SAMEN RONDOM DE LEERLING Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren
Ondersteuningsplan 2015-‐2018 (2014-‐2015, met plannen en ambities 2015-‐2018) versie inspectie 060414
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Woord vooraf De stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren is het resultaat van jaren overleg in het kader van de wet op Passend Onderwijs. Op het gebied van organisatie, bestuur, personeel, financiën en natuurlijk vooral inhoudelijk moesten er behoorlijk wat afspraken gemaakt worden. De uitwerking is beschreven in een ondersteuningsplan voor één schooljaar en de ambities voor de drie daarop volgende jaren. Daarnaast is een aantal afspraken voor het schooljaar 2014-‐2015 nog niet gemaakt. Deze staan eveneens omschreven in ambities. Hiervoor is gekozen omdat de consequenties voor een langere termijn nog niet volledig zijn te overzien. Van de gemaakt afspraken proberen we zoveel mogelijk in het schooljaar 2013-‐2014 te realiseren, zodat we op 1 augustus 2014 weten wat eventueel nog aangepast moet worden in bijvoorbeeld de ondersteuningstoewijzing. Het eerste concept Ondersteuningsplan is in december 2013 afgerond en heeft op 27 januari 2014 instemming gekregen van de OPR (Ondersteuningsplanraad). Het concept Ondersteuningsplan is medio februari besproken met de gemeenten in een OGOO1, tijdens een vergadering in het kader van de REA2, waarbij instemming is verkregen. Ook met de gemeenten is in de afgelopen periode al geregeld overleg gevoerd, zodat zij vroegtijdig op de hoogte waren van de inhoud van de plannen. Doel van dit vroegtijdig overleg was ook afstemming met de transitie van de jeugdzorg en de andere transities naar de gemeenten. De organisatie van de transitie van de jeugdzorg heeft direct gevolgen voor het onderwijs. Afstemming met die plannen was en is daarom van groot belang. Het organiseren van ‘zorg voor jeugd’ binnen of nabij het onderwijs moet natuurlijk in de eerste plaats voor de leerlingen voordeel hebben. Onze ambitie is de start van de zorg binnen het onderwijs te organiseren en zo nodig ook onderwijszorgarrangementen te organiseren. Ook een deel van het zorgaanbod zal binnen de scholen worden georganiseerd, waarbij middels een op de regio aangepaste werkwijze van “Signs of Safety”en Signs of Welbeïng” vorm moet geven aan een “stip op de horizon” waarbij 1 gezin-‐1 plan nu nog een grote uitdaging is. In diverse pilots in de regio werden ideeën uitgezet om op kleine schaal te zien wat werkte en waar we tegenaan zouden lopen. Doel was steeds de zorg voor een goede ondersteuningsstructuur waarbij een passend aanbod is voor iedere leerling op Walcheren. Het Ondersteuningsplan is een werkdocument, dat regelmatig wordt aangepast op ontwikkelingen. We streven ernaar nog in 2014 een document te hebben waarin we een meerjarenplan kunnen presenteren of in ieder geval met duidelijkheid het eerst volgende jaar kunnen beschrijven met daarbij de ambities voor de jaren daarna. Dhr. H.J. Van Arenthals Voorzitter bestuur stichting PVO Walcheren.
Mw. I.C. Maartense-‐Mulder Coördinator stichting PVO Walcheren.
1
OOGO is Op Overeenstemming Gericht Overleg
2
Regionale Educatieve Agenda; structureel overleg tussen gemeenten en samenwerkingsverband
2 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
INHOUDSOPGAVE
1.
2.
3.
4.
5.
Woord vooraf Waar gaan we voor 1.1. Doorgaande lijnen 1.2. Leerling centraal 1.3. Regulier waar het kan, speciaal waar het moet 1.3.1.LWOO 1.4. Kwaliteit 1.5. Samen verantwoordelijk Regio in beeld 2.1. Provincie Zeeland 2.2. Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren 2.3. Overlegstructuren extern Organisatie samenwerkingsverband 3.1. Juridische inrichting 3.2. Interne structuren 3.3. Informeren derden Ondersteuning 4.1. Ondersteuningsprofielen 4.2. Beschrijving van de ondersteuning 4.3. Niveaus van ondersteuning 4.4. Organisatie breedteondersteuning 4.5. Handelingsgericht Werken 4.6. Handelingsgerichte Diagnostiek 4.7. Dekkend geheel van ondersteuning 4.8. 2014-‐2015 4.9. 2015-‐2018 Procedure in Ondersteuningstoewijzing 5.1. Inleiding 5.2. Aanmelding 5.3. Zorgplicht 5.3.1.Arrangementen 5.3.2.Ontwikkelingsperspectief (OPP) 5.3.3.Onderwijsloket en Toelaatbaarheid(sverklaring) 5.4. Toelating VSO 5.5. Onderwijsloket 5.5.1.Het adviesorgaan 5.5.2.Opschalen en terugschalen 5.5.3.OPDC 5.5.4.ISK 5.5.5.LWOO en Pro 5.5.6.Bemensing Onderwijsloket 5.5.7.Werkwijze 5.5.8.Ontwikkelingen 5.6. Preventie 5.7. Procedures van toewijzing 5.7.1. Handelingsgerichte diagnostiek 5.7.2. Ondersteuningsvraag 5.7.3. Kader en criteria
2 5 6 6 6 7 7 8 9 9 9 9 11 11 12 13 14 14 14 15 16 17 17 17 18 19 20 20 20 20 20 21 21 22 22 22 22 23 23 24 24 25 26 26 26 26 27 27
3 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
6.
7.
8. 9.
10. 11.
5.8. Doorlopende leer-‐ en ondersteuningslijnen 5.9. Administratie 5.10. Communicatie met ouders en leerlingen 5.11. Wat betekent dit voor de leerlingenstromen 5.12. Doorlopende lijnen van PO naar VO 5.13. Doorlopende lijnen van VO naar MBO/HBO/WO Personeel 6.1. Werkgeverschap 6.2. Ambulante begeleiding REC 3 en REC 4 6.3. Mens volgt werk 6.4. Professionalisering Samenwerken met ouders 7.1. Aanmelding 7.2. Onderwijsbehoeften in kaart 7.3. Extra ondersteuning 7.4. Toekomst 7.5. Medezeggenschap van ouders 7.6. Bezwaarprocedure Medezeggenschap (V)OPR Klachtenprocedure en geschillencommissies 9.1. Een goed gesprek 9.2. Goede communicatie 9.3. Toch een klacht of geschil 9.4. Diverse procedures voor diverse geschillen 9.4.1.Geschil over toelating, verwijdering en Ontwikkelingsperspectief (OPP) 9.4.1.b Bezwaarprocedure Toelaatbaarheidsverklaring 9.4.2.Geschil over medezeggenschap 9.4.3.Geschil n.a.v. OOGO met gemeente(n) 9.4.4.Geschil met een ander samenwerkingsverband of anderen 9.4.5.Geschil tussen bestuur(-‐slid) en het samenwerkingsverband Kwaliteit en Borging Financieel 11.1. Bekostiging 11.2. 2014-‐2015 11.3. 2015-‐2016 11.4. Speciaal Onderwijs 11.5. Bovenschoolse Voorzieningen 11.6. Inzet extra middelen 11.7. Verdeling tussen VO-‐scholen 11.8. Meerjarenbegroting Ondersteuningsplan Activiteitenplan n.a.v. Ondersteuningsplan
12. Bijlagen:
1. Plan van aanpak lacunes ondersteuning 2. Ontwikkelingsperspectief 3. Afspraken met Cluster 1 4. Afspraken met Cluster 2 5. Schoolondersteuningsprofielen 6. Leerlingaantallen in speciale voorzieningen
28 28 30 31 32 32 32 32 33 33 34 35 35 35 36 36 36 37 38 39 39 39 40 40 40 40 41 41 41 41 42 44 44 44 44 45 45 45 46 46 47
50 53 63 65 67 68
4 Concept versie 13-‐02-‐2014
Hoofdstuk 1
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
Waar gaan we voor …
Het samenwerkingsverband Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren (PVO Walcheren) realiseert een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen. We doen dat zo, dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken. Daarbij zorgen we ervoor dat kinderen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Op 1 augustus 2014 is de nieuwe wetgeving rondom Passend Onderwijs van kracht en hebben scholen een Zorgplicht. Binnen Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren willen we tot die datum alles organiseren wat nodig is om aan die zorgplicht te kunnen voldoen. Onze ambitie gaat echter verder. Ze staat beschreven in dit hoofdstuk. Veel van onze ambities zijn niet op korte termijn te realiseren. Het is ook nog niet te voorzien hoe de ontwikkelingen zullen verlopen. Om die reden hebben we besloten een Ondersteuningsplan voor één schooljaar te schrijven, met daarin de plannen en ambities voor de drie daarop volgende jaren. Binnen het Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren willen we de ondersteuning efficiënter organiseren. Het belang van de leerling staat daarbij echter steeds centraal. Wanneer we ondersteuning efficiënter en dichterbij organiseren, komt dat aan de ene kant ten goede aan de leerling en levert dat aan de andere kant een kostenbesparing op. De middelen die we in het samenwerkingsverband besparen, gebruiken we om onze ondersteuningsstructuur verder te verbeteren. In het kader van Passend Onderwijs zien we een uitdaging in het verder verbeteren van de ondersteuning, met als hoofddoel de leerling passend te ondersteunen, op een efficiënte en adequate manier.
Passend Onderwijs = Goed onderwijs
Goed onderwijs = Passend Onderwijs
We willen in alle scholen en voorzieningen, gezamenlijk goed onderwijs realiseren. Goed onderwijs is Passend Onderwijs, dat iedere jongere binnen de regio een perspectiefrijke toekomst biedt. Met het oog daarop willen we een adequate, dekkende en flexibele ondersteuningsstructuur realiseren, voor alle leerlingen binnen de regio. Het SWV PVO Walcheren realiseert een aantal bovenschoolse voorzieningen en heeft naast reguliere VO-‐scholen ook speciale voorzieningen. In de analyse van de schoolprofielen hebben we een aantal lacunes in deze dekkende ondersteuning ontdekt, welke we momenteel aan het vullen zijn. De verwachting is dat deze lacunes op 1 augustus 2014 voor een groot deel zijn ingevuld of dat het plan bekend is hoe deze lacunes zullen worden ingevuld. We noemen deze lacunes binnen Passend Onderwijs de zogenaamde “witte vlekken”. In de voorafgaande jaren is hoog ingezet op een goede samenwerkingsrelatie tussen alle scholen, schoolbesturen, maar ook netwerkpartners, ook in de naastgelegen regio’s. Dat betekent dat we al geruime tijd gezamenlijk optrekken in ontwikkelingen rondom diverse transities. Ook is er een vertrouwde samenwerkingsrelatie tussen de diverse scholen. Het heeft prioriteit om daarin verder te investeren nu we met elkaar lacunes in de ondersteuning dienen op te vullen. 5 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Het overleg hierover vindt plaats op diverse niveaus; inhoudelijk op het niveau van ondersteuningscoördinatoren en teamleiders, organisatorisch op het niveau van de directeuren van de diverse schoollocaties, waarbij de kaders op bestuursniveau worden bepaald. 1.1 Doorgaande lijnen We willen een goede aansluiting tussen het PO, het VO (inclusief de andere Zeeuwse samenwerkingsverbanden en het Calvijn College) en het vervolgonderwijs: MBO, HBO en WO, met een accent op het MBO. Er is samenwerking met de ketenpartners in de jeugdzorg. 1.2 Leerling centraal Waar het ons om gaat is het volgende: • ‘Het kind staat centraal’, waarbij we uitgaan van wat dat kind wél kan: positief en perspectiefrijk • Dat kind bieden we goed, passend onderwijs, waarbij het primaire proces (het lesgeven en alles daar omheen) en de verdere ondersteuning zo veel mogelijk geïntegreerd worden en er geen kind ‘thuis zit’ • Dat doen we in de eerste plaats en steeds meer binnen het reguliere onderwijs, waar en zo lang als dat kan • Dat doen we in de tweede plaats wanneer en zo lang als nodig in bovenschoolse voorzieningen van het SWV zelf en van het speciaal onderwijs, op grond van een gerichte ondersteuningsvraag • Dat doen we door middel van handelingsbekwame medewerkers, met name docenten, waarbij professionalisering cruciaal is • Rondom dat kind zoeken we de samenwerking die voor dat kind nodig is, binnen en buiten het onderwijs, met de ouders als belangrijkste partners • Daardoor realiseren we dat ieder kind steeds meer één, afgestemd plan krijgt, dat helder en transparant is voor iedereen Om dit te kunnen doen en te kunnen blijven doen zullen we bureaucratie moeten terugdringen, kosten moeten beheersen en efficiënt moeten werken. 1.3 Regulier waar het kan, speciaal waar het moet We streven enerzijds naar een aantal leerlingen binnen het VSO dat het aantal van de peildatum 1 oktober 2011 niet overschrijdt3. Anderzijds hopen we het aantal leerlingen op de VSO wel dermate in stand te houden dat we de continuïteit van de voorziening kunnen garanderen. Het is de ambitie om in de toekomst flexibelere arrangementen te kunnen aanbieden aan de leerlingen, voor de tijd die nodig is in de vorm die past bij de onderwijsbehoefte van de leerling. We ambiëren tevens een verkleining van de bovenschoolse voorziening dan wel decentralisatie of opsplitsing. Medio 2014 zal onderzoek uitwijzen op welke wijze daarbij het belang van de leerling het meest gewaarborgd kan worden. De ondersteuning die nu binnen de bovenschoolse voorzieningen geboden wordt, zal meer binnen de breedteondersteuning van de VO-‐scholen worden georganiseerd, dan wel binnen een gezamenlijk arrangement met een speciaal onderwijsvoorziening waar expertise in voorzieningen voor een specifieke onderwijsbehoefte voorhanden is. De leerling hoeft daarbij overigens niet direct in het speciaal onderwijs geplaatst te worden. 3
Feitelijk is deze doelstelling in 2013 niet gehaald: er is sprake van een substantiële groei sinds 2011. Niettemin blijft de doelstelling als zodanig nog steeds van kracht.
6 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING We vatten ‘speciaal’ op als ‘bovenschools,’ dus inclusief de voorzieningen van het samenwerkingsverband zelf, het OPDC en de Rebound en de ISK Walcheren4. Bij zware zorg binnen het VSO, zoals in een groot deel van het huidige cluster 3 en een deel van cluster 4, zal er nog steeds sprake zijn van een (feitelijke) plaatsing in één keer voor de volledige schooltijd. Dat gaat om kleine leerlingenaantallen. Verder zal de ondersteuningsvraag voor bijvoorbeeld het OPDC in eerste instantie beperkt worden tot kortere periodes, van maximaal twee jaar. Wanneer het betreffende arrangement verlengd moet worden, moet dat goed onderbouwd worden, met de stamschool als eindverantwoordelijke: ‘samen rondom het kind.’ 1.3.1 LWOO Het OPDC is een ‘LWOO-‐locatie,’ wat blijkt uit de geboden ondersteuning en natuurlijk ook uit de huidige bekostigingssystematiek. We willen de populatie ervan dan ook zoveel mogelijk beperken tot leerlingen met een LWOO-‐indicatie. Die indicatie wordt in de praktijk gegeven aan leerlingen in de Basisberoepsgerichte Leerweg, minder aan leerlingen in de Kaderberoepsgerichte Leerweg en bij hoge uitzondering aan leerlingen in wat we op Walcheren de MAVO noemen. De examinering en diplomering van het huidige OPDC zullen navenant zijn: MAVO is een uitzondering. Voor leerlingen met schooloverstijgende onderwijsondersteuningsvragen zonder LWOO-‐indicatie willen we nog nadrukkelijker kijken naar mogelijkheden van arrangementen binnen (andere) VO-‐ locaties. Denk bijvoorbeeld aan upgrading van de ‘ondersteuningslokalen’ en dergelijke, mogelijk met een gedeeltelijke ondersteuning vanuit of binnen het VSO. Leerlingen die op enig niveau door motivatie-‐ en gedragsproblematiek niet voldoende functioneren, zouden binnen een VO-‐school niet ‘zo maar’ moeten afstromen, maar op hun eigen niveau door middel van adequate onderwijs-‐ ondersteuningsarrangementen moeten worden aangesproken. De relatie met handelingsgericht werken (HGW) en diagnosticeren (HGD) is hierbij wezenlijk. Dergelijke bijzondere ondersteuningsvragen zijn nu soms nog lacunes in het aanbod op Walcheren, die prominent op de agenda dienen te komen van met name het directeurenoverleg. Leerlingen zonder LWOO-‐indicatie kunnen nog slechts in zeer bijzondere gevallen binnen het huidige OPDC worden toegelaten. 1.4 Kwaliteit De kwaliteit van onderwijs en de onderwijsondersteuning moet goed zijn en blijven. Om daar zicht op te houden en te kwaliteit te waarborgen zullen jaarlijks interne audits worden georganiseerd, waarbij de ondersteuning belicht wordt. Op 1 augustus 2014 willen we een inhoudelijk plan hebben hoe we deze audits inrichten, bemensen en uitvoeren. Bij het verbeteren van de kwaliteit van de ondersteuning staat professionalisering centraal. Expertise vanuit de speciale voorzieningen wordt ingezet om de medewerkers van de VO-‐scholen te ondersteunen en te scholen5. Ook in de ondersteuning van de docent in de ondersteuning van die ene individuele leerling kan vanuit speciale voorzieningen georganiseerd worden. 4
N.B. de aanmeldingen/plaatsingen voor de ISK (Internationale Schakelklas) lopen niet via het Onderwijsloket, maar verlopen volgens de huidige, eigen procedure 5 Zo is er in het schooljaar 2013-‐2014 een meerjarig implementatietraject gestart van Handelingsgericht werken en Handelingsgerichte Diagnostiek door mensen vanuit de Ambulante Begeleiding van Respont (Qwestor) en De Korre.
7 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 1.5 Samen verantwoordelijk We zijn en blijven samen verantwoordelijk voor onze leerlingen. Dat begint bij de docent in het reguliere onderwijs die hulp vraagt aan bijvoorbeeld de mentor, hulp die vervolgens wordt ingeroepen bij een voorziening binnen de interne ondersteuningsstructuur, zoals een ondersteuningslokaal (wanneer dat er is) of andere specialisten binnen de school. Steeds, te beginnen bij de docent in de klas, gaat het erom dat, ook al vraagt de docent om hulp, ook al verwijst de docent door, de leerling ook mede de verantwoordelijkheid van de docent blijft. Wanneer een ondersteuningsvraag, ondanks extra ondersteuning binnen de school (eigen specialisten, ambulante begeleiding, zorglokalen, ZAT), de mogelijkheden van die school gedeeltelijk of geheel te boven gaat, vraagt die school externe ondersteuning aan. Zeker waar scholen binnen hun schoolondersteuningsprofiel (SOP) verschillen in de ondersteuningsarrangementen die zij bieden, kan een leerling geplaatst worden binnen een reguliere VO-‐school, al dan niet van het eigen bestuur. De school kan het SWV ook vragen om bovenschoolse ondersteuning. Er dient in dat geval advies bij het Onderwijsloket te worden ingewonnen. Er kan zelfs volledige of gedeeltelijke plaatsing volgen binnen een bovenschoolse voorziening van het SWV (OPDC) of van het VSO. In al de gevallen zoals die hierboven zijn geschetst is en blijft de ‘stamschool6’ actief verantwoordelijk. Dat begint al bij de ondersteuningsvraag. Die moet in het kader van het ontwikkelingsperspectief ‘smart’ geformuleerd worden: specifiek, realistisch en in tijd begrensd. Iedere locatie/vestiging, iedere directeur is er verantwoordelijk voor dat er geen leerling meer van haar of zijn locatie/vestiging word doorverwezen, zonder dat dit gebeurt door middel van een duidelijke vraag aan de school of voorziening waarnaar wordt door verwezen. Wat is exact de ondersteuningsvraag? Voor hoeveel maanden wordt de leerling doorverwezen, voor hoeveel uur per week, eventueel voor welke vakken en waarom? Hoe wordt gedurende die periode het contact met de VO-‐school georganiseerd, hoe wordt de terugkeer van de leerling geregeld ? Dit geldt voor iedere doorverwijzing, maar zeker voor het huidige OPDC. Hoe wordt er vanaf dit schooljaar concreet invulling gegeven aan de blijvende verantwoordelijkheid van de VO-‐school voor haar leerlingen? Het directeurenoverleg zal in 2014 hier met elkaar vorm en inhoud aan te geven.
6
Stamschool is de school waar een leerling staat ingeschreven of; voordat de leerling is ingeschreven: waar de leerling is aangemeld. Stamschool is geen wettelijk erkende term, we gebruiken hem in de praktijk.
8 Concept versie 13-‐02-‐2014
Hoofdstuk 2
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
Regio in beeld
Het samenwerkingsverband PVO Walcheren omvat alle voortgezet onderwijs scholen op Walcheren. Zeeland is een redelijk dunbevolkte provincie, waardoor niet in alle regio’s alle voorzieningen georganiseerd zijn. Zo zijn er speciale onderwijsvoorzieningen provinciaal georganiseerd door de twee provinciaal georganiseerde besturen: de Stichting Respont en de Stichting De Korre. Deze twee besturen zijn in alle acht binnen Zeeland werkende samenwerkingsverbanden vertegenwoordigd.
2.1 Provincie Zeeland De provincie Zeeland is opgedeeld in drie regio’s; § Walcheren (Middelburg) § Oosterschelderegio (ten oosten en noorden van Walcheren) § Zeeuws-‐Vlaanderen (ten zuiden van Walcheren) Elke regio heeft een samenwerkingsverband voor het voortgezet onderwijs en voor het primair onderwijs. Deze regio-‐indeling wordt ook gebruikt voor de veiligheidsregio’s waarbinnen politie, brandweer en ambulance georganiseerd zijn, maar ook veel zorginstanties hanteren deze indeling. Daarnaast zijn er in Zeeland ook de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs voor Voortgezet Reformatorisch Onderwijs en Primair Reformatorisch Onderwijs (Berséba). Zij zijn landelijk georganiseerd, maar hebben een provinciale uitwerking qua ondersteuning. 2.2 Samenwerkingsverband PVO Walcheren Hoe het samenwerkingsverband PVO Walcheren georganiseerd is staat in hoofdstuk 3 uitgebreid omschreven. 2.3 Overlegstructuren extern Er is een provinciaal werkende Stuurgroep Passend Onderwijs Zeeland, die onlangs is omgedoopt tot Overlegplatform Passend Onderwijs Zeeland. In dit platform zijn alle acht samenwerkingsverbanden vertegenwoordigd en proberen we provinciale afspraken te maken waar dat nodig en gewenst is. Vanuit dit platform worden ook werkgroepen georganiseerd die zich buigen over een specifiek af te stemmen onderwijs. 9 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Zo was er in 2013 een werkgroep die zich bezig hield met de ondersteuningstoewijzing en is onlangs een werkgroep gestart die zich richt op de doorgaande zorg-‐ en leerlijnen VO -‐ MBO. De coördinatoren van de diverse samenwerkingsverbanden hebben onderling geregeld contact, waarbij de coördinatoren VO Walcheren, VO Oosterschelderregio en VO Zeeuws-‐Vlaanderen structureel overleg hebben afgesproken en ook gezamenlijk in het Platform Coördinatoren Passend Onderwijs Zuidwest Nederland en het landelijk platform Coördinatoren Passend Onderwijs participeren. Bestuurlijk is er overleg over de doorgaande lijnen PO-‐ VO. Op termijn zal dat overleg op coördinatorniveau vervolgd worden. Er is daarnaast ook geregeld contact tussen de coördinator PO Walcheren en de coördinator VO Walcheren, om binnen de regio Walcheren goed af te stemmen. PVO Walcheren en het Reformatorisch Samenwerkingsverband VO Zeeland hebben gezamenlijk overleg met de Walcherse gemeenten. Middelburg, Vlissingen en Veere werken intensief samen en hebben een integrale aanpak en bemensing op de diverse portefeuilles. Het overleg wordt REA (Regionale Educatieve Agenda) genoemd. We praten met elkaar onder meer over Passend Onderwijs op Walcheren. Binnen de REA wordt ook OGOO (Op Overeenstemming Gericht Overleg) gevoerd over het Ondersteuningsplan, waarbij afspraken tussen onderwijs en gemeenten worden gemaakt. De gemeenten moeten akkoord gaan met de inhoud van het ondersteuningsplan, voordat het plan in april 2014 aan het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen wordt verstuurd. Met betrekking tot afstemming op de transities van de jeugdzorg, hebben we structureel overleg in onze zorgadviesteams, is er overleg door onze coördinator en de voorzitter van het bestuur bij diverse gelegenheden, participeren onderwijslocaties in pilots en proeftuinen en neemt de voorzitter van het bestuur deel aan de werkgroep Zorgaanbieders van de Taskforce Jeugd Zeeland. Buitenom hierboven beschreven structurele overlegsituaties worden er daarnaast diverse overleggen voor afstemming met andere partners geïnitieerd.
