Islam en Armoede: Inzet en Inspiratie
SAMEN RIJKER Voor en door vrijwilligers
Auteurs Marzouk Aulad Abdellah Stella el Bouayadi – van de Wetering Ryan Dilrosun Abdoellah Ghzili Fatma Katirci Samantha Oudeman Osman Paköz Ali Ware Nourdeen Wildeman
boekje Samen Rijker3.indd 1
Redactie Peter Faber Abdoellah Ghzili Samantha Oudeman Hasan Yar
28-11-2012 11:59:25
HOOFDSTUK INHOUDSOPGAVE
Voorwoord Hoofdstuk 1:
3 Inleiding
5
Hoofdstuk 2: Mijn barmhartigheid kent geen grenzen
10
Portret:
13
Mensen helpen iemand anders te helpen – Ahmed el Mesri
Hoofdstuk 3: Wie goed doet, goed ontmoet
16
Portret:
19
Erover praten doen ze niet – Nyamad Moenna
Hoofdstuk 4: Schenk ons een vriend en helper
23
Portret:
26
Je laat een ander niet in de kou staan – Paul Scheerder
Hoofdstuk 5: Bezitten doe je niet alleen
29
Portret:
32
Ruimte geven voor het verhaal van de ander – Samira Salouli
Hoofdstuk 6: Delen doe je met elkaar
35
Portret:
38
Ieder mens verdient hulp – Isa Seven
Hoofdstuk 7: Omzien naar elkaar tijdens het Offerfeest, het vasten en het Suikerfeest Portret:
Het is een plicht om te zorgen voor de minderbedeelden – Fikret Beydogan
Hoofdstuk 8: Het was voorbestemd dat dit mij overkwam Portret:
De Profeet is het voorbeeld van een goede man – Naima Toutouh
42 45 49 52
Nawoord
56
Over de schrijvers en redacteurs
57
Lijst van organisaties in Amsterdam West
59
2
boekje Samen Rijker3.indd 2
28-11-2012 11:59:25
VOORWOORD
Werkloosheid. Te weinig inkomen. Armoede. Schulden. Vaak beginnen we met spreken over wat niet goed gaat. “Moslims worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt, moslims zijn armer. Moslims dit….” Dit denken en spreken over onszelf maakt ons negatief, passief. We worden in een slachtofferrol gedrukt. Soms doen we hier zelf actief aan mee als we dit beeld met ons meedragen of verspreiden. De vraag naar wat wijzelf kunnen en hoe wij willen handelen in de strijd tegen verarming en sociale uitsluiting, wordt maar weinig gesteld. Een gemiste kans. Deze publicatie komt in dit gemis tegemoet. Het put uit de bronnen van de islam en de inzet van enkele vrijwilligers. De publicatie bundelt instructies voor een praktische inzet tegen armoede. Het roept tevens op tot gesprek. Over de vraag bijvoorbeeld hoe we – in godshuizen, vrijwilligersorganisaties en moslimgemeenschappen - de inzet ten gunste van arme medebewoners kunnen verbeteren. Daarbij, de publicatie leent zich ook voor een gesprek tussen moslims en niet-moslims. En naar wij verwachten, is de publicatie een stimulans tot samenwerking tussen moslims en niet-moslims in de strijd tegen verarming en sociale uitsluiting. De in deze publicatie uitgelegde begrippen roepen op tot wederkerigheid. Niet voor de ander maar met de ander. Neem nu het begrip sadaqat of liefdegaven. Liefdegaven geef je niet enkel aan de ander, je ondersteunt de ander in zijn of haar eigen kracht. Dat wil zeggen, je stimuleert het vermogen van de ander zelf de regie te nemen, met zelfvertrouwen de toekomst tegemoet te zien. Op deze plaats bedanken we iedereen die zo hard aan deze publicatie heeft meegewerkt. We bedanken het Stadsdeel West, het PIN en Stichting Het R.C. Maagdenhuis voor hun financiële bijdragen aan dit project. Een woord van dank gaat uit naar Hajo Hoffs voor de fotografie. Daarnaast bedanken we de schrijvers die met hun bijdragen deze publicatie hebben mogelijk gemaakt: Marzouk Aulad Abdelleh, Stella el Bouayadi –
boekje Samen Rijker3.indd 3
3
28-11-2012 11:59:25
van de Wetering, Ryan Dilrosun, Abdoellah Ghzili, Fatma Katirci, Osman Paköz en Nourdeen Wildeman. De geportretteerde vrijwilligers Ahmed el Mesri, Nyamad Moenna, Paul Scheerder, Samira Salouli, Isa Seven, Fikret Beydogan en Naima Toutouh bedanken we voor hun bereidheid tot medewerking en tijd. Bedankt Samantha Oudeman voor het optekenen van de portretten. Als laatste bedanken we de redactie voor hun inzet: Peter Faber, Abdoellah Ghzili, Samantha Oudeman en Hasan Yar. Wij wensen de lezer tot slot veel leesplezier!
Amsterdam, november 2012, Hans Krikke Directeur Stichting Samenwonen-Samenleven Hasan Yar Directeur Stichting IHSAN
4
boekje Samen Rijker3.indd 4
28-11-2012 11:59:26
HOOFDSTUK 1
Inleiding Peter Faber, Abdoellah Ghzili, Samantha Oudeman en Hasan Yar
Armenhulp onder moslims zou kunnen toenemen als moslims worden benaderd vanuit het perspectief van hun geloof en de daarin aanwezige betrokkenheid op de samenleving, in plaats vanuit het perspectief van problemen en tekorten. Achtergrond De eerste aanleiding voor deze publicatie werd ongeveer een jaar geleden gegeven. Op 17 september 2011 organiseerden Stichting SamenwonenSamenleven en Stichting IHSAN tezamen een conferentie in de Badr moskee in Amsterdam West met als thema ‘Armoede en islam en de rol van moslims in de bestrijding daarvan’. Het Bos en Lommer interreligieus Beraad/West Interreligieus Netwerk pakte de handschoen vervolgens op en nodigde SW-SL en IHSAN uit om een van de slotvragen van de conferentie te beantwoorden: Hoe kunnen we bronnen van inspiratie die binnen de islam aanwezig zijn inzetten in de bestrijding van armoede? Stichting Samenwonen-Samenleven traint vertrouwenspersonen in verschillende wijken in Amsterdam. Zij is bekend met de leefsituaties van Amsterdamse huishoudens en veel van de zelforganisaties die deze huishoudens ondersteunen. In het bijzonder in migrantengemeenschappen. Stichting IHSAN is een landelijke organisatie die zich richt op de maatschappelijke activering van moslims. Zij heeft al jaren ervaring met het inzetbaar maken van kernbegrippen uit de islamitische traditie voor vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Twee organisaties die hun werkwijzen hebben gebundeld in de beantwoording van de bovenstaande vraag. Het resultaat ligt hier: Een verzameling van kernbegrippen in de islam, inzetbaar in de bestrijding van armoede in Amsterdam. De begrippen zijn door moslims uit heel Amsterdam, van moskee tot zelforganisatie tot hoger onderwijs, uitgelegd in de Amsterdamse context. Deze begrippen worden afgewisseld met portretten van moslims die zich op grond van hun geloof inzetten voor een ander en hierbij ook met armoede in aanraking komen. Dit boekje is een stap in een proces van uitwisseling en kennismaking, een aanzet tot actie en samenwerking.
boekje Samen Rijker3.indd 5
5
28-11-2012 11:59:26
Armoede in Nederland? In Nederland spreken we vooral van relatieve armoede. Daarmee wordt meestal bedoeld dat mensen om financiële redenen niet in staat zijn om die dingen te kopen of te doen die in onze samenleving als gebruikelijk of als minimaal aanvaardbaar gelden. In dit boekje zien we armoede als het gebrek aan mogelijkheden en middelen om in verhouding tot anderen een acceptabel bestaan te leiden. Armoede heeft te maken met samenleven. Of eigenlijk het niet volledig mee kunnen doen aan samenleven. Daarmee is armoede in Nederland iets dat gepaard gaat met eenzaamheid. In die eenzaamheid ervaren mensen hun financiële problemen. Voortdurende armoedesituaties en schuldenproblemen leiden vaak tot verlies van zelfwaardering, zelfrespect en het respect- en waarderingsverlies van de omgeving. In het algemeen kan worden gezegd dat de grootste groepen onder de gezinnen met weinig geld eenoudergezinnen zijn met minderjarige kinderen (36 procent) gevolgd door de ouderen, huishoudens van gepensioneerden, de vijfenzestigplussers (12 procent). Het onderzoek van Stichting IHSAN dat voorafging aan de bovengenoemde conferentie liet zien dat niet-westerse allochtonen oververtegenwoordigd zijn onder de Nederlandse minimagezinnen. Zij hebben gemiddeld vier keer meer kans om tot minimagezinnen te behoren (28 procent) dan autochtonen. Dat beeld is niet onder alle allochtone bevolkingsgroepen gelijk: Marokkanen hebben 32 procent kans om tot een minimahuishouden te behoren, Turken 26 procent en Surinamers 23 procent. Met name de eerste generatie allochtonen is met 30 procent oververtegenwoordigd. De tweede generatie maakt 17 procent kans. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek behoort 9,3 procent van de in totaal 6,7 miljoen huishoudens in Nederland tot de laagste inkomensgroep. Dat betreft 623.000 gezinnen, de zogeheten minimahuishoudens. Van hun schrale inkomsten houden ruim 233.000 huishoudens (van die groep van 623.000) geen geld over voor extra’s.
6
Wat verder opvalt is dat niet-westerse allochtonen vaker dan autochtonen tot de allerarmsten behoren. Marokkanen hebben met 13 procent relatief de grootste kans. Dat percentage is 7 procent voor Surinamers. De Turken zitten daar met 9 procent tussenin. Over de exacte aard van armoede onder niet-westerse migranten is niet alles bekend. Over de wijze waarop
boekje Samen Rijker3.indd 6
28-11-2012 11:59:26
activiteiten van moskeeën en aanverwante organisaties bijdragen aan armoedebestrijding is nog minder bekend. Een rondgang langs vrijwilligersorganisaties in Amsterdam, voorafgaand aan de conferentie, liet bovendien zien dat armoedeproblemen moeilijk herkenbaar en bespreekbaar zijn. Bijvoorbeeld door schaamte, taboes of het idee ‘Nederland is een rijk land en kent geen armoede’. Over inkomensproblemen praten we liever niet. Dat is onder allochtonen net zo als onder autochtonen. Wel is het zo dat de angst voor roddel en het taboe op sommige oorzaken van inkomensproblemen in sommige migrantengemeenschappen groter is. Eenzaamheid speelt daar nog meer een rol. Deze situatie maakt veel slachtoffers. Dit is onwenselijk. Eigen kracht Dit kan veranderen. De moslimgemeenschap kan armoedeproblemen aanpakken. Daartoe heeft de gemeenschap ook alles in huis. Eigen kracht. Zelforganisaties en ethische waarden zijn twee belangrijke bronnen waar de gemeenschap kracht uit kan putten. Nederland telt naar schatting ruim 1.000 moslimorganisaties waarvan 450 moskeeën en ongeveer 550 verwante zelforganisaties zoals vrouwenorganisaties, jongerenverenigingen, studentenverenigingen en belangenbehartiginggroepen. Dit is een grote sociale potentie die getuigt van eigen kracht. De betrokkenen bij deze organisaties zijn ‘doeners’. Sleutelfiguren in de eigen gemeenschappen. Je kent ze wel, de aanpakkers. Door al deze organisaties draaiende te houden, creëren deze vrijwilligers waardevolle maatschappelijke diensten. Voor talloze armen en andere maatschappelijk marginalen zijn ze veilige havens om toevlucht te zoeken en op adem te komen. Een groot aantal sleutelfiguren en bestuurders van moskeeën en aanverwante zelforganisaties in Amsterdam West die we de afgelopen jaren hebben gesproken, geeft op eigen manier vorm aan de solidariteit met armen. Deze bijdrage kan nog deskundiger en verdient erkenning en steun. Een vorm van steun is het beschikbaar maken van motivatie en inspiratie uit religieuze bronnen en menselijk handelen. Dit alles in een positieve bijdrage waarin we nu eens niet alleen stilstaan bij wat niet goed gaat.
7
boekje Samen Rijker3.indd 7
28-11-2012 11:59:26
Inspiratie uit de islamitische ethiek en de dagelijkse inzet van enkele moslims De islam kent een lange en rijke traditie van denken over de inzet voor elkaar en de samenleving. Het gaat daarin om het ‘algemeen maatschappelijk belang’. In de klassieke geschriften wordt dit maslaha genoemd, goede publieke werken. Maslaha gaat over de zorg voor een aantal kernzaken in het leven: zorg voor het leven, de rede, menselijke waardigheid, godsdienst, eigendom en toekomstige generaties. Een andere benadering van inzet voor de ander, komt voort uit denken over de eigenschappen van God. De 99 schone namen van God zijn voor de mensen nastrevenswaardig. Het gaat bijvoorbeeld over barmhartigheid (van al-Rahman, ook opgenomen in deze bundel), liefde, goedheid (khayr) of rechtvaardigheid (‘adalat). In deze publicatie hebben we gekozen voor de begrippen: rahma/barmhartigheid; ihsan/diepe verbondenheid met God; de kwetsbaren en onderdrukten/moestad’afien; omgaan met bezit; zakat en sadaqat/armenbelasting en giften; de sociale betekenis van bekende islamitische rituelen en tot slot het lot en de eigen verantwoordelijkheid. Deze begrippen zijn natuurlijk niet volledig. Wel hebben al deze begrippen op de een of andere manier te maken met denken over armoede, inkomensproblemen of schulden. Wat is barmhartigheid en hoe werkt het? Ryan Dilrosun schrijft dat rahma of barmhartigheid concreet wordt in verbondenheid met elkaar. Fatma Katirci werkt dit verder uit via haar uitleg van het begrip ihsan. Ali Ware en Abdoellah Ghzili vertalen het begrip moestad’afien of de kwetsbaren naar de Nederlandse context. Ze geven een antwoord op de vraag over wie we het hebben als we spreken over de ander die we willen helpen. Stella el Bouayadi – van de Wetering en Marzouk Aulad Abdellah schrijven over hoe er binnen de islam wordt gedacht over bezit (mulk) en het omgaan daarmee. In een tweede artikel van de hand van El Bouayadi – van de Wetering gaat het over bekende begrippen als zakat en sadaqat. Osman Paköz schrijft over de maatschappelijke betrokkenheid die uit enkele bekende islamitische rituelen spreekt. Tot slot leidt Nourdeen Wildeman ons naar de vraag over het lot: Want als alles is voorbestemd, moeten wij onze armoede dan maar dragen?
