Samen bespaar je meer Onderzoek naar een meetbare en succesvolle, lokale aanpak voor het besparen van energie door samenwerking van lokale overheden, particuliere woningeigenaren en bedrijven.
Scriptie Marianne van Oene De Jonge Milieu Advies Eindversie Zeist, mei 2012
0
Titelpagina Titel
Samen bespaar je meer
Ondertitel
Onderzoek naar een meetbare en succesvolle, lokale aanpak voor het besparen van energie door samenwerking van lokale overheden, particuliere woningeigenaren en bedrijven.
Versie Versiedatum
Eindversie 16-05-2012
Auteur
Marianne van Oene
Opleiding Cohort Studentnummer
Milieukunde 2008/2009 2423159/2422976
Schoolbegeleider Beoordelaar
H.M. Jonker J.W. Oostwoud Wijdenes
Schoolgegevens
Telefoon
Saxion, Deventer Handelskade 75 7414 DH Deventer 0570 – 603 663
Bedrijfsbegeleider
J. Tielbeke
Bedrijfsgegevens
De Jonge Milieuadvies Utrechtseweg 9 3704 HA Zeist 030 – 699 1599
Telefoon
Trefwoorden
Energiebesparende projecten particuliere woningeigenaren, klimaatdoelen gemeenten, rolverdeling bij energiebesparende projecten.
De Jonge Milieu Advies Utrechtseweg 9, 3704 HA Zeist T. 030-6991599 E.
[email protected]
Eindversie
I. www.dejongemilieuadvies.nl
Zeist, mei 2012
1
Samen bespaar je meer
Samen bespaar je meer
Samenvatting Het klimaat verandert en de uitstoot van CO2 wordt hierbij als belangrijke oorzaak gezien. Vanuit Europa zijn er minimale normen vastgesteld om de CO2 uitstoot te reduceren, maar helaas worden deze Europese doelen voor energiebesparing nog niet behaald. Uit onderzoek blijkt dat 30% van de energie die in huishoudens verbruikt wordt nog steeds wordt verspild. (De Jonge Milieuadvies, 2011) Lokale overheden hebben vooruitstrevende ambities om energie te besparen en op termijn zelfs energieneutraal te worden. Aanleiding Om deze ambities te behalen organiseren veel lokale overheden energiebesparings projecten. Vaak zijn deze projecten gericht op particuliere woningeigenaren, omdat met name in de bestaande woningbouw nog veel energiewinst te behalen valt. Dit heeft als positief effect dat burgers meer wooncomfort ervaren, een lagere energierekening hebben en het bovendien werkgelegenheid voor (lokale) bedrijven kan opleveren. Gebleken is dat deze projecten echter niet altijd het gewenste resultaat leveren en in deze tijd van bezuinigingen wordt het niet eenvoudiger om de voorgenomen klimaatdoelstellingen te behalen. Dit onderzoek richt zich op de invulling van een geschikte aanpak voor energiebesparing in de bestaande woningbouw waarin lokale overheden, bedrijven en burgers een eigen rol vervullen om tot een succes te komen. De volgende vragen staan hierbij centraal: -
Welke factoren maken energiebesparende projecten bij particuliere woningeigenaren tot een succes? Welke meetmethode moet gebruikt worden om te kunnen concluderen dat een energiebesparend project succesvol is? Op welke wijze kunnen lokale overheden, bedrijven en particuliere woningeigenaren samenwerken volgens de trias innervatie, zodat alle partijen het gewenste resultaat behalen?
Onderzoeksmethodiek Voor de uitwerking van deze vragen is gekozen om het model ‘Trias innervatie’ toe te passen. Dit model is ontwikkeld door de Jonge Milieu Advies als visie op het realiseren van een energietransitie. In dit model staat de samenwerking en de rolverdeling tussen de lokale overheden, bedrijven en burgers centraal. In dit model is de overheid niet langer de kartrekker. Het succes komt vanuit initiatieven van burgers en duurzame innovaties vanuit het bedrijfsleven. (JMA, 2010) Bij deze samenwerking voor energiebesparende projecten komen een aantal factoren naar voren die altijd van toepassing zijn. Dit zijn: communicatie, financiën, beleid, organisatie en resultaten/monitoring. Deze factoren zijn aan de hand van lopende projecten, desk research en interviews met zowel gemeenten, burger initiatieven en bedrijven in kaart gebracht om een goed beeld te krijgen van een succesvolle rolverdeling en samenwerking tussen deze partijen. Ter ondersteuning zijn bij bedrijven en burgers enquêtes afgenomen. Conclusie Factoren voor succes Er zijn veel mogelijkheden voor een aanpak voor energiebesparende projecten. Alle drie de partijen hebben positieve punten die samen tot een succes aanpak kunnen leiden, als ontzorging van de burger voorop staat. De factor communicatie is essentieel gedurende het hele project, want als niet bekend is wie de doelgroep is, wat ze willen, wat er van ze verwacht wordt en wat het voor hun oplevert, zal niemand tot actie overgaan. Kennis is het begin van verandering. Dit is vooral van belang in de communicatie ‘van’ het project, de bewoners moeten
Samen bespaar je meer
op de hoogte zijn dat er een project is. Gedurende het project is communicatie ook de belangrijkste factor. Uit het onderzoek is gebleken dat buurtbewoners een goed communicatie netwerk op kunnen zetten en dat hierin de persoonlijke benadering een doorslaggevende factor tot succes is. Een vertrouwd persoon en het verbeteren van de sociale contacten in de buurt wordt door de geïnterviewde burgers als prettig ervaren. Uiteraard staan alle factoren met elkaar in verband, waardoor alleen een realistisch doel, afstemming tot de beschikbare financiële middelen, tijd en de belangen van burgers kunnen leiden tot een succes. Meetmethode Vooral gemeenten hebben belang bij het monitoren van projecten. Er zijn vele mogelijkheden om een project te monitoren. Om succes te kunnen meten is het van belang dat de monitoring aansluit op het doel van het project. Voor ieder project zal er een ander doel worden opgesteld, waardoor er steeds een passende monitoringsmethode gekozen moet worden. Om zinvol te monitoren is een doordachte doelstelling dus een randvoorwaarde. Monitoren is niet alleen van belang om het succes van een project te meten, maar ook om te leren en verbeteringen door te voeren bij een toekomstig project. Daarom is het van belang voor de gemeente om te monitoren wat er met welke inzet bereikt is. Voor verbeteringen zijn enquêtes en contact met de burgers de beste adviezen voor een vervolg project. Een totaaloverzicht van het energieverbruik van alle inwoners van een gemeente kan pas echt laten zien of een gemeente op weg is om de energiedoelen te behalen. Rolverdeling Er is voor energiebesparende projecten geen vaste trias innervatie te omschrijven. Iedere partij kan initiatiefnemer zijn, een impuls geven of met een innovatie komen. Bij ieder project kan iedere partij een andere rol aannemen. Zo kunnen burgers de gemeente en bedrijven overtuigen van een idee en kan het impuls door bedrijven gegeven worden. In andere wijken zal juist het initiatief bij de gemeente vandaan moeten komen. Een goede samenwerking tussen gemeente, burgers en bedrijven heeft een meerwaarde voor een project, als ontzorging en de behoefte van de burger voorop staat, want zij moeten uiteindelijk de maatregelen aanschaffen. De gemeente zal hierin hun rol van organisator moeten aanpassen naar meer faciliterend. Flexibiliteit en zoeken naar mogelijkheden en belangen van andere partijen is hierbij essentieel. Bij ieder project kan de rol van iedere partij verschillen, zo zijn er mensen die alles zelf kunnen en doen en zijn er mensen die nog van niets weten en waar volledige begeleiding gewenst is. Het maakt hierbij niet uit wie initiatiefnemer van het project is, maar keuzevrijheid en een kleine buurt is volgens de geïnterviewden, die mee hebben gedaan aan het onderzoek, van groot belang. Het is goed om hierbij het volgende Rijksdoel in het achterhoofd te houden. ‘Burgers kunnen wonen in betaalbare, veilige en energiezuinige woningen in een buurt waar iedereen meetelt en meedoet en het prettig leven is.’ Uit dit onderzoek is gebleken dat dit doel behaald wordt met projecten op buurtniveau, waarin niemand wordt uitgesloten, maar ook niemand verplicht wordt. Met het blijven proberen en het verbeteren van projecten zullen uiteindelijk de klimaatdoelen van Europa en gemeenten behaald worden, want samen bespaar je meer. Aanbevelingen Het onderzoek levert de volgende aanbevelingen op: Realistisch beleid Het opstellen van een realistisch en haalbaar beleid, dat gebaseerd is op de beschikbare financiën en tijd, is een belangrijk startpunt voor een gemeente.
Samen bespaar je meer
Selectie project Een goede inventarisatie kan een tegenvallende deelname voorkomen. Er zijn wijken met huizen die potentie hebben om te renoveren, maar ook wijken waar burgers dit al zelfstandig hebben gedaan, of wijken met enthousiaste bewoners, maar die wonen in een huis dat al energie zuinig is. Om deze gegevens te verkrijgen kan gebruik worden gemaakt van verenigingen en buurtgroepen in een wijk. Afhankelijk van de potentie van een wijk en haar inwoners kan een gerichte aanpak worden gekozen. Rol van de overheid Bij een wijk met potentie en enthousiaste bewoners is een faciliterende overheid voldoende, maar bij een wijk met minder enthousiasme zal een aanbod gedaan moeten worden wat de bewoners niet kunnen weigeren om de doelen te bereiken. Bij een wijk met enthousiaste burgers en energie zuinige huizen kan de gemeenten kiezen voor een bewustwordingscampagne. Een andere optie is de initiatieven te laten komen vanuit burgers of bedrijven en van daaruit faciliterend op te treden. Bij iedere aanpak is van belang om continuïteit te kunnen garanderen, zodat mensen die zien dat een aanpak werkt ook gebruik kunnen maken van de faciliterende gemeente. Terugdringen van de gemeentelijke kosten Door communicatie via de bewoners te laten verlopen is er minder geld nodig om een groep te benaderen. Er kan specifiek gecommuniceerd worden. Uit het onderzoek blijkt dat 1 enthousiast persoon ongeveer 20 buurtgenoten kan voorzien van informatie en stimuleren om deel te nemen. Bij een actieve groep van 6 buurtgenoten zou dus een wijk van 120 huishoudens benaderd kunnen worden. Dit zijn indicatieve getallen die per persoon kunnen verschillen, afhankelijk van de beschikbare tijd en de opbouw van de wijk. Hierbij is overleg dan ook van groot belang. Wettelijk kader Bij energiebesparende projecten komen een aantal wetten en regels aan bod. Burgers en bedrijven zijn niet altijd op de hoogte van deze wetten blijkt uit het onderzoek. Een taak van de gemeente is dan ook om haar burgers en bedrijven op de hoogte te brengen van deze wetten en regels rondom energiebesparing. Op deze wijze kunnen bedrijven burgers ook weer informeren over de geldende wet- en regelgeving. Blijven vernieuwen en verbeteren Het is belangrijk dat er naar mogelijkheden, verbeteringen en vernieuwingen wordt gekeken. Zijn er al groepen burgers geweest die hetzelfde doel hadden, of leeft het zelfde enthousiaste in meer wijken? De gemeente heeft de rol om deze groepen te koppelen en informatie te verzamelen en uit te wisselen. Hier komt het punt van ontzorgen weer boven. Niet alle enthousiaste mensen hebben ook verstand van energiebesparing. Dus ook het in contact brengen met bedrijven of als bemiddelaar optreden kan een rol van de gemeente zijn. Passende projectleider vanuit de gemeente Welke aanpak ook gekozen wordt, het zal wel enig veranderproces binnen de gemeente vergen. Het is van belang dat de persoon die hiermee bezig gaat openstaat voor de ideeën van de burgers en als adviserend persoon kan handelen. Klantgerichtheid en communicatieve vaardigheden zijn hierbij van groot belang. Dit geldt ook voor een burger of bedrijf als deze de leiding neemt.
Samen bespaar je meer
Samen bespaar je meer
Voorwoord Voor u ligt een afstudeerrapport waar met veel plezier aan is gewerkt en waarmee er na 4 jaar een einde komt aan mijn opleiding milieukunde. Graag wil ik alle mensen bedanken die hebben meegeholpen aan de totstandkoming van dit rapport. De heer W. Nooijen, voor de mogelijkheid om bij JMA af te studeren. Alle medewerkers van JMA voor de hulp die geboden is gedurende mijn afstudeerperiode. Een speciale dank gaat uit naar de heer J. Tielbeke, die mij bij het project heeft begeleid en mij in contact heeft gebracht met verschillende interessante mensen. Ook wil ik graag alle geïnterviewden danken voor hun tijd en medewerking aan het onderzoek. Verder wil ik mijn familie en mijn vriend bedanken voor hun steun gedurende mijn opleiding en het afstuderen. Ik wens u veel plezier met het lezen van dit rapport en hoop dat u bruikbare informatie zult vinden. Marianne van Oene, Zeist, 16 mei 2012.
Samen bespaar je meer
Samen bespaar je meer
Inhoudsopgave Titelpagina
1
Samenvatting
3
Voorwoord
7
1
Inleiding
11
1.1
Aanleiding
11
1.2
Energiebesparingsdoelen nog lang niet behaald
11
1.3
Motivatie voor onderzoeksrichting
12
1.4
De Jonge Milieuadvies (JMA)
12
1.5
Meetbaar succes
13
1.6
Hoofdonderzoeksvraag
14
1.7
Doel
14
1.8
Definities
14
1.9
Leeswijzer
15
2
Methodiek
17
2.1
Onderzoeksmethode
18
2.2
Deskresearch
18
2.3
Uitvoeringsfase
19
2.3.1
Interviews
19
2.3.2
Enquêtes
20
2.4
Rapportage
20
2.5
Validiteit en betrouwbaarheid
21
3
Wettelijk kader
23
3.1
Europees
23
3.1.1
Energy Performance of Buildings Directive (EPBD)
23
3.2
Nederland
23
3.2.1
Energielabel
24
3.2.2
Bouwbesluit
24
3.2.3
Vergunningplichtig
24
3.2.4
Flora en faunawet
25
3.2.5
Saldering
25
3.2.6
Energiemeters
26
3.2.7
Financiering
26
3.3
Conclusie
26
4
Rol verandering gemeenten
27
5
Burgers nemen initiatief
31
6
Enquête resultaten burgers
35
Samen bespaar je meer
7
De visie van betrokken partijen
37
8
Enquête resultaten bedrijven
41
9
Analyse
43
9.1
Analyse van de factoren
43
9.2
Voorbeeld aanpak en analyse met gebruik van het gedragsveranderingmodel
45
10
Conclusie
47
11
Aanbevelingen
49
11.1
Toelichting
50
11.2
Overige aanbevelingen
50
Bronnen
51
Bijlagen
56
Bijlage 1
Lijst met afkortingen en definities
Bijlage 2
Indicatieve vragenlijst interviews gemeenten
Bijlage 3
Uitgewerkte interviews gemeenten
Bijlage 4
Uitgewerkte interviews burgerinitiatieven
Bijlage 5
Enquête deelnemende huiseigenaren vraag en antwoord
Bijlage 6
Enquête niet-deelnemende huiseigenaren vraag en antwoord
Bijlage 7
Uitgewerkte interviews bedrijven
Bijlage 8
Enquête bedrijven
Samen bespaar je meer
1
Inleiding
Dit rapport is opgesteld naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek naar een succesvolle samenwerking tussen lokale overheden, particuliere woningeigenaren en bedrijven om energie besparing door particuliere woningeigenaren te stimuleren. Daarnaast is gekeken naar een methode om het succes van een project te meten. In dit hoofdstuk is te lezen waarom dit onderzoek van belang is en wordt toegelicht welke informatie in het verdere rapport te vinden is.
1.1
Aanleiding
Landelijk wordt er veel aandacht besteed aan het verduurzamen van bestaande woningbouw. Uit onderzoek blijkt dat de gebouwde omgeving verantwoordelijk is voor 30% van het totale energieverbruik in Nederland. Hier kan nog veel bespaard worden en kan daardoor een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de klimaatdoelstellingen. (Ministerie van BZK, 2011) Op gemeentelijk niveau zorgt dit voor uiteenlopende projecten waarbij burgers en bedrijven samenwerken om energie te besparen. Voor burgers levert dit een beter wooncomfort en een besparing van de energiekosten op, voor bedrijven creëert het werkgelegenheid en gemeenten kunnen zo hun klimaatdoelen behalen. Deze klimaatdoelen verschillen per gemeente. Vanuit Europa is er een minimale norm voor reductie vastgesteld. Gestreefd wordt naar een reductie van 20% CO2 uitstoot in 2020 ten opzichte van 1990. (Rijksoverheid, 2012) Deze doelen zijn opgezet om de verdere klimaatverandering tegen te gaan. Ieder land stelt aan de hand van deze doelen een eigen ambitieniveau vast. In tegenstelling tot het kabinet Balkenende IV (dat streefde naar een energiebesparing van gemiddeld 2% per jaar, 30% minder broeikasgasuitstoot ten opzichte van 1990 en een hernieuwbare energieproductie van 20% in 2020), had het daarop volgende kabinet Rutte geen formele doelstellingen voor energiebesparing. Na de verkiezingen op 12 september 2012 zal blijken wat er met de Nederlandse doelstellingen zal gebeuren. Ondanks wisselende kabinetten zal er toch beleid worden gevoerd gericht op het besparen van energie om het Europese klimaatdoel te halen en om de kosten van het energieverbruik voor burgers te beperken. De uitvoering hiervan komt op het bordje van de lokale overheden te liggen. (ECN en PBL, 2010) In deze tijd van bezuinigingen is er echter minder geld beschikbaar om deze doelen te behalen.
1.2
Energiebesparingsdoelen nog lang niet behaald
Er is een trendbreuk nodig om op de lange termijn meer energiebesparing te realiseren. (Rijksoverheid, 2011) Uit de jaarlijkse monitorgegevens over energiebesparing blijkt dat de energiebesparing die in Nederland wordt gerealiseerd, over een lange reeks van jaren achterblijft bij de ambities van de overheid. Het ambitieniveau van de rijksoverheid voor de verbetering van de energie-efficiëntie heeft tussen 1995 en 2010 gevarieerd van 1,5% tot 2% energiebesparing per jaar. Het daadwerkelijke jaarlijkse besparingstempo lag in de periode 2000– Bron: Algemene rekenkamer, 2011 2007 gemiddeld op 1,1% per jaar. In afbeelding 1 is te zien hoeveel energie er in 2007 in huishoudens is verbruikt en wat er in de periode van 1995 tot 2007 is bespaard. In het rapport ‘Energiebesparing: ambities en resultaten’ dat de Algemene Rekenkamer in 2011 heeft voorgelegd aan de voorzitter van de tweede kamer wordt toegelicht waarom de doelen voor energiebesparing niet worden behaald en welke consequenties dit heeft voor de haalbaarheid van de nationale (en Europese) energie- en klimaatdoelen voor 2020. In het kader op de volgende pagina is dit toegelicht. Afbeelding 1, Energiebesparing per sector. Het totale gebruik in 2007 en de besparing in de periode 1995-2007
11
Samen bespaar je meer
‘De grootste oorzaak is dat in voorgaande jaren minder, en minder krachtige beleidsinstrumenten zijn ingezet dan wat als noodzakelijk was ingeschat. Onderzoeken in opdracht van de Ministeries van VROM (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordering en Milieubeheer) en van EZ (Economische Zaken) hebben de afgelopen jaren steeds aangetoond dat met de beoogde beleidsinspanning het gestelde doel niet zou worden bereikt. Deze signalen zijn door de betrokken bewindspersonen niet aangegrepen om het beleid te versterken of het gestelde doel te heroverwegen. Dit gebrek aan slagvaardigheid laat zich deels verklaren door het ontbreken van heldere afspraken over de doelen en verantwoordelijkheden. In 2007, toen het nationale energiebesparingsdoel voor het laatst werd bijgesteld, is niet expliciet afgesproken en vastgelegd welke subdoelen in de afzonderlijke sectoren moesten worden gerealiseerd en welke ministers hiervoor verantwoordelijk waren. Daardoor was in de jaren daarna onduidelijk welke bewindspersoon de verantwoordelijkheid droeg om tegenvallende resultaten te compenseren met extra beleid. Het gevolg hiervan was dat er niet alle vakministers voortvarend optraden toen bleek dat de energiebesparing in hun sector achterbleef. De Europese lidstaten zijn de verplichting aangegaan om in 2020 het energiegebruik 20% lager te laten zijn dan wanneer het verbruik sinds 2005 op de oude voet was doorgegroeid. Deze op het oog duidelijke doelstelling is op vele manieren uit te leggen. Dat komt doordat er geen vaste meetmethode is afgesproken. Bovendien is de Europese doelstelling voor energiebesparing niet bindend. Dit geldt wél voor de twee andere klimaatdoelen van Europa, die betrekking hebben op de reductie van CO2-uitstoot en op vergroting van het aandeel duurzame energie.’ (algemene rekenkamer, 2011)
1.3
Motivatie voor onderzoeksrichting
De huidige aanpak om energiebesparing tot stand te brengen zal aangepast moeten worden om het Europese klimaatdoel voor 2020 te behalen. Het rapport van de Algemene rekenkamer gaat verder in op de te behalen energiewinst bij industriële energie. Voor nieuw te bouwen woningen gelden strenge bouwvoorschriften, waardoor een woning minder energie verbruikt. In het hoofdstuk wettelijk kader wordt hier verder op ingegaan. Dit rapport richt rapport zich op de bestaande woningbouw van particuliere woningeigenaren, omdat hier een groot besparingspotentieel aanwezig is. Gemeenten investeren op het moment veel in energiebesparende projecten, maar de resultaten vallen vaak tegen. Daarnaast wordt er bezuinigd op subsidies. (Ministerie van BZK, 2011) De vraag is dan ook op welke wijze gemeenten burgers en bedrijven kunnen stimuleren om burgers energie te laten besparen.
1.4
De Jonge Milieuadvies (JMA)
De Jonge Milieuadvies richt zich vooral op afvalbeleid, maar wordt steeds vaker ingeschakeld door gemeenten om advies te geven en te ondersteunen bij het opzetten van projecten voor het energie zuiniger maken van bestaande woonwijken. JMA baseert haar aanpak voor energiebesparende projecten momenteel op de uitkomsten van projecten gedaan in Utrecht en Hilversum. Met de bevindingen van deze projecten en bewonersonderzoeken is een 6-delig stappenplan opgezet, gebaseerd op het algemene model van gedragsverandering. Dit gedragsmodel is afkomstig uit het cursusboek van AgentschapNL ‘Energiebesparing door gedragsverandering’ uit 2010. Afbeelding 2 geeft beide modellen weer. Hierbij is het van belang dat een organiserende partij beseft dat burgers het 6-deligstappenplan moeten doorlopen om daadwerkelijk energie te gaan besparen. Per persoon kan het verschillen in welke stap van het 6-delig stappenplan hij/zij zich bevindt. Afbeelding 2, 2 gedragsmodellen
12
Samen bespaar je meer
Voor toekomstige projecten wil JMA graag weten wat een geschikte aanpak is om zoveel mogelijk particuliere woningeigenaren energie te laten besparen. Met de uitkomsten van een eerder onderzoek heeft JMA het model ‘Trias innervatie’ opgesteld. Dit model is ontwikkeld als visie op het realiseren van een energietransitie. In dit model staat de samenwerking en de rolverdeling tussen de lokale overheden, bedrijven en burgers centraal. In dit model is de overheid niet langer de kartrekker. Het succes komt vanuit initiatieven van burgers en duurzame innovaties vanuit het bedrijfsleven. Het onderzoek ‘kansrijke aanpakken in gebouwgebonden energiebesparing, de particuliere eigenaar’ van Stichting Meer met Minder geeft al een richtlijn voor energiebesparende projecten, maar zoals in het rapport en in het kader ook beschreven staat blijft onderzoek belangrijk om te blijven leren van de ervaringen die gedaan zijn.
Je hebt geen garantie op succes. Je weet nooit van te voren wat zal werken en wat niet. Je kunt alleen maar proberen kennis en ervaringen – juist ook van anderen – optimaal te integreren door succesfactoren te benutten en faalfactoren te vermijden. En door af en toe op basis van de opgedane kennis iets heel nieuws te verzinnen, uit te proberen en hier opnieuw van te leren. (meermetminder, 2010)
1.5
Meetbaar succes
Gemeenten willen dat burgers meer energie besparen. Maar wanneer is een project succesvol? Ieder huishouden waarin energie besparende maatregelen worden aangeschaft is een succes voor energiebesparing. Veel gemeenten noemen een project succesvol, als het maximaal aantal deelnemers heeft deelgenomen, of als de subsidiepot ‘leeg’ is. Hierbij wordt vaak niet gekeken naar de totale investering die het project gekost heeft. Daarnaast zijn er ook gemeenten welke geen doel stellen voordat er aan een project wordt begonnen. Hierdoor is het eenvoudig om het resultaat als succesvol te benoemen. Tot nu toe houden gemeenten zich op verschillende manieren bezig met de monitoring van energieprojecten. Dit is echter een essentieel aspect om te bepalen of een project het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Veel gemeenten zijn zoekende naar een aanpak voor het effectief uitvoeren van energiebesparende projecten. JMA wil graag weten welke methoden al worden gebruikt voor dergelijke projecten en welke factoren van belang zijn voor een succesvol project. Met deze informatie kan een aanpak worden ontwikkeld, waarmee JMA en lokale overheden succesvolle energiebesparende projecten kunnen opzetten in samenwerking met burgers en bedrijven. Door daarnaast onderzoek te verrichten naar een geschikte monitorings methode kan onderzocht worden of projecten daadwerkelijk succesvol zijn. Dit zal leiden tot een efficiënte manier van inzet van middelen met een maximaal resultaat. Energiewinst voor gemeenten, werkgelegenheid voor bedrijven en lagere energielasten, hogere waarde van de woning en een beter wooncomfort voor particuliere woningeigenaren.
13
Samen bespaar je meer
1.6
Hoofdonderzoeksvraag
Het onderzoek kent een driedelige vraagstelling: -
Welke factoren maken energiebesparende projecten bij particuliere woningeigenaren tot een succes? Welke meetmethode moet gebruikt worden om te kunnen concluderen dat een energiebesparend project succesvol is? Op welke wijze kunnen lokale overheden, bedrijven en particuliere woningeigenaren samenwerken volgens de trias innervatie, zodat alle partijen het gewenste resultaat behalen?
-
1.7
Doel
Deze drie vragen zijn samengevoegd tot de volgende doelstelling: Een adviesrapport opstellen voor JMA en lokale overheden met daarin een advies voor een aanpak en een meetinstrument, om lokale overheden, bedrijven en particuliere woningeigenaren samen te laten werken aan succesvolle energiebesparende projecten.
1.8 Definities
Tabel 1, Definities
Definitie
Omschrijving
Energiebesparende
Binnen dit onderzoek worden met energiebesparende maatregelen, maatregelen aan het huis bedoel. De focus ligt op: isolatie, glas, ketel/boiler en zonnepanelen.
maatregelen Energiebesparende projecten Factoren
Gewenst resultaat
Meetbaar/ meetinstrument
Succes/ succesvol
Trias innervatie
Binnen dit onderzoek wordt gekeken naar succesvolle projecten waaraan selecte groepen particuliere woningeigenaren hebben deelgenomen om zo in samenwerking met gemeenten en bedrijven energiebesparende maatregelen aan te schaffen. Bij ieder project worden verschillende factoren gebruikt om partijen te betrekken bij deelname. In dit onderzoek wordt van de volgende factoren onderzocht op welke wijze de verschillende partijen deze inzetten om hun doel te bereiken: beleid, communicatie, financiën, organisatie, resultaten/ monitoring. Ook wordt gekeken hoe deze factoren zich verhouden tot het 6-deligestappenplan voor gedragsverandering. Dit houdt in dat de gemeenten energie besparen, zodat de klimaatdoelen behaald kunnen worden. Bedrijven worden ingezet of initiatief tonen, waardoor werkgelegenheid ontstaat door energiebesparende projecten. Particuliere woningeigenaren investeren in energiebesparende maatregelen, waardoor ze minder energie verbruiken, geld besparen, het huis meer waard wordt en een beter leef comfort ervaren. Gemeenten willen een energiebesparing behalen door middel van projecten. Om te kijken of er daadwerkelijk energie bespaard wordt zal gemeten moeten worden. Een meetsysteem kan de uitkomst gaan bieden om meer inzicht te krijgen in het resultaat van energiebesparende projecten. Wat er gemeten moet worden en op welk moment zal aan het einde van het onderzoek duidelijk worden. Iedere energie besparing is een succes, maar zonder doelen is het moeilijk om te spreken van een succesvol project. De te selecteren gemeenten en buurten welke als succesvol beschouwd worden hebben prijzen gewonnen of worden door henzelf succesvol genoemd. Met een meetinstrument moet bij toekomende energieprojecten gemeten kunnen worden of aan de doelen voldaan is. Als dit het geval is kan gesproken worden van een succesvol project. Het model van trias innervatie is opgezet door de JMA zelf. Het is een model dat de rolverdeling tussen overheid, burgers en bedrijven weergeeft om tot een geschikte aanpak te komen.
14
Samen bespaar je meer
1.9
Leeswijzer
In voorgaande hoofdstuk heeft u de aanleiding en het doel van het onderzoek kunnen lezen. In hoofdstuk 2, is de methodiek van het onderzoek toegelicht. Hierbij wordt aangegeven op welke wijze het onderzoek is uitgevoerd. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op het wettelijk kader van energiebesparing. Na hoofdstuk 3 zijn opeenvolgend de resultaten van de interviews met gemeenten, interviews met burgerinitiatieven en de enquête resultaten van de burgers gerapporteerd (hoofdstuk 4 t/m 6). In hoofdstuk 7 wordt de visie van verschillende partijen belicht. Deze informatie wordt verder toegelicht met de enquête resultaten in hoofdstuk 8. Alle verzamelde informatie wordt in hoofdstuk 9 geanalyseerd. Allereerst wordt per factor aangegeven wat de mogelijkheden zijn en wat de voor- en nadelen hiervan zijn. Vervolgens worden twee mogelijke situaties geschetst met verschillende aanpakken om een voorbeeld te geven van de toepassing van de factoren. In hoofdstuk 10 staat de conclusie van het onderzoek, met daarop aansluitend in hoofdstuk 11 de aanbevelingen met een keuze model om per situatie een geschikte aanpak samen te stellen.
15
Samen bespaar je meer
16
Samen bespaar je meer
2
Methodiek
Het onderzoek kan gezien worden als een ontwerpend onderzoek. Aan een ontwerpend onderzoek gaan een evaluerende en verklarende vragen vooraf. De antwoorden op deze vragen worden door vertaald naar een advies voor de toekomst. De uitvoering van het onderzoek is kwalitatief, omdat er veel gebruik wordt gemaakt van interviews. Ieder project is anders, waardoor er geen vergelijkbare cijfers verzameld kunnen worden. Er is gekozen om praktijkervaringen te verzamelen en daaruit de benodigde informatie voor aanbevelingen te verkrijgen. Om de informatie van de interviews kracht bij te zetten zijn er enquêtes afgenomen. Dit als toevoeging van de interviews om een breder beeld te krijgen en de betrouwbaarheid van de interviews te vergelijken met overige informatie en meningen. Onderstaand overzicht geeft weer hoe het onderzoek is opgezet en uitgevoerd. Het onderzoeksschema wordt gedurende dit hoofdstuk toegelicht. Tabel 2, Onderzoeksschema
17
Samen bespaar je meer
2.1
Onderzoeksmethode
De rode draad door het onderzoek heen zijn vijf factoren: Organisatie, beleid, communicatie, financiën, resultaten/monitoring. De interviews en enquêtes zijn ook op deze wijze opgezet en verwerkt. Deze factoren zijn gekozen, omdat deze factoren bij ieder project aanbod komen en steeds op een andere manier door een andere partij kunnen worden ingevuld. Met deze factoren kan invulling worden gegeven aan het model ‘Trias innervatie’. Dit model is tot stand gekomen uit het onderzoek ‘klimaat neutrale gemeenten’ dat in 2010 is afgerond door JMA. Tijdens het onderzoek is gekeken naar de manier waarop gemeenten hun klimaat doelenstellingen de komende jaren denken te gaan realiseren. (De Jonge Milieu Advies, 2010) In het kader wordt het model verder toegelicht. Het is een model om duidelijk te maken welke rollen door welke partij aangenomen moeten worden om doelen te behalen. Deze gedachtegang van het veranderen van rollen is in dit rapport ook van toepassing. Dit onderzoek zal dan ook leiden tot een trias innervatie voor energiebesparing bij particuliere woningeigenaren. Trias Innervatie Het model is opgezet voor het ontwikkelen van energietransities. Hierbij zal de gemeente niet langer optreden als kartrekken. Het succes komt vanuit initiatieven van burgers en duurzame innovaties vanuit het bedrijfsleven. De gemeente geeft een impuls, afbeelding 3. Dit in combinatie met een stijgende energieprijs zorgt ervoor dat er steeds meer lokale duurzame energie bedrijven zullen worden opgezet. Dit model zal dienen als voorbeeld voor het onderzoek. De rollen zullen opnieuw onderzocht worden, waardoor een nieuwe invulling van het model wordt gevormd voor energiebesparende projecten voor particuliere woningeigenaren.