10 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
Hoofdstuk 3
Organisatie samenwerkingsverband
Op 29 oktober 2013 is het definitieve samenwerkingsverband Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren (PVO Walcheren) opgericht en statutair bij de notaris vastgelegd. 3.1 Juridische inrichting De vorm volgt de inhoud. Het SWV werd 29 oktober 2013 opgericht door het bevoegde gezag van CSW, de Mondia Scholengroep, De Korre en Respont. De bovenschoolse voorzieningen van het samenwerkingsverband PVO Walcheren (Molenwater, OPDC, Rebound) staan in de ondersteuningsstructuur naast de voorzieningen van het VSO. Feitelijk staat qua karakter ook het praktijkonderwijs (PRO) in deze structuur van bijzondere voorzieningen, al is het PRO formeel een school voor voortgezet onderwijs. Het Molenwater wordt onder de naam ‘ISK Walcheren’ als gezegd bestuurlijk onder de verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband gebracht. Het OPDC wordt in een aparte stichting ‘Bovenschoolse Voorzieningen’ financieel-‐juridisch ontvlochten van het samenwerkingsverband. Hierom komen we tot deze structuur: Vier besturen: CSW, De Korre, Mondia Scholengroep en Respont
Sochong Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren Sochong Bovenschoolse voorzieningen
Sochong ISK
Walcheren
Walcheren
De Stichting Samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren vormt de ‘moederstichting’ voor de twee stichtingen daaronder7. Het SWV scheidt bestuur en toezicht in een Raad van Toezicht-‐model. Het bestuur en de Raad van Toezicht van de drie rechtspersonen zijn dezelfde en worden steeds gevormd door de vier bestuurders, respectievelijk leden van de Raden van Toezicht van de genoemde besturen.
7 Zie voor werkgeverschap hoofdstuk 6.
11 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 3.2 Interne structuren Er is een duidelijke overlegstructuur neergezet, waarbij de inhoud en werkbaarheid als leidraad is gehanteerd. Er is gekozen voor de volgende indeling: A. Bestuur: iedere vier weken komen de vier bestuurders bijeen om het kader van Passend Onderwijs binnen PVO Walcheren te bespreken. Hier wordt het kader neergezet dat in het directeurenoverleg moet worden uitgewerkt. De coördinator van het samenwerkingsverband is waar nodig bij dit overleg aanwezig. B. Directeurenoverleg: iedere zes weken komen de locatiedirecteuren bij elkaar. Er is overleg over afstemming van arrangementen, uitbreiding van samenwerking en organisatorische zaken met betrekking tot ondersteuning. Tussendoor komen betrokken directeuren bijeen om lacunes in het ondersteuningsaanbod van het samenwerkingsverband te bespreken en te zoeken naar een passende invulling. Vanuit het samenwerkingsverband schept de coördinator voorwaarden waar nodig. De coördinator van het samenwerkingsverband zit deze vergaderingen inhoudelijk voor. Technisch word deze door één van de directeuren voorgezeten. C. Commissies Passend Onderwijs: iedere zes weken bespreken ondersteuningscoördinatoren de praktische invulling van ondersteuning binnen de scholen. Dit kan zijn op gebied van casuïstiek, maar ook van inhoud. Er kunnen diverse onderwerpen geagendeerd worden, waar ondersteuningscoördinatoren mee te maken (kunnen gaan) krijgen. De coördinator zit de overleggen technisch en inhoudelijk voor. Omdat de groep anders erg groot, maar ook vanwege de uiteenlopende situaties en problemen waar men tegenaan loopt, is gekozen voor twee geledingen: a. ZML, Pro, VMBO b. HAVO/VWO Daarnaast is er overleg over de ondersteuningstoewijzing. Dat staat in hoofdstuk 4 en 5 uitgebreid beschreven. De coördinator is ook voorzitter van het Onderwijsloket. Belangrijk in deze structuur is de centrale en verbindende plaats van de coördinator. Doordat die bij alle overleggen aanwezig is, kan de informatie vlot en accuraat verder worden doorgegeven. Borging van een goede communicatie is daarbij erg belangrijk.
12 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 3.3 Informeren derden In februari 2014 wordt een website van het samenwerkingsverband gelanceerd Hier staat alles beschreven van het samenwerkingsverband Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren. Dit Ondersteuningsplan, de schoolondersteuningsprofielen, de procedures van ondersteuningstoewijzing en de contactgegevens zijn hier terug te vinden. De website heeft als doel diverse mensen te informeren: ouders, verzorgers, leerlingen, medewerkers van de scholen en externe partners. Via de website kunnen medewerkers van het samenwerkingsverband zich ook aanmelden voor diverse scholingstrajecten of conferenties, kunnen leerlingen worden aangemeld voor ondersteuningstoewijzing en zijn de nodige formats te downloaden, zoals een ontwikkelingsperspectief. Op de website staan links naar de betrokken schoolbesturen en de schoollocaties. Bij grote veranderingen en ontwikkelingen worden informatiemomenten georganiseerd. Zo worden in januari 2014 de ouders geïnformeerd over Passend Onderwijs en de gevolgen voor hun kind, de overgang van CvI-‐indicaties naar arrangementen en een Toelaatbaarheidsverklaring. Waar nodig worden derden geïnformeerd op een bij het onderwerp passende wijze.
13 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
Hoofdstuk 4
Ondersteuning
Iedere school moet volgens de wet een schoolondersteuningsprofiel hebben. In dit profiel geeft een school aan welke onderwijsondersteuningsarrangementen aangeboden worden aan leerlingen die extra ondersteuning behoeven. Het profiel wordt voor een periode van ten hoogste vier jaar vastgesteld door het bevoegd gezag. 4.1 Ondersteuningsprofielen Op Walcheren zijn de schoolondersteuningsprofielen in augustus 2013 in concept en als werkdocument met één schooljaar als looptijd vastgesteld. In deze profielen stond de situatie in augustus 2013 omschreven, aangevuld met globaal geformuleerde ambities voor de komende schooljaren. In de loop van het schooljaar 2013-‐2014 zullen de profielen verder aangepast worden naar de afspraken die gemaakt worden in de afstemming van de samenwerking en het invullen van lacunes in de ondersteuningsstructuur op Walcheren en voor zover mogelijk in Zeeland. Uiterlijk op 1 augustus 2014 zullen de profielen voor vier jaar definitief moeten worden vastgesteld door het bevoegd gezag. Daarover zullen de betrokken besturen hun medezeggenschapsraden om advies vragen. 4.2 Beschrijven van ondersteuning In de voorbereiding op die schoolprofielen zijn afspraken gemaakt, met directeuren en zorgcoördinatoren, over basis-‐, breedte-‐ en extra ondersteuning. Ook is afgesproken dat aanbod op onderwijsbehoeften omschreven zouden worden in 5 aspecten, zoals die door de I.V.O.-‐methode (indiceren vanuit onderwijsbehoeften) wordt gebruikt: -‐aandacht/tijd, -‐ lesmateriaal, -‐ ruimte, -‐ expertise, -‐ samenwerking met. In het provinciaal georganiseerde Overlegplatform Passend Onderwijs Zeeland8 is afgesproken dat vanaf 1 november 2013 deze 5 aspecten als volgt benoemd zullen worden: (1) aandacht/tijd, (2) deskundigheid, (3) gebouw, (4) voorzieningen en (5) samenwerking, waarbij er provinciaal ‘dezelfde taal’ wordt gesproken. Deze afstemming is zeer wenselijk, daar de speciaal onderwijsvoorzieningen van REC 39 (Stichting De Korre) en REC 410 (Stichting Respont) provinciaal zijn georganiseerd en zodoende in de acht Zeeuwse samenwerkingsverbanden (zie hoofdstuk 2) werkzaam zijn. 8
Overlegplatform Passend Onderwijs Zeeland: klankbordgroep met vertegenwoordiging uit alle Zeeuwse samenwerkingsverbanden en Cluster 2, waar bezien wordt wat regionaal en provinciaal op elkaar kan en moet worden afgestemd; zie hoofdstuk 3. 9 Instellingen voor REC 3/ Cluster 3 voorzien in ondersteuning of speciaal onderwijs voor leerlingen die zeer moeilijk leren (ZML onderwijs), kinderen met een ernstige of diepe stoornis in de intellectuele ontwikkeling (MG-‐ZML onderwijs), lichamelijk gehandicapte kinderen (LG onderwijs), meervoudig lichamelijk gehandicapte kinderen (MG-‐LG onderwijs) en langdurig zieke kinderen (LZK onderwijs). 10 Instellingen voor REC 4/ Cluster 4 voorzien in ondersteuning of speciaal onderwijs voor leerlingen met ernstige gedragsproblemen, ontwikkelingsproblemen en/of psychiatrische problemen.
14 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 4.3 Niveaus in ondersteuning Basisondersteuning is wat alle leerlingen binnen de reguliere VO-‐scholen in de basis aan onderwijs en ondersteuning in de klas kunnen ontvangen. Het niveau van onderwijs voldoet aan wat de Onderwijsinspectie in een basisarrangement noodzakelijk acht. De opbrengsten zijn tenminste voldoende. Het onderwijsleerproces of de ondersteuning en begeleiding voldoen aan de kernindicatoren. Breedteondersteuning is wat binnen de reguliere VO-‐scholen wordt geboden en georganiseerd: preventieve en licht curatieve interventies binnen de ondersteuningsstructuur van de VO-‐school, eventueel samen met ketenpartners. Hieronder valt bijvoorbeeld de ambulante begeleiding van REC 3 en REC4, zoals die nu nog wordt genoemd. Hierbinnen vallen ook de zorg en hulpverlening, die vanuit het ZAT binnen de school wordt aangeboden en de ambulante begeleiding uit Cluster 1 en 211. Het aanbod vanuit de Internationale Schakelklas Walcheren (ISKW) is ook vorm van breedteondersteuning. De schoollocaties zijn zelf verantwoordelijk voor de inrichting van deze breedteondersteuning. De ambitie van het samenwerkingsverband is deze breedteondersteuning zo breed mogelijk te organiseren om zo passend en flexibel mogelijk ondersteuning aan te kunnen bieden aan die leerlingen die dat nodig hebben. In schooljaar 2013-‐2014 zal bezien worden in hoeverre de ondersteuning van de bovenschoolse voorzieningen OPDC en Rebound in deze breedteondersteuning vorm kan krijgen. Hierbinnen kunnen ook onderwijs-‐zorg-‐arrangementen worden georganiseerd, daar waar de reguliere VO-‐school samenwerkt met zorginstanties. De reguliere VO-‐scholen hebben in hun interne zorgstructuur een SMT (Sociaal Medisch Team; GGD-‐ arts, schoolmaatschappelijk werkende vanuit algemeen maatschappelijk werk, ondersteuningsmedewerkers van de school) en/of een ZAT (Zorgadviesteam) georganiseerd waarbij de school geregeld overleg heeft met zorg-‐ketenpartners waarmee onderwijs-‐zorgarrangementen kunnen worden afgesproken. In alle scholen is er samenwerking met GGD, Porthos, Mee Zeeland, Bureau Jeugdzorg, Emergis GGZ, Indigo (preventieve GGZ), algemeen maatschappelijk werk), leerplicht en de politie, die deels onder meer samenwerken binnen Porthos12. De wet noemt de basisondersteuning samen met de breedteondersteuning de “basisondersteuning”. Binnen het samenwerkingsverband hebben we bewust een splitsing afgesproken hierin, omdat juist in die breedteondersteuning samengewerkt kan worden met andere VO-‐locaties. Extra ondersteuning betreft alle vormen van ondersteuning die de basis-‐ en breedteondersteuning van de reguliere VO-‐scholen overstijgt. Binnen de extra ondersteuning hebben we het over het aanbod van Stichting Bovenschoolse Voorzieningen Walcheren (voorheen OPDC en Rebound), maar ook het aanbod van de Speciaal Onderwijsvoorzieningen binnen het samenwerkingsverband. Er kunnen ook onderwijs-‐zorg-‐arrangementen in de breedte-‐ en/of extra ondersteuning worden georganiseerd, daar waar samengewerkt wordt met zorginstanties. Of daar waar het samenwerkingsverband afspraken heeft met zorginstellingen en gemeenten over dergelijke arrangementen. Hoe dit exact georganiseerd zal gaan worden hangt vooral samen met de wijze waarop de gemeenten de transitie van de jeugdzorg gaan organiseren. 11
Cluster 1 en 2 vallen buiten het samenwerkingsverband, maar maken deel uit van de ondersteuning aan onze leerlingen: breedteondersteuning op de school in de vorm van ambulante begeleiding en VSO-‐plaatsingen. Aanbod staat beschreven in bijlage 3 en 4. 12 Porthos is het gezamenlijke Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en WMO-‐loket (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) van de Walcherse gemeenten.
15 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Omdat we intensief contact hebben met deze gemeenten (Middelburg, Vlissingen en Veere) en op inhoud vroegtijdig afstemmen, zal dit onderdeel vooral in schooljaar 2014-‐2015 definitieve vormen aannemen. De transitie van de jeugdzorg moet op 1 januari 2015 gerealiseerd zijn. Vooruitlopend hierop zijn diverse pilots gestart om te bezien welke afspraken belangrijk zijn, wat werkbaar is en welke werkwijze past binnen de provincie en/of op Walcheren. Voortgezet onderwijslocaties op Walcheren doen mee aan enkele van deze pilots. Als samenwerkingsverband spelen we ook een rol in deze pilots. Door middel van die pilots zoeken we naar mogelijkheden voor aansluiting en afstemming met de gemeenten, met name ten aanzien van de transitie van de jeugdzorg. 4.4 Organisatie van breedteondersteuning Alle vormen van breedteondersteuning worden in onderlinge afstemming tussen de reguliere VO-‐ scholen georganiseerd13. De leerling staat daarbij centraal. Gekeken wordt wat deze leerling aan onderwijsbehoeften14 heeft. Ook wordt bezien wat een leerkracht daarvoor zelf kan aanbieden of waarin hij of zij ondersteuningsbehoeften15 heeft. We proberen de benodigde ondersteuning zo dicht mogelijk bij de leerling te organiseren. Zo mogelijk worden ondersteuners naar de leerling gebracht om de ondersteuning te bieden. De eigen school blijft te allen tijde betrokken en verantwoordelijk voor de leerling en zijn ontwikkeling. Vanuit het directeurenoverleg (hoofdstuk 3) zal in het schooljaar 2013-‐2014 verder onderzocht worden hoe vorm en inhoud aan deze verantwoordelijkheid gegeven kan worden en hoe dat er praktisch uit ziet. Ook wanneer een leerling geheel of gedeeltelijk is verwezen naar een andere school of voorziening. In de praktijk zal de mentor van de leerling steeds de voortgang van de ondersteuning evalueren, zo nodig bijstellen of naar andere experts binnen de breedteondersteuning doorverwijzen. Doel is altijd de leerling zo spoedig mogelijk weer terug op de eigen school te plaatsen met zo weinig mogelijk ondersteuning. Er moeten daarom voorafgaand aan de ondersteuning afspraken worden gemaakt over de termijn van ondersteuning en de wijze van terugplaatsing. Dit zijn afspraken op maat en afhankelijk van de individuele situatie van een leerling. Wanneer de ondersteuning vanuit bovenschoolse voorzieningen of speciaal onderwijsvoorzieningen worden ingezet of een leerling (gedeeltelijk) in één van deze voorzieningen wordt geplaatst, zal daarover eerst advies moeten worden ingewonnen bij het Onderwijsloket. Voor (gedeeltelijke) plaatsing binnen het VSO is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Indien arrangementen via het Onderwijsloket worden toegewezen zullen daarin termijnen, doelen en terugplaatsingafspraken staan beschreven. Procedures rondom de ondersteuningstoewijzing staan in hoofdstuk 5 verder uitgewerkt. 13
Dit is een ambitie. Hierover verwachten we op 1 augustus 2014 afspraken te hebben gemaakt. Onderwijsbehoeften is wat een leerling aan ondersteuning nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelingen zoals naar zijn mogelijkheden mag worden verwacht. Deze onderwijsbehoeften worden in 5 aspecten onderverdeeld. 15 Ondersteuningsbehoeften zijn die vormen van ondersteuning die een leerkracht, docent of school nodig heeft om te kunnen voorzien in de onderwijsbehoeften van een leerling. Ook de ondersteuningsbehoeften worden in 5 aspecten opgedeeld. 14
16 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 4.5
Handelingsgericht werken
Het is belangrijk dat we binnen het samenwerkingsverband op dezelfde manier naar een leerling kijken. Het gaat om de leerling, die staat centraal. Dat is niet alleen de visie van het samenwerkingsverband, maar ook de boodschap vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in de Wet op Passend Onderwijs. Handelingsgericht werken biedt hiervoor een werk-‐ en denkmodel. Het biedt tevens handvatten voor het inrichten van passend onderwijs en ondersteuning rondom een leerling. Binnen de speciale en bovenschoolse voorzieningen is reeds jaren geleden gestart met de implementatie van Handelingsgericht Werken en Handelingsgerichte Diagnostiek. Binnen de reguliere VO-‐scholen is op verzoek van het samenwerkingsverband door experts uit speciale voorzieningen (Qwestor16 en Ambulante Begeleiding De Korre) een scholingstraject opgezet voor de start van de implementatie Handelingsgericht werken. Hierbij worden zoveel mogelijk ondersteuningsmedewerkers van de reguliere VO-‐scholen geschoold in Handelingsgericht Werken volgens de methode Pameijer. In dit scholingstraject wordt per schoollocatie een plan van aanpak geschreven voor de implementatie van Handelingsgericht Werken. Dit locatieplan verschilt per schoollocatie en is gericht op de mensen, functies, taken en praktische omstandigheden van die locatie zelf. Naar aanleiding van dit specifieke traject per schoollocatie zal in het voorjaar van 2014 ook gestart worden met de implementatie binnen de locatie. Vanuit het samenwerkingsverband zullen deskundigen gekoppeld worden aan locaties voor verdere begeleiding van het implementatietraject en inhoudelijke ondersteuning bieden bij het werken volgens de methode Handelingsgericht werken. Ook HGW-‐geschoolde docenten die binnen de locaties werkzaam zijn worden ingezet als deskundige. Het volledige implementatietraject voor handelingsgericht werken neemt naar verwachting vijf tot zeven jaar in beslag. 4.6 Handelingsgerichte Diagnostiek De mensen van het Onderwijsloket doorlopen een scholingstraject Handelingsgericht Diagnosticeren (Pameijer) in het schooljaar 2013-‐2014. Dat wordt het model op basis waarvan geadviseerd wordt in arrangementen. 4.7 Dekkend geheel aan ondersteuning In augustus en september 2013 zijn de schoolondersteuningsprofielen naast elkaar gelegd en geanalyseerd. We moesten concluderen dat deze profielen alléén binnen het samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren niet zorgen voor een dekkend geheel aan ondersteuning. Er waren nog veel lacunes (witte vlekken17) in te vullen. De witte vlekken in de ondersteuningsdekking op Walcheren zijn in kaart gebracht. Via de Commissies Passend Onderwijs en het Directeurenoverleg (zie communicatiestructuren hoofdstuk 3) is in november 2013 een stappenplan opgesteld om deze lacunes op te vullen. 16
Qwestor is de ambulante begeleidingsvoorziening van Stichting Respont en voorziet leerlingen met een cluster-‐4 indicatie en hun scholen/docenten ambulante begeleiding. 17 Witte vlekken of lacunes in de ondersteuningsstructuur zijn gebieden waarop nog geen ondersteuning is georganiseerd voor de leerlingen binnen het samenwerkingsverband. Deze witte vlekken dienen voor 01-‐08-‐2014 te zijn opgevuld of er moet een plan zijn waaruit blijkt dat die witte vlekken op korte termijn zullen worden ingevuld.
17 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Daarnaast is in kaart gebracht wat nodig was om de lacunes in de ondersteuning buiten de eigen regio te organiseren. De witte vlekken en het plan van aanpak staan beschreven in bijlage 1 “witte vlekken”. Hoewel de Clusters 118 en 219 niet binnen het samenwerkingsverband vallen is een dekkend aanbod in ondersteuning niet mogelijk zonder afspraken met deze beide clusters. Hiervoor zitten mensen vanuit Cluster 2, Auris College in Goes voor onze regio, aan tafel waar nodig. Cluster 2 wil graag aansluiten op ons ondersteuningsaanbod en afspraken maken over middelenoverdracht en inzet van ondersteuning en expertise, zoals dat ook voor cluster 3 en 4 gedaan wordt. Hierover zijn eind 2013 definitieve afspraken gemaakt. Deze zijn te vinden in bijlage 4. Vanuit Cluster 1 is in oktober 2013 door de samenwerkingsverbanden een brief ontvangen. Hierin omschrijven Bartiméus en de Koninklijke Visio een gezamenlijk aanbod van afspraken die ze voor de samenwerkingsverbanden hebben geformuleerd. De procedure staat beschreven in bijlage 3. 4.8 2014-‐2015 Op 01-‐08-‐2014 zijn de meeste witte vlekken in de ondersteuningsstructuur ingevuld of ligt er een plan waaruit blijkt dat deze witte vlekken op korte termijn zullen worden ingevuld. De schoolondersteuningsprofielen zijn aangepast aan de gemaakte afspraken met betrekking tot afstemming en verschuiving van ondersteuning. Deze definitieve schoolondersteuningsprofielen zijn goedgekeurd door de medezeggenschapsraden en vervolgens vastgesteld door het bevoegd gezag. De school kan vanaf nu worden aangesproken op wat men zegt te kunnen doen, zoals staat beschreven in de arrangementen en aanbod in ondersteuning. Op basis van de omschreven en vastgestelde ondersteuning zullen ondersteuningsarrangementen worden toegewezen vanuit het Onderwijsloket. De schoolondersteuningsprofielen zijn als bijlage 5 toegevoegd aan dit document. In schooljaar 2013-‐2014 wordt via het directeurenoverleg (zie hoofdstuk 3) onderzocht in hoeverre er een gedeeltelijke verschuiving van ondersteuning vanuit de bovenschoolse voorzieningen kan plaatsvinden naar de breedteondersteuning in de reguliere VO-‐scholen. Decentralisatie en integratie/opsplitsing van Rebound en op termijn het OPDC zijn nader te onderzoeken (en daarmee voorlopige) beleidsvoornemens. Hierbij hoort ook onderzoek naar een personele verschuiving, waarover in hoofdstuk 6 meer staat beschreven. De verschuivingen die mogelijk blijken uit onderzoek zullen gerealiseerd worden wanneer wenselijk en mogelijk. Hoe dit er concreet uit ziet zal pas in voorjaar 2014 bekend zijn. In die periode zal ook het definitieve plan voor 2015-‐2018 geschreven worden. De onderwijsbehoeften van een leerling, die niet binnen het reguliere VO ingevuld kunnen worden, worden op een SMART wijze geformuleerd in een Ontwikkelingsperspectief. Dit format wordt binnen de regio gebruikt in het reguliere Voortgezet Onderwijs en de bovenschoolse voorzieningen en de voorzieningen en scholen van Stichting Respont. 18
Instellingen voor REC 1/ Cluster 1 voorzien in ondersteuning of speciaal onderwijs voor leerlingen met visuele beperkingen. Dit is een landelijk werkende organisatie en wordt vertegenwoordigd door Bartiméus en de Koninklijke Visio. 19 Instellingen voor REC 2/ Cluster 2 voorzien in ondersteuning of speciaal onderwijs voor leerlingen met auditieve en/of communicatieve beperking. Binnen de provincie Zeeland hebben we hierover contact met de Koninklijke Aurisgroep.
