Same-‐same, but different. Een onderzoek naar het identiteitsmanagement van Ethiopische jongeren in Israel Door Elles Maaskant
2
Same-‐same, but different. Een onderzoek naar het identiteitsmanagement van Ethiopische jongeren in Israel
Bachelorscriptie Culturele Antropologie 2010 Elles Maaskant 3136914
[email protected] Begeleider: Hans de Kruijf
Foto titelpagina: Website IAEJ, http://www.iaej.co.il/newsite/, geraadpleegd op: 23 juni 2010
3
4
Inhoud Voorwoord
6
Inleiding
7
1. Theoretische onderbouwing
12
1.1 Multipele identiteit
12
1.2 Jongeren en identiteit
14
1.3 Institutialized moratorium
15
1.4 De black diaspora
15
1.5 Ethiopische identiteit
17
1.6 Etnische identiteit en zelfwaardering
18
1.7 Religieus-nationalistische identiteit
19
2. De Ethiopische gemeenschap in Israel
21
2.1 Overheid en de Ethiopische gemeenschap
21
2.2 Socio-economische status Ethiopische jongeren
22
2.3 Be’er Sheva en de Ethiopische gemeenschap
23
2.4 Leefwereld Ethiopische jeugd in Be’er Sheva
24
3. Dezelfde of de Ander?
26
3.1 Sameness
26
3.2 Otherness
27
4. De Ander: etnische en mondiale identificatie als alternatief
31
4.1 Ethiopische cultuur in Israel
31
4.2 Transnationale connecties
34
4.3 Afkeer van rolmodel
36
4.4 De black diaspora
37
5. Conformisme
42
Conclusie
47
Literatuur
49
Bijlage 1: Summary in English
52
Bijlage 2: Reflectieverslag
56
5
Voorwoord Een paar kilo lichter maar een hoop kennis rijker na het afronden van mijn bachelorthesis, schrijf ik deze laatste woorden. Hier voor u ligt de bekroning op mijn onderzoeksperiode maar vooral de bekroning op mijn vier mooie studiejaren aan het departement Antropologie aan de universiteit van Utrecht. Mijn veldwerk was een van de vele hoogtepunten van mijn studie en had niet kunnen plaatsvinden zonder hulp van sommige personen. Daarom wil ik bij deze een paar onmisbare personen in onwillekeurige volgorde bedanken, die het veldwerk en het halen van mijn bachelor in de antropologie mogelijk hebben gemaakt. Yael en Ori, bedankt voor het delen van jullie appartement met mij tijdens het onderzoek. Het is niet zo maar wat om iemand in huis te nemen voor tweeënhalve maand die je nog nooit hebt ontmoet, en daarmee al je hebben en houden te delen. Toda raba! Daarnaast wil ik Asher bedanken voor zijn grote bijdrage aan mijn dataverzameling. Zonder hem was ik heel wat minder over de Ethiopische jongeren in Be’er Sheva te weten gekomen. Or, dear, bedankt voor je onvoorwaardelijke steun en optimisme, zowel tijdens mijn veldwerk als in de schrijfperiode. Als ik weer eens gestrest thuiskwam, kon ik bij jou mijn verhaal doen en stak jij mij een hart onder de riem. Ik wil ook graag mijn ouders bedanken voor de steun tijdens mijn veldwerk en daarnaast ook voor de financiële steun in de afgelopen vier jaar. Zij maakten het afronden van deze studie mogelijk. Last but not least, bedank ik Hans de Kruijf, mijn begeleider, voor de goede kritiek en inspirerende bijeenkomsten. Hoewel ik er altijd wat gespannen heen ging, kwam ik er altijd opgelucht en gesterkt vandaan door zijn kundige commentaar. Hoewel ik veel plezier heb beleefd aan het schrijven van deze thesis, valt er nu toch een last van mijn schouders. Mijn bachelor is bijna binnen en er is een ander doel bereikt. Het is tijd voor een nieuwe uitdaging. En nu... begint er een nieuw hoofdstuk, zowel van mijn leven als van deze thesis. Elles Maaskant
6
Inleiding “I don’t feel like I have my roots in Ethiopia, but neither do I have them here”
1
Sinds dertig jaar is er een groot aantal Ethiopiërs in Israel. De Israëlische bevolking telt 2
vandaag de dag ongeveer 120.000 joodse Ethiopiërs . e
Het bestaan van Ethiopische joden is nog niet zo land bekend. In de 19 eeuw werd er een joodse
stam
in
Ethiopië
opgemerkt
door
christelijke
missionarissen.
De
joodse
wetenschapper Jacques Faitlovich uit Polen hoorde dit nieuws en vertrok in 1904 naar Ethiopië. Na de publicaties van zijn bevindingen vond de Ethiopische joodse gemeenschap aansluiting bij het wereldjodendom en zijn aanhangers en behoren de Ethiopische joden tot de joodse diaspora. (Abbink, 1984) De Ethiopische joden vinden hun oorsprong in het Noorden van Ethiopië. In deze streek worden ze door naburige stammen ‘Falashas’ genoemd, wat letterlijk ‘vreemdeling’ betekent in het Ge’ez, een oude Ethiopische taal. Echter noemen ze zichzelf ‘Beta Israel’, wat ‘het huis van Israel’ betekent. Ze claimen afstammelingen te zijn van het buitenechtelijke kind van koning Salomon, die over Ethiopië regeerde in de veertiende eeuw, en de koningin van Sheba, die joods zou zijn geweest. Ze leven volgens het religieuze boek van het Jodendom, de Thora. Echter door hun isolement van de rest van de Joodse wereldgemeenschap wisten ze niet van de Halacha af, geboden en verboden gebaseerd op de Thora. Daarom wordt ook gesproken van Ethiopische joden, als aanhangers van het oerjodendom. Zo’n 30 jaar geleden werd Ethiopië getroffen door hongersnoden en geweld. De Ethiopische bevolking moest hun onderkomen zoeken in vluchtelingenkampen in het buurland Soedan. In de vluchtelingkampen verkeerden de vluchtelingen in slechte omstandigheden. Voor de Joodse Ethiopiërs groeide het verlangen om naar Israel, het Beloofde Land, te migreren. Israel werd voorgesteld als een utopie: Jeruzalem was een stad waar men nooit werkte, sinaasappels hingen aan de bomen en konden geplukt en gegeten worden. Het was als de tuin van Eden. (Shafir, 2002:320) De Israëlische overheid wist van het noodlot van de Beta Israel in Ethiopië en voelde zich genoodzaakt zich om hen te bekommeren. In 1950 had de Knesset, het Israëlisch parlement, besloten tot het aannemen van een nieuwe wet: de wet op terugkeer. Iedere jood werd toegelaten tot de nieuwe staat Israel. In 1952 volgde een bijbehorende wet: iedere immigrant had direct recht op staatsburgerschap. Onder het mom van deze wet werden er twee grote reddingsoperaties op touw gezet. In 1984 vond ‘operatie Moses’ plaats waarbij tienduizenden Ethiopische joden naar Israel werden verscheept door middel van luchtbruggen. Zeven jaar
1
Informeel gesprek Asher, 21 jaar, 27 maart 2010 Central Bureau of Statistics Israel, http://www1.cbs.gov.il/publications09/ethiopion_population06/pdf/t02.pdf Geraadpleegd op18 januari 2010 2
7
later, in 1991, werden nog eens 14.300 Ethiopische joden overgevlogen tijdens ‘operatie Solomon’. (Weingrod, 2006) Na aankomst in Israel bood de Israëlische regering de nieuwe migranten huisvesting aan en een cursus Hebreeuws, een taal die ze in tegenstelling tot eerdere migrantengroepen niet beheersten. Een mooi begin, maar dat mooie begin maakte plaats voor problemen. Het integratieproces had flink wat voeten in de aarde. De Ethiopische joden kwamen uit een rurale samenleving en het kostte lange tijd voordat ze gewend waren aan de technologische ontwikkelingen in Israel. Ze hadden een ‘ontwikkelingsachterstand’ waardoor ze niet in staat waren een bijdrage te leveren aan een goede economie. Dit tot ergernis van de Israëliërs. Ook waren de Ethiopiërs de eerste migrantengroep met een donkere huidskleur en werden ze doelwit van discriminatie en racisme. Bij aankomst was er al sprake van discriminatie: ze moesten hun Afrikaanse naam afstaan en een Hebreeuwse naam aannemen. (Ashkenazi en Weingrod, 1987:63-73) De Ethiopiërs voelde zich helemaal gediscrimineerd en vernederd toen het Rabbinaat, de religieuze autoriteit, openlijk zijn twijfels uitte over de religieuze achtergrond van deze groep. De Ethiopiërs claimden joodse voorouders te hebben en om die reden waren ze toegelaten tot de staat Israel. Echter verlangde het Rabbinaat dat de Ethiopiërs zich opnieuw bekeerden tot het Jodendom. (Friedman en Santamaria, 1990:67) Daarnaast stuurde de Israëlische overheid de jongeren naar internaten. Dit deden ze in het kader van heropvoeding en religieuze scholing. Door dit besluit vielen families uiteen. De families die al deels uiteen waren gevallen: een deel bleef achter in Ethiopië, en tijdens de vlucht van Ethiopië naar Soedan hebben veel Ethiopiërs familieleden verloren. (Ashkenazi en Weingrod, 1987:63-73) Ondanks dat de Ethiopiërs meteen na aankomst volledig staatsburger waren met bijbehorende rechten en er door de Israëlische overheid direct voor eerste levensbehoeften werd gezorgd, was het een roerige start. De Ethiopische gemeenschap vond niet gelijk aansluiting bij de oorspronkelijke bevolking van Israel. Nu zijn we ongeveer 30 jaar verder en de Ethiopiërs en de Israëlische overheid hebben er veel aan gedaan om de gemeenschap te laten integreren in de Israëlische samenleving. De Ethiopische migranten die tijdens ‘operatie Moses’ en ‘operatie Salomon’ Israel bereikten hebben nakomelingen gekregen in Israel. Er is al een tweede generatie, een generatie die nu bestaat uit jongeren. Deze jongeren vechten nog steeds voor een gewaardeerde positie in de samenleving. Deze generatie is voornamelijk opgegroeid in Israel en redelijk goed geïntegreerd. Desondanks zijn ze de schakel tussen de moderne samenleving en hun ouders. De jongeren bevinden zich tussen hun ouders die leven volgens traditionele Ethiopische gebruiken en de staat, die zo vooruitstrevend is. Mijn onderzoek Tijdens mijn veldwerk heb ik me verdiept in het leven en de gevoelens van deze jongeren. Ik heb me gebogen over de vraag hoe deze positie van de Ethiopische jongeren invloed heeft op hun identiteitsmanagement. Ten eerste wilde ik weten hoe de Ethiopische jongeren zich
8
identificeren. Daarna welke contextuele factoren daar invloed op hebben. Waarom identificeren ze zich zo? Ik heb me tijdens mijn veldwerk op drie identificaties gefocust: de Ethiopische identiteit, verbondenheid met de black diaspora en de Joods-Israëlische identiteit. De ouders van deze tweede generatie zijn nog erg traditioneel. In hoeverre zijn de jongeren verbonden met Ethiopië? Identificeren zij zich sterk als Ethiopisch? Daarnaast heeft de Ethiopische jeugd te maken met racisme. Zouden ze zich om die reden aangetrokken tot de black diaspora? De Ethiopische gemeenschap heeft een marginale positie in de samenleving. Is conformisme een strategie om een hogere status te krijgen in de Israëlische samenleving? Voelen ze zich dus vooral Joods-Israëlisch? Om deze vragen te beantwoorden ging ik begin van het jaar naar Israel. Mijn onderzoek vond plaats in Be’er Sheva, een stad in het zuiden van Israel. Deze stad wordt ook wel de hoofdstad van de Negev-woestijn genoemd. Ik verbleef daar van eind januari tot half april: zo’n tweeënhalve maand. Na aankomst ben ik begonnen met het afnemen van enquêtes bij het busstation om in contact te komen met de Ethiopische gemeenschap. Hierdoor verkreeg ik een algemeen beeld van de Ethiopische gemeenschap in Be’er Sheva. Daarna ben ik in contact gekomen met de twee voornaamste organisaties die zich inspannen voor de Ethiopiërs in deze stad, Bet Samuel en Shavu Banim. Bij beide centra heb ik vrijwilligerswerk gedaan. Mijn vrijwilligerswerk betrof voornamelijk de ouderen, de eerste generatie. Ik heb ze leren rekenen, lezen en schrijven en daarnaast was ik activiteitenbegeleider. In deze centra werden ook activiteiten georganiseerd voor de jeugd, onder andere voorlichting over de Israeli Defence Forces (IDF). Daarnaast konden de jongeren na schooltijd bij deze centra terecht voor vermaak. Er was gelegenheid tot voetballen, tafeltennissen of gewoon wat hangen met vrienden. Ik heb me menigmaal bij hen gevoegd. In deze centra heb ik veel informele gesprekken met zowel de jeugd als de ouderen gevoerd. Na min of meer een band te hebben opgebouwd met de jongeren heb ik interviews bij ze afgenomen. Daarnaast heb ik communityleaders geïnterviewd en medewerkers van diverse overheidsinstanties en NGO’s. Hierop zijn mijn data en daarbij behorende conclusies gebaseerd. Centraal argument Tijdens en na het uitvoeren van mijn onderzoek heb ik bij het analyseren van mijn data het identiteitsmanagement van de Ethiopische jeugd ontrafelt. Hoewel je op basis van bestaande literatuur over etnische minderheden en identificatie zou verwachten dat de Ethiopische jeugd zijn Ethiopische identiteit zou benadrukken, is dat niet het geval. De Ethiopische jeugd heeft een afkeer tegen de positie van de traditionele eerste generatie in Israel. De eerste generatie heeft een slechte socio-economische positie in de samenleving. Zij keren zich daarom af van hun ouders als rolmodel. Daarnaast hebben zij geen transnationale connectie met Ethiopië, dus het gevoel van verbondenheid met Ethiopië verdwijnt langzaamaan. Ten tweede was de hypothese dat de Ethiopische jeugd zich verbonden voelde met de black diaspora, een mondiale identificatie als alternatief voor de Ethiopische identificatie. Maar ook hier bleek de
9
jeugd in Be’er Sheva geen duidelijke connectie mee te hebben. Door afkeer van de mensen die er wel mee verbonden zijn en de stereotyperingen daarvan, houdt de Ethiopische jeugd in Be’er Sheva zich daarvan afzijdig. De religieus-nationale identiteit werd wel benadrukt. Waarom identificeren de Ethiopische jongeren zich vooral als Joods-Israëlisch? De eerste reden daarvoor is de onwaarschijnlijkheid van het identificeren met de Ethiopische identiteit en de black diaspora zoals hierboven staat beschreven. De tweede reden is de dienstplicht die Israëlische jongeren moeten volbrengen tussen het achttiende en eenentwintigste levensjaar. Het leger is een invloedrijke contextuele factor bij het identiteitsmanagement van Ethiopische jongeren in Israel. Juist in deze levensfase experimenteren jongeren met identificaties. Zij bevinden zich in het psychosocial moratorium. (Erikson, 1968) Maar tijdens de diensplicht kunnen Israëlische jongeren niet experimenteren en wordt de JoodsIsraëlische gepropageerd. De periode in het leger kan daarom worden gezien als een institutionalized moratorium. Ethiopische jongeren in de wetenschap Naar
de
maatschappelijke
positie
van
Ethiopische
jongeren
in
Israel
en
hun
identiteitsmanagement is nog maar weinig wetenschappelijk onderzoek verricht. Alleen Malka Shabtay heeft diverse onderzoeken aan de jongeren van deze gemeenschap gewijd (1995; 2001; 2003). Deze onderzoeken zijn inmiddels verouderd. De ontwikkeling van de Ethiopische gemeenschap en de houding van de Israëlische samenleving tegenover deze groep verandert snel. De Ethiopiërs hebben nog maar een geschiedenis in Israel van dertig jaar maar nu zijn er al ontwikkelingen opgetreden. Daarom is het erg interessant de huidige stand van zake omtrent de Ethiopische gemeenschap onder de loep te nemen en te examineren wat daarvan het effect is op de jongere generatie. Daarnaast is er in de universitaire wereld veel geschreven over identiteits-management bij etnische minderheden. De consensus luidt dat de etnische identiteit door uitsluiting en discriminatie juist wordt versterkt. Bij de Ethiopische jongeren in Israel is dat niet het geval. Zij blijken juist afstand te doen van de Ethiopische en mondiale identificatie en de JoodsIsraëlische identiteit op de voorgrond te plaatsen. Waarom druist deze aanname in tegen de algemene assumptie? Met deze thesis wil ik aantonen dat elke samenleving een onderzoek op zich verdient en dat de verschillende contextuele factoren van een land grote invloed hebben op het identiteitsmanagement van etnische minderheden. Opbouw thesis In deze thesis vindt u mijn bevindingen. In het volgende hoofdstuk zal ik eerst ingaan op mijn theoretisch kader. Ik zal gebruikte begrippen definiëren en verschillende wetenschappers en hun theorieën aanhalen die de basis vormen van mijn onderzoek. Deze zullen voornamelijk gaan over identiteitsvorming bij jongeren en migrantengroepen. In hoofdstuk drie zal ik de context optekenen. Ik zal ingaan op de kenmerken van de Ethiopische gemeenschap in Israel, maar ook wat Be’er Sheva voor deze groep doet. In hoofdstuk vier ‘Dezelfde of de
10
Ander?’ zal ik de positie van de Ethiopische jeugd in de Israëlische samenleving schetsen. Zij worden aan de ene kant geaccepteerd maar aan de andere kant gediscrimineerd en uitgesloten. In het vijfde hoofdstuk zal ik ingaan op de Ethiopische en black diaspora identiteit, twee alternatieve identificaties waarmee de Ethiopische jeugd vaak in verband wordt gebracht. Voelt de jeugd zich hiermee verbonden en welke contextuele factoren hebben daar een invloed op? In het zesde hoofdstuk ga ik in op het conformisme, ofwel de Joods-Israëlische identiteit. Het leger zal als belangrijke contextuele factor worden beschreven. In het zevende, en tevens laatste informatieve hoofdstuk zal ik de conclusie uit mijn data trekken. Hoe identificeren de Ethiopische jongeren in Israel zich en waarom? Welke contextuele factoren zijn van grote invloed?
