Integraal Beleidsplan 2013-2016 Concept
Insanity: doing the same thing over and over again and expecting different results Albert Einstein
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
INHOUDSOPGAVE
1 2 3
4
5
6
7
8
SAMENVATTING...................................................................................................................................................3 INLEIDING.............................................................................................................................................................4 STARTSITUATIE KNBSB .........................................................................................................................................5 3.1 Visie, doel en strategie................................................................................................................................5 3.2 ‘Naar een veiliger sportklimaat’..................................................................................................................5 BREEDTESPORT ....................................................................................................................................................6 4.1 Algemeen ....................................................................................................................................................6 4.2 Sportaanbod..............................................................................................................................................10 4.3 Verenigingsondersteuning ........................................................................................................................15 4.4 Kader .........................................................................................................................................................17 TOPSPORT HONKBAL .........................................................................................................................................20 5.1 Ambitie ......................................................................................................................................................20 5.2 Analyse ......................................................................................................................................................21 5.3 Strategie ....................................................................................................................................................23 5.4 Talentontwikkeling....................................................................................................................................25 5.5 Topsportprogramma .................................................................................................................................27 5.6 Topsportcompetities .................................................................................................................................30 5.7 Randvoorwaarden.....................................................................................................................................32 5.8 Aansturing Topsport honkbal....................................................................................................................35 TOPSPORT DAMESSOFTBAL...............................................................................................................................36 6.1 Ambitie ......................................................................................................................................................36 6.2 Analyse ......................................................................................................................................................37 6.3 Strategie ....................................................................................................................................................39 6.4 Talentontwikkeling....................................................................................................................................41 6.5 Topsportprogramma .................................................................................................................................42 6.6 Topsportcompetities .................................................................................................................................43 6.7 Randvoorwaarden.....................................................................................................................................45 6.8 Aansturing Topsport Damessoftbal ..........................................................................................................47 ORGANISATIEONTWIKKELING............................................................................................................................49 7.1 Algemeen ..................................................................................................................................................49 7.2 Besturingsmodel .......................................................................................................................................49 7.3 Uitvoeringsorganisatie ..............................................................................................................................51 7.4 Samenwerking andere takken van sport ..................................................................................................53 7.5 Monitoren en evalueren ...........................................................................................................................54 BIJLAGE...............................................................................................................................................................55 8.1 Integrale SWOT KNBSB..............................................................................................................................55 8.2 Confrontatiematrix....................................................................................................................................57 8.3 Doelgroepen..............................................................................................................................................58
2
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
1
SAMENVATTING
De KNBSB gaat de komende jaren de uitdaging aan binnen het honkbal en softbal de wereldtop te bereiken, en tegelijkertijd de breedtesport als basis zowel te versterken als te verbreden. Breedtesport Als een hecht team trekken verenigingen en bondsbureau samen op om lokaal kansen te creëren voor innovatie en groei. We starten met verenigingen die ambitie tonen en potentie hebben, en bieden waar nodig ondersteuning om kansen te verzilveren. Kaderontwikkeling en verenigingsondersteuning gaan daarbij hand in hand. De zelfwerkzaamheid van verenigingen wordt gevoed via onderlinge samenwerking binnen de clusters. Kansrijke doelgroepen voor ledenwinst zijn jeugd en senioren, die we met een vraaggericht, vernieuwend honkbal- en softbalaanbod gaan bewerken. De eigen verenigingsaccommodatie bouwen we samen met de gemeente uit tot een aantrekkelijke, multifunctionele wijklocatie. Topsport Honkbal Er is een extra inspanning nodig om Nederland aan de internationale top te brengen en te houden. Het Wereldkampioenschap zal komende jaren gespeeld worden met deelname van Major League Baseball spelers. Het Nationaal Team zal dus structureel uit meer MLB spelers moeten bestaan om onze ambities te realiseren. Om deze reden intensiveren we de samenwerking met het Caribische deel van het Koninkrijk en verhogen we het niveau van de Nederlandse Hoofdklasse. Daarmee bevorderen we de instroom van talenten in het internationale profhonkbal. Het opleidingsprogramma waar de Baseball Academies mee werken, gaat meer en meer werken als inspiratiebron en kwaliteitsnorm voor alle betrokkenen in het Topsport Honkbal. Alle kennis en ervaring bundelen we ook fysiek in een Nationaal Trainingscentrum op MLB niveau. In het Caribische deel van het Koninkrijk wordt een eigen Baseball Academy gerealiseerd. Flankerend ontwikkelen we een transferbeleid voor spelers en scherpen we het Licentiereglement voor de Baseball Academies en Nederlandse Hoofdklasse aan. Topsport Damessoftbal Ook het Topsport Damessoftbal trekt de succesvol ingezette koers naar de top door. Prestatieverbetering vraagt meer wedstrijdervaring binnen de internationale top en het verhogen van de kwaliteit en omvang van de technische begeleiding. Verdergaande programmaontwikkeling en professionalisering volgen daaruit. Vanaf 2014 stellen we een Talentcoach aan voor alle jeugd- en juniorenselecties; dit zal leiden tot meer focus en synergie binnen het talentontwikkelingsprogramma. Tegelijkertijd komt zo meer inzet vrij voor de begeleiding van het Nationaal Team. Om de instroom in het topsport damessoftbal te verbeteren, zal een beter competitiemodel worden ontwikkeld. Flankerend zal gewerkt worden aan meer financiële ruimte om nog extra impulsen te geven aan het programma. Organisatieontwikkeling Wat vraagt het bovenstaande van de KNBSB als organisatie? De kolommenstructuur zal verder worden verankerd via mandatering en uitvoeringsafspraken. De werkorganisatie krijgt versterking via een competentiegericht personeelsbeleid en de verhoogde inzet van vrijwilligers en stagiaires. Verder zal de KNBSB actiever meeliften op de collectieve services binnen het facilitair bedrijf van het Huis van de Sport. En tenslotte zal de samenwerking met de Nederlandse Basketball Bond (NBB) komende jaren verder geïntensiveerd worden, met name op het gebied van financiën, secretariaat, communicatie, marketing en breedtesport.
3
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
2
INLEIDING
Voor u ligt het Integraal Meerjaren Beleidsplan 2013-2016. UITGANGSPUNT: Het Meerjaren Beleidsplan 2009-2012 is uitgebreid geëvalueerd. De scherpe ambities en vereiste inzet zijn op vele vlakken gerealiseerd. Te denken valt aan de prachtige prestaties binnen het topsport honkbal en het dames softbal, maar we mogen ook trots zijn op de ledenaanwas van recreanten, de voortgang richting sterkere verenigingen en verbeterde kansen op lokale samenwerking. Met de grenzen waar de KNBSB ook rekening mee moet houden, mogen we beslist trots zijn op de behaalde resultaten. Daarnaast zijn er ook aandachtspunten richting de toekomst. De belangrijkste les uit de vorige beleidsperiode is dat we duidelijke keuzes moeten maken over wat we wel en niet gaan doen, deze vertalen naar haalbare werkplannen, en die vervolgens ook uitvoeren. Voor de KNBSB is nog meer winst te halen uit het verbinden van breedte- en topsport én honkbal en softbal. Net als in elke andere tak van sport vormt breedtesport de basis voor topsport en zijn de resultaten van de nationale teams weer een motor voor de breedtesport. Topsport Honkbal staat volop in de schijnwerpers en is een magneet voor media-aandacht en lokale partners. Daar kan ook het softbal op inspelen. Softbal op haar beurt kent een meer maatschappelijk profiel, waar het honkbal weer op mee kan liften en van kan profiteren. Samen kunnen we meer! • Vergroten van de kwaliteit en veerkracht van onze verenigingen • Verbeteren van het sportaanbod via productontwikkeling en doelgroepenbeleid • Verbeteren van de kwaliteit van het benodigde kader • Vermarkten en verzilveren van de sterke kanten van beide sporten • Verbeteren van de in- en externe communicatie • Versterken van de kwaliteit van de totale werkorganisatie De KNBSB wil uitgroeien tot dé ontegenzeggelijke autoriteit binnen de honkbal- en softbalwereld. Komende jaren ontwikkelen we de bond richting een vraaggerichte ‘brancheorganisatie’ voor honkbal en softbal, met een brede betekenis in de honkbal- en softbalsport. Deze positionering gaat verder dan alleen de aangesloten leden. Netwerkontwikkeling is hierbij belangrijk. De invloed die de bond op deze manier opbouwt, dwingt gezag af bij stakeholders en andere partijen, en is gericht op het vergroten van de sportparticipatie in het honkbal en softbal. De verenigingen zijn en blijven de belangrijkste plek, waar beide sporten tot hun recht komen. Hoewel ook andere aanbodsvormen mogelijk zijn, met name in wijken en scholen, blijft het primaire bestaansrecht van de KNBSB gelegen in het behartigen van het collectieve belang van de aangesloten verenigingen. Daarbij blijven vrijwilligers de kurk waar het honkbal en softbal op drijft. Meer dan ooit! Immers, in dit economische getij stokt het proces van professionalisering binnen verenigingen, zeker in minder grote sporten. We moeten dus nog zuiniger zijn op de vele vrijwilligers die onze sporten rijk zijn. Het beleidsplan is als volgt opgebouwd: Breedtesportbeleid Topsport Honkbal Topsport Damessoftbal Organisatieontwikkeling KNBSB
4
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
3
STARTSITUATIE KNBSB
3.1 Visie, doel en strategie De KNBSB staat voor een leven lang sporten en wil iedereen overeenkomstig leeftijd, ambitie en talent, betrekken bij het honkbal, softbal en gerelateerde sporten. Het werkgebied voor de KNBSB bestaat naast Nederland ook uit het Caribische deel van het Koninkrijk. Het gewaagde doel voor komende jaren luidt: “De KNBSB laat de honkbal- en softbalsport met 30.000 leden doorgroeien tot een structurele IBAF/ISF Ranking Top 3 positie in de wereld.” Dit beleidsplan bestrijkt de jaren 2013 tot en met 2016. Tot 2016 gaan we een ledenaantal realiseren van 25.000 leden. De doorgroei naar 30.000 leden realiseren we via 28.000 leden in 2020 30.000 leden in 2024. De KNBSB is de professionele landelijke honkbal- en softbalorganisatie, in het leven geroepen om haar verenigingen te vertegenwoordigen en de belangen van de verenigingen te behartigen. Dit is vertaald naar de kerntaken competitie, verenigingsondersteuning, sportstimulering en topsport. De bond ondersteunt haar aangesloten verenigingen bij het organiseren van lokaal sportaanbod voor haar (jeugd)leden, potentiële leden en deelnemers op scholen, in de wijk en bij bedrijven. De KNBSB staat voor de volgende kernwaarden: Professionaliteit, Servicegerichtheid, Innovatie, Verbinden en Respect. De KNBSB zet haar kernkwaliteiten - sporttechnische kennis, opleiden van spelers en kader, innovatie, passie en betrokkenheid - in om samen met de aangesloten honkbal- en softbalverenigingen de uitdagingen in dit Beleidsplan te realiseren. De kernstrategie van de KNBSB is: ledengroei en talentontwikkeling realiseren in samenspel met de aangesloten verenigingen, die versterkt worden via verenigingsondersteuning en kaderontwikkeling. Aanvullend wil de KNBSB betere collectieve randvoorwaarden organiseren op het vlak van communicatie, marketing en accommodaties. De KNBSB houdt zich ook nadrukkelijk bezig met haar maatschappelijke rol. Een rol die meer biedt dan alleen het traditionele honkbal en softbal. Een rol waarbij wordt meegewerkt aan maatschappelijke doelen als gezondheid en integratie. Het honkbal en softbal blijven te allen tijde kernactiviteit, waarbij de blik tevens wordt gericht op aanbod buiten het traditionele verenigingsaanbod. 3.2 ‘Naar een veiliger sportklimaat’ De KNBSB zet zich in voor een veilige en sociale omgeving bij honkbal- en softbalverenigingen waar iedereen zich welkom voelt. Elk individu heeft zijn eigen verantwoordelijkheid om onze sporten met plezier te beleven. Daarbij speelt de vereniging een cruciale rol bij het creëren van een veilige, respectvolle omgeving, waarin iedereen kan deelnemen. De bond wil het gewenste gedrag voor, tijdens en na de wedstrijd in alle geledingen bespreekbaar maken. In de afgelopen beleidsperiode hebben we deelgenomen aan de NOC*NSF programma’s ‘Masterplan Arbitrage’ en ‘Samen voor Sportiviteit & Respect’. Tijdens deze periode heeft de KNBSB zich gericht op het werven en opleiden van verenigingsarbitrage en bondsarbitrage en het implementeren van sportiviteit en respect in alle geledingen van de bond. Inmiddels zijn deze programma’s afgesloten en opgevolgd door ‘Naar een Veiliger Sportklimaat’. Het doel van dit programma is gewenst sportief gedrag in en rond de sport(vereniging) te stimuleren en ongewenst gedrag te voorkomen en aan te pakken. Het programma richt zich op alle betrokkenen binnen de verenigingen (bestuurders, sporttechnisch kader, wedstrijdofficials, spelers en ouders) en andere relevante doelgroepen (zoals lokale overheid) om hen bewust te maken van het belang van sportiviteit en respect, een veilig sportklimaat binnen de eigen vereniging en hun eigen rol. Er wordt een integrale aanpak ontwikkeld, met diverse tools voor bestuurders, sporttechnisch kader, wedstrijdofficials, spelers en ouders. Het programma past binnen de verdere ontwikkeling van het kader- en verenigingsbeleid van de KNBSB.
5
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
4
BREEDTESPORT
4.1 Algemeen De KNBSB sluit met haar beleid aan bij de NOC*NSF Sportagenda 2013-2016. De doorgroei naar 30.000 leden in 2024 is de stip op de horizon, waarbij 2016 en 2020 evaluatiemomenten vormen. In 2016 moet er een gezonde basis liggen om het doel van 30.000 leden in 2024 te kunnen bereiken. Dit vraagt continue innovatie van het honkbal- en softbalaanbod, een intensievere samenwerking met en tussen verenigingen, inclusief maatwerk verenigingsondersteuning en een integrale aanpak van de kaderproblematiek. 4.1.1 Groeidoelstelling Zoals in het vorige hoofdstuk aangegeven, gaat de KNBSB een ledenaantal realiseren van 25.000 leden in 2016 28.000 leden in 2020 30.000 leden in 2024. 4.1.2 Doelgroep en imago De KNBSB richt zich bij de breedtesportontwikkeling van honkbal en softbal op de doelgroepen jeugd, jongeren, volwassenen en senioren, verdeeld naar: gezelligheidssporters, vitale sporters, prestatiesporters en sporters met een beperking. Het imago dat bij onze sporten past is: familiesport, individuele teamsport, vitaliteit, gezelligheid en normen en waarden (sportiviteit en respect). 4.1.3 Werkterrein Een ‘leven lang sporten’ betekent voor de breedtesport deelname aan recreatie- of wedstrijdsport. Het werkgebied bestaat uit het faciliteren van de kerntaak ‘organiseren van wedstrijden’ (competitie) en de bestuurlijke en organisatorische ondersteuning van verenigingen, zodat zij kunnen functioneren als vitale verenigingen met de aandachtsgebieden: sportaanbod, kader en accommodatie. 4.1.4
Verenigingsontwikkeling
De KNBSB heeft op het moment van schrijven van dit plan 174 verenigingen met gemiddeld 118 spelende leden en 15 niet spelende leden. Het aantal leden per vereniging staat in onderstaande tabel. Aantal leden
Aantal verenigingen
300-400 200-300 100-200 75-100 50-75 25-50 1-25
10 20 58 22 28 27 9
De grootste vereniging (UVV) heeft 399 leden. Bij de 25 grootste verenigingen zitten dertien Hoofdklasse verenigingen (honkbal en/of softbal). In de vorige beleidsperiode hebben elf nieuwe verenigingen zich aangemeld, waarvan twee slagbalverenigingen, drie honkbalscholen en zes reguliere verenigingen. Twaalf verenigingen zijn opgeheven. In 2012 hebben 88 verenigingen t.o.v. 2008 meer of een gelijk aantal leden en zijn 101 verenigingen gezakt in ledenaantal. 2013-2016 Ambitie: Met als doelstelling een groei naar 25.000 leden te realiseren gaat de bond het aantal vitale verenigingen, volgens segmentatie, vergroten. Dit gaat ervoor zorgen dat we het gemiddeld aantal leden per vereniging kunnen verhogen naar 145 leden om met 174 verengingen het aantal van 25.000 leden te kunnen bereiken. Doel: De KNBSB gaat het aantal verenigingen stabiliseren in de beleidsperiode 2013-2016 Activiteit: • Verenigingsondersteuning (zie 4.5)
6
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
4.1.5 Ledenontwikkeling De KNBSB heeft haar hoofddoelstelling breedtesport zoals omschreven in het Meerjaren Beleidsplan 2009-2012 niet kunnen realiseren: ‘Ledengroei van 5.000 leden tot 29.000 leden in 2012’. Voor de evaluatie van de ledenontwikkeling 2008-2012 gebruikt de KNBSB de ledenstand op 1 november 2011.
Op 1 november 2012 heeft de KNBSB 22.648 leden, onderverdeeld in 20.083 spelende leden en 2.565 niet spelende leden (kader). De spelende leden bestaan uit 9.062 jeugd- en 11.021 seniorenleden. Het ledenverloop t.o.v. 1 november 2008 is een verlies van 676 spelende leden. De KNBSB heeft 10.309 honkballeden, 4.408 damessoftballeden en 2.470 herensoftballeden. % sinds 2008
2012 t.o.v. 2008
2012
+/-
2011
+/-
2010
+/-
2009
+/-
2008
HONKBAL DAMESSOFTBAL HERENSOFTBAL RECREANTEN EN BEEBALL TOTAAL SPELENDE LEDEN TOTAAL NIET SPELEND
-11,6 % -8,2 % -9,7 % 74,6 % -3,7 % 3,8 %
-1.349 -392 -265 1.237 -769 93
10.309 4.408 2.470 2.896 20.083 2.565
-291 -22 -159 128 -344 29
10.600 4.430 2.629 2.768 20.502 2.536
-661 -211 -34 638 -243 45
11.261 4.641 2.663 2.130 20.745 2.491
-259 -123 0 448 116 -29
11.520 4.764 2.663 1.682 20.629 2.520
-138 -36 -72 23 -223 48
11.658 4.800 2.735 1.659 20.852 2.472
TOTAAL LEDEN KNBSB
-2,9 %
-676
22.648
-315
23.038
-198
23.236
87
23.149
-175
23.324
STAND PER NOVEMBER
Jaarlijks kent de KNBSB een opmerkelijk groot ledenverloop. Elk jaar stoppen gemiddeld 3000 leden. Het is onduidelijk wat de motivatie is, in welke leeftijdscategorie dit gebeurt en of dit na een kort of lang lidmaatschap gebeurt. Naast een efficiëntere werving van nieuwe leden willen we komende beleidsperiode meer inzicht krijgen in de specifieke redenen van uitstroom, met een daarbij passend beleid gericht op ledenbehoud. 2013-2016 Ambitie: De KNBSB wil leden langer vasthouden en de hoge uitstroom van leden tegengaan. Doel: Groei van het ledenaantal tot 25.000 in 2016. Activiteiten: • Een 0-meting per 1 november 2012 per doelgroep, per vereniging en per cluster • Een continue mogelijkheid om het ledenbestand per doelgroep en vereniging te monitoren • Exit enquête / exitgesprekken per vereniging (via verenigingsondersteuning) • Inventarisatie uitstroommotieven door middel van exitgesprekken verenigingen • Verbeterde registratie van deelname aan onze sporten (tegengaan van schijnleden) • Werving nieuwe leden: zie inzet per doelgroep
7
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
4.1.6 SWOT-analyse De KNBSB heeft in 2011 en 2012 via bijeenkomsten intern, met afgevaardigden van verenigingen, werkgroepen en tijdens clusterbijeenkomsten de huidige en gewenste situatie besproken. De uitkomst van deze bijeenkomsten zijn verwerkt in een integrale SWOT analyse (zie bijlage 8.1). Vanuit deze SWOT analyse zijn de volgende belangrijkste punten voor de breedtesport geprioriteerd: Belangrijkste sterkten 1. Ontwikkelen nieuw sportaanbod 2. Opleiden van sporttechnisch kader 3. Beschikken over sporttechnische kennis 4. Beschikken over eigen accommodatie 5. Behalen goede topsportresultaten 6. Hanteren lage contributies om te kunnen sporten
Belangrijkste zwakten 1. Onvoldoende interne en externe communicatie, waardoor imago van het bondsbureau bij leden niet goed is (w.o. bereikbaarheid bond, flexibiliteit bond en gebruiksvriendelijkheid website). 2. Kleinschaligheid bond(sbureau) met twee gescheiden sporten, geen eenheid en met weinig personele en financiële middelen. 3. Onvoldoende samenwerking met en tussen verenigingen mede door beperkte bondsondersteuning. 4. Onvoldoende, groot verloop en slechte registratie gekwalificeerd kader op ieder niveau. Slecht imago wedstrijd officials. 5. Teruglopend aantal leden en deelname aan competitie door onvoldoende afstemming op sporter, kort speelbaar (zomer), te grote tijdsinspanning (reis- en speeltijd), geen vast speelmoment en incomplete teams. 6. Matige accommodaties en beperkte beschikbaarheid (betaalbare) zaalruimtes. 7. Matig imago (softbal)sport: statische – en moeilijke sport.
Belangrijkste kansen 1. Samenwerken en verbinden honkbal en softbal, andere sporten, NOC*NSF, onderwijs, instellingen, MLB, CEB/ESF, IBAF/ISF en andere aanbieders honkbal- en softbalactiviteit. Schaalvergroting door fusie verenigingen. 2. Ontwikkelen aangepast en nieuw sportaanbod volgens gesegmenteerd doelgroepenbeleid: kansarmen, allochtonen, minder validen, jongvolwassene met jonge kinderen, 45+, softbal voor voortgezet onderwijs, bedrijven, instellingen, enz. 3. Ontwikkelen van licentiebeleid t.a.v. kader. 4. Beschikbaarheid multifunctionele binnen- en buitenaccommodaties 5. Gebruik maken van nieuwe media (Social Media) en ‘side events’, in aanloop naar en tijdens evenementen, om onze sporten onder de aandacht te brengen.
