jaar lang op verschillende plekken in het betreffende gebied geparkeerd zonder dat een bewoner hier last van had of het stadsdeel handhavend is opgetreden. De man heeft ook een parkeervergunning voor het betreffende gebied. De ombudsman bespreekt de zaak met de man en het stadsdeel. De man licht de zaak toe en legt uit waarom de bestelwagen zo lang op één plek heeft gestaan. Dit kwam onder meer omdat hij gewond was geraakt door een ongeluk en omdat het moeilijk was om de juiste banden te vinden om de lek gestoken banden te vervangen. Hij heeft de bestelwagen inmiddels weggehaald. Hij heeft de bestelwagen nodig voor bedrijfsmatige werkzaamheden. Tijdens het gesprek wordt verder gesproken over de juridische uitleg van gemeentelijke regels. Dit betreft onder meer de vraag of het is toegestaan om de bestelwagen neer te zetten in het betreffende gebied indien dit niet voor het raam van een huis is maar bijvoorbeeld voor een blinde muur of iets dergelijks. Naar aanleiding van het gesprek bij de ombudsman en de door de man geschetste omstandigheden schort het stadsdeel de handhaving op tot 1 oktober 2015. In die tijd zal het stadsdeel onderzoek doen naar de juridische aspecten die in deze zaak spelen. Medio september zal het stadsdeel contact met de man opnemen over het vervolg van deze handhavingsprocedure. Gezien deze ontwikkeling sluit de ombudsman het dossier. Mochten de man en het stadsdeel er samen niet uitkomen dan kan de man dit weer voorleggen aan de ombudsman. KIM 26915 – dossier is afgehandeld. Een exploitant van een kinderdagverblijf dient een klacht in over een handhaver van Stadsdeel Zuid. Hij zou tijdens zijn controle-bezoeken aan het kinderdagverblijf niet helder hebben gecommuniceerd over de verplichtingen in het kader van de gebruikersvergunning. Zo moet exploitant naar eigen zeggen veranderingen aanbrengen in de inrichting waarvan na voltooiing blijkt dat deze niet noodzakelijk waren. Daarnaast ervaart ze de houding van de handhaver als neerbuigend, kan hij basale vragen niet beantwoorden en reageert hij tijdens gesprekken niet altijd op haar en haar collega. De vrouw verzoekt om een nieuwe inspecteur. In het gesprek naar aanleiding van de klacht geeft de handhaver aan dat hij zich de verschillende incidenten
niet meer kan herinneren. Hij geeft wel aan dat een bepaald gesprek niet goed verliep en hij en de vrouw langs elkaar heen praatte. Met handhaver wordt afgesproken dat er naar aanleiding van een nog door hem aan te leveren verslag met de contactmomenten met de exploitant, een vervolggesprek zal plaatsvinden. In de klachtafdoening naar de exploitant stelt het stadsdeel dat de situatie lijkt te zijn geëscaleerd door miscommunicatie tussen de betrokkenen. Het stadsdeel erkent dat tijdens het proces voor de exploitant onvoldoende duidelijk is geweest wat er van haar verwacht werd. In het vervolggesprek wordt met de handhaver afgesproken dat hij na ieder bezoek aan bewoners en/of bedrijven duidelijk op schrift vastlegt en bevestigt welke afspraken zijn gemaakt. In een brief aan verzoeker worden de afspraken door hoofd Toezicht en Handhaving nog eens schriftelijk bevestigd. Daarbij wordt aangegeven dat deze werkwijze ook in zijn beoordelingesprekken zal worden meegenomen. De handhaver wendt zich hierop tot een van zijn managers. Hij stelt dat hij het gevoel heeft dat zijn teamleider de klacht gegrond heeft verklaard, omdat hij in weerwil van de teamleider een handhavingstraject gestart is. Het stadsdeel wilde een situatie waar geen vergunning voor was aangevraagd gedogen vanwege naar hij vermoedt, de angst voor negatieve publiciteit. Uiteindelijk zou het stadsdeel onder druk van de handhaver wel een handhavingstraject zijn gestart. De legalisatie die hiervan het gevolg is heeft de exploitant veel geld gekost. De handhaver heeft