Eind- en toetstermen Samenleving geldend vanaf 1 september 2014
Samenleving1 13. SAM 13.01.
Sociale zaken: Sociale Zekerheid
Eindterm 13.01. De kandidaat kan het stelsel van de Sociale Zekerheid in Nederland omschrijven. (K) Toetstermen 13.01.01. Kan de Werknemersverzekeringen, de Volksverzekeringen en de Voorzieningen opsommen. 13.01.02. Kan benoemen wie een beroep kan doen op deze verzekeringen en voorzieningen. 13.01.03 Kan de uitvoerder van Voorliggende Voorzieningen benoemen.
13.02
(K) (K) (K)
Sociale zaken: wet werk en bijstand (WWB)
Eindterm 13.02. De kandidaat kan de uitgangspunten van de WWB omschrijven. (K) Toetstermen 13.04.01. Kan omschrijven wat wordt verstaan onder het: a. rechtskarakter van de WWB; b. aanvullende karakter van de WWB; c. begrip eigen verantwoordelijkheid; d. noodzakelijkheidcriterium; e. beginsel van individualisering; f. territorialiteitsbeginsel. g. Domicilie. 13.03.
(K)
Sociale zaken: wet werk en bijstand (WWB)
Eindterm 13.03. De kandidaat kan de belangrijkste begrippen van de WWB omschrijven. (K) Toetstermen 13.03.01. Kan omschrijven wat wordt verstaan onder: a. de noodzakelijke kosten van het bestaan; b. algemene bijstand; c. bijzondere bijstand; d. inrichting; e. alleenstaande - alleenstaande ouder - gezin; f. kind - ten laste komend kind; g. gehuwd - ongehuwd en gezamenlijke huishouding; h. voorliggende voorziening.
1
(K)
Het onderwerp BBZ (zelfstandigen) is te specifiek om op te nemen in deze module.
Pagina 1/6
Eind- en toetstermen Samenleving geldend vanaf 1 september 2014
13.04.
Sociale zaken: wet werk en bijstand (WWB)
Eindterm 13.04. De kandidaat kan de reikwijdte van de WWB omschrijven en kan beoordelen wie de rechthebbenden van de WWB kunnen zijn. (RV) Toetstermen 13.04.01. Kan omschrijven wie een rechthebbende van de WWB is. 13.04.02. Kan beschrijven aan welke voorwaarden moet worden voldaan om rechthebbende van de WWB te zijn. 13.04.03. Kan op basis van een gegeven situatie beoordelen of er recht op bijstand bestaat. 13.04.04. Kan aan de hand van de BRP vaststellen of een vreemdeling recht heeft op bijstand. 13.05.
(K) (K) (K) (RV)
Sociale zaken: wet werk en bijstand (WWB)
Eindterm 13.05. De kandidaat kan de arbeidsverplichtingen beschrijven, kan benoemen welke ondersteuning bij arbeidsinschakeling de gemeente kan bieden en wie aanspraak kan maken op deze ondersteuning. (I) Toetstermen 13.05.01. kan de arbeidsverplichtingen beschrijven 13.05.02. kan beschrijven wanneer ontheffing kan worden verleend van de verplichting tot arbeidsinschakeling 13.05.03. kan beschrijven welke personen aanspraak kunnen maken op ondersteuning bij arbeidsinschakeling 13.05.04. Kan aan de hand van de modelverordening VNG re-integratie, benoemen welke instrumenten de gemeente kan bieden als ondersteuning bij arbeidsinschakeling. 13.05.05. Kan aan de hand van het model afstemmingsverordening VNG beschrijven wat de gevolgen kunnen zijn van het niet nakomen van de arbeidsverplichtingen. 13.06.
(K) (K) (K) (K) (I)
Sociale zaken: wet werk en bijstand (WWB)
Eindterm 13.06. De kandidaat kan omschrijven in welke vorm bijstand kan worden verleend. (K) Toetstermen 13.06.01. Kan beschrijven onder welke voorwaarden bijstand “om niet” wordt verstrekt. 13.06.02. Kan beschrijven onder welke voorwaarden bijstand in de vorm van een geldlening wordt verstrekt. 13.06.03. Kan omschrijven wat het verstrekken van bijstand in de vorm van een krediethypotheek is. 13.06.04. Kan omschrijven wat het verstrekken van bijstand in de vorm van een borgtocht is.
(K) (K) (K) (K)
Pagina 2/6
Eind- en toetstermen Samenleving geldend vanaf 1 september 2014
13.07.