Trias Innervatie Energie uit fossiele brandstoffen
Energieprijs
Duurzame energie
Lokale duurzame energiebedrijven
2010
2020
Bron: De Jonge Milieu Advies, 2010
Afbeelding 3, Trias Innervatie
2.2
Deskresearch
Selectiecriteria
Selectie projecten Gedurende de eerste twee maanden is gezocht naar geschikte projecten voor input van het onderzoek. Omdat de trias innervatie als methode wordt gebruikt is er voor gekozen om zowel gemeenten, als burgerinitiatieven en bedrijven te selecteren voor het onderzoek. Voor iedere groep waren verschillende selectiecriteria van belang. Zie onderstaande tabel 3. Gemeenten
Burgerinitiatieven
Bedrijven
Burger enquête
Bedrijven enquête
Afgerond energie besparingsproject voor particuliere woningeigenaren
Liggende in de geselecteerde gemeenten
Binnen geïnterviewde projecten
Aangesloten bij Meer met Minder
Het project wordt als succes omschreven
Via de site van de gemeente te vinden of via contact met de gemeente
Verscheidenheid van de aard van de bedrijven Installatie bedrijven aangesloten bij Meer met Minder
Project(informatie) via internet vindbaar Gebruik maken van eigen netwerken
Gebruik maken van eigen netwerken
Tabel 3, Selectie criteria interviews en enquêtes
18
Samen bespaar je meer
Voor de selectie van de gemeenten was het van belang dat het projecten waren afgerond en als succesvol werden omschreven. Deze projecten konden via internet en bestaande netwerken geselecteerd worden. Het streef aantal was 10 projecten om er zeker van te zijn dat er 5 voldeden aan de criteria en bereid waren tot deelname aan het onderzoek. De randvoorwaarde van 5 is aangehouden om voldoende verschillende projecten te belichten en dit aantal was haalbaar binnen de gestelde periode. De burgerinitiatieven zijn gezocht binnen de geselecteerde gemeenten om zo het verschil tussen gemeente aanpak en wensen van de burgers te kunnen vergelijken. Via informatie en links op de gemeentelijke websites en via de geïnterviewde persoon bij de gemeente konden de contactgegevens van de burgerinitiatieven worden verzameld. Bij de bedrijven was vooral de verscheidenheid van belang, zodat vanuit verschillende invalshoeken van de bedrijfswereld informatie werd verzameld. De volgende aspecten moesten naar voren komen: financiën, installatie, organisatie en een bedrijf dat bekent is met de buurt. Bij de enquêtes is gefocust op installatie en adviesbedrijven die zijn aangesloten bij de stichting Meer met Minder, dit is een stichting opgericht in opdracht van AgentschapNL om bedrijven bij elkaar te brengen om zo bewoners te ontzorgen. Deze bedrijven hebben over het algemeen ervaring met energiebesparende projecten. Op deze wijze konden de bedrijven makkelijk geselecteerd worden. Voor de interviews is gekozen om andere bedrijven te selecteren, om ook de meningen van bedrijven uit andere hoeken mee te kunnen nemen in het onderzoek. Hierbij is afgeweken van het woord ‘bedrijven’, omdat hierin ook stichtingen en overheidsinstellingen zijn meegenomen. Verder in het rapport wordt dan ook gesproken over ‘partijen’. Wettelijk kader Via wetten.nl en de site van de Rijksoverheid konden de geschiedenis en de achtergrond van de wet- en regelgeving die betrekking heeft op energiebesparing worden geselecteerd. Vervolgens kwamen tijdens interviews nog meer wetten ter sprake die van toepassing waren op energiebesparende maatregelen voor particuliere woningeigenaren.
2.3
Uitvoeringsfase
Voor de uitvoeringsfase is gekozen voor interviews en enquêtes, omdat ieder project verschillend is en er niet altijd documenten beschikbaar zijn van projecten. Door een interview is het ook mogelijk om de mening van uitvoerende personen te horen. Door de ervaringen die zij hebben opgedaan met de projecten kunnen ze advies geven over hoe een projecten in de toekomst aangepakt zou moeten worden. Ter ondersteuning van de interviews zijn enquêtes afgenomen. Dit om een indicatie te krijgen van de mening van burgers en bedrijven. Op deze wijze kan gekeken worden of de meningen en aannames uit de interviews overeenkomen met de meningen en van een grotere groep ondervraagden. In de volgende hoofdstukken wordt verder ingegaan op de werkwijze en de validiteit en betrouwbaarheid van de interviews en enquêtes. 2.3.1 Interviews Gemeenten Voor het afnemen van de interviews is gekozen voor een open structuur. Voorafgaande aan het interview kreeg de persoon een vragenlijst met onderwerpen die aan bod zouden komen. Deze vragenlijst is weergegeven in bijlage 2. Op deze wijze kon de persoon zich voorbereiden op het interview. Tijdens het interview zouden de vragen in niet-chronologische volgorde gesteld worden, zodat er de mogelijkheid was om dieper op vragen in te gaan of andere onderwerpen te behandelen.
19
Samen bespaar je meer
Burgerinitiatieven In de gemeenten waarbij gebruik wordt gemaakt van actieve burgers werd getracht deze te benaderen. Ook was het de bedoeling om particuliere initiatieven binnen de gemeenten op te sporen en deze kartrekkers te interviewen. Hierbij was het streven 5 interviews. Voor iedere geïnterviewde gemeente 1 interview met een burgerinitiatief binnen deze gemeenten. Bedrijven Omdat installatie en advies bedrijven bij de enquête aanbod zouden komen, is ervoor gekozen om één installatiebedrijf en één adviesbureau te interviewen ter verdieping. Overige partijen zouden vanuit een andere invalshoek gekozen worden. Voor de overige partijen is getracht voor het financiële aspect een bank te interviewen. Verder is er gezocht naar een makelaar als partij waarvan is aangenomen dat deze kennis van de staat van de huizen en huiseigenaren zou hebben in een wijk. Als 5e partij zou gezocht worden naar een energiemaatschappij om te kijken wat deze voor invloed en belang kan hebben bij energiebesparings projecten. De site van de stichting Meer met Minder, internet en contacten van JMA konden gebruikt worden voor het benaderen van deze bedrijven. Bij de interviews is per partij een indicatieve vragenlijst opgesteld, die aansloot bij de werkzaamheden en betrokkenheid bij energiebesparende projecten. 2.3.2
Enquêtes
Burgers De enquêtes konden opgezet worden in het programma SurveyMonkey. Dit programma was beschikbaar bij JMA. Er is een randvoorwaardelijk aantal van 50 ingevulde enquêtes gesteld. Omdat niet zeker was of de enquêtes per mail uitgezet konden worden was dit een aantal dat ook deur aan deur goed haalbaar zou zijn geweest in de beschikbare tijd. De enquête is opgesteld als aanvulling van de interviews om een indicatie te geven van de mening van burgers. Er hoeft dan ook geen representatief aantal behaald te worden. Aan de geïnterviewde gemeenten en burgerinitiatieven zou gevraagd worden om deze enquêtes onder hun project deelnemers uit te zetten. Bedrijven Voor de bedrijven is ook een enquête opgezet in Surveymonkey. Randvoorwaardelijk waren 25 ingevulde enquêtes. Ook hierbij ging het om een indicatie van meningen van bedrijven. Omdat hierbij geen hulp was van een instantie en alle mailadressen zelf verzameld moesten worden was dit een haalbaar aantal. Er is gekozen om bedrijven die aangesloten zijn bij MmM aan te schrijven voor deelname aan de enquête. Via gemeentelijke websites en de website van MmM zou het mogelijk zijn de mailadressen van de bedrijven te verzamelen. Het streven was een respons van 50 enquêtes. Ervan uitgaande dat 1/3e van de bedrijven zou reageren moesten er 150 bedrijven benaderd worden voor deelname aan de enquête.
2.4
Rapportage
Gedurende de uitvoeringsfase is begonnen met de rapportage. Bij de rapportage zou gebruik gemaakt gaan worden van dezelfde structuur als in de gesprekken. Om het verslag beknopt en leesbaar te houden worden alleen opvallende punten uit de gesprekken van gemeenten, burgerinitiatieven en bedrijven weergegeven.
20
Samen bespaar je meer
2.5
Validiteit en betrouwbaarheid
Omdat het onderzoek volledig is gebaseerd op interviews en enquêtes is het van belang dat de validiteit en betrouwbaarheid van de onderzoek wordt gewaarborgd. (K. Bugge, 2012) Dit houdt in: Is er gevraagd waar antwoord op moest komen en zullen bij een volgend onderzoek dezelfde antwoorden gegeven worden? Afbeelding 4 geeft het verschil tussen validiteit en betrouwbaarheid duidelijk weer.
Bron: 2reflect, 2008
Validiteit Afbeelding 4, Betrouwbaarheid en validiteit Een groot deel van de validiteit is gewaarborgd door gerichte vraagstelling en de voor selectie van de projecten. Van de geselecteerde projecten moest het mogelijk zijn om informatie te vinden, waardoor tijdens het interview doorgevraagd kon worden en het interview vooral diende om de informatie te controleren en de mening en beweegredenen van een aanpak te achterhalen. Door per groep minimaal 5 interviews af te nemen is het mogelijk om een vergeten of onderbelichte vraag bij een ander interview verder te behandelen. Bij de enquêtes is de validiteit gewaarborgd door een correcte vraagstelling. De ondervraagde moet de vraag maar op één manier kunnen opvatten. Meerkeuze opties zorgen ervoor dat de ondervraagde de vraag niet op een andere manier kan interpreteren. Betrouwbaarheid Voor de betrouwbaarheid van interviews moet geschat worden of geïnterviewden de waarheid zullen spreken. Dit onderzoek betreft meningen. Lokale overheden zijn er juist om samen zoveel mogelijk succesvolle projecten op te zetten. Burgers zullen trots zijn op hun behaalde resultaten door middel van eigen inzet. Voor bedrijven betekent meer projecten, meer werkgelegenheid. De verwachting is dan ook dat alle partijen de interview vragen eerlijk beantwoord hebben. Voordat de interviews plaatsvonden zouden de contactpersonen per mail de aandachtspunten van het interview aangeleverd krijgen. Hierdoor was er voor de te interviewen persoon voorbereiding mogelijk, waardoor er goed doorgevraagd kan worden. Partijen zullen niet graag aangeven waarin ze zelf gefaald hebben. Doordat er een driehoeksverhouding tussen de partijen is, zullen andere partijen deze informatie aanvullen. Hierdoor kan uiteindelijk een beeld worden geschetst voor de trias innervatie. Ter controle zullen enquêtes worden afgenomen bij een groep bedrijven en burgers. Op deze wijze wordt duidelijk of de mening van de geïnterviewde door meer mensen wordt gedragen.
21
Samen bespaar je meer
3
Wettelijk kader
In Nederland is het Europees beleid momenteel de reden van energiebesparende projecten. Daarnaast moet huiseigenaren op de hoogte worden gebracht van hun rechten en plichten met betrekking tot de Flora- en Faunawet, vergunningsplichten bij isoleren, duurzame energie opwekking en slimme energiemeters. In dit hoofdstuk wordt toegelicht waarom deze wetgeving van toepassing is. 3.1 Europees Het Kyoto protocol werd in 1997 getekend en trad in 2005 in werking. Voor Nederland betekende dit 6% minder broeikasgassen uitstoten (ten opzichte van 2005) in 2012. De landen van de Europese Unie hebben afgesproken om in 2020 in ieder geval 20% minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 1990. Voor Nederland is deze reductiedoelstelling 16% ten opzichte van 2005. (Rijksoverheid, 2012) In december 2011 is op de klimaattop in Durban afgesproken dat er voor 2015 een nieuw mondiaal en bindend instrument moet zijn dat de klimaatverandering tegen gaat. Momenteel wordt er door de Europese milieuministers overlegd om het Europese klimaatdoel te verhogen naar dertig procent minder broeikasgassen. ‘Ook bedrijven staan achter dit voorstel, omdat het naast vermindering van de uitstoot van schadelijke stoffen ook leidt tot nieuwe banen in de groene economie van Europa’. Aldus GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout. (Eickhout, 2011) 3.1.1 Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) De Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD) (2002/91/EG) is het belangrijkste wetgevende instrument op EU-niveau om energieprestaties van gebouwen te realiseren. De Europese richtlijn heeft tot doel het stimuleren van een verbeterde energieprestatie voor gebouwen in Europa, daarbij rekening houdend met de klimatologische en plaatselijke omstandigheden buiten het gebouw, de eisen voor het binnenklimaat en de kosteneffectiviteit. Volgens deze richtlijn moeten de lidstaten: Eisen met betrekking tot een algemeen kader voor de methode ter berekening van een geïntegreerde energieprestatie van gebouwen; Minimumeisen toepassen voor de energieprestatie van nieuwe gebouwen; Minimumeisen voor de energieprestatie van bestaande grote gebouwen, die ingrijpend gerenoveerd worden; Zorgen voor de certificering van hun energieprestaties; Zorgen voor regelmatige inspectie van verwarmingsketels en airconditioningsystemen in gebouwen. (AgentschapNL, 2011b)
3.2
Nederland
Elk land heeft een zekere mate van vrijheid om de EPBD te vertalen naar de eigen nationale situatie. De uitwerking van de richtlijn voor de Nederlandse situatie en daadwerkelijke implementatie in Nederland vallen onder de beleidsverantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij de invulling heeft Nederland twee randvoorwaarden geformuleerd: het maximaal beperken van de kosten voor overheid en burger; het voorkomen van complexe en niet-transparante regelgeving. Concreet betekent dat het zo veel mogelijk gebruiken van bestaande wet- en regelgeving. Alleen waar het niet anders kan, zijn aanpassingen voorgesteld. Aan de drie eerstgenoemde onderdelen van de richtlijn voldoet Nederland al geruime tijd. Sinds jaren heeft Nederland een methode voor de berekening van een geïntegreerde energieprestatie van gebouwen. De energieprestatienormering (EPN) voor de nieuwbouw en het
23
Samen bespaar je meer
energieprestatieadvies (EPA) voor bestaande gebouwen. Bij nieuwbouw moet aan de energetische eisen voldaan worden via de huidige Bouwbesluit-eisen. Het energieprestatieadvies (EPA) en de Energiepremieregeling hebben de afgelopen jaren de toepassing van energiebesparende maatregelen in de bestaande gebouwde omgeving gestimuleerd. (AgentschapNL, 2011b) 3.2.1 Energielabel De energieprestaties worden gecertificeerd door middel van het energielabel. Voor de woningmarkt is het vanaf 1 november 2008 verplicht om een energielabel, ook wel energieprestatiecertificaat (EPC) genoemd, bij het huis af te geven als deze verkocht wordt. Een afgegeven energielabel is 10 jaar geldig. Het energielabel is bedoeld om kopers en huurders inzicht te geven in de energiezuinigheid van een woning of gebouw op basis van gebouweigenschappen, gebouwgebonden installaties en een gestandaardiseerd bewonersgedrag. Het energielabel zegt iets over het wooncomfort en de geeft een indicatie van de maandelijkse energielasten. Daarmee heeft het energielabel ook direct invloed op de koopprijs of huurprijs die geldt voor de woning of het gebouw. Een energielabel geeft weer hoe energiezuinig een woning of gebouw is op een schaal van A t/m G, waarbij A++ het meest zuinig is. In afbeelding 5 is weergeven welke EPC waarden aan de labels gekoppeld zijn. Tot 1 januari 2009 zijn 739.000 labels verstrekt aan kopers en huurders van gebouwen. (Rijksoverheid, 2009) 3.2.2 Bouwbesluit Voor nieuwe woningen geldt sinds 1 januari 2006 een EPC-grenswaarde van 0,8. Vanaf 1 januari 2011 geldt een EPC-grenswaarde van 0,6. Het Europees beleid is erop gericht dat vanaf 2020 alle nieuwbouw energieneutraal moet zijn. Om dat doel te realiseren, zal in de periode tot 2020 de EPC stapsgewijs verder worden aangescherpt. Naast de EPC waarde moet het huis een thermische isolatie (zie kader) van 3,5 hebben. 3.2.3 Vergunningplichtig In afbeelding 6 is weergegeven wanneer een vergunning moet worden aangevraagd bij de gemeente voor het aanbrengen van gevelisolatie.
Afbeelding 6, Bouwen zonder of met vergunning. (Bron,
VROM, 2011b)
Afbeelding 5, Energielabel EPC indeling (bron, Energielabel, VEH)
*Thermische isolatie Het is meetbaar hoe goed een muur warmte kan tegenhouden. Deze eigenschap heet 'de warmteweerstand van een constructie', afgekort als Rc. De Rc hangt af van de isolatiewaarde van de constructie en van eventueel aanwezig isolatiemateriaal. Hoe hoger de Rc-waarde, des te beter de isolatie. Een huis met een zeer goede isolatie heeft een Rc van 4 of hoger. Een gevel (met spouwmuur) die niet is geïsoleerd heeft gemiddeld een Rc-waarde van 0,38. (milieucentraal, 2010)
24
Samen bespaar je meer
Om te weten of er een omgevingsvergunning voor zonnepanelen of zonnecollectoren aangevraagd moet worden geldt het schema, weergegeven in afbeelding 7.
Afbeelding 7, Bouwen zonder of met vergunning. (Bron, VROM, 2011a)
3.2.4 Flora en faunawet Een nieuw aandachtspunt bij de maatregel isolatie is dat dit in strijd kan zijn met de flora en fauna wet. Door het dak of spouwmuren te isoleren verdwijnen er broed- en schuilplaatsen van vleermuizen en vogels. Om te kijken of er daadwerkelijk (beschermde) soorten in de buurt voorkomen is een ecologisch onderzoek noodzakelijk. Mochten er beschermde soorten voorkomen kunnen mitigerende of compenserende maatregelen een oplossing bieden. In het ergste geval zal er niet geïsoleerd mogen worden. Dit is nog nooit voorgekomen, maar dit zal in de toekomst wel een belangrijke rol gaan spelen. Artikel 11 weergegeven in het kader geeft dit aan.
Artikel 11 Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rustof verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. (Overheid.nl, 2012a)
3.2.5 Saldering Bij het opwekken van duurzame energie wordt er soms meer energie opgewekt dan verbruikt. Deze energie kan terug geleverd worden op het net. In de elektriciteitswet 1998 zijn de regels voor deze terug levering opgenomen. Het kader hieronder geeft de wettekst weer.
Elektriciteitswet 1998 Artikel 31c Voor afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, die elektriciteit invoeden op het net, berekent de leverancier de meterstand ten behoeve van de facturering en inning van de leveringskosten door de aan het net onttrokken elektriciteit te verminderen met de op het net ingevoede elektriciteit, met een maximum van 5000 kWh aan op het net ingevoede elektriciteit. Indien de hoeveelheid op het net ingevoede elektriciteit groter is dan 5000 kWh biedt de leverancier voor het meerdere een redelijke vergoeding op basis van artikel 95c, derde lid. (Overheid.nl, 2012b)
Artikel 95a 1.
Het is verboden zonder vergunning elektriciteit te leveren aan afnemers die beschikken over een aansluiting op een net met een totale maximale doorlaatwaarde van ten hoogste 3x80A. (Overheid.nl,2012c)
25
Samen bespaar je meer
3.2.6 Energiemeters In juli 2011 is het besluit ‘op afstand uitleesbare meetinrichtingen’ van kracht gegaan. Hierin wordt vermeld dat een netwerkbeheerder een slimme energie meter beschikbaar moet stellen als een kleinverbruikers-aansluiting energieklasse B of beter krijgt of er twee labelsprongen worden gemaakt. In het kader hieronder staat artikel 2 uit het desbetreffende besluit weergegeven. Aan dit besluit ligt de Elektriciteitswet ten grondslag. Dit instrument geeft burgers inzicht in hun energieverbruik, waardoor ze nog meer kunnen besparen. Het apparaat wordt momenteel verkocht, maar huiseigenaren hebben hier dus recht op als ze hun huis hebben gerenoveerd en hierbij 2 labelsprongen hebben gemaakt. Als mensen dit echter niet weten zullen ze geen aanspraak maken op de op afstand uitleesbare meetinrichting, waardoor ze inzicht in hun energieverbruik en verdere energiebesparing mislopen.
511 Besluit van 27 oktober 2011, houdende regels over op afstand uitleesbare meetinrichtingen (Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen) Artikel 2 Artikel 2 regelt dat tijdens de kleinschalige uitrol voorafgaand aan de grootschalige uitrol van op afstand uitleesbare meetinrichtingen, de netbeheerder in elk geval een op afstand uitleesbare meetinrichting ter beschikking dient te stellen indien een gebouw met een kleinverbruikers-aansluiting energieklasse B of beter krijgt of wordt verbeterd met minimaal 2 energieklassen. Dit past in de afspraken, gemaakt in het convenant Energiebesparing bestaande gebouwen (Rijksoverheid, 2011a).
3.2.7 Financiering Voor energiebesparende projecten zijn vaak financiële middelen beschikbaar, waar burgers een beroep op kunnen doen. Een subsidie en de duurzaamheidslening zijn hier voorbeelden van. Voor deze regelingen worden beleidsregels opgesteld waar mensen aan moeten voldoen om in aanmerking te komen. Deze regels kunnen per provincie en gemeente verschillen. Zo was er in Breda de regeling: ‘Beleidsregels Stimuleringspremie steek energie in je huis Biesdonk, Wisselaar.’ In een dergelijk beleidsregels wordt weergegeven waarvoor en door wie een subsidie gebruikt kan worden. 3.3 Conclusie Er zijn veel verschillende wetten en regels waar rekening mee gehouden dient te worden als mensen energiebesparende maatregelen aanschaffen. Veel van deze regels zijn vaak onbekend, zoals in het verdere rapport zal blijken. Het is dus van groot belang dat burgers op de hoogte worden gebracht van hun rechten en plichten, zodat ze niet voor onverwachte verassingen komen te staan. Duidelijkheid in de wetgeving kan ook het proces van energiebesparing vereenvoudigen voor de burger. Via wetgeving worden mensen al gestimuleerd om energie te besparen, want ze worden beloont met een op afstand uitleesbaar meetsysteem en via de saldering valt er ook geld te verdienen.
26
Samen bespaar je meer
4
Rol verandering gemeenten
De rol van gemeente zal zich door het verminderen van subsidies gaan verplaatsen van volledige organisatie en een actieve rol, naar facilitator. Gebleken is dat het aspect ‘ontzorgen’ volgens de geïnterviewde gemeenten van groot belang is voor een succesvol project. Minder geld en toch het succes van ontzorgen blijven behouden zal er toe leiden dat gemeenten steeds meer gebruik zullen gaan maken van de kennis en kunde van haar inwoners. Voor het onderzoek zijn 7 gemeenten geïnterviewd. In dit hoofdstuk wordt per factor toegelicht hoe gemeenten deze ingevuld hebben tijdens een project, maar ook hoe ze dit bij een volgend project zouden doen. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een korte conclusie met succesfactoren volgens de geïnterviewden. In tabel 4 staan de gemeenten en hun projecten weergegeven. De volledige uitwerking van de interviews is te vinden in bijlage 3. Gemeente
Project
Beleid*
Organisatie
Communi-
Financiën
catie
monitoring
Amersfoort
Energiebesparing in de wijk
CO2-neutrale stad in 2030
Faciliteren, adviseren, uitvoeren
**
Rijkssubsidie
Assen
Energieloket
Faciliteren, adviseren
Faciliteren, adviseren
Rijkssubsidie, provincie gelden, gemeente gelden
Breda
Steek energie in je huis
CO2neutraal. 2015 50% van de woningen min. energie label C. CO2neutraal in 2044
Faciliteren, adviseren
Faciliteren, adviseren
Rijkssubsidie
Deventer
Verbeter en Bespaar
Faciliteren, adviseren
Faciliteren, adviseren
Hardenberg
Bewust duurzaam thuis Thuis in een energiebesparend huis
CO2 – neutraal in 2030 Energieneutraal
Faciliteren, adviseren, uitvoeren Faciliteren, adviseren, uitvoeren
Faciliteren, adviseren, uitvoeren Faciliteren, adviseren
Rijkssubsidie, gemeente gelden Rijkssubsidie, gemeente gelden Rijkssubsidie, provincie gelden, gemeente gelden
Faciliteren, adviseren, uitvoeren
Faciliteren, adviseren
MiddenDrenthe
Geen specifiek doel
Resultaten/
750 woningen energiebesparende maatregelen. 2010, 3.000 mwa’s aangevraagd. 2011, 250 gratis mwa’s, energielabel en twee vrijblijvende offertes. ca. 75% van deelnemers overtuigd tot het doen van investeringen. 500 huishoudens benaderd, tien procent belangstelling getoond en zeventien energiebesparende maatregelen genomen. 1200 mwa 1100 maatregelen bij 800 woningen 570 mwa’s en € 1,8 miljoen aan duurzaamheidsleningen 20% van de deelnemende huishoudens een resultaat van ca. 30% energiebesparing. Het tweede project heeft het maximaal aantal deelnemers van 80 opgeleverd. 227 verzoeken voor mwa’s ingediend, 175 maatwerkadviezen uitgevoerd, 88 subsidieaanvragen toegekend
Zwolle
Duurzaam wonen
*
Afkomstig uit beleidsplannen van de gemeenten, bronnen zijn weergegeven in de bronnenlijst
**
Per wijk is dit in overleg met bedrijven, gemeente en wijkbewoners bepaald
20% CO2 reductie in Zwolle in 2020 t.o.v.1990
Rijkssubsidie, gemeente gelden
Tabel 4, overzicht geïnterviewde gemeenten
Beleid
27
Samen bespaar je meer
Het wettelijk kader kan worden onderverdeeld in verschillen de lagen. Het Rijk, de provincie en gemeenten. In het hoofdstuk Wettelijk kader, is weergegeven waarom er wetgeving op het gebied van energiebesparing is en dat het van belang is dat bewoners hiervan op de hoogte worden gebracht. In de deze alinea wordt het beleid van de gemeenten besproken. Aan de hand van de landelijke doelen hebben gemeenten beleid opgesteld. Beleid is niet bindend en geeft alleen de ambities van de gemeente weer. Zo wil de gemeente Deventer in 2030 klimaat neutraal zijn en Breda in 2044. Gemeente Midden-Drenthe heeft geen ambitie, omdat een dergelijke ambitie wel leuk is, maar niet realistisch volgens C. Viersen, milieubeleidsmedewerker gemeente MiddenDrenthe. Gemeente Zwolle heeft 22 doelstellingen. Momenteel wordt Energieneutraal in ….! er een plan uitgewerkt met daarin de acties die genomen moeten worden om de doelen tot 2020 te behalen. Financieel en qua capaciteit zal dit onhaalbaar zijn, aldus H. Agterhuis van de gemeente Zwolle. Organisatie Bij de eerste pilot projecten is te zien dat gemeenten vaak alle taken op zich nemen. Ze organiseren, faciliteren en voeren het project uit. Bij de gemeente Hardenberg en Deventer heeft dit goed uitgepakt. Zij geven aan dat totale ontzorging de succesfactor van het project is geweest. In de samenvatting van de evaluatie van het project ‘Verbeter en Bespaar’, 2012, wordt aangegeven dat een snelle afhandeling en telefonische bereikbaarheid van een energieregisseur en het energieloket hierbij een belangrijke rol spelen. De aanpak van de gemeente Deventer was echter niet mogelijk geweest zonder financiële steun van de provincie Overijssel. Uit de interviews blijkt dan ook dat het niet zeker is of de projecten net zo succesvol geweest zouden zijn met minder budget. Omdat er steeds minder budget beschikbaar is veranderd de rol van de gemeente. Gemeenten zullen minder intensief betrokken Zelfde resultaat met minder budget? kunnen zijn bij een project, omdat hierdoor de kosten voor een project hoog oplopen. Ontzorgen staat nog steeds hoog op de agenda voor de toekomst, maar de wijze waarop ontzorgt wordt verschilt nogal. Het verschil in doel, doelgroep, aantallen en budget is hierbij bindend voor de te kiezen organisatie mogelijkheden en voor de garantie tot succes. Het inzetten van actieve burgers wordt door de gemeente Amersfoort al toegepast in het Soesterkwartier. Veel gemeenten willen deze aanpak volgen. De business case bewonerscampagnes van de gemeente Breda beschrijft dat de keuze van een wijk medebepalend is voor het succes van een campagne. Voorwaarde is dat een wijk de potentie, zoals de staat van de huizen en enthousiasme van de bewoners, in zich moet hebben om energiebesparing tot resultaat te krijgen. (Kroesse, 2009) Communicatie Communicatie kan worden ingedeeld in communicatie ván het project en communicatie tijdens het project. Als een bewoner niet weet dat er een project is, dan kan hij ook niet meedoen. Naast het adverteren in de gemeente krant en op de gemeentelijke website proberen gemeenten op meer manieren de aandacht Vraagcreatie/ van bewoners te trekken, want dat is het moeilijkste deel blijkt uit de interviews. Vraag creatie, zoals M. van Dalfsen van de gemeente Assen dit opmerken noemt. Een persoonlijke benadering wordt steeds meer toegepast. Zo heeft de gemeente Amersfoort er in 2010 voor gekozen om 10.000 huis-aanhuisbezoeken af te leggen om huiseigenaren in staat te stellen met landelijke subsidie een maatwerkadvies voor hun woning kennis te laten maken. (Samen duurzaam, 2012). Dit is een kostbare aanpak, maar heeft wel geleid tot 3.000 aanvragen voor een maatwerkadvies en 750 huishoudens die maatregelen hebben laten uitvoeren. Gemeente Assen
28
Samen bespaar je meer
wil in een vervolg project ook gebruik maken van een dergelijke huis-aan-huis aanpak. Een nieuwe methode om de aandacht te trekken is de energiescan. Hierop is te zien waar in huis warmte verlies optreedt. Voor uitleg kunnen bewoners naar een bijeenkomst komen of via internet gegevens opvragen. Om burgers te betrekken bij projecten wordt steeds meer ingezet op actieve bewoners in de wijk. Gemeente Amersfoort, Zwolle en Assen zijn hier of willen hier mee bezig. Dit scheelt namelijk aanzienlijk in de kosten en buurtbewoners komen vertrouwelijk over op mede buurtbewoners. In de vervolg communicatie hebben de gemeenten Zwolle en Deventer voor een (digitaal) energieloket gekozen. Bij een loket of een aanspreekpersoon is het van belang dat ze snel en kwalitatief antwoord geven op de vragen, zoals weergegeven in de samenvatting van de evaluatie van het project ‘Verbeter en Bespaar’. (Timmerman, 2012) Gemeente Assen wil in de toekomst ook filmpjes van bewoners, waar maatregelen worden uitgevoerd of zijn uitgevoerd op het digitale energieloket plaatsen. Gemeente Midden-Drenthe kiest voor een persoonlijke benadering. Door een projectgroep van 80 mensen samen te stellen en deze op te delen in 4 groepen waarvoor bijeenkomsten worden georganiseerd, blijft het contact persoonlijk en kan er advies op maat worden gegeven. In de communicatie is het van belang dat bewoners de stappen van energiebesparing kennen en weten wat Totale informatievoorziening op maat het oplevert. Hierbij komt het 6-delig stappenplan kijken. Na het opmerken van het project moeten mensen weten wat hun situatie is en wat ze kunnen besparen. Hierbij is een maatwerkadvies, het in contact brengen met lokale aanbieders en vrijblijvende offertes volgens M. van Dalfsen van de gemeente Assen onmisbaar. Zowel in Zwolle als in Amersfoort hebben ze het idee om een totale informatievoorziening op maat bij de burgers door de bus te doen. Hierdoor weet een bewoner: mijn huis heeft dit indicatieve label, ik kan deze maatregelen uitvoeren, dat kost mij zoveel en dat levert mij dit bedrag op. In Deventer was het echter helemaal niet nodig om de burger te bereiken. Al snel waren er 100 geïnteresseerden en kan het aantal deelnemers worden uitgebreid naar 200. De reden voor dit enthousiasme is niet onderzocht. De doelgroep betrof hier de gehele gemeente, waardoor het percentage deelnemers in verhouding niet heel hoog is. Financiën De afgelopen jaren is met het programma Schoon & Zuinig van de Rijksoverheid ingezet op het ontwikkelen van een structurele markt voor energiebesparende maatregelen door middel van het sluiten van convenanten met marktpartijen, zowel voor de nieuwbouw als voor de bestaande bouw. In het kader op de volgende pagina is te lezen welke bedragen zijn uitgegeven en welke resultaten dit heeft opgeleverd. Kabinet Rutte heeft besloten de inzet van subsidies tijdens de kabinetsperiode af te bouwen. De uitdaging ligt nu bij marktpartijen om met creatieve oplossingen en nieuwe concepten de markt een stap verder te brengen. De ervaring heeft geleerd dat de rijkspremieregeling Meer Met Minder een goede stimulans voor woningeigenaren vormt om energiebesparende maatregelen te nemen. (Ministerie van BZK, 2011) Subsidies maken het voor de burger aantrekkelijk om deel te nemen, maar na een pilot project met subsidie wordt het project vaak niet verder doorontwikkeld zonder subsidie, aldus C. Timmermans, gemeente Deventer. In het hoofdstuk 5 en 6 wordt duidelijk hoe belangrijk de subsidie voor bewoners is. In hoofdstuk 7 wordt de duurzaamheidslening behandeld. De site www.energiewijzer.nl is opgericht voor burgers en geeft weer welke financiële regelingen er binnen een gemeente aanwezig zijn.