8
boekje Samen Rijker3.indd 8
28-11-2012 11:59:26
Tussen de begrippen door wordt telkens een portret gegeven. De portretten gaan over moslims die zich op grond van hun geloof inzetten voor een ander en hun ervaringen met armoede. Op verschillende plekken in de stad zijn deze ‘doeners’ actief in heel verschillende rollen: Ahmed el Mesri ondersteunt bij Stichting Assadaaka ouderen en mensen met een lichamelijke beperking, Nyamad Moenna zet zich in voor Hindoestaanse ouderen, Paul Scheerder helpt kinderen en moeders in de knel, Samira Salouli is maatje voor iemand in de schuldhulpverlening, Isa Seven is coördinator bij een Voedselbank, Fikret Beydogan werkt als slager en Naima Toutouh zet zich in voor de emancipatie van mannen. Zeven verschillende bronnen van ervaring en inspiratie. Gecombineerd met zeven teksten over inspirerende begrippen uit de islam. Het boekje wordt afgesloten met aanvullende informatie over de schrijvers, redacteurs en diverse organisaties actief in Amsterdam West.
9
boekje Samen Rijker3.indd 9
28-11-2012 11:59:27
HOOFDSTUK HOOFDSTUK 2
Mijn barmhartigheid kent geen grenzen Ryan Dilrosun
Iedere dag schenkt God zijn onbegrensde rahma aan zijn schepping. Rahma betekent barmhartigheid en genade. Door deze rahma zijn mensen, dieren en alles dat onderdeel van de schepping uitmaakt, in staat barmhartig te zijn voor elkaar. Barmhartigheid wordt concreet in verbondenheid met de ander. Een voorbeeld uit de moskee: enkele broeders ontdekten dat een medebroeder het thuis niet goed had. Hij sliep op de grond en had weinig om te eten. Samen haalden ze geld op, kochten een bed en voor een maand aan eten en leerden de man goed met geld omgaan. Rahma stelt ons in staat dit te doen. Rahma wil zeggen dat je iemand (of iets) met zoveel liefde en tederheid behandelt, dat het de ander goed doet. Zo is het ook met Gods rahma voor de schepping. God is al-Rahman, de Weldoener en al-Rahiem, de Genadevolle. Die rahma delen we met de ander. Ieder ander. De rahma van God Ieder hoofdstuk in de Koran, op één na, begint met de woorden Bismillah al-Rahman al-Rahiem ofwel ‘In de naam van God, de absoluut onvoorwaardelijke Gever van alles dat nodig is voor ontwikkeling, de constante Gever van alles dat nodig is voor ontwikkeling.’ De Koran zegt ons zo dat rahma de belangrijkste eigenschap van God is. Allereerst is God al-Rahman. Hij is goed voor de schepping door Zijn liefde voor de schepping te delen zonder dat mens, dier of andere creatie er iets voor gedaan heeft. God noemt Zichzelf in de Koran dus de ultieme oorsprong en voortbrenger van genade en laat ons bovendien weten dat Hij de hele schepping in werking heeft gezet vanuit rahma. De tweede vorm van rahma die genoemd wordt – al-Rahiem, de Genadevolle – is het constant geven van rahma. God behandelt en benadert de schepping steeds vanuit genade en barmhartigheid. De liefde en weldadigheid zijn zo belangrijk, dat God Zich via deze liefde en weldaden aan de mensen verbindt.
10
boekje Samen Rijker3.indd 10
28-11-2012 11:59:27
Volgens een overlevering heeft de Profeet Mohammed gezegd: “God verdeelde Zijn rahma in honderd delen. Hij hield negenennegentig delen bij Hem en zond één gedeelte naar de aarde. Het is vanwege dit ene gedeelte dat Zijn schepping barmhartigheid kent, zodat zelfs een merrie haar hoeven optilt voor haar veulen omdat ze het anders zou kunnen vertrappen.” Wat nodig is voor ontwikkeling In de Koran en de Hadith1 komt het woord rahma veel vaker ter sprake. De stam van het woord ‘r-h-m’ betekent zoveel als ‘moederliefde’ en ‘baarmoeder’ (rahum). Klassieke uitleggers van de Koran zeggen dat rahma verwijst naar het ‘geven van dat wat nodig is voor ontwikkeling’. Zoals een baarmoeder de foetus datgene geeft dat nodig is om tot een volwaardige baby te groeien. Hier zijn geen voorwaarden aan verbonden. Anders gezegd: het geven van onvoorwaardelijke zorg en liefde. De baarmoeder is een veilige verblijfplaats en verbindt moeder en kind. Rahma heeft dus te maken met zachtaardigheid en verbondenheid. De betekenis van het Nederlandse woord barmhartigheid komt hier nog het dichtst bij in de buurt. Het gaat over het zachte en genadevolle erbarmen, het zich ontfermen van de baarmoeder over de foetus in ontwikkeling. Het geloof stelt de moeder als voorbeeld van een iemand die op natuurlijke wijze heel veel rahma heeft. Ik hoop dat steeds meer mensen de waarde van barmhartigheid inzien en de weg van de barmhartigheid van de Profeet volgen. Dit gaat verder dan alleen iets te geven uit barmhartigheid. Het gaat om het geven van ruimte aan de ander om zichzelf te ontwikkelen. Barmhartig handelen Het is de rahma die je hart beweegt en motiveert om anderen te helpen. Maar als je de ander niet wilt zien of leren kennen, hoe kun je je dan inleven in de ander? Hoe kun je de ander tegemoet komen in zijn of haar pijn en verdriet? Iedereen kent een bepaald gevoel van compassie, van mededogen. Sommigen voelen rahma voor mensen, maar niet voor dieren. Anderen alleen voor medegelovigen of landgenoten. Blijkbaar trekken mensen grenzen. Maar rahma vraagt je om offers te brengen, te investeren en de zachtheid en vriendelijkheid in jezelf te ontwikkelen en in te zetten voor een ander. Ieder ander. De islam leert ons om vanuit rahma met ieder ander om 1
De Hadith zijn de overleveringen over de Profeet Mohammed.
boekje Samen Rijker3.indd 11
11
28-11-2012 11:59:27
te gaan. Het leert je af arrogant te zijn of op een ander neer te kijken, te roddelen of een ander onrecht aan te doen. Als je je inleeft in een ander ontstaat empathie. Het is meer dan genegenheid. Stel, een vriend verliest zijn vader bij een auto-ongeluk. Dan voel je sympathie. Maar als je zelf iets dergelijks hebt meegemaakt, weet je nog beter hoe het is een geliefde te verliezen. Je voelt mee en leeft je in. Dat is empathie. Je gevoelsmatig in de ander proberen te verplaatsen. Het komt voort uit kennis van jezelf. Als je je eigen gevoelsleven goed kent, voel je de ander gemakkelijker aan en kun je je beter in een ander verplaatsen. Empathie wordt meestal niet met woorden uitgedrukt. Het is een houding, een gevoelsmatige manier van omgaan met de ander. Rahma wordt concreet in het geven van ruimte aan andere mensen. Ruimte voor de ander om zichzelf te zijn. Ondanks dat het gedrag van de ander je soms stoort of belast. Het geven van deze ruimte is wederkerig. Je geeft en krijgt. Zo ontstaat ruimte voor het ontwikkelen van je eigen persoonlijkheid en die van een ander. De genade staat centraal in de islam. Het wordt gezien als de basis van het bestaan en bepalend voor de manier waarop we met elkaar omgaan; gebalanceerd en in vrede met elkaar. In de Koran wordt benadrukt dat de verschillen tussen de volkeren op aarde onderdeel zijn van Gods plan. Verschillen moeten daarom geen bron zijn van conflict, maar juist een bron van ontdekking en ontwikkeling.
12
boekje Samen Rijker3.indd 12
28-11-2012 11:59:27
PORTRET AHMED EL MESRI
‘Ik heb zelf alles meegemaakt. Ik ben migrant, ben gehandicapt geraakt en was eenzaam. Ik vind dat we voor elkaar moeten opkomen. Zeker in zo’n klein landje met zoveel mensen. Mensen zeggen weleens dat er platteland is, maar voor mij is Nederland een grote stad.’
13
boekje Samen Rijker3.indd 13
28-11-2012 11:59:29
Mensen helpen iemand anders te helpen Ahmed el Mesri Ahmed el Mesri komt op zijn 16e in de jaren ’70 naar Nederland voor het avontuur. Het is de periode van de hippies en de flower power. De vrijheid van Nederland trekt en hij vertrekt vanuit Marokko naar Nederland. In Nederland aangekomen komt hij er snel achter dat het leren van de taal een van de belangrijkste dingen is om mee te kunnen draaien in de maatschappij. Ahmed werkt in fabrieken, als schoonmaker, als vertaler en op de Vrije Universiteit. Tot het moment dat hij een ongeluk krijgt, geniet hij met volle teugen van Nederland. Na zijn ongeluk komt hij erachter hoe meervoudig gehandicapt je bent als migrant met een handicap. Naast zijn lichamelijke handicap is hij bovendien ver weg van zijn familie. Ahmed moet zichzelf opnieuw leren accepteren en opnieuw leren om zich voort te bewegen. Door zijn ongeluk begint hij met zijn werk bij Assadaaka. Hij wil graag andere mensen bijstaan die in eenzelfde situatie zitten als hij. In het begin is Assadaaka een organisatie waar voornamelijk Arabisch sprekende mannen komen. Ahmed zorgt dat het multicultureler wordt. Er komen mannen, vrouwen, moslims, joden en christenen bij zijn organisatie aankloppen. Assadaaka heeft drie speerpunten: integratie, participatie en sociale cohesie. Hij vindt het belangrijk dat mensen integreren in de samenleving. “Veel mensen denken dat ze ooit nog terug zullen gaan naar Marokko maar de meeste mensen gaan pas terug wanneer zij overlijden. Nu bij de tweede en derde generatie zie je dat deze gedachte afneemt maar de eerste generatie migranten denkt vaak nog wel zo. Dat is niet bevorderlijk voor de integratie. Als je altijd maar denkt dat je terug gaat, leef je nooit hier.” Het tweede speerpunt, participatie, komt sterk terug in de wijze waarop Assadaaka zich organiseert. Mensen die aankloppen worden geholpen en vervolgens worden zij begeleid om zelf mensen te helpen. Zij zijn de ervaringsdeskundigen die andere mensen goed kunnen bijstaan met hun ervaring. Zo worden zij zelf actief. Het derde speerpunt, sociale cohesie, probeert Ahmed te bereiken door mensen van verschillende lagen uit de samenleving met verschillende achtergronden samen te brengen en hen van elkaar te laten leren. 14
boekje Samen Rijker3.indd 14
28-11-2012 11:59:29
Rechtvaardigheid staat hoog in het vaandel bij Ahmed. “Wij proberen onze rechten uit de WMO en de beleidsnota’s te halen. De meeste rechten die mensen hebben bestaan voornamelijk op papier maar in de praktijk komt daar niets van terecht. Wij zorgen ervoor dat mensen krijgen waar ze recht op hebben. We fungeren als een soort klokkenluiders. Dat wordt ons niet altijd in dank afgenomen. Maar het is belangrijk dat dit wordt gedaan anders blijven organisaties onrechtvaardig te werk gaan.” Ahmed krijgt vaak te maken met klachten die te maken hebben met armoede. Door armoede raken veel mensen in een sociaal isolement. Volgens hem is vrijwilligerswerk een goede manier om dat te doorbreken. “Als je koffie gaat drinken in de stad kost het geld en ben je alleen. Als je bij ons komt dan hebben we klusjes voor je, kom je in aanraking en in gesprek met andere mensen en de koffie is gratis!” Vrijwilligerswerk biedt afleiding en geeft mensen weer een doel in hun leven. Ahmed probeert mensen sterk te maken. Daarbij helpt hij hen bij het vinden van gepaste hulp. Ahmed vindt dat je met alle kleine beetjes hulp de pijn van de mensen een beetje kunt verlichten. Er zijn ook verschillende spreekuren waar mensen met hun vragen terecht kunnen. Er is een medisch spreekuur, een juridisch spreekuur en een algemeen spreekuur. Ahmed voelt het als een sociale plicht om andere mensen bij te staan. Hij vindt dat het voor gehandicapten steeds moeilijker wordt in Nederland. Het is niet voor iedereen even gemakkelijk om erachter te komen waar hij of zij recht op heeft. Zeker niet wanneer je de taal niet machtig bent of analfabeet bent. Ahmed vindt het belangrijk om mensen met een handicap bij te staan. “Mensen die ziek zijn hebben geen zin om steeds weer te bellen en in de wachtrij te belanden. Sommige zieken mensen zijn niet in staat om te bellen omdat ze de taal niet machtig zijn.” Daarom geeft Ahmed ook cursussen Nederlands. Door een beetje Nederlands te leren, worden mensen een stuk zelfredzamer. Dat heeft hij zelf ook meegemaakt toen hij in zijn rolstoel belandde. Ahmed werkt vanuit zijn eigen ervaring. “Ik heb zelf alles meegemaakt. Ik ben migrant, ben gehandicapt geraakt en was eenzaam. Ik vind dat we voor elkaar moeten opkomen. Zeker in zo’n klein landje met zoveel mensen. Mensen zeggen weleens dat er platteland is, maar voor mij is Nederland een grote stad.”