Sociale zaken: wet werk en bijstand (WWB)
Eindterm 13.07. De kandidaat kan de normensystematiek toepassen. (RV) Toetstermen 13.07.01. Kan, aan de hand van de normenlijst, bepalen welke bijstandsnorm in een gegeven situatie dient te worden toegepast. 13.07.02. Kan, aan de hand van de model verordening VNG Toeslagen en Verlagingen, benoemen welke toeslag en/of verlaging er bij het verstrekken van een uitkering toegepast wordt. 13.07.03. Kan benoemen wat het percentage vakantiegeld in de te verstrekken bijstand bedraagt. 13.08.
(RV) (RV) (K)
Sociale zaken: wet werk en bijstand (WWB)
Eindterm 13.08. De kandidaat kan de werking van het begrip “middelen” uitleggen en kan informatie verstrekken over welke middelen bij het berekenen van een bijstandsuitkering, worden meegenomen en welke middelen er worden vrijgelaten. (K) Toetstermen 13.08.01. Kan de middelen waarover een belanghebbende beschikt of redelijkerwijs kan beschikken benoemen. 13.08.02. Kan benoemen welke fiscale heffingskortingen wel en niet tot de middelen behoren. 13.08.03. Kan beschrijven wat wordt bedoeld met vermogen en vrij te laten vermogen. 13.09.
(K) (K) (K)
Sociale zaken: wet werk en bijstand (WWB)
Eindterm 13.09. De kandidaat kan omschrijven aan welke verplichtingen een belanghebbende van de WWB moet voldoen en kan informatie verstrekken over het handhavingsbeleid. (K) Toetstermen 13.09.01. Verwijderd. 13.09.02. Kan de, inlichtingenverplichtingen en medewerkingverplichting beschrijven die verband houden met aard en doel van een bepaalde vorm van bijstand en die leiden tot vermindering of beëindiging van de bijstand. 13.09.03. Kan aan de hand van het model afstemmingsverordening VNG beschrijven wat de gevolgen kunnen zijn van het niet nakomen van de overige verplichtingen. 13.09.04. Kan omschrijven wat wordt verstaan onder het begrip handhaven. 13.09.05. Kan beschrijven hoe de hoogte van de bestuurlijke boete wordt vastgesteld bij niet nakomen van de inlichtingenplicht.
(I) (K) (K) (K)
Pagina 3/6
Eind- en toetstermen Samenleving geldend vanaf 1 september 2014
13.10.
Sociale zaken: Bijzondere Bijstand en Minimabeleid
Eindterm 13.10. De kandidaat kan de werking van de bepalingen in de WWB over de verlening van bijzondere bijstand en minimabeleid uitleggen. (K) Toetstermen 13.10.01. Kan omschrijven 13.10.02. Kan omschrijven 13.10.03. Kan omschrijven 13.10.04. Verwijderd. 13.10.05. Verwijderd. 13.10.06. Verwijderd. 13.10.07. Kan omschrijven 13.11.
wat ‘bijzondere bijstand’ en ‘minimabeleid’ is. wat het begrip draagkracht inhoudt. wat het begrip drempelbedrag inhoudt.
(K) (K) (K)
wat categoriale bijstand is en voor welke doelgroepen.
Sociale zaken: Bijzondere Bijstand en Minimabeleid
Eindterm 13.11.
De kandidaat kan omschrijven waar een aanvraag om bijstand voor levensonderhoud en bijzondere bijstand moet worden ingediend en welke gegevens daarvoor noodzakelijk zijn. (K) Toetstermen 13.10.01. Kan beschrijven op welke wijze een aanvraag voor levensonderhoud moet worden ingediend 13.10.02. kan beschrijven welke gegevens noodzakelijk zijn om de aanvraag voor levensonderhoud te kunnen behandelen 13.10.03. kan het verschil uitleggen tussen meldingsdatum en aanvraagdatum 13.10.04. 13.10.05. 13.10.06.
13.12.
(K) (K) (K)
kan omschrijven wat wordt bedoeld met “zoektijd” voor personen tot 27 jaar kan beschrijven op welke wijze een aanvraag bijzondere bijstand, categoriale bijstand of minimabeleid moet worden ingediend kan beschrijven welke gegevens noodzakelijk zijn om een aanvraag bijzondere bijstand, categoriale bijstand of minimabeleid te kunnen behandelen
(K) (K) (K)
Sociale zaken: wet werk en bijstand (WWB)
Eindterm 13.12. De kandidaat kan omschrijven wat de langdurigheidtoeslag is en welke personen er een beroep op kunnen doen (K) Toetstermen 13.12.01. Kan de doelstelling van de langdurigheidtoeslag beschrijven. 13.12.02. Kan benoemen welke doelgroepen in aanmerking kunnen komen voor de langdurigheidtoeslag. 13.12.03. Kan de voorwaarden voor het verkrijgen van de langdurigheidtoeslag beschrijven.