18 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 4.9
2015-‐2018
Ambities zijn dat alle scholen Handelingsgericht Werken hebben geïmplementeerd. De ondersteuningstoewijzing verloopt middels Handelingsgerichte diagnostiek. En er is een dekkend geheel aan ondersteuning binnen voortgezet onderwijs op Walcheren. Op de scholen begint men te denken vanuit het nieuwe handelingsgerichte kader; vanuit de onderwijsbehoeften van een leerling en de daaruit voortvloeiende ondersteuningsbehoeften van een docent of school. Op de scholen is steeds meer een eenduidige omschrijving van onderwijsbehoeften in het Ontwikkelingsperspectief. De voorzieningen en scholen van Stichting De Korre passen waar mogelijk hun beschrijvingswijze en format aan naar een eenduidig format dat provinciaal wordt gebruikt. Ondersteuning is zeer breed georganiseerd in de breedtevoorzieningen van de reguliere VO-‐scholen, waarbij er ook nog bovenschoolse voorzieningen bestaan en scholen voor speciaal onderwijs, omdat er altijd een doelgroep blijft die aangewezen is op aanpassingen die verder strekken dan mogelijk binnen het reguliere voortgezet onderwijs.
19 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
Hoofdstuk 5
Procedure Ondersteuningstoewijzing
Binnen het samenwerkingsverband Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren is in de voorbereiding veel aandacht besteed aan aanpassingen van het Onderwijsloket (voorheen PCL: Permanente Commissie Leerlingenzorg). Waar deze commissie in de vroegere taakstelling qua opbrengsten goed werk verricht heeft, is nu goed gekeken naar een meer efficiënte werkwijze. Hierbij speelden een aantal elementen een rol, waaronder de tijdsinvestering voor de betrokken zorgcoördinatoren/ondersteuningscoördinatoren. Rekening houdend met de aanvullende taakstelling betreffende het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) is ook aanvullende expertise vanuit de clusters 3 en 4 besproken. Nu worden er sporadisch leerlingen met een MAVO niveau en hoger besproken. Dat zullen er meer worden. De verwachting is tenslotte, dat er meer leerlingen met een niveau ZML (Zeer Moeilijk Lerend), Pro (Praktijkonderwijs) en VMBO besproken zullen worden. 5.1 Inleiding Om goed voorbereid te zijn op de nieuwe werkwijze en de aanvullende taakstelling voor het Onderwijsloket is gestart met het werken zoals hieronder beschreven. Zodoende worden de aanmeldingen voor schooljaar 2014-‐2015 reeds in de vorm van ondersteuningsarrangementen bezien en geadviseerd. Op de (nieuwe) website van het samenwerkingsverband (www.PVOW.nl , die in februari 2014 gelanceerd is, is ook een deel beschikbaar voor het Onderwijsloket. Om de nieuwe werkwijze en bemensing te benadrukken, hebben we ervoor gekozen de naam PCL te wijzigen in Onderwijsloket. Een loket is ‘een centraal orgaan waar vraag en aanbod bijeen komen, van waaruit de weg gewezen wordt naar een passend aanbod.’ De naam Onderwijs-‐ of Ondersteuningsloket is landelijk een meer gebruikte benaming voor de ‘commissie van ondersteuningstoewijzing.’ 5.2 Aanmelding VO Alle leerlingen die vanuit een primaire onderwijsvoorziening naar een voortgezette onderwijsvoorziening binnen het samenwerkingsverband VO Walcheren gaan, dienen te worden aangemeld bij een VO-‐school of VSO-‐school. Deze school heeft Zorgplicht (paragraaf 5.3) voor de leerling. Deze school blijft verantwoordelijk voor de ontwikkelingen van de leerling. Wanneer bij aanmelding duidelijk is dat de leerling vanwege niveau, mate van ondersteuning en specifieke onderwijsbehoeften een passender onderwijsaanbod heeft binnen een andere school, zal via het Onderwijsloket een advies gevraagd worden. Een leerling kan pas bij een VSO-‐school worden ingeschreven wanneer er een Toelaatbaarheidsverklaring is afgegeven. 5.3 Zorgplicht 5.3.1 Arrangementen Zodra een leerling staat ingeschreven en er blijkt dat hij ondersteuning nodig heeft, dient de school waar de leerling is ingeschreven te zorgen voor een passend arrangement. Hier start de Zorgplicht. Het Samenwerkingsverband heeft de opdracht een dekkend geheel aan ondersteuning te organiseren voor alle leerlingen.
20 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Indien de ondersteuning in schooljaar 2013-‐2014 nog niet (structureel) is georganiseerd zal een ‘op-‐ maat-‐arrangement’ georganiseerd worden in samenspraak met de stamschool20 en de ondersteuning biedende voorzieningen. Het inrichten van de basis-‐ en breedteondersteuning voor een leerling (zie hoofdstuk 4) wordt geregeld door de reguliere VO-‐school zelf. Indien de schoollocatie zelf niet kan voorzien in de ondersteuning die gewenst is, zal eerst gekeken worden of een andere reguliere VO-‐locatie binnen het samenwerkingsverband wel passende ondersteuning kan bieden. Er worden dan onderling afspraken gemaakt over de duur van het arrangement, de omvang (welke vakken bijvoorbeeld), de evaluatiemomenten en de wijze van terugplaatsing naar de stamschool. De scholen maken hiervoor samen een ‘overeenkomst’ op en sturen hiervan een kopie naar het Onderwijsloket. Hierin staan ook afspraken over de overdracht van middelen vanuit de school waar de leerling staat ingeschreven. Zodoende is er een centrale plaats waar alle leerling-‐verschuivingen en arrangementen worden vastgelegd en blijft er zicht op de ruimte die een school nog heeft. De stamschool blijft verantwoordelijk voor het onderwijs-‐ en ondersteuningsaanbod. Doordat de stamschool verantwoordelijk blijft, zal een terugplaatsing eenvoudiger worden voor een leerling. Leerlingenvervoer zou in onze optiek deel moeten uitmaken van het arrangement dat de leerling wordt geboden. Dit is, gelet op de huidige verordening van de Walcherse gemeenten aangaande leerlingenvervoer, een punt van uitwerking en nader overleg. 5.3.2 Ontwikkelingsperspectief Wanneer de ondersteuningsvraag de mogelijkheden van de reguliere VO-‐scholen overstijgt, wordt de leerling aangemeld bij het Onderwijsloket. De leerling is dan reeds besproken binnen de interne zorgstructuur en is er in het ZAT (gedeeltelijke) handelingsverlegenheid vastgesteld. De stamschool vult een Ontwikkelingsperspectief21 in en legt de casus ter advies voor aan het Onderwijsloket. In het Ontwikkelingsperspectief staan de onderwijsbehoeften van de leerling en/of de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht of school in de 5 afgesproken aspecten uitgeschreven vanuit een handelingsgerichte kijk op de leerling en diens situatie. Het format is op basis van de wettelijke eisen samengesteld en bevat daarnaast aanvullende informatie die van belang is voor het toewijzen van passende ondersteuning. Het format “Ontwikkelingsperspectief” is als bijlage 2 toegevoegd aan dit ondersteuningsplan. 5.3.3 Onderwijsloket en toelaatbaarheidsverklaring Voor de toelating tot de bovenschoolse voorzieningen en het voortgezet speciaal onderwijs is een advies van het Onderwijsloket noodzakelijk. Voor de (gedeeltelijke) toelating tot een voorziening voor voortgezet speciaal onderwijs moet het Onderwijsloket een formele Toelaatbaarheidsverklaring afgeven. Voor de toewijzing van een arrangement in een bovenschoolse voorzieningen of in een voortgezet speciaal onderwijsvoorziening baseert het Onderwijsloket zijn advies op de onderwijsbehoeften van de leerling in combinatie met de in de schoolondersteuningsprofielen omschreven arrangementen en ondersteuningsmogelijkheden. 20
Stamschool is de school waar een leerling staat ingeschreven. Ontwikkelingsperspectief is een document dat binnen het samenwerkingsverband is vastgesteld en waarvan het format is afgestemd met de samenwerkingsverbanden in de provincie. Binnen VO Walcheren wordt het document ook gebruikt voor de aanmelding bij het Onderwijsloket/het Onderwijsloket om de bureaucratie te beperken.
21
21 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Om die reden zijn indicatiecriteria voor speciale voorzieningen (VSO) niet meer nodig en in strijd met visie om ondersteuning te organiseren naar de onderwijsbehoeften van de leerling. Het Onderwijsloket geeft louter adviezen. Hoewel deze uiterst serieus worden genomen kan een schooldirectie hier, zij het goed beargumenteerd, van afwijken. De betreffende directie verplicht zich daarbij die argumentatie naar het Onderwijsloket terug te koppelen. Een Toelaatbaarheidsverklaring is niettemin landelijk geldig. Wanneer het Onderwijsloket een TLV heeft afgegeven is een leerling ook in een andere regio toelaatbaar voor het VSO. De communicatie over het advies van het Onderwijsloket en van het afgegeven arrangement is uitsluitend aan de stamschool. Het Onderwijsloket communiceert niet eigenstandig haar adviezen naar de ouders. 5.4 Toelating voortgezet speciaal onderwijs (VSO) In de periode van 1 januari 2014 tot 1 augustus 2014 hebben we te maken met een overgangsperiode. In die periode zal het Onderwijsloket adviseren omtrent onderwijsondersteuningsarrangementen voor het schooljaar 2014-‐2015, ook wanneer het een plaatsing op een VSO (Voortgezet Speciaal Onderwijs) betreft. Wanneer de plaatsing nog vóór 1 augustus 2014 gerealiseerd moet worden zal (ook) via de CvI (Centrum voor Indicatiestelling een indicatie voor REC 3 of REC 4 moeten worden aangevraagd. Het is echter niet meer nuttig om na 1 april 2014 nog een aanvraag daarvoor in te dienen. De afhandeling van de indicatieaanvraag zal dan immers niet meer vóór 1 augustus 2014 gehaald kunnen worden. Vanaf 1 april 2014 zal het Onderwijsloket de plaatsingen voor het VSO, vanaf 1 augustus 2014, behandelen. Het Onderwijsloket zal ondersteuningsarrangementen adviseren die in gaan op 1 augustus 2014. Zo zal het Onderwijsloket ook reeds Toelaatbaarheidsverklaringen (TLV’s) afgeven, maar ook deze zijn officieel pas geldig vanaf 1 augustus 2014. Hierdoor hebben de nieuwe leerlingen vanaf 1 augustus 2014 reeds arrangementen op basis van onderwijsbehoeften. 5.5 Onderwijsloket 5.5.1 Een adviesorgaan Er is een nieuwe naam voor een bestaande voorziening: het Onderwijsloket (voorheen PCL, Permanente Commissie Leerlingenzorg). De nieuwe naam benadrukt de start van een nieuwe werkwijze, een nieuwe samenstelling en een aanvullende taakstelling. Het Onderwijsloket is op 1 januari 2014 gestart. Het Onderwijsloket adviseert over arrangementen voor extra ondersteuning, schaalt daarin op wanneer nodig, terug waar en zodra mogelijk. De insteek is ten aller tijden zo licht mogelijk, zo dichtbij mogelijk, maar wel kwalitatief goed : 1) Bij handelingsverlegenheid van een reguliere VO-‐school kan het Onderwijsloket adviseren (een deel van de week) ondersteuning te arrangeren op een andere VO-‐school. 2) Bij handelingsverlegenheid van een reguliere VO-‐school kan het Onderwijsloket adviseren (een deel van de week) ondersteuning te arrangeren in de bovenschoolse voorziening (het OPDC) (maximaal twee jaar, wat bij uitzondering verlengd mag worden). Bij handelingsverlegenheid van een reguliere VO-‐school en/of de bovenschoolse voorziening (het OPDC) kan het Onderwijsloket adviseren (een deel van de week) ondersteuning te arrangeren op een school voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO). Voor de toelating binnen het VSO geeft het Onderwijsloket tevens een Toelaatbaarheidsverklaring af. 3) Indien een leerling, voordat een indicatie, Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) of arrangement is afgelopen, terug kan keren in de richting VSO > OPDC > regulier VO, zal dit worden teruggekoppeld aan het Onderwijsloket. 22 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 5.5.2 Opschalen en terugschalen Het Onderwijsloket kan, op grond van de schoolondersteuningsprofielen, ook adviseren niet ‘op te schalen,’ maar een leerling op te vangen binnen een (andere) reguliere VO-‐locatie. Het is dus niet zo dat, wanneer er een adviesvraag bij het Onderwijsloket komt, deze in alle gevallen ook inderdaad adviseert om ‘op te schalen’ naar een bovenschoolse voorziening. De stamschool blijft verantwoordelijk en betrokken bij het arrangement, ook wanneer een leerling met een TLV gedeeltelijk geplaatst is binnen het VSO. Middels evaluatiemomenten wordt bezien in hoeverre de ondersteuning het gewenste effect heeft. Ook wordt toegewerkt naar terugkeer naar de stamschool, tenzij de onderwijsbehoeften van de leerling anders zijn. Indien de leerling fulltime is aangewezen op het voortgezet speciaal onderwijs zal een TLV worden afgegeven en zal de leerling worden ingeschreven op de betreffende VSO-‐locatie. Deze school krijgt dan ook de Zorgplicht. In de eerste jaren (tot uiterlijk 1 augustus 2016) zal het veelvuldig voorkomen dat een leerling, nu nog met een CvI-‐indicatie (REC 3 of REC4), voltijds geplaatst is binnen een VSO. Zodra de CvI-‐indicatie afloopt moet de leerling beschikken over een TLV of dient een ander passend arrangement te worden georganiseerd. Een leerling zal dan door de VSO-‐locatie tijdig worden ingebracht voor advies bij het Onderwijsloket met een Ontwikkelingsperspectief. 5.5.3 OPDC Ook nu zijn er binnen het OPDC leerlingen geplaatst. Deze leerlingen hebben een stamschool en beschikken veelal over een LWOO-‐beschikking. Aan deze plaatsingen zijn nu geen maximale termijnen verbonden. Door de stamschool en het OPDC zal gezamenlijk bezien moeten worden of, op welk moment en in welke mate een leerling terug kan stromen naar de stamschool of desgewenst naar een andere VO-‐locatie. Terugstroom kan in bilateraal overleg met de stamschool geregeld worden, tenzij er een vorm van handelingsverlegenheid is of blijft bestaan, waarvoor extra ondersteuning moet worden gearrangeerd. Dan wordt een leerling ingebracht bij het Onderwijsloket voor advies (d.m.v. Ontwikkelingsperspectief). De leerlingen die vanaf 1 januari 2014 geplaatst worden op het OPDC hebben daarvoor een arrangement, waaraan een termijn van maximaal twee jaar is verbonden. De termijn met doelen en ondersteuningsvragen staan vermeld in het geadviseerde arrangement. 5.5.4 ISK Walcheren Het ISK (Internationale Schakelklas Walcheren) is een voorziening die gerealiseerd wordt door de CSW en de Mondia Scholengroep, onder verantwoordelijkheid van PVO Walcheren. Het is een vorm van breedteondersteuning die door de VO-‐scholen zelf wordt georganiseerd en gearrangeerd. Het ISK biedt onderwijs aan anderstalige leerlingen die, doordat ze de Nederlandse taal nog onvoldoende beheersen, nog niet mee kunnen met het reguliere onderwijsprogramma. Door een periode van één of twee jaar extra te ondersteunen op de Nederlandse taal kunnen deze leerlingen vaak op hun eigen niveau verder binnen het reguliere onderwijs met een zeer beperkte achterstand. Naast de Nederlandse taal komt ook de Nederlandse cultuur en een basispakket aan onderwijsvakken aan de orde. 23 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 5.5.5 LWOO en PRO In de periode tot 1 augustus 2015 zal het Onderwijsloket ook aanvragen voor een LWOO-‐ of Pro22 beschikking blijven behandelen. De indicatie wordt via het Onderwijsloket aangevraagd bij het RVC. Indien een leerling een LWOO-‐beschikking ontvangt heeft deze leerling recht op breedte-‐ ondersteuning of extra ondersteuning binnen een bovenschoolse voorziening. Wanneer een leerling een Pro-‐beschikking ontvangt is deze leerling toelaatbaar voor het Praktijkonderwijs. Aan beide indicaties is een budget gekoppeld om de ondersteuning of het praktijkonderwijs te bekostigen. De landelijke criteria blijven hiervoor geldig. Binnen het Onderwijsloket zal hierin ook geen wijziging plaatsvinden, gezien de termijn die nog rest. Voor aanvraag van een LWOO-‐ of Pro-‐beschikking moet dan ook nog het RVC-‐formulier worden ingevuld door de stamschool. In de tussentijd zal het ministerie van OCW besluiten nemen m.b.t. verevening en criteria voor LWOO en Pro na 1 augustus 2015. Leerlingen die in groep 8 van de basisschool zitten en mogelijk in aanmerking komen voor een LWOO-‐ of Pro-‐beschikking zullen tijdig moeten worden aangemeld bij de reguliere VO-‐school, de stamschool, zodat een beschikking tijdig kan worden aangevraagd. Hierover zijn met de basisscholen afspraken gemaakt. Binnen het Onderwijsloket worden drempelonderzoeken en intelligentietesten afgenomen om te bezien of een leerling voldoet aan de RVC-‐criteria voor een LWOO-‐ of Pro-‐beschikking. Afhankelijk van wat het ministerie van OCW besluit over de criteria voor LWOO-‐ en Pro-‐beschikkingen na 1 augustus 2015 zal bezien worden in hoeverre dergelijke onderzoeken nog zullen moeten worden uitgevoerd. De onderzoeksgegevens worden, voor LWOO-‐ en Pro-‐leerlingen, door een reguliere VO-‐ school geaccepteerd als tweede advies (naast het advies van de basisschool zelf) met betrekking tot het niveau voor het voortgezet onderwijs. De meeste basisscholen beschikken over een CITO-‐LVS (leerlingvolgsysteem), dat ook door de VO-‐scholen als een tweede advies wordt geaccepteerd. Afhankelijk van wat het ministerie van OCW besluit ten aanzien van de criteria LWOO na 1 augustus 2014, kan bezien worden voor welke ondersteuning een drempelonderzoek gewenst is. 22 LWOO is een afkorting voor Leerweg Ondersteunend Onderwijs. Een leerling komt in aanmerking voor een LWOO-‐ beschikking wanneer het IQ tussen de 75 en 90 is, de citoscore lager is dan 524 met een DLE (Didactisch Leeftijd Equivalent) 30-‐45 en LA (Leerachterstand) 25%-‐50% op twee didactische gebieden. Wanneer IQ > 90 maar wel aan de andere criteria voldaan wordt, kan er toch aanspraak gemaakt worden op LWOO als er aantoonbaar sociaal-‐emotionele problematiek speelt. Pro is een afkorting voor Praktijkonderwijs. Voor een Pro-‐indicatie komt een leerling in aanmerking bij een IQ tussen de 55 en 80, een DLE<30 en LA>50%.
24 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 5.5.6 Bemensing van het Onderwijsloket Er zijn formeel twee vaste leden; -‐ voorzitter (tevens coördinator van het samenwerkingsverband) -‐ psycholoog Onderwijsloket (2 leden)
Adviseurs ad hoc (OPDC, VSO)
(Standaard) vertegenwoordiger Porthos/lpa
Adviseurs/ aanvrager VMBO-‐PRO
Adviseurs/ aanvrager HAVO-‐VWO
Wanneer een TLV moet worden afgegeven zal een onafhankelijke orthopedagoog23 betrokken worden vanuit het samenwerkingsverband. Dit zijn de leden die een ‘formeel stemrecht’ hebben. Het Onderwijsloket kan ook een gedifferentieerd advies uitbrengen. Het blijft immers een advies. Binnen het Onderwijsloket ondersteunen een administratief medewerker en een psychologisch assistent vanuit het samenwerkingsverband. 5.5.7 Werkwijze De leden van Onderwijsloket (de twee vaste leden) beoordelen de kwaliteit (w.o. het compleet zijn) van de (SMART24-‐geformuleerde) adviesvraag (ondersteuningsvraag in het Ontwikkelingsperspectief), geven advies over arrangement en plaatsing en geven mogelijk een toelaatbaarheidsverklaring VSO af. Ten behoeve van het adviseren vergaderen de twee vaste leden tweewekelijks met de ondersteuningscoördinator van de ondersteuningsvragende VO-‐school (dit kan ook de ondersteuningscoördinator van Pro Bolwerk zijn, omdat dit formeel ook een reguliere VO-‐school is). Er is een HAVO/VWO-‐geleding en een ZML, Pro en VMBO-‐geleding. Alleen wanneer er leerlingen zijn aangemeld gaan de vergaderingen door. Om zo flexibel mogelijk te arrangeren zal, wanneer nodig, direct een TLV afgegeven worden. In die gevallen zal, zoals eerder aangegeven, een orthopedagoog betrokken worden bij het advies. Om op tijd goed te weten wat er gedaan moet worden is het Onderwijsloket sinds 1 januari 2014 gaan oefenen, door schaduwtoewijzing te doen op dossiers die via CvI (REC 3 en 4) lopen voor (her-‐) indicaties. Hierbij wordt de wet op de Privacy in acht genomen: de schaduwtoewijzing kan alleen wanneer ouders hiervoor ook toestemming geven. 23
Bij de afgifte van een TLV dient (AMvB febr 2013) een orthopedagoog en tweede ter zake deskundige betrokken te worden, bijvoorbeeld een (kinder-‐)arts, kinder-‐ of jeugdpsycholoog, pedagoog, maatschappelijk werker. 24 SMART: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden.