29
Samen bespaar je meer
Uitgaven Rijksoverheid Om de convenanten te ondersteunen is € 121 miljoen (begroting VROM) beschikbaar gesteld waarmee in de afgelopen jaren een divers pakket van tijdelijke stimuleringsregelingen is ingezet om de gewenste marktontwikkeling op gang te helpen. In totaal hebben ruim 50.000 woningeigenaren subsidie ontvangen voor het maatwerkadvies, hebben bijna 7.000 huishoudens een Meer Met Minder premie aangevraagd en zo’n 100.000 huishoudens een subsidie op isolatieglas. In de periode 2009 tot en met 2011 wordt maximaal € 35 miljoen (inclusief uitvoeringskosten) ingezet voor de garantstelling. Het Rijk staat garant voor leningen die banken verstrekken voor energiebesparende maatregelen, waardoor de rente van de leningen omlaag kan. De vraag naar deze specifieke leningen blijft sterk achter, mede vanwege de economische crisis en de onaantrekkelijke voorwaarden waarmee deze (commerciële) producten door banken worden aangeboden. De verwachting is dat in 2010 tussen de 2.000 en 4.000 leningen zullen worden verstrekt. Daarnaast is er een fiscale stimulering door verlaagd btw-tarief voor isolerende maatregelen, als onderdeel van het crisispakket, concreet gericht op stimulering van de werkgelegenheid in de bouw- en installatiebranche. (Rijksoverheid, 2011)
Naast de financiële regelingen voor burgers is ook het budget van de gemeente van belang. In Assen is bijvoorbeeld veel geld en tijd beschikbaar. Dit maakt het makkelijker om een project tot een succes te brengen geeft M. van Dalfsen toe. Resultaten en monitoring Gemeenten hebben vaak geen vaste meetmethode voor projecten. Of een project succesvol was, is afhankelijk van het vooraf gestelde doel. Uit de tabel aan het begin van het hoofdstuk is dan ook moeilijk te bepalen welk project succesvol is geweest aan de hand van de resultaten. Vaak zijn bij gemeenten losse getallen bekend variërend van maatwerkadviezen, subsidieaanvragen, CO2 besparing en energielabels. Gemeente Assen heeft de 400 deelnemers persoonlijk benaderd voor een interview waarin verbeterpunten naar voren gebracht konden worden. Gemeente Breda heeft voor en na het project de energielabels van de huishoudens gemeten. Daarnaast wordt voor de rest van de Breda: Leren van gemeente Breda gebruik gemaakt van het systeem ‘energie in beeld’, waarmee projecten, zonder per postcode het energieverbruik per jaar bekeken kan worden. een doel. Veel informatie, maar voor een gemeente is moeilijk te berekenen wat de investering vanuit de gemeente heeft opgeleverd aan energiewinst. Soms vallen er Midden-Drenthe: huishoudens af die wel maatregelen aanschaffen, maar niet volgens de procedure Max. aantal van de gemeente. Hierdoor worden deze energiebesparingen niet mee genomen in de uiteindelijke monitoring. deelnemers om Naast projecten vanuit de gemeente zijn er ook burgerinitiatieven en individuen binnen het budget die energiebesparende maatregelen aanschaffen, deze worden niet gemonitoord. te blijven. Een ander punt waarom het meten van energiebesparing lastig is, zijn natuurlijke gebeurtenissen zoals gezinsuitbreiding of ontslag spelen mee in het energie verbruik. Energieverbruik is gedragsafhankelijk. Conclusie De rol van de gemeente zal verschuiven van organisator naar facilitator, als het aan de geïnterviewde gemeenten ligt. Vanuit de gemeentes komen verschillende geluiden, maar ‘ontzorgen’ is de overeenkomstige factor die benoemd wordt als succesfactor. De mening over de wijze waarop dit zou moeten gebeuren verschilt per geïnterviewde. In de analyse zal hier verder op ingegaan worden. De meningen over de te gebruiken middelen verschillen nogal, maar overeenkomstig wordt benoemd dat de bekendheid van het middel het belangrijkst is. Er kan wel een subsidie zijn, maar mensen moeten hier wel van op de hoogte zijn. Actieve bewoners opsporen en deze de buurtbewoners laten stimuleren zien de meeste geïnterviewden als succes. Hierdoor kan namelijk worden ontzorgt met een lager budget.
30
Samen bespaar je meer
5
Burgers nemen initiatief
Burgers vinden het leuk om iets met de buurt te doen. Het sociale aspect is hierbij een belangrijke factor. Blijkt uit de interviews. Door een persoonlijke benadering voelen mensen zich betrokken en is er een groot deelnemers percentage. Burger initiatieven lijken vanuit de burger te komen, maar dit hoeft niet altijd. De gemeente gaat juist ook opzoek naar actieve burgers om samen met hen de wijk te enthousiasmeren om energie te besparen. In dit hoofdstuk komen 6 projecten aanbod, waarbij zowel de gemeente initiatiefnemer was, maar ook projecten waarin de burgers zelf het initiatief hebben genomen. Het merendeel van de projecten vindt plaats binnen de geïnterviewde gemeenten. Alleen de Jasmijnstraat in Gennep is apart benaderd, omdat op dat moment nog niet duidelijk was dat Duurzaam Balinge bereid was tot deelname aan het interview. In tabel 5 zijn de geïnterviewde projecten omschreven. De volledige interviewverslagen zijn te vinden in bijlage 4. Plaats Amelterhout, Assen
Project
Doel
Middelen
Resultaat
Buurtteam Amelterhout
Woningen te verbeteren
80 van de 124 bewoners hebben zich aangemeld voor een energieadvies. 80% geeft aan te willen investeren.
Balinge, gemeente Midden-Drenthe Hooghalen, Midden-Drenthe
Duurzaam Balinge
Een bijdrage leveren aan het verduurzamen van Balinge.
Financiële ondersteuning van gemeente. Subsidie. Het buurtteam. Samenwerkings verbanden. Eigen inzet.
Hooghalen duurzaam
2020 CO2 en energie neutraal. Onafhankelijk worden van energiebedrijven.
Tot nu toe: 30 deelnemers aan het project ‘Mijn isolatie’ van de gemeente.
Gennep
Het Klimaatstraatfeest Jasmijnstraat
De Hoven, Deventer
Zonnehoven
Provinciale subsidie aanvraag. 35% korting op de aanschaf van zonnepanelen.
77 huishoudens legden 797 zonnepanelen, ter waarde van € 510.000,=. De vermeden uitstoot van CO2 is ruim 100.000 kilo per jaar.
Soesterkwartier, Amersfoort
Buurtteam Amstelstraat
Met de buurt energie besparen om zo een klimaat straat feest te winnen. Doel van de HIER klimaatcampagne is gewone mensen in gewone straten actief betrekken bij de oplossing van het klimaatprobleem. Het bevorderen van het opwekken van stroom met behulp van zonnepanelen. Het gaat hierbij om huizen van particulieren en om grote daken als die van buurthuis, school en supermarkt. Energielasten verlagen met de buurt.
+/- 600 huizen en tussen de 1200 en 1300 inwoners. Faciliterende gemeente. Eigen inzet
Steun vanuit de gemeente
Van de 17 huishoudens in de straat hebben 14 meegedaan aan de gezamenlijke inkoop van spouwmuurisolatie.
Winnaar klimaatstraatfeest 2009. Oprichting vereniging. Doorgaande acties.
Met 13 van de 16 huishoudens uit de straat verschillende acties georganiseerd, waardoor de 5e plaats is behaald. In totaal deden er 5074 straten mee.
Tabel 5, overzicht geïnterviewde burger projecten
31
Samen bespaar je meer
Organisatie De organisatie van burgerinitiatieven kan op verschillende manieren op gang komen en worden ingevuld. Initiatieven zoals Hooghalen duurzaam en de Zonnehoven zijn zelfstandig opgezet en hebben zich aangesloten bij projecten van de gemeente. In de groepen is veel kennis aanwezig. Beide groepen handelen vanuit het belang voor het milieu en het besparen op de energierekening. Het verschil is dat de Zonnehoven een 1-malige actie was en de Hooghalen Duurzaam een lange termijn visie heeft. Duurzaam Balinge is ook vanuit burgerinitiatief opgezet en stimuleert juist de gemeente om meer te doen met duurzaamheid. Zo hebben ze een gewonnen geldprijs besteed aan het aanleggen van ledverlichting in de gemeente. Buurtteam Amelterhout en de Amstelstraat zijn opgezet op initiatief van de gemeente. De gemeente heeft actieve buurtbewoners opgezocht en van hieruit wordt in overleg met de bewoners een actie Vertrouwen en sociale opgezet. De gemeente faciliteerd door middel van kennis. De betrokkenheid persoonlijke benadering in de wijk is een belangrijke factor tot succes volgens alle geïnterviewden. Dit komt door het sociale contact en afbakening. De grote van de wijk is van groot belang. In Amelterhout werken 6 mensen aan de verspreiding van informatie voor 124 huishoudens. Dit is nog goed te doen volgens E. de Jong, Buurtteam Amelterhout. Doordat de buurt niet wordt onderbroken door grote wegen en dergelijk kent iedereen elkaar wel een beetje, waardoor mensen makkelijker Een wijk moet niet te meedoen. Meneer Keizer werkt samen met een buurman aan het contact in groot zijn. de Amstelstraat. Hij denkt dat rond de 32 huishoudens de max is. Als een straat groter is ken je de mensen niet meer en ben je minder betrokken, aldus meneer Keizer. De klimaatstraatfeesten zijn volledig vanuit de straten zelf opgezet. Meneer Otten is in de Jasmijnstraat zeer actief geweest met het organiseren van vele acties en probeert via het klimaatstraatfeest ook de gemeente te activeren om meer met duurzaamheid te doen. Ook Duurzaam Balinge doet al meerder jaren mee aan het klimaatstraatfeest. ‘Een makkelijke benadering van een complex probleem’ (Otten, 2012). Communicatie De eerste communicatie loopt vaak via wijkgroepen of door aansluiting bij een speciale dag in de buurt. Doordat mensen worden benaderd door eigen buurtbewoners en niet door de gemeente wordt er makkelijker vertrouwen opgebouwd. Voor de communicatie tijdens het project is in Amelterhout gekozen voor informatievoorziening per post. In de wijk wonen ook een aantal ouderen, welke geen toegang hebben tot internet en op deze manier niet worden buitengesloten. In de Amstelstraat is communicatie heel belangrijk. Niemand moet zich buitengesloten voelen, maar ook niemand moet verplicht worden, aldus T. Keizer, energieambassadeur van de Amstelstraat. Door alles in overleg af te spreken kan iedereen op zijn eigen manier bezig gaan met De brievenbus sluit energiebesparing, maar is er toch begeleiding. Een achtervang is hierbij niemand buiten wel belangrijk. Een ambtenaar kan voorzien in technische informatie en referenties, zoals in Assen en Amersfoort. Bij de klimaatstraat gaat het contact makkelijk, doordat het een kleine groep is. Door bijvoorbeeld bij mensen aan huis de banden op spanning te brengen en gelijk een praatje te maken over het Korte lijntjes en 1 op 1 klimaatfeest gaat het onderwerp leven. Dit werkt volgens meneer Otten, contact werkt in de van de Jasmijnstraat beter, omdat een flyer toch snel tussen de reclame Jasmijnstraat verdwijnt. In veel wijken worden de bewoners via wijkkranten en nieuwsbrieven op de hoogte gehouden van de acties.
32
Samen bespaar je meer
Financiën Doordat een gemeente achter een project staat of doordat burgers aanhaken bij een project van de gemeente is het makkelijk om een beroep te doen op de financiën en kennis van de gemeente. Zo worden bijeenkomsten van het buurtteam van Amelterhout en Duurzaam Balinge gefinancierd door de gemeente. Het buurtteam van Amelterhout heeft de eerste bijeenkomst gehouden in de buurt met gebruik van een tent. Dit is een efficiënte manier om geld te besparen en om bewoners makkelijk te bereiken. De Zonnehoven Een bijeenkomst in was een eenmalig project en een succesfactor hierbij was de subsidie en de de achtertuin kost collectieve inkoop. Meneer Ros van de Zonnehoven geeft ook aan dat een subsidie of bijna niets een duurzaamheidslening in de toekomst nodig blijft om de drempels voor energiebesparing te verlagen. Het voordeel van een lening is dat de gemeente het bedrag terug verdient, aldus meneer Ros. Bij het klimaatstraatfeest worden geen grote kosten gemaakt. Het gaat vooral om bewustwording. Deze acties leveren dan ook meer punten op. Wel is het mogelijk om sponsoren te zoeken en woningcorporaties en de gemeente te activeren om een gouden ster gemeente of corporatie te worden. Hiervoor krijgt de straat dan weer punten. Meneer Nobel van Duurzaam Balinge vraagt zich wel af waar het geld van het klimaatstraatfeest vandaan komt en of dit niet beter/ effectiever benut Kan geld niet efficiënter kan worden. Dit geldt ook voor het geld wat de gemeente uitgeeft. uitgegeven worden? Resultaat en monitoring Bij alle burgerinitiatieven zijn/ was een groot deel van de wijk actief. In Amelterhout heeft de aanpak goed gewerkt. Na de eerste bijeenkomst, een herinneringsbrief, het afnemen van de maatwerkadviezen en de tafelgesprekken is gebleken dat 80% van de deelnemers bereidt is om te investeren in energiebesparende maatregelen. Bij de Zonnehoven is goed bijgehouden hoeveel panelen zijn aangeschaft en is berekend hoeveel CO2 besparing dit heeft opgeleverd. In Amersfoort loopt de monitoring meer via de gemeente. Wel hebben ze in de straat de energieafschriften van 2010 en 2011 met elkaar vergeleken. Voor burgers is monitoring geen prioriteit. Het gaat vooral om het besparen van energie en wat het in de persoonlijke situatie heeft opgeleverd. Vervolg Door de positieve sfeer die ontstaat tijdens bijeenkomsten en samenwerkingsverbanden in straten en buurten willen mensen vaak meer organiseren. Dit hoeven niet gelijk meer maatregelen te zijn, maar ook andere buurtinitiatieven komen op gang. Wat in de Amstelstraat opvalt is dat de trekker van het eerste project niet automatisch de trekker blijft. Iemand met meer gevoel voor een ander onderwerp kan dat project gaan trekken. Ook niet iedereen is geïnteresseerd in een vervolg, maar mensen haken wel makkelijker weer aan als er een project voorbij komt wat de interesse trekt. Bij de Jasmijnstraat heeft meneer Otten gratis thermografische scans af laten nemen. Met deze gegevens gaat de buurt aan de slag om de corporatie aan te zetten om te isoleren. In Balinge zijn al Blijven vernieuwen twee werkgroepen die elkaar versterken. Ze letten er ook op dat er nieuwe en actuele projecten worden opgezet die rendabel zijn. Mensen raken wel verzadigd, dus je moet blijven vernieuwen, aldus meneer Nobel. Conclusie Kleinschaligheid is een positieve factor. Doordat een groep in de achtertuin of in de woonkamer past ontstaat er een vertrouwt gevoel, het sociale aspect en de makkelijke communicatie wordt door de geïnterviewden als succesfactoren benoemd. Daarnaast is ontzorgen een belangrijke factor. Veel mensen zijn niet op de hoogte van hun energieverbruik en hoeveel zij hierop kunnen besparen. De geïnterviewden willen meegeven dat vrijblijvendheid en keuzevrijheid van groot belang zijn. Vernieuwing, aansluiten op de actualiteit en continuïteit zijn tot slot ook belangrijke aspecten om volgens de geïnterviewde tot een succes te komen.
33
Samen bespaar je meer
34
Samen bespaar je meer
6
Enquête resultaten burgers
Door de enquête is een breder beeld van de mening van de burgers geschetst. De enquête is ingevuld door 66 huiseigenaren. Hiervan hebben 53 deelgenomen aan de projecten van Zwolle of Midden-Drenthe en 15 personen hebben de enquête ingevuld voor niet-deelnemers. Het streefaantal is hiermee niet bereikt. De oorzaak daarvan is dat niet alle gemeenten bereid waren om de enquête te versturen, omdat ze de burgers niet wilden overbelasten. De volledige enquête resultaten zijn te vinden in bijlage 5 en 6. De resultaten geven een indicatie van de ervaringen, meningen en behoeften van burgers weer. Deze gegevens mogen dan ook niet gegeneraliseerd worden. Deelnemers Zestig procent van de enquête is ingevuld door huiseigenaren met een leeftijd boven de 50 jaar. Deze vijftigplussers wonen voor het merendeel in vrijstaande woningen. Uit de enquêtes blijkt dat in de wijken waar de projecten hebben plaatsgevonden, de mensen al langere tijd in hun huis wonen. Mensen die langer in een huis wonen of de intentie hebben om voor langere tijd in een huis te wonen, zullen eerder investeren in een verbetering van het huis. Energieverbruik De energierekeningen voor gas en elektra lopen ver uiteen, van onder de 100 euro tot boven de 300 euro. Hierbij is er geen doorslaggevende factor te ontdekken, zoals het aantal personen per huishouden of de ouderdom van de woning. Hieruit valt te concluderen dat mensen heel verschillend met energie omgaan. Communicatie De lokale krant heeft er bij de meeste mensen voor gezorgd dat ze bekend zijn geraakt met het project, maar ook advertenties een website of een flyer hebben bijgedragen aan de bekendheid van het project. Bij de deelnemers ziet de meerderheid de gemeente als organisator van bijeenkomsten. Bij de niet-deelnemers wordt juist een beeld geschetst dat hierbij buurtbewoners een grote rol moeten spelen. Waarom doen mensen mee aan energiebesparende projecten? Bijna 60% van de deelnemers had al ideeën om energiebesparende maatregelen aan te schaffen. (afbeelding 8) Er is niet onderzocht of deze mensen ook energiebesparende maatregelen hadden aangeschaft als er geen project was geweest. Het verlagen van de energierekening en het verbeteren van het wooncomfort zijn belangrijke reden om deel te nemen aan het project. Slechts 30% van de mensen geeft aan dat de subsidieregeling de aanleiding was tot deelname. De reden waarom mensen niet hebben meegedaan was voornamelijk het feit dat ze al energie besparende maatregelen hadden aangeschaft of in een huis gebouwd na 1990 wonen. 60% van de ondervraagden zou deelnemen aan een vervolg project om nog meer te besparen op de energierekening.
Afbeelding 8, Reden tot deelname energiebesparend project
35
Samen bespaar je meer
Behoeften tijdens het project Beide groepen geven aan dat ze het van belang vinden om inzicht te krijgen in de mogelijke besparingen van de maatregelen, afbeelding 9. Bij de niet deelnemers is vooral subsidie een reden om deel te gaan nemen aan een vervolg project.
Afbeelding 9, Behoeften van burgers tijdens energiebesparende projecten.
Financiën De grootste groep deelnemers heeft tussen de 1.500 en 5.000 euro uitgegeven aan de maatregelen, waarvan 30% niets heeft terug gekregen en 50% een bedrag tussen de 500 en de 2.500 euro. De huishoudens die nu niet hebben deelgenomen aan het project zouden wel bereid zijn om deel te nemen als er subsidie was. Omdat het relatief nieuwe huizen betreft zijn ze vooral geïnteresseerd in zonnepanelen. Ze zouden hier gemiddeld rond de 5.000 euro aan uit willen geven. Organisatie Het merendeel van de mensen ziet de gemeente als projectleider en organiserende partij. De financiële steun moet volgens de deelnemers bij de gemeenten en de bedrijven wegkomen. Voor het installeren van de maatregelen zijn de bedrijven van groot belang, maar een aantal geeft ook aan dit zelf te kunnen. De niet-deelnemers zien de burgers vooral als de organisatoren van projecten en de gemeente als facilitator en organisator van bijeenkomsten. Conclusie De succesfactor ligt bij bewoners vooral bij de wijze van informeren en inspelen op de behoefte. Veel mensen willen wel energie besparen, maar weten niet wat het oplevert. Hierbij zien ze de gemeente als belangrijke partij. Maar ook de bedrijven zijn onmisbaar voor informatie verlening en installatie. Een subsidie kan mensen over de streep trekken, maar als bekend wordt wat een maatregel oplevert is dit misschien niet eens nodig. Het verschil in energierekening geeft aan dat er nog veel winst behaald kan worden, waar mensen zich misschien niet bewust van zijn.
36
Samen bespaar je meer
7
De visie van betrokken partijen
Bedrijven zijn onmisbaar in de energiebesparing. Van informeren en adviseren tot installeren. Er is veel variatie in bedrijven. Van adviesbureau tot installateurs en van makelaars tot banken. Deze partijen hebben allemaal verschillende belangen. Er heeft een interview plaatsgevonden met een installatiebedrijf, een adviesbureau, een makelaar, het stimuleringsfonds volkshuisvesting (SVn), stichting Meer met Minder en met AgentschapNL. Hierbij vallen de stichting Meer met Minder en AgentschapNL op, omdat ze geen bedrijf zijn, maar een overheidsfunctie bekleden. Deze partijen zijn benaderd, omdat MmM als groot loket heeft gewerkt voor energiebesparende projecten en hierdoor veel ervaring heeft opgedaan. AgentschapNL is grondlegger van de Blok-voor-blok regeling, waar een aantal geïnterviewde gemeenten bij betrokken zijn. AgentschapNL is ook een interessante partij, omdat zij de uitvoerende partij zijn van het landelijk en Europees beleid. Met SVn is gesproken, omdat bleek dat zij de duurzaamheidslening verstrekken en niet de banken. In tabel 6 worden de geïnterviewde partijen kort geïntroduceerd. In bijlage 7 zijn de volledige uitwerkingen van de interviews te vinden. Bedrijf AgentschapNL Energie en Klimaat, Sittard
Meer met Minder, Zoetermeer
SVn, stimuleringsfonds volkshuisvesting, Hoevelaken
Bonk Elektro, Deventer Grada Jager Makelaardij, Utrecht Huis op groen, Sappemeer
Connectie met energie besparende projecten Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) draagt eraan bij dat burgers kunnen wonen in betaalbare, veilige en energiezuinige woningen in een buurt waar iedereen meetelt en meedoet en het prettig leven is. (AgentschapNL, 2012) Met dit doel zijn zij tot het project Blok-voor-Blok gekomen. Het project is opgezet om bedrijven een consortia te laten vormen, waardoor burgers ontzorgt worden. Per project moeten er in 3 jaar tijd 2000 woningen 2 labelsprongen maken. Deze opdracht van het ministerie van BZK wordt uitgevoerd door AgentschapNL. Consortia konden zich inschrijven voor het Blok-voor-Blok project. Uit de 23 inzendingen zijn 13 projecten geselecteerd. Meer met Minder is een stichting die is opgericht vanuit gezamenlijk initiatief van de rijksoverheid (ministeries VROM, WWI en EZ), woningcorporaties (Aedes), bouwbedrijven (Bouwend Nederland), de installatiesector (UNETO-VNI) en de energiebedrijven (EnergieNed en VME). Voor de periode tot 2020 was de doelstelling van dit programma om 3,2 miljoen bestaande gebouwen 20 tot 30% energiezuiniger te maken. Een evaluatie van Schoon en Zuinig in het voorjaar van 2010 toonde aan dat er met de doelrealisatie weliswaar vooruitgang is geboekt maar dat van een trendbreuk geen sprake is. Sinds 2012 wordt MmM niet meer gefinancierd door het Rijk. MmM handelt nu als een commerciële partij. SVn is een onafhankelijke financiële partner voor gemeenten, provincies, woningcorporaties of andere marktpartijen in volkshuisvesting. SVn wordt eind 1996 opgericht op initiatief van Bouwfonds. Bouwfonds is dan nog eigendom van de Nederlandse gemeenten. Ongeveer 120 gemeenten zijn lid van SVn. Deze gemeenten hebben een fonds geopend voor de projecten Wonen en Stedelijke Vernieuwing. Andere gemeenten volgden dit voorbeeld en zijn ook fondshouder/deelnemer geworden. (SVn.nl, 2012) In 2009 wordt op vraag van de provincies en gemeenten de duurzaamheidslening gelanceerd. Deze lening maakt het voor particuliere woning eigenaren mogelijk om tegen aantrekkelijke voorwaarden te lenen. Met als doel een substantiële bijdrage te leveren aan het doel van MmM. Installatie zonnepanelen o.a. voor het burger initiatief ZonDeventer Geen affiniteit met energiebesparende projecten. Er is een makelaar geïnterviewd om te kijken welke kijk en rol makelaars kunnen hebben op/voor energiebesparing en hoe belangrijk het energielabel is voor huizenzoekers. Huis op Groen is een organisatie die particulieren, gemeenten en woningbouwverenigingen ondersteunt bij het verduurzamen. Het doel is: Samen Verduurzamen door te Ontzorgen.
Tabel 6, Project informatie geïnterviewde bedrijven
37
Samen bespaar je meer
Doel Iedere partij heeft zijn eigen belangen en doelen. Zo heeft AgentschapNL de taak om projecten op te zetten om aan de Europese wetgeving te voldoen. Hierbij gaat ze uit van de trias energetica, afbeelding 10, eerst besparen en dan pas duurzaam opwerken. Het blok voor blok project is dan ook alleen gericht op besparen. (Ministerie van BZK, 2011) Dit het project levert werkgelegenheid op. De oprichting van de stichting MmM moest er voor zorgen dat bedrijven in consortia gingen samenwerken om zo burgers te ontzorgen. Nu ze echter een commerciële partij zijn proberen ze zich verder te ontwikkelen en als advies partner op te treden voor gemeenten. Een advies wat meneer Hanskamp, programma manager MmM, geeft is het energiedoel. Koppel dit doel niet aan andere doelen, Afbeelding 10, Trias Energetica hierdoor wordt het energiedoel vaak achtergesteld of vertraagd. ‘Een (bron:DuZa.nl) duidelijk doel is onmisbaar.’ Het moet duidelijk en reëel zijn. Een partij als SVn wordt benaderd voor een financiële regeling en uitvoerende partijen als Bonk Elektro en Huis op groen zien ook brood in energiebesparing. Deze partijen werken allemaal op hun eigen manier aan energiebesparing voor particuliere woningeigenaren. Organisatie AgentschapNL werkt als opdrachtgever, ze schetst de kaders en biedt partijen mogelijkheden om subsidiegeld te verdienen voor de uitvoering van het project. De stichting MmM werkte als ondersteunende partij voor AgentschapNL. MmM streeft naar een aanpak waarbij zo min mogelijk geld wordt geïnvesteerd door gemeenten met een zo groot mogelijk resultaat. Bonk Elektro is wel aangesloten bij MmM, maar heeft hierdoor geen extra klandizie gekregen. Meneer Bonk ziet dan ook weinig in een dergelijke organisatie. De samenwerking met andere partijen zoekt hij zelf op. Hij heeft een eigen netwerk met bedrijven die elkaar inschakelen waar nodig. Huis op Groen geeft op aanvraag van de bewoner(s) een oriënterendof maatwerkadvies of een energielabel. Aan de hand van de wensen van bewoners dragen ze installatie bedrijven aan. Zelf hebben ze een netwerk, maar als bewoners graag andere partijen inschakelen is dit ook mogelijk. Zowel SVn, Grada Jager Makelaardij als Bonk Elektro geven aan Gemeente hebben de taak om dat het de taak van de gemeente is om mensen te informeren en mensen te informeren, op de hoogte te brengen van de voordelen en mogelijkheden in bedrijven kunnen energiebesparing. De bedrijven kunnen hierbij ondersteunen door ondersteunen in kennis aanwezig te zijn op informatie bijeenkomsten. Communicatie Huis op Groen functioneert als loket, gemeente of burgers komen met hun vragen en Huis op Groen zoekt en verzorgt een geschikte aanpak o.a. door middel van een maatwerkadvies via tafelgesprekken. Deze tafelgesprekken vinden de bewoners heel belangrijk, omdat ze merken dat het advies alleen voor hun huis geldt en dus echt op maat is gemaakt. Dit bevestigd ook meneer Bonk. Hij merkt dat mensen het fijn vinden als hij uitlegt hoe een zonnepaneel werkt. Een taak van de gemeente is volgens meneer Bonk het informeren van bewoners, ‘vraag creatie’. Daarnaast is het ook van belang dat de werking van de maatregelen wordt uitgelegd, zodat eventuele negatieve verhalen de wereld uitgeholpen worden. Ook meneer Luigjes van SVn merkt ook dat onwetendheid een grote rol speelt. SVn is niet alleen actief met de duurzaamheidslening, maar denkt ook mee over het verbeteren van projecten. De duurzaamheidslening is het eindstation van de bewoners, eerst moeten mensen inzien dat energiebesparing van waarde is voor het comfort in huis. ‘Mensen realiseren zich vaak niet wat ze verliezen door niet te investeren in energiebesparing’, H. Hanskamp, programmamanager MmM. Via websites wordt veel geïnformeerd. Meer met Minder heeft een site waarop burgers
38
Samen bespaar je meer
een lokaal installatiebedrijf kunnen vinden. Op de site van milieucentraal staan alle mogelijkheden en uitvoeringsstappen voor energiebesparende maatregelen weergegeven. Maar hier geldt ook dat eerst de interesse van mensen gewekt moet worden, voordat ze op deze sites zullen komen en overtuigd te kunnen worden. Financiën Vanuit het Rijk was er was 1,4 miljard duurzaamheidsgeld beschikbaar, maar er wordt op bezuinigd. (van Gisteren, 2012) Het geld wat er is wordt gebruikt als smeergeld. De consortia van het Bvb project hebben geld gekregen voor de realisatie van de projecten, dus organisatie kosten. Met dit geld geeft de gemeente Tilburg het garantiefonds opgericht. Als de aangeschafte maatregel niet het gewenste resultaat oplevert is er de mogelijkheid tot garantie. Dit principe staat weergegeven in afbeelding 11. Partijen moeten slim met hun geld omgaan, aldus meneer van Gisteren, adviseur ministerie EL&I. Aan de hand van het beschikbare geld moeten dan ook de middelen bepaald worden.