15
boekje Samen Rijker3.indd 15
28-11-2012 11:59:29
HOOFDSTUK HOOFDSTUK 3
Wie goed doet goed ontmoet Fatma Katirci
Ihsan is het goede doen vanuit je hart, met volle overgave. Dat kan heel concreet. Sommige mensen proberen bijvoorbeeld per dag tien goede daden (hasanat) te doen. Dit kan heel in het klein een glimlach zijn of een groet, iemand helpen die iets op de grond heeft laten vallen, maar ook het aandachtig luisteren naar iemands verhaal. God is de goede God, de Muhsin, die met de mensen is die goed doen. Goed en oprecht In een bekende overlevering stelt de engel Gabriël de Profeet Mohammed drie vragen: Wat betekent islam, wat betekent iman en wat betekent ihsan? De Profeet beantwoordt de eerste vraag met het noemen van de vijf zogenaamde zuilen van de islam, namelijk: Het afleggen van de getuigenis dat er maar één God is die het waard is om aanbeden te worden en dat Mohammed zijn Boodschapper is, het verrichten van de dagelijkse gebeden, het geven van de zakat2, het vasten in de maand Ramadan het ondernemen van de bedevaart naar Mekka. Op de tweede vraag antwoordt hij met het geloof in God, Zijn Engelen, Zijn geopenbaarde Boeken, Zijn Profeten, de Laatste Dag en dat zowel het goede als het slechte is voorbeschikt. De vraag naar de betekenis van ihsan beantwoordt de Profeet als volgt: “Het aanbidden van God alsof je Hem ziet en als je Hem niet ziet, het besef dat Hij jou wel ziet.” Wat bedoelt de Profeet hiermee? Ihsan wordt hier door de Profeet Mohammed in relatie gebracht met het zien van God en Gods wetenschap van jou. De Profeet zegt dat je God hoort te aanbidden alsof je Hem ziet. Als dat niet lukt hoor je God te aanbidden met de absolute wetenschap dat Hij jou wel ziet en bewust is van al je daden en intenties. De Profeet leert mensen hier dat als je je toewijdt aan God alsof je voor Hem staat te bidden, dat je God dan met net zoveel toewijding en perfectie aanbidt als wanneer Hij niet voor je staat. Dit kan dus alleen met volle overgave. 2
Voor de betekenis van zakat, zie de bijdrage van Stella el Bouayadi – van de Wetering met als titel ‘Delen doe je met elkaar’
16
boekje Samen Rijker3.indd 16
28-11-2012 11:59:29
Ihsan wil dus zeggen dat je zo goed en oprecht mogelijk aanbidt. Maar, als je Hem niet ziet kun je nog steeds ihsan bereiken door het feit dat Hij jou wel ziet. Volle overgave en perfectie is dus altijd mogelijk en nastrevenswaardig. Goede daden Het woord ihsan komt in de Koran 12 keer voor. Iemand die ihsan verricht wordt een muhsin genoemd. De term muhsin wordt 39 keer genoemd in de Koran. In het Arabisch wordt de stam ‘h-s-n’ gebruikt voor zowel ihsan als muhsin. Dit is afgeleid van ‘goed doen’ en ‘liefdadigheid’. God is bijvoorbeeld iemand die ihsan doet en een muhsin is. God doet goed en is liefdadig. Mensen die goede werken verrichten zijn ook muhsin. Over de muhsinin (meervoud van muhsin) zegt God bijvoorbeeld: {Doe het goede, want God houdt van degenen die goed doen} [Koran 2:195]. Goede daden worden door God hasanat genoemd. Een hasana is een goede daad ter wille van iemand die beloond wordt door God. Wat een hasana zo bijzonder maakt is dat God deze weldaad qua beloning vermenigvuldigt met tien! Zo zegt God: {Wie één goede daad voortbrengt zal het tienvoudige daarvoor terugkrijgen} [Koran 6:160]. Het loont dus om goede werken te verrichten. Met God Degene die op aarde goede werken verrichten, zullen zelf ook goed behandeld worden. De Koran is daar duidelijk over: {De beloning van goedheid (al-ihsan) kan niets anders dan goedheid (al-ihsan) zijn} [Koran 55:60]. Dit vers geeft hoop aan de muhsin in die dag en nacht, her en der, zich inzetten om het goede te doen. Bijvoorbeeld door zich in te zetten in de bestrijding van armoede. Wie de armen helpt, zal zeker hulp ontvangen. De mensen die hun best doen om het goede te doen door een ander te helpen worden niet alleen verblijd met de Goddelijke belofte dat wie goed doet, goed ontmoet. God geeft ook aan dat zij er niet alleen voor staan. Hij is namelijk samen met degenen die muhsin zijn. God houdt van hen, beschermt hen, geeft hen de goedheid in de wereld en het hiernamaals.3 Meer nog, God prijst degenen die goede werken doen: {En wiens geloof is beter dan van hem, die zijn gezicht wendt tot God en een weldoener 3
Lees bijvoorbeeld: {En degenen, die op Ons pad beijveren, Wij zullen hen gewis op Onze wegen leiden. God is waarlijk met degenen die goed doen} [Koran 29:69] 17
boekje Samen Rijker3.indd 17
28-11-2012 11:59:30
(muhsin) is en de weg van Abraham volgt, die geen enkele afgod diende. En God nam Abraham tot Zijn boezemvriend.} [4: 125]. Ihsan verdient het ook om geprezen te worden, omdat het meer betekent dan alleen goed doen. Het is je uiterste best doen. Het goede doen vanuit je hart. Islam gaat over de geloofspraktijk. Het uiterlijke handelen. Het bidden, het vasten, de armenbelasting, de pelgrimsreis en de belijdenis. Iman slaat op de geloofsprincipes. Ihsan is nog groter dan dat. Het gaat om de houding van de gelovige in het hele leven. Het is het hart, de spirituele kern van de praktijk en het geloof. In diepe verbondenheid met God, de Goede.
18
boekje Samen Rijker3.indd 18
28-11-2012 11:59:30
PORTRET NYAMAD MOENNA
“[Oudere migranten] spreken de taal niet goed, raken geïsoleerd en trekken zich daardoor steeds meer terug uit de samenleving. Door de gesloten houding die deels cultureel bepaald is, is het moeilijk om armoede bespreekbaar te maken. Doordat veel migranten maar een klein pensioen hebben, leven zij vaak van een minimum inkomen. De lasten zijn hoog voor hen maar erover praten doen ze niet.”
19
boekje Samen Rijker3.indd 19
28-11-2012 11:59:31
Erover praten doen ze niet – Nyamad Moenna
Als pasgetrouwde jongeman van 20, komt Nyamad Moenna naar Nederland. In het Suriname van de jaren 60 is de kans op een baan niet groot. Een oom van zijn vrouw woont al in Nederland en kan Nyamad helpen bij de start van een nieuw bestaan in Nederland. Nu, 47 jaar later, is hij gepensioneerd maar nog niet klaar met het werken aan een betere samenleving. Zijn motto: “Je maakt de samenleving niet alleen.” Als Nyamad in Amsterdam komt wonen, zijn er geen faciliteiten voor moslims. Samen met een groep vrienden organiseert hij een plek waar moslims op hoogtijdagen hun gebed kunnen verrichten. Er ontstaat behoefte aan een locatie waar mensen kunnen bidden maar waar ook ruimte is voor sociale en culturele activiteiten. Aan de Rustenburgstraat in de Amsterdamse Pijp komt een sociaal cultureel centrum met op de eerste verdieping een moskee en een Hindoestaanse tempel, een mandir. In het centrum worden Nederlandse cultuur- en taallessen gegeven. Doordat Nyamad vanaf het begin betrokken is bij de Hindoestaans-Surinaamse gemeenschap, doet hij veel kennis op over wat de gemeenschap nodig heeft. Nyamad: “Ik was toen een eenoog en een eenoog is een koning. Als je eenmaal actief bent, benadert iedereen je voor een bestuursfunctie. Dan zeg je natuurlijk ‘ja’ omdat je nu eenmaal sociaal betrokken bent.” Doordat Nyamad zelf zijn tijd kan indelen op zijn werk heeft hij tijd voor vrijwilligerswerk. Op dit moment is Nyamad voorzitter van de Nederlandse Hindoestaanse Ouderen Bond in Amsterdam (NEHOB). De organisatie heeft ongeveer driehonderd leden in Amsterdam. De eerste generatie migranten is nu aan het vergrijzen en krijgt te maken met verschillende (ouderdoms)hindernissen. Nyamad probeert vitale ouderen te scholen tot vertrouwenspersoon zodat zij minder vitale ouderen kunnen bijstaan. Hij pleit ervoor dat ouderen op hun oude dag iets voor elkaar blijven betekenen: “Om gezond te blijven moet je actief zijn. Anders word je lui en krakkemikkig. Ik verwacht van de mensen dat ze meehelpen in de samenleving.”
20
Over de situatie van veel ouderen zegt Nyamad: “Veel ouderen zijn opgevoed met het idee dat hun kinderen later voor hen zullen gaan zorgen.
boekje Samen Rijker3.indd 20
28-11-2012 11:59:31
Echter, zij leven niet meer in het land van herkomst maar in Nederland. In Nederland is de samenleving veel individualistischer. Voor velen van hen is dat niet te bevatten.” Zelf heeft Nyamad intensief gezorgd voor zijn vader in de laatste vijf jaren van zijn leven. Nyamad vindt het als oudste zoon zijn plicht om voor zijn ouders te zorgen. Nyamad: “Toen mijn ouders nog vitaal waren, waren wij hun gasten. Wij kwamen altijd gezellig bij elkaar bij hen thuis. Op de dag dat zij hulpbehoevend werden, was het aan de kinderen om voor hen te zorgen. Maar niet iedereen gaf toen thuis. Ik snap wel dat het zorgen voor je ouders moeilijk is als je zelf niet in de buurt woont. Maar het wordt ook niet meer gezien als de plicht van de kinderen. Ik heb toen overlegd met mijn broers en zussen om een regeling te treffen voor de zorg voor onze ouders. Ik was best boos over hun gedrag.” Omdat zijn ouders rond hun zestigste naar Nederland zijn gekomen, spreken zij de taal niet goed. Zij hebben wel taallessen gevolgd maar hebben nooit de taal helemaal leren beheersen. Deze problemen ziet hij ook bij andere oudere migranten. Nyamad: “Ze spreken de taal niet goed en raken geïsoleerd en trekken zich daardoor steeds meer terug uit de samenleving. Door de gesloten houding, die deels cultureel bepaald is, is het moeilijk om armoede bespreekbaar te maken. Doordat veel migranten maar een klein pensioen hebben leven zij vaak van een minimum inkomen. De lasten zijn hoog voor hen maar erover praten doen ze niet. Het is niet normaal om te ‘dieken’ [SO: graven] in andermans leven. Daarom praat men er ook niet over.” Door middel van het trainen van vertrouwenspersonen hoopt Nyamad dat dit doorbroken kan worden. Er worden bij zijn organisatie voorlichtingsbijeenkomsten gegeven. “Ik wil zoveel mogelijk bewustwording van de mensen. Mensen denken altijd dat het goed gaat maar zeker als zij een beetje beginnen te dementeren, wordt het minder. Ik vind dat er van twee kanten gewerkt moet worden. Enerzijds door de overheid die maatwerk moet leveren en anderzijds door de familie.” Nyamad heeft zelf meegemaakt hoe het is om van armoede naar rijkdom te gaan. Maar rijker dan hij nu is, wil hij niet worden. Zo zegt Nyamad: “Ik wil helemaal niets bezitten behalve een auto, een tafel en wat stoelen. Als ik afscheid neem van dit aardse leven heb ik geen brandkast nodig om mee te nemen. Je moet iedere dag er vanuit gaan dat er geen morgen meer komt. Ik probeer mijn bagage voor het hier en het hiernamaals te vullen met goede daden zodat ik voortleef in de positieve gedachten van mensen die mij hebben gekend.”
boekje Samen Rijker3.indd 21
21
28-11-2012 11:59:31
Nyamads geloof heeft hem geïnspireerd in zijn tomeloze inzet voor verschillende groepen die hij de afgelopen 47 jaar heeft bijgestaan. “Want”, zegt Nyamad, “bij de islam ondersteunen mensen elkaar van nature. Dit lijkt op het sociale welzijnsidee van Nederland. Je hebt de plicht om met elkaar samen te leven. Zoals je voedsel nodig hebt om te leven, zo heb je je geloof nodig om je geestelijk te verrijken.”
22
boekje Samen Rijker3.indd 22
28-11-2012 11:59:32
HOOFDSTUK 4
Schenk ons een vriend en helper Ali Ware en Abdoellah Ghzili
Mensen die niet mee kunnen doen. Mensen die onderdrukt worden. Door systemen, door hogere machten, maar soms ook door mensen of groepen mensen. In deze bijdrage gaan we in op het begrip moestad’afien, de onderdrukten. De kanslozen en vaak zwakste mensen van de samenleving. Ieder land, iedere context is anders. Wat armoede of relatieve armoede is, verschilt ook per land. In Nederland spreken we meestal van relatieve armoede. Over mensen die niet mee kunnen of mogen doen. Over wie gaat het dan? Een belangrijke vraag als we aan armoedebestrijding (willen) doen. Op de vlucht voor de Farao In de Koran worden ze de moestad’afien genoemd, de mensen die zwak zijn en onderdrukt worden. Zo spreekt God bijvoorbeeld over de Banoe Isra’iel /Kinderen van Israel als moestad’afien of de mensen die door de Farao onderdrukt worden. {Voorzeker, Farao verhief zichzelf op aarde en verdeelde zijn volk in groepen; hij onderdrukte een groep (de Kinderen van Israel) wiens jongens hij liet doden en wiens meisjes hij liet leven. Waarlijk, hij was een onrechtpleger} [Koran 28:4]. Maar ook de Mekkaanse moslims, die ten tijde van de Profeet Mohammed niet in staat werden geacht om te vluchten naar Medina. Ook zij zijn moestad’afien. De Profeet Mohammed smeekt God in zijn gebeden om hen te beschermen tegen de onderdrukkers. Ook roept hij moslims op om hen een helpende hand te bieden. De Kinderen van Israël worden onderdrukt door de Farao. Er is dan sprake van een onderdrukker. Onze taak is het de moestad’afien bij te staan en de onderdrukker te identificeren. Asielzoekers en vluchtelingen Mensen waar we in ons werk veel ervaring mee hebben, zijn de asielzoekers en vluchtelingen. Mensen die hun woongebied zijn ontvlucht uit vrees voor geweld of de dood. In de meeste gevallen moeten ze huis en haard
boekje Samen Rijker3.indd 23
23
28-11-2012 11:59:32
verlaten, persoonlijke bezittingen en documenten achterlaten. Vaak zonder familie en vrienden. In het ergste geval kunnen mensen niet vluchten, omdat ze daar niet de middelen voor hebben. Als asielzoekers en vluchtelingen een veilig heenkomen hebben gevonden, is de ellende niet afgelopen. Soms moet die nog beginnen. Als mensen eenmaal in Nederland zijn, moeten ze leren zwemmen in de oceaan die Nederland heet. Een nieuwe immigrant voelt zich soms als iemand die niet kan zwemmen, maar wel midden in de oceaan geworpen wordt. En Nederland zegt: “Je moet zwemmen.” Nederland is een land van regeltjes. Nieuwkomers hebben hulp nodig. Hoe werkt het met werk en inkomen, school, gas en licht, ziekte en gezondheid, enzovoorts? Dat moet worden uitgelegd. Een zeer kwetsbare groep onder de vluchtelingen bestaat uit eenoudergezinnen. Vrouwen met kinderen die er alleen voor staan. Hun kinderen gaan naar school maar zelf begrijpen ze de taal niet. Hun mannen hebben ze achterlaten. Ze zijn op zoek naar hun rol in een totaal andere samenleving. Inkomen is er vanuit de bijstand of een uitkering. Vader zorgt niet meer voor het inkomen. Soms onder invloed van posttraumatische stressstoornissen gaan mannen zwerven. Drugsgebruik heeft ook zo zijn effect. Illegalen, dak- en thuislozen en … Een andere groep van moestad’afien zijn de illegalen. Zij vallen tussen wal en schip. In het bijzonder uitgeprocedeerde asielzoekers. Zij komen op straat te staan en gaan zwerven. Zij kunnen nergens terecht. Hebben geen recht op gezondheidszorg voor chronische ziekten. Zij kunnen geen medicijnen bij de apotheek ophalen. Psychische en psychiatrische zorg is niet aan hen besteed. Een uitkering om te voorzien in de eerste levensbehoeften zolang zij in Nederland verblijven, is er niet. Kortom, zij voelen zich bedrukt en vaak ook onderdrukt door de omstandigheden. Ook anderen lijken buiten de boot te vallen. Dak- en thuislozen, prostituees, zorg mijdende psychiatrische patiënten en verslaafden. Door onmacht of onkunde het huis uit gezet. Via een loverboy in de prostitutie beland. Soms is de onderdrukker een onrechtvaardig systeem. Een stelsel dat vooral kijkt naar wat mensen kosten en niet vraagt naar wat mensen kunnen of willen. Soms is de onderdrukker een foute man of een drug.
