SBWU JAARBERICHT
IN 20 12
AAN DE SLAG
INHOUD/ Voorwoord
3
1 Aan de slag voor onze cliënten
4
INTERVIEW
Martijn Ross ’Ik heb nu vruchtbare grond onder mijn voeten’ 2 Aan de slag met onze organisatie
8 12
INTERVIEW
Jannie de Lange ’Probeer het: kruip uit je schulp!’
16
3 Aan de slag met onze partnerorganisaties
20
INTERVIEW
Riekie Staal ’Volgend jaar wil ik weer naar school!'
24
4 Aan de slag met onze medewerkers
28
INTERVIEW
Steven van der Meer ‘Ook verslaafden zijn tot veel in staat’
32
5 Aan de slag met medezeggenschap
36
Over de SBWU
39
INTERVIEW
Björn-Boy van der Flier ‘Het liefst wil ik een betaalde baan’
40
SBWU in cijfers
44
1
,
2
/ AAN DE SLAG!
We blikken in dit jaarbericht vooral vooruit op de komende jaren: we willen ‘Aan de slag’. Verder met de herstelondersteunende zorg voor onze cliënten zoals die al jaren centraal staat in onze visie. Met aandacht voor vragen over relaties, dagbesteding, zingeving en werk. Op ieder van deze vlakken zoeken we samen met de cliënt naar mogelijkheden en kansen. We doen dit met extra daadkracht. Want de komende jaren verandert er door de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) veel voor onze ambulante cliënten. Voor de SBWU betekent het dat wij onze cliënten zo goed mogelijk willen ondersteunen om te kunnen voldoen aan de nieuwe verwachtingen en eisen. De Wmo betekent voor deze cliënten dat de gemeente voortaan bepaalt van welke voorzieningen zij gebruik kunnen maken en welke eisen er aan hen worden gesteld. Hoe dit er exact uit komt te zien is niet bekend, maar het is al wel duidelijk dat de Wmo een groter beroep doet op de eigen kracht. De samenleving accepteert steeds minder dat mensen aan de kant staan. Door doorstroming naar ambulante begeleiding zal een deel van de cliënten die bij ons verblijven uiteindelijk ook te maken krijgen met de Wmo. Herstelondersteuning, de kern van onze begeleiding, wordt nóg belangrijker. Onze kernwaarden, de vijf B’s van Betrouwbaar, Betrokken, Bewust, Bekwaam en Betekenisgevend, bieden onze begeleidende medewerkers houvast. Voor een effectievere herstelondersteuning gaan wij de B van Bewust handelen de komende jaren opnieuw vormgeven. De Wmo heeft ook consequenties voor onze financiën, de huisvestingsportefeuille en onze relatie met gemeenten, andere ggz-instellingen en wijkgerichte organisaties in onze regio. Partnerschap en samenwerking staan daarbij centraal. Voor alle noodzakelijke veranderingen is in 2011 een stevig fundament gelegd. Wij kijken dan ook met vertrouwen naar deze opgaven. Vraagt u zich af hoe het staat met de eigen kracht van onze cliënten? Leest u de interviews met Riekie Staal, Martijn Ross, Björn-Boy van der Flier, Jannie de Lange en Steven van der Meer (locatiehoofd) en oordeelt u vooral zelf. Marlies van Loon Jan Berndsen Raad van Bestuur SBWU Terwijl dit jaarbericht al bijna bij de drukker lag, boog de Tweede Kamer zich over het al dan niet controversieel verklaren van de overheveling van de begeleiding bij langdurige zorg naar de Wmo. Het lijkt erop dat de beslissing hierover wordt doorgeschoven naar het volgende kabinet. Wij houden er rekening mee dat de overheveling naar de Wmo - met enige vertraging - alsnog doorgaat.
3
1 4
A V C
AAN DE SLAG VOOR ONZE CLIËNTEN/ In onze dienstverlening staat de herstelondersteuning die onze medewerkers aan cliënten bieden centraal. Daarbij gaan we uit van de eigen kracht, mogelijkheden, kennis en ervaringen van onze cliënten. Zij hebben zoveel mogelijk de regie over hun eigen herstel. Onze medewerkers staan naast hen voor informatie en advies. Dat cliënten deze aanpak waarderen blijkt wel uit het hoge cijfer dat cliënten de organisatie in 2011 gaven in een cliënttevredenheidsonderzoek: een 7,8.
5
/ EIGENWAARDE
/ STEUN VAN NAASTEN
Bij het herstel van cliënten speelt hun sociale omgeving een belangrijke rol. Een cliënt is niet alleen een bewoner met psychische problemen, maar is zelf ook een familielid, buurman- of vrouw, wijkgenoot, medewerker, vriend of vriendin. Die rollen bepalen hun gevoel voor eigenwaarde en geloof in eigen kunnen. Daarom stimuleren we cliënten om ook invulling te geven aan al die andere rollen.
Familie, vrienden, buurtgenoten en wijkorganisaties krijgen door de Wmo een grotere rol bij het herstel van een cliënt. Voor persoonlijk begeleiders van de SBWU betekent dit dat zij naasten (familie, vrienden, lot- en buurtgenoten) in een vroeg stadium betrekken bij de herstelondersteuning van cliënten. / SPECIALISTISCHE BEGELEIDING
/ ZELFREDZAAMHEID
De overheid heeft nieuwe wetten in de maak de Wmo en de Wet werken naar vermogen. De Wmo doet, ook bij mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid, een beroep op een grotere zelfredzaamheid. Ook de Wet werken naar vermogen spreekt de eigen kracht aan. Aan mensen met een beperking zal vaker worden gevraagd dat zij – al dan niet betaald – werken. Bij herstelondersteuning kijken we altijd naar een cliënt als persoon met talenten, interesses, mogelijkheden en kansen. Vanuit deze visie zullen we cliënten ondersteunen bij het aanwenden van hun eigen mogelijkheden. Zo hebben we een uitgebreid aanbod van vaardigheidstrainingen. En geven we hulp en advies bij het zoeken naar werk.
6
Bij de SBWU vinden we dat cliënten met specifieke problemen begeleiding mogen verwachten die op die problemen is afgestemd. Het gaat dan met name om cliënten met autisme of problemen met justitie, mensen met psychiatrische problemen in combinatie met een verslaving en jongeren tot 24 jaar waarbij specifieke adolescentenproblematiek speelt. Zij krijgen voortaan begeleiding van gespecialiseerde medewerkers. Ook werkt de SBWU hiervoor steeds nauwer samen met ketenpartners die behandeling bieden, zoals Altrecht, Centrum Maliebaan, de Van der Hoeven Kliniek en een aantal kleinere behandelinstellingen.
B 2
BEREIKT IN 2011/ Uitbreiding drie nieuwe teams: team Castellum voor mensen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS), team Grauwaart voor mensen met een ontwikkelingstrainingsvraag en team Paulus Potterhage dat deels zorg biedt aan mensen met een eetstoornis. Studenten met ASS die zelfstandig wonen op de Uithof krijgen ambulante begeleiding van de SBWU. Uitbreiding van de afdeling Zorgtoewijzing en Expertise met drie sociaal psychiatrisch verpleegkundigen en een psycholoog. Uitbreiding van twee locatieteams met een in autisme gespecialiseerd psycholoog. Ontwikkeling driejarig trainingsprogramma voor mensen met een ASS, gericht op uitstroom naar zelfstandig wonen en leven.