Afbeelding 11, Tilburgse Energie Garantie (bron, AgentschapNL Tilburg Energetica)
Duurzaamheidslening Momenteel is er in 54 gemeenten/provincies een duurzaamheidslening beschikbaar, afbeelding 12. Meneer Luigjes van SVn geeft aan dat de duurzaamheidslening een uitkomst zou zijn voor meer mensen, als er een oplossing zou zijn om de winst van de energiebesparende maatregelen te verwerken in een lening en op deze wijze een maximaal leenbedrag vast te stellen. SVn kan hier een systeem voor opzetten, maar niemand kan de energiewinst garanderen. Al geven bedrijven een indicatie, dan nog durven ze het niet vast te leggen, omdat energiebesparing Afbeelding 12, Activiteiten SVn (bron, SVn.nl) afhankelijk blijft van gebeurtenissen als gezinsuitbreiding en werkeloosheid. Meneer van Gisteren geeft aan dat de duurzaamheidslening van groot belang is, omdat er geen subsidies meer zijn. Hier is echter een groot fonds voor nodig. Een landelijk fonds was bijna tot stand gekomen, maar helaas heeft een grote partij zich op het laatst terug getrokken. Meneer Hanskamp (MmM) geeft aan dat de winst door energiebesparing meer is, dan de rente op de rekening. Mensen moeten dit alleen wel weten. Resultaten/ monitoring Uitvoerende bedrijven hebben niet veel belang bij monitoring. Het gaat om het werk wat uit projecten voortkomt. De projecten van Bvb mogen zelf beslissen hoe er wordt gemonitoord. AgentschapNL kiest voor monitoring door een indicatief label vooraf- en een officieel energielabel achteraf. In eerste instantie was het label voor en na het project verplicht. Hier heeft Agentschap van afgezien, omdat een indicatief label vooraf voldoende toereikend is. Vanaf 1 januari 2013 zal er ook daadwerkelijk gesanctioneerd gaan worden. Mevrouw Jager, van Grada Jager Makelaardij geeft aan dat er veel verschil in kwaliteit en prijs van de labels zit.
39
Samen bespaar je meer
Ze denkt ook dat woningzoekers niet direct op een label letten. Als mensen in haar wijk een huis zoeken weten ze dat er geen top isolatie is. Ze denkt dat er vooral winst valt te behalen bij jonge gezinnen. Ook de projecten zonder financiële ondersteuning worden gemonitoord voor zover mogelijk om te kijken wat de mogelijkheden zijn zonder financiële steun. Via het CBS op de website klimaatmonitor.databank.nl houdt AgentschapNL bij wat het energieverbruik in huishoudens is zonder project. Het onderzoeksbureau IVAM voert verder onderzoek voor AgentschapNL uit. MmM heeft in 2010 een onderzoek gedaan naar project aanpakken voor energiebesparende projecten bij particuliere woningeigenaren. Hierin worden projecten beschreven en van deze projecten zijn de do’s en dont’s voor energiebesparende projecten opgesomd. Deze Afbeelding 13, Do’s and Dont’s zijn weergegeven, in afbeelding 13. energiebesparende projecten. (bron, MmM, 2010)
Rol van bedrijven AgenschapNL ziet een grote kans voor bedrijven. Het zwakste punt in energiebesparing is de samenwerking tussen partijen. Dit hoopt AgentschapNL op te lossen met het Bvb project. Op het juiste moment de juiste partijen laten samenwerken. Met deze aanpak wil Agentschap meters maken in de energiebesparing. Bedrijven blijven nog veel in hun comfort zone. Samenwerken vinden ze moeilijk en ze zien niet altijd de meerwaarde die er door Het Woningdossier samenwerken uit te halen valt, aldus meneer Aan de hand van BAG gegevens wordt een indicatief van Gisteren. energielabel opgesteld. Dit dossier kunnen burgers bekijken Mevrouw Jager ziet voor makelaars en aanpassen op 6 punten, mochten de gegevens niet kloppen. Met deze gegevens krijgen de burgers ook inzicht in vooral een netwerk rol. Zij kunnen goed de maatregelen die ze kunnen aanschaffen, offerte indicatie inschatten of een wijk geschikt is voor en wat de maatregel oplevert. Met dit systeem kan er ook energiebesparing. Ook kunnen zij posters gemonitoord worden. Gemeenten kunnen tegen een ophangen of bij aankoop van een huis vergoeding gebruik maken van dit systeem. Als basis voor attenderen op lopende projecten of subsidies. projecten en in de communicatie is dit zeer waardevol aldus Als commerciële partij zet MmM het N. Hanskamp, programmamanager MmM. Ook een warmte woningdossier op de kaart. Dit is een scan kan bijvoorbeeld aan het dossier gekoppeld worden. programma waarin de huidige staat van de woningen staat. Zie kader. Conclusie Veel bedrijven zien de gemeente als partij die voor vraagcreatie en informatie voor de burgers moet zorgen. Zelf zien ze zich als assistentie voor technische kennis en advies of als installateur. Bedrijven geloven in netwerken, maar merken helaas weinig van MmM. Een duurzaamheidslening zou een goed middel zijn als er geen subsidies meer zijn, maar dan zou het pas echt werken als het gebaseerd is op de energiewinst die wordt behaald door de aangeschafte maatregelen. Ook geeft MmM aan dat dit niet eens nodig is als mensen zelf zien wat ze kunnen verdienen door te investeren in energiebesparende maatregelen.
40
Samen bespaar je meer
8
Enquête resultaten bedrijven
Bedrijven zien een belangrijke rol voor zichzelf bij energiebesparende projecten. Zowel voor advies en installatie, maar ook in de organisatie kunnen ze bruikbaar zijn. Deze informatie is het resultaat van 46 ingevulde enquêtes, waar gekeken is hoe bedrijven tegenover energiebesparende projecten staan. De enquêtevragen en resultaten zijn te vinden in bijlage 8. Betrokkenheid Energiebesparing heeft veel onderliggende beweegredenen. Voor bedrijven levert het vooral werkgelegenheid op. Een kleine 90% van de ondervraagde bedrijven is al betrokken geweest bij een energiebesparend project van gemeente of burgerinitiatieven. Eén derde van deze groep heeft zelf actie ondernomen om betrokken te worden. 25% is benaderd door een gemeente, 20% door burgerinitiatieven en nog eens 12% door een adviesbureau. Eén bedrijf geeft aan nog niet betrokken te zijn, maar dit wel graag te willen. Deze bereidheid tot deelname wordt bevestigd door de overige deelnemers. 90% geeft aan deel te willen nemen bij meer energiebesparende projecten voor de particuliere woningeigenaar. Rolverdeling Bedrijven kunnen op verschillende manieren deelnemen aan een project. Bijna 72% van de bedrijven ziet zichzelf als projectleider van energiebesparende projecten. Wel zien ze hierbij een samenwerking met de gemeente als organisator van informatie bijeenkomsten. Ook de financiële steun zal bij de gemeente vandaan moeten komen, al geeft 14% van de bedrijven aan dat dit ook hun eigen rol is. Bijna 70% van de bedrijven geeft ook aan dat zij collectieve korting kunnen bieden aan de burgers, maar dan hebben ze wel behoefte aan een goede organisatie, waarbij duidelijk is wat er verwacht wordt. De installatie van de maatregelen kan volgens de bedrijven door zowel burgers als bedrijven gedaan worden. Deze verdeling van rollen volgens bedrijven is weer te vinden in afbeelding 14. Afbeelding 14, Rol verdeling volgens bedrijven voor energiebesparende projecten.
Conclusie Bedrijven zijn bereid om aan het werk te gaan met burgers in georganiseerde groepen. Hierbij verwachten ze echter wel een faciliterende rol van de gemeente. Dit komt overeen met de uitkomsten uit de interviews.
41
Samen bespaar je meer
42
Samen bespaar je meer
9
Analyse
In de analyse worden de resultaten van het onderzoek samengevoegd en tegen elkaar afgewogen. In tabel 7 wordt uitgelegd op welke wijze de factoren geanalyseerd zullen worden. Allereerst wordt per factor aangegeven wat de mogelijkheden en de voor en nadelen zijn. Vervolgens worden twee aanpakken met het zelfde doel besproken om zo aan te geven wat de invloed en het belang van één factor kan zijn. Tabel 7, toepassing factoren.
Factor
Analyse
Beleid
Organisatie
Het ambitieniveau van de gemeente is randvoorwaardelijk voor de opzet van de projecten. Deze factor valt dan ook niet te analyseren en komt terug in de conclusie en aanbevelingen. Communicatie bestaat uit een tweedeling. Communicatie van het project en communicatie tijdens het project. Voor beiden worden de voor en nadelen van de middelen geanalyseerd. Wie heeft welke rol en wat zijn de voor en nadelen hiervan.
Financiën
Welke mogelijkheden zijn er en met welk doel zijn ze toe te passen.
Monitoring
Wat is bij welke aanpak de beste monitoring.
Communicatie
9.1
Analyse van de factoren
Communicatie van het project
Tabel 8, Communicatie middelen van het project.
Middel
Voordelen
Nadelen
Lokale buurtkrant
Uit de enquête blijkt dat de meeste mensen via deze weg gelezen hebben dat er zich een project afspeelde in de wijk. Ook deze methode blijkt volgens de enquête aan te slaan bij burgers.
Niet iedereen leest een krant en de advertentie moet maar net de aandacht trekken. Niet iedereen heeft een computer en niet iedereen ontvangt reclame. Hierdoor worden mensen uitgesloten. Een flyer wordt al snel als reclame afgedaan. Tijdrovend.
Advertentie, website, flyer
Persoonlijk mensen benaderen Totaal pakket met informatie
Zekerheid dat mensen op de hoogte zijn van het project. Mensen weten wat hun persoonlijke situatie is, wat ze kunnen besparen en bij wie ze daarvoor moeten zijn.
Communicatie tijdens het project
Uitvoering is zelfstandig en niet in groepsverband, waardoor er waarschijnlijk minder snel wordt overgegaan tot actie.
Tabel 9, communicatie middelen tijdens het project.
Middel
Voordelen
Nadelen
Per post
Iedereen wordt bereikt.
Veel papier, verzend werk en kosten.
Per website
Mensen kunnen zelf kijken op een moment dat het uitkomt. Er kan veel informatie worden geplaatst. Het is mogelijk om met elkaar te communiceren via een gastenboek of blog. Bij nieuwe informatie kunnen mensen direct en snel geattendeerd worden. Mensen ontmoeten elkaar en er vindt interactie plaats. Snel en makkelijk informatie uitwisselen en kennismaken met andere actieve buurtbewoners. Groot sociaal aspect.
Mensen zonder een computeren worden buitengesloten.
Per mail Bijeenkomsten
Mensen zonder een computeren worden buitengesloten. Beschikbaarheid op de dag en het tijdstip van de bijeenkomst.
43
Samen bespaar je meer
Tabel 10, Rol van de partijen.
Organisatie Rol
Groep
Voordeel
Nadeel
Projectleider
Gemeente
Burgers vertrouwen de informatie.
Bedrijven
Gemeente
Kunnen goed organiseren en weten vaak wat klanten willen. Ze weten wat er speelt in de wijk. Als mensen deze rol uit zichzelf op zich nemen kunnen ze vaak ook goed leiden en hebben ze de kennis in huis. Betrouwbaar en kan makkelijk naar veel huishoudens een uitnodiging versturen. Ook het uitnodigingen van bedrijven en mensen met kennis is makkelijker voor een gemeente. Beschikt over een locatie. Veel contacten, waardoor makkelijk mensen met kennis te regelen. Weten wat er in de wijk speelt en kunnen makkelijk hier op inspelen. Bijeenkomst kan in vertrouwde omgeving worden georganiseerd. Betrouwbare partij.
Onvoldoende kennis van wat er speelt in een wijk. Minder betrouwbaar, wegens commercieel belang. Tijdgebrek, omdat ze vaak ook een baan hebben.
Bedrijven
Veel technische en proces kennis
Minder betrouwbaar.
Burgers
Betrouwbaar voor buurtbewoners.
Kennis kan wisselend zijn.
Gemeente
Betrouwbare partij. Subsidies/ duurzaamheidslening.
Bedrijven
Collectieve korting/ duurzaamheidslening.
Burger
Baas over eigen geld
Gemeente
Bedrijven
Een partij die door de gemeente wordt ingehuurd voor de uitvoering zal door de burger betrouwbaar bevonden worden. De burger wordt ontzorgt. Technische kennis, nazorg.
Afhankelijk van Rijksgelden. Moet een gemeente gaan concurreren met de markt? Burgers moeten op de hoogte zijn van de mogelijkheden. Eisen of tekortkomingen van het bedrijf. Garantie mogelijkheden lening. Als het financieel niet haalbaar is zal deze niet snel maatregelen aanschaffen. Geen keuze vrijheid voor de burger.
Burgers
Financieel voordeel.
Burgers
Organiseren van
Gemeente
bijeenkomsten
Bedrijven Burger
Informeren
Financiële steun/ korting
Instaleren van de maatregel
Monitoring Methode
Niet altijd op de hoogte van wat er nog meer wordt georganiseerd in een wijk.
Eigen belang, waardoor burgers de uitgenodigde partijen minder vertrouwen. Minder contact met bedrijven.
Zelf vaak weinig technische kennis in huis.
Tekortkomingen. Geen garantie en nazorg.
Tabel 11, Mogelijke monitorings methoden.
Voordelen
Nadelen
Gebruik van subsidie of duurzaamheidslening
Duidelijk wordt welk percentage van een wijk heeft deelgenomen. De CO2 winst die door het project is behaald wordt in kaart gebracht. Gestructureerd te meten. Inzicht in de huizen kwaliteit van een wijk. Meer bekendheid van het energielabel en de wetgeving hier achter. Duidelijkheid in efficiëntie van het geld. Gebruik van de maatregel wordt gemonitoord.
Energiebesparing in m3 en kWh van de project deelnemers
Energieverbruik/ besparing wordt in kaart gebracht, waardoor het effect van de maatregelen te zien is.
Je weet niet waarom de overige bewoners niet hebben deelgenomen. Of deze winst ook daadwerkelijk behaald wordt, wordt niet onderzocht. Moeten en willen mensen dit zelf betalen? Als er geen (indicatief)label vooraf is afgegeven is er geen monitoring mogelijk. Kwaliteit- en prijsverschil in labels. Geen inzicht in energiewinst of uitgevoerde maatregelen. Mensen die hiervoor niet in aanmerking komen worden niet meegenomen in het onderzoek. Verbruik is situatie afhankelijk. Als de situatie wijzigt zal ook het verbruik veranderen.
Aantal deelnemers Aangeschafte maatregelen omzetten naar CO2 besparing Energielabels
Geïnvesteerd geld /resultaten
44
Samen bespaar je meer
9.2
Voorbeeld aanpak en analyse met gebruik van het gedragsveranderingmodel
In deze alinea wordt uitgegaan van een project met eenzelfde doel, maar met een verschillende aanpak. Hiermee wordt aangegeven hoe de samenhang van factoren van invloed kan zijn op het succes van een project. Tabel 12, Aanpak 1.
Aanpak 1 Ambitie
Organisatie
Communicatie
Financiën
Monitoring
Project doel: 100 huishoudens schaffen isolatie aan.
De gemeente neemt de totale organisatie op zich en heeft een bedrijf geselecteerd voor het informeren over en uitvoeren van de isolatiemaatregelen.
Het project zal bekend worden gemaakt door een advertentie in de lokale krant en op de website. De verdere communicatie zal verlopen via bijeenkomsten. Op het gemeentehuis is een ambtenaar aanwezig voor het beantwoorden van vragen.
De gemeente heeft alleen geld beschikbaar voor organisatie kosten.
Deelnemersaantal en CO2 winst door de isolatie.
Tabel 13, Aanpak 2.
Aanpak 2 Ambitie
Organisatie
Communicatie
Financiën
Monitoring
Project doel: 100 huishoudens schaffen isolatie aan.
De gemeente is initiatief nemer, maar de burgers gaan uitvoeren.
Het project zal bekend worden gemaakt op een feest in de wijk. Dit feest zal bekend worden gemaakt door een stuk in de lokale krant, op de website van de gemeente en door middel van een flyer. De verdere communicatie zal verlopen via een buurtteam en bijeenkomsten.
Naast een proces budget kunnen mensen vanuit de gemeente gebruik maken van een duurzaamheidslening.
Energielabels
Het doel Het doel om 100 huishoudens te isoleren is bekend. Maar waarom 100? En hoeveel mensen willen ze benaderen om tot deze 100 deelnemers te komen? Wat is de doelgroep en hoe is deze geselecteerd? Is het doel dus wel reëel en haalbaar? Dit zijn vragen die voorafgaande beantwoord moeten worden, voordat de aanpak verder ingevuld kan worden. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van lokale buurtgroepen of bedrijven, omdat deze vaak weten wat er speelt binnen een buurt of dit eenvoudig te weten kunnen komen via een buurtkrant of netwerk. Organisatie/ rollen Doordat het doel van het project bij beide aanpakken hetzelfde is, is goed zichtbaar dat er gekozen kan worden voor een verschillende opzet van het project. Als naar de organisatie gekeken wordt is het voordeel van de eerste aanpak, dat de gemeente het heft in eigen handen heeft. Zij is een betrouwbare partij, maar daarnaast kost dit veel tijd en geld. Door van tevoren een isolatiebedrijf te hebben geselecteerd worden de burgers ontzorgt, maar is er geen keuzevrijheid. Uit de interviews blijkt dat burgers deze keuzevrijheid wel wensen. In de tweede aanpak is de gemeente wel initiatiefnemer, maar verder moeten de burgers de uitvoering van het project op zich nemen. Hierdoor bespaard de gemeente veel tijd en geld, een nadeel hiervan kan zijn dat de gemeente minder invloed heeft op de tijd waarin het project verloopt. Ook is het de vraag of er actieve burgers in de wijk zijn, welke zich willen inzetten voor het project. Een goed contact met de bewoners om te kijken of er actieve mensen zijn is daarom bij deze aanpak essentieel. Een voordeel, als deze actieve bewoners gevonden zijn, is dat de bewoners van de wijk zien dat eigen buren het project steunen en eraan meewerken, waardoor
45
Samen bespaar je meer Afbeelding 15, Trias innervatie voor energiebesparende projecten
er meer vertouwen wordt gecreëerd. Wat wordt benoemd als een belangrijke factor. Uit het onderzoek blijkt dat iedere partij een rol op zich kan nemen. Het begin van de trias innervatie voor energiebesparing bij particuliere woningeigenaren is het initiatief. Afbeelding 15 geeft weer dat alle partijen vervolgens met elkaar in verband staan. Communicatie De communicatie is voor het model van gedragsverandering de doorslaggevende factor. Bij volledige ontzorging van aanpak 1 komen de 6 aspecten door communicatie aanbod. Mensen worden op de hoogte gebracht en weten wat ze moeten doen, vervolgens krijgen ze ook nog hulp om dit uit te voeren. Of deze aanpak ook duurzaam gedrag tot gevolg heeft is niet onderzocht. Toch is de communicatie bij aanpak 2 in het voordeel. Er wordt via veel verschillende wegen de aandacht getrokken. De persoonlijke benadering in het vervolg proces bij aanpak twee heeft als voordeel dat de bewoners gegarandeerd op de hoogte zullen zijn van bijeenkomsten. Uit de interviews blijkt ook dat mensen dit als positief en effectief ervaren. Deze betrokkenheid is moeilijker te realiseren als de gemeente de informatie verstrekt. Financiën De financiën zijn van invloed op de mogelijkheden in de aanpak van de gemeente. In zowel aanpak 1 als 2 is procesgeld beschikbaar, maar onbekend is om hoeveel geld het hier gaat. Wel is aangegeven dat bij aanpak 2 een duurzaamheidslening voor de burgers beschikbaar is. Het voordeel hiervan is dat mensen tegen een lage rente geld kunnen lenen om hun huis te isoleren. Een nadeel hiervan is dat mensen met een zwakkere financiële status niet in aanmerking komen voor de lening. Ook de criteria voor de lening zijn van belang om te kunnen oordelen of de lening een groot voordeel zal hebben als succesfactor van het project. Uit de interviews met burgerinitiatieven en de enquête blijkt dat mensen niet weten wat de duurzaamheidslening inhoud, maar ook dat ze (bij voorbaat al aangeven) er geen behoefte aan te hebben. Een duidelijke communicatie is hierbij dus van belang. De gemeente kan hierover voorlichtingen geven tijdens een bijeenkomst. Monitoring In aanpak 1 wordt gekozen voor het bijhouden van het aantal deelnemers en de CO2 winst die behaald wordt. Hiermee wordt aangesloten op het doel. De monitoring is echter uitgebreid met een CO2 meting. Dit laatste aspect is niet opgenomen in het doel, waardoor het niet van invloed is op het succes, maar alleen kan worden gebruikt als extra informatie. Als gekeken wordt naar het doel gaat het om deelnemers. In aanpak 2 is gekozen voor monitoring door middel van energielabels. Dit sluit niet aan bij het doel. Als het doel was geweest om 100 huishoudens een x aantal label stappen te laten maken door isolatiemaatregelen, was dit een gewenste monitoringsaanpak geweest. Te zien is dus dat een goede formulering van het doel belangrijk is voor de monitoring en dus de succesbepaling van een project. Conclusie Alle partijen kunnen een nuttige bijdrage leveren. Juist door deze krachten te bundelen kan voor iedereen een positief resultaat ontstaan. Hierbij is een doordacht plan een belangrijke factor tot succes. Waar het de gemeente en burgers kan ontbreken aan kennis, kunnen bedrijven worden ingeschakeld. En waar actieve burgers aanwezig zijn kan de gemeente faciliterend optreden. In de aanbevelingen is een keuzemodel opgesteld dat als hulpmiddel kan dienen om tot een succesvolle aanpak te komen in verschillende situaties.
46
Samen bespaar je meer
10 Conclusie De conclusies op de drie hoofdvragen van het onderzoek kunnen na onderzoek en analyse als volgt worden omschreven: o
Welke factoren maken energiebesparende projecten bij particuliere woningeigenaren tot een succes?
Geconcludeerd kan worden dat er verschillende mogelijkheden zijn voor een geschikte aanpak voor energiebesparende projecten. Alle drie de partijen hebben positieve punten die samen tot een succesvolle aanpak kunnen leiden. Hierbij moet ontzorging van de burger voorop staan, want zij moeten uiteindelijk investeren. De factor communicatie is essentieel gedurende het hele project, want als niet bekend is wie de doelgroep is, wat ze willen, wat er van ze verwacht wordt en wat het voor hun oplevert, zal niemand tot actie overgaan. Kennis is het begin van verandering. Dit is vooral van belang in de communicatie ‘van’ het project, de bewoners moeten op de hoogte zijn dat er een project is. Gedurende het project is het van belang dat niemand wordt buitengesloten tot deelname, maar ook dat er geen verplichtingen zijn. Volgens de burgers is het sociale aspect en dus kleinschaligheid een belangrijke factor tot succes. Uiteindelijk staan alle factoren met elkaar in verband, waardoor het voor gemeenten alleen met een realistisch doel, afstemming tot de beschikbare financiële middelen, tijd en de belangen van burgers een aanpak kan leiden tot een succes. o
Wat moet gemeten worden om te kunnen concluderen dat een energiebesparend project succesvol is?
Vooral gemeenten hebben belang bij het monitoren van projecten. Er zijn vele mogelijkheden om een project te monitoren. Om het succes te kunnen meten is het van belang dat de monitoring aansluit op het doel van het project. Pas als de resultaten van het project een antwoord geven op de doelen kan geconcludeerd worden of een project succesvol was. Voor ieder project zal er een ander doel worden opgesteld, waardoor er steeds een passende monitoring gekozen moet worden. Om zinvol te monitoren is een doordachte doelstelling dus randvoorwaardelijk. Monitoren is niet alleen van belang om het succes van een project te meten, maar ook om te leren en verbeteringen door te voeren bij een toekomstig project. Daarom is het van belang voor de gemeente om te monitoren wat er met welke inzet bereikt is. Voor verbeteringen zijn meningen van burgers de beste adviezen voor een vervolg project. Deze kunnen door middel van een enquêtes worden verzameld. Een totaal overzicht van het energieverbruik van een gemeente kan pas echt laten zien of een gemeente op weg is om de energiedoelen te behalen, want als alleen projecten gemeten worden, missen er veel gegevens van mensen die zelfstandig energie besparen. Ook gedrag en andere variabelen kunnen invloed hebben op het energieverbruik van inwoners van een gemeente. o
Op welke wijze kunnen lokale overheden, bedrijven en particuliere woningeigenaren samenwerken volgens de trias innervatie, zodat alle partijen het gewenste resultaat behalen?
Uit het onderzoek komt naar voren dat burgers een actieve rol kunnen gaan spelen voor energiebesparing. Welke partij hierbij het initiatief neemt maakt niet uit. Een goede samenwerking tussen de 3 partijen heeft een meerwaarde voor een project, als ontzorging en de behoefte van de burger voorop staat, want zij moeten uiteindelijk de maatregelen aanschaffen. Waar het de gemeente en burgers kan ontbreken aan kennis, kunnen bedrijven worden ingeschakeld. En waar actieve burgers aanwezig zijn kan de gemeente faciliterend optreden. Flexibiliteit en zoeken naar mogelijkheden en belangen van andere partijen is hierbij
47
Samen bespaar je meer
essentieel. Het maakt hierbij niet uit wie initiatiefnemer van het project is. Een initiatief is het begin van de Trias innervatie voor energiebesparende projecten voor particuliere woningeigenaren. Afhankelijk van de initiatiefnemer kunnen de andere partijen faciliteren of ondersteunen of met een impuls komen. Omdat er gewerkt wordt met mensen met verschillende belangen zal per buurt en project een verschillende samenwerking tussen de partijen ontstaan. Er is voor energiebesparende projecten dan ook geen vaste trias innervatie te omschrijven. Iedere partij kan initiatiefnemer zijn, een impuls geven of met een innovatie komen. Bij ieder project kan iedere partij een andere rol aannemen. Zo kunnen burgers de gemeente een impuls geven om bezig te gaan met duurzaamheid. En kunnen bedrijven met een impuls een innovatief duurzaam product op de markt zetten. Het is goed om hierbij het Rijksdoel in het achterhoofd te houden. Burgers kunnen wonen in betaalbare, veilige en energiezuinige woningen in een buurt waar iedereen meetelt en meedoet en het prettig leven is. Als dit het startpunt van iedere project is, zullen energiebesparende projecten georganiseerd met kleine groepen op buurtniveau het meeste resultaat opleveren. Met het blijven proberen en het verbeteren van projecten zullen uiteindelijk de klimaatdoelen van Europa en gemeenten behaald worden, want samen bespaar je meer.
48
Samen bespaar je meer
11 Aanbevelingen Omdat er niet één vorm van de trias innervatie voor de aanpak energie besparende projecten voor particuliere woningeigenaren geldt is een keuzemodel opgesteld. Vanuit het beginpunt kunnen verschillende aanpakken gekozen worden. In tabel 13 zijn enkele opties weergegeven, gevolgd door een toelichting en overige aanbevelingen.
Tabel 13, Keuzemodel voor een geschikte aanpak voor energiebesparende projecten voor particuliere woningeigenaren.
49
Samen bespaar je meer
11.1 Toelichting Zoals in de conclusie al naar voren kwam begint ieder proces bij een initiatief. Dit initiatief kan bij iedere partij vandaan komen. Doordat iedere wijk verschillend is zal er steeds opnieuw een passende aanpak gekozen moeten worden. Uiteraard kan een succesvol gebleken aanpak wel worden toegepast in een andere wijk, maar eerst zal dan onderzocht moeten worden of de wijk ook openstaat voor een dergelijke aanpak. Er is namelijk geen garantie dat een succesvolle aanpak in de ene wijk ook een succes zal worden in een andere wijk. In het schema valt op dat de gemeente in bijna alle situaties een meer faciliterende rol aanneemt en dat de burger bepaald en uitvoert. Door communicatie via de bewoners te laten verlopen is er minder geld nodig om een groep te benaderen. Er kan specifiek gecommuniceerd worden. Wel is het van belang dat de gemeente de burger op de hoogte brengt van de wetten en regels rondom energiebesparing. Ook is het belangrijk dat er altijd naar mogelijkheden, verbeteringen en vernieuwingen wordt gekeken. Zijn er al groepen burgers geweest die hetzelfde doel hadden, of leeft het zelfde enthousiasme in meer wijken? De gemeente kan hierbij de rol vervullen om deze groepen te koppelen en informatie te verzamelen en uit te wisselen. Hier komt het punt van ontzorgen weer boven. Niet alle enthousiaste mensen hebben ook verstand van energiebesparing. Dus ook het in contact brengen met bedrijven of als bemiddelaar optreden kan een rol van de gemeente zijn. Deze aanpak vergt wel enig veranderproces binnen de gemeente. Het is van belang dat de persoon die hiermee bezig gaat openstaat voor de ideeën van de burgers en als adviserend persoon kan handelen. Klantgerichtheid en communicatieve vaardigheden zijn hierbij van groot belang.
11.2 Overige aanbevelingen Natuurlijke momenten Niet meegenomen in dit onderzoek, maar wel een kans voor gemeenten is het natuurlijke moment van verbouwingen en verkoop van huizen. Zodra een vergunning wordt aangevraagd voor een renovatie kan informatie vertrekt worden over energiezuinig bouwen. Ook kan ervoor gekozen worden om bij een makelaar informatiepakketten te verstrekken voor het opknappen van een aangeschafte woning. Hierbij is het groepsaspect weg, maar kan ook juist een groepsactie worden gestart. Wie weet willen meer mensen in de buurt een dakkapel laten zetten in combinatie met dakisolatie. Hier liggen kansen, omdat er in dit onderzoek geen aandacht aan is besteed is het niet mogelijk om hierover verder advies te geven. Activeer bedrijven De gemeente kan bedrijven stimuleren om energiebesparende acties voor bewoners te organiseren. Bijvoorbeeld door gratis reclame te maken voor bedrijven die acties organiseren. De gemeente kan hier zelf de randvoorwaarden voor scheppen. Dit geeft een impuls aan de lokale markt en het helpt de bewoners bij het besparen van energie. Uiteraard liggen er ook kansen bij de bedrijven zelf. Bedrijven kunnen in hun marketing inspelen op energiebesparing. Wat levert een nieuwe ketel op aan energiebesparing? Waarom zou u geen zonneboiler bij uw nieuwe badkamer aanschaffen? Wooncomfort verbeteren in combinatie met energiebesparing. Ook moeten bedrijven zelf de keuze maken of ze gecertificeerd willen zijn. Een gemeente kan er voor kiezen om alleen gecertificeerde bedrijven te laten deelnemen aan een project om zo de kwaliteit te waarborgen. Ook kunnen bedrijven in consortia samenwerken om zo de gemeente of burgers een totaalpakket aan te bieden, waarmee ze inspelen op de ontzorging van burgers. De gemeente kan hierbij als aanspreekpunt dienen.
50
Samen bespaar je meer
Bronnen Voor de bronnenlijst is gekozen voor een vermelding per groep. Zo vindt u eerst de bronnen van de gemeenten. Vervolgens vindt u de bronnen die zijn gebruikt voor de burgerinitiatieven gevolgd door de partijen. Tot slot zijn overige gebruikte bronnen weergegeven. Per groep zijn de bronnen per gemeente, initiatief of partij in alfabetische volgorde opgenomen. Op deze wijze is per project zichtbaar welke bronnen gebruikt zijn. Hierdoor is het vinden van meer informatie over een specifiek project vereenvoudigd.