11
1. Theoretische onderbouwing ‘Identity, then, also contains a complementarity of past and future both in the individual and in society: it links the actuality of a living past with that of a promising future.’ (Erikson 1968: 310)
Identiteitsvorming wordt beïnvloed door talrijk factoren. Zoals Erikson al aangeeft speelt zowel het verleden als de toekomst een rol, en zowel het individu als de samenleving. De adolescentie is volgens Erikson een cruciale periode voor de ontplooiing van de identiteit. Het is een periode waarin het individu dat in ontwikkeling is, wordt geconfronteerd met de identiteitsverwarring die hij moet overkomen en waarin hij een stabiele identiteit dient te ontwikkelen.
Om
een
stabiele
identiteit
te
ontwikkelen
beoordeelt
iemand
zijn
jeugdidentificaties, mogelijkheden, verworven vaardigheden, eigenschappen en behaalde resultaten in vorige levensstadia en de sociale mogelijkheden die de samenleving waarin men woont, biedt. De complexiteiten van identiteitsformatie worden bepaald door zowel de geschiedenis van het individu, als culturele voorwaarden, sociale conflicten en pressie vanuit de samenleving. De kristallisatie van identiteit vereist een toewijding aan een bepaalde ideologie, levensstijl en loopbaan, en daarnaast ook de ontwikkeling van een duidelijke zelfdefinitie. (Erikson, 1968) De Ethiopische jongeren in Israel die centraal staan in mijn onderzoek, zijn grotendeels adolescenten en bevinden zich in deze periode van identiteitsformatie. Zij worden geconfronteerd met een identiteitsverwarring of verkrijgen langzaamaan een duidelijke zelfdefinitie en identiteit. Deze Ethiopische jeugd wordt geconfronteerd met diverse dilemma’s en complexiteiten in de identiteitsformatie. Zij behoren in Israel tot een etnische minderheid. Daarbij zijn ze een van de weinige donkere gemeenschappen in het land wat leidt tot discriminatie. Ook wordt er getwijfeld aan hun joods religieuze achtergrond en hebben ze een zwakke sociaaleconomische status. De vraag is: hoe beïnvloeden deze factoren het proces van identiteitsformatie van deze jongeren? Allereerst zal ik ingaan op het begrip ‘identiteit’. Vervolgens zal ik theorieën aanhalen van onder andere Erikson, Phinney en Martinez en Dukes om de impact van bovenstaande factoren te analyseren. 1.1 Multipele identiteit Identiteit is een proces van verandering. Ghorashi schrijft: ‘Identiteit is een dynamisch proces, een veranderende kijk op jezelf en een ander. Constant worden er nieuwe betekenissen verworven door interacties in een sociale context en door historische gebeurtenissen.’ (2001:22) Identiteit is een proces van ‘worden’. Identiteit is multipel. Een identiteit is opgebouwd uit meerdere delen; dat kan een religieuze, etnische en diasporische identiteit zijn. In bepaalde situaties neemt een identificatie de 12
overhand en lijken de andere te verdwijnen. Deze zijn dan nog wel aanwezig maar overschaduwd. Dit gebeurt omdat men zich geschikt wil voordoen in een bepaalde situatie en sociale omgeving. Ghorashi spreekt ook over het passen in een verhaal. Mensen proberen zich zo te situeren dat ze schikken in hun omgeving en daarmee bereiken wat ze willen. Een belangrijk gegeven is dan ook dat identiteit gevormd wordt door interactie met anderen. (Berger & Berger 1972: 62) Een multipele identiteit betekent niet dat er sprake is van een gefragmenteerde identiteit. Er is een onderliggende samenhang van verschillende identificaties. Etnische en nationale identificatie bij minderheden Of er bij immigrantengroepen sprake kan zijn van een etnische en nationale identificatie tegelijkertijd, is een veelbesproken onderwerp in de sociale wetenschappen. Hierover zijn er in de wetenschap hoofdzakelijk twee ideeën. Ten eerste is er een groep wetenschappers die is overtuigd van het ethnic pluralism model. Dit houdt in dat ze geloven dat er een positieve nationale identificatie mogelijk is naast het behoud van verbondenheid met de oorspronkelijke cultuur. Daarnaar wordt ook wel gerefereerd met de term bicultural efficacy. Een andere groep wetenschappers gelooft in de social dominance theory. Deze theorie voorspelt dat de nationale en etnische identiteit botsen wanneer de etnische identiteit sterk ondergewaardeerd wordt in de samenleving. Individuen die zichzelf identificeren met de onderwaardeerde etnische groep zullen zich ook gedomineerd voelen bij de meerderheidsgroepen. (Rodriguez, 2010: 4-5) Dit zijn conflicterende assumpties. In de wetenschap is er geen consensus betreffende het onderwerp. De uitkomst van mijn onderzoek strookt met de social dominance theory.
Volgens Ethiopische jongeren staat de Ethiopische identiteit en de negatieve
connotatie die daaraan gelinkt is, acceptatie als joods-Israelisch in de weg. De jeugd wil een stap naar boven zetten op de sociaal-economische ladder en om dat te bereiken, onderdrukken zij hun etnische identiteit en benadrukken en ontwikkelen zij hun joodsIsraelische identiteit. Hierdoor denken zij door de meerderheidsgroep hoger te worden gewaardeerd. Invloed samenleving Daarnaast betekent multipele identiteit niet dat er vrije keuze is tussen diverse identificaties. Er is een gelimiteerd scala waaruit men een eigen identiteit kan samenstellen. Deze beperkte keuze wordt indirect aangedragen door de sociale omgeving. De keuzes worden beïnvloed door
externe
factoren.
Er
kan
gesproken
worden
over
identiteitsmanagement.
Identiteitsmanagement met beperkingen en sturing opgelegd door de sociale context. Een andere aanname rondom het begrip identiteit is dat jongeren een achieved identity kunnen hebben en een ascribed identity. Een ascribed identity is een identiteitsaanname naar de verwachting van de omgeving, een identiteit die wordt opgedrongen. Een achieved identity is een identiteit die geëxploreerd is en daarna bewust is gekozen. Bij jongeren is er vaak sprake van een achieved identity tijdens of vlak na de adolescentie. Een achieved identity
13
geeft het individu zelfvertrouwen en een hogere zelfwaardering. Met een achieved identity is het beter mogelijk goed te functioneren in een minderheidsgroep. Hierover weid ik uit in een volgende paragraaf. (Erikson, 1968) 1.2 Jongeren en identiteit In de inleiding gaf ik al aan dat de adolescentie een cruciale periode is in de identiteitsformatie. Op deze leeftijd experimenteren jongeren met zelfbeelden en identiteiten. In deze paragraaf zal ik uitweiden over identiteitsconstructie bij jongeren aan de hand van Eriksons theorieën uit zijn boek ‘Identity: Youth and Crisis’ (1968). Voordat mensen de adolescentie hebben bereikt is de levenscirkel van de identiteitsformatie al van start gegaan, volgens Erikson. Op vroege leeftijd is er sprake van het mechanisme van introjectie. Dit is de primitieve incorporatie van andermans beeld, van een persoon die dicht bij het kind staat en als geliefd wordt ervaren. Daarna identificeert het oudere kind zich met betrouwbare representatieve personen. Denk aan familie en leraren. In een later stadium begint de identiteitsformatie. Dit is een samensmelting van de identificaties in de jeugd en de absorptie van de nieuwe omgeving. (1968:159) Dit stadium begint tijdens de adolescentie, de periode vanaf circa het zestiende tot twintigste levensjaar. Tijdens de adolescentie verandert er veel in het leven van jongeren. Verwachtingen veranderen, er is sprake van seksuele voortgang en ontwikkeling en de overgang van school naar werk. Het is de leeftijd waar intieme relaties worden aangegaan en waar jongeren zich distantiëren van anderen. Adolescentie is de laatste fase van de jeugd, van het ‘jong’ zijn. Deze laatste fase wordt beëindigd als het individu zijn jeugdidentificaties ondergeschikt maakt aan nieuw verworven identificaties. Deze nieuwe identificaties zijn verworven door interactie met de sociale omgeving. Met deze nieuwe identificaties heeft de adolescent een ‘verbintenis voor het leven’, zoals Erikson schrijft. (Erikson, 1968:155) Zoals in de inleiding staat geschreven: de kristallisatie van identiteit vereist een toewijding aan een bepaalde ideologie, levensstijl en loopbaan, en daarnaast ook de ontwikkeling van een duidelijke zelfdefinitie. Hierop worden de nieuwe identificaties gebaseerd die het individu zijn leven meedraagt. In deze fase is er sprake van een achieved identity in plaats van een ascribed identity. Het is wenselijk dat de nieuwe identiteit gewaardeerd wordt door de sociale omgeving. Hierdoor kan het individu status verwerven. Het is belangrijk dat een adolescent de juiste keuzes maakt. Dit proces dat plaatsvindt tussen kind-zijn en volwassenheid, neemt tijd in beslag. De periode tussen kind-zijn en volwassenheid noemt Erikson het psychosocial moratium. Een psychosocial moratium is een periode, extra tijd, die iemand toegekend krijgt omdat degene nog niet klaar is om de verwachtingen van het volwassen leven waar te maken. Het is een vertraging in het volwassen worden. (Erikson, 1968:157) Adolescenten krijgen de tijd om te ontdekken wat ze in hun latere leven willen doen. Door rolexperimenten proberen ze te ontdekken in welke functie, rol of status ze zich fijn voelen. Deze periode van ontdekken, staat vaak in het teken van speelsheid. Jongeren sluiten zich regelmatig aan bij
14
subculturen, gaan experimenteren en testen waar hun grenzen liggen. Ze vertonen provocerend gedrag. Ze provoceren bijvoorbeeld met kleding, taalgebruik en standpunten. Deze fase wordt in onderzoeken naar de identiteit van Ethiopische jongeren in Israel vaak identiteitscrisis genoemd. (Shabtay, 2003; Anteby-Yemeni, 2005) Erikson distantieert zich van de term identiteitscrisis en hierin ga ik met hem mee. Volgens hem is er in deze periode sprake van een identiteitsverwarring. (1968:128-134) Volgens hem hangt het woord ‘crisis’ samen met een catastrofale gebeurtenis. Daar is over het algemeen geen sprake van bij identiteitsvorming. Een identiteitsverwarring, en in andere literatuur identiteitscrisis, is een noodzakelijk keuzemoment waarop iemand beslist de ene of de andere kant op te gaan en zich te identificeren met de ene groep en te differentiëren van de rest (1968:16). Hoewel de identiteit van jongeren niet over een lange termijn stabiel is, zijn ze juist in deze levensfase veel bezig met hun identiteit. 1.3 Institutionalized moratorium In Israel kan de jeugd niet vrijuit experimenteren met rolmodellen en identificaties tijdens de adolescentie. Ze krijgen niet de kans om de voordelen van het psychosocial moratorium te ondervinden. Erikson noemt het psychosocial moratorium een vertraging in het volwassen worden en extra tijd die iemand toegekend krijgt omdat degene nog niet klaar is om de verwachtingen van het volwassen leven waar te maken. (Erikson 1968:157) In Israel wordt er juist wel verwacht dat jongeren vanaf hun zeventiende jaar volwassen worden of zich er in ieder geval naar gedragen. Zij moeten namelijk dienen in leger. ‘Vrijheid, blijheid’ is verre van het motto van deze jeugd. De Israëlische jongens hebben van hun achttiende tot eenentwintigste jaar dienstplicht. De meiden tot het twintigste levensjaar. De Israëlische jongeren gaan het eerste jaar gemiddeld vijf dagen per week naar de legerbasis waar zij opgeleid worden tot soldaat of een andere functie en daarna worden zij het veld ingestuurd. Soms gaan deze jongens en meiden op trainingskamp en zijn ze langer van huis. Daarna gaan ze op missie en worden ingezet om de toegang tot de Gazastrook te bewaken of om winkelcentra te beveiligingen. In deze setting is er geen ruimte voor rolexperimenten. De Israëlische jeugd wordt in een nationalistisch instituut als de IDF aangemoedigd een joodsIsraëlische identiteit aan te nemen, te gehoorzamen en een serieuze houding aan te nemen. Dus in plaats van in een psychosocial moratorium bevindt de Israëlische jeugd zich in deze cruciale periode van het identiteitsmanagement in een zogenaamd, institutionalized moratorium. 1.4 De black diaspora Desondanks wordt de Ethiopische jeugd toch in verband gebracht met experimentele identiteiten. In menig onderzoek wordt deze groep voorgesteld als lid van de black diaspora. Malka Shabtay is een van de weinige wetenschappers die diverse onderzoeken heeft gedaan
15
naar de Ethiopische gemeenschap in Israel. Zij beweert in haar artikel dat Ethiopische jongeren in Israel een nieuwe subcultuur ontwikkelen van een Afro-Israëlische identiteit. (2003:93) Zij concludeerde dit uit een onderzoek dat ze tien jaar geleden deed. Deze identificatie zou het gevolg zijn van het gevoel van vervreemding wat deze jeugd in Israel ervaart. Ook Anteby-Yemini spreekt over Ethiopische jongeren als deel van de black diaspora. (2005) Identificatie met de black diaspora houdt in dat een persoon zich verbonden voelt met de zwarte gemeenschap wereldwijd. Het begrip black diaspora is een vinding van de Engelse wetenschapper Paul Gilroy. Met zijn boek ‘The Black Atlantic, Modernity and Double Consciousness’ (1993) schijnt hij volgens menig wetenschapper een nieuw licht op de bestaande diasporastudies. Dit begrip is in veel wetenschappelijke artikelen gebruikt en toegepast. De black diaspora is een post-WO2 verschijnsel. Echter is het gebaseerd op de periode van de zestiende tot de negentiende eeuw waarin negroïde mensen slachtoffer werden van slavernij en onderdrukking. De zwarte gemeenschap werd deels door kolonisten verplaatst naar andere landen en te werk gesteld. Er was een sterk verlangen terug te keren naar Afrika of de Cariben. Tegenwoordig is er geen sprake meer van mensenhandel en –deportatie maar wel van een grote migratiestroom als gevolg van globalisering. Veel Afrikanen migreren naar Westerse landen. Hoewel ze hopen op een betere toekomst, krijgen ze in de nieuwe samenleving een gemarginaliseerde economische positie en worden ze gediscrimineerd. Ze bevinden zich aan de onderkant van de samenleving. Omdat de meeste migranten met een donkere huidskleur hetzelfde lot treft, voelen ze zich verbonden met elkaar en grijpen ze terug op de gemeenschappelijke geschiedenis van slavernij en onderdrukking. Het is een vorm van Panafrikanisme in de moderne tijd op de Westerse continenten. De black diaspora is een identificatie die veel donkere mensen in Westerse landen aannemen. Het land van herkomst maakt niet uit, als je maar dezelfde uiterlijke kenmerken hebt en dezelfde sociale positie in de samenleving bekleed. Een belangrijk kenmerk van de black diaspora is muziek. Muziek en de optreedgelegenheden zijn een vorm van trots en protest en uitingen van morele, soms zelfs politieke gemeenschappen. (Gilroy 1993:275) Muziek is het kenmerk van multi-etnische minderheid jeugdbewegingen die participeren in de strijd tegen racisme en discriminatie. Het is een middel om een eigen ruimte te creëren in een ongastvrij, discriminerend milieu. (Gross, McMurray en Swedenburg, 2002: 221) Muziek biedt een soort beschermend schild voor immigranten die kampen met ontwrichting van het collectief en zich kwetsbaar voelen voor economische marginalisatie en discriminatie. Ze willen een denkbeeldige collectieve identificatie. (Gross, McMurray en Swedenburg, 2002) In grote steden in Israel, zoals Tel Aviv, vindt je zulke reggaeclubs. Shabtay concludeert dat de rap- en reggaemuziek en clubs in Israel communication spaces zijn waar dialogen plaatsvinden over identiteit en waar grenzen van verwantschap en connectie bepaald worden (2003: 102). Wat vooruitlopend op de theorie van Tajfel en Turner die in de volgende paragraaf aan de orde komt, kiezen deze jongeren ook voor een mondiale groepsidentificatie om discriminatie
16
te incasseren met de groep en om samen steun te zoeken en zich positief te definiëren ten op zichtte van andere groepen. Mondiale identificatie, zoals deze, kan een alternatief zijn voor andere identificaties. Tijdens mijn veldwerk boog ik me over de vraag in hoeverre deze identificatie aanwezig was bij de Ethiopische jongeren in Be’er Sheva en waarom. In hoofdstuk vier zal ik uitweiden over mijn bevindingen. 1.5 Ethiopische identiteit De identificatie met de black diaspora is een mondiale etnische identiteit. De Ethiopische jongeren in Israel hebben ook een andere etnische identiteit, namelijk de Ethiopische identiteit. Adolescenten die een achtergrond als immigrant hebben, worden geconfronteerd met de moeilijkheid hun cultuur van origine en de cultuur van het nieuwe land te combineren. In dit proces, ontwikkelen ze een identiteit als groepslid van een etnische gemeenschap in de grotere samenleving. Ze ontwikkelen een etnische identiteit. (Phinney, 2001:135) Volgens Phinney bestaat etnische identiteit uit twee componenten. De eerste component betreft etnische bevestiging en belonging en is gebaseerd op de social identity theory van Tajfel en Turner (1986). Etnische identiteit is een onderdeel van de sociale identiteit en kan gezien worden als het gevoel van toebehoren bij een etnische gemeenschap en gevoelens en attituden tegenover dit lidmaatschap. Volgens de social identity theory is dit gevoel van lidmaatschap van een etnische groep belangrijk voor de psychologische welgesteldheid van sociale minderheden. Uit dat lidmaatschap ontlenen migranten een gevoel van eigenwaarde en zelfrespect. (Chryssocchou, 2004) De tweede component betreft de ego identiteitsformatie die aan het begin van de adolescentie begint. (Erikson, 1968) Zoals in een voorgaande paragraaf genoemd, exploreren jongeren diverse rolmodellen en identificaties. Jongeren die behoren tot een minderheid exploreren ook de betekenis die het heeft om lid te zijn van een etnische groep. (Phinney, 2001:136) De ontwikkeling van een etnische identiteit is volgens Phinney voornamelijk aanwezig bij adolescenten waarvan de ouders immigranten zijn: de tweede generatie. (2001:136) De Ethiopische jongeren uit mijn onderzoek behoren tot die tweede generatie. In het geval van de Ethiopische jeugd in Israel, worden de jongeren aan de ene kant opgevoed door ouders die de cultuur van het vaderland in stand houden en uitdrukkelijk willen doorgeven aan hun kinderen. Aan de andere kant worden de jongeren onderwezen in het Israëlisch schoolsysteem, waarin normen en waarden van de Israëlische maatschappij worden gehanteerd en onderwezen en bestaat het sociaal netwerk van de jongeren uit vrienden en kennissen met verschillende achtergronden. De tweede generatie heeft twee informatiekanalen die verschillende culturen doorgeven. Deze tweede generatie in het bijzonder moet keuzes maken op het gebied van culturele praktijken. Voornamelijk deze generatie zou zich daarom interesseren in de geschiedenis en traditie van het vaderland en verschillende zaken rondom discriminatie en vooroordelen onder ogen zien. Dit proces