25 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Bij de vergaderingen zullen de, voor de aangemelde leerling, optionele ondersteuningsverzorgende locaties/voorzieningen worden uitgenodigd. Dit zijn vertegenwoordigers van de bovenschoolse voorzieningen OPDC, Rebound en ISK en/of een vertegenwoordiger van de betreffende VSO-‐school en een “locatieonafhankelijke expert” vanuit het huidige REC 3 en/of REC4. Deze mensen worden ad hoc uitgenodigd, wanneer een leerling mogelijk in aanmerking komt voor een arrangement/ondersteuningsaanbod op die betreffende schoollocatie. Omdat het voor sommige leerlingen belangrijk is dat naast ondersteuning op school ook (jeugd-‐)zorg wordt georganiseerd willen we in het Onderwijsloket ook ondersteuningszorgarrangementen kunnen adviseren. Hiervoor sluit in 2014 een contactpersoon vanuit Porthos25 standaard aan in de vergaderingen van het Onderwijsloket. Ook de inbreng van leerplicht is geregeld noodzakelijk. Momenteel wordt onderzocht wat in het kader van de wet op de Privacy nodig is om de informatie van de zorginstellingen te mogen betrekken bij de vergaderingen binnen het Onderwijsloket. 5.5.8 Ontwikkeling Met de gemeenten gaan we in 2014 onderzoeken in hoeverre de centrale organisatie van de (jeugd-‐) zorg op een goede en efficiënte wijze gecombineerd of gekoppeld kan worden aan het Onderwijsloket, met het oog op de toekomst waarbij 1 gezin-‐1 plan het doel is. In de periode tot 1 augustus 2014 zal bezien worden of het Onderwijsloket nog efficiënter kan gaan werken, bijvoorbeeld alleen de ondersteuningscoördinator van de aanvragende school in de vergadering met de twee vaste leden van het Onderwijsloket, uiteraard zonder daarbij onverantwoord aan kwaliteit in te boeten. 5.6 Preventie Voorafgaand aan een adviesvraag voor een onderwijsondersteuningsarrangement kan ook (preventief) advies gevraagd worden aan (onafhankelijke deskundigen uit) het Onderwijsloket. Zij passen Handelingsgerichte Diagnostiek toe om vroegtijdig de onderwijsbehoeften te verduidelijken en passende handelingsadviezen te geven voor de VO-‐school: • Korte vraag naar handelingsadviezen, preventief/vroegtijdig, ter voorkoming van een onderwijsondersteuningsarrangement (door onafhankelijk expert). • Onderzoek ter verduidelijking van de onderwijsbehoeften van een leerling of de ondersteuningsbehoeften van een docent/school, ten behoeve van handelingsadviezen en ter voorkoming van een onderwijsondersteuningsarrangement. o IQ-‐test. o Drempelonderzoek. o Persoonlijkheidsonderzoek. o Observatie, zo mogelijk in de eigen klas. o Onderzoeken naar de sociaal-‐emotionele ontwikkeling. • Ook kan het Onderwijsloket ondersteuning bieden bij het formuleren van een ondersteuningsvraag en invullen van een Ontwikkelingsperspectief. Dit kan vooral worden 25
Porthos is het Centrum voor Jeugd en Gezin op Walcheren. Porthos is het centrale loket voor de zorg vanuit Bureau Jeugdzorg Zeeland, MEE-‐Zeeland, Algemeen Maatschappelijk Werk, Stichting Welzijn en de GGD/jeugdgezondheidsdienst. Ook de GGZ-‐voorziening Emergis en Indigo, de preventieafdeling van Emergis, hebben een aandeel in Porthos, maar zijn zelfstandig georganiseerd. Porthos heeft kantoren/loketten in de gemeente Middelburg, Vlissingen en Veere.
26 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING gedaan in periodes wanneer daar qua taakbelasting en werkdruk ruimte voor is, binnen de bestaande formatie. In drukke tijden kunnen experts vanuit het samenwerkingsverband gevraagd worden te ondersteunen. In de eerste jaren zal er in ieder geval ondersteuning voor de school/ondersteuningscoördinatoren georganiseerd moeten worden voor het invullen van het Ontwikkelingsperspectief en het goed benoemen van de onderwijsbehoeften van de leerling. 5.7 Procedures voor toewijzing 5.7.1 Handelingsgerichte diagnostiek Binnen het samenwerkingsverband is gekozen de ondersteuning op een Handelingsgerichte manier toe te wijzen. Handelingsgerichte Diagnostiek bevat 5 fasen: 1) Intake (Onderwijsbehoefte komt binnen bij Onderwijsloket; check Ontwikkelingsperspectief) 2) Strategie (Is er voldoende informatie, wat hebben we nog nodig?) 3) Onderzoek (aanvraag aanvullende info indien nodig, eventueel zelf onderzoek organiseren) 4) Integratie/aanbevelingen (Wat heeft de leerling/docent/school nodig?) 5) Advisering/evaluatie (Welk arrangement past het best) Het volgen van deze 5 fasen leidt tot een expliciete en controleerbare relatie tussen de ondersteuningsvragen en het traject tot aan een passende arrangementsadvies. Het is een cyclisch proces: soms blijkt dat een bepaalde fase opnieuw doorlopen moet worden of juist kan worden overgeslagen. Handelingsgerichte Diagnostiek is altijd op maat, passend bij de unieke situatie van één specifiek kind, de onderwijsbehoeften van één leerling. De fasen zijn flexibel te gebruiken. 5.7.2 Ondersteuningsvraag In alle situaties is en blijft de ‘stamschool’ actief verantwoordelijk. Dat begint al bij de ondersteuningsvraag. Die moet in het kader van het ontwikkelingsperspectief ‘SMART26’ geformuleerd worden. Iedere locatie/vestiging, iedere directeur is er verantwoordelijk voor dat, met ingang van het schooljaar 2013-‐2014, er geen leerling meer van haar of zijn locatie/vestiging wordt doorverwezen naar elders zonder dat dit gebeurt door middel van een duidelijke vraag aan de school waarnaar wordt door verwezen: wat is exact de ondersteuningsvraag? Voor hoeveel maanden wordt de leerling in eerste instantie doorverwezen, voor hoeveel uur per week, eventueel voor welke vakken en waarom? Hoe wordt gedurende die periode het contact met de VO-‐school georganiseerd, hoe wordt de terugkeer van de leerling geregeld etc. Dit alles geldt voor iedere doorverwijzing, maar in hoge mate voor het huidige OPDC. Hoe wordt er vanaf dit schooljaar concreet invulling gegeven aan de blijvende verantwoordelijkheid van de VO-‐school voor haar leerlingen? Het directeurenoverleg heeft een belangrijke taak om op korte termijn hier met elkaar vorm en inhoud aan te geven. 26
SMART: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden.
27 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 5.7.3 Kader en criteria Bij het uiteindelijk advies is een aantal punten leidend: § Het kind staat centraal, we gaan uit van de onderwijsbehoeften van die leerling § Het onderwijsaanbod is goed en op het niveau van de leerling. § De ondersteuning wordt zo mogelijk binnen de eigen school georganiseerd. o Ondersteuning (en (jeugd-‐)zorg) komt naar de school. o Docenten krijgen ondersteuning om de leerling te kunnen helpen (professionalisering). § Vroegtijdig insteken voorkomt escalatie. § Zo kort mogelijk, zo snel mogelijk weer terug naar de eigen school en/of het normale programma. § Zo mogelijk wordt een gezamenlijk plan gemaakt met alle betrokken mensen rondom de leerling en zo mogelijk zelfs rondom het gezin (1 leerling, 1 gezin, 1 plan). Het Onderwijsloket heeft kwalitatieve en kwantitatieve criteria. Wat de kwalitatieve criteria betreft: natuurlijk zijn en blijven er ‘objectieve criteria,’ vergelijkbaar met die waar de RVC mee werkt(e), maar het is niet de bedoeling de verwijzingsstructuur zo dicht te timmeren als weleer. We streven als gezegd naar flexibele onderwijsondersteuningsarrangementen, binnen het kader van ons ondersteuningsplan, gebaseerd op de schoolondersteuningsprofielen van reguliere en niet reguliere scholen en voorzieningen. Het Onderwijsloket krijgt van het bestuur kwantitatieve criteria binnen de vastgestelde financiële kaders. Het Onderwijsloket adviseert aan de directie van de school. De coördinator van het samenwerkingsverband zal in directeurenoverleg verantwoording afleggen over de kwantitatieve cijfers van advisering. 5.8 Doorlopende leer-‐ en ondersteuningslijnen Omdat we doorlopende leer-‐ en ondersteuningslijnen belangrijk vinden, onderzoeken we momenteel de mogelijkheden om de ondersteuningstoewijzing voor het primair onderwijs te koppelen of te combineren met de ondersteuningstoewijzing voor het voortgezet onderwijs. Hierbij is in ieder geval afgesproken dat de “zorgleerlingen” (leerlingen waarvoor in het primair onderwijs zorg/ondersteuning werd ingezet) over te dragen aan het Onderwijsloket, zodat de ondersteuning op een passende manier kan worden voortgezet. Dat hoeft overigens niet dezelfde manier te zijn als in het primaire onderwijs, omdat VO-‐scholen immers vaak andere ondersteuningsmogelijkheden hebben. Dit geldt in hoge mate voor de leerlingen die vanuit het speciaal onderwijs komen, maar ook de leerlingen die in het reguliere basisonderwijs ondersteuning ontvingen. In het onderzoek wordt meegenomen wat met betrekking tot de wet op de Privacy mogelijk is aan overdracht. Er is ook overleg met de MBO-‐opleidingen om de doorlopende lijnen zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Zo mogelijk willen we ook dergelijke afspraken maken met het HBO (HZ University of Applied Sciences) en het WO (University College Roosevelt) binnen onze regio. Met betrekking tot doorlopende leerlijnen zijn al langere tijd diverse werkgroepen aan de slag om hierin af te stemmen met elkaar. In de afgelopen jaren wordt tussen basisonderwijs en voortgezet onderwijs jaarlijks een middag georganiseerd waarin BOVO-‐werkgroepen hun afstemmingsafspraken presenteren aan elkaar. Zo zijn reeds afspraken gemaakt over rekenen, taal en spelling. Komend schooljaar zal de aandacht vooral gericht zijn op ICT en schrijfonderwijs. 28 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 5.9
Administratie
Alhoewel de administratie van het Onderwijsloket goede dossiers vormt zal daarin moeten worden aangepast. Het gaat hier om een behoorlijke uitbreiding van werkzaamheden. Per 1 januari 2014 is daar een start mee gemaakt, zodat de administratie op 1 augustus 2014 goed geregeld kan zijn. 1. Tot 1 augustus 2014 zal het Onderwijsloket de LWOO-‐ en Pro-‐aanvragen behandelen en administreren zoals dat tot nu toe reeds is gebeurd. 2. In het kader van geadviseerde arrangementen voor de bovenschoolse voorzieningen zal een nieuwe vorm van administratie en dossiervorming worden opgezet. Bij deze administratie zullen we de criteria van administratie voor TLV’s hanteren om een zoveel mogelijk eenduidige administratie te krijgen. Er zal ook moeten worden bijgehouden wanneer de arrangementen aflopen. Tenminste tot 1 augustus 2015 willen we de afgelopen arrangementen evalueren om te toetsen of de juiste arrangementen worden geadviseerd, om de kwaliteit van de ondersteuningstoewijzing te waarborgen. Hierbij kan eventueel een tevredenheidonderzoek plaatsvinden bij betrokkenen.
3. Met betrekking tot de administratie en dossiervorming voor de TLV’s zijn criteria vastgesteld. Binnen de Commissie voor Indicatiestelling voor REC 3 en REC 4 is reeds veel ervaring in het administreren en dossiervorming met betrekking tot indicaties voor het speciaal onderwijs. Er wordt nagegaan hoe we die ervaring het beste op een efficiënte wijze kunnen benutten. Er wordt verder nagegaan in welke mate en op welke wijze het Onderwijsloket eventueel kan worden ondersteund bij de voorbereiding van dossiers, met name waar het gaat om de huidige Cluster 3-‐ en -‐4 leerlingen. Daarbij dient te worden aangetekend dat de dossiervorming anders zal zijn dan binnen de huidige procedures: er wordt gewerkt met een (gestandaardiseerd) ontwikkelperspectief (OPP), met eventuele bijlagen. Daar worden de toegewezen arrangementen en Toelaatbaarheidsverklaringen aan toegevoegd. Er is dus waarschijnlijk sprake van minder papierwerk dan nu. Er zal ook moeten worden bijgehouden wanneer de arrangementen met TLV aflopen. Tenminste tot 1 augustus 2015 willen we de afgelopen arrangementen evalueren om te toetsen of de juiste arrangementen worden geadviseerd, om de kwaliteit van de ondersteuningstoewijzing te waarborgen. Hierbij kan eventueel een tevredenheidonderzoek plaatsvinden bij betrokkenen.
4. Agenda en notulen vergaderingen. Voorafgaand aan de vergaderingen wordt een agenda opgemaakt en na afloop notulen. Het is wenselijk in de notulen reeds een onderbouwing uit te schrijven van de geadviseerde arrangementen, zodat hiermee verantwoording kan worden afgelegd aan het directeurenoverleg. De directeuren worden zodoende goed geïnformeerd, ook over de leerlingen die vanuit hun eigen school zijn besproken. Het is de vraag in hoeverre deze uitgebreide notulen in strijd zijn met de wet op de Privacy. Daar wordt momenteel onderzoek naar gedaan.
5. Registratie en administratie van de door de VO-‐scholen onderling geregelde arrangementen. (VO-‐scholen sturen een kopie van de “overeenkomst” naar het Onderwijsloket). 29 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING De arrangementen bevatten een omschrijving van een geadviseerd arrangement op basis van onderwijsbehoeften van een leerling en/of ondersteuningsbehoeften van een leerkracht, docent of school. In de beschrijving van het arrangement worden de duur, omvang, evaluatieafspraken en terugplaatsingafspraken vastgelegd en wordt tevens een inhoudelijke omschrijving van het arrangement in de 5 afgesproken aspecten met SMART-‐geformuleerde doelen beschreven. Arrangementen worden voor een beperkte periode afgegeven. Indien de ondersteuning (gedeeltelijk) binnen of vanuit een voortgezet speciaal onderwijslocatie (VSO) wordt gearrangeerd zal het Onderwijsloket een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) afgeven. Deze TLV is voorwaardelijk voor toelating tot het VSO en is landelijk geldig. Ook de TLV wordt voor een beperkte periode afgegeven, tenzij direct duidelijk is dat een leerling zijn gehele onderwijstijd binnen het voortgezet onderwijs aangewezen zal zijn op een VSO-‐school. Een Toelaatbaarheidsverklaring wordt steeds in combinatie met een onderwijsondersteunings-‐ of onderwijszorgarrangement afgegeven. 5.10 Communicatie ouders en leerling De communicatie met ouders en leerlingen is primair de verantwoordelijkheid van de school die de ondersteuning aanvraagt. De onderwijsbehoeften en de aanvraag voor ondersteuningen dienen in samenspraak met ouders te zijn geformuleerd. Het Ontwikkelingsperspectief dient dan ook met ouders/verzorgers en de leerling besproken te worden. Dit overleg moet gericht zijn op overeenstemming. Ouders en leerling moeten tekenen voor akkoord. Het betrekken van ouders en leerlingen gebeurt nu nog onvoldoende, maar is een belangrijk onderdeel van Handelingsgericht Werken. Het zal dan ook in de komende maanden onder de aandacht zijn. De stamschool / school die ondersteuning heeft aangevraagd bij het Onderwijsloket is de partij die ouders/verzorgers en leerlingen persoonlijk informeert over het advies. Wanneer ouders/verzorgers en/of de leerling het niet eens is met het advies kunnen zij via de klachtenprocedure een klacht indienen tegen dit advies. De procedure is beschreven in hoofdstuk 9. 5.11 Wat betekent dit voor de leerling-‐stromen In de eerste jaren zal er een waarschijnlijk een zekere verschuiving van leerlingen plaatsvinden vanuit de bovenschoolse voorzieningen richting enerzijds het reguliere VO en anderzijds de VSO-‐locaties van met name Respont (het huidige rec 4). Hoe die verschuiving er concreet uit zal zien, zal nog moeten blijken. Dat zal geleidelijk gaan. Voor nieuw beleid en voor de effecten daarvan is de start van ieder nieuw schooljaar (en is 1 oktober daarna) steeds weer een belangrijk nieuw peilmoment. We durven ons (nog) niet aan getalsmatige prognoses te wagen. 30 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Vanaf 1 augustus 2014 zullen leerlingen vanuit het VSO en de bovenschoolse voorzieningen makkelijker terugkeren richting het reguliere VO. Ze verblijven vaker kortere perioden in de bovenschoolse voorzieningen en in de VSO-‐scholen, vanwege: • Flexibele en kortere arrangementen. • Stamschool blijft betrokken en verantwoordelijk. • Terugkeer naar het VO (stamschool) is altijd het doel. • Ondersteuning binnen de VO-‐scholen wordt steeds breder georganiseerd, waardoor een leerling eerder terug kan. Ook zullen leerlingen langer, een groter deel van hun lesweek en veel vaker binnen het reguliere VO kunnen blijven, omdat: • Breedteondersteuning steeds breder georganiseerd wordt, • De leerling bij flexibele arrangementen in bovenschoolse of VSO-‐voorzieningen ook een deel binnen de VO-‐school blijven, • Ondersteuning binnen de VO-‐school gebracht wordt wanneer nodig. • Bij handelingsverlegenheid eerst bezien wordt of een collega-‐VO-‐locatie (al dan niet binnen hetzelfde bestuur) wellicht het benodigde ondersteuningsaanbod wel heeft. • Er wordt naast ondersteuning voor de leerling ook ingezet op ondersteuningsbehoeften van de docent en de school, zodat zij steeds beter toegerust zijn leerlingen te ondersteunen met specifieke onderwijsbehoeften. • Er zal vanuit de bovenschoolse-‐ en VSO-‐voorzieningen (tijdelijk, dan wel structureel) personeel met expertise worden "verplaatst" richting het VO, om de leerlingen binnen het VO te voorzien in hun onderwijsbehoeften. • Door vroegtijdig stagnatie te signaleren en handelingsgericht in te steken zal eerder op een passende wijze voorzien kunnen worden in de onderwijsbehoeften van de leerling. Hoe eerder je in kunt steken, hoe lichter de ondersteuning en hoe kleiner de kans dat een ondersteuning moet worden opgeschaald. 5.12 Doorlopende leer-‐ en ondersteuningslijnen van PO naar VO Er is overleg met het primaire onderwijs en de PCL-‐Primair Onderwijs (PO) om te bezien in hoeverre we de doorgaande lijn in de ondersteuning beter kunnen waarborgen. Er zijn afspraken gemaakt om leerlingen die in het primair onderwijs ondersteuning kregen, vanaf eind schooljaar 2013-‐2014, vanuit de PCL-‐PO over te dragen aan het Onderwijsloket, zodat de ondersteuning kan worden voortgezet, indien nodig. Bezien wordt of het wenselijk is op termijn de samenwerking tussen PCL-‐PO en de het Onderwijsloket VO Walcheren te intensiveren. Ook zal in de komende tijd meer duidelijk worden over de veranderingen in de jeugdzorg op Walcheren, waarbij we als onderwijs willen aansluiten op die momenten dat er onderwijszorgarrangementen moeten worden georganiseerd. Ook is er al enkele jaren een BOVO-‐overleg, waarbij de leerkrachten groep 7 en 8 van de primair onderwijsscholen overleggen met de onderbouwdocenten van het voortgezet onderwijs over doorgaande leerlijnen. Hiervoor worden jaarlijks werkgroepen geïnstalleerd om concrete lacunes in de doorgaande leerlijnen in kaart te brengen en vorm te geven. Dit contact verloopt erg goed en heeft op diverse leerlijnen al geleid tot concrete afspraken. 31 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 5.13 Doorlopende leer-‐ en ondersteuningslijnen vanuit VO naar MBO/HBO/WO. Vanuit het samenwerkingsverband PVO Walcheren wordt momenteel veel ingezet op het overleg met het MBO en het HBO om zowel doorgaande leer-‐ als ondersteuningslijnen vorm te geven. Op Walcheren hebben we daarover goed contact met Scalda en Edudelta (ROC/MBO) en de HZ (HBO) via diverse vergaderingen. Ook wordt in 2014 en daarna bezien in hoeverre we over doorgaande lijnen afspraken kunnen maken met het University College Roosevelt, de universiteit op Walcheren. Hierover zijn vanuit diverse schoollocaties nu al contacten gelegd. De structurele en concrete afspraken ter afstemming via het samenwerkingsverband PVO Walcheren zullen in de loop van schooljaar 2013-‐2014 gemaakt worden.
32 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
Hoofdstuk 6
Personeel
Passend Onderwijs heeft ook voor het samenwerkingsverband PVO Walcheren en de daarin participerende besturen personele gevolgen. Deze besturen hebben een gezamenlijke inspanningsplicht om verlies van expertise en ontslag van betrokken medewerkers zoveel als mogelijk te voorkomen. Daarbij geldt als uitgangspunt het principe ‘mens volgt werk’. Op basis van het ondersteuningsplan worden personeelsleden waar mogelijk geplaatst in een functie waar hun expertise ingezet kan worden op een vergelijkbaar functieniveau. Over de personele gevolgen wordt overleg gevoerd tussen het samenwerkingsverband, de betrokken besturen en de vakorganisaties27. De personele gevolgen binnen PVO Walcheren zijn nog niet helemaal te overzien, mede vanwege de diverse onderzoeken die in 2014 nog lopen. Deze onderzoeken zijn bijvoorbeeld gericht op de bovenschoolse voorzieningen OPDC en Rebound. 6.1 Werkgeverschap Wat bij aanvang duidelijk is, zijn het werkgeverschap van het samenwerkingsverband en de “dochters”. Met ingang van 1 januari 2014 is een nieuw samenwerkingverband opgericht door vier besturen: Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren (PVOW). Dit is de “moederstichting” voor de twee “dochters” Stichting ISK Walcheren (ISKW; voorheen Neveninstroomproject het Molenwater) en Stichting Bovenschoolse Voorzieningen Walcheren (BVW; Voorheen SWV VO Walcheren, OPDC/Rebound). Dit alles is statutair vastgelegd en geregeld. De Stichting ISK Walcheren is werkgever van de mensen die werken voor het huidige NIP Het Molenwater. Deze mensen waren tot de oprichting van ‘het nieuwe samenwerkingsverband’ in dienst van de Mondia Scholengroep (de Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs op Walcheren.) De overgang van deze werknemers naar de Stichting ISK Walcheren is met hen besproken in aanwezigheid van de personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (PGMR) van de Mondia Scholengroep en heeft de instemming van deze PGMR. Deze werknemers behouden alle rechten en plichten die zij hadden. Zij vallen, ook bij opheffen of inkrimpen onder de gezamenlijke, gelijkelijk gedeelde verantwoordelijkheid van de CSW en de Mondia Scholengroep. Zij krijgen per 1 januari 2014 ontslag als werknemer bij de Mondia Scholengroep en tegelijk een aanstelling bij genoemde stichting. De Stichting Bovenschoolse Voorzieningen Walcheren is werkgever van de mensen die werken voor het OPDC de Griffioen en voor de Rebound. Deze werknemers behouden alle rechten en plichten die zij hadden als werknemers van de Stichting SWV VO Walcheren. Zij krijgen per 1 januari 2014 een nieuwe aanstelling binnen genoemde stichting, echter zonder ontslag, omdat de stichting onder een andere naam wordt voortgezet. De Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren is werkgever van een aantal mensen dat werkt voor het samenwerkingsverband als geheel. Het gaat dan met name om de coördinator en het andere lid van het Ondersteuningsloket. Deze werknemers behouden alle rechten en plichten die zij hadden als werknemers van de Stichting SWV VO Walcheren. Zij krijgen per 1 januari 2014 ontslag als werknemer bij de Stichting SWV VO Walcheren en een nieuwe aanstelling bij genoemde stichting. Zij hebben de voorzitter van het bestuur als hun direct leidinggevende. 27
Bron: tripartiete overeenkomst
33 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Functionarissen kunnen vanuit een van beide ‘dochterstichtingen’ of vanuit een van de participerende besturen werkzaamheden verrichten voor de ‘moederstichting’ Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren28. De vier participerende besturen en het bestuur van het SWV zelf zijn gebonden aan het naleven van de ‘tripartiete overeenkomst’, zoals die tussen werkgevers, werknemers en overheid is gesloten. Met inachtneming van de eerder in deze paragraaf bedoelde rechten en plichten, hebben zij een inspanningsverplichting om in onderling overleg waar mogelijk werkgelegenheid te behouden. Bij een reorganisatie van de regionale ondersteuningsstructuur, zoals het SWV die voor staat, volgt formatie zo veel mogelijk de leerlingen. Deze inspanningsverplichting loopt parallel met de eerder geformuleerde doelstelling van behoud van expertise. Deze inspanningsverplichting is waar het gaat om Zeeuwse voorzieningen binnen het speciaal onderwijs een aangelegenheid van provinciaal overleg en vraagt ook afstemming met het primair onderwijs. 6.2 Ambulante begeleiders REC 3 en REC 4 Ambulante begeleiding, de zogenaamde “Rugzakbegeleiding” vanuit REC 3 en REC 4, wordt vanaf 1 augustus 2014 georganiseerd binnen de breedteondersteuning, door de school zelf (Hoofdstuk 4). De Mondia Scholengroep heeft op twee van haar locaties ambulant begeleiders vanuit Qwestor (REC 4) in dienst genomen en daarmee al een stuk invulling gegeven aan de ‘tripartiete overeenkomst’. De Christelijke Scholengemeenschap Walcheren huurt eveneens de expertise in via Qwestor (REC 4) en de Ambulante dienst van De Korre, net als de Mondia Scholengroep voor haar derde locatie. Met deze ambulant begeleiders kunnen deze scholen een (bijna) fulltime breedteondersteuning organiseren voor wat betreft REC-‐4, met specifieke expertise, in de meeste locaties binnen een zogenaamd “ondersteuningslokaal”. Ambulante begeleiding vanuit REC 3 is individueel en specifiek. De ambulante begeleiding van Stichting de Korre wordt dan ook ingezet bij leerlingen voor leerlingen die dat nodig hebben, binnen de breedteondersteuning van de VO-‐scholen. De in PVO Walcheren participerende besturen willen samen afspreken hoe zij in het schooljaar 2014-‐ 2015 en daarna met deze ambulante begeleiding omgaan. Zij streven naar een opzet die zoveel mogelijk gelijk is voor de diverse scholen en locaties. 6.3 Mens volgt werk Vanuit het principe “mens volgt werk” is in de komende jaren ook een personele verschuiving te verwachten vanuit de bovenschoolse voorziening OPDC/Rebound naar de reguliere scholen. De expertise wordt steeds meer binnen het reguliere onderwijs ingezet, waardoor leerlingen langer en meer binnen de reguliere scholen kunnen blijven. Gezien de situatie op Walcheren is in de komende jaren vanuit hetzelfde principe ook een personele verschuiving te verwachten vanuit de bovenschoolse voorziening OPDC naar het speciaal onderwijs (REC 4 Asteria College en OdyZee College). Deze mensen volgen de leerlingen waarmee ze nu werken, die eigenlijk de specifieke aandacht van een speciale school nodig hebben. Deze leerlingen volgen nu nog onderwijs binnen het OPDC. Bezien wordt op welke wijze een bovenschoolse voorziening, met de expertise en aanpak vanuit het speciaal onderwijs, kan worden ingericht. 28
Om afdracht van BTW bij betaling van diensten te voorkomen kan of gedacht worden aan detachering, of aan verrekening van de betreffende diensten door het verlagen van bijdragen vanuit het SWV aan betreffende besturen
34 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Het gaat in beide bovenstaande gevallen om zaken die in 2014 onderzocht worden. In de onderzoeksfase kunnen we nog geen uitspraken doen over de omvang en het tempo van de genoemde ‘verschuivingen’. 6.4 Professionalisering Er is veel aandacht voor professionalisering. Vanuit de speciale en bovenschoolse voorzieningen wordt expertise overgedragen aan de mensen binnen de reguliere scholen. Ook binnen de voorzieningen en scholen is er kennisoverdracht. Dit gebeurt structureel door middel van de jaarlijkse kennisdagen, maar ook incidenteel. Daar waar de specifieke onderwijsbehoeften van een leerling ondersteuningsbehoeften opleveren voor een school of docent, wordt incidenteel expertise overgedragen. Tijdens de jaarlijkse kennisdagen29 worden workshops georganiseerd over allerlei onderwerpen. De onderwerpen zijn relevant voor de situatie van de scholen of zijn kennisvragen vanuit de scholen. De workshops worden uitgevoerd door mensen vanuit de speciale en bovenschoolse voorzieningen, aangevuld met externe deskundigen indien nodig. In het schooljaar 2013-‐2014 zijn de kennisdagen gekoppeld aan de implementatie van handelingsgericht werken. Deze kennisdagen zijn verplicht voor de docenten. Professionalisering vindt zeker ook plaats door ‘coaching on the job,’ doordat specialisten in de praktijk met mentoren en andere docenten samen bezig zijn met de begeleiding en ondersteuning van leerlingen. Dit leren in de praktijk vindt bijvoorbeeld plaats vanuit de genoemde ondersteuningslokalen. De specialisten waar we eerder over spraken ontwikkelen zich van ‘ambulante begeleiders’ zoals we die jaren hebben gekend naar experts die ‘hands on’ in deze ondersteuningslokalen maar ook in lessituaties actief zijn met de toerusting van de man en vrouw voor de klas. Zo komt onze visie op professionalisering samen met onze visie dat de expertise en het werk de leerlingen volgen.