het idee dat het stadsdeel het faillissement van de klager via de bejegeningsklacht in zijn schoenen wil schuiven. Volgens de handhaver bestaat er bovendien geen enkel bewijs dat er sprake zou zijn van onheuse bejegening. Onduidelijk is of hier nog een reactie van het stadsdeel op volgt. De ombudsman vindt de houding van het stadsdeel in de klachtenprocedure niet onbehoorlijk. Het ligt voor de hand dat indien er afspraken gemaakt worden in het kader van een handhavingsprocedure, deze schriftelijk worden vastgelegd. Indien dit niet gebeurt, dan is er kans op miscommunicatie. De ombudsman acht het niet onredelijk dat deze - voor de handhaver- nieuwe werkwijze in een beoordelingsgesprek aan de orde komt. Het stadsdeel spreekt in de klachtafdoening bovendien niet over onheuse bejegening. Tot slot ziet de ombudsman in de reactie op de klacht geen aanwijzingen voor een verband tussen de wijze waarop de klacht is afgehandeld en het conflict ten aanzien van de legalisatie. De ombudsman sluit het dossier. KIM 27044 – dossier is afgehandeld. Een man woont al meer dan 50 jaar in Buitenveldert . Op de brug, die Walborg en Genhoes verbindt met het Klein Loopveld en Genhoes is sinds enkele maanden een hekwerk geplaatst. Dit ter voorkoming, dat scooters gebruik kunnen maken van de brug. Het plaatsen van het hekwerk heeft echter ook gevolgen voor de andere gebruikers van de brug. Zo worden mensen, die gebruik maken van een scootmobiel, rollater en ouders met kinderwagens door de plaatsing van het obstakel ernstig in hun bewegingen beperkt. Een niet beoogd effect van deze maatregel, aldus de man. De man heeft hierover een klacht ingediend bij Stadsdeel Zuid. Omdat de klachtafhandeling nog steeds niet naar zijn tevredenheid is afgehandeld wendt de man zich tot de ombudsman. De man laat echter kort daarop weten, dat hij opnieuw in gesprek is met de wethouder en dat hij het resultaat hiervan eerst wil afwachten. Zolang de man in gesprek is met de wethouder is er geen rol weggelegd voor de ombudsman en daarom sluit hij het dossier. KIM 26908 – dossier is afgehandeld. Een man vraagt een ontheffing voor de Amsterdamse Bos. Het toekennen van de ontheffing duurt een week. De man ontvangt op de dag dat hij het Amsterdamse Bos bezoekt een e-mail waarin staat dat de ontheffing toegekend is. De ontheffing ziet hij ‘s avonds laat pas in zijn email. De man is niet tevreden over de termijn die de gemeente heeft genomen om de ontheffing toe te kennen. Het is niet duidelijk of de man gebruik van de eerstelijns klachtenvoorziening heeft gemaakt. De ombudsman adviseert hem om dit in eerste instantie
te doen. Als de man niet tevreden over de reactie van de gemeente is, kan hij zich weer tot de ombudsman wenden. KIM 27024 – dossier is afgehandeld Een vrouw heeft een schuldsaneringtraject doorlopen en wil nu een eigen bedrijf starten. Deze start zou nu doorkruist worden, omdat er nog schulden zouden open staan, die niet meegenomen zouden zijn in het schuldsaneringtraject. De vrouw heeft contact opgenomen met de schulddienstverlening. De schulddienstverlening had in eerste instantie geen antwoord op deze situatie, waarop de vrouw zich tot de ombudsman wendde. De ombudsman heeft contact opgenomen met de vrouw en de vrouw liet weten dat zij inmiddels opnieuw in gesprek is met de schulddienstverlening. Afhankelijk van de uitkomst van dit gesprek zal zij opnieuw contact opnemen met de ombudsman. De ombudsman sluit het dossier. KIM 27098 – dossier is afgehandeld Een vader van drie kinderen wendt zich tot het spreekuur van de ombudsman. Zijn oudste twee kinderen wonen bij hem. Zijn jongste zoon woont bij zijn vrouw in Bangladesh. Het lukt hem niet hen naar Nederland te halen omdat zijn vrouw volgens de Immigratie en Naturalisatiedienst niet voldoet aan de voorwaarden voor een