Samenspel Advies voor speelplekken en speeltuinen gemeente Kerkrade
Samenspel Advies voor speelplekken en speeltuinen gemeente Kerkrade Leeswijzer: Deze internetversie van het speelruimteplan is voor leesbaarheid opgedeeld in een rapport met het beleid (deel I) en de bijlagen (deel III). Verder zijn de meer beheersmatige aspecten en financiële details eruit weggelaten. In dit rapport volgt na de Samenvatting (1) en Inleiding (2) en de Visie op speelplekken (3) en de Visie op speeltuinen (4). De Analyse van speelruimte (5 - 9). (deel II) worden in afzonderlijke rapporten per wijk weergegeven.
Titel: Subtitel: Opdrachtgever: Opdrachtnemer:
Opgesteld door: Datum: Project: Aantal pagina’s:
‘Samenspel’ Advies voor speelplekken en speeltuinen Gemeente Kerkrade OBB Ingenieursbureau Postbus 805 7400 AV Deventer 0570 – 61 60 05
[email protected] ing. J.P. Oost februari 2014 853.04 44
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
1
INHOUDSOPGAVE 1.
SAMENVATTING
3
2.
INLEIDING 2.1. Waarom een advies voor speelruimte? 2.2. Uitgangspunten 2.3. Begripsbepaling 2.4. Afbakening
5 5 5 6 7
3.
VISIE OP SPEELPLEKKEN 3.1. Voldoende informele en formele speelruimte 3.2. Richtlijnen voor informele speelruimte 3.3. Richtlijnen voor formele speelruimte
8 8 8 11
4.
VISIE OP SPEELTUINEN 4.1. Soorten en drijfveren van speeltuinen 4.2. Het nut van speeltuinen 4.3. De niet of moeilijk meetbare aspecten 4.4. Aandachtspunten speeltuin en speelvoorzieningenniveau 4.5. Bijzondere speelvoorzieningen 4.6. Mogelijke overige functies speeltuinen 4.7. Beheervormen speeltuinen
14 14 14 15 16 18 18 18
DEEL II ANALYSE SPEELRUIMTE
20
5.
ANALYSE SPEELRUIMTE 5.1. Leeswijzer analyse Speelruimte
21 21
6.
WIJK WEST 6.1. Speelruimte in Spekholzerheide 6.2. Speelruimte in Heilust 6.3. Speelruimte in Terwinselen 6.4. Speelruimte in Kaalheide 6.5. Speelruimte in Gracht 6.6. Jongeren in West
22 22 22 23 24 25 25
7.
WIJK OOST 1 (OOST-ZUID) 7.1. Speelruimte in Kerkrade-Centrum 7.2. Speelruimte in Holz 7.3. Speelruimte in Nulland 7.4. Speelruimte in Bleijerheide 7.5. Jongeren in Oost 1
26 26 26 27 28 28
8.
WIJK OOST 2 (OOST-NOORD) 8.1. Speelruimte in Erenstein 8.2. Speelruimte in Rolduckerveld 8.3. Speelruimte in Chevremont 8.4. Speelruimte in Haanrade 8.5. Jongeren in Oost 2
30 30 30 31 32 33
9.
WIJK NOORD 9.1. Speelruimte in Eygelshoven-Kom 9.2. Speelruimte in Hopel 9.3. Speelruimte in Waubacherveld 9.4. Speelruimte in Vink 9.5. Jongeren in Noord
34 34 34 35 35 36
Kop 7 voor wiutregel inhoudsopgave
DEEL III BIJLAGEN BIJLAGE I. BIJLAGE II. BIJLAGE III.
36
37 BELANG VAN SPELEN SPEELPRIKKELS MOGELIJKE OVERIGE FUNCTIES SPEELTUINEN
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
38 40 41
2
1.
SAMENVATTING Visie op speelplekken De visie op de gemeentelijke openbare speelplekken gaat uit van een evenredige verdeling van speelplekken daar waar de kinderen van 0 tot en met 5 jaar, de jeugdigen van 6 tot en met 12 jaar en de jongeren van 13 tot en met 18 jaar wonen, rekening houdend met de informele bespeelbaarheid van de buurt. Daartoe is een analyse gemaakt van de aanwezige en benodigde speelruimte in de buurten aan de hand van landelijke OBB-richtlijnen die in meer dan 100 gemeenten van diverse aard en opbouw zijn toegepast. Visie op speeltuinen Hoewel dit geen wettelijke taak is, wil gemeente Kerkrade haar jeugd toch stimuleren om te spelen en te sporten. Speeltuinen kunnen hierin mede voorzien. Dit advies gaat uit van het waarderen van functies die de gemeente als haar taak beschouwd, maar door speeltuinen worden uitgevoerd. Dit rapport gaat met name in op de functie die een speeltuin in het kader van het openbaar speelvoorzieningenniveau heeft en op het aanbieden van een bijzonder speeltoestel dat niet goed in de openbare ruimte past. Daarnaast wordt aangeraden een vaste waarderingssubsidie te verlenen voor de niet of moeilijk meetbare aspecten/functies die een speeltuin heeft en ter dekking van bestuurskosten en dergelijke. Verder wordt aangeraden de overige functies die een speeltuin heeft (zoals het organiseren van huttenbouwweken, binnenspel enzovoort) te gaan inventariseren en hiervoor een subsidiebeleid te ontwikkelen. Drie varianten Om invulling te geven aan de behoefte aan speelruimte zoals aan de hand van de richtlijnen bepaald, zijn drie varianten doorgerekend: 1. het handhaven van huidige 9 speeltuinen en een heroverweging van de noodzakelijk geachte speelplekken genoemd in het vorige speelplekkenbeleid; 2. Het ‘indikken’ van het aantal speeltuinen naar 5 (1 per stadsdeel en 1 met een regionale functie) en een heroverweging van de noodzakelijk geachte speelplekken genoemd in het vorige speelplekkenbeleid; 3. een tussenvariant voor wat betreft het aantal speeltuinen en een heroverweging van de noodzakelijk geachte speelplekken genoemd in het vorige speelplekkenbeleid. Heroverweging voorstellen vorige speelplekkenbeleid Voor dit advies is per straat het aantal kinderen in beeld gebracht en uitgezet tegen de normen voor speelruimte. Dit heeft tot gevolg dat het ‘wittevlekkenbeleid’ in het speelplekkenbeleid van Kerkrade is losgelaten, maar is uitgegaan van waar de kinderen nu en naar verwachting in de toekomst in de buurten zullen wonen. Dit heeft wijzigingen in de voorstellen en eerder geraamde kosten tot gevolg. In het speelplekkenbeleid van Kerkrade werden voor 20 locaties voorstellen gedaan om een nieuwe speelplek te realiseren. In de analyse in dit advies zijn er nieuwe speelplekken voorgesteld. Ook worden daarbij de ideeën uit het speelplekkenbeleid overgenomen, maar dan gecombineerd met bestaande speelplekken en speeltuinen.
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
3
In het speelplekkenbeleid Kerkrade werd daarnaast voor 2 locaties het voorstel gedaan deze op te heffen. Uit de analyse blijkt dat rondom verscheidene speelplekken zo weinig kinderen wonen, dat deze als op te heffen (secundair) aangewezen kunnen worden. Verder worden in de analyse voorstellen gedaan om 14 speelplekken te verbeteren naar passend bij de doelgroep.
De functie van de speeltuinen Aan de hand van de ligging van de speeltuinen, de opbouw van de buurt en de aantallen kinderen en jeugdigen is een inschatting gemaakt van het bereik van de speeltuinen. Daaruit blijkt dat de huidige 9 speeltuinen allemaal een functie hebben voor kinderen en een deel van de speeltuinen ook een functie voor jeugdigen. Speeltuin passend bij buurt Er is een duidelijke relatie tussen behoefte (aantal kinderen en jeugdigen in bereik) en de mate waarin een speeltuin succesvol kan worden beheerd. In dit advies wordt voorgesteld om de speeltuinen af te stemmen op de in de omliggende buurt(en) aanwezige doelgroep en de gemeentelijke bijdrage daarop af te stemmen. Daarmee kan worden bereikt dat een speeltuin niet bovenmatig veel of grote speelvoorzieningen hoeft te onderhouden of dat de speeltuin het gevoel heeft ‘aan een dood paard te trekken’. Een speeltuin mag gerust eenvoudig(er) van inrichting zijn, als het maar een duidelijke functie heeft voor de naastliggende buurt(en). Dit betekent dat de speeltuinen meer kunnen inzetten op kwaliteit en variatie van de toestellen en het aanbieden van speelmogelijkheden dan op het aantal toestellen c.q. dat een speeltuin minder speeltoestellen hoeft te bevatten om toch aantrekkelijk te zijn. Voorgesteld wordt om na te gaan of het mogelijk is om – dat geldt vooral voor de speeltuinen die moeite hebben hun bestuurlijke taken uit te voeren - te combineren met andere buurt- en/of wijkorganisaties. Wellicht is het een zoekrichting voor de speeltuinen om aansluiting bij de vrijwilligers van de Bewonersplatformen Kerkrade te zoeken. Een andere vorm van samenwerking kan zijn dat twee of meer speeltuinen bestuurlijk fuseren, maar wel per speeltuinlocatie de uitvoerende taken blijven uitvoeren. Aangeraden wordt om (indien dit nog niet het geval is) zorg te dragen voor een onafhankelijke deelnemer in de overkoepelende speeltuinstichting met voldoende zeggenschap, die het totaal belang van de diverse speeltuinen en het gemeentelijk speeltuinbeleid behartigt. Voorgesteld wordt dat tenminste jaarlijks een aantrekkelijke inhoudelijke workshop voor alle speeltuinverenigingen wordt georganiseerd, waarin de actuele problemen besproken worden en een cursus wordt gegeven over specifieke actuele onderwerpen.