29
1 kennismiddag HAVO/VWO-‐docenten en 1 kennismiddag ZML/Pro/VMBO docenten
35 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
Hoofdstuk 7
Samenwerking met ouders
Met de wet op Passend Onderwijs krijgen ouders30 en leerlingen een belangrijkere rol. Ze worden als volwaardige partners gezien in het maken van keuzes en bepalen van de route binnen het onderwijs. Zij zijn diegenen die de meeste kennis hebben over de leerling zelf. 7.1 Aanmelding Het primair onderwijs geeft advies over het onderwijsniveau dat een leerling in het voortgezet onderwijs aan kan. Dit advies wordt met de ouders en de leerling besproken door de basisschool. Ouders kiezen vervolgens de school waar ze hun kind aanmelden, ook als het extra ondersteuning nodig heeft. Ouders kunnen hun keus mede baseren op de ondersteuningsmogelijkheden die een school biedt. Zij kunnen deze mogelijkheden vooraf inzien in het schoolondersteuningsprofiel op de website van de school. De ondersteuningsmogelijkheden staan ook op de website van het samenwerkingsverband (www.PVOW.nl) . Deze informatie is voor ouders vrij toegankelijk. De school waar de voorkeur van ouders naar uit gaat, en waar een leerling wordt aangemeld, zal onderzoeken of een leerling plaatsbaar is en eventueel (extra) ondersteuning nodig heeft. Als er een passend onderwijsaanbod is, eventueel met ondersteuning binnen de school, word de leerling geplaatst. Een leerling wordt zo spoedig mogelijk aangemeld, zodat tijdig de juiste ondersteuning kan worden gearrangeerd. Als de school waar een leerling werd aangemeld de benodigde ondersteuning niet kan bieden of niet het juiste onderwijsniveau aanbiedt, overlegt die met de ouders over de alternatieven. 7.2 Onderwijsbehoeften in kaart Wanneer de school het gewenste onderwijsniveau met de gewenste ondersteuning kan bieden, zullen de onderwijsbehoeften van de leerling in kaart gebracht worden. Dit gebeurt opnieuw in overleg met de leerling en diens ouders. Indien extra ondersteuning buiten de school gezocht moet worden, moeten ouders (en de leerling) hiervoor schriftelijk toestemming geven. Ook mag een school de situatie van de leerling niet met derden bespreken zonder daarvoor toestemming te hebben van de ouders (en de leerling). Dit heeft te maken met de Wet op de Privacy, maar is ook een onderdeel van de nieuwe werkwijze die momenteel geïmplementeerd wordt (is) binnen het voortgezet (speciaal) onderwijs op Walcheren: het Handelingsgericht werken (HGW)31. De school waar een leerling is aangemeld en staat ingeschreven is en blijft de “stamschool”32.
30
Ouders: daar waar in de tekst “ouders” staat, bedoelen we ouder(s)/verzorger(s). Voor de leesbaarheid van de tekst houden we het in de tekst bij “ouders”. 31 HGW omschrijft een route langs een aantal fasen die doorlopen moeten worden wanneer een leerling ondersteuning nodig heeft. Het betrekken van de leerling en diens ouders is daarin duidelijk beschreven. De fasen omschrijven een cyclisch proces waarbinnen de ontwikkelingen van de leerling worden gevolgd en het aanbod in onderwijs en ondersteuning aan wordt aangepast. Er zijn in een schooljaar twee cycli, waarin gewerkt wordt aan gestelde doelen en die vervolgens worden geëvalueerd en bijgesteld voor de tweede periode van het schooljaar. De onderwijsbehoeften van de leerling zijn leidend en staan beschreven in een individueel Ontwikkelingsperspectief. 32 Een leerling wordt aangemeld op een VO-‐school of een VSO-‐school en wordt daar ingeschreven. Een leerling kan pas bij een VSO-‐school worden ingeschreven als het Onderwijsloket een TLV heeft afgegeven. Deze VSO krijgt dan de Zorgplicht en is stamschool.
36 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Deze school heeft de zorgplicht en is daardoor verantwoordelijk en blijft betrokken bij de ontwikkelingen van de leerling, ook als die leerling voor een (groot) deel van het arrangement op een andere school/voorziening is aangewezen. Het is de stamschool die geregeld, binnen de cyclus van HGW binnen de schoollocatie, de ouders en de leerling betrekt bij het opstellen, evalueren en bijstellen van onderwijsbehoeften en doelen. De stamschool levert altijd de contactpersoon voor ouders, dus ook wanneer een aanvraag voor ondersteuning is ingediend via het Onderwijsloket. Ouders hebben hierdoor steeds dezelfde contactpersoon. 7.3 Extra ondersteuning De aanvraag van ondersteuning of een plaatsing in een bovenschoolse of speciaal onderwijsvoorziening wordt gemakkelijker. Voorheen moesten ouders een stevig pakket aan papieren invullen en aanleveren voor een Commissie voor Indicatie (CvI). Als een indicatie werd afgegeven kreeg een leerling een rugzak of werd geplaatst in een speciale voorziening. De ondersteuning die voorheen via een rugzak werd geboden valt in de nieuwe situatie binnen de breedte ondersteuning van de reguliere VO-‐school33 (zie hoofdstuk 4). Hiervoor hoeft geen aanvraag meer te worden ingediend. In de nieuwe situatie vraagt de stamschool de extra ondersteuning34 aan, na overleg met ouders en de leerling. 7.4 Toekomst In de toekomst zien we een “stip aan de horizon” waarbij een leerling met verschillende hulpvragen slechts één plan heeft, waarbij betrokken hulpverleners en ondersteuners hun aanbod afstemmen op elkaar, maar vooral op de vraag van de leerling. Met de gemeenten en de hulpverleningsinstanties zijn we verder aan het kijken en hebben we de ambitie geformuleerd om tot de situatie ‘1-‐gezin-‐1-‐plan’ te komen. Binnen dit kader is het ook denkbaar dat we met elkaar kijken naar een vorm van ondersteuning voor ouders. 7.5 Medezeggenschap van ouders Op verschillende niveaus hebben ouders medezeggenschap. Zo hebben ouders zitting in de medezeggenschapsraden van de scholen, maar ook in de OPR (Ondersteuningsplanraad). Dat is de medezeggenschapsraad van het samenwerkingsverband. In eerste instantie wordt het ondersteuningsplan ter instemming aan de OPR voorgelegd. Ook bij de acties die voortkomen uit het ondersteuningsplan hebben ouders invloed op wat we binnen het samenwerkingsverband doen en plannen. Dit onderwerp wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 8.
33
Hoe dit geregeld is staat beschreven in het schoolondersteuningsprofiel, wat ouders kunnen inzien via de schoolgids en de website van het samenwerkingsverband. 34 Het betreft hier de ondersteuning binnen of vanuit bovenschoolse voorzieningen (OPDC, Rebound, ISK) en de ondersteuning die voorheen onder plaatsing in een school voor Cluster 3 en 4 viel. Zoals eerder vermeld valt de ondersteuning vanuit Cluster 1 en Cluster 2 niet binnen het samenwerkingsverband. Voor deze ondersteuning worden specifieke afspraken gemaakt; zie bijlage 3 en 4.
37 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 7.6 Bezwaarprocedures In de verschillende fasen, van aanmelding en ondersteuning (van aanvraag tot evaluatie), kan het zijn dat een ouder of leerling het niet eens is met wat geadviseerd word of aangeboden. In eerste instantie zal de ouder hierover in gesprek moeten gaan met de stamschool. Indien ouders en de school er niet uit komen zijn er verschillende mogelijkheden voor onafhankelijke bemiddeling, bezwaar en beroep. Deze worden verder uitgewerkt in hoofdstuk 9.
38 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
Hoofdstuk 8
Medezeggenschap (V)OPR
We hebben in 2013 eerst een Voorlopige Ondersteuningsplanraad ingericht, die heeft meegedacht over ons ondersteuningsplan. Deze ‘VOPR’ geeft namens de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden van de aangesloten besturen, in overleg met het bestuur van PVO Walcheren eveneens vorm en inhoud aan het statuut en reglement van de Ondersteuningsplanraad. Die OPR is ingericht met ingang van 1 januari 2014. De VOPR was een informeel overlegorgaan dat dient als ‘klankbord’ voor het bestuur. De OPR is het formele orgaan in het kader van de wet, die zoals de wet voorschrijft voor 1 februari 2014 met het Ondersteuningsplan heeft ingestemd. Deze OPR wordt gekozen op voordracht van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden van de vier besturen. De OPR heeft als gezegd formeel één taak, namelijk het beoordelen van het ondersteuningsplan. Het gaat dan om de hoofdlijnen, de doelstellingen en de kaders van het beleid. We zullen de OPR daarnaast in de loop van 2014 betrekken bij een “tussenrapportage, een stand van zaken richting de belangrijke datum van 1 augustus 2014.” Daarbij zullen we gedurende die periode een beleidsmatig ‘antwoord’ moeten formuleren en aan de OPR voorleggen voor de groei van het VSO, die in hoofdstuk 11 verder wordt benoemd. Ook in de jaren daarna willen we de OPR een rol geven in de monitoring van onze ondersteuningsstructuur, op hoofdlijnen. De medezeggenschap ten aanzien van de uitwerking zal liggen bij de medezeggenschapsraden van de instellingen die de betreffende uitwerking direct betreffen. De vergaderingen van de OPR zijn in principe openbaar, men kan als toehoorder deze vergaderingen bijwonen. Het OPDC heeft een eigen medezeggenschapsraad, uitsluitend bestaand uit personeelsleden, een zogenaamde PMR. De medewerkers die in dienst zijn van de Stichting PVO Walcheren en die in dienst zijn van de Stichting ISK Walcheren geven aan hun medezeggenschap vorm en inhoud door een direct overleg met (vertegenwoordigers van) het bestuur over die thema’s die zij voor hen van belang achten.
39 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
Hoofdstuk 9
Klachtenprocedure/geschillencommissie35
Beslissingen over de ondersteuning die een leerling ontvangt, liggen bijna altijd gevoelig. De ondersteuning die al dan niet geboden wordt, en de resultaten die daarvan verwacht mogen worden, doen in de meeste gevallen een groot beroep op de betrokken professionals. Ook ouders vinden de extra ondersteuning meestal erg belangrijk voor de ontwikkeling en de kansen van hun kind. Binnen het Onderwijsloket zullen de beslissingen over ondersteuning doorgaans zorgvuldig worden genomen. De regels waarlangs besluitvorming plaatsvindt staan zo duidelijk en goed mogelijk geformuleerd in hoofdstuk 4 en 5 van dit ondersteuningsplan. Maar ook al werkt een samenwerkingsverband zorgvuldig, dat betekent niet dat beslissingen altijd geaccepteerd worden. Soms zijn die onverwacht of teleurstellend, mogelijk begrijpt een betrokkene niet waarom de beslissing zo genomen is, of is er verschil van mening over de strekking van een besluit. Dat is niet altijd ontdaan van emoties. 9.1 Een gesprek Het is van groot belang om open en transparant te werk te gaan en waar nodig met elkaar te praten. Zeker wanneer meningen verschillen, besluiten en adviezen niet kunnen worden geaccepteerd of er anderszins klachten zijn, is het samen in gesprek gaan altijd de eerste stap. De ervaring leert dat goede communicatie in zo’n situatie het verschil kan maken tussen acceptatie en escalatie. Als er ruimte is voor het uitwisselen van beelden en verwachtingen, leidt dat misschien tot begrip, nuanceringen of mogelijk een ander besluit. Dat kan gelden voor een directeur die aan ouders uitlegt waarom een leerling op de school niet de ondersteuning kan krijgen die nodig is. Dat kan ook gelden voor de ene school die met de andere overlegt wat een leerling nodig heeft en welke school het best bij die onderwijsbehoefte aansluit. Het kan ook gaan over het ondersteuningsarrangement dat is geadviseerd vanuit het Onderwijsloket. 9.2 Goede communicatie Goede communicatie voorkomt misverstanden, irritatie en conflicten. Ouders en professionals doen er goed aan de kwaliteit van de informatie over de ondersteuning te bewaken en te verbeteren wanneer dat nodig is. Veel geschillen zijn te vermijden als ouders aan het begin van de schoolloopbaan van hun kinderen weten hoe ondersteuning wordt ingericht en wat zij op dat punt wel en niet van de school mogen verwachten. En als scholen aan elkaar duidelijk maken welke ondersteuningsmogelijkheden zij kunnen bieden aan leerlingen. Het is van groot belang ouders en leerlingen vanaf het eerste begin te informeren over alle mogelijkheden en hen direct te betrekken bij het hele proces. Vanuit Handelingsgericht werken worden ouders en leerlingen intensiever betrokken en spelen zij een grote rol in het bepalen welke route gelopen wordt, met welke ondersteuning en met welke doelen. Door dit op een goede manier vorm te geven voorkom je al veel onduidelijkheden en komen adviezen en besluiten niet meer onverwacht. Men gaat mee in het proces, heeft daar ook invloed op en voelt zich gehoord. Door een goede communicatie voorkom je geschillen en klachten. Mocht zich toch een geschil of klacht voordoen is de eerste stap altijd om de tafel gaan met de betrokken partijen. Het geschil of de klacht bespreekbaar maken en zo spoedig mogelijk zoeken naar een oplossing is vaak de snelste, meest eenvoudige en meest doeltreffende manier om een klacht of geschil op te pakken. 35
http://www.geschillenpassendonderwijs.nl
40 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 9.3 Toch een klacht of geschil Als het niet lukt in gesprek met elkaar, tot een oplossing, te komen is het betrekken van een onafhankelijke derde partij/persoon een mogelijkheid. Een meningsverschil of klacht kan ook vaak op een hoger managementniveau binnen de organisatie of school worden opgelost. Ouders en medewerkers kunnen zich door diverse partijen laten ondersteunen, bijvoorbeeld de bij de school betrokken vertrouwenspersonen36 of een onderwijsconsulent37. Indien gewenst kan, na afspraken over de bekostiging, een mediator38 betrokken worden. Een Mediator neemt geen standpunt in, bedenkt geen oplossingen en neemt geen beslissingen. De mediator begeleidt het proces daartoe. 9.4 Er zijn diverse procedures voor de diverse geschillen. 9.4.1 Geschil over toelating (toelaatbaarheid VSO), verwijdering of het Ontwikkelingsperspectief. Wanneer na de voorgaande stappen alsnog een klacht of geschil blijft bestaan rond een plaatsingsaanbod, dan kan een bezwaarprocedure gestart worden. Hierbij zijn wettelijk een aantal stappen bepaald: 1) Bezwaar aantekenen bij het schoolbestuur. Na gesprek zal het bestuur een beslissing nemen op het bezwaar. 2) Tegen de beslissing van het bestuur kan in beroep gegaan worden: a. Bij de bestuursrechter (openbaar onderwijs) of via de burgerlijke rechter (bijzonder onderwijs). De rechter doet een bindende uitspraak. b. Voorleggen aan de landelijke geschillencommissie passend onderwijs. Alle scholen en samenwerkingsverbanden zijn bij deze geschillencommissie aangesloten. De commissie geeft binnen 10 weken een oordeel over het geschil. (Vanaf 01-‐08-‐2014.) Deze beoordeelt tevens het Ontwikkelingsperspectief. 3) Wanneer sprake lijkt te zijn van ongelijke behandeling kan het College van de Mens (CVRM) om een oordeel gevraagd worden. Dit oordeel is niet bindend, maar wordt in veel gevallen wel opgevolgd. 9.4.1.b Bezwaarprocedure Toelaatbaarheid(sverklaring) Het samenwerkingsverband beslist of een leerling toelaatbaar is tot een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of een school voor praktijkonderwijs. Ouders en het schoolbestuur kunnen het besluit van het samenwerkingsverband over het al dan niet toelaatbaar verklaren aanvechten. Daarvoor bestaat een specifieke procedure, waarbij het samenwerkingsverband verplicht is een daarvoor ingerichte adviescommissie te raadplegen. De adviescommissie zal uiterlijk 1 augustus 2014 worden ingericht. 36
Vertrouwenspersonen zijn onafhankelijke mensen die in vertrouwen met ouders of medewerkers van de scholen in gesprek kunnen gaan om geschillen en klachten te bespreken. Ondersteunen ook in gesprekken. 37 De Onderwijsconsulenten vormen een organisatie die is ingesteld door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zij adviseren en begeleiden ouders, verzorgers en scholen wanneer de schoolplaatsing van een leerling die extra ondersteuning nodig heeft, problemen oplevert of moeizaam verloopt en school en ouders niet tot een oplossing kunnen komen. Het Bureau Onderwijsconsulenten staat open voor ouders, verzorgers of wettelijk vertegenwoordigers, scholen en andere organisaties, zoals een zorginstelling of de onderwijsinspectie. De advisering en begeleiding is kosteloos. U kunt de onderwijsconsulent bereiken via de gemeenten of de leerplichtambtenaar. 38
http://www.mediationzeeland.nl/mediators.html
41 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 9.4.2 Geschil over medezeggenschap Als de Ondersteuningsplanraad (OPR) en het samenwerkingsverband het niet eens kunnen worden over de inhoud van het ondersteuningsplan, dan moet het samenwerkingsverband het geschil voorleggen aan de Landelijke Commissie voor Geschillen medezeggenschap (de LCG WMS). De LGC WMS doet dan een bindende uitspraak over het geschil. Als een school en MR een geschil hebben over het schoolondersteuningsprofiel, kunnen zij ook dat geschil voorleggen aan de LGC WMS. Alle samenwerkingsverbanden en scholen zijn bij de LCG WMS aangesloten. 9.4.3 Geschil naar aanleiding OGOO met gemeente(n) Op basis van een modelprocedure voor het op overeenstemming gericht overleg ontwikkeld, inclusief geschillenregeling, zijn regionale afspraken gemaakt tussen het samenwerkingsverband en de betrokken gemeenten. 9.4.4 Geschil met een ander samenwerkingsverband of anderen Er is niet voorzien in een specifieke procedure voor het oplossen van geschillen. Dat betekent dat een geschil dat niet langs formele wegen kan worden opgelost, voor beslechting kan worden voorgelegd aan de civiele rechter. 9.4.5 Geschil tussen bestuur(-‐slid) en samenwerkingsverband In de statuten van het samenwerkingsverband staan de gemaakte afspraken met betrekking tot geschillen tussen bestuursleden en het samenwerkingsverband. Allereerst zal getracht worden in onderling overleg tot overeenstemming te komen, zo nodig met mediation. Indien het geschil niet binnen drie maanden is opgelost verplichten partijen zich over te gaan tot beslechting van het geschil middels de volgende procedure: De partijen in het geschil wijzen ieder een deskundige aan die een onafhankelijk deskundige aanwijzen. De deskundigen en de onafhankelijk deskundigen vormen gezamenlijk een adviescommissie die besluit bij meerderheid van stemmen. Het advies dat wordt uitgebracht is bindend en mag niet in strijd zijn met wet-‐ en regelgeving. De partijen verplichten zich te handelen conform het advies.
