Samen leren van de werkplek ................................................................................... Zo werkt een leernetwerk voor aankomende en zittende leerkrachten ...................................................................................
Handboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 2
................................................................................................................................................................................
Inhoudsopgave
................................................................................................................................................................................ 1. Inleiding . 2. Kader van het leernetwerk 2.1 Visie op leren en opleiden 2.2 Community of practice 2.3 Community of practice: functies en rollen 2.4 Relatie project met curriculum van de opleiding 2.5 Het digitale communicatieplatform 2.6 Matching en zoekfunctie 2.7 Moderator 2.8 Het publieke domein 2.9 Evaluatie community of practice en het platform
3
3. Doelgroepen en betrokkenen . 3.1 Majorstudent 3.2 Minorstudent 3.3 De Alumnus 3.4 De Expert 3.5 Leerkrachten in het werkveld
11 11 12 12 13 13
4. Beschrijving van het platform 4.1 Groepsomgeving 4.2 Productomgeving (Sherpa pro) 4.3 Wiki-omgeving
15 16 16 16
5. Het platform in gebruik 5.1 Voorbeelden 5.2 Participatie door doelgroepen 5.3 Het gewenste niveau
17 17 18 19
Ten slotte
21
5 6 6 7 7 8 9 9 9 10
Hanboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 3
................................................................................................................................................................................
1. Inleiding
................................................................................................................................................................................ Dit boek biedt een handreiking voor het opzetten van en werken met leernetwerken. Het doel is: samen leren van de werkplek door middel van een interactief digitaal communicatieplatform. ‘Samen’ betekent samen leren door de uiteindelijke gebruikers van de leernetwerken, dus de docenten, studenten, leerkrachten en alumni van de Lerarenopleidingen. ‘Samen’ betekent ook dat de opleidingsmanagers en de leden van de onderwijscommissie voor honderd procent achter het leernetwerk staan. Je krijgt praktische richtlijnen, op basis van theoretische overwegingen, hoe jij en alle andere betrokkenen dit digitale communicatieplatform kunnen gebruiken om ‘samen te leren van de werkplek’. Binnen dit digitale communicatie platform kun je stage- en werkervaringen en leervragen uitwisselen, deze verbinden aan theoretische kennis en zo laten voldoen aan de bekwaamheidseisen van de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL-competenties). Het is nadrukkelijk de bedoeling dat hierdoor het leren van en met elkaar vanzelfsprekend wordt, zodat er kennistransfer ontstaat tussen opleiding en praktijk. In dit handboek is gekozen om te werken in de groepsomgeving ‘Groepen van Kennisnet’. Met gemak en enkele aanpassingen kan echter ook gekozen worden voor een andere groepsomgeving, zoals Groepen van Surf of Elgg, en met enige moeite zelfs ook voor een omgeving als Ning of zelfs als Hyves. De uitgangspunten van het ontwikkelde platform zijn gebaseerd op een visie op leren en kennis verwerven en delen. Deze visie heeft consequenties voor de vormgeving en werkwijze van het platform, evenals voor de ingebruikname ervan en het eigenaarschap van de groepen en de producten, de documenten en de wiki’s. Dit handboek zal deze onderwerpen elk apart behandelen. Waar mogelijk zal worden verwezen naar informatiesites over bijvoorbeeld de groepsomgeving van Kennisnet, met het daarbij behorende entreeaccount, of de werkwijze van de wiki’s. Het is de bedoeling dat we op deze manier niet alleen samen leren en samen kennis opbouwen maar dat ook zoveel mogelijk lerarenopleidingen het platform gaan gebruiken. We willen hiermee de kwaliteit van de opleiding en het beroep verbeteren en daarmee een bijdrage leveren aan het bestrijden van de lerarentekorten. Succes!
Hanboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 5
................................................................................................................................................................................
2.
Kader van het leernetwerk
................................................................................................................................................................................ De inrichting en de werkwijze van het platform ‘Samen Leren van de werkplek’ van Groepen van Kennisnet zijn gebaseerd op een visie op leren en opleiden. Hierop is de keuze voor onder meer de vormgeving en functionaliteit van het platform en het eigenaarschap van de groepen en producten gebaseerd. Dit hoofdstuk gaat in op deze visie op leren en opleiden en legt uit welke ICTaspecten hiermee samenhangen.