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
4
2.
INLEIDING Samenspel volgens Van Dale: sa·men·spel (het ~) 1 mate waarin of wijze waarop verschillende personen bij een spel elkaar steunen of een harmonisch geheel vormen
sa·men·spe·len (onov.ww.) 1 in het spelen samenwerken => combineren
Dit rapport gaat in op de (on)mogelijkheden van het samen spelen, sporten en ontmoeten van de kinderen, jeugd en jongeren in Kerkrade. Opdat kinderen, jeugd en jongeren kunnen spelen, wordt het samenspel gezocht tussen speeltuinbesturen en de gemeente. Maar ook gaat deze nota over het samenspel tussen de mogelijkheden om te spelen onder toezicht en in de openbare ruimte.
2.1.
Waarom een advies voor speelruimte? De gemeente Kerkrade wil een nieuw speelruimtebeleid voor de komende jaren door de raad laten vaststellen. Hiertoe dient een adviesrapport te worden opgesteld waarin een ‘afdruk’ van de huidige situatie per speeltuin en speelplek zal worden gemaakt.
2.2.
Uitgangspunten De uitkomst van dit adviesrapport dient om de objectieve input te leveren om verantwoorde strategische keuzes te kunnen maken. De gemeente zal zich op basis van deze objectieve informatie een goed beeld moeten kunnen vormen waarop zij de meest wenselijke variant kan kiezen. Het rapport geeft hiertoe drie varianten die antwoorden leveren op de volgende vragen: Wat heb ik nu? - Wat heb ik nodig? – Is er een mismatch? – Zo ja, hoe kan deze worden gerepareerd op basis van de uitgangspunten? Een kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing vormt het vertrekpunt waar andere beleidsdoelen, zoals het streven naar kwaliteitsverbetering, ruimtelijke afstemming binnen de stadsdelen, succesvol exploiteren en financierbaarheid kunnen worden geformuleerd. Bij het bepalen van de behoefte aan het realiseren van nieuwe of het renoveren en/of efficiënt(er) gebruik van de bestaande speeltuinen/speelplekken is rekening gehouden met de demografische ontwikkelingen en de behoefte aan speeltuinen/speelplekken in Kerkrade, in relatie tot bijvoorbeeld andere vergelijkbare gemeenten, de geografische spreiding, kans op continuïteit en het beheermodel. Verder is bij de afwegingen sluiten van speeltuinen, realisatie nieuw versus het upgraden van bestaande speeltuinen/speelplekken rekening gehouden met de financiële consequenties van deze aanbevelingen en zijn deze eveneens in kaart gebracht. In drie varianten is de situatie doorgerekend: 1. handhaven huidige hoeveelheid speeltuinen en een heroverweging van de noodzakelijk geachte speelplekken genoemd in het vorige speelplekkenbeleid; 2. het ‘indikken’ van het aantal speeltuinen naar 5 (1 per stadsdeel en 1 met een regionale functie) en een heroverweging van de noodzakelijk geachte speelplekken genoemd in het vorige speelplekkenbeleid; 3. een tussenvariant voor wat betreft het aantal speeltuinen en een heroverweging van de noodzakelijk geachte speelplekken genoemd in het vorige speelplekkenbeleid. OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
5
2.3.
Begripsbepaling
2.3.1.
Speeltuin(bestuur) In dit advies wordt met speeltuin bedoeld: een stichting of vereniging met een niet commercieel karakter, bestaande uit leden en een bestuur (minimaal voorzitter, penningmeester en algemeen adjunct) die tot doel heeft het aanbieden van diverse speelmogelijkheden aan de doelgroep kinderen van 0 tot en met 18 jaar, met een buitenspeelterrein. Daarbij ligt bij spelen de nadruk op kinderen en jeugd tot en met circa 12 jaar.
2.3.2.
Speelplek Met een speelplek worden de gemeentelijke openbare speelvoorzieningen bedoeld.
2.3.3.
Openbaar speelvoorzieningenniveau Dit is de speelruimte in de zin van toestellen en inrichting die gemeente Kerkrade aan haar kinderen, jeugdigen en jongeren wil aanbieden.
2.3.4.
Leeftijdsaanduidingen In het advies voor speelruimte wordt de volgende indeling in leeftijdscategorieën gehanteerd. doelgroep kinderen jeugd jongeren
= = = =
van 0 tot en met 18 jaar van 0 tot en met 5 jaar van 6 tot en met 12 jaar van 13 tot en met 18 jaar
Hierbij wordt opgemerkt dat (richtlijnen voor) speel-, sport- en ontmoetingsvoorzieningen voornamelijk gericht zijn op de kinderen, jeugd en jongeren. De groep 19 tot en met 23 jaar gebruikt de openbare ruimte veel minder en kan daarbij gebruikmaken van de voorzieningen voor de jongeren. 2.3.5.
Speelprikkel en speeltoestel Bij speelruimte wordt onderscheid gemaakt tussen speelprikkels en speeltoestellen. Speelprikkels zijn objecten die niet specifiek voor het spelen geplaatst zijn, maar een scala aan speelmogelijkheden bieden in de informele en formele speelruimte. Speeltoestellen zijn die voorzieningen in de formele speelruimte die specifiek voor het spelen geplaatst zijn en gemaakt zijn voor een bepaalde speelmogelijkheid.
In Bijlage II wordt nader ingegaan op het begrip speelprikkel. 2.3.6.
Secundaire voorzieningen Er wordt gesproken over secundaire speelplekken of –toestellen De als secundair aangeduide voorzieningen hebben geen functie (meer) in het voorgestelde openbaar speelvoorzieningenniveau. De onderhoudskosten voor deze toestellen moeten beperkt blijven tot inspectiekosten. De gemeente vervangt de toestellen niet meer, zij voert alleen nog inspecties uit in het kader van de veiligheid. Wanneer een toestel gebreken vertoont, wordt het verwijderd. Een andere mogelijkheid is om de toestellen van de secundaire voorziening te plaatsen (hergebruiken) op een andere speelplek.
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
6
2.4.
Afbakening
2.4.1.
Speelruimte en doelgroep Het is belangrijk om te realiseren dat ruimte de bepalende factor is bij het spelen en niet zozeer de aanwezigheid van speeltoestellen. Speelruimte betreft ten eerste de ruimte die fysiek aanwezig is om te spelen, zowel in de informele ruimte als op ingerichte formele speelplekken. Ten tweede gaat speelruimte over de spreekwoordelijke ruimte die de doelgroep gegund wordt, met andere woorden: waar mag hij of zij spelen?
2.4.2.
Wat wordt verstaan onder speelruimte? Informele ruimte is de ruimte waar geen specifieke speeltoestellen staan, zoals straat, stoep en grasveld. Dat de openbare ruimte ook voor kinderen bedoeld is kan versterkt worden met speelprikkels (zie Bijlage II voor meer uitleg). Met formele speelruimte wordt de ruimte aangeduid die exclusief is ingericht voor de speel-, sport- of ontmoetingsfunctie (de speelruimte met voorzieningen). Bedacht moet worden dat slechts een beperkt deel van de buitenspeeltijd wordt doorgebracht op plekken met speelvoorzieningen en dan nog maar een klein percentage van de tijd echt op de toestellen. Mensen blijven zich hun hele leven ontwikkelen. De wensen wat betreft speel-, sport- en ontmoetingsruimte veranderen mee. Om de richtlijnen uit dit plan te toetsen, worden de demografische gegevens gebruikt van kinderen, jeugdigen en jongeren. Sport- en ontmoetingsruimte biedt uiteraard ook volwassenen en senioren ruimte om te bewegen en te ontspannen. De leeftijdsgroepen kinderen, jeugdigen en jongeren (totaal 7.701 = 16% van totaal inwoners) maken echter het meest intensief gebruik van de openbare ruimte en ook speciaal van de formele speelruimte. Er zijn nu 2.267 kinderen (5% van totaal inwoners), 2.796 jeugdigen (6% van totaal inwoners) en 2.638 jongeren (6% van totaal inwoners) in de gemeente Kerkrade.1
1
Bron: Gemeente Kerkrade, peildatum 1-1-2011
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
7
3.