24
Soms zijn het groepen zelf die met hun gedrag anderen uitsluiten en daarmee voor onderdrukker spelen. Dat zijn de moestad’afien dichter bij huis.
boekje Samen Rijker3.indd 24
28-11-2012 11:59:32
Mensen die door hun eigen familie verstoten worden. Mensen met problemen waar een taboe op rust. Mensen met een vlekje. Werklozen, mensen met een verslaving, mensen met schulden, gescheiden vrouwen of mannen, ongewenst zwangere vrouwen. Daar waar mensen worden uitgesloten van een groep, worden mensen in het isolement ingedrukt. Daar zijn we soms zelf onderdrukkers. Een vriend en helper uwerzijds God spreekt over de moestad’afien zonder een onderscheid te maken in ras, geloof of geslacht: {Behalve voor de onderdrukte zwakkeren - mannen, vrouwen en kinderen - welke niet in staat zijn om een plan te maken of een weg te volgen} [Koran 4:98]. De mensen die niet alleen uit hun benarde, arme en onderdrukte situatie kunnen komen. Mensen die moeten roeien met de riemen die zij hebben. Deze mensen roepen God aan om hulp te schenken uit de gemeenschap, zeggende: {Onze Heer, neem ons uit deze stad waarvan de bewoners onderdrukkers zijn en schenk ons een vriend en een helper uwerzijds} [Koran 4:75]. Onze taak is het deze mensen te helpen. Laten we vrienden en helpers zijn van de moestad’afien! De profeet Jezus vraagt: {Wie zullen mijn helpers zijn ter wille van God?} – ons antwoord mag dan zijn: {Wij zijn de helpers van God} [Koran 3:52]. Moslims in het bijzonder worden opgeroepen om er voor hen te zijn, barmhartigheid te tonen.
25
boekje Samen Rijker3.indd 25
28-11-2012 11:59:32
HOOFDSTUK PORTRET PAUL SCHEERDER
“Het is belangrijk om altijd eerlijk en betrouwbaar te zijn. Dan zijn mensen dat ook tegen jou.”
26
boekje Samen Rijker3.indd 26
28-11-2012 11:59:33
Je laat een ander niet in de kou staan Paul Scheerder Paul Scheerder is een bekend figuur in Amsterdam Noord. Met zijn Leefkringhuis heeft al veel mensen in Noord uit de problemen geholpen. Voordat Paul het Leefkringhuis opzet, is hij actief in de buurt als gezinsvoogd. Op een dag, als Paul bij de speeltuinvereniging staat, ziet hij dat enkele kinderen na een vakantie in Zwitserland met de vereniging niet worden opgehaald. Hij vraagt ze: “Moeten jullie niet naar huis?” “Nee”, antwoorden de kinderen, “wij slapen in een auto.” Wat een contrast. Paul vindt dat er bedden moeten komen voor deze kinderen. Hij sticht een kinderhuis waar kinderen zonder slaapplek kunnen logeren. De eerste tien bedden zijn binnen drie maanden vol. Nu, zo’n 30 jaren later, zijn er acht kleine locaties, een ambulante hulpplek, een inloopspreekuur en twee voedselbanken. Als Paul net bij het kinderhuis werkt, zijn er twee dingen anders zijn leven. Hij is katholiek en werkt bij het Parool. Paul komt bij de kinderen van de speeltuinvereniging terecdoordat de pastoor hem vraagt een stuk over hen te schrijven. De speeltuinvereniging komt namelijk geld tekort voor de bouw van een vakantiehuis. Door het stuk dat Paul in het Parool schrijft kan de speeltuinvereniging worden gered. Er komt naar aanleiding van zijn stuk veel geld binnen. Door zijn werk in het Leefkringhuis komt Paul al snel in aanraking met de islam. Het merendeel van de mensen die bij hem aankloppen is moslim. Hij raakt geïnteresseerd in de islam door wat hij ziet en hoort van de moslims om hem heen. Ook bezoekt hij regelmatig de moskee voor zijn werk. Paul verdiept zich in de islam en langzamerhand komt hij tot de conclusie dat hij moslim wil worden. Het sociale aspect van islam spreekt hem aan. De zorg die men aan de naasten geeft is voor hem een van de belangrijkste aspecten die de islam heeft. Dat men om elkaar geeft en elkaar niet laat verhongeren. Maar dat gebeurt in de praktijk volgens Paul nog te veel. Het respect voor ouderen heeft een diepe indruk op hem gemaakt: “In gezinnen zit er soms een demente vader op de bank. Die wordt dan met respect behandeld, ook als hij onzin uitkraamt. Dat is geweldig om te zien. Als ik zelf moslim was geweest toen mijn moeder oud was, had ik haar nooit in een bejaardenhuis gestopt.”
boekje Samen Rijker3.indd 27
27
28-11-2012 11:59:34
Na de dood van zijn vrouw hertrouwt Paul met een moslima uit Marokko. Via vrienden ontmoet hij haar. Hij wordt verliefd en trouwt met haar. In het begin vindt zijn omgeving het vreemd dat hij trouwt met een vrouw uit het buitenland. Hij is dan zelf twee jaar moslim. Door zijn kennis over integratie kan zijn vrouw zich snel bij hem voegen in Amsterdam Noord waar zij nu samen wonen. Paul heeft een groot netwerk opgebouwd waar hij op kan steunen en hulp kan vragen. Dit netwerk is in de loop van de jaren ontstaan. “Het is belangrijk om altijd eerlijk en betrouwbaar te zijn. Dan zijn mensen dat ook tegen jou.” Paul heeft een enorme drive om door te gaan. “Ik ben onvermoeibaar. Ik werk zeven dagen per week. Heel vroeger wilde ik pater worden. Die werken ook zeven dagen per week. Mensen waarderen je en rekenen op je.” Het aantal mensen dat moeite heeft met het rondkomen van hun inkomen neemt toe. De crisis levert twee problemen op. Het aantal mensen dat niet meer rond kan komen stijgt. De behoefte aan steun van de Voedselbank neemt ook toe. Tegelijker tijd worden bedrijven steeds efficiënter en nemen de kwaliteit en kwantiteit van de goederen dat de Voedselbank van hen ontvangt af. Daardoor wordt het steeds lastiger om aan genoeg middelen voor de Voedselbank te komen. Paul heeft een groep islamitische bakkers in Noord die hem steunen. “Het sociale van de islam kun je goed bij de bakkers zien. Als iemand voor een brood komt terwijl ze voor ons broden aan het bakken zijn zeggen ze tegen de klant: ‘Helaas meneer, deze broden zijn voor de armen.’” Naast de bakkers, houdt Paul ook acties bij kerken, moskeeën en supermarkten. Hij vraagt de mensen dan om iets mee te nemen voor de armen. Doordat Paul bekend is bij veel mensen in Noord lukt het hem om altijd zijn doelen te behalen. Het motto van het Leefkringhuis is dan ook ‘Wij verliezen nooit!’
28
boekje Samen Rijker3.indd 28
28-11-2012 11:59:34
HOOFDSTUK 5
Bezit heb je niet alleen Marzouk Aulad Abdellah en Stella el Bouayadi – van de Wetering
De islam heeft veel oog voor de economie. In de Koran spreekt God over principes die de basis vormen voor goed en duurzaam samenleven voor alle mensen. Mensen van alle standen, gelovig of niet, rijk of arm, westers of niet-westers. Deze basisgedachten noemen we ethiek. Het is de bodem van de rechtsregels, de richtlijnen of wetten. Bijvoorbeeld over goed omgaan met bezit. In dit hoofdstuk willen we drie kernbegrippen uitleggen: bezit (mulk), rentmeesterschap (khalifa) en woeker (riba). Bezit: een gift van God Ieder mens heeft eigendom. De een bezit veel, de ander weinig. Bezit is een vanzelfsprekendheid. In de Koran wordt bezit mulk genoemd. Mulk is Arabisch en kan het beste worden vertaald met bezit of eigendom. In de islam wordt het recht op eigendom in nauw verband gebracht met de belangen van zowel het individu als de gemeenschap. Een mens heeft dus niet het absolute recht op eigendom. Bezitters moeten altijd rekening houden met degenen die behoeftig zijn. Mensen die arm zijn, hebben daarom recht op een deel van het eigendom van de eigenaar. Uiteindelijk is God de Eigenaar. Alle bezittingen zijn uiteindelijk van God. Hij is de Schenker (Al Malik) van alle bezit en geeft de mens de mogelijkheid om ermee te handelen. Bezit is dus niet iemands eigendom, maar iets dat eigenlijk in bruikleen is gegeven. Dit neemt niet weg dat mensen weldegelijk iets kunnen bezitten en wettelijk beschermd kunnen worden tegen oneigenlijk gebruik van andermans bezit. Een eigenaar heeft het recht om vrij te handelen met zijn eigendom en profijt te halen uit de exploitatie hiervan. De mens treedt op als waarnemer of afgevaardigde. Dat wil zeggen dat de mens khalifa of rentmeester is over datgene dat hem of haar ter beschikking is gesteld. Rentmeesterschap In de Koran wordt het begrip khalifa in verband gebracht met Adams verantwoordelijkheid als mens op aarde en als vader van de mensheid. God heeft Adam in staat gesteld om bezit te nemen van wat de aarde te bieden
boekje Samen Rijker3.indd 29
29
28-11-2012 11:59:34
heeft en dit te doen met respect voor de behoeften en zorgen van ander leven. De mensheid, als nageslacht van Adam, wordt door God gewezen op diezelfde verantwoordelijkheid. Er staan tal van verzen in de Koran die erop wijzen dat bezit ten goede moet komen aan de mensen die dat nodig hebben. {En van hun rijkdommen was een deel voor de bedelaars [bestemd] en ook voor degenen die niet konden bedelen} [Koran 51:19]. Ook de Profeet Mohammed heeft heel concreet gewezen op de persoonlijke verantwoordelijkheid van het individu als hij zegt: “Degene die zijn maag vol eet en dan [goed] gaat slapen terwijl zijn buurman honger lijdt, waarlijk, hij is geen goede moslim.” Je moet voor je buren zorgen als je weet dat zij dat nodig hebben. En als het niet de buren zijn die niet kunnen rondkomen van hun middelen, zijn er vast anderen die dankbaar gebruik kunnen maken van datgene dat je in bruikleen gegeven is. Dat is je verantwoordelijkheid als bezitter. Je rol als khalifa. Bezit en geld moeten de samenleving dienen. Geld moet, zogezegd, rollen. Maar wel in de goede richting. Woeker In de islam wordt ook gesproken over riba. Een bekend woord dat tot veel discussie leidt. In onze uitleg willen het hier niet hebben over wat verboden is, maar aansluiten bij wat we hierboven hebben gezegd over bezit en rentmeesterschap. Riba wordt vaak vertaald met rente of woeker. Twee begrippen die nauw samenhangen. Hieronder gaan we vooral in op woeker. Ofwel de snelle groei van geld zonder dat hier een rechtvaardige inspanning tegenover staat. ‘Rente is verboden’, wordt er vaak gezegd. Dat is lastig. Want een leven zonder is in de Nederlandse samenleving eigenlijk onmogelijk. Als je je salaris ontvangt of uitkering, wordt deze naar een bankrekening gestuurd. Een andere optie is er niet. Voor je lening, afbetaling of hypotheek betaal je rente. Moslims zijn blij dat sommige geleerden het betalen van rente in bepaalde situaties wel toestaan. Bijvoorbeeld bij het kopen van een huis. Maar natuurlijk is het verstandig zo weinig mogelijk te lenen en geen schulden te maken.
30
Woeker betekent ‘snelle groei’. Dit wil zeggen een buitensporige snelle groei van kapitaal, geld of bezit door het maken van woekerwinst of het heffen van woekerrente. De Koran zegt {Degenen die woekerwinst maken, zullen opstaan zoals iemand die door Satan met krankzinnigheid is geslagen. Dat komt omdat zij zeggen ‘Handel is gelijk aan woeker’, terwijl God de handel
boekje Samen Rijker3.indd 30
28-11-2012 11:59:34
wettig en de woeker onwettig heeft verklaard… God schaft de woeker af en doet het welzijn toenemen. En God heeft alle ondankbaren en zondaren niet lief} [Koran 2: 275-276]. Handel, aankoop en verkoop zijn toegestaan. Ook het maken van een redelijke winst. Dit is een geoorloofde manier om inkomen te verwerven. Maar riba is verboden. Namelijk het maken van een schandelijke en schadelijke winst met het doel van snelle verrijking waardoor de koper of consument onrecht wordt aangedaan. Dit gaat vaak gepaard met het aangaan van schulden of verplichtingen die niet nagekomen kunnen worden bij de koper. Woeker (riba) heeft dus iets te zeggen aan zowel de rijke als de arme. Voor de rijke lijkt het voordelig maar uiteindelijk zal hij er in deze wereld noch in het hiernamaals echt rijk (van geest) door worden. Als bezit wordt gezien als iets waar je recht op hebt en niet als gift van God, iets van jezelf dat je wil vermeerderen en niet wilt delen, gaat het mis. De arme wordt gewaarschuwd tegen de verleiding om in te gaan op een aanbod van gemakkelijk te verkrijgen, maar niet af te betalen, schulden (krediet). Als mensen die al weinig hebben alleen via het aangaan van schulden kunnen leven, gaat het mis. Dat is slecht omgaan met bezit (mulk) en slecht omgaan met je verantwoordelijkheid als rentmeester. Dit zien we om ons heen regelmatig gebeuren. Schulden stapelen zich op. Leningen kunnen niet meer worden afbetaald en er komen ook nog hoge boetes bij. Geld en bezit zijn dan in plaats van een zegen een vloek.
