Ruimtelijke onderbouwing Hazenkamp 36, Arnhem
Auteur
ir. M.G. Nijhoff
Verificatie
drs. M.M.M. Schröder
Autorisatie
drs. M.M.M. Schröder
Kenmerk
2111024
Datum
16 december 2011
Bestand
Ruimtelijke Onderbouwing Hazenkamp 36 v3.docx
Breijn B.V., Stedelijke Infra • Graafsebaan 67, 5248 JT Rosmalen • Postbus 37, 5240 AA Rosmalen • Nederland Telefoon +31 (0)73 658 22 00 • Fax +31 (0)73 658 22 99 • E-mail
[email protected] • www.breijn.nl Niets van dit rapport en/of ontwerp mag worden vermenigvuldigd, openbaar gemaakt en/of overhandigd aan derden, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de samensteller.
Datum
16 december 2011
Kenmerk
2111024
Pagina
2 van 14
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
2 2.1 2.2
Omschrijving van het project en het projectgebied Het project Het projectgebied
4 4 4
3
Geldende planologische situatie
6
4 4.1 4.2 4.3
Beleidskader Luchtkwaliteit Externe veiligheid Bodembeleid
7 7 8 8
5 5.1 5.2 5.3
Toetsing aan de milieuwetgeving Luchtkwaliteit Externe veiligheid Bodem
9 9 10 11
6 6.1 6.2
Ruimtelijke effecten Ruimtelijke aspecten Programmatische aspecten
12 12 12
7
Economische uitvoerbaarheid
13
Bijlagen
Breijn B.V., Stedelijke Infra Ruimtelijke onderbouwing
14
Datum
16 december 2011
Kenmerk
2111024
Pagina
3 van 14
1
Inleiding
De huurder van het pand aan de Hazenkamp 36 heeft plannen om de functie van dit pand te wijzigen naar een kinderspeelparadijs. Dit is in strijd met het vigerende bestemmingsplan ‘Rijkerswoerd’ (onherroepelijk d.d. 26 februari 2003). In dit geldende bestemmingsplan voor bedrijventerrein Rijkerswoerd heeft het pand de bestemming ‘Bedrijfsdoeleinden III’, een kinderspeelparadijs past hier niet binnen. Het gebruik is ook strijdig met het vastgestelde bestemmingsplan ‘Arnhem Zuid-Oost’ (vastgesteld d.d. 13 juli 2011). Omdat de functiewijziging groter is dan 1500 m2 is het niet mogelijk om een omgevingsvergunning te verkrijgen met een kleine planologische afwijkingsprocedure uit artikel 4 bijlage II van de Bor1. Er zijn wettelijk gezien twee mogelijke procedures om de ontwikkeling planologisch mogelijk te maken: een nieuw bestemmingsplan of een planologische afwijkingsprocedure (procedure volgens artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3 van de Wabo2) waarmee mag worden afgeweken van het geldende bestemmingsplan (deze procedure werd vroeger een artikel 19 WRO3 vrijstelling genoemd). Voor de herontwikkeling van dit bedrijfspand tot een kinderspeelparadijs is gekozen voor een planologische afwijking, omdat het om een relatief kleine afwijking van het bestemmingsplan gaat en deze procedure korter is dan een bestemmingsplanprocedure. Een planologische afwijking is een besluit dat vergezeld gaat van een verbeelding (zie Bijlage I) en een ruimtelijke onderbouwing. In deze ruimtelijke onderbouwing is aangegeven waarom er sprake is van goede planologie en er geen bezwaar is tegen de afwijking van het bestemmingsplan. In deze ruimtelijke onderbouwing wordt allereerst ingegaan op het project en projectgebied (hoofdstuk 2), waarna de geldende planologische situatie (hoofdstuk 3) en het voor dit project relevante beleidskader (hoofdstuk 4) worden behandeld. In overleg met de gemeente is besloten het beleidskader te beperken tot de relevante onderwerpen. Hierna volgt de toetsing van het project aan de van toepassing zijnde milieuwetgeving (hoofdstuk 5). Tenslotte zullen de ruimtelijke effecten (hoofdstuk 6) en de economische uitvoerbaarheid (hoofdstuk 7) worden behandeld.
1 2 3
Besluit omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet ruimtelijke ordening
Breijn B.V., Stedelijke Infra Ruimtelijke onderbouwing
Datum
16 december 2011
Kenmerk
2111024
Pagina
4 van 14
2
Omschrijving van het project en het projectgebied
2.1
Het project
Deze ruimtelijke onderbouwing voorziet in de onderbouwing van de planologische regeling om in het pand aan de Hazenkamp 36 te Arnhem de functie kinderspeelparadijs mogelijk te maken. Het betreft een initiatief van de huurder van dit object en bestaat uit de verbouwing van het huidige bedrijfspand. Het pand bestaat uit een bedrijfshal en een kantoorgedeelte. De hal zal geschikt worden gemaakt voor de verschillende speeltoestellen van het kinderparadijs. Ter hoogte van waar in de huidige situatie de expeditieruimte is zal een uitbouw worden toegevoegd met sanitaire voorzieningen ten behoeve van het speelparadijs. De totale bruto vloeroppervlakte bedraagt 3.179 m2. Het aantal bezoekers dat het kinderspeelparadijs zal aantrekken is sterk afhankelijk van de dag in de week en wisselt per seizoen. De zaterdag en zondag zijn druk (gemiddeld ca. 500 bezoekers in totaal per dag), de rest van de week relatief rustig (gemiddeld ca. 100 bezoekers in totaal per dag). Tevens zijn de bezoekersaantallen in de zomer minder groot dan in de piekmaanden januari, februari en maart. De openingstijden zijn van 9.00 tot 18.00 uur.
Fig. 1 - Nieuwe situatie Hazenkamp 36 (zie Bijlage II)
2.2
Het projectgebied
Het pand bevindt zich op de noordwestelijke hoek van het bedrijventerrein Rijkerwoerd, langs de snelweg A325 in Arnhem-Zuid. Het bedrijventerrein ligt in de noordwestelijke hoek van Rijkerswoerd, dichtbij het kruispunt van de Nijmeegseweg (A325) met de Burgemeester Matsersingel. De zonering is zodanig dat in het westen, aan de zijde van de grote wegen, ruimte is voor grootschalige bedrijven met zwaardere milieubelasting. Aan de oostzijde, richting de Marga Klompélaan en het aangrenzende woongebied zijn de stedelijke functies ondergebracht zoals kantoren, voorzieningen en showrooms. Het terrein beslaat ongeveer 15,5 ha en telt circa 70 bedrijven. Zie tevens de afbeeldingen op de volgende pagina.
Breijn B.V., Stedelijke Infra Ruimtelijke onderbouwing
Datum
16 december 2011
Kenmerk
2111024
Pagina
5 van 14
Fig. 2 – Ligging projectgebied
Fig. 3 – Ligging projectgebied
Breijn B.V., Stedelijke Infra Ruimtelijke onderbouwing
Datum
16 december 2011
Kenmerk
2111024
Pagina
6 van 14
3
Geldende planologische situatie
Voor het betreffende perceel geldt het bestemmingsplan ‘Rijkerswoerd’ (onherroepelijk d.d. 26 februari 2003). Het perceel heeft hierin de bestemming ‘Bedrijfsdoeleinden III’. Hieronder staat een uitsnede van de plankaart van het vigerende bestemmingsplan. Meer relevante informatie over het vigerende bestemmingsplan is te vinden in Bijlage III.
Fig. 4 – Uitsnede plankaart bestemmingsplan ‘Rijkerswoerd’ De afwijking ten opzichte van het vigerend bestemmingsplan betreft het mogelijk maken van een kinderspeelparadijs in het pand aan de Hazenkamp 36. Dit pand is weergegeven in het plangebied op de kaart in Bijlage I.
Breijn B.V., Stedelijke Infra Ruimtelijke onderbouwing
Datum
16 december 2011
Kenmerk
2111024
Pagina
7 van 14
4
Beleidskader
Dit hoofdstuk beschrijft, voor zover van belang, het rijks-, provinciaal- en gemeentelijk beleid. Hierin worden de specifieke voor dit projectgebied geldende uitgangspunten weergegeven. Gemeente heeft in principe akkoord gegeven voor een wijziging van de bestemming, maar acht enkele aanvullende onderzoeken noodzakelijk: bodem, externe veiligheid en luchtkwaliteit. Het beleidskader zal dus alleen worden geschetst voor de relevante onderzoeken.
4.1
Luchtkwaliteit
Wet Luchtkwaliteit 2007 De Europese richtlijnen zijn geïmplementeerd in de Wet Luchtkwaliteit. Het doel van de Wet Luchtkwaliteit 2007 is het beschermen van mens en milieu tegen de negatieve effecten van luchtverontreiniging. De wet is primair gericht op het voorkomen van negatieve effecten op de gezondheid van de mens. Daarnaast zijn er voor de stoffen zwaveldioxide en stikstofoxiden ook normen opgenomen ter bescherming van ecosystemen. Voor het toetsen van ruimtelijke plannen zijn de volgende grenswaarden het meest relevant: • PM10 (fijnstof): o De jaargemiddelde concentratie van 40 μg PM10/m3 mag met ingang van 1 januari 2005 niet worden overschreden; o De 24 uursgemiddelde concentratie van 50 μg PM10/m3 mag met ingang van 1 januari 2005 niet vaker dan 35 keer per jaar worden overschreden; • NO2 (stikstofdioxide): o De jaargemiddelde concentratie van 40 μg NO2/m3 mag met ingang van 1 januari 2010 niet worden overschreden; o De uurgemiddelde concentratie van 200 μg NO2/m3 mag met ingang van 1 januari 2010 niet vaker dan 18 keer per jaar worden overschreden. Voor de overige stoffen worden in Nederland geen overschrijdingen gerapporteerd. Op 15 november 2007 is de Wet Luchtkwaliteit van kracht geworden. De wet is nodig omdat de aanleg van een groot aantal bouwprojecten en bestemmingsplannen stilgelegd zijn door uitspraken van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De grenswaarden zijn ongewijzigd gebleven, maar de wet geeft net als het voorgaande BLK2005 (Besluit Luchtkwaliteit) meer armslag om ruimtelijke plannen die gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit uit te voeren. Hierbij wordt tevens de term “in betekenende mate (IBM)” geïntroduceerd. Dit wil zeggen dat projecten met een bepaalde mate van verslechtering toch doorgang kunnen vinden. De grens ligt bij een toename van maximaal 3%. Deze 3% is gekoppeld aan de IBM projecten opgenomen in het Nationale Samenwerkingsverband Luchtkwaliteit (NSL). De NSL is 1augustus 2009 van kracht geworden. Beleidsnota Lucht en Uitvoeringsprogramma Luchtkwaliteit Het Arnhemse beleid op gebied van luchtkwaliteit is vastgelegd in de Beleidsnota Lucht uit 2005. Deze nota is erop gericht nieuwe overschrijdingen van de normen uit het toenmalige Besluit Luchtkwaliteit 2005 te voorkomen en bestaande of dreigende overschrijdingen voor 2010 op te lossen. Daarnaast richt de Beleidsnota Lucht zich op het beperken van overlast door geurhinder. Voor wat betreft het halen van de normen uit het BLK2005 en de Wet Luchtkwaliteit is de beleidsnota vertaald naar maatregelen in het Uitvoeringsprogramma Luchtkwaliteit 2005-2010 van februari 2006.
Breijn B.V., Stedelijke Infra Ruimtelijke onderbouwing
Datum
16 december 2011
Kenmerk
2111024
Pagina
8 van 14
4.2
Externe veiligheid
Met externe veiligheid wordt bedoeld de kans op overlijden van mensen buiten de grenzen van een bedrijf of transportmedium, als rechtstreeks gevolg van een ongeval met (gevaarlijke) stoffen binnen de grenzen van het bedrijf dan wel het transportmedium. In de externe veiligheid worden twee risicobegrippen gehanteerd: 1. Het plaatsgebonden risico (PR) en 2. Het groepsrisico (GR). Landelijk beleid Voor bedrijven is op 28 oktober 2004 het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. In het Bevi worden milieukwaliteitseisen (artikel 5.1 van de Wet milieubeheer) vastgelegd die in de ruimtelijke planvorming moeten doorwerken. In het Bevi wordt een onderscheid gemaakt in kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. De 10-6 PR contour geldt ten opzichte van kwetsbare objecten als grenswaarde en ten opzichte van beperkt kwetsbare objecten als richtwaarde. Het beoordelingskader voor het groepsrisico is een oriënterende waarde. Voor de routes (weg, water, spoor en ondergrondse leidingen) waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, komt in 2009/2010 een AMvB transport. In deze AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur) worden ook milieukwaliteitseisen vastgelegd die in de ruimtelijke planvorming moeten doorwerken. Gemeentelijk beleid Op 21 november 2005 is het beleidsplan Externe Veiligheid 2005-2008 vastgesteld. Op 16 februari 2009 heeft de gemeenteraad besloten om het beleidsplan met 2 jaar (tot en met 2010) te verlengen. Dit beleidsplan beschrijft de mate van gewenste externe veiligheid in Arnhem. Uitgangspunt hierbij zijn de landelijke normen voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. In een groot gedeelte van de stad streeft de gemeente naar het niet doen toenemen van de risico's. Op sommige plekken in de stad, op bedrijventerreinen voor zware industrie (categorie 4 en 5) en de volgens het structuurplan stedelijke zone accepteert de gemeente Arnhem een hoger risico dan op andere plaatsen. Wel moet daar extra aandacht zijn voor de beschikbare mogelijkheden voor rampenbestrijding, de zelfredzaamheid van mensen en de hulpverlening.
4.3
Bodembeleid
Voor een ontwikkelbestemmingsplangebied moet worden getoetst of de bodemkwaliteit (inclusief grondwaterkwaliteit) de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen toelaat. Daarnaast moet worden getoetst of een eventuele bodemverontreiniging gevolgen heeft voor de financiële uitvoerbaarheid van het ontwikkelplan. Als toetskader wordt gebruik gemaakt van de volgende bodemregelgeving: • Wet bodembescherming (Wbb, 1 januari 2006, gewijzigd 1 oktober 2008 en 1 april 2009), • Beleidsnota bodem 2008 (Provincie Gelderland, gemeente Arnhem en gemeente Nijmegen, 27 november 2007), • Beleidsnota 'Hergebruik van licht verontreinigde grond in Arnhem' (november 1999, met aanvullingen in 2001 en 2002).
Breijn B.V., Stedelijke Infra Ruimtelijke onderbouwing
Datum
16 december 2011
Kenmerk
2111024
Pagina
9 van 14
5
Toetsing aan de milieuwetgeving
In dit hoofdstuk worden de voor dit plan relevante milieuaspecten getoetst aan de milieuwetgeving. Zoals in het voorgaande hoofdstuk reeds beschreven, gaat het hierbij om de thema’s luchtkwaliteit, externe veiligheid en bodem.
5.1
Luchtkwaliteit
AGEL Adviseurs heeft het onderzoek luchtkwaliteit uitgevoerd ten behoeve van de herontwikkeling van het pand aan de Hazenkamp 36 naar een kinderparadijs (zie Bijlage IV). In het kader van de ruimtelijke ordening procedure dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de wettelijke luchtkwaliteiteisen. Planontwikkelingen dienen te worden getoetst aan de mate van het effect op de luchtkwaliteit in de omgeving als gevolg van wijzigingen in de verkeersstromen (verkeersaantrekkende werking). Omdat in het onderhavig plan ook sprake is van het realiseren van een voor publiek toegankelijke bestemming, dient tevens de luchtkwaliteit ter plaatse van de ontwikkeling aan de luchtkwaliteiteisen te worden getoetst. De nieuwe ruimtelijke ontwikkeling bestaat uit het gebruik van de locatie als Kinderparadijs. Dit gebruik is met name gericht op het bezoek van jonge kinderen met ouders. Door de initiatiefnemer is aangegeven dat het kinderparadijs op alle dagen is geopend van 09.00 uur tot 18.00 uur. De meeste bezoekers komen op de weekenddagen en op vrijdag- en woensdagmiddag. In de weekenddagen wordt op drukke dagen een bezoekersaantal van 800 personen per dag verwacht. Het aantal medewerkers varieert van 4 tot 6 personen. In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 is bepaald dat de luchtkwaliteit moet worden berekend voor die plaatsen waar de bevolking naar redelijke verwachting kan worden blootgesteld aan luchtverontreiniging. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen de omgeving van de planlocatie waarbij de invloed van de ontwikkeling merkbaar zal zijn en de planlocatie zelf. Omgeving planlocatie (NIBM-toets) In de omgeving is sprake van een effect op de luchtkwaliteit als gevolg van de verkeersgeneratie van de ontwikkeling. De invloed van de ontwikkeling zal daarbij alleen merkbaar zijn langs de Hazenkamp en de Marga Klompélaan. Op grond van het toepasbaarheidsbeginsel hoeft langs de Hazenkamp welke gelegen is op het bedrijventerrein Rijkerswoerd, geen beoordeling plaats te vinden. Indien vrachtwagenbewegingen op basis van de emissie worden omgerekend naar personenautobewegingen, uitgaande van een worstcase benadering, is voor de huidige situatie sprake van een equivalent van 86 personenautobewegingen voor een gemiddelde weekdag. In de plansituatie is het equivalent bepaald op 163 personenautobewegingen voor een gemiddelde weekdag zodat er een toename plaatsvindt van 77 personenautobewegingen per gemiddelde weekdag. In de Regeling NIBM is de grens voor woningbouwplannen met 1 ontsluitingsweg bepaald op 1.500 woningen. De verkeersgeneratie van 1.500 woningen bedraagt op basis van CROW kengetallen 9.000 personenautobewegingen per etmaal. Dit houdt in dat de planontwikkeling als NIBM kan worden beschouwd.
Breijn B.V., Stedelijke Infra Ruimtelijke onderbouwing
Datum
16 december 2011
Kenmerk
2111024
Pagina
10 van 14
Planlocatie Voor het plangebied is sprake van het beoordelen van de luchtkwaliteit uitgaande van een verblijfsduur die gemiddeld bij de functie is te verwachten. Het verblijf van personen binnen de ontwikkeling vindt in hoofdzaak inpandig plaats. Er is alleen ter plaatse van het parkeerterrein van de ontwikkeling sprake van blootstelling aan de luchtkwaliteit. Voor parkeerterreinen is een verblijfstijd van 1 uur significant zodat de luchtkwaliteit ter plaatse van de ontwikkeling in principe op een uurgemiddelde norm dient te worden getoetst. In de Wet milieubeheer geldt alleen voor NO2 een uurgemiddelde norm. De relevante NO2 emissiebronnen zijn de wegen Nijmeegseweg (A325), Burgemeester Matersingel en Marga Klompélaan en de bedrijfsgebonden emissiebronnen van het bedrijventerrein Rijkerswoerd. Voor de berekening van de concentraties NO2 is gebruik gemaakt van het rekenprogramma Geomilieu v1.91 met de module STACKS+ van KEMA. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat er in geen van de zichtjaren sprake is van situaties waarbij de uurgemiddelde concentratie NO2 hoger is dan 200 Fg/m3. De toetsingswaarde van 18x per jaar wordt derhalve niet overschreden. Geconcludeerd kan worden dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor de voorgenomen ontwikkeling.
5.2
Externe veiligheid
Door AGEL adviseurs is onderzoek gedaan naar de invloed van de externe veiligheid ten behoeve van de realisatie van een kinderparadijs aan de Hazenkamp 36 te Arnhem (zie Bijlage V). Het kinderparadijs dient vanwege de aanwezigheid van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen aangemerkt te worden als een kwetsbaar object. De aanwezige relevante risicobron betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Nijmeegseweg (A325). Het invloedsgebied loopt over de onderzoekslocatie waar het kinderparadijs zal worden gevestigd. Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg Uit de rekenresultaten blijkt dat de onderzoekslocatie niet is gelegen binnen een PR 10-6 contour. Op basis hiervan kan gesteld worden dat er sprake is van een toereikende mate van basisveiligheid. Ten aanzien van het groepsrisico is als gevolg van de toename van de personendichtheid met 300 personen in de dagperiode sprake van een geringe toename van de hoogte van het groepsrisico. De totale personendichtheid binnen het invloedsgebied bedraagt na realisatie van de ruimtelijke ontwikkeling 4.034 personen in de dagperiode en 3.444 personen in de nachtperiode. In zowel de autonome situatie als voor de nieuwe situatie kan gesteld worden dat de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico ruim onderschreden wordt. De maximale ongevalfrequentie (Max F) waarbij sprake is van meer dan 10 dodelijke slachtoffers bedraagt 1,3 * 10-7 per jaar. Het maximale aantal slachtoffers bedraagt 308 personen. De kans hierop bedraagt 1,1 * 10-9 per jaar. Verantwoordingsplicht Uit de rekenresultaten blijkt dat er sprake is van een geringe toename van het groepsrisico. De toename dient derhalve verantwoord te worden. Breijn B.V., Stedelijke Infra Ruimtelijke onderbouwing
Datum
16 december 2011
Kenmerk
2111024
Pagina
11 van 14
De verantwoordingsplicht betreft een bestuurlijke verplichting van het bevoegd gezag. Bij de verantwoordingsplicht dient o.a. ingegaan te worden op de gevolgen van de ruimtelijke ontwikkeling op de hoogte van het groepsrisico, de zelfredzaamheid van de personen binnen de onderzoekslocatie en de bestrijdbaarheid van calamiteiten. Ten aanzien van deze verantwoordingspicht zijn in hoofdstuk 7 van het Onderzoek Externe Veiligheid (zie Bijlage V) enkele aandachtspunten aangegeven. In het kader van haar verantwoordingsverplichting dient het bevoegd gezag ook advies in te winnen bij de regionale brandweer of het bestuur van de veiligheidsregio en dit advies te betrekken in haar afweging. Tot slot kan nog opgemerkt worden dat er binnen de gemeente Arnhem concrete plannen zijn om in 2012 een vervoersbesluit te nemen waarbij de aanwijzing als een verplichte route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen komt te vervallen.
5.3
Bodem
Door Envita Nijmegen BV is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie gelegen op het perceel Hazenkamp 36 in Arnhem (zie Bijlage VI). Het doel van het onderzoek is om middels het bepalen van de actuele bodemkwaliteit vast te stellen of de locatie geschikt is voor het beoogde gebruik als kinderspeelparadijs. Op basis van het uitgevoerde onderzoek blijkt dat: • In ondergrond alsmede in het grondwater ter plaatse van de benzine-afscheider geen verontreinigingen zijn aangetoond met minerale olie of vluchtige aromaten (BETXN); • In de bovengrond van het overige deel van de locatie geen verontreinigende stoffen zijn aangetoond; • In de ondergrond een lichte verontreiniging met kobalt en een matige verontreiniging met nikkel is aangetoond; • Het grondwater licht verontreinigd is met barium en naftaleen. Afgezien van nikkel in de ondergrond zijn geen parameters aangetoond in gehalten / concentraties boven de tussenwaarden. Het verhoogde nikkelgehalte is vrijwel zeker van nature aanwezig. Uitvoering van een nader onderzoek wordt niet noodzakelijk geacht. De bodemkwaliteit, zoals aangetoond op basis van het uitgevoerde bodemonderzoek, levert geen belemmeringen op voor de geplande (ver)bouwactiviteiten.
Breijn B.V., Stedelijke Infra Ruimtelijke onderbouwing
Datum
16 december 2011
Kenmerk
2111024
Pagina
12 van 14
6
Ruimtelijke effecten
6.1
Ruimtelijke aspecten
Bedrijventerrein Rijkerswoerd heeft een gemengd karakter, bovendien grenst de locatie direct aan de woonwijken waar de doelgroep woonachtig is. De ontwikkelruimte bij andere bedrijven zal, door de toevoeging van deze kwetsbare functie (verblijfsruimte voor kinderen), waarschijnlijk niet nadelig beïnvloed worden. Op het bedrijventerrein Hazenkamp zijn namelijk voornamelijk bedrijven in een lagere milieucategorie (II en III) toegestaan. De verkeersaantrekkende werking is beperkt. Gezien het geschatte aantal bezoekers op de drukke dagen zullen er maximaal 100 auto’s per dag op af komen. Er wordt tevens rekening gehouden met één à twee touringcars per week. Op het terrein zijn voldoende parkeerplaatsen aanwezig om dit te accommoderen. Het pand is goed met het openbaar vervoer bereikbaar. Buslijn 20 stopt in de straat ter hoogte van de Gamma, op ongeveer 150 meter afstand van het pand. Op 200 meter afstand bevindt zich aan de Marga Klompélaan nog een bushalte, waar de lijnen 7 en 31 stoppen.
6.2
Programmatische aspecten
De bestemming ‘Bedrijfsdoeleinden III’ mag worden gewijzigd om zodoende de functie ‘kinderspeelparadijs’ mogelijk te maken.
Breijn B.V., Stedelijke Infra Ruimtelijke onderbouwing
Datum
16 december 2011
Kenmerk
2111024
Pagina
13 van 14
7
Economische uitvoerbaarheid
De ontwikkeling is een initiatief van de huurder van het betreffende pand. Het plan is economisch uitvoerbaar.
Breijn B.V., Stedelijke Infra Ruimtelijke onderbouwing
Datum
16 december 2011
Kenmerk
2111024
Pagina
14 van 14
Bijlagen Bijlage I
Kaart ligging projectgebied
Bijlage II
Tekeningen Hazenkamp 36
Bijlage III
Bestemmingsplan Rijkerswoerd (vigerend) Toelichting bij het Bestemmingsplan Voorschriften: Artikel 2.9 Bedrijfsdoeleinden
Bijlage IV
Onderzoek Luchtkwaliteit – Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem Door: AGEL Adviseurs Datum: 16 december 2011 Kenmerk: 20110690
Bijlage V
Onderzoek Externe Veiligheid – Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem Door: AGEL Adviseurs Datum: 16 december 2011 Kenmerk: 20110690
Bijlage VI
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem Door: Envita Nijmegen B.V. Datum: 16 december 2011 Kenmerk: 201953-10/R01
Breijn B.V., Stedelijke Infra Ruimtelijke onderbouwing
Bijlage I – Kaart ligging projectgebied
Bijlage II – Tekeningen Hazenkamp 36 te Arnhem
1
2
165
3
4910
4
5020
5
5020
6
5020
7
5020
8
5020
5020
9
165
4910
51130 40270
165
K
10860
4920
windverband
windverband
5000
J
29480
5000
I
A-A
5000
5
A-A
6
30
7
5020
8
5020
60
9
5020
60
200
4910
60
60
W 60 BDB mi O n.
H
60
2231
G 60
C
1.2
1.3
5000
60
0.1
50170
5000
60
1.8
B
1.1
1.6
60580
4920
W 60 BDB mi O n.
windverband
60580
1.5
60
5000
E
12351
1.4 12351
F
60
n. mi O 60 BDB W
2057
5000
A
1.7
200
60
D 60
5000
Verdieping
60
C
5000
60
0.11
Renvooi ruimten
31100
B
4920
60
60
60 60
60
windverband
60
60
60
60
60
windverband (hoog)
60 60
60
functie
nr.
ruimte
functie
0.1 0.11
Hal Hal
Verblijfsruimte Verblijfsruimte
1.1 1.2 1.3 1.4
Kantoor Berging Kantoor Toilet
Verblijfsruimte Verkeersruimte Verblijfsruimte Toiletruimte
1.5 1.6 1.7 1.8
Toilet Hal CV-ruimte Kantine
Toiletruimte Verkeersruimte Bergruimte Verblijfsruimte
W 60 BDB mi O n.