Start afdeling Werk en Dagbesteding met als doel het realiseren van een groter aanbod aan werkmogelijkheden en het adviseren en ondersteunen van cliënten die actief willen zijn. Ontwikkeling en implementatie participatieladder als instrument om in gesprek te komen met cliënten over de manier waarop zij participeren in de samenleving. Organisatiebrede 0-meting van participatieniveau cliënten in 2011. Onderzoek Juliuscentrum UMC naar wat bepaalt of cliënten herstellen en kunnen doorstromen en in hoeverre het begeleidingsaanbod hier voldoende op aansluit. Zorgmonitor 2011 laat zien dat 56% van de cliënten aangeeft dat na een jaar woonbegeleiding hun kwaliteit van leven verbeterd is. Dit percentage neemt toe naarmate men langer begeleiding krijgt. Bij meer dan 50% verbetert naar eigen zeggen ook het dagelijks functioneren.
7
M R
8
MARTIJN ROSS/
’ Ik heb nu vruchtbare grond onder mijn voeten’ Sinds oktober woont Martijn Ross in een gloednieuw appartement van de SBWU in Leidsche Rijn. “Moet je kijken wat een ruimte! En ik heb een grote badkamer en een eigen balkon waar ik straks als het zonnetje schijnt lekker op kan zitten!” De komende maximaal drie jaar is Martijn onderdak bij de SBWU. Daarna stroomt hij uit naar een gewone huurwoning en een zelfstandig bestaan. Hoewel hij ‘van heel ver’ komt, kijkt hij met vertrouwen naar de toekomst. “Het gaat me lukken: ik heb nu vruchtbare grond onder mijn voeten.” OP STRAAT
“Ik had veel problemen in mijn jeugd. Op mijn zeventiende woonde ik al in een kraakpand. Na de ontruiming van de Rembrandtkade in de jaren ’80 stonden we plotseling met 40, 50 man op straat. Negentien was ik. Het was een ijskoude winter. Het leven op straat was in die tijd echt hard. Er waren helemaal geen sociale voorzieningen voor daklozen. Ik ben toen aan de drugs geraakt. Ik zag wel om me heen wat voor leven verslaafden leidden, maar ik was naïef, kon me niet voorstellen dat ik bijvoorbeeld ook zou gaan stelen. Dus wel.” ALLES KWIJT
Met Martijns ontdekking van harddrugs breekt een periode van een jaar of 25 aan waarin hij af en aan verslaafd is. Een paar keer lukt het hem af te kicken en leeft hij eventjes een ‘normaal leven’. Maar telkens valt hij weer terug. Op een gegeven moment lukt het hem om van de drugs af te komen met behulp van methadon. “Door de methadon kon ik weer normaal functioneren. En toen zat ik ineens op een flatje in Overvecht. Alleen. Alles was ik kwijt: mijn vrouw, mijn vrienden, ik mocht mijn dochter niet meer zien. Ik was eenzaam en dronk steeds meer. Het was de donkerste periode in mijn leven. Op een gegeven moment zag ik het niet meer zitten. Ik dacht: ‘Nou
9
A kan ik twee dingen doen: alles achterlaten en naar het buitenland vertrekken of me vrijwillig laten opnemen en opnieuw afkicken.’ Uiteindelijk heb ik me op laten nemen in de Van der Hoeven Kliniek. Daar heb ik een jaar gezeten. Daarna kon ik terecht bij de SBWU in Hoograven. Ik voelde me daar voor het eerst serieus genomen. Anders dan in al die jaren daarvoor waarin ik hulpverlening had, had ik het gevoel dat ik als individu werd gezien. Natuurlijk moest ik ervoor zorgen dat ik mijn woonruimte schoonhield en mijn eigen potje kookte, maar er was ook ruimte om te doen wat ik leuk vind.” OPPAKKEN VAN CREATIVITEIT
Doordat het steeds beter ging met Martijn kon hij het afgelopen najaar doorstromen naar zelfstandige woonruimte met ambulante begeleiding. Langzaam maar zeker pakt hij steeds meer oude interesses op. “Ik kom uit een kunstminnend nest en teken graag. Dat wil ik weer gaan doen. Ik heb alle spullen al in huis en ik heb heel veel ideeën in mijn hoofd die ik wil uitwerken. Daarnaast ben ik begonnen met schrijven. Wil mijn levensverhaal op papier zetten. Het liefste zou ik van die twee dingen mijn werk maken. Maar ik vind werken als ervaringsdeskundige ook heel leuk. Bij Altrecht kan ik misschien over een tijdje in dienst komen als ervaringsdeskundige. Ik ga binnenkort ook op een schaakclub. Daar leg ik nieuwe contacten.” BEVRIJD
“Ik kan me niet voorstellen dat ik nog afglijd. Dat kan ik trouwens ook niet maken tegenover mijn moeder en mijn dochter. Die hebben zo’n last gehad van mijn verslaving. Mijn dochter was als kind bang dat ik dood zou gaan. De periode in de Van der Hoeven Kliniek was enorm zwaar. Maar ik heb altijd geknokt en toekomstdromen gehad. Juist door alle ellende die ik heb meegemaakt kan ik intens genieten van wat ik nu heb. Ik voel me bevrijd en wil graag wat zinnigs doen met mijn leven.”
10
V M
AAN DE SLAG MET CREATIVITEIT Wil je jouw creativiteit prikkelen? Voorbeelden en kennis van bijvoorbeeld kunstgeschiedenis helpen! Word lid van een bibliotheek en voed jouw creatieve ontwikkeling met boeken. Zou je graag beter willen kunnen tekenen? Op YouTube vind je vele duizenden filmpjes die je laten zien hoe je dat aanpakt. Zoek bijvoorbeeld op ‘portret schetsen’. Is fotograferen jouw passie? Op www.fotoklasje.nl kun je meedoen aan een gratis online fotografiecursus. Ook kun je hier terecht met vragen over fotografie of om je foto’s te laten beoordelen en krijg je handige tips en tricks. Ook jouw levensverhaal op papier zetten? Lees het zelfhulpboek ‘Op verhaal komen – herinneringen als bron van wijsheid’ van Ernst Bohlmeijer en Gerben Westerhof.
VOLGENS MARTIJN/ 11
2 12
A M O
AAN DE SLAG MET ONZE ORGANISATIE/ Als wij kijken naar de cliënten die wij begeleiden, dan zien we een aantal ontwikkelingen. We weten dat de Wmo om een grotere zelfredzaamheid van ambulante cliënten vraagt. En we weten dat veel van onze cliënten specialistische begeleiding nodig hebben. De Wmo heeft bovendien financiële gevolgen voor onze organisatie: de zekerheid over onze inkomsten neemt af. Dit alles vraagt om aanpassingsvermogen en een bedrijfsvoering die perfect op orde is. Gelukkig is aan die bedrijfsvoering de afgelopen jaren veel gebeurd, zodat onze organisatie er sterk en financieel gezond voor staat.