Gemeenten Amersfoort Feuerhanh, Y, Gemeente Amersfoort, ambassadeur, adviseur, architect, Energieambassade. Interview op 27-02-2012. Gemeente Amersfoort. http://www.energiebesparingindewijk.nl/ Geraadpleegd op 25-02-2012. Gemeente Amersfoort. Klimaat actieplan 2012-3013. Gedownload via: http://www.amersfoort.nl/docs/Nieuwe_structuur/_wonen_wijken/_milieu/Samen_Duur zaam/Klimaatactieplan%202012-2013.pdf op 26-02-2012. Samen Duurzaam, 2012. Samenwerken voor een duurzaam Amersfoort. Nieuws van de gemeente Amersfoort. Gedownload via: http://www.amersfoort.nl/docs/Nieuwe_structuur/_wonen_wijken/_milieu/Samen_Duur zaam/Samen%20Duurzaam%2015%20februari%202012.pdf op 25-02-2012. Assen Dalfsen, M. Gemeente Assen, beleidsadviseur milieu en duurzaamheid. Interview op 24-02-2012 Gemeente Assen. http://www.energieloket.nl/assen/thuis Geraadpleegd op 20-2-2012. Gemeente Assen 2009, Duurzaamheidsvisie 2009-2015. Gedownload via: http://www.assen.nl/Raad_en_college/Beleidsdocumenten op 20-02-2012. Gemeente Assen, 2011. Milieujaarprogramma 2012. Gedownload via: http://www.assen.nl/Wonen_in_Assen/Natuur_water_en_milieu/Milieujaarprogramma_e n_milieujaarverslag op 20-02-2012. Breda Gemeente Breda, 2009. Breda gaat voor een beter klimaat, Uitvoeringsprogramma Klimaat 2009-2012. Gedownload via: http://www.breda.nl/gemeente/regelgeving/uitvoeringsprogramma-klimaat-2009-2012 op 15-02-2012. Gemeente Breda, 2009. Werkplan proefproject, steek energie in je huis, Wijk Ginneken Breda, 2009. Extra aandachtspunten ten behoeve van een succesvolle uitrol. Ontvangen via WeTransfer van S. Schripsema op 6-02-2012. Kroesse, M. 2010. Projectplan voor een bewonerscampagne in Breda. Beleidsregels Stimuleringspremie steek energie in je huis Biesdonk, Wisselaar. Ontvangen via WeTransfer van S. Schripsema op 6-02-2012. Kroesse, M. en P. J. Steenbergen, 2009. De optimale energiebesparingscampagne voor
51
Samen bespaar je meer
particuliere eigenaar/bewoners. Beschrijving van een business case voor een bewonerscampagne op basis van de ervaringen met de buurtcampagne in Breda: ‘steek energie in je huis’. Ontvangen via WeTransfer van S. Schripsema op 6-02-2012. Schripsema, S. Gemeente Breda, adviseur milieu. Geïnterviewd op 16-02-2012
Deventer Timmermans, C. Gemeente Deventer, directeur project en advies QuestScope Duurzaam Interview op 13-02-2012. Timmermans, C. 2012. Verbeter & Bespaar, Samenvatting Evaluatie mei 2010- januari 2012. Ontvangen via C. Timmermans op 13-02-2012. Hardenberg Gemeente Hardenberg. Tussen evaluatie bewust duurzaam thuis. Gedownload via: http://www.hardenberg.nl/fileadmin/documenten/Projecten/Duurzaam_Hardenberg/duu rzaam_een_bewuste_keuze.pdf op16-02-2012. Midden-Drenthe Gemeente Midden-Drenthe, 2011. Milieubeleidsplan 2011-2014. Aangenaam Duurzaam in Midden-Drenthe, doet u ook mee? Gedownload via: http://www.middendrenthe.nl/Bestuur-en-organisatie/Regelgeving-en-beleid/Milieu.htm op 20-02-2012. Invent, 2011. Voorraadanalyse project ‘mijn isolatie’, gemeente Midden-Drenthe. Gedownload via: http://www.middendrenthe.nl/tonenop-pagina/Voorraadanalyse.htm op 7-02-2012. Viersen, C. en R. Klarenbeek. Uitvoeringsplan Thuis in een energiebesparend huis 3, 20112012. Ontvangen via C. Viersen op 21-02-2012. Viersen, C. Gemeente Midden-Drenthe, milieubeleidsmedewerker. Interview op 14-02-2012. Zwolle Buurtenergie Zwolle. http://buurtenergie.duurzaamzwolle.nl/ Geraadpleegd op 21-02-2012. Gemeente Zwole, 2011. Duurzaamheid, Visie en programma 2011-2014. Ontvangen via H. Agterhuis op 23-02-2012. Gemeente Zwolle. Evaluatie gemeentelijke stimuleringsregeling ‘Duurzaam wonen’. Ontvangen via H. Agterhuis op 23-02-2012. Wolf, A. en H. Agterhuis. Gemeente Zwolle, A. Wolf : extern ideeën makelaar voor de gemeente. H. Agterhuis: afdeling maatschappelijke ontwikkeling. Interview op 22-02-2012 Burger initiatieven Amersfoort Keizer, T, Buurt team Amstelweg, Soesterkwartier, Amersfoort, energie ambassadeur. Interview op 27-03-2012. Vereniging Duurzaam Soesterkwartier. www.duurzaamsoesterkwartier.nl Geraadpleegd op 25-03-2012. Assen Jong, A. de. Buurtteam Amelterhout, Gemeente Assen, energie ambassadeur. Interview op 22-03-2012
52
Samen bespaar je meer
Deventer Ros, A. Zonnehoven, initiatiefnemer. Antwoord op vragen voor interview. E-mail aan Marianne van Oene. 6-02-2012. (Zie bijlage 4) Zonnehoven, 2011. Presentatie project Zonnehoven . Ontvangen via A. Ros op 20-02-2012. Zonnehoven, 2011. Presentatie resultaten enquête Zonnehoven. Gedownload via: https://docs.google.com/file/d/19ZAqBRgexL39gjbixKIM7bYqltBIR9UQUQiCiRf4rzNo0iVtl 4JUHnXTNXSU/edit?pli=1 op 20-02-2012. Zonnehoven. www.zonnehoven.nl Geraadpleegd op 22-02-2012. Midden-Drenthe Duurzaam Balinge. http://www.duurzaambalinge.nl/ Geraadpleegd op 16-04-2012. Ewijk, T. Hooghalen Duurzaam, initiatiefnemer. Interview op 16-03-2012. Hooghalen duurzaam. http://hooghalenduurzaam.nl/ Geraadpleegd op 15-03-2012. Nobel, G. Duurzaam Balinge, initiatiefnemer. Interview op 19-04-2012. Onderzoeksbureau E.E.E.N., 2012. Onderzoeksrapport ‘Hooghalen Duurzaam’. Gedownload via: http://www.middendrenthe.nl/tonenop-pagina/OnderzoeksrapportHooghalen-Duurzaam.htm op 7-02-2012. Klimaatstraatfeest Jasmijnstraat. http://www.buurtlink.nl/6591XL/gennep/Jasmijnstraat/3944617/Klimaatstraatfeest+gro ot+van+start+in+Gennep Geraadpleegd op 11-04-2012. Klimaatstraatfeest. http://www.klimaatstraatfeest.nl/ Geraadpleegd op 11-04-2012. Otten, H. Klimaatstraatfeest, Jasmijnstraat, Gennep, bewoner van de Jasmijnstraat. Ineterview op 12-04-2012. Partijen AgentschapNL AgentschapNL, 2011a. http://www.agentschapnl.nl/actueel/nieuws/dertien-projecten-aan-deslag-met-grootschalige-energiebesparing-blok-voor-blok Dertien projecten aan de slag met grootschalige energie besparing: blok voor blok. Geraadpleegd op 10-01-2012. AgentschapNL, 2011b. http://www.agentschapnl.nl/programmas-regelingen/wet-en-regelgeving EPBD/Energielabel Wet-en regelgeving. Geraadpleegd op 21-02-2012. AgentschapNL, Samen energie besparen dat voelt goed. Gedownload via: http://www.agentschapnl.nl/sites/default/files/bijlagen/Tilburg_Tilburg%20energetica.p df Geraadpleegd op 29-03-2012. Eickhout, B. 2010. Eickhout: verhoog Europees klimaatdoel naar -30%. www.klimaattopmexico.nl/eickhout-verhoog-europees-klimaatdoel-naar-30 Geraadpleegd op 06-03-2012. Gisteren, R. van. AgentschapNL Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Energie en Klimaat, adviseur. Interview op 28-03-2012. Ministerie van BZK, 2011. Plan van aanpak energie besparing gebouwde omgeving. Gedownload via: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/energielabelwoning/documenten-en-publicaties/rapporten/2011/02/25/plan-van-aanpakenergiebesparing-gebouwde-omgeving.html op 5-03-2012. Rijksoverheid, 2012.
53
Samen bespaar je meer
http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/klimaatverandering/internationaleklimaatafspraken Internationale klimaatafspraken. Geraadpleegd op 5-03-2012. Rijksoverheid, 2011. 511 Besluit van 27 oktober 2011, houdende regels over op afstand uitleesbare meetinrichtingen (Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen). Gedownload via: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2011/03/29/besluit-op-afstand-uitleesbaremeetinrichtingen.html op 09-02-2012. Rijksoverheid, 2009. Voortgangsrapportage Schoon en Zuinig deelprogramma Gebouwde omgeving – Voortgangsrapportage. Gedownload via: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/rapporten/2009/01/14/voortgangsrapportage-schoon-en-zuinigdeelprogramma-gebouwde-omgeving-voortgangsrapportage.html op 29-03-2012. VROM, 2010a. Zonnecollectoren en zonnepanelen. Gedownload via: http://www.vergunningsvrijbouwen.com/zonnecollectoren%20en%20zonnepanelen%20 omgevingsvergunning%20vergunningsvrij%20bouwen.pdf op 22-04-2012. VROM, 2010b. Aanbrengen of veranderen van kozijnen of het veranderen van gevelpanelen. Gedownload via: http://www.vergunningsvrijbouwen.com/kozijnen%20en%20gevelpanelen%20omgevin gsvergunning%20vergunningsvrij%20bouwen.pdf op 22-04-2012. Bonk Electro Bonk, R. Bonk Elektro, eigenaar. Interview op 12-03-2012. Bonk Elektro. www.bonkelektro.nl Grada Jager Makelaardij Grada Jager Makelaardij. www.gradajager.nl Geraadpleegd op 04-04-2012. Jager, G. Grada Jager Makelaardij, eigenaar. Interview op 05-04-2012. Huis op groen Banninga, P. Huis op groen, EPA adviseur. Interview op 15-03-2012. Huis op groen. www.huisopgroen.nl Geraadpleegd op 14-03-2012. MmM Hanskamp, N. Stichting Meer met Minder, programmamanager. Interview op 08-03-2012. Meer Met Minder, 2010. Kansrijke aanpakken in gebouwgebonden energiebesparing, De particuliere eigenaar. Ontvangen via N. Hanskamp op 08-03-2012. Stichting Meer met Minder. www.meermetminder.nl Geraadpleegd op 07-03-2012. Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Luigjes, R. SVn, hoofd Verkoop en Communicatie. Interview op 18-03-2012. SVn, 2012. http://www.svn.nl/Paginas/Home.aspx geraadpleegd op 20-04-2012.
54
Samen bespaar je meer
11.3 Overig 2reflect, 2008. http://www.2reflect.nl/validiteit_en_betrouwbaarheid.htm Geraadpleegd op 12-1-2012 Akker, C. van den. 2010. Workshop scriptie thema 5 Onderzoeksmethode. http://www.slideshare.net/pimschaaf/onderzoeksmethode-thema-5-scriptieworkshop Geraadpleegd op 11-01-2012. Algemene rekenkamer, 2011. Energiebesparing: Ambities en resultaten. Gedownload via: http://www.rekenkamer.nl/Publicaties/Onderzoeksrapporten/Introducties/2011/10/Ener giebesparing_ambities_en_resultaten als PDF op 24-01-2012. De Jonge Milieu Advies, 2010. http://www.dejongemilieuadvies.nl/fileadmin/jma/downloads/JMA_nieuwsbrief022010.p df nieuwsbrief oktober 2010. Geraadpleegd op 12-01-2012. Duza.nl. http://www.duza.nl/87lb3f-trias-energetica.html Geraadpleegd op 29-03-2012. ECN en PBL,2010. Referentieraming energie en emissies 2010-2020. Energieonderzoek Centrum Nederland en Planbureau voor de Leefomgeving. ECN rapport ECN-E--10-004, Petten en Bilthoven. Gedownload via http://www.pbl.nl/publicaties/2010/Referentieraming-energie-en-emissies-2010-2020 op 18-03-2012. Compendium voor de leefomgeving, 2011. Energiebesparing in Nederland, 2000-2008. Beleid energiebesparing. Eigenhuis, Energielabelkeuring. Gedownload via: http://www.eigenhuis.nl/NR/rdonlyres/A6278B24-6230-46DA-B926FAD522DA429D/0/Energielabelkeuring.pdf Geraadpleegd op 19-03-2012. Fokke, E. 2011. Epc boeit maar weinig gemeenten. http://www.scribd.com/doc/59848189/EPC- Artikel-Cobouw-Juni-2011 Geraadpleegd op 19-03-2012. K. Bugge, 2012. Onderzoeksmethodiek les 2, onderzoeksvragen. College 17-11-2011, Saxion. Milieucentraal, 2010. http://www.milieucentraal.nl/themas/thema-1/energie-besparen/isoleren- enbesparen/gevelisolatie/ Gevelisolatie. Isolatiemateriaal: kleine verschillen onderling. Kwaliteit van isolatiemateriaal: Rd. Geraadpleegd op 19-03-2012. Overheid.nl, 2012a. http://wetten.overheid.nl/BWBR0009640/geldigheidsdatum_18-01- 2012#HoofdstukIII Flora en Faunawet. Artikel 11. Geraadpleegd op 18-01-2012. Overheid, 2012b. http://wetten.overheid.nl/BWBR0009755/Hoofdstuk3/5/Artikel31c/geldigheidsdatum_24 -01-2012 Elektriciteitswet 1998. Artikel 31c. Geraadpleegd op 24-01-2012. Overheid, 2012c. http://wetten.overheid.nl/BWBR0009755/Hoofdstuk8/1a/Artikel95c/geldigheidsdatum_2 4-01-2012 Elektriciteitswet 1998. Artikel 95c. Geraadpleegd op 24-01-2012.
55
Samen bespaar je meer
Bijlagen Bijlage 1
Lijst met afkortingen en definities
Bijlage 2
Indicatieve vragenlijst interviews gemeenten
Bijlage 3
Uitgewerkte interviews gemeenten
Bijlage 4
Uitgewerkte interviews burgerinitiatieven
Bijlage 5
Enquête deelnemende huiseigenaren vraag en antwoord
Bijlage 6
Enquête niet-deelnemende huiseigenaren vraag en antwoord
Bijlage 7
Uitgewerkte interviews bedrijven
Bijlage 8
Enquête bedrijven
56
Samen bespaar je meer
Bijlage 1 Lijst met afkortingen en definities Afkortingen Afkorting BAG Bvb BZK EPA EPC EPDB JMA Ministerie van EL&I MmM MWA SEV SVn
Volledige omschrijving Basisregistraties adressen en gebouwen Blok-voor-Blok Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Energieprestatieadvies Energieprestatiecertificaat Energy Performance of Buildings Directive De Jonge Milieu Advies Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Stichting Meer met Minder Maatwerkadvies Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting Stimuleringsfonds volkshuisvesting
Definities Definitie
Omschrijving
Energiebesparende maatregelen Energiebesparende projecten
Binnen dit onderzoek worden met energiebesparende maatregelen, maatregelen aan het huis bedoel. De focus ligt op: isolatie, glas, ketel/boiler en zonnepanelen. Binnen dit onderzoek wordt gekeken naar succesvolle projecten waaraan selecte groepen particuliere woningeigenaren hebben deelgenomen om zo in samenwerking met gemeenten en bedrijven energiebesparende maatregelen aan te schaffen. Energieneutraal gaat een stapje verder dan klimaatneutraal. Zo moet de volledige energievraag door duurzame bronnen worden opgewekt. De opslag van CO2 in nieuwe bossen of de ondergrond is geen optie. Duurzame energie mag wel binnen én buiten de gemeente worden opgewekt. (dejongemilieuadvies, 2010) Bij ieder project worden verschillende factoren gebruikt om partijen te betrekken bij deelname. In dit onderzoek wordt van de volgende factoren onderzocht op welke wijze de verschillende partijen deze inzetten om hun doel te bereiken: beleid, communicatie, financiën, organisatie, resultaten/ monitoring. Ook wordt gekeken hoe deze factoren zich verhouden tot het 6deligestappenplan voor gedragsverandering. Dit houdt in dat de gemeenten energie besparen, zodat de klimaatdoelen behaald kunnen worden. Bedrijven worden ingezet of initiatief tonen, waardoor werkgelegenheid ontstaat door energiebesparende projecten. Particuliere woningeigenaren investeren in energiebesparende maatregelen, waardoor ze minder energie verbruiken, geld besparen, het huis meer waard wordt en een beter leef comfort ervaren. Iedere gemeente heeft haar eigen klimaatdoelen. Dit kan variëren van 2% energie besparing per jaar tot klimaat- of energieneutraal in 2020 of 2050. Klimaatneutraal betekent dat een gemeente geen invloed uitoefent op het klimaat bij alle activiteiten die binnen de gemeentegrenzen worden uitgevoerd (wonen, werken en vervoer).Voor zover er nog broeikasgassen vrij komen (zoals CO2, methaan en lachgas) worden deze elders duurzaam gecompenseerd. (dejongemilieuadvies, 2010) Gemeenten willen een energiebesparing behalen door middel van projecten. Om te kijken of er daadwerkelijk energie bespaard wordt zal gemeten moeten worden. Een meetsysteem kan de uitkomst gaan bieden om meer inzicht te krijgen in het resultaat van energiebesparende projecten. Wat er gemeten moet worden en op welk moment zal aan het einde van het onderzoek duidelijk worden. Een persoon of een groep mensen welke eigenaar zijn van een woning bestemd voor permanente bewoning. Iedere energie besparing is een succes, maar zonder doelen is het moeilijk om te spreken van een succesvol project. De te selecteren gemeenten en buurten welke als succesvol beschouwd worden hebben prijzen gewonnen of worden door henzelf succesvol genoemd. Met een meetinstrument moet bij toekomende energieprojecten gemeten kunnen worden of aan de doelen voldaan is. Als dit het geval is kan gesproken worden van een succesvol project. Het model van trias innervatie is opgezet door de JMA zelf. Het is een model dat de rolverdeling tussen overheid, burgers en bedrijven weergeeft om tot een geschikte aanpak te komen.
Energieneutraal
Factoren
Gewenst resultaat
Klimaatdoelen Klimaatneutraal
Meetbaar/ meetinstrument
Particuliere woningeigenaren Succes/ succesvol
Trias innervatie
57
Samen bespaar je meer
Bijlage 2 Indicatieve vragenlijst interviews gemeenten Naam project Opzet project Wat was het doel van het project? Wat was de doelgroep? (gebied, leeftijd, financiën, aantal) Hoeveel mensen zijn er benaderd? Aanpak Wat was de opzet van het project? Wat was de planning? Welke activiteiten waren al vastgelegd? Op welke wijze zijn mensen benaderd? Op welke wijze zijn mensen geïnformeerd? Op welke wijze zijn mensen gestimuleerd om deel te nemen? (factoren) Uitvoering Wat was de rol van de gemeente? Is er afgeweken van het uitvoeringsplan? Waren er tegenslagen? Hoeveel animo was er voor het onderwerp? Hoeveel mensen hebben er mee gedaan? Hoeveel energie is er in totaal bespaard? Hoe is er gebruik gemaakt van burgers? Hoe is er gebruik gemaakt van bedrijven? Is er tijdens het project gemonitoord? Kritisch Hoe ziet de gemeente het liefst een project? Projectleider Organisatie van informatieavonden Informeren Financiële steun/ kortingen Installatie van maatregelen Gedurende het gesprek moet duidelijk worden hoe de factoren zijn ingevuld. Juridisch, financieel, organisatorisch en communicatief.
58
Samen bespaar je meer
Bijlage 3 Uitgewerkte interviews gemeenten Gemeente Amersfoort Project : Energie in de wijk, Blok-voor-Blok Geïnterviewde: Yvonne Feuerhahn, Eigen bedrijf: Energieambassade. Functie: ambassadeur, adviseur, architect. 27 februari 2012 Sinds 2010 is Yvonne werkzaam bij de gemeente Amersfoort. Yvonne is zelf vrijwilliger bij een duurzame beweging. Daarnaast heeft ze haar eigen bedrijf ‘Energie ambassade’. Momenteel is ze binnen de gemeente Amersfoort bezig met bewustwording en het stimuleren van burgers om maatregelen te nemen. Omdat ze zelf ‘bewoner’ is, gebruikt ze geen verkooptrucs. Energie in de wijk Tijdens het project wat in 2010 heeft plaatsgevonden was de gemeente financier, organisator en trekker. Dit gaat nu veranderen. De gemeente zal nu meer gaan faciliteren door middel van publiceren. De gemeente heeft wel gemerkt dat de bewoners meer vertrouwen hebben als de gemeente betrokken is bij een project en daarom zal de gemeente betrokken blijven bij projecten. Gemeente moet een onafhankelijke factor blijven. Door cofinanciering blijft de gemeente betrokken. Het gaat hierbij om de opleidingen van energieambassadeurs. Monitoring De monitoring van de projecten staat niet weergegeven in een verslag, maar zijn losse getallen. Zo zijn er 3000 maatwerkadviezen opgesteld. De subsidieaanvragen zijn bekend en ook de energielabels binnen de gemeente zijn bekend. Onder de straatambassadeurs is een enquête gedaan. De insteek van het project is om bewoners te bereiken vanuit de haarvaten van de wijk. Eerst bewoners zoeken die zelf al actief zijn op het gebied van energiebesparing. Deze personen kunnen benoemd worden als energieambassadeurs. Het positieve hiervan is dat de wijk deze persoon kent en het betrouwbaar overkomt. Ook kan het een sociale druk geven als iemand zegt: de hele buurt doet het, doe je ook mee? Het project is gericht op verduurzamingen en niet specifiek op bepaalde maatregelen. Er is ook een project om bestaande woningen energieneutraal te laten renoveren. Door middel van crowdsourcing wordt één huis in de wijk energieneutraal gemaakt als voorbeeld. Duitsland vs Nederland Yvonne heeft contact met een isolatiebedrijf in Duitsland. Wat je daar ziet is dat mensen een doel hebben. Bijvoorbeeld een huis mag nog maar 25 Wh/m2 uitstoten. Dan wordt er gekeken wat de mogelijkheden zijn en worden er producten ontwikkeld. Doelgericht. In Nederland zegt men: ik heb 5000 euro, welke producten kan ik hiervoor kopen en wat levert mij dat op. Geldgericht. Momenteel worden maatregelen uitgevoerd zonder doordacht plan. Voor een huis kan een meerjaren plan opgesteld worden. Wanneer moet wat vervangen worden? Welke maatregelen kunnen wanneer uitgevoerd worden en hoeveel kost dat en wat levert het op? Wetgeving Wetgeving speelt zeker een rol. Is Duitsland is het bijvoorbeeld verplicht om bij een rennovatie duurzaamheid mee te nemen. Het succes van Blok-voor-Blok
59
Samen bespaar je meer
Mensen naar je toe laten werken. Het wordt per wijk georganiseerd. Een wijk bestaat uit +/5000 woningen, waarvan 2000 koopwoningen. Ingaan op de wensen van bewoners Daarnaast laten ze initiatieven niet liggen. In de wijk zullen ze ook actief zichtbaar zijn door middel van een wijkcircus. Er zal een zeecontainer in de wijk staan, waarin foto’s, filmpjes en overige informatie beschikbaar is voor bewoners. Bedrijven Bedrijven kunnen betrokken raken bij projecten als ze de Meer met Minder cursus hebben gevolgd. Als het bedrijf een duurzame visie heeft mag het ook meedoen. Twee aannemers die een actieve rol spelen in Amersfoort zijn De partner (breder gericht) en van Keulen bouw (passief bouwen en monumentale panden) Tijdens projecten wordt gebruik gemaakt van bedrijven. Zij signaleren energieambassadeurs. De gemeente blijft wel onafhankelijk, maar als bedrijven de gemeente helpen, dan promoot de gemeente het bedrijf wel. Tools Menukaart per wijk (of meerdere afhankelijk van het verschil in huizen) 4 pakketten, van doe het zelf tot passief renoveren. Is nog in ontwikkeling. In Leusden wordt gebruik gemaakt van de Energieladder. Periode Tijdens de koude weken van januari en februari belden veel mensen voor isolatie. De periode van het jaar is dus van invloed op het uitvoeren van maatregelen. Faalfactoren Mensen vinden het moeilijk om offertes te lezen. Per maatregel zijn er ook vele verschillende offertes. Daarom heeft Yvonne voor burgers een offertechecklist opgezet. Daarnaast zijn er ook checklists voor het organiseren van bijeenkomsten en dergelijke. Yvonne is begonnen met een isolatiewijzer. Per bouwjaar bekijken wat nodig is en dan bewust een aannemer kunnen kiezen die hier ervaring mee heeft. De wijkbeheerteams staan meer op de achtergrond. Met de energieteams is overlegd wat een goede aanpak is aansluitend op een specifieke wijk. Doelgroepgericht. Een ambassadeur hoeft niet veel kennis te hebben, maar moet enthousiast zijn en mensen kunnen stimuleren om mee te doen. Communicatie Voor de energie neutrale woning was een prijs beschikbaar van 10.000. Belangrijker was echter dat de brief vanuit de buurt gestuurd was met medewerking van de gemeente. Zit Amersfoort op de goede weg? Ja. Aannemers zijn positief over de aanpak. Gemeente vindt het ook belangrijk om burgers kennis te geven, zodat het werk van de aannemers goed wordt uitgevoerd. Burgers mogen kritisch zijn. Yvonne waardeert mensen die tijd vrij maken voor energiebesparende projecten. Yvonne vindt dat de energieambassadeurs een gratis maatwerkadvies moeten krijgen. Dit werkt stimulerend. Zij kunnen andere mensen vanuit eigen ervaring stimuleren om ook een maatwerkadvies aan te schaffen. Er is een groot gat tussen bewoners en aannemers. De burger mist kennis. Als een ketel kapot is komt een aannemer de ketel vervangen, maar niet automatisch met een energiezuinigere
60
Samen bespaar je meer
ketel. Gemeente wil particulieren helpen. Burgers meer kennis, maar wel keuze vrijheid. Rol van de gemeente kan zijn om een voorselectie van de bedrijven te maken. Rol van de burger is vragen stellen. Hierdoor wordt het bedrijf vanzelf ‘slimmer’. Uitleg, wat ga je doen en waarom? Voorbeeld project Een persoon wou zonnepanelen en er waren nog 6 personen in de wijk geïnteresseerd. Een artikel in de krant was genoeg om 90 mensen naar de bijeenkomst te krijgen. Yvonne is nog op zoek naar een functie voor de energieambassadeurs als het project is afgelopen. Vaak willen ze nog wel meer doen. Organisatie Blok-voor-Blok Stichting BvB (financiën/verzekering enz.) Consortium (15 leden) Project team (Hogeschool Utrecht, monitoring en advies, Team marketing, Team Gemeente, Team Yvonne) Communicatie Er is een centraal meldpunt. Vanaf daar worden de mensen doorverwezen naar Yvonne. Gemeente faciliteert met persberichten voor bijeenkomsten. Verbetering Als mensen naar het loket bellen voor uitvoering moet er ook verwezen worden naar de mogelijkheid van samenwerken met de buurt. Gemeente Assen
Geïnterviewde: Marco van Dalfsen, beleidsadviseur milieu en duurzaamheid Gemeente Assen heeft geen specifieke projecten, maar wel een aanpak. Via het energieloket worden individuele particuliere huiseigenaren geholpen. Door middel van buurtinitiatieven wordt op grotere schaal energie bespaard. Het doel van de gemeente is indirect om energie te besparen, maar dit is vertaald in het promoten van energielabels en labelstappen te maken. Het Energieloket heeft als doel om huiseigenaren in Assen onafhankelijk en betrouwbaar te informeren over energiebesparing en -opwekking in hun huis. Het is een samenwerking tussen de gemeente en het landelijke initiatief 'Meer Met Minder' en geeft inzicht in: De mogelijkheden van energiebesparing en -opwekking Beschikbare subsidieregelingen Plaatselijke bedrijven die advies kunnen geven en maatregelen kunnen uitvoeren
Resultaten In 2011 zijn meer dan 250 Assenaren geholpen met de energieprestatieverbetering van hun woning. Met een gratis energiemaatwerkadvies, energielabel en twee vrijblijvende offertes werden ca. 75% van deelnemers overtuigd tot het doen van investeringen. Deze werkwijze wordt ook in 2012 doorgezet, maar voor de financiering van dit ontzorgingstraject wordt in deze fase ook naar het bedrijfsleven en de bewoners zelf gekeken. In de wijk Amelterhout hebben 80 van de 124 huishoudens energiebesparende maatregelen aangeschaft. Keukentafelgesprekken en kant en klare offertes zijn hierbij van groot belang geweest.
61
Samen bespaar je meer
Financiën De gemeente Assen heeft veel geld beschikbaar. Mede door een subsidie van de provincie. Het maatwerkadvies werd eerst volledig vergoed, maar nu krijgt de bewoner 150 euro korting. Bedrijven In de gemeente Assen waren amper bedrijven die waren aangesloten bij MmM. Assen heeft alle bedrijven aangeboden om een MmM cursus te volgen. Daarnaast heeft de gemeente bedrijven opgeroepen een consortiums te vormen, zodat bewoners een volledig ontzorgt worden. Het resultaat is dat er meer bedrijven geregistreerd staan bij MmM en er 3 consortia zijn opgericht. Deze zijn worden weergegeven op het energieloket van de gemeente. Mooi zou zijn als de bedrijven het energieloket gaan runnen of mogelijk maken door financiering. Organisatie De gemeente wil nu de project opzet van Amelterhout uitrollen naar vijf andere buurten. Het gaat de gemeente om vraag creatie. Een externe partij gaat huis aan huis met mensen praten en hen een kortingsbon voor een maatwerkadvies aanbieden. Communicatie Er komt een nieuw energieloket. Nu is er alleen informatie te vinden. Straks moeten er ook voorbeelden van Assenaren op komen te staan. Door middel van een kaart kun je via een filmpje zien wat waar gebeurt is. Verder zullen er meer buurtteams worden opgespoord. Een communicatieplan moet nog worden opgesteld. Verder gaan ze de woningvoorraad van Assen segmenteren. Ook worden natuurlijke momenten meer benut, door folders zullen de bewoners van een nieuwe woning op de hoogte worden gesteld. De waarde van het huis door energiebesparende maatregelen zal hier ook in mee worden genomen. De gemeente wil flexibel blijven. De informatie wordt verspreid via artikelen, het project ‘klus je rijk’, persberichten, 17 maart wonen en co en ze gaan zelf een blad maken. Monitoring De gemeente heeft geen officiële monitoring. De 400 mensen die geholpen zijn via het energieloket zijn persoonlijk gebeld en door middel van een gesprek is geïnventariseerd wat verbeterd kan worden. Op beleidsniveau is er geen vaste monitoring vast gesteld. De stad wil energieneutraal worden. dit wordt gemonitoord via Agentschap NL. Zij meten aan de hand van gas en energiegegevens. Maar uit deze gegevens blijkt alleen dat het verbruik stijgt. ‘de gloeiende plaat’ en de projecten zijn ‘de druppels’. Er loopt een enquête, die zal over 2 weken zijn afgerond. Marco verwoord het liever in geld. Als er 1 euro geïnverteerd wordt, zou er 5 euro besteed moeten worden door burgers/bedrijven. Het mooiste zou zijn als de euro die geïnverteerd wordt ook weer terug komt bij de gemeente. Dit is alleen lastig, want dan moet je de burgers haast verplichten om met bepaalde bedrijven in zee te gaan. Toekomst 10% van de huizen heeft een label + maatwerkadvies. Er ontstaan meer samenwerkingsverbanden Gemeente onafhankelijk Bewoners moeten wel weten dat de gemeente geld krijgt voor de projecten Mooi zou zijn als bedrijven aanbieden om geld te betalen aan de gemeente. Dat bedrijven voorstellen om geld te geven voor de inzet van de gemeente om hun bekend te maken onder de burgers. Juridisch Mocht er iets gebeuren waar wetgeving bij te pas komt wordt er door verwezen naar de afdeling juridisch. Duurzaamheidslening Marco is tegen, maar de duurzaamheidslening is er wel. Er wordt nu gekeken naar een garantiefonds. Gemeente Tilburg is hier mee bezig. Als je maatregelen uit laat voeren krijg je de garantie dat je rekening omlaag gaat. Niet goed geld terug. Marco is er niet helemaal zeker van of dit ook wel een taak van de gemeente is.