17
resulteert volgens Phinney in het aannemen van een etnische identiteit. Na dat proces is dit verkregen zelfconcept een bron van positieve zelfevaluatie en zekerheid. Phinney (2001) deed ook onderzoek naar de rol van taal, culturele overdracht via de ouders en de omgang met vrienden op de vorming van de etnische identiteit. Hij concludeert dat de drie bovenstaande factoren alle drie grote invloed uitoefenen op de formatie van etnische identiteit. De rol van taal is een belangrijke factor. Door de taal te spreken blijven jongeren gevoelsmatig verbonden met de oorspronkelijke cultuur. Als ze de taal spreken blijven ze ook omringd met mensen die dezelfde taal spreken en de cultuur praktiseren. De rol van culturele overdracht van de ouders is discutabel op zichzelf. Jongeren kunnen zich ook afzetten tegen het conservatisme van de ouders maar indirect houdt culturele overdracht door de ouders ook taal in. En dit is wel een stimulerende factor voor het construeren van een etnische identiteit. (2001:139) Uit het onderzoek bleek ook dat omgang met mensen met dezelfde afkomst een grote correlatie vertoonde met de formatie van een etnische identiteit. 1.6 Etnische identiteit en zelfwaardering Martinez en Dukes hebben onderzoek gedaan naar het effect van etnische identiteit op gevoel van eigenwaarde, doel in het leven en zelfverzekerdheid bij etnische minderheden. (1997) Zij gaan uit van Phinneys empirische en conceptuele werk waarin hij beschrijft dat de formatie van een etnische identiteit uit drie stadia bestaat: unexamined, searchers en identityachieved. Ten eerste zijn er jongeren die hun etniciteit niet geëxploreerd hebben. Ten tweede zijn er jongeren die op zoek gaan naar hun etnische identiteit. Zij leren over historie, raken betrokken bij politiek, discussiëren over zaken rondom etniciteit en proberen verschillende levensstijlen uit. (Martinez 1997:504) Dit stadia kan gekoppeld worden aan het psychosocial moratorium uit Eriksons theorie rondom identiteitsformatie. (1964) Ten derde zijn er jongeren die dit laatstgenoemde proces hebben doorlopen en hun etnische identiteit hebben ontwikkeld of bewust hebben beperkt. Uit het onderzoek blijkt dat het bewust bezitten van een etnische identiteit leidt tot een groter gevoel van eigenwaarde en zelfverzekerdheid. In dit derde stadium draait het om een ascribed identity te vervangen door een achieved identity. Jongeren met een ontwikkelde etnische identiteit presteren beter in sociale instituties en in de samenleving in het algemeen. Jongeren die de betekenis van hun etniciteit nog onderzoeken, gaan vaker gebukt onder de negatieve stereotyperingen rondom hun etniciteit en hebben een lager gevoel van eigenwaarde en presteren slechter. Ook het onderdrukken van de etniciteit door de persoon zelf of door de maatschappij leidt tot lage eigenwaarde, laaggesteld doel in het leven en weinig zelfverzekerdheid. (Martinez 1997:510) Kortom, volgens Martinez en Dukes vermindert een sterke etnische identiteit de impact van negatieve stereotyperingen en sociaal denigreren bij het individu door een breder referentiekader dat andere bronnen van identiteit verschaft. (Martinez 1997:514) Uiteindelijk concluderen Martinez en Dukes dat het erg belangrijk is dat jongeren in sociale instituties zoals scholen, de vrijheid hebben om hun etniciteit te exploreren en te uiten. Dit verhoogt het gevoel van eigenwaarde en de prestaties
18
van de jeugd. Gedwongen assimilatie door institutioneel racisme ontneemt jongeren de mogelijkheid een etnische identiteit te ontwikkelen (1997:515). In het geval van de Ethiopische jongeren in Israel wordt er verwacht dat ze assimileren. Op scholen worden de Israëlische normen en waarden, feestdagen en manier van leven onderwezen. Er is nauwelijks de vrijheid om Ethiopisch te zijn. In mijn volgende empirische hoofdstukken zal ik uiteenzetten welke factoren invloed hebben op de identificatie van de Ethiopische jeugd in Israel en wat voor gevolgen de identificatie van de Ethiopische jongeren heeft op hun positie in de Israëlische samenleving. Daarbij zullen bovenstaande theorieën nog uitvoerig worden behandeld en toegepast. 1.7 Religieus-nationalistische identiteit Naast bovengenoemde etnische identiteit, kunnen Ethiopische jongeren in Israel ook meer waarde hechten aan hun religieuze identiteit, de joodse identiteit. Het Jodendom speelt een belangrijke rol in het leven van de inwoners van Israel. Hoewel Israel politiek geleid wordt door een seculiere partij, zijn veel wetten gebaseerd op de Joodse religie. Uit zeer recent onderzoek van Sorek en Ceobanu (2010) blijkt dat de religieuze identiteit in Israel nauw verweven is met de nationalistische identiteit. Daarom spreek ik in mijn onderzoek van de joods-Israëlische identiteit. Sorek en Ceobanu hebben in zeventien landen onderzocht wat de rol van religiositeit is op het uiten en behouden van de nationale identiteit. Hoewel nationalisme aan de ene kant beschouwd wordt als een seculiere vervanging van religie in de moderne tijd, worden aan de andere kant collectieve aannamen en sentimenten rondom de traditionele religie juist als cruciale bouwstenen van een natiestaat en nationalisme gezien. (Sorek, 2010) Volgens de eerste aanname zijn nationalisme en religie tegenpolen en vervangt de een de ander. De tweede aanname stelt dat religie en nationalisme verbonden zijn en dat religie, nationalisme versterkt. Sorek en Ceobanu volbrachten sociologisch onderzoek naar de vraag of religieus symbolisme legitimiteit biedt voor en inspireert tot een nationale identiteit. De aanwezigheid van een nationale identiteit analyseerden zij door het gevoel van trots te meten, door in de enquêtes de Israëlische instituties en cultuur aan te snijden. Zij voerden het onderzoek uit in Israel en dit leidde tot een aparte uiteenzetting over Israel met de titel: ‘Israel as an Extreme Case’ (2010: 481) Bij alle dimensies van trots, scoorden de 3
religieuze Israëliërs het hoogst. De correlatie tussen religiositeit en nationale identiteit was in Israel uitzonderlijk hoog. Sorek en Ceobanu concludeerden dat in Israel geldt: des te hoger de religiositeit, des te sterker de nationalistische identiteit. Dit was in andere landen precies het tegenovergestelde. In Israel zijn deze twee identiteiten zeer nauw verbonden. Dit onderzoek verifieert het samentrekken van de religieuze en nationalistische identiteit in mijn
3
Onder religieuzen verstaan Sorek en Ceobanu niet de ultra-orthodoxe Haredim. Om religieushistorische reden zet die groep zich juist af tegen Israel als natiestaat. Omdat Sorek en Ceobanu deze voorkennis hadden, hebben zij tevoren de Israëlische bevolking in vier categorieën verdeeld.
19
onderzoek en daarmee het spreken over een Joods-Israëlische identiteit. De befaamde Israëlisch schrijver Avraham B. Yehoshua zegt in een interview het volgende over de verstrengeling van de Joodse en Israëlische identificatie: ‘De Joodse mensen worden al duizenden jaren Israeli’s genoemd, B’nei Yisrael, de zonen van Israel en Am Yisrael, het volk van Israel. Op de vraag wat de relatie is tussen Joods zijn en Israeli, is het antwoord: de Israeli is een complete jood die nu leeft in een totaal, allesomvattende Joodse realiteit.’ (Cygielman, 2002: 94)
20
2. De Ethiopische gemeenschap in Israel 2.1 Overheid en de Ethiopische gemeenschap Al meer dan dertig jaar biedt de Israëlische overheid de Ethiopische gemeenschap een helpende hand. Na het organiseren van luchtbruggen vanuit Soedan om de Ethiopische joden naar Israel te laten vluchten, is de overheid ook aan de slag gegaan met de welgesteldheid van de Ethiopische gemeenschap in eigen land. De Ethiopische gemeenschap in Israel is een migrantengroep die extra aandacht vergt. Doordat de migranten uit een rurale samenleving komen, hebben ze bij aankomst weinig kennis van technologische ontwikkelingen en moderniteit. Daarnaast hebben ze geen kennis van het Hebreeuws. Dit in tegenstelling tot Amerikaanse of Europese immigranten die Aliyah
4
maken. Zij komen uit een sterke diaspora en hebben joods-Hebreeuwse scholing gehad, thuis of institutioneel. Ook op langere termijn behoeven de Ethiopiërs meer zorg. Door hun slechte socio-economische positie behoeven ze meer financiële steun. Het feit dat deze migrantengroep meer hulp nodig heeft, blijkt uit de aanwezigheid van een speciale afdeling van het Ministerie van Immigranten Absorptie voor deze gemeenschap.
5
Naast de gewone afdelingen van bijvoorbeeld werkgelegenheid voor migranten, veiligheid, studenten autoriteit en budgettering is er namelijk de afdeling voor Absorptie van Ethiopische migranten. Andere migrantengroepen hebben geen eigen afdeling. De sectie voor Absorptie van Ethiopische migranten zorgt voor het ontvang van migranten op het vliegveld, tijdelijk en permanent onderdak, organisatie van activiteiten, opzetten van educatieve programma’s en onderhoud van buurtcentra voor deze gemeenschap. Zoals alle Joodse migranten krijgen ze 6
een ulpan aangeboden. Ook op langere termijn krijgt de Ethiopische gemeenschap hulp. Jongeren krijgen beurzen om te kunnen studeren. Kinderen kunnen terecht in buurthuizen die speciaal voor deze groep zijn opgezet. En voor ouderen worden cursussen georganiseerd met betrekking tot kansen op de arbeidsmarkt en empowerment zoals sollicitatietrainingen en handwerkcursussen. In Israel bestaan er veel gouvernementele organisatie en non-gouvernementele organisaties die deze gemeenschap helpen. Vanuit de Jewish Agency, een orgaan dat alle migranten helpt door donaties van joden in de diaspora, ontstond het ‘Ethiopian National Fund’ (ENP). Het ENP houdt zich voornamelijk bezig met jeugd en onderwijs. De jeugd heeft immers de toekomst. Speerpunten van het beleid van deze organisatie in 2010 waren het verminderen van vroegtijdig schoolverlaters, Ethiopische jongeren motiveren voor de dienstplicht en alcohol- en drugspreventie bij zowel de jongeren als de ouders hiervan. Daarnaast is er de
4
Immigratie van Joden naar het Beloofde Land, Israel. Vaak als gevolg van de zionistische ideologie. Website van het Ministerie van Immigranten Absorptie van Israel www.moia.gov.il/Moia_en 6 Cursus Hebreeuwse taal voor migranten die Aliyah maken. 5
21
7
Israel Association for Ethiopian Jews (IAEJ). Deze organisatie wordt geleid en draaiende gehouden door Ethiopiërs en verdedigt de Ethiopische gemeenschap in Israel. Deze organisatie adviseert het ministerie op het gebied van integratie. Naast deze twee grote en veelzeggende organisaties worden en er locaal door verschillende gemeentes projecten opgezet voor de voorspoed van de Ethiopische inwoners. 2.2 Socio-economische situatie Ethiopische jongeren Ethiopische jongeren in Israel begeven zich niet in een welvarend milieu. Dat komt voornamelijk door de socio-economische status van de ouders. De ouders van deze jongeren zijn gemiddeld zo’n twintig jaar geleden naar Israel gekomen. Ze hadden geen kennis van de taal en cultuur van Israel en hielden en houden nog steeds vast aan de normen en waarden van Ethiopië, van een rurale samenleving. De ouderen houden de Ethiopische cultuur en taal in stand in Israel: ze dragen traditionele Ethiopische kleding en spreken Amhaars of Tighri in de privésfeer. Veel van de oudere Ethiopiërs, zowel mannen als vrouwen, zijn analfabeet. Door een gebrek aan kennis van het Hebreeuws hebben de ouders van deze jongeren, geen kans op een goede baan. De meest voorkomende beroepen in deze gemeenschap zijn dan ook schoonmaakster en bewaker. Daarnaast is een groot deel van de Ethiopische vrouwen, huisvrouw. Maar ook het werkloosheidscijfer van de bevolkingsgroep is hoog. 18% van de Ethiopiërs in Israel heeft geen werk, tegenover 6,5% van de hele Joodse bevolking. (IAEJ report, 2008) Hetzelfde IAEJ rapport zegt dat het gemiddelde loon van een Ethiopiër 27,40 NIS per uur (5 euro) is tegenover 43,40 NIS per uur (8,50 euro) van andere Joden in Israel. Dit houdt een verband met de beroepsgroep waarin Ethiopische migranten vaak werkzaam zijn. Met dit loon moeten ze vaak grote gezinnen onderhouden. Een gezin van vijf kinderen of meer is geen uitzondering. Naast het feit dat het Ethiopische gezin gekenmerkt wordt door het grote aantal kinderen, zijn er in Israel ook steeds meer een-ouder gezinnen en gezinnen waarvan de ouders al erg oud zijn.
8
Dus de meeste Ethiopische jongeren komen uit een arm gezin. Volgens het Centraal Bureau voor Statistiek in Israel zijn 52% van de Ethiopische huishoudens arm tegenover 16% van de huishoudens in de totale Joodse populatie.
9
Het sociale netwerk van de ouders van de jongeren is niet gevarieerd. Vooral Ethiopiërs behoren tot de kennissenkring, en daarbinnen wordt de Ethiopische taal gesproken. Echter hebben de jongeren wel een meer gevarieerde vriendenkring. Dit komt door het schoolgaan en het leger. In deze twee instanties komen ze in contact met veel andere Israëliërs met een andere afkomst. Vooral in het leger worden Ethiopiërs gedwongen om samen te werken met
7
Website IAEJ http://www.iaej.co.il/ Geraadpleegd: 16 april 2010 Interview Hila, ± 30 jaar, 24 maart 2010 9 Centraal Bureau voor Statistiek Israel, juli 2007 http://www1.cbs.gov.il/publications09/ethiopion_population06/pdf/t02.pdf Geraadpleegd: 10 april 2010 8
22
andere Israëliërs. Echter in de vrije tijd trekken de Ethiopische jongeren naar andere Ethiopiërs. Zoals ik hierboven noemde gaan de Ethiopische jongeren naar dezelfde middelbare scholen als andere Israëliërs. Het schoolsysteem in Israel komt niet overeen met het Nederlandse schoolsysteem. In Israel heb je de eerste vier jaar geen verschillende niveaus op de middelbare school (zoals VMBO, HAVO en VWO). Jongeren zitten in dezelfde klassen. Echter vanaf de negende graad, jongeren zijn dan vijftien of zestien jaar, worden ze opnieuw ingedeeld in klassen. Je hebt dan drie niveaus: ondergemiddeld, gemiddeld en bovengemiddeld. In de hoogste klassen volgen ze extra modules. Op het einde van de middelbare school leg je een examen af. Het aantal modules die je door de jaren heen hebt gevolgd en de punten die je voor het examen haalt, bepalen of je naar de universiteit kan. Uit data die gaan over de cijfers die Ethiopiërs halen en de gemiddelde Joodse bevolking, blijkt dat Ethiopiërs slechter scoren op de middelbare school. Niet alleen in Hebreeuws, maar ook in wiskunde, Engels en vakken als natuurkunde en scheikunde. Uiteindelijk haalt ongeveer 20% van de Ethiopische studenten zijn eindexamen op het niveau dat hen toelaat tot de universiteit tegenover 50% van de gehele Joodse bevolking. Het blijkt dan ook dat veel Ethiopiërs niet verder studeren. Als ze wel doorstuderen, en wel naar de universiteit gaan, blijkt dat ze alsnog ondergewaardeerd worden en een lager inkomen hebben dan andere Joden in Israel. Een derde van de afgestudeerden krijgt een baan die de eigen gemeenschap dient. Hoewel het aantal sterk gedaald is door de maatregelen die het Ministerie van Educatie heeft genomen, is het aantal Ethiopiërs dat vroegtijdig stopt met school nog steeds hoger dan het gemiddelde aantal vroegtijdig schoolverlaters in Israel. In 2004 verliet 12% van de Ethiopische zeventienjarigen school vroegtijdig tegenover 4% zeventienjarigen van de gehele Joodse bevolking. Er zijn indicaties van een stijgend criminaliteitscijfers onder de Ethiopische jeugd. Concluderend stel ik dat ze Ethiopische jongeren een slechte socio-economische positie in de Israëlische samenleving bekleden. Ze komen uit arme gezinnen, halen niet de beste resultaten op school en hebben een mistroostend carrièreperspectief. Echter hebben ze wel een steeds gevarieerder netwerk en dat is positief, aangezien het hebben van een breed netwerk kansen biedt in de Israëlische maatschappij. 2.3 Be’er Sheva en de Ethiopische gemeenschap Mijn onderzoek vond plaats in Be’er Sheva, een stad in het zuiden van Israel in de Negev woestijn. Zo’n 5,8% van de gehele Ethiopische bevolking in Israel leeft in Be’er Sheva. Volgens de Israel Association for Ethiopian Jews (IAEJ) leefden er in 2007, 6263 Joden van Ethiopische afkomst in deze stad. Hiervan zijn 2085 personen in Israel geboren. Dit brengt het percentage van Joden van Ethiopische afkomst in deze stad op 3,4% van de gehele populatie.