31
boekje Samen Rijker3.indd 31
28-11-2012 11:59:34
HOOFDSTUK PORTRET SAMIRA SALOULI
“Door schulden weten de mensen zich vaak geen raad meer. Ze schamen zich enorm voor hun schulden en durven er met niemand over te praten. Omdat ik hen een luisterend oor bied, kunnen ze eindelijk hun verhaal doen. De zware last wordt dan een beetje minder. Ik kan de schulden niet voor ze wegnemen, maar ik biedt ze wel de ruimte om hun verhaal te doen.” 32
boekje Samen Rijker3.indd 32
28-11-2012 11:59:36
Ruimte geven voor het verhaal van de ander - Samira Salouli De 29-jarige Samira Salouli is een vrolijke verschijning. Deze jonge Marokkaanse zet zich al enkele jaren in voor verschillende organisaties en personen die hulpbehoevend zijn. Op jonge leeftijd wordt Samira geconfronteerd met hulpvragen. Haar vader komt in 1965 naar Nederland om te werken. Na twintig jaren van hard werken komen ook haar moeder en broers en zussen naar Nederland. Het is niet altijd even gemakkelijk voor haar ouders in Nederland. Samira gaat vaak mee naar instanties om voor haar ouders te vertalen. Ze helpt ook anderen. Het is voor haar de normaalste zaak van de wereld dat je als kind met je ouders meegaat en ze te helpen. Doordat Samira al op jonge leeftijd in aanraking komt met allerlei organisaties is zij zeer bekend met hulpverlenende organisaties in Amsterdam. Tijdens haar tijdens studie is Samira vrijwilligster bij een organisatie en helpt mensen belastingaangiftes in te vullen. Na een tijdje wil zij liever meer onder de mensen zijn. Zij gaat als vrijwilligster aan de slag bij de Voedselbank. Daar komt ze in aanraking met mensen die in armoede leven. Samira ziet welke stress armoede met zich meebrengt. Het niet weten of je het einde van de maand haalt. Maar ook de schaamte die mensen voelen en het niet aan de buiten wereld willen vertellen. Samira: “Soms zie ik mensen in bontjassen en mooie auto’s bij de Voedselbank aankomen. Je zou van hen niet verwachten dat ze financiële problemen hebben, maar ook zij hebben enorme financiële problemen maar proberen de schijn op te houden dat er niets aan de hand is. De diversiteit aan mensen bij de Voedselbank heeft me laten zien dat armoede een probleem is dat in alle lagen van de bevolking voorkomt.” Zo’n tweeëneenhalf jaar geleden maakt Samira de overstap naar VONK4. Bij VONK gaat ze aan de slag als ‘maatje’. Als maatje geeft ze praktische, emotionele en sociale ondersteuning aan mensen met financiële problemen. Dat kunnen verschillende personen zijn. Mensen die bij de Voedselbank komen en mensen die in de schuldhulpverlening zitten. Als maatje probeert 4
VONK is onderdeel van de Regenbooggroep. Zie ook de bijlage over organisaties in Amsterdam West. 33
boekje Samen Rijker3.indd 33
28-11-2012 11:59:36
Samira bij te dragen aan de zelfredzaamheid van haar klanten. Door haar jarenlange ervaring met instanties uit haar jeugd, weet ze vaak en snel de weg te vinden naar de juiste instanties. Het is belangrijk dat mensen weer hun financiële zaken op orde krijgen meent Samira. Wanneer mensen het financieel stabiel hebben, kunnen zij andere zaken in hun leven ook weer op orde brengen. Samira vindt het fijn dat ze als maatje een ander kan helpen bij het verbeteren van hun financiële situatie. Ze ziet dat de mensen die zij helpt zich beter gaan voelen. De mensen kunnen weer vaker lachen en hebben weer wat ruimte om te ademen. Het geeft haar een goed gevoel dat zij kan bijdragen aan de verbetering van de situatie van haar klanten. Een van de eerste drempels die Samira bij een nieuwe klant over moet, is het winnen van het vertrouwen. Schulden zijn voor veel mensen een zware belasting. Vaak hebben mensen met schulden het gevoel dat ze er alleen voor staan. Daarnaast weten ze niet waar ze moeten beginnen bij het oplossen en aflossen van hun schulden. Als maatje biedt Samira de ondersteuning die een klant nodig heeft. Samira: “Door de schulden weten de mensen zich vaak geen raad meer. Ze schamen zich enorm voor hun schulden en durven er met niemand over te praten. Omdat ik hen een luisterend oor biedt, kunnen ze eindelijk hun verhaal doen. De zware last wordt dan een beetje minder. Ik kan de schulden niet voor ze wegnemen, maar ik bied ze wel de ruimte om hun verhaal te doen. Het is voor mensen belangrijk dat ze hun problemen van zich af kunnen praten. Dat geeft iets meer rust in het hoofd dan wanneer zij alles voor zichzelf houden.” Samira heeft van haar passie om mensen met schulden te helpen ook haar beroep gemaakt. Sinds een enkele maanden werkt zij bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Ze hoopt dat ze de komende jaren nog veel mensen kan bijstaan in de strijd tegen armoede. Samira: “Het is een probleem dat je niet in een keer kunt wegtoveren maar je kunt wel een steentje bijdragen aan het verlichten van de lasten. Samen sta je veel sterker in het leven dan wanneer je helemaal alleen je lasten moet dragen. Ik help nu anderen en als ik ooit hulp nodig heb, dan is er zeker iemand voor mij.”
34
boekje Samen Rijker3.indd 34
28-11-2012 11:59:36
HOOFDSTUK 6
Delen doe je met elkaar Stella el Bouayadi – van de Wetering
Als je je echt openstelt en van harte geeft, gaat het gegeven geld niet verloren, maar verdien je het op de een of andere manier weer gemakkelijk terug. (…) Wel is het belangrijk dat je geeft vanuit een zuivere intentie om een ander te helpen en niet alleen maar om te laten zien hoe goed je bent. De Koran zegt dat het beter is niets te geven dan een sadaqa gevolgd door ergernis en dat opschepperij en ergernis de waarde daarvan teniet doet. Mensen die het niet lukt om het hoofd boven water te houden zijn er altijd al geweest. Het zijn mensen, die door hun gezondheid of hun omstandigheden niet in staat zijn genoeg geld te verdienen om te voorzien in hun eerste levensbehoeften, eten en drinken, een dak boven hun hoofd en elektra en verwarming.5 Het kan iedereen overkomen. De rijken van vandaag kunnen morgen arm zijn. Maar omgekeerd ook. De Koran zegt {God geeft in Zijn oneindige goedheid onbeperkt levensonderhoud (inkomen) aan wie hij maar wil} [Koran 2:212]. Toch zit er ook juist in het verschil tussen rijk en arm een opdracht aan ons. God vraagt immers van ons dat wij goed zijn voor elkaar, voor elkaar zorgen en naar elkaar omzien. De Koran geeft in ieder geval twee vormen van eerlijk delen: zakat en sadaqat. Zakat Een methode die ervoor zorgt dat rijkdommen die sommigen hebben verdiend eerlijker worden verdeeld is de zakat. De zakat is een vorm van belasting. De rijken zijn verplicht deze te betalen aan de staat. De staat zorgt ervoor dat deze ten goede komt aan de armen en mensen die hulp nodig hebben. Zakat betekent in het Arabisch ‘reiniging’. Via de zakat kun je jezelf en je bezit zuiveren door een gedeelte hiervan af te geven ten behoeve van bepaalde groepen in de samenleving. Omdat je dankbaar moet zijn voor 5
Lees in het artikel van Ali Ware en Aboellah Ghzili meer over de moestad’afien of de zwakkeren. 35
boekje Samen Rijker3.indd 35
28-11-2012 11:59:36
wat je van God hebt gekregen, moet je ook anderen, die veel minder hebben daarvan geven. Daardoor kun je met een goed gevoel in alle eerlijkheid genieten van wat je hebt verdiend. Welke groepen kunnen profiteren van de opbrengst van deze zakat wordt ook in de Koran uitgelegd. In de Koran staat bijvoorbeeld: {Zij vragen aan jou, wat zij moeten uitgeven. Zeg: ‘Wat jullie ook weggeven, het moet zijn voor ouders, naaste familie, kinderen zonder ouders, armen en reizigers. En al het goede dat jullie doen – God weet ervan’} [Koran 2: 215]. De Koran spreekt over een belastingstelsel dat voornamelijk de armen en de zwakkeren in de samenleving ten goede komt, maar ook aan reizigers (of asielzoekers), ambtenaren en leraren die door hun dienst er niet op uit kunnen gaan om op een andere manier geld te verdienen. De zakat is niet vrijblijvend, maar verplicht. De zakat wordt meestal in een adem genoemd met het gebed en ook het gebed is verplicht. De zakat is natuurlijk alleen verplicht voor de rijken die het zich kunnen veroorloven. De boeren moeten een gedeelte van de opbrengst van hun land afstaan. Ook is het verplicht voor mensen die vermogen hebben. Dat wil zeggen dat zij geld of kostbaarheden bezitten die zij niet nodig hebben om van te leven en daarom kunnen bewaren. Uiteindelijk is in de islamitische wet- en regelgeving vastgelegd, wie er precies zakat moet betalen, hoeveel en aan welke mensen deze belasting ten goede komt. Eigenlijk lijkt het zakat-systeem erg op het belastingstelsel dat we in veel landen in Europa kennen, bijvoorbeeld in Nederland. De rijken betalen belasting, zodat de armen hiervan kunnen profiteren in de zin van een uitkering, medische zorg, onderwijs enzovoort. Natuurlijk zijn er ook verschillen met het moderne belastingstelsel. De doelstellingen van de moderne belasting zijn breder. Deze wordt ook gebruikt voor de landbouw, de infrastructuur of om de economie te versterken of voor het leger. Ook de belastingverplichting is breder. Het gaat ook over een heffing op inkomen, werk of producten. Maar het achterliggende doel is in grote lijnen hetzelfde, namelijk om verschillen tussen rijk en arm minder te maken. In feite hebben daarom moslims in een land als Nederland als ze hun belasting hebben voldaan al aan hun verplichting voldaan. Toch worden moslims in de Koran aangemoedigd om naast de verplichte zakat nog extra liefdegaven te geven.
36
Sadaqat De liefdegaven of de sadaqat worden in de Koran vaak genoemd. Zakat en de sadaqat hebben veel gemeen. In beide gevallen gaat het om giften, die
boekje Samen Rijker3.indd 36
28-11-2012 11:59:36
grotendeels bedoeld zijn voor de armen en zwakkeren in de samenleving. De sadaqat zijn echter niet verplicht. Wel worden zij op verschillende plaatsen in de Koran sterk aanbevolen. Op deze manier probeert de Koran de mensen op te voeden zich verantwoordelijk te voelen voor anderen en voor elkaar te zorgen. Ook in de praktijk van veel moslims in Nederland is dat te zien. Bijvoorbeeld onder moslims met een niet-westerse achtergrond. Zij gaan vaak ondanks hun eigen nood en krappe financiële situatie erg ver om anderen - bijvoorbeeld familie in het land van herkomst - te ondersteunen en te helpen. Zij voelen dit als een plicht. Maar ook in Nederland worden zieke buren en kennissen bezocht. Vaak wordt dan eten meegebracht. Voor het geven van deze sadaqat vanuit een zuivere intentie, namelijk het geven uit liefde voor en zorg om de ander stelt de Koran ons hier in deze wereld en in het hiernamaals een beloning in het vooruitzicht. De Koran vergelijkt mensen die hun rijkdommen weggeven om God tevreden te stellen als {een tuin op hooggelegen grond, die bij regen twee keer zoveel vruchten voortbrengt. En als er geen regen op valt, dan is dauw genoeg} [Koran 2: 265]. Eerlijk gezegd is dat ook de ervaring die ik hier zelf mee heb. Als je je echt openstelt en van harte geeft, gaat het gegeven geld niet verloren, maar verdien je het op de een of andere manier weer gemakkelijk terug. Alsof het gespendeerde geld vanzelf weer naar je terugkomt. Opeens kom je dan weer meevallers tegen in je eigen financiële situatie. Wel is het belangrijk dat je geeft vanuit een zuivere intentie om een ander te helpen en niet alleen maar om te laten zien hoe goed je bent. De Koran zegt dat het beter is niets te geven dan een sadaqa gevolgd door ergernis en dat opschepperij en ergernis de waarde daarvan teniet doet. In dat geval kun je beter volstaan met een vriendelijk woord. Toch waarschuwt de Koran ons tegelijkertijd voor het rondstrooien van geld en verspilling. Zuinig aan doen is op zijn tijd ook heel verstandig. De Koran vergelijkt dit met het teveel uitstrekken van de hand [zie Koran 17: 29]. Het is immers niet de bedoeling dat je daarna in armoede en schulden achterblijft. Dus volgens de Koran moeten wij geven aan armen, zwakken en kwetsbaren in de vorm van de zakat. Daarnaast worden wij aangespoord om zoveel we van harte willen en kunnen in de vorm van sadaqat te geven, maar alles ook met redelijkheid, verstandig en met mate.
boekje Samen Rijker3.indd 37
37
28-11-2012 11:59:37
HOOFDSTUK PORTRET ISA SEVEN
“God is voor iedereen. Of je nu christen bent of moslim. Dat kan ik voor niemand bepalen. Ik kan wel bepalen voor wie ik zorg. Ik zie het als mijn plicht om te zorgen en iets te betekenen voor mijn stadsbewoners, collega’s of buren.”
38
boekje Samen Rijker3.indd 38
28-11-2012 11:59:38
Iedere mens verdient hulp - Isa Seven
Bij de Voedselbank in Bos en Lommer werkt een kleurrijk gezelschap aan vrijwilligers die elkaar als familie beschouwt. Deze groep mensen wordt gecoördineerd door de van oorsprong Turkse Isa Seven. In 1982 komt hij naar Nederland om zich bij zijn vader te voegen die als gastarbeider al eerder naar Nederland gekomen is. Isa woont zijn hele leven in Amsterdam al samen met zijn vrouw en zes kinderen. In 2010 wordt hij tweede bij de verkiezing voor beste vrijwilliger van het jaar in Bos en Lommer. Voor hem is het een blijk van waardering. “Dat geeft nog meer kracht om door te gaan met wat ik al doe.” Vanaf het begin dat hij in Nederland woont, verricht Isa vrijwilligerswerk. Het begint in de moskee aan de Govert Flinckstraat. In Turkije was hij ook al vrijwilliger in de moskee. Isa: “In Turkije is vrijwilligerswerk niet zoals hier. Daar ga je naar de moskee om schoon te maken. Dat doe je gewoon. In Nederland heet dat vrijwilligerswerk maar voor mij hoort dat er gewoon bij.” Doordat hij actief is binnen de moskee groeit hij door binnen de organisatie en komt hij in het bestuur van de Mevlana moskee. Sinds 2004 gaan in Bos en Lommer enkele kerken en moskeeën samen gaan werken om voedsel te verstrekken aan mensen die niet goed rond kunnen komen. Eerst worden de voedselpakketten uitgedeeld vanuit de kerk en de moskee. Dit blijken geen geschikte uitgiftepunten te zijn omdat de mensen daar niet durven komen om de pakketten op te halen. Isa: “Iedereen kent elkaar in de kerk of de moskee en daarom durft niemand daar het pakket op te halen. De Voedselbank verhuist naar een andere locatie. Een plek waar mensen wel durven te komen. Veel mensen die een voedselpakket nodig hebben, schamen zich. Uit schaamte komen mensen hun pakket niet ophalen als ze weten dat andere mensen die zij kennen dat kunnen zien.” De verhuizing zorgt ervoor dat de Voedselbank laagdrempeliger wordt. De Voedselbank staat in een rustige wijk waar mensen hun pakket kunnen ophalen zonder gezien te worden. “Wij willen niet dat mensen buiten in de
boekje Samen Rijker3.indd 39
39
28-11-2012 11:59:38
rij staan” zegt Isa. “We hebben de afhaaltijden zo ingedeeld dat iedereen zijn pakket kan ophalen zonder in de rij te hoeven staan. De mensen durven hier te komen ondanks dat ze zich schamen. Toch komt het voor dat mensen hun pakket niet ophalen. Ik heb een keer meegemaakt dat iemand een pakket kwam ophalen maar een week later niet meer kwam omdat haar dochter vond dat zij dat niet nodig had. Van de dochter mocht de vrouw het pakket niet langer ophalen. Dan is het maar hopen dat de dochter dan zelf voor de moeder gaat zorgen.” Door de jarenlange ervaring heeft Isa inmiddels een groot netwerk opgebouwd. “Als ik van de ene naar de andere straat loop word ik veel aangesproken. Ik ken veel mensen en ben een soort maatschappelijk werker geworden.” De contacten komen de Voedselbank ook ten goede. Mensen weten Isa te vinden. Regelmatig wordt hij gebeld met de vraag of de Voedselbank nog voedsel nodig heeft. Een groot deel van het voedsel komt van het centrale uitgiftepunt van de Voedselbank Amsterdam. Daarnaast doneren mensen uit de buurt. Zo is er een islamitische man die graag anoniem wil blijven, die iedere week een volle auto met suiker of pasta aflevert. Of een Turkse bakker die met dozen pasta komt. Ook worden er acties gehouden in de buurt om voedsel te verzamelen. Door de economische crisis geven supermarkten en mensen minder. “Iedereen is bang en wil niet uitgeven. Onze taak is om voedsel uit te delen en wij hebben altijd voedsel nodig. Daarom doen wij verschillende acties om aan genoeg voedsel te komen voor onzen klanten.” Als moslim ziet Isa het als zijn taak om voor arme mensen te zorgen. “De Profeet heeft gezegd dat als je buren slapen met honger en jij genoeg hebt gehad en je niet aan je buren hebt gedacht, je geen goede moslim bent. Je moet als moslim mensen kunnen helpen. Daar maak ik actief gebruik van. God is voor iedereen. Of je nu christen bent of moslim. Dat kan ik voor niemand bepalen. Ik kan wel bepalen voor wie ik zorg. Ik zie het als mijn plicht om te zorgen en iets te betekenen voor mijn stadsbewoners, collega’s of buren. Je moet een ander geen pijn doen. Als gelovig mens ben je verplicht om goede dingen te doen, ook als moslim.”