42 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
Hoofdstuk 10
Kwaliteit en borging
De wet op Passend Onderwijs heeft een aantal duidelijk omschreven doelen. Het is daarbij belangrijk dat er kwalitatief goed onderwijs en goede ondersteuning geboden wordt. Kwaliteit staat hoog op de prioriteitenlijst en dient gewaarborgd te worden. Daarnaast moeten middelen op een juiste wijze besteedt worden. 10.1 Goed onderwijs Kwaliteit willen we in het onderwijs. We willen allereerst goed onderwijs bieden. We doen dit door moderne methoden te gebruiken en tevens gebruik te maken van moderne (hulp-‐)middelen als computers, laptops en tablets. De Onderwijsinspectie toetst de kwaliteit van het onderwijs geregeld. De scholen binnen het samenwerkingsverband hebben allen een goede beoordeling van de Onderwijsinspectie en voldoen daarmee aan de kwaliteitsnormen. Passend Onderwijs gaat om een passend onderwijsaanbod, zo nodig met ondersteuning, voor alle leerlingen. Dus ook voor de leerlingen die thuis zitten. In december 2013 zaten ongeveer 10 leerlingen thuis. Deze leerlingen worden vanuit de scholen, maar ook vanuit de leerplicht en RMC begeleidt. In verschillende situaties is er sprake van psychiatrische problematiek en is een onderwijsaanbod in welke vorm dan ook, geen mogelijkheid. Voor een aantal thuiszitters kan een passend aanbod in combinatie met hulpverlening de oplossing om weer naar school te kunnen. Voor deze leerlingen is het van belang dat zij in de komende maanden een passend aanbod krijgen. Ook zal moeten worden bezien in hoeverre hier een structureel ondersteuningsaanbod voor moet worden ingericht. Hierover zijn we vooral in gesprek met gemeenten en zorginstanties. 10.2 Goede ondersteuning Passend Onderwijs betekent ook goede ondersteuning op basis van de onderwijsbehoeften van een leerling en de ondersteuningsbehoeften van de docent die moet voorzien in deze onderwijsbehoeften. De ondersteuning wordt ingericht met experts op diverse gebieden. De expertise wordt gewaarborgd doordat de experts voortdurend worden bijgeschoold. De experts voorzien ook de docenten van kennis en vaardigheden om in de klas passende ondersteuning te kunnen bieden. De expertise komt vanuit de speciale onderwijsvoorzieningen in ons samenwerkingsverband. Deze expertise wordt ook ingezet in de professionalisering en scholing van docenten. Zo worden er jaarlijks kennisdagen georganiseerd waarbij de experts de docenten scholen in diverse relevante onderwerpen. Professionalisering gebeurt ook door de implementatie van Handelingsgericht werken en Handelingsgerichte Diagnostiek. Met deze methode wordt ook het effect van de ondersteuning gevolgd, geëvalueerd en zo nodig aangepast. Door de leerling als uitgangspunt te nemen en vanuit diens onderwijsbehoeften het onderwijs-‐ en ondersteuningsaanbod in te richten komt er een kwaliteitsslag. Het aanbod is passend voor die leerling, waardoor er meer rendement behaald kan worden. Het toekomstperspectief van de leerling verbetert hierdoor. 43 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 10.3 Goede toewijzing Met betrekking tot de ondersteuningstoewijzing zijn diverse wijzen van kwaliteitsborging georganiseerd. Allereerst bestaat het Onderwijsloket uit onafhankelijke deskundigen. Bij het verstrekken van een Toelaatbaarheidsverklaring worden extra terzake deskundigen uitgenodigd. Om de kwaliteit van de ondersteuningstoewijzing te toetsen evalueren we toegewezen arrangementen structureel en steekproefsgewijs in het Onderwijsloket. Het Onderwijsloket krijgt kwantitieve grenzen mee in de ondersteuningstoewijzing. Deze grenzen zijn gebaseerd op de beschikbare middelen. Hierover doet de coördinator, tevens voorzitter van het Onderwijsloket, verslag in het directeurenoverleg en het bestuur van het samenwerkingsverband. De coördinator van het samenwerkingsverband, tevens voorzitter van het Onderwijsloket, maakt een jaarverslag ter verantwoording van de toegewezen arrangementen. 10.4 Goede monitoring en verantwoording Het samenwerkingsverband wil de kwaliteit van de ondersteuning toetsen middels interne audits. Met een jaarlijkse interne audit39, ingaande in het schooljaar 2014-‐2015, wil het samenwerkingsverband de kwaliteit en inhoud van de ondersteuning binnen de scholen checken, waarmee er zicht blijft op de kwaliteit en inhoud en deze ook gewaarborgd kan blijven. Hoe dit concreet georganiseerd zal worden moet verder worden uitgedacht in het directeurenoverleg en besloten in een bestuursoverleg . Tevens zal met deze audits bezien worden of de omschrijving van de ondersteuning in de schoolondersteuningsprofielen overeenkomt met wat wordt aangeboden aan de leerlingen. Of het personeel dat de ondersteuning aanbiedt ook gekwalificeerd is voor die ondersteuning. Door daarnaast structureel leerlingen, ouders, ketenpartners en medewerkers binnen het samenwerkingsverband te bevragen, middels enquête of persoonlijk gesprek, kan in beeld gebracht worden hoe de organisatie, de communicatie en werkwijze door hen wordt ervaren. Waar aandachtpunten liggen zal aandacht worden gegeven. Verbeterpunten komen in een jaarverslag. De concrete uitwerking van dit plan zal naar verwachting op 1 augustus 2014 klaar zijn. Door op diverse niveaus overleggen te voeren en daar te praten over de dagelijkse gang van zaken houden we zicht op wat er speelt, hoe dit wordt ervaren en waar bijgestuurd moet worden. Hiervoor zijn de Commissies Passend Onderwijs en het Directeurenoverleg van groot belang. Met een meting in oktober wordt eveneens kwaliteit gemeten. Gestart is in 2010 met een nulmeting, in 2011 een één-‐meting enzovoorts. In oktober 2013 zijn de SOP’s in beeld gebracht, waaruit de verdere ontwikkelingen blijken. De metingen staan in de SOP’s vermeld. De meting geeft zicht op zorgleerlingen, leerlingenstromen, leerlingenspreiding en thuiszitters.
39
Dit is een ambitie. We verwachten hierover op 1 augustus 2014 afspraken te hebben gemaakt.
44 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
Hoofdstuk 11
Financieel
Passend Onderwijs is ook in financieel opzicht een ingrijpende ontwikkeling. Financiële stromen veranderen, budgetten worden anders besteed. Binnen PVO Walcheren zijn daar goede afspraken over gemaakt. 11.1 Bekostiging De scholen voor VO en VSO ontvangen ieder hun eigen (basis)bekostiging. De zware ondersteuningsbekostiging (normbekostiging) voor het VSO wordt op de lumpsum van de scholen afgeboekt, wanneer het de norm overschrijdt: de lichte ondersteuningsbekostiging van het SWV wordt hoe dan ook ongemoeid gelaten. In dat lichte ondersteuningsbudget komen de huidige middelen voor Leerlinggebonden Financiering, het huidige regionale zorgbudget en de bekostiging van allerlei projecten samen. 11.2 2014-‐2015 In het schooljaar 2014-‐2015 is er een overgangsbekostiging, waarin er weinig verandert. Het VSO blijft het AB-‐deel van de huidige LGF ontvangen, het SWV het schooldeel. Die LGF wordt verdeeld conform de aantallen op 1 oktober 2013. Voor de groei na die datum zijn VO-‐scholen zelf verantwoordelijk. Het SWV ontvangt daarnaast de middelen die nu bestemd zijn voor onder meer PAB, TAB en de compensatieregeling AWBZ, als onderdeel van het budget zware ondersteuning. Over de besteding van deze middelen wordt nader overleg gevoerd, zowel binnen het SWV als ook op Zeeuws niveau. 11.3 2015-‐2016 In het schooljaar 2015-‐2016 is er sprake van de nieuwe bekostiging, met een ‘gedwongen winkelnering’ van het AB-‐deel van de LGF bij Respont en De Korre. Het SWV zal die verplichting betrekken in afspraken over de jaren daarna, met een nader af te spreken langere looptijd. Tussen 2015 en 2020 vindt er namelijk een ‘verevening’ plaats, waarbij alle samenwerkingsverbanden landelijk geleidelijk op dezelfde gemiddelde bekostiging komen. Die ‘verevening’ valt voor ons SWV tamelijk gunstig uit, waardoor we geleidelijk meer middelen tot onze beschikking krijgen. Ook hier: gezamenlijke verantwoordelijkheid Het SWV (de centrale dienst) heeft op dit moment slechts een kleine flexibele schil in de formatie, door eerdere bezuinigingen. Dat betekent dat bij reductie van leerlingenaantal of anderszins van de baten van het SWV, formatie vooralsnog middelen volgt. Verder moeten de toeleverende VO-‐scholen in hun ontwikkeling zoveel mogelijk samen optrekken. Voorbeeld: wanneer bestuur A het aantal leerlingen zonder LWOO-‐indicatie in het OPDC eenzijdig reduceert met 40%, reduceert dat de baten van het SWV met een bedrag. Tenzij datzelfde bestuur A evenveel formatie van het SWV overneemt (maar dan is het voor school A geen bezuiniging) of er bij het SWV sprake is van natuurlijk verloop, betaalt bestuur B via het SWV ongeveer de helft van de bezuiniging bij bestuur A (en bestuur A zelf ongeveer de andere helft). Dat is niet de weg: beide besturen dienen hierin (min of meer) zich gezamenlijk te ontwikkelen.
45 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 11.4 Speciaal onderwijs Het ‘budget’ van het aantal leerlingen (binnen de diverse ondersteuningscategorieën) dat vanuit ons SWV naar het VSO mag gaan, ligt bij DUO vast. Komt het aantal boven dat ‘budget’, wordt dat eerst verrekend met de (rest van de) zware ondersteuningsbekostiging en vervolgens met de basisbekostiging van de aangesloten besturen. Het SWV wil deze korting indien mogelijk voorkomen. Het SWV streeft er dan ook naar het aantal ‘officiële’ VSO-‐leerlingen binnen dit budget te houden. Dat sluit ook aan bij de doelstellingen van het SWV. Dat neemt niet weg dat er mogelijk meer leerlingen zijn die geheel of gedeeltelijk onderwijsondersteuning binnen het VSO nodig hebben. Mede om flexibele arrangementen in het VSO ook in aantal uren per lesweek mogelijk te maken, wordt het volgende als mogelijkheid nader onderzocht: Is het toegestaan en organiseerbaar dat deze leerlingen worden gerekend onder de bovenschoolse voorzieningen en dat hun onderwijsondersteuning naar rato met het speciaal onderwijs wordt verrekend. Dit is ook van belang bij het ‘ontschotten’ tussen het OPDC en het Asteria College, waarover we eerder spraken. De besturen hebben ieder ‘recht’ op een aantal plekken binnen het genoemde budget, naar rato van het totale leerlingenaantal. Daarboven geldt als uitgangspunt het principe ‘de verwijzer betaalt.’ Het bestuur van het SWV kan hier uiteraard van afwijken. 11.5 Bovenschoolse voorzieningen Het OPDC en de Rebound worden als gezegd als bovenschoolse voorzieningen ‘dichter tegen het VO gepositioneerd.’ Hoe dat gaat gebeuren is onderwerp van verder onderzoek en van uitwerking. Een van de doelstellingen daarbij is, in het kader van deze paragraaf financiën, het vergroten van de efficiency van deze voorzieningen, met behoud van kwaliteit en expertise en vergroting van flexibiliteit. De bekostiging van deze voorzieningen is een verantwoordelijkheid van het SWV. Ze bestaat uit (overdracht van de) basisbekostiging van de leerlingen (inclusief de LWOO-‐bekostiging wanneer de leerlingen daarvoor geïndiceerd zijn), opbrengsten van de voorziening zelf (zoals ouderbijdragen en kantineopbrengsten), een deel van de lichte ondersteuningsbekostiging en additionele middelen vanuit de rijksoverheid (o.a. VSV-‐ en ‘plus’-‐gelden). Tenminste zo lang de voorzieningen nog centraal georganiseerd zijn wordt voor alle leerlingen vanaf 2014 naar rato de basisbekostiging overgedragen, ook voor de Rebound. Hiermee kan een stukje tekort worden opgevangen en wordt een juiste ‘prikkel’ richting het VO en het OPDC gegeven om nog ‘kritischer’ te zijn ten opzichte van het een beroep doen op deze voorziening. 11.6 Inzet extra middelen Met door verevening of door gewijzigd beleid extra beschikbare middelen willen we de basis-‐, breedte-‐ en diepteondersteuning, zowel in de reguliere scholen als de bovenschoolse voorzieningen bekostigen. Bij de ondersteuning in de reguliere scholen willen we waar mogelijk gebruik maken van expertise uit het SWV en uit het VSO. Zo zetten we onze mensen en middelen optimaal in. We hebben bekostiging nodig voor het SWV zelf (de coördinator, het Ondersteuningsloket, medewerkers financiën, etc.). We streven ernaar de inzet vanuit Respont en De Korre in het SWV en omgekeerd dusdanig met elkaar in evenwicht te brengen, dat zo veel mogelijk ‘met gesloten beurzen’ kan worden gewerkt. We hebben middelen nodig voor professionalisering. Er is een afdracht van bekostiging via DUO naar het VSO, waarbij aanvullende afspraken gemaakt dienen te worden over tussentijdse groei of krimp van het aantal Walcherse leerlingen in het VSO, met als peildatum 1 februari. Het ISK heeft een geheel eigen bekostiging, baten zowel als lasten. 46 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 11.7 Verdeling tussen de VO-‐scholen De VO-‐scholen streven ernaar een gelijkwaardige interne ondersteuningsstructuur binnen de locaties te realiseren. Daarom ontvangen zij ook naar rato evenveel middelen. De verdeling van middelen vanuit het SWV naar de reguliere VO-‐scholen gebeurt binnen het VO Walcheren op dezelfde wijze als de berekening van die middelen door de overheid. Vanaf 2014 wordt de bekostiging en in navolging daarvan ook de verdeling van de middelen tussen de reguliere VO-‐scholen bepaald aan de hand van alle leerlingen. Dat gebeurt dan op grond van de telling van 1 oktober in het jaar daarvoor. De LWOO-‐ en PRO-‐bekostiging gaan vooralsnog nog rechtstreeks naar de betreffende VO-‐scholen. 11.8 Meerjarenbegroting ondersteuningsplan We zullen bestuurlijk over de verdeling van de middelen nadere afspraken maken, waarbij ook deze ‘vorm’ weer de ‘inhoud’ zal volgen. Zoals gezegd worden OPDC en Rebound daarbij wat de baten en lasten betreft ‘ontvlochten’ van het SWV. Bij de verdere afspraken zoeken we de juiste balans tussen enkele voor ons belangrijke principes: ‘Regulier waar het kan…’ zal ertoe leiden dat we (extra) investeren in de ondersteuningsstructuur binnen het reguliere VO, zoals gezegd wel zoveel mogelijk met inzet van expertise (mensen) vanuit VSO en OPDC. Zo willen we expertise borgen en op peil houden. ‘Speciaal waar het moet…’ betekent vanzelfsprekend dat we de kwaliteit van ons OPDC en het VSO bewaken, het laatste samen met de andere samenwerkingsverbanden in Zeeland.
11.9
Financiën in cijfers40
11.9.1 Financieel perspectief Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren, bij het ministerie bekend als ‘SWV VO 29-‐01’, beschikt in het nieuwe stelsel passend onderwijs over twee categorieën budgeten: a. het budget voor lichte ondersteuning, € 87 per leerling, ongeveer € 514.00041 b. het budget voor zware ondersteuning, € 503 per leerling, ongeveer € 3.0 miljoen. De bekostiging is (grotendeels) op schooljaarbasis (T-‐1). Omdat het samenwerkingsverband een positieve verevening kent, krijgt het aanvankelijk nog niet het volledige budget voor zware ondersteuning. In de jaren 2015-‐2016 tot en met 2019-‐2020 wordt vanwege de positieve verevening een tijdelijke, aflopende korting toegepast op het budget. In 2020-‐2021 beschikt het SWV voor de eerste maal daadwerkelijk over de volledige € 503 per leerling. Per 1 augustus 2016 komt er een derde budget bij: c. het budget voor LWOO en PRO, ongeveer € 2.7 miljoen (indicatie). Het budget voor lichte ondersteuning bestaat uit vier samengevoegde budgeten: het Regionaal Zorgbudget, de Rebound-‐middelen, middelen Herstart en middelen Op de Rails. Dit budget wordt vanaf 1 augustus 2014 toegekend volgens de verdeelmaatstaf 'totaal aantal leerlingen SWV’. gebaseerd. 40
Deze paragraaf is nog tussentijds bijgesteld ten gevolge van op 27 januari 2014 ontvangen nieuwe bekostigingsgegevens vanuit het Ministerie van OC&W op grond van de nieuwe cijfers van o.a. het aantal leerlingen VSO. Dit aantal leerlingen is tussen 2011 en 2013 fors gestegen, waardoor een ander meerjarenbeeld ontstaat en de (meerjaren)begroting is herzien. 41 Dit is in januari 2014 gewijzigd. Daarvoor werd het budget berekend op de leerlingen VMBO 3-‐4. De bekostiging is hierdoor met ongeveer €8.000 gedaald, minder dan verwacht.
47 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Het budget voor zware ondersteuning is in het overgangsjaar 2014-‐2015 beperkt, het bestaat dan slechts uit het schooldeel van het LGF-‐geld (gebaseerd op 1-‐10-‐2013), plus € 12,38 per leerling. In dit jaar betaalt het verband ook nog niet de VSO ondersteuningsbekostiging, deze komt in het overgangsjaar nog rechtstreeks van OCW. De eventuele tussentijdse groei van het VSO komt dit schooljaar toch ook nog voor rekening van OCW (om dit te bekostigen werd het bedrag per leerling verlaagd van € 19,38 naar € 12,38 per leerling). Naast bovenstaande budgeten, van de rijksoverheid, kent het SWV additionele baten: a. Plusvoorziening (voor 2014: € 100.000), opgenomen in programma 4 Buiten reguliere VO-‐scholen: OPDC . b. Leerlingbegeleiding VSV42 ontwikkeling (voor 2014: € 8.000), opgenomen in programma 4 Buiten reguliere VO-‐scholen: OPDC . Het samenwerkingsverband kent vanaf augustus 2015 drie structurele vormen van verplichte uitgaven: a. Ondersteuningsbekostiging VSO, b. Ondersteuningsbekostiging LWOO, (ingaande 1 januari 2016) c. Ondersteuningsbekostiging PRO. (ingaande 1 januari 2016) In het schooljaar 2015-‐2016 is er een tijdelijke verplichte uitgave: de verplichte inhuur van ambulante begeleiding bij het VSO. (In 2014-‐2015 wordt de ambulante begeleiding nog rechtstreeks bekostigd door OCW). Het SWV zal die verplichting betrekken in afspraken over de jaren daarna, met een nader af te spreken langere looptijd. Tussen 2015 en 2020 vindt er een ‘verevening’ plaats. De ruimte die hierdoor ontstaat, zal daarbij mede worden ingezet om de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de ambulante begeleiders te dragen. Het na aftrek van de verplichte uitgaven resterende budget is “vrij” besteedbaar om de programma’s in het Ondersteuningsplan opgenomen programma’s te realiseren. Schematisch ziet dit er als volgt uit: Baten lichte ondersteuning algemeen lichte ondersteuning LWOO lichte ondersteuning PrO verevening l ichte ondersteuning algemeen zware ondersteuning verevening zware ondersteuning (pers) verevening zware ondersteuning (mat) verevening zware ondersteuning overige baten Totale baten
2014/15 2015/16 tabel i n € 556.829 513.996 1.283.134 326.260 13.981 9.141 589.032 2.975.801 373.145-‐ 12.990-‐ 20.970-‐ 12.990-‐ 394.115-‐ -‐ -‐ 1.146.851 4.714.216
2016/17 513.996 2.199.658 559.302 2.689 2.975.801 335.830-‐ 18.094-‐ 353.924-‐ -‐ 5.897.521
Lasten 2014/15 2015/16 2016/17 afdracht LWOO (via DUO) 1.234.562 2.116.393 afdracht PrO (via DUO) 318.639 546.238 maximering afdracht LWOO/PrO, dit bedrag t.l.v. l umpsum schoolbesturen (indien van toepassing) afdracht V SO, teldatum, (via DUO) 54.665 2.195.476 2.195.476 afdracht V SO, peildatum, (tussentijdse groei V SO), ondersteuningsbekostiging -‐ afdracht V SO, peildatum, (tussentijdse groei V SO), basisbekostiging -‐ Totale lasten 54.665 3.748.677 4.858.107 Besteedbaar ondersteuningsbudget
2017/18
2018/19
2019/20
2020/21
2021/22
513.996 513.996 513.996 513.996 513.996 2.199.658 2.199.658 2.199.658 2.199.658 2.199.658 559.302 559.302 559.302 559.302 559.302 2.975.801 279.859-‐ 14.753-‐ 294.612-‐ -‐ 5.954.145
2.975.801 223.887-‐ 9.464-‐ 233.351-‐ -‐ 6.015.405
2.975.801 2.975.801 2.975.801 111.943-‐ 2.784-‐ 114.727-‐ -‐ -‐ -‐ 6.134.030 6.248.757 6.248.757
2017/18 2.116.393 546.238 -‐ 2.195.476 -‐ -‐ 4.858.107
2018/19 2.116.393 546.238 -‐ 2.195.476 -‐ -‐ 4.858.107
2019/20 2.116.393 546.238 -‐ 2.195.476 -‐ -‐ 4.858.107
2020/21 2.116.393 546.238 -‐ 2.195.476 -‐ -‐ 4.858.107
2021/22 2.116.393 546.238 -‐ 2.195.476 -‐ -‐ 4.858.107
1.092.186 965.539 1.039.415 1.096.038 1.157.299 1.275.923 1.390.650 1.390.650
42
(voorkoming) Voortijdig SchoolVerlaten
48 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
11.9.2 Meerjarenbegroting
Het SWV hanteert als uitgangspunten voor het financieel beleid: -‐
-‐ -‐
een zo groot mogelijk deel van de middelen wordt, op basis van afspraken, ter beschikking gesteld aan de reguliere scholen; daar krijgt het eerste deel van ons credo aangaande passend onderwijs vorm: regulier waar kan, speciaal waar moet formatie volgt de middelen de allocatie van middelen is zoveel mogelijk gebaseerd op het werken ‘met gesloten beurzen’
In deze paragraaf is een samenvattende meerjarenbegroting opgenomen. Hierin komen samen: -‐ de informatie uit paragraaf 1 over de inkomsten en de verplichte uitgaven (VSO, LWOO en PRO), -‐ de uitgaven voor de in dit ondersteuningsplan beschreven activiteiten (programma’s). De meerjarenbegroting is gebaseerd op de volgende aannames: -‐ ongewijzigde leerlingaantallen op de school (als berekeningsgrondslag voor de inkomsten, -‐ ongewijzigde deelname aan VSO, LWOO en PRO, -‐ de kosten per programma zoals vermeld in de voorgaande hoofdstukken van het ondersteuningsplan (er komt nog een kolom met paragraafnummer) Programma 1 Basisondersteuning: professionalisering 1A Deskundigheidsbevordering Betreft inhuur en externe gezamenlijk locatiekosten 1B Deskundigheidsbevordering schoolspecifiek Totaal Programma 2 reguliere VO-‐scholen (voorheen LGF) 2A (Groeps)arrangementen, Aantal naar aard, duur en kosten afspraak Koninklijke Aurisgroep, LGF SH via cluster 2 2B Overgangsmaatregel schooldeel Een budget in geld voor de LGF scholen die op 1-‐10-‐2013 en ook nog op 1-‐8-‐2014 (e.v.) LGF leerlingen hebben. 2C. LWOO Deze taak komt per 1-‐8-‐2015 naar het samenwerkingsverband. Nadere invulling volgt als meer bekend is over de feitelijke uitvoering. Totaal
€ 15.000 PM € 15.000
€ 96.000
€ 378.000
€ 474.000
49 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Programma 3 buiten de reguliere VO-‐scholen: VSO 3A Onderwijsopvangvoorziening/PAB tussentijdse lesplaatsen / € 53.000 e.d. ambulante begeleiding 3B.1 Lesplaatsen VSO, o.b.v. teldatum 1 187 plaatsen (1-‐10-‐2013) € 1.816.000 oktober 3B.2. Lesplaatsen VSO, o.b.v. peildatum 1 € memorie februari, tussentijdse groei 3C Lesplaatsen Praktijkonderwijs, Deze taak komt per 1-‐8-‐2015 o.b.v. teldatum 1 oktober naar het samenwerkingsverband. Nadere invulling volgt als meer bekend is over de feitelijke uitvoering. 3D AWBZ-‐arrangementen (in VSO-‐ € 12.000 scholen) Totaal, exclusief 3B, 3C € 65.000 Programma 4 buiten de reguliere VO-‐scholen: Bovenschoolse voorzieningen -‐ OPDC 4A Overdracht aan St.. BVW De leerlingen die vanaf 1 januari € 424.000 lichte ondersteuning 2014 geplaatst worden op het OPDC hebben daarvoor een arrangement, waaraan een termijn van maximaal twee jaar is verbonden. 4B Deelname exploitatietekort Het beperken van de verblijfsduur € 147.000 OPDC Griffioen van de leerling en het oplossen van de huisvestingsproblematiek zal er toe moeten leiden dat het tekort op termijn wordt gereduceerd. Totaal € 571.000 Programma 5 buiten de reguliere VO-‐scholen: Bovenschoolse voorzieningen -‐ Rebound 5A Overdracht aan St. BVW lichte In afwachting van de € 47.000 ondersteuning ontwikkeling van de Breedteondersteuning in de reguliere VO-‐scholen wordt deze bovenschoolse voorziening apart begroot. 5B Deelname exploitatietekort € 16.300 Rebound Totaal € 63.300 50 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
51 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Programma 6 buiten de reguliere VO-‐scholen: Internationale Schakelklas Walcheren 6A Overdracht aan St. ISK De rijksvergoeding van de € 25.000 Walcheren leerlingen bij de reguliere VO-‐ scholen en geplaatst zijn op de bovenschoolse voorziening ISK is kostendekkend, m.u.v. de tussentijdse instroom na telling t-‐ 1. Deze wordt geraamd. 6B Begroting 2014 St. ISK Walcheren : Baten : € 945.000 Lasten : € 945.000 Totaal € 25.000 Programma 7 Onderwijsloket 7A Personele kosten
7B Materiële kosten Totaal Programma 8 Bestuur en beheer 8A Coördinator 8B Administratie en beheer 8C Overige organisatiekosten Totaal
Voorzitter onderwijsloket fte Orthopedagoog 0.5 fte scholing Huur/testmateriaal
0.2 fte
0.3
€ 30.000
€ 13.000 € 43.000
€ 12.800 € 29.400 € 1.000 € 43.200
In de onderstaande meerjarenbegroting wordt de informatie uit paragraaf 11.9.1 (baten) en paragraaf 11.9.2 (lasten) gecombineerd. De baten uit paragraaf 11.9.1 vertonen een afwijking met de onderstaande meerjarenbegroting, omdat de opstelling uit paragraaf 11.9.1 is gebaseerd op het aantal leerlingen per 1-‐10-‐2012. In de meerjarenbegroting is uitgegaan van het aantal leerlingen per 1-‐10-‐2013. Dit aantal kan overigens nog wijzigen na vaststelling door DUO. Ook is in onderstaande meerjarenbegroting geen rekening gehouden met de gedachte dat de rijksvergoeding LWOO en PRO via het SWV beschikbaar komt. Budget voor LWOO en PRO, indicatie, zonder verevening is berekend op een baten/lasten van € 2.7 mln. Dit heeft géén invloed op het uiteindelijke resultaat van de meerjarenbegroting. 52 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Meerjarenbegrotingen43
43
De leerlingenaantallen zijn nu nog gefixeerd. Na 01-‐10-‐14 zullen prognoses worden opgesteld. Er zijn nog geen evt. gevolgen van te voeren tripartiet overleg verwerkt. De lasten voor OPDC en Rebound zijn nu nog gefixeerd. Er zijn geen lasten opgenomen voor tussentijdse instroom in het VSO, echter wel voor tussentijdse groei van de ISK. Voor 31-‐12-‐14 wordt de Meerjarenbegroting beleidsrijk gemaakt.