2.1 Visie op leren en opleiden De doelstelling van het platform ‘Samen leren van de werkplek’ is: “het faciliteren van doorlopende en duurzame professionalisering van studenten en alumni van de Opleidingen tot Leraar Basisonderwijs (PABO’s) en andere lerarenopleidingen door middel van het vormgeven van samenwerkend, adaptief en just-in-time leren binnen de opleiding en in het werkveld”. De stagiaire, de opleider en de leerkracht vormen een driehoek waarbinnen zij van en met elkaar leren. Binnen deze driehoek wisselen de belanghebbenden stage- en werkervaringen en leervragen met elkaar uit. De uitkomsten verbinden zij vervolgens met SBL-competenties en meer theoretische kennis. Een goede werkomgeving biedt de mogelijkheid te leren van en met elkaar, waardoor de gewenste kennistransfer tussen opleiding en praktijk tot stand komt. De hoofddoelstelling is dus: • duurzame professionalisering door ‘samenwerkend, adaptief en just-intime’ leren; • dit stimuleren en mogelijk maken met behulp van een digitaal communicatieplatform1 Binnen de leeromgeving zijn ten minste drie groepen gebruikers aanwezig: • Studenten (van de opleiding) • Leerkrachten & Alumni (werkplek) • Opleiders (lerarenopleiding)
1 Bastiaens, T. J.,(2008) Onderwijskundige innovatie; down to earth
Handboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 6
Tabel: verschillen tussen traditioneel en competentiegericht onderwijs2 Traditioneel onderwijs
Competentiegericht onderwijs
Uitgangspunt voor curriculum:
Kennisinhouden en disciplinegerichte vaardigheden
Competenties met bijbehorende taken en praktijk- of probleemsituaties
Toetsing van (vooral):
Kennis en vaardigheden
Competenties
Methode:
Studenten bestuderen vooraf bepaalde inhouden
Studenten voeren studietaken uit, al dan niet samen met andere studenten
Richting:
Alle studenten doorlopen min of meer hetzelfde curriculum (aanbodgericht)
Afhankelijk van ingangsniveau wordt een curriculum op maat samengesteld (vraaggestuurd)
Onderwijseenheden:
Afgeleid uit afzonderlijke disciplines
Voor een belangrijk deel interdisciplinair
Vaardigheden:
Afzonderlijke vaardigheidsmodules
Algemene vaardigheden geïntegreerd in studietaken
Toetsing:
Docentgestuurde toetsing
Zelfreflectie en zelftoetsing spelen een fundamentele rol
2.2 Community of Practice2 De gebruikers vormen een Community of Practice (CoP)3. Deze ‘Community’ heeft een plaats in het brede kader van ‘Leren in (sociale) netwerken’. Hieronder wordt verstaan4: “het creëren van een omgeving waarin onderlinge relaties tussen lerenden en medelerenden, tussen lerenden en tutoren, tussen een community van lerenden en leermiddelen waartoe men toegang heeft, zo worden bevorderd dat de deelnemers gezamenlijk hun begrip en mogelijkheden ontwikkelen in de richting die voor hen van belang is en waarover ze een zekere mate van controle hebben”. Een Community of Practice gaat dus uit van ‘leren van en met elkaar’. Gedeelde praktijkervaringen en het samen ‘kennis maken’ horen bij een leervisie die gebaseerd is op het competentiegerichte opleiden; een CoP maakt ruimte voor het connectivisme5. 2 Schlusmans & Slotman (1999) 3 Mark Coenders: Communities of Practice in het Nederlands leerlandschap: Communities of practice zijn sociale leerplaatsen waar kwesties die mensen raken de aanleiding vormen voor leren. Mensen starten daarmee vanuit een wil om een verschil te maken. De ontstaansgeschiedenis verloopt niet via een formele structuur, maar via de informele energie die zich rond een gemeenschappelijke vraag manifesteert. Daardoor ontstaat de CoP. 4 (Banks, Goodyear, Hodgson& McConnell 2003) 5 Connectivisme, een leertheorie van George Siemens gekarakteriseerd als de “amplification of learning, knowledge and understanding through the extension of a personal network”. (“to connect”)
Hanboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 7
2.3 Community of practice: functies en rollen In de communities of practice kunnen lerenden diverse rollen vervullen, waaronder ook die van expert of coach. Het doel is om met en van elkaar te leren en gemeenschappelijk kennis te delen en op te bouwen. Binnen de community kunnen de deelnemers ervaringen delen, leervragen en kritische situaties uitwisselen en interessante ontwikkelingen op bepaalde (vak)gebieden volgen. Door hierbij niet alleen gebruik te maken van tekst maar ook van andere multimediale middelen ontstaat een leeromgeving die functioneert als een groeiende leerbron. Het digitale communicatieplatform biedt studenten en alumni de mogelijkheid om dit samen uit te werken. In een community of practice spelen de volgende personen een rol: • lerenden; • peers: de medelerenden; • experts: de inhoudelijke- of procesmatige deskundigen die bijdragen leveren aan het leerproces van de lerende; • coaches: de personen die het leerproces van de lerenden begeleiden. Personen met verschillende functies binnen de opleiding en het werkveld kunnen deze rollen vervullen. Een voorbeeld hiervan is de rol van coach die zowel door een opleider of door een mentor als door een medestudent ingevuld kan worden. In de digitale leeromgeving zijn groepen rond een onderwerp of thema geformeerd. Dit betekent dat lerenden met allerlei soorten leervragen en van verschillende competentieniveaus tot één groep kunnen behoren. Door het verschil in ontwikkelingsniveau en het verschil in competentiebeheersing kunnen de leden van een community elkaar ondersteunen in hun leerproces en gebruik maken van peers en experts bij de beantwoording van hun leervragen en het formuleren van kritische situaties.