VISIE OP SPEELPLEKKEN
3.1.
Voldoende informele en formele speelruimte Uit het huidige speelvoorzieningenbestand en de eerdere speelruimtenota’s van Kerkrade blijkt dat het de ambitie van de gemeente is om voldoende speelruimte aan te bieden. Om een zogenoemd basisvoorzieningenniveau voor de openbaar toegankelijke speelruimte te bepalen zullen landelijk gebruikte richtlijnen van OBB als basis dienen. 2 Uitgangspunt daarbij is het aantal kinderen. Als er weinig of geen kinderen wonen dan is er bijna geen speelruimte nodig. Andersom is er veel of ‘extra’ speelruimte nodig bij een hoge kinderdichtheid.
3.2.
Richtlijnen voor informele speelruimte Spelen is voor kind van groot belang. In Bijlage I is kort een weergave van belangrijke aspecten van het spelen weergegeven. Kinderen tot en met 12 jaar spelen slechts 10 tot 20% van hun speeltijd op speeltoestellen. De overige spelactiviteiten vinden plaats op andere plekken in de openbare ruimte zoals op straat, in de plantsoenen en langs het water. Deze zogenoemde informele speelruimte is dus van groot belang. De benodigde hoeveelheid informele speelruimte laat zich lastig kwantificeren. Het gaat om de hoeveelheden en oppervlaktes van grasvelden, struiken, bomen, pleinen, stoepen en water. Het gaat echter ook om de variatie, de bruikbaarheid en de veiligheid daarvan. Op basis van onderzoek en ervaring heeft OBB richtlijnen ontwikkeld voor informele speelruimte voor kinderen en jeugd (zie Tabel 1). Op basis van leeftijd kunnen specifieke eisen en wensen gekwantificeerd worden.
Richtlijnen informele speelruimte Leeftijdsgroep Omvang Ligging Invulling
Bedreiging
Jeugd 6 – 12 jaar
Jongeren 13-18 jaar
20 m2 / kind aangrenzend aan woning
100 m2 / 5 kind
1 plek / 15 jongeren
eind van de straat
In eigen buurt
stoep en gras
Speelwaarde
Verkeer
Kinderen 0 - 5 jaar
leren fietsen, skaten, rommelen, fantasie, krijten, in zon / schaduw zitten woonerf, verkeersarm hondenpoep, afval, prikstruiken, giftige beplanting
50% stoep en pleintjes, 50% gras en struiken verstoppertje, speurtocht, touwspringen, balletje trappen, hut bouwen 30 km zone, verkeersluw hondenpoep, afval, sierplantsoen
‘op straat’ ontmoeten, kletsen, showen, kijken naar voorbijgangers, brommers niet op rijbaan n.v.t.
Tabel 1 Richtlijnen informele speelruimte
3.2.1.
Kinderen Kinderen spelen dicht bij huis, bij wijze van spreken onder het keukenraam individueel of met een buurmeisje of -jongen. Dit is vaak goed te Normen (in)formele speelruimte worden toegepast in meer dan 100 gemeenten in Nederland. 2
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
8
zien aan het speelgoed dat rondom het huis ligt op een mooie zomerdag. Voor een kind valt al heel wat te beleven op 20 m2. Omdat een kind geen of moeilijk gevaren kan inschatten, is het belangrijk dat er geen of zeer weinig auto’s, brommers en fietsen rijden over de informele speelruimte. Daarom zijn de tuin, de oprit, de stoep, de (doodlopende) straat, het achterplein en het grasveldje grenzend aan de voordeur de belangrijkste bron van informele speelruimte voor kinderen.
Informeel spel door kinderen 3.2.2.
Jeugd De jeugd gaat steeds verder de buurt in. Haar verkenningsgebied is vrijwel de gehele openbare ruimte. De jeugd speelt meer in groepjes van klasgenoten of buurkinderen. Daarom moet de groene of grijze ruimte gebundeld zijn per vijf andere jeugdigen. Zo ontstaan er ruimtes van circa 50 m2 per speelbuurt. Er moet voldoende plantsoen en ruigte zijn waar ze kunnen bloemen plukken en hutten bouwen. Ook verkeersluwe wegen, stoepen, hofjes en pleintjes voor straatspelen als knikkeren, touwtjespringen, speurtochten en tik- en verstopspelen zijn nodig voor deze leeftijdsgroep. Verder groeit in deze leeftijdsgroep bij meisjes de behoefte aan ‘kletsplekjes’. De kwaliteit van grasvelden gaat hard achteruit als er hondenpoep ligt. Tijdelijke speelactiviteiten, zoals de straatspeeldag, een huttenbouwweek of georganiseerd spel, verhogen de waardering van de openbare ruimte voor spel.
Informeel spel door jeugd 3.2.3.
Jongeren Spelen van jeugd is niet los te zien van jongeren in de openbare ruimte. Denk bijvoorbeeld aan het gezamenlijk gebruik van trapvelden en het ontmoeten van jongeren op plekken ingericht voor kinderen en jeugd. Daarom is in voorliggend advies voor speelruimte een analyse van de sport- en ontmoetingsvoorzieningen voor jongeren opgenomen.
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
9
Jongeren hebben op straat eigen, liefst zelfgekozen ruimte in hun wijk en buurt nodig. Er moet daarom ruimte zijn voor formele en informele ontmoetingsvoorzieningen waaruit de jongeren kunnen kiezen. Variatie in omvang en mogelijkheden van de voorzieningen zijn daarbij een belangrijke succesfactor. Voor de jongeren is het ontmoeten van leeftijdsgenoten zeer belangrijk. Het is hun manier om leeftijdsgenoten te leren kennen en sociale grenzen te ontdekken. Voor jongeren kan als indicator genomen worden dat per groep van circa 15 ergens in de wijk een ruimte is om elkaar te ontmoeten. De eerste (circa) 50% van deze informele ontmoetingslocaties regelt zichzelf en vergt geen inrichting. De daaropvolgende (circa) 30% van de plekken zijn de nu al aanwezige bankjes, muurtjes en zitelementen. De overige 20% zijn de meer formele ontmoetingsplekken die het best gecombineerd kunnen worden met de aanwezige openbare sportvoorzieningen. Als er voldoende en gevarieerde plekken zijn, ontstaat er een ‘natuurlijke spreiding’ van de groepen omdat er voor de jongeren meer te kiezen is. Bovendien kan een buurtbewoner, jongerenwerker of wijkagent de jongeren ook eens naar een andere plek verwijzen en kan er wel gestraft of beloond worden (zie site www.OBB-ingenieurs.nl voor meer uitleg over de verschillende soorten jongerenplekken). Bij grote concentraties jongeren (500 of meer in een wijk) is het goed om een verwijsplek te hebben die zo ver van de woningen ligt dat er van overlast geen sprake kan zijn. Bij problemen kunnen groepen hierheen worden verwezen of meegenomen door de wijkagent of jongerenwerker. Door deze uitgangspunten te gebruiken, wordt invulling gegeven aan het terugdringen van overlast door jongeren.
Richtlijnen voor informele en formele sport- en ontmoetingsruimte jongeren 1. Informeel ontmoeten Kletsplek
50% van het totaal aantal plekken
Zitplek
30% van het totaal aantal plekken
2. Formeel ontmoeten Ontmoetingsplek
20% van het totaal
Verwijsplek
1 plek per 500 jongeren Tabel 2 Richtlijnen voor jongerenplekken
Informeel ontmoeten door jongeren
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
10
3.3.
Richtlijnen voor formele speelruimte Formele speelruimte wordt gezien als een aanvulling op de aanwezige informele speelruimte. Is er een tekort aan informele speelruimte, dan zijn de kinderen aangewezen op de tuinen, speelplekken of specifieke pleinen en groenvoorzieningen waar ze veilig en rustig kunnen spelen. In deze situatie moeten er meer formele speelplekken zijn en is het belang van bijvoorbeeld openbaar toegankelijke schoolpleinen en speeltuinen groter. Een eerdere poging om de hoeveelheid speelruimte te onderbouwen en daarmee een eerlijke spreiding tot stand te brengen is de zogenaamde 3%-norm voor speelruimte. Op basis van een niet-aangenomen initiatiefwet uit 2003 heeft de overheid in 2006 een beleidsbrief rondgestuurd aan alle Nederlandse gemeenten. De gemeenten werd verzocht om van de openbare ruimte 3% te bestemmen als speelruimte. Kanttekeningen bij deze norm zijn dat elke vorm van kwalificatie ontbreekt, geen rekening gehouden wordt met demografische gegevens en onduidelijk is welke openbare ruimte precies bedoeld wordt. De richtlijnen van OBB voor de spreiding van de formele speelplekken houden wel rekening met de demografische opbouw van een buurt en geven invulling aan de basiskwaliteit van speelruimte. Door toetsing aan deze richtlijnen kan aangegeven worden wanneer er wel of niet een speelplek moet komen en waar. De kosten van aanleg en onderhoud zijn hoog, dus kan er niet aan elk verzoek om een extra speelplek of het opknappen van een speelplek gehoor gegeven worden. De normen en richtlijnen zorgen voor een passend, begrijpelijk en eerlijk antwoord op dergelijke verzoeken. In Tabel 4 wordt een overzicht gegeven van de richtlijnen.
