Amsterdam, 5 maart 2010
Beste donateur of belangstellende van Tâmam streetchildren ministry, Wij zijn 1 februari naar Kaapstad vertrokken om Cobus en Eleshia Martin te steunen in hun werk voor de straatkinderen. Het bezoek gaf ons de mogelijkheid om een beeld te krijgen
van de actuele stand van zaken. In deze nieuwsbrief vertellen wij u hoe de situatie in Kaapstad nu is.
Oscar Overmars en Wilma Kramer We hebben de afgelopen weken heel veel gezien, geluisterd en vragen gesteld, zijn
meegegaan de staat op, hebben gevangen straatjongeren bezocht en meegeholpen in de Koffiekamer.
Eén van de taken van Cobus in de Koffiekamer. Naast kapper is hij ook wondverzorger, nagelknipper, etc, etc. Zonder problemen wisselen de jongens elkaar af op de kappersstoel. Samen dollen en muziek maken, ook iets dat hoort bij de Koffiekamer.
Cobus en Eleshia hebben vaak verteld dat we ons niet voor konden stellen, hoe belangrijk
onze steun voor hen was. We werden er verlegen van, maar geven het graag aan u door als bidder en donateur.
Vader en moeder
De meeste straatkinderen hebben een gebroken achtergrond met misbruik, geweld,
verslaving, etc. Velen belanden al jong op straat, waar ze overleven door te bedelen, te stelen, drugs te verkopen, zich te prostitueren en klusjes op te knappen. Een deel van de
straatkinderen heeft zich georganiseerd in bendes. De straatkinderen hebben door hun achtergrond weinig vertrouwen in mensen.
In tegenstelling tot veel andere hulpverleners zijn Cobus en Eleshia al veertien jaar op de
straat aanwezig. Ze waren er zelfs voordat veel van ‘hun’ straatkinderen er waren. Daardoor hebben ze stukje bij beetje een band met de kinderen opgebouwd en hun vertrouwen
gewonnen. Inmiddels zien veel straatkinderen hen als hun moeder en vader. Zij horen het meteen als er iets ernstigs gebeurd is, bijvoorbeeld als een straatkind in de gevangenis of
het ziekenhuis is beland, en zoeken hen dan ook op. Ze bewaren identiteitskaarten en andere belangrijke papieren voor hen.
1
En mochten ze overlijden, dan moeten Eleshia en Cobus hen begraven. Ze hebben zelfs het vertrouwen gewonnen van hogere bendeleiders.
De Martins trekken nu al zo lang met de straatkinderen op, dat sommigen al tiener of
twintiger zijn. Maar ze laten hen dan niet los, zoals sommige andere organisaties doen. Er vallen natuurlijk mensen af en er komen nieuwe straatkinderen bij. Maar de jongste kinderen
zijn moeilijker bereikbaar, omdat de politie hen steeds opjaagt en ze niet meer op vaste plekken worden gevonden.
Een nieuwe woning, een nieuwe start
In ons bericht van 27 januari schreven we dat er na jarenlange ellende eindelijk een nieuw huis gevonden was. Inmiddels is het gezin Martin daar ingetrokken. Het is een wonderlijk
verhaal, te lang om hier te vertellen, maar met het volgende einde: De eigenaresse heeft het huis ver onder de marktprijs aan ze verhuurd, met de mogelijkheid tot koop. Eigenlijk
kunnen de Martins het nog steeds niet betalen. Maar ze hebben sterk het gevoel dat dit huis voor hen bestemd is en zien het als een nieuwe start.
Het huis is niet zo groot, maar wel ruimer dan het vorige. Er is een inpandige garage die kan worden verbouwd tot slaap- en doucheruimte. Achter het huis is nog een grote garage die kan dienen als werkplaats om de straatjongeren een vak te leren.
Cobus en Eleshia willen enkele jongens van de straat in huis opnemen om ze een thuis te bieden, liefde en geborgenheid te geven, op te voeden (resocialiseren) tot zelfstandige
volwassen burgers en een opleiding te geven. Ze willen geen organisatie met studenten en leraren, maar een thuis met twee ouders en ‘kinderen’. Ze hebben eerder jongeren in huis
gehad, zoals Patrick en Daniël. Daniël was clean, had zich bekeerd tot Christus en veranderde zienderogen. Hij ging zelfs mee de straat op om aan zijn voormalige bendeleden
te vertellen dat ze hun leven moesten veranderen. Totdat hij op een dag zijn biologische familie op ging zoeken en terugviel. Hij is nooit meer ‘thuis’ gekomen.