2.4 Relatie project met curriculum van de opleiding Binnen het competentiegerichte curriculum van de opleiding zul je als lerende moeten bewijzen6 dat je competent bent. Dit kun je op verschillende manieren doen. Enerzijds kun je je bijdrage publiceren in de groepsomgeving, op het forum of in de wiki en een verwijzing maken naar je portfolio. Binnen de overlegpagina’s van de wiki en binnen de groepsomgeving is te zien wat je bijdrage is en hoe deze tot stand is gekomen. Anderzijds kun je bewijzen verzamelen en deze laten scoren door beoordelaars, peer-to-peer assessments of je kunt andere vormen van feedback gebruiken en (laten) interpreteren. Binnen de opleidingsetting kun je deze ‘bewijzen’ verzamelen in je 6 http://leernetwerkfacilitatoren.pbwiki.com/Legitimiteit:+Meten+van+een+leernetwerk
Handboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 8
eigen portfolio en later in een assessment voorleggen. De elektronische leeromgeving (elo) van de opleiding fungeert als brug tussen deze digitale omgeving en de opleiding. In de professionele context van je studie kun je deze bewijzen meenemen in je eigen bekwaamheidsdossier.
2.5 Het digitale communicatieplatform Je kunt dus leren van en met elkaar met behulp van een digitaal communicatieplatform. De community of practice kan binnen deze digitale omgeving van verschillende onderdelen gebruik maken. In schema weergegeven:
Website Portal Forum Inclusief gebruikersforum al: Agendabeheer Bestandenopslag Mogelijkheid om berichten te versturen
Productenbank Wiki-omgeving
Website:
‘toegangspoort’ tot het platform: hier kun je algemene informatie over het digitale communicatieplatform vinden. Je kunt je aanmelden en je profiel invullen. Zo krijg je toegang tot de onderliggende onderdelen en kun je deze inzien en eraan bijdragen;
Forum:
hier kun je vragen stellen en beantwoorden;
Wiki-omgeving: hier kunnen alle betrokkenen samen werken aan het delen van kennis en ervaringen en het creëren van nieuwe kennis; Productenbank: hier vind je producten, zoals teksten, beelden (video en foto) en geluid, die je binnen de community kunt gebruiken. Deze producten kunnen diverse formaten en inhouden hebben.
Hanboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 9
Verder zijn er voor de duur van het project diverse producten van de uitgever Van Gorcum en het Ruud de Moor Centrum beschikbaar (licentie), (Sherpa Pro).
Elk onderdeel van het platform vervult een bepaalde rol in het leerproces van de gemeenschap en de individuen die zich hierin bevinden. Zo kan een wiki een product voor de productenbank opleveren, maar andersom kan een product uit de productenbank ook een impuls geven aan een weblog of een digitaal portfolio.
2.6 Matching en zoekfunctie De coaches, die de lerenden begeleiden, kunnen leervragen, producten en profielen op elkaar afstemmen (matchen). Gezien de openbaarheid van de omgeving zijn de metadatering, de ordening en de eisen aan kwaliteit en niveau een zaak van de gebruikers zelf; hierbij worden de begeleiders ook gezien als ‘lerenden’. Zoals bij web 2.0uitgangspunten hoort, is overmoderering en formalisering van informeel leren ‘de dood in de pot’. Lerenden zijn zelf in staat om de kwaliteit en het niveau te bewaken7. Borging gebeurt uiteindelijk door toekennen van bewijzen in het portfolio dan wel in het bekwaamheidsdossier van de lerenden. Zij zullen ook in eerste instantie zelf hun eigen leervragen, producten en profielen managen.