13
/ DUIDELIJKER PROFIEL
Toch kunnen er natuurlijk altijd zaken beter of efficiënter. Zoals de manier waarop we binnen onze organisatie projectmatig werken. Of de doorvoering van nieuw beleid op onze locaties. Daar besteden we de komende tijd extra aandacht aan. Het is belangrijk dat onze organisatie een duidelijker profiel krijgt naar buiten: we zullen immers intensiever dan voorheen moeten samenwerken met behandelende organisaties, gemeenten, woningcorporaties, welzijnsorganisaties en politie. Alleen als zij weten wat de SBWU te bieden heeft, kunnen wij samen met hen een goed werkende zorgketen voor onze cliënten vormen. / MEER CLIËNTEN
In de afgelopen jaren heeft de SBWU al een aantal cliënten van Altrecht overgenomen. Wij gaan ervan uit dat veel cliënten zich op termijn beter voelen als zij in een ‘gewone wijk’ – en dus niet in een instelling – wonen. De eerste ervaringen zijn positief en we verwachten vóór 2014 alle langverblijvers van Altrecht voor wie een plek in de samenleving een goede optie is, over te nemen. Door deze ontwikkeling en de groei van ons aanbod voor mensen met autisme zal het aantal RIBW-plaatsen binnen onze organisatie uitkomen op ruim 700. Verder groeien zit er niet in: dat staat de overheid ons vanaf 2012 niet toe. Om lange wachtlijsten te voorkomen besteden we extra aandacht aan door- en uitstroom. / ANDERE HUISVESTING
Een groot deel van onze woonruimten voor cliënten moet worden aangepast aan de normen van deze tijd. Onze organisatie heeft meer zelfstandige woningen/appartementen nodig, al dan niet met gemeenschappelijke voorzieningen. We proberen dit voor elkaar te krijgen door samenwerking met corporaties en particuliere ontwikkelaars. / DOORSTROOM EN UITSTROOM
Door de Wmo moeten wij nog meer dan voorheen ook in onze ambulante begeleiding inzetten op
14
door- en uitstroom van cliënten naar een zelfstandiger bestaan. Alleen zo blijft er ruimte voor nieuwe cliënten. Ook houden we ons aanbod van verblijfszorg opnieuw tegen het licht. / WIJKGERICHTE AANPAK
Met de Wmo wil de overheid de participatie van mensen met een (psychische) beperking in hun eigen woonomgeving stimuleren. De SBWU ziet voor haar cliënten goede kansen om deel te nemen aan het gewone dagelijks leven. Het is de bedoeling dat mantelzorgers en maatjesprojecten steeds meer taken overnemen die tot nog toe door professionele zorgverleners werden uitgevoerd. Ggz-cliënten krijgen professionele zorg als – en voor zolang – die noodzakelijk is. / ELEKTRONISCH CLIËNTEN DOSSIER
De SBWU werkt met speciale software voor ondersteuning van begeleiders en de registratie en administratie van cliëntgegevens. Het huidige systeem, IRIS, is toe aan vervanging. Daarom gaan we werken met een nieuw Elektronisch Cliënten Dossier waarvoor de softwareontwikkeling in 2011 is aanbesteed. Het is de bedoeling dat het nieuwe systeem innovatief, veilig en gebruikersvriendelijk is en naadloos aansluit op de interne werkprocessen. / VEILIGHEID
Voor de SBWU is ‘veiligheid’ één van dé beleidsthema’s de komende jaren. Het SBWU Beleidsplatform Veiligheid stelt voor dit jaar een actieplan Veiligheid met concrete prestatie-indicatoren vast. Voorbeelden van acties zijn een evaluatie van het veiligheidsmanagementsysteem, het afnemen van een veiligheidsvragenlijst onder medewerkers om hun veiligheidsbeleving te meten en een interne campagne om het veiligheidsbewustzijn en de kennis van het veiligheidsbeleid van medewerkers en cliënten te vergroten. In 2012 zal er tijdens de HKZ-audit getoetst worden of wij voldoen aan de nieuwe normen op het gebied van veiligheid.
B 2
BEREIKT IN 2011/ Realisatie 75 appartementen voor SBWU-cliënten. Opstart Management Development-traject en onderzoek naar vormgeving projectmatig werken binnen de organisatie. Ontwikkeling en implementatie van Veiligheids- managementsysteem met onderdelen als digitaal melden, onderzoeken risico’s binnen zorgprocessen, inventariseren risico’s op cliëntniveau, medewerkersveiligheid en brandveiligheid. Ontwikkelen en testen van het digitaal meldformulier en instructie afhandeling incidentenmeldingen voor leidinggevenden en coördinatoren zorg.
Ontwikkeling en publicatie handboek Veiligheid voor cliënten en medewerkers. Aanbesteding softwareontwikkeling Elektronisch Cliënten Dossier. Versterking netwerk, profilering in maatschap- pelijk veld. SBWU zit met gemeenten aan tafel om mee te denken over de uitwerking van de Wmo. Deelname initiatief ‘Herstelondersteuning. Van kans naar realiteit in 2020’. Het uiteindelijke resultaat van dit initiatief is de oprichting van een Werkplaats Herstelondersteuning. Dit is een samenwerking met zeven ggz-aanbieders in het land, Kenniscentrum Phrenos en GGZ Nederland.
Verbetering van brandveiligheid locatie met een methodiek die inzicht geeft in de brandveiligheidssituaties. Het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten voor cliënten.
15
J D
16
JANNIE DE LANGE/ ’Probeer het: kruip uit je schulp!’ Jannie de Lange woont sinds begin 2010 in een éénkamerappartement aan de Utrechtse Heycopstraat. Over haar psychische problemen praat zij liever niet. “Ik woon al heel wat jaren bij de SBWU en heb verschillende keren geprobeerd om weer zelfstandig te leven. Maar dan kreeg ik steeds een terugval. Ik ben blij dat mijn arts met de begeleiding heeft afgesproken dat ik hier kan blijven wonen.” Een volledig zelfstandig bestaan is misschien niet haalbaar voor Jannie, maar dat weerhoudt haar er zeker niet van om een actief leven te leiden met vrienden, hobby’s en vrijwilligerswerk. SAMEN ETEN
“Ik ben inderdaad veel de deur uit. Ik doe aan fitness en werk als portier bij de inloop van Altrecht aan de Lange Nieuwstraat. Daar kook ik ook drie keer in de week voor vijftien man. Vaak blijf ik dan eten. Daarnaast neem ik deel aan de eetgroep van de Revival Joykerk aan de Cremerstraat. Als ik behoefte heb aan rust, dan ga ik wandelen. Het liefst doe ik dat alleen, door het plantsoen langs de grachten. Kan ik lekker nadenken. Een paar keer per jaar ga ik op vakantie als gezelschap en begeleider van een oudere heer die ik via mijn moeder ken. Hij betaalt, ik mag het hotel en soms ook de bestemming uitkiezen. Voor dit jaar heb ik Sardinië gekozen, dat lijkt mij erg mooi! Maar eerst gaan we nog naar Zeeland.” VRIENDSCHAP
Veel van haar activiteiten onderneemt Jannie met vriendin Jeanny, die zelfstandig woont. “We kennen elkaar van de Musketon, het sociaal-cultureel centrum in Lunetten. Daar heb ik hiervoor bij de SBWU gewoond. Jeanny en ik waren allebei bevriend met Ruben, één van mijn medebewoners. In de Musketon raakten we aan de praat en we bleken het heel goed met elkaar te kunnen vinden.” Ruben woont
17
A alweer een poosje in Rotterdam. Af en toe spreken Jannie en Jeanny met hem af. Maar vaker gaan ze met zijn tweeën op stap. U-PAS
“Iedere week gaan we een keer zwemmen in Den Hommel en we trekken er regelmatig op uit met de U-pas. Echt ideaal: die U-pas. Voor vijftien euro ben je er een hele dag uit. En dat is inclusief een lunch en koffie met gebak.” Jeanny vertelt: “We zijn laatst in Hindeloopen geweest. Kregen we een prijsvraag in onze handen geduwd. Ik ben daar niet zo van, maar Jannie nam er uitgebreid de tijd voor om hem in te vullen. Hadden we nog iets gewonnen ook: een suikerbrood!” VERLEGEN
Wat hen bindt? Jannie: “Gezelligheid. We zijn allebei alleen en gaan er graag op uit. En we zijn gek op zwemmen en op eetgroepen.” Jeanny vult aan: “En een bepaald soort humor. We lachen veel!” Jannie is dan wel een ondernemend type; op onbekenden afstappen ging haar niet altijd gemakkelijk af. “Ik was vroeger best verlegen. Op de één of andere manier is dat sinds ik bij de SBWU woon over. Ik denk dat het komt doordat ik me meer op mijn gemak voel. En ik gebruik andere medicijnen waardoor ik wat ontspannener ben. Ik weet dat er best veel cliënten zijn die het moeilijk vinden om nieuwe contacten te leggen, maar ik zou willen zeggen: ‘Probeer het toch! Kruip uit je schulp.’ Ik weet uit ervaring dat het de ene keer beter lukt dan de andere, maar dat geeft niets.” Jeanny: “Loop gewoon eens binnen bij een buurthuis. Of – als je het heel moeilijk vindt – geef je dan op voor het maatjesproject in Utrecht.”