53 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 11.9.3 Financieel beleid 11.9.3.1. Risico’s en weerstandsvermogen De St. PVOW is statutair opgericht op 29 oktober 2013. Deze stichting heeft nog geen eigen vermogen (reserves) opgebouwd. Bij de dochterstichtingen is dat wel het geval en wel als volgt: 1. St. Bovenschoolse Voorziening Walcheren Uit de jaarrekening 2012 van de St. BVW (voorheen St. SVOW) blijkt dat het eigen vermogen als volgt is gespecificeerd: -‐ algemene reserve € 26.995 -‐ bestemmingsreserve personeel € 100.000 -‐ bestemmingsreserve Bapo € 14.000 -‐ bestemmingsfonds afschrijving investeringen € 1.867 Het eigen vermogen bij het OPDC (St. SVOW) is opgebouwd uit overschotten op bijdragen die door de 3 stamscholen, Nehalennia SSG, Scheldemond College en CSW, aan OPDC Griffioen zijn overgemaakt. Ook voor 2013 wordt een bescheiden positief resultaat verwacht. Nu de Stichting Bovenschoolse Voorziening Walcheren een 100% dochter is van de Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren heeft een gedeeltelijke afrekening van de overschotten richting Mondia en C.S.W. plaatsgevonden. Het eigen vermogen zal per 31-‐12-‐2013 er als volgt uit zien: Eigen vermogen: -‐ algemene reserve € 36.000 -‐ bestemmingsreserve personeel € 0 -‐ bestemmingsreserve Bapo € 14.000 -‐ bestemmingsfonds afschrijving investeringen € 1.467 2. St. ISK Walcheren Uit de jaarrekening 2012 van de St. ISK Walcheren (voorheen St. Neveninstroomproject Molenwater) blijkt dat het eigen vermogen als volgt is gespecificeerd: -‐ algemene reserve € 135.894 -‐ bestemmingsreserve personeel € 262.722 -‐ bestemmingsreserve Bapo € 20.000 -‐ bestemmingsreserve boekenfonds € 35.160 Het eigen vermogen bij het ISK is opgebouwd uit overschotten op bijdragen die door de 2 stamscholen, Nehalennia SSG en CSW, aan het ISK zijn overgemaakt. Ook voor 2013 wordt een bescheiden positief resultaat verwacht. Nu de Stichting ISK Walcheren een 100% dochter is van de Stichting Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren heeft een gedeeltelijke afrekening van de overschotten richting de Mondia Scholengroep en CSW plaatsgevonden. Het eigen vermogen zal per 31-‐12-‐2013 er als volgt uit zien: -‐ -‐ -‐
algemene reserve bestemmingsreserve personeel bestemmingsreserve bapo
€ 30.000 € 0 € 20.000 54 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING bestemmingsfonds afschr.invest. € 0
-‐ Per 1 augustus 2014 nemen de taken, het budget en de risico’s van het SWV toe. In dit Ondersteuningsplan zijn in eerdere hoofdstukken per programma de risico’s af te leiden. Samengevat komt het er op neer dat de risico’s voldoende zijn afgedekt zodat volstaan kan worden met een bescheiden opbouw van een eigen vermogen bij de St. Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren per 31 december 2014. 11.9.3.2. Administratie en controlling Het budget van het samenwerkingsverband loopt (ook na aftrek van de verplicht af te dragen ondersteuningsbekostiging) enkele miljoenen. Aan het beheer en de verantwoording van het geld worden eisen gesteld. Het samenwerkingsverband moet dus werk maken van de inrichting van haar financiële functie. Te meer daar de middelen nu via de zgn. kassierschool van OCW ontvangen en verantwoord worden en in de toekomst rechtstreeks door het SWV. De financiële functie (planning-‐ en controlcyclus) is het complete financieel beleid en beheer van een organisatie. Het gaat enerzijds om de opzet, namelijk het geformuleerde beleid en de structuur van de financiële “poot” binnen de organisatie. En anderzijds om de uitvoering, namelijk het verloop van de processen en de personele bezetting. De financiële functie van het SWV zal begin 2014 nader uitgewerkt worden. Ook zal begin 2014 een voorstel worden gedaan voor invulling van de controlfunctie.
55 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
Hoofdstuk 12
Activiteitenplan n.a.v. Ondersteuningsplan
Uit het ondersteuningsplan blijkt dat nog verschillende onderwerpen verder uitgewerkt moeten worden. De ambitie is op 1 augustus 2014 zoveel mogelijk georganiseerd te hebben of in ieder geval een plan te hebben gemaakt om die onderwerpen verder te organiseren. 12.1 Activiteiten naar aanleiding van ondersteuningsplan Nr 2
Doeldatum 15-‐02-‐2014
8
Febr/mrt 2014
9 10
15-‐02-‐2014 Jan 2014
12
01-‐03-‐2014
13
Maart 2014
14
Maart 2014
15
Maart 2014
16
Maart 2014
17
01-‐04-‐2014
30-‐04-‐2014
01-‐05-‐2014 01-‐06-‐2014
18
01-‐07-‐2013
19
01-‐08-‐2014
20 21
01-‐08-‐2014 01-‐08-‐2014
Activiteit Routeboek ondersteuningstoewijzing is geschreven. Informatieavonden ouders, m.n. gericht op overgang CvI en TLV/Onderwijsloket Administratie Onderwijsloket is goed opgezet Binnen de provincie Zeeland is een klachten-‐ en bezwaarcommissie ingericht Tweede concept Ondersteuningsplan is voorgelegd aan de gemeenten Mogelijkheden zijn onderzocht en ingepland om OPDC zo te organiseren dat ze beter aansluit op de onderwijsondersteuningsvragen en de blijvende verantwoordelijkheid VO-‐scholen. Met behoud van inhoud en expertise. Het is duidelijk hoe vorm te geven aan afspraken die gemaakt moeten worden met OPDC als leerling ondersteuning (deels) het OPDC bezoekt, waarbij VO verantwoordelijkheid houdt. Het is duidelijk of en zo ja, hoe de Rebound decentraal georganiseerd kan worden Onderzoek op welke wijze leerlingen van het OPDC les en ondersteuning kunnen krijgen op het Asteria College. Planning vergaderingen PVO is bekend; alle overleggen staan ingepland en zijn naar de locaties gecommuniceerd. Ondersteuningsplan is verstuurd aan Onderwijsinspectie Besluiten t.a.v. definitief ondersteuningsplan Aanpassen en aanvullen huidig ondersteuningsplan naar plan 2015-‐2018. Schoolondersteuningsprofielen staan op de websites van de scholen. Eerste fase implementatie HGW/HGD is afgerond; implementatie binnen de locaties krijgt vorm. Ondersteuningsplan 2015-‐2018 is klaar. Witte vlekken zijn ingevuld of er is een plan hoe deze worden ingevuld.
Door wie Coördinator Coördinator en CvI’s Coördinator Bestuur en coördinator Bestuur en coördinator Directeuren
Directeuren
Directeuren Directeuren
Coördinator
Bestuur en coördinator Bestuur Coördinator PVO Directeuren
56 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING 22
01-‐08-‐2014
23
01-‐08-‐2014
24
01-‐08-‐2014
25
01-‐08-‐2014
26
01-‐08-‐2014
27
01-‐08-‐2014
28
01-‐01-‐2015
29
01-‐08-‐2015
30
31-‐12-‐2018
Onderwijsloket weet wat er te wachten staat en hoe dit goed en efficiënt gedaan kan worden; hierop is de bemensing aangepast. Plan interne audits en belevings-‐onderzoek is gemaakt Doorgaande leer-‐ en ondersteuningslijnen PO-‐ VO-‐MBO/HBO/WO zijn afgesproken Binnen de provincie zijn afspraken gemaakt over leerlingen woonachtig in de ene regio en schoolgaand in de andere regio Binnen de provincie Zeeland is een klachten-‐ en bezwaarcommissie ingericht Leer-‐ en aandachtspunten vanuit de pilots en proeftuinen onderijs en zorg zijn verwerkt Transitie van de jeugdzorg en andere gemeentelijke transities hebben een verbinding met onderwijs of er is een plan hoe en waar deze verbindingen gemaakt worden Met betrekking tot LWOO-‐ en Pro-‐beschikkingen is een nieuwe werkwijze en richtlijn bekend. De werkwijze is hierop aangepast HGW en HGD zijn geïmplementeerd
57 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
Bijlagen:
1. Plan van aanpak lacunes ondersteuning (werkdocument) 2. Ontwikkelingsperspectief (wordt 02-‐12-‐2013 voor laatste keer afgestemd binnen samenwerkingsverband en vervolgens aan bestuur voorgelegd)
3. Afspraken met Cluster 1
4. Afspraken met Cluster 2 5. Schoolondersteuningsprofielen: Voor de schoolondersteuningsprofielen verwijzen we naar de websites van de scholen, die u kunt vinden via de website van het samenwerkingsverband; www.PVOW.nl. Een samenvatting van de arrangementen is als bijlage toegevoegd aan dit document (verwacht op 02-‐12-‐2013). 6. Leerlingaantallen in speciale voorzieningen 7. Afkortingenlijst en verklarende woordenlijst
58 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
BIJLAGE 1: WITTE VLEKKEN (d.d. november 2013) Na een analyse van de Concept Schoolondersteuningsprofielen (SOP’s) hebben we de lacunes in de ondersteuning in kaart gebracht. Het is onze ambitie deze lacunes zoveel mogelijk voor 1 augustus 2014 in te vullen dan wel een plan te maken om deze zo spoedig mogelijk na 1 augustus 2014 in te kunnen vullen. Gebied overgangen: -‐ Primair Onderwijs naar Voortgezet Onderwijs (PO > VO) -‐ Voortgezet Onderwijs naar vervolgonderwijs (VO > MBO/HBO/WO) Witte vlek Betreft Derden Stand van zaken nu Afspraken van Data scholen betrokken afstemming Tussenvoorziening OPDC Primair VO organiseert deze schakelklas PO-‐VO onderwijs voorziening: meer afstemmen en samen organiseren met PO. Tussenvoorziening Alle V(S)O Scalda VSV doordat Afspraak met gemeente Nov VO-‐MBO en Edudelta aansluiting moeilijk is, en Scalda, Edudelta en 2013 doorlopende overgang te groot, drie VO-‐ ondersteunignslijnen HZ zeker nu ook toelating samenwerkingsverbanden: Roosevelt ROC wordt werkgroep bezig aangescherpt; er valt een doelgroep tussen Voor HZ en WO nog wal en schip: VSO-‐ afspraken te maken leerlingen bv. Doorlopende leerlijnen Alle VO en PO, SO, SBO BOVO-‐werkgroepen. ICT en schrijfonderwijs 26 PO/SO/SBO-‐VO/VSO VSO Rekenen, spelling en komend schooljaar. Sept. grammatica afgestemd. 2014 Doorlopende Alle VO en PO, SO, SBO Ambulante begeleiding Rugzakondersteuning Okt + ondersteuningslijnen VSO gaat door vanuit PO loopt ongewijzigd door. Dec PO/SO/SBO-‐VO/VSO naar VO, maar zal per Overleg over 2013 (Rugzakken en plaatsing 01-‐08-‐2014 vervallen samenwerking en speciaal onderwijs) en anders overdracht PCL PO en georganiseerd moeten Onderwijsloket VO worden. Walcheren. Aandachtspunten: 1. Ouders groep 7/8 en basisscholen informeren over beschikbare arrangementen in PVO Walcheren: nieuwe website en informatiefolder/ondersteuningsroute VANAF 01-‐01-‐2014. Er staat een ouderavond op het programma waar nieuwe werkwijze Onderwijsloket en overgang CvI’s naar Onderwijsloket worden gepresenteerd; planning januari 2014.
59 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Gebied ZML, Pro en VMBO/MAVO Witte vlek Betreft scholen
Derden betrokken Arduin Juvent St.Maatwerk n.v.t.
Stand van zaken nu
Afspraken van afstemming
Data
Er is een wachtlijst
SO Keurhove SO OdyZee SO Klimopschool SO Sprienke
Via CvI doorstroom; afspraken voor overbruggingsjaar nog te maken MET De Korre en Respont CvI.
Vallen tussen wal en schip; Asteria heeft aanbod, maar financiering lastig. Omzetten REC 2 naar REC4 verloopt stroef. Er moeten structurele afspraken worden gemaakt voor onderwijs-‐ en diplomatrajecten in VSO (VMBO, Mavo, Havo en VWO).
Binnen SWV VO Walcheren zal voor toelating VSO een Toelaatbaarheids verklaring moeten worden afgegeven. Ingaande per 01-‐ 08-‐2014.
Er moet een “tussenarrangement” komen om voor deze doelgroep in de onderwijsbehoeften te kunnen voorzien. Bezig in kaart te brengen; definitie “thuiszitter” is bepaald; mensen reageren op basis van die definitie.
Medio oktober in beeld
In kaart brengen welke dagbesteding er allemaal is
ZMOLK-‐aanpak;
Klimopschool Asteria
Wachtlijst OdyZee;
Standaard van SO door naar VSO
VSO OdyZee VSO Asteria VSO Klimopschool VO OPDC VSO Asteria VSO OdyZee VSO Klimopschool VSO Sprienke
Leerlingen met REC2 en gedragsproblemen
Asteria OdyZee??
REC 2
Diploma in VSO (wettelijk kader voor)
Asteria, Klimopschool, OdyZee (?)
OPDC en VO-‐regulier
Leerling na gesloten plaatsing nu (standaard) een jaar REC-‐4; dat vervalt; wat hebben we als alternatief? ISK-‐leerlingen die onvoldoende niveau hebben voor VO-‐ regulier, maar te “slim: zijn voor Pro Bolwerk.
Alle scholen! M.n. Asteria/ Acreon/ OPDC.
VO-‐regulier ISK Pro Bolwerk
St Maatwerk Scalda
Er zitten leerlingen thuis.
Alle
Gemeente, lpa, onderwijs-‐ consulent, zorginst.
VSO-‐plaatsen voor Walcherse leerlingen in Oosterschelderegio + landelijke voorz. Dagbesteding
Sprienke Acreon OdyZee REC 1 en 2
Er is aanbod in maak; kan nog niet ingezet
60 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
Gebied HAVO/VWO Witte vlek Aanbod HAVO/VWO en hoogbegaafden in speciaal onderwijs: Asteria HAVO/VWO niet in aanbod. OdyZee heeft VWO (in toekomst) na HAVO. Is dat dekkend voor HB?
Er zitten leerlingen thuis. VSO-‐plaatsen voor Walcherse leerlingen in Oosterschelderegio en in landelijke voorzieningen
Betreft scholen Asteria, OdyZee binnen Cluster 4. Binnen Cluster 3 Sprienke en Klimopschool waar het langdurig zieken en fysiek beperkte leerlingen betreft. Sprienke Acreon OdyZee REC 1 en 2
Derden betrokken Reguliere VO-‐scholen hebben expertise in aanbod HAVO, VWO en hoger begaafden
Stand van zaken nu
Thuiszitters o.b.v. eigen definitie in kaart gebracht
Havo/Vwo en aanbod hoogbegaafde is in speciaal onderwijs niet geregeld: witte vlek! Partners moeten rond tafel, eventueel symbioseafspraken met regulier VO.
Afspraken van afstemming Er is aanbod HAVO op OdyZee. Ambitie en plannen voor VWO-‐aanbod, aansluitend op HAVO.
Data
Medio november in beeld.
Aandachtspunten alle VO-‐VSO-‐niveaus 2013-‐2014: 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Zitten alle leerlingen op de plek die hen het best voorziet in hun onderwijsbehoeften of zouden ze vóór 1 augustus 2014 nog naar een andere plek/schoollocatie moeten/kunnen doorstromen? Kan de noodzakelijke ondersteuning ook binnen regulier/zorglokalen(-‐voorzieningen) georganiseerd? Bv. Welke leerlingen van OPDC kunnen doorstromen naar regulier VO met extra ondersteuning? Bv. Welke leerlingen van Asteria kunnen naar OPDC of regulier met AB; flexibele arrangementen mogelijk? Asteria kampt momenteel met laag aantal leerlingen, waardoor formatie in gevaar komt om nog goed onderwijs te kunnen bieden; deze voorziening moet wel blijven bestaan! Hebben we alle mogelijke leerlingen/onderwijsbehoeften in kaart en kunnen we voorzien in de behoeften van alle onderwijsbehoeften? Hoe weet je dat je een 100% dekkend geheel hebt? In hoeverre kunnen leerkrachten/scholen de mogelijkheden benutten tot het omschrijven van ondersteuningsvraag; veiligheid team, …. Welke behoefte / ondersteuningsvraag is er bij preventief insteken? Hoe worden ouders en leerlingen nu betrokken bij hun ontwikkelingsperspectief? Enquête? Protocol Dyslexie wordt door iedereen genoemd: weet iedereen ook inhoud en werkt men daar ook in de praktijk mee? Verloopt ZAT naar wens? Zijn daar nog aandachtspunten die ik mee kan nemen naar gemeente? In hoeverre is loopbaanondersteuning (LOB) in de professionalisering docenten in de scholen?
61 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
BIJLAGE 2:
Ontwikkelingsperspectief
SCHOOLJAAR: 2013-‐2014 Algemene gegevens:
Leerling: School: Groep/klas: Schoolloopbaan: Geb.datum/-‐plaats: Naam ouder 1: Naam ouder 2: Wettelijk vertegenwoordiger/gezag: Versie nr. OPP: Datum: Ingevuld door:
Doel ondersteuningsaanvraag: Planning onderwijs Aanvraag extra ondersteuning Aanvraag toelaatbaarheidsverklaring VSO Aanvraag ondersteuning docent/school
Is er een specifieke aanleiding voor deze aanvraag: Nee / Ja;
Verwachtingen t.a.v. onderwijs en ondersteuning: Leerling: Ouder(s): School:
Relevante voorgeschiedenis
Reeds genomen maatregelen, diagnoses, afgenomen onderzoeken
62 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Onderwijsrelevante beginsituatie van het schooljaar Kindgebonden factoren Krachten en mogelijkheden Didactische ontwikkeling Cognitieve ontwikkeling Emotionele ontwikkeling Fysieke ontwikkeling Leerstrategie Sociale vaardigheden Externe factoren Krachten en mogelijkheden Onderwijsleersituatie Thuissituatie Vrije tijd
Aandachtspunten Aandachtspunten
Betrokken zorg-‐ en hulpverleners Wie, instantie, wanneer
Doel(en)
Resultaat
Nadere handelingsgerichte diagnostiek gewenst Integratief beeld (van overzicht naar inzicht)
Uitstroomniveau (PO/S(B)O) Schooljaar
Didactische leeftijd Leermaanden
Technisch lezen Eindniveau
Begrijpend lezen Eindniveau
Spelling Eindniveau
Rekenen/ wiskunde Eindniveau
Emotionele ontwikkeling Eindniveau
Sociale vaardigheden Eindniveau
Verwachte uitstroombestemming PO/S(B)O > V(S)O Taakgerichte dagbesteding Arbeidsgerichte dagbesteding Vervolgonderwijs Praktijkonderwijs VMBO-‐BB VMBO-‐KB VMBO-‐T / MAVO HAVO VWO/Gymnasium
63 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Te volgen onderwijsniveau V(S)O Aangepast onderwijsniveau Praktijkonderwijs VMBO-‐BB LWT VMBO-‐BB VMBO-‐KB VMBO-‐T / MAVO HAVO VWO/Gymnasium
Verwachte uitstroombestemming V(S)O Ervaringsgerichte dagbesteding Taakgerichte dagbesteding Arbeidsgerichte dagbesteding Begeleide arbeid (met uitkering) Arbeid MBO niveau 1 MBO niveau 2 MBO niveau 3 MBO niveau 4 HBO WO anders: …………………..