Richtlijnen voor formele speelruimte Leeftijdsgroep Actieradius Verzorgingsgebied Aantal woonachtig Oppervlakte Voorzieningen
Kinderen 0 - 5 jaar 100 m 3 ha 15 - 30 100 – 500 m2 3 toestellen, 3 speelprikkels, bank & afvalbak
Jeugd 6 – 12 jaar 300 – 400 m 50 ha 65 - 85 500 -2.000 m2 3 toestellen, 4 speelprikkels, bank & afvalbak
Jongeren 13 -18 jaar 1.000 m 300 ha 75 – 95 1.000 m2 4 toestellen, 4 speelprikkels, bank & afvalbak
Tabel 3 Richtlijnen voor formele speelruimte kinderen, jeugd en jongeren
Er moet rekening worden gehouden met het feit dat kinderen en jeugdigen drukke verkeerswegen, spoorwegen, watergangen en dergelijke vaak niet zelfstandig kunnen of mogen oversteken. Hoewel speelplekken binnen de actieradius kunnen vallen, zijn de speelplekken achter een barrière niet bereikbaar. Dit kan leiden tot een extra speelplek als er daarvoor genoeg kinderen wonen (15 en meer). Bij het toepassen van de richtlijnen bepaalt de omvang van de aanwezige doelgroep binnen de actieradius, plus de hoeveelheid informele speelruimte en de barrières of er een formele speelplek noodzakelijk is.
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
11
3.3.1.
Centrale plekken Daar waar er onvoldoende informele speelruimte is rond het huis en er veel kinderen wonen, wordt gekozen om de richtlijn van 15 kinderen binnen een actieradius te volgen om een speelplek aan te bieden. Daar waar voldoende informele speelruimte is rond het huis wordt gekozen om minder speelruimte aan te leggen volgens de richtlijnen (30 kinderen in actieradius in plaats van 15 kinderen). Dit met als overweging dat kinderen bij voldoende grote tuin, op en in de groenstroken en de veilige stoepen rond het huis al veel informele speelruimte hebben. Daarnaast kunnen ouders het initiatief nemen om speelgelegenheid te creëren in de tuin en de kinderen speelgoed als bijvoorbeeld stoepkrijt, de tuinslang of hun fietsje mee te geven. Er moeten wel voldoende speelvoorzieningen komen voor de totale omvang van kinderen in een buurt, ook al wordt de pleknorm binnen de actieradius niet gehaald. Deze plekken hoeven echter niet noodzakelijk op een afstand te liggen die voor kinderen zelfstandig te overbruggen is. Op meer centrale plekken in de buurt, waar ook ruimte voor jeugdigen is, kunnen kinderen met hun ouders voldoende formele speelruimte met voorzieningen vinden om te spelen.
Deze centrale plekken bieden door hun inrichting voor meerdere doelgroepen uitdaging en de kinderen leren bovendien de weg naar deze plekken sneller kennen. De routing verdient daarbij extra aandacht. Deze plekken lenen zich, als de ruimte op de plek groot genoeg is, ook goed voor het combineren van doelgroepen zoals bijvoorbeeld kinderen met een handicap, sportplek voor volwassenen en ontmoetingsen beweegplek voor senioren. Uit jarenlange analyse van speelruimte blijkt bovendien dat in centraal liggende grote speelplekken duurzaam geïnvesteerd kan worden, omdat er altijd voldoende jeugd en jongeren binnen de actieradius wonen. De levensduur van de plek is gelijk aan die van de buurt. 3.3.2.
Het combineren van leeftijdscategorieën Er zijn veel speelplekken ingericht met toestellen die geschikt zijn voor zowel kinderen als jeugdigen. Soms staan hier ook nog toestellen voor jongeren. Dit geeft vooral problemen als de ruimte te klein is. Omdat er toestellen voor jeugdigen en jongeren staan, gaan zij de plek (terecht) als de die van hen beschouwen. De toestellen voor de jongste kinderen bieden hun echter geen uitdaging meer; op een wipveer zijn ze wel uitgespeeld en ze zijn al op alle mogelijke manieren van de glijbaan afgegleden. Men kan het de jeugdigen en jongeren dan niet kwalijk nemen dat ze de aanwezige toestellen voor kinderen wel gebruiken in hun proces van grenzen verkennen: eens kijken met hoeveel ze op een wipveer kunnen. OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
12
Een ander nadeel van het combineren van leeftijdsgroepen is dat jongere jeugd mogelijk ongewenst gedrag van de oudere jeugd en jongeren overneemt. Aan de andere kant is het combineren van leeftijdsgroepen op één speelplek zowel voor sociale als lichamelijke ontwikkeling aan te raden. Een speelplek kan immers functioneren als ontmoetingsplek voor jong en oud uit de hele buurt. Het combineren van leeftijdscategorieën kan alleen dan gerealiseerd worden als er voldoende ruimte is. Daarnaast moet er binnen deze ruimte een zonering aangebracht worden, met in elke zone voor de verschillende leeftijdscategorieën de voorzieningen. Op deze wijze zullen de verschillende leeftijdsgroepen hun eigen plek en uitdagingen hebben. De jeugdigen en jongeren zullen dan wel respect hebben voor de speelplek voor de kinderen en de toestellen weinig of niet misbruiken. Voldoende ruimte en duidelijke zonering en uitdagende voorzieningen per leeftijdsgroep maken een gezamenlijke speelplek tot een succes. Geadviseerd wordt om alleen gecombineerde speelplekken aan te leggen indien er ruimte is voor voldoende toestellen en goede zonering.
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
13
4.
VISIE OP SPEELTUINEN Dit advies geeft ter overweging om speeltuinen te waarderen (subsidiëren) aan de hand van de mate waarin zij invulling geven of zouden kunnen geven aan functies die de gemeente als haar taak beschouwt.
4.1.
Soorten en drijfveren van speeltuinen Speeltuinen zijn er in Nederland in soorten en maten. Een speeltuin ontstaat meestal als een groep bewoners het belangrijk vindt dat er in de wijk of buurt een ruimte is waar kinderen en jeugd in een beschermde omgeving, al dan niet onder permanent toezicht, kunnen spelen. In de loop van de jaren ziet men, doorgaans als de kinderen iets ouder worden, de aanvankelijke doelstellingen vaak verschuiven en/of aangevuld worden. Sommige speeltuinen richten zich exclusief op spelen, andere zijn organisatorisch onderdeel van bijvoorbeeld een buurt- of wijkvereniging die daarnaast ook hele andere activiteiten onder haar hoede heeft. De rechtsvorm is meestal vereniging of stichting. De traditionele speeltuin, met name in de stedelijke gebieden, heeft veelal een hek, speeltuingebouwtje, toegangs- en/of ledenbeleid en richt zich naast het aanbieden van speelruimte ook op andere activiteiten. Daarnaast zijn er ook speeltuinen met een heel open karakter, vergelijkbaar met een openbare speelplek. Er zijn ook speeltuinen die meerdere locaties beheren, in sommige gemeenten zelf alle speellocaties in de gemeente of een dorp. Er zijn ook diverse speeltuinen uitgegroeid tot – min of meer - commerciële speeltuinen met een regionale of zelfs bovenregionale functie. Er is een relatie tussen het aantal kinderen en jeugdigen in de buurt van een speeltuin en de betrokkenheid van de vrijwilligers. Wonen er geen of weinig kinderen meer, dan wordt het ook moeilijker bestuur en vrijwilligers (ouders) te vinden. Dit is ook te lezen als men aan de hand van de inventarisatie van Spel de speeltuinen het bereik dat de speeltuin heeft, het aantal verkochte jaarkaarten en de bestuurssituatie tegen elkaar uitzet. Zo valt op dat bij een kleiner bereik, zoals de speeltuin Waubacherveld, het moeilijk is om bestuursleden te vinden en speeltuin De Molen niet (meer) werkt met betaalde toegangskaarten.
4.2.
Het nut van speeltuinen Door het spelen leren kinderen zichzelf, anderen, de omgeving en (on)mogelijkheden kennen. Over het belang van spelen zijn boeken vol geschreven. Een speeltuin kan een functie hebben in de ontwikkeling van kinderen, jeugd en jongeren. Het nut van speeltuinen valt in te delen in: niet of moeilijk meetbare aspecten; een functie voor het openbare voorzieningenniveau; het aanbieden van bijzondere speelvoorzieningen; het verzorgen van activiteiten en bijzondere beleving/vaardigheden; het invulling geven aan andere beleidsvelden.