(K) (K) (K)
Pagina 4/6
Eind- en toetstermen Samenleving geldend vanaf 1 september 2014
13.13.
Sociale zaken: schuldhulpverlening
Eindterm 13.13. De kandidaat kan het doel en de uitgangspunten van de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening uit leggen (K) Toetstermen 13.13.01. Kan omschrijven wat een integrale aanpak van de schuldhulpverlening is. 13.13.02. Kan omschrijven wat de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) inhoudt. 13.14.
(K) (K)
Sociale zaken: algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (AWIR)
Eindterm 13.14. De kandidaat kan een verzoek om toepassing van toeslagen in het kader van de Algemene Wet Inkomensafhankelijke regelingen voorbereiden. (RV) Toetstermen 13.14.01 Kan de kenmerken van de Algemene Wet Inkomensafhankelijke regelingen (AWIR) benoemen. 13.14.02. Kan het doel van de Huur- en Zorgtoeslag en kindgebonden budget omschrijven. 13.14.03. Kan benoemen aan welke voorwaarden moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor de huur- en/of zorgtoeslag. 13.14.04. Kan benoemen aan welke voorwaarden moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor kindgebonden budget. 13.14.05. Kan aan de hand van een proefberekening van het inkomen bepalen of er recht is op een toeslag.
(K) (K) (K) (K) (RV)
13.15. Sociale zaken: wet inburgering Eindterm in zijn geheel vervallen. Eindterm 13.15. De kandidaat kan de werking en de plaats van de Wet Inburgering (W.I.) binnen het Sociale Zekerheidsstelsel uitleggen. (RV) Toetstermen 13.15.01. 13.15.04. 13.15.05.
Kan bepalen of de inburgeraar behoort tot de verantwoordelijkheid van de gemeente of van de DUO. Kan het doel van de W.I. omschrijven. Kan een aanvraag voor toepassing van de W.I. voorbereiden.
13.16.
Sociale zaken: wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
(RV) (K) (RV)
Eindterm 13.16. De kandidaat kan de uitgangspunten van de WMO omschrijven. (K) Toetstermen 13.16.01. Kan de 9 prestatievelden van de WMO benoemen. 13.16.02. Kan prestatieveld 6 van de WMO beschrijven.
(K) (K)
Pagina 5/6
Eind- en toetstermen Samenleving geldend vanaf 1 september 2014
13.17.
Sociale zaken: wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
Eindterm 13.17. De kandidaat kan informatie verstrekken omtrent de toekenning van individuele verstrekkingen aan de hand van de modelverordening VNG. (K) Toetstermen 13.17.01. Kan omschrijven in welke situatie iemand recht heeft op een individuele verstrekking vervoersvoorziening, woonvoorziening, een rolstoel en huishoudelijke hulp. 13.17.02. Kan omschrijven wat collectief vervoer en individueel vervoer is. 13.17.03. Kan de voorliggende voorzieningen ten aanzien van de WMO opnoemen. 13.17.04. Kan benoemen welke eigen bijdrage door de gemeente wordt gehanteerd. 13.17.05. Kan omschrijven op welke wijze de inning van de eigen bijdrage plaatsvindt. 13.18.
(K) (K) (K) (K) (K)
Onderwijs: leerlingenvervoer
Eindterm 13.18. De kandidaat kan informatie verstrekken omtrent de toekenning van vergoedingen voor leerlingenvervoer aan de hand van de modelverordening VNG. (K) Toetstermen 13.18.01. Kan omschrijven wie tot de doelgroep leerlingenvervoer behoort. 13.18.02. Kan de uitgangspunten van de gemeentelijke tegemoetkoming leerlingenvervoer omschrijven. 13.19.
(K) (K)
Onderwijs: leerplichtwet
Eindterm 13.19. De kandidaat kan het doel en de werking van de Leerplichtwet omschrijven. (K) Toetstermen 13.19.01. Kan het doel van de Leerplichtwet benoemen. 13.19.02. Kan benoemen wanneer ontheffing van de leerplicht mogelijk is.
(K) (K)
Pagina 6/6