40
Door lichamelijke problemen kan Isa niet meer fysiek helpen bij de voedselbank. Dat betekent niet dat hij wil stoppen met het helpen van mensen. Hij is contactpunt voor de Voedselbank en wordt veel gebeld door mensen met vragen die hij zo goed mogelijk probeert te beantwoorden. Hij helpt mensen met het lezen van brieven of tolkt voor mensen die niet zo goed Nederlands spreken. Hij is zich altijd bewust van zijn plicht als moslim om mensen te
boekje Samen Rijker3.indd 40
28-11-2012 11:59:38
helpen. “Als ik iets zie en ik denk dat ik op dat moment die persoon hulp kan aanbieden, dan doe ik dat. Als iemand pech heeft, dan help ik met een startkabel.” Niet alleen mensen die arm zijn, hebben volgens Isa aandacht nodig. “De laatste tijd ben je arm als je geen voedsel hebt. Maar er zijn ook mensen die arm zijn omdat ze lichamelijk of geestelijk gehandicapt zijn. Die zijn ook belangrijk en verdienen ook hulp.” Isa ziet het als de plicht van iedere moslim om samen te zoeken naar oplossingen om je medemens te helpen. “God vraagt van de mensen die genoeg hebben om te delen. Er zijn genoeg mensen in Nederland die genoeg hebben om te delen. Je moet geen brood in de prullenbak gooien. Mensen moeten bewust worden van het feit dat dit ook voor andere doelen kan worden gebruikt.”
41
boekje Samen Rijker3.indd 41
28-11-2012 11:59:38
HOOFDSTUK HOOFDSTUK 7
Omzien naar elkaar tijdens het Offerfeest, het vasten en het Suikerfeest Osman Paköz6
Werken aan je band met God betekent ook bezig zijn met je medemens. Het verbeteren van de band met de Schepper gaat gepaard met het verbeteren van de relatie met je naaste. Het niet kennen van God is net zo erg als het niet kennen van je samenleving. Zware woorden die zoveel willen zeggen als: Geloven doe je niet alleen voor God maar ook met elkaar. De meeste vormen van aanbidding worden in de islam in een gemeenschap verricht. Het wordt zelfs aanbevolen ze samen uit te voeren. De islam hecht grote waarde aan gemeenschap en samenleven. Dat wordt ook duidelijk bij de twee grote feesten die de islam kent: het Offerfeest (‘Ied al-Adha), de Ramadan en het Suikerfeest (‘Ied al-Fitr). Het Offerfeest Het Offerfeest wordt gevierd op de tiende dag van de laatste maand van het Islamitisch kalenderjaar. Het begon ooit met de droom van de Profeet Ibrahim (Abraham). In deze droom wordt Ibrahim opgedragen zijn zoon Isma’il (Ismaël) aan God te offeren. Gehoorzaam treft de Profeet Ibrahim voorbereidingen om het bevel van God uit te voeren, hoe pijnlijk ook. In werkelijkheid is Gods bevel niets anders dan een beproeving voor zowel vader als zoon, een test. De mens die zelfs een dusdanig moeilijke beproeving goed uitvoert, zal des te meer bereid zijn Gods oproep tot helpen van en delen met de naaste te volgen. Het offer is als een gebed dat het delen centraal stelt. Anderen mee te laten profiteren van datgene dat je waardevol vindt, is een deugd. De deugd van gulheid. Gulheid wordt in vrijwel alle samenlevingen sterk geprezen. Het gaat in tegen egoïsme.7 In de islam wordt egoïsme verworpen. De Koran
42
6
De auteur is enkele docenten van de Islamitische Universiteit van Europa (Rotterdam) zeer erkentelijk voor hun commentaar en suggesties bij het schrijven van deze tekst.
7
Zie ook de bijdrage van Marzouk Aulad Abdellah en Stella el Bouayadi- van de Wetering over omgaan met bezit.
boekje Samen Rijker3.indd 42
28-11-2012 11:59:38
spoort je juist aan om datgene wat je voor jezelf wenst ook voor anderen te wensen. Centraal bij het Offerfeest staat het slachten van een dier. Als je het financieel kunt veroorloven, moet je een bepaald dier (laten) slachten voor God. Het vlees van dit dier wordt gebruikt ten behoeve van anderen. Niet alleen je familie profiteert van het vlees, maar de mensen uit je directe omgeving. In landen waar moslims een minderheid zijn kan dit ook een positieve uitwerking hebben op niet-moslims. Door middel van het vlees dat je hun schenkt, verbetert je band met hen. Het vasten Het vasten in de maand Ramadan is één van de vijf zuilen van de islam. Elke moslim die de puberteit heeft bereikt en fysiek niet is verhinderd om te vasten – door bijvoorbeeld ziekte, ouderdom, zwangerschap, of op reis te zijn – is verplicht in deze maand te vasten. Dit vasten houdt in: het zich gedurende de dag onthouden van eten, drinken en het hebben van geslachtsgemeenschap. Na zonsondergang mag er weer worden gegeten tot de nacht overgaat in de ochtend. Vasten is niet zonder gevolgen. Allereerst herinnert het vasten je aan je dienaarschap ten opzichte van de Schepper. Ten tweede maakt het vasten je bewust van (andere) realiteiten van de samenleving waarin je leeft. In het dagelijks leven heb je niet altijd even goed in de gaten dat er mensen zijn die ziek, arm of eenzaam zijn. Tijdens de ramadan is dat anders. Als vastende verken je de hele samenleving. Hierdoor raak je bekend(er) en begaan met de zorgen en behoeften van anderen in je omgeving. In de ramadan wordt de moskee vaker bezocht dan in andere maanden. Dat heeft zo zijn voordelen. Gelovigen zijn tijdens het vasten in de ramadan meer met hun lichaam en geest bezig. Preken waarin stilgestaan wordt bij armoede, zorg voor de naaste en solidariteit krijgen meer betekenis. Moslims beseffen door het vasten dat het leven gedeeld wordt met anderen. Daar is het geluk te vinden. Bijvoorbeeld door voorrang te geven aan een ander, niet jezelf. In de maand ramadan ervaar je dit geluk. De ramadan transformeert de vastende tot iemand die aan anderen denkt. Vasten zorgt voor solidariteit met diegenen die hun leven in armoede doorbrengen: vasten in de ramadan is meeleven met de armen.
43
boekje Samen Rijker3.indd 43
28-11-2012 11:59:39
Iftars en het suikerfeest Met het breken van het vasten (iftar) ontstaat een onbeschrijvelijke sfeer. De vastenden weten zich verbonden. Ook de sahur maaltijd – die iedere nacht van de ramadan samen wordt gedeeld – brengt gezins- en familieleden dichter bij elkaar. Door elkaar te bezoeken, blijf je op de hoogte van de stand van zaken binnen de familie en nabije omgeving. Familieleden die financiële of immateriele problemen hebben, worden ontdekt en geholpen. De bejaarden die normaliter weinig bezoek krijgen, worden tijdens de ramadan regelmatig bezocht. Om te zorgen dat mensen met minder ook mee kunnen genieten van het feest dienen de moslims voor het begin van het feest de zakat al-fitr te betalen. Ook de verplichtte zakat wordt vaak in de ramadan afgestaan.8 Hulporganisaties als de Samenwerkende Moslim Hulp Organisaties (SMHO) stellen tijdens de ramadan vast wie tot de armen behoren en delen aan deze mensen bijvoorbeeld voedselpakketten uit. Moslims die als minderheid te midden van niet-moslims leven zijn zich des te meer bewust van hun maatschappelijke verplichtingen. Om te zorgen dat buren geen last krijgen van de extra bezoeken in de ramadan worden zij op de hoogte gesteld om te zorgen dat zij niet gestoord worden. Veel organisaties waaronder moskeeën organiseren iftars waar veel mensen aan deelnemen. Zij die daar behoefte aan hebben kunnen gratis deelnemen. Deze iftars worden georganiseerd door de gelovigen die het financieel goed hebben. Ook niet-moslims worden dikwijls uitgenodigd om wederzijdse kennismaking te bevorderen. Bestuurders van moskeeën kunnen van deze gelegenheden gebruik maken om kennis te nemen van zaken waar hun buren mee te maken hebben.
8
Meer over zakat en sadaqat in het artikel van Stella el Bouayadi-van de Wetering.
44
boekje Samen Rijker3.indd 44
28-11-2012 11:59:39
PORTRET FIKRET BEYDOGAN
“Wanneer je alles hebt, veel geld op de bank, een groot huis, en een ander heeft niets, dan doe je iets verkeerd. We moeten elkaar helpen om sterker te worden.”
45
boekje Samen Rijker3.indd 45
28-11-2012 11:59:40
Het is een plicht om te zorgen voor de minderbedeelden - Fikret Beydogan Slager Fikret Beydogan uit Amsterdam West zamelt ieder jaar duizenden kilo’s vlees in voor de armen. En dat al zeven jaar. Maar niet alleen tijdens het Offerfeest is hij vrijgevig. Ook in het dagelijks leven past hij de uitspraken van de Profeet toe. ‘Als jij je buik vol hebt, en je buren hebben een lege maag, dan doe je iets niet goed.’ Goed voorbeeld doet volgen. De vader van Fikret gaf zijn seizoensarbeiders te eten tijdens het Offerfeest. Er was altijd eten voor iedereen. Fikret was pas zeven jaar toen hij eten gaf aan wezen. In Turkije had zijn vader veel land. Op een dag kwam een man van het weeshuis en de jonge Fikret heeft toen de hele auto van de man volgeladen met voedsel. Normaal moest de man bij zeven boerderijen langs om een klein beetje te verzamelen. De altijd lachende Fikret vertelt over zijn komst naar Nederland. Als Fikret in 1991 naar Nederland komt, heeft hij niets. Hij wordt verliefd op zijn vrouw en blijft. Hij leeft zo’n zes jaar in de illegaliteit. Fikret heeft verschillende baantjes en werkt zeven dagen in de week. Het is hard werken en Fikret heeft vrijwel niets. Alleen God zorgt voor hem. In 1996 krijgt hij de kans om eigenaar te worden van slagerij Sera aan de Bos en Lommerweg. Daar werkt Fikret nu nog. Zes dagen per week. Zijn vlees is halal en voldoet aan alle regels. Het is soms moeilijk, al die regels in Nederland maar de kwaliteit van het vlees staat voorop. Fikret is blij met zijn slagerij. De hele wereld komt bij hem over de vloer. Hij vindt Nederland een mooi land. “Wij zijn nieuwe Nederlanders. We moeten voor elkaar zorgen en er samen wat van maken.” Hij vindt dat mensen naar de goede kant van het leven moeten kijken, niet naar de slechte. Daar komen volgens hem alleen verkeerde dingen van. Fikret houdt over wat hij nodig heeft. Geen appeltje voor de dorst voor later. Als hij alles heeft en een ander niets, dan voelt hij zich niet prettig. Er is bij hem geen ruimte voor gierigheid.
46
boekje Samen Rijker3.indd 46
28-11-2012 11:59:40
Hij vindt het belangrijk dat je omziet naar elkaar. “Wanneer jij alles hebt, veel geld op de bank, een groot huis, en een ander heeft niets, dan doe je iets verkeerd. We moet elkaar helpen om sterker te worden.” Fikret is een ambitieuze aanpakker. Als hem zo’n zes jaar geleden wordt gevraagd om mee te werken aan het initiatief van Samenwerkende Moslim Hulp Organisaties om vlees in te zamelen voor de Voedselbank zegt hij: “Wil je een vrachtwagen vol? Ik ben maar een klein man, maar samen kunnen we grote dingen doen.” Een maand voor het Offerfeest plaatsvindt, begint hij met zijn inzamelingsactie. Groots kondigt hij bij zijn slagerij aan dat hij weer vlees inzamelt voor de armen in Amsterdam en de armen in arme landen. Veel mensen komen in de loop van de weken vlees bij hem brengen. Hij vertelt aan iedereen die het wil horen het verhaal van Abraham. “God gaf Abraham een schaap toen hij zijn zoon voor hem wilde offeren. De zoon bleef daarmee gespaard. Sindsdien vieren de moslims het Offerfeest en slachten zij ieder jaar een schaap. Dat schaap delen zij met anderen. Een derde gaat naar de buren, een derde naar je eigen huishouden en een derde van het schaap is voor de armen.” Naast het ingebrachte vlees schenkt hij zelf ook duizenden kilo’s vlees. Het vlees wordt naar een fabriek gebracht waar het wordt verwerkt tot worsten en waar het wordt ingeblikt. Zeventig procent van de blikjes gaan naar de Voedselbank in Bos en Lommer en dertig procent naar het buitenland. Naar Somalië, Pakistan en Albanië. Fikret is zelf bij de Voedselbank langs geweest om te kijken. Toen hij het geluk van de mensen daar zag, kreeg hij tranen in zijn ogen. Fikret ziet het als zijn plicht als moslim om te zorgen voor de minder bedeelden. “Als jij je buik vol hebt, en je buren hebben een lege maag, dan doe je iets niet goed.” Moslim of geen moslim, iedereen kan bij hem terecht. De Profeet heeft moslims opgedragen om goed te doen. Want wie veel geeft, zal veel krijgen. Iedere dag probeert hij tien hasanat (goede daden) te doen. Dat kunnen kleine en grote daden zijn. Van het bevrijden van een vlieg tot het bijstaan van echtparen met problemen. Wanneer er mensen in zijn slagerij komen met problemen, probeert hij hen zo goed als hij kan hen te helpen. Soms gaat hij bij mensen thuis langs. Hij is een bekend gezicht in de buurt en de mensen weten hem te vinden. Hij vindt dat mensen meer gebruik
boekje Samen Rijker3.indd 47
47
28-11-2012 11:59:40
moeten maken van de sociale insteek van de islam. “Je kunt met de rechthand geven en met de linkerhand niet zien. We moeten meer omkijken naar de minder bedeelden binnen de samenleving. De rijken moeten voor de armen zorgen. Veel mensen denken dat er geen armoede is in Nederland. Maar er is wel veel armoede. Ik zie het iedere dag. Autochtonen, allochtonen, moslims, christenen, illegalen. Wanneer mensen bij mij aankloppen geef ik ze eten ongeacht afkomst of geloofsovertuiging.” Niet alleen tijdens het Offerfeest geeft hij aan de armen, ook de rest van het jaar helpt hij mensen die het minder hebben. Vlees, groenten, fruit of geld. Wanneer iemand bij hem steelt, vraagt hij: “Waarom steel jij? Als je het niet kan betalen dan geef ik het je.” Hij vindt het belangrijk dat je geeft zonder de ontvanger in schaamte te brengen. Mensen schamen zich voor hun armoede. Je moet geven zonder te daar iets voor terug te vragen. Wanneer iemand geld nodig heeft, geeft hij hem dat. Maar zodra Fikret ziet dat dit verkeerd wordt besteed, dan geeft hij niet meer. Hij wil wel structureler bijdragen maar dat kan hij niet alleen. Het werk van de Voedselbank vindt hij heel goed. Hij is blij dat hij kan bijdragen aan de bestrijding van armoede. Moslim of geen moslim. Niemand hoeft in armoede te leven. Wat moet er dan gebeuren? “De harten van de mensen moeten wat zachter worden.”