4.2.1.
Het vertrekpunt is een openbare speelplek Zowel speeltuinen als openbare speelplekken zijn belangrijk; ze zijn complementair aan elkaar. Echter de openbare speelplekken zijn een verantwoordelijkheid van de gemeente.
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
14
Aan de hand van de richtlijnen zoals in hoofdstuk 3 toegelicht kan de behoefte aan speelplekken in de buurten worden bepaald. In hoofdstuk 5 tot en met 9 is voor Kerkrade in beeld gebracht waar behoeften liggen aan speelplekken voor kinderen, jeugd en jongeren. Indien er ergens een speelplek nodig is, kan een speeltuin hieraan ook invulling geven. De openbare speelplek van het openbaar speelvoorzieningenniveau wordt dan een speeltuin. De kracht van een speeltuin is daarbij dat door zelfwerkzaamheid, fondswerving en mogelijkheden tot subsidieverwerving een ‘plus’ op een normale speelplek mogelijk is. Die plus kan dan bestaan uit meer toestellen (door aanwezige geschikte toestellen die nog een aantal jaar veilig en beheerbaar mee kunnen en extra toestellen die via fondswerving zijn te verkrijgen/verkregen) grotere oppervlakte en een hoger onderhoudsniveau van de toestellen en het terrein. 4.2.2.
Hoe te waarderen? Dit betekent dat de gemeente per leeftijdscategorie waarvan uit de analyse blijkt behoefte te zijn, in principe de aanschaf van 3 tot 5 speeltoestellen en diverse speelaanleidingen vergoedt en jaarlijks bijdraagt in de kosten voor het onderhoud ervan. Voor nieuwe speelplekken zou deze eenmalige bijdrage dan ingezet kunnen worden om speeltoestellen aan te schaffen en een gedeelte van het herinrichtingsplan mee te financieren en om fondswerving mogelijk te maken. Voor bestaande speelplekken en speeltuinen wordt ervan uitgegaan dat de gemeente al heeft bijgedragen in eerdere ontwikkelingen. In het kader van de vergoeding voor onderhoud moet uitgegaan worden van de kosten die de gemeente draagt voor een vergelijkbare speelplek met betrokken functie zoals in de analyse aangegeven. Verder zal een beheerovereenkomst opgesteld worden waarin duidelijk is hoe de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente en speeltuinen liggen. In deze vergoedingen is niet de toekomstige vervanging van speeltoestellen begrepen. Nadat de toestellen afgeschreven zijn, zal een analyse gemaakt moeten worden in hoeverre de speeltuin nog onderdeel is van het speelvoorzieningenniveau van de gemeente en moeten opnieuw kredieten worden vastgesteld.
4.3.
De niet of moeilijk meetbare aspecten Een speeltuin kan betekenis hebben voor de sociale samenhang in een buurt en het vrijwilligerswerk stimuleren. Niet alleen heeft een speeltuin een functie voor kinderen, jeugdigen en ouders, ook senioren blijken actief te zijn (en te blijven) in een speeltuin. Zo leren buurtbewoners elkaar kennen bij het organiseren en het (blijven) deelnemen aan allerlei activiteiten, biedt de accommodatie de mogelijkheid voor de leden van de vereniging/stichting om laagdrempelig (goedkoop, nabij) en vraaggericht sociaal-culturele activiteiten te organiseren, zal door sociaal-culturele activiteiten in zelfbeheer betrokkenheid van buurtbewoners worden bevorderd en daarmee zullen de sociale samenhang en leefbaarheid in een buurt vergroten. De mate waarin een speeltuin voorziet in sociale samenhang in een buurt en het vrijwilligerswerk stimuleert is moeilijk te meten. Indicatoren kunnen zijn: ledenaantal, de bestuursomvang, het aantal activiteiten enzovoort. De positieve invloed hiervan op de genoemde aspecten is echter niet of slechts moeilijk kwalitatief meetbaar.
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
15
4.3.1.
Hoe te waarderen? Het kosteloos ter beschikking stellen van de ondergrond is een duidelijk voorbeeld dat de gemeente speeltuinen waardeert. Om de niet of moeilijk meetbare aspecten verder te waarderen wordt geadviseerd een vaste jaarlijkse financiële waarderingssubsidie per speeltuin ter beschikking te stellen. Deze waardering kan als dekking voor de diverse jaarlijkse kosten worden gezien. Ten aanzien van het faciliteren van andere activiteiten - waarvoor al dan niet een gebouw noodzakelijk is - kan overwogen worden een andere waarderingsgrondslag / ander subsidievoorstel op te stellen.
4.4.
Aandachtspunten speeltuin en speelvoorzieningenniveau
4.4.1.
Aandachtspunt openingstijden Aan de eenmalige en structurele vergoeding voor het invulling geven aan het gemeentelijk speelvoorzieningenniveau zit een voorwaarde dat de openingstijden zich niet beperken tot enkele uurtjes per week in een gedeelte van het jaar. Per speeltuin zal de gemeente afspraken maken over de minimale openingstijden. Er wordt gestreefd naar zo ruim mogelijke openingstijden met een minimum van 375 uur per jaar. Verder zou gekeken moeten worden in hoeverre de voorzieningen niet toegankelijk kunnen worden gemaakt buiten openingstijden door bijvoorbeeld overstaphek of sleutelbeheer. Dat betekent echter niet dat de voorzieningen gratis toegankelijk moeten worden. De huidige lidmaatschapsfaciliteiten (en eventuele faciliteiten voor donateurs en sponsors) kunnen in stand blijven. Daarmee wordt de betrokkenheid bij de eigen speeltuin en de financiële ondersteuning gestimuleerd.
4.4.2.
Aandachtspunt toegankelijkheid Aan de eenmalige en structurele vergoeding voor het invulling geven aan het gemeentelijke speelvoorzieningenniveau zit de voorwaarde dat de speeltuin voor eenieder toegankelijk moet zijn. De prijs van de jaarkaart en/of entree mag niet verhinderen dat kinderen van de speeltuin gebruikmaken. Voor een deel van de leden zal toegankelijkheid voor hun kinderen reden zijn om lid te worden c.q. een jaarkaart te kopen. Een ander deel van de overweging zal bestaan uit de wens een speeltuin in het algemeen te ondersteunen, om hun kinderen tegen gereduceerd tarief aan overige activiteiten te kunnen laten deelnemen en op de hoogte te blijven van de activiteiten/ontwikkelingen via de nieuwsbrieven en dergelijke. Mocht blijken dat de hoogte van kosten voor toegangsgeld c.q. jaarkaart een belemmering vormt, dan kan overwogen worden een proef te nemen met het afkopen/afschaffen van de toegangsgelden. Aandachtspunt bij het ontkoppelen van betalen voor spelen in de speeltuin is dat de prikkel om een jaarkaart te kopen wordt verkleind en dat daarmee inkomstenderving optreedt. Daarbij wordt er wel van uitgegaan dat met het organiseren van diverse activiteiten de prikkel tot lidmaatschap goed versterkt kan worden.
4.4.3.
Aandachtspunt aansprakelijkheid De wettelijke verplichting voor de veiligheid van speeltoestellen is in het bijzonder geregeld in het ’Warenwetbesluit Veiligheid van Attractie- en Speeltoestellen’ (WAS) en de daarin genoemde Europese Normen (o.a. NEN-EN 1176-1 tot en met 1176-7 en 1177). In dit warenwetbesluit zijn de wettelijke bepalingen voor aansprakelijkheid en veiligheid vastgelegd.
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
16
Degene die het toestel voorhanden3 heeft, moet kunnen aantonen dat alles in het werk is gesteld om de veiligheid te waarborgen. Om aan de gestelde eisen te kunnen voldoen is een aantal handelingen noodzakelijk. De inspectie van speeltoestellen, de registratie van relevante gegevens in een logboek en het spoedig verhelpen van de gebreken zijn daarbij verplichte handelingen. Deze verantwoordelijkheid is conform en aanvullend op de risicoaansprakelijkheid die wordt omschreven in het Burgerlijk Wetboek. Het aanbieden van onveilige speeltoestellen wordt gezien als het plegen van een onrechtmatige daad. Indien een speeltoestel op gemeentelijke grond wordt geplaatst door bijvoorbeeld een particulier of speeltuin, wordt het toestel eigendom van de gemeente als eigenaar van de ondergrond. De juridische term hiervoor is natrekking. De gemeente kan bij ongevallen op speeltoestellen die door derden geplaatst zijn tenminste medeaansprakelijk, zo niet volledig aansprakelijk worden gesteld. Daarom zal de gemeente bij de plaatsing van speeltoestellen door derden op gemeentelijke ondergrond de aansprakelijkheid goed moeten regelen.