verblijfsvergunning. De kinderen hebben de Nederlandse en Bengaalse nationaliteit. Omdat vader en moeder het gezag delen, brengt deze fysieke scheiding praktische moeilijkheden met zich mee. De man zit nu met het probleem dat de paspoorten van zijn kinderen al twee jaar verlopen zijn en verlengd moeten worden. Zijn dochter wil deze zomer sinds het eerst lange tijd haar moeder in Bangladesh opzoeken. Het stadsloket vertelt de man dat hij bij de aanvraag voor de verlenging een toestemmingsverklaring van de moeder uit Bangladesh moet kunnen tonen. Deze moet gelegaliseerd worden op het consulaat in de hoofdstad van Bangladesh, Dhaka. Om daar te komen, moet de vrouw een reis van 1200 kilometer afleggen via een weg waarop regelmatig ongelukken gebeuren. Als de vrouw bij de ambassade aankomt, wordt ze met alleen een formulier weer naar huis gestuurd. De papieren worden niet gelegaliseerd. Omdat de vrouw geen Nederlands spreekt kan ze de formulieren bovendien niet zonder hulp invullen. De man wendt zich hierop opnieuw tot het stadsloket. De baliemedewerker legt de man uit dat zijn vrouw zich opnieuw tot het consulaat zal moeten wenden om de papieren te legaliseren. De man wil hierop het hoofd Burgerzaken spreken. Hij zegt de man toe te kijken of er wellicht een uitzondering mogelijk is. Omdat de man er geen vertouwen meer in heeft dat de zaak opgelost wordt, bezoekt hij de volgende dag het spreekuur van de ombudsman. Die vraagt hem het telefoontje van Burgerzaken nog even af te wachten. Twee dagen later komt het verlossende nieuws. Het stadsloket heeft contact opgenomen met het consulaat. Uit dit contact is duidelijk geworden dat de vrouw inderdaad is langs geweest om haar toestemming te geven. Hiermee bestaat er volgens het stadsloket voldoende bewijs dat de moeder instemt met de verlenging van de paspoorten. De ombudsman is verneemt met instemming dat het stadsdeel bereid is uitzondering te maken van de formele vereisten, door te kijken naar het doel van de regelgeving. Nu duidelijk is dat de moeder haar toestemming geeft, kan niet van haar verlangd worden dat ze de reis naar Dhaka opnieuw maakt. De man vertelt dat het legaliseren van documenten bij het Nederlandse consulaat vaker problematisch verloopt. De ombudsman legt hem uit dat hij hierover een klacht in kan dienen bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Indien hij niet tevreden is met de reactie hierop, kan hij zich tot de Nationale Ombudsman richten. Bij deze stand van zaken sluit de ombudsman het dossier. KIM 27148 – dossier is afgehandeld. Deze klacht heeft betrekking op de afdeling Bouwen en Wonen van Stadsdeel Zuid. Een man is eigenaar van een appartement in Stadsdeel Zuid. Het pand is in 2004 rijksmonument geworden. Hij wil een raam vervangen maar heeft daar op grond van de Monumentenwet
1998 een vergunning voor nodig. Hij heeft bij het stadsdeel om een voorgesprek gevraagd maar dit is hem geweigerd. Hij is verwezen naar het aanvraagformulier voor een bouwvergunning op de internetsite van het stadsdeel. Hij heeft het formulier ingevuld met de bedoeling om eerst een voorgesprek te hebben. Het was niet zijn bedoeling om een officiële aanvraag in te dienen. Het stadsdeel heeft de aanvraag in behandeling genomen en hem een rekening legeskosten gestuurd van € 250,-. Nergens stond vermeld dat dit bedrag direct in rekening zou worden gebracht. De man is ontstemd over de gang van zaken. Aangezien de man nog niet de voorliggende klachtprocedure bij het stadsdeel heeft doorlopen, verwijst de ombudsman hem daarnaar. Het stadsdeel dient namelijk eerst zelf nog in de gelegenheid gesteld te worden om op zijn klacht te reageren. Als de man niet tevreden is over de wijze waarop het stadsdeel zijn klacht afhandelt, kan hij zich weer tot de ombudsman wenden. De ombudsman sluit het dossier.