48
boekje Samen Rijker3.indd 48
28-11-2012 11:59:41
HOOFDSTUK 8
Het was voorbestemd dat dit mij overkwam Nourdeen Wildeman
Wanneer door iemand die in een problematische situatie terecht is gekomen het geloof in het lot wordt aangehaald om zichzelf te ontdoen van enige eigen verantwoordelijkheid, wordt het begrip lot verkeerd toegepast. Iedere moslim zou zich moeten inzetten om zijn eigen situatie indien nodig te verbeteren en zou niet naar God moeten wijzen in plaats van naar zichzelf. Een antwoord zou kunnen zijn: “Ja, het is voorbestemd dat je in deze situatie terecht bent gekomen, maar het is óók voorbestemd dat we nu aan een oplossing gaan werken!” Inleiding Aan de Profeet Mohammed werd eens gevraagd wat ‘geloof’ is. De Profeet antwoordde dat ‘geloven’ vanuit islamitisch perspectief inhoudt dat men gelooft in God, in Zijn Engelen, in Zijn Boeken, in Zijn Boodschappers, in de Dag des Oordeels en tenslotte in de Voorbeschikking, zowel het goede als het slechte. Deze zes geloofsartikelen behoren dus binnen de Islam tot de kern van het geloof dat iemand in zijn hart heeft; iedere moslim hoort hierin te geloven. Maar dat betekent niet dat iedereen er exact hetzelfde over denkt. Wellicht het meest besproken en bediscussieerde uit deze reeks van zes punten is het geloven in de voorbeschikking of het lot. Het Arabische woord dat hier oorspronkelijk voor werd gebruikt is al-qadar, dat soms ook vertaald wordt als ‘het lot’. De betekenis en implicaties van dit begrip zijn zo complex dat we in dit stuk alleen maar een tipje van de sluier van de verschillende gedachten van islamitische geleerden kunnen oplichten. Mekteb! En eigen verantwoordelijkheid Islam leert haar volgers dat God de Schepper is van de gehele schepping; hiermee worden zowel de wereld en de mensen, dieren, planten en alles wat tastbaar is bedoeld, maar ook begrippen als ‘tijd’ en ‘handelingen’. Datgene wat wij doen in ons dagelijks leven, zelfs de kleinste handelingen, zijn dus onderdeel van de Schepping. De Schepper kent zijn schepping zó goed, dat God niet alleen bewust is van het heden en het verleden maar ook van de toekomst. God kan niet verbaasd zijn door iets wat er gebeurt;
boekje Samen Rijker3.indd 49
49
28-11-2012 11:59:41
God is al op de hoogte van wat er zal plaatsvinden. Sterker nog, de islam leert dat God al vast heeft laten leggen wat er zal gebeuren in de toekomst, wie welke handeling zal uitvoeren en wat daar de consequenties van zijn. Het is dus al ‘vastgelegd’. In de dagelijkse omgang tussen moslims wordt in plaats van al-qadar vaak het woord mekteb gebruikt. Het woord mekteb kan in deze context vertaald worden als ‘datgene wat al geschreven is’. Er wordt gezegd: “Heb je een auto-ongeluk gehad (of juist niet)? Mekteb! Het stond al vast dat dit zou gebeuren.” De kern van de discussie over het bestaan van al-qadar is dat het bij veel mensen op gespannen voet staat met het idee dat zij hun eigen keuzes maken en daarvoor dus verantwoordelijkheid dragen. De centrale vraag is: als al vaststaat wat ik zal doen onder bepaalde omstandigheden, hoe kan ik dan verantwoordelijk worden gehouden voor mijn handelingen? Deze discussie speelt al sinds de tijd van de Profeet Mohammed en blijft voor sommige moslims tot op de dag van vandaag een gespreksonderwerp. Een voorbeeld van hoe de discussie vroeger werd gevoerd komt naar voren in een kort verhaal over Omar ibn al-Khattab.9 Op een dag stond Omar op het punt een man te veroordelen tot een straf vanwege diefstal. De man vroeg hem: “Hoe kan je mij nu straffen? Ik heb enkel gedaan wat God voorgeschreven had dat ik zou doen!”. Omar antwoordde: “Het is ook voorgeschreven dat ik je jouw straf zal geven.” Dit korte verhaal maakt duidelijk dat het idee dat handelingen voorgeschreven zijn als het idee dat je verantwoordelijkheid draagt voor jouw handelingen beide tegelijkertijd een realiteit zijn. ‘Het is je eigen schuld’ en ‘Je kunt er niets aan doen’ Wanneer je actief bent in bijvoorbeeld de schuldhulpverlening binnen de islamitische gemeenschap zal je met enige regelmaat geconfronteerd worden met verschillende manieren waarop door mensen naar hun eigen situatie (of die van een ander) wordt gekeken. Het ene uiterste is ‘volledige eigen verantwoordelijkheid zonder al-qadar: het is volledig de schuld van de persoon in kwestie dat de situatie is ontstaan, ook al hebben er wellicht zaken buiten zijn/haar greep plaatsgevonden. Het andere uiterste is ‘alles was voorgeschreven en kon niet tegengehouden worden’: de persoon in 9
Omar ibn al-Khattab is de tweede leider van de Islamitische staat na het overlijden van de Profeet.
50
boekje Samen Rijker3.indd 50
28-11-2012 11:59:41
kwestie treft geen enkele blaam voor wat er is gebeurd. Hij/zij was in feite machteloos. Vanuit islamitisch perspectief ligt de waarheid dus in het midden. Het was voorbestemd hoe mensen met hun eigen verantwoordelijkheid om zouden gaan. Dat de Schepper al wist wat een individu zou doen, betekent niet dat het individu het niet uit eigen wil of keuze heeft gedaan. Vergelijk het met een moeder die haar zoon door en door kent. Zij kent haar kind zó goed dat wanneer iets gebeurt, ze exact weet hoe haar zoon daarop zal reageren. “Als hij hoort dat we dit jaar niet op vakantie kunnen gaan, zal hij eerst boos worden en later proberen of hij met zijn favoriete oom mee kan deze zomervakantie.” En inderdaad, dat bleek exact de reactie van haar zoon te zijn. Maar het idee dat de reactie van het kind niet uit eigen keuzes voortkwam omdat zijn moeder al wist wat hij zou doen, is absurd. Haar inzichten over zijn karakter hebben hem niet beperkt, laat staan gedwongen tot een bepaalde reactie. Wanneer door iemand die in een problematische situatie terecht is gekomen het geloof in het lot wordt aangehaald om zichzelf te ontdoen van enige eigen verantwoordelijkheid, wordt het begrip verkeerd toegepast. Iedere moslim behoort zich in te zetten om zijn eigen situatie indien nodig te verbeteren en zou niet naar God moeten wijzen in plaats van naar zichzelf. Een antwoord zou kunnen zijn: “Ja, het is voorbestemd dat je in deze situatie terecht bent gekomen, maar het is óók voorbestemd dat we nu aan een oplossing gaan werken!” God verandert een situatie als je zelf de situatie verandert God zegt hierover iets essentieels in de Koran, wat vertaalt zou kunnen worden als: {Voorwaar, God verandert de toestand van een volk niet, totdat zij hun eigen toestand veranderen} [zie Koran 13:11]. Het is dus aan de mens zelf om zich in te zetten zijn situatie te verbeteren, ook als het voorbestemd was dat de situatie is ontstaan. Indien eigen handelingen een van de redenen zijn dat een situatie is ontstaan, dan draagt de persoon in kwestie daar verantwoordelijkheid voor. “Ja, het is voorbestemd, omdat God al wist wat je ging doen en wat je gaat doen. Je kan God niet verassen. En als het voorbestemd is dat je nu op een goede en constructieve manier aan de slag gaat met je problemen of een ander helpt, wat houdt je dan nog tegen…?” 51
boekje Samen Rijker3.indd 51
28-11-2012 11:59:41
HOOFDSTUK PORTRET NAIMA TOUTOUH
“Veel mannen zijn naar Nederland gekomen om te werken en wilden hun families een beter leven geven. Maar nu zijn veel mannen in de WAO beland en kunnen zij niet meer werken. Zij moeten een gezin met vaak vier of meer kinderen onderhouden en met alleen een uitkering is dat best zwaar. Niemand wil toegeven dat het lastig is om rond te komen van een minimuminkomen.”
52
boekje Samen Rijker3.indd 52
28-11-2012 11:59:42
De Profeet is het voorbeeld van een goede man – Naima Toutouh Sinds 2010 is Naima Toutouh de voorzitster van Stichting Steunpilaar. Een organisatie die zich inzet voor de emancipatie van Marokkaanse mannen. Stichting Steunpilaar gelooft dat mannen veel meer kunnen betekenen voor hun gezinnen, de maatschappij en vooral zichzelf. Naima (27) is een jonge, spontane vrouw met veel energie. Tijdens haar studie Juridische Dienstverlening aan de HvA doet ze onderzoek naar Marokkaans en Nederlands scheidingsrecht. Ze loopt stage bij een stichting waar ze veel contact heeft met vrouwen. Na het afronden van haar studie en de geboorte van haar dochter zet Naima zich in voor iedereen die maar wat hulp kan gebruiken. Een mooie maar moeilijke taak. Tijdens de cursus ‘Van Idee naar Project’ bij Stichting Samenwonen-Samenleven leert Naima dat het onmogelijk is om iedereen te helpen. Tijdens de cursus denkt ze na over welke doelgroep ze in het bijzonder graag zou willen ondersteunen. Ze besluit mannenemancipatie te ondersteunen, omdat Naima vindt dat Marokkaanse mannen een positieve bijdrage kunnen leveren aan de samenleving. Het opzetten van het project is niet gemakkelijk. Het kost haar veel tijd om het vertrouwen van de mannen te winnen. Ze bezoekt plekken waar veel mannen samenkomen zoals koffiehuizen en bij de Buurtvaders. In het begin komt niemand naar haar toe maar Naima houdt vol. Ze knoopt een praatje aan met de mannen en vertelt hen wie zij is en wat zij komt doen. Ze probeert een vertrouwensband met hen te krijgen. Na een paar maanden komt er af een toe iemand naar haar toe met een algemene hulpvraag. Doordat de vragen algemeen zijn, kan Naima slechts algemene antwoorden geven. Liever is ze concreter. Na verloop van tijd komen steeds meer mannen naar haar toe met persoonlijkere vragen. Naima: “De mannen kunnen moeilijk over hun problemen praten omdat ze van huis uit niet geleerd hebben om te spreken over hun problemen. Maar er is ook veel schaamte. Veel mannen zijn naar Nederland gekomen om te werken en willen hun families een beter leven geven. Maar nu zijn veel mannen in de WAO beland en kunnen zij niet meer werken.
boekje Samen Rijker3.indd 53
53
28-11-2012 11:59:42
Zij moeten een gezin met vaak vier of meer kinderen onderhouden en met alleen een uitkering is dat best zwaar. Niemand wil toegeven dat het lastig is om rond te komen van een minimuminkomen. Mannen hebben weinig inkomen en de vrouwen willen vaak dezelfde spullen als hun buurvrouw. Mensen steken zich in de schulden om dezelfde spullen te kunnen hebben als een ander, maar daarmee stapelen de schulden zich op.” De sociale controle binnen de Marokkaanse gemeenschap is groot. De grote sociale controle zorgt ervoor dat mensen boven hun stand gaan leven omdat ze niet willen onderdoen voor de buren of hun vrienden en familie. Mensen willen graag via hun auto of andere luxe goederen hun status laten zien. Naima kan zich enorm ergeren aan geroddel van mensen over elkaar. “Die sociale controle irriteert me zo. Het gaat van generatie op generatie en dat wordt alleen maar erger. Dat op elkaar letten dat kan echt niet meer. Leef en laat leven! Maar het zit diep geworteld en gaat niet zomaar weg. Hier in Nederland wordt er volgens mij meer geroddeld dan in Marokko. Hier leven we in een kleine gemeenschap. Ik vind dat je je bezig moet houden met je geloof en je kinderen. Waaraan ik me het meeste erger, is dat mensen roddelen over anderen maar zelf niet weten wat hun eigen kinderen doen. Als ik hoor dat men over andermans kinderen roddelt dan denk ik: ga kijken waar je eigen dochter uithangt.” Naima vindt dat haar ouders een goed voorbeeld zijn. Zij waren niet heel streng maar hebben haar wel goed opgevoed. Ze bidt iedere dag, vast en draagt een hoofddoek. Ze doet haar best om zo goed mogelijk te leven volgens de regels van de Islam. Ze probeert zich zo min mogelijk aan te trekken van wat mensen van haar vinden. “Uiteindelijk word je in je eentje berecht voor Allah.”
54
Wanneer Naima met mannen spreekt, legt zij de mannen uit dat het belangrijk is om met je vrouw en kinderen te praten over problemen. Dat slaan niet de oplossing is voor je problemen. Zij vindt het belangrijk dat mannen betrokken raken bij het leven van hun kinderen. Veel ouders vragen niet aan hun kinderen waar ze uithangen of hoe het op school gaat. Ze weten weinig over hun kinderen. Naima denkt dat de eerste generatie nog denkt aan het land van herkomst en zij verwachten dat hun kinderen later voor hen gaan zorgen. Volgens haar is er een mentaliteitsverandering nodig maar het is heel moeilijk om die te bewerkstelligen. In Marokko zijn mensen veel moderner dan de Nederlandse-Marokkanen. Zij voeden hun kinderen op met een mentaliteit die niet meer van deze tijd is. Vooral mannen gaan niet met hun tijd mee.
boekje Samen Rijker3.indd 54
28-11-2012 11:59:42
Naima ziet om zich heen dat vrouwen het steeds beter doen: “Meisjes gaan naar school, ronden hun opleidingen af en krijgen een baan. Jongens doen het veel slechter op school en hebben vaak geen baan en hangen maar wat rond.” Ze vindt dat er een rol is weggelegd voor de vaders om ervoor te zorgen dat ook hun zoons hun opleidingen gaan afronden en werk vinden. Naima wil mannen hierin ondersteunen en zorgen voor een plek waar mannen terecht kunnen met hun vragen en problemen. Er wordt veel georganiseerd voor vrouwen maar voor mannen is er veel minder. Naima: “Wanneer zij geen werk hebben zitten ze vaak in het koffiehuis en gaan ze naar de moskee. Ze hebben het gevoel dat er niemand is die naar hen omkijkt. De mannen voelen zich ook miskend. ‘Voor vrouwen wordt er van alles georganiseerd en voor ons niets!’ hoor ik soms zeggen.” Naima probeert in te spelen op de behoeften die ze bij de mannen hoort. Als er vragen zijn over huiselijk geweld dan vertelt ze daar iets over. Of wanneer er verkiezingen zijn, dan vertelt Naima over het belang van het uitbrengen van je stem. Naima gelooft in haar doel. Het is niet gemakkelijk om een mentaliteitsverandering op gang te brengen, maar het moet gebeuren. De profeet is het voorbeeld van een goede man. Hij hielp in de keuken en sprak met zijn kinderen. De mannen hier zouden daar een voorbeeld aan kunnen nemen. Cultuur en geloof worden vaak verward. Naima: “Als ze me niet geloven, dan stuur ik ze naar de imam. Die schudt hen wel wakker. Mannen moeten kritischer naar hun eigen leven kijken en actiever worden. Daar worden ze zelf ook gelukkig van. Want wat is er nu mooier dan net als de profeet een goed leven te hebben met je vrouw en kinderen!”