‘Een letselschade jurist zal kijken waar er geld te halen valt, ... een speeltuin is een kale kikker ... , een gemeente kan niet failliet gaan.’ rijdende rechter mr. Frank Visser tijdens congres veiligheid
Om te voorkomen dat speeltuinen, bestuursleden of vrijwilligers – al dan niet hoofdelijk - aansprakelijk worden gesteld, wordt voorgesteld dat de gemeente minimaal een jaarlijkse veiligheidsinspectie op alle speeltoestellen bij de speeltuinen laat uitvoeren. De resultaten van de inspecties zullen (mogelijk) leiden tot te nemen onderhoudsmaatregelen. Zoals ook in een beheerovereenkomst wordt opgenomen, zijn de speeltuinen verplicht deze te (laten) uitvoeren. Bij nalatigheid van de speeltuinen zal de gemeente als uiteindelijk aansprakelijke maatregelen moeten nemen. Denk daarbij aan het verwijderen van de onveilige toestellen. 4.4.4.
Aandachtspunt meerjarenplanning; voorkomen achterstanden Het ontbreekt bij minimaal de helft van de speeltuinen {inventarisatie Spel} aan een gestructureerd plan voor toekomstig vervangen van zowel de speeltoestellen. Dit leidt er toe dat bijvoorbeeld grote achterstand in de veiligheidssituatie van de toestellen ontstaat, dat er geen of onvoldoende reserveringen zijn gemaakt voor het vervangen van speeltoestellen of dat gemaakte reserveringen ingezet moesten worden voor (nood)onderhoud van het gebouw of andersom. Om te voorkomen dat het onderhouden en vervangen van de bezittingen op ad-hocbasis blijft plaatsvinden, wordt per speeltuin een eenmalige vergoeding ter beschikking gesteld voor het opstellen van een meerjarenplanning. Deze planning moet ten minste bevatten: een inventarisatie van de bezittingen, de afschrijvingsperioden, een raming van de werkzaamheden en kosten voor jaarlijks onderhoud per onderdeel, hoe dekking voor alle kosten wordt gevonden (natura en financieel), hoe toekomstige vervangingen en onverwachte uitgaven gedekt worden, op welke wijze de administratie van reserveringen wordt gevoerd, wat de toekomstverwachting van de vereniging is enzovoort.
Het Attractiebesluit definieert het ‘voorhanden hebben’ niet. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat de eigenaar van de ondergrond/toestel uiteindelijk verantwoordelijk is. 3
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
17
4.5.
Bijzondere speelvoorzieningen De openbare ruimte is niet geschikt om alle typen speeltoestellen te plaatsen. Sommige toestellen zijn daarvoor eenvoudigweg te duur, te gevoelig voor vandalisme of alleen geschikt indien er intensief onderhoud plaatsvindt. Daarnaast kan het wenselijk zijn dat er toestellen zijn die specifiek bedoeld zijn voor kinderen of jeugdigen met een handicap of andere doelgroep. Dergelijke toestellen kunnen wel een bijzondere (speel)functie hebben en hét aantrekkelijke toestel van een speeltuin vormen. Het plaatsten van toestellen als grote schommels, familieschommels, grote draaischijven, muziektoestellen, belevingstoestellen, extreme glij- of klimtoestellen past dan beter in een speeltuin. Bij het stimuleren van de aanwezigheid van enkele bijzondere speelmogelijkheden in de speeltuinen in Kerkrade is het wenselijk dat de verschillende speelmogelijkheden worden afgestemd en dat er een goede spreiding over Kerkrade ontstaat.
4.5.1.
Hoe te waarderen? Gezien de hoge kosten van een bijzonder speeltoestel wordt een eenmalige bijdrage en daarnaast een jaarlijkse vergoeding voor het onderhoud ter beschikking gesteld. De eenmalige bijdrage kan ingezet worden om speeltoestellen aan te schaffen en een gedeelte van het herinrichtingsplan mee te financieren en om fondswerving mogelijk te maken.
4.6.
Mogelijke overige functies speeltuinen Naast een functie in het kader van het openbaar speelvoorzieningenniveau kan een speeltuin andere taken uitvoeren die een gemeente als de hare beschouwt, bijvoorbeeld het organiseren van huttenbouwweken, binnenspel enzovoort. Zie Bijlage III). Hiervoor wordt aangeraden deze functies te inventariseren en hiervoor eventueel een subsidiebeleid te ontwikkelen.
4.7.
Beheervormen speeltuinen Vrijwilligerswerk hangt aan betrokkenheid en belang van de vrijwilligers. Hoe houd je ze vrijwillig aan het werk?
4.7.1.
Het Bewonersplatform Kerkrade-Noord bestaat uit bewoners uit Kerkrade noord die zich inzetten voor leefbaarheid in Kerkrade noord (Eygelshoven-kom, Waubacherveld, de Baan,de Vink, de Bossen en de Hopel). … bevordering van bewonersparticipatie … www.kerkrade-noord.nl
Aanbieden op maat Zoals in 4.1 geconstateerd is er een duidelijke relatie tussen behoefte (aantal kinderen en jeugdigen in bereik) en de mate waarin een speeltuin succesvol kan worden beheerd. In dit advies wordt voorgesteld om de speeltuinen af te stemmen op de in de omliggende buurt(en) aanwezige doelgroep en de gemeentelijke bijdrage daarop af te stemmen. Daarmee kan worden bereikt dat een speeltuin niet bovenmatig veel of grote speelvoorzieningen hoeft te onderhouden of dat de speeltuin het gevoel heeft ‘aan een dood paard te trekken’. Een speeltuin mag gerust eenvoudig(er) van inrichting zijn, als hij maar een duidelijke functie heeft voor de naastliggende buurt(en). Dit betekent dat de speeltuinen meer zouden kunnen inzetten op kwaliteit en variatie van de toestellen en het aanbieden van speelmogelijkheden dan op het aantal toestellen c.q. dat er minder speeltoestellen in een speeltuin hoeven te staan om toch aantrekkelijk te zijn.
4.7.2.
Samen sterk In Nederland zijn goede voorbeelden te vinden waar een speeltuin een onderdeel is van een grotere vrijwilligersorganisatie. Zo kent bijvoorbeeld Bergen in Limburg een dorpsvereniging die een speciale speeltuincommissie heeft naast allerlei andere commissies.
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
18
Voorgesteld wordt om na te gaan of het mogelijk is om – dat geldt vooral voor de speeltuinen die moeite hebben hun bestuurlijke taken uit te voeren - te combineren met andere buurt- en/of wijkorganisaties. Wellicht is het een zoekrichting voor de speeltuinen om aansluiting bij de Bewonersplatformen Kerkrade te zoeken. Dit is met name een idee voor de vrijwilligers Bewonersplatformen Kerkrade-Noord, omdat Speeltuin Waubacherveld de meeste moeite heeft om bestuurders te vinden. Een andere vorm van samenwerking kan zijn dat speeltuinen bestuurlijk fuseren, maar wel per speeltuinlocatie de uitvoerende taken blijven uitvoeren, ervan uitgaande dat het juist voor bestuurlijke taken lastiger is vrijwilligers te vinden dan voor uitvoerende taken en projecten. 4.7.3.
Overkoepelende stichting Om afstemming te bereiken tussen speeltuinen die in één gemeente of dicht bij elkaar liggen, kan een overkoepelende stichting een goede functie vervullen. Lastig zijn soms de tegenstrijdige belangen; speeltuinen kunnen een overlappend bereik hebben of concurrerende activiteiten organiseren. Een overkoepelende stichting waarbij met name de speeltuinen onderling zeggenschap hebben, kent het gevaar dat het krachtenspel onevenredig verdeeld raakt. De krachtiger besturen van de grotere speeltuinen zullen – begrijpelijk en wellicht terecht - in eerste instantie uitgaan van hun eigen situatie. Aangeraden wordt om zorg te dragen voor een onafhankelijke deelnemer met voldoende zeggenschap die het totaal belang van de diverse speeltuinen en het gemeentelijk speeltuinbeleid behartigt. Een overweging kan zijn om Speeltuinwerk Limburg (kortweg SpeL) hierin een functie te geven. SpeL is een door de Provincie Limburg erkende organisatie van maatschappelijk belang die zich inzet voor het Limburgse speeltuinwerk. Een andere mogelijkheid is een onafhankelijke deskundige vanuit of namens de gemeente Kerkrade.
4.7.4.
Samen kennis delen Voorgesteld wordt dat ten minste jaarlijks een aantrekkelijke inhoudelijke workshop voor alle speeltuinverenigingen wordt georganiseerd, waarin de actuele problemen besproken worden en een cursus wordt gegeven over specifieke actuele onderwerpen. Denk daarbij aan bijvoorbeeld veiligheid en onderhoud van speeltoestellen, het motiveren van vrijwilligers of administratie van speeltuinen.
4.7.5.
Beheerovereenkomst Aangezien de voorzieningen op gemeentelijke ondergrond staan en omdat een gemeente haar vrijwilligers geen onverantwoorde risico’s wil laten lopen, is een passende beheerovereenkomst noodzakelijk. Daarin moeten minimaal aspecten zijn opgenomen ten aanzien van verplichte inspecties, het uitvoeren en handhaven van veiligheidsmaatregelen en het uitvoeren van het onderhoud.