En opeens was daar Ashley. Hij is afgekickt
en
heeft
daarna
een
discipelschap trainingschool gevolgd
bij YWAM. Hij zou eind maart ‘thuis’ komen, maar dat werd onverwacht een maand vroeger. Tijdens ons laatste
weekend in Afrika stond hij al voor de
deur. Cobus en Ashley hebben snel de garage leeggeruimd en ergens (met uw geld) stapelbedden en kasten geregeld.
Ashley in de tot slaapkamer omgebouwde garage. Achter de kasten staat al een bed klaar voor Auta.
2
Auta komt binnenkort uit de gevangenis (dit keer zat hij voor de verandering vast voor iets wat hij niet gedaan had). Hij heeft eerder al twee jaar bij de Martins gewoond en is door
Cobus getraind. Ook hij wil terugkomen.
Alles gaat ineens razendsnel, terwijl zowel het huis, de financiën als de organisatie nog niet rond zijn. Het is de bedoeling dat de jongens eerst een basis educatieprogramma van de overheid (een soort basisschool voor volwassenen) volgen en daarna vakonderwijs. Dat moet nu snel geregeld worden, maar ambtelijke molens draaien vaak traag. Zeker in Zuid-Afrika. De straatjongeren mogen (zeker de eerste tijd) niet onbegeleid de straat op, want de kans op
terugval is dan erg groot. Cobus en Eleshia hebben iemand bereid gevonden om de jongens
en henzelf bij hun thuis fysieke training te geven. Die mevrouw geeft de jongens ook les in gezonde levensstijl, zoals voeding, hygiëne etc. U kunt zich voorstellen dat er met meerdere
van die jongens in huis nog veel meer helpers nodig zijn, o.a. voor huishoudelijke taken, halen en brengen (school, bibliotheek, kerk, bijbelgroep, arts,…)
Dan is er nog een financiële zorg. Als er jongeren in het gezin worden opgenomen, kost dat natuurlijk ook geld. Denk aan extra voeding, kleding, meer water en licht, waskosten,
studiekosten, reiskosten, etc. Voor de studiekosten hopen de Martins een beroep te kunnen doen op verschillende overheidspotjes.
Hoe staat het met Cobus en Eleshia
Eleshia is bezig met een deeltijdstudie voor
maatschappelijk
werkster
op
universitair niveau. Haar diploma geeft haar
meer
mogelijkheden
om
voorzieningen voor straatkinderen te
beginnen. Daarnaast zorgt ze voor haar gezin (twee zoons van 8 en 5 jaar) en bezoekt ze de straatkinderen
op straat, in het ziekenhuis en de
gevangenis. Als er jongeren bij hen in huis wonen, neemt Eleshia een groot deel Oscar, Wilma, Joshua, Eleshia, Jean en Cobus
van
de
begeleiding op zich.
‘opvoeding’
en
Cobus neemt de jongeren mee op zijn werk als timmerman-klusbedrijf. Hij leert ze dan niet alleen een vak, maar tegelijk voedt hij ze op, leert ze normen en waarden etc. Cobus is een
uitstekend timmerman, hij heeft alleen niet alle diploma’s. Binnenkort start hij een traject om zijn ontbrekende certificaten te halen. Daarna wil hij zich laten certificeren om de
jongeren door de overheid erkende diploma´s te kunnen geven. Cobus heeft daarnaast een
baan ’s nachts aangenomen waarmee hij net de huur kan betalen. Twee banen overdag en ´s nachts is echt teveel van het goede. Hij doet ook nog de administratie van Tamam en onderhoudt de soms moeizame contacten met de overheidsinstanties.
3
Samen runnen de Martins op maandagavond de Koffiekamer, een inloophuis voor straat-
kinderen. Ze nemen hun eigen kinderen dan mee. En op vrijdagavond zoeken ze ‘hun’ kinderen op de straat op. Ze zouden graag vaker de straat op willen, maar daarvoor ontbreekt de tijd en energie.
Samen zingen en muziek maken in de Koffiekamer. Iedere week gaan er in auto, naast het gezin, ook emmers met soep, een butagasstel, een gitaar en een djembee mee. De straatkinderen bespelen zelf de instrumenten.
Oscar zorgde hier voor grote belangstelling onder de aanwezigen door als ‘Hollander’ een korte bijbelstudie in het Afrikaans te doen. (In Kaapstad is een beruchte bende die ‘Hollanders’ heet.)
Hoe staat het met Adri
Medewerkster van het eerste uur Adri kon het financieel niet langer bolwerken om voltijds voor Tâmam te werken. Ze is weer gaan werken als IC-verpleegkundige. Ze mag op kosten
van het ziekenhuis een opleiding doen voor een managementfunctie in de gezondheidszorg. Met dat diploma wil ze volgend jaar in deeltijd terugkeren naar Tâmam. Ze kan dan een
opvanghuis openen voor (tiener)moeders met kinderen. De overheid stelt namelijk meer eisen als het om minderjarige kinderen gaat.