2.7 Moderator Binnen de multimediale wiki ligt de redactiefunctie bij de groepen. Daarnaast is het – in mindere mate in de eerste fase van het project, in grotere mate in het publieke domein - noodzakelijk dat een moderator waakt voor vandalisme en toeziet op naleving van de ‘netiquette’. De moderator bewaakt vanuit de betrokken opleidingen de groepen in het publieke domein en kan zo de kwaliteit van de wiki’s controleren. Deze groepen kunnen verder nog voor allerlei doeleinden gebruikt worden. Ze kunnen bijvoorbeeld worden gekoppeld aan (les)inhouden en projecten van minorstudenten (zie paragraaf 3.2).
2.8 Het publieke domein Het publieke domein bestaat uit veel verschillende personen. Naast beginnende leerkrachten en studenten van lerarenopleidingen zijn er vele anderen die interesse hebben in en belang hebben bij onderwijskundige onderwerpen. Voor hen is het ook belangrijk dat zij snel de gewenste 7 zie ook de wiki meten van netwerkleren; http://leernetwerkfacilitatoren.pbwiki.com/Legitimiteit%3A+Meten+van+een+leernetwerk
Handboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 10
informatie kunnen vinden en dat zij de mogelijkheid hebben om bij te dragen aan de groepen. Dit betekent openbaarheid. Daarnaast is het wel van belang dat de (wild)groei gemanaged wordt. Dit betekent dat er een (openbare) drempel moet zijn. Voor de groepsomgeving betekent dit een inlog- en aanmeldingsprocedure. De producten die in de omgeving geplaatst worden, zijn ‘publiek eigendom’ door middel van een Creative Commons licentie.
2.9 Evaluatie community of practice en het platform Volgens Koolmees8 kan na een jaar ervaring met de community een eerste evaluatie plaatsvinden. Het werken met en in de wiki’s bínnen de omgeving moet geïntegreerd worden in het curriculum binnen de opleidingen, evenals de brede invulling van het werken op het platform. Evaluatie moet ook in dat kader plaatsvinden.
8 Communities of practice, Hans Koolmees
Hanboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 11
................................................................................................................................................................................
3
Doelgroepen en betrokkenen
................................................................................................................................................................................ De deelnemers van het leernetwerk zijn studerenden en werkenden in het basisonderwijs of in de lerarenopleidingen. Samen leren van de werkplek betekent samen werken aan de SBL-competenties. Binnen elk van de contexten zijn competenties te onderscheiden die samenhangen met vier belangrijke beroepsrollen: • het functioneren als opvoeder / groepsleerkracht (pedagogisch handelen) • het functioneren als onderwijzer ((vak)didactisch handelen) • het functioneren als organisator (organisatorisch handelen) • het functioneren als teamlid/gesprekspartner (interpersoonlijk handelen). Vanzelfsprekend is de omgeving ‘open’ en laat de eigenaar van een groep de deelnemers toe. In dit hoofdstuk vind je een omschrijving van de kenmerken van de specifieke doelgroepen.
3.1 Majorstudent De majorfase is de eerste fase van de studie waarin het accent ligt op een brede competentieontwikkeling. In deze fase bereid je je voor op de verdieping in het aansluitende minorenprogramma. Als majorstudent ben je (nog) intern gericht. Je bent je voor jezelf een beeld aan het vormen van het beroep. Om het beroep te verkennen maak je kennis met een externe omgeving via stages. Je bent in deze fase dus indirect de doelgroep van het leernetwerk. Kenmerken van de majorstudent: • is nog volop in ontwikkeling; • studeert, heeft baantjes, is bezig met relaties en is lid van een studentenvereniging; • moet veel verslagen maken, maar die zijn niet al te moeilijk; • moet veel samenwerken, reflecteren, tentamens doen; • moet eigen vaardigheden ontdekken, keuzes maken en studieadvies krijgen; • heeft behoefte aan snelle terugkoppeling; • is voornamelijk bezig met ‘overleven’ in de stage; • heeft vragen over concrete zaken, zoals: Hoe formuleer ik leerdoelen? Hoe reflecteer ik? Hoe bereid ik een les voor? Hoe presenteer ik mezelf? • stelt praktijkvragen over klassenmanagement, instructie geven en methodieken (samengevat onder de noemer: ‘rugzak vullen’). Aan het einde van de major bereid je je voor op het minorenprogramma.
Handboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 12
3.2 Minorstudent In de minorfase kun je je profileren op een aantal gebieden. In die fase werk je in de beroepspraktijk en draag je maximale verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van je werk. Je werkt verder aan je brede competentieontwikkeling. Daarbij grijp je terug op de basis en onderzoek je hoe je je kennis en vaardigheden, opgedaan in het minorenprogramma, kunt inzetten. De minorfase eindigt met de afstudeerfase Leraar in Opleiding (LIO). Daarin blik je ook vooruit: ‘Waar sta ik nu en hoe ga ik verder?’. De thematiek is voor alle studenten gelijk. Je kunt je differentiëren door wat je leert in de basisschool en de vaardigheden die je daar opdoet. Je krijgt steeds meer ruimte voor eigen initiatieven en keuzes. De doelstelling van het leernetwerk ‘Samen leren van de werkplek’9 is: • kennis delen; • kwaliteit van kennis vergroten; • permanent professionaliseren. Daarmee is het vanzelfsprekend dat je als student in de minorfase van de opleiding behoort tot de primaire doelgroep. Kenmerken van de minorstudent: • is bekwaam in beroepstaken; • studeert, heeft baantjes, is bezig met relaties, lid van studentenvereniging; • moet veel verslagen maken; • is bezig zich te profileren, wil veel weten over een bepaald gebied, doet actieonderzoek; • heeft een leervraag als uitgangspunt. (Voorbeeld van een leervraag: ‘Hoe kun je betrokkenheid van kinderen in de onderbouw stimuleren?’)
3.3 De Alumnus In het groeimodel worden minorstudenten vanzelf alumni. Vanuit een vertrouwde omgeving wordt de wereld steeds groter en meer extern gericht. Daarmee behoren de alumni ook tot de primaire doelgroep. De alumnus baseert zijn vakkennis op zijn ervaringen als minorstudent. De afstudeertijd ligt nog maar kort achter hem. De opleiding kan alumni stimuleren mee te blijven werken aan de leeromgeving door ze specifieke rollen toe te kennen, bijvoorbeeld als tijdelijke coach, peer of semi-begeleider. Voor een volledige feedback kan de mening van de alumnus expliciet gevraagd worden.
9 zie hoofdstuk 2
Hanboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 13
De alumnus is een startbekwame leraar, junior of senior, die moet handelen binnen bepaalde kenmerkende situaties, geordend binnen drie schoolgebonden contexten: • werken met leerlingen; • werken in een team en organisatie; • werken in de omgeving. In de toekomst kan de alumnus natuurlijk ook de rol van expert gaan vervullen.
3.4 De Expert De kwaliteit van de expert is dat hij zowel vakkennis heeft als praktijkkennis. Vandaar dat zowel de opleidingsdocent als de studieloopbaanbegeleider (slb-er) maar ook de praktijkdocent (als coach of als mentor) vanaf het eerste moment betrokken moeten zijn bij de ontwikkeling en het gebruik van leeromgevingen. De expert zet tijd en energie in om hier bijdragen aan te leveren, onder andere op het forum en aan de wiki’s. Expertkennis kan ook van ‘buiten’ betrokken worden in de vorm van materialen zoals de publicaties van Van Gorcum en de producten van het Ruud de Moor Centrum.
3.5 Leerkrachten in het werkveld Indirect behoren ook de leerkrachten uit het werkveld tot de doelgroep. Oorspronkelijk maakten zij in directe zin als alumni al deel uit van de doelgroep, maar als begeleiders van de studenten en als professionals met vragen kunnen zij dus ook indirect deelnemen en bijdragen aan de community.
Hanboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 15
................................................................................................................................................................................
4. Beschrijving van het platform
................................................................................................................................................................................