23
De Ethiopiërs wonen met name in drie wijken van de stad, namelijk Vav, Yud Alef en Bet. In deze wijken zijn de huizenprijzen en huren het laagst. Door de slechte economische situatie zoeken zij daar hun onderkomen. Er is sprake van spatial segregation. Door deze spatial segregation zijn de sociale netwerken van Ethiopische ouderen, die niet betrokken zijn bij instituten, niet zo divers. Hierdoor wordt de integratie belemmerd. De Ethiopiërs in Israel hebben twee verschillende achtergronden. Er zijn Amharen en Tighri’s, twee verschillende Joodse stammen in Ethiopië die beide een eigen taal hebben. In Be’er Sheva zijn er twee Ethiopische synagogen, een Amhaarse en een Tighri synagoge. Er zijn twee Ethiopische gemeenschapscentra, Shavu Banim en Bet Samuel. Bij beide centra heb ik vrijwilligerswerk gedaan. Shavu Banim is een vrij nieuw centrum naast de Tighri synagoge. Door deze ligging komen er voornamelijk Ethiopiërs met een Tighri afkomst. Maar zowel Ethiopiërs van Amhaarse afkomst als andere Israëliërs zijn ook welkom. Dit centrum verzorgt handwerkcursussen, bijscholing voor oudere Ethiopische vrouwen, kinderopvang en verschillende evenementen zoals markten en vieringen van de feestdagen. Ook is er een tuinproject waar zowel kinderen en oudere vrouwen hun eigen gewassen kunnen verbouwen. Bet Samuel is een ander buurtcentrum en richt zich vooral op de jeugd. De Ethiopische jeugd kan hier zijn vrije tijd doorbrengen met voetballen en tafeltennissen. Daarnaast organiseren ze voorlichting over de dienstplicht voor zeventienjarige Ethiopische meiden. In de ochtenden zijn er activiteiten voor ouderen zoals bijscholing en sport. Af en toe zijn er excursies met educatieve doeleinden, zoals een uitstapje naar het ziekenhuis om de Ethiopische vrouwen bewust te maken van de toegankelijkheid van het ziekenhuis. 2.4 Leefwereld Ethiopische jeugd in Be’er Sheva De leefwereld van Ethiopische in Be’er Sheva verschilt niet erg veel met die van jongeren met een andere afkomst. Ten eerste, gaan ze naar dezelfde middelbare scholen. Zes dagen per week volgen de middelbare scholieren les. Rond twee uur ’s middags is de school uit en is het tijd voor ontspanning. Veel Ethiopische leerlingen geven aan, dan graag naar huis te gaan waar een van de ouders vaak voor ze zorgt. De warme maaltijd staat bijna altijd klaar. Als ze het thuis gezien hebben, gaan de jongeren naar een van de Ethiopische centra om hun vrienden te ontmoeten. Daar kunnen ze buiten sporten of aan activiteiten deelnemen. Hoewel ze binnen de school een gemengde vriendengroep hebben, gaan ze na school vaak om met andere Ethiopiërs: ze wonen in dezelfde wijk, ze hebben dezelfde achtergrond en vaak dezelfde interesses. Vaak helpen de jongeren hun ouders, soms met papierwerk, soms in het openbare leven. Het huishouden is vaak domein van de moeder, maar in het openbaar kunnen de jongeren hun ouders vaak een handje helpen omdat zij meer kennis hebben van het systeem en de Hebreeuwse taal. De Ethiopische jongeren hebben vaak veel broers en zussen. Echter zijn veel oudere broers en zussen al samen gaan wonen of ze zitten in het leger. Thuis is er dus wel ruimte voor de jongere kinderen. In het weekend gaan de meeste Ethiopische jongeren vaak uit. Er is niet een heel groot aanbod in Be’er Sheva. De jongeren
24
onder de achttien jaar gaan vaak naar een disco die toegankelijk is voor veertien- tot achttienjarigen. Hier wordt verschillende soorten muziek gedraaid. Er komen jonge Israëliërs van verschillende afkomst. Bij ouderen is de Forum populair. Elke donderdag, vrijdag en zaterdag worden er grote feesten georganiseerd met verschillende muziekstijlen. Het is een club waar je kijkt en gezien mag worden. Het weekend is voor de Ethiopische ouders de tijd om naar de synagoge te gaan. Maar net zoals bij Israeliers van andere afkomst is er sprake van secularisering bij de jeugd. De jongeren geven aan niet vaak naar de synagoge te gaan. Ze zijn alleen in de synagoge tijdens feestdagen, enkele uitzonderingen daargelaten. Na de middelbare school gaan de jongeren in het leger. In de weekenden slapen de jongeren dan bij hun ouders, ze laten zich verzorgen, komen een beetje bij en gaan uit. Hoewel het dagelijks leven overeenkomt met dat van elke jongere in Israel, ervaren de Ethiopiërs sommige dingen anders. Voor een blanke Israëliër is uitgaan in de Forum bijvoorbeeld zorgeloos. De Ethiopische jeugd verteld me daarentegen dat het altijd weer spannend is of ze mogen binnenkomen. Daarnaast spreken Israëlische jongens vaak bij elkaar thuis af om computerspellen te doen of tv te kijken. Ethiopische jongens spreken vaak buiten of bij het buurtcentrum af. Ze hebben immers meer mensen in huis en vrijwel nooit het huis voor ze alleen. Ze hebben ook het gevoel een heel ander huishouden te hebben dan klasgenoten die niet van Ethiopische afkomst zijn. Wellicht houdt dat hun tegen om ze mee naar huis te nemen. Ethiopische jongen kunnen wel opschieten met niet-Ethiopische jongeren maar toch trekken ze in de privésfeer vaak op met Ethiopische jeugd, soms vergezeld door een enkele andere Israëliër. In het volgende hoofdstuk zal ik verder in gaan op de verschillen tussen Ethiopische jongeren en die van een andere afkomst. Zijn ze anders of voelen ze anders? En wat voor effect heeft dat op de identificaties die ze aannemen?
25
3. Dezelfde of de Ander? Ethiopische migranten in Israel worden geconfronteerd met de spanning tussen het worden van een Israeli, maar ook het blijven van een Ethiopiër. Aan de ene kant worden de Ethiopiërs Joodse inwoners van de natiestaat, maar aan de andere kant blijven ze een etnische en culturele minderheid tussen de Israëlische Joden van andere origine. Bij aankomst in het land maar ook nog lang daarna, worden ze aangemoedigd te integreren en min of meer te assimileren. Er wordt van ze verwacht dat ze in de Israëlische samenleving ‘smelten’ en dat ze zich identificeren met de etnisch-religieuze nationaliteit van hun land. De Israëlische overheid probeert assimilatie te stimuleren. Ethiopische Joodse nieuwkomers zijn direct burger met volrecht en menig beurs wordt ze toegekend. Zelfs de tweede en wellicht derde generatie kan profiteren van deze financiële en institutionele hulp. Echter, deze Ethiopiërs zijn ‘hetzelfde’ door hun Joodse afkomst, maar nog steeds ‘anders’ door hun fysieke en culturele kenmerken. Wat doen de Ethiopische jongeren, wanneer zij hun Israëlische equivalent zien, die imaginair zo dichtbij staat maar in de realiteit soms ver weg? Wat zijn de verschillen en wat maakt de Ethiopiër soms tot ‘een van hen’ en soms tot de Ander? Hoe worden de jongeren een volledig Israëlisch burger terwijl ze ook worden beschouwd als de exotische Ander? Allereerst zal ik in de volgende paragrafen ingaan op de verschillen en de overeenkomsten die de Ethiopische jongeren hebben met Israëlische joden van een andere afkomst en in wiens perceptie dat zo is. 3.1 Sameness De Ethiopische jongeren uit mijn onderzoek hebben het grootste deel van hun leven in Israel doorgebracht. Ze zijn gewend aan de Israëlisch cultuur, zitten op dezelfde scholen als Israëliërs van andere afkomst, kijken dezelfde televisieprogramma’s en beoefenen dezelfde sporten. Als ik interviews ga afnemen op de middelbare school en daar wat rondloop lijken de Ethiopische leerlingen het enorm naar hun zin te hebben met andere Israëlische jongeren. Als ik bij de directie kom om uitleg te geven over mijn onderzoek en om toestemming te 10
vragen om wat leerlingen te interviewen, wordt Orli
door de directrice als mijn
onderzoeksassistent benoemd. Samen met haar zwerf ik door de school om andere Ethiopische jongens en meiden te vinden die wat vragen willen beantwoorden. Ze is een hippe meid, ziet er leuk uit, heeft een vlotte babbel en kent veel mensen, niet alleen maar Ethiopiërs zo blijkt, ook andere Israëlische jeugd. Als we door de gang lopen ziet ze een vriend. Een blanke jongen, lang, waarschijnlijk ouder en de hunk van de school. Ze geven elkaar een kus op de wang. Het lijkt of ze elkaar goed kennen. Ze zegt vaker met hem en zijn
10
Orli, 14 jaar
26
vrienden om te gaan. Ethiopische leerlingen lijken zich goed te mengen met de andere Israëliërs. Ook op straat lopen veel vriendengroepen met zowel Ethiopische jongeren als blanke Israëliërs samen rond te slenteren. Alleen in de wijk Vav waar veel Ethiopiërs wonen zie ik ’s avonds veel groepjes met alleen Ethiopische jongens zitten. Waarschijnlijk is dit mede te wijten aan spatial segregation. Een paar dagen later vraag ik een andere oudere Ethiopische vriend naar de netwerken van Ethiopiërs. Ik vraag hem of Ethiopiërs vaak liefdesverhoudingen hebben met Israëliërs met een andere achtergrond. Hij antwoordt: “Sometimes Ethiopians go with other Israeli’s. But mostly the Ethiopian women go with other Israeli men. Our women are really beautiful and popular. The Ethiopian women also want a non-Ethiopian man because they are rich, have a better job and an higher status. We [Ethiopian boys] are so unlucky! We need a lot of luck to get a nice girl...”
11
Wat de reden ook moge zijn, interetnische huwelijken komen bij de Ethiopiërs wel steeds meer voor. Er trouwen nog steeds meer mensen binnen de Ethiopische gemeenschap maar het aantal daalt. In mijn geringe Israëlische kringen vertelde twee verschillende vrienden een koppel te kennen waarbij de vrouw Ethiopisch was en de man van andere origine. Ook op de universiteit mengt de Ethiopische jeugd met andere Israëliërs. Als ik interviews afneem op het terrein van Ben Gurion universiteit in Be’er Sheva valt het me op dat er veel gemengde vriendengroepen zijn. Op het grasveld zitten veel studenten te leren in het zonnetje. Ik vraag er een paar naar de invloed van het universiteitsleven op hun sociale netwerk. Een antwoord dat het meest overeenkomt met de meeste antwoorden die ik krijg is: “In the university everyone is equal. I think we are smart enough to look at the individual and not at the background, or have prejudices. We also work together in 12
groups for some assignments, this creates a connection.”
Hoewel Ethiopische jongeren zich op instituten als de middelbare school en de universiteit als geaccepteerd beschouwen, voelen ze zich op andere momenten weer buitengesloten van de Israëlische samenleving. 3.2 Otherness “The body is the most palpable element of which identity is made. An individual can change his name, acquire a new language, ignore or conceal his origins, disregard or rewrite his history, abandon his ancestral religion or convert to another one, adopt a
11 12
Interview Asher, 21 jaar, 13 maart 2010 Informeel gesprek, anoniem, 24 jaar, 10 maart 2010
27
different nationality, embraces new mores, ethics, philosophies, styles of life. But there is not much he can do to change his body.” (Isaacs, 1989: 46-70) Een groot gedeelte van de collectieve herinnering van de Ethiopische gemeenschap heeft te maken met dreigingen ten op zichtte van hun etnische identiteit. En zoals het citaat hierboven aangeeft, veel culturele kenmerken kunnen worden verbloemd of in de loop der tijd veranderd maar fysieke kenmerken, en zeker huidskleur, is onveranderbaar. In Israel bestaan er veel negatieve connotaties en stereotypen rondom inwoners met een donkere huidskleur gebaseerd op de tijd dat de Ethiopische migranten aankwamen in het Beloofde Land, de tijd waarin het goed zichtbaar was hoe onderontwikkeld de gemeenschap was. Deze vooroordelen kunnen de Ethiopiërs ontduiken door zich zo goed mogelijk aan te passen. Maar zoals Isaacs schrijft, hun huidskleur verandert niet en daardoor kunnen ze sommige associaties die medeburgers hebben niet uit de weg gaan. Twijfel religiositeit De aanname dat de Ethiopische gemeenschap anders zou zijn heeft diverse oorzaken. Toen een grote groep Ethiopische migranten in 1988 en 1991 Israel bereikte door middel van de luchtbruggen die waren georganiseerd door de Israëlische overheid, legitimeerden men deze migratiestroom door ‘de wet op terugkeer’, een wet die alle Joden toestemde om in Israel volledig burgerschap te claimen. Na aankomst werden de Ethiopiërs onaangenaam verrast. Er werd toch getwijfeld aan hun Joodse afkomst. De Beta Israel beweerde af te stammen van het buitenechtelijk kind van koning Salomon, de heerser van Ethiopië in de veertiende eeuw, en de joodse koningin Sheba. Maar er bestond twijfel over de waarheid van dit verhaal. Daarom moesten de Ethiopische migranten zich opnieuw bekeren voor het Rabbinaat. Deze dagen wordt deze groep op religieus vlak geaccepteerd. Maar tegenwoordig vindt er nog steeds migratie plaats, meestal in het kader van familiehereniging en ontvangt Israel nog steeds nieuwe immigranten. De Ethiopiërs die nu het land binnenkomen, worden Falashmura
13
genoemd en hebben decennia lang als christen in Ethiopië geleefd. In Israel
wordt de cohesie tussen burgers vooral gevormd door het hebben van dezelfde Joodse achtergrond. Christenen worden buitengesloten van de groep. Dus de christelijke Ethiopiërs worden niet met open armen ontvangen. Joden van andere origine kunnen geen onderscheid maken tussen christelijke en joodse Ethiopiërs. In plaats dat de Israëliërs de Ethiopiërs die ze tegenkomen het voordeel van de twijfel geven en ze als een deel van de Joodse samenleving beschouwen, trekken ze de religie in twijfel en daardoor creëren ze een afstand. Door deze twijfel over de Joodse afkomst wordt de cohesie tussen de Ethiopiërs en de Joden van andere afkomst aangetast.
13
De Falasmura stammen af van de Beta Israel maar hebben zich lange tijd geleden bekeerd tot het Christendom.
28
Lage socio-economische status Vooral de eerste generatie, de ouders van de jongeren die centraal staan in mijn onderzoek, integreren niet goed in de Israëlische samenleving en worden gezien als de Ander. Tijdens mijn veldwerk ben ik veelvuldig in contact gekomen met deze groep door het doen van vrijwilligerswerk. Ik leerde deze oudere generatie lezen en schrijven in het Hebreeuws en rekenen. Zoals ik al eerder heb genoemd, kan het grotendeel van de eerste generatie geen Hebreeuws lezen en schrijven. Dit is het grootste obstakel voor goede integratie. Ze kunnen niet communiceren met de andere Israëlische bevolking, maken geen gebruik van Israëlische media en zijn afhankelijk van hun kinderen. Naast het gebrek aan taalvaardigheid, houden ze vast aan de oorspronkelijke tradities en gebruiken. De eerste generatie heeft traditionele kleedgewoonten, eettradities en ze vieren Joodse feestdagen net wat anders. Ze hebben ook hun eigen feestdag, de Sigd. Hierover later meer in het zesde hoofdstuk. Zoals in het vorige hoofdstuk wordt genoemd, is de socio-economische status van de Ethiopische gemeenschap niet hoog. Door de slechte taalvaardigheid van de eerste generatie hebben ze slecht betaalde banen. De Ethiopische gemeenschap draagt over het algemeen niet bij aan een goede economie. Dit zorgt voor een lage waardering vanuit de samenleving. Omdat jongeren nog niet volledig op eigen benen staan, worden ze gekoppeld aan de socio-economische status van hun ouders. En zijn ze doelwit van negatieve stereotyperingen. De bloedaffaire Een historische gebeurtenis die het integratieproces zeer bemoeilijkte was de bloed affaire in 1996. Dit voorval maakte pijnlijk duidelijk dat de Ethiopische gemeenschap niet op een voet stond met Israëlische Joden van andere origine. De Ethiopiër was de Ander. In januari van dat jaar kwam namelijk aan het licht dat de Israëlische bloedbank systematisch het bloed van Ethiopische donors had verspild. De reden volgens de bloedbank: een verhoogd risico op HIV. Als reactie daarop gingen 10.000 Ethiopiërs de straat op om te demonstreren. Dit was een tastbare gewaarwording van de discriminerende houding van Israel tegenover deze migrantengroep. (Weil, 1997) Discriminatie Nog steeds voelen jongeren dat ze als de Ander worden behandeld. Asher, Maluku en Jacob, Ethiopische jongens van de boven de twintig die ik Bet Samuel ontmoet vertelden: “If young people of our group with our color play outside in the evening, the police is always looking to us. If we are sitting on a bench when it’s dark we know for sure the police comes to check us. If other kids sit there nobody comes to take a look. They are really racist but we never did a wrong thing.”
14
14
Informeel gesprek, Asher, Yosef en Maluku, 18 februari 2010
29
Toen ik een keer aan het winkelen was in het winkelcentrum van Be’er Sheva, kwam ik een bekend gezicht tegen. Een jonge meid die ik wel eens had gezien bij het Ethiopische centrum was aan het werk in de Castro, een zeer populaire Israëlische kledingwinkel. Ze werkte met drie andere Israëlische meiden met een andere afkomst. Allen waren ze heel modieus gekleed en druk in gesprek. Later kom ik haar nog eens tegen en ik vraag of ik haar wat vragen mag stellen. Dat mag en we raken aan de praat. Eerst praten we over haar werk, later over discriminatie. Ze zegt: “I was so happy when I got accepted to that job in the clothesstore. It’s a really cool store en no Ethiopian was working there. Now I’m really one of the team. I feel totally accepted. I think they don’t see me as different because I’ve Ethiopian roots.” Dan spreken we over discriminatie in het uitgaanscircuit. “Sometimes when I go out with a lot of Ethiopian friends to a club, for example the Baraka, we don’t get in. They say it’s full but I don’t believe that, they let other white 15
people go in!”