Een nieuwe auto
In januari schreven we u dat er dringend een ‘nieuwe’ tweedehands auto nodig is. Het moet
een auto zijn die voor zowel personen- als goederenvervoer geschikt is. We mochten vanuit Nederland 4.000 euro meenemen. In eerste instantie leek dat niet genoeg, maar nu lijkt het
erop dat de Martins via-via voor dat geld een geschikte auto kunnen kopen. Weer gaat er
een deur open. Met een geschikte auto kan Cobus ook grotere klussen aannemen. En dan kunnen ze ook enkele vrijwilligers meenemen om uit te reiken op de straat. (Er zijn wel enkele jongeren die willen meehelpen, maar die hebben geen vervoer. In het nieuwe huis kunnen ook twee logees overnachten.)
4
Onze indruk
Wij mochten van dichtbij meebeleven dat de Martins integere, diepgelovige mensen zijn met een hart voor straatkinderen. Daar wijden ze echt hun leven aan, in gehoorzaamheid aan wat ze als Gods roeping verstaan. Ze hebben ruime ervaring met en inzicht in de multi-
problematiek rondom straatkinderen. Ze hebben visie maar ook relativeringsvermogen en humor.
Wat Cobus en Eleshia minder ligt, en waar ze door alle omstandigheden (zie ons bericht van
januari) minder aan toekwamen, is de opbouw van de organisatie van Tâmam, met
administratie, communicatie en PR. Daardoor ontstonden vicieuze cirkels en wisten ze niet hoe daaruit te raken. We mochten onze ideeën daarover met ze delen. Die komen er in het
kort op neer dat anderen de PR en communicatie en contacten met overheden en dergelijke gaan doen, zodat zij zich op de inhoud kunnen richten.
En…… Aktie!
We zijn vervolgens meteen gericht mensen gaan benaderen voor taken als fondsen werven,
een website opbouwen en onderhouden, de inhoud voor die website schrijven etc. Meerdere mensen (o.a. van hun kerk) hebben zich bereid verklaard om te helpen. Wilma zal daarvoor
een opzet maken en hen vanuit Nederland op gang helpen. Er is dus meteen wat in gang gezet.
We hebben sterk de indruk dat we door God gebruikt zijn om juist nu naar Kaapstad te gaan om Tâmam te steunen. We hebben veel zegen ervaren; we mochten bemoedigen, er gingen
deuren open en er ontstond nieuw inzicht bij de Martins en bij ons. We voelen ons bevoorrecht dat we hieraan mochten bijdragen. We willen u hartelijk danken voor uw gebed
en ondersteuning voor deze reis.
Ter afsluiting
Er zijn nog zoveel verhalen die we u graag willen vertellen, dat we er een avond mee kunnen
vullen. We hopen binnen enkele maanden weer presentaties te kunnen geven. Misschien mogen we u daar ook ontmoeten?
We vragen om uw blijvende gebed en meeleven. Wilt u bidden voor: •
Ashley en Auta; dat zij zich thuis voelen in het gezin en het programma vol kunnen houden. Dat zij in de toekomst als een ander mens terugkeren in de maatschappij.
• •
Daniël; dat hij de weg terug mag vinden naar God en de Martins.
Vrijwilligers die meehelpen een ‘thuis’ te bieden voor de jongens. Dan denken we aan
enthousiaste mensen die helpen om het dagprogramma in te vullen (o.a. uitstapjes, bijbelstudie, vervoer van en naar school) en bij het draaiende houden van de huishouding. •
Er zijn toezeggingen dat een moslim wil helpen met de financiering van het huis (hoe
wonderlijk zijn Gods wegen). Wilt u bidden dat deze contacten en gesprekken mogen leiden tot de koop van de woning die de familie Martin nu bewoont.
5
Contact:
Email:
[email protected] Tel:
020 – 493 30 40
Mocht u geen prijs meer stellen op verdere berichten over Tâmam, dan kunt u dit laten weten. We zullen u dan van de verzendlijst halen.
Mocht u Tâmam of de familie Martin financieel willen steunen, dan kunt u uw bijdrage overmaken op onze speciale Afrika-rekening: giro 6230097 tnv O. Overmars, Amsterdam.
Vermeldt u er a.u.b. bij of uw donatie ten behoeve van ‘Cobus’ of ‘Tâmam’ is. Het internationaal overmaken van geld kost geld. Wij betalen die kosten uit eigen zak, zodat uw
gehele bijdrage op de plaats van bestemming terecht komt. Het geld van de verschillende
donateurs wordt enkele keren per jaar gezamenlijk overgemaakt. Wij werken transparant: voor donateurs zijn de boekhouding en de bankafschriften altijd in te zien.
6