Het platform biedt mogelijkheden om kennis te verwerven (via wiki’s, productomgeving of groepsomgeving), maar je kunt ook vragen in een groepsomgeving te plaatsen. Een vraag kan een keten van verschillende reacties oproepen: a. medegebruikers kunnen de vraag beantwoorden; b. medegebruikers kunnen dezelfde vraag hebben en zich bij de oorspronkelijke vraagsteller aansluiten; c. er kunnen op eigen initiatief onderzoeksgroepen (groepsomgeving) worden samengesteld die zoeken naar oplossingen en antwoorden; d. dit onderzoek kan nieuwe producten opleveren en / of nieuw onderzoek tot gevolg hebben. Gebruikers kunnen het platform via een twee url’s bereiken: www.samenlerenvandewerkplek.nl (via link op projectwebsite naar de portal) slvdw.kennisnet.nl (portal) Om toegang te krijgen tot de portal moet je inloggen met een entreeaccount (Kennisnet). Als je geen account hebt kun je een gebruikersnaam en wachtwoord aanvragen. Er is geen wachttijd tussen aanvraag en toekenning van het account en je hebt dus meteen toegang tot de portal. Na inloggen kom je op de portal Samen leren van de werkplek. Via deze portal heb je eenvoudig toegang tot de groepsomgeving, de productenbank of de wiki-omgeving.
Handboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 16
4.1 Groepsomgeving* Binnen de groepsomgeving kun je actief deelnemen aan bestaande groepen (daar moet je je nog wel aanmelden) of zelf een nieuwe groep starten. Een groep biedt een aantal gebruikersfuncties*: • Startpagina • Beheerpagina • Agenda • Bestanden • Berichten • Groepsleden • Favorieten • Forum * Voor een uitgebreide beschrijving zie de handleiding van kennisnet: http://mijngroepen.kennisnet.nl/help/gebruikershandleiding/ gebruikershandleiding.pdf
4.2 Productomgeving (Sherpa Pro)* Vanuit de basisomgeving kun je via de portal-menubalk boven in het scherm ook naar de productenbank van Sherpa Pro. Hier heb je toegang tot ondersteunende informatie uit het curriculum. Sherpa Pro was tijdens het project in gebruik als productomgeving. Op den duur kunnen ook andere productomgevingen of bronnen ontstaan en gebruikt worden. . * Een uitgebreide handleiding staat in de productomgeving (Sherpa Pro)
4.3 Wiki-omgeving* In de Wiki-omgeving van het platform kun je een artikel plaatsen of samen met iemand anders aan een artikel werken. Maar je kunt de wiki’s natuurlijk ook gebruiken als kennisbank. * Een uitgebreide handleiding staat in de wiki-omgeving; http://wiki.kennisnet.nl/handleiding
Hanboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 17
................................................................................................................................................................................
5
Het platform in gebruik
................................................................................................................................................................................ In principe gaat het erom dat je met een leervraag aan het werk gaat. Je gaat op zoek naar inhoud. Vanuit je eigen werkruimte kun je aan je leervraag werken en de producten, processen en personen die daarvoor nodig zijn bij elkaar brengen. Je maakt gebruik van een wiki naar aanleiding van de opdrachten uit onderwijsgroepen, vaardigheidstrainingen, slb-bijeenkomsten, werkplekleren of vanuit het forum in de groepsomgeving. Je ontvangt opdrachten of taken, of je formuleert zelf leervragen en opdrachten en vervolgens stel je zelf leerdoelen op. Die leerdoelen werk je uit en plaats je in een categorie. De categorieën worden binnen de wiki’s kort omschreven.(Benneker et al., 2004). Categorisering gebeurt al doende. De moderator zal je hierbij ondersteunen. De opleiding stimuleert het gebruik van de omgeving door deze in te passen in het curriculum, door opdrachten te geven, door verbreding naar de (basis) school en door uitbreiding naar andere lerarenopleidingen. Je betrokkenheid wordt groter naarmate je meer publiceert op internet, binnen de wikiomgeving en op het forum. Daardoor kunnen anderen goed zien wat je doet. Goede begeleiding, scholing en stimulering vergroten in ieder geval de input en betrokkenheid van iedere deelnemer afzonderlijk. Voor het bewijs van je deelname krijg je een waardering die je kunt bewaren in je portfolio en/of bekwaamheidsdossier. De opleiding kan leren van de processen en producten in de groepsomgeving door het gebruik ervan te analyseren en nieuw onderwijs te creëren. De wiki’s zijn producten die ‘eeuwige’ waarde kunnen hebben. Deze kunnen met de opleiding meegroeien. Studenten zullen na de opleiding mede-eigenaar blijven van deze producten/publicaties. Zo is de stap naar het werkveld organisch en blijft de relatie tussen student en werkveld behouden.