18
V J
AAN DE SLAG MET HET LEGGEN VAN NIEUWE CONTACTEN Deelnemen aan activiteiten en (gratis) workshops helpt je om in contact te komen met nieuwe mensen in je woonomgeving. Wil je weten wat er te doen is in jouw omgeving? Op de website www.zinwijzer.nl vind je een zingevend overzicht van onder andere activiteiten, ontmoetingsplekken en stilteplekken in Utrecht. Een andere manier om anoniem te oefenen met contacten leggen is www.one2chat.nl. Op deze Nederlandse chatroulettewebsite word je met behulp van webcam en microfoon in contact gebracht met onbekenden. Spannend en verrassend! Wil je oude contacten nieuw leven inblazen? Op www.schoolbank.nl kun je op zoek gaan naar oud-klasgenoten. Ook digitale netwerken als Hyves en Facebook kunnen helpen om in contact te komen met oude bekenden.
VOLGENS JANNIE/ 19
3 20
A M P O
AAN DE SLAG MET ONZE PARTNERORGANISATIES/ In 2014 moeten gemeenten alle ambulante zorg voor mensen met psychiatrische problemen vanuit de Wmo organiseren. Dit heeft gevolgen voor zowel de SBWU als onze cliënten. Voor cliënten betekent het dat zij niet langer recht hebben op een op hun individuele situatie afgestemd zorgaanbod, zoals zij dat nu via de AWBZ krijgen. De gemeente moet hen ‘compenseren’ met een aanbod van voorzieningen, maar hoe ze dit doet mag ze zelf weten.
21
/ WIJKGERICHT WERKEN
/ TERUGVAL VOORKOMEN
Voor de SBWU betekent de overgang naar de Wmo minder zekerheid als het gaat om inkomsten. Dit kan gevolgen hebben voor de financiën en voor het personeelsbestand. Gemeenten willen dat aanbieders van wonen, zorg en welzijn hun aanbod beter op elkaar afstemmen en dat er een gerichte aanpak komt voor sociaal kwetsbare inwoners. Daarom leggen we bij de woon- en herstelbegeleiding nog meer nadruk op wijkgericht werken. De SBWU ziet de Wmo ook als een kans voor mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid. Door de betrokkenheid van gemeenten bij het verbeteren van de maatschappelijke deelname van ggz-cliënten zal de samenleving waarschijnlijk meer dan ooit voor hen openstaan.
Het kan altijd gebeuren dat mensen een terugval krijgen en opnieuw hulp nodig hebben. De kans dat dit gebeurt is groter bij kortere begeleidingstrajecten. Daarom gaan wij samen met onze ketenpartners uitgestroomde cliënten volgen, zodat wij er op tijd bij zijn als zij dreigen terug te vallen. De wijkorganisaties waar wij mee samenwerken hebben hierbij een belangrijke rol.
/ VRAAG EN AANBOD DAGBESTEDING
Doorstroom lukt alleen als cliënten herstellen. Een zinvolle dagbesteding kan daarbij een grote rol spelen, mits die aansluit bij de kwaliteiten en interesses van een cliënt. Wij streven ernaar dat 80% van onze cliënten in 2015 minimaal twee dagen in de week een voor hen betekenisvolle vorm van dagbesteding heeft. Hiervoor bieden wij dagbestedingsactiviteiten van zowel SBWU als externe organisaties aan. Cliënten die willen werken krijgen desgewenst ondersteuning. / AANBOD VERSTERKEN
In de wijken waar onze cliënten wonen is vaak al aanbod van dagbestedingsactiviteiten en (vrijwilligers)werk. Daarom gaan wij kritisch kijken naar wat er al in wijken gebeurt en alleen activiteiten en projecten aanbieden die nog ontbreken of het aanbod versterken. Als voorbereiding hierop nemen wij deel in een aantal pilotprojecten – zoals Wijkkracht 8 in de Utrechtse Rivierenwijk – waarbij we vraag en aanbod van ondersteuning en activiteiten in een wijk bij elkaar proberen te brengen. We versterken onze relaties met gemeenten en wijkorganisaties.
22
/ REGIE BIJ CLIËNT
Meer gebruik maken van het reguliere aanbod in wijken vraagt om een grotere zelfredzaamheid van cliënten en hun naastbetrokkenen. Die naastbetrokkenen – en dan met name familieleden – krijgen van de overheid een grotere rol toebedeeld: de primaire verantwoordelijkheid voor mensen met psychiatrische problemen wordt bij hen teruggelegd. Het stimuleren van buren- en lotgenotencontact en het gebruik maken van reguliere voorzieningen in wijken passen beter bij onze visie op herstelondersteuning. Onze begeleiders ondersteunen de cliënt, maar laten ook hierbij de regie en verantwoordelijkheid bij hem of haar zelf. / SAMENWERKING BINNEN GGZ
Naast het nog wijkgerichter werken, intensiveren we onze samenwerking met partnerorganisaties in de ggz. Vooral om de toename van cliënten met zwaardere en gecombineerde psychiatrische problemen te kunnen opvangen. Om deze cliënten effectiever te kunnen begeleiden, ontwikkelen we een aantal ‘zorglijnen’: een op de doelgroep toegesneden aanpak. Het kan gebeuren dat cliënten opnieuw hulp nodig hebben nadat ze zijn uitgestroomd. De kans dat dit gebeurt is groter bij kortere begeleidingstrajecten. Daarom gaan wij samen met onze ketenpartners uitgestroomde cliënten volgen, zodat wij er op tijd bij zijn als zij dreigen terug te vallen. De wijkorganisaties waar wij mee samenwerken hebben hierbij een belangrijke rol.
