SALLAND II
beeldkwaliteitsplan uitgevoerd door bureau Nieuwe Gracht in opdracht van de gemeente Raalte
eindrapport juni 2011
1
2
inhoudsopgave H1
inleiding
05
H2
hoofdopzet stedenbouwkundig plan
07
H3
deelgebieden bebouwing en openbare ruimte
09
H4
beeldkwaliteit en architectuur
11
• woonvelden
13
• rijen
17
• woonhoven
21
H5
inrichtingsvoorstellen voor de openbare ruimte
25
• enk
26
• rabattenbos
27
• vista’s
28
• dorpsrand
29
• woonstraten
30
H6
beplantingsstructuur
33
colofon
35
3
Knapenveld Groene Wig
ij kd rin Ha k
legenda plangebied
woonhoven (uitgeefbaar terrein) woonkavels (uitgeefbaar terrein) bestaande bebouwing (buiten plangebied)
water wadi’s (openbaar groen) overig openbaar groen
Ridder scha
an
nieuwe beplanting (bomen)
a jkl
bestaande beplanting
wi
id Zu
psweg
er est
me
rge
speelplekken
Salland I
Bu
rabattenbos
auto-ontsluiting en parkeren voetpaden
4
wandelpad langs het water
Sallandse Poort
H1 inleiding De afgelopen jaren heeft het dorp Raalte zich in noordelijke richting uitgebreid. In verschillende fasen zijn hier diverse woonbuurten gerealiseerd. Samen vormen zij de woonwijk Het Overstigt. De in aanbouw zijnde buurten Salland I en Sallandse Poort zijn inmiddels grotendeels gevuld met woningbouw (en een beperkt aantal kantoren en bedrijfsruimten langs de Burgemeester Zuidwijklaan). Salland II vormt het sluitstuk van de nieuwbouw in Het Overstigt. plangebied Het plangebied voor Salland II beslaat ruim 15 hectare en wordt begrensd door de Harinkdijk in het zuiden en de Ridderschapsweg in het oosten. Aan de noord- en westzijde grenst het gebied aan een aantal landbouwkavels en een bosperceel rondom het Knapenveld. Ten noorden van het plangebied ligt een brede groenstrook, die in de toekomst zal worden ingericht als recreatief uitloopgebied. Deze zogeheten Groene Wig vormt een belangrijke landschappelijke drager voor de toekomstige woonkwaliteiten in Salland II. stedenbouwkundig plan In 2007 is het Stedenbouwkundig Programma van Eisen (SPvE) voor Salland II vastgesteld door de gemeenteraad van Raalte. Op basis van dit SPvE is in de loop van 2008 een stedenbouwkundig plan opgesteld (zie nevenstaande afbeelding).
5
woningbouwprogramma Het stedenbouwkundig plan voor Salland II biedt ruimte aan vrije kaveluitgifte en projectbouw van betaalbare woningen in een groene omgeving. Salland II richt zich daarmee primair op de lokale woningmarkt. Een belangrijk aandeel van de woningen in de nieuwe woonwijk zal via particulier opdrachtgeverschap worden gerealiseerd. Het (voorlopige) woningbouwprogramma voor Salland II bestaat uit zo’n 65% vrijstaande woningen en twee-onder-een-kappers. Daarnaast zijn er twee zogenaamde ‘woonhoven’ voorzien, waarin geschakelde rijtjeswoningen zijn gesitueerd rondom een hof met gemeenschappelijk parkeren voor bewoners en speelplekken in het groen. beeldkwaliteitsplan Als ruimtelijk kader voor de ontwikkeling van de woningen in Salland II wil de gemeente Raalte een beeldkwaliteitsplan (laten) opstellen, dat voldoende richtinggevend zal moeten zijn om de bouwplannen aan te kunnen toetsen. Daarnaast is het van groot belang dat het beeldkwaliteitsplan - behalve de beeldkwaliteitsaspecten met betrekking tot de woningbouw in het gebied - óók uitspraken doet over de kwaliteit van de inrichting van de openbare ruimte, evenals de ruimtelijk overgangen van het privé terrein van de bewoners naar het openbaar gebied. Dit beeldkwaliteitsplan legt hiervoor de basis.
versterken van de bestaande groenstructuur
waterrijke randen op de overgang naar het landschap
entrees voor het autoverkeer (hoofdontsluiting)
fijnmazig stelsel van woonstraten (interne ontsluiting)
dorpse woonbuurten passend bij het kampenlandschap
6
LV-routes geënt op het historisch verkavelingspatroon
H2 hoofdopzet stedenbouwkundig plan versterken bestaande groenstructuur
aantrekkelijke recreatieve routes en verblijfsplekken
Salland II wordt een ruim opgezet woongebied aan de rand van Raalte met een rustige, groene uitstraling. De bestaande groenstructuur in het plangebied vormt het uitgangspunt voor het opgestelde stedenbouwkundig plan. Deze groenstructuur bestaat uit enkele oude landschapselementen, zoals de enk en de Harinkdijk, een historische route die rijkelijk is beplant met volwaardige zomereiken en berken. Daarnaast ligt er aan de westrand van het gebied een fraaie elzensingel. Verspreid in het gebied staan nog enkele forse solitaire bomen. Deze bestaande groenstructuur blijft behouden en wordt aangevuld met enkele nieuwe groene en blauwe elementen. Dit ‘groenblauwe casco’ bevat fraaie bomenlanen, waterlopen, wadi’s en enkele groene speelplekken.