Renvooi algemeen bestaande wanden
d=900 hwa m.o. v.d.
stalen gevelbeplating houten regels, waartussen isolatie kalkzandsteen, dik 150 mm
kozijndagmaat 900mm hemelwaterafvoer matomranding met geïsoleerd kruipluik vluchtdeur isolerende beglazing HR++ met een u-waarde conform EP-berekening
kalkzandsteen dik 100 mm
10410
60 60
gewapend beton volgens opgave constructeur
WBDBO 60 min.
systeemvloer volgens opgave leverancier
brandwerende constructie (WBDBO 60 min.) brandwerende zelfsluitende deur (WBDBO 60 min.) brandcompartimentering (WBDBO 60 min.)
tegelwerk Alle gegeven maten zijn ruwe maten. Het bouwen zal geschieden overeenkomstig de eisen van het bouwbesluit. Al het glas van uitwendige scheidingsconstructies uit te voeren als dubbel isolerende beglazing u-waarde max. 1,2 W/m2.K. Warmte- isolatiewaarde wanden uitwendige scheidingsconstructies volgens EP berekening. 5000
46130 51130
Beganegrond bestaand
BRUISTEN
wilhelminalaan 4 6641 DG Beuningen postbus 51 6640 AB Beuningen T 024-6771619 F 024-6779756 E
[email protected] www.bruisten.nl
JANSSEN
11.12.05 Herinrichting Bedrijfsruimte Hazekamp 36 te Arnhem
in opdracht van
a r c h i t e c t e n b u r e a u
project
A
60
ruimte
165
60
nr.
Kinderspeelparadijs Arnhem B.V. Postbus 2273 8203 AF Lelystad
Plattegrond begane grond en verdieping bestaand
formaat: A0
wijz.d. wijz.c. wijz.b. wijz.a. datum 23-09-11 hj
schaal 1:100
1.1
Allplan 2008
1 165
2 4910
3 5020
4 5020
5 5020
6 5020
7 5020
8 5020
9 4910
165
Vooraanzicht
K 165
J 4920
I 5000
H 5000
G 5000
F 5000
E 5000
D 5000
C 5000
B 5000
A 4920
165
Linkerzijaanzicht
9 165
8 4910
7 5020
6 5020
5 5020
4 5020
3 5020
2 5020
1 4910
165
Achteraanzicht
A 165
B 4920
C 5000
D 5000
E 5000
F 5000
G 5000
H 5000
I 5000
J 5000
K 4920
165
Rechterzijaanzicht
165
2 4910
3 5020
4 5020
5 5020
6 5020
7 5020
8 5020
9 4910
165
02 dakrand
02 dakrand
ca.7450+
ca.7450+
Materiaal- en kleurenstaat
01 dakrand ca.5800+
0.1
00 begane grond
00 begane grond
0
0
Onderdeel
Materiaal
Kleur
buitengevel hoogbouw (bestaand) buitengevel laagbouw (bestaand) kozijnen hoogbouw (bestaand) kozijnen laagbouw, excl. entreepartij (bestaand) kozijnen laagbouw entreepartij (bestaand) deuren hoogbouw (bestaand) ramen laagbouw (bestaand) paneelvulling laagbouw (bestaand) plafond + boeiboord luifel entreepartij (bestaand)
stalen gevelbeplating verticale belijning (bestaand) baksteen metselwerk (bestaand) aluminium (bestaand) aluminium (bestaand) aluminium (bestaand) aluminium (bestaand) aluminium (bestaand) volkern beplating (bestaand) volkern beplating (bestaand)
donkergroen (bestaand) rood-geel genuanceerd (bestaand) donkergroen (bestaand) wit (bestaand) donkergroen (bestaand) donkergroen (bestaand) wit (bestaand) roze (bestaand) roze (bestaand)
BRUISTEN
Doorsnede A-A
JANSSEN
project
a r c h i t e c t e n b u r e a u
11.12.05 Herinrichting Bedrijfsruimte Hazekamp 36 te Arnhem
Gevels en doorsnede bestaand formaat: A0
in opdracht van
1
wilhelminalaan 4 6641 DG Beuningen postbus 51 6640 AB Beuningen T 024-6771619 F 024-6779756 E
[email protected] www.bruisten.nl
Kinderspeelparadijs Arnhem B.V. Postbus 2273 8203 AF Lelystad
wijz.d. wijz.c. wijz.b. wijz.a. datum 23-09-11 hj
schaal 1:100
2.1 Allplan 2008
1
2
165
3
4910
4
5020
5
5020
6
5020
7
5020
8
5020
9
5020
165
4910
51130 40270 v.d.
165
K
10860 v.d.
d=2000
d=2000
windverband 12200
5
2000
4920
4500
5500
30
trampolines:
2000
6
7
5020
8
5020
9
5020
200
4910
8000
(afm. 12,2 x ca. 4,5 m)
2231
J
inflatable:
5000
100 bovenlicht
100
29480
(afm. 14,64 x 8,54 m)
6035
3600
12351 60 60
1898
9900
1500
2057
6200
bovenlicht
100
3435
12253
2000 d=1000
3600
100
2500
v.d.
d=900
d=900
kunststof volkern systeemwanden
60580
W 60 BDB mi O n.
windverband
ca
fm
0.10
Renvooi ruimten
3670 330
330 5000
3600
100
bovenlicht
3435
9760
60
bovenlicht
100
klim vulkaan:
d=2000
330
bovenlicht
2500
(afm. 16,46 x 12,253 m)
v.d.
60
17080
C
60
5000
31100
peuterzone: (afm. 9,76 x 17,08 m)
4920
60
5000
inflatable:
bestaande trap te handhaven
4000
1000
60
1000
(afm. 5,0 x 4,0 m)
165
60
60 60
60
60
windverband
60
60
60
60
windverband (hoog)
60 60
ruimte
functie
nr.
ruimte
functie
0.1 0.2 0.3 0.4 0.5
Hal In- / Uitgang Kantoor Keuken Toiletten jongens / heren
Verblijfsruimte Verkeersruimte Verblijfsruimte Verblijfsruimte Toiletruimte
0.6 0.7 0.8 0.9 0.10 0.11
Miva toilet Kast Portaal Toiletten meisjes / dames Verzorgen baby's Hal
Toiletruimte Bergruimte Verkeersruimte Toiletruimte Toiletruimte Verblijfsruimte
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
Kantoor Berging Kantoor Toilet Toilet Hal CV-ruimte Kantine
Verblijfsruimte Verkeersruimte Verblijfsruimte Toiletruimte Toiletruimte Verkeersruimte Bergruimte Verblijfsruimte
Materiaal- en kleurenstaat
0.11
B
nr.
60
Materiaal
Kleur
buitengevel hoogbouw (bestaand) buitengevel laagbouw (bestaand) buitengevel nieuwbouw buitengevel nieuwbouw kozijnen hoogbouw (bestaand) kozijnen laagbouw, excl. entreepartij (bestaand) kozijnen laagbouw entreepartij (bestaand) kozijnen nieuwbouw deuren hoogbouw (bestaand) deuren nieuwbouw (incl. nieuwe vluchtdeuren) ramen laagbouw (bestaand) paneelvulling laagbouw (bestaand) plafond + boeiboord luifel entreepartij (bestaand)
stalen gevelbeplating vert. belijning (bestaand) baksteen metselwerk (bestaand) stalen gevelbeplating hor. belijning (nieuw) stalen gevelbeplating vert. belijning (nieuw) aluminium (bestaand) aluminium (bestaand) aluminium (bestaand) aluminium (nieuw) aluminium (bestaand) aluminium (nieuw) aluminium (bestaand) volkern beplating (bestaand) volkern beplating (bestaand)
RAL 7024: antraciet (nieuw, schilderwerk) rood-geel genuanceerd (bestaand) SAB 3000: rood(= RAL 3000) (nieuw) SAB orion: zilver metalic (= RAL 9007) (nieuw) RAL 7024: antraciet (nieuw, schilderwerk) wit (bestaand) RAL 7024: antraciet (nieuw, schilderwerk) RAL 7024: antraciet (nieuw) RAL 7024: antraciet (nieuw, schilderwerk) RAL 7024: antraciet (nieuw) wit (bestaand) roze (bestaand) roze (bestaand)
W 60 BDB mi O n.
v.d.
Onderdeel
Renvooi algemeen bestaande wanden
d=900
d=900 hwa m.o. v.d.
stalen gevelbeplating houten regels, waartussen isolatie kalkzandsteen, dik 150 mm
d=900
kozijndagmaat 900mm hemelwaterafvoer matomranding met geïsoleerd kruipluik vluchtdeur isolerende beglazing HR++ met een u-waarde conform EP-berekening
kalkzandsteen dik 100 mm
60 60
gewapend beton volgens opgave constructeur
WBDBO 60 min.
systeemvloer volgens opgave leverancier
brandwerende constructie (WBDBO 60 min.) brandwerende zelfsluitende deur (WBDBO 60 min.) brandcompartimentering (WBDBO 60 min.)
tegelwerk
5000
Alle gegeven maten zijn ruwe maten. Het bouwen zal geschieden overeenkomstig de eisen van het bouwbesluit. Al het glas van uitwendige scheidingsconstructies uit te voeren als dubbel isolerende beglazing u-waarde max. 1,2 W/m2.K. Warmte- isolatiewaarde wanden uitwendige scheidingsconstructies volgens EP berekening.
46130 51130
Beganegrond nieuw BRUISTEN
wilhelminalaan 4 6641 DG Beuningen postbus 51 6640 AB Beuningen T 024-6771619 F 024-6779756 E
[email protected] www.bruisten.nl
JANSSEN
project
a r c h i t e c t e n b u r e a u
11.12.05 Herinrichting Bedrijfsruimte Hazekamp 36 te Arnhem
in opdracht van
0.9 kunststof volkern systeemwanden
bovenlicht
(a
100
bovenlicht
60
m.o.
5070
he
0.8 d=1830
100
0.7
li . k
.1
16460
5,0
xc
d=900
d=900
a.
6,0
ba
m)
an
:
100
op
bovenlicht
kunststof volkern systeemwanden
1000
ter
100
100
3600
0.6
2700
4900
330
v.d.
3500
bovenlicht
d=1000
100
330
100
bovenlicht
0.1
bovenlicht
A
60
Verdieping (indeling blijft ongewijzigd)
2000
D
60
W 60 BDB mi O n.
(afm. 17,08 x 17,96 m)
100
100 600
100
60
60
1500
d=1500
m.o.
A-A
speelstructuur:
1.7
25890
5000 5000 5000
60
200
3600
A
d=900
5000
0.3
0.5
E
1.6
4920
d=1900
d=1500
kartbaan:
v.d.
0.4
F
12351
B
60
1.
G
1.5
1.1
uitgifte balie
v.d.
1.8
1.4
W 60 BDB mi O n.
5060
5060
5000
0.2
6.
A-A
2440
14640
v.d.
v.d.
H
9760
6100
v.d.
1.3
2440 2440
17960
bovenlicht
8540
windverband
bovenlicht
d=1900
4.
9670
bovenlicht
d=1500
330
5.
bovenlicht
330
5000
10000
330
I
17080
(afm. 5,5 x 8,0 m)
1.2
C
Kinderspeelparadijs Arnhem B.V. Postbus 2273 8203 AF Lelystad
Plattegrond begane grond en verdieping nieuw
formaat: A0
wijz.d. wijz.c. wijz.b. wijz.a. datum 23-09-11 hj
schaal 1:100
B-1.1
Allplan 2008
1
2
165
3
4910
5020
4 5020
5 5020
6 5020
7 5020
8 5020
9 4910
165
bestaande stalen gevelbekleding + kozijnen v.z.v. schilderwerk, kleur: antraciet RAL7024
stalen zetwerk banden in kleur overeenkomstig beplating (SAB 3000)
stalen gevelbekleding, fabr. SAB, type SAB 40/915 (achterzijde = zichtzijde), kleur SAB 3000: rood (= RAL 3000)
Vooraanzicht
K 165
kozijn aanpassen (draairichting)
stalen gevelbekleding, fabr. SAB, type SAB 45/900, kleur SAB orion: zilve-metalic
J
I
4920
H
5000
G
5000
5000
F 5000
E 5000
D 5000
C 5000
B 5000
A 4920
165
3.
bestaande stalen gevelbekleding v.z.v. schilderwerk, kleur: antraciet RAL7024
2.
7. 5.
6.
4.
Linkerzijaanzicht
1.
9 165
stalen gevelbekleding, fabr. SAB, type SAB 45/900, kleur SAB orion: zilve-metalic
8 4910
7 5020
6 5020
5 5020
4 5020
3 5020
2 5020
1 4910
165
bestaande stalen gevelbekleding v.z.v. schilderwerk, kleur: antraciet RAL7024
stalen zetwerk banden in kleur overeenkomstig beplating (SAB 3000)
stalen gevelbekleding, fabr. SAB, type SAB 40/915 (achterzijde = zichtzijde), kleur SAB 3000: rood (= RAL 3000)
Achteraanzicht
stalen gevelbekleding, fabr. SAB, type SAB 45/900, kleur SAB orion: zilve-metalic
A 165
B 4920
C 5000
D 5000
E 5000
F 5000
G 5000
H 5000
I 5000
J 5000
K 4920
165
Materiaal- en kleurenstaat
bestaande stalen gevelbekleding + kozijnen v.z.v. schilderwerk, kleur: antraciet RAL7024
Rechterzijaanzicht
Onderdeel
Materiaal
Kleur
buitengevel hoogbouw (bestaand) buitengevel laagbouw (bestaand) buitengevel nieuwbouw buitengevel nieuwbouw kozijnen hoogbouw (bestaand) kozijnen laagbouw, excl. entreepartij (bestaand) kozijnen laagbouw entreepartij (bestaand) kozijnen nieuwbouw deuren hoogbouw (bestaand) deuren nieuwbouw (incl. nieuwe vluchtdeuren) ramen laagbouw (bestaand) paneelvulling laagbouw (bestaand) plafond + boeiboord luifel entreepartij (bestaand)
stalen gevelbeplating vert. belijning (bestaand) baksteen metselwerk (bestaand) stalen gevelbeplating hor. belijning (nieuw) stalen gevelbeplating vert. belijning (nieuw) aluminium (bestaand) aluminium (bestaand) aluminium (bestaand) aluminium (nieuw) aluminium (bestaand) aluminium (nieuw) aluminium (bestaand) volkern beplating (bestaand) volkern beplating (bestaand)
RAL 7024: antraciet (nieuw, schilderwerk) rood-geel genuanceerd (bestaand) SAB 3000: rood(= RAL 3000) (nieuw) SAB orion: zilver metalic (= RAL 9007) (nieuw) RAL 7024: antraciet (nieuw, schilderwerk) wit (bestaand) RAL 7024: antraciet (nieuw, schilderwerk) RAL 7024: antraciet (nieuw) RAL 7024: antraciet (nieuw, schilderwerk) RAL 7024: antraciet (nieuw) wit (bestaand) roze (bestaand) roze (bestaand)
Renvooi algemeen 1 165
2 4910
3 5020
4 5020
5 5020
6 5020
7 5020
8 5020
4910
9
bestaande wanden
165
stalen gevelbeplating houten regels, waartussen isolatie kalkzandsteen, dik 150 mm
02 dakrand
02 dakrand
ca.7450+
ca.7450+
d=900 hwa m.o. v.d.
isolerende beglazing HR++ met een u-waarde conform EP-berekening
kalkzandsteen dik 100 mm
01 dakrand
60 60
gewapend beton volgens opgave constructeur
ca.5935+
kozijndagmaat 900mm hemelwaterafvoer matomranding met geïsoleerd kruipluik vluchtdeur
WBDBO 60 min.
systeemvloer volgens opgave leverancier
brandwerende constructie (WBDBO 60 min.) brandwerende zelfsluitende deur (WBDBO 60 min.) brandcompartimentering (WBDBO 60 min.)
0.3
Alle gegeven maten zijn ruwe maten. Het bouwen zal geschieden overeenkomstig de eisen van het bouwbesluit. Al het glas van uitwendige scheidingsconstructies uit te voeren als dubbel isolerende beglazing u-waarde max. 1,2 W/m2.K. Warmte- isolatiewaarde wanden uitwendige scheidingsconstructies volgens EP berekening.
0.1
00 begane grond
00 begane grond
0
0
Bijeenkomstfunctie, bezettingsgraadklasse B2
Doorsnede A-A
BRUISTEN
JANSSEN
project
a r c h i t e c t e n b u r e a u
11.12.05 Herinrichting Bedrijfsruimte Hazekamp 36 te Arnhem
Gevels en doorsnede nieuw formaat: A0
in opdracht van
0.4
3000
tegelwerk
wilhelminalaan 4 6641 DG Beuningen postbus 51 6640 AB Beuningen T 024-6771619 F 024-6779756 E
[email protected] www.bruisten.nl
Kinderspeelparadijs Arnhem B.V. Postbus 2273 8203 AF Lelystad
wijz.d. wijz.c. wijz.b. wijz.a. datum 23-09-11 hj
schaal 1:100
B-2.1 Allplan 2008
dakopbouw (bu-bi): bitumineuze dakbedekking (2-laags) drukvaste isolatie, fabr. Kingspan, type: kooltherm K1 platdakplaat, dik 85 mm Rc=3,5 m2.K/W dampremmende laag geprofileerde stalen dakelementen (bestaand) stalen dakconstructie (bestaand)
5935+P stalen afdekkap
stalen randligger: IPE200
compriband
compriband
kitnaad
kitnaad
aluminium kozijn,
(bestaand; 20 mm getoogd)
(v.z.v. geïsoleerde beglazing)
stalen zetstuk (dagkant) 100
5347+P b.k. dakrand
multiplex dagstuk, dik 15 mm
multiplex dagstuk, dik 15 mm
200
stalen ligger: IPE330 (bestaand) (onder afschot richting hoofdgebouw)
Detail 7.
5010+P
vulstrook
aluminium kozijn,
vulstrook
(v.z.v. geïsoleerde beglazing)
gevelopbouw (bu-bi): Rc=2,5 m2.K/W geprofileerde stalen gevelbeplating (horizontale belijning) (bevestiging conform opgave fabrikant / leverancier) fabr. SAB, type SAB 40/915, kleur rood (SAB3000) (opm. plaat verwerken met achterzijde als zichtzijde) houten regels, afm. 45 x 100 mm, waartussen drukvaste isolatie, fabr. Kingspan, type: kooltherm K8 spouwplaat, dik 98 mm kalkzandsteen, dik 150 mm
stalen zetstuk (dagkant)
b.k. kolom HE180A
gevelopbouw (bu-bi): Rc=2,5 m2.K/W geprofileerde stalen gevelbeplating (horizontale belijning) (bevestiging conform opgave fabrikant / leverancier) fabr. SAB, type SAB 40/915, kleur rood (SAB3000) (opm. plaat verwerken met achterzijde als zichtzijde) houten regels, afm. 45 x 100 mm, waartussen drukvaste isolatie, fabr. Kingspan, type: kooltherm K8 spouwplaat, dik 98 mm kalkzandsteen, dik 150 mm
stalen kolom: HE180A
(bestaand)
Detail 3.
multiplex dagstuk, dik 15 mm
DPC-folie
stalen ligger,
stalen plafondplaat
compriband
aluminium kozijn,
kitnaad
kitnaad
stalen zetstuk (dagkant)
aluminium kozijn,
(v.z.v. geïsoleerde beglazing)
stalen zetstuk (dagkant)
systeemplafond
(o.k. plafond = 3000+P)
multiplex dagstuk, dik 15 mm
(v.z.v. geïsoleerde beglazing)
compriband
(v.z.v. geïsoleerde beglazing)
stalen hoekstuk
stalen lekdorpel
compriband
aluminium kozijn,
vulstrook
conform opgave constructeur
multiplex dagstuk, dik 15 mm
Detail 5.
Detail 6.
vulstrook
vulstrook
stalen zetstuk
gevelopbouw (bu-bi): Rc=2,5 m2.K/W geprofileerde stalen gevelbeplating (horizontale belijning) (bevestiging conform opgave fabrikant / leverancier) fabr. SAB, type SAB 40/915, kleur rood (SAB3000) (opm. plaat verwerken met achterzijde als zichtzijde) houten regels, afm. 45 x 100 mm, waartussen drukvaste isolatie, fabr. Kingspan, type: kooltherm K8 spouwplaat, dik 98 mm kalkzandsteen, dik 150 mm
gevelopbouw (bu-bi): Rc=2,5 m2.K/W geprofileerde stalen gevelbeplating (verticale belijning) (bevestiging conform opgave fabrikant / leverancier) fabr. SAB, type SAB 45/900, kleur zilver-metalic (SAB orion) houten regels, afm. 28 x 45 mm houten regels, afm. 45 x 100 mm, waartussen drukvaste isolatie, fabr. Kingspan, type: kooltherm K8 spouwplaat, dik 98 mm kalkzandsteen, dik 150 mm
kitnaad
stalen lekdorpel
vulstrook
gevelopbouw (bu-bi): Rc=2,5 m2.K/W geprofileerde stalen gevelbeplating (verticale belijning) (bevestiging conform opgave fabrikant / leverancier) fabr. SAB, type SAB 45/900, kleur zilver-metalic (SAB orion) houten regels, afm. 28 x 45 mm houten regels, afm. 45 x 100 mm, waartussen drukvaste isolatie, fabr. Kingspan, type: kooltherm K8 spouwplaat, dik 98 mm kalkzandsteen, dik 150 mm
Renvooi algemeen stalen kolom: HE180A
bestaande wanden
(bestaand)
d=900 hwa m.o. v.d.
stalen gevelbeplating houten regels, waartussen isolatie kalkzandsteen, dik 150 mm
Detail 2.
isolerende beglazing HR++ met een u-waarde conform EP-berekening
kalkzandsteen dik 100 mm
60 60
gewapend beton volgens opgave constructeur
WBDBO 60 min.
systeemvloer volgens opgave leverancier
Peil = 0
aluminium kozijn,
natuurstenen onderdorpel Peil = 0
b.k. afgew.vloer
maaiveld
brandwerende constructie (WBDBO 60 min.) brandwerende zelfsluitende deur (WBDBO 60 min.) brandcompartimentering (WBDBO 60 min.)
tegelwerk Alle gegeven maten zijn ruwe maten. Het bouwen zal geschieden overeenkomstig de eisen van het bouwbesluit. Al het glas van uitwendige scheidingsconstructies uit te voeren als dubbel isolerende beglazing u-waarde max. 1,2 W/m2.K. Warmte- isolatiewaarde wanden uitwendige scheidingsconstructies volgens EP berekening.
maaiveld
geïsoleerde kantplank, totale dikte 115 mm (ondersabelen met specie)
geïsoleerde kantplank, totale dikte 115 mm hoog 200 mm (ondersabelen met specie) aansluiting wand/vloer zodanig afdichten resp. koppelen, dat een voldoende duurzame luchtdichtheid gewaarborgd is.
gewapende funderingsbalk, afmetingen en wapening conform opgave constructeur
aansluiting wand/vloer zodanig afdichten resp. koppelen, dat een voldoende duurzame luchtdichtheid gewaarborgd is.
Bijeenkomstfunctie, bezettingsgraadklasse B2 bodemafdekking kruipruimte
bodemafdekking kruipruimte
BRUISTEN
JANSSEN
a r c h i t e c t e n b u r e a u
Detail 4. 11.12.05 Herinrichting Bedrijfsruimte Hazekamp 36 te Arnhem
Principe details formaat: A1
in opdracht van
Detail 1.
project
gewapende funderingsbalk, afmetingen en wapening conform opgave constructeur
vloeropbouw: afwerkvloer, totale dikte 50 mm PS-isolatievloer, dik 200 mm Rc=3,0 m2.K/W
(v.z.v. geïsoleerde beglazing)
15
stalen lekdorpel
vloeropbouw: afwerkvloer, totale dikte 50 mm PS-isolatievloer, dik 200 mm Rc=3,0 m2.K/W
kozijndagmaat 900mm hemelwaterafvoer matomranding met geïsoleerd kruipluik vluchtdeur
wilhelminalaan 4 6641 DG Beuningen postbus 51 6640 AB Beuningen T 024-6771619 F 024-6779756 E
[email protected] www.bruisten.nl
Kinderspeelparadijs Arnhem B.V. Postbus 2273 8203 AF Lelystad
wijz.d. wijz.c. wijz.b. wijz.a. datum 23-09-11 hj
schaal 1:10
B-3.1 Allplan 2008
Bijlage III a – Bestemmingsplan Rijkerswoerd Toelichting
Bestemmingsplan Rijkerswoerd
Toelichting bij het bestemmingsplan "Rijkerswoerd" plankaart 98-07.09-02 (onherroepelijk; 26 februari 2003)
2 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 3
Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Algemeen
Het bestemmingsplan bestaat uit een plankaart en de planvoorschriften, en gaat vergezeld van een toelichting. Op de plankaart zijn de onderscheiden bestemmingen door middel van kleuren en tekens aangegeven. De voorschriften bevatten de materiële inhoud van de bestemmingen. Beide bestemmingsplanonderdelen vormen tezamen het juridische toetsingskader voor ruimtelijke en functionele ontwikkelingen in het plangebied. De toelichting bevat met name de aan het plan ten grondslag liggende gedachten.
1.2
Plangebied
Het plangebied van dit bestemmingsplan omvat de hele wijk Rijkerswoerd en het grootste deel van de omsluitende recreatieve en agrarische gebieden. Het plan wordt in het noordwesten begrensd door de Burgemeester Matsersingel. In het noorden wordt het plangebied begrensd door de Huissensedijk en de Mooieweg. De gemeentegrens met de gemeente Huissen begrenst het plangebied in het oosten. De zuidgrens wordt gevormd door de Rijkerswoerdsestraat en de Bergendensestraat, de gemeentegrens met de gemeenten Overbetuwe en Betuwestad. In het westen wordt het plangebied begrensd door de Nijmeegseweg.
1.3
Doel
Het globale bestemmingsplan Rijkerswoerd (1985) is verouderd. Dit globale plan is uitgewerkt in 38 uitwerkingsplannen. Met het nieuwe bestemmingsplan Rijkerswoerd wordt beoogd één overzichtelijk plan voor dit gebied te maken. Daarnaast is er een toenemende behoefte aan standaardisering en digitalisering van bestemmingsplannen. Tegen deze achtergrond startte de gemeente Arnhem het actualiseren van haar bestemmingsplannen. Dit bestemmingsplan heeft, evenals de andere plannen die tot deze serie behoren, een beperkte taak: het juridisch en beleidsmatig uniformeren van het bestemmingsplaninstrumentarium voor het totale gebied binnen de huidige ruimtelijke structuur. Het gaat er daarbij vooral om het gebied tegen ongewenste ontwikkelingen te beschermen en de gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken.
Er is vooralsnog bewust afgezien van het opstellen van een nieuwe toekomstvisie voor dit gebied. Een dergelijke visie moet ontstaan in samenhang met de aangrenzende gebieden en de rest van de stad. De afgelopen jaren is samen met de Arnhemse bevolking gediscussieerd over de toekomst van de stad. Dit heeft geleid tot de stadsvisie "Arnhem op weg naar 2015". Deze is inmiddels vertaald in een nieuw structuurplan voor de gehele stad. Het structuurplan is op 2 oktober 2000 vastgesteld door de gemeenteraad.
4 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 5
1.4
Aanpak
Er is gekozen voor minder gedetailleerde plannen dan tot nu toe gebruikelijk was. Te gedetailleerde plannen leiden tot de noodzaak om voor bijna ieder bouwplan een (partiële herziening van het) bestemmingsplan te maken. Dit komt de rechtszekerheid, rechtsgelijkheid en overzichtelijkheid niet ten goede. Diverse facetbelangen zijn door andere regelgeving (b.v. wet Milieubeheer, Huisvestingswet en Monumentenwet) gewaarborgd. Het is niet nodig dat het bestemmingsplan dezelfde waarborgen nogmaals schept. In dit plan zijn de grenzen zo ruim gesteld dat planologisch gewenste ontwikkelingen daarbinnen plaats kunnen vinden. Door de bestemmingsomschrijvingen niet te beperkt te kiezen, zijn binnen één bestemming meerdere planologisch aanvaardbare invullingen mogelijk.