62
Samen bespaar je meer
Gedrag De gemeente is momenteel bezig met het beïnvloeden van het investeringsgedrag van de mensen + bekendheid van labels. Ze gaan nog wel bezig met gewoonte gedrag en energiebesparing in huis, maar dan bij huurders. Mooi zou zijn als je afstapt van de trias energetica. Mensen willen geld uitgeven aan iets wat je kunt zien, zoals zonnepanelen. Dus inzetten op zonnepanelen projecten. Succes Assen heeft veel geld beschikbaar en Marco is er 3,5 dagen in de week mee bezig. Dit is in veel gemeenten niet mogelijk. Gemeente Breda Saskia Schripsema Functie: adviseur milieu Project: Steek energie in je huis Aanleiding Gemeente Breda wil in 2044 klimaat neutraal zijn. (klimaat nota) De particuliere woningeigenaren kunnen hier voor een groot deel aan bijdragen. Het eerste pilot project is opgezet om te leren van de resultaten. Het project was onderdeel van de eerste projecten van MeermetMinder Uit onderzoek van AgentschapNL blijkt dat 2% tot 3% deelname aan een project gemiddeld is. Op Europees niveau is dit zelfs 1% tot 2%. Bij Breda was de deelname 5% tot 7%. Aanpak Breda heeft een energieraad, bestaande uit bedrijven. Deze groep geeft commentaar op het beleid van de gemeente op het gebied van energie. Een buurtbewoner heeft samen met iemand van de energieraad een beroep gedaan om een project te starten in Ginneken. Ginneken bestaat uit 500 woningen met veel verschillende woningen. Er was subsidie beschikbaar vanuit MmM. De deelnemers aan de pilot krijgen om te beginnen een gratis ‘Energie prestatieadvies' (EPA): een adviseur neemt de stand van zaken rondom de woning op en voert een gesprekje met de bewoner. Daarna wordt samen met een zogenaamde energieregisseur bekeken wat er aan maatregelen nodig is om de woning duurzamer te maken en ervoor te zorgen dat de bewoners op termijn een lagere energierekening krijgen. Het voorschot wordt, wanneer men overgaat tot (een deel van) de geadviseerde en noodzakelijke maatregelen, onmiddellijk omlaag gebracht. Dat levert dus al meteen een besparing op die ingezet kan worden om verdere maatregelen te treffen. Doordat vele mensen mogelijk gezamenlijk producten kunnen inkopen (denk aan dubbel glas en spouwmuurisolatie) is ook hier winst te halen voor de deelnemers. De energieregisseur levert zijn dienst ook gratis aan. Hij kijkt ook waar mogelijk nog extra subsidies te verkrijgen zijn en hoe de deelnemer kostenneutraal, de investeringen die nodig zijn, kan doen. De klankbordgroep zoekt nog geïnteresseerde bewoners die met de gemeente willen kijken naar hoe het project verder vorm kan krijgen, zodat een en ander later kan worden uitgerold over de hele stad Breda en omgeving. http://www.breda-morgen.nl/forum_topic.php?topicID=102 Resultaat Van de 500 huishoudens in de wijk Ginneken in Breda die zijn gevraagd om mee te doen aan het project 'Steek Energie In Je Huis', heeft tien procent belangstelling getoond om hun woning aan te passen en hebben er zeventien daadwerkelijk energiebesparende maatregelen genomen. http://www.ec-c.nl/nieuws/12-bredase-wijk-ginneken-bezuinigt-energie.html Faal factor
63
Samen bespaar je meer
Je weet niet wat de huidige stand van de huizen is. sommige mensen hebben hun huis al verbouwd. Hierdoor is schaalvoordeel lastig te bewerkstelligen vanuit de gemeente Gemeente vindt het belangrijk dat ook het gedrag wordt meegenomen in projecten. In samenwerking met Brabantse milieufederatie zijn er klimaatteams en energiecoaches opgeleid om over het gedrag te spreken. Monitoring Door middel van ‘energie in beeld’ kan de gemeente per postcode (6 cijferig niveau) kijken wat het energieverbruik is. Tijdens het project werd gekeken naar de energielabels voor het project en na het project. Saskia is zelf woonachtig in Ginneken. Het duurt gewoon jaren voordat mensen maatregelen aanschaffen. Op de site van MmM staan do’s en dont’s voor projecten. Veel dont’s zijn afkomstig van de gemeente Breda. Op bijeenkomsten met andere ambtenaren vraagt Saskia altijd hoeveel mensen in de zaal zelf al maatregelen hebben toegepast. Vaak zijn dit niet veel mensen. Zelf vind Saskia dat Apeldoorn een goed voorbeeld is, omdat zij vanuit de buurt projecten opzetten. Om klimaat neutraal te worden zijn er ook projecten nodig op grotere schaal, zoals lokale energie opwekking. Het 2e project van de gemeente Breda was te groot. 1500 woningen. Dit qua organisatie en financiën niet. Het moet dan toch weer opgedeeld worden in buurten. Uitvoeringsplan Per jaar 1 wijk. Liefst aanpassen, want er zal minder begeleiding plaatsvinden en er zullen geen subsidies vanuit de gemeente zijn. Ze zijn nu een onderzoek aan het doen om te kijken hoe ze burgers kunnen stimuleren om zelf projecten op te zetten. Hierbij heeft de gemeente een stimulerende functie Ook zullen ze blijven zorgen voor voorlichtingen. Maar het contact met bedrijven zullen mensen grotendeels zelf moeten opzoeken. Gebleken is dat bewoners vaak wel mensen kennen en het liefst de maatregelen door deze partij willen laten uitvoeren. Ook een duurzaamheidslening moet vanuit de bedrijven zelf komen, want dit kost meer tijd en regels dan dat het oplevert voor de mensen. Stichting Bres, bestaande uit bedrijven heeft de Blok-voor-Blok gelden binnengehaald. Gemeente heeft alleen gezegd dat het een goed idee is. Gemeente kon wel mee participeren, maar Breda heeft er voor gekozen dit niet te doen. (Jan Schouw, De volharding) Wat betreft subsidies Als ze er zijn moet er gezorgd worden voor duidelijkheid, dan kan het leiden tot een extra stap. (naast nieuw glas ook isolatie) Maar onduidelijkheid leidt tot niets, mensen gaan dan afwachten. Juridisch Europa stelt label bij verkoop als verplicht en volgend jaar moeten alle huizen een label hebben. Het probleem is echter handhaving. Er wordt niet gecontroleerd. Vanuit de provincie is gezegd dat de gemeente dat moet doen, maar als dat gebeurd, zullen de bedrijven naar omliggende gemeenten trekken. Het moet juist van hoger af gehandhaafd worden. Burgers zien nu pas dat label verschil zorgt voor een meerwaarde van het huis. Ze zijn wel bezorgd of hierdoor ook de WOZ waarde stijgt, maar dit schijnt minimaal te zijn.
64
Samen bespaar je meer
In de aanpak die ze graag willen kan moeilijk gemonitoord worden, omdat er geen labels meer weggegeven worden. Gemeente Deventer Naam: Coos Timmermans Functie: Directeur project en advies QuestScope Duurzaam Project: Verbeter en Bespaar (V&B) Meneer Timmermans is ingehuurd door de gemeente Deventer. Het project V&B is gebaseerd op de bevindingen gedaan in een pilot project voor de gemeente Hardenberg. Informatie uit de samenvatting evaluatie mei 2010-januari 2012 Aanpak Doel Met V&B geeft Deventer invulling aan de Visie Duurzaam Deventer, waarin de ambitie is gesteld om in 2030 volledig klimaatneutraal (CO2- neutraal) te zijn. Bestaande woningen vormen met 30% van het energieverbruik een belangrijk onderdeel in de klimaatstrategie van de gemeente. V&B draagt zo bij aan het beperken van CO2-uitstoot, lokale werkgelegenheid, lagere energielasten en verbeterde woonkwaliteit in Deventer. Bij de start van Verbeter & Bespaar heeft de gemeente zich het volgende doel gesteld: realisatie van een minimale energiebesparing van 30% in 100 woningen van particuliere eigenaren, overeenkomend met circa twee labelstappen. Door de goede respons en resultaten is tussentijds de doelstelling verhoogd naar een verdubbeling met nog eens 30% energiebesparing bij 100 woningen (in totaal dus 200 woningen). De hoge deelname en de aangepaste doelstelling betekende ook een noodzakelijke verhoging van het uitvoeringsbudget. Doelgroep In eerste instantie was het doel om in één wijk een pilot project op te starten (Zonnehoven). Doordat er een subsidie werd gerealiseerd is er toch voor gekozen om alle burgers te betrekken. Resultaat Een jaar V&B is een groot succes. V&B is het meest succesvolle energieservicepunt van Nederland tot nu toe. Er is dan ook veel belangstelling uit andere gemeenten. Er zijn 1200 maatwerkadviezen uitgevoerd en er worden zeker bij 800 huishoudens incl. 5 VVE ‘s energiebesparende maatregelen gerealiseerd. Dit heeft geleid tot 1100 maatregelen bij 800 woningen waarmee gemiddeld 25% energiebesparing per woning is gerealiseerd. De doelstelling van 30% besparing bij 200 woningen is hiermee ruimschoots gehaald. Hierdoor vindt er de komende 30 jaar 25.520 ton CO2-reductie plaats binnen de gemeente. Er is voor ruim € 665.000,- subsidie aangevaagd en er zijn 35 duurzaamheidsleningen voor in totaal bijna € 300.000,- afgesloten. De directe lokale en regionale werkgelegenheid die gepaard gaat met de realisatie van maatregelen als gevolg van V&B wordt geschat op ruim 8 FTE. Resultaat tot en met januari 2012: 800 woningeigenaren die energiemaatregelen hebben getroffen. 1200 woningeigenaren die een energie maatwerkadvies hebben laten uitvoeren. Voor €665.000 is isolatiesubsidie aangevraagd. De gemiddelde subsidieaanvraag bedraagt €1250,00 Succesfactoren In de praktijk is gebleken dat de volgende factoren het succes achter V&B verklaren: Intensieve begeleiding en ontzorging op maat door de Energieregisseur; Snelle afhandeling en telefonische bereikbaarheid.
65
Samen bespaar je meer
Persoonlijke benadering en doelgroepgerichte voorlichting; Onafhankelijkheid en kwaliteitscontrole; Goede bereikbaarheid energieloket; Financieringsmogelijkheden: subsidie en duurzaamheidslening; Consistent beleid: creëren van een klimaat voor energiebesparing. Verbeterpunten Uiteraard zijn er in de pilot ook lessen geleerd, die voor het vervolg een nog effectievere aanpak mogelijk maken: Het subsidiebedrag kan worden verlaagd tot maximaal € 1200,- en uitsluitend worden verstrekt voor isolatie, de maatregel met de meeste impact op energiebesparing. Dit kan geleidelijk zodat er een prikkel ontstaat om eerder tot isoleren over te gaan. De duurzaamheidsleningen moeten relatief aantrekkelijker worden gemaakt. Dit kan door eigenaren te wijzen op de voordelen in termen van maandlasten en waardevermeerdering van de woning. De gemeentelijke middelen wordt zo kosteneffectiever besteed, omdat het een revolverend fonds betreft. Uiteindelijk kunnen er op deze manier voor hetzelfde geld meer energiebesparende maatregelen worden gerealiseerd. Het uitvoerplatform krijgt een grotere rol. Nu de gemeente met V&B een aanpak heeft neergezet die aantoonbaar tot renovatiewerk leidt, mag er een grotere rol van de markt geëist worden. Middels een online applicatie mijnverbeterenbespaardossier die aansluit op de website kunnen woningeigenaren en lokale uitvoerende partijen direct bij elkaar gebracht worden. Hiermee wordt een deel van de processen geautomatiseerd. De Energieregisseur krijgt vooral een coördinerende en controlerende rol. De onafhankelijkheid van V&B blijft gewaarborgd door de maatwerkadviezen, informatie op de website en persoonlijke begeleiding naar behoefte. Natuurlijke momenten als verhuizingen en verbouwingen kunnen beter worden benut door met makelaars en aannemers samen te werken. Door de lessen die in de pilotfase geleerd zijn toe te passen, kan er met V&B voor hetzelfde geld meer resultaat behaald worden. Maatregelen bij 500 - 1000 woningen per jaar is haalbaar. De uitvoerkosten kunnen in het vervolg worden gedeeld door samen te werken met andere gemeenten die willen aansluiten. Het bedrijfsleven gaat meebetalen aan het onafhankelijke Energieservicepunt Verbeter&Bespaar en het Energieplein. Informatie Coos Maatregelen Subsidie: Een subsidie werkt op alle niveaus. Als er geen subsidie is worden er ook geen maatregelen uitgevoerd door burgers. Bij subsidies is het ook van belang om te kijken wat een subsidieregeling aan energiewinst oplevert. Gemeente wil af van subsidies. Lening: een lening is aanvullend. Het kost veel geld. Goed nadenken wat er met het geld wat er ingestoken wordt ook gedaan kan worden. Aanpassingen aan het huis Een nieuwe ketel en isolatie leveren de meeste energiewinst op (vaak 2 label stappen) Monitoring In het begin wordt er door middel van een maatwerkadvies een label aan het huis toegekend. Dit wordt aan het einde ook gedaan. Ook wordt er per maatregel die uitgevoerd is gekeken hoeveel CO2 er bespaard wordt. Hier zijn rekenmodellen voor. Er wordt naar gekeken om niet meer naar CO2 te kijken, maar naar gasmeetingen, omdat dit begrijpelijker is voor de burger. (provinciaal) Communicatie Door middel van een website, flyers en bijeenkomsten waren er al snel veel mensen op de hoogte van het project. Omdat er niet meer dan 40 maatwerkadviezen per week behandeld
66
Samen bespaar je meer
konden worden (hierbij ook meegenomen, de communicatie, uitvoering en advies) hoefden er geen burgers meer betrokken te worden. Middelen gebruikt bij V&B Subsidie € 665.000,- De provincie Overijssel draagt 75 procent bij aan de verstrekte subsidies. Eigenaar-bewoners en VvE’s kunnen subsidie krijgen voor isolatie (dak, gevel en vloer)(maximaal €2000,-) en/of voor het vervangen van een VR-ketel door een HRketel(maximaal € 500,-). De subsidie bedraagt totaal maximaal €2.500,- per woning. Duurzaamheidslening Energieloket Mening - Gemeente zet in op pilot projecten. Nooit langduring. - Alle gemeenten doen maar wat en dat al 20 jaar lang. - De provincie heeft nu een plan waarvan Coos denkt dat het niet gaat werken. Toch voert de provincie het uit. - Veel pilot projecten worden als succes bekroont, maar worden niet verder doorontwikkeld. Zo ook in Hardenberg. - Blok voor blok is ook weer schieten met subsidies. - Voor huurders is het veel makkelijker, dit kun je gewoon project matig blok-voor-blok op langere termijn uitzetten. - gemeenten/ overheden belemmeren doordat er geen standaard aanpak is. Het beleid wordt nooit afgemaakt. Het is gericht op werkgelegenheid en niet op efficiëntie. - De organisatie van een project zou voor 100.000 euro per jaar moeten kunnen. Nu wordt er teveel geld uit gegeven aan overleggen en dergelijke. - altijd dingen koppelen. Nooit zomaar cadeautjes weggeven, altijd kijken wat er mee gedaan moet worden. kosten resultaat. - Nederland is een werkgelegenheidsland, veel minder mensen zouden meer werk kunnen verzetten als er efficiënt gewerkt zou worden. Vervolg aanpak Gemeente wil geen subsidies meer Meer inzet van bedrijven Geen maatwerkadviezen meer (Coos is tegen) Je hebt nu Blok-voor-blok (rijk), verbeter en bespaar (gemeente) en particuliere initiatieven. Blok voor blok zou uitgevoerd moeten worden door bedrijven, woningcorporaties (niet transparant) De huurders kunnen hiermee bereikt worden, maar de particuliere woningeigenaren zullen worden ondergebracht onder verbeter en bespaar om het doel te bereiken van blok-voor-blok. Er wordt gebruikt gemaakt van een premieregeling (educatief), subsidie en een lening. De controle hierbij is heel belangrijk, wat wordt er met welk geld bereikt? Visie Coos Aanpak voor 10 jaar Subsidie max 1100 per woning Rol van de overheid Langdurige visie (5 tot 6 jaar) Geld beschikbaar stellen max +/- 1000 euro (steun provincie) Zorgen voor borging, zodat er onafhankelijke informatie is Doelstellingen Aanspreekpunt (energieloket) Contact tussen bedrijven en burgers (energieloket) Provincie moet ook faciliteren, geen beleid maken, maar een kader. Geen werkgroepen meer, maar kennisdelen door nieuwe werken d.m.v. bellen. Rol van Bedrijven Marktmodel
67
Samen bespaar je meer
Consument sneller communiceren met markt bedrijven moeten aan criteria voldoen (gecertificeerd bedrijf) Ze moeten uit de omgeving komen waar het project plaatsvindt Mee betalen aan het energieloket (lidmaatschap, of per opdracht zoveel procent afstaan of een bedrag per jaar betalen om mee te doen) Rol van burger Moet ontzorgt worden en moet geactiveerd worden, maar er wordt verder niets van ze verwacht. Coos vindt dat een maatwerkadvies en subsidie de beste aanpak is. Ook het doorbouwen op een aanpak is belangrijk. Vanuit de basis kan ook het gedrag worden meegenomen. Nu zijn dat weer aparte projecten. Juridisch Als er landelijk of op Europees niveau beleid zou komen zou alles veel sneller gaan. Bijvoorbeeld verplicht in een jaar alle huizen energielabel C. Verder weinig juridische problemen tegen gekomen. Monumenten en beschermt stadsaanzicht zijn in Deventer vooral afhankelijk van wetgeving. Zonnepanelen op een woonboot moesten ook besproken worden, omdat dit ook een beschermt stadsaanzicht is. Gemeente moet oplossingen bedenken in plaats van regelgeving. Kiezen voor verbetering en burgers nooit van het kastje naar de muur sturen. Snel handelen. Gemeente Midden-Drenthe Christiaan Viersen, beleidsmedewerker milieu (Margot was ziek) 14-02-2012 Project: Thuis in een energiebesparend huis, Mijn isolatie Duur: 8 maanden Doel De gemeente heeft geen overkoepelend doel om in een bepaald jaar energie/klimaat of CO2 neutraal te zijn. In het milieubeleidsplan wordt wel gestreefd naar 250 woningen opwaarderen met 2 energielabels, maar dit is niet realistisch. Het doel van mijn isolatie is om 80 huishoudens 2 energiestappen te laten nemen. Aanpak Start Westerbork pilot, nu voortgezet met mijn isolatie. In de zomer van 2011 is de afdeling communicatie begonnen met advertenties in de krant. Na de zomer is deze advertentie in de krant geplaatst. Alle bewoners van de gemeente konden zich inschrijven. Na enkele keren publiceren waren er maar 20 reacties. Via stichting welzijn en zijn dorpsbelangenverenigingen aangesproken en heeft de advertentie ook in dorpsbladen gestaan. Na 3 bijeenkomsten hebben 80 mensen zich aangemeld voor mijn isolatie. Wegens kosten was 80 huishoudens de max van het project. Na aanmelding zijn er vier groepen samengesteld van +/- 20 huishoudens. Met deze groepen zijn bijeenkomsten gehouden. Na de eerste bijeenkomst worden maatwerkadviezen opgesteld en vinden er tafelgesprekken plaats. Invent begeleid het proces en stelt de maatwerkadviezen op. Op de tweede bijeenkomst worden de tafelgesprekken geëvalueerd en wordt gekeken welke partijen worden aangeschreven om een offerte op te stellen. Na dat bekent is wat de kosten worden door collectief handelen kunnen mensen beslissen of ze de maatregelen ook laten uitvoeren. De inleg van de burgers bedraagt 200 euro. Hiervoor krijgen ze een maatwerkadvies en een thermografische scan.
68
Samen bespaar je meer
Financieel 50.000 euro beschikbaar vanuit de gemeente Burgers leggen 200 euro in Collectief handelen voor korting Gebruik maken van provinciale subsidie tot 750 euro Gebruik maken van Rijks subsidie (meer met minder) tot 1000 euro
Rol verdeling Nu gemeente financiert en faciliteerd Straks meer vanuit bedrijven (samenwerkingsverband (noordelijke provincies) Gemeente moet dan nog wel zorgen voor financiën en faciliteiten. Nu maakt de gemeente nog gebruik van klimaat gelden en SLOKgelden, maar volgend jaar zijn die er niet meer. Mijn isolatie 2 zal uitbesteed worden aan een consortium. Gemeente doen dan geen inhoudelijk werk meer. Wel zijn ze aanwezig bij bijeenkomsten. Het doel is weer om 80 tot 100 huishoudens 2 labelstappen te laten nemen. Met het bedrijf is geregeld dat ze dit doel moeten behalen, anders krijgen ze een boete. Bij goed werk krijgen ze een beloning. Burgers tonen veel initiatief Duurzaam hooghalen heeft voor 30 deelnemers aan ‘mijn isolatie’ gezorgd. Ook duurzaam Balinge en Duurzaam Laaghalen zijn actief met burgers. De gemeente staat open om deze groepen te helpen en is aan het kijken op welke manier dit mogelijk is. Voor burgers vindt de gemeente het belangrijk ze te ontzorgen. Ze verlangen naar een onafhankelijk advies, persoonlijk advies en keuze vrijheid. Bij dit project mogen de bewoners zelf weten of ze meedoen en door welk bedrijf ze de maatregelen laten uitvoeren. De gemeente heeft geen inzicht in de huidige staat van de woningvoorraad in de gemeente. Ze hebben gekozen voor een isolatie project, omdat er eerst energie gereduceerd moet worden, voordat er energie wordt opgewekt. De project basis is het belangrijkste, anders is het collectief inkopen weg. Gemeente Zwolle Project: Buurtenergie, Duurzaam wonen Geïnterviewde: Annemiek Wolf, extern ideeën makelaar voor de gemeente. Studie: commerciële economie, management wetenschappen. Henriëtte Agterhuis, afdeling maatschappelijke ontwikkeling. Studie: Management, economie en recht. Ontstaan buurtenergie Buurtenergie is een team van mensen die hun eigen duurzame energie willen opwekken voor de hele wijk. De gemeente heeft initiatieven/bewegingen samengebracht. Er waren al verenigingen bezig met duurzaamheid, maar ze waren allemaal zelf het wiel aan het uitvinden. Binnen sommige groepen was veel beroepsmatige kennis aanwezig. At Osborn zet met de partijen initiatieven op. Het project is bekend gemaakt door middel van advertenties in de krant en huis aan huis bladen, website en linkedin. De bijeenkomst was goed bezocht en mensen uit dezelfde wijk zochten elkaar op. Er was al een website buurtenergie.duurzaamzwolle.nl de gemeente heeft hierop ingespeeld. Vanuit de organisatie is er iemand per wijk aanspreekbaar. Een soort
69
Samen bespaar je meer
tussenpersoon voor de wijkbewoners zelf. De tussenpersoon probeert zo snel mogelijk contact te leggen met één van de wijkbewoners. Nu is het zaak om de diepte in te gaan met de mensen die betrokken zijn. Het netwerk van de gemeente zijn 80/90 mensen. Het netwerk van deze mensen in de buurt is groter. Afgelopen jaar hebben 166 mensen zonnecellen aangeschaft. Door middel van eigen organisatie en subsidie aanvraag bij de provincie. Er worden zes kennissessies georganiseerd. Deze variëren op de vraag van de mensen. De eerste sessie is informatief, daarna wordt er ook een juridische sessie gegeven en een communicatieve. De vraag sluit aan op de vier factoren van het onderzoek. Bij iedere bijeenkomst is iemand aanwezig met kennis van zaken. (voorbeeldprojecten, Rabobank, Jurist). Bij de bijeenkomsten zijn vaak 30 tot 40 mensen aanwezig (afgevaardigden). Juridisch Nog geen sprake van geweest. Bij beschermd stadsgezicht mogen geen zonnepanelen, maar vaak willen de mensen dat zelf ook niet. Momenteel zijn ze aan het kijken op industrieterrein Hessenpoort bij de ROVA. Op de daken willen ze zonnepanelen en eventueel ook op een braak liggend terrein. Van deze energie kunnen de omliggende bedrijven ook gebruik maken. Dit speelt ook bij een boer en het Lyceum in combinatie met profiterende omwonenden. Wanneer ga je wat doen? Wat is de taak van de gemeente? Voor meer duidelijkheid zou het goed zijn om 1 subsidie regeling te hebben, maar dan vrijer of geen subsidie. 80% is bewustwording. De idealisten doen het toch wel. Mevrouw Wolf vindt subsidies over het algemeen een mooi instrument, maar inzetten om meer te bereiken. Je geeft een beetje en je krijgt veel inzet van burgers en bedrijven. Mevrouw Agterhuis vindt het een goede stimulance, maar maakt organisaties lui. (bij langdurige overheidssubsidies) als aanjaag methode werkt het goed, maar het moet niet structureel worden. Succes Succes ontstaat door wensen samen te brengen. Ze willen inwoners meer aanbieden Ontzorgen Kant en klare pakketten aanbieden. Een korte indicatie van het huis door de bus met daarbij informatie en offertes van bedrijven die het kunnen uitvoeren. Ze hopen dat buurtenergie gaat rollen en dat vervolg projecten zich aandienen, zonder dat de gemeente hier een bijdrage aanlevert. De gemeente wil wel faciliteren, bijvoorbeeld door het huren van een zaaltje en een persbericht in de krant te plaatsen. Kleine investering en het geeft de burger een steuntje in de rug, dat ze goed bezig zijn. Daarnaast zijn succesfactoren dat het stabiel moet zijn, geen nieuwe dingen. En het simpel houden, continuïteit. De gemeente speelt ook in op de bewustwording van omgang met energie. Via het project energie maakt je warm en schoolprojecten zet de gemeente hier op in. Ook zijn er zelf burgers die dit zelf belangrijk vinden. Zo is Frans Noordman bezig om zijn eigen duurzame huis te bouwen, met in de kelder een voorlichtingsruimte.
70
Samen bespaar je meer
Monitoring De gemeente heeft 22 (zeer ambitieuze) doelstellingen. Momenteel wordt nog gewerkt aan de energie visie. Dit is een plan waarin staat uitgestippeld wat er tot 2020 gaat zou moeten gebeuren om de doelen te behalen. Bij de zonnepanelen actie is per aanschaf berekend hoeveel CO2 reductie dit oplevert. Doelstellingen zijn goed, maar zijn alleen haalbaar met heel veel (subsidie) geld. Per project worden er amper doelen gesteld. Duurzaam Wonen Dit is een digitaal energieloket dat beheerst wordt door Energiewacht. Er is voor gekozen om zo min mogelijk geld in de communicatie te stoppen. Dit heeft wel tot gevolg dat niet veel mensen bewust zijn van de subsidieregeling. Financiën Subsidie duurzaam bouwen. Om in aanmerking te komen voor de subsidie 'Duurzaamheidsmaatregelen bestaande woningen' moet uw woning voor 1 januari 1996 opgeleverd zijn en bestemd zijn voor permanente bewoning en in de gemeente Zwolle staan. De subsidie bedraagt 20% van de totale kosten voor de te treffen maatregelen, met een maximum van € 2.000,- per woning. Het subsidiebudget is bestemd voor een financiële bijdrage van 20% in de kosten van duurzaamheidsmaatregelen met een maximum van € 2.000/woning en een financiële bijdrage in het maatwerkadvies (EnergiePrestatieAdvies ) van € 50/advies. De subsidieregeling duurzaam wonen is door de gemeenteraad in januari 2010 vastgesteld. Voor de subsidie en de uitvoering van de regeling is een budget van resp. € 510.000 en € 90.0000 vrijgemaakt. Er zijn in totaal 227 verzoeken om maatwerkadvies ingediend, en 175 maatwerkadviezen uitgevoerd, 88 subsidie-aanvragen ingediend en toegekend, waarvan inmiddels 31 zijn uitbetaald. Het kostenoverzicht laat zien dat er tot nu toe € 39.852 is uitgekeerd aan subsidies (inclusief de gemeentelijke bijdrage in het maatwerkadvies). Een bedrag van € 68.426 is toegezegd, maar nog niet uitbetaald. Uitvoeringskosten bedragen tot op heden € 73.095 (communicatie € 12.690, subsidieloket € 15.360, Energiewacht € 36.325, projectcoördinatie EC € 8.720). Ondanks het feit dat er veelal positieve reacties over de regeling zijn geuit, wordt er weinig gebruik gemaakt van de regeling. Het tevredenheidsonderzoek laat enkele verbeterpunten zien. Door acties van Energiewacht is de kwaliteit van de uitvoering verbeterd. Een verdere verbetering van de klantvriendelijkheid wordt nagestreefd. De uitvoeringskosten zijn in het eerste jaar van de regeling hoog geweest vanwege een intensieve inzet van diverse communicatiemiddelen: het opzetten van de gemeentelijke website Servicepunt Duurzaam Wonen en het Energieloket van Energiewacht, artikelen in de Peperbus en diverse wijkkranten, presentatie van de regeling tijdens wijkplatformbijeenkomsten en andere activiteiten. Ook is in het begin intensief contact geweest tussen gemeente en Energiewacht om betrokken medewerkers in te werken en het proces beter te stroomlijnen. De provincie werkt nu aan een duurzaamheidslening. Gemeenten zijn kritisch. Mevrouw Agterhuis is tegen, omdat rijke mensen hun spaargeld laten staan tegen bv. 3% rente en dan een lening afsluiten voor 1 tot 2% rente. Dit is op gebied van concurrentie naar de banken ook niet eerlijk. Daarnaast is het tweede speerpunt van de gemeente Zwolle om de armoede te bestrijden en dat gaan niet lukken met leningen. Ook het principe meer burger minder overheid valt hierbij in het niets. Bij een subsidie vindt geen selectie plaats of je wel in aanmerking komt qua inkomsten.
71
Samen bespaar je meer
Energielabel Meningen zijn verdeelt. Beetje onzin, want iedereen weet wat de staat van zijn huis is. Wat heb je en wat kun je doen. Daar is geen label voor nodig, want het kan ook via een site. Mevrouw Agterhuis denkt als inwoner. Onwetendheid is vaak het belangrijkste. Daarnaast kijken mensen toch naar de terugverdien tijd. Mevrouw Agterhuis is voor een subsidie op zonnepanelen. Daarnaast moet de subsidie van duurzaam wonen veranderd. De minimale uitgave kan omlaag en het percentage van het aanschaf bedrag omhoog. Bedrijven De gemeente is druk met bedrijven in overleg om afspraken te maken op het gebied van duurzaamheid. Bedrijven zijn echter al vaak verder. Nu zijn ze meer aan het kijken hoe ze de bedrijven kunnen helpen. Momenteel is mobiliteit en veel besproken onderwerp.