Belangrijkste bedreigingen 1. Onzekerheid door VWS beleid en financiële middelen via gemeenten. 2. Toename concurrentie andere sporten, ongeorganiseerde sport, commerciële sport en andere vrijetijdsbesteding 3. Terugloop deelname georganiseerde sport (vanaf 13 jaar) en vergrijzing bevolking. 4. Toenemende individualisering en grillig consumentengedrag. 5. Terugloop aantal vrijwilligers en bereidheid vrijwilligerswerk te doen. 6. De traditionele vereniging is niet de vitale vereniging van de toekomst (voorziet niet in de behoefte van de leden)
4.1.7 Strategie Vanuit de SWOT breedtesportanalyse is tijdens diverse interne bijeenkomsten een confrontatiematrix uitgewerkt (zie bijlage 7), waarbij sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen met elkaar in verband zijn gebracht. Dit heeft dit geleid tot de volgende strategische keuzes: • De overheidssubsidies voor de sport lopen steeds meer via gemeenten (Impuls Combinatiefuncties / Buurtsportcoaches) en lokale sportaanbieders, waaronder verenigingen (Sportimpuls). Met de afbouw van landelijke middelen voor bonden vergt dit een andere werkwijze om invloed uit te kunnen oefenen over de inzet van deze middelen. We gaan dat doen via gerichte verenigingsondersteuning c.q. productontwikkeling, geflankeerd door accountmanagement richting gemeenten, in samenspel met de Nederlandse Basketbalbond. Doel is verenigingen met potentie maximaal te laten profiteren van lokaal beschikbare middelen. De Sportimpuls is voor onze leden primair inzetbaar voor BeeBall, G-honkbal en aangepaste softbalvorm voor onderwijs en ouderen. We gaan verenigingen ondersteunen bij het opstellen van kansrijke aanvragen en het leggen van de link naar Buurtsportcoaches. • Succes gaan we uitbouwen: het BeeBall heeft gezorgd voor ledenaanwas. We gaan BeeBall verder uitrollen, met de ambitie dat ieder kind tijdens zijn of haar basisschoolperiode kennis maakt met de honkbal- en softbalsport en de groei (aan de onderkant) zich verder doorzet. • Door de vergrijzing en het overheidsbeleid richting gezondheidsbevordering en vitaal leven zijn er steeds meer mensen vanaf 35 jaar die - alsnog of opnieuw - willen gaan sporten. De KNBSB gaat voor deze doelgroep een 8
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
nieuw spelaanbod implementeren, gesegmenteerd naar verschillende doelgroepen, zodat de verenigingen een breder sportaanbod hebben, waardoor meer leden voor de sport behouden blijven of (opnieuw) worden aangetrokken. • De competitiedeelname kan omhoog als het aanbod beter wordt afgestemd op de sporter. Met name in de leeftijd vanaf 13 jaar is er sprake van een terugloop. De KNBSB wil via aanpassingen in de jeugdreglementen en een nieuw sportaanbod voor 13 t/m 15 jarigen deze terugloop ombuigen. Voor jeugdsoftbal wordt er aandacht besteed aan een makkelijker te spelen spelvorm voor jeugd t/m 18 jaar, die ook aangeboden gaat worden in het voortgezet onderwijs, en zorgt voor aansluiting tussen softbal bij de vereniging en softbal op school. We ronden het jeugdplan voor verenigingen zo snel mogelijk af, met daarin aandachtspunten van iedere ontwikkelingsfase, gekoppeld aan reglementen en trainingsvormen. • Het aantal vrijwilligers loopt terug en daarmee ook de kwaliteit van het kader. De bond gaat haar (gedocumenteerde) kennis inzetten om het sporttechnische en arbitrerend kader bij verenigingen te ontwikkelen. We gaan verenigingen ondersteunen bij de werving, scholing en het behoud van vrijwillig kader. Ten aanzien van sporttechnisch- en arbitrerend kader gaat de bond onderzoeken of een licentiebeleid geschikt is als kwaliteitsinstrument. • We hebben nog wel wat te doen: het aantal leden bij verenigingen loopt terug en het aantal verenigingen bij de bond neemt jaarlijks af. Verenigingen hebben moeite het hoofd boven water te houden. We gaan hen helpen door middel van verenigingsondersteuning en de samenwerking tussen verenigingen onderling te stimuleren. Voor deze ondersteuning doen we een beroep op Sportservice, in alle provincies aanwezig. Zij zetten hun expertise en capaciteit op het gebied van verenigingsondersteuning in onder regie van de KNBSB. • Om efficiënter gebruik te maken van de beschikbare personele capaciteit is meer aandacht nodig voor personeelsbeleid, competentieontwikkeling en een verhoogde inzet van vrijwilligers en stagiaires. • Verenigingen hebben behoefte aan meer en betere communicatie vanuit het bondsbureau. We gaan de KNBSB website inrichten op verenigingen, met als belangrijkste speerpunten verenigingsondersteuning en kader. Verder gaan we meer gebruik maken van Social Media. Dit hulpmiddel heeft het grootste bereik bij de jeugd. • De KNBSB kan nog veel meer winst halen uit het verbinden van honkbal en softbal. Beide sporten kunnen elkaar zowel inhoudelijk als organisatorisch versterken. Op verenigingsniveau zorgt de aanwezigheid van zowel honkbal als softbal voor een variatie en sfeer die de jeugd kan binden aan de vereniging. Door de mix van jongens en meisjes kan de vereniging ook meer functies vervullen dan enkel sportleverancier. • De KNBSB moet aandacht besteden aan haar basis om vitaal te blijven. Een verdergaande samenwerking met de Nederlandse Basketbalbond (NBB) om meer inzet mogelijk te maken op breedtesportbeleid en facilitaire voorzieningen te delen. Verder zijn een verbeterde relatie met de eigen verenigingen, gerichte verenigingsondersteuning en een goede communicatie nodig. • Meer samenwerking: verenigingen moeten een (meer) externe focus ontwikkelen om vanuit samenwerking met de gemeente, het onderwijs en wijkinstellingen hun aanbod te verbeteren. Deze partners hebben producten, diensten en expertise beschikbaar die de verenigingen helpen zich te versterken. Dit vergt wel de beschikbaarheid van een ‘eigen’ accommodatie bij de verenigingen. De KNBSB moet hierin proactief een stimulerende rol gaan spelen richting gemeenten en andere lokale actoren.
9
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
4.2 Sportaanbod De KNBSB stelt zich tot doel het sportaanbod nadrukkelijker af te stemmen op de wensen en behoeften van de deelnemer. Een doelgroepgerichte benadering van het sportaanbod zorgt ervoor dat meedoen aantrekkelijker wordt en de inzetbaarheid als (vrijwillig) kader vergroot. Oftewel lid worden en lid blijven met een levenslange verbintenis aan onze sport (‘Active for Life’). Voorwaarde om met succes een aanbod op maat te creëren is allereerst kennis van het ledenbestand. Ook is er inzicht vereist in de wensen en behoeften van de doelgroepen. We hebben op basis van leeftijdsfasen, karakteristieken en de mogelijke bijdrage aan de vereniging, een doelgroepen differentiatie gemaakt. Het resultaat is een variëteit aan doelgroepen die verschillen in reglementering, organisatievorm (frequentie, dag en accommodatie) en lidmaatschap (per deelname, individueel of als team). Het vernieuwde aanbod wordt via specifieke bedieningsconcepten aangeboden, waardoor we deelnemers meer kunnen bieden, binden en betrekken bij de vereniging. Het aanbod wordt afgestemd op: • • •
Loopbaan sporter Doelgroepen en drijfveren Optimale randvoorwaarden (spelvorm, organisatievorm, kader en accommodatie)
4.2.1 Jeugd De KNBSB heeft 9.062 jeugdleden. Er is een lichte terugloop van 398 jeugdleden (-4,2%) t.o.v. 2008. De implementatie van BeeBall heeft de laatste twee jaar gezorgd voor een groei van 1.169 leden bij de jongste jeugd. Daarnaast zien we bij de overgang naar de pupillen bij de honkbal (-34,5%) en softbal (-10,2%) een opmerkelijke daling. Deze daling zet zich voort bij de aspiranten, met name in het softbal (-16,3%) en in de juniorenleeftijd. De groep kinderen die BeeBall spelen is groter dan in onderstaand overzicht genoemd (2.135), omdat de kinderen niet altijd door de verenigingen worden opgegeven. Het aantal van deze zogenaamde ‘schijnleden’ is onbekend. Er is nog een groeimogelijkheid bij deze groep, omdat op dit moment slechts 92 van de 174 verenigingen met geregistreerde teams BeeBall spelen: 69 Rookie League en 89 Major League. Zoals er schijnleden zijn, vermoeden we dat er ook niet geregistreerde BeeBall teams zijn die niet aan spelreeksen deelnemen, maar onderlinge wedstrijdjes en toernooien spelen. Ook hier gaan we ons op richten, zodat ook dit aanbod in KNBSB verband plaatsvindt.
STAND PER 1 NOVEMBER 2012 Honkbal 16-18 jarigen
2011
+/-
2010
+/-
2009
+/-
2008
-205
1.472
30
1.442
-66
1.508
-117
1.625
-52
1.677
-74
507
-66
573
-8
581
-28
609
28
581
Herensoftbal
-72,7 %
-8
3
-7
10
-4
14
1
13
2
11
-12,6 %
-287
1.982
-43
2.025
-78
2.103
-144
2.247
-22
2.269
Honkbal
-6,8 %
-156
2.122
68
2.054
-22
2.076
-38
2.114
-164
2.278
Damessoftbal
-16,3 %
-108
554
27
527
-31
558
-8
566
-96
662
Herensoftbal
200 %
2
3
-1
4
1
3
0
3
2
1
-8,9 %
-262
2.679
94
2.585
-52
2.637
-46
2.683
-258
2.941
Honkbal
-34,5 %
-963
1.825
-275
2.100
-564
2.664
-144
2.808
20
2.788
Damessoftbal
-10,2 %
-50
441
-1
442
-53
495
8
487
-4
491
Herensoftbal
-100 %
-5
0
-1
1
0
1
-4
5
0
5
-31 %
-1.018
2.266
-277
2.543
-617
3.160
-140
3.300
16
3.284
Jongens 4-8 jarigen
107 %
897
1.739
144
1.595
383
1.212
326
886
44
842
Meisjes 4-7 jarigen
219 %
272
396
124
121 %
1169
2.135
-4,2 %
-398
9.062
subtotaal Totaal
+/-
-12 %
subtotaal BEEBALL
2012
-12,7 %
subtotaal
9-12 jarigen
2012 t.o.v. 2008
Damessoftbal subtotaal
13-15 jarigen
% sinds 2008
10
5 149 -77
391
195
196
73
123
-1
1.986
578
1.408
399
1.009
43
966
9.139
-169
9.308
69
9.239
-221
9.460
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
Boeien van 5 t/m 10 jarigen (jongens en meisjes) De KNBSB heeft in de afgelopen beleidsperiode het nieuwe spelconcept BeeBall ontwikkeld en geïmplementeerd. Het ontwikkelde spelconcept, volgens het ‘Long Term Atlete Development’ model, bestaat uit technische beschrijvingen en oefenstof voor verenigingen en onderwijs, (digitaal) promotiemateriaal, aangepast spelmateriaal en een cursus voor beginnende trainers (ouders). Tijdens de implementatie heeft de bond samen met de verenigingen ruim 20.000 kinderen in het basisonderwijs kennis laten maken met onze sporten. De jeugd vormt de basis van de bond. Het werven van jeugdspelers is daarom belangrijk. Hierbij dient aangetekend te zijn dat minder meisjes dan jongens gaan BeeBallen. Bij de werving van nieuwe leden zal daaraan extra aandacht worden besteed. De KNBSB zet zich in voor een samenwerking met onderwijs om jongeren kennis te laten maken met honkbal en softbal en de jeugd te stimuleren zich aan te sluiten bij een honkbal- en softbalvereniging. Het is belangrijk dat kinderen op de basisschool vanaf groep 3 kennismaken met sport en hun sportloopbaan starten. De verenigingen kunnen via de basisscholen grote groepen met kinderen bereiken. Dat geldt ook voor kinderen die van nature niet geïnteresseerd zijn of vanuit hun ouders worden gestimuleerd of vanwege sociaaleconomische redenen niet kunnen sporten. We hebben op het gebied van jeugd de volgende ambities: • Ieder kind krijgt de mogelijkheid de motorische vaardigheden te ontwikkelen (waaronder gooien) voor een leven lang plezier in (onze) sport(en), maar ook als noodzakelijke basis voor talentontwikkelingsprogramma’s. • Ieder kind tijdens zijn basisschoolperiode kennis laten maken met de honkbal- en softbalsport. • Het samenwerken door verenigingen met buurtinstellingen bevorderen om te komen tot een naschools aanbod in de wijk. • Het verzorgen van sportaanbod in de wijk, eigen leefomgeving, door (voldoende) gekwalificeerd kader van de verenigingen. Binden 13 t/m 18 jarigen (jongeren) De KNBSB is gestart met het uitwerken van een spelconcept voor 13 t/m 18 jarigen. Het streven is zo snel mogelijk over te kunnen gaan naar lancering en implementatie. Bij de overstap naar het voortgezet onderwijs verliezen groepen kinderen hun binding met onze sporten. Ze komen in een levensfase (puberteit) waarin hun prioriteiten veranderen en het reguliere aanbod van trainen en wedstrijden niet meer past in hun tijdschema. De uitstroom van kinderen in de leeftijdsgroep van 13 t/m 18 jarigen is groot. Leerlingen in het VMBO en MBO sporten het minst en stoppen het vaakst. Door onze sporten aan te bieden op school en jongeren te betrekken bij het ontwikkelen van nieuw aanbod dat past bij hun wensen en behoeften, kunnen we de groep jongeren die stopt met sport halveren. Daarvoor zijn wel voldoende en goed bereikbare sportaccommodaties nodig. 2013-2016 Ambitie: De KNBSB gaat de terugloop bij de jeugd ombuigen naar ledenwinst. Doel: De KNBSB gaat de ledengroei in 2016 realiseren door een ledengroei bij 5 t/m 10 jarigen, waarvan minimaal 30% meisjes, en de uitstroom van het aantal leden in de leeftijdscategorie 10-18 jarigen met 30% af te laten nemen. Activiteiten: • Competitieaanbod en -reglementen aanpassen aan de behoefte van de leden in de leeftijd <18 jaar met een prioriteit bij honkbalpupillen en softbaljeugd • Jaarlijks sportaanbod evalueren en doelgroepen monitoren, zodat speelvorm en speelreeks blijven aansluiten bij de veranderende behoefte van de jeugd en de wensen van verenigingen • In 2015 en 2016 wordt, in samenspraak met doelgroep, een nieuw spelconcept voor 13 t/m 18 jarigen ontwikkeld en geïmplementeerd • Aanbieden kennismakingslessen op basisscholen en naschools (in de wijk) door kader van de verenigingen • Ontwikkelen nieuw softbalaanbod voor het Voortgezet Onderwijs, dat aansluit bij het verenigingssoftbal • Het aanbod voor onderwijs via scholingsdagen aanbieden aan buurtsportcoaches en vakleerkrachten in BO en VO • Aanbieden van sportgerelateerde winteractiviteiten • Aanbieden van additionele activiteiten door de vereniging (ouder/kind- en familieactiviteiten) • Inventarisatie uitstroommotieven door middel van exitgesprekken verenigingen • Verbeterde registratie van deelname aan onze sporten (tegengaan van schijnleden) • Zie verder activiteiten genoemd bij verenigingsondersteuning, kader en accommodatie
11
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
4.2.2 G-honkbal De KNBSB is in 2010 gestart met het aanbod G-honkbal voor mensen met een beperking. In 2012 wordt de sport door 20 honkbal- en softbalverenigingen aangeboden. Deze teams nemen deel aan activiteiten en wedstrijden die in onderling overleg door de verenigingen, ondersteund door de bond, worden georganiseerd. De belangrijkste redenen en knelpunten om niet te sporten voor mensen met een beperking zijn persoonlijke en organisatorische factoren (zoals vervoer). Ook het geringe sportaanbod in de directe omgeving wordt zowel door mensen met een fysieke als een verstandelijke handicap als een knelpunt ervaren. Goede lokale samenwerking tussen vereniging en zorginstellingen, een aangepast sportaanbod en meer bekendheid voor de doelgroepen is essentieel om de deelname van mensen met een beperking binnen de honkbal- en softbalsport te verhogen. 2013-2016 Ambitie: De KNBSB wil het aantal bij de bond geregistreerde gehandicapte sporters bij honkbal- en softbalverenigingen verhogen Doel: In 2016 wordt er door 20% van de honkbal- en softbalverenigingen G-honkbal aangeboden Activiteiten: • Vereniging, speciaal onderwijs en zorginstellingen met elkaar in contact brengen, zodat vraag en aanbod wordt samengebracht • Het ondersteunen van verenigingen bij het werven en behouden van sporters met een beperking • Het opleiden van bestuurlijk - en sporttechnisch kader • Het organiseren van een wedstrijdenreeks • Het opzetten van informatievoorzieningen voor de doelgroep
4.2.3
Senioren
De KNBSB heeft 11.021 seniorenleden; verdeeld over topsport, wedstrijdsport en recreatiesport. Het ledenverloop is een verlies van 371 leden (-3,3%) met een groot verloop bij het herensoftbal (-9,3%). Bij de recreanten zien we een toename van 68 geregistreerde leden (9,8 %). Dit is een doelgroep waar nog vele kansen zijn te benutten. De bond kent bij deze doelgroep deelnemers die als recreant spelen, maar niet staan geregistreerd als bondslid (kan ook dubbellid zijn). Het aantal van deze zogenaamde ‘schijnleden’ is onbekend. Noot: Het aantal leden gedeeld door het aantal teams is 8,4 spelers per team. % sinds 2008
2012 t.o.v. 2008
2012
> 18 jaar
-61
4.310
-74
4.384
-73
4.457
11
4.446
75
4.371
Dubbel: HB + HSB
25
548
-50
598
73
525
32
493
-30
523
Dubbel: HB + DSB
11
32
10
22
-9
31
-3
34
13
21
-25
4.890
-114
5.004
-9
5.013
40
4.973
58
4.915
-171
2.874
8
2.866
-110
2.976
-92
3.068
23
3.045
STAND PER NOVEMBER
HONKBAL
subtotaal
-0,5 %
> 18 jaar DAMES SOFTBAL
Dubbel: HB + DSB subtotaal
-5,2 %
> 18 jaar HEREN SOFTBAL
Dubbel: HB + HSB
+/-
2010
+/-
2009
+/-
2008
11
32
10
22
-9
31
-3
34
13
21
-160
2.906
18
2.888
-119
3.007
-95
3.102
36
3.066
-279
1.916
-100
2.016
-104
2.120
-29
2.149
-46
2.195
25
548
-50
598
73
525
32
493
-30
523
2.464
-150
2.614
-31
2.645
3
2.642
-76
2.718
heren
6
501
-9
510
37
473
8
465
-30
495
dames
62
260
-12
272
23
249
41
208
10
198
subtotaal Totaal
2011
-254
subtotaal RECREANTEN
+/-
-9,3 %
9,8 %
68
761
-21
782
60
722
49
673
-20
693
-3,3 %
-371
11.021
-267
11.288
-99
11.387
-3
11.390
-2
11.392
12
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
Jonge ouders De ouders van jeugdleden, jong volwassenen (25-45 jaar), komen vaak zelf niet meer aan sporten toe. In deze doelgroep vinden veel veranderingen plaats die van invloed zijn op de sportdeelname, zoals verhuizen, samenwonen, een nieuwe baan, kinderen. Met name de combinatie van werk en jonge kinderen zorgt voor verminderde tijd. Er is een structureel lagere sportdeelname onder ouders met jonge kinderen onder de 6 jaar. Boeien en binden 35 t/m 65 jarigen De KNBSB gaat in 2013-2014 Slowpitch in de markt zetten. De doelgroep bestaat uit mensen vanaf 35 jaar, die meer vrije tijd krijgen en weer of meer willen gaan sporten. Op dit moment sport nog maar een klein percentage 35 plussers binnen de georganiseerde sport. Het huidige aanbod van de KNBSB voor deze leeftijdsgroep bestaat uit de reguliere (softbal)competitie of recreantencompetitie. Geregistreerde recreanten zijn voor 2/3 heren en voor 1/3 dames. 2013-2016 Ambitie: De KNBSB gaat de terugloop bij de senioren ombuigen naar ledenwinst. Doel: KNBSB gaat de ledengroei in 2016 realiseren door een ledengroei bij het recreatieve aanbod voor 35+ en de uitstroom van het aantal seniorenleden in de wedstrijdsport met 30% af te laten nemen. Activiteiten: • Competitieaanbod en reglementen aanpassen aan de behoefte van de leden in de leeftijd >18 jaar met een prioriteit bij dames- en herensoftbal • Jaarlijks sportaanbod evalueren en doelgroep monitoren, zodat speelvorm en speelreeks blijven aansluiten bij de veranderende behoefte van senioren en wensen van verenigingen • In 2013 en 2014 wordt het sportaanbod Slowpitch ontwikkeld en geïmplementeerd • Aanbieden van additionele activiteit door de vereniging • Het aanbod uitbreiden met bedrijfsport • Ontwikkelen nieuw softbalaanbod voor het Voortgezet Onderwijs, dat aansluit bij het verenigingssoftbal • Zie activiteit bij verenigingsondersteuning, kader en accommodatie
4.2.4 Competitie De KNBSB organiseert in de periode april tot en met half oktober elke week gemiddeld 625 wedstrijden voor 174 verenigingen in de breedtesport. Deze wedstrijden worden gedifferentieerd aangeboden: Honkbal, damessoftbal en herensoftbal Recreatiesport (BeeBall en Recreanten) en Wedstrijdsport Pupillen, aspiranten, junioren en senioren De KNBSB heeft in 2011 en 2012 via bijeenkomsten, met afgevaardigden van verenigingen, werkgroepen en tijdens clusterbijeenkomsten de huidige en gewenste situatie besproken. Dit heeft ten aanzien van de competitie de volgende kritische punten opgeleverd: De verenigingen willen een consistente competitie met eenvoudige regulering, vast speelmoment , korte reistijd (regiogebonden competities), korte wedstrijdvoorbereiding en korte speeltijden. De verenigingen willen dat het speelmoment wordt afgestemd op de doelgroep: jongste jeugd op zaterdag en junioren en senioren op zondag of een doordeweekse avond. De verenigingen willen dat de bond, in samenspraak met de verenigingen, flexibeler omgaat met de wensen van de verenigingen. De verenigingen hebben behoefte aan nieuwe toegankelijke spelvormen, voor bestaande en nieuwe doelgroepen, die inspelen op de leeftijdskenmerken en behoefte van de doelgroep (maatwerk). Het boeien van de jeugd als speler en het binden (beperken uitstroom) van junioren en senioren als speler of vrijwilliger. De verenigingen willen een langer (speel)seizoen, aangepaste spelvormen voor in de zaal (winterstop) en meer niet sportgerelateerde activiteiten. Het accent moet liggen bij speelplezier, gezelligheid en teamsfeer. De verenigingen vinden dat het imago van SOFTbal moet veranderen. Mogelijk helpt de naamsverandering naar ‘Fastpitch’. Men wil nieuwe spelvormen, waarbij ook ruimte is voor heren en jongens om deel te nemen. 13
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
2013-2016 Ambitie: De KNBSB biedt elke sporter een kwalitatief goede, uitdagende en passende wedstrijdvorm, waarbij kan worden deelgenomen aan wedstrijden op eigen niveau of ambitie. Doel: Een competitie die aansluit bij de steeds veranderende behoeften van (potentiële) leden en wensen van verenigingen. Activiteiten: • Competitieaanbod (en -reglementen) aanpassen aan de behoefte van (potentiële) leden. Het softbal heeft daarin de hoogste prioriteit. • De bond gaat in samenspraak met haar leden flexibel om met de wensen van verenigingen • Meer uniformiteit bij de competitieleiders bij het behandelen van verenigingswensen en competitiemaatregelen • De bond stimuleert verenigingen de recreatieve vormen BeeBall en Recreanten binnen de eigen vereniging te organiseren • Jaarlijks sportaanbod met (een vertegenwoordiging van) de verenigingen evalueren en doelgroepen monitoren • Piekmomenten in alle klassen organiseren d.m.v. periodekampioenen, play-offs en (eind)toernooien • Het leiden van wedstrijden door gekwalificeerd kader (licentiebeleid)