1.5
Geldende plannen
Het bestemmingsplan Rijkerswoerd betreft een algehele herziening van de geldende plannen die van toepassing zijn op dit plangebied. Onderstaand overzicht geeft weer welke bestemmingsplannen en verordeningen (deels) komen te vervallen bij het van kracht worden van dit nieuwe bestemmingsplan. De daarop van toepassing zijnde partiële herzieningen vervallen ook. Bij elk plan is eveneens de datum van vaststelling en goedkeuring weergegeven.
29
Elden (28 juli 1955 / 14 november 1956)
464
Rijkerswoerd (17 juni 1985 / 30 oktober 1986)
475
Rijkerswoerd II (6 juni 1989 / 11 juli 1989)
476
Rijkerswoerd I (23 mei 1989 / 18 juli 1989)
484
Rijkerswoerd IV (4 juli 1989 / 14 augustus 1989)
485
Rijkerswoerd V (4 juli 1989 / 14 augustus 1989)
486
Rijkerswoerd III (4 juli 1989 / 14 augustus 1989)
487
Rijkerswoerd VII (3 oktober 1989 / 20 november 1989)
490
Dr. Joop den Uylsingel (18 augustus 1989 / 6 september 1990)
491
Rijkerswoerd VI (1 augustus 1989 / 6 september 1989)
492
De Overmaat (20 mei 1986 / 23 juni 1987)
496
Woonwagenstandplaats Rijkerswoerd Zuid-west (17 september 1990 / 13 februari 1991)
499
Mooieweg zuid ten westen van de Kruisstraat (7 januari 1991 / 12 april 1991)
500
Mooieweg zuid ten oosten van de Kruisstraat (7 januari 1991 / 12 april 1991)
503
Rijkerswoerd VIII (13 november 1990 / 29 januari 1991)
504
Rijkerswoerd IX (8 januari 1991 / 28 februari 1991)
505
Rijkerswoerd XI (26 februari 1991 / 11 juni 1991)
506
Rijkerswoerd XII (15 januari 1991 / 11 maart 1991)
507
Rijkerswoerd XIII (12 maart 1991 / 18 april 1991)
508
Rijkerswoerd XVI (30 juli 1991 / 5 september 1991)
6 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
509
Rijkerswoerd XIV (25 juni 1991 / 29 augustus 1991)
513
Rijkerswoerd XV (5 november 1991 / 20 november 1991)
524
Rijkerswoerd XXI (15 september 1992 / 16 oktober 1992)
525
Rijkerswoerd XVIII (19 november 1991 / 17 januari 1992)
526
Rijkerswoerd XIX (19 november 1991 / 17 januari 1992)
532
Erasmussingel-Marga Klompélaan (8 maart 1993 / 24 juni 1993)
538
Rijkerswoerd XXVII (23 november 1993 / 3 december 1993)
539
Rijkerswoerd XX (7 januari 1993 / 29 januari 1993)
540
Rijkerswoerd XXIV (22 december 1992 / 24 februari 1993)
541
Rijkerswoerd XXIII (22 december 1992 / 18 februari 1993)
542
Rijkerswoerd XXV (20 april 1993 / 24 juni 1993)
543
Rijkerswoerd XXVI (3 mei 1993 / 24 juni 1993)
558
TZV Hendrik Pieter Marchantstraat (28 maart 1994 / 7 juli 1994)
559
Dr. Willem Dreessingel – Marga Klompélaan (9 mei 1995 / 4 juli 1995)
561
Rijkerswoerd XXVII (23 november 1993 / 3 december 1993)
562
Rijkerswoerd XXVIII (11 januari 1994 / 24 maart 1994)
563
Rijkerswoerd XXIX (19 april 1994 / 31 mei 1994)
564
Rijkerswoerd XXXII (27 juni 1995 / 14 september 1995)
565
Rijkerswoerd XXXI (31 januari 1995 / 18 mei 1995)
566
Rijkerswoerd XXXIV (31 augustus 1995 / 19 oktober 1995)
576
Kruisstraat – Eldense Zeeg ((1 juli 1996 / 5 december 1996)
583
Rijkerswoerd XXXV (2 januari 1996 / 19 januari 1996)
584
Rijkerswoerd XXXVI (21 mei 1996 / 27 juni 1996)
597
Rijkerswoerd XL (21 april 1998 / 18 juni 1998)
598
Rijkerswoerd XXXIII (4 februari 1997 / 17 juli 1997)
599
Rijkerswoerd XLI (28 juli 1998 / 14 oktober 1998)
600
Rijkerswoerd XXXIX (1 april 1997 / 30 mei 1997)
601
Rijkerswoerd XXXVII (6 mei 1997 / 22 augustus 1997)
602
Rijkerswoerd XXXVIII (4 februari 1997 / 17 juli 1997)
616
Mooieweg-Zuid ten westen van de Kruisstraat (3 april 1995 / 19 mei 1998)
617
Manege Loostraat 1 (7 september 1998 / 20 november 1998)
618
Manege Rijkerswoerdsestraat 21 (7 september 1998 / 20 november 1998)
621
Rijkerswoerd XXII (28-7-1992 / 26-08-1992)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 7
Hoofdstuk 2 2.1
Beleidskader
Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft, voorzover relevant, de gemeentelijke beleidsnota's. Naast de belangrijkste algemene uitgangspunten worden de specifiek voor dit plangebied geldende uitgangspunten weergegeven. Het beleid is in dit bestemmingsplan afgewogen en doorvertaald op de plankaart en in de voorschriften.
2.2
Ruimtelijk beleid
Rijksbeleid De Rijksoverheid heeft met de aanwijzing als stedelijk knooppunt de ontwikkeling van Arnhem, Nijmegen en de regio een nieuwe impuls gegeven. Het beleid is vastgelegd in de Vierde nota over de ruimtelijk ordening en de Vierde nota over de ruimtelijke ordening Extra (VINEX) . De regio Arnhem-Nijmegen is een gebied met potentie en kwaliteit: het Knooppunt Arnhem-Nijmegen (KAN) moet zich kunnen ontwikkelen als internationaal en nationaal concurrerend kerngebied voor economische en ruimtelijke ontwikkeling.
Provinciaal beleid De provinciale visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Arnhem, zoals neergelegd in het Streekplan Gelderland , komt in hoofdlijnen overeen met het Regionaal Structuurplan 2015 van het Knooppunt Arnhem-Nijmegen.
In april 1998 is het Regionaal Structuurplan 2015 voor het knooppunt Arnhem-Nijmegen vastgesteld. Hierin is in hoofdlijnen de beoogde ruimtelijke ontwikkeling van het knooppuntgebied beschreven. Een belangrijke doelstelling daarin is het ruimtelijk optimaal ondersteunen van de economische ontwikkelingsmogelijkheden van het KAN, met behoud en verbetering van het leefmilieu. Aan het stedelijk knooppunt Arnhem-Nijmegen moet vorm worden gegeven; Arnhem richt zich daarbij op versterking van de stedelijke functies. De bestaande specifieke eigenschappen moeten worden benut om het eigen karakter te benadrukken. In z'n algemeenheid zijn de maatregelen voor wat betreft Arnhem gericht op het versterken van het "vingerstadmodel", met een centrale ecologische verbindingszone langs de Rijn, en op het economisch uitbuiten van de bereikbaarheid. In dit plangebied betekent uitwerking van dit beleid conserveren en waar mogelijk verbeteren van de woonfunctie en de ondersteunende functies
Gemeentelijk beleid Het gebruik van de ruimte in een stad verandert voortdurend. Om plannen en initiatieven goed op elkaar af te stemmen, stelt de gemeente met enige regelmaat een structuurplan vast. Het nieuwe Structuurplan Arnhem 2010 (2000) is de opvolger van het tot nu toe geldende Structuurplan uit 1984. Het Structuurplan Arnhem 2010 beschrijft het ruimtelijk beleid voornamelijk in hoofdlijnen. Het plan is flexibel, zodat het kan inspelen op veranderende omstandigheden en inzichten. Formeel is het nieuwe Structuurplan Arnhem 2010 tien jaar van kracht: van 2000 tot 2010. Maar de inrichting van de ruimte werpt haar schaduw veel verder vooruit. Waar dat mogelijk is, richt het Structuurplan zijn blik daarom op het jaar 2030. Het nieuwe Structuurplan Arnhem 2010 is in de raadsvergadering van 2 oktober 2000 door de raad 8 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
vastgesteld. In het nieuwe Structuurplan is kwaliteit belangrijker dan kwantiteit. Arnhem moet niet zozeer uitbreiden, als wel de bestaande ruimte beter en intensiever gebruiken. De nadruk ligt dan ook op veranderingen in de bestaande stad, met het doel Arnhems kenmerkende kwaliteiten te versterken. Arnhem is straks de enige halteplaats van de hogesnelheidstrein buiten de Randstad. Mede daardoor kan Arnhem het centrum van oostelijk Nederland worden. Het Structuurplan Arnhem 2010 spreekt in dit verband van een schaalsprong. Dat stelt de stad voor een omvangrijke opgave, waarbij de ruimte vooral moet worden gevonden in het intensiever gebruiken ervan. Die ruimte is onder meer nodig om de economie van de stad te versterken, om nieuwe voorzieningen mogelijk te maken en om tegemoet te komen aan de vraag naar aantrekkelijke woningen. Belangrijke factoren daarbij zijn de verwachte groei van het aantal inwoners en de toenemende mobiliteit.
In het Structuurplan Arnhem 2010 komt de wijk Rijkerswoerd in beeld vanwege groene rand welke een scheiding aan moet brengen tussen de stedelijke ontwikkelingen in de Over-Betuwe. Hiernaast wordt als ontwikkeling extensief wonen ten noorden van de Mooieweg (De Maten) voorgesteld.
Er is in het gebied geen mogelijkheid voor nieuwe bebouwing ten behoeve van welke vorm van bedrijvigheid dan ook. Uitbreiding van de bestaande situatie zal zeer kritisch bekeken worden.
2.3
Volkshuisvestingsbeleid
In het Volkshuisvestingsplan Arnhem 1998-2003 (1997) wordt de basis gelegd voor het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid. De doelstelling van dit beleid is het ruimtelijk spreiden van huisvestingskansen door 'spiegelbeeldig bouwen en beheren'. Spiegelbeeldig bouwen betekent enerzijds duurdere woningen bouwen als er veel goedkope woningen zijn en anderzijds goedkope woningen bouwen indien dure woningen overheersen. In het volkshuisvestingsplan worden vier wijktypen onderscheiden. Rijkerswoerd is in het Volkshuisvestingplan getypeerd als een wijk met voornamelijk dure huurwoningen.
Het beleid ten aanzien van kamerverhuur staat het kamergewijs verschaffen van woonverblijf aan maximaal vier personen per (zelfstandige) woning toe, zonder dat daarvoor een onttrekkings- of gebruiksvergunning nodig is. De intensiteit van de bewoning en de mate van overlast bij een dergelijk gebruik zijn immers vergelijkbaar met die van een huishouden bestaande uit vier personen. Voor vijf of meer personen zijn beide vergunningen wel vereist. Aangezien er in Rijkerswoerd nog weinig kamerverhuurbedrijven zijn wordt het vooralsnog niet nodig geacht om hiervoor een maximum aantal vast te leggen.
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 9
2.4
Monumenten- en archeologisch beleid
Het gemeentelijk monumentenbeleid is neergelegd in de Arnhemse monumentennota Geen ruimte voor onverschilligheid (1996). Wettelijk is het beleid verankerd in de Monumentenwet 1988 en de gemeentelijke monumentenverordening (2000). Aanvullend beleid en regelgeving is te verwachten na afronding van het Monumenten Selectie Project (MSP). Het MSP zal leiden tot de aanwijzing van door het rijk beschermde monumenten en stads- en dorpsgezichten. Daarnaast heeft ook de gemeente het plangebied onderzocht op monumentale en historische waarden. Historische waardevolle objecten zijn of zullen worden aangewezen als beschermd gemeentelijk monument. Andere karakteristieke objecten zijn of zullen worden aangewezen als beeldbepalend object. Binnen het plangebied ligt één gemeentelijke monument: Mooieweg 210.
De gemeentelijke archeologienota "Onzichtbaar maar niet onverschillig" (1997) bevat het beleid op het gebied van archeologische monumentenzorg, waarbij behoud en bescherming van archeologische waarden een belangrijke doelstelling is.
2.5
Verkeersbeleid
Het gemeentelijk verkeersbeleid is verwoord in het Structuurplan Arnhem 2010 (2000), het Stedelijk Verkeers- en Vervoersplan SVVP (2000) en het Categoriseringsplan Arnhem (2000). Dit lokale verkeersbeleid is gebaseerd op het verkeersbeleid van rijk, provincie en Knooppunt Arnhem-Nijmegen (KAN). De essentie van het lokale verkeersbeleid is de verkeersonveiligheid en de groei van de automobiliteit terugdringen. Dit wordt gerealiseerd door de bestaande verkeersruimte beter te benutten en door het gebruik van het openbaar vervoer en fiets te stimuleren. Vooralsnog wordt niet voorzien in uitbreiding van de bestaande hoofdwegenstructuur. De uitwerking van het verkeersbeleid spitst zich veel meer toe op het herinrichten van de bestaande verkeersruimte en op de regulering van het gebruik ervan.
Actuele leidraad voor het herinrichten van de verkeersruimte is Duurzaam Veilig. Arnhem kent in het kader Duurzaam Veilig een planmatige opzet voor: Ÿ Ÿ Ÿ
de categorisering van het wegennet; de herinrichting van woongebieden tot verblijfsgebieden; de vormgeving van de verkeersaders.
De herinrichting van de bestaande wegen en straten in Arnhem is gebaseerd op een logische indeling van de functie van de wegen zoals opgenomen in het Categoriseringsplan Arnhem . Er wordt daarbij gestreefd naar een zo gelijk mogelijke vormgeving van wegen met eenzelfde functie in heel Nederland. Arnhem hanteert dan ook het landelijke onderscheid in verkeersaders en verblijfsgebieden. Verkeersaders zijn de hoofd- en ontsluitingswegen en vormen de ruggengraat van het Arnhemse wegennet voor het autoverkeer. Op deze wegen geldt een maximumsnelheid van 50 km/uur. Alle andere wegen en straten vallen onder de categorie verblijfsgebied. Deze wegen worden ingericht als 30 km/uur zone. Ze hebben een verblijfsfunctie en ontsluiten percelen en panden. Veelal zijn het woonstraten. Binnen het plangebied zijn alle wegen behalve de Nijmeegseweg/A325, de Burgemeester Matsersingel, Lange Akkers, de Marga Klompélaan en de Erasmussingel ingericht als 30 km/uur zone.
10 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
2.6
Milieubeleid
Het Arnhems Milieubeleidsplan 2 (1997) bevat het milieubeleid van de gemeente Arnhem en is onlangs opnieuw voor 4 jaar vastgesteld voor de periode tot 2004. Het plan vormt een afstemmingskader voor het gehele milieubeleidsveld. In deze planperiode zal het Arnhemse milieubeleid vooral in het teken staan van de uitvoering. De visie die aan het Arnhems Milieubeleidsplan 2 ten grondslag ligt wordt gekenmerkt door de begrippen leefbare stad en duurzaamheid. Een leefbare stad is een schone stad met volop groen. Het Arnhemse milieubeleid beoogt de kwaliteit van het milieu dusdanig te bewaken en te verbeteren dat bestaande en nieuwe gezondheidsrisico's worden beperkt respectievelijk worden voorkomen. Gelijktijdig wordt een duurzame ontwikkeling nagestreefd. Om deze visie vorm te geven is voor elk van de betrokken thema's, zoals vervuiling van de woonomgeving, lucht, geluid en energie beleid geformuleerd. Daarbij zijn de hoofdlijnen uitgezet voor een gebiedsgerichte en een doelgerichte benadering.
In het structuurplan Arnhem 2010, is een zonering van milieukwaliteiten opgenomen. Daarbij is een differentiatie van milieukwaliteiten verbonden met een typologie van gebieden in de stad en het omliggende landschap. De typologie geeft richting aan de toekomstige invulling aan de ruimte. Daarbij moet rekening worden gehouden met grenswaarden en streefwaarde, grenswaarden mogen niet worden overschreden. Van streefwaarden kan worden afgeweken als daar - op een hoger schaalniveau - aantoonbare milieuwinst tegenover staat en zolang er geen concentratiegebieden ontstaan waar de milieubelasting zich ophoopt. Naast Duurzame ontwikkeling is een optimale leefbaarheid van de stad uitgangspunt. Deze uitgangspunten uit het structuurplan bepalen mede de richting van de actualisering van het milieubeleid zoals dat momenteel in verschillende beleidsklokken in gang is gezet.
De gemeenten in Knooppunt Arnhem-Nijmegen (KAN) hebben het Convenant Duurzaam Bouwen in het KAN (1997) opgesteld waarin de partijen uniformiteit beogen in aanpak en toepassing van het duurzaam bouwen. Met dit convenant leggen de partijen de tussen hen gemaakte afspraken vast met betrekking tot het minimumkwaliteitsniveau van het duurzaam bouwen in het KAN. Het Pakket Duurzame Stedenbouw in het KAN maakt hier onderdeel van uit (tevens een uitwerking van het regionale structuurplan). Het pakket bestaat uit een opsomming van uitgangspunten die gehanteerd kunnen worden om woon- en werklocaties duurzaam te ontwikkelen en te beheren. De in het pakket genoemde uitgangspunten zijn zoveel mogelijk gehanteerd bij de opstelling van dit bestemmingsplan en zullen zoveel mogelijk worden gehanteerd bij de uitvoering. Aanvullend hierop is de Nota duurzaam bouwen (1998) van de gemeente Arnhem. Inbreiden in bestaand stedelijk gebied voorkomt uitbreiding in landschappelijk waardevolle buitengebieden. De gemeente wil daarom aan dit soort projecten voorrang en extra aandacht geven.
2.7
Groenbeleid
In de Groenstructuurvisie (1992) is het groenbeleid op stadsniveau uitgewerkt. Uitgangspunt is dat groen onmisbaar is voor het optimaal functioneren van andere (stedelijke) functies. Het handhaven en versterken van de gewenste gemeentelijke groenstructuur heeft daarom een hoge prioriteit. Ecologische en stedelijke functies worden hierbij als gelijkwaardig gezien.
De Groenstructuurvisie onderscheidt drie (gewenste) structuren, die samen de kwaliteit van Arnhem als leefomgeving bepalen; het is de bedoeling deze structuren uit te werken op Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 11
stadsdeel en wijkniveau: Ÿ Ÿ Ÿ
de ecologische structuur, die de verspreiding en daarmee en instandhouding van planten en dieren beoogt; de ruimtelijke ("architectonische") structuur, die Arnhem als aantrekkelijk laat ervaren; de functionele (recreatieve) structuur, waarin de aandacht is gericht op het (dichtbij huis) kunnen beleven van de ecologische en ruimtelijke kwaliteiten.
De Groenstructuurvisie vormt het toetsingskader voor alle (ruimtelijke) plannen die in de gemeente Arnhem worden opgesteld en van invloed zijn op natuur en stedelijk groen. Het plangebied van Rijkerswoerd bestaat uit vier gebieden waarvoor verschillende accenten in het groenbeleid gelden. Het toekomstige bosgebied ten oosten en zuiden van Rijkerswoerd ligt in een zone met het accent op ecologische ontwikkeling. Het groene gebied ten noorden van Rijkerswoerd (de Maten) en het gebied langs de Nijmeegseweg liggen in een zone waarvoor een beleid geldt van ecologische ontwikkeling met handhaving en ontwikkeling van de gebruiksmogelijkheden. Natuurlijke ontwikkeling zal hier gestimuleerd worden maar de aanwezige groenvoorziening dient vooral mogelijkheden te bieden voor recreatief gebruik. In het woongebied van Rijkerswoerd is het beleid erop gericht om het groen een zo natuurlijk mogelijk karakter te geven. Het groen dient daarbij aan te sluiten op de behoefte aan gebruiksmogelijkheden en visuele aantrekkelijkheid die de bewoners hebben. Het groen in de werkgebieden zoals het bedrijventerrein Rijkerswoerd. De Groenstructuurvisie constateert drie knelpunten in de groenstructuur binnen Rijkerswoerd. Tussen Rijkerswoerd en de Laar is het groengebied sterk versnipperd. De groenstructuur tussen Rijkerswoerd en Vredenburg is ongeschikt voor recreatief medegebruik, de intensieve landbouw vormt een bedreiging voor het milieu. Hier komt verandering in door realisatie van het bestemmingsplan de Maten. Voor het gebied ten oosten en zuiden van de woonwijk geldt hetzelfde, hier zal een bosgebied (het Stuitbos) worden gerealiseerd.
Als uitwerking van de groenstructuurvisie is het Voorbeeldplan Immerloo (1994) opgesteld Daarin is voor Arnhem-zuid een groenstructuurvisie aangegeven waarbij natuurontwikkeling plaats kan vinden in de stad. In dit kader is behoud en versterking van de ecologische verbindingszones tussen de ecologische hoofdstructuur langs de Rijn en de regionale ecologische structuur langs de Linge van groot belang.
2.8
Waterbeleid
Het Rijksbeleid op gebied van het waterbeheer is in diverse nota's vastgelegd; de Vierde Nota Waterhuishouding , Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening (doorloopt momenteel nog de PKB-procedure) ,en het kabinetsstandpunt 'Anders omgaan met water' . Deze plannen en beleidsinitiatieven zijn onder meer gericht om op velerlei gebieden bewust met water om te gaan. Verder geeft het rapport van de Commissie Waterbeheer 21ste eeuw aan dat de drietrapsstrategie 'vasthouden, bergen, afvoeren' in alle overheidsplannen als verplicht afwegingsprincipe gehanteerd dient te worden en object van bestuurlijke en bestuursrechtelijke toetsing dient te zijn. De visie op waterbeheer in het plangebied en directe omgeving is vastgelegd in diverse beleids-documenten. Op provinciaal niveau zijn dat: Waterhuishoudingsplan Gelderland , Streekplan Gelderland en en het Gelders Milieuplan .
Het waterbeleid van de gemeente Arnhem is vastgelegd in: Ÿ
12 k)
Arnhems Milieu Beleidsplan 2 (1997-2000, verlengd tot 2002); Van de zes meetbare doelstellingen ten aanzien van water hebben er vier direct of indirect betrekking op de riolering en daarmee op het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). De andere twee doelstellingen betreffen het verminderen van het watergebruik voor bedrijven en Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
Ÿ
Ÿ
particulieren. Voor het bereiken van deze doelstellingen zijn met name de drinkwaterbedrijven verantwoordelijk. Gemeentelijk Rioleringsplan (1997-2001); Dit plan richt zich op een verbetering van de kwaliteit van het rioleringsstelsel, op de vermindering van de vuiluitworp naar het oppervlaktewater, de bodem en het grondwater, op het voorkomen van overlast en op het vasthouden van schoon hemelwater in stedelijk gebied. Het voornemen is het GRP te verlengen met 2 jaar. Structuurplan Arnhem 2010; Water heeft een nadrukkelijke plaats gekregen in het Structuurplan. Arnhem moet zuiniger met water van goede kwaliteit omspringen en deze beter ecologisch gaan benutten. Water moet een grotere rol gaan spelen in het stadsbeeld.
2.9
Sport- en recreatiebeleid
In de Beleidsnota Sport en Recreatie (1993) is de gemeentelijke visie weergegeven ten aanzien van een verantwoord sportbeleid. De belangrijkste uitgangspunten zijn: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
het stimuleren van positieve effecten van sportbeoefening; het tegengaan van de negatieve aspecten; het compenseren en voorkomen van ongewenste achterstandsituaties; de noodzakelijkheid om het beleid aan te passen aan zich wijzigende omstandigheden.
Binnen het plangebied ligt het sportpark Rijkerswoerd. Het sportpark bevat een sporthal en diverse sportvelden welke gebruikt worden voor handbal en voetbal. Handhaving van dit park is gewenst.
2.10
Economisch beleid
In 1998 heeft de gemeente Arnhem de Bedrijfsterreinennota Arnhem 2000 opgesteld. Het doel van deze nota is het kwalitatief en kwantitatief op peil houden van de voorraad bedrijfsterrein. Het bedrijventerrein Rijkerswoerd heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de groei van bedrijvigheid in Arnhem. De belangrijkste bedrijfstakken op het terrein zijn transport en handel. Er wordt een strikte zonering op het bedrijventerrein Rijkerswoerd toegepast. De zone voor hoogwaardige bedrijvigheid bevindt zich aan de Marga Klompélaan. De mogelijkheden voor uitbreiding worden ongunstig beoordeeld.
In de Kadernota Economisch Beleid 1998-2002 is het economisch beleid voor de komende jaren vastgelegd. Wijkeconomie is hierin een belangrijk thema. Met wijkeconomie worden alle locale economische initiatieven bedoeld die zich op wijkniveau afspelen. Uitgangspunt hierbij is het streven naar een integratie van wonen en werken door bepaalde soorten werk zoals ambachtelijke en persoonlijke diensten en zakelijke dienstverlening naar de wijk te brengen. De functiemenging van wonen en werken levert een bijdrage aan de werkgelegenheid, leefbaarheid en sociale veiligheid in de wijk. In het plangebied wordt ruimte gegeven aan wijkeconomie binnen de bestemming "Centrumdoeleinden". Ook wordt de mogelijkheid geopend om een beroep aan huis uit te oefenen onder bepaalde voorwaarden. Deze voorwaarden zijn erop gericht om alleen die beroepsuitoefening toe te staan die zich goed verdraagt met de woonfunctie.
De nota Segmenterings- en Faseringsplan Kantorenmarkt tot 2015 Knooppunt Arnhem-Nijmegen (KAN) (1997) geeft een regionale afstemming in de uitgifte van kantoorlocaties qua segment, tijd / fasering en qua locatie. De gemeente Arnhem voert in aansluiting hierop, sinds 1994 een Segmenterings- en faseringsbeleid voor kantoren . Dit houdt in dat "grootschalige" ontwikkelingen van kantoren ongewenst zijn buiten de daarvoor Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 13
aangewezen locaties (zoals Gelderse Poort, Arnhem-Centraal, Schuytgraaf, etc). Dit beleid is ingezet om de kantorenmarkt in het KAN – gebied voor overcapaciteit te behoeden en om onnodige automobiliteit te vermijden. De kantoren in de binnenstad, met name langs de singels, maken deel uit van een belangrijk bestaand kantorengebied. Om het ingezette beleid te handhaven zijn nieuwe kantoren in het plangebied niet meer toegestaan. Dit beleid is geformaliseerd in de KAN - nota Segmentering en faseringsplan Kantorenmarkt tot 2015 (1997).
Ten aanzien van winkelvoorzieningen wordt een concentratiebeleid gevoerd. Dit betekent dat detailhandel buiten de in het bestemmingsplan aangegeven locaties niet tot de mogelijkheden behoort.
2.11
Horecabeleid
De horecanota Te Goeder Herberge (1996) en het daaruit voortvloeiende projectplan Horeca (1997) vormen onder meer de basis voor de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen ten aanzien van de horeca. Hoofdlijnen van deze beleidsstukken zijn de randvoorwaarden scheppende en faciliterende rol van de gemeente, een keuze voor objectieve en subjectieve kwaliteitsaspecten, een gebiedsgerichte benadering en een grotere nadruk op handhaving. In Rijkerswoerd zal ten hoogste sprake zijn van gebiedsverzorgende horeca. Dit betekent dat enkele spijs- en drankverstrekkende bedrijven zijn toegestaan. Horeca gelieerd aan (sport)-voorzieningen is uiteraard toegestaan.