Binnen de toekomstige ruimtelijke hoofdopzet van Salland II liggen twee bijzondere verblijfsplekken: de oude enk in het oosten en het rabattenbos, een waterrijk bosgebied, in de noordwesthoek van het plangebied. Zij markeren de (groene) entrees tot het woongebied. De enk krijgt een recreatieve bestemming als een rustig parkje voor de buurtbewoners. Het bos zal gaan fungeren als een avontuurlijke (speel)plek met ruimte voor natuur en water. Er worden diverse voetpaden aangelegd, waardoor er aantrekkelijke ‘ommetjes’ kunnen worden gemaakt. Ook is er ruimte gereserveerd voor verschillende speelvoorzieningen. De speelplekken voor de kleinste kinderen zijn zodanig gesitueerd, dat er een veilige en beschutte plek ontstaat met voldoende toezicht vanuit de omringende woningen. Avontuurlijke speelplekken liggen aan de rand van het woongebied (bij het rabattenbos).
groene verbindingen met het landschap De historische verkavelingsstructuur wordt in het stedenbouwkundig plan opgenomen en geaccentueerd door er een stevige groenstructuur aan toe te voegen. Zo ontstaat een stelsel van brede groenstroken met een enkele of dubbele bomenrij. Ook worden deze belangrijke groenstructuren in de wijk voorzien van een recreatief wandelpad richting de Groene Wig en worden er brede wadi’s aangelegd, zodat er effectief met de groene ruimte wordt omgegaan. Op deze wijze ontstaan er aantrekkelijke, groene verbindingen tussen de Harinkdijk en de Groene Wig.
7
kleinschalig wonen aan de groene dorpsrand Salland II biedt ruimte aan kleinschalige woonmilieus in een groene omgeving. Deze dorpse woonmilieus kunnen projectmatig worden ontwikkeld of via particulier opdrachtgeverschap. Projectbouw vindt plaats in de vorm van twee compacte woonhoven met geschakelde gezinswoningen rondom een groen hof met parkeren en speelplekken voor kleine kinderen. Particulier opdrachtgeverschap zal worden gerealiseerd d.m.v. vrije kaveluitgifte. Op deze kavels kunnen vrijstaande woningen of 2-onder-1-kappers worden gebouwd.
DEELGEBIEDEN OPENBARE RUIMTE enk rabattenbos vista’s waterrand woonstraten
DEELGEBIEDEN BEBOUWING woonvelden rijen woonhoven
8
H3 deelgebieden bebouwing en openbare ruimte deelgebieden bebouwing
deelgebieden openbare ruimte
De vormgeving en architectuur van de nieuwe woningen in Salland II zullen de uitstraling en identiteit van de toekomstige woonwijk in hoge mate gaan bepalen. Daarom is de gewenste beeldkwaliteit voor de nieuwbouw in dit rapport vastgelegd. Voor deze bebouwing zijn diverse deelgebieden onderscheiden, elk met een eigen karakter en ruimtelijke uitstraling: woonvelden, rijen en woonhoven.
Ook de inrichting en het beheer van de openbare ruimte zullen de (groene) uitstraling van de woonwijk Salland II gaan bepalen. Het beeldkwaliteitsplan doet daarom óók uitspraken over de inrichting van het openbaar groen en over de ruimtelijke overgangen van privé-terrein naar openbaar gebied. In hoofdstuk 5 worden deze inrichtingsvoorstellen gepresenteerd voor het openbaar groen in de nieuwe woonwijk. Ook hier zijn enkele karakteristieke deelgebieden onderscheiden: de enk, het rabattenbos, vista’s op het landschap, de waterrijke dorpsrand en de woonstraten.
Aan de hand van de verschillende karakteristieken van de deelgebieden zijn de ‘regels voor het bouwen’ geformuleerd, die bij de verdere uitwerking van de bouwplannen ter hand moeten worden genomen. In het volgende hoofdstuk worden deze ‘regels voor het bouwen’ per deelgebied nader uitgewerkt. Daarbij worden ook andere relevante beeldkwaliteitsaspecten voor de woningbouw beschreven, zoals o.a. de bouwstijl en het materiaal- en kleurgebruik.
9
woonhof rijen
woonveld
woonhof rijen woonveld
woonveld
rijen
woonveld DEELGEBIEDEN BEBOUWING woonvelden rijen woonhoven
10
H4 beeldkwaliteit en architectuur verkavelingsplan
beeldkwaliteitsplan
De beeldkwaliteit in Salland II is nadrukkelijk gekoppeld aan de diverse deelgebieden die kunnen worden onderscheiden in de nieuwe woonwijk. Elk deelgebied heeft een unieke uitstraling en kent eigen inrichtingsprincipes voor de openbare ruimte, passend bij de ruimtelijke kwaliteiten van dat betreffende deelgebied. Voor de bebouwing zijn drie deelgebieden onderscheiden: woonvelden, rijen en woonhoven.