4.2.5 Accommodatieontwikkeling De fysieke locatie om te sporten is - naast sportaanbod en kader - één van de drie pijlers van de driehoek om sport aan te laten sluiten bij de behoefte van de (potentiële) sporter. Honkbal- en softbalverenigingen beschikken over een ‘eigen’ accommodatie. Dit is een voorsprong ten opzichte van andere takken van sport, met name binnensporten. We gaan hier de komende jaren meer gebruik van maken. Verenigingen hebben immers zelf zeggenschap of inspraak over het gebruik van de accommodatie. Dit voordeel kan nog beter worden aangewend om te komen tot ledengroei. De primaire vraag is of verenigingen over voldoende ruimte en voorzieningen (o.a. licht) beschikken om de beoogde ledengroei van gemiddeld zeventien leden per vereniging te kunnen realiseren. Er zijn verenigingen die op dit moment al een capaciteitsprobleem hebben op doordeweekse avonden. De KNBSB heeft een terreincommissie die verenigingen informeert en adviseert ten zien van accommodatie(ontwikkeling): aanleg, onderhoud en vervanging van de accommodatie. Tevens treedt de commissie op als intermediair tijdens gesprekken met gemeenten. De accommodatie, met name het clubhuis, is een ontmoetingsplek die voor meerdere doeleinden kan worden ingezet en per doelgroep andere eisen stelt. Te denken valt aan huiswerkbegeleiding, buitenschoolse opvang en uitvalsbasis voor andere sporten (zoals hardlooptrainingen voor ouders). Een vereniging kan hierop inspelen door het aanbieden van een breder aanbod voor eigen leden, vanuit samenwerkingsverbanden met gemeente, onderwijs, lokaal bedrijfsleven en andere verenigingen / sporten. Het clubhuis van onze verenigingen is maatschappelijk goud waard! In Den Haag wordt de sportkantine gezien als ‘het buurthuis van de toekomst’. Een clubhuis dat zeven dagen per week is geopend voor leden en buurtbewoners, het kloppend hart van de wijk, met inzet van vrijwilligers, buurtsportcoaches en maatschappelijke stages. Wij gaan onze leden helpen de sociale functie van hun clubhuis (verder) te ontwikkelen. 2013-2016 Ambitie: De KNBSB gaat samen met verenigingen en gemeenten een benaderingswijze ontwikkelen voor het optimaal gebruik maken van de ‘eigen’ accommodatie als ontmoetingsplek. Doel: De KNBSB heeft in 2016 een accommodatiebeleid dat inspeelt op de ontwikkeling als vitale vereniging, waarmee het bestaansrecht van de vereniging wordt vergroot. Activiteiten: • Het inventariseren en beoordelen van de honkbal- en softbalaccommodaties • Behoefteprognose en landelijk spreidingsplan laten opstellen op basis van groeidoelstellingen KNBSB • Visieontwikkeling multifunctioneel gebruik honkbal- en softbalaccommodaties • Het ontwikkelen van een proactief accommodatiebeleid in samenspraak met verenigingen en gemeenten • Verenigingen ondersteunen bij het realiseren van voldoende en kwalitatief hoogwaardige accommodaties met extra voorzieningen die aansluiten bij de diverse doelgroepen van het breedtesportbeleid • Het openstellen en exploiteren van de eigen accommodatie voor samenwerkingsverbanden op basis van lokale allianties en innovatieve exploitatie- en verdienmodellen
14
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
4.3 Verenigingsondersteuning Het beleid in de jaren 2009-2012 is gericht geweest op het verbeteren van verenigingsondersteuning door het verder ontwikkelen van de clusterstructuur, waardoor verenigingen met elkaar in contact konden komen en onderling gaan samenwerken. Ter ondersteuning van dit proces zijn door de KNBSB clusterondersteuners aangesteld die op vrijwillige basis de bond in de clusters vertegenwoordigen. Als het gaat om de uitvoering van sporttechnische activiteiten in het cluster hebben de Baseball Academies voor het honkbal veel activiteiten georganiseerd; o.a. winterscholen en trainingsdagen. De opbouw van deze clusters vraagt ook komende jaren nog de nodige aandacht. In twee clusters is men zeer actief en worden er veel (extra) activiteiten voor de (leden van) verenigingen georganiseerd. In een derde cluster wordt veel aandacht besteed aan honkbalactiviteiten. In de overige clusters zijn de verenigingen kleiner van omvang en (mede daardoor) vaak nog te intern gericht, waardoor men niet tot gezamenlijkheid komt. Daar is eerst maatwerk ondersteuning nodig. Vitale vereniging De KNBSB gaat inzetten op verenigingsondersteuning om te komen tot (meer) vitale verenigingen. De traditionele honkbal- en softbalvereniging redeneert vanuit de kernactiviteit honkbal en/of softbal. Een vitale vereniging is ondernemend, kijkt waar kansen en mogelijkheden liggen om het bestaansrecht te vergroten, zowel binnen als buiten de eigen tak van sport. Een vitale vereniging is maatschappelijk betrokken, heeft een uitstekende relatie met de gemeente, denkt in versterking door samenwerking en maakt goed gebruik van de ‘eigen’ accommodatie. Vitale verenigingen creëren via hun accommodatie aantrekkelijke, sociale en veilige ontmoetingsplaatsen voor iedere doelgroep, goed bereikbaar voor leden en wijkbewoners. Zij weten sporters en vrijwilligers aan zich te binden door een passend sportaanbod en de inzet van voldoende gekwalificeerd kader. Communicatie Een belangrijk onderdeel is de interactie van de bond met verenigingen en leden, inclusief een goede informatievoorziening. De communicatie vanuit de KNBSB zal worden verbeterd door persoonlijk met verenigingen te communiceren en daartoe ook ontmoetingsmomenten te organiseren. Bijvoorbeeld een KNBSB congres, bondsraden, clusterbijeenkomsten en specifieke activiteiten. Verder gaan we de opzet en het gebruik van de huidige communicatiemiddelen, de website en de elektronische nieuwsbrief, verbeteren. Tevens gaan we Sociale Media (beter) inzetten als volwaardig communicatiemiddel en marketinginstrument. Aangezien elke doelgroep zijn eigen voorkeur en behoefte heeft, zal de keuze van communicatiemiddelen worden afgestemd op de verschillende doelgroepen. De informatievoorziening (t.a.v. activiteitenaanbod) aan de leden kan worden verbeterd door rechtstreeks met alle leden te gaan communiceren. Accountmanager De inzet van vrijwilligers (‘clusterondersteuners’) richting verenigingen is te instabiel gebleken en vergt een andere aanpak. We houden wel vast aan een clusterstructuur met samenwerkende verenigingen, zeker ten aanzien van de communicatie met verenigingen. De KNBSB gaat komende beleidsperiode bureaumedewerkers als accountmanagers inzetten om het ‘persoonlijke contact’ met de verenigingen te intensiveren en de clusterbijeenkomsten voor te zitten. Expertise en ondersteuningsaanbod Vanuit het accountmanagement richting verenigingen ontstaat zicht op de specifieke ondersteuningsbehoefte per (cluster van) vereniging(en). Omwille van de beperkte beschikbare middelen is segmentatie nodig. We geven prioriteit aan verenigingen die willen én kunnen, zodat er meer vitale verenigingen ontstaan. Maar ook de categorie die wel wil maar (nog) niet kan, krijgt gerichte ondersteuning. Alleen verenigingen die geen ambitie (meer) hebben, krijgen geen ondersteuning. De KNBSB heeft veel sportspecifieke expertise en producten die direct bruikbaar zijn voor verenigingen. Deze kennis gaan we delen via themabijeenkomsten en het ontwikkelen van nieuwe producten. Zo is een jeugdplan voor verenigingen in de maak, met een beschrijving per leeftijdscategorie, en er zijn technische functiebeschrijvingen beschikbaar. Voor de generieke, sporttak overstijgende vraagstukken gaat de KNBSB samenwerken met Sportservice. Zij bieden maatwerk ondersteuning bij de verdere ontwikkeling van traditionele vereniging tot ‘vitale verenigingen’.
15
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
Combinatiefuncties / Buurtsportcoaches De overheid investeert via het subsidieprogramma ‘Sport en Bewegen in de Buurt’ duurzaam in het versterken van sportverenigingen door samenwerking tussen sport, onderwijs en wijkinstellingen te stimuleren. Het programma financiert zowel combinatiefunctionarissen / buurtsportcoaches (via een decentrale uitkering naar gemeenten) als innovatief sportaanbod (via de Sportimpuls). Gemeenten kunnen budget ontvangen voor het aanstellen van combinatiefunctionarissen / buurtsportcoaches. De werkzaamheden van een combinatiefunctionaris of buurtsportcoach hebben als doel inactieve doelgroepen te laten sporten, en vinden plaats bij zowel de vereniging als op en rond scholen, binnen de zorg en/of in de wijk. De KNBSB streeft ernaar om zoveel mogelijk combinatiefunctionarissen / buurtsportcoaches voor haar leden lokaal beschikbaar te krijgen, bijvoorbeeld als assistent-trainer of als ondersteuner van vrijwilligers bij allerlei activiteiten. Van daaruit kunnen verenigingen ‘starters’ in deze activiteiten bereiken en aansluitend naar hun vereniging leiden. Het leggen van verbindingen tussen sport, onderwijs en welzijn past bovendien perfect binnen het beleid van de vitale honkbal- en softbalvereniging. Verenigingen kunnen als lokale sportaanbieders ook zelf een aanvraag indienen in het kader van de Sportimpuls; onder deze noemer is budget beschikbaar voor het aanjagen van nieuw, innovatief sportaanbod op lokaal niveau. In 2012 is een eerste tranche aanvragen gehonoreerd, in 2013, 2014, 2015 en 2016 volgen nog vier nieuwe tranches, waarbij elk jaar € 11 miljoen beschikbaar is. De KNBSB wil stimuleren dat zo veel mogelijk honkbal- en softbalverenigingen komende jaren een aanvraag indienen. We gaan verenigingen hierbij actief ondersteunen. 2013-2016 Ambitie: De KNBSB gaat de relatie met de vereniging(en) versterken en de verenigingen informeren, adviseren en ondersteunen in hun ontwikkeling tot een vitale vereniging. Verenigingen faciliteren immers de beoefening van onze sporten en zijn onmisbaar bij het verwezenlijken van de doelen in dit Meerjarenbeleidplan. De moderne vereniging moet uitgroeien tot een brede ontmoetingsplaats, waar iedereen zich thuis voelt. Deze vereniging profileert zich door een gevarieerd breed aanbod gericht op de kenmerken en behoefte van doelgroepen en werkt samen met de gemeente, scholen en wijk- en zorginstellingen. Doel: Het aantal vitale honkbal- en softbalverenigingen in 2016 stijgt tot 25 verenigingen, afgezet tegen een nulmeting in 2013 Activiteiten: 1. Monitoren van verenigingsontwikkeling (verenigingsscan) • In kaart brengen huidige situatie verenigingen vanuit (leden)administratie, accountmanagement en verenigingscan • Verenigingen segmenteren in grootte, aanbod en groeipotentie / vitaliteit (ontwikkelingskansen) • Vaststellen kwaliteitseisen (streefprofiel): waar kan een vereniging zich in verbeteren om vitaal te worden? • Opzetten verenigingsdatabase • Pro-actief vanuit het bondsbureau veranderingen in ledenaantallen signaleren 2. Communicatie • Communiceren met verenigingen tijdens het KNBSB congres en clusterbijeenkomsten (2x per jaar) • Ontwikkelen en onderhouden, van een op de verenigingen gerichte, gebruiksvriendelijke en informatieve website • Communiceren met verenigingen via een goed bereikbaar en klantvriendelijk bondsbureau 3. Ondersteunen bij verenigingsontwikkeling • Toegankelijk maken van (eigen) kennis, expertise en documentatie op specifieke onderwerpen • Maatwerk verenigingsondersteuning organiseren via samenwerking met Sportservice • In 2013 t/m 2016 zo veel mogelijk Sportimpuls aanvragen laten indienen door KNBSB verenigingen • Combinatiefunctionarissen / buurtsportcoaches ter beschikking krijgen voor honkbal- en softbalverenigingen • Ondersteunen bij werven van kader en het aanbieden van kaderopleidingen op ieder niveau • Stimuleren van de onderlinge samenwerking tussen verenigingen binnen de KNBSB clusters • Verenigingen ondersteunen bij optimaal / multifunctioneel gebruik van de eigen verenigingsaccommodatie • Vanuit het sportbrede NOC*NSF programma ‘Naar een veiliger sportklimaat’ tools inzetten voor onder andere bestuurders, trainers/coaches/begeleiders en scheidsrechters/officials • Het versterken van de sociale veiligheid bij verenigingen • Implementeren Jeugdplan binnen verenigingen • Initiëren programma voor zelfwerkzaamheid bij verenigingen voor leden en ouders van jeugdleden
16
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
4.4 Kader Net als alle andere sportverenigingen, drijven ook honkbal- en softbalverenigingen op vrijwilligers. Zij vormen de kracht van het verenigingsleven en verdienen aandacht en waardering. Meer dan ooit: er is sprake van een toenemende druk op vrijwilligers, onder andere door complexe wet- en regelgeving, en tegelijkertijd daalt de bereidheid van nieuwe generaties om langdurig vrijwilligerswerk te verrichten. Onze verenigingen moeten hiermee om leren gaan. Immers, voldoende, kwalitatief deskundig kader bepaalt het presteren van onze verenigingen. Tijdens de clusterbijeenkomsten is gebleken dat de meeste verenigingen kampen met een tekort aan vrijwilligers, als gevolg van onder meer tijdgebrek, een onevenwichtige ledenopbouw en een beperkte bereidheid bij leden/ouders. De werving van vrijwilligers is en blijft één van de belangrijkste aandachtsgebieden. Wanneer de KNBSB het ledental wil uitbreiden moeten verenigingen in staat zijn de (jeugd)leden op een goede manier te trainen, te coachen en te begeleiden. De kwaliteit van het sportaanbod wordt in hoge mate bepaald door de kwaliteit van het kader. Goed kader is dus, naast sportaanbod en accommodaties, de sleutel naar verantwoord en plezierig sporten. We gaan inzetten op voldoende en gekwalificeerd sporttechnisch kader, inclusief gekwalificeerde umpires, die functioneren binnen een sociaal veilige sportomgeving met competente sportbestuurders. Onze groeidoelstellingen realiseren vergt meer sporttechnisch, arbitrerend en bestuurlijk kader. Naast werving van nieuw kader is het van belang dat het verloop (binnen de huidige groep) wordt beperkt. De cultuur binnen het honkbal en softbal kent geen ‘verplichting’ voor leden om naast de eigen sportbeoefening iets te doen voor hun vereniging; het trainen van de jongste jeugd, het begeleiden van wedstrijden, kantinedienst, enz. Wij gaan samen met verenigingen werken aan een cultuur waarin vrijwilligerswerk binnen de eigen vereniging een vanzelfsprekendheid wordt. Waarin het een gunst of eer is voor (jeugd)leden, ouders en zelfs omwonenden om een taak te hebben binnen het verenigingsleven. Vrijwilligers worden gewaardeerd voor hun inzet, en kunnen zichzelf ontwikkelen in de vereniging. Besturen staan voor de uitdaging voldoende goede vrijwilligers te vinden en deze ook nog eens zo te begeleiden dat ze langdurig waardevol zijn voor de vereniging. De KNBSB biedt - samen met Sportservice - ondersteuning bij het werven, behouden en opleiden van vrijwilligers. De meeste verenigingen hebben een onevenwichtige opbouw van het ledenbestand met relatief weinig senioren, waardoor er minder draagvlak is voor vrijwillig kader. Voor deze verenigingen vormen vooral de ouders van jeugdleden een interessante groep om te betrekken bij het verenigingsleven. Deze groep kan een belangrijke bijdrage leveren aan het vergroten van de groep kader, het verhogen van de kwaliteit van het kader en het vergroten van het netwerk, zodat de kansen op sponsoring toenemen. 2013-2016 Ambitie: Elke vereniging beschikt over kwantitatief en kwalitatief voldoende vrijwilligers. Doel: De KNBSB groeit door naar 30.000 leden in 2024. Activiteiten: • Verenigingen ondersteunen in het opzetten van een succesvol wervingsbeleid voor vrijwilligers • Stimuleren dat er bij verenigingen een vrijwilligerscoördinator wordt aangesteld • Gericht werven van vrijwilligers door verenigingen d.m.v. het in beeld brengen van het ledenbestand Wat voor werk doen de leden dan wel hun ouders? En welke taken passen bij deze potentiële vrijwilligers? • Vrijwilligersfuncties laagdrempelig maken door deelprojecten te beschrijven, zodat mensen niet vastzitten aan eindeloze taken, maar kleinere klussen krijgen met een vast begin en eind, in samenwerking met anderen • Kaderfuncties aantrekkelijk maken voor jongeren, zodat ze behouden blijven voor onze sporten • Combinatiefunctionarissen / buurtsportcoaches ter beschikking krijgen voor honkbal- en softbalverenigingen, die de vereniging kunnen helpen een gericht vrijwilligersbeleid op te zetten • Stimuleren van de onderlinge samenwerking op het gebied van vrijwilligers tussen verenigingen binnen een cluster
4.4.1 Bestuurlijk kader Evaluatiegesprekken met verenigingen, maar ook landelijk onderzoek zoals de verenigingsmonitor door het Mulier Instituut toont keer op keer aan dat bestuurders het verschil (kunnen) maken. Hockeyverenigingen functioneren zowel binnen hun kerntaken als op maatschappelijk vlak vaak uitstekend, omdat de kwaliteit van het bestuurlijk kader in het hockey hoog ligt. Onze sporten kennen een andere, heel eigen cultuur en geschiedenis. De diversiteit van onze achterban biedt een rijke voedingsbodem voor bestuurlijk talent. Een goede begeleiding en 17
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
ondersteuning zijn daarbij wel noodzakelijk. Hoe verhogen we de kwaliteit van het bestuurlijk kader in het honkbal en softbal? 2013-2016 Ambitie: Verenigingen binnen onze sporten worden geleid door competente bestuurders. Doel: De KNBSB groeit door naar 30.000 leden in 2024. Activiteiten: • Vanuit het accountmanagement verenigingen, in samenspel met Sportservice, individueel en op maat ondersteunen bij het werven en versterken van het benodigde bestuurlijk kader • Clusterbijeenkomsten inzetten voor gerichte competentieontwikkeling van bestuurlijk kader • Combinatiefunctionarissen / buurtsportcoaches ter beschikking krijgen voor honkbal- en softbalverenigingen, zodat specifieke bestuurlijke taken (bijv. jeugdbeleid) kunnen worden verlicht / ondersteund • Stimuleren van de onderlinge samenwerking tussen verenigingsbestuurders binnen de clusters • Verenigingen bewust maken van de eigen strategische cyclus: het belang van het opstellen van beleidsplannen, de bijbehorende doelen en het realiseren hiervan (planning) • Vanuit het sportbrede NOC*NSF programma ‘Naar een veiliger sportklimaat’ tools inzetten voor bestuurders
4.4.2 Sporttechnisch kader en wedstrijdofficials De KNBSB werkt met een volledig aanbod van competentiegerichte kaderopleidingen volgens de Kwalificatiestructuur Sport. De verantwoordelijkheid bij de huidige cursusopzet ligt bij de cursist, die in zijn eigen tempo de benodigde leerstof tot zich neemt en praktijkopdrachten doet die hij of zij nodig heeft. De cursus wordt afgesloten met een ‘Proeve van Bekwaamheid’ in de praktijksituatie. We zijn in 2007 gestart met het geven van de eerste competentiegerichte cursus. In de afgelopen vijf jaar zijn er jaarlijks cursussen georganiseerd voor (assistent) trainer/coaches in de wedstrijdsport (TC2 en TC3) en topsport (TC4). Opvallend is dat het aantal geslaagden, binnen de ingeschatte cursusperiode, ten opzicht van het aantal deelnemers laag is. Dit geldt met name voor de TC2 cursus. De verenigingen geven aan onvoldoende geïnformeerd te zijn over de opleidingsstructuur en de rol van de verenigingen als stageplaats. Daarnaast is sprake van een tekort aan leercoaches (taak KNBSB) en praktijkbegeleiders (taak vereniging). Dit gaat ten koste van de individuele begeleiding. Van andere bonden is bekend dat cursisten binnen de huidige, minder verplichtende systematiek, eerder afhaken. Hier wordt momenteel sportbreed beleid op ontwikkeld. Binnen de opleidingen nieuwe stijl wordt gewerkt met de ELO (Elektronische Leer Omgeving), waarbinnen de cursisten, begeleid door een leercoach, hun leerprogramma volgen. We blijven deze leeromgeving als mediatheek doorontwikkelen voor sporttechnisch kader en wedstrijdofficials. Wedstrijdofficials We streven ernaar dat alle honkballers en softbalsters vanaf 16 jaar voor 2016 een korte spelregelcursus moeten volgen en een certificaat halen. Daarna is het de taak van de vereniging om de gecertificeerde scheidsrechters, als zelfwerkzaamheid, een aantal keer per jaar in te zetten bij jeugdteams en de enthousiaste scheidsrechters in de praktijk (via begeleiding) verder te scholen of stimuleren een cursus te volgen. Verder gaan we, in afwachting van wijzigingen in de huidige competentiegerichte opleidingssystematiek (zie boven), in 2013 al wel starten met competentiegerichte kaderopleidingen voor scheidsrechters. Immers, de KNBSB heeft 150 bondsscheidsrechters voor honkbal en 60 bondsscheidsrechters voor softbal nodig, om op een verantwoorde manier te leiden. In 2012 zijn slechts 76 honkbalscheidsrechters en 34 softbalscheidsrechters beschikbaar, waardoor niet alle klassen kunnen worden voorzien van (voldoende) bondsscheidsrechters. Werving en opleiding van scheidsrechters heeft dus veel prioriteit. Mogelijk zal het Licentiebeleid in het honkbal (richting Baseball Academies en Hoofdklasse, zie volgend hoofdstuk) aan worden gescherpt met het verplicht leveren van bondsofficials. Tevens zal beleid worden ontwikkeld voor opzet en ondersteuning verenigingsarbitrage, scheidsrechters en scorers. Jaarlijks leidt de KNBSB via de Scorer Level 1 en 2 cursussen veel scorers op die zich inzetten voor de eigen vereniging. Echter het aantal bondsscorers (met Level 3 diploma en TAS opleiding), die per tweetal worden ingezet in de Hoofdklasse honkbal en - damessoftbal, bedraagt in 2012 slechts 24 personen. Dit is een te krappe bezetting en dient deze beleidsperiode te worden uitgebreid naar 30 scorers. 18
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
2013-2016 Ambitie: Bij elke training of wedstrijd is een competente trainer/coach aanwezig en elke wedstrijd wordt geleid door een competente scheidsrechter. Doel: De KNBSB groeit door naar 30.000 leden in 2024. Activiteiten: • Verenigingen stimuleren te werken met competent - dus gekwalificeerd - kader door het besef te vergroten van het belang van goed opgeleid kader • De KNBSB gaat samen met verenigingen kader opleiden, om de kwaliteit en continuïteit van de honkbal- en softbalsport te vergroten • De KNBSB gaat het kader binnen verenigingen registeren en monitoren (hoeveelheid, deskundigheid en tevredenheid) • We ondersteunen verenigingen bij het werven, behouden, motiveren en waarderen (belonen) van kader • Combinatiefunctionarissen / buurtsportcoaches ter beschikking krijgen voor honkbal- en softbalverenigingen, zodat trainers / coaches en officials bij hun taken kunnen worden verlicht / ondersteund • Er zorg voor dragen dat ieder kaderlid bij de vereniging in het bezit is van een ‘Verklaring Omtrent Gedrag’ • De bond streeft ernaar dat ieder gekwalificeerd kaderlid bij de KNBSB staat ingeschreven als niet-spelend lid • De bond gaat vanuit het NOC*NSF programma ‘Naar een veiliger sportklimaat’ tools inzetten voor kader • Naast clusterbijeenkomsten over kaderontwikkeling organiseren we ook laagdrempelige regionale themabijeenkomsten voor kader • De bond gaat samen met de verenigingen werken aan het verbeteren van het imago van de scheidsrechter • De bond gaat scheidsrechters begeleiden bij het uitoefenen van hun taak • Licentiebeleid in het honkbal, richting Baseball Academies en Hoofdklasse, aanscherpen met het verplicht leveren van bondsscheidsrechters
4.4.3 Docenten Docenten spelen een cruciale rol in het verbeteren van de kwaliteit van het kader. De KNBSB levert voor de sporttechnische opleidingen experts, leercoaches en Proeve van Bekwaamheid beoordelaars, terwijl de verenigingen verantwoordelijk zijn voor het aanstellen van een praktijkbegeleider. In 2010 heeft de KNBSB een nieuwe groep van sporttechnische docenten opgeleid en/of omgeschoold naar de nieuwe stijl. Dit moet nog gebeuren voor de wedstrijdofficials. De volgende stap is het onderhouden van de kennis van docenten via workshops. Verder moet het aantal leercoaches worden uitgebreid om meer persoonlijke aandacht aan cursisten te kunnen geven, waardoor het aantal gediplomeerden naar verwachting zal stijgen. Verenigingen spelen een belangrijke rol bij de opleidingen nieuwe stijl waarbij cursisten een deel van hun opleiding uitvoeren bij de eigen vereniging. Dit vraagt van verenigingen dat ze zich inzetten voor kaderbegeleiding en zelf de verantwoordelijkheid nemen voor het aanstellen van een praktijkbegeleider, die de cursist helpt bij het uitvoeren van praktijkopdrachten bij de eigen vereniging. Op dit moment hebben veel verenigingen geen praktijkbegeleider, waardoor er onvoldoende begeleiding voor cursisten beschikbaar is. 2013-2016 Ambitie: Het vergroten van de omvang en kwaliteit van het docentenkorps binnen de honkbal- en softbalsport. Doel: De KNBSB heeft in 2016 bij elke vereniging een bij de bond geregistreerde praktijkbegeleider voor technisch kader en wedstrijdofficials binnen de eigen gelederen. Activiteiten: • De KNBSB gaat zelf actief leercoaches werven, plaatsen en (bij)scholen • We stimuleren en ondersteunen verenigingen bij het werven en scholen van praktijkbegeleiders • Er zorg voor dragen dat iedere docent is in het bezit is van een ‘Verklaring Omtrent Gedrag’ • De bond streeft ernaar dat iedere docent bij de KNBSB staat ingeschreven als niet spelend lid