B 2
BEREIKT IN 2011/
Pilotproject Wijkkracht 8: onderzoek naar vraag en aanbod van zorg- en welzijnsorganisaties en voorzieningen in Rivierenwijk. In 2012 experimenteren we met het samenbrengen van vraag en aanbod. Samenwerkingsovereenkomst SBWU en Altrecht Eetstoornissen: SBWU verzorgt de woonbegeleiding van cliënten van Altrecht Rintveld die na een behandeling van hun eetstoornis nog niet zelfstandig kunnen of willen wonen. Zij kunnen terecht in twee woningen aan de Paulus Potterhage in Nieuwegein.
Bekroning De Stadsbrug met de NIMA Zorgprijs. De Stadsbrug is een uniek bedrijfsverzamelgebouw dat ruimte biedt aan cliëntgeïnitieerde projecten op het vlak van werk en dienstverlening. De Stadsbrug is een samenwerkingsverband tussen de SBWU, Altrecht Talent en Stichting Gids. Intentieverklaring tot verregaande samenwerking tussen SBWU en Centrum Vaartserijn. De SBWU gaat naar verwachting op 1 januari 2013 volledig samen met Centrum Vaartserijn. Een instelling die zorg op maat biedt aan mensen die (tijdelijk) dak- of thuisloos zijn, veelal op basis van een psychiatrische kwetsbaarheid.
23
R S
24
RIEKIE STAAL/ ‘Volgend jaar wil ik weer naar school!’ Vijftien jaar geleden had Riekie Staal een goed leven met een prima baan, eigen woonruimte, een fijne familie. Op 10 april 1997 is ze op weg naar haar werk als ze slachtoffer wordt van een gewelddadige aanval door twee onbekende mannen. Een traumatische gebeurtenis die diep ingrijpt in haar geluk en welzijn. Toch duurt het jaren voordat ze aan de verwerking kan beginnen. “Kort erna werd ik zwanger en stond mijn leven nog meer op zijn kop. Het was geen gemakkelijke zwangerschap en mijn schoonvader kwam ook nog eens te overlijden. De mensen in mijn omgeving vonden dat ik sterk moest zijn en maar niet meer moest denken aan wat er met mij gebeurd was.” VECHTEN VOOR KIND
Maar het gaat niet goed met Riekie. Als haar zoontje twee jaar oud is, verlaat ze haar vriend. Samen met haar kind krijgt ze onderdak in een opvangcentrum. “Ik leerde daar een jongen kennen die mij liefde gaf. Ik wist niet dat hij harddrugs gebruikte. Daardoor waren de leefomstandigheden niet goed voor een klein kind. Mijn zoontje is van mij afgenomen en bij zijn vader gaan wonen. Dat heeft mij heel veel verdriet gedaan. Ik kwam daardoor nog niet toe aan het verwerken van de aanval: ik moest vechten voor mijn kind. En ondertussen ging het heel slecht met mij. Ik slikte wel vijftien pillen op één dag en blowde veel.” TRAUMAVERWERKING
Na wat omzwervingen krijgt Riekie in 2005 een verwijzing van een psychiater voor een plek bij de SBWU, waar ze eerst begeleid woont en vanaf 2008 alleen nog ambulante begeleiding krijgt. De gesprekken met de psychiater doen haar goed. “Maar de nachtmerries bleven.
25
A Ik sliep niet en wilde niks.” Een psycholoog stelt Riekie voor om EMDR-therapie te doen. Een korte, krachtige therapie die vooral succesvol is bij traumaverwerking. “Het werkt met klikjes die je via een koptelefoon hoort. Ik had er eigenlijk helemaal geen vertrouwen in.” Toch wordt EMDR de ommekeer in Riekies leven. “Ik ben vijf keer geweest. Eerst voelde ik me slechter, want alles kwam weer naar boven. Maar na een keer of twee, merkte ik juist dat ik me steeds sterker ging voelen.” ZONDER MEDICIJNEN
Nu ziet Riekies leven er heel anders uit. “Vroeger was ik heel onzeker, ook door mijn slechte gebit. Na de EMDR ben ik dertig kilo afgevallen en voor het eerst in twintig jaar weer naar de tandarts geweest. Ik durf nu voor mezelf op te komen en leef een veel actiever leven met veel vrijwilligerswerk. Ik help bij Zinnenprikkelsbijeenkomsten en als ze bij De Shelter hapjes of een maaltijd nodig hebben bij een activiteit, dan bellen ze mij. Iedere week werk ik drie ochtenden in een SBWU-huis van De Shelter, waar ik schoonmaak en de bewoners help met bijvoorbeeld boodschappen doen en pinnen. Ik krijg zóveel liefde en waardering van hen. Dat doet mij zó goed!” NIEUWE TOEKOMST
Riekie straalt. Het is duidelijk dat het goed met haar gaat. Ze durft te dromen van een nieuwe toekomst, zónder begeleiding en mét betaald werk. “Nu zit ik nog in de schuldhulpsanering, maar volgend jaar wil ik weer naar school! Zodat ik een betaalde baan kan gaan doen, liefst iets in het welzijnswerk. Bijvoorbeeld als huisbegeleidster. Of iets met kinderen.”
26
V R
AAN DE SLAG MET HET VINDEN VAN EEN OPLEIDING Als je overweegt om weer naar school te gaan en je afvraagt welke mbo-opleiding iets voor jou zou zijn, doe dan eens de test op www.watismijnding.nl. Ook de website www.werksite.nl bevat een studiekeuzetest en je kunt er zoeken naar een opleiding in je eigen regio. Heb je moeite met leren? Je bent niet de enige. Tegenwoordig kun je veel technieken leren die helpen bij het studeren. Op www.studiecoach.ou.nl volg je online cursussen tegen betaalbare prijzen. Bijvoorbeeld in snellezen, mindmappen, geheugentraining of schrijven. Ben je dyslectisch? Dan is de training ‘studeren met dyslexie’ misschien iets voor jou. Wil je eerst een beter beeld krijgen van wat een bepaald beroep inhoudt, voordat je een opleiding kiest? Op www.scholieren.tv vind je filmpjes van honderden verschillende beroepen en branches.
VOLGENS RIEKIE/ 27
4 28
A M M
AAN DE SLAG MET ONZE MEDEWERKERS/ Alle ontwikkelingen die de komende jaren op de SBWU afkomen, hebben uiteraard gevolgen voor onze medewerkers. De arbeidsmarkt in de zorg is krap. Het is belangrijk om competente medewerkers aan ons te binden met een actief loopbaanbeleid: wie talent heeft krijgt de kans om zich binnen de organisatie te blijven ontwikkelen in nieuwe functies. Ook gaan we ons nadrukkelijker als aantrekkelijk werkgever profileren.