2.12
Coffeeshopbeleid
De nota Arnhems Coffeeshopbeleid (1998) heeft als hoofddoelstelling het terugdringen van overlast c.q. het beperken van de inbreuk op het woon- en leefklimaat door softdrugshandel. Er is beleid geformuleerd om de handhaving te intensiveren. Tevens is aangegeven met welk instrumentarium dit wordt gedaan en door wie dit wordt uitgevoerd. Uitvoering van dit beleid waarborgt ook in dit plangebied beheersing van de problematiek. Er is geen aparte be stemmingscategorie voor de coffeeshops gecreëerd.
2.13
Prostitutiebeleid
In de nota Integraal Prostitutiebeleid Arnhem (2000) is het beleid neergelegd, dat gevoerd wordt in verband met de afschaffing van het wettelijke bordeelverbod per 1 oktober 2000. Gemeenten krijgen hierdoor de mogelijkheid en de verantwoordelijkheid om de prostitutie te reguleren.
Ten aanzien van de raamprostitutie, overige seksinrichtingen en de tippelprostitutie voert het gemeentebestuur van Arnhem een actief vestigingsbeleid. Het actief vestigingsbeleid bestaat uit de volgende elementen: Ÿ Ÿ Ÿ
Ÿ
14 k)
concentratie van de raamprostitutie op één plek (na 2002 voormalige Billiton-locatie); maximalisering van het aantal ramen en werkplekken, waarbij het huidige aantal van 240 ramen verlaagd wordt naar 120; maximalisering van het aantal overige seksinrichtingen op 8 in heel Arnhem, waarbij in elke wijk (CBS-wijkindeling) maximaal 1 seksinrichting gevestigd mag zijn, ook hierbij worden beperkingen toegepast; concentratie van de tippelprostitutie.
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
Het gemeentebestuur bepaalt hiermee zélf de locatie waar deze vormen van prostitutie zich mogen manifesteren alsmede de omvang ervan en voorkomt hiermee dat de prostitutie zich ongecontroleerd over haar stad uitspreidt. De gemeente wil hiermee voorkomen dat bepaalde vormen van prostitutie overlast voor de omgeving veroorzaken. Deze overlast zou kunnen ontstaan doordat er een concentratie van bijvoorbeeld privé-huizen in een bepaalde wijk ontstaat ( eerder zagen we immers dat vooral oudere wijken in Arnhem erg aantrekkelijk lijken te zijn voor de vestiging van seksinrichtingen) of doordat de prostitutiefunctie conflicteert met bepaalde andere functies.
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 15
16 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
Hoofdstuk 3 3.1
Beperkingen
Inleiding
In dit hoofdstuk worden de randvoorwaarden gegeven die van belang kunnen zijn bij ruimtelijke ontwikkelingen in Rijkerswoerd. De op de beperkingenkaart aangegeven contouren kunnen beperkingen opleggen aan het gebruik van bepaalde locaties. De contouren hebben dus met name een signalerende en randvoorwaarde scheppende functie voor eventuele nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.
3.2
Milieu
De Dienst Stadsbeheer heeft ten behoeve van het onderhavige bestemmingsplan een milieuaspectenstudie opgesteld. De conclusies uit deze studie zijn hieronder samengevat.
Wegverkeerslawaai De wegen binnen de woongebieden van Rijkerswoerd hebben allemaal de status woonerf of 30 km/uur zone. Voor de belangrijkste verbindingswegen is een geluidonderzoek uitgevoerd. Het gaat hier om de Marga Klompélaan, de Erasmussingel en de Burgemeester Matsersingel. Op de belemmeringenkaart is als aandachtsgebied de vrije veld 50 dB(A)-contour in het peiljaar 2008 weergegeven. Hier hoeven geen consequenties aan verbonden te worden omdat het in dit plan gaat om een beschrijving van de bestaande planologische situatie. Bij nieuwbouw binnen de 50 dB(A)-contour dient nader onderzoek verricht te worden naar de exacte geluidsbelasting en de eventuele noodzaak van ontheffingen of geluidwerende maatregelen. Langs de wegen in en rond het plangebied worden de normen voor luchtkwaliteit niet overschreden.
Bedrijfshinder De bedrijven en instellingen in Rijkerswoerd die mogelijk hinder kunnen geven zijn geïnventariseerd volgens de publicatie "bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging Nederlandse Gemeenten, uitgave 1999. De bedrijven die een voorkeursafstand van meer dan 30 meter hebben staan aangegeven op de belemmeringenkaart. Binnen deze contouren is nieuwbouw van gevoelige bestemmingen zoals woningen niet zonder meer mogelijk. Er zal in dat geval, een nader milieuhygiënisch onderzoek moeten plaatsvinden. Van de bedrijven met een voorkeursafstand van 30 meter of minder wordt aangenomen dat zij zonder ernstige milieuhygiënische knelpunten in een woonwijk zijn in te passen.
Bodem Omdat het om een wijkbestemmingsplan gaat waarin vooral de huidige situatie vastgelegd wordt is alleen een historisch bodemonderzoek verricht. Op locaties waar nieuwbouw plaatsvindt is nader bodemonderzoek vereist. Op het industrieterrein van Rijkerswoerd zijn bedrijven gevestigd of gevestigd geweest met potentieel bodembedreigende activiteiten. Het grootste gedeelte van het industrieterrein geldt daarom als verdacht van bodemverontreiniging. Er is gebleken dat op twee bedrijfsterreinen de bodem ernstig is verontreinigd. Het gaat hier om de Hazenkamp 40 en een ongenummerd terrein aan de Hazenkamp, deze zijn op de randvoorwaardenkaart aangegeven. In de rest van het plangebied zijn voor zover bij de gemeente Arnhem bekend geen bedrijven gevestigd (geweest) met potentieel bodembedreigende bedrijfsactiviteiten. Langs de Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 17
Mooieweg en de Kruisstraat zijn een aantal niet gesaneerde of zonder certificaat gesaneerde particuliere ondergrondse huisbrandolie-tanks geregistreerd. Op twee locaties is ernstige bodemverontreiniging geconstateerd, aan de Mooieweg 94 en 190. Deze zijn op de beperkingenkaart aangegeven.
3.3
Water
Beperkingen aan het ruimtelijk gebruik vanuit het aspect water kunnen voortkomen uit onderstaande wet- en regelgeving c.q. beleidsvoornemens.
Grondwaterbeschermingsgebied Het plangebied is voor een deel gelegen binnen een grondwaterbeschermingsgebied ten behoeve van de drinkwaterwinning. De drinkwaterwinning vindt plaats in het Immerloo-park. Het grondwatergebied wordt begrensd door de 25-jaarszone (d.w.z. dat op de zonegrens een regendruppel er gemiddeld 25 jaar over doet om de waterwinputten te bereiken). Een deel van deze contour valt gelijk met de noordelijke grens van het plangebied. Binnen deze zone wordt het "standstill – step forward"-principe gehanteerd. Een uitbreiding van bestaande activiteiten of bedrijvigheid mag geen hoger risico opleveren dan in de uitgangssituatie het geval is (standstill). In zijn algemeenheid wordt gestreefd naar vermindering van de risico's (step forward). Bij een mogelijk toekomstige uitbreiding van de grondwaterwinning zal de 25-jaars-zone verruimen, waarbij dan het gebied met bijbehorende beperkingen met een groter deel binnen het plangebied ligt.
Verordening waterhuishouding Gelderland Drainage is niet toegestaan, tenzij door onderzoek aangetoond is dat door waterafsluitende stoorlagen in de bodem plaatselijk wateroverlast kan ontstaan die niet op een andere wijze voorkomen kan worden.
Ecologische hoofdstructuur In buitengebied aan de zuidzijde van het plangebied is volgens het Structuurplan Arnhem 2010 de ecologische hoofdstructuur (van oost naar west) geprojecteerd. De zone zal zich manifesteren in de richting van de Centrale Parkzone Overbetuwe. Bij planontwikkelingen in het gebied zal het handhaven van deze ecologische verbindingszone worden gewaarborgd, met ruime aandacht voor de waternatuur.
Bescherming cultuurhistorische waarden van water. Vanuit het beleid van de provincie is aangegeven de cultuurhistorische waarden van water zoveel mogelijk te behouden. In het Stuctuurplan Arnhem 2010 is dit doorvertaald in het voornemen om de mogelijkheden die aanwezige oorspronkelijke cultuurhistorische waarden bieden bij toekomstige ontwikkelingen actief mee te nemen. Binnen het plangebied is dit van toepassing op de bermsloten aan weerszijden van de Mooieweg.
Grijswatercircuit wijk Polderdrift Ten noorden van de Ank van Moerdreef is het terrein ingericht met voorzieningen (bergingsvijver en helofytenfilter) ten behoeve van het huishoudwatercircuit voor de omliggende percelen. Bij eventuele ontwikkelingen zal daar rekening mee worden gehouden.
18 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
Oppervlakkige afvoer regenwater, groen en grijsgoten in de Peppelenwei In de onbebouwde zone van de Peppelenwei zal rekening worden gehouden met de afvoer van regenwater in groen- en gijsgoten.
Oppervlaktewater Ontwikkelingen binnen het gebied "Rijkerswoerd" zullen aansluiten bij het principe van duurzaam stedelijk waterbeheer. De basisgedachte hiervoor is onder meer verwoord in de rapportage duurzaam stedelijk waterbeheer Arnhem-Zuidoost.
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 19
20 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
Hoofdstuk 4 4.1
Planbeschrijving
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt een beschrijving van het plangebied gegeven. Daar het een bestemmingsplan voor een bestaande wijk is, zal dit hoofdstuk voornamelijk ingaan op de huidige ruimtelijke structuur. Het doel van dit bestemmingsplan is het aanreiken van een kader waaraan (on)gewenste ontwikkelingen in de wijk kunnen worden getoetst. Uitgangspunt hierbij is dat de huidige ruimtelijke kwaliteiten worden gewaarborgd en zo mogelijk versterkt.
Ontstaansgeschiedenis Rijkerswoerd is gebouwd als de laatste wijk binnen de grenzen van de compacte stad, in Arnhem-zuid, ten oosten van de Nijmeegseweg en ten zuiden van Vredenburg. Het is een multifunctionele woonwijk met 4650 woningen, met scholen, een sportcomplex, een veelzijdig voorzieningencentrum, groen, recreatieve voorzieningen en een bedrijventerrein. De wijk is aangesloten op de zich langs de Burgemeester Matsersingel uitstrekkende stedelijke zone van het zuidelijke stadsdeel en wordt, net als andere wijken van Arnhem, omgeven door groen. De voorbereiding van het globale bestemmingsplan voor Rijkerswoerd, dat in 1985 vastgesteld werd, liep parallel met de voorbereiding van het Structuurplan Arnhem (1984). Dit maakte de onderlinge afstemming van de twee plannen mogelijk. Rijkerswoerd werd ontworpen als nieuwe "woonvinger" die toegevoegd is aan het vingerpartoon van de stad. Nog vóór het begin van de realisatie kwam een groot deel van het gemeentelijke woningbouwprogramma te vervallen als gevolg van de aanwijzing in de 3-de Nota RO (1981) van de nieuwe groeikernen in Nederland. De gemeente verloor het woningbouwcontingent voor Rijkerswoerd ten gunste van Duiven/Westervoort. Arnhem-zuid dreigde daardoor onafgerond te blijven. Met het Rijk en de provincie werd een compromis bereikt: op grond van een convenant moest Arnhem haar woningbouwprogramma delen met Duiven/Westervoort. Het bouwtempo van Rijkerswoerd werd lager en er heerste onzekerheid over de uiteindelijke omvang van de wijk. In theorie moest rekening worden gehouden met het stoppen van de ontwikkeling na de afronding van elke fase. Daarom moest elke fase leiden tot een redelijk zelfstandig functionerend geheel. Gekozen werd voor een flexibele ontwikkelingsstrategie met de langs een ontwikkelingslijn geprojecteerde drie fasen van woningbouw en de daarop afgestemde soorten, hoeveelheden en locaties van voorzieningen.
Elke fase omvatte een aantal woonbuurten (zie kaartje opbouw Rijkerswoerd), elk met 200 tot 300 woningen, waarvoor afzonderlijke uitwerkingsplannen werden gemaakt. De bouwactiviteiten zijn gestart in 1987. In de loop der tijd is gebleken dat door verlaging van het percentage van stapeling van 30% naar 10% en door vergroting van de gemiddelde kavelmaat binnen het plangebied ca. 550 woningen minder gebouwd konden worden dan oorspronkelijk gepland was. Voor deze 550 woningen moest extra ruimte gevonden worden omdat ze een onmisbaar onderdeel uitmaken van het totale woningbouwprogramma en de daarop afgestemde planexploitatie. Er werd gekozen voor een toevoeging van een 4e fase aan het plan. De hoofdmoot van woningbouw in die fase werd gesitueerd in het verlengde van de drie eerste fasen, waardoor het daar oorspronkelijk geplande bosgebied in de oostelijke richting verschoven moest worden. In tegenstelling tot de kleinschalige aanpak qua buurtindeling van de eerdere fasen werd de 4e fase (ca.1000 woningen) als geheel ontwikkeld onder één stedenbouwkundig plan. De rest van het woningbouwprogramma werd in de vorm van de twee kleine buurten van ca. 100 woningen elk, aan de randen van de eerste fase, ten noorden en ten zuiden daarvan, gerealiseerd.
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 21
Doelstelling Het stedenbouwkundige plan voor Rijkerswoerd is van recente datum en voldoet aan de actuele eisen voor stedelijke ontwikkeling. Daarom is het hoofddoel van het bestemmingsplan het in stand houden en beschermen van de ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied. Daarnaast is vergroting van flexibiliteit een doelstelling: planologisch verantwoorde functiewijziging en -uitwisseling binnen het gebied mogelijk maken, evenals stedenbouwkundig verantwoorde uitbreiding van bouwvolume.
4.2
Beheergebieden
Plangebied De ruimtelijke opzet van de wijk in de vorm van een compacte "woonvinger" in het groen is consequent vertaald in het plan. Er is bovendien gezocht naar een evenwicht tussen de eenheid van het geheel en de diversiteit van onderdelen. Tenslotte is naar een harmonische inbedding van de wijk in de omgeving gestreefd. De hoofdweg, de Marga Klompélaan, is de centrale "ruggengraat" van de lineaire structuur. De wijk heeft een "piramidevormige" doorsnee. In het midden van het woongebied, langs de hoofdweg zijn hoge bebouwing en stedelijke voorzieningen geconcentreerd, naar de randen toe wordt de bebouwing lager en er komt meer groen voor. Zo gaat de wijk in het noorden en in het zuiden op een natuurlijke wijze in een open landschap over. De keuze voor de centrale ontsluitingsweg heeft tot gevolg dat er geen verkeersbarrières aan de randen ontstaan en dat de wijk optimaal is ontsloten door openbaar vervoer. In de noordwestelijke hoek, tussen de Nijmeegseweg, de Burgemeester Matsersingel en de Marga Klompélaan is het bedrijventerrein gesitueerd. De zonering daarvan is zodanig opgezet dat aan de zijde van de grote wegen ruimte is voor grootschalige bedrijven met zwaardere milieubelasting, terwijl aan de oostzijde, richting de Marga Klompélaan en het aangrenzende woongebied de representatieve en milieuvriendelijke functies zijn gesitueerd zoals kantoren, voorzieningen en showrooms. Het bedrijventerrein is bereikbaar vanaf de Marga Klompélaan, zodanig, dat het (vracht-)verkeer niet door een woongebied hoeft te rijden. De twee haaks op de hoofdweg geprojecteerde groene zones met watergangen - de Kruisstraat en het centrale parkgebied - vormen de uitloop naar het buitengebied en bepalen de grenzen van de opeenvolgende planfasen. De grens tussen de 3-e en de 4-e fase ligt op de A. van Dalsumlaan / M. Gandhiweg. De watergangen in de groene zones en aan de randen van de wijk zorgen voor de ontwatering van het gebied. Veel aandacht is besteed aan de differentiatie van woonmilieus. Ruimtelijk werden sociale woningbouw en buurten met koopwoningen regelmatig onderling afgewisseld. Stedenbouwkundig was het van belang dat: iedere woonbuurt als geheel werd ontworpen en ontwikkeld, de buurten zich steeds als stedelijk front naar de hoofdweg toe manifesteerden, het principe van de "piramidedoorsnede" van de wijk gestalte kreeg en het grid-patroon van groene verbindingen uit de opzet werd gerespecteerd. Het realiseren van de "piramidedoorsnede" van de wijk betekende programmatisch een gedifferentieerde aanbod van woonmilieus en typen woningen "van hoog tot laag" in elk bouwplan. In het midden van het gebied is het wijkcentrum gesitueerd. Van belang was om in de lineaire ontwikkeling van de wijk voor het centrum de plaats te kiezen die bij de oplevering voldoende economische draagvlak (aantal woningen) voor de winkels zou garanderen. Daarom werd het centrum ruimtelijk en qua tijdsplanning aan de derde fase gekoppeld. Het centrum bevat, naast diverse winkels de twee supermarkten, horecavoorzieningen, sociale en medische voorzieningen, de bank- en postkantoorfilialen ook de in het geheel geïntegreerde woonappartementen van hoge kwaliteit. Door de optimale positionering van het centrum in het ontsluitingspatroon van de wijk is dit gebied voor alle soorten verkeer en vervoer makkelijk toegankelijk. Door de vanuit het noorden en het zuiden naar het centrum toe komende parken versmalt het stedelijk gebied. Dit levert een direct visueel contact met het groen en zorgt voor een interessant contrast tussen de stedelijke sfeer en de grootschalige open ruimte. Het 22 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
centrum is met hoogbouw geaccentueerd, zodanig dat het zichtbaar is zowel langs de hoofdas van de wijk als vanaf de beide parken. Speciale zorg werd besteed aan de architectonische benadrukking van het openbare karakter van de hoofdweg, de pleinen, de stedelijke route, het centrum, de parken en de groene routes. Om de hoge kwaliteit van openbare ruimte te garanderen werd de uitwerking van de plannen integraal aangepakt en afgestemd op de stedenbouwkundige opzet van de wijk. De kleurstelling, de kunstopdrachten en de realisatie van de prijsvraagwoningen zijn daarin opgenomen.
In de opzet van Rijkerswoerd neemt het langzame verkeer een bijzondere plaats in. De routes lopen meestal gescheiden van het autoverkeer. Door de hele wijk, parallel aan de Marga Klompélaan, loopt de "stedelijke route", hoofdzakelijk voor langzaam verkeer bestemd. Deze route vormt een centrale verbinding met de belangrijkste stedelijke voorzieningen binnen de wijk. In een aantal korte segmenten is de route ook voor de auto toegankelijk, hetgeen mogelijk is dankzij de speciale snelheidsremmende voorzieningen. Eveneens parallel aan de Marga Klompélaan liggen in de middellijn van het noordelijke en het zuidelijke woongebied de twee "groene routes". Verder naar het noorden lopen in dezelfde richting de twee oude wegen met een grote recreatieve waarde: de Mooieweg en de Huissensedijk. Ten zuiden van Rijkerswoerd ligt de Rijkerswoerdsestraat. Samen met de Marga Klompélaan en de haaks daarop geprojecteerde routes langs de groene zones vormen ze een onregelmatige "grid" van verbindingen. In de belangrijke knopen van dit grid zijn diverse wijkvoorzieningen gesitueerd. Voor elk type voorziening wordt door de keuze van een knooppunt een geschikt type ontsluiting geboden. Zo zijn de scholen - op afstand van het autoverkeer - op de kruispunten van de recreatieve zones en de groene routes geplaatst, de kinderboerderij in de as van de centrale groene zone, het sportcomplex aan het eind van de zuidelijke groene route maar wel met een goede toegang voor de auto en het wijkcentrum in het centrale knooppunt van de ontsluitingswegen en groene verbindingen. Behalve de hoofdaantakking van de Marga Klompélaan op de Burgemeester Matsersingel heeft Rijkerswoerd nog twee nevenverbindingen met de aangrenzende wijken: de Erasmussingel met Vredenburg en de Lange Akkers met De Laar. Deze laatste is gereserveerd uitsluitend voor de bus en de fietsers. De ontsluiting voor de auto bestaat uit een aantal ontsluitingslussen die met beide uiteinden aangetakt zijn op de hoofdweg en die toegang bieden tot diverse woonstraten en woonerven. Het parkeren gebeurt deels op eigen erf, deels in openbaar gebied, volgens de geldende parkeernormen.
De waterhuishouding Het hoogteverschil in Rijkerswoerd varieert van circa 9.500+ N.A.P. tot 10.000+ N.A.P. Bij de ontwikkeling van de wijk is het oorspronkelijk maaiveld ca. 1 meter opgehoogd met zand afkomstig uit de Rijkerswoerdse plassen. Uitzondering hierop is het gebied aan de oostzijde van de Albert van Dalsumlaan en de Mahatma Ghandiweg waar de woonkavels en infrastructurele werken zijn opgehoogd met grond die vrijkwam bij aanleg van de wijk.
Oppervlaktewater De gebieden maken deel uit van het polderwaterbemalingsgebied Drielsedijk aan de Drielsedijk. In bemalingsgebied Drielsedijk wordt een oppervlaktewaterpeil van 7.500+ N.A.P. nagestreefd. De afvoer van water uit de wijk geschiedt enerzijds richting de naastgelegen wijk De Laar via twee verbindingen onder de rijksweg A325 (ter plaatse van de Burgemeester Matsersingen en zuidzijde Sportvelden) en anderzijds via het Inundatiegemaal ter plaaste van de Kruising van Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 23
de Burgemeester Matsersingen. De waterpartijen in het stedelijk gebied (inclusief het water aan de zuid en oostrand) zijn via duikers met elkaar verbonden en maken deel uit van het stedelijk watersysteem. De sloten en greppels in het landelijk gebied (stuitbos en agrarisch gebied aan de zuid- en oost zijde van het plangebied) maken deel uit van het polderwatersysteem, de afvoer geschiedt via de deels in het plangebied gelegen A-watergang richting de zuidelijk gelegen Linge. De bermsloten aan weerszijden van de Mooieweg hebben een cultuurhistorische waarde. Bij een aantal watergangen (o.a. de watergang langs de Kruisstraat) grenst de bebouwbare zone aan het water en is als zodanig sprake van "wonen aan het water"
Grondwater De grondwaterstand is afhankelijk van de drinkwaterwinning Immerloo, de Rijnwaterstand en de bodemopbouw. De grondwaterstand bevindt zich, afhankelijk van de omstandigheden op een niveau van 0,7m tot 1,80m minus maaiveld. Ten behoeve van de woningbouw is het het grootste deel van de wijk Rijkerswoerd opgehoogd met zand. Onder deze zandlaag bevindt zich klei van verschillende samenstelling en dikte. Op deze kleilaag kan zich een "schijn" grondwaterstand instellen die aanzienlijk hoger is dan de werkelijke grondwaterstand. De bodemopbouw (opgespoten zand op een kleilaag) maakt dat dit gebied op de eerste indruk niet geschikt is om regenwater in de bodem te infiltreren. Plaatselijk kan dit anders zijn. Het deel aan de noordzijde van de Mooieweg in het oostelijk deel van het plangebied bevindt is gelegen binnen het grondwaterbeschermingsgebied.
Het regen- en afvalwatersysteem: De woonwijk is gescheiden- en deels verbeterd gescheiden gerioleerd. Het industriegebied Rijkerswoerd is gescheiden gerioleerd. Ÿ
Ÿ
Ÿ
Ÿ
Vuilwaterriolering. De wijk Rijkerswoerd is een onderbemalingsgebied dat loost op het bemalingsgebied Vredenburg (hoofdgemaal aan de Groningensingel). Het gemaal Rijkerswoerd is gesitueerd aan de Dr. Joop den Uylsingel. Al het afvalwater uit dit gebied wordt verpompt naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Arnhem-Zuid. Regenwaterriolering. Het regenwater uit de wijk Rijkerswoerd wordt via de watergangen afgevoerd. Via De Laar en Elderveld of via het Inundatiegemaal en Vredenburg wordt het water naar polderwatergemaal Drielsedijk afgevoerd. De delen van Rijkerswoerd die verbeterd gescheiden gerioleerd zijn voeren vervuild regenwater via gemaal Rijkerswoerd af naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Overtollig regenwater uit deze stelsels wordt op de watergangen geloosd. Oppervlakkige afvoer regenwater. Het regenwater van het verhard oppervlak in de Peppelenwei (vlek 20) wordt oppervlakkig afgevoerd via groen- en grijsgoten naar de nevengelegen watergang. Huishoudwatercircuit "Polderdrift. De woningen rondom de binnenplaats aan de Ank van de Moerdreef zijn voorzien van een huishoudwaterleidingnet, waarbij een deel van het gebruikte drinkwater en het regenwater wordt hergebruikt als zgn "grijswater".
Een deel van de woningen in het buitengebied (woningen aan de Rijkerswoerdsestraat) is niet aangesloten op het rioolstelsel. Het afvalwater wordt direct of indirect geloosd op het oppervlaktewater. In het "Beleidsplan niet-gerioleerde gebieden" is aangegeven dat deze woningen in 2002 worden aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel.
Deelgebieden Het plangebied Rijkerswoerd is op basis van ruimtelijke en functionele kenmerken onderscheiden in een vijftal deelgebieden (zie kaartje deelgebieden): 24 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
Ÿ het noordwestelijke woongebied ; Ÿ het centraal gelegen woongebied; Ÿ het zuidoostelijke woongebied; Ÿ het bedrijventerrein; Ÿ de groene zone. De deelgebieden worden hieronder beschreven.
Het noordwestelijke woongebied Dit gebied is in het oosten begrensd door de Kruisstraat, in het noorden door de Huissensedijk, in het westen grenst het aan de Burgemeester Matsersingel, het bedrijventerrein en de Nijmeegseweg en in het zuiden - aan de watergang die aangelegd is in de as van de oorspronkelijke Elderzeeg. De Marga Klompélaan snijdt het gebied in tweeën: noord en zuid. Het noordelijke deel bevat de 1e fase van woningbouw. Dit is een mengeling van sociale woningbouw en de koopsector.
In dit deel is een patroon van autovrije groene verbindingen aangelegd dat aansluit op de noordelijke groene route van de latere fasen. Recentelijk werd - als onderdeel van de 4e fase in de noordoostelijke hoek, tegen de Huissensedijk en de Kruisstraat aan, een woonbuurt van ca. 100 woningen toegevoegd in de koopsector met hoge ambitie ten aanzien van architectuur en duurzaamheid. Schuin door het noordelijke deel loopt de landschappelijk karakteristieke Mooieweg met een transparante, landelijke bebouwing in het groen. Kaartje deelgebieden
Het zuidelijke deel bestaat uit twee woonbuurten: aan de Klompélaan ligt het laatste onderdeel van de 3e fase en aan de zuidrand het resterende onderdeel van de 4e fase. Deze buurten bestaan uit woningen in de vrije sector.
De Marga Klompélaan vormt de stedelijke as van Rijkerswoerd. Bij de entree vanaf de Burgemeester Matsersingel en aan de oostelijke grens van het plandeel is langs de Marga Klompélaan de hogere bebouwing geconcentreerd. Vanwege de grote schaal van de Marga Klompélaan is de "stedelijke route", die vooral voor langzaam verkeer is bestemd, in de luwte van het woongebied, parallel aan de Marga Klompélaan aangelegd. De kleurstelling en de op de karakteristieke plekken gerealiseerde "prijsvraagwoningen" versterken het beeld.