19
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
5
TOPSPORT HONKBAL
5.1 Ambitie Adel verplicht: na de doorbraak in 2011 met het behalen van het Wereldkampioenschap is de ambitie komende jaren dit prestatievermogen structureel vast te houden. Gezien de internationale ontwikkelingen, waarover later meer, leidt dit tot de volgende opbouw in doelstellingen op resultaatniveau: Periode 2013 – 2016: • Positie binnen de Top 5 van de wereld • Beste honkballand van Europa Vooruitblik periode 2016 – 2020: • Doorgroei naar positie binnen de Top 3 van de wereld • Handhaving toppositie Europa Welke ontwikkelingen beïnvloeden deze keuzes? Het internationale speelveld zal in de volgende beleidsperiode aanzienlijk veranderen. In december 2011 is tijdens het IBAF congres besloten dat de World Baseball Classic (WBC) voortaan het Wereldkampioenschap (WK) zal zijn voor de IBAF. Dit betekent dat het WK gespeeld zal gaan worden met deelname van profspelers, inclusief Major League spelers. Daarmee stijgt het niveau van het WK sterk. Het Nederlands A-team zal structureel uit meer Major League spelers moeten bestaan om onze internationale toppositie te handhaven. Om onze prestaties te kunnen verbeteren is dus een extra inspanning nodig binnen het Topsport Honkbalbeleid van de KNBSB. We moeten ernaar streven zoveel mogelijk MLB spelers op te leiden. Op dit moment spelen circa 55 (potentiële) Nederlands A-team spelers in verschillende internationale profcompetities; 18 spelers komen uit op AA-niveau of hoger in de Amerikaanse competities. Dit aantal moet komende jaren aanzienlijk stijgen. In 2020 bestaat het Nederlands A-team dat aan de toptoernooien deelneemt voornamelijk uit Major League spelers. Dat betekent concreet: • In 2016: het Nederlands A-team is samengesteld uit 80 % profspelers op toernooien waar profs aan mee mogen doen, en nog 20% Hoofdklasse; • In 2020: het Nederlands A-team bestaat uit 90% profspelers en 10% Hoofdklasse spelers. Daarnaast wordt een A-team gevormd dat de zomertoernooien speelt; dit bestaat uit talenten uit de Hoofdklasse, aangevuld met (ex-) College-spelers en ex-profs. Op talentontwikkelingsvlak leiden deze ambities tot de volgende resultaatdoelen: • De KNBSB brengt jaarlijks acht toptalenten (AAA+) onder bij (junior)colleges, Major League Baseball organisaties of Hoofdklasse verenigingen. • De KNBSB wordt in 2013 en 2015 met het Nederlands AAA-team Europees Kampioen en eindigt in 2014 en 2016 bij de beste acht landen tijdens het Wereldkampioenschap. • De KNBSB speelt jaarlijks met het Nederlands AA-team de finale van het Europees Kampioenschap met de meest talentvolle spelers. De detailuitwerking van de diverse bouwstenen van het talentontwikkelings- en Topsport Honkbalbeleid is te vinden in het Meerjaren Opleidingsplan 2013-2016.
20
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
5.2 Analyse Nederland heeft afgelopen beleidsperiode een voortvarende ontwikkeling doorgemaakt naar de wereldtop. Het Wereldkampioenschap in 2011 was daar het meest tastbare bewijs van. Maar de ontwikkeling is al eerder ingezet: 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
EK
WK
1
4
1
4
OS 6
WBC
ICC
9
2
7 6
7
2
2 1
IBAF Ranking 8 7 7 6 6 6 6 5
De KNBSB reflecteert de ontwikkeling van haar talenten en topsporters aan de toonaangevende honkballanden Cuba, USA, Canada, Japan, Korea en Taiwan. Deze landen presteren tijdens de mondiale jeugd- en seniorencompetities. De aandachtspunten voor de KNBSB zijn organisatiestructuur, competitie, talentontwikkeling, kader en accommodaties. Het honkbal blijft zich mondiaal ontwikkelen. Structurele aansluiting met de wereldtop betekent voor de KNBSB innoverend zijn, aanwezige kennis inzetten en het continue doorontwikkelen van het talentenprogramma naar een professionele organisatie. De KNBSB kent, net als elke landelijke sportorganisatie, haar eigen kwaliteiten en uitdagingen. Afgezet tegen de kansen en bedreigingen waar de sport de komende jaren voor staat, geeft dat een algemeen beeld van het ontwikkelvermogen van de KNBSB. Het Topsport Honkbalbeleid zal binnen deze context vorm worden gegeven, maar kan ook als vliegwiel dienen voor de verdere professionalisering van de KNBSB in de breedte. Voor het Topsport Honkbal geldt de volgende specifieke SWOT analyse (zie volgende pagina):
21
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
Sterkte
Zwakte
Organisatie • Professionele organisatie TO en TS • Opleidingsstructuur van talent tot topsporter • Internationale ervaring en sporttechnische kennis • Inzet talentcoach • Innovatie • Internationale erkenning • (Inter)nationaal netwerk • Samenwerking met onderwijs • Ondersteuning Major League Baseball
Organisatie • Belang van sport in Nederland • Grootte van de sport (ledenaantal) • Verenigingsstructuur t.o.v. schoolstructuur • Draagvlak (hoofdklasse)verenigingen • Afhankelijkheid Major League Baseball • Communicatie met verenigingscoaches, ouders en fans
Doelgroepen • Mondiale resultaten A-team • Europese resultaten nationale jeugdteams • Regionale Talentencentra (Baseball Academies) • Lichaamsbouw Nederlandse sporter • Inzet spelers Curaçao en Aruba • Spelers in Major League Baseball organisaties • Voorzieningen voor talent • Bijeenbrengen van verschillende culturen Kader • Kaderopleiding TC4 • Trainingsplannen • Technische beschrijvingen Accommodatie • Goede topsportaccommodaties • Bereikbaarheid traininglocaties (reisafstanden)
Doelgroepen • Hoofdklassencompetitie • (Trainings)programma Rookie League • Aantal wedstrijden in competitie tegen gelijkwaardige tegenstanders voor AAA en A-team • Het aantal wedstrijden tegen sterke tegenstanders tijdens EK voor AA, AAA en A-team • Onvoldoende wedstrijden op mondiaal niveau voor AAA-team • Fysieke kracht en conditie voor AAA en A-team • Slagmensen in AA en AAA leeftijd hebben moeite met de hoge snelheid van de bal • Werpsnelheid Nederlandse pitchers • Mentale hardheid Kader • Beschikbaarheid technisch kader, zowel top als breedte • Niveau en beschikbaarheid scheidsrechters topsport jeugdcompetities • Onvoldoende kwalitatief goed kader voor de leeftijdsgroep 9 tot 12 jaar Accommodatie • Beschikbaarheid topsportaccommodaties
Opportunities
Threats
• Groeikansen qua topsportcultuur binnen Hoofdklasse verenigingen • Impuls combinatiefuncties / buurtsportcoaches • Sportbeleid VWS: samenwerking Sport en Onderwijs • Samenwerking/relatie met MLB • Samenwerking/relatie met NOC*NSF • Samenwerking/relatie met Curaçao en Aruba • Samenwerking/relatie met Little League • Financiële bijdrage n.a.v. certificering • European League • Aansluiting Rookie League bij Baseball Academies • Verticale leerlijn onderwijs (met sportvoorzieningen) • ESPN uitzendingen wedstrijden • Instroom BeeBall (5-8 jarigen) • Wereldkampioen 2011 • Major League Baseball wedstrijden in Nederland 2014 • Instellen Licentiebeleid Academies • Aanpassen Licentiebeleid Topsport • Instellen spelerspas • College network
• • • • • • •
Geen Olympische sport Vergrijzing van kader Verarming bewegingscultuur Stijging van het mondiale honkbalniveau Maatschappelijke omgeving Terugloop sponsorinkomsten Jeugd kiest voor andere sporten
Deze analyse biedt de aanknopingspunten voor het formuleren van doelstellingen en de te volgen strategie in de periode 2013-2016.
22
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
5.3 Strategie Het complete systeem voor talentontwikkeling en Topsport Honkbal dat in de komende jaren door de KNBSB wordt gehanteerd, ziet er als volgt uit:
De KNBSB maakt voor haar talentenprogramma gebruik van het ‘Long Term Athletic Development’ (LTAD) model. Het LTAD model geeft per leeftijdsfase aan welke vaardigheden de sporter dient te ontwikkelen op de onderdelen algemene fysieke ontwikkeling, sporttechnische ontwikkeling, tactische en mentale ontwikkeling. Het LTAD model kent de volgende fases: 1. Active Start: 0-6 jaar 2. FUNdamentals 6-9 jaar 3. 4. 5. 6.
Leren te Trainen Trainen om te Trainen Trainen voor Competitie Trainen om te Winnen
9-12 jaar 12-16 jaar 16-23 jaar 19 +
Grondvormen van bewegen Grondvormen van bewegen en Fundamentele Sport bewegingen Fundamentele Sport bewegingen Competent maken van fysieke en mentale vaardigheden Competent maken van fysieke en mentale vaardigheden High Performance Sport
De KNBSB heeft de fases 2 t/m 4 geïmplementeerd in het breedtesportprogramma voor haar verenigingen en hanteert voor het talentenprogramma de fases 3 t/m 6. Er is dus een zekere mate van overlap tussen het verenigingsaanbod en het regionale en nationale talentenprogramma.
23
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
De kernstrategie voor het Topsport Honkbalbeleid in de periode 2013-2016 combineert de volgende twee parallelle sporen: a. Samenwerking KNBSB met het Caribische deel van het Koninkrijk De komende jaren gaan we de samenwerking intensiveren met honkbalpartners in het Caribische deel van het Koninkrijk. Zij leveren al jaren een cruciale bijdrage aan het succes van het Nederlands A-team. De historisch gegroeide relatie tussen Nederland en deze eilanden legitimeert een gezamenlijk optrekken bij de verdere professionalisering van het honkbal. Zowel voor Antilliaanse als Nederlandse spelers verhoogt deze alliantie de kans om de eigen sportloopbaan in internationale toptoernooien te verzilveren. Het voornemen is de onderlinge verbindingen tussen Nederland en het Caribische deel van het Koninkrijk op meerdere vlakken te versterken en te verbeteren. Omdat tot op heden meer Antilliaanse dan Nederlandse talenten een profcontract op MLB niveau weten te verwerven, vormt het intensiveren van deze samenwerking een belangrijke pijler van de Topsport Honkbalstrategie in de komende jaren. b. Kwaliteitsverhoging Nederlandse Hoofdklasse Daarnaast blijft het verhogen van het prestatieniveau en de topsportcultuur binnen de Nederlandse Hoofdklasse een voortdurend aandachtspunt. Meer dan 90% van de spelers binnen de Nederlandse teams van afgelopen jaren heeft al een deel van hun opleiding in de VS genoten. Nu wordt het zaak dat deze spelers aan de hoogste niveaus van de internationale profcompetities zullen deelnemen. De springplank in Nederland moet effectiever worden. Niet alleen binnen de Baseball Academies, maar met name bij de Nederlandse Hoofdklasse verenigingen is een sporttechnische kwaliteitsimpuls nodig, die het opleidingsrendement van het Nederlandse honkbal substantieel verhoogt. Daarnaast zal een duidelijk loopbaanpad worden gecreëerd voor jonge, talentvolle spelers, dat de kans op een college- of profcontract in de Verenigde Staten vergroot. Daar doen profspelers immers de ervaring op die in de Nederlandse topcompetitie niet is te halen. Vervolgens zal er gezamenlijk met de Hoofdklasse verenigingen worden nagedacht hoe deze profspelers na hun professionele ontwikkeling in de VS weer op een natuurlijke wijze terug kunnen vloeien in de Nederlandse competitie. Dit is tegelijkertijd een impuls voor de Nederlandse Hoofdklasse. De Hoofdklasse zal voornamelijk bestaan uit spelers die vanuit de Academies zijn doorgestroomd, spelers die na hun buitenlands avontuur zijn teruggekeerd, en buitenlandse spelers die daadwerkelijk iets toevoegen aan het niveau van de competitie. Deze tweesporen strategie wordt in de volgende paragrafen vertaald naar de diverse onderdelen van het Topsport Honkbalbeleid van de KNBSB: 1. Talentontwikkeling • Baseball Academies • Nederlands AA-team 2. Topsportprogramma • Nederlands AAA-team • Caribische deel van het Koninkrijk • Nederlands A-team 3. Ontwikkeling topsportcompetities • Hoofdklasse Nederland • Rookie League • Overgangsklasse Aansluitend volgt nog een paragraaf met de generieke randvoorwaarden: 4. Randvoorwaarden • Internationale samenwerking • Innovatie • Transferbeleid • Accommodatieontwikkeling • Licentiebeleid • Aansturing Topsport Honkbal 24
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
5.4 Talentontwikkeling Vanwege de noodzaak komende jaren aanzienlijk meer spelers op MLB niveau binnen het Nederlands team te laten instromen, ligt het accent op talentontwikkeling. Het beleid van de KNBSB op het gebied van talentherkenning en talentontwikkeling bestaat uit een regionaal en een nationaal programma. Het regionale programma Future Stars biedt de voedingsbodem voor het nationale programma. Het nationale programma bestaat uit een centraal- en een decentraal gedeelte. Het centrale programma bestaat uit twee vertegenwoordigende jeugdteams, te weten het AA-team en het AAA-team. Het decentrale programma wordt gevormd door de Baseball Academies. 5.4.1 Baseball Academies De Nederlandse Academies zijn inmiddels een feit; uiteraard is komende jaren een verdere professionaliseringsslag gewenst. Een solide lokale verankering en financiële stabiliteit zijn belangrijke aandachtspunten. Indien mogelijk en gewenst zal een extra Academy in een talentrijke regio worden gerealiseerd. Daarnaast is het streven om voor 2016 een Academy, volgens dezelfde opleidingsformule, in het Caribische deel van het Koninkrijk op te richten. 2013-2016 Ambitie: De opleidingscapaciteit in het honkbal maximaliseren, zodat meer spelers door kunnen stromen naar de Hoofdklasse, (junior)colleges of MLB organisaties. Doel: Professionalisering Baseball Academies conform Licentiereglement en Meerjaren Opleidingsplan (MOP) en uitbouw van het huidige aantal Academies met een vestiging in het Caribische deel van het Koninkrijk. Activiteiten: • Haalbaarheidsonderzoek, gevolgd door ontwikkelen business case en feitelijke realisatie KNBSB Baseball Academy in het Caribische deel van het Koninkrijk met fulltime Talentcoach • Ondersteuning Academies bij verdiepen samenwerking lokale Hoofdklasse vereniging, het Olympisch Netwerk en (waar mogelijk) een (boven)lokaal NTC en/of CTO • Realiseren duurzame allianties Academies - lokale onderwijsinstellingen (Topsport Talentschool of vergelijkbaar), waar mogelijk met inzet van een Combinatiefunctie • Technische aansturing en doorontwikkeling programma’s door Talentcoaches • Verstevigen coördinatie door de KNBSB, op basis van MOP en specifieke lokale behoeften • Uitbouw Licentiebeleid Academies ten behoeve van kwaliteit en samenhang; realiseren van een heldere A-lijn in elk cluster met een Academy die volgens het MOP werkt • Het technisch kader binnen de Academies (instructeurs en teamcoaches) laat zich opleiden voor het TC4 diploma • Instroom bevorderen en stroomlijnen vanuit jeugd- en breedtesport; Rookie League integreren binnen de regionale talentenregio’s, vertegenwoordigd door de Academies • Monitoren ontwikkeling Academy spelers door middel van talentvolgsysteem • Uitstroomcijfers Academies checken en begeleiding verzorgen bij plaatsen van spelers bij Hoofdklasse verenigingen, (junior)colleges of MLB organisaties • Opbouw contractering spelers conform Transferbeleid KNBSB • Randstad inschakelen voor maatschappelijke loopbaan Academy spelers
25
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
5.4.2 Nederlands AA-team Het AA-team is het jongste jeugdteam dat namens de KNBSB deelneemt aan internationale toernooien. Hier start voor talentvolle Nederlandse jeugdspelers de loopbaan als international. Conform de bijbehorende fase binnen het LTAD model staat alles nog in het teken van leren trainen, en ervaren hoe het is om onder druk te presteren. In de komende beleidsperiode wordt de begeleiding van het AA-team verder geprofessionaliseerd, in lijn met die van het AAA-team en afgeleid van de complete A-lijn voor het Nederlands A-team. 2013-2016 Ambitie: Niveau van instroom binnen het Nederlands AA-team verhogen in samenspel met Baseball Academies, Nederlandse topsportverenigingen en honkbalpartners in het Caribische deel van het Koninkrijk. Doel: Het AA-team speelt jaarlijks in de finale van het Europees Kampioenschap. Activiteiten: • Realiseren fulltime programma voor AA talenten (op basis van LTAD model) met individuele begeleiding op maat in de voorlaatste fase van hun opleiding tot topsporter • Elk jaar deelnemen aan het Europees Kampioenschap met de meest talentvolle spelers om ervaring op te doen, en - in overweging - ook deelname aan het WK • Organisatie en deelname aan Nationaal Jeugdkamp (jaarlijks) • Samenwerking met lokale onderwijsinstellingen (Topsport Talentschool of vergelijkbaar) • Instroom vanuit Academies en verenigingen organiseren en begeleiden • Sporttechnische en didactische aansturing technisch kader door Talentcoach • Inrichten en op niveau houden gekwalificeerd begeleidingsteam • Randstad inschakelen voor maatschappelijke loopbaan AA talenten
26
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
5.5 Topsportprogramma Na het volledig benutten van de opleidingsmogelijkheden binnen de Baseball Academies en het AA-team, kunnen talentvolle jeugdspelers doorstromen naar het KNBSB Topsportprogramma:
De route vanuit het Caribische deel van het Koninkrijk naar het KNBSB Topsportprogramma verloopt via de te realiseren Academy in het Caribische deel van het Koninkrijk. Deze Academy zal de trechter vormen waar talent uit deze regio samenkomt en volgens het MOP wordt opgeleid voor doorstroming naar de A-lijn. De ‘klassieke’ Nederlandse loopbaan verloopt via deelname aan het AAA-team, het opdoen van professionele ervaring in Hoofdklasse-, college- of MLB verband, naar een vervolg binnen het A-team. 5.5.1 Nederlands AAA-team De selectie binnen het AAA-team is voor Nederlandse junioren het belangrijkste voorportaal voor een internationale profcarrière en doorstroming naar het A-team. De begeleiding en het jaarprogramma voor het AAA-team wordt ingericht volgens de richtlijnen van het Meerjaren Opleidingsplan 2013-2016. 2013-2016 Ambitie: Het niveau van het AAA-team zodanig te verhogen, dat het mogelijk wordt jaarlijks acht toptalenten onder te brengen bij (junior)colleges, MLB organisaties of in de Hoofdklasse. Doel: De KNBSB wordt in 2013 en 2015 met het Nederlands AAA-team Europees Kampioen en eindigt in 2014 en 2016 bij de beste acht landen tijdens het Wereldkampioenschap. Activiteiten: • Realiseren fulltime programma (op basis van LTAD model) voor AAA-spelers met individuele begeleiding op maat in de laatste fase van hun opleiding tot topsporter • Gekwalificeerd begeleidingsteam met specialisme • Deelname aan twee officiële en twee invitatietoernooien of (buitenlandse) stages per jaar • Doorontwikkelen en intensiveren van het algemeen fysieke programma • Herkennen, beoordelen en trainen van mentale vaardigheden in trainingen en wedstrijden • Mogelijkheid bieden voor individuele mentale begeleiding door specialisten • Individuele begeleiding naar aanleiding van Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) • Samenwerking met onderwijsinstellingen (MBO, HBO of WO) • Instroom vanuit AA-team, Academies en verenigingen organiseren en begeleiden • Samenstellen van een spelersbiografie voor AAA spelers
27
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
5.5.2 Caribische deel van het Koninkrijk Zoals aangegeven is het intensiveren van de samenwerking met de eilanden in het Caribische deel van het Koninkrijk een belangrijke pijler van het Topsport Honkbalbeleid van de KNBSB. Hoewel spelers van Antilliaanse origine feitelijk pas in het A-team samengevoegd worden met de Nederlandse honkbaltop, is in het Caribische deel van het Koninkrijk ook behoefte aan samenwerking bij de aanloop richting MLB niveau. Het centraal stellen van de opleidingsmethodiek van de KNBSB (zie Meerjaren Opleidingsplan 2013-2016) begint echter later dan in de Nederlandse situatie. Het Meerjaren Opleidingsplan als kwaliteitsnorm komt pas naar voren als Antilliaanse spelers straks onder de verantwoordelijkheid vallen van de nieuw te realiseren Academy in het Caribische deel van het Koninkrijk. Anders gezegd: het startniveau van jeugdig talent ligt in het Caribische deel van het Koninkrijk hoger dan in Nederland. 2013-2016 Ambitie: De aanwas van honkbaltalent in het Caribische deel van het Koninkrijk efficiënter laten verlopen en de talentopleiding stroomlijnen met het KNBSB Meerjaren Opleidingsplan 2013-2016. Doel: Realiseren van een stabiele, kwalitatief hoogwaardige instroom van talentvolle jeugdspelers binnen de nieuw te realiseren Academy in het Caribische deel van het Koninkrijk, en de A-lijn van de KNBSB. Activiteiten: • Haalbaarheidsonderzoek, ontwikkelen business case en realisatie KNBSB Baseball Academy in het Caribische deel van het Koninkrijk • In kaart brengen van de diverse (jeugd-) competities / baseball partners actief tijdens voorfase van Academy niveau • Aanbieden van vraaggerichte ondersteuning, vergelijkbaar met de verenigingsontwikkeling in Nederland • Tweede Talentcoach op Curaçao en parttime op Aruba • Opzetten Winter League in het Caribische deel van het Koninkrijk • Jaarlijks trainingskamp op Curaçao met aansluitend een coachconventie • ‘Koninkrijkstoernooi’ 18U, voorafgaand aan WBC 18U • TC4 voor coaches in het Caribische deel van het Koninkrijk organiseren • Opstellen contracten aanleverende partijen - Academy in het Caribische deel van het Koninkrijk • Samenwerking stimuleren tussen lokale partners en onderwijsinstellingen + overheden in het Caribische deel van het Koninkrijk • Instructie en deskundigheidsbevordering Meerjaren Opleidingsplan 2013-2016
5.5.3 Nederlands A-team Zoals eerder aangegeven, zal komende jaren een differentiatie plaatsvinden tussen een Nederlands A-team voor de toptoernooien en een A-team voor de zomertoernooien. In 2020 bestaat het A-team, dat aan de internationale toptoernooien deelneemt, voornamelijk uit Major League spelers. Dat betekent concreet: • In 2016 is het A-team samengesteld uit 80% profspelers op toernooien waar profs aan mee mogen doen en voor 20% uit Hoofdklasse spelers; • In 2020 bestaat dit A-team uit 90% profspelers en 10% Hoofdklasse spelers. Daarnaast wordt een A-team gevormd dat de zomertoernooien in Europa speelt; dit bestaat op termijn uit talenten uit de Hoofdklasse, aangevuld met collegespelers en ex-profs. De begeleidingsteams zijn net als de twee spelersgroepen verschillend van aard. Het begeleidingsteam tijdens het zomerseizoen is wat slanker dan het begeleidingsteam tijdens de WK en andere toptoernooien waar MLB coaches en stafleden (o.a. medisch) worden toegevoegd. Dit is een vereiste van Major League Baseball; alleen zo krijgen MLB spelers toestemming deel te nemen aan deze toernooien.