Noya kan het gevoel hebben dat ze helemaal geaccepteerd is in de samenleving en op dezelfde dag nog het gevoel dat ze buitengesloten wordt op basis van haar etniciteit. Soms accepteert de samenleving haar en soms is ze doelwit van discriminatie. Hoe mensen haar zien en behandelen hangt sterk af van de plaats en tijd. Dus hoewel Ethiopische jongeren vrijwel hetzelfde leven leiden als jongeren van dezelfde leeftijd maar van andere origine, worden ze soms toch als de Ander beschouwd. De context beïnvloed acceptatie vanuit de samenleving, en daarmee samenhangend ook het gevoel en identiteitskeuze van de Ethiopische jeugd. Als Ethiopische jongeren geweigerd worden bij de ingang van de discotheek wordt hun Ethiopische identiteit erg benadrukt door de samenleving. Maar als ze tussen Israëliërs van andere afkomst aan het werk zijn, voelen ze zich erg joods-Israëlisch. Zowel de samenleving van buitenaf en het individu van binnenuit oefent invloed uit op het identiteitsmanagement.
15
Informeel gesprek Noya, ± 20 jaar, 20 maart 2010
30
4. De Ander: etnische en mondiale identificatie als alternatief Volgens de literatuur is het voor de hand liggend dat men alternatieve identificaties aanneemt als iemand niet tot de ingroup behoort, en in dit geval niet totaal als Joods-Israeli wordt geaccepteerd. Hij zou zich genoodzaakt voelen een alternatieve identificatie te zoeken. Zoals Phinney in zijn wetenschappelijk werk beweert, wordt op dit moment de etnische identiteit benadrukt (2001). Je zou verwachten dat de Ethiopische jeugd teruggrijpt naar hun roots. Het gevoel van verbondenheid met hun vaderland zou versterken. De Ethiopische jongeren zouden zich daarnaast, uitgaande van Eriksons theorie en wetenschappers die hem volgen, bevinden in het psychosocial moratorium. Een periode waarin de jeugd met identificaties en rolmodellen experimenteert en waarin ze hun grenzen opzoeken. De identificatie die voor Ethiopische jongeren het meest aanlokkelijk is, is die Ethiopische identificatie en die met de black diaspora. Maar waarom identificeren de Ethiopische jongeren zich juist niet met deze twee identificaties? 4.1 Ethiopische cultuur in Israel De Ethiopische cultuur maakt deel uit van het leven van de Ethiopische jongeren in Israel. Desalniettemin vertonen het gedrag van de Ethiopische jongeren en de uitkomst van de interviews die ik met ze heb gehad, een afbrokkeling van die Ethiopische cultuur in het leven van de jongeren op een langere termijn. Welke Ethiopische tradities blijven in stand bij de tweede generatie Ethiopiërs in Israel? En welke culturele uitingen verdwijnen bij het opgroeien van de Ethiopische jeugd? De taal Ten eerste examineren we het gebruik van taal. Zoals Phinney (2001) in zijn onderzoeken naar etnische identiteit beweert, is taal een belangrijke factor bij het ontwikkelen en behouden van een etnische identiteit. Hoe beter en frequenter de taal van origine gesproken wordt, des te sterker de etnische identificatie. In het huis van de jongeren is meestal de Ethiopische taal, Amhaars dan wel Tighri, de voertaal. De ouders van deze generatie hebben een beperkte kennis van het Hebreeuws en om die reden wordt die taal thuis amper gesproken. Hoewel de Ethiopische jeugd de oorspronkelijke taal wel spreekt, schrijven ze het niet. De ouders schrijven wel Amhaars en Tighri, maar een groot deel geen Hebreeuws. De jongeren schrijven wel Hebreeuws maar geen Amhaars of Tighri. Bij de jongeren vergaat de kennis van de taal langzaam. Veel jongeren zijn van mening dat kennis van het Amhaars of Tighri niet nuttig is in de Israëlische samenleving. De meeste jongeren zeggen de taal ook niet door te geven aan hun kinderen.
31
‘Why learn Amharic or Tighrit? English is so much more important. I want them to know English and Hebrew. You can reach so much more with those languages. I also 16
want to be better in English myself.’ Eetgewoonten
Ten tweede zijn daar de eetgewoonten. In hoeverre zijn jongeren thuis in de Ethiopische keuken? De meeste ouders zorgen ervoor dat de Ethiopische jongeren thuis blijven in de Ethiopische keuken. De meest gegeten Ethiopische specialiteit is Injara. Injara is een plat gefermenteerd brood, vaak met een doorsnede van ongeveer 40 centimeter. Hierop worden diverse stoofschotels geserveerd, met of zonder vlees. Bij het eten scheurt iedereen met zijn handen een stukje af en pakt met het brood de vlees en groenten. Dit gerecht wordt ook op feestdagen gemaakt. Het is het lievelingsgerecht van veel Ethiopische jongeren. Daarnaast drinken ze soms Tela, een bier dat thuis wordt gebrouwen en een echte Ethiopische specialiteit is. Maar de Ethiopische keuken mengt snel met de Israëlische keuken. Als ik de middelbare scholieren vraag naar hun lievelingseten antwoorden ze Injara met falafel of hummus en pita’s dopen in Doro Vad. Of ze het zelf kunnen maken? Nog niet, maar hun moeder gaat ze dat vast leren in de toekomst. Kleedgewoonten Ten derde zijn er de traditionele kleedgewoontes, blijven die in stand? Hoewel de eerste generatie zich nog kleedt zoals zij dat in Ethiopië deden, kleedt de Ethiopische jeugd zich westers en zijn ze in geen enkel opzicht te onderscheiden van Israëli’s met een andere achtergrond wat betreft kledingstijl. De oudere Ethiopiërs vormen een mooi plaatje op de straten van Israel. Ze kleden zich op de traditionele wijze in witte doeken, met soms mooie blauwe borduursels. Vrouwen van de Tighri stam hebben tatoeages op de meest zichtbare plekken van hun lichaam, zoals het voorhoofd, de kin, de nek en de handen en polsen. Als 17
meisje hebben zij die als versiering op hun lichaam gekregen.
De tatoeages worden in
Israel niet meer aangebracht bij jonge meiden. De tatoeages bij de volwassen generatie worden soms zelf gecamoufleerd omdat het een teken is van het Anders zijn. De vrouwen die zich minder traditioneel kleden vallen ook op: zij dragen lange rokken en wollen truien met allerlei kleuren en prints die vanuit westers perspectief niet goed bij elkaar passen. De oudere vrouwen dragen allemaal een doekje om hun hoofd. Dit is hoogstwaarschijnlijk een resultaat van Afrikaanse gebruiken en het feit dat een Joodse vrouw haar hoofd moet bedekken met ofwel een doek of mutsje ofwel een pruik. Deze gebruiken verdwijnen langzamerhand met het opgroeien van de tweede generatie. Op een donderdag heb ik met Asher afgesproken voor een interview en we besluiten af te spreken in het grote winkelcentrum in de koffiehoek. Als ik binnenkom en hem zoek, blijkt hij in de Zara, een grote Europese modeketen, uit te hangen. Ik loop naar binnen en meteen vraagt hij, wijzend naar een hippe witte bloes: ‘This is nice,
16 17
Interview Inbal, 17 jaar, 17 maart 2010 Interview Wovnesj, ± 65 jaar, 24 maart 2010
32
isn’t it? I need some new clothing’
18
Ook de meiden zien er bijzonder hip uit. Als ik
vrijwilligerswerk aan het doen ben bij Shavu Banim en met een groep oudere dames om de tafel zit, komen er twee meiden binnen. De een is gekleed in een strakke skinny spijkerbroek, gele sneakers, een t-shirt met een gave print en niet te vergeten, perfect combinerende gele oorringen. De andere meid heeft geweldig haar, een goed gestijlde afro. Ze draagt een fantastische jurk die ze bij de Mango gekocht zou kunnen hebben en sandalen met steentjes erop. Beide dragen ze make-up. Als ik ontdek dat het de dochters zijn van een leerling van me, valt mijn mond open. Wat een verschil! Dit zou een prachtige foto kunnen zijn. Helaas zijn de meiden snel weer verdwenen. Ze kwamen alleen een sleutel halen. Dat kiekje zat er niet in... Het verschil in kleding tussen de moeder en dochters had een geweldige foto op kunnen leveren. De jongvolwassenen houden de traditionele kleedgewoonten niet in stand en jonge mannen en meiden gaan mee met de modetrends in Israel. Op het gebied van taal, eet- en kleedgewoonten verdwijnt de Ethiopische cultuur langzaam maar tijdens feestdagen wordt de Ethiopische cultuur nog wel in stand gehouden. Feestdagen De Ethiopische cultuur wordt het meest uitgedragen door de jonge Ethiopische gemeenschap op feestdagen. De joodse feestdagen worden in een Ethiopisch jasje gestoken. De gerechten die gegeten worden, komen meestal uit de Ethiopische keuken. Daarnaast wordt er meestal Ethiopische muziek gemaakt en wordt er hard met de schouders gedanst: de traditionele Ethiopische manier van dansen. Tijdens het afnemen van interviews op een middelbare school spreek ik met Hila. Haar vader speelt in een Ethiopische band en heeft een druk bestaan. 19
‘Ethiopian bands are really popular. My father plays a lot on bar mitsva’s
and
20
weddings. On events like that we all dance the whole evening. It’s lots of fun!’
Naast het feit dat ze Joodse feestdagen een Ethiopisch tintje geven, hebben sommige feestdagen een andere betekenis omdat de feestdagen honderden jaren gescheiden van de joodse wereldgemeenschap zijn gevierd. Tu Bishvat is een feestdag die in het teken staat van de natuur. In Israel heeft dit feest zich ontwikkeld tot een zionistische feestdag. Toen de Joden 62 jaar geleden in Israel aankwamen, troffen ze alleen dorre grond aan. Er leefden veel herders in dit droge gebied. De planten die er stonden werden opgegeten door de kuddes geiten en schapen. De zionisten creëerden de traditie om op Tu Bishvat bomen te planten om het milieu groener te maken. Ethiopiërs daarentegen hebben deze traditie niet ontwikkeld. Op deze dag gaven zij hun priesters, de Kesim, een deel van de hun oogst. De Kesim konden niet in hun eigen behoefte voorzien omdat zij geen tijd hadden om op het land
18
Informeel gesprek, Asher, 21 jaar, 11 maart 2010 Bar mitswa is een rite de passage volgens de Joodse religie als een jongen dertien jaar wordt. Als een meisje de twaalf jaar bereikt, wordt dezelfde rite de passage gevierd. Dan Bat mitswa genoemd. 20 Interview Hila, 14 jaar, 2 maart 2010 19
33
te werken. Daarom moesten ze onderhouden door de gemeenschap. In Israel hebben de Ethiopiërs deze traditie de eerste jaren in stand gehouden. Echter hebben de Kesim geen taak meer in Israel en hebben zij andere rollen gekregen. Door deze ontwikkeling en met de komst van de jongere generatie verdwijnt deze Ethiopische vorm van Tu Bishvat wel langzaam maar er blijven verschillen bestaan tussen de wijze van vieren.
21
De Ethiopiërs in Israel hebben ook een eigen feestdag, de Sigd. De Sigd wordt gevierd op de e
29 dag van de maand Cheshvan op de joodse kalender. De Ethiopiërs vieren dat de Torah door God aan het volk werd overhandigd op de berg Sinai. Na de migratie naar Israel is dit de dag waarop de tocht van Ethiopië naar Israel wordt herdacht. Hele Ethiopische families gaan naar de Klaagmuur om daar te bidden en te zingen. Media De Ethiopische cultuur lijkt ook in stand te worden gehouden door mediakanalen. Op de reguliere kabel televisie die wordt beheerd door HOT, bestaat de zender Israeli Ethiopian Television (IETV). 70 procent van de programma’s op deze zender komen direct van de Ethiopische televisie door middel van satelliet. 30 procent van de programma’s worden opgenomen in Israel.
22
Op deze zender wordt de Ethiopische Idols en diverse quizzen in het
Amhaars uitgezonden. Echter kijken de jongeren hier zelden naar. Zij preferen Viva, de zender waar Spaanse soapseries op worden uitgezonden en diverse muziekkanalen. En dat blijkt wel als ik een paar dagen rondloop op een middelbare school in Be’er Sheva. Overal om me heen hoor ik Spaanse woorden als ‘ola chica, como estas?’. Als ik vraag of ze nog meer Spaans kunnen, houden ze hele verhalen in de taal. Waar ze dat geleerd hebben? ‘By watching Viva, it’s really a hype.’ De ouders van deze generatie kijkt wel naar de Ethiopische zender. Waarschijnlijk omdat zij zich nog sterker met Ethiopië verbonden voelen en de taal beter begrijpen. De jongeren op de middelbare school kijken waarschijnlijk wat hun vrienden ook kijken en waar de volgende dag weer over gesproken wordt op school. Volgens Phinney (2001) hebben taal, culturele overdracht door de ouders en omgang met vrienden met dezelfde etniciteit een positief effect op het aannemen van de etnische identiteit. Bij de Ethiopische jeugd in Be’er Sheva gaat de taalkennis achteruit, keren ze zich af tegen de traditionele gewoontes die hun ouders in stand houden en is hun sociale netwerk redelijk gevarieerd. Dit is een verklaring voor de onderdrukking van de Ethiopische nationaliteit bij Ethiopische jongeren. 4.2 Transnationale connecties Door globalisering is er steeds meer verkeer mogelijk tussen landen, waaronder ook Ethiopië en Israel. (Anteby-Yemini, 2005) Er is verkeer van goederen, verkeer van symbolen en
21 22
Interview Tamar Licht, manager Shavu Banim, Ethiopisch Joods centrum, 17 februari 2010 www.mouse.co.il/CM.television_articles_item,789,209,34365,.aspx Geraadpleegd: 2 juni 2010
34
verkeer van waarden en normen. Er is sprake van ‘travelling culture’, om in termen van James Clifford te spreken. Er bestaat zowel economische travelling culture, in de vorm van inheemse producten, als symbolische travelling culture, die vooral plaatsvindt als migranten terug gaan naar het vaderland voor familiebezoek of als vakantie. Een voorbeeld van symbolische travelling culture is het teruggaan van Ethiopiërs naar hun vaderland voor een consult bij de traditionele dorpsgenezer. Deze traditionele geneeswijzen beleefden een opleving in Israel toen het land zijn medische voorzieningen beschikbaar stelden aan de Ethiopiërs. Een deel van de gemeenschap consumeerde overmatig medicijnen omdat het wondermiddel plotseling tot hun beschikking stond. Echter had dat overmatig gebruik een ongewenst effect en leidde tot teleurstellende resultaten. Na deze schrik werden traditionele geneeswijzen weer gebruikelijker. (Friedman en Santamaria, 1990:68) Daarbij is een ander deel van de eerste generatie Ethiopiërs juist niet bekend met het ziekenhuiswezen en bestaat er een angst voor deze omgeving. Daarom wordt er op traditionele geneeswijzen teruggevallen. Op dit gebied werd symbolische travelling culture sterker en dit leidt tot een sterkere Ethiopische diaspora. Dit verkeer tussen het vader- en aankomstland van zowel mensen als materiële en symbolische goederen heeft invloed op de constructie van identiteit van de Ethiopische gemeenschap in Israel. Hoe groter de travelling culture tussen Israel en Ethiopië, hoe sterker de diaspora en het gevoel van verbondenheid met Ethiopië. Deze verbondenheid met Ethiopië leidt tot identificatie als Ethiopisch. In hoeverre maken Ethiopische
jongeren
gebruik
van
dit
verkeer?
En
hoe
beïnvloedt
dat
hun
identiteitsconstructie? Symbolische travelling culture Hoewel de eerste generatie een tastbare band met Ethiopië heeft, hebben de Ethiopische jongeren dat minder. De eerste generatie is er geboren, heeft zijn jeugd in het land doorgebracht en heeft er vrienden en kennissen wonen. De jongeren zijn er of op een jonge leeftijd vertrokken of zijn er nog nooit geweest. Er zijn verschillende wensen bij de Ethiopische jeugd wat het terugkeren naar het vaderland betreft. Sommige willen graag terug zoals Miri. ‘I really want to go back to Ethiopia. I want to see how my parents lived and where I came from. My parents still go there sometimes.’
23
Ook
Racheli wil graag haar vaderland bezoeken. ‘My parents lived with the whole family in a big house in the country side. The house is still there. We also have still friends there. They were christian and couldn’t go to Israel. I really want to see the house and our friends again.’
24
Ze verwachten armoede aan te treffen, maar ook een ontwikkelde hoofdstad, Addis Adeba. Ze willen er niet gaan wonen, maar ze willen er graag op vakantie. Degene die terug willen
23 24
Interview Miri, 17 jaar, 2 maart 2010 Interview Racheli, 15 jaar, 4 maart 2010
35
hebben vaak hetzelfde plan als Orli. ‘When I finish the army, when I turned twenty I want to go to Ethiopia. After that I want to go to the university and study.’
25
Andere jongeren zoals
Israel, een zestienjarige jongen, willen absoluut niet terug naar Ethiopië. ‘What will I do there? I have a good life here and I know nobody in Ethiopia. And I rather go to another destination if I go abroad.’
26
De financiële situatie van de jeugd en hun ouders speelt een grote rol. De
ouders van Miri gaan soms terug naar het land en zij gaat graag een keer mee. De ouders van Israel zijn niet meer teruggegaan. Zij hebben de interesse voor Ethiopië niet extra aangewakkerd.
Doordat het grootste deel van de jongeren niet terug is geweest naar
Ethiopië en ze gewend zijn aan de Israëlische samenleving, is er weinig sprake van symbolische travelling culture. Economische travelling culture Er is wel sprake van economische travelling culture aangezien de Ethiopische gemeenschap gebruikt maakt van producten uit Ethiopië. Ze gebruiken haarproducten bestemd voor kroeshaar die afkomstig zijn uit dat land. Daarnaast zijn Ethiopische cd’s met de traditionele Ethiopische muziek maar ook die van hedendaagse Ethiopische popsterren erg in trek. Stoffen met Ethiopische taferelen erop geborduurd worden gekocht. Al deze producten worden verkocht op de bekende bedoeïenenmarkt in Be’er Sheva. Tussen de groente- en fruitkramen en de kleine zuivelhandelaars valt er een kleine kraam op: de Ethiopische kraam. Elke dag zitten hier oude Ethiopische vrouwen, producten uit Ethiopië te verkopen. Van strengen nephaar tot kussenslopen met leeuwen erop, van cd’s tot wandelstokken uit Ethiopië, ze verkopen er allerlei snuisterijen en dagelijkse benodigdheden. Een jonge man vertaalt de oude vrouwen achter de kraam: ‘We sell a lot of stuff but only to Ethiopians. Mostly older women come to buy here. Girls as well, they want the fake hair. But mostly the 27
elder people want to make their home nice with things like this’.