55
boekje Samen Rijker3.indd 55
28-11-2012 11:59:42
HOOFDSTUK NAWOORD
Een boekje is mooi. Het is onze hoop dat het je inspireert bij het werk dat je doet, je aanspoort tot inzet of je enthousiast maakt om eens met een van de betrokkenen uit dit boekje in gesprek te gaan. De contactgegevens van de schrijvers en organisaties vind je daarom op de volgende bladzijden. Dit boekje staat niet op zichzelf. Het gesprek tussen de verschillende deelnemers, schrijvers en geportretteerden, is al gestart. Dit gesprek gaat door. Als je aan wilt sluiten bij dit netwerk, van harte welkom! Wil je op de hoogte blijven? Neem dan gerust contact met ons op. Bovendien is het de bedoeling dat de publicatie gebruikt wordt en een vervolg heeft. Dat gaan we doen. Stichting Samenwonen-Samenleven en het Bos en Lommer interreligieus Beraad/West Interreligieus Netwerk gaan sowieso verder in Amsterdam West. In ontwikkeling is een training waarin we samen met enkele betrokkenen bij gebedshuizen en zelforganisaties in Amsterdam West concreet over inkomensproblemen, schulden en armoede in gesprek gaan. We zullen met elkaar spreken over vragen als ‘Hoe raakt de crisis ons in het gebedshuis?’, ‘Wat is onze rol?’, ‘Hoe werken de schuldhulpverlening en de Dienst werk en Inkomen?’, ‘Hoe worden wij geïnspireerd door het geloof?’ of ‘Wat kunnen we in ons gebedshuis doen om daar de kwetsbaren te ondersteunen?’. Het doel van deze activiteiten is het motiveren, ondersteunen en met elkaar in contact brengen van individuele en georganiseerde ‘doeners’ en ‘potentiële doeners’ op het gebied van armoedebestrijding. We zijn op zoek naar vormen van samenwerking in de wijk en proberen het eigen en gezamenlijke initiatief en het organiserend vermogen te versterken. Samen Rijker, samen met elkaar en voor elkaar. Geïnspireerd door wat ons dierbaar is voor wie ons dierbaar zijn.
56
Peter Faber Projectcoördinator “Samen Rijker”
boekje Samen Rijker3.indd 56
28-11-2012 11:59:42
OVER DE SCHRIJVERS EN REDACTEURS
Marzouk Aulad Abdellah is als docent verbonden aan het Centrum voor Islamitische Theologie aan de Vrije Universiteit. Hij is gepromoveerd aan de al-Azhar universiteit in Cairo op het gebied van het islamitisch recht. Regelmatig gaat hij voor als imam in de Al-Kabir moskee en ander moskeeën in Amsterdam. Aulad Abdellah is woonachtig in Amsterdam. Hij is te bereiken op
[email protected]. Stella el Bouayadi – van de Wetering (1954) is docent Arabisch en islamitische pedagogiek aan de Hogeschool Inholland. Daarnaast is ze studieloopbaanbegeleider. Ook is ze werkzaam als docent Arabisch aan het Centrum voor Islamitische Theologie aan de Vrije Universiteit. El Bouayadi – van de Wetering woont in Utrecht. Zij is te bereiken op stella.
[email protected]. Ryan Dilrosun (1975) is werkzaam als tweede imam bij de Islamiyah Anjuman Amsterdam. Een moskee in Amsterdam Zuidoost. Tevens is hij een van de ontwikkelaars en trainers van een trainingsprogramma voor religieuze leiders. Deze training is een samenwerking met de GGD en gaat over seksuele gezondheid. Dilrosun is woonachtig in Amsterdam Zuidoost. Hij is te bereiken via
[email protected]. Peter Faber (1982) is werkzaam voor stichting Samenwonen-Samenleven in Amsterdam West en bij het armoedeprogramma. Hij woont in Amsterdam en studeerde daar eerder theologie aan de Vrije Universiteit. Hij is te bereiken via
[email protected] Abdoellah Ghzili (1982) is moslim geestelijk verzorger in de GGZ en vakleerkracht godsdienst in het islamitisch basisonderwijs. Tevens is hij researcher en docent bij het Instituut voor Islam Studies Dar-al-‘ilm. Hij is verder actief als vrijwilliger en freelance vertaler Arabisch voor verschillende islamitische organisaties. Hij woont in Amsterdam en studeerde religie en levensbeschouwing aan de Vrije Universiteit. Hij is te bereiken via
[email protected]. 57
boekje Samen Rijker3.indd 57
28-11-2012 11:59:43
Fatma Katirci (1975) is recent afgestudeerd als imam aan de Hogeschool Inholland. Tegenwoordig werkt ze als predikante en islamitische geestelijk werker. Ze geeft onder andere lessen islamitische theologie aan meiden en moeders aangesloten bij verschillende verenigingen van Milli Gorus Noord Nederland. Ze is te bereiken via
[email protected]. Samantha Oudeman (1986) studeert Religie en Beleid aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. In het kader van haar studie is zij als stagiair betrokken bij de uitvoering van het ‘project’ “Samen Rijker”. De portretten zijn van haar hand. Oudeman woont in Amsterdam. Je kunt contact met haar opnemen via
[email protected]. Osman Paköz (1973) is als docent werkzaam bij de Islamitische Universiteit van Europa. Jaren heeft hij gewerkt als imam in de Aya Sophia moskee in Amsterdam West. Tegenwoordig is hij ook bestuursvoorzitter van deze moskee. Paköz woont sinds 2011 in Amsterdam. Hij is te bereiken via
[email protected]. Ali Ware (1964) is directeur bij SOMVAO. De vereniging voor Somaliërs in Amsterdam en omstreken. Ware studeerde politicologie aan de Vrije Universiteit. Hij is woonachtig in Hoofddorp en is te bereiken via
[email protected]. Nourdeen Wildeman (1983) is woonachtig in Utrecht. Na een christelijke opvoeding besloot hij op 24 jarige leeftijd moslim te worden. Hij is actief als schrijver, spreker en vrijwilliger bij diverse islamitische organisaties zoals de Blauwe Moskee in Amsterdam-Slotervaart en Stichting OntdekIslam. Voor meer informatie kun je www.nourdeenwildeman.com raadplegen. Hasan Yar (1963) woont in Eindhoven. Hij is docent aan de Hogeschool Inholland in het Domein Onderwijs, Leren en Levensbeschouwing. Daarnaast is Yar directeur van Stichting IHSAN. Momenteel werkt hij aan een proefschrift over sociaal kapitaal in de moskee. Yar is te bereiken via
[email protected].
58
boekje Samen Rijker3.indd 58
28-11-2012 11:59:43
ENKELE ORGANISATIES IN AMSTERDAM WEST
Stadsdeel Amsterdam West Haal op het stadsdeelkantoor op het Bos en Lommerplein een stadsdeelgids. Hierin vind je een overzicht van veel organisaties die in de wijk actief zijn. Gerda Sordam, Beleidsmedewerker Vrijwilligers werk, te bereiken via
[email protected]. Gracia Velland, Verantwoordelijke voor o.a. Voedselbanken, g.velland@west. amsterdam.nl. Website: www.west.amsterdam.nl Telefoon: (020) 253 02 51 Dienst Werk en Inkomen (DWI) De Dienst Werk en Inkomen (DWI) biedt in Amsterdam ondersteuning bij het zoeken naar werk, verstrekt uitkeringen bij geen werk of onvoldoende inkomsten en biedt andere vormen van bijstand bij te weinig inkomen. Ga langs bij het Werkplein Zuid/West aan de Jan van Galenstraat 323-329. Website: www.amsterdam.nl/werk-inkomen/ Telefoon: (020) 346 36 36 Formulierenbrigade De formulierenbrigade helpt bij het invullen van moeilijke formulieren. In Amsterdam West is de brigade te vinden op het Werkplein Zuid/West van het DWI. Website: www.amsterdam.nl/werk-inkomen/hulp-laag-inkomen/lastige-formulieren Telefoon: (020) 346 36 36 Schuldhulpverlening In Amsterdam West biedt Centram schuldhulpverlening voor mensen met problematische schulden. Centram geeft ook budgetcursussen. Heb je problemen met aflossen of wil je meer weten over hoe SHV werkt neem dan contact op met: Leo Boke, Preventiewerker Centram, te bereiken via
[email protected] Website: www.centram.nl Telefoon: (020) 557 33 33
boekje Samen Rijker3.indd 59
59
28-11-2012 11:59:43
ABC Alliantie ABC is een koepelorganisatie voor opbouw- en welzijnswerk in Amsterdam West. Zij beheren onder andere verschillende buurthuizen. Loop gerust eens binnen in bijvoorbeeld: ‘De Tagerijn’, Balboastraat 18 ‘De Koperen Knoop’, Van Limburg Stirumstraat 119 ‘De Mansveltschool’, Karel Doormanstraat 125 ‘De Havelaar’, Douwes Dekkerstraat 2 Voedselbanken in Amsterdam West Intake en aanvragen op maandagavond tussen 19.30 en 20.30u bij de Hudsonhof 1-9 (achter het Mercatorplein). Uitgiftepunt Bos en Lommer. Erik de Roodestraat 21. Op woensdag tussen 13.30 en 16.30 u en op vrijdag tussen 13.30 en 15.30u. Uitgiftepunt Westerpark. Gebouw Hebron, Polanenstraat 213. Op donderdagen tussen 13.00 en 14.00u. Uitgiftepunt Oud West. Marnixstraat 248 (tegenover het politiebureau). Op woensdag tussen 15.00 en 16.00u. Uitgiftepunt De Baarsjes. Admiraal de Ruyterweg 148, gebouw Westerwijk. Website: www.amsterdam.voedselbank.org Telefoon: (020) 638 44 77 Stichting Op Eigen Kracht Deze stichting biedt trainingen voor mensen die de Voedselbank bezoeken. Voor meer informatie: Hille Hoogland, Projectmanager Op Eigen Kracht. Te bereiken via info@opei genkrachttraining.org. Website: www.opeigenkrachttraining.org Telefoon: (020) 663 07 53 Stichting Blik op Talent Blik op Talent biedt persoonlijke ondersteuning bij het zoeken naar vrijwilligerswerk, scholing en werk en werkt daarbij nauw samen met het DWI. Daarnaast geven ze trainingen en cursussen. Bel of mail met Roos Stor, Latifa Idrissi of Magdy Khalil via
[email protected] of (020) 684 17 33 of (06) 112 28 529. Website: www.blikoptalent.nl
60
boekje Samen Rijker3.indd 60
28-11-2012 11:59:43
Stichting Kantara-De Brug Deze stichting zet zich in voor integratie in onder anderen de Baarsjes. Bij Kantara worden bijvoorbeeld mannen getraind om actief in het leven te staan! Voor meer informatie kun je contact opnemen met Magdy Khalil via
[email protected] of (06) 417 53 476. Website: www.kantara-brug.nl Amsterdams Buurvrouwen Contact (ABC) Bij het ABC geven vrouwen vrijwillig taalles aan allochtone vrouwen thuis. Wil je je inzetten of ken je iemand die hier baat bij heeft, neem dan contact op met: Miriam Meijs. Bereikbaar via
[email protected]. Website: www.abcamsterdam.org Telefoon: (020) 320 27 10 Samen Sterk Vrouwen West In Westerpark bieden de vrouwen van Samen Sterk wekelijks een plek voor ontmoeting met soms serieuze gesprekken, cursussen, fietsles of naailes. Zij komen bij elkaar aan de Van Limburg Stirumstraat 119. Meer informatie vind je Darifa of Norah via (06) 344 85 084 of (06) 161 73 508. Stichting De Regenboog en VONK VONK is onderdeel van de Regenboog. VONK koppelt maatjes aan mensen die zich voorbereiden op de schuldhulpverlening en schuldsanering. Zoek je een maatje of wil je aan de slag, neem dan contact op met Daan van Leeuwen via
[email protected] of (020) 465 03 70. Website: www.deregenboog.org/vonk Kerk- en Buurt Westerpark Kerk en Buurt is een vrijwilligersorganisatie met beperkte professionele ondersteuning. Doel van Kerk en Buurt is het vergroten van de leefbaarheid en de samenhang in de buurten, met oog voor de eigenheid van bezoekers, vrijwilligers en medewerkers van de projecten. Kerk en Buurt wil een open gemeenschap zijn van gewone en buitengewone mensen, van gelovigen en ongelovigen. Voor meer informatie mail je met Hokon Hansen via
[email protected].
61
boekje Samen Rijker3.indd 61
28-11-2012 11:59:44
Samenwerkende Moslim Hulp Organisaties (SMHO) De SMHO is een samenwerkingsverband van een aantal Nederlandse moslimorganisaties die die actief zijn op het gebied van projectondersteuning in binnen- en buitenland. Voor meer informatie kun je contact opnemen met Veyis Gungor via 020 684 57 12 of via
[email protected]. Langsgaan op de Sextantweg 6 C kan altijd. Bos en Lommer interreligieus Beraad/West Interreligieus Netwerk In Amsterdam West zijn verschillende kerken moskeeën en andere gebedshuizen actief in de buurt. Het BLiB/WIN heeft het overzicht en verbindt deze aan elkaar. Voor meer informatie kun je contact opnemen met: Marike Omta, Voorzitter. Bereikbaar via
[email protected] of via (06) 383 78 587. Stichting Samenwonen-Samenleven (SW-SL) SW-SL ondersteunt vrijwilligers en vertrouwenspersoon die actief zijn bij zelforganisaties, vrijwilligersorganisaties en gebedshuizen. Ook helpt SW-SL de organisaties bij het opstellen van projectaanvragen. Via cursussen en netwerkbijeenkomsten brengt SW-SL bovendien vertrouwenspersonen, sleutelfiguren en professionals met elkaar in contact. Marijke Verdonk, Coördinator West. Bereikbaar via
[email protected] of (06) 178 80 374. Website: www.sw-sl.nl
62
boekje Samen Rijker3.indd 62
28-11-2012 11:59:44
boekje Samen Rijker3.indd 63
28-11-2012 11:59:44
boekje Samen Rijker3.indd 64
28-11-2012 11:59:44