28
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
Samenstelling begeleidingsteam toptoernooien* : • Manager (Bondscoach) • Pitching Coach • Bench Coach • Hitting Coach • Bullpen Coach • 1e Honk Coach • 3e Honk Coach
Samenstelling begeleidingsteam zomertoernooien: • Manager (Bondscoach) • Pitching Coach • Bench/Hitting Coach • 1e Honk Coach • 3e Honk Coach
* In het begeleidingsteam van de toptoernooien zitten minimaal twee coaches met Major League ervaring. In 2020 is dat aantal uitgebreid tot minimaal drie. 2013-2016 Ambitie: Structurele aansluiting realiseren met de wereldtop in het honkbal. Doel: Handhaving positie binnen Top 5 van de wereld en beste honkballand van Europa. Activiteiten: • Inrichten en verder transparant maken van het selectieproces voor beide A-team(s) • A-lijn in ieder cluster neerzetten en afstemmen met Academy die het Meerjaren Opleidingsplan 2013-2016 hanteert • A-lijn in het Caribische deel van het Koninkrijk organiseren in samenspel met Academy aldaar • Samenwerking met MLB intensiveren op gebied van spelers, coaches, officials, marketing • Het maximaliseren en verfijnen van alle eerder opgedane fysieke en mentale vaardigheden binnen een Nationale trainingsgroep met een fulltime Jaarprogramma • Inrichten en op niveau houden gekwalificeerd begeleidingsteam (zie Meerjaren Opleidingsplan 2013-2016) • Opbouw contractering spelers conform Transferbeleid KNBSB • Onderzoek doen naar de mogelijkheden tot betaling, een combinatie van stipendium (A-sporters) • Beste nationale competitie van Europa in Nederland behouden • Verbindingen zoeken met de Verenigde Staten en Azië
29
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
5.6 Topsportcompetities In de Nederlandse Topsport Honkbal wordt gewerkt met de volgende gradaties: • Hoofdklasse • Rookie League • Overgangsklasse De verdere ontwikkeling van het honkbalniveau in Nederland grijpt hierop aan. Naast bovengenoemde gradaties bestaat ook nog een interne competitie tussen de Baseball Academies, die vooral een opleidingsdoel kent. 5.6.1 Hoofdklasse De Nederlandse Hoofdklasse is het hoogst bereikbare competitieniveau voor spelers in Nederland. Voor talentvolle spelers is de Hoofdklasse een springplank voor een buitenlands vervolg van hun honkbalopleiding. Hoe kan de Hoofdklasse deze rol optimaal vervullen? Welke eisen stelt dit aan elke afzonderlijke vereniging én het collectief? Naast het verhogen van het prestatieniveau door middel van kaderontwikkeling en de sporttechnische doorontwikkeling op basis van het Meerjaren Opleidingsplan, gaat het in deze tijd ook over de commerciële waarde van de Hoofdklasse. Honkbal op dit niveau moet aantrekkelijk(er) worden gemaakt voor een breder Nederlands publiek. Dit vraagt om een voller programma met meer wedstrijden in gunstige maanden. En daarnaast: krachtenbundeling op het gebied van marketing en communicatie vanuit een gezamenlijke propositie, maar ook zelf zorg dragen voor een betere lokale verankering binnen gemeenten. Hoe dan ook dient elke Hoofdklasse vereniging een duurzame relatie op te bouwen met één van de Baseball Academies in Nederland. 2013-2016 Ambitie: Toonaangevend presteren op Europees niveau, zodat het niveau van Nederlandse Hoofdklasse structureel stijgt en daarmee als springplank kan dienen naar een internationale profcarrière. Doel: Het realiseren van een hogere doorstroom van Nederlandse spelers naar MLB of andere internationale Topsport Honkbalcompetities. Activiteiten: • Licentiebeleid Nederlandse Hoofdklasse aanpassen en implementeren • Samenwerking met MLB realiseren op gebied van spelers, coaches/officials, marketing • Strategie ontwikkelen waarmee profspelers na hun professionele ontwikkeling in de VS weer op een natuurlijke wijze terug kunnen vloeien in de Nederlandse competitie • Realiseren lokale allianties Baseball Academies - Hoofdklasse verenigingen • Waar mogelijk gebruikmaken van het aanbod van het Olympisch Netwerk • Gezamenlijk optreden op commercieel gebied, promotie en inkoop materialen • Uitbreiden competitie, verbeteren wedstrijdkalender (zomer) • Verhogen aantal gekwalificeerde trainers / coaches en specialisten, zie Meerjaren Opleidingsplan 2013-2016 • TC4 organiseren en verplicht stellen voor begeleidingsteams in de Hoofdklasse • Up to date maken van het Reglement van Wedstrijden Topsport
30
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
5.6.2 Rookie League De Rookie League is feitelijk de ‘beloften’ competitie binnen het Nederlands honkbal. Deze competitie biedt talentvolle aspiranten / junioren na de Academieperiode een opstap naar de Hoofdklasse. De Rookie League valt nu nog onder de verantwoordelijkheid van de Hoofdklasse verenigingen. Streven is de Rookie League komende jaren onder te brengen bij de Baseball Academies. Dit maakt een betere afstemming mogelijk met het opleidingsprogramma binnen de Academies en versterkt de relatie tussen Academies en Hoofdklasse. 2013-2016 Ambitie: Organisatie en niveau Rookie League stroomlijnen met opleidingsprogramma Baseball Academies. Doel: Realiseren van full time Rookie League programma op Academy niveau. Activiteiten: • Migratie verantwoordelijkheid Rookie League van Hoofdklasse verenigingen naar Academies • Samenwerking met Academies en Hoofdklasse verenigingen intensiveren • Licentiebeleid Academies en Hoofdklasse op deze nieuwe situatie aanpassen
5.6.3 Overgangsklasse Hoewel formeel geen onderdeel van de A-lijn, sluit de Overgangsklasse wel aan bij het topsportbeleid. Naast de eigen spelersinstroom vervult de Overgangsklasse een functie voor voormalige Academy- en Hoofdklasse spelers. Daarmee fungeert de Overgangsklasse als ‘achtervang’ voor het opleidingsprogramma. De opleiding van een talent kan worden afgebroken omdat de speler zijn intrinsieke motivatie verliest om een fulltime programma te volgen, niet meer voldoet aan de criteria of onvoldoende studievoortgang boekt. 2013-2016 Ambitie: Overgangsklasse positioneren als partner van het Topsport Honkbal opleidingsprogramma. Doel: Stabiele Overgangsklasse verenigingen met een competitie die voldoende uitdaging biedt. Activiteiten: • Aanbod verenigingsondersteuning voor deze categorie verenigingen organiseren, met specifieke aandacht voor de kansen en ontwikkelopgaven als Overgangsklasse vereniging • Samenwerking binnen het cluster tussen Overgangsklasse verenigingen, Academies en Hoofdklasse verenigingen intensiveren
31
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
5.7
Randvoorwaarden
Internationale samenwerking De ambitie om aan de internationale top te komen vraagt om het verhogen van de kwaliteit van de Nederlandse Hoofdklasse en samenwerking met het Caribische deel van het Koninkrijk. Deze strategie vereist meer internationale uitwisseling. Nederland moet zich krachtig(er) positioneren als MLB partner, zowel bij het organiseren van toernooien als bij de opleiding van spelers en kader. 2013-2016 Ambitie: Structurele aansluiting realiseren met de wereldtop in het honkbal. Doel: De KNBSB is een volwaardige partner voor internationale honkbalorganisaties, zoals Major League Baseball, professionele organisaties in Azië en de IBAF. Activiteiten: • Intensiveren contacten en kennisuitwisseling met MLB organisaties, de IBAF en professionele organisaties in Azië • Meer spelers en coaches afvaardigen naar de MLB European Academy • Stageplaatsen bij MLB realiseren voor Nederlandse coaches • MLB Pitching en Hitting Camp in Nederland houden • MLB Academy Summer Camp in Nederland organiseren • Minor League Allstar Team MLB op Nederlandse toernooien • Organisatie WK Qualifier in 2016 • MLB in de Hoofdklasse • Proactieve houding richting de colleges in de VS, zodat de instroom omhoog gaat • Inzetten op handhaving / doorstart Koninkrijksspelen
Innovatie Topsport is altijd in beweging; de KNBSB is het aan haar stand als wereldkampioen verplicht in Europa leading te zijn bij de transfer van kennis naar praktijk. We gaan komende jaren investeren in een eigen ‘Body of Knowledge’. Daartoe ontwikkelen we een Topsport Honkbal onderzoeksagenda en intensiveren we de samenwerking met Universiteiten, Hogescholen en derde partijen, zoals sportonderzoeksinstituten. 2013-2016 Ambitie: Structurele aansluiting realiseren met de wereldtop in het honkbal. Doel: State of the Art sporttechnische begeleiding garanderen voor A-lijn, AAA/AA en de Academies. Activiteiten • Investeren in trendwatching en kennisontwikkeling, zowel honkbalspecifiek (via MLB) als sportbreed (nationaal: NCP / NOC*NSF; internationaal: baseball organisaties) • Eerste prioriteiten: vervolgonderzoek motorisch leren werpen (VU, Peter Beek) en opzetten Nederlandse toepassing ‘sabermetrics’ (aanpak Billy Beane) • Oriëntatie op onderzoeksmogelijkheden in Nederland bij Universiteiten, Hogescholen en Kennisinstituten in de sport • Stageonderzoeksplaatsen realiseren binnen Topsport Honkbal • Verbinding zoeken met onderzoeksagenda Topsport Damessoftbal
Transferbeleid Onze ambities vereisen A-team spelers met voldoende MLB ervaring. Dat betekent dat het Nederlandse toptalenten makkelijk gemaakt moet worden om vanuit de Academies en Hoofdklasse naar een buitenlandse proforganisatie te vertrekken. Daartoe zal komende jaren een transfersysteem worden ingericht, vergelijkbaar met dat binnen het voetbal en schaatsen. De KNBSB faciliteert de Topsportopleiding van talentvolle honkballers. De Baseball Academy neemt als decentraal opleidingscentrum een belangrijke plaats in binnen het opleidingstraject dat de verschillende ontwikkelingsfasen van talenten verbindt. Het gemiddelde proces per talent verloopt van de vereniging naar het regionale
32
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
programma Future Stars, de instroom naar de Baseball Academy, de doorstroom naar de Rookie League en Hoofdklasse team, via het samenwerkingsverband met een aan de Academy gelieerde topsportvereniging. Elk talent bouwt tijdens zijn Topsportopleiding in de Baseball Academy en Rookie League per jaar een Opleidingsschuld op. Bij de transfer naar een buitenlandse topsportvereniging of professionele honkbalorganisatie zal 75% van de in de loop der jaren opgebouwde Opleidingsschuld vergoed dienen te worden. Bij uitstroom naar een Overgangsklasse vereniging of andere, buiten het samenwerkingsverband vallende honkbalorganisatie, gelden specifieke vergoedingspercentages. De Opleidingsvergoeding zal door de Baseball Academy, volgens een door de KNBSB en betrokken partijen bepaalde verdeelsleutel, worden verdeeld over de actoren die een bijdrage hebben geleverd aan de opleiding van het betreffende talent. Het door de Baseball Academy ontvangen deel zal volledig worden aangewend ten behoeve van het verbeteren van het eigen Topsportopleidingsprogramma. 2013-2016 Ambitie: Structurele aansluiting realiseren met de wereldtop in het honkbal. Doel: Transfersysteem ontwikkelen, waarmee het voor de Nederlandse Hoofdklasse verengingen en Baseball Academies lucratief wordt (blijft) om toptalent op te leiden tot MLB niveau. Activiteiten: • Voorstel ‘Loopbaan en Opleidingsvergoeding’ nader uitwerken • Juridische en fiscale check laten uitvoeren • Besluitvorming binnen de Topsport Honkbalkolom laten plaatsvinden • Implementatie Transferbeleid in samenspel met alle betrokken partijen • Integratie binnen Licentiebeleid Academies en Hoofdklasse verenigingen • Communicatie richting relevante internationale honkbalorganisaties • Contractvorming spelers Academies • Organiseren van beheer en monitoring van het Transfersysteem
Accommodatieontwikkeling Hoewel het plannen en realiseren van honkbal- en softbalaccommodaties primair een lokale aangelegenheid is, zal komende jaren vanuit de KNBSB (meer) sturing nodig zijn op kwaliteit en omvang. Dit vanwege het feit dat gemeenten voor een bezuinigingsperiode staan en - voor zover er nog geïnvesteerd wordt in nieuwe accommodaties - geneigd zijn te prioriteren naar de grootste groeisporten (voetbal en hockey). 2013-2016 Ambitie: Structurele aansluiting realiseren met de wereldtop in het honkbal. Doel: Aantal en kwaliteit Topsport Honkbalaccommodaties in lijn brengen met MLB niveau. Activiteiten • Onderhouden kwaliteit trainingsfaciliteiten Hoofdklasse verenigingen en Academies • Realiseren van MLB gecertificeerde accommodatie in Nederland • Creëren van een Nationaal trainingscentrum voor de Nationale teams op MLB niveau
Licentiebeleid De KNBSB organiseert haar samenwerking met de Baseball Academies en Hoofdklasse verenigingen via een Licentiereglement. Dit is een dynamisch document, dat de ontwikkelingen in beleid dient te volgen. Bouwstenen, indicatoren of eisen kunnen in de loop der jaren wijzigen. Gewenste wijzigingen worden eerst in de Honkbalkolom besproken, alvorens deze in de Licentiereglementen worden ingevoerd. Vervolgens is handhaving van belang om het beoogde kwaliteitsniveau te garanderen. Het verder brengen van het Licentiebeleid vraagt komende jaren de nodige aandacht, zowel organisatorisch als op inhoud.