29
/ NIEUWE VAARDIGHEDEN, EXTRA KENNIS De toename van cliënten met een specialistische zorgbehoefte en het nóg grotere belang van herstelondersteuning, vragen nieuwe vaardigheden en specialistische kennis van onze medewerkers. Zo krijgt de B van Bewust handelen uit onze Richtlijn voor Goede Zorg bijvoorbeeld meer nadruk. Daar willen wij onze medewerkers goed voor toerusten door het aanbieden van trainingen en het maken van ontwikkelingsafspraken. En we gaan kijken hoe we de locatieteams kunnen versterken. De zorgprogramma’s en cliëntprofielen die we ontwikkelen gebruiken we in een later stadium om medewerkersprofielen te maken. Daarin staat omschreven welke kennis, ervaring en vaardigheden medewerkers op welke plek nodig hebben. / BETER SELECTEREN In 2011 hebben we ons Protocol Werving & Selectie aangepast. Het nieuwe protocol maakt deel uit van het project Beter Selecteren. De aanleiding hiervoor was dat we met enige regelmaat merkten dat nieuwe medewerkers, als zij eenmaal aan het werk waren, niet (volledig) geschikt voor hun functie bleken. Beter selecteren moet leiden tot een betere match tussen (kandidaat)medewerker en functie. Om dat te realiseren doet iedere sollicitant – ongeacht de functie – na de eerste gespreksronde psychologische tests. Kandidaten voor de hogere en de spilfuncties doen een assessment. Ook vragen we sollicitanten om een Verklaring Omtrent Gedrag en om referenties die we standaard natrekken. Met deze maatregelen stijgt de voorspellende waarde van een selectieproces. In 2012 evalueren we het werken met het nieuwe protocol.
30
/ ERVARINGSDESKUNDIGHEID
Wij zijn ervan overtuigd dat het inzetten van ervaringsdeskundigheid onze organisatie verder helpt. De afgelopen jaren hebben wij ervaring opgedaan met de inzet van bijvoorbeeld BGEstudenten (begeleider ggz met ervaringsdeskundigheid) op stageplekken in onze organisatie. Daaruit werd duidelijk dat dit alleen werkt als zowel de ervaringsdeskundige medewerker als het team waarin hij of zij werkt, intensieve begeleiding krijgen. In 2009 heeft een projectgroep de uitdaging opgepakt om hier verder handen en voeten aan te geven. De ervaringen gebruiken we om ervaringsdeskundigheid een duurzame plek te geven in ons personeelsbeleid.
B 2
BEREIKT IN 2011/ Aanpassing Protocol Werving & Selectie: invoering assessment als standaardonderdeel van sollicitatieprocedures voor de hogere en spilfuncties en standaard opvragen referenties en Verklaring Omtrent Gedrag. In kwalitatief onderzoek Ministerie van Volksgezondheid worden begeleidingsplannen SBWU aangehaald als ‘best practice’. SBWU kwam in 2011 in het Beste Werkgeversonderzoek van Effectory als de nummer 1 uit de bus van alle deelnemende ggz-organisaties. En als nummer 14 van alle bedrijven en organisaties in de categorie tot 1.000 medewerkers. Start uitrol Leergang Nieuwe Medewerker: nieuwe begeleiders volgen in één à anderhalf jaar tien tot twaalf trainingen om de gewenste kennis, vaardigheden en houding aan te leren.
Invoering nieuwe functie Persoonlijk Begeleider Senior. SBWU is als erkend leerbedrijf gestart met het in de praktijk opleiden van tien leerlingverpleegkundigen ggz. Deelname 50-banenplan: aantal ggz-instellingen belooft gezamenlijk 50 nieuwe banen te creëren voor cliënten binnen de eigen organisaties. Indienstneming trainer voor verder uitdiepen B van Bewust handelen. Start onderzoek meerwaarden en risico’s inzet ervaringsdeskundigheid medewerkers met cliëntervaring.
31
S D
32
STEVEN VAN DER MEER/ ‘Ook verslaafden zijn tot veel in staat’ Steven van der Meer is locatiehoofd bij SBWU Hostel Hogelanden in de Utrechtse wijk Ondiep. Zijn CV toont een lange loopbaan in de dak- en thuislozen- en verslavingszorg. Een zorgtype dat de afgelopen jaren een opmerkelijke ontwikkeling doormaakte. “Toen wij in 2003 als SBWU met een hostel startten was het idee wijdverspreid dat je verslaafden, mensen dus die lastig en schadelijk gedrag vertonen, vooral van straat moet halen: dan zou het probleem zijn opgelost. Maar de werkelijkheid is anders. Verslaafden zijn mensen. En mensen hebben behoefte aan perspectief.” EIGENWAARDE ONTWIKKELEN
“Met de juiste begeleiding en vooral het juiste tempo kun je heel veel bereiken. Ook met onze doelgroep. Mensen zijn tot veel in staat. Maar vaak zijn onze bewoners al jaren uit het arbeidsproces. Het kost ze tijd om bepaalde vaardigheden opnieuw aan te leren. Vaak zijn ze hun zelfvertrouwen kwijt. Bewoners met ambitie bieden we activiteiten en werkzaamheden aan in en rond het hostel. Ze kunnen bij ons bijvoorbeeld schoonmaakwerkzaamheden doen. Daar krijgen ze een vergoeding voor. Zo kunnen ze oefenen met verantwoordelijkheid en weer eigenwaarde ontwikkelen. Ze leren aanspreken en aangesproken worden. Als je bijvoorbeeld net een toilet hebt schoongemaakt en er komt vervolgens iemand binnen met modderige schoenen, dan zeg je daar wat van: je voelt je weer verantwoordelijk voor je leefomgeving.” KLEINE STAPJES
Steven benadrukt dat hostelcliënten doorgaans van ver komen. Ze hebben jaren op straat geleefd en buiten de maatschappij gestaan. “Naarmate we langer herstelondersteuning bieden, zie je dat mensen steeds meer de regie over hun leven nemen en meer willen. Van
33
A schoonmaker naar voorman bijvoorbeeld. Of juist iets heel anders.” Een flink deel van de cliënten van Hogelanden stroomt na verloop van tijd door. Meestal naar een vorm van beschermd wonen, soms naar een zelfstandiger woonvorm. Een aantal mensen lukt het om uiteindelijk weer helemaal op eigen benen te staan. Met of zonder betaald werk. “Naarmate het herstel van onze cliënten vordert en ze bijvoorbeeld meer contacten krijgen, zie je dat hun problemen afnemen en hun verslaving naar een ander, hanteerbaarder niveau gaat. Maar er is altijd het risico op terugval. Daarom werken we in kleine stapjes.” VRACHTWAGENCHAUFFEUR
Steven kent vele voorbeelden van cliënten die een opmerkelijk herstel doormaakten. Zoals een stel dat elkaar ontmoette in het daklozencircuit, in een hostel terecht kwam en nu inmiddels al jaren weer zelfstandig in een flat in Overvecht woont. En die oudere verslaafde die zichzelf al helemaal had afgeschreven, maar nu als chef van de veegploeg in het Griftpark werkt. Of die man die helemaal niet naar een hostel wilde, grote moeite had om zijn draai te vinden, maar nu weer een volwaardig leven leidt met een baan als vrachtwagenchauffeur. VERTROUWEN
De SBWU gaat de komende jaren haar medewerkers beter toerusten met een trainingsprogramma gericht op de B van Bewust handelen: de herstelondersteuning krijgt een meer methodische aanpak. Steven kan zich daarin vinden. “Het kan zeker beter, gestructureerder. Ik houd van een doelgerichte aanpak, waarbij realisme het uitgangspunt is. Bij hostelcliënten is het einddoel niet altijd op voorhand helder; het is vaak lastig inschatten wat haalbaar is voor een individuele cliënt.”