Het centraal gelegen woongebied Dit gebied ligt tussen de Mooieweg, de Kruisstraat en de zuidelijke watergang. In het zuidoosten grenst het aan het centrum en aan de twee parken van Rijkerswoerd - noord en zuid. De Marga Klompélaan snijdt het woongebied door het midden. In het centrale deel en langs de oostelijke randen, tegen het winkelcentrum en de parken aan, zijn sociale huurwoningen gegroepeerd. De rest van het woongebied bestaat uit particuliere koopwoningen. Aan weerszijden van de Marga Klompélaan is hogere bebouwing geconcentreerd, de rest van het gebied bevat eengezinshuizen van maximaal twee bouwlagen met een kap. Aan de noordelijke rand, langs de Mooieweg, zijn individuele woonhuizen op grote groene kavels gesitueerd. Daarmee wordt ingespeeld op het bestaande waardevolle, landelijk karakter van de omgeving. Bij de westelijke entree van dit deelgebied, aan de noordzijde van de Marga Klompélaan, ligt het groene plein, de centrale groene ruimte voor de twee eerste plandelen. Het plein is rond, Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 25
omgeven door water en vormt een recreatieve rustplek in de noordelijke groene route. Op deze plaats, geaccentueerd door een markant kunstwerk in het midden, verandert de "stedelijke route" van richting en sluit op de Marga Klompélaan aan. Hier wijzigt de hoofdader het profiel van een grootschalige weg met groene bermen en de watergang in een ruime straat die naar het centrum leidt. Aan de noordzijde van het groene plein is een scholenconcentratie met een gymzaal gesitueerd. Centraal door het zuidelijke woongebied, parallel aan de Marga Klompélaan, loopt de zuidelijke groene route die het sportterrein en de sporthal in het westen met het park en het centrum in het oosten verbindt.
Het zuidoostelijke woongebied Dit gebied ligt tussen de grens van het Deelgebied II, de Mooieweg en de zuidelijke en oostelijke watergang aan de rand van het Stuitbos. Vanuit het westen vormt het Winkelcentrum Rijkerswoerd de ingang naar het deelgebied. De plaats voor het centrum is zodanig gekozen dat de "stedelijke route" rechtstreeks naar het centrumplein loopt en het gemotoriseerde verkeer op de Marga Klompélaan aan de noordzijde een kleine omweg maakt, daarmee ruimte latend voor de bevoorrading en het parkeren. Het centrum, een multifunctioneel complex met winkels, woningen en diverse voorzieningen opent zich met het centrale plein naar het zuidelijke park en het uitzicht over de Betuwe. Aan de oostelijke rand van het park is, aansluitend op het centrum, een scholenconcentratie met een sportzaal in een geïntegreerd gebouwencomplex ondergebracht. Vanaf het centrale plein is langs de aan de Marga Klompélaan gekoppelde "stedelijke route" de zichtas opengehouden naar het toekomstige Stuitbos. Haaks op de Marga Klompélaan loopt een voetpad met een zichtas die de twee parken aan weerszijden van het centrum onderling verbindt. Ten oosten van het noordelijke park is een dependance van 's Koonings Jaght gesitueerd voor geestelijk gehandicapten.
26 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
Rond het centrum en in de zuidwestelijke hoek is sociale woningbouw geconcentreerd, overigens - koopwoningen. Hogere bebouwing is in en rond het centrum gesitueerd. De plaats van het centrum is ruimtelijk benadrukt met de in de as van de Marga Klompélaan geplaatste woontoren van 8 verdiepingen. De rest van de bebouwing bevat uitsluitend eengezinshuizen, maar langs de Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 27
hoofdstraat is met het oog op de stedelijke sfeer grotendeels in 3 lagen gebouwd. De bebouwing in dit deelgebied voegt zich goed in de "piramidedoorsnee" van de wijk: hoger, strakker en met lichte kleuren aan de hoofdstraat en meer speels qua richtingen en kleuren aan de randen. Aan de noordelijke rand, langs de Mooieweg, zijn individuele vrijstaande woningen in ruime tuinen gebouwd om een landelijk karakter van deze weg te benadrukken. In de zuidwestelijke hoek van het gebied bevindt zich een bijzondere buurt van ca. 100 woningen die als resultaat van de landelijke prijsvraag voor het milieuvriendelijk bouwen (VIBA) is gerealiseerd.
Het meest oostelijke deel van het deelgebied, ten oosten van de A. van Dalsumlaan en M. Gandhiweg, is in tegenstelling tot andere plandelen d.m.v. één stedenbouwkundig plan gerealiseerd. Het bestaat uit zes haaks op de Marga Klompélaan gesitueerde, over de hele breedte van de wijk doorlopende zones van bebouwing. Tussen de zones is ruimte voor de ontsluiting en parkeergelegenheid. Ter hoogte van de 4-de zone is de rijweg van de Marga Klompélaan afgesloten met een centraal gesitueerd, groen plein waarop een eindhalte voor openbaar vervoer is geprojecteerd. De "stedelijke route" loopt via een brug over de watergang door naar het Stuitbos. Over de lengte van het plein dient ze tevens als "langzame" verbinding voor de auto naar het aangrenzende woongebied. Het plein dat als groene overgang van de wijk naar het Stuitbos is ontworpen wordt door een markant druppelvormig gebouw met maximaal 6 bouwlagen geaccentueerd. Het gebouw dat aan de verbrede watergang ligt bevat de rond de groene binnenruimte gegroepeerde, diverse typen woningen en appartementen, de overdekte parkeergarage en een kinderopvang. Er zijn aanwijzingen, dat de gerealiseerde kinderopvang voor de toekomst te weinig capaciteit heeft. Binnen de wijk wordt gezocht naar locaties voor kinderopvang. De verwachting is, dat deze binnen de bestemming maatschappelijke doeleinden gevonden kunnen worden. Evenwijdig aan de Marga Klompélaan zijn de twee groene routes - noord en zuid - door alle deelgebieden doorgetrokken en via kleine bruggen verbonden met het Stuitbos.
Het bedrijventerrein Het terrein ligt in de noordwestelijke hoek van Rijkerswoerd, dichtbij het kruispunt van de Nijmeegseweg met de Burgemeester Matsersingel. De zonering is zodanig dat in het westen, aan de zijde van de grote wegen, ruimte is voor grootschalige bedrijven met zwaardere milieubelasting, terwijl aan de oostzijde, richting de Marga Klompélaan en het aangrenzende woongebied de stedelijke en milieuvriendelijke functies zijn ondergebracht zoals kantoren, voorzieningen en showrooms. In de hoek bij de entree van de wijk zijn representatieve gebouwen gesitueerd: een kantoor en een polikliniek. Het bedrijventerrein is via een verkeerslus bereikbaar vanaf de Marga Klompélaan, zodanig, dat het (vracht-)verkeer niet door een woongebied hoeft te rijden. Het parkeren is voorzien op eigen terrein volgens de geldende parkeernormen.
De groene zone De groene zone is de buitenste rand van het plangebied en vormt de overgang tussen het woongebied en het buitengebied. In deze zone zijn verschillende functies aanwezig. Aan de westzijde tussen het industrieterrein, de Nijmeegseweg en het woongebied liggen sportvelden en een sporthal. Tussen de watergang ten zuiden van de woongebieden en de Rijkerswoerdsestraat ligt een gebied met wisselende functies. In het westelijke deel is de grond agrarisch in gebruik. Ten oosten hiervan ligt een manege en het overige gebied wordt ontwikkeld als cultuurbos, het toekomstige Stuitbos. Dit geldt ook voor het gebied ten oosten van het woongebied van Rijkerswoerd. 28 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
Het groene gebied ten noorden van de woonbebouwing tussen de Huissensedijk en de Mooieweg behoort niet tot dit bestemmingsplan. Dit deel is in het bestemmingsplan 'De Maten' uitgewerkt.
4.3
Ontwikkelingen
In het plangebied zijn vier kleinschalige ontwikkelingslocaties.
Tijdens de ontwikkeling van Rijkerswoerd waren aan de W. Dreesingel tijdelijk een supermarkt en kinderdagverblijf gevestigd. De supermarkt is verplaatst naar het centrale winkelcentrum. Dit bestemmingsplan maakt de bouw van een aantal woningen mogelijk.
Bij de kruising van de M. Klompélaan en de Dr. Joop den Uylsingel is een prijsvraaglocatie, die oorspronkelijk bestemd was voor wonen. Hiervoor zijn plannen om maatschappelijke doeleinden te realiseren. Deze ontwikkeling is meegenomen in dit bestemmingsplan.
Op de kruising Marga Klompélaan en de Mahatma Gandhiweg is men voornemens een praktijk met daarboven woningen te realiseren. De locatie heeft een dubbel bestemming: wonen en maatschappelijke doeleinden.
Op de locatie Mooieweg 210 staat een boerderij en zijn wagens van kermisexploitanten gestald. Het vigerende bestemmingsplan maakt de bouw van één extra woning mogelijk. Dit bestemmingsplan maakt op de locatie de bouw van zes vrijstaande woningen mogelijk naast de boerderij. Twee woningen zullen op ruime kavels langs de Mooieweg worden gesitueerd en vier woningen aan de Emily Brontesingel. Door deze invulling wordt een goede ruimtelijke afronding van de wijk Rijkerswoerd beoogd in de overgang naar het Stuitbos.
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 29
Hoofdstuk 5 Beschrijving van de bestemmingen 5.1
Inleiding
Het juridisch bindend gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit voorschriften en bijbehorende plankaart waarop de bestemmingen zijn aangegeven. De kaart en de voorschriften dienen in samenhang te worden bekeken.
De voorschriften zijn onderverdeeld in drie hoofdstukken: Ÿ Ÿ Ÿ
Inleidende bepalingen; Bestemmingsbepalingen; Algemene bepalingen.
In het navolgende worden de voorschriften per hoofdstuk toegelicht.
5.2
Inleidende bepalingen
Hoofdstuk 1 bevat de inleidende bepalingen. Deze voorschriften gelden voor het gehele plangebied.
Artikel 1.1 Begripsbepalingen In dit artikel zijn definities van de in de voorschriften gebruikte begrippen opgenomen, waarmee een eenduidige interpretatie van deze begrippen is vastgelegd.
Artikel 1.2 Wijze van meten en overige toepassingen Dit artikel geeft onder meer bepalingen waar mag worden gebouwd en hoe voorkomende eisen betreffende de maatvoering begrepen moeten worden.
Op de plankaart zijn bouwhoogten en soms bebouwingspercentages aangegeven. Als er geen percentages zijn aangegeven, mag het hele bouwvlak worden bebouwd. De aangegeven bouwhoogte wordt gemeten vanaf peil tot het hoogste punt (exclusief elementen zoals een schoorsteen, liftopbouw en dergelijke). Uitgangspunt is dat alleen gebouwd mag worden binnen de bouwgrenzen.
5.3
Bestemmingsbepalingen
Hoofdstuk 2 van de voorschriften bevat de juridische vertaling van de verschillende bestemmingen die voorkomen in het plangebied. Voor ieder gebied op de plankaart is de bestemming aangegeven.
Deze bepalingen zijn in de voorschriften onderverdeeld in o.a.: Ÿ Ÿ 30 k)
Doeleinden: omschrijving van de activiteiten die zijn toegestaan (wonen, bedrijvigheid etc.); Bouwvoorschriften: eisen waaraan de bebouwing moet voldoen (bebouwingshoogte, Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
Ÿ
bebouwingspercentage etc.); Verboden gebruik: welke vormen van gebruik zijn uitgesloten.
Hieronder worden de verschillende bestemmingen toegelicht.
Artikel 2.1 Woondoeleinden Verscheidene woonvormen passen binnen deze bestemming zoals gezinsbewoning, bejaardenhuizen, kamerbewoning (tot maximaal 4 personen), serviceflats, etc. Er is geen onderscheid gemaakt tussen vrijstaande-, halfvrijstaande-, aaneengesloten- en gestapelde woningen. Binnen de bestemming woondoeleinden zijn drie zones te onderscheiden: de bouwzone, de bebouwbare zone en de onbebouwbare zone. De bouwzone omvat het eigenlijke woongebouw met, daar waar mogelijk en gewenst, uitbreidingsmogelijkheden. Als geen bebouwingspercentage is vermeld, mag deze gehele zone worden bebouwd in de aangegeven bouwhoogte, mits aan andere vereisten (bijvoorbeeld welstand) is voldaan. De bebouwbare zone is bedoeld voor garages, schuren en beperkte uitbreidingen aan het woonhuis, zoals serres. De maximale bouwhoogte van de bijgebouwen is 3 meter, exclusief kap. De maximale bouwhoogte voor uitbreidingen aan het woonhuis is gelijk aan de hoogte van de begane-grondbouwlaag. De onbebouwbare zone is bedoeld voor tuinen, buurtgroen, speelplekken, woonstraten, trottoirs en parkeerplaatsen ten behoeve van de woonfunctie.
Binnen de bestemming "Woondoeleinden" zijn in principe beroepsmatige activiteiten toegestaan. Om hinder voor de directe omgeving te voorkomen zijn hieraan wel een aantal voorwaarden verbonden. In de eerste plaats mag slechts een gedeelte van de woning, inclusief de bijgebouwen (maximaal 1/3 van de totale vloeroppervlakte van de woning met een maximum van 60 m2) worden gebruikt als praktijkruimte door de bewoner. Is er meer dan 60 m2 in gebruik voor het uitoefenen van een beroep, dan is er geen sprake meer van een 'beroep aan huis' en derhalve strijd met het bestemmingsplan. Voorts mag door dit gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat (bijvoorbeeld beperkte reclamemogelijkheden) noch een onevenredige parkeerdruk ontstaan. Tot slot zijn er vormen van beroepsuitoefening expliciet uitgezonderd, omdat ze te veel overlast voor de omgeving veroorzaken (detailhandel, prostitutie, horeca-activiteiten en beroepen die milieuoverlast veroorzaken).
In de bestemming "Woondoeleinden" zijn woonwagens, woonschepen en bijvoorbeeld zorgtehuizen, gevangenissen en asielzoekerscentra niet begrepen. Deze vormen van wonen zijn, indien van toepassing, in een aparte bestemming opgenomen.
Artikel 2.2 Woondoeleinden-woonwagenstandplaats De bestemming "Woondoeleinden" aangevuld met "Woonwagenstandplaats" is bestemd voor woonwagenstandplaatsen. Binnen deze bestemming is ook een bouwzone en een bebouwbare zone opgenomen. Hiervoor geldt dat de hoofdbebouwing (de woonwagen) alleen binnen de bouwzone mag worden geplaatst. De maximale hoogte is zo gekozen, dat er één bouwlaag en een kap binnen passen. In de bebouwbare zone is het mogelijk om bij elke woonwagen één bijgebouw te bouwen dat (in tegenstelling tot de woonwagen) wel aan de grond verankerd is. De bouwhoogte voor de bijgebouwen is maximaal 3 meter excl. kap. Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 31
Voor beroep aan huis is de toelichting onder "Woondoeleinden" overeenkomstig van toepassing.
Artikel 2.3 Woondoeleinden / Maatschappelijke doeleinden De thans braakliggende locatie op de hoek van de Marga klompélaan en de M. Gandhiweg heeft in dit plan de dubbelbestemming "Woondoeleinden / Maatschappelijke doeleinden" gekregen. Dit biedt de mogelijkheid hier een maatschappelijke functie zoals een tandartspraktijk te vestigen met daarboven appartementen.
Artikel 2.4 Maatschappelijke doeleinden De bestemming "Maatschappelijke doeleinden" is bedoeld voor functies ten behoeve van onderwijs en ontwikkeling, welzijn, zorg, cultuur, sport, openbaar bestuur en levensbeschouwelijke doeleinden. Voorbeelden hiervan zijn scholen, ziekenhuizen en kerken. Dienstwoningen die horen bij de bestemming, zoals bijvoorbeeld een conciërgewoning of pastorie, zijn indien noodzakelijk toegestaan. Aan de hoofdfunctie ondergeschikte horeca (kantine) is eveneens toegestaan. Parkeergelegenheid moet zoveel mogelijk binnen deze bestemming gerealiseerd worden. Scholen in het plangebied hebben deze bestemming gekregen, alsmede medische voorzieningen.
Artikel 2.5 Nutsvoorzieningen Deze bestemming is bedoeld voor nutsbedrijven of soortgelijke instellingen. Dit zijn bedrijven, gericht op de levering van elektriciteit, gas, water en warmte, de verzorging van telecommunicatie of de afvoer en verwerking van afvalstoffen. Daarnaast zijn er nutsvoorzieningen van geringe omvang zoals transformatorstations en schakelhuisjes, die niet apart bestemd zijn. Voor dergelijke voorzieningen kunnen burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen tot maximaal 75m3 binnen elke bestemming. Het gemaal aan de Dr. Joop den Uylsingel heeft de bestemming "Nutsvoorziening" gekregen.
Artikel 2.6 Detailhandel – grootschalig De bouwmarkt op het bedrijventerrein Rijkerswoerd heeft de bestemming "Detailhandel –grootschalig" gekregen. Dit betekent dat alleen detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen, of vanwege de gevoerde formule, een groot oppervlak nodig heeft, op deze locatie is toegestaan.
Artikel 2.7 Kantoren – publiekgericht De bestemming "Kantoren" is bedoeld voor bedrijven die uitsluitend dienstverlenende- en geen productiewerkzaamheden verrichten. Daarbij is geen onderscheid gemaakt tussen publiekgerichte kantoren die een baliefunctie hebben (zoals een bank, een makelaarskantoor, e.d.) en administratieve kantoren, die in principe niet op het ontvangen van publiek gericht zijn (bijvoorbeeld een adviesbureau, een ontwerpbureau of een accountantskantoor). Het kantoor van het CBR heeft de bestemming "Kantoren - publiekgericht" gekregen.
32 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
Artikel 2.8 Centrumdoeleinden – A Het winkelcentrum en de daarboven gesitueerde appartementen hebben de bestemming "Centrumdoeleinden - A" gekregen. Deze bestemming is een samenstelling van de bestemmingen "Woondoeleinden", "Maatschappelijke doeleinden", "Detailhandel", "Publiekgerichte kantoren" en "Horeca (met uitzondering van nachtclubs, discotheken en coffeeshops)". Verblijfsgebieden, buurt- en ontsluitingswegen en andere voorzieningen ten behoeve van verkeer zijn binnen de bestemming mogelijk. Parkeergelegenheid moet zoveel mogelijk binnen deze bestemming gerealiseerd worden.
Artikel 2.9 Bedrijfsdoeleinden Het bedrijventerrein Rijkerswoerd heeft de bestemming "Bedrijfsdoeleinden" gekregen. Binnen deze bestemming zijn bedrijven toegestaan zoals genoemd in de bedrijvenlijst die als bijlage bij de voorschriften is opgenomen. Bedrijven op deze lijst zijn ingedeeld in categorieën op basis van de hinder die zij kunnen veroorzaken. Op de plankaart is de maximum categorie aangegeven die is toegestaan. Bedrijven die niet op de lijst voorkomen maar kunnen aantonen dat zij een vergelijkbare hinder (of minder) veroorzaken kunnen eveneens via een vrijstelling worden toegestaan. De volgende bedrijven hebben een aparte bestemming en zijn binnen de bestemming "Bedrijfsdoeleinden" niet toegestaan; detailhandel, horeca-activiteiten, agrarische bedrijven, recreatiebedrijven, kantoren en seksinrichtingen. Parkeergelegenheid moet zoveel mogelijk binnen deze bestemming gerealiseerd worden.
Op het bedrijventerrein is een zonering aangebracht. Op de gebieden die het dichtst bij de woningen liggen mogen alleen bedrijven gevestigd worden die weinig milieuhinder veroorzaken. Langs de Rijkerswoerdsestraat zijn ook twee bedrijven gevestigd. Deze zijn positief bestemd.
Artikel 2.10 Groen en water De groenstroken die structuurbepalend zijn op wijkniveau, zijn bestemd als "Groen en water". Binnen deze bestemming is het toegestaan om groen in de breedste zin (grasvelden, struiken, speelvelden) aan te leggen en in stand te houden. Daarnaast zijn de belangrijkste waterlopen en waterpartijen opgenomen in deze bestemming. Het aanleggen van voetpaden, fietspaden en voorzieningen voor bestemmingsverkeer zijn eveneens toegestaan. Wegen voor doorgaand autoverkeer zijn niet toegestaan. Geluidwerende voorzieningen kunnen in de bestemming "Groen en water" worden gerealiseerd.
Artikel 2 .11 Cultuurbos Het gebied ten oosten en zuiden van Rijkerswoerd, waar thans het zogenaamde Stuitbos aangelegd wordt heeft de bestemming "Cultuurbos" gekregen. Dit betekent dat dit gebied uitsluitend bestemd is als bos met de bijbehorende recreatieve, landschappelijke, ecologische en bosbouwkundige functies.
Artikel 2.12 Recreatieve doeleinden – dagrecreatie, sport Het sportterrein is bestemd als "Recreatieve doeleinden – dagrecreatie, sport". In deze bestemming zijn sport, dagrecreatie en groenvoorziening toegestaan. Vormen van verblijfsrecreatie zoals vakantiehuisjes en een camping, zijn hier niet toegestaan. Voor het oprichten van lichtmasten kunnen burgemeester en wethouders vrijstelling verlenen onder de in de voorschriften genoemde voorwaarde. Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 33
Artikel 2.13 Recreatieve doeleinden – dagrecreatie, manege De manege aan de Rijkerswoerdsestraat en de manege aan de Loostraat zijn expliciet bestemt als "Recreatieve doeleinden – dagrecreatie, manege". Vormen van verblijfsrecreatie zoals vakantiehuisjes en een camping, zijn hier niet toegestaan.
Artikel 2.14 Agrarische doeleinden Binnen deze bestemming zijn agrarische productiebedrijven toegestaan waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen grondgebonden bedrijven die afhankelijk zijn van de grond als productiemiddel (volle grondkwekerijen, e.d.) en niet grondgebonden bedrijven (kwekerijen met kassen, varkensbedrijven e.d.). Alle bedrijfsgebouwen (inclusief schuren, loodsen, mestplaten en silo's) en één agrarische dienstwoning vallen binnen deze bestemming. Bij de grootte van de bouwzone is rekening gehouden de agrariërs een reële mogelijkheden voor de toekomst te bieden. Het aanleggen van voetpaden, fietspaden en voorzieningen voor bestemmingsverkeer zijn eveneens toegestaan. Wegen voor doorgaand autoverkeer zijn niet toegestaan. Een groot gebied aan weerszijden van de Kruisstraat, met daarin een agrarisch bedrijf gelegen, heeft de bestemming "Agrarische doeleinden" gekregen.
Artikel 2.15 Verkeersdoeleinden – wegverkeer De bestemming "Verkeersdoeleinden – wegverkeer" is bedoeld voor verkeerszones die een doorgaand karakter hebben. Vaak zijn dit wegen waar maximaal 50 km/uur gereden mag worden, of wegen die onderdeel uitmaken van een doorgaande busroute. Onder andere wegen, fietspaden, parkeerplaatsen, bushaltes met wachtruimten, trottoirs en groenaanleg zijn mogelijk in deze bestemming. De woonstraten zijn veelal gelegen in de woonbestemming (onbebouwbare zone).
De volgende wegen hebben de bestemming "Verkeersdoeleinden" De A325, de Burgemeester Matsersingel, de Marga Klompélaan, de Erasmussingel en Lange Akkers.
5.4
Algemene bepalingen
Hoofdstuk 3 bevat de algemene bepalingen. Deze voorschriften gelden voor het gehele plangebied.
Artikel 3.1 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening In artikel 3.1 wordt de aanvullende werking van de bouwverordening voor zover betrekking hebbend op de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening buiten werking gesteld. Zou dit niet het geval zijn dan zouden deze stedenbouwkundige bepalingen automatisch de in de, in het bovenstaande beschreven, bestemmingen geboden ruimte inperken. Voor een aantal stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening is echter een uitzondering opgenomen: deze blijven wel gelden. Deze bepalingen hebben voornamelijk betrekking op de toegankelijkheid van bouwwerken en de ruimte tussen bouwwerken.
Artikel 3.2 Algemene gebruiksbepaling Deze bepaling bevat een algemeen verbod om de gronden te gebruiken in strijd met de 34 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
bestemming, tenzij vasthouden aan dit verbod onredelijk is, of het gebruik reeds anderszins gereguleerd is. Prostitutie wordt in dit artikel expliciet als strijdig met de bestemmingen bestempeld. Wel is een vrijstellingsregeling opgenomen om prostitutie onder strikte voorwaarden in bepaalde gevallen toch toe te laten.
Artikel 3.3 Vrijstellingsbepaling Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen voor geringe overschrijding van bepaalde bouwvoorschriften, alsmede voor kunstobjecten, bouwwerken van openbaar nut, telecommunicatievoorzieningen en sirenemasten. Dit vergroot de flexibiliteit van het plan.
Artikelen 3.4 en 3.5 Overgangsbepalingen voor bouwen en ander gebruik Op grond van artikel 3.4 en 3.5 worden bouwactiviteiten aan bestaande, met het plan strijdige, bouwwerken, alsmede bestaand, van het plan afwijkend, gebruik onder voorwaarden toegestaan.
Artikel 3.6 Algemene strafbepaling Overtreding van het verboden gebruik, zoals bedoeld in artikel 3.2 is in artikel 3.6 strafbaar gesteld.
Artikel 3.7 Slotbepaling De aan te halen naam van (de voorschriften bij) het bestemmingsplan.
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 35
Hoofdstuk 6
Exploitatie
Het bestemmingsplan Rijkerswoerd is voornamelijk beheermatig van aard. De exploitatiekosten van de ontwikkelingslocaties worden in afzonderlijke exploitaties geregeld.
36 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
Hoofdstuk 7 7.1
Overleg/inspraak
Artikel 10 BRO-overleg
Op 18 juli 2000 is het voorontwerp-bestemmingsplan "Rijkerswoerd" toegezonden aan een aantal organisatie waaronder de provincie Gelderland, Rijksdiensten, nutsbedrijven en gemeentelijke diensten. Er zijn 10 reacties ontvangen. Deze reacties hebben geleid tot een aantal kleine wijzigingen in de toelichting van het bestemmingsplan.
7.2
Inspraak
Het voorontwerp-bestemmingsplan "Rijkerswoerd" heeft van 31 augustus tot en met 27 september 2000 ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn schriftelijke meningen ingediend met betrekking tot het plan. Op 7 september is in het Pluspunt een inspraakavond gehouden. In het totaal zijn er 62 reacties op het bestemmingsplan binnengekomen.
Mede door de ontvangen schriftelijke en mondelinge meningen en tussentijdse ontwikkelingen zijn er in de voorschriften, op de plankaart en in de toelichtingen wijzigingen aangebracht.
De tekst van de toelichting en de voorschriften is aangepast aan de actuele situatie en aan de ontwikkelingen in de bestemmingsplansystematiek, waaronder specifiek aandacht voor prostitutie.
Toelichting: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
In paragraaf 1.5 is de lijst met geldende bestemmingsplannen compleet gemaakt. In hoofdstuk 2 zijn de actuele vastgestelde beleidsdocumenten opgenomen zoals het Structuurplan. Hiernaast is Rijks- en Provinciaalbeleid opgenomen. In paragraaf 4.3 is de ontwikkeling van de parkwoningen opgenomen. Hoofdstuk 5 is aangepast en in overeenstemming gebracht met andere inhaalslagplannen.