33
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
2013-2016 Ambitie: Structurele aansluiting realiseren met de wereldtop in het honkbal. Doel: Consistentie tussen beleid en uitvoering garanderen, door beide Licentiereglementen voortdurend te stroomlijnen met gewenste ontwikkelingen binnen het topsportbeleid. Activiteiten • Jaarlijkse check op inhoud Licentiereglementen Academies en Hoofdklasse • Bespreken en vaststellen gewenste wijzigingen in honkbalkolom • Juridische controle • Aanpassen en implementeren verbeterde Licentiereglementen
34
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
5.8 Aansturing Topsport honkbal De organisatie van de Honkbalkolom binnen de KNBSB is als volgt: • Eindverantwoordelijk: Technisch Directeur • 2 leden Hoofdklasse • 1 lid Overgangsklasse • 1 lid namens Wedstrijdofficials • 1 lid vanuit Evenementen • Experts (naar behoefte) De Technisch Directeur bepaalt zowel het topsportbeleid als de financiële invulling. Hij beschikt over volledig mandaat om wijzigingen door te voeren, voor zover deze passen binnen de beleidsmatige en budgettaire kaders uit dit Meerjaren Beleidsplan, en zijn afgestemd met de leden van de Honkbalkolom. De Technisch Directeur maakt deel uit van het Management Team van de KNBSB. Het verleggen van beleidsaccenten als hierboven genoemd, dient altijd in samenspraak met de Algemeen Directeur plaats te vinden. De Algemeen Directeur bepaalt in hoeverre terugkoppeling naar het Bondsbestuur noodzakelijk is, of dat volstaan kan worden met besluitvorming binnen de Honkbalkolom. Binnen de werkorganisatie en KNBSB breed staan de volgende functies ten dienste van het Topsport Honkbal: • Technisch Directeur • Bondscoach • Assistent coaches • Talentcoaches • Technisch coördinatoren Academies • Wedstrijdofficials • Facilitaire ondersteuning vanuit het bondsbureau
2013-2016 Ambitie: Structurele aansluiting realiseren met de wereldtop in het honkbal. Doel: Doorontwikkeling Honkbalkolom laten stroomlijnen met gewenste ontwikkelingen binnen het Topsport Honkbalbeleid. Activiteiten: • Uitwerken mandaat Technisch Directeur in termen van bevoegdheden en verplichtingen • Bij intensivering samenwerking met het Caribische deel van het Koninkrijk toetreden extra lid kolom overwegen • Uitwerken functiegebouw Topsport Honkbal • Stimuleren professionele en persoonlijke ontwikkeling betrokken medewerkers
35
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
6
TOPSPORT DAMESSOFTBAL
6.1 Ambitie Na de achtste plaats op de Olympische Spelen in Beijing in 2008, is een nieuwe koers ingezet die heeft geleid tot de Europese titel in 2009. Het behalen van deze titel was voor het eerst sinds 19 jaar. De ambitie om met de nieuwe spelersgroep op Europees en mondiaal niveau door te stoten, resulteerde in een achtste plaats op het Wereldkampioenschap in 2010, het prolongeren van de Europese titel in 2011 en een zesde plaats op het WK 2012. Deze klassering is tot nu toe de hoogste ooit in de geschiedenis van het Nederlands damessoftbal. Kortom, we naderen de internationale top! De organisatie van het WK 2014 is toegewezen aan Nederland. Een unieke gelegenheid voor eigen publiek te laten zien waar we toe in staat zijn. De ambitie is om op dat WK definitief door te dringen tot de top 5 van de wereld (USA, Japan, China, Canada, Australië). Een positie die decennialang onbereikbaar leek voor andere landen; Nederland wil in 2014 het eerste Europese land zijn dat deze drempel overstapt. Zeker bij een terugkeer als Olympische programmasport, na besluitvorming tijdens het IOC congres in 2013, is het onze ambitie het Nederlandse softbal komende jaren dusdanig te verbeteren, dat tijdens het WK 2020, en hopelijk ook tijdens de Olympische Spelen, minimaal een medaille wordt behaald. Dit is de doelstelling voor ORANJE, het Nederlands Damessoftbal team. Daarnaast kennen we in het Softbal ook de ROOD selectie; dit zijn de meest talentvolle speelsters tussen 17 en 19 jaar. Rood wordt voorafgegaan door de WIT selectie: talentvolle speelsters in de leeftijd van 15 tot 17 jaar. De instroom in het talentontwikkelingsprogramma vindt plaats in BLAUW: dit zijn talentvolle jeugdspeelsters in de leeftijd van 13 en 14 jaar. Voor het Rood team is de ambitie om tijdens de periode 2013-2016 tijdens Europese Kampioenschappen steevast bij de beste twee te eindigen, en tijdens Wereldkampioenschappen bij de beste acht. Daarnaast zal het niveau van dit team dusdanig worden verhoogd dat het mogelijk is als volwaardig tegenstander in de Hoofdklasse mee te draaien, waarbij jaarlijks enkele talenten de stap kunnen maken naar vooraanstaande colleges op softbalgebied in de USA. Dit leidt voor Oranje tot de volgende opbouw in doelstellingen op resultaatniveau: Periode 2013 – 2016: • Bereiken van de positie binnen de Top 5 van de wereld • Beste softballand van Europa Vooruitblik periode 2016 – 2020: • Doorgroei naar positie binnen de Top 3 van de wereld • Handhaving beste softballand Europa Het verder doorzetten van de afgelopen jaren ingezette koers is noodzakelijk om aansluiting te krijgen én te houden met de top 5 op mondiaal niveau. De mate waarin NOC*NSF het softbal hierbij zal ondersteunen is cruciaal. Uiteraard neemt de KNBSB hierbij ook haar eigen verantwoordelijkheid, door de kerninfrastructuur binnen het Topsport Damessoftbal op orde te houden. Op alle leeftijdsniveaus is het talent aanwezig om de ambities te behalen mits dit talent verder kan worden ontwikkeld. We zullen wedstrijden moeten spelen tegen het internationale speelveld (in dit geval de mondiale top 5) om het niveau van de huidige en aankomende speelstersgroep substantieel te verhogen. Dit brengt extra investeringen met zich mee die de KNBSB maar beperkt kan bekostigen. Op talentontwikkelingsgebied leiden onze ambities met Oranje tot de volgende resultaatdoelen: • Jaarlijks stromen vier toptalenten vanuit Rood door naar Oranje. • Jaarlijks stromen vier tot zes talenten vanuit Wit door naar Rood. • De KNBSB speelt elke twee jaar met Rood de finale van het EK, en elke vier jaar het WK, en eindigt daarbij bij de beste acht. • De KNBSB speelt elke twee jaar met Wit de finale van het EK, en elk niet EK jaar een internationaal toptoernooi.
36
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
6.2 Analyse Nederland heeft afgelopen beleidsperiode een voortvarende ontwikkeling doorgemaakt naar de wereldtop. Het Wereldkampioenschap in 2012 was daar het meest tastbare bewijs van. ORANJE EK 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
WK
OS
ROOD
World Cup
ISF Ranking
DNQ
EK
WIT
WK
1
EK DNQ
3 11
11
4
3
10 DNQ
DNQ DNQ
1
3
2 12
12
2
8
1
8
5
6
1
2
6 8
1
5 8
2
1
DNQ 6
4
1
1
De KNBSB relateert de ontwikkeling van haar talenten en topsporters aan de toonaangevende softballanden: USA, Canada, Japan, Australië en China. Deze landen presteren altijd tijdens de mondiale jeugd- en seniorencompetities. De aandachtspunten voor het Nederlandse Topsport Damessoftbal zijn organisatiestructuur, competitie, talentontwikkeling, kader en accommodaties. Het softbal blijft zich mondiaal ontwikkelen. Structurele aansluiting met de wereldtop betekent voor de KNBSB innoverend zijn, aanwezige kennis inzetten en het continu doorontwikkelen van het talentenprogramma naar een professionele organisatie. De toonaangevende landen kennen een intrinsieke voorsprong op andere landen, waaronder Nederland, als het gaat om sportcultuur en meer specifiek softbalcultuur: •
Softbal is in deze landen echt een ‘grote’ sport, te vergelijken met voetbal in Nederland. Dat betekent meer deelname en interesse (zowel in het land als in de media), veel meer kinderen die op jonge leeftijd starten met gooien en uiteindelijk meer talent beschikbaar.
•
Jeugdsoftbal wordt door het onderwijs georganiseerd. Kinderen komen door school in contact met diverse sporten en worden gestimuleerd om ergens in uit te blinken. Het onderwijs zorgt voor uitstekende en (overdag) beschikbare sportvoorzieningen.
•
Softbal biedt een bestaansperspectief; het wordt in de USA en Japan in een professionele competitie gespeeld die uit veel meer wedstrijden bestaat.
•
Softbal is in deze landen een manier om je te onderscheiden of zelfs een manier om te ‘overleven’, waar in Nederland sociale zekerheid en een maatschappelijke carrière de boventoon voeren.
37
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
Onderstaande SWOT-analyse biedt de aangrijpingspunten voor het formuleren van doelstellingen en de te volgen strategie in de periode 2013-2016: Sterkte
Zwakte
Organisatie • Opleidingsstructuur van talent tot topsporter • Internationale ervaring en sporttechnische kennis • Inzet coaches nationale jeugdteams • Innovatief / creatief • Internationale erkenning • (Inter)nationaal netwerk
Organisatie • Status en imago van softbal in Nederland • Grootte van de sport (ledenaantal) • Verenigingsstructuur t.o.v. schoolstructuur • Draagvlak (hoofdklasse)verenigingen • Lokale beïnvloeding • Media-aandacht
Doelgroepen • Mondiale resultaten A-team (Oranje) • Europese resultaten nationale jeugdteams • Lichaamsbouw Nederlandse sporter (groot/sterk/gezond) • Speelsters in buitenlandse competities • Voorzieningen voor talent • Bijeenbrengen van verschillende culturen
Doelgroepen • Competitieopzet (verenigingteams) • Aantal wedstrijden in competitie tegen gelijkwaardige tegenstanders voor Rood en Wit • Onvoldoende wedstrijden op mondiaal niveau voor zowel Oranje, als Rood en Wit • Ontwikkeling in de breedte van de pitchers • Ontwikkeling op mondiaal topniveau van de pitchers
Kader • Kaderopleiding TC4 • Trainingsplannen • Technische beschrijvingen
Kader • Beschikbaarheid technisch kader • Niveau en beschikbaarheid scheidsrechters topsport jeugdcompetities • Onvoldoende kwalitatief goed kader voor de leeftijdsgroep 9 tot 12 jaar en de groep 13/14 jaar
Accommodaties • Goede topsportaccommodaties • Spreiding trainingslocaties (reisafstanden)
Kansen • • • • • • • • • • • • •
Professionele organisatie TO en TS Regeling Combinatiefuncties / Buurtsportcoaches Regeling ‘Sportimpuls’ voor innovatief sportaanbod Obesitas-bestrijding / aantal inactieven Samenwerking met onderwijs Ondersteuning ASA (American Softball Association) Goede samenwerking/relatie met NOC*NSF Samenwerking/relatie met Curaçao en Aruba Samenwerking/relatie met Little League Verticale leerlijn onderwijs (met sportvoorzieningen) ESPN uitzendingen wedstrijden Instroom vanuit BeeBall (5-8 jarigen) WK 2014 in Nederland
Accommodaties • Beschikbaarheid topsportaccommodaties • Aanwezigheid ‘mono’ softbalaccommodatie Bedreigingen • • • • • •
Geen Olympische sport Verarming bewegingscultuur Stijging van het mondiale softbalniveau Maatschappelijke omgeving Jeugd kiest liever voor andere sporten Toenemende beperkingen in de financiële ondersteuning (landelijk)
Tenslotte wordt het Topsport Damessoftbalbeleid binnen de dynamische context van de KNBSB vormgegeven. In vergelijking met het (top)honkbal is softbal in Nederland een kleinere sport, zowel qua ledenaantallen als qua talentenaanwas. Aandacht voor de basis is dus vereist: sportstimulering, productontwikkeling en verenigingsondersteuning. Met name lokaal kan softbal, naast voetbal en basketbal, een gelijkwaardige pijler zijn van het sportbuurtwerk en bewegingsaanbod binnen het onderwijs. Juist voor kinderen die wat meer gewicht in de schaal hebben te leggen! Naast de succesvolle Topsport Honkbalstrategie heeft het softbal haar eigen kwaliteiten. Vanwege de smallere top kan het softbal haar opleidings- en trainingsaanbod voor Oranje, Rood en Wit eenvoudiger concentreren. De lijnen zijn kort en effectief. In de communicatie en marketing kunnen honkbal en softbal elkaar versterken.
38
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
6.3 Strategie Het complete systeem voor Talentontwikkeling en Topsport Damessoftbal dat de komende jaren door de KNBSB wordt gehanteerd, ziet er als volgt uit:
De KNBSB maakt voor haar talentenprogramma gebruik van ‘Long Term Athletic Development’ (LTAD) model. Het LTAD model geeft per leeftijdsfase aan welke vaardigheden de sporter dient te ontwikkelen op de onderdelen algemene fysieke ontwikkeling, sporttechnische ontwikkeling, tactische en mentale ontwikkeling. Het LTAD model kent de volgende fases: 1. Active Start: 0-6 jaar 2. Fundamentals 6-9 jaar 3. Leren te Trainen 9-12 jaar 4. Trainen om te Trainen 12-16 jaar 5. Trainen voor Competitie 16-23 jaar 6. Trainen om te Winnen 19 +
Grondvormen van bewegen Grondvormen van bewegen en Fundamentele Sport bewegingen Fundamentele Sport bewegingen Competent maken van fysieke en mentale vaardigheden Competent maken van fysieke en mentale vaardigheden High Performance Sport
De KNBSB heeft voor het softbal de fases 2 t/m 4 geïmplementeerd in haar verenigingsbeleid, en hanteert voor het talentenprogramma in het Topsport Damessoftbal de fases 4 t/m 6. Net als bij het honkbal bestaat er dus een zekere mate van overlap tussen het verenigingsaanbod en het nationale talentenprogramma. De kernstrategie voor het Topsport Damesoftbalbeleid in de periode 2013-2016 combineert drie parallelle sporen: a. Verhogen frequentie internationale wedstrijden Oranje b. Kwaliteitsverhoging Nederlandse Hoofdklasse c. Kwaliteitsverhoging kader en nationale jeugdteams Ad a Verhogen frequentie internationale wedstrijden Oranje Een absolute randvoorwaarde om op mondiaal niveau door te dringen tot de Top 5 is het uitbreiden van het aantal wedstrijden tegen tegenstanders van dat niveau. Binnen Europa is dit niveau niet aanwezig. Het sporttechnisch programma voor de komende jaren moet ruimte bieden om het aantal wedstrijden tegen kwalitatief sterke tegenstanders buiten Europa substantieel uit te breiden. 39
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
Ad b Kwaliteitsverhoging Nederlandse Hoofdklasse Ook in het softbal is het verhogen van het prestatieniveau en de topsportcultuur binnen de Hoofdklasse een voortdurend aandachtspunt. De samenstelling van Oranje was afgelopen jaren al dusdanig, dat ongeveer 80% van de speelsters speelde bij drie van de acht Hoofdklasse teams. Dat toont aan dat het prestatieniveau binnen de Hoofdklasse over de volle breedte onvoldoende dynamiek kent. Daarnaast zal een duidelijk loopbaanpad moeten worden gecreëerd voor jonge talentvolle speelsters waarmee de kans op een studiebeurs voor een college in Amerika wordt vergroot. Alleen zo doen speelsters in het Topsport Damessoftbal de benodigde internationale competitie en ervaring op die in de Nederlandse topsportcompetitie niet is te vinden. Ad c Kwaliteitsverhoging kader en nationale jeugdteams Het verhogen van het niveau van zowel het sporttechnisch kader als de nationale jeugdteams vormt de basis voor verdere kwalitatieve ontwikkeling van het Nederlandse softbal. Hoger gekwalificeerd kader is in staat om effectievere opbouwprogramma’s te ontwikkelen en voor kwalitatief betere kennisoverdracht zorg te dragen. De coaches van Oranje dragen hun kennis en ervaring over aan die van Rood en Wit. Deze kwaliteitsimpuls zorgt voor een duurzame doorontwikkeling van het talentontwikkelingsbeleid in het softbal. Hierdoor zullen de jeugdteams beter aansluiten bij het vereiste niveau binnen Oranje. Deze driesporen strategie wordt in de volgende paragrafen vertaald naar de diverse onderdelen van het Topsport Damessoftbalbeleid van de KNBSB: 1. Talentontwikkeling • Oranje Blauw • Oranje Wit 2. Topsportprogramma • Oranje Rood • Oranje 3. Ontwikkeling topsportcompetities • Hoofdklasse Nederland • Overgangsklasse • Topsport Jeugdcompetitie 4. Randvoorwaarden • Kaderontwikkeling • Accommodatieontwikkeling • Aansturing Topsport Softbal
40
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
6.4 Talentontwikkeling De KNBSB hanteert voor het Topsport Damessoftbal een gecentraliseerd programma voor talentherkenning en talentontwikkeling dat van Jong Oranje Blauw via Jong Oranje Wit doorloopt naar het topsportprogramma met daarin Jong Oranje Rood en Oranje. Het nationale programma is gedifferentieerd naar specifieke programma’s voor elk van de drie genoemde vertegenwoordigende jeugdteams; Rood, Wit en Blauw. 6.4.1 Jong Oranje BLAUW Deze instroomselectie is samengesteld uit talentvolle jeugdspeelsters van 13 of 14 jaar oud. Voor de selectie in 2013 moeten speelsters zijn geboren in 1999 of 2000. Speelsters voor Blauw zijn geselecteerd als potentiële selectiespeelsters voor Wit. Zij worden voorgedragen door hun vereniging of regionale coach. Of zij vallen op tijdens try-outs, Nationale Trainingsweek of het open toernooi voor 14 jarigen in september. Elk volgend seizoen wordt een aantal van de speelsters van Blauw op grond van hun ontwikkeling tijdens het seizoen toegevoegd aan Wit. 2013-2016 Ambitie: Kweekvijver voor Blauw vergroten in samenspel met alle softbalverenigingen van Nederland. Doel: Instroom in Blauw verhogen met minimaal 50% meer talentvolle 13 en 14-jarigen. Activiteiten: • Realiseren van de aanstelling van een Talentcoach voor Rood, Wit en Blauw • Technische aansturing en doorontwikkeling programma’s door Talentcoach • Doorstroming van Blauw naar Wit voorbereiden en begeleiden • Ondersteuning speelsters Blauw (en ouders) in de overgang van spelen naar presteren • Ondersteuning speelsters Blauw in de communicatie met hun verenigingen • Monitoren van ontwikkeling van alle jeugdspeelsters door middel van een talentvolgsysteem • Deskundigheid staf Blauw uitbreiden en hiervoor doelstellingen formuleren (POP traject) • Zorg dragen voor deelname aan wedstrijden tegen andere, sterke of meer ervaren teams
6.4.2 Jong Oranje WIT Deze groep speelsters bestaat uit vanuit Blauw geselecteerd talent en is samengesteld uit speelsters van 15, 16 en 17 jaar. In 2013 komen de speelsters in aanmerking die zijn geboren in 1997 of 1998. ‘Jong Oranje’ Wit zal in 2013 en 2015 deelnemen aan het Europees Kampioenschap voor Nationale Teams Under 17 in Tsjechië. De meeste speelsters die deel uitmaken van Wit zijn gescout door Oranje coaches tijdens try-out sessies in het land. Anderen zijn geselecteerd als toekomstig talent op grond van hun prestaties tijdens de Nationale Trainingsweek in de meivakantie. Wit speelsters doen mee aan een jaarlijks indoortoernooi, het Future Stars Tournament, samen met de meer ervaren speelsters van Rood. 2013-2016 Ambitie: Niveau van instroom binnen Wit verhogen in samenspel met alle softbalverenigingen van Nederland. Doel: De KNBSB speelt in 2013 en 2015 met het Wit team de finale van het EK. Activiteiten: • Realiseren van de aanstelling van een Talentcoach voor Rood, Wit en Blauw • Technische aansturing en doorontwikkeling programma’s door Talentcoach • Doorstroming van Wit naar Rood voorbereiden en begeleiden • Ondersteuning speelsters Wit (en ouders) in het maken van de keuze voor Topsport Damessoftbal • Ondersteuning speelsters Wit in de communicatie met hun verenigingen • Optimaliseren wederzijdse communicatie tussen staf NL en verenigingen • Verstevigen coördinatie en communicatie KNBSB / verenigingen in afstemming programma • Korte lijnen realiseren met technisch kader van verenigingen • Onderwijs en andere randvoorwaarden voor speelsters Wit individueel uitlijnen • Monitoren van ontwikkeling van alle jeugdspeelsters door middel van een talentvolgsysteem • Deskundigheid staf Wit uitbreiden en hiervoor doelstellingen formuleren (POP-traject) • Deelname aan Europese Kampioenschappen in 2013 en 2015
41
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
• Deelname aan een internationaal toptoernooi in niet EK jaren (2014 en 2016) • Zorg dragen voor voldoende wedstrijden tegen sterke teams, voor de verdere ontwikkeling van het talent en het opdoend van eerste ervaringen met het presteren onder druk
6.5 Topsportprogramma Talentvolle, via Blauw en Wit opgeleide speelsters, kunnen worden geselecteerd voor het nationale Topsport Damessoftbal programma: Jong Oranje Rood en Oranje. 6.5.1 Jong Oranje ROOD Deze geselecteerde talenten vormt de meest kansrijke groep voor doorstroming naar Oranje. Deze selectie is samengesteld uit speelsters in de leeftijd 17, 18 en 19 jaar. In 2013 komen speelsters in aanmerking die zijn geboren in de jaren 1994, 1995 en 1996. Deze selectie zal in 2013 deelnemen aan het Wereldkampioenschap Juniors U20 in Canada. Veel van de speelsters van Rood maakten voorheen deel uit van de selectie van Wit (leeftijd 15 en 16 jaar). Sinds 2009 zijn onder leiding van de nieuwe bondscoach acht speelsters vanuit Rood doorgestroomd naar de Oranje. Drie van deze speelsters beschikken inmiddels over de A-status van NOC*NSF. Speelsters die uitkomen voor Rood nemen deel aan het jaarlijkse indoortoernooi in Schiedam, een internationaal toernooi waar tegen buitenlandse topteams wordt gespeeld. Het streven is om met Rood in de komende jaren aan meer internationale toernooien deel te nemen. Rood neemt tevens als team deel aan de Hoofdklasse competitie. Deze situatie is niet optimaal voor het doorontwikkelen van de topsportcompetitie. Met ingang van 2014 zal de competitieopzet worden gewijzigd (zie tevens 6.6). Sinds de nieuw ingeslagen weg met Rood in 2010, heeft dit in 2012 geresulteerd in een Europees Kampioenschap. Rood zal om het huidige niveau te kunnen handhaven en te verhogen, net als Oranje, verder moeten professionaliseren. Verder is het spelen van zoveel mogelijk wedstrijden tegen sterkere teams, nationaal en internationaal, een voorwaarde voor verdere groei. Tot slot is het van wezenlijk belang dat het gat tussen Oranje en Rood zo klein mogelijk is, om optimale doorstroming te realiseren en de continuïteit van Oranje te waarborgen. 2013-2016 Ambitie: De opleidingscapaciteit in het softbal maximaliseren, zodat meer speelsters door kunnen stromen naar Overgangsklasse, Hoofdklasse, Amerikaanse colleges of Oranje. Doel: Rood speelsters meer laten spelen op een hoger niveau hoger dan ze gewend zijn, waardoor ze al in de voorfase van Oranje de stap maken naar het daar gewenste niveau. Activiteiten: • Aanstelling van een Talentcoach voor Rood, Wit en Blauw, tevens Hoofdcoach voor Rood • Technische aansturing en doorontwikkeling talentprogramma’s door Talentcoach • Inrichten en op niveau houden gekwalificeerd begeleidingsteam Rood (POP traject) • Ondersteuning speelsters Rood (en ouders) in het maken van de keuze voor Topsport Damessoftbal • Ondersteuning speelsters Rood in de communicatie met hun verenigingen • Verbetering wederzijdse communicatie tussen staf NL en Topsport Damessoftbal verenigingen • Verstevigen coördinatie en communicatie KNBSB / verenigingen in afstemming programma • Korte lijnen realiseren met technisch kader van verenigingen • Monitoren van ontwikkeling van alle jeugdspeelsters door middel van een talentvolgsysteem • Zorg dragen voor substantieel meer wedstrijden tegen sterkere en meer ervaren teams, voor de verdere ontwikkeling van het talent en het opdoen van ervaring in presteren onder druk • Deelname aan Europese Kampioenschappen U20 in 2014 en 2016 • Deelname aan Wereldkampioenschappen U20 in 2013 + optie 2015 • Intensivering trainingen tijdens het gehele jaar en wekelijkse wedstrijden tijdens de zomermaanden • Oefenwedstrijden tegen Oranje en deelname speelsters Rood aan trainingen Oranje • Samenwerking met onderwijsinstellingen (Voortgezet Onderwijs en MBO)
42
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
6.5.2 Oranje Wat Oranje betreft is vanaf 2009 een duidelijke groei zichtbaar in de prestatiecurve van het nationale team. Vanaf 2009 is Oranje (ongeslagen!) Europees Kampioen en inmiddels maakt Oranje deel uit van de Top 6 van de wereld. De huidige selectie heeft de mogelijkheden om nog verder door te groeien. Hiernaast zullen de meest kansrijke speelsters vanuit Rood komende jaren ingepast worden om structureel met Oranje door te groeien naar de absolute wereldtop. Doel is (minimaal) een Top 5 klassering op de Wereldkampioenschappen in 2014 en 2016, en het behalen van een medaille tijdens het Wereldkampioenschap in 2020 en mogelijk ook tijdens de Olympische Spelen in 2020. Hiervoor is binnen de begeleiding van Oranje een verdere professionalisering noodzakelijk en dienen meer wedstrijden tegen sterke(re) internationale teams gespeeld te worden. 2013-2016 Ambitie: Structurele aansluiting realiseren met de wereldtop in het softbal. Doel: Doorgroei naar positie binnen Top 5 van de wereld en beste softballand van Europa. Activiteiten: • Inrichten en op niveau houden (verder professionaliseren) gekwalificeerd begeleidingsteam • Jaarlijks 50% meer internationale wedstrijden, bij voorkeur tegen Top 5 • Verdere opleiding en professionalisering van de Oranje speelsters • Inrichten en transparant maken van het selectieproces voor Oranje • Het maximaliseren en verfijnen van alle eerder opgedane fysieke vaardigheden • Herkennen, beoordelen en trainen van mentale vaardigheden in trainingen en wedstrijden • Mogelijkheid bieden voor individuele mentale begeleiding door sportpsychologen • Individuele begeleiding naar aanleiding van Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) • Samenwerking met onderwijsinstellingen (MBO, HBO of WO) • Instroom vanuit Jong Oranje Rood en Hoofdklasse verenigingen organiseren / begeleiden • Onderzoeken of er Antilliaanse softbaltalenten zijn, die een meerwaarde kunnen hebben • Verstevigen coördinatie en communicatie KNBSB / verenigingen in afstemming programma • Korte lijnen realiseren met technisch kader van verenigingen • Deelname aan Europese Kampioenschappen in 2013 en 2015 • Deelname aan Wereldkampioenschappen in 2014 en 2016 • Samenwerking intensiveren met toplanden (Wereld Top 8)
6.6 Topsportcompetities In het Nederlands Topsport Damessoftbal wordt gewerkt met de volgende gradaties: 1. Hoofdklasse 2. Overgangsklasse 3. Topsport Jeugdcompetitie Omdat de top in het softbal smal is, kent de Hoofdklasse te weinig uitdaging voor speelsters die voor Oranje uitkomen. Tevens komen jeugdspeelsters uit Wit of Rood, door de smalle top, te snel in beeld van de Hoofdklasse. Meer kwaliteit in de breedte is gewenst. Hiertoe zal komend jaar een nieuw competitiemodel worden ontwikkeld. Vanaf 2014 wordt de competitieopzet dusdanig gewijzigd, dat dit recht doet aan het gewenste niveau en de verbeterde kwaliteit van zowel Hoofdklasse als Overgangsklasse. Het onderzoek naar het optimale competitiemodel wordt uitgevoerd in 2013, in samenspel met alle betrokkenen binnen het Topsport Damessoftbal.