34
V S
AAN DE SLAG MET GESTRUCTUREERDER WERKEN Bepaal in overleg met je cliënt en de ketenpartners concrete doelen. Werk de eerste stap er naartoe uit. Maak afspraken over wie wat doet (en neem daarvoor verantwoordelijkheid). Laat het doel en hoever je daarmee bent steeds terugkomen in je overleg met zowel de cliënt als de ketenpartners. In veel gevallen zit er een psychiatrische kwetsbaarheid onder een verslaving. Dat betekent dat je in een hostel niet alleen verstand moet hebben van verslavingen en hoe je daarmee omgaat, maar ook van ziektebeelden. ‘Verslaving’, de publicatiereeks in zes delen van Zon MW (www.zonmw.nl) geeft je inzicht in deze complexe materie.
VOLGENS STEVEN/ 35
5 36
A M Z
AAN DE SLAG MET MEDEZEGGENSCHAP/ De Raad van Bestuur ziet zijn cliënten en medewerkers als gesprekspartners waarmee hij samen vorm geeft aan de organisatie. Daarom praten zowel de Cliëntenraad als de Ondernemingsraad mee over belangrijke beleidsonderwerpen.
37
/ CLIËNTENRAAD De Cliëntenraad behartigt de belangen van de cliënten bij de Raad van Bestuur van de SBWU. De raad heeft adviesrecht bij belangrijke beslissingen. De Cliëntenraad heeft in 2011 vier keer overlegd met de Raad van Bestuur. Eén van deze overleggen is, conform de governancecode voor de zorg, bezocht door een delegatie van de Raad van Toezicht. Tot 1 juni 2011 werkte de SBWU met een externe cliëntvertrouwenspersoon. Na een evaluatie van het functioneren van deze constructie besloot de Raad van Bestuur om deze functie anders in te richten. Sindsdien vervullen de ondersteuners van de Cliëntenraad deze functie. De Cliëntenraad bracht in 2012 positief advies uit over het Klachtenreglement voor cliënten, de vastgoedstrategie, de functiebeschrijving voor cliëntconsulent en het Meerjarenbeleidsplan 2012 - 2015. Bij de bespreking van dit laatste onderwerp heeft de Cliëntenraad de Raad van Bestuur gevraagd om bij het benadrukken van de mogelijkheden van cliënten hun kwetsbaarheid niet uit het oog te verliezen. Ook heeft de raad geadviseerd om bij de uitvoering van het beleid voor naastbetrokkenen de eigen regie van cliënten te blijven respecteren.
38
/ ONDERNEMINGSRAAD De Ondernemingsraad heeft in 2011 zeven keer met de Raad van Bestuur om tafel gezeten. Daarbij heeft de raad over vele onderwerpen advies uitgebracht of instemming gegeven. Zoals het informeren van de medewerkers over de implementatie van de Richtlijn voor Goede Zorg, het functieprofiel voor de nieuwe functie Persoonlijk Begeleider Senior, de Klokkenluidersregeling, het Protocol Werving & Selectie en het Meerjarenbeleidsplan. De Ondernemingsraad heeft zich onthouden van advies over de SBWU-strategie voor vastgoed en de informatie van de Raad van Bestuur hierover voor kennisgeving aangenomen.
O S
OVER DE SBWU/ SBWU staat voor Stichting Beschermende Woonvormen Utrecht. De SBWU biedt beschermd wonen en ambulante begeleiding aan mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid. Sinds 2003 begeleiden we ook cliënten met langdurige verslavingsproblematiek. We werken vanuit achttien decentrale, wijkgebonden locaties en bieden naast begeleiding ook dagactiviteiten en bemiddeling naar externe dagbesteding en werk. De SBWU wil het herstel van haar cliënten zo goed mogelijk ondersteunen. Met herstel bedoelen we niet ‘genezen’, maar het leren omgaan met een psychische beperking of verslaving. Daarbij staan de wens van de cliënt en zijn mogelijkheden om een zinvol bestaan op te bouwen centraal. Herstel is vooral een proces dat de cliënt doormaakt waar onze begeleiders bij ondersteunen en aansluiten. Onze begeleidend medewerkers werken vanuit de vijf kerncompetenties Betrouwbaar, Betrokken, Bekwaam, Bewust en Betekenisgevend. Om goede en toegankelijke zorg te waarborgen werken we nauw samen met collega-organisaties op het gebied van de geestelijke gezondheids- en verslavingszorg, woningcorporaties, maatschappelijke opvang, overheden en maatschappelijke organisaties.
Onze missie De SBWU biedt begeleiding en huisvesting aan mensen met psychiatrische en/of verslavingsproblemen. Deze begeleiding is herstelondersteunend en draagt bij aan de kwaliteit van leven en de tevredenheid van de cliënt. Op deze wijze ondersteunen wij onze cliënten in het benutten van hun mogelijkheden om inhoud te geven aan hun leven.
39
B V
40
BJÖRN-BOY VAN DER FLIER/ ‘Het liefst wil ik een betaalde baan’ Tot voor kort woonde Björn-Boy aan de Paulus Potterhage. Maar met zijn pdd-nos behoorde hij niet tot de doelgroep die SBWU in dit complex begeleidt. “Ik heb geprobeerd om beschermd wonen te krijgen bij locatie Houten, team Castellum, maar dat is niet gelukt. Toen kwam ik op het briljante idee dat ik eigenlijk best op mijzelf kon wonen. Mijn persoonlijk begeleider steunde mij hierin.” Björn-Boy woont nog maar net in Nieuwegein. De behangtafel staat nog in de kamer. “Het is hier heerlijk rustig. Dit is een seniorencomplex geweest. Er wonen ook nog steeds veel oudere mensen. De onderbuurman wil de televisie nog wel eens hard zetten, maar ik weet dat die altijd om tien uur uitgaat.” GESLOTEN AFDELING
Björn-Boy weet nog niet zo lang dat hij een autistisch-spectrumstoornis heeft. Die werd vastgesteld nadat hij zich vier jaar geleden vrijwillig liet opnemen. “Ik werkte op dat moment als plastic-spuitgieter in de autoindustrie. Naast mijn gewone fulltime baan draaide ik twee jaar lang iedere week weekenddiensten. Daar ben ik uiteindelijk aan kapot gegaan. Ik was helemaal op en stortte emotioneel in. Zag het leven niet meer zitten. Ik heb toen vier weken in een kliniek gezeten. Na twee weken bij mijn vader thuis ging het opnieuw mis. Ik ben agressief geworden en heb mijn vader aangevallen. De politie moest eraan te pas komen en ik kwam terecht op een gesloten afdeling van het UMCU. Ik kreeg begeleiding van een ggz-instelling, maar de agressiviteit bleef. Uiteindelijk is bij mij een posttraumatische stressstoornis vastgesteld die ik had overgehouden aan pesterijen en mishandelingen op school.” SOCIALER DOOR WERK
Met behulp van gerichte therapie lukt het Björn-Boy de pijn van een
41
A nare schooltijd een plek te geven. Hij krijgt een woonplek in een groepswoning aan de Paulus Potterhage. “Ik was eraan toe om uit huis te gaan, maar moest wel erg wennen aan het wonen in een groep. Er waren wel dagbestedingsactiviteiten waar ik aan deel kon nemen, maar dat voelde voor mij niet goed: ik wilde heel graag weer gewoon aan het werk. Uiteindelijk ben ik na een re-integratietraject bij een afvalverwerkingsbedrijf in Nieuwegein terecht gekomen. Daar ging ik met behoud van uitkering aan de slag. Ik vond het heerlijk om zo fysiek in de weer te zijn. Van het werken en het contact met mijn collega’s werd ik een stuk socialer. Ik heb er een jaar gewerkt, toen hield het op doordat ze minder mensen nodig hadden.” LEKKER MOE THUISKOMEN
“Met hulp van de SBWU heb ik deze woning gekregen. Ik ben nu ambulant cliënt en ik werk drie dagen in de week via Stichting Lapso. Het liefst wil ik een betaalde baan. Daar werk ik nu aan samen met een re-integratiebegeleidster. Ik wil graag zwaar fysiek werk doen. Werk waarin ik mijn energie kwijt kan, zodat ik ’s avonds lekker moe thuiskom. Dat is nu mijn doel. Naast socialer worden, wil ik vólledig meedoen in de maatschappij.”