Bijzonderheden:
Onderwijsbehoeften (op deze manier leert de leerling het best) Didactisch Cognitief Sociaal Emotioneel Fysiek Leerstrategie
Gewenste ondersteuning (wat is nodig om in onderwijsbehoeften te voorzien) Wat kan de school zelf: Aandacht/tijd: Voorzieningen: Expertise: Gebouw: Samenwerking: Afwijkend programma (leerroute): Gewenste ondersteuning voor docent/school om in onderwijsbehoeften te kunnen voorzien;
64 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Ondertekening voor akkoord met: o Omschrijving van de onderwijsbehoeften en gewenste ondersteuning 44 o Toestemming procedure ondersteuningstoewijzing In procedure mogen de volgende instanties betrokken worden: Porthos Juvent Bovenschoolse voorziening ISK/OPDC/REBOUND VSO: Overig: Naam leerling Naam ouders/verzorger(s) Naam mentor/docent Datum Datum Datum Handtekening Handtekening Handtekening
Arrangement (door Onderwijsloket in te vullen) Aandacht/tijd: Voorzieningen: Expertise: Gebouw: Samenwerking: (Aangepaste) leerroute: Bijzonderheden:
Door welke school/ voorziening:
Toelaatbaarheidsverklaring LWOO beschikking aanvragen (via RVC) Pro beschikking aanvragen (via RVC) Ondertekening namens het Onderwijsloket Mw. I.C. Maartense-‐Mulder Mw. A.N. van der Haar Voorzitter Onderwijsloket Kinder-‐ en Jeugdpsycholoog Coördinator PVOW Onderwijsloket Datum Datum Handtekening Handtekening
Mw. M.M.J. van de Velde – den Hollander NVO Orthopedagoog-‐Generalist
Datum Handtekening
44
Voorafgaand aan de procedure Ondersteuningstoewijzing worden ouders en leerling voorgelicht over de procedure en de eventueel te betrekken derden. Ouders moeten hiervoor toestemming geven. In de procedure ondersteuningstoewijzing worden zo nodig medewerkers van Porthos, Juvent, de bovenschoolse en speciale onderwijsvoorzieningen binnen het samenwerkingsverband PVO Walcheren betrokken ter advisering. Dit gebeurt in het Onderwijsloket, de commissie van ondersteuningstoewijzing van St. PVO Walcheren. (www.PVOW.nl per 10-‐02-‐2014) .
65 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING PLAN VAN AANPAK: PERIODE 1 Plan van aanpak periode 1 SMART-‐doelen:
Activiteiten: (Wie betrokken?)
1. 2. 3. Bijzonderheden:
Wanneer is doel behaald?
Evaluatie OPP periode 1 Datum/betrokkenen Evaluatie van de doelen Evaluatie vanuit de leerling zelf Huidige leerresultaten/behaalde doelen Op welke leergebieden is er nog sprake van specifieke onderwijsbehoeften? Hoe verder? Bijstellen OPP? Sluit het huidige onderwijsarrangement aan op deze onderwijsbehoeften?
Ondertekening betrokken te zijn geweest en akkoord te gaan met de evaluatie periode 1 Naam leerling Naam ouders/verzorger(s) Naam mentor/docent Datum Datum Datum Handtekening Handtekening Handtekening
66 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING PLAN VAN AANPAK: PERIODE 2 Plan van aanpak periode 2 SMART-‐doelen:
Activiteiten: (Wie betrokken?)
1. 2. 3. Bijzonderheden:
Wanneer is doel behaald?
Evaluatie OPP periode 2 Datum/betrokkenen Evaluatie van de doelen Evaluatie vanuit de leerling zelf Huidige leerresultaten/behaalde doelen Op welke leergebieden is er nog sprake van specifieke onderwijsbehoeften? Hoe verder? Bijstellen OPP? Sluit het huidige onderwijsarrangement aan op deze onderwijsbehoeften?
Ondertekening betrokken te zijn geweest en akkoord te gaan met de evaluatie periode 2 Naam leerling Naam ouders/verzorger(s) Naam mentor/docent Datum Datum Datum Handtekening Handtekening Handtekening
67 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
BIJLAGE 3:
Afspraken met Cluster 1
Eind 2013 ontving het samenwerkingsverband VO Walcheren een schrijven van de onderwijsinstelling Visio en Bartiméus, verenigd in VIVIS Onderwijs, Cluster 1 onderwijs. Het betreft de ondersteuning of VSO-‐plaatsing voor leerlingen met visuele beperkingen. Doel is dat 75% van alle leerlingen met visuele beperkingen (3000 in Nederland) kunnen deelnemen aan thuisnabij onderwijs. Dat is relatief een klein aantal leerlingen per samenwerkingsverband. Voor Stichting PVO Walcheren gaat dit om een enkele leerling. Landelijk volgen er ongeveer 800 leerlingen onderwijs via speciale cluster-‐1-‐scholen. Het beleid binnen Cluster 1 is ook gericht op “Regulier waar mogelijk, speciaal waar noodzakelijk!”. Vivis Onderwijs biedt al jarenlang ambulante begeleiding op maat aan leerkrachten en docenten van leerlingen met een visuele beperking. Het vergt een speciale vorm van aandacht. Voor iedere leerling binnen het reguliere onderwijs, waarvoor begeleiding wordt ingezet wordt een begeleidingsplan opgemaakt. Hierin staan de onderwijsbehoeften van de leerling en de ondersteuningsbehoeften van de docent vermeld. Op basis van dit plan wordt de begeleiding ingevuld. De begeleiding kan zeer divers zijn: consultatie, cursussen, inzet van adequate ICT, advies en/of instructie. Vivis Onderwijs zoekt een goede samenwerking met de scholen en de samenwerkingsverbanden. Doel is de begeleiding en het aanbod te verbeteren en af te stemmen op de vraag waar nodig. Binnen het wettelijk kader kunnen arrangementen worden samengesteld waarin regulier en speciaal onderwijs worden gecombineerd. Zodoende kan goed ingespeeld worden op de onderwijsbehoeften van de leerling. Zo kan maatwerk geleverd worden. Voor een aantal leerlingen is het onmogelijk om onderwijs te volgen op een gewone school. Zij zijn aangewezen op cluster-‐1-‐onderwijsvoorzieningen van Visio en Bartiméus. Vaak is er sprake van een meervoudige problematiek. Naast een visuele beperking hebben leerlingen ook motorische problemen, verstandelijke beperkingen, sociaal-‐emotionele problemen, een progressief ziekte beeld of gedragsproblemen. De cluster-‐1-‐scholen bieden onderwijs aan leerlingen van 3 tot en met 20 jaar op niveau basisonderwijs tot VMBO en HAVO, maar ook MBO) . Sommige leerlingen zullen hun gehele schoolloopbaan doorbrengen binnen deze speciale voorzieningen, andere leerlingen komen voor een kortere periode naar deze scholen. Vanuit Vivio Onderwijs worden ook onderwijs-‐zorgarrangementen georganiseerd omdat onderwijsondersteuning bij deze leerlingen vaak niet los kan staan van zorg en hulpverlening die nodig is. Door de visuele beperking hebben deze leerlingen vaak moeite met sociale contacten, zelfredzaamheid, mobiliteit, lopen, verzorging, zelfstandigheid en de algehele ontwikkeling. De zorg is gericht op revalidatie en zelfredzaamheid vanaf nul jaar. Ook kan een onderwijs(zorg)arrangement cluster 1 zich richten op voorbereiding op de arbeidsmarkt of vervolgonderwijs. Wanneer er een vermoeden bestaat van een visuele beperking kan de leerling door de ouders worden aangemeld bij Bartiméus of Visio45. Ook samenwerkingsverband kunnen leerlingen aanmelden, mits zij daarvoor toestemming hebben van de ouders. 45
Aanmelding en informatie: Koninklijke Visio: www.visio.org/onderwijs, Telefoonnummer: 088-‐585 85 85 Bartiméus: www.bartimeusonderwijs.nl, Telefoonnummer: 0900 77 888 99
68 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING Binnen het samenwerkingsverband PVO Walcheren kan een dergelijke aanvraag dus ook via het Onderwijsloket lopen. Een expert vanuit Vivio zal dan uitgenodigd worden bij het organiseren van een passend arrangement. Na aanmelding worden medische gegevens (oogheelkundige gegevens bijvoorbeeld) opgevraagd en worden zo nodig nog aanvullende onderzoeken verricht. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een visueel functieonderzoek, psychologisch onderzoek, pedagogisch en/of didactisch onderzoek. Op grond van de onderzoeksresultaten beoordeelt de Commissie van Onderzoek van de betreffende onderwijsinstelling of het kind op basis van de landelijke toelatingscriteria recht heeft op ambulante onderwijskundige begeleiding of op onderwijs van een onderwijsinstelling voor leerlingen met een visuele beperking. Wanneer het kind toelaatbaar is, wordt in afstemming met de ouders en de reguliere school een passend arrangement samengesteld. Ieder arrangement word op maat ingevuld. Toelatingscriteria cluster 1 Oogheelkundig Gezichtsscherpte = < 0,3 En/of gezichtsveld = < 30° En/of hemianopsie En/of leesvisus = < 0,25 Gezichtsscherpte 0,3 – 0,5
In combinatie met
Toelating
Ja, bij het voldoen aan één van deze criteria vindt toelating plaats.
-‐
Extra onderzoek nodig: toelating indien: 1) de visuele beperking samenhangt met meetbare visuele stoornissen 2) de visuele beperking leidt tot participatieproblemen 3) er geen alternatieve verklaring voor de participatieproblemen aanwijsbaar is. Uitsluitend bij het voldoen aan alle hiervoor genoemde drie punten is een toelating voor behandeling/begeleiding geïndiceerd.
stoornissen in de lager visuele functies (visueel sensorische functies en/of oculomotore functies) (bijv: specifieke functiestoornissen, zoals contrastgevoeligheid en licht(over)gevoeligheid; gezichtsveldbeperking anders dan concentrische beperking <30 °) -‐ stoornissen in de hogere visuele functies (visueel perceptuele cognitieve functies en/of visuo-‐ motorische functies) -‐ ontbreken (dan wel beperkt aanwezig zijn) van compensatie-‐ mogelijkheden. Progressieve aandoening (die de ontwikkeling van het kind/de jongere bedreigt)
Gezichtsscherpte 0,3 -‐ 0,5
Gezichtsscherpte > 0,5
-‐
-‐
stoornissen in de lagere en/of hogere visuele functies zoals beschreven bij gezichtsscherpte 0,3 – 0,5. Interdisciplinair afwegen of er vanuit visuele beperkingen in het ADL en/of cerebrale aandoeningen van het visueel systeem voldoende indicaties zijn voor toelating tot onderzoek.
Extra onderzoek is nodig: toelating indien de verwachting bestaat dat zich participatieproblemen zullen voordoen. Extra onderzoek nodig: toelating indien: 4) de visuele beperking samenhangt met meetbare visuele stoornissen 5) de visuele beperking leidt tot participatieproblemen 6) er geen alternatieve verklaring voor de participatieproblemen aanwijsbaar is. Uitsluitend bij het voldoen aan alle hiervoor genoemde drie punten is een toelating voor behandeling/begeleiding geïndiceerd.
69 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
BIJLAGE 4:
Aanbod vanuit Cluster 2
Onder Cluster 2 vallen de dove en slechthorende leerlingen en leerlingen met een communicatieve beperking. Dit kunnen ernstige spraak-‐ of taalmoeilijkheden zijn of een vorm van autisme waarbij de communicatie het belangrijkste probleem is en niet het gedrag. Auris Ambulante Dienstverlening en Auris de Kring (de SO school in Goes) hebben een voorstel gedaan aan het samenwerkingsverband. Het voorstel zal met de samenwerkingsverband besproken en afgestemd worden. Naar verwachting zullen de gesprekken hierover begin 2014 vorm krijgen. Met afzonderlijke scholen zijn reeds afspraken gemaakt voor ambulante begeleiding. Passend Onderwijs in het regulier voortgezet onderwijs: voorstel namens REC 2. Diplomaroute leerlingen in regulier VO. Passend Onderwijs voor alle leerlingen! Dat is de uitdaging waar het onderwijs de komende jaren voor staat. Dit geldt ook voor Auris die, o.a. in Zeeland, REC 2 onderwijs en begeleiding verzorgt aan mensen die moeite hebben met horen, spreken of taal . Auris heeft een idee ontwikkeld hoe passend onderwijs kwalitatief goed en in samenwerking met het regulier VO ingevuld zou kunnen worden. Het regulier voortgezet onderwijs wordt bevolkt door leerlingen met uiteenlopende mogelijkheden. De grootste groep leerlingen verlaat de school zonder al te veel problemen met een regulier diploma. Voor enkele leerlingen is extra ondersteuning en/of begeleiding noodzakelijk om dat reguliere diploma te kunnen behalen. De begeleiding aan de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften vraagt om een gezamenlijke inspanning van het regulier-‐ en het speciaal onderwijs. Auris heeft voor een deel van deze leerlingen, de leerlingen met “REC 2” problematiek, een begeleidingsvorm ontwikkeld waardoor toch binnen de reguliere VO setting een regulier diploma behaald moet kunnen worden. We noemen het een hybride diplomaroute. Uit theorie en in de praktijk is ons gebleken dat leerlingen van 12 jaar en ouder met REC 2 problematiek vaak grote problemen hebben binnen het (regulier) voortgezet onderwijs met de volgende onderdelen: • Mondelinge taalontwikkeling (Leerlijn; Communicatieve redzaamheid) • Planningsvaardigheden, zelfstandigheid, zelfaansturing (Leerlijn: Leren leren) • Omgang met anderen, samenwerking, uiten van gevoelens (Leerlijn: Sociaal gedrag) Deze vaardigheden zijn voor de ontwikkeling van leerlingen tot jong-‐volwassenen van enorm belang en ontwikkelen zich in tegenstelling tot zich normaal ontwikkelende pubers niet impliciet. Bij jongeren met een spraak/ taal of gehoorsprobleem moeten deze vaardigheden expliciet worden aangeleerd. Deze vaardigheden zijn een voorwaarde om binnen het regulier voortgezet onderwijs en daarna succesvol mee te kunnen draaien. Als de ontwikkeling van deze leervakoverstijgende vaardigheden gelijk kan oplopen met de ontwikkeling van de examenvakken, is een regulier VO diploma voor deze zorgleerlingen heel goed haalbaar. Bovendien geeft dit diploma dan ook goede doorstroommogelijkheden binnen het MBO of HBO. Auris heeft leerlijnen ontwikkeld waarlangs leerlingen de drie genoemde vaardigheden aangeleerd kunnen krijgen. Door structureel met leerlingen aan deze onderdelen te werken, wordt een regulier VO diploma voor deze leerlingen haalbaar en breed inzetbaar gemaakt. Dit is in de eerste plaats goed voor de leerling, maar ook voor de VO-‐school en voor Auris. De leerling kan binnen het regulier onderwijs een regulier diploma halen. De VO school kan zorgleerlingen succesvol blijven begeleiden en laten uitstromen met een regulier diploma. Auris kan haar ondersteunende taak in een reguliere setting uitvoeren. 70 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING En dan de praktijk… Bovenstaand product moet wel worden ingepast. Deze inpassing willen we nadrukkelijk in samenspraak met de scholen voor Voortgezet onderwijs uitwerken. We hebben daarom heel bewust gekozen voor een opzet die vanuit de inhoud is gestart. De invulling van de organisatie doen we graag in goed overleg. Een mogelijke inpassing zou er als volgt uit kunnen zien: Om als Auris bovenstaand zorgaanbod aan te kunnen bieden zoeken we 6 lesuren per week. Binnen het VMBO worden een flink aantal vakken gegeven. In samenspraak met een VO school kunnen we bepalen welke van de vakken voor deze groep leerlingen uit het lesrooster gehaald zouden kunnen worden. Deze lesuren worden verzorgd door (een) medewerker(s) (van) Auris en tijdens die 6 lesuren worden de leerlijnen “Sociaal gedrag”, “Mondelinge taal” en “Leren leren” onderwezen. De resterende lesuren draaien deze leerlingen gewoon mee met hun klasgenoten en doorlopen ze dezelfde vakken. Passend onderwijs dus, met oog voor de specifieke behoeften van een deel van de leerlingenpopulatie. Marcel Provoost Auris College Goes Onderdeel van de Koninklijke Auris Groep
[email protected] 0113 – 217 148 06 – 1935 2023 www.auriscollegegoes.nl Rob Landa Auris Dienstverlening Goes
[email protected] 0113 – 323 264
71 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
BIJLAGE 5: Schoolondersteuningsprofielen Voor de schoolondersteuningsprofielen van de scholen verwijzen we naar de websites van de scholen. Een samenvatting van de arrangementen in ons samenwerkingsverband staat in deze bijlage omschreven. Dit is tevens een onderdeel van het “Routeboek Ondersteuningstoewijzing” , wat we binnen het Onderwijsloket gebruiken. a) Mondia Scholengroep; Scheldemond VMBO b) Mondia Scholengroep; Scheldemond HAVO/VWO c) Mondia Scholengroep; Nehalennia Kruisweg (VMBO) d) Mondia Scholengroep; Nehalennia Breeweg (HAVO/VWO) e) Christelijke Scholengemeenschap Walcheren Toorop f) Christelijke Scholengemeenschap Walcheren Bestevaer g) Christelijke Scholengemeenschap Walcheren van der Perre h) Stichting Respont Praktijkschool het Bolwerk i) Stichting Respont; Asteria College j) Stichting Respont; OdyZee College k) Stichting Respont; Acreon l) Stichting Respont; de Vliethoeve (?) m) De Korre; Klimopschool n) De Korre; De Sprienke o) Stichting Bovenschoolse Voorzieningen Walcheren; OPDC p) Stichting Bovenschoolse Voorzieningen Walcheren; Rebound q) Internationale Schakelklas ISK Walcheren
72 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
BIJLAGE 6: Leerlingaantallen in speciale voorzieningen Op 1 december 2013 waren de volgende aantallen Walcherse leerlingen ingeschreven in bovenschoolse en speciale voorzieningen: Bovenschoolse Voorziening OPDC 158 Bovenschoolse Voorziening Rebound 10 (15 plekken) ISK Walcheren 88 Korczakgroep 73 • Asteria College 25 (locatie gedifferentieerde cijfers opgevraagd) • OdyZee College .. • Acreon 4 • Vliethoeve .. • Argo 0 Klimopschool 77 Sprienke 24 Buiten de regio: Yuliusschool (RMPI) LSG Rentray (Justitieel) Aantal “rugzakken”: REC 4 REC 3 LG REC 3 MG REC 3 LZ REC 3 ZMLK
2 1 01-10-2012 116 12 0 3 1
01-10-2013 (nog te verwerken!) .. .. .. .. ..
73 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING
BIJLAGE 7:
Afkortingenlijst en verklarende woordenlijst
Cluster 1
voorzien in ondersteuning of speciaal onderwijs voor leerlingen met visuele beperkingen. Dit is een landelijk werkende organisatie en wordt vertegenwoordigd door Bartiméus en de Koninklijke Visio Cluster 2 voorzien in ondersteuning of speciaal onderwijs voor leerlingen met auditieve en/of communicatieve beperking. Binnen de provincie Zeeland hebben we hierover contact met de Koninklijke Aurisgroep. Cluster 3 Voorzien in ondersteuning of speciaal onderwijs voor leerlingen die zeer moeilijk leren (ZML onderwijs), kinderen met een ernstige of diepe stoornis in de intellectuele ontwikkeling (MG-‐ZML onderwijs), lichamelijk gehandicapte kinderen (LG onderwijs), meervoudig lichamelijk gehandicapte kinderen (MG-‐LG onderwijs) en langdurig zieke kinderen (LZK onderwijs). Cluster 4 Voorzien in ondersteuning of speciaal onderwijs voor leerlingen met ernstige gedragsproblemen, ontwikkelingsproblemen en/of psychiatrische problemen. HBO Hoger Beroepsonderwijs HGW Handelingsgericht werken; omschrijft een route langs een aantal fasen die doorlopen moeten worden wanneer een leerling ondersteuning nodig heeft. Het betrekken van de leerling en diens ouders is daarin duidelijk beschreven. De fasen omschrijven een cyclisch proces waarbinnen de ontwikkelingen van de leerling worden gevolgd en het aanbod in onderwijs en ondersteuning aan wordt aangepast. Er zijn in een schooljaar twee cycli, waarin gewerkt wordt aan gestelde doelen en die vervolgens worden geëvalueerd en bijgesteld voor de tweede periode van het schooljaar. De onderwijsbehoeften van de leerling zijn leidend en staan beschreven in een individueel Ontwikkelingsperspectief. HGD Handelingsgerichte diagnostiek LWOO Leerwegondersteuning Onderwijs; vorm van ondersteuning in regulier onderwijs waarvoor indicatie moet worden aangevraagd via de RVC. MBO Middelbaar Beroepsonderwijs MR Medezeggenschapsraad Ondersteuningsbehoeften Die vormen van ondersteuning die een leerkracht, docent of school nodig heeft om te kunnen voorzien in de onderwijsbehoeften van een leerling. Ook de ondersteuningsbehoeften worden in 5 aspecten opgedeeld. Onderwijsbehoeften Wat een leerling aan ondersteuning nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelingen zoals naar zijn mogelijkheden mag worden verwacht. Deze onderwijsbehoeften worden in 5 aspecten onderverdeeld. Onderwijsloket Orgaan van het samenwerkingsverband PVO Walcheren waar geadviseerd wordt over ondersteuningsarrangementen en onderwijszorgarrangementen wanneer de ondersteuningsvraag van de leerling de mogelijkheden van de VO-‐scholen overstijgt en geeft een Toelaatbaarheidsverklaring af voor de toelating tot de VSO-‐scholen. Ontwikkelingsperspectief: OPP; formulier waar onderwijsbehoeften en doelen in staan beschreven, dient tevens als aanmeldformulier voor het Onderwijsloket OOGO Op Overeenstemming Gericht Overleg OPDC Orthopedagogisch en Didactisch Centrum OPP Ontwikkelingsperspectief (formulier waar onderwijsbehoeften en doelen in staan beschreven, dient tevens als aanmeldformulier voor het Onderwijsloket) 74 Concept versie 13-‐02-‐2014
PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS WALCHEREN SAMEN RONDOM DE LEERLING OPR PO Pro PVO Walcheren REA RVC
SBO SMART (doelen) SMT
SO SOP Stamschool SWV TLV VO VSO VSV Walchers Model
Witte vlekken
ZAT
Ondersteuningsplanraad; MR van het samenwerkingsverband Primair Onderwijs (basisscholen, SBO en SO) Praktijkschool Passend Voortgezet Onderwijs (naam samenwerkingsverband) Regionale Educatieve Agenda; overleg tussen de regionale samenwerkingsverbanden en de gemeenten. Regionale Verwijs Commissie: geven indicaties af voor Praktijkschool of LWOO, op basis van landelijk geldende criteria. Speciaal Basisonderwijs Specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden Sociaal Medisch Team, ook wel klein “ZAT” genoemd. In dit structureel overleg zitten de zorgmedewerkers die binnen de school werkzaam zijn en overleggen over zorgleerlingen en plan van aanpak. Speciaal Onderwijs (4-‐12 jaar) Schoolondersteuningsprofiel De school waar de leerling staat is geschreven (of is aangemeld) Samenwerkingsverband Toelaatbaarheidsverklaring voor toelaatbaarheid van een leerling in het VSO Voortgezet Onderwijs Voortgezet Speciaal Onderwijs Voortijdig schoolverlaten Visie-‐uitwerking van de Walcherse gemeenten m.b.t. transities en samenwerking met onderwijs; visie op hoe zij willen dat de gemeentelijke verantwoordelijkheid uitgevoerd wordt. (of lacunes) in de ondersteuningsstructuur zijn gebieden waarop nog geen ondersteuning is georganiseerd voor de leerlingen binnen het samenwerkingsverband. Deze witte vlekken dienen voor 01-‐08-‐2014 te zijn opgevuld of er moet een plan zijn waaruit blijkt dat die witte vlekken op korte termijn zullen worden ingevuld. ZorgAdviesTeam; SMT aangevuld met vertegenwoordigers politie, hulpverleningsinstanties en leerplicht om de leerlingen te bespreken waar binnen de school geen oplossing voor is te organiseren/vinden.
75 Concept versie 13-‐02-‐2014