Het beeldkwaliteitsplan zal helder en bruikbaar moeten zijn voor de eindgebruikers van de nieuwe woonwijk (de bewoners) en dient een duurzame ruimtelijke kwaliteit te waarborgen, óók als de eerste bewoners weer zijn verhuisd. Het beeldkwaliteitsplan formuleert daarom op hoofdlijnen het beleid van de gemeente Raalte voor architecten, (particulier) opdrachtgevers, bouwers en andere betrokkenen bij het realiseringstraject. Aandacht dient er in ieder geval te zijn voor de volgende beeldkwaliteitsaspecten:
Per deelgebied zijn specifieke kwaliteitseisen opgenomen, die van toepassing zijn op de woningbouw binnen dat deelgebied. Hiertoe is allereerst een verkavelingsplan opgesteld. Aan de hand van dit verkavelingsplan zijn de ‘regels voor het bouwen’ geformuleerd, o.a. ten aanzien van gevellijnen, dakvormen, nokrichting en bijgebouwen. Het verkavelingsplan biedt ruimte aan 239 woningen met ontwikkelingsmogelijkheden voor uiteenlopende woningtypen (aantallen indicatief en o.b.v. het verkavelingsplan). woonvelden • 40 vrijstaande woningen (vrije kavels) • 58 twee-onder-een-kap-woningen rijen • 64 twee-onder-een-kap-woningen • 12 vrijstaande woningen (hoekwoningen) woonhoven • 65 rijtjeswoningen
woningbouwprogramma Salland II
11
- algemene uitstraling en (dorpse) karakteristiek van het deelgebied binnen de woonwijk - regels voor het bouwen (gevellijn, kapvorm, nokrichting, bijgebouwen, etc.) - voorschriften m.b.t. de erfafscheidingen op de overgangen van privé naar openbaar gebied - toe te passen (streekeigen) bouwstijlen, kleuren en materialen De verschillende bouwplannen in Salland II zullen de komende jaren steeds moeten worden getoetst aan deze aspecten met betrekking tot de gewenste beeldkwaliteit. Hierna worden de algemene karakteristiek, de ‘regels voor het bouwen’ en de beoogde beeldkwaliteit per deelgebied geformuleerd.
referentiebeelden voor de woonvelden een dorpse karakteristiek en een groene uitstraling: vrijstaande woningen en tweekappers, kappen met topgevels, metselwerk in natuurlijke tinten en groene hagen
12
woonvelden algemene karakteristiek De bouwstijlen en architectuur van de woningen in Salland II dienen te passen bij het dorpse karakter van Raalte en de bijzondere ligging aan de rand van het dorp. Dit komt o.a. naar voren in de diversiteit en kleinschaligheid van de nieuwbouw, met een beperkte hoeveelheid projectbouw en een relatief groot aandeel particulier opdrachtgeverschap. Vooral in het deelgebied ‘de woonvelden’ komt dit tot uiting. regels voor het bouwen
ligging van de woonvelden
Het kleinschalige en dorpse karakter van Salland II wordt ondersteund door de ‘regels voor het bouwen’ in de woonvelden. In dit deelgebied betekent dit ondermeer dat er vrijstaande woningen en tweekappers worden gebouwd. Bij deze huizen worden uitsluitend kappen (zadeldak) toegepast met een topgevel aan de voorzijde. Hierdoor ontstaat een gevarieerd straatbeeld, dat past bij de dorpse uitstraling van Salland II. tuinen en erfafscheidingen De woonvelden krijgen een groene uitstraling. Dit groene karakter wordt versterkt door de woningen te voorzien van een ruime voortuin van tenminste 5 meter diepte. De overgang van de privétuin aan de straatzijde wordt vormgegeven met een lage groene haag. Bij de hoekwoningen wordt deze haag de hoek om doorgezet en fungeert ter plaatse van de achtertuin als een natuurlijke groene schutting (2 meter hoog).
13
De hoekwoningen dienen een tweezijdige oriëntatie te krijgen, zodat er twee ‘gezichten’ ontstaan naar het openbaar gebied. Dit kan worden bereikt door ook aan de zijgevels vensters of bijvoorbeeld een erker te maken. architectuur en materiaalgebruik Wat de architectuur betreft, ligt de nadruk in de woonvelden op de individualiteit van de woningen. In de woonvelden worden uitsluitend vrijstaande woningen en twee-onder-een-kappers gebouwd, die via particulier opdrachtgeverschap worden ontwikkeld. Hierdoor ontstaat een afwisselend straatbeeld. Om daarbij toch enige mate van samenhang te waarborgen, zal het materiaal- en kleurgebruik in de verschillende woonvelden op elkaar moeten worden afgestemd. Voor de gevels wordt de toepassing van metselwerk met gebakken stenen in gemeleerde ‘warme en aardse’ kleurtinten voorgeschreven. De zadeldaken worden voorzien van dakpannen in de kleuren oranje, (donker)rood of roodbruin. Voor bijgebouwen of kleine aanbouwen, zoals een erker, schuur of garage, kan eventueel een afwijkende kleur en steensoort (of buitenstucwerk) worden toegepast. Op de volgende pagina’s worden de beeldkwaliteitsaspecten voor de verschillende woonvelden verder uitgewerkt.