43
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
6.6.1
Hoofdklasse
2013-2016 Ambitie: Maximaliseren van het niveau van Nederlandse Hoofdklasse, zodat de Hoofdklasse optimaal functioneert als springplank naar een college in Amerika of het Nederlands team. Doel: Het realiseren van een hogere doorstroom van Nederlandse speelsters naar het NL team of andere internationale topsportcompetities. Activiteiten: • Aanbieden van vraaggerichte ondersteuning, in het kader van verenigingsontwikkeling • Instructie en deskundigheidsbevordering vanuit de opleidingsvisie van de KNBSB • Doelstelling en ambitie afstemmen tussen KNBSB / verenigingen / NL teams, besluitvorming in de softbalkolom, en deze besluiten implementeren • Goede communicatie / afstemming tussen NL staf en technische staf van de Topsport Damessoftbalverenigingen • Structuur Hoofdklasse voor meerdere jaren vastleggen (2014-2016) • De staf van het Nederlands team is van plan de ingeslagen weg voort te zetten om binnen de Hoofdklasse pitchertrainingen te verzorgen voor Nederlandse pitchers. • Informatiebijeenkomsten organiseren voor speelsters (en ouders) met potentiële kansen voor een college softbalbeurs in Amerika • Medische begeleiding afstemmen, goede communicatie tussen medische staf NL en verenigingen • Regelgeving rond Nederlandse pitchers afronden en vastleggen in Reglement van Wedstrijden Topsport • Planontwikkeling herinrichting Nederlandse Topsport Damessoftbalcompetitie
6.6.2
Overgangsklasse
2013-2016 Ambitie: Kwaliteit Overgangsklasse verhogen, met het oog op de kwaliteitsverhoging van het Topsport Damessoftbal in Nederland. Doel: Stabiele Overgangsklasse verenigingen met een competitie die voldoende uitdaging biedt voor talentvolle jeugdspeelsters. Activiteiten: • Aanbod verenigingsontwikkeling voor deze categorie verenigingen intensiveren, met specifieke aandacht voor de kansen en ontwikkelopgaven als Overgangsklasse vereniging • Samenwerking met de Jong Oranje teams en Hoofdklasse verenigingen intensiveren • Regelgeving rond Nederlandse pitchers afronden en vastleggen in Reglement van Wedstrijden Topsport • Planontwikkeling herinrichting Topsport Damessoftbalcompetitie
6.6.3
Topsport Jeugdcompetitie
2013-2016 Ambitie: Maximaliseren van het niveau van een Topsport Jeugdcompetitie. Doel: Het realiseren van een kwalitatief betere competitie voor talenten en het creëren van een breder draagvlak voor een topsportloopbaan. Activiteiten: • Gestimuleerd programma vanuit de KNBSB • Bundeling van krachten stimuleren per vereniging of regio
44
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
6.7
Randvoorwaarden
6.7.1 Kaderontwikkeling Kaderontwikkeling is de sleutel naar meer kwaliteit en succes. De deskundigheid en het volume van het begeleidend sporttechnisch kader per selectieteam dient bij voorkeur als volgt te worden uitgebreid: NL Team - Oranje: • Bondscoach (full time) • Assistent Coach (full time) tevens Bench Coach • Assistent Coach (full time) tevens Video-analyst / Batting Practice Pitcher • Pitching Coach (full time) • Teammanager (part time) • Business Manager (part time) • Media Manager (part time) • Materiaalcoördinator (part time) • Fysiotherapeut • (Gebruik van) S&C specialist NOC*NSF • (Gebruik van) diëtist NOC*NSF • (Gebruik van) sportpsycholoog / mental coach NOC*NSF • (Gebruik van) softbalspecialisten voor catchers en slaan De aanstelling van een Talentcoach voor het begeleiden van talenten in Rood en de coördinatie van de gehele talentenlijn. De Talentcoach is de spil waar de verdere professionalisering van het Topsport Damessoftbalprogramma op drijft. Deze cruciale functie zal stapsgewijs worden ingevuld: 0.5 fte in 2014, 0.6 - 0,8 fte in 2015 en 1.0 fte in 2016. Deze opbouw loopt parallel aan het aantrekken van de benodigde financiële middelen. Nederland Rood: • Hoofdcoach (talentcoach) • Assistent Coach (part time) • Pitching coach (part time) • Teammanager (part time) • Materiaalcoördinator • Fysiotherapeut (part time) • (Gebruik van) S&C specialist NOC*NSF • (Gebruik van) diëtist NOC*NSF • (Gebruik van) sportpsycholoog NOC*NSF • (Gebruik van) softbalspecialisten voor catchers en slaan
Nederland Wit: • Hoofdcoach (part time) • Assistent coach (part time) • Assistent coach (part time) • Pitching coach (part time) • Teammanager (part time) • Fysiotherapeut (part time) • (Gebruik van) S&C specialist NOC*NSF • (Gebruik van) diëtist NOC*NSF • (Gebruik van) sportpsycholoog NOC*NSF • (Gebruik van) softbalspecialisten voor catchers en slaan
45
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
6.7.2 Accommodatieontwikkeling Naast kader zijn accommodaties de kritieke succesfactor op randvoorwaardelijk vlak. Softbal is een buitensport, maar Nederland heeft een binnensport klimaat. Het programma vindt zes maanden in een sporthal plaats, terwijl softbal een buitensport is. Voor softbal is een grote indoor trainingsaccommodatie nodig. Voor zover bekend zijn er op dit moment in Nederland geen indoor faciliteiten die tegemoetkomen aan de internationale normen (afmetingen). De indoortrainingen vinden plaats op verschillende minder geschikte locaties in Nederland. Van deze locaties komt alleen Sporthallen Zuid in Amsterdam enigszins tegemoet aan wat nodig is, hoewel deze hal ook veel te klein is. Mede daarom is ‘indoorvriendelijk’ materiaal nodig, om te voorkomen dat de zaal beschadigd wordt. De laatste jaren zijn de trainingen en oefenwedstrijden gehouden op het complex van Nieuwegein Diamonds. Dit partnerschap werkte goed voor beide partijen. De buitenfaciliteiten voldoen aan de internationale standaards, inclusief de veldafmetingen, verlichting, kwaliteit van gravel en gras, etc. De Diamonds hebben afgelopen jaren, mede door de aantrekkingskracht van Oranje, steeds meer leden gekregen, met als gevolg dat de voor de Nederlandse teams noodzakelijke beschikbaarheid niet meer haalbaar is op deze locatie. Op dit moment is het niet mogelijk om met alle Nationale Softbalteams op dezelfde locatie te trainen. Het is gewenst te beschikken over een Nationaal Softbal Trainingscentrum, centraal in het land, met zowel binnen- als buitenfaciliteiten. Op dit moment lopen onderhandelingen met een gemeente in het midden van het land om gebruik te maken van een daar in aanbouw zijnde accommodatie (vanaf 2013 of 2014). Naast deze optie dient zich de kans aan honkbal en softbal te concentreren op de locatie in Hoofddorp, waar een MLB gecertificeerde accommodatie met alle centrale faciliteiten voor het Topsport Honkbal wordt gerealiseerd. Een technisch haalbaarheidsonderzoek is op korte termijn nodig om deze optie te onderzoeken. 2013-2016 Ambitie: Structurele aansluiting realiseren met de wereldtop in het softbal. Doel: Het realiseren van een nationaal trainingscentrum voor softbal, bij voorkeur centraal in het land, met zowel binnen- als buitenfaciliteiten, inclusief kunstgras. Activiteiten: • Gezamenlijk haalbaarheidsonderzoek naar nationaal trainingscentrum • Doorzetten onderhandelingsproces met gemeente over nationaal trainingscentrum, met het oog op een vaste locatie dan wel overbrugging naar een gecombineerd nationaal trainingscentrum honkbal en softbal • Actualiseren / aanscherpen sporttechnische kwaliteitsnormen softbalaccommodaties
46
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
6.8 Aansturing Topsport Damessoftbal Binnen de KNBSB is het mandaat voor het Topsport Damessoftbal verankerd binnen een kolom. De organisatie van de softbalkolom is als volgt: • Eindverantwoordelijke (beleidsmatig en financieel): Algemeen Directeur • Sporttechnisch mandaat (coördinatie): Bondscoach • 2 leden Hoofdklasse • 1 lid Overgangsklasse • 1 lid namens officials • 1 lid vanuit Evenementen • Experts (naar behoefte) De functie van Technisch Directeur is in het Topsport Damessoftbal feitelijk opgesplitst tussen de Algemeen Directeur en de Bondscoach. Hiermee is binnen de beschikbare middelen de meest functionele combinatie gemaakt. De Bondscoach heeft op sporttechnisch vlak het mandaat binnen de kolom, bepaalt het Topsport Damessoftbalbeleid en formuleert daarbij passende financiële randvoorwaarden. De Algemeen Directeur toetst deze aan het begin van een nieuwe beleidscyclus aan de financiële kaders van de KNBSB. Daarnaast bewaakt de Algemeen Directeur de beleidsinhoudelijke consistentie van het Topsport Damessoftbalbeleid. Op basis van het sporttechnische mandaat bepaalt de Algemeen Directeur samen met de Bondscoach welke beleidsaccenten of budgettaire ingrepen eventueel noodzakelijk zijn. De Algemeen Directeur beschikt over volledig mandaat om dergelijke wijzigingen door te voeren, voor zover deze passen binnen de beleidsmatige kaders van dit Meerjaren Beleidsplan. Hij bepaalt tevens of volstaan kan worden met besluitvorming binnen de Softbalkolom. Een logische vervolgstap om de aansturing van het Topsport Damessoftbal te optimaliseren, is de aanstelling van een volwaardig Technisch Directeur. Dan zijn beide functies verenigd in één functie c.q. persoon. Deze stap volgt echter na het aanstellen van een Talentcoach voor alle Jeugdteams.
47
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
De ambitie is komende jaren toe te werken naar het volgende functiegebouw:
De doorontwikkeling en het prestatievermogen van het Topsport Damessoftbal is in sterke mate afhankelijk van de kansen om het functiegebouw op deze wijze uit te bouwen. Samengevat zijn de volgende maatregelen noodzakelijk om het niveau van het Nederlandse Topsport Damessoftbal op een hoger niveau te brengen en te houden: •
Structurele uitbreiding capaciteit technisch kader Nationale teams
•
Meer internationale wedstrijden c.q. toernooien spelen tegen de Top 5
•
Full time Talentcoach aanstellen, verantwoordelijk voor Rood, Wit en Blauw
•
Nationaal Training Center (in-/outdoor) realiseren met alle voorzieningen en materialen
•
Financiering garanderen voor professionalisering van het Topsportprogramma
48
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
7
ORGANISATIEONTWIKKELING
7.1 Algemeen De KNBSB wil zich ontwikkelen tot een stabiele, ondernemende ‘brancheorganisatie’ voor de aangesloten verenigingen en alle andere voor de groei van het honkbal en softbal relevante partijen. Het versterken van de organisatie is randvoorwaardelijk voor het realiseren van de breedtesport- en topsportambities. Dit is een continu proces. Afgelopen jaren heeft de KNBSB een voortvarende ontwikkeling doorgemaakt, met de inrichting van een kolommenstructuur, zie onder ‘Besturingsmodel’. De komende beleidsperiode zal verder worden gebouwd aan een professionele, servicegerichte en toekomstbestendige landelijke sportorganisatie op het gebied van honkbal en softbal. Eind 2009 is tijdens het IOC congres in Beijing besloten honkbal en softbal te schrappen als Olympische sporten. Diverse redenen lagen ten grondslag aan dit teleurstellende besluit. Sindsdien is op internationaal bestuurlijk niveau een proces op gang gekomen om opnieuw toegevoegd te kunnen worden aan het Olympische programma. Het IOC stelt als eis dat honkbal en softbal gezamenlijk een bid indienen. Dit verzoek is inmiddels omarmd door zowel de International Baseball Federation (IBAF) als de International Softball Federation (ISF), met de intentie om gezamenlijk een integraal Olympische programmasport te ontwikkelen. Implicatie is dat er ook één internationale federatie wordt gevormd voor honkbal en softbal. De KNBSB ondersteunt dit proces zowel bestuurlijk als operationeel. In 2013 moet dit tijdens het IOC Congres leiden tot het besluit om honkbal en softbal toe te laten tot het Olympisch programma vanaf 2020. De KNBSB heeft ten aanzien van organisatieontwikkeling de volgende aandachtsgebieden: • Verder ontwikkelen en goed laten functioneren nieuw besturingsmodel • Ontwikkelen competentiegericht personeels- en vrijwilligersbeleid • Structurele aandacht voor interne en externe communicatie • Efficiënt inzetten en verbreden facilitair bedrijf ten dienste van honkbal en softbal • Realiseren verregaande samenwerking met andere bond(en) binnen facilitair bedrijf • Versterken onderlinge samenwerking tussen honkbal en softbal 7.2 Besturingsmodel Sinds haar installatie in maart 2010 heeft het nieuwe bondsbestuur voortvarend gewerkt aan de opdracht van de Bondsraad om te komen tot een nieuwe organisatiestructuur voor de KNBSB. Deze kolommenstructuur voldoet aan de eisen van de Code Goed Sportbestuur en de Minimale Kwaliteitseisen van NOC*NSF. Aan de Bondsraad van december 2010 zijn de nieuwe voorstellen ‘Op weg naar een nieuwe organisatiestructuur KNBSB’ ter besluitvorming voorgelegd. De bondsraad heeft de voorstellen met een overtuigende meerderheid aangenomen, waaronder: •
Het organiseren van een Congres per vier of twee jaar voor alle leden
•
Het inrichten van een Bondsraad met afgevaardigden als hoogste orgaan van de vereniging
•
Het inrichten van een kolommenstructuur en facilitair bedrijf in de werkorganisatie
Na deze cruciale fase zijn in 2011 de nieuwe Statuten en het Algemeen Reglement opgesteld en tijdens de Bondsraad van december 2011 vastgesteld. In 2012 zijn de Statuten notarieel vastgelegd, mede op basis van de verplichte Koninklijke goedkeuring als Koninklijke sportbond. Tevens is in 2012 invulling gegeven aan de implementatie van de nieuwe kolommenstructuur, zoals vastgelegd in de Statuten en het Algemeen Reglement. De kolommenstructuur is ingericht voor het aansturen van de beleidsonderdelen: Breedtesport, Topsport Honkbal en Topsport Damessoftbal. De kolom stelt in mandaat van het bondsbestuur de Reglementen van Wedstrijden voor de eigen kolom vast en kan daar zelfstandig wijzigingen in aanbrengen. Het kolomoverleg besluit zelfstandig, daartoe bevoegd op basis van mandaat van het bondsbestuur, over de uitvoering van de activiteiten binnen de kolom en legt daarover verantwoording af aan het bondsbestuur.
49
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
* De functie van Technisch Directeur Damessoftbal wordt in de kolom ingevuld door twee personen, te weten: de Algemeen Directeur en Bondscoach Damessoftbal (zie hoofdstuk 6.8).