Plankaart en voorschriften: Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ Ÿ
Ÿ
Ÿ Ÿ Ÿ
De straatnaam Mgr. Bekkerstraat verandert in Mgr. Bekkersstraat en de straat tussen de Pas en de Mgr. Bekkersstraat verandert in Ds. Buskesstraat. Bij de schoolwoningen aan de Mr. J.M. de Kempenaersingel, Dr. Willem Dreessingel en Pythagorasstraat is de bestemming "Wonen" toegevoegd. De bestemming "Wonen-bebouwbare zone" is doorgetrokken tot aan het water ter hoogte van de woningen aan De pas. Op het perceel Mooieweg 210 maakt dit bestemmingsplan zes extra woningen mogelijk ten opzichte van de één extra woning in het voorontwerp-bestemmingsplan. Op de plankaart is een deel van de bestemming 'Recreatieve doeleinden, manege' vervangen door de bestemming 'Agrarische doeleinden' en een deel van de bestemming 'Groen' door de bestemming 'Recreatieve doeleinden, manege'. Het schilderbedrijf aan de Rijkerswoerdsestraat 13 is positief bestemd en de bouwzone is vergroot naar de feitelijke situatie. Een deel van de gronden tussen Rijkerswoerdsestraat 13 en 11 is gewijzigd in de bestemming 'Wonen-onbebouwd'. De maximumbouwhoogte van de woonwagens is verhoogd van 3,5 naar 4 meter. De maximumbouwhoogte van de parkwoningen is verhoogd van 6 naar 9 meter. De bestemming van het bedrijf aan de Rijkerswoerdsestraat 15 is veranderd van BD-II naar Bedrijfsdoeleinden-uitsluitend een groothandel in planten en bloemen toegestaan
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelijk) 37
38 k)
Bestemmingsplan "Rijkerswoerd" (onherroepelij
Bijlage III b – Bestemmingsplan Rijkerswoerd Artikel 2.9 Bedrijfsdoeleinden • • •
2.9.1. Doeleinden 2.9.2. Bouwvoorschriften 2.9.3. Vrijstelling
2.9.1. Doeleinden • De op de plankaart als "bedrijfsdoeleinden" aangewezen gronden zijn bestemd voor - bedrijven die: 1. zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij deze voorschriften behorende bedrijvenlijst, voorzover op de plankaart aangeduid met II; 2. zijn genoemd in de categorieën 1 tot en met 3 van de bij deze voorschriften behorende bedrijvenlijst, voorzover op de plankaart aangeduid met III; 3. onverminderd het bepaalde onder 1. en 2. voldoen aan een parkeernorm van minimaal 1 parkeerplaats per 50 m2 bedrijfsoppervlak respectievelijk 30 m2 bedrijfsoppervlak indien het een garagebedrijf betreft. - ondergeschikte horeca en detailhandel ten behoeve van bovengenoemde bestemming; - verkeers- en groenvoorzieningen. • Voorzover op de plankaart als zodanig aangeduid en begrensd door de functie en/of bouwgrens, zijn deze gronden uitsluitend bestemd voor: - een schilderbedrijf; - een groothandel in bloemen en planten. 2.9.2. Bouwvoorschriften • Op de in lid 1 van dit artikel bedoelde gronden, mogen met inachtneming van de op de plankaart aangegeven maximumbouwhoogte, en voorzover aangegeven, het bebouwingspercentage uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd. • Voor zover als zodanig op de plankaart aangegeven en begrensd door de bouwgrens mogen op deze gronden uitsluitend voorzieningen ten behoeve van autostalling worden gebouwd. 2.9.3. Vrijstelling • Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 voor de vestiging van dan wel wijziging of aanpassing van een bestaand bedrijf in een bedrijf (of een gedeelte daarvan), dat: 1. in een hogere categorie van de bedrijvenlijst voorkomt, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die wel in de aangegeven categorieën voorkomen, het woon- en leefmilieu niet blijvend onevenredig zal aantasten; 2. niet in de bedrijvenlijst voorkomt, mits het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven die wel in de bedrijvenlijst voorkomen, het woon- en leefmilieu niet blijvend onevenredig zal aantasten. • Burgemeester en wethouders verlenen de vrijstelling als bedoeld onder a. niet dan na advies van de gemeentelijke dienst Stadsbeheer of haar functionele opvolger.
Bijlage IV – Onderzoek Luchtkwaliteit
Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 1
blz.
INHOUD
1
INLEIDING
2
2
WETTELIJK KADER
3
2.1
3
Wet milieubeheer
2.2
Tijdelijk verhoogde grenswaarden (derogatie)
3
2.3
Uitvoeringsregels
4
2.3.1
Besluit ‘Niet in betekenende mate bijdragen’ (NIBM)
4
2.3.2
Regeling beoordeling luchtkwaliteit
4
2.3.3
Projectsaldering
5
2.3.4
Besluit gevoelige bestemmingen
6
2.3.5
NSL
6
3
PLANONTWIKKELING
7
4
UITGANGSPUNTEN
8
4.1
Onderzoeksgebied en emissiebronnen
8
4.2
Wegverkeersbronnen
8
4.2.1
Autonome situatie
8
4.2.2
Plansituatie
9
4.3
Overige emissiebronnen
9
5
EFFECTBEOORDELING LUCHTKWALITEIT (NIBM TOETS)
11
6
TOETS PLANLOCATIE
12
6.1
Relevante emissiebronnen
12
6.2
Rekenmodel
12
6.2.1
Invoergegevens
12
6.2.2
Berekeningsresultaten
12
7
SAMENVATTING EN CONCLUSIE
14
BIJLAGEN
1. 2. 3. 4.
Figuren Verkeersgegevens Berekeningsinvoergegevens Berekeningsresultaten
© AGEL adviseurs 2011 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
1
20110690 december 2011 blad 2
INLEIDING
In opdracht van Breijn B.V. Stedelijke Infra is door AGEL adviseurs een onderzoek luchtkwaliteit uitgevoerd ten behoeve van een herontwikkeling van een plangebied naar een kinderparadijs aan de Hazenkamp 36 in de gemeente Arnhem. Omdat in vigerend bestemmingsplan sprake is van een bedrijfsbestemming zal daarvoor het bestemmingsplan moeten worden gewijzigd. In het kader van de ruimtelijke ordening procedure dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de wettelijke normen voor luchtkwaliteit. Bij planontwikkelingen dient te worden nagegaan of de mate van het effect op de luchtkwaliteit in de omgeving als gevolg van wijzigingen in de verkeersstromen (verkeersaantrekkende werking) voldoet aan de luchtkwaliteiteisen. Omdat in het onderhavig plan sprake is van het realiseren van een voor publiek toegankelijke bestemming, dient ook de luchtkwaliteit ter plaatse van de ontwikkeling aan de luchtkwaliteiteisen te worden getoetst.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
2
WETTELIJK KADER
2.1
Wet milieubeheer
20110690 december 2011 blad 3
De beoordeling van de luchtkwaliteit vindt plaats op grond van de Wet milieubeheer. De basis is te vinden in hoofdstuk 5, titel 2, van de Wet milieubeheer en in bijlage 2 bij deze wet waarin de verschillende grens- en richtwaarden zijn opgenomen. De grenswaarden in bijlage 2 van de Wet milieubeheer zijn afkomstig uit de Europese richtlijnen voor luchtkwaliteit en gelden voor de buitenlucht. Het gaat om de volgende stoffen: zwaveldioxide, stikstofdioxide, stikstofoxiden, zwevende deeltjes (PM10 en vanaf 2015 PM2,5), lood, koolmonoxide, benzeen, ozon, arseen, cadmium, kwik, nikkel en PAK’s. Voor luchtkwaliteit zijn stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) de maatgevende stoffen. Andere stoffen uit het ‘Wet luchtkwaliteit’ hebben slechts een beperkte invloed op de luchtkwaliteit en worden daarom in het voorliggend onderzoek buiten beschouwing gelaten. De onderstaande tabel 3.1 geeft de luchtkwaliteitseisen weer voor NO2 en PM10. Tabel 3.1: Luchtkwaliteitseisen voor NO2 en PM10. Stof
Type norm Grenswaarde (uurgemiddelde dat 18 keer per jaar mag worden overschreden in µg/m3)
NO2
Eis
200
Plandrempel voor zeer drukke verkeerssituaties (uurgemiddelde dat 18 keer per jaar mag worden overschreden) Grenswaarde (jaargemiddelde in µg/m3)
Van kracht vanaf
1-1-2015 40
Plandrempel (jaargemiddelde in µg/m3)
PM10
Grenswaarde (jaargemiddelde in µg/m3)
40
Grenswaarde (24 uurgemiddelde dat 35 keer per jaar mag worden overschreden in µg/m3)
50
1-6-2011
In de Wet milieubeheer is het toepasbaarheidsbeginsel in artikel 5.19 lid 2 opgenomen. Het gaat daarin voornamelijk om de toegankelijkheid van plaatsen. De luchtkwaliteit hoeft niet beoordeeld te worden op: a. locaties die zich bevinden in gebieden waartoe leden van het publiek geen toegang hebben en waar geen vaste bewoning is, en/of; b. terreinen waarop een of meer inrichtingen zijn gelegen, waar bepalingen betreffende gezondheid en veiligheid op arbeidsplaatsen als bedoeld in artikel 5.6, tweede lid, van toepassing zijn, en/of; c. de rijbaan van wegen en de middenberm van wegen, tenzij voetgangers normaliter toegang tot de middenberm hebben. De ontwikkeling bevindt zich op het bedrijventerrein Rijkenswoerd. Op grond van lid 2a hoeft de luchtkwaliteit niet op het bedrijventerrein te worden beoordeeld. 2.2
Tijdelijk verhoogde grenswaarden (derogatie)
De EU heeft Nederland in april 2009 (grotendeels) derogatie verleend, waardoor de bovengenoemde grenswaarden voor PM10 en NO2 pas in respectievelijk 2011 en 2015 van kracht zullen zijn. Tot 1 juni 2011 gold er voor fijn stof (PM10) een verhoogde grenswaarde van 48 µg/m3 (jaargemiddelde) en 75 µg/m3 (24 uurgemiddelde, maximaal 35 dagen per jaar te
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 4
overschrijden). Tot 1 januari 2015 geldt er voor stikstofdioxide (NO2) een verhoogde grenswaarde van 60 µg/m3 (jaargemiddelde) en 300 µg/m3 (uurgemiddelde). De betekenis van de tijdelijk verhoogde grenswaarden bij besluitvorming is beperkt omdat ze steeds in samenhang dient te worden gezien met de verplichting om in 2011 respectievelijk 2015 de grenswaarden te bereiken. Wel dient te worden gewaarborgd dat in de derogatieperiode, als gevolg van de ontwikkeling, de tijdelijke grenswaarden niet zal worden overschreden. De relevante zichtjaren zijn derhalve 2011 (huidige situatie en grenswaarde voor PM10 van kracht), 2015 (grenswaarde voor NO2 van kracht) en 2022 (toekomstige situatie). 2.3
Uitvoeringsregels
Bij de Wet milieubeheer hoort een aantal uitvoeringsregels. Deze uitvoeringsregels zijn vastgelegd in algemene maatregelen van bestuur (AMvB) en ministeriële regelingen (mr). Dit zijn: - Besluit niet in betekenende mate bijdragen (Besluit NIBM) (Stb. 2007, 440); - Regeling niet in betekende mate bijdragen (Stcrt. 2007, 218); - Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (Stcrt. 2007, 220); - Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007 (Stcrt. 2007, 218). - Het Besluit gevoelige bestemming (luchtkwaliteitseisen) (Stb. 2009, 14).
2.3.1
Besluit ‘Niet in betekenende mate bijdragen’ (NIBM)
Als sprake is van een beperkte toename van de luchtverontreiniging die niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie NO2 of PM10 in de buitenlucht (NIBM), hoeft een project niet langer meer getoetst te worden, ongeacht of in de huidige situatie al sprake is van een overschrijding van grenswaarden. Dit volgt uit artikel 5.16, lid 1, sub c, van de Wet milieubeheer. In de algemene maatregel van bestuur ‘Niet in betekenende mate’ (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) zijn de uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. Een project wordt als NIBM beschouwd als aannemelijk is, dat het project niet leidt tot een toename van de concentraties van NO2 of PM10 van meer dan 3% (1,2 µg/m3). De NIBM-regeling van 3% is gekoppeld aan de vaststelling van het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit). De toetsing aan grenswaarden blijft bij de beoordeling van NIBM achterwege, ongeacht of in de huidige situatie al sprake is van een overschrijding van grenswaarden. Bij de NIBM toets gaat het om de toename van de luchtverontreiniging in de omgeving als gevolg van de ontwikkeling, afgezet tegen de autonome ontwikkeling. Dit staat los van de heersende luchtkwaliteit ter plaatse van de ontwikkeling. De planontwikkeling valt buiten de in de Regeling NIBM opgenomen categorieën van projecten. Indien gemotiveerd kan worden dat een project binnen de getalsmatige grenzen van een categorie uit de Regeling NIBM valt of de 3% grens niet overschrijdt, is geen verdere toetsing nodig. Uit artikel 4, eerste lid, van het Besluit NIBM volgt dat het project dan in ieder geval NIBM is.
2.3.2
Regeling beoordeling luchtkwaliteit
De Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (Rbl 2007) bevat voorschriften over metingen en berekeningen om de concentratie en depositie van luchtverontreinigende stoffen vast te stellen en te beoordelen. De luchtkwaliteit moet alleen bepaald (gemeten of berekend) worden op plaatsen waar de blootstelling significant is.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 5
Toetsing langs wegen In artikel 70 van de Rbl 2007 zijn voorschriften voor de beoordeling van de luchtkwaliteit langs wegen opgenomen. Voor NO2 en PM10 geldt dat een meet- of rekenpunt langs wegen: 1. representatief moet zijn voor een straatsegment met een lengte van minimaal 100 meter; 2. ligt op maximaal 10 meter van de wegrand; 3. wanneer binnen 10 meter geen representatief punt voor een straatsegment van 100 meter verkregen kan worden, mag het meet- of rekenpunt op grotere afstand liggen dan 10 meter van de wegrand, zodanig dat wel een representatief punt wordt verkregen. Toetsing op overige plaatsen In artikel 22 van de Rbl 2007 wordt gesteld dat de luchtkwaliteit dient te worden getoetst op plaatsen waar de bevolking kan worden blootgesteld gedurende een voor luchtkwaliteit significante periode. In de toelichting op de Rbl 2007 staat dat wordt uitgegaan van een verblijfsduur die gemiddeld bij een functie te verwachten is. Het verblijf van personen binnen de ontwikkeling vindt in hoofdzaak inpandig plaats. Er is alleen ter plaatse van het parkeerterrein van de ontwikkeling sprake van blootstelling aan de luchtkwaliteit. Voor parkeerterreinen is een verblijfstijd van 1 uur significant zodat de luchtkwaliteit ter plaatse van de ontwikkeling in principe op een uurgemiddelde norm dient te worden getoetst. Alleen voor NO2 geldt naast een jaargemiddelde een uurgemiddelde norm. Voor PM10 geldt alleen een jaargemiddelde en daggemiddelde norm (zie Luchtkwaliteitseisen voor NO2 en PM10 in tabel 3.1). Zeezoutcorrectie Als gevolg van artikel 35, zesde lid van de Rbl 2007 mogen concentraties die zich van nature in de lucht bevinden en die niet schadelijk zijn voor de gezondheid van de mens in de beoordeling van luchtkwaliteit voor zwevende deeltjes buiten beschouwing worden gelaten. De zeezoutcorrectie mag toegepast worden vanwege het aandeel van het relatief ongevaarlijke zeezout aan de concentratie PM10. Gemiddeld over heel Nederland leidt het aandeel zeezout in de PM10 concentratie tot 6 overschrijdingsdagen van de etmaalnorm per jaar meer. De zeezoutcorrectie voor de jaargemiddelde concentratie dient te gebeuren door aftrek van een plaatsafhankelijke waarde conform de tabel zoals die is opgenomen in bijlage 4 van de Rbl 2007. Voor de gemeente Arnhem bedraagt de plaatsafhankelijke waarde 4 µg/m3.
2.3.3
Projectsaldering
De Wet luchtkwaliteit voorziet in de mogelijkheid van saldering. Met saldering wordt in het algemeen bedoeld dat een verslechtering van de kwaliteit van het milieu op een bepaalde locatie, wordt gecompenseerd door een verbetering op een andere locatie. Artikel 5.16, lid 1b onder 1 van de Wm spreekt over de luchtkwaliteit ‘per saldo’ verbetert of ten minste gelijk blijft. Bij het toepassen van saldering moet worden voldaan aan de eisen gesteld in artikel 5.16, lid 5 Wm en de Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007. Voor de onderhavige ontwikkeling zijn er geen mogelijkheden voor projectsaldering.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
2.3.4
20110690 december 2011 blad 6
Besluit gevoelige bestemmingen
Op 16 januari 2009 is het Besluit gevoelige bestemmingen in werking getreden. Met deze Amvb wordt de vestiging van zogeheten ‘gevoelige bestemmingen’ in de nabijheid van provinciale en rijkswegen beperkt. Aangemerkt als gevoelige bestemming zijn: - gebouwen met de bijbehorende terreinen van scholen, - kinderdagverblijven en - verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. Het besluit is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof en stikstofdioxide, met name kinderen, ouderen en zieken. Daartoe voorziet het besluit in zones waarbinnen luchtkwaliteitonderzoek nodig is: 300 meter aan weerszijden van rijkswegen en 50 meter langs provinciale wegen, gemeten vanaf de rand van de weg. Met betrekking tot de bestemmingen binnen de onderhavige ontwikkeling is het Besluit gevoelige bestemmingen niet van toepassing.
2.3.5
NSL
De wet voorziet in het zogenaamde Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL is een nationaal programma als bedoeld in artikel 5.12 van de Wet milieubeheer. Binnen het NSL werken het rijk, de provincies en gemeenten samen om de Europese eisen voor luchtkwaliteit te realiseren. Het NSL is een bundeling van regionale plannen en omvat alle geplande maatregelen en grote projecten die zonder maatregelen tot een overschrijding van de grenswaarden kunnen leiden. De in het NSL vermelde projecten kunnen na inwerkingtreding van het NSL zonder individuele toets aan de grenswaarden uitgevoerd worden. Met ingang van 1 augustus 2009 is het NSL in werking getreden en heeft een looptijd van vijf jaar. Na vaststelling van het NSL zijn tussentijdse wijzigingen mogelijk welke aan de jaarlijkse monitoringsronde zijn gekoppeld. De nieuwe ruimtelijke ontwikkeling is niet in het NSL opgenomen.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
3
20110690 december 2011 blad 7
PLANONTWIKKELING
De nieuwe ruimtelijke ontwikkeling bestaat uit het gebruik van de locatie als Kinderparadijs. Dit gebruik is met name gericht op het bezoek van jonge kinderen met ouders. Door de initiatiefnemer is aangegeven dat het kinderparadijs op alle dagen is geopend van 09.00 uur tot 18.00 uur. De meeste bezoekers komen op de weekenddagen en op vrijdag- en woensdagmiddag. In de weekenddagen wordt op drukke dagen een bezoekersaantal van 800 personen per dag verwacht. Het aantal medewerkers varieert van 4 tot 6 personen. De planlocatie is gelegen in het zuidelijk deel van de bebouwde kom van Arnhem op het bedrijventerrein Rijkenswoerd. De locatie bevindt zich aan de oostzijde van de Nijmeegseweg (A325) en ten zuiden van de Burgemeester Matsersingel. Het plangebied wordt ontsloten via de Hazenkamp, welke aansluit op de Marga Klompélaan. Aan de zuid- en oostzijde grenst de locatie aan de bestaande bedrijfspercelen van het bedrijventerrein. Figuur 3.1 toont de situering van de planlocatie en de ligging van de geprojecteerde ontsluiting ten opzichte van de omgeving. Figuur 3.1: Situering planlocatie en ontsluiting (bron: Bing Maps).
Ontsluiting
Planlocatie
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 8
4
UITGANGSPUNTEN
4.1
Onderzoeksgebied en emissiebronnen
In de Rbl 2007 is bepaald dat de luchtkwaliteit moet worden berekend voor die plaatsen waar de bevolking naar redelijke verwachting kan worden blootgesteld aan luchtverontreiniging. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen de omgeving van de planlocatie waarbij de invloed van de ontwikkeling merkbaar zal zijn en de planlocatie zelf. In de omgeving is sprake van een effect op de luchtkwaliteit als gevolg van de verkeersgeneratie van de ontwikkeling. De invloed van de ontwikkeling zal daarbij alleen merkbaar zijn langs de Hazenkamp en de Marga Klompélaan. Op grond van het toepasbaarheidsbeginsel hoeft langs de Hazenkamp geen beoordeling plaats te vinden. Voor het plangebied is sprake van het beoordelen van de luchtkwaliteit als gevolg van relevante emissiebronnen. Op basis van het blootstellingscriterium betreft dit alleen NO2 emissiebronnen. Relevante NO2 emissiebronnen zijn de wegen Nijmeegseweg (A325), Burgemeester Matersingel en Marga Klompélaan en het bedrijventerrein Rijkenswoerd. 4.2
4.2.1
Wegverkeersbronnen
Autonome situatie
De voor het onderhavige project relevante wegen zijn de Nijmeegseweg (A325), de Burgemeester Matersingel en de Marga Klompélaan. De verkeersintensiteiten zijn ontleend aan de door de gemeente Arnhem verstrekte gegevens welke gelden voor het prognosejaar 2020. Voor het onderzoek zijn de intensiteiten voor 2022 opgehoogd uitgaande van een autonome groei van het verkeer van 1% per jaar. Uitgaande van een worstcase benadering wordt met betrekking tot de verkeersintensiteiten voor alle te beschouwen zichtjaren uitgegaan van de voor 2022 bepaalde intensiteiten. De verkeersgegevens zijn in onderstaande tabel 4.1 samengevat. De aangeleverde verkeersgegevens zijn opgenomen in bijlage 2. Tabel 4.1: Verkeersgegevens 2022 zonder ontwikkeling (autonome situatie). Etmaalintensiteit 2022
% LV dag
% LV avond
% LV nacht
% MZ % MZ % MZ % ZV dag avond nacht dag
% ZV % ZV Uur % Uur % Uur % avond nacht dag avond nacht
Marga Klompélaan
24.384
94,4%
95,9%
96,6%
3,9%
2,6%
1,9%
1,8%
1,5%
1,4%
6,5%
3,9%
0,8%
Burg Matsersingel ri W
15.654
93,6%
95,2%
96,1%
4,2%
2,9%
2,1%
2,2%
1,9%
1,8%
6,5%
3,8%
0,8%
Naam
Burg Matsersingel ri O
14.517
93,1%
95,0%
95,9%
5,0%
3,4%
2,5%
1,9%
1,6%
1,5%
6,5%
3,8%
0,8%
A325 Nijmeegseweg ri N
76.351
92,1%
89,2%
90,2%
5,0%
5,7%
3,7%
3,0%
5,1%
6,1%
6,5%
3,6%
1,0%
A325 afrit Elden
12.939
94,1%
92,1%
93,1%
4,0%
4,7%
3,0%
1,9%
3,3%
3,9%
6,5%
3,6%
1,0%
A325 Nijmeegseweg ri N
50.473
91,0%
87,7%
88,7%
5,5%
6,3%
4,0%
3,5%
6,0%
7,2%
6,4%
3,6%
1,0%
A325 oprit Elden
8.614
94,9%
93,4%
94,7%
4,0%
4,7%
3,0%
1,1%
1,9%
2,3%
6,5%
3,6%
1,0%
A325 Nijmeegseweg ri N
67.701
92,0%
89,1%
90,2%
5,1%
5,9%
3,8%
2,9%
5,0%
6,0%
6,5%
3,6%
1,0%
A325 Nijmeegseweg ri Z
70.756
91,2%
88,0%
89,1%
5,4%
6,2%
4,0%
3,4%
5,8%
6,9%
6,4%
3,6%
1,0%
A325 afrit Elden
11.596
94,3%
92,7%
94,2%
4,5%
5,2%
3,4%
1,2%
2,1%
2,5%
6,5%
3,6%
1,0%
A325 Nijmeegseweg ri Z
47.564
89,7%
85,7%
86,7%
5,9%
6,7%
4,3%
4,4%
7,6%
9,1%
6,4%
3,6%
1,0%
A325 oprit Elden
13.655
94,1%
92,2%
93,4%
4,3%
5,0%
3,2%
1,6%
2,9%
3,4%
6,5%
3,6%
1,0%
A325 Nijmeegseweg ri Z
74.875
91,3%
88,1%
89,1%
5,3%
6,1%
3,9%
3,4%
5,9%
7,0%
6,4%
3,6%
1,0%
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 9
Met betrekking tot de verkeersgeneratie van de planlocatie was er in de bestaande situatie sprake van de aanwezigheid van 30 werknemers en 10 bezoekende vrachtwagens per werkdag. Voor het aantal verkeersbewegingen per werkdag etmaal wordt uitgegaan van 60 personenauto- en 20 vrachtwagenbewegingen. Per weekdag komt het aantal verkeersbewegingen uit op 43 personenauto- en 7 vrachtwagenbewegingen. Op basis van een worstcase benadering wordt voor de huidige situatie uitgegaan van middelzware vrachtwagens en een emissie die tenminste gelijk is aan de emissie van 3 personenauto’s1. Per werkdag is er sprake van een equivalent van 60 + (3 x 20) = 120 personenauto’s. Voor een gemiddelde weekdag is er sprake van een equivalent van (5 x 120) / 7 = 86 personenauto’s.
4.2.2
Plansituatie
Met betrekking tot de plansituatie wordt uitgegaan van de verkeersgegevens uit tabel 4.1, opgehoogd met het verkeer als gevolg van de wijziging in de verkeersgeneratie van de ontwikkeling. Voor de toetsing aan de luchtkwaliteiteisen is de ophoging alleen relevant voor de Marga Klompélaan. De verkeersgeneratie van de ontwikkeling wordt bepaald door bezoekers, medewerkers, leveranciers en touringcars. Het aantal bezoekers is sterk afhankelijk van de dag. De meeste bezoekers komen op de weekenddagen en op vrijdag- en woensdagmiddag. In de weekenddagen worden (gemiddeld over een jaar) circa 500 bezoekers verwacht en op weekdagen gemiddeld circa 70 bezoekers. Uitgaande van gemiddeld circa 3 personen per auto betekent dit 333 personenautobewegingen op weekenddagen en 47 op de weekdagen. Het jaargemiddelde voor een weekdag komt dan op ( (2 x 333) + (5 x 47) ) / 7 dagen = 129 personenautobewegingen van bezoekers. Het aantal medewerkers varieert van 4 tot 6 personen. Gemiddeld betekent dit 10 personenautobewegingen per weekdag. Het totaal aantal personenautobewegingen komt op 139 per gemiddelde weekdag (jaargemiddelde). Met betrekking tot vrachtwagenbewegingen van leveranciers wordt uitgegaan van 2 (middelzware) vrachtwagenbewegingen per gemiddelde weekdag. Met betrekking tot touringcars wordt uitgegaan van 2 voertuigbewegingen per gemiddelde weekdag. De emissie van een touringcar wordt gelijk gesteld aan de emissie van middelzware vrachtwagens. Op basis van een worstcase benadering wordt voor de emissie van een middelzware vrachtwagen in de plansituatie uitgegaan van een emissie die ten hoogste gelijk is aan de emissie van 6 personenauto’s2. Per gemiddelde weekdag is voor het aantal vrachtwagens en bussen dan sprake van een equivalent van (2 + 2) x 6 = 24 personenauto’s. Het totaal van het equivalent personenautobewegingen komt op 139 + 24 = 163 per gemiddelde weekdag. De planontwikkeling veroorzaakt aldus een toename van het equivalent personenautobewegingen van 163 – 86 = 77 per gemiddelde weekdag. 4.3
Overige emissiebronnen
Met betrekking tot de toets aan de luchtkwaliteitseisen ter plaatse van de planontwikkeling zijn naast de wegverkeersbronnen ook de bedrijfsgebonden emissiebronnen van het bedrijventerrein Rijkenswoerd relevant.