woonvelden
overzicht van beeldkwaliteitsaspecten en ‘regels voor het bouwen’
woningtype(n)
vrijstaande woningen en tweekappers
verkavelingsopzet
vrije kavels en tweekappers in een open verkaveling (tweekappers worden onderling niet aaneengeschakeld)
kavelgrootte
kaveldiepte gemiddeld 30 meter / kavelbreedte variabel (minimaal 10 meter)
bouwhoogte
(maximaal) twee lagen met kap
goothoogte
min. 3 meter / max. 6 meter
dakvorm
zadeldak
nokrichting
haaks op weg (topgevel)
oriëntatie op openbare ruimte
voorgevel is gericht op de woonstraat (met de voordeur in voor- of zijgevel) hoekwoningen: tweezijdige oriëntatie door middel van zijvensters en/of erker
voortuin
gevellijn tenminste 5 meter achter perceelgrens
erfafscheiding
groene haag (max. hoogte 1 meter) / bij de hoekpercelen dient deze groene haag ook aan de zijkant van het erf te worden doorgezet (max. hoogte 2 meter)
situering bijgebouwen
min. 1 meter afstand van zijdelingse perceelsgrens (i.v.m. open verkavelingsopzet) minimaal 6 meter achter het verlengde van de voorgevel
materiaal- en kleurgebruik gevels
metselwerk met gebakken stenen in gemeleerde aardse tinten (bruin/rood)
materiaal- en kleurgebruik daken
dakpannen met als kleurpalet oranje/rood of rood/bruin
materiaal- en kleurgebruik bijgebouwen
metselwerk in aardse tinten (bruin/rood) of stucwerk in een lichte kleur vrije dakvormen
zijaanzicht hoekperceel
vooraanzichten tweekappers en vrijstaande woningen (met variatie in straatbeeld)
14
straatbeeld van een woonveld met uitsluitend tweekappers in een open verkaveling (kavelbreedte minimaal 10 meter)
straatbeeld van een woonveld met vrijstaande woningen en/of tweekappers in een open verkaveling (kavelbreedte 12 meter)
straatbeeld van een woonveld met uitsluitend vrijstaande woningen op ruime kavels (kavelbreedte minimaal 12 meter)
15
referentiebeelden voor de rijen eenduidige uitstraling en ritmisch straatbeeld met gelijkvormige tweekappers langs brede groenstroken
referentiebeelden voor de hoekwoningen in de rijen gebouwde hoekoplossingen met woonfuncties in de plint (begane grond) rondom een beschutte tuin of patio, een hoogteaccent en een groene haag 16
rijen algemene karakteristiek Het deelgebied ‘de rijen’ onderscheidt zich van de overige deelgebieden in Salland II door een eenduidige vormgeving van de woningen en een strakkere verkavelingsopzet. De rijen liggen tussen brede groenstroken (vista’s), die de verbindingen vormen tussen de Harinkdijk en de Groene Wig met een weids uitzicht op het omliggende landschap. regels voor het bouwen
ligging van de rijen (tussen de vista’s)
Alle woningen in de rijen worden voorzien van zadeldaken met een nokrichting evenwijdig aan de straat. Ook de nokhoogte en dakhelling worden exact vastgelegd, waardoor er een eenduidig straatbeeld ontstaat ter begeleiding van de brede groenstroken. Om te voorkomen dat er een aaneengesloten gevelwand gaat ontstaan, worden de woningen in de rijen als tweekappers uitgevoerd. Tussen deze twee-onder-een-kapwoningen staan bijgebouwen van één bouwlaag (plat dak) op minimaal 6 meter achter de voorgevellijn. Dit levert een ritmisch straatbeeld op. Er is bijzondere aandacht besteed aan de hoekwoningen, omdat deze zich zowel naar de straatzijde dienen te presenteren als naar het omliggende landschap (tweezijdige oriëntatie). De woonfuncties op de begane grondlaag (entree, woonkamer, keuken, tuin- of werkkamer) en de garage/carport worden in een L-vormige plattegrond gebouwd rondom een binnentuin of patio.
17
Bovenop deze L-vormige begane grondlaag wordt een hoogteaccent geplaatst van twee bouwlagen. Voor deze opbouw is de situering, de vormgeving en het materiaalgebruik vrij naar keuze. Hierdoor ontstaan er bijzondere hoekwoningen als beeindiging van de rij. tuinen en erfafscheidingen In heel Salland II worden de erfafscheidingen van de privé percelen vormgegeven met groene hagen aan de straatzijde. Ook bij de rijen (voortuin) en hoekwoningen (voor- en zijtuin) worden lage hagen toegepast. Bij de hoekwoningen mogen geen ontsierende schuttingen worden geplaatst als afscherming van de tuin of patio. Deze tuinafscheidingen worden daarom mee ontworpen als een bouwkundig onderdeel van het hoofdgebouw (architectonische hoekoplossing). architectuur en materiaalgebruik De bouwstijl van de rijen wordt gekenmerkt door een eenduidige vormgeving en sobere sfeer. De toepassing van natuurlijke materialen, zoals baksteen en hout, draagt hier aan bij. De gevels worden uitgevoerd in metselwerk en stucwerk in een donkere grijze kleur (keuze uit vier geselecteerde grijstinten). De zadeldaken krijgen donkergrijze of antracietkleurige dakpannen. Aan- en bijgebouwen worden ontworpen als een onderdeel van het hoofdgebouw en zijn uitgevoerd in dezelfde kleur en materiaalsoort, evenals de begane grondlaag van de hoekwoningen. Op de volgende pagina’s worden de beeldkwaliteitsaspecten verder uitgewerkt.