Hij wijst naar de kleine
wandkleden. De ouderen willen graag verbonden blijven met hun vaderland door middel van tastbare producten. De jongeren lijken enkel geïnteresseerd in schoonheidsproducten en soms luisteren ze cd’s van Ethiopische artiesten maar daar blijft het een beetje bij. Er is dus een afname van de symbolische en economische travelling culture bij de tweede generatie Ethiopiërs ten op zichtte van de eerste generatie. Dit is mede een factor waardoor de identificatie met de Ethiopische diaspora bij de jeugd minder sterk is. 4.3 Afkeer van rolmodel Een andere reden dat de jongeren de Ethiopische identificatie laten varen en zich voornamelijk als Joods-Israëlisch identificeren, is de afkeer van de status die hun ouders hebben. Zoals al eerder genoemd in het vorige hoofdstuk beheerst de eerste generatie
25
Interview Inbal, 17 jaar, 17 maart 2010 Interview Israel, 16 jaar, 4 maart 2010 27 Informeel gesprek, oudere Ethiopische marktvrouwen, 14 februari 2010 26
36
Ethiopiërs de Hebreeuwse taal matig. Met name om deze reden zijn ze genoodzaakt te werken in slecht betaalde sectoren. Ze hebben een lage socio-economisch status. Zij zijn daarnaast niet goed geïntegreerd in de Israëlische samenleving. Ze nemen niet deel aan het openbare leven, hebben weinig contacten met Israëli’s met een andere afkomst en kunnen vaak niet rekenen en schrijven. Zij worden vaak door hun kinderen geholpen om te functioneren in de samenleving. De oudere generatie voelt zich erg verbonden met Ethiopië. ‘Fysically they are here, but with their head they are in Ethiopia’,
28
zegt Asher geërgerd.
De Ethiopische jongeren zijn de schakel tussen hun ouders en de Israëlische samenleving. Zij zien ook dat er een stempel op hun ouders wordt gedrukt als onderontwikkeld en nietgeïntegreerd. Dit stigma willen zij zeker niet ook verkrijgen en om die reden doen ze hard hun best om zo goed mogelijk te integreren zodat ze kunnen bereiken wat ze willen en een goede toekomst tegemoet gaan. Ze spreken Hebreeuws op straat, ze gaan naar school, houden zich aan de joodse leefregels en doen de dienstplicht. Omdat hun ouders zich vastklampen aan Ethiopië en daardoor niet volledig functioneren in de samenleving en gediscrimineerd worden, willen de jongeren het tegendeel bewijzen en het lot van hun ouders ontwijken. 4.4 Black diaspora Door de afname van symbolische en economische travelling culture en door de afkeer van hun ouders als rolmodel, identificeren de Ethiopische jongeren in Be’er Sheva zich niet hoofdzakelijk als Ethiopisch. Als ze toch gediscrimineerd worden in de samenleving en worden beschouwd als de Ander, zou je verwachten dat ze naast de joods-Israëlische identiteit een andere identificatie aannemen. Het aansluiten bij een subcultuur is een logisch gevolg. Subculturen zijn een product van structurele tegenstellingen en imperfectie. (Clarke, 1974: 435) Jongeren die de normale weg naar succes niet kunnen bewandelen maar daar toch naar streven, onderinden status frustratie. Als er genoeg jongeren dezelfde problemen ondervinden, creëren zij andere utopieën en wegen om hun doel te bereiken. Onder deze omstandigheden ontstaat er collectieve moed, groepsloyaliteit en de verbeelding van een oplossing. Zo ontstaat er een subcultuur. (Clarke, 1974: 436) Jongeren zetten zich als collectief in sommige situaties af tegen de maatschappij, maar in andere gevallen zijn zij juist, letterlijk, een subcultuur van de overheersende cultuur. (Clarke 1974: 434) In verschillende wetenschappelijke artikelen worden Ethiopische adolescenten in Israel in verband gebracht met de black diaspora. Zoals al eerder genoemd, beweert Shabtay in haar onderzoek dat Ethiopische jongeren in Israel recent een nieuwe subcultuur ontwikkelen van een Afro-Israëlische identiteit (2003:93). De identificatie met de black diaspora wordt volgens haar gekenmerkt door worsteling tot volledige participatie in de samenleving. Shabtay beweert dat het gros van de vervreemde Ethiopische adolescenten aan de rand van de maatschappij terecht is gekomen (2003:95). Dat spreekt uit stijgende criminaliteitscijfers.
28
Interview Asher, 21 jaar, 11 maart 2010
37
Vooral deze jeugd identificeert zich met zogenaamde black music zoals rap en reggae. Ze spenderen hun tijd in clubs met jongeren van dezelfde afkomst. Het luisteren naar reggae verbindt ze met Ethiopië en andere Ethiopische jongeren. Echter verbindt het ze ook met andere groepen met een donkere huidskleur volgens Shabtay. Door de gedeelde ervaringen van marginaliteit en vervreemding is de Ethiopische identiteit samengesmolten met de identificatie als donker persoon. Ook Anteby-Yemini schrijft over de verschijning van een identificatie met de black diaspora bij de Ethiopische gemeenschap in Israel in haar artikel ‘From Ethopian Villager to Global Villager: Ethiopians in Israel’ (2005). Zij stelt dat de Ethiopische gemeenschap zich steeds meer bewust wordt van het feit dat zij de gekleurde minderheid zijn in Israel (2005:234). Dit proces van etnische en raciale transformatie valt samen met transnationalisme en mondialisering. Door de media en mondiale jeugdcultuur kunnen de jonge Ethiopiërs zich identificeren met andere donkere minderheidsgroepen in de wereld. Zoals Anderson aanneemt dat geprinte media de natiestaat vormt, kunnen wij aannemen dat de verbeelde black community gecreëerd wordt door televisie en cd’s. De Ethiopische jeugd zou doormiddel van deze kanalen hun lidmaatschap van deze gemeenschap realiseren (2005:239). Hoewel ik verwacht had, een connectie tussen de Ethiopische jeugd in Be’er Sheva met de black diaspora te vinden, was dat niet het geval. Scheiding donkere gemeenschappen in Israel Het hebben van een identificatie met de black diaspora impliceert verbondenheid met andere groepen met een donkere huidskleur die zich in dezelfde marginale positie bevinden. Echter is daar bij de jeugd in Be’er Sheva geen sprake van. Zoals Asher mij vertelde: “In Dimona, a city really nearby, there live a lot of Afro-American Jews that made Aliyah. They are really different from us. They are also a really closed community. You know, Israel is really a groupsociety. And the Sudanese here are not our type of people, they are not even Jewish.”
29
De Ethiopische jeugd in Be’er Sheva verbindt zich niet met de Soedanezen en de AfroAmerikanen, de twee andere groepen in Israel van Afrikaanse afkomst. Deze twee groepen zijn juist wel deel van de black diaspora. Tijdens het uitdelen van interviews op het busstation in Be’er Sheva maakte ik nog de vergissing om op een Afro-Amerikaanse jongen af te stappen terwijl ik op zoek was naar een Ethiopische jongen. De Afro-Amerikaanse jongen had een baggy broek aan, een te groot wit t-shirt en een truckerspetje scheun op zijn hoofd gezet. Typisch een kledingstijl die gelinkt kan worden aan de black diaspora. Ook tijdens mijn
29
Interview Asher, 21 jaar, 13 maart 2010
38
trip naar Eilat, kom ik Afro-Amerikaanse Joden tegen die uit de video van rapper 50cent lijken te zijn gestapt. Ook de Soedanezen die zich vooral in Tel Aviv bevinden, maken gebruik van het aanbod van reggaeclubs. De Soedanezen in Israel zijn voornamelijk oorlogsvluchtelingen uit Darfur. Sinds 2003 woedt daar een strijd tussen de Arabische milities, die gesteund worden door de overheid, en de etnisch, vaak christelijke, Afrikaanse inwoners. Veel Afrikanen zijn naar buurland Tsjaad en Egypte gevlucht. In Egypte leven de Soedanezen onder erbarmelijke omstandigheden: ze hebben geen rechten, leven op de rand van de hongerdood en dreigen vervolgd te worden door
zowel
de
autoriteiten
als
de
bevolking.
Vanaf
2005
is
er
hierdoor
een
vluchtelingenstroom op gang gekomen van oorlogsslachtoffers die door de Sinai naar Israel trekken. Hier worden ze vaak opgevangen in detentiecentra. Een deel wordt teruggestuurd een ander deel wordt geaccepteerd als asielzoeker. Eenmaal in Israel leven de Soedanezen nog steeds in een harde realiteit. Sommige Christelijke Soedanezen hebben een baan gevonden in een kibbutz in het Zuiden of in een hotel in Eilat. Zij hebben het goed getroffen. Het merendeel zwerft nu rond bij het busstation in Tel Aviv. Het park voor het station zit vol Soedanese vluchtelingen die geen baan, geen huis en geld hebben. Zij slapen ’s nachts in schuilkelders totdat zij redelijk onderdak hebben gevonden. Banen in dit gebied zijn schaars. 30
Deze Soedanese bevolkingsgroep is uitzichtloos en kans op een beter bestaan is nihil. Om
niet te denken aan de realiteit gaan ze naar de reggaeclubs in Tel Aviv. De Ethiopische jeugd vergelijkt zichzelf niet met deze groep vluchtelingen. Zij hebben immers wel toegang tot bestaansmiddelen, zijn geen illegale inwoners van Israel en niet het minst belangrijke punt, zij zijn Joods. Daarnaast is hun positie in de samenleving beter en devalueren zij zichzelf niet door zich te vergelijken met vluchtelingen. De andere donkere gemeenschap in Israel zijn de Afro-Amerikanen. Dit zijn Amerikanen van Afrikaanse afkomst die menen af te stammen van de twaalfde stam van Jacob. Zij worden door het gros van de Joodse gemeenschap niet geaccepteerd als Joods. Deze groep heeft zich voornamelijk gevestigd in het zuiden van Israel. In Dimona, een stad naast Be’er Sheva woont een groot deel van de commune. Zij hebben daar altijd als niet volwaardig burger gewoond omdat zij niet vallen onder de ‘wet op terugkeer’. Pas in 2009 ontving de eerste Afro-Amerikaan volwaardig burgerschap. De meeste Ethiopische jongeren distantiëren zich van deze groep. Rap en reggae Daarnaast is een kenmerk van de identificatie met de black diaspora het luisteren naar rap en reggae. In rap en reggae wordt de slechte marginale positie bezongen waarin veel leden van de gekleurde gemeenschap verkeren terwijl zij op zoek zijn naar een beter bestaan. Ook bieden de rap en reggaeclubs een plaats om samen te komen. Zoals al eerder genoemd, kan
30
www.jewishvirtuallibrary.org/jsource/Immigration/Sudaneserefugees.html geraadpleegd op: 20 mei 2010
39
het een communication space zijn om over identiteit te spreken en een plek waar grenzen van verwantschap en connectie bepaald worden. In Be’er Sheva houden de Ethiopische jongeren wel van uitgaan. Ze gaan vaak naar de Forum, een hippe discotheek aan de rand van de stad. Op een avond gaan we met zijn alle naar de discotheek. Van te voren drinken we Arak met grapefruitsap en raken flink tipsy. Na een uur hangen op een verlaten schoolplein, bellen we een taxi en proppen we ons vieren in de gele Mazda. In de Forum komt publiek met veel verschillende achtergronden. De meeste bezoekers zijn begin twintig. Het ziet er fancy uit. De discotheek heeft twee verdiepingen en vanaf de tweede verdieping kan je met je drankje over de balustrade hangen om de dansende menigte te bekijken. Als ik daar even aan het uitrusten ben, heb ik een goed overzicht over de club. De Ethiopische gemeenschap is vanavond goed vertegenwoordigd. En dat terwijl Dana International, een bekende dance-act de hoofdact is vandaag. De Ethiopische jeugd heeft het rechterdeel van de dansvloer toegeëigend en de andere Israëli’s staan aan de linkerkant. Rechts gaat iedereen los en danst de jeugd zoals in de film ‘Save the last dance’. Mannen dansen met vrouwen, vrouwen dansen met mannen. Zowel mannen en vrouwen bewegen alle delen van het lichaam en ze gebruiken een groot deel van de vloer om hun kunsten te vertonen. Als Dana International is afgelopen en er zogenaamde ‘black music’ wordt gedraaid, gaat het dak eraf. ‘Finally, here we can dance on, now we can show some moves!’ Het was een goede nacht. Later spreek ik met mijn Ethiopische vrienden over de avond en over de muziek. ‘We love every kind of music. I also like the dancenight a lot. But if they play rap or R&B there is a real party’. Maar ze gaan nooit naar een club waar alleen rap en reggae wordt gedraaid. ‘There are the worst people you know. They only smoke and so on.’ Hoewel de Ethiopische jeugd erg naar elkaar trekt tijdens het uitgaan en er slechts enkele blanke meiden de dansende groep vergezellen, prefereren de jongeren om naar plekken te gaan waar veel soorten mensen komen. Mogelijke redenen voor het ontbreken van identificatie met black diaspora Hoewel deze mondiale identificatie erg voor de hand ligt als alternatieve identificatie, is er bij de Ethiopische jeugd in Be’er Sheva weinig binding mee ondanks dat andere wetenschappers de Ethiopische Israeli’s ermee in verband hebben gebracht in diverse publicaties. Diverse factoren kunnen hierbij een rol spelen. Natuurlijk is Be’er Sheva niet zo’n kosmopolitische stad als Tel Aviv. In Tel Aviv, waar de onderzoeken hebben plaatsgevonden, hebben jongeren meer mogelijkheden zich in de wereld van rap en reggae te bevinden. Daarnaast kan het zijn dat jongeren met een uitzichtloze positie, zich sterk tot deze identificatie aangetrokken voelen. In Be’er Sheva is er grote controle over deze gemeenschap en er is veel hulp beschikbaar. Na school kan deze jeugd zijn vrije tijd spenderen in jeugdcentra. In Tel Aviv is de sociale controle kleiner en is het meer anoniem. Jongeren kunnen daar na school beter ongezien doen wat ze willen. Daarnaast heeft Malka Shabtay hier zo’n acht jaar geleden onderzoek naar gedaan (2003). Het is mogelijk dat de acceptatie
40
van de donkere minderheid in deze jaren is gegroeid en de neiging tot het aannemen van een alternatieve mondiale identiteit is afgenomen. Uit deze data blijkt dat de Ethiopische jeugd in Be’er Sheva zich amper verbindt met de Ethiopische identiteit en de black diaspora, ondanks dat ze discriminatie ondervinden. Dit staat haaks op de hypothese die we trekken uit artikelen van onder andere Phinney en Martinez en Dukes. In de psychologie en antropologie wordt vaak aangenomen dat bij uitsluiting door de ontvangende gemeenschap, migranten teruggrijpen naar hun etnische identiteit. In het geval van de Ethiopische jongeren zouden de Ethiopische identiteit en de identificatie met de black diaspora voor de hand liggen. Een paar contextuele factoren die daarvan de reden zijn, staan hierboven genoemd. De eerste is de afkeer van hun rolmodel, de Ethiopische ouders die vasthouden aan de Ethiopische traditie maar daardoor geen goede positie in de Israëlische samenleving kunnen bemachtigen. Daarnaast is er bijna geen transnationale connectie tussen Israel en Ethiopië bij de tweede generatie. De identificatie met de black diaspora is voor de meeste jongeren in Be’er Sheva niet aanlokkelijk. Ze associëren de scene met slechte dingen als roken, ongehoorzaamheid en school- en dienstplichtverzuim.
Daarbij
voelen
ze
zich
niet
verbonden
met
andere
donkere
gemeenschappen in Israel en willen ze zich daarvan distantiëren. Maar waarom is de JoodsIsraëlische identificatie het meest voorkomend en wordt die identificatie het meest benadrukt? Een contextuele factor die daar een grote rol in lijkt te spelen is het leger.
41
5. Conformisme Zoals ik zowel in mijn theoretische onderbouwing als in mijn empirische hoofdstukken heb aangegeven, wordt identiteitsmanagement door contextuele factoren beïnvloed. Mijn aanname is dat de twee of drie jaar dienstplicht die jongeren moeten doorlopen een invloedrijke contextuele factor is in Israel op de identiteit van Israëlische jongeren in het algemeen maar met name voor immigrantenjongeren. Het leger heeft om twee redenen invloed op de identiteitsvorming van de Ethiopische jeugd. Ten eerste is het leger een nationalistisch orgaan met een streng regime. In het leger is er sterke propaganda van en voor de staat Israel. Ten tweede gaat de jeugd het leger in rond hun achttiende jaar. Vanaf hun zeventiende jaar worden ze klaargestoomd voor de taken die ze te wachten staan. Deze periode in het leven noemt Erikson het psychosocial moratorium. Tijdens de adolescentie hebben jongeren de ruimte nodig om te experimenteren met diverse rolmodellen en status. Zeker jongeren die in een identiteitsverwarring verkeren, vormen in deze periode hun basisidentiteit. Echter, in Israel hebben de jongeren op deze leeftijd niet de mogelijkheid om te experimenten want ze dienen het leger, een overheidsinstituut waar alle mensen gelijk moeten zijn en waar jongeren hun eigen identiteit moeten onderdrukken. Ze zijn daar onderhevig aan regels en strenge normen en waarden wat hun gedrag betreft. Het leger kunnen we daarom zien als een institutialized moratorium. Tijdens gesprekken en observaties ben ik erachter gekomen dat het leger wel eens een hele grote rol kan spelen in het identificatieproces van de Ethiopische jeugd in Be’er Sheva. Motivatie Nadat de eerste Ethiopiërs naar Israel emigreerden was de motivatie om in militaire dienst te gaan erg hoog. Het land dienen door in het leger te gaan was een manier om dankbaarheid te tonen en tegelijkertijd een mogelijkheid om jezelf te bewijzen en de eer van de gemeenschap hoog te houden. Echter, na de bloedaffaire in 1996 waarin bekend werd dat door Ethiopiërs gedoneerd bloed werd verspild en de racistische aard van Israel tegenover deze gemeenschap tastbaar werd, daalde die motivatie om deel uit te maken van de IDF. (Shabtay, 2001) Veel organisaties die de Ethiopische gemeenschap helpen, merkten dat op en begonnen met het organiseren van bijeenkomsten voor de zeventienjarige Ethiopische jeugd om hen te motiveren en te informeren over wat hun te wachten stond. Ook bij het Ethiopisch centrum Bet Samuel in Be’er Sheva waar ik vrijwilligerswerk deed, werden er elke dinsdagavond voorlichtingsavonden georganiseerd voor zeventienjarige Ethiopische meiden. Een vrouwelijke veteraan, niet van Ethiopische afkomst, kwam elke week vertellen over haar ervaringen en liet de meiden spelletjes doen en vragen beantwoorden over de dienstplicht. Er vonden o.a. kringgesprekken plaats. Volgens het Ethiopian National Project, het Ethiopisch centrum en mijn bevindingen groeit de motivatie om het leger in te gaan weer stapsgewijs. Zoals een meisje tegen mij vertelde bij de bijeenkomst: 42
“I actually really look forward to go to the army. My brothers already did it, and although it’s hard sometimes you got a lot in return. They have really good friends from the army, they got money from the state when they were done and also other Israelis really accept them now. Because they did the army they earn more money with their work as a guard. I want to get a leading task in the army. I want to show that I’m good. Maybe I even do more then two years in the army, who knows...”