V B 42
AAN DE SLAG IK ZOEK EEN BAAN!
MET HET VINDEN VAN EEN BAAN Ben je al langere tijd uit het werkproces en verwacht je dat een baan vinden moeilijk is? Vrijwilligerswerk is vaak een hele goede opstap naar betaald werk. Op www.vwcutrecht.nl zie je welke vrijwilligersvacatures er allemaal zijn. De best werkende manier om aan een baan te komen is via je netwerk: alle mensen die jij kent en hun contacten. Hoe ‘netwerken’ in zijn werk gaat lees je op www.carrieretijger.nl. Heb je liever professionele hulp bij jouw zoektocht naar een geschikte baan? Neem dan contact op met de adviseurs van de SBWU-afdeling Werk en Dagbesteding: Caroline van Stegeren,
[email protected], (030) 236 10 70 of Therese Venema,
[email protected], (030) 236 10 70.
VOLGENS BJÖRN-BOY/ 43
SBWU IN CIJFERS/
44
BW = Begeleid Wonen BZW = Begeleid Zelfstandig Wonen
= 2010
= 2011
AANMELDING EN BEZETTING PLAATSING NIEUWE CLIËNTEN
BW
BZW
TOTAAL
98
202
BW
300
BZW
218
TOTAAL
139
357
CLIËNTEN PER 31 DECEMBER
BW
TOTAAL
563 BZW
1340 777
BW
627 BZW
1441 814
45
BW = Begeleid Wonen BZW = Begeleid Zelfstandig Wonen
= 2010
= 2011
WA C H T L I J S T P E R 3 1 D E C E M B E R BW
BZW
224
198 nieuw 26 intern
60 nieuw 4 intern
BZW
158
145 nieuw 13 intern
GEMIDDELDE WACHTTIJD BW IN 2011*
212 DAGEN
42
38 nieuw 4 intern
GEMIDDELDE WACHTTIJD BZW IN 2011*
27 DAGEN
T O E G E L AT E N P L A AT S E N B E S C H E R M D W O N E N INDIVIDUEEL VERBLIJF
255
INDIVIDUEEL VERBLIJF
301
46
GROEPSVERBLIJF
356
GROEPSVERBLIJF
385
TOTAAL
611
TOTAAL
686
* Berekend op basis van plaatsingen in 2011
BW
64
Alle personeelscijfers zijn berekend exclusief vrijwilligers en stagiaires. De verzuimcijfers zijn berekend exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof.
= 2010
= 2011
A A N TA L M E D E W E R K E R S P E R 3 1 D E C E M B E R BEGELEIDEND
ONDERSTEUNEND
438
TOTAAL AANTAL PERSONEEL
91
529
85,74%
529
100
629
2010 Begeleidend Ondersteunend
82,8%
2011 Begeleidend Ondersteunend
ZIEKTEVERZUIM IN %
IN- EN UITSTROOM
138
8%
IN DIENST
0%
5,84%
5,52%
6%
2%
84,1%
2010
10%
4%
15,9%
17,2%
PROCENT VAN TOTAAL
79
UIT DIENST
2011
168
IN DIENST
68
UIT DIENST
47
= 2010 MAN
= 2011
VROUW
MAN
VROUW
LEEFTIJDSOPBOUW PER 31 DECEMBER 2010
TOTAAL
2011
TOTAAL
<25 JAAR
11
43
54
13
52
65
25 - 35 JAAR
41
132
173
63
161
224
35 - 44 JAAR
51
85
136
54
100
154
45 - 54 JAAR
59
60
119
61
66
127
55 - 59 JAAR
14
23
37
19
21
9
10
40
60 +
5
5
10
T O TA A L
19
T O TA A L
181
348
219
529
410
Alle personeelscijfers zijn berekend exclusief vrijwilligers en stagiaires. De verzuimcijfers zijn berekend exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof.
48
629
L E E F T I J D S O P B O U W P R O C E N T VA N T O TA A L
6,99%
10,21%
1,89%
2010
<25 jaar 25 - 35 jaar
22,50% 32,70%
35 - 44 jaar 45 - 54 jaar
25,71%
55 - 59 jaar 60+
10,33%
6,36%
3,02%
2011
<25 jaar 25 - 35 jaar
20,19% 35,62%
35 - 44 jaar 45 - 54 jaar
24,48%
55 - 59 jaar 60+
49
Resultatenrekening 2011 en 2010
50
E X P L O I TAT I E
2011
2010
Bedrijfsopbrengsten 42.371.518 38.680.543 Bedrijfslasten Personeelskosten 27.643.456 25.155.248 Afschrijving materiële vaste activa 907.096 839.371 Overige bedrijfskosten 11.594.500 8.767.305 40.145.052 34.716.924 Bedrijfsresultaat 2.226.466 3.918.619 Financiële baten en lasten -30.770 -49.031 Resultaat 2.195.696 3.869.588
BALANS PER 31 DECEMBER 2011 EN 2010 ACTIVA
2011
2010
Vaste activa 10.803.474 10.002.491 Vlottende activa 14.007.855 12.237.866 Totaal activa 24.811.329 22.240.357 PASSIVA
Eigen Vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
2011
2010
16.043.002 2.014.956 2.222.642 4.530.729
13.847.306 1.763.232 2.623.786 4.006.033
24.811.329
22.240.357
51
COLOFON
Eindredactie en productieverantwoordelijkheid SBWU, afdeling Communicatie, Utrecht
Vormgeving Taluut, Utrecht
Tekst en interviews SBWU, afdeling Communicatie, Utrecht
Druk Èpos Press, Zwolle
Fotografie Willem Mes, Utrecht
Oplage 3150 exemplaren
52
SBWU Centraal Bureau Furkaplateau 15 3524 ZH Utrecht T 030 236 10 70 F 030 236 10 99 E
[email protected] www.sbwu.nl
2012
2013
2014
2015