5.1 Voorbeelden Een lerende (bijvoorbeeld een student) heeft een leervraag. Het platform biedt mogelijkheden om die leervraag in een groepsomgeving neer te leggen en met anderen te verkennen. Binnen de groepsomgeving is het mogelijk om kennis (samen) te verwerven en te construeren. Voorbeeld 1: Je legt je leervraag aan je coach voor. Samen zorgen jullie voor een goede formulering van de leervraag. De coach zorgt - als je dat wilt - voor de bundeling van jouw leervraag met die van andere lerenden en zorgt ervoor dat jullie een gezamenlijke groep oprichten of dat je inzicht krijgt in de groepen waarbij je je kunt aansluiten.
Handboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 18
Voorbeeld 2: Je kunt ook je leervraag direct zonder tussenkomst van een coach binnen de omgeving bekend maken. Je gaat op diverse manieren op zoek naar antwoord op je leervraag binnen de opleiding en in het werkveld. Hierbij zul je van diverse bronnen gebruik maken om je kennisniveau te verhogen en je handelingsrepertoire te vergroten. Deze bronnen kunnen zowel fysieke als digitale media zijn maar ook je ‘peers’ in de community. De beantwoording van je leervraag en de weg die je hiervoor aflegt, leidt tot een verhoging van je competentieniveau. Wanneer je je leervraag hebt beantwoord, de bijbehorende kritische situaties hebt geformuleerd en vindt dat je voldoende competent bent, kun je met behulp van de omgeving en de ondernomen acties je competentiegroei bewijzen door er bewijslast voor te verzamelen. Voor je opleiding is het van belang dat je niet alleen jouw bijdrage aan de community laat zien, maar ook je individuele competentieontwikkeling. Belangrijk hierbij is dat je inzicht krijgt en geeft in welk krachtenveld je je bevindt en wie of wat aan het beantwoorden van je huidige leervraag en mogelijke toekomstige vragen kan bijdragen. Voorbeeld 3: Daarnaast is het mogelijk dat je zelf en ongestuurd deelneemt aan de diverse groepsomgevingen of dat je zelf wiki’s mee helpt samenstellen, zoals dit vanzelfsprekend gebeurt in web 2.0-omgevingen. Natuurlijk nadat je je hebt aangemeld en bent toegelaten. Dat kan als je eigen leervraag aansluit bij een al bestaande groep en/of forum en/of wiki .
5.2 Participatie door doelgroepen Om ervaring op de doen in de opleiding moeten studenten in staat gesteld worden te werken in leernetwerken als Samen leren van de Werkplek. Dit betekent dat de opleiding ruimte biedt om op deze manier te werken, de producten erkent en daarmee studiepunten (ects-sen) kan toekennen. Studenten worden ‘vanzelf’ alumni en professionals. Omdat zowel alumni als studenten de rol van lerende kunnen vervullen, werken alumni op eenzelfde manier aan hun competentieverwerving (bekwaamheidsdossier) als de studenten binnen de opleiding. Met de leervragen die de alumni voor zichzelf en in overleg met een coach op de basisschool of in de opleiding hebben geformuleerd, kunnen zij aan de slag door aan de beantwoording ervan te werken en zo aan de community bijdragen. De meerwaarde van het gebruik van deze omgeving voor de alumni ligt in het feit dat de opleiding en de coaches een specifieke rol spelen in het leerproces. De coach koppelt de (op ervaring gebaseerde) informatie in de community aan theoretische kennis en SBL-competenties. Deze koppeling heeft een positieve invloed op de kwaliteit van de community. Bovendien garandeert dit een goede procesbegeleiding. De schoolleiding kan participeren in het leerproces van de alumni en de
Hanboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 19
op haar school werkzame stagiaires door de situatie op school hieraan aan te passen. De basisschoolleerkracht krijgt door gebruik te maken van het platform een bredere visie op de leervragen en de beantwoording daarvan. De peers van de alumni laten zien dat er diverse antwoordmogelijkheden zijn. De coach zorgt er voor dat het gewenste niveau gehaald wordt en begeleidt de alumni bij het zoeken naar het antwoord op hun leervraag. Deze leervragen zijn vaak zeer praktijkgericht en sluiten dus sterk aan bij de behoeften van de alumni. Dit vergroot de betrokkenheid en dus het leerrendement. Door praktijk en opleiding actief bij het leerproces te betrekken, zorgt de coach ervoor dat de studenten of alumni niet het idee hebben dat zij in twee verschillende werelden leven, maar dat zij hun leerproces in beide situaties vorm kunnen geven.