1 2
Op basis van de emissiecijfers van NO2 voor 2020. Op basis van de emissiecijfers van NO2 voor 2012.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 10
Er is slechts beperkte betrouwbare informatie voorhanden over de relevante emissiefactoren voor bedrijfsmatige bronnen. Voor de emissieschatting is uitgegaan van door CBS Statline gepubliceerde cijfers, de SBI-codes per bedrijfssector en de uitgave “Bedrijven en milieuzonering” van de VNG. Gebruikmakend van voornoemde gegevens zijn de emissies vertaald naar een gemiddelde emissie per hectare per jaar. De gemiddelde emissie NOx van bedrijven tot en met bedrijfscategorie 3 is bepaald op 211 kg/ha/jaar. De NOx emissie per hectare komt dan op 211 kg / (365 dagen x 24 uur x 3600 s) = 0,00000669 kg/s. Voor de fractie NO2 wordt 5% van de NOx emissie aangehouden.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
5
20110690 december 2011 blad 11
EFFECTBEOORDELING LUCHTKWALITEIT (NIBM TOETS)
Als sprake is van een beperkte toename van de luchtverontreiniging die niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie NO2 of PM10 in de buitenlucht (NIBM), hoeft een project niet langer meer getoetst te worden, ongeacht of in de huidige situatie al sprake is van een overschrijding van grenswaarden. Een project wordt als NIBM beschouwd als aannemelijk is, dat het project niet leidt tot een toename van de concentraties van NO2 of PM10 van meer dan 3% (1,2 µg/m3). De toetsing aan grenswaarden blijft bij de beoordeling van NIBM achterwege, ongeacht of in de huidige situatie al sprake is van een overschrijding van grenswaarden. Bij de NIBM toets gaat het om de toename van de luchtverontreiniging in de omgeving als gevolg van de ontwikkeling, afgezet tegen de autonome ontwikkeling. Dit staat los van de heersende luchtkwaliteit ter plaatse van de ontwikkeling. De planontwikkeling valt buiten de in de Regeling NIBM opgenomen categorieën van projecten. Indien gemotiveerd kan worden dat een project binnen de getalsmatige grenzen van een categorie uit de Regeling NIBM valt of de 3% grens niet overschrijdt, is geen verdere toetsing nodig. Uit artikel 4, eerste lid, van het Besluit NIBM volgt dat het project dan in ieder geval NIBM is. In de Regeling NIBM is het percentage van 3% voor bepaalde situaties uitgewerkt in concrete getallen. De grens voor woningbouwplannen met 1 ontsluitingsweg ligt bij 3% op 1.500 woningen. De verkeersgeneratie van 1.500 woningen bedraagt op basis van het CROW kental van 6 personenautobewegingen per etmaal per woning 9.000 personenautobewegingen per etmaal. Het effect op de luchtkwaliteit op de omgeving behoeft voor de planontwikkeling alleen te worden bepaald langs de Marga Klompélaan. De toename van het verkeer op de Marga Klompélaan is op basis van een worstcase benadering bepaald op 77 personenautobewegingen. Dit houdt in dat het effect op de luchtkwaliteit langs de Marga Klompélaan de 3% grens zeker niet zal overschrijden zodat de planontwikkeling als NIBM kan worden beschouwd.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 12
6
TOETS PLANLOCATIE
6.1
Relevante emissiebronnen
Voor het plangebied dient de luchtkwaliteit te worden getoetst aan de uurnorm voor NO2. als gevolg van relevante emissiebronnen. Relevante NO2 emissiebronnen zijn de wegen Nijmeegseweg (A325), Burgemeester Matersingel en Marga Klompélaan en de bedrijfsgebonden emissiebronnen van het bedrijventerrein Rijkenswoerd. 6.2 Rekenmodel Voor de berekening van de concentraties NO2 is gebruik gemaakt van het rekenprogramma Geomilieu v1.91 met de module STACKS+ van KEMA. Geomilieu v1.91 betreft een 1-op-1 implementatie van de rekenmethode STACKS+ van KEMA, versie 2011.1, welke door VROM is goedgekeurd voor SM1, SRM2 en SRM3 berekeningen. Voor het berekenen van de gevolgen voor de luchtkwaliteit als gevolg van punt- of oppervlaktebronnen is in Nederland Standaardrekenmethode 3 (SRM3) voorgeschreven. SRM3 is gebaseerd op de afspraken die zijn gemaakt in het kader van het Nieuw Nationaal Model (NNM). De rekenmethode STACKS (Short Term Air-pollutant Concentrations Kema modelling System) is ontwikkeld door KEMA. STACKS+ is door KEMA geschikt gemaakt voor het doorrekenen van wegverkeer.
6.2.1
Invoergegevens
De verkeersintensiteiten en de voertuigverdelingen zijn gebaseerd op paragraaf 4.2. De voor luchtkwaliteit relevante invoergegevens van de wegen is overgenomen uit de door de gemeente Arnhem verstrekte gegevens. De berekeningsinvoer is opgenomen in bijlage 3.
6.2.2
Berekeningsresultaten
De berekeningsresultaten voor de uurnorm zijn in de onderstaande tabellen 6.1 t/m 6.2 samengevat en tevens opgenomen in bijlage 4. In de tabellen zijn ter informatie tevens de jaargemiddelde concentraties opgenomen. Voor toetsing zijn deze waarden niet relevant. Tabel 6.1: Berekeningsresultaten NO2 voor het zichtjaar 2012. Toetspunt 1 2
Omschrijving Parkeerterrein Hazenkamp Parkeerterrein Hazenkamp
X
Y
Concentratie [µg/m³]
Achtergrond [µg/m³]
Lokale bronnen [µg/m³]
# > limiet uurnorm3
188887
440274
36,3
26,7
9,6
0
188943
440276
34,3
26,7
7,5
0
Tabel 6.2: Berekeningsresultaten NO2 voor het zichtjaar 2015. Toetspunt 1 2
3
Omschrijving Parkeerterrein Hazenkamp Parkeerterrein Hazenkamp
X
Y
Concentratie [µg/m³]
Achtergrond [µg/m³]
Lokale bronnen [µg/m³]
# > limiet Uurnorm3
188887
440274
32,2
24,2
8
0
188943
440276
30,7
24,2
6,5
0
Aantal keer dat het uurgemiddelde van 200 µg/m3 wordt overschreden
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 13
Tabel 6.3: Berekeningsresultaten NO2 voor het zichtjaar 2022. Toetspunt 1 2
Omschrijving Parkeerterrein Hazenkamp Parkeerterrein Hazenkamp
X
Y
Concentratie [µg/m³]
Achtergrond [µg/m³]
Lokale bronnen [µg/m³]
# > limiet uurnorm4
188887
440274
23,9
18,8
5,1
0
188943
440276
23,4
18,8
4,5
0
Uit de berekeningsresultaten blijkt dat er in geen van de zichtjaren sprake is van situaties waarbij de uurgemiddelde concentratie hoger is dan 200 µg/m3. De toetsingswaarde van 18x per jaar wordt niet overschreden.
4
Aantal keer dat het uurgemiddelde van 200 µg/m3 wordt overschreden
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
7
20110690 december 2011 blad 14
SAMENVATTING EN CONCLUSIE
In opdracht van Breijn B.V. Stedelijke Infra is door AGEL adviseurs een onderzoek luchtkwaliteit uitgevoerd ten behoeve van een herontwikkeling van een plangebied naar een kinderparadijs aan de Hazenkamp 36 in de gemeente Arnhem. Omdat in vigerend bestemmingsplan sprake is van een bedrijfsbestemming zal daarvoor het bestemmingsplan moeten worden gewijzigd. In het kader van de ruimtelijke ordening procedure dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de wettelijke luchtkwaliteiteisen. Planontwikkelingen dienen te worden getoetst aan de mate van het effect op de luchtkwaliteit in de omgeving als gevolg van wijzigingen in de verkeersstromen (verkeersaantrekkende werking). Omdat in het onderhavig plan ook sprake is van het realiseren van een voor publiek toegankelijke bestemming, dient tevens de luchtkwaliteit ter plaatse van de ontwikkeling aan de luchtkwaliteiteisen te worden getoetst. De nieuwe ruimtelijke ontwikkeling bestaat uit het gebruik van de locatie als Kinderparadijs. Dit gebruik is met name gericht op het bezoek van jonge kinderen met ouders. Door de initiatiefnemer is aangegeven dat het kinderparadijs op alle dagen is geopend van 09.00 uur tot 18.00 uur. De meeste bezoekers komen op de weekenddagen en op vrijdag- en woensdagmiddag. In de weekenddagen wordt op drukke dagen een bezoekersaantal van 800 personen per dag verwacht. Het aantal medewerkers varieert van 4 tot 6 personen. In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 is bepaald dat de luchtkwaliteit moet worden berekend voor die plaatsen waar de bevolking naar redelijke verwachting kan worden blootgesteld aan luchtverontreiniging. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen de omgeving van de planlocatie waarbij de invloed van de ontwikkeling merkbaar zal zijn en de planlocatie zelf.
Omgeving planlocatie (NIBM-toets) In de omgeving is sprake van een effect op de luchtkwaliteit als gevolg van de verkeersgeneratie van de ontwikkeling. De invloed van de ontwikkeling zal daarbij alleen merkbaar zijn langs de Hazenkamp en de Marga Klompélaan. Op grond van het toepasbaarheidsbeginsel hoeft langs de Hazenkamp welke gelegen is op het bedrijventerrein Rijkenswoerd, geen beoordeling plaats te vinden. Indien vrachtwagenbewegingen op basis van de emissie worden omgerekend naar personenautobewegingen, uitgaande van een worstcase benadering, is voor de huidige situatie sprake van een equivalent van 86 personenautobewegingen voor een gemiddelde weekdag. In de plansituatie is het equivalent bepaald op 163 personenautobewegingen voor een gemiddelde weekdag zodat er een toename plaatsvindt van 77 personenautobewegingen per gemiddelde weekdag. In de Regeling NIBM is de grens voor woningbouwplannen met 1 ontsluitingsweg bepaald op 1.500 woningen. De verkeersgeneratie van 1.500 woningen bedraagt op basis van CROW kentallen 9.000 personenautobewegingen per etmaal. Dit houdt in dat de planontwikkeling als NIBM kan worden beschouwd.
Planlocatie Voor het plangebied is sprake van het beoordelen van de luchtkwaliteit uitgaande van een verblijfsduur die gemiddeld bij de functie is te verwachten. Het verblijf van personen binnen de ontwikkeling vindt in hoofdzaak inpandig plaats. Er is alleen ter plaatse van het parkeerterrein van de ontwikkeling sprake van blootstelling aan de luchtkwaliteit. Voor parkeerterreinen is een verblijfstijd van 1 uur significant zodat de luchtkwaliteit ter plaatse van de ontwikkeling in
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 15
principe op een uurgemiddelde norm dient te worden getoetst. In de Wet milieubeheer geldt alleen voor NO2 een uurgemiddelde norm. De relevante NO2 emissiebronnen zijn de wegen Nijmeegseweg (A325), Burgemeester Matersingel en Marga Klompélaan en de bedrijfsgebonden emissiebronnen van het bedrijventerrein Rijkenswoerd. Voor de berekening van de concentraties NO2 is gebruik gemaakt van het rekenprogramma Geomilieu v1.91 met de module STACKS+ van KEMA. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat er in geen van de zichtjaren sprake is van situaties waarbij de uurgemiddelde concentratie NO2 hoger is dan 200 µg/m3. De toetsingswaarde van 18x per jaar wordt derhalve niet overschreden. Geconcludeerd kan worden dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor de voorgenomen ontwikkeling.
BIJLAGE 1 Figuren
D01 Onderzoek luchtkwaliteit
AGEL adviseurs
Kinderparadijs Hazenkamp 36
20110690 Bijlage 1
04 03
te Arnhem
0m
100 m
440750 schaal = 1 : 4000
440700
440650
440600
08
09
440550
440500
440450
05 02
440400
12 11 440350
440300
02
01
03
02
440250
07
10
01
440200
440150
04
05
06
07
08
09
13
14
440100
440050
13
440000
439950
12
06 01
439900
11
10
188650 188700 188750 188800 188850 188900 Luchtkwaliteit - STACKS, [versie 1 - plansituatie 2022] , Geomilieu V1.91
Figuur 1 Situering planlocatie en rekenmodel
188950
189000
189050
189100
189150
189200
189250
189300
189350
BIJLAGE 2 Verkeersgegevens
AGEL adviseurs D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 bijlage 2
Verkeersgegevens
Naam
Knoop A*
Knoop B*
Richting
Rijbaan
snelheid LV
Snelheid VV
Etmaalintensiteit 2020
Etmaalintensiteit 2022
% LV dag
% LV avond
% LV nacht
% MZ dag
% MZ avond
% MZ nacht
% ZV dag
% ZV avond
% ZV nacht
Uur % dag
Uur % avond
Uur % nacht
% LV etmaal
% MZ etmaal
% ZV etmaal
Marga Klompélaan
63516
63519
R+L
50
50
23903
24384
94,35%
95,87%
96,63%
3,86%
2,62%
1,95%
1,79%
1,52%
1,43%
6,53%
3,85%
0,78%
94,73%
3,55%
1,72%
Burg. Matsersingel
63491
63510
R
50
50
15345
15654
93,55%
95,24%
96,08%
4,23%
2,87%
2,14%
2,22%
1,89%
1,78%
6,53%
3,85%
0,78%
93,97%
3,89%
2,14%
Burg. Matsersingel
63492
63509
A325 - Nijmeegseweg
6578
63488
noord
A325 - afrit Elden
63488
63491
noord
A325 - Nijmeegseweg
63488
63495
noord
L
50
50
14231
14517
93,08%
94,97%
95,93%
5,03%
3,42%
2,55%
1,89%
1,61%
1,52%
6,53%
3,85%
0,78%
93,55%
4,63%
1,82%
R
115
90
74846
76351
92,05%
89,16%
90,21%
5,00%
5,73%
3,69%
2,95%
5,11%
6,10%
6,46%
3,60%
1,01%
91,49%
5,00%
3,52%
80
80
12684
12939
94,11%
92,07%
93,10%
4,02%
4,66%
3,00%
1,87%
3,27%
3,90%
6,47%
3,57%
1,01%
93,74%
4,03%
2,23%
R
115
90
49478
50473
90,99%
87,69%
88,74%
5,50%
6,27%
4,04%
3,51%
6,04%
7,22%
6,45%
3,61%
1,02%
90,33%
5,49%
4,18%
A325 - oprit Elden
63492
63495
noord
80
80
8444
8614
94,92%
93,43%
94,72%
4,00%
4,67%
3,01%
1,08%
1,90%
2,27%
6,48%
3,56%
1,00%
94,69%
4,02%
1,29%
A325 - Nijmeegseweg
63495
63550
noord
R
70
70
66367
67701
92,00%
89,13%
90,24%
5,11%
5,87%
3,79%
2,89%
5,00%
5,97%
6,46%
3,60%
1,01%
91,44%
5,11%
3,44%
A325 - Nijmeegseweg
63494
63559
zuid
L
115
90
69362
70756
91,22%
87,99%
89,06%
5,41%
6,19%
3,99%
3,37%
5,82%
6,95%
6,45%
3,61%
1,02%
90,58%
5,41%
4,02%
A325 - afrit Elden
63485
63494
zuid
70
70
11367
11596
94,34%
92,72%
94,15%
4,48%
5,21%
3,37%
1,18%
2,07%
2,48%
6,48%
3,56%
1,00%
94,09%
4,50%
1,41%
A325 - Nijmeegseweg
63487
63494
zuid
L
115
90
46627
47564
89,68%
85,74%
86,65%
5,87%
6,65%
4,28%
4,45%
7,61%
9,07%
6,44%
3,62%
1,03%
88,86%
5,85%
5,29%
A325 - oprit Elden
63484
63487
zuid
80
80
13386
13655
94,07%
92,15%
93,36%
4,29%
4,98%
3,21%
1,64%
2,87%
3,43%
6,48%
3,56%
1,00%
93,74%
4,30%
1,96%
A325 - Nijmeegseweg
6579
63487
zuid
L
115
90
73400
74875
91,28%
88,05%
89,06%
5,30%
6,05%
3,90%
3,42%
5,90%
7,04%
6,45%
3,61%
1,02%
90,63%
5,29%
4,07%
*) gebaseerd op Promil verkeersmodel
BIJLAGE 3 Berekeningsinvoergegevens
D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem Model: Groep:
AGEL adviseurs 20110690, bijlage 3
plansituatie 2022 (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS
Naam 01 02 03 04 05
Omschr. Nijmeegseweg Nijmeegseweg Nijmeegseweg Nijmeegseweg Nijmeegseweg
(N325) (N325) (N325) (N325) (N325)
06 07 08 09 10
Nijmeegseweg Nijmeegseweg Nijmeegseweg Nijmeegseweg Nijmeegseweg
(N325) (N325) (N325) (N325) (N325)
11 12 13
Burgemeester Matersingel - zuidbaan Burgemeester Matersingel - noordbaan Marga Klompélaan
Geomilieu V1.91
-
afrit oost oprit oost afrit west oprit west
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Wegtype Snelweg Snelweg Snelweg Snelweg Snelweg
Breedte 7,00 7,00 7,00 7,00 7,00
Vent.F. 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hscherm. 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Can. H(L) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Can. H(R) 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Can. br. 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Vent.X ------
Vent.Y ------
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Snelweg Snelweg Snelweg Snelweg Snelweg
7,00 7,00 7,00 7,00 7,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
------
------
Relatief Relatief Relatief
Normaal Normaal Normaal
7,00 7,00 7,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
----
----
16-12-2011 13:44:27
D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem Model: Groep: Naam 01 02 03 04 05
AGEL adviseurs 20110690, bijlage 3
plansituatie 2022 (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Vent.H. 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
Int. dia,. 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00
Ext. diam. 1,10 1,10 1,10 1,10 1,10
Flux 0,10 0,10 0,10 0,10 0,10
Gas temp. 285,0 285,0 285,0 285,0 285,0
Warmte 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hweg 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Fboom 1.00 1.00 1.00 1.00 1.00
Totaal aantal 74846,00 50473,00 67701,00 70756,00 47564,00
%Int.(D) 6,46 6,45 6,46 6,46 6,44
%Int.(A) 3,60 3,61 3,60 3,61 3,62
%Int.(N) 1,01 1,02 1,01 1,02 1,03
%LV(D) 92,05 90,99 92,00 91,22 89,68
%LV(A) 89,16 87,69 89,13 87,99 85,74
06 07 08 09 10
1,50 1,50 1,50 1,50 1,50
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00
1,10 1,10 1,10 1,10 1,10
0,10 0,10 0,10 0,10 0,10
285,0 285,0 285,0 285,0 285,0
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
1.00 1.00 1.00 1.00 1.00
74875,00 12939,00 8614,00 11367,00 13655,00
6,45 6,47 6,48 6,48 6,48
3,61 3,57 3,56 3,56 3,56
1,02 1,01 1,00 1,00 1,00
91,28 94,11 94,92 94,34 94,07
88,05 92,07 93,43 92,72 92,15
11 12 13
1,50 1,50 1,50
1,00 1,00 1,00
1,10 1,10 1,10
0,10 0,10 0,10
285,0 285,0 285,0
0,00 0,00 0,00
0,00 0,00 0,00
1.00 1.00 1.00
15345,00 14231,00 23903,00
6,53 6,53 6,53
3,85 3,85 3,85
0,78 0,78 0,78
93,55 93,08 94,35
95,24 94,97 95,87
Geomilieu V1.91
16-12-2011 13:44:27
D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem Model: Groep: Naam 01 02 03 04 05
AGEL adviseurs 20110690, bijlage 3
plansituatie 2022 (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS %LV(N) 90,21 88,74 90,24 89,06 86,65
%MV(D) 5,00 5,50 5,11 5,41 5,87
%MV(A) 5,73 6,27 5,87 6,19 6,65
%MV(N) 3,69 4,04 3,79 3,99 4,28
%ZV(D) 2,95 3,51 2,89 3,37 4,45
%ZV(A) 5,11 6,04 5,00 5,82 7,61
%ZV(N) 6,10 7,22 5,97 6,95 9,07
06 07 08 09 10
89,06 93,10 94,72 94,15 93,36
5,30 4,02 4,00 4,48 4,29
6,05 4,66 4,67 5,21 4,98
3,90 3,00 3,01 3,37 3,21
3,42 1,87 1,08 1,18 1,64
5,90 3,27 1,90 2,07 2,87
7,04 3,90 2,27 2,48 3,43
11 12 13
96,08 95,93 96,63
4,23 5,03 3,86
2,87 3,42 3,62
2,14 2,55 1,95
2,22 1,89 1,79
1,89 1,61 1,52
1,78 1,52 1,43
Geomilieu V1.91
16-12-2011 13:44:27
D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem Model: Groep:
AGEL adviseurs 20110690, bijlage 3
plansituatie 2022 (hoofdgroep) Lijst van Schoorstenen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS
Naam 01 02 03 04 05
Omschr. 1 ha bedrijventerrein 1 ha bedrijventerrein 1 ha bedrijventerrein 1 ha bedrijventerrein 1 ha bedrijventerrein
X 188910,79 188999,58 189098,06 188892,34 188991,26
Y 440228,17 440242,51 440245,83 440140,31 440140,31
Hoogte 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Int. dia,. 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00
Ext. diam. 1,10 1,10 1,10 1,10 1,10
Emis. NOx 0,00000669 0,00000669 0,00000669 0,00000669 0,00000669
Emis. PM10 0,00000000 0,00000000 0,00000000 0,00000000 0,00000000
Bedr. uren 8760,00 8760,00 8760,00 8760,00 8760,00
06 07 08 09 10
1 1 1 1 1
ha bedrijventerrein ha bedrijventerrein ha bedrijventerrein ha bedrijventerrein ha bedrijventerrein
189092,60 188893,11 188989,60 189095,40 188892,45
440140,31 440042,22 440042,22 440040,22 439940,41
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00
1,10 1,10 1,10 1,10 1,10
0,00000669 0,00000669 0,00000669 0,00000669 0,00000669
0,00000000 0,00000000 0,00000000 0,00000000 0,00000000
8760,00 8760,00 8760,00 8760,00 8760,00
11 12 13 14
1 1 1 1
ha bedrijventerrein ha bedrijventerrein ha bedrijventerrein ha bedrijventerrein
188992,93 189094,07 189164,60 189169,26
439943,07 439942,40 440029,57 440173,97
6,00 6,00 6,00 6,00
0,00 0,00 0,00 0,00
Relatief Relatief Relatief Relatief
1,00 1,00 1,00 1,00
1,10 1,10 1,10 1,10
0,00000669 0,00000669 0,00000669 0,00000669
0,00000000 0,00000000 0,00000000 0,00000000
8760,00 8760,00 8760,00 8760,00
Geomilieu V1.91
16-12-2011 13:45:00
D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem Model: Groep:
AGEL adviseurs 20110690, bijlage 3
plansituatie 2022 (hoofdgroep) Lijst van Schoorstenen, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS
Naam 01 02 03 04 05
Flux 0,10 0,10 0,10 0,10 0,10
Gas temp. 285,0 285,0 285,0 285,0 285,0
Warmte 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
%NO2 5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
06 07 08 09 10
0,10 0,10 0,10 0,10 0,10
285,0 285,0 285,0 285,0 285,0
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
5,00 5,00 5,00 5,00 5,00
11 12 13 14
0,10 0,10 0,10 0,10
285,0 285,0 285,0 285,0
0,00 0,00 0,00 0,00
5,00 5,00 5,00 5,00
Geomilieu V1.91
16-12-2011 13:45:00
D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem Model: Groep: Naam 01 02
AGEL adviseurs 20110690, bijlage 3
plansituatie 2022 (hoofdgroep) Lijst van Toetspunten, voor rekenmethode Luchtkwaliteit - STACKS Omschr. Parkeerterrein Hazenkamp 36 Parkeerterrein Hazenkamp 36
Geomilieu V1.91
Maaiveld 0,00 0,00
HDef. Relatief Relatief
X 188887,31 188943,34
Y 440274,29 440275,71
16-12-2011 13:46:18
D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem Rapport: Model:
AGEL adviseurs 20110690, bijlage 3
Lijst van model eigenschappen plansituatie 2012
Model eigenschap Omschrijving Verantwoordelijke Rekenmethode Modelgrenzen Aangemaakt door Laatst ingezien door Model aangemaakt met Origineel project
plansituatie 2012 fhenrichs STACKS (187687,34, 438889,72) - (190000,00, 441274,81) fhenrichs op 15-12-2011 fhenrichs op 16-12-2011 Geomilieu V1.91 Niet van toepassing
Originele omschrijving Geïmporteerd door Definitief Definitief verklaard door
Niet Niet Niet Niet
Referentie jaar Meteo referentiepunt Rekenperiode Stoffen
2012 X: 188843,67 Y: 440082,27 1-1-1995 tot 31-12-2004 NO2
Zeezout correctie Weekend verkeersverdeling Verkeersverdeling zaterdag Verkeersverdeling zondag Terreinruwheid
4 Werkdag L: 0,82, M: 0,42, H 0,25 L: 0,79, M: 0,29, H 0,12 0,3662
Steekproef berekening Berekening met achtergrond
Nee Ja
Geomilieu V1.91
van toepassing van toepassing van toepassing van toepassing
16-12-2011 13:46:47
D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem Rapport: Model:
AGEL adviseurs 20110690, bijlage 3
Lijst van model eigenschappen plansituatie 2015
Model eigenschap Omschrijving Verantwoordelijke Rekenmethode Modelgrenzen Aangemaakt door Laatst ingezien door Model aangemaakt met Origineel project
plansituatie 2015 fhenrichs STACKS (187687,34, 438889,72) - (190000,00, 441274,81) fhenrichs op 15-12-2011 fhenrichs op 16-12-2011 Geomilieu V1.91 Niet van toepassing
Originele omschrijving Geïmporteerd door Definitief Definitief verklaard door
Niet Niet Niet Niet
Referentie jaar Meteo referentiepunt Rekenperiode Stoffen
2015 X: 188843,67 Y: 440082,27 1-1-1995 tot 31-12-2004 NO2
Zeezout correctie Weekend verkeersverdeling Verkeersverdeling zaterdag Verkeersverdeling zondag Terreinruwheid
4 Werkdag L: 0,82, M: 0,42, H 0,25 L: 0,79, M: 0,29, H 0,12 0,3662
Steekproef berekening Berekening met achtergrond
Nee Ja
Geomilieu V1.91
van toepassing van toepassing van toepassing van toepassing
16-12-2011 13:47:09
D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem Rapport: Model:
AGEL adviseurs 20110690, bijlage 3
Lijst van model eigenschappen plansituatie 2022
Model eigenschap Omschrijving Verantwoordelijke Rekenmethode Modelgrenzen Aangemaakt door Laatst ingezien door Model aangemaakt met Origineel project
plansituatie 2022 fhenrichs STACKS (187687,34, 438889,72) - (190000,00, 441274,81) fhenrichs op 15-12-2011 fhenrichs op 16-12-2011 Geomilieu V1.91 Niet van toepassing
Originele omschrijving Geïmporteerd door Definitief Definitief verklaard door
Niet Niet Niet Niet
Referentie jaar Meteo referentiepunt Rekenperiode Stoffen
2022 X: 188843,67 Y: 440082,27 1-1-1995 tot 31-12-2004 NO2
Zeezout correctie Weekend verkeersverdeling Verkeersverdeling zaterdag Verkeersverdeling zondag Terreinruwheid
4 Werkdag L: 0,82, M: 0,42, H 0,25 L: 0,79, M: 0,29, H 0,12 0,3662
Steekproef berekening Berekening met achtergrond
Nee Ja
Geomilieu V1.91
van toepassing van toepassing van toepassing van toepassing
16-12-2011 13:45:36
BIJLAGE 4 Berekeningsresultaten
D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem Rapport: Model: Resultaten voor model: Stof: Referentiejaar: Naam 01 02
Resultatentabel plansituatie 2012 plansituatie 2012 NO2 - Stikstofdioxide 2012
Omschrijving Parkeerterrein Hazenkamp Parkeerterrein Hazenkamp
Geomilieu V1.91
AGEL adviseurs 20110690, bijlage 4
X-coördinaat 188887,31 188943,34
Y-coördinaat 440274,29 440275,71
Conc. [µg/m³] 36,3 34,3
AG [µg/m³] 26,7 26,7
BRON [µg/m³] 9,6 7,5
# > limiet 0 0
16-12-2011 13:52:25
D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem Rapport: Model: Resultaten voor model: Stof: Referentiejaar: Naam 01 02
Resultatentabel plansituatie 2015 plansituatie 2015 NO2 - Stikstofdioxide 2015
Omschrijving Parkeerterrein Hazenkamp Parkeerterrein Hazenkamp
Geomilieu V1.91
AGEL adviseurs 20110690, bijlage 4
X-coördinaat 188887,31 188943,34
Y-coördinaat 440274,29 440275,71
Conc. [µg/m³] 32,2 30,7
AG [µg/m³] 24,2 24,2
BRON [µg/m³] 8,0 6,5
# > limiet 0 0
16-12-2011 13:52:48
D01 Onderzoek luchtkwaliteit Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem Rapport: Model: Resultaten voor model: Stof: Referentiejaar: Naam 01 02
Resultatentabel plansituatie 2022 plansituatie 2022 NO2 - Stikstofdioxide 2022
Omschrijving Parkeerterrein Hazenkamp Parkeerterrein Hazenkamp
Geomilieu V1.91
AGEL adviseurs 20110690, bijlage 4
X-coördinaat 188887,31 188943,34
Y-coördinaat 440274,29 440275,71
Conc. [µg/m³] 23,9 23,4
AG [µg/m³] 18,8 18,8
BRON [µg/m³] 5,1 4,5
# > limiet 0 0
16-12-2011 13:59:11
Bijlage V – Onderzoek Externe Veiligheid
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 1
INHOUD
blz.