50
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
7.3 Uitvoeringsorganisatie In 2012 is een start gemaakt met de implementatie van de kolommenstructuur in de werkorganisatie. Dit is een gewenningsproces voor alle betrokkenen, zowel bureaumedewerkers, als vrijwilligers, coaches, officials en bestuurders. De inrichting van de bestuurlijke kolommen is inmiddels een feit, de praktische doorwerking vraagt nog aandacht. De uitvoering vraagt rolvastheid op alle niveaus en onderling vertrouwen tussen de betrokkenen in elke kolom. Het communiceren met de belanghebbende verenigingen over de ontwikkeling van onze sporten is in 2012 gestart met het organiseren van halfjaarlijkse clusteroverleggen. Ook dit vraagt tijd en geduld om tot het gewenste effect te leiden. Streven is dat de kolommenstructuur per 2013 functioneert als bedoeld door bestuur en bondsraad. Dat impliceert de definitieve mandatering vanuit het bondsbestuur, via de algemeen directeur, naar de kolomverantwoordelijke in de werkorganisatie. De algemeen directeur is eindverantwoordelijk en intermediair naar het bondsbestuur. Het bureau is het kloppend hart van de organisatie: dienstverlenend en als kenniscentrum. Om dat te realiseren is het essentieel dat de personele bezetting op orde is. De huidige bezetting is kwetsbaar. Met een grotere omvang kan meer continuïteit en service worden geboden. Met het versterken van de bondsorganisatie zal de dienstverlening, waaronder communicatie met de verenigingen, verbeteren. De personele bezetting kan worden verhoogd door de inzet van een grotere groep vrijwilligers en de inzet van stagiaires. Dat zal zeker nodig zijn, gezien de financiële vooruitzichten tot 2016. Voor vrijwilligers moet het aantrekkelijk zijn zich in te zetten voor de KNBSB. Een goede samenwerking tussen professionals, vrijwilligers en stagiaires is daarbij essentieel. Richting de bestaande personeelsformatie is aandacht nodig voor competentieontwikkeling binnen een duurzaam personeelbeleid. Hierin past ook de verdere uitbouw van de samenwerking met de Nederlandse Basketbal Bond. 7.3.1 Impuls personeelsbeleid De KNBSB is qua omvang een relatief kleine bond, maar mede daardoor juist flexibel. Dit beleidsplan kent een stevig ambitieniveau, dat enkel haalbaar is met voldoende aandacht en ondersteuning voor het beschikbare personeel. Het plan zal vertaald worden naar het huidige functiegebouw, met een heldere opdrachtformulering per functie en scherpe onderlinge taakafbakening tussen medewerkers. Ook de inzet van vrijwilligers en stagiaires wordt gekoppeld aan het functiegebouw. Flankerend hieraan zal een P&O routine voor de bureaumedewerkers worden opgebouwd, inclusief jaarlijkse functionerings- en beoordelingsgesprekken. Elke medewerker wordt gestimuleerd een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) op te stellen, op basis waarvan afspraken worden gemaakt over de benodigde begeleiding en / of training en verdere loopbaanontwikkeling. 2013-2016 Ambitie: De KNBSB gaat haar personeelsbeleid ontwikkelen naar het voor dit Meerjaren Beleidsplan benodigde niveau. Doel: Een substantieel hogere effectiviteit en voldoening bij het personeel tijdens het uitvoeren van dit Meerjaren Beleidsplan. Activiteiten: • Vertalen van Meerjaren Beleidsplan naar huidige functiegebouw, inclusief opdrachtformulering per functie en taakafbakening tussen medewerkers • Complementair aan het functiegebouw: bepalen inzet vrijwilligers en stagiares, inclusief benodigde randvoorwaarden • Opzet P&O-routine bureau, bestaand uit jaarlijks een functionerings- en beoordelingsgesprek per medewerker, inclusief alle benodigde materialen • Medewerkers stellen begin 2013 een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) op • Bepalen begeleidings- en trainingsaanbod, eventueel ‘in company’
51
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
7.3.2 PR & Communicatie De afgelopen beleidsperiode is de KNBSB gestart met de professionele inzet (parttime) voor PR & Communicatie. Deze positieve ontwikkeling vraagt in de komende periode een voortzetting voor zowel de breedtesport, ten behoeve van de verenigingen, als de topsport. Tevens dient er aandacht te worden besteed aan de interne communicatie. De inzet van digitale communicatie via Sociale Media is een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst. Tevens worden de communicatiemiddelen ingezet ten aanzien van honkbal- en softbalevenementen en de (internationale) positionering van de KNBSB. 2013-2016 Ambitie: De KNBSB gaat het aandachtsgebied PR & Communicatie vanuit het bondsbureau professioneel inzetten. Doel: De KNBSB gaat door middel van verbeterde interne en externe communicatie de binding en samenwerking intern, richting haar verenigingen en derde partijen versterken. Activiteiten: • Ontwikkelen communicatieplan voor interne en externe communicatie met aandacht voor (internationale) positionering KNBSB • Ontwikkelen en onderhouden van een op de verenigingen gerichte, gebruiksvriendelijke en informatieve website • Verbeteren nieuwsbrief (‘Homeplate’) met verwijzing naar website • Meer aandacht voor onze sporten in de media • Meer aandacht voor honkbal- en softbalevenementen • Inzet van Social Media • Communiceren met verenigingen via goed bereikbaar en klantvriendelijk bondsbureau • Communiceren met verenigingen tijdens het KNBSB Congres en clusterbijeenkomsten (2x per jaar)
7.3.3 Marketing & Sponsoring Marketing en sponsorwerving zijn de laatste twee jaar vanuit het bondsbureau professioneel ingevuld. Tot dat moment werd dit aandachtsgebied uitbesteed aan externe bureaus, met vaak niet het gewenste resultaat. De huidige inzet voor sponsorwerving en merchandising heeft de afgelopen twee jaar enkele hoopgevende resultaten opgeleverd voor de korte termijn. Deze professionele inzet voor een meer substantieel resultaat vraagt meer tijd en aandacht, zeker gezien de huidige financiële situatie in Nederland en de teruglopende subsidies richting de bond vanuit NOC*NSF en het Ministerie van VWS. De verwachting is dat de professionele inzet vanuit het bondsbureau vanaf 2013 een zichtbaar resultaat op langer termijn oplevert, waardoor programma’s kunnen worden uitgevoerd, sportaanbod en diensten kunnen worden geleverd en nieuw sportaanbod kan worden ontwikkeld. Het biedt de KNBSB een verbeterde financiële situatie. Het aandachtsgebied sponsoring en marketing heeft veel raakvlakken met de honkbal- en softbalevenementen. Tijdens de evenementen kunnen onze sporten zich profileren. Onder de aandacht bij een groter publiek neemt de kans op aanwas van nieuwe leden toe. Daarnaast kan de interesse van potentiële sponsors en partners worden gewekt of de belangstelling van sponsors en partners worden onderhouden. 2013-2016 Ambitie: De KNBSB gaat het aandachtsgebied Marketing & Sponsoring vanuit het bondsbureau professioneel inzetten. Doel: De KNBSB gaat haar financiële en marktpositie substantieel versterken door te investeren op duurzame relaties met het Nederlandse en internationale bedrijfsleven. Activiteiten: • Werven en behoud van sponsoren en partners • Ontwikkelen merchandising ter promotie van de sport (o.a. kleding)
52
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
7.3.4 Wet- en regelgeving & juridische zaken De verenigingen hebben behoefte aan duidelijke regelgeving en juridische ondersteuning, omdat de wet- en regelgeving steeds complexer wordt. Deze noodzakelijke juridische ondersteuning ten behoeve van verenigingen kan zowel intern als extern worden vormgegeven. Inmiddels is de KNBSB op juridisch vlak de samenwerking aangegaan met een advocatenkantoor. Zij stellen hun kennis en ervaring ter beschikking aan zowel de bond als de aangesloten verenigingen. In de afgelopen periode is duidelijk geworden dat de regelgeving in de Reglementen van Wedstrijden na 40 jaar, als resultaat van aanvullen en ‘knippen/plakken’, toe is aan herziening. In 2013 zal hiermee worden gestart. 7.4 Samenwerking andere takken van sport De KNBSB is gehuisvest in het Huis van de Sport met als gezamenlijk voordeel dat een groot aantal diensten en services goedkoper kunnen worden ingekocht. Dit geldt voor receptie, postkamer, huisdrukkerij, personeelszaken, salarisadministratie, office ICT, catering en magazijn. Deze efficiencyslag kan beslist nog verder worden uitgebouwd. Naast de collectieve services binnen het Huis van de Sport gaat de KNBSB de komende jaren haar samenwerking met de Nederlandse Basketbal Bond verder uitbouwen en verdiepen. Primair is de samenwerking gebaseerd op een gezamenlijke personele invulling van de volgende facilitaire diensten: secretariaat, financiën en beheer. Daarnaast gaan we gezamenlijk (breedtesport-) projecten ontwikkelen en organiseren. Met name het bewerken van gemeenten en lokale partijen kan efficiënter als de krachten gebundeld worden. Maar ook bij kaderopleidingen en de organisatie van verenigingsondersteuning zijn schaalvoordelen te behalen. Verder kan de inzet op het gebied van PR & Communicatie, marketing, sponsorwerving en merchandising gezamenlijk worden opgepakt. Het gebruik maken van elkaars expertise moet de kwaliteit van het functioneren versterken. Gaandeweg zullen de processen op operationeel vlak in de komende jaren in elkaar worden gevlochten, zodat meer efficiency en synergie kan ontstaan richting de markt. Op termijn gaat deze samenwerking resulteren in het volgende integrale organisatiemodel: Ontwikkelproces en planvorming richting deze verdergaande vorm van samenwerking en integratie zullen in de loop van 2013 parallel aan de uitvoeringspraktijk op gang worden gebracht.
53
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
7.5 Monitoren en evalueren De implementatie van het Integraal Meerjaren Beleidsplan wordt op de volgende manieren gemonitoord en geëvalueerd: 2013 : 0-meting op basis van kernindicatoren per kolom 2015 : 1-meting, mogelijkheid tot bijsturen / herijken lopend Meerjaren Beleidsplan 2016 : eindmeting, daarmee afronding evaluatie, tevens opmaat naar nieuwe beleidsperiode Organisatie monitoring en evaluatie: • Bestuur: generieke indicatoren bepalen op basis van hoofddoelstellingen Meerjaren Beleidsplan • Management team: kernindicatoren vaststellen per kolom, planning en werkwijze bepalen • Bondsbureau: aansturen c.q. uitvoeren nulmeting, 1-meting (2014) en eindmeting (2016) • Verenigingen: aanleveren gegevens (vanuit jaarlijks evaluaties competities), secundaire check bevindingen 1en eindmeting Streven is de evaluatieroutine zo praktisch en eenvoudig mogelijk te houden.
54
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
8 8.1
BIJLAGE Integrale SWOT KNBSB
Sterkte (intern)
Zwakte (intern)
Organisatie • Instellen kolommenstructuur bondsorganisatie • Instellen clusterstructuur • Professionele organisatie TO en TS honkbal (technisch directeur, talentcoach, bondscoach en pitchingcoach) • Externe (internationale) erkenning • Aantal Nederlandse spelers in MLB (helden) • Ervaren medewerkers met passie en drive
Organisatie • Kleine sportbond • Twee sporten, twee kampen • Veel zwakke verenigingen • Beleid topsportverenigingen • Eenheid binnen de totale bondsorganisatie • Communicatie • Imago en representatie bondsbureau bij leden verenigingen • (Onder)bezetting bondsbureau • Plannen • Trage manier van beslissen • Beschikbaarheid budgetten / lage budgetten / investeringsmogelijkheden • Niet sluitende reglementen • Functioneren clusters • Beperkte verenigingondersteuning • Medewerking/samenwerking verenigingen
Doelgroepen/aanbod • Ontwikkeling sportaanbod • Innovatie talentontwikkeling/topsport • BeeBall voor 5-8 jarige sterk merk/product – medewerker 0,6 FTE • Meerjaren Opleidingsplan voor talentvolle honkballers via Baseball Academies en via aansturing talentcoach • Mogelijkheid voor talentvolle honkballer om profcontact te tekenen • Lage kosten om te kunnen sporten Kader • Kaderopleidingen volgens de nieuwe kwalificatiestructuur voor sporttechnisch kader • Sporttechnische kennis Accommodatie • Beschikbaarheid accommodatie • Goede topsportaccommodaties Imago/publiciteit/ • Relatief veel media-aandacht voor een kleine sport als honkbal en relatief hoge inkomsten • Topsportresultaten
Doelgroepen/aanbod • Aandacht voor breedtesport • Tekort aan (vrijwillig) kader bij veel verenigingen • Nieuwe impulsen tot (spel)ontwikkeling worden moeilijk ontvangen door de leden • Sportaanbod is smal en onvoldoende afgestemd wensen en profiel van de sporter: motieven, karaktereigenschappen en omgevingsaspecten • Kort seizoen. Sport ligt lang stil in wintermaanden • Doelgroepen niet goed zichtbaar • Een teruglopend aantal jeugd- en seniorenleden • Te grote tijdsinspanning door: a) grote reisafstanden en b) lange voorbereidingstijd wedstrijden • Incomplete teams (met name in witte vlekken gebieden) • Weinig teams in softbal jeugdcompetities • Geen gedifferentieerd aanbod senioren • Topsportverenigingen geven onvoldoende aandacht aan de jeugd • Te veel traditionele opzet van de competitie Kader • Geen (licentie)beleid • Onvoldoende gekwalificeerd kader, sporttechnisch en arbitrerend, op ieder niveau en groot verloop • Onvoldoende makkelijk toegankelijk ondersteunend materiaal/hulpmiddelen coaches • Kwetsbaarheid opleidingen doordat dit (vrijwel) volledig door vrijwilligers wordt georganiseerd • Scheidsrechterniveau en -aantallen binnen verenigingen • Database gekwalificeerd kader. Wie heeft welk diploma wanneer en waar behaald? Accommodatie • Matige breedtesportaccommodaties (kantine, beschikbaarheid velden en onderhoud) • Beschikbaarheid en betaalbaarheid zaalruimtes in winter Imago/publiciteit • Profilering marketing • Imago (softbal)sport: statische sport (saai) en moeilijke sport • Bereikbaarheid leden. Beperkte communicatiemogelijkheid naar (aspirant)leden • Vrij onzichtbaar en afstandelijk. • KNBSB is niet flexibel (verenigingen) • Klantvriendelijkheid website • Geen structureel aanbod Tv van reguliere competitiewedstrijden • Imago wedstrijd officials
55
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
Kansen (extern) Organisatie/samenwerken • Samenwerking honkbal en softbal • Samenwerking met Nederlandse Basketball Bond (vanaf 2013) en andere Amerikaanse sporten (Amerikaanse Cluster) • Samenwerking/relatie MLB (financiële, personele en materiële ondersteuning) • Samenwerking/relatie NOC*NSF • Samenwerking/relatie met Curaçao en Aruba (structureel) • Samenwerking met andere sporten (b.v. accommodatie) • Samenwerken met onderwijs (bv. accommodatie) • Samenwerken met welzijnsinstellingen • Schaalvergroting door fusie verenigingen • Terugkeer Olympische Spelen
Bedreigingen (extern) Organisatie/samenwerken • Geen Olympische Sport • Beleid VWS – sportaanbod locaal • Concurrentie andere sporten (200 soorten sport binnen 27.000 sportverenigingen): zwemmen, fitness, voetbal, fietsen, hardlopen, tennis en wandelen. Bij de dames groei bij voetbal, hockey en golf. • Concurrentie ongeorganiseerde sport en commerciële sport • Concurrentie andere vrijetijdsbesteding: vakantie(s), feestdagen, vrienden, uitgaan, hobby, werk (bijbaantje) • Topsport honkbal: het steven van Curaçao een eigen nationaal programma • Teruglopende financiële middelen (ondanks goede prestaties Nederlands team)
Doelgroepen • Ontwikkelen nieuw en aangepast sportaanbod • Sportagenda 2016: kansarme doelgroep; kansarmen, allochtonen en minder validen. Nog onvoldoende aangeboorde doelgroepen. • Grootste kansrijke groep: toename doelgroep 65+ (toename van 8% tussen 2010-2028). Kansen voor sportparticipatie • Kansrijke doelgroep: jongvolwassene met jonge kinderen • Stimulans vanuit de overheid om te sporten vanwege gezondheid (overgewicht), meer bewegen en integratie • Segmentatie door doelgroepenbeleid • De afname van sportdocenten geeft kansen voor verenigingen om kennismakingslessen te geven en leden te werven • Aan het onderhouden van sociale contacten is lange tijd minder tijd besteed, maar wordt langzamerhand weer belangrijker • Softbal in het voortgezet onderwijs • Aanbod recreatief softballen voor vereniging, bedrijven, welzijninstellingen, enz • Ouderen sporten meer, waardoor meer potentieel voor vrijwilligerswerk • Meer multifunctionele (binnen)accommodaties en b.v. Cruyff Courts • Toename aanbieders honkbal- en softbalactiviteit (participatie) • Activiteiten Koninklijke Vereniging Lichamelijke Oefening (KVLO)
Doelgroepen • Terugloop deelname georganiseerde sport vanaf 13 jaar • Vergrijzing bevolking van 22% in 2010 naar 43% in 2040 (43 op 100 mensen 65+) heeft veel invloed met het huidige aanbod • Door toenemende individualisering een verschuiving van homogene naar heterogene groepen (geen gemeenschappelijke basis of groepsidentiteit) • De traditionele vereniging heeft geen toegevoegde waarde meer voor de leden, want die voorziet niet meer in hun behoefte • Subsidies: afhankelijk van resultaten (topsport), afhankelijk van lokaal beleid • Grillig consumentengedrag • Bereidheid vrijwilligerswerk te doen • Afname van sportdocenten Kader • Terugloop aantal vrijwilligers Imago/publiciteit • Teruglopende media-aandacht • Geen geschikte TV sporten • Onbekendheid sporten
Kader • Licentiebeleid • Meer aandacht voor kaderopleidingen Imago/publiciteit • Gebruik Social Media • Live stream wedstrijden via KNBSB website • ESPN honkbalwedstrijden • MLB wedstrijd(en) in 2014 en EK 2012 honkbal • Aantal Nederlandse spelers in MLB (helden) • WK Softbal 2014 waarschijnlijk in Nederland • Topsportprestaties
56
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
Confrontatiematrix
Bedreigingen
Gebruik maken van nieuwe media (Social Media) en ‘side events’, in aanloop naar en tijdens evenementen Onzekerheid door VWS beleid en financiële middelen via gemeenten. Toename concurrentie andere sporten, ongeorganiseerde sport, commerciële sport en andere vrijetijdsbesteding Terugloop deelname georganiseerde sport vanaf 13 jaar en vergrijzing bevolking. Toenemende individualisering en grillig consumentengedrag. Terugloop aantal vrijwilligers en bereidheid vrijwilligerswerk te doen. De traditionele vereniging is niet de vitale vereniging van de toekomst
3
1
5
5
5
5
5
5
Onvoldoende samenwerking met en tussen verenigingen mede door beperkte bondsondersteuning.
Goede topsportresultaten
5
Kleinschaligheid bond(sbureau) met twee gescheiden sporten, geen eenheid en weinig middelen.
Beschikken over eigen accommodatie
5
Onvoldoende interne en externe communicatie, waardoor imago van het bondsbureau niet goed is
Beschikken over sporttechnische kennis
5
Hanteren lage contributies om te kunnen sporten
Opleiden van sporttechnisch kader
Samenwerken honkbal en softbal, verenigingen, andere sporten, NOC*NSF, onderwijs, instellingen, MLB, CEB/ESF en andere aanbieders honkbal- en softbalactiviteit. Ontwikkelen aangepast en nieuw sportaanbod volgens gesegmenteerd doelgroepenbeleid Ontwikkelen van licentiebeleid t.a.v. kader. Beschikbaarheid multifunctionele binnen- en buitenaccommodaties
Zwakten
Ontwikkelen nieuw sportaanbod
Kansen
Sterkten
5
5
5
5
5
5
5
3
3
5 3
Onvoldoende, groot verloop en slechte registratie gekwalificeerd kader op ieder niveau. Slecht imago wedstrijdofficials. Teruglopend aantal leden en deelname aan competitie door onvoldoende afstemming op sporter Matige breedtesportaccommodaties en beperkte beschikbaarheid (betaalbare) zaalruimtes. Matig imago (softbal)sport: statische – en moeilijke sport.
8.2
5
3
3
45
5
5
3
3
61
3
3
3
25
3
1
3
3
1
5
5
1
1
1
5
15
3
3
3
5
1
5
5
5
5
3
5
5
5
5
5
5
5
5
63
5
3
5
1
3
5
3
1
1
3
5
1
3
39
1
5
5
1
3
26
5 3
3
1
5
5
5
3
5
5
5
5
5
3
46
37
25
29
20
57
23 25
3
1
3
5
3
1
3
32
3
5
3
5
5
5
3
1
48
26
31
33
39
32
39
21
24
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
8.3
Doelgroepen
LTAD
Levensfases Basisstrategie
Kenmerken
Specifieke behoefte Tijdsbesteding Aanbod
Organisatie vorm
FUNdamentals Learn to Train 5-8 jaar 9-12 jaar BeeBall BeeBall en Pupillen Basisschool Jeugd Kennismaking en Werving Samen(werking) met onderwijs Ontwikkelen basisvormen van bewegen en motorische ontwikkeling d.m.v. aan bod diversiteit aan sporten (LTAD) De sport op een leuke en gevarieerde manier aanbieden Verenigingen als Verenigingen als ontmoetingsplek ontmoetingsplek Vriendjes maken Vriendjes maken Deelname aan Deelname aan teamsport teamsport
1 training en 1 speelmoment p.w. 5 vs. 5
Spelenreeks binnen eigen vereniging Spelenreeks indoor Regionale toernooien Deelname broer/zus en vriend/vriendin Ouder/kind
Verenigingen als ‘Place to be’ Drukker leven (school, bijbaantje, uitgaan en liefde)
1-2 trainingen en 2 speelmomenten p.w. 6 vs. 6 Wedstrijdsport Talenten
Verenigingen als ‘Place to be’ Drukker leven (school, bijbaantje, uitgaan en liefde) Pubertijd 1-2 trainingen en 1-2 speelmomenten p.w. Wedstrijdsport Talenten Slagbal
1-2 trainingen en 1-2 speelmomenten p.w. Wedstrijdsport Talenten Slagbal
1-2 trainingen en 1-2 speelmomenten p.w. Wedstrijdsport Topsport Slagbal
Regionale competitie Landelijke competitie Regionale toernooien Regionaal trainingsprogram ma Wintertrainingen Academies Schooltoernooien
Sporten Thuishonk
Sporten Ontmoetingsplek voor ‘s avonds
Rol vereniging
BSO Sporten
Train to Train Train to Compete Active for life 13-15 jaar 16-18 jaar 18-25 jaar Aspiranten Junioren Senioren Voortgezet en Middelbaar Beroepsonderwijs Behoud en Participatie Kaderfuncties interessant maken
Spelenreeks binnen eigen vereniging Regionale competitie Landelijke competitie Regionale toernooien Deelname broer/zus en vriend/vriendin Regionaal trainingsprogramma BSO Sporten
Regionale competitie Landelijke competitie Regionale toernooien Regionaal trainingsprogram ma Wintertrainingen Talententrainingen Academies Schooltoernooien Sporten Thuishonk
58
Studeren Bijbaantje
Regionale competitie Landelijke competitie Academies
Active for Life Active for Life 25-35 jaar 35-45 jaar Senioren Jong Volwassenen Lidmaatschap en Participatie Flexibel aanbod op eigen accommodatie Publiciteit sport (verhuizing)
Werken Relatie Fit blijven Behoefte flexibele tijdsbesteding
Wekelijks of periodiek trainen en/of spelen Recreanten / Slowpitch Wedstrijdsport Topsport Slagbal Niet Spelend Regionale competitie Regionale toernooien Bedrijftoernooien
Sporten
Active for Life 45-65 jaar Ouder Volwassenen Lidmaatschap en Participatie Sporten overdag
Verenigingen als ontmoetingsplek Fit blijven Netwerk
Wekelijks of periodiek trainen en/of spelen Recreanten / Slowpitch Wedstrijdsport Slagbal Niet Spelend
Regionale competitie Regionale toernooien Bedrijfstoernooien
Sporten Ontmoetingsplek voor ‘s avonds
Verenigingen als ontmoetingsplek Gezelligheid Sociale contacten
Recreanten / Slowpitch Slagbal Niet Spelend
Spelenreeks binnen eigen vereniging Regionale toernooien
Ontmoetingsplek voor overdag en ‘s avonds
Beleidsplan 2013-2016, concept 2.0
LTAD
FUNdamentals 5-8 jaar BeeBall BSO Ontmoetingsplaats voor ouders (kader)
Rol kantine
Additionele aanbod/diensten
Te vervullen rol(len)
Speler/speelster
Eigen omgeving
Lessenreeks BO Verjaardagspartijtjes
Broertjes en zusjes (Groot)ouders Vriendjes Klasgenoten
Learn to Train 9-12 jaar BeeBall en Pupillen BSO Ontmoetingsplek na de wedstrijd voor ouder en kind Lessenreeks BO Verjaardagspartijtjes
Speler/speelster
Broertjes en zusjes (Groot)ouders Vriendjes Klasgenoten
Train to Train 13-15 jaar Aspiranten Thuishonk
Lessenreeks VO Gemengde activiteit Speler/speelster Umpire pupillen
Broers en zussen (Groot)ouders Vrienden Klasgenoten
Train to Compete 16-18 jaar Junioren Thuishonk
Active for life 18-25 jaar Senioren Ontmoetingsplek voor ‘s avonds
Active for Life 25-35 jaar Senioren
Active for Life 35-45 jaar Ontmoetingsplek voor ‘s avonds
Active for Life 45-65 jaar Ontmoetingsplek voor overdag en ‘s avonds
Speler/speelster Coach Umpire aspiranten Jeugdbestuur Activiteiten Bardienst Broers en zussen Ouders Vrienden Klasgenoten
59
Speler/speelster Coach Umpire aspiranten Jeugdbestuur Activiteiten Bardienst Broers en zussen Ouders Vrienden Studiegenoten Collega’s
Speler/speelster Coach Umpire/scorer Bestuur/commissie
Vrienden Collega’s
Speler/speelster Coach Umpire/scorer Bestuur/commissie
Vrienden Collega’s Zakelijke contacten Kinderen
Kaarten, enz
Speler/speelster Onderhoudsploeg
Vrienden Lotgenoten