31
Ticket to society De dienstplicht voorziet minderheden van een toekomst als geaccepteerde burger en een geldbedrag om een studie te starten of een bedrijfje op te zetten. De militaire dienstplicht wordt door de Israëlische samenleving gezien als het instituut waar migrantenjongeren zich ontwikkelen
tot
Israëlische
burgers.
Het
is
een
geaccepteerde
assumptie
dat
migrantenjongeren na het voldoen aan de dienstplicht ‘volwaardige Israeli’s’ zijn. Het Israëlisch leger wordt gezien als een machtig acculturatie orgaan. De dienstplicht wordt ook wel een rite de passage voor immigranten genoemd. Het leger werkt als een lift voor de Ethiopische migranten tot acceptatie en integratie. (Shalom, 2004) Dat het leger als een ‘ticket to society’ wordt gezien heeft twee redenen. Ten eerste, zetten jongeren hun leven op het spel voor hun land. Ze offeren twee of drie jaar van hun leven op aan de staat Israel. Daarnaast, heeft het in het geval van migrantenjongeren een andere reden en dat is dat ze zelf ook meer Israëlisch worden. Dus ze worden meer gezien als Israëlisch burger, maar ze worden dat ook meer van binnenuit. De nationale identiteit is naast een ascribed ook een achieved identity. Waardoor komt het dat Ethiopiërs zich met het oog op het leger, tijdens de diensplicht en na het afronden daarvan, als joods-Israelisch identificeren? Benadrukken joods-israelische identificatie Ten eerste worden er in de eenheden waar Ethiopische jongeren vaak worden geplaatst nationalistische ideeën uitgedragen. Het is algemeen bekend dat Ethiopische soldaten vaak in de Givati, de strijdereenheid, worden ingezet. (Shalom, 2004) Dit heeft in het verleden nog wel eens tot onvrede geleid bij de Ethiopische gemeenschap omdat dit de meest risicovolle eenheid is. In deze eenheid vallen de meeste slachtoffers. Een muur van het Ethiopisch centrum Bet Samuel in Be’er Sheva is gewijd aan alle Ethiopische slachtoffers die in het leger zijn omgekomen. Op de muur is levensgroot een Ethiopische soldaat geschilderd. Daarnaast hangt een foto van een jongen die een paar jaar geleden is omgekomen in de strijd. Hij was een bekende van het centrum. Als ik met Nili, de lerares Hebreeuws van het centrum, zelf van Russische afkomst spreek, zegt ze: ‘Yeah... too much young boys had to sacrifice their
31
Informeel gesprek, anoniem, 23 maart 2010
43
life for the country. And it’s true, a lot of Ethiopian boys are fighters. The loss in this community is very high.’
32
Als ik later met een andere Israëlische vriend, niet van Ethiopische afkomst, over de Givati spreek, vertelt hij: “From 2005 till 2007 I was in the army and I was a fighter. Actually that is the most crazy unit. The training is really hard and after the training we faced the most extreme situations. There was a lot of nationalistic talking. If we were on trainingscamp we were supposed to hate the enemy. My officer told me the enemy could always attack us and we could not trust them out of selfdefence. We got really brainwashed. But if we didn’t think like that, we didn’t survive in this unit.”
33
De nationale ideologie wordt aangenomen om te overleven als een jonge soldaat in de IDF. Ten tweede, breiden jonge Ethiopische soldaten hun sociale netwerk flink uit door het hebben van intensief contact met jongeren van diverse afkomsten in hun eenheid. Zoals Phinney (2001) concludeerde, is een divers sociaal netwerk een negatieve factor op het behoud van de etnische identiteit en dus een positieve factor op het aannemen van een nationalistische identiteit. Om de militaire stressfactoren zoals vernedering, gebrek aan slaap en de confrontatie met leed en geweld te overkomen, worden de vriendschappen in de eenheid heel sterk. Afkomst maakt in zo’n situatie weinig uit, je hebt elkaar nodig. Een Israëlische vriend, die niet van Ethiopische afkomst is, zei het volgende: “Tomorrow I have a barbeque with all my friends from the army. We see eachother several times a year. Good guys. However one of them really gained psychological damage in the army. He got a little crazy. Everytime he hears someone’s first name, he completes it by saying the last name. The other way around as well. And more... He can’t really function in normal life anymore. But I always look forward to see him and the others. We share an impressive experience together and now we share also 34
the rest of our lives.”
Netwerken van immigranten worden in het leger aanzienlijk uitgebreid en meer gevarieerd. Toen ik op een avond uit ging met Maluku, Asher en Jacob en we daarvoor wat dronken op een schoolplein spraken we over taal. Ik leerde de jongens wat Nederlandse woorden en zij mij wat Aramese woorden. Maluku verbaasde me met het spreken van Russisch. Hij kon zo dertig woorden in het Russisch opnoemen. Hoe het kwam dat hij die Russische woorden wist? Hij had ze in het leger geleerd. In zijn eenheid bevonden zich drie Russische jongens waarmee hij in die drie jaar goed bevriend was geraakt. Hij ziet ze nog steeds geregeld.
32
Informeel gesprek, Nili, 17 maart 2010 Informeel gesprek, anoniem, 10 mei 2010 34 Informeel gesprek, Nir, 2 april 2010 33
44
Dus naast dat het leger nationalistische ideeën propageert en de jongen soldaten zich sociaal cultureel en ook psychisch aanpassen, vergroten soldaten van een andere afkomst hun sociale netwerk. In dat netwerk raken ze meer betrokken bij joods-Israëlische jongeren. Zodra ze daarbij worden opgenomen, voelen ze zich ook meer opgenomen in de joods-Israëlische samenleving en in deze context is het ideaal om de joods-Israëlische identificatie te accentueren. De derde reden waarom de Ethiopische jeugd meer waarde zou kunnen hechten aan de joods-Israëlische identiteit is omdat het religieuze aspect van de joods-Israëlische identiteit versterkt. Het praktiseren van het Joodse geloof wordt niet opgelegd maar de hele ervaring in het leger leidt tot een sterkere religieuze binding. Daarnaast is het een aanpassingsstrategie. “In the army I always went to the synagogue. I also prayed and celebrated all the religious days. I also fasted on certain days. Praying strengthens you. A lot of guys practicing their believes. But it was also very nice that you don’t have to train a lot then. I have to admit that I once went to smoke a cigarette with a group of friends 35
behind the tent, while we actually were supposed to fast.”
Een vierde factor die het identiteitsmanagement van de Ethiopische jeugd in het leger beïnvloedt is het verkregen zelfvertrouwen. Uit onderzoek van Malka Shabtay blijkt dat het zelfvertrouwen toeneemt bij Ethiopiërs in de IDF. (1995) Weliswaar vooral in de strijdereenheden. Zoals Maluku vertelt: “I have the feeling we have to prove ourselves in the army. But we are very good soldiers. We can run much longer then the others. Ethiopians have in general a really good physical condition.”
36
Een groot zelfvertrouwen helpt de jeugd hun ascribed identity om te zetten naar een achieved identity. Door het hebben van een positief zelfbeeld kan een individu zijn identiteiten examineren en kiezen, terwijl hij sociale druk naast zich legt. Negatieve stereotyperingen komen minder hard aan, bij een positief zelfbeeld. Ethiopische soldaten worden steeds meer gewaardeerd maar volgens Maluku moet er nog een ding gebeuren tot volwaardige acceptatie:’It’s about time that the army has more Ethiopian commanders. Only when that is the case I feel like the Ethiopian community is totally accepted.’ Kortom, het leger is een contextuele factor die van invloed is op het identiteitsmanagement van de Ethiopische jeugd. De dienstplicht zorgt voor een sterke Joods-Israëlische identificatie. De joods-Israëlische identificatie is zowel een ascribed als een achieved identity. Omdat het leger een nationalistisch instituut is wordt de joods-Israëlische identiteit promoot en is het aannemen van die identificatie een overlevingsstrategie. Ook wordt de dienstplicht
35 36
Informeel gesprek, Yosef, 27 maart 2010 Informeel gesprek, Maluku, 22 jaar, 27 maart 2010
45
gezien als een ‘ticket to society’ en bij het volbrengen van de drie jaar militaire dient wordt de jeugd geaccepteerd als joods-Israëlisch. Aan de andere kant kiezen de jongeren zelf voor de joods-Israëlische identiteit. Het zelfvertrouwen groeit in het leger, hun religieuze identiteit wordt versterkt en het sociale netwerk van de Ethiopische jeugd varieert. Door deze drie ontwikkelingen wordt de joods-Israëlische identiteit aangenomen als een achieved identity.
46
Conclusie In deze thesis stond het antwoord centraal op de vraag hoe de tweede generatie Ethiopiërs in Israel zich identificeert en waarom. Welke contextuele factoren hebben de grootste invloed op het identiteitsmanagement van de Ethiopische jeugd? De Ethiopische jongeren in Israel behoren tot een minderheidsgroep en hebben een marginale positie in de samenleving. Ze zijn doelwit van negatieve stereotyperingen en discriminatie. Daarnaast functioneren ze als schakel tussen de traditionele eerste generatie Ethiopiërs en de moderne samenleving. Naar aanleiding van artikelen van Phinney, Erikson, Martinez en Dukes leek het voor de hand liggend dat de Ethiopische jeugd zou terug grijpen naar etnische en globale identificaties omdat ze vaak gezien worden als de Ander. De hypothese was dan ook dat Ethiopische jongeren zich vooral zouden identificeren met de etnische Ethiopische identiteit en de black diaspora, de globale identiteit. In werkelijkheid bleek dat niet zo te zijn. Deze conclusie hadden we niet uit bestaan wetenschappelijk onderzoek en theorieën kunnen trekken. Waarom zijn de Ethiopische jongeren in Israel een uitzondering op de regel? De etnische en globale identificatie zijn voor de Ethiopische jeugd in Be’er Sheva niet wenselijk. De Ethiopische identificatie vormt een deel van hun identiteit maar deze willen ze niet benadrukken. Dit heeft twee redenen. De eerste reden is de afkeer tegen hun rolmodel. De eerste generatie, hun ouders, functioneren niet goed in de samenleving. Door een taalachterstand, hun gebrek aan kennis en de vasthoudendheid aan tradities kan deze generatie geen status verwerven in de Israëlische samenleving. De twee generatie wil dat doorbreken en probeert zich daarom te distantiëren van de eerste generatie met hun traditionele visie. Ten tweede is de transnationale connectie van Ethiopische jongeren met Ethiopië nihil. De jeugd heeft het grootste deel van hun leven in Israel doorgebracht. Veel families hebben niet de middelen of de wens terug te keren naar Ethiopië. De jeugd heeft daarom geen tastbare of symbolische herinneringen aan Ethiopië. Daarnaast hebben ze daar niet veel behoefte aan omdat ze alle benodigdheden vinden in de Israëlische samenleving. Als ze zich niet verbinden met de etnische identiteit, maar wel gediscrimineerd worden, is het voor de hand liggend dat ze zich verbinden aan een wereldwijde identificatie, de black diaspora. In verschillende artikelen worden Ethiopische jongeren daarmee in verband gebracht. (Shabtay, 2003: Anteby-Yemini, 2005) Echter in Be’er Sheva zijn er geen tekenen van een verbintenis met deze identiteit. Hiervoor zijn twee redenen. De jongeren geven aan zich niet te vergelijken met andere donkere wereldgemeenschappen omdat zij Joods zijn en anders dan hen. Ten tweede zijn de mensen die zich daarmee verbinden, een slecht voorbeeld. Er heerst een negatieve stereotypering over de clubgangers. Daarnaast focussen de jongeren op het verbeteren van hun status in de samenleving. Een bijkomende factor kan zijn dat Be’er Sheva geen kosmopolitische stad is en minder reggaeclubs te bieden heeft. Daarnaast verbinden uitzichtloze jongeren zich vaker met de black diaspora. In Be’er Sheva krijgt de jeugd hulp van instituten en worden ze goed begeleid. In een onbeschermde 47
omgeving als Tel Aviv zal de uitzichtloosheid onder de jongeren groter zijn, en daarmee wellicht de identificatie met de black diaspora. De jeugd blijkt zich dan ook vooral Joods-Israëlisch te voelen en zich zo te gedragen. Dit gaat tegen de hypothese in die is getrokken uit diverse wetenschappelijke artikelen. Waarom is dat zo in Israel? De belangrijkste contextuele factor die deze identiteitskeuze beïnvloed is de dienstplicht. De Israëlische jeugd moet twee of drie jaar de staat dienen door het uitvoeren van de dienstplicht. De jeugd gaat de IDF in op achttienjarige leeftijd. Volgens Erikson (1968) is deze periode in het leven belangrijk in de ontwikkeling van identiteit. Hij noemt het het psychosocial moratorium, een fase waarin adolescenten experimenteren met rolmodellen en identificaties om uiteindelijk tot een stabiele identiteit te komen. In Israel hebben de jongeren in deze periode niet de tijd om te experimenteren met identificaties omdat ze in het leger gaan. Ik noem het leger dan ook een institualized moratorium. In de IDF worden jongeren gevormd door het strenge regime en de propagerende boodschap. De Joods-Israëlische identiteit wordt deel gestimuleerd maar ook aangenomen omdat dat de tijd in het leger draagzamer maakt. Tegelijkertijd breidt het sociale netwerk van de Ethiopiërs zich uit en het sociale netwerk wordt gevarieerd. Door contact met mensen buiten de gemeenschap en de acceptatie in multiculturele kringen, wordt het aannemelijker voor de Ethiopische jeugd zich te identificeren als Joods-Israëlisch. Door deze identificatie kunnen ze een hogere status verwerven in de Israëlische samenleving. Bovengenoemde factoren beïnvloeden het identiteitsmanagement van de Ethiopische jeugd in Israel in de richting van de Joods-Israëlische identificatie. We moeten in ons achterhoofd houden dat er verschillende identificaties naast elkaar kunnen bestaan. Het gaat er hier om welke identificatie de Ethiopische jeugd over het algemeen het meest benadrukt. Ik ben me ervan bewust dat de verschillende aspecten van mijn bevindingen niet veralgemeend kunnen worden naar heel Israel. Vooral de identificatie met de black diaspora kan in Be’er Sheva heel anders zijn dan in Tel Aviv. Daarom raad ik aan een vervolgonderzoek te doen in een stad in het centrum van Israel. Ook zou het interessant zijn als er onderzoek wordt gedaan naar de samenhang van deze identificatie en de zelfwaardering van de jongeren. Zoals ik in mijn theoretisch kader beschreef, beweren Martinez en Dukes (1997) dat het exploreren en benadrukken van de etnische identiteit leidt tot hoge eigenwaarde. Is het dan zo dat jongeren die zich vooral als Joods-Israëlisch identificeren, een lagere eigenwaarde hebben? Mijn onderzoek ging er vooral over hoe de jongeren zich identificeren en waarom. Er zou een vervolgonderzoek kunnen komen naar de gevolgen van die identificatie. Daarnaast ben ik heel benieuwd hoe de acceptatie van de Ethiopische gemeenschap en de identiteitsvorming zich ontwikkeld met de jaren want de strijd voor acceptatie bij de Ethiopische jongeren gaat door.
48
Literatuur Abbink, Gerrit Jan 1984
The Falashas in Ethiopia and Israel : The Problem of Ethnic Assimilation. Nijmegen:
ICSA Anteby-Yemini, Lisa 2005
From Ethiopian Villager to Global Villager: Ethiopian Jews in Israel. In: Weingrod en
Levy, Homelands and Diasporas. United States: Stanford University Press. Ashkenazi, Michael, and Alex Weingrod 1987
Ethiopian Jews and Israel. New Brunswick: Transaction Books.
Berger, P en B. Berger 1972
Sociologie, een biografische opzet. Baarn: Ambo.
Chryssochoou, Xenia 2004
Cultural Diversity, It’s Social Psychology. Oxford: Blackwell Publishing.
Clarke, Micheal 1974
On the Concept of Sub-Culture. British journal of Sociology 28(2): 428-441
Cygielman, V. 2002
Seperating Religion from National Identity. Palestine-Isreal Journal of Politics,
Economics and Culture 9: 94-102 Erikson, Erik Homburger 1968
Identity: Youth, and Crisis. New York: W.W. Norton & Company
Friedmann, Daniel, and Santamaria, Ulysses 1990
Identity and Change: The Example of the Falashas, between Assimilation in Ethiopia
and Integration in Israel. Dialectical Anthropology 15:56-73. Ghorashi, H. 2002
Ways to Survive, Battles to Win, New York: Nova Publishers.
Gilroy, Paul 1993
The Black Atlantic, Modernity and Double Consciousness. Cambridge: Harvard
University Press.