5.3 Het gewenste niveau De leervragen van de studenten en alumni balanceren op de grens van weten en niet weten. Het leerproces heeft daarom voor de opleiding de volgende consequenties: • De opleiding krijgt een goed inzicht in het competentieniveau van de studenten en alumni; • De opleiding kan discussiëren over de vraag of dit niveau het gewenste uitstroomniveau is en indien dit niet het geval is, hier iets aan doen (curriculum bijstellen); • De onderwijsinstelling zorgt voor de opbouw van gemeenschappelijke kennis door coaching van leerwerkprocessen, analyse van de resultaten en ontsluiting van een breder kennisnetwerk; • De organisatie leert van de thema’s die studenten aansnijden, de manier waarop zij voorkomende problemen in het werkveld oplossen en hoe zij relevante thema’s in relatie brengen tot de beoogde competenties; deze verworven inzichten dragen bij aan de curriculumontwikkeling. De op de lerarenopleiding of in de praktijk aanwezige expert kan door gebruik te maken van het platform op een eenvoudige manier bijdragen aan de kennisverwerving en kenniscreatie van de deelnemende studenten en alumni. Samen met de coach zorgt de expert ervoor dat de discussie altijd het gewenste niveau bereikt en houdt.
Hanboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 21
................................................................................................................................................................................
Ten slotte
................................................................................................................................................................................ Vier instituten hebben tijdens de projectfase tussen september 2007 en mei 2008 ervaring opgedaan met het digitale communicatieplatform. Dat waren: Hogeschool Domstad, Hogeschool Leiden, Hogeschool Zuyd en Stenden Hogeschool. Die ervaringen waren zo succesvol dat we besloten hebben het platform breed te gaan inzetten in het curriculum. Het competentiegerichte opleiden krijgt op deze manier expliciet vorm door van en met elkaar te leren, en door samen kennis op te bouwen en met elkaar te delen. Het gaat immers om een totaal van kennis, vaardigheden én attitudes, met een transfer van het geleerde naar de praktijk en omgekeerd. Het platform is duurzaam, flexibel, functioneel en betekenisvol en daarmee verhoogt het de motivatie en de betrokkenheid van de lerenden. Het nieuwe leerproces vereist wel een open houding van de opleiders; opleiden en begeleiden moeten gebaseerd zijn op vertrouwen en niet op controle. Het is ook een nieuwe weg, waarop nieuwe ontdekkingen en ervaringen worden meegenomen. De maatschappelijke kritiek van de afgelopen jaren op het onderwijs en op de lerarenopleidingen in het basisonderwijs is hevig. Deels terecht deels ten onrechte. De waarheid ligt waarschijnlijk in het midden. Maar de ervaringen met deze wijze van leren en begeleiden zijn zo positief dat we ervan overtuigd zijn dat we hiermee een bijdrage leveren aan de verbetering van de kwaliteit van opleiding en het beroep en daarmee aan de bestrijding van de lerarentekorten . Maar niet alleen de kwaliteit van de opleidingen en het werken in de praktijk wordt hierdoor beter en meer aangepast aan de actualiteit. Vooral ook de kinderen op de basisscholen zullen hiervan profijt hebben. De leerkrachten ervaren nu zelf hoe het is om zelfstandig, met eigen verantwoordelijkheid en met vertrouwen van de opleiding hun leerproces vorm te geven. En daardoor zullen ze in staat zijn dat vertrouwen en die verantwoordelijkheid aan de kinderen over te brengen. Dat maakt het onderwijs weer aantrekkelijk en de kinderen voelen zich meer gemotiveerd en betrokken. En dat betrokkenheid en motivatie de kwaliteit en dus het rendement van het leren vergroten weten we al sinds mensenheugenis. Succes!
Hanboek ‘Samen leren van de werkplek’ > pagina 23
................................................................................................................................................................................
Colofon
................................................................................................................................................................................ Dit handboek is een uitgave van Hogeschool Domstad,
[email protected] Opdrachtgever: Teksten: Redactie: Eindredactie: Vormgever:
Stichting Surf, Utrecht,
[email protected] Projectgroep ‘Samen Leren van de Werkplek’: HS Zuyd, Leon Souren HS Leiden, Frank van Herwaarden HS Domstad, Elleke Verwaijen Stenden HS, Harm Kort www.samenlerenvandewerkplek.nl, Marianne van Buuren, MJ!Tekst Elleke Verwaijen, Hogeschool Domstad Daniël Bruggeman, Drukwerk Factory.nl
Deze publicatie verschijnt onder Creative Commons licentie Oktober 2008