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
19
DEEL III BIJLAGEN
Samenspel Advies voor speelplekken en speeltuinen gemeente Kerkrade
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
37
BIJLAGE I.
BELANG VAN SPELEN Wat is het belang van spelen voor de ontwikkeling van kinderen, jeugd, jongeren, maar ook voor volwassenen? In deze bijlage worden de effecten van buitenspelen op een rij gezet. Spelen is leuk Spelen is van alle tijden en spelen is gewoon leuk. Kinderen kunnen ook niet precies aangeven wat spelen nu precies is. Spelen heeft een eigen waarde. Het spel heeft symbolische waarde voor kinderen, het geeft betekenis aan ervaringen. Maar het is bovenal plezierig en vrijwillig. Het is goed voor het welbevinden van kinderen. Spelen is leren Spelen (en sporten en ontmoeten) is van wezenlijk belang voor de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van kinderen, jeugdigen en jongeren. Een kind verkent de omgeving, ontmoet daarbij andere kinderen, jeugdigen, jongeren, bekende en onbekende volwassenen. Allerlei materialen, mogelijkheden, structuren en situaties komen tijdens het spelen op hun pad. Het omgaan met de voorwerpen en situaties in zijn of haar omgeving is een belangrijke voorwaarde voor de ontwikkeling. Cognitief-psychische ontwikkeling Ten eerste spelen tijdens het spel ingewikkelde mentale processen een belangrijke rol. Spel bevordert de cognitief-psychische ontwikkeling. Hierbij wordt gedoeld op het bevorderen van logisch denken en probleemoplossend vermogen, leren kennen van de structuur van de ruimte, leren kennen van structuur van de tijd en creatieve competentie. Bij logisch denken en probleemoplossend vermogen wordt gedoeld op het leren kennen van oorzaak – gevolgrelaties en kunnen classificeren, in serie zetten van tastbare en niet tastbare zaken. De structuur van de ruimte leren kennen houdt in weten wat hoog, laag, ver, dichtbij, hard of zacht is plus kennis van de verhoudingen van het eigen lichaam. Kinderen leren de structuur van de tijd: opeenvolging van gebeurtenissen, afwachten van een regenbui, dag-en-nachtritme, week- en jaarritme, de begrippen heden, verleden en toekomst en natuurlijk de seizoenen. De ontwikkeling van de creatieve competentie vindt overal plaats bij spelen. Hierbij leren kinderen eigen ideeën en oplossingen bedenken. Motorisch-lichamelijke ontwikkeling Bij de motorisch-lichamelijke ontwikkeling valt te denken aan de ontwikkeling van grove en fijne motoriek, vaardigheden zoals lopen, werpen, vangen, zwemmen, springen, klimmen en klauteren, manipulatie van kleine voorwerpen en materialen. Maar ook visuele, auditieve waarnemingen en tastwaarnemingen worden getraind. Te denken valt aan waarnemen van textuur, temperatuur, trillingen.
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
38
Sociaal-emotionele ontwikkeling Op sociaal-emotioneel vlak leren kinderen hun eigen zelfbeeld, ontwikkeling van eigen gevoelens, zelfstandigheid, sociale vaardigheden, sociale redzaamheid en hun eigen waarden en normen bepalen. Met het bepalen van het zelfbeeld weten kinderen tot welke groep ze behoren (familie, etnische groep). Eigen gevoelens zoals angst, drift en vriendschap krijgen een plek tijdens het spelen. Kinderen leren zelfstandig te zijn en eigen keuzes te maken en daaraan trouw te blijven en die keuzes uit te voeren met of zonder hulp van anderen. Ook leren ze sociale vaardigheden zoals omgaan met anderen, regels en gezagsverhoudingen. Het leren van sociale redzaamheid houdt in zorgen voor uiterlijke verschijningsvorm en lichamelijke verzorging en het vaardig worden in het zorgen voor de omgeving. Kinderen leren hun eigen waarden en normen ontdekken. Spelen is gezond Spelen en sporten kan de gezondheid bevorderen. De beweging gaat overgewicht tegen. Steeds meer kinderen hebben te maken met overgewicht. Ook steeds meer kinderen hebben op telkens jongere leeftijd last van overgewicht. Spel en sport verminderen bovendien stress en aandachtsmoeheid bij kinderen. Dit verband is sterker bij spelen in de natuur. Spelen is woonplezier Een omgeving die uitlokt tot meer spelen en sporten maakt de kans groter dat mensen elkaar ontmoeten. Met verhoging van die kans ontstaat de mogelijkheid dat mensen elkaar, via kinderen en jeugdigen, van naam leren kennen en elkaar kleine diensten gaan bewijzen zoals even op kinderen passen. Elkaar van gezicht en naam kennen en elkaar kleine diensten bewijzen zorgt voor vertrouwen en binding met elkaar. Beide zijn belangrijk voor een grotere binding met de buurt en meer leefbaarheid. Bovendien is het zo gemakkelijker om sociale controle en toezicht uit te oefenen. Spelen is een recht Kinderen, jeugdigen en jongeren hebben tot slot ook recht op speelruimte. Dit blijkt uit het Verdrag inzake de Rechten van het kind, dat werd aangenomen door de Verenigde Naties op 20 november 1989. Het omvat alle kinderrechten, geldt wereldwijd en heeft dezelfde kracht als een wet in Nederland. Het verdrag is eigenlijk een contract tussen de overheden en hun minderjarige bevolking. Lid 1 van Artikel 31 van het Verdrag inzake de Rechten van het kind De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op rust en vrije tijd, op deelneming aan spel en recreatieve bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op vrije deelneming aan het culturele en artistieke leven.
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
39
BIJLAGE II.
SPEELPRIKKELS Speelprikkels zijn objecten in de openbare ruimte die aanleiding geven tot spel. Zij kunnen bewust als bespeelbaar element zijn geplaatst, maar ook onderdeel zijn van een tot ander doel ingericht stuk van de openbare ruimte. De opzet van deze speelprikkels is dat ze veel speelwaarde hebben, niet onder het WAS vallen en hooguit een risicoanalyse vergen. Ze maken stukken ‘gewoon’ groen of een ‘gewone’ stoep beter bespeelbaar en hebben ook een signaalfunctie aan volwassenen dat er echt gespeeld mag worden. Speelprikkel bewust als bespeelbaar element geplaatst Vaak komen speelprikkels op en rondom de speelplek voor of worden ze gebruikt om kinderen te (bege)leiden. Voorbeelden hiervan zijn allerlei soorten verharding, knikkertegels, hinkeltegels, gekleurde tegels en tegels met cijfers, letters en dierenvoetstappen. Door het aanbrengen van deze verharding of patronen en door verschillende soorten verharding kunnen tal van speelmogelijkheden ontstaan. Een ander voorbeeld zijn betonelementen, zoals poefs, bielzen, palen, bollen en muurtjes, al dan niet gekleurd. Meer natuurlijke speelprikkels zijn bomen en boomstammen, grasheuveltjes, hagen en struiken. Ook het beschilderen van muren op een speelplek kan een prikkel geven tot spel. Speelprikkel als onderdeel van de openbare ruimte Voor het inrichten van de openbare ruimte worden tal van elementen gebruikt. Soms zijn deze elementen voor kinderen aantrekkelijk om mee te spelen. Echter lang niet altijd worden hiervoor elementen gekozen die ook bespeelbaar zijn. Als er toch een paal geplaatst moet worden, waarom dan niet een paal met een ronde kop in plaats van een scherpe? Waarom niet wat groenblijvers in het bosplantsoen? De kern van het denken over speelprikkels is om bij elk plan of elke actie in de openbare ruimte na te gaan of de elementen die gebruikt worden ook geschikt zijn voor medegebruik door kinderen. Uitgangspunt is echter de bespeelbaarheid en het moet gemotiveerd worden als hiervoor niet wordt gekozen. Een ruimte als speelprikkel Door veel kinderen wordt een braakliggend terrein met een bult zand en ruigte hoog gewaardeerd. Daar zijn veel speelmogelijkheden en – functies aanwezig. Niet alleen braakliggend terrein, maar ook hoeken plantsoen en straat zijn soms favoriet bij een groep kinderen. Eenvoudige aanpassingen aan beheer en onderhoud en duidelijke voorlichting naar burgers kunnen deze speelruimte behouden. Voorbeelden hiervan zijn hutten niet opruimen (zeker niet in vakanties) en stukken ruigte zo lang mogelijk laten bestaan. Sturen in het medegebruik van het openbaar groen kan door sortimentskeuze. Struiken met grote doornen zijn absoluut niet aantrekkelijk voor kinderen en planten met giftige vruchten/bladen/schors mogen niet worden toegepast. Andere eenvoudige voorbeelden van het beter bespeelbaar maken van openbaar groen zijn hoogteverschillen in het gazon (werken ook goed antivoetbal), vaker toepassen van bloemenmengsels en het gefaseerd maaien van gras. In heestervakken en blokhagen kunnen uitsparingen worden gemaakt waar kinderen hun hutje kunnen hebben. Hagen kunnen op verschillende hoogten gesnoeid en niet recht maar golvend aangeplant worden. Het toepassen van groenblijvers in bosplantsoen of solitair draagt ook bij aan de bespeelbaarheid van openbaar groen.