rijen (tweekappers)
overzicht van beeldkwaliteitsaspecten en ‘regels voor het bouwen’
woningtype(n)
tweekappers
verkavelingsopzet
regelmatige verkaveling met een ritmisch straatbeeld en eenduidige uitstraling
kavelgrootte
rijen west: kavels 10x30 meter / rijen oost: kavels 11x29 meter
bouwhoogte
drie bouwlagen
nokhoogte
vast op 10 meter hoogte, vast op 5 meter achter de voorgevellijn
dakvorm
zadeldak
dakhelling
vast op 39o aan de voorzijde
nokrichting
evenwijdig aan de woonstraat
oriëntatie op openbare ruimte
voorgevel is gericht op de woonstraat (met de voordeur in de zijgevel)
voortuin
vaste gevellijn op 5 meter achter de perceelgrens
erfafscheiding
lage groene haag (max. hoogte 1 meter) langs de perceelgrens aan de straatzijde
situering bijgebouwen
rijen west: bijgebouwen op de zijdelingse perceelsgrens minimaal 6 meter achter het verlengde van de voorgevel
rijen west
rijen oost: min. 1 meter afstand van zijdelingse perceelsgrens (i.v.m. open verkavelingsopzet) en minimaal 6 meter achter het verlengde van de voorgevel materiaal- en kleurgebruik gevels
donkergrijs metselwerk of stucwerk (vooraf geselecteerd uit vier grijstinten)
materiaal- en kleurgebruik daken
dakpannen (donkergrijs/antraciet)
materiaal- en kleurgebruik bijgebouwen
materiaal- en kleurgebruik identiek aan hoofdgebouw bijgebouwen dienen voorzien te zijn van platte daken
zijaanzicht woning
rijen oost
ritmisch straatbeeld met een eenduidige vormgeving van de woningen (tweekappers) in de rijen
18
overzicht van beeldkwaliteitsaspecten en ‘regels voor het bouwen’
bijzondere beëindiging van de rijen met een gebouwde hoekoplossing
kavelgrootte
kaveldiepte 29/30 meter; kavelbreedte variabel
bouwhoogte
drie bouwlagen (begane grondlaag met een hoogteaccent van twee bouwlagen)
gebouwdiepte
minimaal 6 meter / maximaal 10 meter
dak
plat dak met goothoogte van de begane grondlaag vast op 3 meter en hoogteaccent minimaal 9 meter en maximaal 11 meter
oriëntatie op openbare ruimte
tweezijdige oriëntatie met vensters en balkons aan de voor- en zijgevel (zicht op de woonstraten, vista’s en het landschap) / voordeur in de voorgevel
voortuin
vaste voorgevellijn 5 meter achter perceelgrens / zijgevel aan straatzijde 2 meter / zijgevel aan de buurzijde minimaal 2 meter tot max. 6 meter van de perceelgrens
achtertuin
afstand gevellijn tot perceelgrens aan achterzijde vast op 9 meter
erfafscheiding
lage groene haag (max. hoogte 1 meter) aan de voorzijde, die ook aan de zijkant van het erf dient te worden doorgezet (eveneens met max. 1 meter hoogte)
massa
begane grondlaag: vlakvullend binnen bovenstaande grenzen hoogteaccent (1e en 2e verdieping): omvang en plaats vrij op begane grondlaag, echter minimaal 3 meter vanaf de zijdelingse perceelgrens aan de buurzijde
situering bijgebouwen
bijgebouwen maken onderdeel uit van het hoofdgebouw hoofd- en bijgebouw vormen samen een architectonische eenheid
materiaal- en kleurgebruik gevels
begane grondlaag: donkergrijs metselwerk (vooraf geselecteerd uit vier grijstinten) accent (1e en 2e verdieping): afwijkend materiaal- en kleurgebruik mogelijk
beëindiging van de rijen door middel van een hoekwoning (vooraanzicht)
19
9m
5m
6m 10m
6m
vrijstaande woningen met een omsloten (binnen)tuin of patio
verkavelingsopzet
2m
woningtype(n)
2m
rijen (hoekwoningen)
perceelsgrenzen en gebouwdiepte hoekwoningen
2 hoekwoningen op de kop van de rijen (zijaanzicht)
referentiebeelden voor de woonhoven compacte bouwblokken met geschakelde rijtjeswoningen rondom een groen hof met bijzondere hoekaccenten, kleine voortuintjes en een groene haag
referentiebeelden voor de woonhoven de rijtjeswoningen van de woonhoven dienen als een architectonische eenheid te worden vormgegeven met per woonhof een eenduidige vormgeving en kleurgebruik 20
woonhoven algemene karakteristiek In ‘de woonhoven’ worden gezinswoningen en starterswoningen geschakeld rondom een hof met groene speelvoorzieningen en een gemeenschappelijke parkeervoorziening voor de bewoners. Hierdoor ontstaan twee relatief compacte (halfopen) bouwblokken, die qua bouwmassa een contrast vormen met de vrijstaande woningen en tweekappers in de overige deelgebieden van Salland II. regels voor het bouwen
ligging van de woonhoven
De hoeken van de woonhoven worden geaccentueerd door de laatste twee woningen een extra hoogteaccent te geven en de kaprichting 90˚ te draaien. Hierdoor worden de rijwoningen met een karakteristieke topgevel beëindigd. De hoekwoningen krijgen daarbij een tweezijdige oriëntatie, zodat er geen blinde gevels ontstaan aan de open bare weg. Om te voorkomen dat er zeer langgerekte en aaneengesloten rijen gaan ontstaan met een monotoon straatbeeld, worden de bouwblokken onderverdeeld in rijtjes van gemiddeld zes à acht aaneengeschakelde woningen. Daartussen liggen doorsteekjes naar het achterliggende groene hof. Rondom de woonhoven loopt tevens een voetpad.