49
Gross, McMurray en Swedenburg 1996
Arab Noise and Ramadan Nights: Rai, Rap, and Franco-Maghrebi Identity. In:
Swedenburg en Lavie, Displacement, diaspora, and geographies of identity. Durham: Duke University Press. Isaacs, H 1989
Idols of the Tribe: Group Identity and Political Change. Cambridge: Harvard
University Press. Phinney, J et al. 2001
The Role of Language, Parents, and Peers in Ethnic Identity Among Adolescents in
Immigrant Families. Journal of Youth and Adolescence 30:135-153 Rodriguez, Liliana 2010
American Identity Revisited: The Relation Between National, Ethnic and Personal
Identity in a Multiethnic Sample of Emerging Adults. Journal of Adolescent Research 25: 324350 Shabtay, Malka 1995
The experience of Ethiopian Jewish Immigrant Soldiers in the Israeli Army. Israel
Social Science Research 10(2):69-80 2001
Living with Threatened Identities: The Experience of Ethiopian Youth in Israel living
with a Color Difference in an Ethnocentric Climate. Megamot XLI(2): 97 - 112 2003
RaGap: Music and Identity among Young Ethiopians in Israel. Critical Arts 17:93-106
Shafir, Gershon en Yoav Peled 2002
Being Israeli: The Dynamics of Multiple Citizenship. United Kingdom: Cambridge
University Press. Shalom, U.B., Horenczyk, G. 2004
Cultural Identity and Adaptation in an Assimilative Setting: Immigrant soldiers from
the Former Soviet union in Israel. International Journal of Intercultureal Relations 28:461-479 Sorek, Tamir en Ceobanu, Alin M. 2009
Religiosity, National Identity and Legitimacy: Israel as an Extreme Case. Sociology
43:477-496
50
Tajfel, H en Turner, J.C 1986
The Social Identity Theory of Intergroup Behaviour. In: Wochel, S (ed) Psychology of
Intergroup Relations. Chigago: Nelson Hall Publishers. Tzuriel, David 1992
The Development of Ego Identity at Aolescence Among Israeli Jews and Arabs.
Journal of Youth and Adolescence 21:551-571 Martinez, R. O. en Dukes, R. L. 1997
The Effects of Ethnic Identity, Ethnicity and Gender on Adolescent Well-Being.
Journal of Youth and Adolescence 26:503-516 Weil, Shalvah 1997
Religion, Blood and the Equality of Rights The Case of Ethiopian Jews in Israel,
International journal on minority and group rights, 4: 397-412 Weingrod, A., and A. Levy 2006 Paradoxes of Homecoming: The Jews and their Diasporas. Anthropological Quarterly 79:691-26.
51
Bijlage 1: Summary in English In the beginning of the 1980s Israel faced a massive immigration wave of thousands of Ethiopians. In 1975 the state of Israel recognized several Ethiopian tribes as Jews. When the northern Ethiopian communities were threatened by war and famine, Israel offered the Ethiopian Jews a helping hand and organized airlifts from Addis Adeba to Tel Aviv in 1984 and 1991. Nowadays, the Ethiopian community in Israel numbers up to around 120.000 people. The Ethiopian refugees had problems functioning in the Israeli society. In contrast with other immigrants from i.e. the Soviet Union, the Ethiopians did not speak Hebrew. Because of the lack of language proficiency and their illiteracy they were segregated from Israelis of other origins. Another reason of their malfunctioning was their lack of knowledge of technological development. The community came from small villages in rural areas without having contact with the Western society. The first generation of the Ethiopians is still underdeveloped and therefore they have only a small chance on the labour market. Most of the older Ethiopian men work as a guard, the Ethiopian women work as a cleaning lady or they stay home to take care of the children and the domestic work. Their income is mainly half the average income of Jews in Israel. The Ethiopian community has a low socioeconomic status in the Israeli society. Now, in 2010, the second generation has matured and a lot of Ethiopian youngsters are struggling for a better status in society. However the dropout rates in schools are still extremely high, the Ethiopian youth achieves more and more on educational level. Also, the numbers of Ethiopians who go to university after taking part in the army are rising and so the social network of this youth expands. They are better adjusted to the society than their parents are but they are still not fully accepted in the Israeli society and they encounter racism against them daily. Knowing these facts, I got interested in the way of thinking of the Ethiopian youth. If they face racism, do they identify themselves as Jewish-Israeli? Or do they still remain Ethiopian in Israel? How is their link to their fatherland? Besides that, I read in several scientific articles that the Ethiopian youth identified themselves as part of the black Diaspora. Is that the case? To examine these questions I went to Israel for two and half months in the beginning of 2010. I lived in Be’er Sheva, a city in the Negev desert in the south of Israel. There I did volunteer work in two Ethiopian community centres. I had many informal conversations with members of the Ethiopian community in Be’er Sheva. I interviewed a lot of young people with an Ethiopian background of age 13 till 25, Ethiopian men and women of the first generation, as well as experts. The main question I examined was: how does the society influence the identity management of Ethiopian youth in Be’er Sheva, Israel? Here follows a short summary of my findings. My empirical data will not appear, solely the distillated conclusions out of that data.
52
First of all it is important to mention that my research is based on several assumptions around the theme identity. Identity is a self concept constructed by the individual. However, my investigation is grounded in recent written literature suggesting that identity is affected by contextual factors i.e. the society. If I speak about identity I consider identity as a multiple concept. An identity possibly consists of a religious identity, a national identity, an ethnic identity or even a gender identity. These parts of the identity co-exist but some identities are considered more relevant then others by the individual. Racism and the low socioeconomic status of the Ethiopian community in Israel are considered as contextual factors that influence the identity management of the Ethiopian youth. As newcomers in Israel it was expected that the young people would integrate in the Israeli society. They did, partly, but meanwhile the parents of this second generation couldn’t participate in the society because of their lack of language proficiency. Nowadays, the young Ethiopians are still the chain between their parents and the society. Because the Ethiopian elders are the target for negative stereotyping and the youth is still seen as connected to them, the young Ethiopians suffer from negative labelling. Religion is also a reason for exclusion from society. The cohesiveness in the Israeli society is a consequence of the shared religious experience, Judaism. The Ethiopian community consider themselves as Jewish but in the society that fact is questioned. If people are not Jewish in Israel, or not considered to be genuine Jewish, they are an outsider. During my fieldwork I found out the young Ethiopians consider themselves fully Jewish-Israeli. They also act towards that fact. But if the society doesn’t accept the Ethiopians as JewishIsraeli, then why do they not retain to an alternative identity? According to many scientists, the community is supposed to have alternative identifications such as a strong ethnic identity. (I.e. Phinney, 2001) Thereby young people find themselves in a state of identity confusion. According to Erikson (1965) adolescents are in their psychosocial moratorium. This is a stadium in life where young adults explore their identity and explore boundaries and future expectations. In this stadium young adults gain alternative identities to discover what fits them best in their adult life. Every youngster got confronted with this period of life, according to Erikson, but for migrants it is a crucial period because they also face the national identity of their host society and often a minority status. How do the Ethiopian youngsters create their identity and which factors influence their identity management? The ethnic identity is an expected alternative identity to be chosen by young Ethiopian people in Israel. Why do the young Ethiopians not really connect with their Ethiopian roots? According to my findings there are two main reasons. First there is the rejection of their parents as role model. The parents of this second generation have, as mentioned before, a low socioeconomic status and not always the ability to communicate in Hebrew. They do not integrate so well. The youth does everything they are capable of doing to integrate in the society and to secure a better future on the labour market as well in the private sphere. Therefore they cut the link with their parents in public sphere and do not identity themselves as part of the Ethiopian diaspora. They don’t want to be associated with the disadvantages of
53
their parents. Second, is that the Ethiopian youth doesn’t have a tangible bond with their motherland. Although the first generation grew up in Ethiopia and has vivid memories of their homeland, the youth left the country at an early age or has never been there. They can only fantasize about their country of origin. Often Ethiopian families in Israel don’t have the financial means to return to Ethiopia or the youth has a lack of time. Also, the Ethiopian youth uses less Ethiopian products than the older generation. Although the first generation uses Ethiopian media, food, clothes etc, the youth only uses beauty products. Thereby also the symbolic travelling culture, to speak in Clifford’s words, reduces. The older generation i.e. retains traditional healing practices. This is a combination of fear for the hospital system and disappointment in some modern treatments. The young Ethiopians are used to the Israeli system and don’t turn to ancient symbolic treatments. Because the youth rejects their role model and because economic and symbolic travelling culture decreases, the Ethiopian identity is not the desirable alternative identification. The second expected alternative identity is the black diaspora identity. The black diaspora is a finding of the scientist Paul Gilroy (1993). Black migrating communities over the world are mainly searching for a better position in society on economic and social level. Unfortunately a lot of migrants still face a marginal position in the host country. There is a strong connection between black communities with a marginal position in the world. This connection becomes visible in rap en reggae music where artists sing about the marginal position. Clubs and other places where people gather to listen to that music function to connect and explore boundaries of ethnicity together. Especially youth uses this identity to value themselves in certain environments. Some scientists link Ethiopian in Israel with the black diaspora. However in Be’er Sheva the youth showed the opposite. They like rap and reggae music but it’s not their way of life. Neither have they identified themselves with other black communities in Israel. The youth in Be’er Sheva distances themselves of the possibly present black diaspora in other cities because in their opinion the youth that does connect to it is a bad example and individuals without an eye on the future. Thereby they don’t identify themselves with the Sudanese and the Afro-Americans, the other blacks in the Israeli society, because the Sudanese are not Jewish and have an even worse position in society and the Afro-American have a different culture and the majority didn’t receive legal citizenship yet. So the two expected alternative identifications according to scientific articles are rejected by the youth in Be’er Sheva. Although they are not fully accepted as Jewish-Israeli, they retain the Jewish-Israeli identity as the most important. What is the reason of their choice of identification? Which factor is the most influential? In Israel it’s obligatory to complete military service before the age of twenty-one. Girls participate in the army for two years and boys for three years. In these years the life of the youngsters is determined by the state of Israel. Right in the time adolescents start to experiment different identities, as Erikson calls it, the psychosocial moratorium, their way of life is prescribed by the state. In the army Israelis of different origins come together and share experiences together in their unit, they share weal and woe. In this period the network of the
54
youth expands. This causes an increased awareness of the Jewish-Israeli national identity. Also, in the Israeli army the national identity and being a collective is promoted. Especially in the unit of fighters, the most dangerous and nationalistic unit, soldiers are told that Israel is the best and the other countries are the enemy. Ethiopian boys mostly serve the fighter units. Other than that, completing the army is seen in the Israeli society as a ticket to deserved citizenship and respect. So after completion of the army the Jewish-Israeli identity is more accepted by the society. Already before the young Ethiopian get to military service they are prepared for this job and the way of thinking is already promoted. They have not gained their ticket to respect yet, but that ticket is on its way. The main conclusion of my fieldwork in a few words is that the Ethiopian youth in Be’er Sheva in Israel identify themselves as Jewish-Israeli, although they are seen as ‘the other’ in Israeli society, because of aversion towards the alternative identification with the black diaspora and the Ethiopian identification. The obligated military service is the most important factor in the identity management of the Ethiopian youth in Israel. It’s an institutionalized moratorium where adolescents can’t experiment with their identities and where the Jewish-Israeli identity is strongly promoted and accepted.
55
Bijlage 2: Reflectieverslag Na alle reizen die ik in het verleden gemaakt heb, ging ik nu met een ander doel op pad. Het was nu niet de tijd om rond te reizen met mijn Lonely Planet op zak, op markten rond te struinen en de dag af te sluiten met het lezen van een roman. De tijd was aangebroken mijn bachelor Culturele Antropologie te bemachtigen. En om met dat doel op reis te gaan, gaf me al voldoening.
Foto 1: Buiten bij Bet Samuel wachten tot we op excursie gingen naar het ziekenhuis.
Gemaakt door: Tenat
Dit keer ging de reis weer naar Israel, het land waar ik in 2008 vier maanden heb mogen studeren. Israel heeft toentertijd een hele positieve indruk op me gemaakt. Aan mijn tijd op de universiteit van Haifa heb ik waardevolle herinneringen overgehouden. Het was tijd om terug te keren naar het Heilige Land. Want hoewel ik wat mooie herinneringen uit Israel wilde toevoegen, is er in de loop van dat jaar nog een reden bijgekomen om terug te keren. Al geruime tijd heb ik mijn ‘schoonfamilie’ in Israel wonen. ‘We don’t have a big house, but we have a big heart’. Met deze woorden maakten ze me duidelijk dat ze me graag onderdak wilden bieden gedurende mijn veldwerkperiode. Dus plande ik mijn reis dit keer naar Be’er Sheva. Het opzetten van mijn onderzoek begon en hoewel ik de onderzoeksgeest nog te pakken moest krijgen, was daar al meteen mijn eerste valkuil: het kiezen van een onderwerp. Omdat ik de laatste zomer in Afrika was geweest, wilde ik ‘iets’ doen met de Ethiopische 56
gemeenschap in Israel. Maar wat dan? Absoluut niet iets vaags, graag iets praktisch, iets tastbaars. En waar kom ik op uit... je raadt het al... het tegenovergestelde van iets tastbaars, namelijk identiteit. Na me te hebben ingelezen ben ik toch erg geïnteresseerd geraakt in de thematiek en na het schrijven van mijn onderzoeksopzet raakte ik gelukkig into mijn onderzoek. Maar toch, les één voor mij, neem de tijd om over je onderwerp na te denken, je zit er immers nog een half jaar aan vast. In januari ging ik vol optimisme met mijn onderzoeksopzet onder mijn arm naar de zogenaamde hoofdstad van de Negev woestijn, Be’er Sheva, een stad waar ik twee jaar daarvoor een korte twintig minuten verbleef. Na aankomst besefte ik dat ik niet in de meest plezante stad was beland. In huize Eldan kreeg ik een mooie kamer maar toch duurde het een poos voordat ik er gewend was. Vrolijkheid en optimisme zijn normaalgesproken typische karaktereigenschappen van mij en ik heb graag mensen om me heen maar helaas is eenzaamheid het woord dat mijn tweeënhalve maand op de onderzoekslocatie typeert. Les twee: het is zo gek nog niet je eerste onderzoekservaring te delen met een medestudent. Maar, op zijn Cruijffiaans, ‘elk nadeel heb zijn voordeel’. Ik had het land Israel al ontdekt en niet veel afleiding in Be’er Sheva dus alle tijd voor mijn onderzoek! Allereerst maakte ik een afspraak op het hoofdbureau van het Ethiopian National Project (ENP) in Jeruzalem. Met deze organisatie had ik al mailcontact gehad in Nederland en ze zouden me verwelkomen met open armen. Na een heel leuk en leerzaam gesprek te hebben gehad met de coördinator, was het wachten op een telefoontje. Na een paar telefoontjes waren er nog steeds geen concrete plannen. Ik gaf het op. Ik stond te popelen om wat te gaan doen dus ging ik naar de plaatselijke Ethiopische centra om daar vrijwilligerswerk te doen. Ik hoopte op een ontmoeting met de Ethiopische jeugd waar ik naar op zoek was maar daarentegen kwam ik terecht bij oudere Ethiopische dames. Hoewel ik zelf amper Hebreeuws spreek, ik kan het alleen lezen en schrijven, bracht ik de dames wat kennis van de taal bij. Achteraf gezien is deze onverwachte wending best goed geweest voor mijn onderzoek aangezien ik het interessante verschil tussen het functioneren van de eerste en tweede generatie onder de loep heb kunnen nemen. Het is belangrijk flexibel te zijn in het veld en je op alle mogelijkheden te storten. Daarnaast heb ik geleerd, dat je erg assertief moet zijn, zeker in een land als Israel maar ongetwijfeld ook op andere onderzoeklocaties. Om in contact te komen met Ethiopische jongeren ben ik de straat opgegaan om enquêtes uit te delen. Dit was een aanknopingspunt voor een gesprek, maar daar bleef het bij. Uiteindelijk kon ik niet echt data halen uit de enquêtes, hooguit een paar ideeën voor interviewvragen. Dit was in mijn geval voldoende maar voor de volgende keer, les vier, net iets beter over de enquêtes nadenken. Daarna ben ik via de Ethiopische centra in contact gekomen met de jongeren. Wat een opluchting! Ik regelde wat interviews en sprak ze vaak één op één. Als ik dat niet deed werd het meestal een chaos. Al die zestienjarige tafeltennissende jongens vonden het allemaal wel interessant als ik de speelhal binnenkwam, maar echt communiceren deden ze niet met me. Praten en lachen in het Hebreeuws met vrienden óver mij was op zo’n moment wel een
57
geliefde bezigheid. Het was niet kwaad bedoeld overigens, maar niet echt handig voor mijn onderzoek want er was ook niet erg veel te observeren. Ik ben me ervan bewust dat ik mijn data voornamelijk in de publieke sfeer heb verzameld. Vaak sprak ik de jongeren bij de centra, op straat, op school en enkele keren tijdens het uitgaan. Ik had data kunnen verzamelen die diepgaander was als ik ook bij de Ethiopische families thuis was gekomen. Helaas is me dat niet gelukt. Over het algemeen heerste er een gevoel van wantrouwen bij de Ethiopische jongeren. Ik had vaak het idee dat ik niet tot de kern kwam. Ik vond het erg moeilijk een echte vriendschap met ze op te bouwen. Gelukkig heb ik Asher ontmoet, een 21-jarige jongen waar ik erg goed mee kon praten en die mij aan veel data heeft geholpen. In de laatste maand, toen ik al een beetje aan het aftellen was, ben ik opgenomen in zijn vriendengroep en ben ik met ze uitgegaan. Op het nippertje toch nog wat nuttige data verzameld... Die tweeënhalve maand waren toch te kort. Of heb ik het in het begin niet goed aangepakt? Les vijf, in het begin niet te lang de kat uit de boom kijken maar gelijk proberen in de groep te komen. Hoewel ik begrijp dat deze les niet toepasbaar is op alle onderzoekspopulaties. De grootste valkuil was mijn matige data-analyse in het veld. Na thuiskomst, kreeg ik een eureka moment na het overzichtelijk maken van mijn data. Maar dat zogenaamde eureka moment had beter in het veld plaats kunnen vinden zodat ik mijn hiaten nog beter had kunnen opvullen. Maargoed, dit is een goede zesde les voor mijn volgende masteronderzoek. Al met al, zijn er verbeterpuntjes en lessen die ik in beschouwing zal nemen maar desondanks is er een mooi product ontstaan als bekroning op mijn veldwerk. Ik heb enorm veel kennis vergaard in het veld van en over de Ethiopische gemeenschap in Israel, mijn assertiviteit is gegroeid, ik heb mezelf weer een beetje verder kunnen ontplooien en ik ben een prachtige ervaring rijker.
58