72
Samen bespaar je meer
Bijlage 4 Uitgewerkte interviews burgerinitiatieven Buurt team Amstelweg Soesterkwartier Amersfoort Thomas Keizer, energie ambassadeur Thomas heeft een chemische achtergrond en heeft 9 jaar bij Tauw gewerkt en werk nu bij Delarius in Utrecht. Ontstaan buurtteam De gemeente heeft in het najaar van 2010 een bijeenkomst gehouden. Deze bijeenkomst werd bekend gemaakt door de vereniging Soesterkwartier. Op deze bijeenkomst werden wartescans van de wijk toegelicht. Hier is Thomas uit interesse heen gegaan. Hier werd verteld wat de gemeente Amersfoort wil en is hij in aanraking gekomen met Yvonne. Hij wilde graag een energielabel en dat heeft hij door Yvonne laten opstellen. Toen dit gebeurde heeft hij ook gezegd dat hij wel wat wou doen, maar niet alleen. De huizen in de buurt zijn gebouwd in 1930. De straat bestaat uit 17 huizen. Het huis van Thomas had label E en heeft nu label C. Yvonne kwam met ideeën om de buurt bij elkaar te krijgen. Thomas heeft een energieborrel bij hem thuis georganiseerd en op deze bijeenkomst geïnventariseerd of en waar mensen in geïnteresseerd waren. Ze zijn uitgekomen op spouwmuurisolatie. Al snel waren ze met z’n tweeën trekker. Zelf deed Thomas mee om geld te besparen. Doordat het met de buurt geregeld werd hadden meer mensen interesse. Thomas heeft offertes aangevraagd van 3 bedrijven. 2 aangedragen vanuit de gemeente en 1 vanuit ervaringen uit een andere straat. Collectief voordeel scheelde veel. In eerste instantie waren 11 huishoudens overtuigd dat ze mee deden en een paar twijfelde nog. Door de aanvraag ging de prijs van 800 naar 600 euro p.p.. Uiteindelijk hebben 14 mensen mee gedaan. 1 huis had al geïsoleerd en 1 oudere vrouw voelde er niets voor. Het aantal van de buurt is prima, anders wordt de groep toch te groot. 32 huizen zoals in de Roerstraat is toch wel de max. Door de isolatie te koppelen met nog een aantal maatregelen kon 1/3 van de prijs via subsidie teruggevraagd worden. hierbij werd wel gezocht naar collectiviteit, maar doordat er bijvoorbeeld bij 4 ketels te veel verscheel in soort zat was dit niet mogelijk. Maar voor bepaalde maatregelen hebben mensen ook hun eigen mannetjes en hoeven. Willen ze niet collectief inkopen. Door het gezamenlijke project is het makkelijk om een vervolg project op te zetten. Gisteren is geëvalueerd en bekeken waar nog meer interesse in is. Een aantal mensen is klaar, maar sommige willen ook wel verder. Dit hoeft niet per se groot te zijn. Bijvoorbeeld kieren dichten. Naast energie dingen wordt er nu ook meer met de buurt gedaan. Zo heeft Jan voorgesteld om goten schoon te maken. Hij heeft een ladder en samen kun je elkaar helpen. Belangrijk is dat de drempel voor mensen wordt weggenomen. Ze weten vaak niet wat een maatregel kost en wat het oplevert. Ook de uitvoering is vaak niet bekend bij de bewoners. Je kunt altijd denken ‘baat het niet dan schaad het niet’. Vaak is het eerste argument om energie te besparen geld. Thomas heeft alleen contact met de gemeente gehad via Yvonne en op de eerste bijeenkomstavond voor de hele buurt. Op de bijeenkomst waren ook aannemers. Thomas heeft niet gekozen voor de totale ontzorging die door de gemeente werd aangeboden, want dan kon je niet zelf je isolatie materiaal kiezen. In een andere straat had iemand het totaalpakket gewonnen en deze persoon kon ook niet zelf kiezen wel isolatiemateriaal werd gekozen. Voor de energieborrel zijn Thomas en Jan langs de deuren gegaan om er zeker van te zijn dat iedereen op de hoogte was en niemand werd buiten gesloten. Tijdens de energieborrel bij
73
Samen bespaar je meer
Thomas was Yvonne aanwezig. Zij had ervaringsmateriaal uit haar eigen straat mee en van spouwisolatie. Het team neemt de hobbels voor de bewoners weg. Dat Yvonne in de wijk woont versnelt het proces. Het traject van mensen betrekken en offertes aanvragen heeft 3 maanden geduurd. Het moet vooral prioriteit worden. mensen moeten het willen. Het verschil tussen een buurtteam en de vereniging is dat de vereniging nog verder gaat. Zij willen een windmolen een duurzame woningen ontwikkelen. Dit gaat Thomas te ver. Wel goed dat ze er zijn, want hierdoor worden mensen getriggerd en op de hoogte van het onderwerp. De groep heeft ook invloed op gemeente plannen. Het zijn mensen die iets willen. De wijk is ook bewust van een leefbaar gebied. Zo vinden veel mensen dat de kinderen naar de school in de wijk moeten. Het idee is er nu om zonnepanelen in te kopen voor op de scholen. In de straat willen ze ook kijken wat de mogelijkheden zijn voor zonnepanelen in de wijk. Hierbij staat Thomas meer op de achtergrond en neemt Jan juist het voortouw. Zo kan er makkelijk van trekker gewisseld worden. Je moet niet verplicht worden om alles te trekken. Iemand als Yvonne is heel belangrijk. Zij weet van alle straten wat er speelt en hoever ze zijn. Ze heeft hier een folder van gemaakt. Zij koppelt straten ook aan elkaar als ze met hetzelfde onderwerp bezig zijn of om juist opgedane ervaring over te dragen. Vanuit de gemeente is iemand langs alle huizen geweest om het gratis energielabel aan de man te brengen. Er zijn echter veel negatieve berichten gekomen, omdat het label niet duidelijk was. Na het project hebben wel veel mensen een herkeuring van het label aangevraagd. Thomas denkt dat dit komt omdat de klus te gehaast was vanuit de gemeente. Dat er meer aanvragen binnen kwamen dan dat ze aankonden. Als monitoring heeft de straat zelf de verbruikcijfers van 2010 en 2011 naast elkaar gelegd. Je merkt dat er veel verschil in verbruik zit. Je krijgt je eigen afschrijving wel, maar je weet eigenlijk niet wat gemiddeld is. Gezinnen met jeugdige kinderen zijn de grootste verbruikers. Vervolg onderwerpen waar interesse in is zijn: zonnepanelen Kierdichting Gedragsverandering Mensen moeten het zelf doen, maar het helpt wel als een straatambassadeur, gemeente of overheid ook stimuleert. Op een bijeenkomst leer je van elkaar. Waarom zit er verschil in labels en energieverbruik en hoe doe jij dat, je leert handigheidjes van elkaar. Het eerste project wekt interesse en motivatie om meer te besparen. Het zet je aan het nadenken. Hierbij kun je zelf kiezen of je voor goedkope stroom gaat of voor groene stroom. Een netwerk om van elkaar te leren. Bijvoorbeeld met een aannemer. Je kijkt eerst wie is het goedkoopst, maar daarna is het ook fijn als je van mensen hoort dat hij goed werk aflevert en je plantjes in de tuin heel houdt. Succesfactor: Met z’n tweeen ambassadeur is wel fijn. Je ondersteunt en motiveert elkaar. Energieborrel op straatniveau Tijdslijn bekend Voorlichting, bijvoorbeeld door een Yvonne (dus gemeente faciliteerd!!) Yvonne als achtervang, als je iets niet weet kun je aankloppen Het is belangrijk dat niemand wordt buitengesloten, maar ook dat mensen niet worden verplicht om deel te nemen. Een ambassadeur moet zelf interesse hebben, je kunt de functie niet opleggen.
74
Samen bespaar je meer
Buurtteam Amelterhout Esther de Jong, Buurtteam De wijk Amelterhout ligt in de gemeente Assen en bevat 124 huishoudens. Het team is gevormd door een enquête van de milieufederatie en de gemeente. Hierin werd gedetailleerd gevraagd wat bewoners al gedaan handen aan hun huis en of ze nog meer zouden willen doen. Daarnaast was er ook de vraag of je in het buurtteam wilde. Na de enquête per post zijn er ook studenten huis aan huis langs geweest om de enquêtes af te nemen bij de mensen die niet gereageerd hadden. De gemeente heeft de eerste bijeenkomst voor het buurtteam verzorgd. 10 mensen hadden aangegeven eventueel wel in het buurtteam te willen, uiteindelijk zijn er 6 mensen in het buurtteam gegaan. Mensen uit Balinge hebben een presentatie gegeven en M. van Dalfsen heeft uitleg over het project en het buurtteam gegeven. Het project in Amelterhout is een pilot project, als het goed gaat wordt het uitgerold naar andere wijken. De milieufederatie komt met praktisch ideeën en de gemeente ondersteund financieel en met connecties. De eerste actie begon na de zomervakantie van 2011 en was een gratis maatwerkadvies. Dit moest snel, want er was maar subsidie tot december. Hieraan is bekendheid gegeven door tentfeest. Door middel van de nieuwsbrief werden mensen op de hoogte gebracht. Op tentfeest werd het buurtteam voorgesteld, activiteiten voor kinderen. Mensen konden zich hier inschrijven voor het maatwerkadvies. Die dag hebben 78 mensen zich aangemeld voor het maatwerkadvies. In overleg met het buurteam is een maatwerkadviseur geselecteerd. De bewoners vinden het belangrijk dat ze zelf de keuze houden voor de bedrijven die ze straks inhuren om de maatregelen uit te laten voeren. Als adviseur hebben ze gekozen voor ENN, zij zijn niet gebonden aan installatiebedrijven. Een week voordat de sluiting van de maatwerkadviezen was hebben ze nog een herinnering door de bus gedaan. De buurt heeft ervoor gekozen om alles per post te bezorgen, zodat iedereen bereikbaar is. Er wonen ook oudere mensen in de wijk, die geen computer hebben. Dit is in een wijk van 125 huishoudens goed te doen. Vandaag zijn de laatste tafelgesprekken aan de hand van de maatwerkadviezen geweest. Hieruit bleek dat 80% van de deelnemers bereidt is om investeringen te doen. De meeste woningen hebben label C of D. Het is een fijne buurt met geen grote wegen en mensen blijven er langer wonen. De woningen zijn allemaal rond de 70tiger jaren gebouwd. Voor een vervolg bijeenkomst wordt de groep in 4en gedeeld, zodat de informatie goed besproken kan worden. Tijdens deze bijeenkomsten willen ze informatie geven over mogelijke manieren van isolatie. Hierbij zal ENN aanwezig moeten zijn om inhoudelijk informatie te geven. Na de bijeenkomsten willen ze precieze aantallen van mensen hebben die mee willen doen en ook wat voor soort isolatie ze willen. Hierna zullen ze gericht offertes aan gaan vragen bij bedrijven. Hiervan verwachten ze zeker een scherp tarief, collectieve korting. Het buurtteam heeft zelfs weinig kennis, maar is wel heel enthousiast. Zij hebben dan ook hulp nodig. de gemeente geeft aan dat ze het liefst ziet dat ze lokale partijen betrekken bij de uitvoering van het project. Het buurtteam wordt zelf ook al benaderd door bedrijven. De taak van het buurtteam is om mensen bij elkaar te brengen en informatie over te brengen. Ontzorgen! Daarnaast vinden mensen het sociale aspect ook heel leuk. Momenteel moet er ecologisch onderzoek worden gedaan, omdat ze spouw en dakisolatie willen toepassen. Hierbij komt de flora en fauna wet kijken. Door te isoleren verliezen vogels en vleermuizen hun schuil/broed plaatsen. Hiervoor zal een seizoen onderzoek moeten worden
75
Samen bespaar je meer
gedaan om te inventariseren. Dit kan de uitvoering in de weg komen te liggen. De gemeente betaald dit onderzoek wel en als het nodig is betalen ze ook de broedkasten die ter vervanging geplaatst zouden moeten worden. Dubbele beglazing en nieuwe kozijnen kunnen sowieso worden aangeschaft. Een belangrijk aspect is dat de subsidieaanvraag maar 1 jaar geldig is. Het team handelt stap voor stap. Gebaseerd op het resultaat van de vorige stap nemen ze beslissingen voor de volgende stap. De gemeente legt hierbij het initiatief bij de burgers. De gemeente stelt budget beschikbaar voor het organiseren van bijeenkomsten. Dit geld moet door het buurtteam wel gepast uitgegeven worden. Het liefst organiseren ze bijeenkomsten in de wijk, maar er is geen buurthuis om dit te doen een tent biedt niet altijd uitkomst. Esther vindt het ook meer dan normaal dat de gemeente de kosten voor de bijeenkomst, het onderzoek, ENN als deze aanwezig is op bijeenkomsten en flyers en dergelijke betaald. Burgers eisen wel keuzevrijheid voor deelname en voor uit te voeren maatregelen en door wie. Van bedrijven verwachten ze korting en slimme deals. Hierbij is duurzaam handelen belangrijk. Bij de offerte aanvraag is ENN nog nodig om dit traject te begeleiden. Belangrijk is dat het tempo erin blijft. Mensen blijven benaderen en het contact onderhouden. Succes Esther denkt zelf en heeft horen zeggen dat het samen iets doen in de wijk met persoonlijk voordeel een belangrijk aspect van een goed project is. De nieuwsbrief slaat goed aan en wordt gelezen. Het sociale aspect is ook positief, mensen vinden het leuk om elkaar weer te spreken Ook de vrijblijvendheid en keuze vrijheid vinden mensen belangrijk. Er zit verschil in mensen die mee doen. Je hebt actieve mensen en mensen die meedoen voor de ondersteuning. Zelf snappen ze het niet, maar doordat anderen het regelen is het ook voor hun mogelijk om deel te nemen. Geld is leuk. De subsidieregeling is belangrijk, maar ze weet niet of het doorslaggevend is. duurzaamheidslening is bij Esther onbekend. Omvang De wijk ligt bij elkaar en wordt niet onderbroken door grote wegen. De mensen in de wijk wonen ook in de wijk. Praktisch gezien lijkt het Esther niet mogelijk om een grotere wijk op deze manier op te zetten. Het huis aan huis bezorgen van informatie kost dan teveel tijd. Het sociale aspect wordt ook een stuk minder, omdat je toch niet zo dicht bij elkaar woont. Het werkt zeer stimulerend als mensen positief op de actie reageren! Zonnehoven E-mail reactie A. Ros Dag Marianne, Onze taakgroep is inmiddels gestopt na 2,5 jaar hard werken en groot succes ondertussen gestopt. Je vind al onze beweegredenen en onze hele geschiedenis inclusief succes- en faalfactoren op onze website. Als je de blog volgt zie je onze hele ontwikkeling voorbij trekken. Met foto's, filmpjes, verslagen en al. Mooier kun je het niet hebben zou ik zeggen en het is open en gratis voor iedereen. Waardestijging van ons huis heeft trouwens geen rol van betekenis gespeeld. We hebben wel belangrijkere zaken aan ons hoofd zal ik maar zeggen ;-) De belangrijkste is de toekomst veilig te stellen voor ons, onze kinderen en onze kleinkinderen. Ik hoop dat je je in je onderzoek niet veel door commercie en marketing laat leiden maar
76
Samen bespaar je meer
je realiseert dat de ongeremde groei in welvaart en luxe waarop de huidige economie gebaseerd is, dat die in werkelijkheid eindig is omdat de grondstoffen, de fossiele energie en onze natuurlijke hulpbronnen uitgeput raken. De komende tientallen jaren zul je er dus op moeten instellen dat we met steeds minder moeten zien rond te komen. Jouw generatie en die van jouw kinderen, zullen die transitie aan den lijve mee gaan maken. Mijn generatie (50+) heeft de dure plicht jullie daar zo goed en zo kwaad als het gaat bij te helpen. Zonnehoven heeft daarvoor in ieder geval zijn best voor gedaan Neem van onze site wat je nodig hebt, er is genoeg :-) Hartelijke zonnegroeten, Adri Ros Hooghalen Duurzaam Ton van Ewijk Werk: energiebesparing adviesbedrijf. Te veel energie terug dringen (Groningen) Project: Hooghalen Duurzaam Doel: 2020 CO2 en energie neutraal. Ze willen een bijdrage leveren aan het klimaat. Onafhankelijk worden van energiebedrijven. Op dit moment gaat het vanuit gemeentelijke en landelijke initiatieven te langzaam. Omvang: +/- 600 huizen en tussen de 1200 en 1300 inwoners Het dorpshuis Haolerhoes is de centrale plek geworden voor de inwoners om voorlichting te krijgen over het project, er worden o.a. cursussen duurzaamheid aan de buurtacademie gegeven. De project groep bestaat uit 5 werkgroepen: Communicatie School/ jeugd Isolatie (buitenkant huis, schil) Duurzame energie, zon wind en warmte en dan vooral op technische aspecten Collectiviteit In iedere werkgroep zitten +/- 4 mensen. Ze komen maandelijks bij elkaar. De projectgroep is bekend geworden door communicatie via bijeenkomsten, voorlichtingen, energie markten, dorpskrant, website en via de school. Ze kiezen voor een schema aanpak. Eerst voorlichting, kennis is belangrijk. Daarna pas duurzame lokale energie opwekking. Gemeente Op dit moment faciliteerd de gemeente. Maar er zijn ook barrières. De gemeente heeft een plan voor een nieuwe woonwijk. Hierbij hebben ze geen rekening gehouden met de ligging van de woningen ten opzichte van de zon. In het bestemmingsplan staat wel advies voor nieuwe wijken, maar dit is niet bindend. Er zou een wet moeten komen die verplicht stelt dat er energiezuinig gebouwd moet worden. In projecten kan de gemeente de volgende rol op zich nemen: Faciliteren Bijeenkomsten organiseren Netwerk gebruik
77
Samen bespaar je meer
Collectief inkopen, maar daarbij lettent op de kwaliteit van het bedrijf. Zijn ze C2C? Liever iets duurder en duurzamer, dan automatisch de goedkoopste kiezen. De projectgroep zelf laten kiezen wat er gebeurt en gemeente geeft goedkeuring. Bedrijven Bedrijven moeten goede/duurzame producten produceren. Dit gaat hand-in-hand met de nieuwe industrie. Als er in de buurt geen duurzame bedrijven zijn, dan bedrijven van verder af betrekken, die wel volgens MVO werken. Bedrijven zouden ook betrokken moeten zijn bij voorlichtingen voor bewoners en op scholen. Randvoorwaarden voor burgerinitiatieven Het moet uit zichzelf ontstaan van onderaf Leren van andere projecten Gemeenten moet de initiatieven ondersteunen en kan de groepen in contact brengen met andere succesvolle burgerinitiatieven. Op kleine schaal is wel belangrijk. Hooghalen Duurzaam heeft boeren die velden beschikbaar stellen voor zonnepanelen. Hiervoor moet de gemeente dan wel toestemming geven, want door het bestemmingsplan kan het niet. Energielabel Een energielabel is prima, maar de beste motivatie om energie te besparen is energiebelasting. Zo worden mensen bewust van hun energieverbruik. Financiën Op een creatieve manier omgaan met financiering. Bijvoorbeeld energiepanelen op je dak laten betalen door het bedrijf zelf. Vast bedrag betalen aan het bedrijf en na zoveel jaar zijn de panelen van jou. Voorlichting en bewustwording is momenteel het belangrijkste. Nu is Hooghalen Duurzaam nog een stichting, als processen geld gaan opbrengen zullen ze een vereniging worden. Zelf is Ton bezig met de I-care koppelen aan de slimme meter. http://et.ewi.utwente.nl/projects Klimaatstraatfeest Jasmijnstraat Gennep Harm Otten De HIER klimaatcampagne is een initiatief van ruim dertig maatschappelijke organisaties die de samenleving willen betrekken bij de oplossing van het klimaatprobleem. Het doel van het klimaatstraatfeest is om gewone mensen in gewone straten actief te betrekken bij de oplossing van het klimaatprobleem. Om zo meer energiebesparing te realiseren in woningen en klimaatvriendelijk gedrag tot de logische sociale norm te maken. Hierbij staan gezelligheid, energie en geld besparen centraal. Dit jaar is de Jasmijnstraat 5e van Nederland geworden. De Jasmijnstraat bestaat uit 16 huishoudens, waarvan 13 mee hebben gedaan. De huizen zijn gebouwd tussen 1970 en 1988 en er is een mix van huur en koop. Vorig jaar heeft de straat ook deelgenomen en dit jaar zijn ze door de organisatie van het klimaatstraatfeest uitgenodigd om een voortrekkersrol te bekleden. Eén van de doelen hiervan was om meer straten binnen de gemeente te betrekken bij het klimaatstraatfeest. Hiervoor zijn 250 flyers van het klimaatstraatfeest met een uitnodiging voor een bijeenkomst bij mensen door de bus gedaan en is iedereen ook via de krant
78
Samen bespaar je meer
uitgenodigd voor een bijeenkomst. Het buurthuis was afgehuurd, maar hier kwam helaas maar een handje vol mensen op af. Ook de gemeente kan laten zien dat ze het klimaatstraat steunen. Meneer Otten heeft de gemeente via verschillende personen benaderd om ze te overtuigen dit jaar weer mee te doen. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen want de gemeente heeft zich opgegeven voor het klimaatstraatfeest. Hierdoor verdienen de straten uit de gemeente extra punten. Dit jaar was het makkelijker om de straatbewoners te betrekken, omdat ze wisten wat het inhield omdat ze vorig jaar al hadden meegedaan. De acties zijn ingedeeld in verschillende categorieën: - Gas besparing - Stroom besparing - Publiciteit zoeken - Vervoer - Voeding De Jasmijnstraat heeft voor alle categorieën wel een activiteit georganiseerd. De acties kunnen sterk variëren en bewustwordingsacties leveren vaak meer punten op dan bijvoorbeeld het plaatsen van zonnepanelen. Een voorbeeld van bewustwording is het Earth hour. De buurt moet tijdens het Earth hour met de hele straat op de foto. Hiervoor moeten mensen toch bij elkaar komen. Alleen het uurtje het licht uit bespaard niet veel energie, maar juist het bij elkaar zijn en er over praten speelt in op de bewustwording van mensen. Ze hebben acties van vorig jaar herhaald, maar juist ook nieuwe acties bedacht. De banden op spanning actie werkt ook altijd goed, omdat je bij mensen thuis komt en een praatje maakt. Dit ziet meneer Otten dan ook als het positieve aspect van het klimaatstraatfeest. Je leert elkaar beter kennen en loopt makkelijker bij elkaar binnen. In deze tijd van individualisering is dat belangrijk. Dit werkt beter dan een flyer, omdat dat toch vaak onder de categorie reclame valt. In de hele gemeente Gennep hebben dit jaar 15 straten mee gedaan. Dit komt deels doordat meneer Otten zijn familie in andere straten heeft gemotiveerd om deel te nemen en doordat er wekelijks een stukje in de lokale krant stond met een update. Vorig jaar waren dit er +/- 10. Meneer Otten zoekt het contact tussen de straten wel op waar mogelijk. Samen met 3 straten is een stand met zonnepanelen en elektrische auto’s opgesteld die aanwezig was op het evenement Gennep on wheels. Dit was zeer succesvol. Hierbij komen de mensen die interesse hebben vanzelf naar de stand toe. Betrokkenheid gemeente De betrokkenheid vanuit de gemeente voor duurzaamheid is kan beter. Vanuit de groep DDG (denktank duurzaam Gennep) waar Meneer Otten onderdeel van uitmaakt is het Milieubeleidsplan van de gemeente opgevraagd. Dit jaar wordt door een externe partij een nieuw plan opgesteld. Hierbij wil de gemeente wel gebruik maken van de input van de groep. Momenteel is er 1 persoon binnen de gemeente actief voor duurzame projecten, maar deze heeft maar 10 uur per week tijd voor deze onderwerpen. Na het klimaatfeest Zelf was meneer Otten al actief met energiebesparing en zal hier na het klimaatfeest ook mee door gaan. Er zijn gratis thermografische foto’s van de straat gemaakt en men is nu bezig om de woningbond en de woningcorporaties aan te spreken om isolatiemaatregelen toe te passen. De huurders willen wel, maar de corporatie moet ook willen. In Groningen is er een woningcorporatie die zonnepanelen op al hun huurwoningen wil gaan plaatsen. Hierdoor gaat de huur van de huizen iets omhoog, maar besparen de mensen op hun energierekening. Ook
79
Samen bespaar je meer
informatie verstrekken blijft belangrijk, zoals bijvoorbeeld het zuinig instellen van de CV-ketel zodat hij minder energie verbruikt. De Jasmijnstraat is goed bezig, want ze zijn uitgenodigd voor een gesprek met de commissaris van de koningin samen met nog 2 verenigingen. De commissaris was zeer te spreken en liet zelfs in een twitterbericht weten dat hij was overtuigd . Waarom meneer Otten mee doet Klimaatdoel, sociaal aspect en proberen andere mensen te prikkelen om ook energie te besparen. Wat is er nodig om meer mensen te betrekken. Meneer Otten heeft met de directeur van het klimaatstraatfeest gesproken. Deze zitten hier nu ook over na te denken, omdat ze willen blijven groeien. Zelf hebben ze nog geen beeld over hoe dit zou kunnen. Het is al laagdrempelig en ze werken al met cadeaus. Misschien is het wel een suggestie om het lokaler te organiseren. Zo is in Gennep via de krant bijgehouden hoeveel punten de straten hadden. Het is een terugkomend artikel en het werkt stimulerend voor de straten om elkaar in te halen. Ook een groter onderscheid in prijzen kan misschien helpen. Nu is er 1 hoofdprijs en 500 2e prijzen. Iedereen krijgt namelijk een bbq als de straat tot de beste 500 van Nederland behoord. Degene die 2 e is geworden heeft echter meer punten en dus meer inzet getoond dan degene op plaats 499. Prijzen zouden misschien ook per provincie of gemeente opgezet kunnen worden, was een suggestie van de directeur van het klimaatstraatfeest. Maatregelen Isolatie en zonnepanelen leveren ook punten op voor het klimaatstraatfeest. Het zou volgens meneer Otten goed zijn om pakketten te maken, zodat mensen weten wat het kost en wat het oplevert. Op zonnepanelen is in Limburg nog subsidie. Een particulier heeft het initiatief genomen om deze via ontzorging aan mensen aan te bieden. Een burger heeft dit met een leverancier kortgesloten. Nu wordt gekeken hoe de gemeente bij een eventuele tweede ronde betrokken kan worden, omdat dit volgens meneer Otten een taak van de gemeente is. Monitoring De monitoring van het klimaatstraatfeest loopt via de site en door middel van een puntensysteem. Het zou mogelijk zijn om acties te koppelen aan CO2 besparing, maar het klimaatstraatfeest stimuleert ook de bewustwording, en dat is moeilijk in CO2 uit te drukken. Bedrijven Het is meneer Otten op eigen initiatief gelukt om gratis thermografische foto’s van de huizen in de Jasmijnstraat te laten maken. Verder zijn er geen bedrijven naar hen toegekomen met aanbiedingen. Hij heeft geprobeerd om de woningcorporatie te betrekken door een goudenster corporatie te worden. Dit koste de woningcorporatie echter te veel geld. Wel hebben ze de Jasmijnstraat gesponsord met 500 euro. Ook heeft de lokale bakker een taart voor de straat gebakken. Het klimaatstraatfeest kort samengevat door meneer Otten: Bewoners bewust maken van het klimaatprobleem op een positieve manier. Duurzaam Balinge Ger Nobel Doelgroep Het project gebied ligt in de Broekstreek. Deze bestaat uit 3 streken, waarvan duurzaam
80
Samen bespaar je meer
Balinge 1 streek is. Het heeft 112 inwoners verdeeld over 37 huishoudens. De mensen die in Balinge wonen, wonen er voor langere tijd. Dit is wel een succesfactor. Oude mensen doen al minder snel mee, omdat ze de tijd tot het terugverdienen misschien niet uitzitten. 7 jaar geleden merkte Ger dat er veel mensen allemaal individueel bezig waren met energiebesparing. Daarom hebben ze een brainstormsessie georganiseerd. Hieruit kwamen in eerste instantie 6 werkgroepen. Dit was wel heel ambitieus en daarom zijn er 2 werkgroepen gevormd. De werkgroep energie en de werkgroep onderhoud houtsingels en kleine paden. Beide werkgroepen bestaan uit 8 personen, waarvan 2 of 3 bij beide werkgroepen zitten. De werkgroep houtsingels heeft daarnaast nog 20 mensen voor de uitvoering. Doel Een bijdrage leveren aan het verduurzamen van het dorp. Ieder persoon interpreteert dit doel anders. Er zijn mensen die streven naar een dorp zonder afhankelijk te zijn van gas en stroom. Het is een lange weg, maar er wordt op een realistische manier gekeken wat mogelijk is. Het moet wel rendabel wezen. Communicatie Iedere groep vergaderd regelmatig. Op 16 december 2011 hebben ze een vereniging opgericht. Alleen mensen die bij de vereniging zijn aangesloten hebben stemrecht. Iedereen is vrij om deel te nemen aan acties en projecten, maar als je geen lid bent heb je verder geen recht van spreken. Het bestuur is er om voor geld te zorgen, maar ook om het onder te brengen bij de juiste werkgroep en project. De beslissingen worden wel zoveel mogelijk van onderaf genomen. Verder verloopt de communicatie door een briefje in de bus. Daarnaast komt er iedere maand een stukje in de buurtkrant die verspreid wordt door het plaatselijk belang. Drijfveer Er zijn mensen die vanuit de ideologie handelen. Ander mensen vinden techniek leuk en andere doen het omdat ze de prijzen van gas en elektra te hoog vinden en willen besparen. Samenwerking ER is een goede samenwerking met Natuurmonumenten. Zij hebben 8 mensen opgeleid om hout te kappen en geven ondersteuning en middelen om de singels te onderhouden. Er zijn namelijk strenge regels om te mogen kappen. Er is een overeenkomst dat er voor 10 jaar gekapt mag worden. Hiervoor heeft duurzaam Balinge een flora en fauna onderzoek voor natuurmonumenten gedaan. het hout wat hierdoor vrij komt kan gebruikt worden door mensen met een houtkachel die bij sommige mensen is aangesloten op de cv. De werkgroepen hebben een synergetische werking. Dat is ook een randvoorwaarde voor de werkgroepen. Eerst was er ook een werkgroep voor landbouw, maar hier waren eerder irritaties dan dat het een toevoeging voor de andere werkgroepen was. Daarom is afgezien van deze werkgroep. De vereniging wil geen scheidsrechter worden tussen verschillende werkgroepen. Verder is er ook goed contact met de gemeente. Het nadeel van de gemeente is alleen dat ze in natura faciliteren. Het zou mooi zijn als ze ook geld zouden krijgen. Er is namelijk een regeling bij de gemeente dat een project recht heeft op 1000 euro, maar Balinge viel hier niet onder, want dan zijn ze in strijd met de KvK. Balinge heeft bijvoorbeeld voor 5000 euro ledlampen laten plaatsen bij Mantinge, maar de winst (minder energiekosten) gaat naar de gemeente. Ook is er geïnvesteerd in zonnepanelen, maar deze opbrengst is voor het plaatselijk belang. Ook is er goed contact met de milieufederatie. Deze brengt Balinge in contact met andere actieve projecten. Dit is goed, maar duurzaam Balinge wil geen onderdeel worden van een groter geheel, want dan wordt er meer gepraat dan gedaan. De kracht van Duurzaam Balinge is juist dat ze snel kunnen handelen en inspringen op actuele thema’s. Met het plaatselijk belang is niet zo’n goede samenwerking. Zij zien duurzaam Balinge als bedreiging. Toch plaatsen ze wel de iedere maand de informatie van duurzaam Balinge in het plaatselijk krantje. Ger ziet duurzaam Balinge niet al concurrentie voor het plaatselijk belang.
81
Samen bespaar je meer
Financiën Er zijn opstartkosten gemaakt en deze zijn nu betaald door privé personen. Ze hadden wel iets meer steun van de gemeente verwacht om te kunnen blijven bestaan. Een subsidie is mooi. De terugverdientijd van de zonneboilers is nu te lang, maar met de subsidie werd het rendabel. Voor PVcellen is subsidie haast niet nodig, want die zijn binnen +/- 10 jaar terug te verdienen, mede door de saldering. Je hebt een rendement van 10% op je geïnvesteerde geld. Het positieve van een lening is dat het als revolving fund kan dienen. Het biedt een uitkomst om mensen over de streep te trekken. Daarnaast heeft Ger nog wel de vraag wat er met investeringen van een gemeente of andere instelling nog meer bereikt kan worden. Zo worden er grote feesten georganiseerd die veel geld kosten. Dit geld kan waarschijnlijk veel beter gebruikt worden. Filosofie Klein! Als mensen uit andere dorpen mee willen doen mogen ze lid worden. Maar Duurzaam Balinge neemt ze niet op de rug. Ze willen andere dorpen wel adviseren, maar niet voor hen organiseren. Ger heeft bijvoorbeeld veel zonneboilers aangelegd. Dat doe je wel voor je buren, maar niet ook nog voor een dorp ernaast. Alle energiebesparende maatregelen die zijn aangeschaft zijn zelf geïnstalleerd. 1 iemand uit Balinge heeft meegedaan aan het isolatie project van de gemeente Midden-Drenthe. De vereniging gaat naar bijeenkomsten waar innovaties worden besproken en kijken waar ze bij aan kunnen sluiten. ZO zijn ze naar het Drentse energieorganisatie geweest. Ze hebben een regeling dat je bij een investering van 100.000 euro de helft terug krijgt. In Balinge komen ze hier niet voor in aanmerking, maar ze gaan er wel heen om te luisteren. Zo zijn ze ook betrokken bij de organisatie Windvogel. Ze willen graag af van de saldering, zodat boeren kunnen investeren in zonnepanelen en de energie hiervan gelijk aan de burgers kunnen leveren. Wetgeving In Balinge hebben ze nog nooit rekening gehouden met wetgeving. De EPA adviseur heeft hier ook nooit op gewezen. Dit zou wel een taak van een adviseur moeten zijn. Klimaatstraatfeest Dit jaar is Balinge weer eerste van Drenthe geworden. Hier zijn ze niet trots op, want ze hadden gehoopt dat ze een straat in Beilen zo hadden kunnen inspireren dat zij zouden winnen. Het klimaatstraatfeest is een goede manier om mensen te mobiliseren, maar het wordt nu ook meer een overgeorganiseerde organisatie. Waar komt het geld vandaan en wat zou je ook met het geld kunnen doen. Ook een klimaatstraatfeest moet blijven vernieuwen en inspelen op de ontwikkelen. Succesfactor Gewoon doorgaan. Mensen raken wel verzadigd, dus je moet nieuwe dingen blijven doen en inspelen op wat er speelt. Samen dingen doen. Samenhorigheid. Mensen die vroeger niet mee deden doen nu ook mee en komen uit een isolement.