De erfbegrenzing langs de achtertuinen van de hofwoningen wordt eveneens vormgegeven door middel van een groene haag. Deze wordt echter hoger uitgevoerd (circa 2 meter), zodat er voldoende beschutting en privacy is ter plaatse van de achtertuin. In deze groene haag bevinden zich ook de toegangspoorten naar de achtertuinen van de hofwoningen. Hierdoor ontstaat een levendig, groen beeld rondom het groene hof. architectuur en materiaalgebruik Elk woonhof vormt een architectonische eenheid. Dit dient dan ook tot uiting te komen in de vormgeving en materialisering van de gebouwen. Hierbij dient hetzelfde materiaalgebruik en kleurenspectrum te worden gehanteerd als in ‘de woonvelden’: gemeleerde baksteen in ‘aardse tinten’ en zadeldaken met dakpannen. Er dient voorkomen te worden dat de twee woonhoven een (te) massaal en stedelijk karakter krijgen. Daarom zal er bij de architectonische uitwerking van de gebouwen een sterke nadruk moeten liggen op het kleinschalige, dorpse karakter van de bouwblokken. De geleding van het gevelbeeld met de bijzondere hoekoplossingen (gedraaide topgevels) en de doorsteekjes naar het groene hofje dragen hier in hoge mate aan bij.
tuinen en erfafscheidingen Aan de voorzijde hebben de hofwoningen een relatief kleine voortuin (3 meter diep) met als erfafscheiding een lage groene haag.
21
Op de volgende pagina’s worden de beeldkwaliteitsaspecten voor ‘de woonhoven’ verder uitgewerkt.
woonhoven
overzicht van beeldkwaliteitsaspecten en ‘regels voor het bouwen’
woningtype(n)
rijenwoningen
verkavelingsopzet
compacte woonhoven in een halfopen bouwblok rondom een groen hof
kavelgrootte
kaveldiepte 23 meter / kavelbreedte 5,70 - 6,00 meter
bouwhoogte
twee lagen met kap
goothoogte
min. 5,5 meter / max. 6 meter
dakvorm
zadeldak
nokrichting
parallel aan de woonstraat met hoekverdraaiing en hoogteaccent op de hoeken
oriëntatie op openbare ruimte
voorgevel gericht op de woonstraat met voordeuren en vensters aan de voorzijde hoekwoningen krijgen een tweezijdige oriëntatie (geen ‘blinde’ kopgevels)
voortuin
vaste voorgevellijn op 3 meter achter de perceelgrens
erfafscheiding
groene haag (max. hoogte 1 meter) ter plaatse van de voortuinen hoge haag (2 meter) met toegangen naar achtertuinen aan de achterzijde
situering bijgebouwen
minimaal 1 meter achter de kavelgrens (achter de hoge groene haag)
materiaal- en kleurgebruik gevels
metselwerk in baksteen in gemeleerde aardse tinten (bruin/rood/geel)
materiaal- en kleurgebruik daken
dakpannen met per woonhof éénzelfde kleur (oranje/rood, rood/bruin, zwart/ grijs)
materiaal- en kleurgebruik bijgebouwen
geen voorschriften t.a.v. beeldkwaliteit (de bijgebouwen bevinden zich achter een hoge groene haag)
straatbeeld van het oostelijke woonhof met bijzondere hoekaccenten (vooraanzicht)
hoekwoning (zijaanzicht) 22
omranding groene hof (achteraanzicht)
23
A
B
C
D
E
F
24
H5 inrichtingsvoorstellen voor de openbare ruimte deelgebieden openbare ruimte
deelgebieden openbare ruimte
In dit hoofdstuk komen de beeldkwaliteit en inrichtingsprincipes voor de openbare ruimte aan bod. Daarbij is wederom een aantal deelgebieden onderscheiden, zoals de enk, het rabattenbos, de waterrijke dorpsrand, de vista’s en de woonstraten. Voor deze deelgebieden worden inrichtingsprincipes voor de openbare ruimte geformuleerd aan de hand van wegprofielen en referentiebeelden. Ook worden concrete voorstellen gedaan voor materiaalgebruik en beplanting in de openbare ruimte en de erfafscheidingen. profielen De profielen die hiernaast zijn afgebeeld, geven een beeld van de beoogde ruimtelijke kwaliteit in het openbaar gebied van Salland II. Als basis wordt een ‘standaardprofiel’ gehanteerd van ruim 10 meter breedte. Dit profiel is opgebouwd uit een 5 meter brede woonstraat voor auto’s en fietsers, met aan één zijde een 3,50 meter brede groene berm en aan de andere zijde een 1,80 meter breed voetpad (profiel A). In de berm is voldoende ruimte aanwezig voor het plaatsen van een volwaardige boom of bomenrij.
G
Het ‘standaardprofiel’ kan worden aangepast aan de locatiespecifieke omstandigheden. Bijvoorbeeld door meer ruimte te creëren voor de aanleg van parkeervoorzieningen, een wandelpad, een dubbele bomenrij of een brede wadi.
25
Aan de waterrijke dorpsrand worden groene taluds en schanskorven (of keerwanden) toegepast om het hoogteverschil en de ruimtelijke overgang van het hoger gelegen woongebied naar het lagere omliggende landschap op een zo natuurlijk mogelijke manier vorm te geven.