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
40
BIJLAGE III.
MOGELIJKE OVERIGE FUNCTIES SPEELTUINEN Vakantieweken en kamperen Kinderen en jeugdigen doen tijdens een ‘vakantie in de eigen buurt’ nieuwe contacten op met andere leeftijdsgenootjes. Met name de zomervakantie, maar ook de kortere vakanties lenen zich om voor kinderen en jeugd een reeks van activiteiten te organiseren. Dit kunnen allerlei dagactiviteiten zijn, maar ook het overnachten van een groep jeugd in een tentje op het speeltuinterrein of in een kampeerboerderij al dan niet buiten Kerkrade. Speeltuinen voorzien ook in activiteiten voor kinderen en jeugd in de vakanties en hebben potentie om op hun terrein kampeernachten te organiseren. Voorgesteld wordt om gezamenlijk met de betrokken stichtingen en verenigingen te zoeken naar onderlinge afstemming en samenwerking om te komen tot een optimaal aanbod aan vakantie- en kampeerweken, passend bij de behoefte van de jeugd van Kerkrade. Het is belangrijk te voorkomen dat de activiteiten elkaar concurrentie aandoen (te groot aanbod) en/of in dezelfde perioden plaatsvinden. Het vakantiewerk kan worden gestimuleerd door (ook) aan speeltuinen (per vakantieweek?) een projectsubsidie voor het organiseren ter beschikking te stellen. Daarbij draagt de gemeente er zorg voor dat er afstemming plaatsvindt tussen de speeltuinen en de stichtingen Huttenbouw/timmeren Behalve een zandbak zijn voor het spelen waarbij de constructieve vaardigheden worden geprikkeld in het gemeentelijke speelvoorzieningenniveau weinig mogelijkheden. Het aanbieden van huttenbouw op een gedeelte van een speeltuin of het jaarlijks een huttenbouwweek organiseren geven wel uitgelezen mogelijkheid hiervoor. Voorgesteld wordt dat er afstemming plaatsvindt tussen de eventueel andere organisaties die deze activiteiten organiseren en eventuele speeltuin(en) die wil(len) voorzien in het organiseren van een huttenbouwweek op haar eigen of wellicht op een ander geschikt terrein (al dan niet openbaar gebied). De gemeente stelt dan per huttenbouwweek een vaste vergoeding voor het organiseren ter beschikking. Een andere mogelijkheid om huttenbouw te realiseren is op een gedeelte van het speeltuinterrein een vaste voorziening voor huttenbouw aan te leggen. Daarvoor zou dan eenmalig een vast bedrag ter beschikking worden gesteld voor het aanpassen van het terrein en een structurele vergoeding voor de extra onderhoudskosten. Nagegaan moet worden met hoeveel huttenbouwweken, eventueel verdeeld over het jaar, voorzien kan worden in deze behoefte. Buitenspeelactiviteiten Het organiseren van buitenspeelactiviteiten zoals sport- en spelletjesdagen of eieren zoeken is een belangrijk onderdeel van een goedlopende speeltuin. Echter ook het organiseren van buitenspeelactiviteiten voor specifieke groepen zoals gehandicapten kan een nuttige taak zijn van een speeltuin. Door aantrekkelijke activiteiten worden gezinnen gebonden, leren kinderen en jeugd de weg naar de speeltuin (opnieuw) kennen en bieden (nieuwe) vrijwilligers de mogelijkheid zich in te zetten voor hun eigen kinderen en jeugd en die uit de buurt. Om buitenspeelactiviteiten te stimuleren kan in de budgetovereenkomst een vergoeding voor buitenspeelactiviteiten aan speeltuinen ter beschikking worden gesteld. OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
41
Binnenspeelactiviteiten Het is in Nederland nu eenmaal niet altijd mooi weer en er kan niet altijd in de speeltuin gespeeld worden. Daarnaast worden er allerlei activiteiten door speeltuinen georganiseerd om diverse speelmogelijkheden voor kinderen, jeugd en jongeren te organiseren. Dit zijn activiteiten als knutselen, kinderdisco’s, kinderbingo’s en spelletjesmiddagen. Een gedeelte van deze activiteiten worden structureel - bijvoorbeeld wekelijks of maandelijks - gehouden, andere hebben meer een incidenteel karakter. Om binnenspeelactiviteiten te stimuleren, kan overwogen worden een vergoeding voor het organiseren van binnenspeelactiviteiten aan speeltuinen ter beschikking te stellen. Natuurbeleving Het belang van natuurbeleving door kinderen en jeugd wordt via wetenschappelijk onderzoek regelmatig aangetoond. Speeltuinen zouden juist voor kinderen, jeugd en eventueel jongeren hierin een functie hebben door bijvoorbeeld excursies of doemiddagen met dit thema te organiseren of een gedeelte van hun speeltuin in te richten als natuur-leertuin. Voor het organiseren van excursies en doemiddagen die natuurbeleving stimuleren, kan in de budgetovereenkomst een vergoeding aan speeltuinen ter beschikking worden gesteld. Voor speeltuinen die met een gedeelte van hun terrein willen voorzien in een vaste voorziening voor natuurbeleving kan overwogen worden eenmalig een vast bedrag ter beschikking te stellen voor het aanpassen van het terrein en structureel een vergoeding voor het onderhouden ervan. Nationale Buitenspeeldag (ook wel Straatspeeldag) Een keer per jaar in juni wordt de Nationale Buitenspeeldag georganiseerd. Deze benadrukt de aanwezigheid van kinderen op straat (veiligheid) en vestigt de aandacht op het belang van spelen in het algemeen en spelen op straat. Er wordt in Kerkrade al door diverse bewoners in enkele straten meegedaan aan de landelijke Straatspeeldag. Ook de speeltuinen kunnen in hun omgeving meewerken aan deze landelijke Straatspeeldag met als doel zichzelf te promoten en leden en vrijwilligers aan zich te binden. Invulling aan andere beleidsvelden Het maatschappelijke doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is meedoen. Meedoen van álle burgers aan álle facetten van de samenleving, al of niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. En als dat niet kan, is er ondersteuning vanuit de gemeente. In het kader hiervan ziet de gemeente mogelijkheden in het kader van de Jeugdzorg en opvoedingsondersteuning. In het kader van de breedtesport liggen er mogelijkheden om samen met de sportverenigingen jeugd te stimuleren te gaan en te blijven sporten. Jeugdzorg (Wmo) Vanuit Jeugdzorg heeft de gemeente een taak om te voorkomen dat kinderen en jeugd in de problemen komen. Iedereen die met kinderen, jeugd of jongeren te maken heeft, kan te maken krijgen met kinderen in problemen. Het herkennen van signalen van jeugd die in problemen dreigt te raken vergt kennis en ervaring en het moet duidelijk zijn welke wegen te bewandelen zijn. Voorgesteld wordt om bijvoorbeeld tweejaarlijks een workshop te laten organiseren om de vrijwilligers die regelmatig met jeugd werken te trainen om de signalen te herkennen en wegen te wijzen waarop oplossingen geboden kunnen worden. Deze workshop zou wellicht gecombineerd kunnen worden met vrijwilligers van andere verenigingen. OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
42
Meewerken aan jeugdzorg betekent ook nadenken over het eigen gedrag van de speeltuinen. Aan speeltuinen wordt geadviseerd om na te gaan op welke wijze zij kindermisbruik door vrijwilligers kunnen voorkomen. Een mogelijkheid om recidivegevaar te voorkomen, is het verplicht stellen van een Verklaring omtrent het gedrag voor (nieuwe) vrijwilligers. Een mogelijkheid is ook het opstellen van een protocol waarvan diverse voorbeelden te vinden zijn. Stimulering sport en beweging De gemeente wil haar jeugd stimuleren om te sporten. Door samenwerking met sportverenigingen kunnen jeugdigen met verschillende sporten kennismaken. Daarbij valt te denken aan het houden van demonstratiemiddagen, toernooien met of tegen jeugd van de verenigingen of clinics in de speeltuin. Voor speeltuinen is dit een aantrekkelijke methode om bij meer jeugdigen en ouders onder de aandacht te komen. Sportverenigingen kunnen op deze wijze nieuwe leden verwerven. Voor een impuls in de breedtesport is het mogelijk een projectsubsidie aan te vragen.
{ EINDE RAPPORT }
OBB Ingenieursbureau 853.04 © Samenspel; Advies speelplekken en speeltuinen Kerkrade Internet publieksversie d.d. 13-2-14
43