82
Samen bespaar je meer
Bijlage 5 Enquête deelnemende huiseigenaren vraag en antwoord
83
Samen bespaar je meer
84
Samen bespaar je meer
85
Samen bespaar je meer
86
Samen bespaar je meer
87
Samen bespaar je meer
88
Samen bespaar je meer
89
Samen bespaar je meer
90
Samen bespaar je meer
Bijlage 6 Enquête niet-deelnemende huiseigenaren vraag en antwoord
91
Samen bespaar je meer
92
Samen bespaar je meer
93
Samen bespaar je meer
94
Samen bespaar je meer
95
Samen bespaar je meer
96
Samen bespaar je meer
97
Samen bespaar je meer
Bijlage 7 Uitgewerkte interviews bedrijven AgentschapNL Energie en Klimaat Ruud van Gisteren, Blok-voor-Blok Ruud is vanaf 1980 werkzaam bij Agentschap. Eerst voor energiebesparing in Rijksgebouwen zelf en daarna voor het klimaatbeleid voor gemeenten. Nu is het bezig met Blok-voor-Blok. Vanuit het ministerie BZK is de opdracht voor Blok-voor-Blok gekomen. BZK gaat voor werkgelegenheid en het verlagen van de energielasten van de burgers. Het doel hiervan was het probleem van slechte communicatie tussen bedrijven oplossen. Hierdoor hopen ze voor de burger het proces van energiebesparende maatregelen duidelijker en makkelijker te maken. Een consortia kon zich inschrijven en maakte kans op 5 ton voor organisatie kosten. Er waren 23 aanvragen en 13 zijn er gehonoreerd. Daarnaast is er voor provincie Overijssel ook geld beschikbaar gesteld. Vorig jaar heeft Ruud in de selectiecommissie gezeten. In de selectie is gekozen voor verschillende aanpakken en daarbij is gekeken wat AgentschapNL denkt wat werkt. Zo zet Amersfoort in op burgerparticipatie en Tilburg op een garantiefonds voor de burgers. In 2012 is blok voor blok officieel gestart. Op deze manier hopen ze zoveel mogelijk burgers aan te spreken. Ze zitten nu in de fase hoe ze de eerste 1000 huishoudens kunnen betrekken. Marketing is hierbij heel belangrijk. Amersfoort heeft hiervoor een voor selectie van de wijken gemaakt en daar een wijkcontainer neergezet als informatie centrum. Waarom 2000 woningen? Eerst wilde BZK 4000 woningen. Na overleg met potentiële deelnemers kwam naar voren dat dit te ambitieus was in 3 jaar. Zij achten 2000 wel haalbaar. Energielabel In 2020 moet er klimaatneutraal worden gebouwd. Het verplichte energielabel voor woningcorporaties heeft een goed beeld op geleverd van de huidige staat van woningen. +/- 1/3 van de 7 miljoen woningen in Nederland hebben nu een label. Er is veel gedoe geweest van met het energielabel, maar vanaf 1 januari 2013 gaat er ook echt gesanctioneerd worden. De verkopende partij moet zorgen dat er een label beschikbaar is. Het energielabel is op de markt gebracht om meer energetisch inzicht te krijgen. Bij bvb is het niet nodig om van te voren een officieel label af te geven. Dit was eerste wel het idee, maar gebleken is dat dit niet nodig is. Er is een BRL-richtlijn opgesteld waar het label aan moet voldoen, maar de uitvoering kan per inspecteur verschillen. Aan het einde van bvb moeten wel alle mensen een energielabel hebben. Dit moeten bedrijven slim verwerken in hun pakket, zodat de consument niet doorheeft dat hij achteraf nog kosten moet maken voor een label. Want als je je huis niet binnen 10 jaar wil verkopen is een label niet noodzakelijk. De monitoring van bvb vindt grotendeels plaats door middel van labeling. Een energielabel is een plaatje, maar een maatwerkadvies is waar het om draait. Amersfoort heeft aan de markt gevraagd om het maatwerkadvies te verbeteren. Nu is er een serie van 5 soorten adviezen. Hierdoor hopen ze een instrument te hebben waarin bewoners + bedrijven meer duidelijkheid kunnen krijgen en bieden. Opgezet vanuit de 5P’s Product (het fysieke product of dienst, verpakking, service, garantie, exclusiviteit etc.) Plaats (transport, distributiekanaal, opslag, informatie) Prijs (de prijs van het product)
98
Samen bespaar je meer
Promotie (reclame, pr, sales promotion, persoonlijke verkoop etc.) Personeel Financiering Er was 1,4 miljard duurzaamheidsgeld, maar er wordt op bezuinigd. Hierdoor is er een banenverlies, want subsidieregelingen zijn niet meer nodig. Het geld wat er is wordt gebruikt als smeergeld. De consortia hebben geld gekregen voor de realisatie van de projecten. Tilburg geeft de burger garantie door middel van een garantiefonds. Als de maatregel niet het gewenste resultaat oplevert is er de mogelijkheid tot garantie. Partijen moeten slim met hun geld omgaan. Een marketingtool maken. Het geld mag gebruikt worden als communicatie tool, dus 50 gratis maatwerkadviezen, maar het geld mag niet maar zo als subsidie of cadeautje aan de burgers worden weg gegeven. Tijd Het project moet binnen drie jaar, want anders haalt Nederland de klimaatdoelen niet. Mensen moeten verleidt worden en de bedrijven in Nederland moeten dat gaan inzien. Deelname Projecten gaan er vanuit dat 10% van een groep mee doet aan het project. Bij burgerparticipatie denkt men dat zelfs een groep tot 50% van de buurt zal deelnemen. Bij woningbouwcorporaties moet 70% meedoen voordat er überhaupt mag worden uitgevoerd, dit helpt bij de gemiddelde cijfers voor deelname aan projecten. Er is een groep mensen die denkt dat zonnepanelen hot zijn. Zichtbare energie. Daarvoor is bvb niet bedoeld. Het gaat uit van de triasenergetica, dus eerst energie besparen. Ze willen in het project graag bewezen technieken toepassen. Alle partijen moeten samenwerken. Andere partijen Naast bvb zijn ook er ook meer partijen actief met energie besparing. Zo is er de SEV en MmM als bekendste, maar ook GEN, TTGO en Bouwteam zijn actief. Ruud probeert deze en overige partijen op te sporen en te kijken of er overlap is. Zo krijgen andere partijen namelijk ook geld vanuit BZK voor het project bvb. Hier weet het bvb team weer niets vanaf, waardoor er onduidelijkheid optreed. Waar staat MmM nu? MmM is opgezet om opdrachten van AgentschapNL uit te voeren. Op dit moment krijgt MmM geen geld meer van AgentschapNL en is het een commerciële partij. Nu gebruikt MmM nog wel de connectie met AgentschapNL als verkooppraatje. Zij maken nu winst met producten die zijn ontwikkeld met geld vanuit het Rijk. Zij werken nu via de website energiebesparingnu.nl. MmM wilde ook een aanvraag indienen voor bvb Den Haag als deelnemende partij, maar heeft zich toch teruggetrokken. Ze zijn wel betrokken bij de bvb van Hardenberg. MmM handelt dus als stichting, maar ook als organisatie. De consortia Zie uitleg Deventer. Organisatie PLUK had een bijeenkomst georganiseerd. Door natuurlijke selectie zullen er alleen goede bedrijven deelnemen. AgentschapNL heeft geen selectie gehouden voor de deelnemende partijen. Het kan dus zijn dat binnen 1 consortia de partijen elkaar de hand boven het hoofd houden. Door samenwerking van partijen is er veel korting mogelijk. Mensen worden verleidt om mee te doen. Burgers zijn niet verplicht om met deze aangesloten partijen in zee te gaan, maar dan worden ze niet meer meegeteld bij de 2000 die nodig zijn voor bvb.
99
Samen bespaar je meer
Monitoring Er zijn 13 projecten, deze worden gemonitoord aan de hand van indicatieve labels en een eindlabel. Ook wordt gekeken naar het energieverbruik. Niet ingediende en afgewezen projecten worden wel gemonitoord voor zover mogelijk. Hierdoor ziet Agentschap ook wat andere partijen zonder 5 ton financiering doen. Ook wordt er gekeken naar het energieverbruik in buurten waar niets gebeurd, zodat ze weten wat er in normale omstandigheden met het energieverbruik gebeurt. IVAM haalt de informatie binnen. Ieder project mag verder zelf beslissen hoe ze monitoren. Vanaf 2000 probeert Agentschap al bij CBS energiegegevens op te vragen. Momenteel hebben ze inzicht op postcode niveau. Klimaatmonitor.databank.nl Gedragsverandering AgentschapNL is bewust van het belang van gedragsverandering. Zij hebben overleg met energiemaatschappijen gehad over slimmemeters. Deze zijn in opdracht van de overheid geproduceerd, maar het product is van de energiemaatschappijen zelf. Campagnes worden uitgevoerd door Milieucentraal. Zij zijn gericht op de eindverbruiker, de consument. AgentschapNL zit op een hoger niveau. Gedragsprogramma’s, zoals investeringsgedrag en verbruiksgedrag. Hoger abstractie niveau. Faalfactor Het zwakste punt in energiebesparing is de samenwerking tussen partijen. Dit hoopt AgentschapNL op te lossen met bvb. Op het juiste moment de juiste partijen laten samenwerken. Met deze aanpak wil Agentschap meter maken. Bedrijven blijven nog veel in hun comfort zone. Samenwerken vinden ze moeilijk en ze zien niet altijd de meerwaarde die eruit te halen valt. Slimme meters In 2006 is al gezegd dat de slimmemeter ontwikkeld moet worden. Deze meter mag niet verplicht worden door privacy reden, maar er is wel een besluit opgesteld waarin staat dat de energiemaatschappij ze moet aanbieden bij huizen die 2 labelstappen hebben gemaakt of boven label B zijn uitgekomen door energiebesparende maatregelen. Besluit 511, besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen Agentschap heeft geen toegang tot deze meetgegevens, maar het consortia wel. Individuele gegevens zijn belangrijk. Daarom komt MmM met het woningdossier. Gemeente Amersfoort omarmt het idee, omdat 1 van de consortia partijen hieraan heeft meegewerkt. De gegevens moeten wel anoniem worden. Het is van belang dat de bewoner kan zien wat hij zelf verbruikt, maar voor de grote hoop moeten deze gegevens anoniem zijn. Energieprijs Ruud denkt dat de energieprijs wel blijft stijgen, door belasting toevoegingen. Wetgeving Ruud is niet op de hoogte van de flora en fauna wet betreffende energiebesparende projecten. Dit moeten bedrijven weten en daar is Agentschap voor om het te communiceren. Communicatie is heel belangrijk! Consortia zouden vanuit 1 groep moeten communiceren, maar niet alle bedrijven willen dat, omdat hun eigen bedrijf dan niet herkenbaar is. maar naar de burger toe is het heel belangrijk.
100
Samen bespaar je meer
Duurzaamheidslening Als we landelijk het duurzaamheidsfonds kunnen vullen is dat goed. Ruud denkt dat dat nodig is om meer energie te besparen. Een garantiefonds zoals in Tilburg geeft zekerheid en dat is belangrijk. Een groot fonds was bijna gelukt, maar een grote partij heeft afgehaakt. Dochter van APG, ABP. (pensioenfonds) Via de website Pleio hebben de 13 projecten contact met elkaar. MeermetMinder Geïnterviewde: Niels Hanskamp, programmamanager. Meer met Minder is een stichting die is opgericht omdat de overheid vindt dat energiebedrijven de zorgplicht hebben om burgers te ontlasten in de energielasten. In 2008 is er een convenant getekend door zes grote bedrijven en de overheid. Hierin staan prestatie afspraken. De stichting wordt bekostigd door bedrijven, dit zijn basiskosten. De overheid zorgt ervoor dat via MeermetMinder subsidie beschikbaar is voor de burger. Het label was vanaf toen al verplicht bij de verkoop van een woning. Hierdoor waren bedrijven geïnteresseerd in om deel te nemen. Het label voldeed niet aan de verwachtingen en daarnaast werd er niet gehandhaafd. Dit gaat vanaf 2013 veranderen. De bedrijven moeten nu een bijdrage betalen om onderdeel uit te maken van MmM, hierdoor wordt het kaf van het koren gescheiden. Momenteel zijn er 700 bedrijven aangesloten. Doel: Meer Met Minder is de nationale aanpak van energiebesparing in bestaande woningen en andere gebouwen. Het doel is dat deze in 2020 20 tot 30% energiezuiniger zijn dan in 1990. Het team van MeermetMinder bestaat uit 5 mensen. Resultaat: in 2010 zijn 375.000 woningen 2 labelstappen gestegen. Het doel was om 500.000 woningen 2 labelstappen te laten maken. De resultaten zijn gemonitoord door middel van labelstappen. Momenteel heeft MmM een woningdossier ontwikkeld. Dit is een programma waarin de huidige staat van de woningen staat. Er wordt een indicatief energielabel opgesteld aan de hand van BAG gegevens. Dit dossier kunnen burgers bekijken en aanpassen op 6 punten, mochten de gegevens niet kloppen. Aan de hand van deze gegevens krijgen de burgers ook inzicht in de maatregelen die ze kunnen aanschaffen, offerte indicatie en wat dat oplevert. Aan de hand van deze dossiers kan er ook gemonitoord worden. Het programma kost +/- 2500 euro en een jaarlijkse bijdrage. In Den Haag loopt dit project nu. In Zoetermeer zijn 17.000 mensen benaderd en 3.000 mensen hebben ingelogd. Het is een één op één aanpak. Mensen mogen zelf kijken wat ze willen en wanneer. De rapportage van het woningdossier kan worden gefilterd. Op labels of wijken. Maar ook het verschil tussen de indicatieve labels en de labels nadat bewoners gegevens hebben aangepast aan de huidige situatie. Hierdoor is monitoring goed mogelijk. Er kunnen vergelijkingen worden gemaakt en doelen worden gesteld. Uiteindelijk kan ook het resultaat bekeken worden. Mensen realiseren niet wat ze verliezen door niet te investeren in energiebesparing. De winst door energiebesparing is meer dan de rente op de rekening. Dit zou toegevoegd moeten worden aan het woningdossier volgens Niels. Nu voert de gemeente zo maar dingen uit, zonder na te denken wat ze met de gegevens gaan doen. Een warmtescan kan bijvoorbeeld gekoppeld worden aan het woningdossier.
101
Samen bespaar je meer
Een financiële prikkel is nodig, maar dan doordag de energieprijzen omhoog gaan. MmM streeft naar een aanpak waarbij zo min mogelijk geld wordt geïnvesteerd met een zo groot mogelijk resultaat. Aan de hand van het beschikbare geld moeten dan ook de middelen bepaald worden. Gemeente moeten nadenken wat ze willen bereiken met hoeveel inzet. Het doel moet vooral reëel zijn en de doelstelling moet zuiver zijn. Alleen vanuit de doelstelling op energiegebied handelen. Hierbij niet doelen combineren die het energiedoel negatief beïnvloeden of vertragen. Eerst moeten de burgers bewust zijn dan moeten ze weten wat ze kunnen en moeten doen gelijk handelsperspectief + doorrekening, want levert het op in plaats van als ik doorga zoals het nu is. (geen terugverdientijd), keuze vrijheid is hierbij ook van belang. MmM zet zich nu ook in door bedrijven te stimuleren. Bijvoorbeeld bij Sanidroom. Bij het verkopen van een badkamer kunnen ze ook zonneboilers gaan verkopen. Meer gebruik maken van natuurlijke momenten is essentieel.
SVn stimuleringsfonds volkshuisvesting Richard Luigjes, Hoofd Verkoop en Communicatie Doel: substantiële bijdrage voor het doel van MmM Resultaat: 1.000 duurzaamheidsleningen ter waarde van 10 miljoen euro. Geschiedenis SVn wordt eind 1996 opgericht op initiatief van Bouwfonds. Bouwfonds is dan nog eigendom van de Nederlandse gemeenten. Ongeveer 120 gemeenten nemen deel in SVn. Deze gemeenten openen een fonds voor de projecten Wonen en Stedelijke Vernieuwing. Andere gemeenten volgen dit voorbeeld en worden ook fondshouder/deelnemer. Wij introduceren het revolverend fonds: rente en aflossing keren terug in het fonds en zijn weer geschikt voor nieuwe leningen. Gemeenten kunnen in één klap geld storten. Vooral gemeenten die grootschalig te maken hebben met particuliere woningverbetering en funderingsherstel grijpen de nieuwe mogelijkheid met beide handen aan. 2000 - 2004 Begin 2000 koopt ABN AMRO alle Bouwfonds-aandelen van de gemeenten. Twee jaar later introduceren wij de Starterslening. De Starterslening overbrugt het verschil tussen de totale verwervingskosten van de woning en het bedrag dat de starter maximaal kan lenen volgens de normen van de Nationale Hypotheek Garantie. 2005-2009 Omdat wij een waardevolle bijdrage willen leveren aan een goed woon- en leefklimaat stellen wij een deel van ons eigen vermogen beschikbaar in het SVn Plusfonds. Deelnemers kunnen vanaf 2005 uit dit fonds geld lenen tot maximaal € 750.000,- per jaar. Leningen uit het SVn Plusfonds zijn bedoeld als financiële stimulans voor doorgaans moeilijk te financieren projecten. In 2006 neemt de Rabo Vastgoedgroep Fondsenbeheer over van ABN AMRO. In datzelfde jaar stelt het ministerie van VROM 40 miljoen euro beschikbaar voor de Starterslening. Omdat het Rijk de helft van elke Starterslening betaalt kunnen deelnemende gemeenten met hetzelfde budget twee keer zoveel starters op de woningmarkt helpen. De Starterslening wordt een landelijk succes. In de periode 1996-2010 groeit het aantal deelnemende gemeenten van 120 naar ruim 300.
102
Samen bespaar je meer
2009-2011 In 2009 lanceren wij de Duurzaamheidslening. Deze lening maakt het voor particuliere eigenaren mogelijk om tegen aantrekkelijke voorwaarden geld te lenen voor het treffen van energiebesparende maatregelen in en aan de eigen woning en zo bij te dragen aan de reductie van CO2 uitstoot. Door het stopzetten van de koopsubsidie wordt in 2010 een recordaantal Startersleningen verstrekt. Mijlpaal is de uitgifte van de 10.000e Starterslening. In 2011 vindt er een wisseling van de wacht plaats. Elly van Sluis neemt na veertien jaar trouwe dienst afscheid als directeur van SVn. Ze wordt in februari opgevolgd door Jan Willem van Beek. De duurzaamheidslening is ontstaan door vraag vanuit de overheid. SVn heeft geprobeerd om de lening landelijk uit te zetten, maar het rijk laat dit afweten. Zij vinden dat de markt het op eigen benen moet oplossen. Zoals meneer Luigjes zegt: ze doen alsof hun neus bloed. Provincies en gemeenten kunnen de lening aanvragen en binnen hun gebied uitzetten met eigen criteria. SVn probeert wel om één standaard product neer te zetten. Doordat de gemeente en provincies zelf financier van SVn zijn lopen zij indirect risico geld te verliezen al mensen hun lening niet betalen, maar dit is maar een klein aandeel. De winst die gemaakt wordt door de duurzaamheidslening wordt terug gegeven aan de provincies en gemeenten. Er zijn 2 andere partijen geweest die ook een lening op wilden zetten. Één hiervan van Nuon. Als belanghebbende van energieverkoop is het echter discutabel of je ook geld moet gaan lenen. Dit was ook tegen een rente van 10%. Fredo, wel een geld verstrekkende instelling heeft ook een duurzaamheidslening opgesteld, maar dit was ook tegen hetzelfde tarief als een normale lening. Het voordeel van de duurzaamheidslening is dat het tegen een rente van 2% kan worden afgesloten. Er zijn mensen die hiervan misbruik van maken door spaargeld te laten staan tegen hogere rente dan de lening kan worden afgesloten, maar uiteindelijk gaat het om energiebesparen. Van de 1000 verstrekte leningen zullen er hooguit 50 zijn geweest waar mensen geprofiteerd hebben. Mensen moeten wel aan bepaalde criteria voldoen voordat ze in aanmerking komen voor de lening. De helft van de leningen wordt afgewezen. Want het is niet de bedoeling om mensen aan een schuld te helpen als zij deze niet kunnen betalen. Dit geeft ook aan hoe slecht het gaat met de economie van Nederland. Een oplossing zou zijn om de winst van de energiebesparende maatregelen te verwerken in de lening en op deze wijze een maximaal leenbedrag vast te stellen. SVn kan hier een systeem voor opzetten, maar niemand kan de energiewinst garanderen. En al geven ze een indicatie, dan nog durven ze het niet vast te leggen, omdat je altijd afhankelijk blijft van gebeurtenissen als gezinsuitbreiding en werkeloosheid. Als het mogelijk zou zijn zou het een uitkomst zijn voor veel mensen. Faalfactor: Communicatie! Mensen zijn niet op de hoogte van de lening, maar een groter probleem is dat mensen het nut niet inzien of niet weten waar ze moeten beginnen met energie besparen. De financiën zijn de afsluiting van het project. De 25 werknemers van SVn kunnen deze communicatie niet op zich nemen. Dit is een taak van de overheid. Momenteel wordt er nog verkocht met terugverdientijd, maar als je naar Duitsland kijkt zie je dat de energieprijzen zullen dalen. Door veel energiebesparing biedt Duitsland hun energie voor
103
Samen bespaar je meer
een prikkie aan Nederland aan. Eerlijk blijven is belangrijk, burgers moeten dit ook weten. Het heeft meer effect om te communiceren over het comfort en het milieu. SVn is een geldverstrekker, maar is wel betrokken bij het onderwerp. Ze adviseren de gemeente waar mogelijk en zijn op de hoogte van het onderwerp, maar kunnen de communicatie niet op zich nemen. De gemeente is eerste aanspreek punt voor de lening. Burgers kunnen met SVn contact opnemen voor vragen over de lening. De spelregels van de Duurzaamheidslening De eerste 3 jaar is de lening aflossingsvrij. De eigenaar betaalt alleen rente. Na de eerste 3 jaar gaat de eigenaar rente en aflossing betalen. De Duurzaamheidslening heeft een looptijd van 10 jaar tot bedragen van € 7.500,- en een looptijd van 15 jaar voor grotere bedragen. De lening bedraagt minimaal € 2.500,- en maximaal € 15.000,-. De rente is gebaseerd op ons 10 of 15 jaar vaste rentetarief (gekoppeld aan de looptijd van de lening) met daarop een korting van 3%. De rente staat gedurende de gehele looptijd vast. Wat staat er in ieder geval in de verordening? De doelgroep. De definitie van het woningsegment. De hoofdsom. Het jaarbudget of het totale budget. Welke maatregelen in aanmerking komen. Dat de deelnemingsovereenkomst tussen uw gemeente en SVn van toepassing is. Dat uw gemeente de door SVn vastgestelde productspecificaties Duurzaamheidslening gebruikt. Bonk Elektro Geïnterviewde: Ruben Bonk Bedrijf: Bonk elektro is een installatiebedrijf in de elektrotechniek en gevestigd in Deventer. Deze eenmanszaak installeert energiezuinige verlichting, zonnepanelen/zonne-energie en camerabewaking. Via het burgerinitiatief zonDeventer is hij betrokken bij energiebesparing. Hierbij is hij zelf benaderd door de stichting. Voor het project is hij aanwezig geweest bij informatieavonden en heeft hij gratis voor mensen het dak opgemeten om te kijken hoeveel zonepanelen er op het dak geïnstalleerd kunnen worden. Energiebesparing is een turbulente markt. Bedrijven zoeken hier werk in en er ontstaan veel eenmanszaken. Communicatie Mensen vinden het bedrijf vanzelf. Verder werkt hij veel samen met andere zelfstandigen. Bonk Elektro staat vermeld op de site van Greenchoice en hij is aangesloten bij MmM. Van MmM merkt hij echter weinig. Hij is benaderd om te adverteren in de millenniumkrant van de gemeente, hier maakt hij gebruik van. Ruben maakt dus wel gebruik van de kanalen die aanwezig zijn.
104
Samen bespaar je meer
Eigen ervaring Verder heeft hij een slechte ervaring met het EPA advies. Bewoners hadden een advies aangevraagd en aan de hand daarvan was Bonk Elektro ingehuurd om het elektrisch installatiewerk van de zonnepanelen uit te voeren. Alles was geregeld, maar eenmaal op het dak bleek dat het dak ongeschikt was voor zonnepanelen. Bij de installatie van zonnepanelen geeft hij altijd zelf advies. Tijdens de lunch geeft hij niet alleen uitleg over de panelen, maar ook over het energiegebruik in huis. Hij wijst erop dat mensen met zonnepanelen beter overdag kunnen wassen en bij het signaleren van een oude koelkast geeft hij ook aan dat deze veel energie verbruikt. Volgens Ruben moeten de bewoners wel door één groep geholpen worden, dus één groep voor advies, leggen van panelen en installatie van het elektra. Collectieve inkoop heeft een groot voordeel voor bewoners en bedrijven. Doordat burgers zelf initiatief tonen is er meer vertrouwen dan dat een bewoner zelf op een bedrijf afstapt. Toch moet een project voor een bedrijf wel rendabel blijven. Een bedrijf kan niet vrijblijvend advies en informatie blijven geven. Rol Op het moment is er veel vraag naar zonnepanelen. Het is de taak van de gemeente om te informeren. Daarnaast is het heel belangrijk dat een maatregel positief bekend is bij de burgers. Eerst waren er veel negatieve berichten over zonnepanelen. Naast een positief karakter is een daling van de prijs een belangrijke factor. Het voordeel van een klein bedrijf is dat er veel kennis aanwezig is en er een persoonlijke band wordt opgebouwd. Er is geen 9 tot 5 mentaliteit. Grada Jager Makelaardij Geïnterviewde: Grada Jager Op het moment wordt er door Grada Jager Makelaardij geen aandacht besteed aan energiebesparing voor woningzoekende. Energielabel Als het energielabel verplicht wordt zal de verkoper dit zelf moeten betalen, maar het kan ook zo zijn dat het als cadeautje wordt weggegeven, ze hebben hier nog niet over na gedacht. Mevrouw Jager heeft nooit iets met het energielabel gedaan, omdat er veel verschil in prijs en kwaliteit zat. Ze heeft ook niet het idee dat mensen zitten te wachten op een energielabel. De woningzoekende weet dat in Utrecht-west oudere huizen staan met mindere isolatie. Belang bewoner De mensen zijn meestal starters die blij zijn dat ze een woning hebben kunnen vinden. Het budget van deze mensen is vaak niet toereikend om te investeren in energiebesparing. Ook voor een subsidie of een lening is geld nodig, deze ruimte is er vaak bij starters niet. Daarnaast hebben veel starters in deze wijk niet de intentie om er langer dan 5 jaar te wonen. Dit maakt energiebesparende maatregelen vaak niet rendabel. De wijk Mevrouw Jager kent wijk west goed en weet wat er speelt. Er zijn veel actieve mensen die veel organiseren. Zo worden er rommelmarkten en andere activiteiten in de buurt georganiseerd. De
105
Samen bespaar je meer
wijk bestaat voor 2/3 uit koopwoningen gebouwd in het jaar 1900. Eind 1990 tot 2002 heeft de gemeente alle straten met vooroorlogse woningen gerenoveerd. (stadsvernieuwing). Hierbij deden veel mensen mee, want de gemeente betaalde een groot deel van de kosten en de renovatie was echt nodig en leverde ook echt een waarde vermeerdering van het huis op. De huiseigenaren van de huizen die toen zijn gerenoveerd zullen het niet nodig vinden om meer energie te besparen. Kansen Bij de gezinnen is meer kans op succes. Deze mensen blijven over het algemeen langer wonen, zijn ook meer thuis en willen meer comfort. Aansluiten op wijkgroepen en via hen informatie rondsturen en mensen betrekken zal goed werken. Er moet een aanbod komen wat de mensen niet kunnen weigeren. Hierbij is het van belang dat aannemers de prijs verlagen of dat de bewoners bijvoorbeeld pas bij vertrek van de woning hoeven te betalen of bruikleen. Adverteren op plekken waar veel mensen komen zal ook werken, bijvoorbeeld bij een makelaar of een buurtwinkel. Korte lijntjes en het simpel houden is belangrijk. Een beloningssysteem kan ook helpen. Van belang is dat mensen weten wat ze moeten investeren en wat het oplevert, aldus mevrouw Jager. Rol van Grada Jager Makelaardij Zelf wil mevrouw Jager wel meewerken om mensen te attenderen op energiebesparing, maar ze vindt het jammer dat de gemeente veel geld uitgeeft aan externe partijen. Door het bedrijfsleven te activeren en burgers zelf mee te laten werken om mensen samen te laten werken moet het goedkoper en sneller kunnen. Huis op Groen Geinterviewd: Peter Banninga Huis op Groen is een stichting die particulieren, gemeenten en woningbouwverenigingen ondersteunt bij het verduurzamen. Het doel is: Samen Verduurzamen door te Ontzorgen. In de praktijk haken huiseigenaren, investeerders, woningbouwverenigingen en lokale overheden af door alle zaken die geregeld moeten worden. Oprichting van deze stichting is te komen tot één lokaal loket. Als onafhankelijke aanspreekpunt als het gaat om duurzame en energiebesparende maatregelen. Ze adviseren en regisseren de mogelijkheden die er zijn op het gebied van Isolatie, Ventilatie, Verwarming en Duurzame Energie. Na in het jaar 2010 nauw samengewerkt te hebben is het idee ontstaan om te komen tot het oprichten van een stichting. Koplopers en initiatiefnemers zijn Oranje Installaties uit Beetgum en Woonderij uit Sappemeer. Vanuit de wens om maatschappelijk verantwoord te ondernemen, bieden ze graag de ruimte aan toetreding van nieuwe lokale partijen. Achtergrond van Michel Wierda (Oranje installaties) is de bouw en de installatietechniek. Voor Peter Banninga (Woonderij) is dit de makelaardij en de financiële markten. Huis op Groen wordt als turnkey concept opgeleverd. Van inventariseren tot financieren en van uitvoeren tot opleveren.
106
Samen bespaar je meer
De gemeente hoeft naast de voorlichting over het project geen actieve rol te spelen in de uitrol van het project. Wel kunt u als gemeente een actieve rol bijdrage leveren in de voorlichting. Naast bijvoorbeeld een free publicity campagne kunt u een locatie voor de bewonersavond of voorlichtingsdag ter beschikking stellen en de uitnodigingen voor deze bijeenkomst aan de bewoners versturen. De stichting bestaat uit 2 mensen. Er is gekozen voor een stichting, zodat eigen bedrijven behouden kunnen blijven. Mensen kunnen zich melden en er wordt voor volledige begeleiding gezorgd. Mensen kunnen kiezen uit een gratis oriënterend onderzoek, een maatwerkadvies voor 50 euro en voor een volledig diepgaand onderzoek waarbij de 50 euro van het maatwerkadvies wordt verrekend. (van het bedrag wordt afgehaald) In overleg worden er installatiebedrijven gekozen. Voor isolatiebedrijven heeft Huis op Groen wel vaste partners, van deze bedrijven hebben ze referenties opgevraagd en zijn ze wezen kijken. Op isolatie gebied zijn er veel bedrijven die met één isolatie materiaal werken en dit als enige optie zien. Dit hoeft echter niet in alle situaties te werken. Ervaring Ze hebben al aardig wat projecten gedaan met een deelnemers aantal tussen de 10 en 70 huishoudens. Ze hebben nog geen burgerinitiatieven gehad, maar staan er zeker voor open. Ze maken echter nog geen reclame. Nu moeten ze het hebben van de mond op mond reclame van gemeenten en burgers die aan deze projecten hebben deelgenomen. In de periode dat er gratis maatwerkadviezen gegeven konden worden maakten makelaars daar gebruik van voor panden die moeilijk te verkopen waren, nu horen ze daar niets meer van. Ze zijn wel lid van MmM, maar merken hier weinig van. Ze verwachten er ook niet veel meer van. Ze zijn niet bekend met de flora en fauna wetgeving. Problemen - Nederland is niet in beweging te krijgen voor subsidie - De energielabels zitten geen sancties op. Burgers weten weinig van energiebesparing af. Ze denken vaak dat de kosten hoog zijn. Als er geen subsidies zijn moeten burgers op een andere manier benaderd worden. Bijvoorbeeld met een infraroodfoto en deze per aders bezorgen in combinatie met informatie. Een belangrijke taak is hier weggelegd voor de gemeente. Succes Een subsidie helpt veel! Zonder subsidie vergt het meer moeite van gemeenten en bedrijven om burgers te informeren over de voordelen en kosten van energiebesparing. Tafelgesprekken zijn volgens Meneer Hanninga de succesfactor.
107
Samen bespaar je meer
Bijlage 8 Enquête bedrijven
108
Samen bespaar je meer
109
Samen bespaar je meer
110
Samen bespaar je meer
111