de enk De enk wordt vormgegeven als een licht glooiend grasveld en fungeert als centrale ontmoetingsruimte in de buurt. Op de groene (speel)weide staan enkele grote bomen van de eerste orde (eiken, beuken of es) en worden diverse speelvoorzieningen voor groot en klein aangelegd. De randen worden begrensd door een wadi, die tevens een natuurlijke barrière vormt voor spelende en overstekende kinderen. De enk is goed bereikbaar vanuit de omliggende woonbuurten doordat het is opgenomen in het stelsel van voetpaden in de wijk. De woningen rondom de enk zijn georiënteerd op de enk. 26
rabattenbos Het rabattenbos is een extensieve speelplek aan de rand van het woongebied met hoge natuurwaarden en avontuurlijke speelmogelijkheden met name gericht op de wat oudere kinderen. Het van nature laag gelegen gebied wordt natuurlijk ingericht met lage en ruige begroeiing op de oevers (kruipwilg) en bomen van de tweede orde (essen en wilgen), gecombineerd met veel water. Het gebied is beperkt toegankelijk. De ruimtelijke overgang van het rabattenbos naar het hoger gelegen woongebied wordt vormgegeven met flauwe taluds. Of met schanskorven, die ook aan de waterrijke dorpsrand worden toegepast. 27
vista’s De oude verkavelingspatronen in het plangebied worden opgenomen in het stedenbouwkundig plan voor Salland II en uitgebouwd tot brede groenstroken (vista’s). Zij vormen belangrijke groene dragers binnen het toekomstige woongebied. In deze brede groenstroken worden wadi’s aangelegd en liggen recreatieve wandelpaden die de verbinding leggen tussen de Harinkdijk en het buitengebied. De groenstroken worden ingezaaid met gras en voorzien van bomenrijen. Deze laanbeplanting bestaat uit bomen van de eerste orde (eiken, beuken of essen). De vista’s worden begeleid door langgerekte rijen met 2-onder-1kap-woningen, die uitkijken op de groene vista’s en op de weg. 28
dorpsrand De overgang van het woongebied naar het buitengebied wordt vormgegeven door middel van een circa 10 meter brede watergang. Het waterpeil ligt gemiddeld circa 1,5 meter lager dan het maaiveldniveau van het nieuwe woongebied. Ter hoogte van de waterrijke dorpsrand wordt dit hoogteverschil benut om een ‘verdiept’ wandelpad aan te leggen onder aan de wateroever. Het voetpad heeft een natuurlijke uitstraling en wordt uitgevoerd in halfverharding (schelpenpad). Het hoogteverschil wordt met taluds, schanskorven en/of keerwanden vormgegeven. De oevers krijgen een natuurvriendelijke inrichting. 29
woonstraten De woonstraten in Salland II hebben een eenvoudig wegprofiel met sobere materialen en een rustig kleurgebruik. De rijbaan wordt uitgevoerd in een klinkerbestrating met een donkere kleurstelling. Langs de rijbaan ligt aan weerszijden een smalle rollaag. De voetpaden worden uitgevoerd in grijze betontegels. In de grasberm is voldoende ruimte voor het plaatsen van bomen van de tweede orde (essen).
30
31
BOS
BOS 131
NTZ 134
NTZ
NTZ
149
Alnus glutinosa : kroondiameter 4m. Plantafstand: 3 meter
116
BOS
154
144
133
Fraxinus excelsior: kroondiameter 8m. Plantafstand: 8 meter
Fraxinus excelsior: kroondiameter 8m. Plantafstand: 8 meter
1
ijk
Har
kd rin Ha
inkd
ijk
3691
155
132
115
22
Raarhoeksweg
119
156 2
3209
Quercus Robur: kroondiameter 10m. Plantafstand: 8 meter
3957
Fraxinus excelsior: kroondiameter 8m. Plantafstand: 8 meter
5358
86 88 90
5807
92
5811 5812 5813
84
94
5814
82
96
5808
5845
80
5815
98
5809
78
5817
76
100
5810
5816
5824 5818
74
102 72
5823
5819
104
70
3677 5822
5820 40
68
42
66
44
3678
5821
46
Ha
5825
64
kd
rin
48 52 54
5827
5831 5832
5828
5795
5836
32
25 62 29
5842
5837 30
5796
5794
5841
5838
28
23
5797
5839
26
5711
60
5843
5835
34
5
58
5844
5834
36
27
56
5829
5833
38
5031
ijk
50
5826
5830
24
5840
31
5793 5798
22
21
19
20
5792
33
5791 2
5799
Fagus sylvatica en Quercus robur: kroondiameter 16m. Plantafstand: solitair of in groep
19
5800
17
sporthal
35
5790 5801 37
18
5500
20
5802
5806
1
eg
18
Raarhoeksw
5359
Richterambtweg
22
5803
5501
262
5804
39
sw rie
Quercus Robur: kroondiameter 10meter. Plantafstand: 8 meter 43
10
12
16
14
169
6000 6001
5859
5858
5857
5856
5762 5860
5846
5786
5847
5848
5849
5850
5872
5503
7a
7
5871
5504
5715
5505
5506
5507
47
261
5851
27
45
3026
8
18
ijk kd
5862
5787
5712
147
6
4
rin
V
2
5714
26
5788
41
7
school
24
Ha
ijk
5805
Twick el
5789
5852
5508
5509
3282
5785
1
5863
3
5
7
9
6002
5870
5855
5403
5764 5513
5510
5511
13
15
17
33
5864
5854
5512 28
11
25
5853
21
19
Bellinckh
of
5776
23 9
35
5865
5867
5868
15
5866
17
19
5869
22
NTZ
5883
21
10
8
6
4
2
82
5396
16
14
12
18
17
19
21
23
25
27
20
5395
20
5716
5884 5873
18
5885
2825
16
5882
5886
11 14
2826
5881
2824
41
5892
5908
5745
5744
5743
28
5742
5741
5889 5890
5740
5739
5738
5737
5736
5525
5735
5526
5522
9
5518
5521
30
10
16
18
11
13
20
22
15
17
19 21
26
23
24
28
berg Grim
Baeckenhagen
5905 13
15 8
5877
5894
4
6
8
10
14
12
16
18
20
22
24
26
28
5718 30
5901
5747
5748
5750
5751
5752
5753
5755
5754
5756
5757
5758
5760
5761
5229
55
5896
5897 5912
5906
5900
5913
5719
5647
5648
5649
5650
5652
5651
5653
5656
5654
5657
5655
5549
5547
5658
5660
5659
36
5661
5662
5548
5663 5546
5907
2
30
5899
88
5769
1
5
7
9
11
13
14
22
17
15
16
18
20
3
38
5778
5759
eg
5749
34
4
5550 5551
oeksw
5895
80
17
Raarh
32
5910
ijk
6
2
kd
5911
86
w.i.u.
rin
1
12
Ha
5904
5902
2827
55
5527
5524
5523
5516 7
Baec
10
5878
5520
5519
3 5
5
17
5646
5517 1
5888 5891
5876
5645
84 26
5909
12
7
5879
5644
5643
5734
5887
9
5875 5880
5642
5515
5746
5717
5893
39
08
29
5641
5640
24
5775
5874
5639
5638
5903
kenh agen
37
19
21
23
25
27
29
31
28
ve Nij
5898
5770
28
26
5489
20
18
3024
32
24
5772
5696 5413
5689
5691
5693
Sp
3
oo
5690
5675
5677
5686
5682
5684
5680
5678
5665
5676
aa
rb n
9 5 7
9
5694
11
1
98
T
5580
16
11
13
55
14
15
17
12
23
19
7
3
8
l
8
5581
5568
5670
25
5692
5695
1
5567
5674
21
5
5010 3469
13
5666
5668 5672
5687
5688
5566
5667
5669
5671
5673
5681
5683
5685
1 4 t/m 38
15
5565 5664
5679
5697
22
5773
16
14
12
10
8
6 4
2
17
30
24
22
g
eg
Warmelo
26
5771
nzee
erpe
6
ekswe Raarho
ew
als
rd
Weldam
BOS 5592
W 9 7
H6 beplantingsstructuur De beplantingsstructuur in het stedenbouwkundig plan voor Salland II sluit aan bij de bestaande bomen in en langs het plangebied en bij de historische (geologische) ondergrond. Deze groenstructuur dient als basis voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied en dient daarom stevig en robuust te zijn. De bomenstructuur is onder te verdelen in vier groepen:
- Harinkdijk - vista’s - woonstraten - solitaire bomen
Harinkdijk De bestaande bomerij langs de Harinkdijk bestaat uit prachtige eiken van formaat en berken. Deze bomenstructuur blijft gehandhaafd en vormt de basis voor de toekomstige bomenstructuur van het plan. vista’s De brede groenstroken in de vista’s zijn de belangrijkste groene dragers binnen het plan. Gekoppeld aan een wadistructuur en nieuwe wandelroutes richting de Groene Wig vormen zij de groene dooradering van het woongebied en versterken daarmee de relatie tussen de Harinkdijk en het buitengebied (op termijn te ontwikkelen tot een recreatief uitloopgebied). Het profiel van de vista’s is ruim en de bomen krijgen flink de ruimte. Hierdoor kan een optimale stand- en groeiplaats voor de bomen worden gecreëerd.
33
De plantafstand tussen de bomen bedraagt daarbij acht meter. Hierdoor kunnen de kronen snel in elkaar groeien en zodoende een fraaie laan gaan vormen. woonstraten De woonstraten in het plangebied vormen geen onderdeel van de hoofdgroenstructuur. Incidenteel kan er wel een kleine es worden aangeplant, aan de zuidzijde van de weg, om een aangenaam groen woonmilieu te creëren. solitaire bomen In de groene hoven en ter plaatse van de enk worden enkele forse solitaire bomen of boomgroepen toegevoegd. Daarnaast staan er in de zuidoosthoek van het plangebied al enkele monumentale bomen, die bij voorkeur gehandhaafd dienen te worden bij de uitgifte van de woonkavels. groene erfafscheidingen In heel Salland II worden de erfafscheidingen langs de voortuinen uitgevoerd als een lage groene haagbeuk (ca. 1 meter hoogte). Bij de hoekpercelen worden deze hagen tevens doorgezet aan de zijkant van het perceel. Bij de woonvelden worden de hagen aan de zijkant van de hoekpercelen hoger uitgevoerd (ca. 2 meter hoogte), zodat zij voldoende privacy en beschutting kunnen bieden ter hoogte van de achtertuinen.
Carpinus Betulus lage haagbeuk hoogte 1 meter breedte 40 cm plantafstand 5 per meter Carpinus Betulus hoge haagbeuk hoogte 2 meter breedte 40 cm plantafstand 5 per meter
referentiebeelden voor de groene erfafscheidingen in Salland II lage en hoge haagbeuk als een natuurlijke beschutting van de voor- en achtertuinen in het woongebied
34
colofon Het oospronkelijk document is bij raadbesluit dd. PM goedgekeurd, wijzigingen (p17 en 18) worden bij raadbesluit dd. 29 september 2011 goedgekeurd. Het stedenbouwkundig plan, verkavelingsplan en het beeldkwaliteitsplan voor Salland II zijn opgesteld door bureau Nieuwe Gracht uit Utrecht, onder begeleiding van een ambtelijke projectgroep van de gemeente Raalte. projectgroep Henk Klein Koerkamp John Koerkamp Matthijs Koops Nico Koot Harry Minkjan Arie Nijman Hennie Rodijk Duurt Snoeijers Jos Strijtveen
NIEUWE GRACHT
Jan Wessels
stedebouw milieu landschap
bureau Nieuwe Gracht Robert Arends
stedebouwkundige
Marc Holvoet
landschapsarchitect
Nieuwegracht 25 3512 LC Utrecht 030 - 23.10.200
Utrecht, juni 2011
35
www.nieuwegracht.nl