1
INLEIDING
3
2
OMSCHRIJVING ONDERZOEKSLOCATIE
4
2.1
Ligging onderzoekslocatie
4
2.2
Nieuwe ruimtelijke ontwikkeling
3
4
5
6
7
5
VEILIGHEIDSBELEID
6
3.1
Algemeen
6
3.2
Plaatsgebonden risico
6
3.3
Groepsrisico
6
3.3.1
De verantwoordingsplicht groepsrisico
7
3.3.2
Verantwoordingsplicht plasbrandaandachtsgebied (PAG)
8
3.3.3
Verantwoordingsplicht zelfredzaamheid
8
3.3.4
Verantwoordingsplicht hulpdiensten
8
3.4
Kwetsbare objecten
8
3.5
Beperkt kwetsbare objecten
8
3.6
Beoordeling kwetsbaarheid objecten
9
3.7
Regelgeving
9
INVENTARISATIE AANWEZIGE RISICOBRONNEN
10
4.1
Algemeen
10
4.2
Inventarisatie BEVI inrichtingen
11
4.3
Inventarisatie transportroutes
11
4.4
Inventarisatie buisleiding
12
INVENTARISATIE (BEPERKT) KWETSBARE OBJECTEN EN PERSONENDICHTHEID
13
5.1
Algemeen
13
5.2
Inventarisatie (beperkt) kwetsbare objecten
15
5.3
Inventarisatie personendichtheid
15
CIRCULAIRE RISICONORMERING VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN
17
6.1
Algemeen
17
6.2
Inventarisatie vervoer gevaarlijke stoffen
17
6.3
Optredende effecten
17
6.4
Risicoberekening RBMII
18
6.4.1
Het plaatsgebonden risico
19
6.4.2
Het groepsrisico
20
VERANTWOORDING GROEPSRISICO
24
7.1
Algemeen
24
7.2
Omvang invloedsgebied groepsrisico
24
7.3
Personendichtheid invloedsgebied
24
© AGEL adviseurs 2011 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
7.4 8
Zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid
20110690 december 2011 blad 2
25
CONCLUSIE
26
8.1
Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg
26
8.2
Verantwoordingsplicht
26
BIJLAGEN
1. 2. 3. 4.
Invloedsgebied groepsrisico gemeente Arnhem Vervoersgegevens gevaarlijke stoffen RBMII rapportage autonome situatie RBMII rapportage nieuwe situatie
© AGEL adviseurs 2011 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
1
20110690 december 2011 blad 3
INLEIDING
In opdracht van Breijn B.V., Stedelijke Infra is door AGEL adviseurs een onderzoek gedaan naar de invloed van de Externe Veiligheid ten behoeve van een herontwikkeling van een plangebied naar een kinderparadijs aan de Hazenkamp 36 in de gemeente Arnhem. Op basis van het vigerend bestemmingsplan is sprake van een bedrijfsbestemming. Het plangebied ligt aan de oostzijde van de Nijmeegseweg (A325) en ten zuiden van de Burgemeester Matsersingel. De Nijmeegseweg betreft de zuidelijke ontsluiting van de gemeente Arnhem op het rijkswegennet. Het plangebied wordt ontsloten via de Hazenkamp, welke aansluit op de Marga Komplélaan. Door de gemeente Arnhem is de Nijmeegseweg aangewezen als een route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Naar verwachting zal in 2012 een vervoersbesluit worden genomen waarbij de routering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen komt te vervallen en de Nijmeegseweg niet meer relevant is voor het milieuaspect externe veiligheid. Daarnaast is aan de westzijde van de Nijmeegseweg een hogedrukgasleiding gelegen van de Gasunie. Deze gasleiding valt onder de werkingssfeer van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Het doel van het onderzoek is het in beeld brengen of de beoogde nieuwe ruimtelijke ontwikkeling voldoet aan het algemene rijksbeleid ten aanzien van het aspect Externe Veiligheid. Dit rijksbeleid is nog in ontwikkeling en voor inrichtingen inmiddels vastgelegd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en voor buisleidingen in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Voor het vervoer van gevaarlijk stoffen over de weg, spoor en water is het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev) in voorbereiding. Op basis hiervan wordt voor de hoofdinfra een Basisnet weg, spoor en water vastgesteld. Vooruitlopend op deze wettelijke regeling is de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (CRVG) van toepassing. De resultaten van het onderzoek Externe Veiligheid zijn in deze rapportage als volgt uitgewerkt. In hoofdstuk 2 wordt een omschrijving gegeven van het plangebied en de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Hoofdstuk 3 geeft een omschrijving over het veiligheidsbeleid. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de inventarisatie van de aanwezige risicobronnen. Hoofdstuk 5 geeft een beoordeling over de aanwezigheid van kwetsbare en beperkt kwetsbare projecten en de personendichtheid. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. In hoofdstuk 7 komt de verantwoording van het groepsrisico ter sprake en hoofdstuk 8 sluit de rapportage af met een samenvatting en conclusie van de onderzoeksresultaten.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
2
2.1
20110690 december 2011 blad 4
OMSCHRIJVING ONDERZOEKSLOCATIE
Ligging onderzoekslocatie
De onderzoekslocatie is gelegen in het zuidelijk deel van de bebouwde kom van Arnhem. Aan de westzijde grenst de locatie aan de Nijmeegseweg (A325) en aan de noordzijde aan de Burgemeester Matsersingel. Aan de zuid- en oostzijde grenst de locatie aan de bestaande bedrijfspercelen van het bedrijventerrein Hazenkamp. In de huidige situatie vindt over de Nijmeegseweg vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. De nieuwe situatie voorziet in het gebruik van het bestaande bedrijfspand als kinderparadijs. Het bestaande bedrijfspand heeft een oppervlakte van circa 2.700 m². In het vigerend bestemmingsplan heeft de onderzoekslocatie de bestemming bedrijfsdoeleinden. Deze bestemming laat het nieuwe gebruik niet toe.
In figuur 2.1 is de situering van de onderzoekslocatie in haar omgeving weergegeven. Figuur 2.1: Onderzoekslocatie rood omkaderd (bron: Google)
onderzoekslocatie
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
2.2
20110690 december 2011 blad 5
Nieuwe ruimtelijke ontwikkeling
De nieuwe ruimtelijke ontwikkeling bestaat uit het gebruik van de locatie als Kinderparadijs. Dit gebruik is met name gericht op het bezoek van jonge kinderen met ouders. Door de initiatiefnemer is aangegeven dat het kinderparadijs op alle dagen is geopend van 09.00 uur tot 18.00 uur. De meeste bezoekers komen op de weekenddagen en op vrijdag- en woensdagmiddag. In de weekenddagen wordt op de drukke dagen een bezoekersaantal van 800 personen per dag verwacht. De verblijfsduur van de bezoekers bedraagt 2 tot 2,5 uur. Het aantal bezoekers dat gelijktijd aanwezig kan zijn bedraagt 300 stuks. Het aantal medewerkers varieert van 4 tot 6 personen. Voor de uitvoering van de groepsrisicoberekening zal uitgegaan worden van de continue aanwezigheid van 300 personen in de dagperiode. Deze benadering kan aangemerkt worden als een worstcase situatie.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
3
3.1
20110690 december 2011 blad 6
VEILIGHEIDSBELEID
Algemeen
Het veiligheidsbeleid in Nederland is gebaseerd op een tweetal begrippen, het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Daarnaast is voor de beoordeling van belang of er sprake is van een kwetsbaar object dan wel van een beperkt kwetsbaar object. 3.2
Plaatsgebonden risico
Het plaatsgebonden risico is de kans per jaar dat, één persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats langs een transportroute of nabij een inrichting verblijft, komt te overlijden als gevolg van een incident met het vervoer, de opslag en/of de handeling van gevaarlijke stoffen. Daarbij is de omvang van het risico een functie van de afstand waarbij geldt: hoe groter de afstand, des te kleiner het risico. De risico’s worden weergegeven in PRrisico-contouren. De PR contour geldt voor kwetsbare objecten als een grenswaarde en mag niet worden overschreden. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de PR contour van 10-6 als richtwaarde. Van een richtwaarde kan op basis van gewichtige redenen worden afgeweken. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan zwaarwegende maatschappelijke, economische en/of planologische redenen. Figuur 3.1 gevaarbron met PR contouren 10-5 en 10-6
3.3
Groepsrisico
Het groepsrisico is de kans per jaar dat een groep van 10 of meer personen in de omgeving van een transportroute of een inrichting voor handelingen met gevaarlijke stoffen in één keer het (dodelijk) slachtoffer wordt van een ongeval. Het groepsrisico geeft de aandachtspunten aan waar zich mogelijk een ramp met veel slachtoffers kan voordoen en houdt daarmee rekening met de aard en dichtheid van de bebouwing in de nabijheid van de transportroute. Het groepsrisico kan niet in contouren worden vertaald zoals het plaatsgebonden risico, maar wordt weergegeven in een grafiek. In de grafiek word de groepsgrootte van aantallen slachtoffers (x-as) uitgezet tegen de cumulatieve kans dat een dergelijke groep slachtoffer
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 7
wordt van een ongeval (y-as). In figuur 3.2 is een voorbeeld van een dergelijke grafiek weergegeven. Figuur 3.2 voorbeeld groepsrisicocurve
De kans dat (een groep) slachtoffers vallen, wordt weergegeven met een curve; de fN-curve. Het verloop van deze curve geeft een beeld van het groepsrisico. In tegenstelling tot het plaatsgebonden risico geldt voor het groepsrisico geen grenswaarde maar een oriëntatiewaarde. Deze oriëntatiewaarde kan gezien worden als een streefwaarde en heeft geen juridische status. Het overschrijden van de oriëntatiewaarde is mogelijk mits dit in de besluitvorming door het bevoegd gezag gemotiveerd wordt middels een verantwoordingsverplichting. Bij deze verantwoordingsplicht moet o.a. aandacht besteed worden aan bronmaatregelen, plasbrandaandachtsgebied, zelfredzaamheid, inzetbaarheid hulpdiensten e.d..
3.3.1
De verantwoordingsplicht groepsrisico
De verantwoordingsplicht van het groepsrisico houdt o.a. in dat naast een rekenkundige beoordeling van de hoogte van het groepsrisico ook een beoordeling moet plaatsvinden naar de aspecten ‘plasbrandaandachtsgebied’, ‘zelfredzaamheid’ en ‘bestrijdbaarheid’ van het ongeval. Deze beoordeling is noodzakelijk indien sprake is van de ligging van (beperkt) kwetsbare objecten binnen een plasbrandaandachtsgebied, een overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico en bij een toename van het groepsrisico indien het totale groepsrisico beneden de oriënterende waarde blijft.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 8
De verantwoording van het groepsrisico dient plaats te vinden over het gebied dat aangemerkt wordt als het invloedsgebied dan wel veiligheidsgebied van de gevaarbron. In veel gevallen is voor de omvang van het invloedsgebied de 1% letaliteit van het maatgevend ongevalscenario bepalend. Dit is de afstand waarbij 1% van de slachtoffers van het ongeval komt te overlijden. Vaak wordt uit pragmatische overwegingen een invloedsgebied van 200 meter aangehouden omdat de personendichtheid op een afstand groter dan 200 meter van de risicobron weinig effect geeft op de berekening van het groepsrisico daar deze berekening gebaseerd is op de omvang van het aantal dodelijke slachtoffers als gevolg van het ongeval. Voor de inzetbaarheid van hulpdiensten en de mogelijkheid tot zelfredzaamheid is deze beperking niet gewenst. De capaciteitsbepaling van de hulpdiensten wordt ook mede bepaald door het aantal niet dodelijk gewonden. Voor o.a. LPG tankstations is door het ministerie een invloedsgebied vastgesteld van 150 meter.
3.3.2
Verantwoordingsplicht plasbrandaandachtsgebied (PAG)
Het plasbrandaandachtsgebied is het gebied van 30 meter uit de rechter rand van een rijstrook van een weg dan wel 30 meter uit het midden van de buitenste spoorlijn. Indien kwetsbare objecten zijn gelegen binnen dit gebied dient rekening gehouden te worden met de effecten van een plasbrand. In de verantwoording moet de gemeente bij bouwplannen in deze gebieden motiveren waarom op deze locatie wordt gebouwd.
3.3.3
Verantwoordingsplicht zelfredzaamheid
Zelfredzaamheid is het vermogen van de burger om zichzelf of andere burgers in veiligheid te brengen zonder tussenkomst van professionele hulpverleners bij de dreiging van, of het optreden van, een gevaarlijke situatie. Hierbij spelen o.a. de fysieke gesteldheid van de aanwezige personen, de beschikbare vluchtmogelijkheden en de mogelijkheden tot tijdig waarschuwen een belangrijke rol.
3.3.4
Verantwoordingsplicht hulpdiensten
In de verantwoordingsplicht moet met name aandacht worden besteed aan de benodigde en aanwezige hulpverleningscapaciteit, de inzet van blusmiddelen, bereikbaarheid e.d.. Het brandweeradvies is hierbij een belangrijke informatiebron. 3.4
Kwetsbare objecten
Onder kwetsbare objecten worden o.a. verstaan: Woningen, woonschepen, woonwagens, woongebouwen e.d., tenzij verspreid gelegen met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare. Verblijfsgebouwen zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen, scholen e.d.. Overige gebouwen waar grote aantallen personen gedurende een groot deel van de dag aanwezig zijn zoals kantoorgebouwen met een bvo van meer dan 1.500 m² of winkelcomplexen met meer dan 5 winkels en met een gezamenlijk bruto vloeroppervlak van meer dan 1.000 m², dan wel winkels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m² per winkel. 3.5 Als
Beperkt kwetsbare objecten beperkt kwetsbare objecten worden o.a. aangemerkt: verspreid gelegen woningen met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare; dienst- en bedrijfswoningen; kantoorgebouwen tot 1.500 m²; horeca-inrichtingen;
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
3.6
20110690 december 2011 blad 9
bedrijfsgebouwen; recreatie-inrichtingen tot een verblijf van niet meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen; winkels welke niet aangemerkt worden als kwetsbaar object. Beoordeling kwetsbaarheid objecten
De nieuwe ruimtelijke ontwikkeling voorziet in de realisatie van een kinderparadijs. Dit toekomstig gebruik voorziet in de mogelijkheid tot een verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen. 3.7
Regelgeving
Het overheidsbeleid betreffende externe veiligheid is nog in ontwikkeling en inmiddels voor bepaalde onderdelen in wettelijke besluiten en circulairs vastgelegd. Het onderzoek is gebaseerd op de navolgende besluiten/circulaires: Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi); Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi); Vuurwerkbesluit; Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (CRVG); Concept Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev); Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb); Naast bovenstaande besluiten en circulaires, welke met name gericht zijn op grotere risicobronnen, zijn in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) ook veiligheidsvoorschriften opgenomen voor o.a. de opslag van vuurwerk tot een maximale hoeveelheid van 1.000 kg, de opslag van propaan in tanks tot een maximale hoeveelheid van 13.000 kg en de opstelling van aardgasmeet- of regelstation.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
4
20110690 december 2011 blad 10
INVENTARISATIE AANWEZIGE RISICOBRONNEN
4.1 Algemeen Voor de risico-inventarisatie is uitgegaan van de navolgende informatiebronnen: Risicokaart Arnhem; Beleidsplan externe veiligheid gemeente Arnhem. Bij
de inventarisatie is uitgegaan van de navolgende indeling in risicobronnen: Bevi-inrichtingen; Transportroutes vervoer gevaarlijke stoffen; Buisleidingen.
Voor de inventarisatie van de risicobronnen is voor de Bevi-inrichtingen uitgegaan van een onderzoeksgebied met een straal van 1.000 meter rond de locatie van het plangebied. Voor de overige risicobronnen is de afstand bepaald tot de meest nabijgelegen risicobron. In figuur 4.1 is de risicokaart weergegeven voor de gemeente Arnhem. De ligging van het plangebied is rood omkadert aangegeven. Onder de figuur is een tabel opgenomen met de relevante risicobronnen en de afstand tot de onderzoekslocatie. Figuur 4.1: Risicokaart gemeente Arnhem
2
plangebied
1
3
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
1. 2. 3. 4.2
Nijmeegseweg A325 LPG tankstation Hogedrukgasleiding
20110690 december 2011 blad 11
Transportroute Bevi-inrichting Buisleiding
65 meter 400 meter 150 meter
Inventarisatie BEVI inrichtingen
Binnen een straal van 1.000 meter van het plangebied komt één Bevi-inrichtingen voor. Dit betreft een LPG tankstation welke ten oosten van de onderzoekslocatie is gelegen op een afstand van 400 meter. Deze afstand is ruim meer dan 150 meter geldend voor het invloedsgebied waarvoor de verantwoording van het groepsrisico plaats moet vinden. Gesteld kan worden dat het Bevi niet relevant is voor deze nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. 4.3
Inventarisatie transportroutes
Op basis van het toekomstige Btev wordt thans gewerkt aan het opstellen van een Basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, spoor en water. In het Basisnet wordt voor alle rijkswegen, hoofdvaarwegen en spoorwegen een risicoplafond, dus hoeveel risico er maximaal mag zijn, vastgesteld voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Daarnaast wordt beschreven welke ruimtelijke ontwikkelingen wel en niet zijn toegestaan in het gebied tot 200 meter vanaf de infrastructuur. Transportbedrijven weten hierdoor hoeveel gevaarlijke stoffen ze maximaal kunnen vervoeren over welke route. Gemeenten weten zo of gebouwen wel of niet in een gebied mogen worden gebouwd en aan welke eisen die gebouwen moeten voldoen. Zo zijn er meerdere partijen die hier baat bij hebben. De definitieve ontwerpen voor het Basisnet Water, Spoor en Weg zijn inmiddels aan de Tweede Kamer aangeboden. De Nijmeegseweg (A325) maakt geen onderdeel uit van het ontwerp Basisnet weg. De op basis van het ontwerp Basisnet weg meest nabij gelegen transportroute betreft de A12 en de A15. Deze wegen zijn gelegen op een afstand van circa 7 km van de onderzoekslocatie. De meest nabij gelegen spoorweg is ten westen van de onderzoekslocatie gelegen op een afstand van circa 2 km en een vaarweg ten noorden van de onderzoeklocatie op een afstand van 2,5 km. De afstand tot deze transportroutes is dermate grote dat deze geen invloed hebben op het veiligheidsklimaat ter plaatse van de ruimtelijke ontwikkeling. Het toekomstig Besluit transportroutes externe veiligheid geeft dan ook geen beperkingen voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Provinciale wegen, gemeentelijke wegen en enkele rijkswegen maken geen onderdeel uit van het Basisnet. In specifieke situaties, zoals de aanwezigheid van LPG tankstations of risicovolle inrichtingen, of de aanwijzing als transportroute voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, kan sprake zijn van een verhoogd vervoer van gevaarlijke stoffen. Het plangebied grenst aan de Nijmeegseweg (A325). Deze weg is door de gemeente Arnhem aangewezen als route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Over deze weg vindt dan ook in verhoogde mate vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. In hoofdstuk 6 zal nader ingegaan worden op de veiligheidsaspecten van de Nijmeegseweg.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
4.4
20110690 december 2011 blad 12
Inventarisatie buisleiding
Uit de beoordeling van de risicokaart blijkt dat er ten westen van de onderzoekslocatie een ondergrondse buisleiding aanwezig zijn is die relevant kan zijn voor de beoordeling van het aspect externe veiligheid. Voor externe veiligheid gaat het hierbij om buisleidingtransport van gevaarlijke stoffen onder hoge druk voor aardgas, olieproducten, chemicaliën en CO2. Het betreft hier buisleidingen die onderdeel uitmaken van hoofdtransportnet binnen Nederland. Het distributienetwerk van de energiebedrijven maakt hier geen onderdeel van uit. In figuur 4.1 is de ligging van de buisleiding middels een rode stippellijn weergegeven. Het betreft een hogedrukgasleiding in beheer bij de Gasunie. De hogedrukgasleiding betreft een 12,75 inch leiding met een werkdruk van 40 bar. Het invloedsgebied van de hogedrukgasleiding bedraagt 145 meter. Voor de hogedrukgasleiding is de PR 10-6 contour gelegen op het hart van de buisleiding. Op basis van deze informatie kan gesteld worden dat de ontwikkelingslocatie gelegen is buiten het invloedsgebied van een buisleiding. Het Besluit externe veiligheid buisleidingen stelt geen beperkingen aan de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
5
5.1
20110690 december 2011 blad 13
INVENTARISATIE (BEPERKT) KWETSBARE OBJECTEN EN PERSONENDICHTHEID
Algemeen
Voor de beoordeling van het veiligheidsbeleid zijn voor het plaatsgebonden risico de aanwezigheid en de mogelijkheid tot vestiging van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten in de omgeving van een risicobron van belang. Voor de berekening van het groepsrisico en de verantwoording hiervan is naast deze objecten ook van belang de personendichtheid binnen het invloedsgebied van de betreffende risicobron. In de paragrafen 3.4 en 3.5 is een toelichting gegeven omtrent de begrippen kwetsbaar en beperkt kwetsbare objecten. De bepaling van de aanwezigheid van het aantal personen binnen het invloedsgebied vindt plaats op basis van inventarisatie van de mogelijkheden die het vigerende bestemmingsplan biedt in combinatie met kengetallen uit de Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico. In de tabellen 5.1 en 5.2 zijn de kengetallen aangegeven per gebruiksfunctie. Tabel 5.1: Basisinformatie inventarisatie personendichtheid Gebruiksfunctie Aantal personen per eenheid Wonen Bedrijven Kantoren Winkels Scholen
2,4 per woning 1 werknemer per 100 m² b.v.o. 1 werknemer per 30 m² b.v.o 1 werknemer/bezoeker per 30 m² b.v.o. 1,1 persoon per leerling
Tabel 5.2: Bevolkingsdichtheden voor verschillende omgevingstype Bevolkingsdichtheid Pers/ha
Omgevingstype
Woongebieden
Industriegebieden Kantoren Recreatiegebied
Natuurgebied Buitengebeid Incidentele woonbebouwing Rustige woonwijk Drukke woonwijk Stadbebebouwing met hoogbouw Personeelsdichtheid laag Midden Hoog Hoogbouw Camping, bungalowpark
0 1 5 25 70 120 5 40 80 200 60-200
Door de Dienst Stadsbeheer van de gemeente Arnhem is aangegeven dat voor de inventarisatie van de personendichtheid uitgegaan kan worden van de kengetallen uit de Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico met de aanvulling dat voor de woongebieden uitgegaan dient te worden van een drukke woonwijk. De inventarisatie van de personendichtheid dient plaats te vinden binnen het invloedsgebied van de risicobron. In het Beleidsplan externe veiligheid van de gemeente Arnhem is voor de Nijmeegseweg een invloedsgebied aangegeven van 200 meter aan beide zijden van de weg. De gemeentelijke kaart van de invloedsgebieden voor de gemeente Arnhem is als bijlage 1 bijgevoegd. In overleg met de Dienst Stadsbeheer is bepaald dat voor de verantwoording van het groepsrisico uitgegaan zal worden van een invloedsgebied van 300 meter aan beide zijde van de Nijmeegseweg. De lengte van het invloedsgebied bedraagt de lengte van de onderzoekslocatie gelegen langs de transportroute, vermeerderd aan elke zijde van de locatie met één kilometer. De totale lengte van het invloedsgebied bedraagt in deze situatie circa 2,1 kilometer. Op basis van deze afmetingen heeft het invloedsgebied een oppervlakte van 126 hectare. In het rekenmodel is gerekend met een totale trajectlengte van 2,4 km.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 14
In figuur 5.1 zijn de verblijfsgebieden weergegeven gelegen binnen het invloedsgebied van de Nijmeegseweg. Figuur 5.1: Invloedsgebied Nijmeegseweg
onderzoekslocatie
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
5.2
20110690 december 2011 blad 15
Inventarisatie (beperkt) kwetsbare objecten
Binnen het invloedsgebied van de Nijmeegseweg zijn zowel aan de oost als aan de westzijde kwetsbare objecten aanwezig. Dit betreft o.a. de aanwezige woningbouw in de wijken De Laar Oost, Elden en Rijkerswoerd. Daarnaast kan het kantorencomplex van Ohra vanwege haar bebouwd oppervlak aangemerkte worden als een kwetsbaar object. De bedrijfsgebouwen op het bedrijventerrein Hazenkamp en Overmaat en de bedrijven gelegen aan Molenweg kunnen aangemerkt worden als een beperkt kwetsbaar object. Ook het kinderparadijs dient aangemerkt te worden als een kwetsbaar object. 5.3
Inventarisatie personendichtheid
De hoogte van het groepsrisico wordt bepaald door een tweetal factoren. De eerste factor is de kans dat zich een ongeval kan voordoen met gevaarlijke stoffen en de tweede factor betreft het aantal mogelijke slachtoffers dat zich in de directe omgeving van de gevaarbron bevindt tijdens een ongeval. De kans op een ongeval wordt bepaald door het aantal transporten en de faalfrequentie. Voor het aantal slachtoffers is van belang om inzicht te hebben in de personendichtheid aan beide zijde van de transportroute. Voor de inventarisatie van de personendichtheid is uitgegaan van een invloedsgebied van 300 meter aan beide zijden van de weg en de verbeeldingen behorende bij de vigerende bestemmingsplannen gelegen binnen het invloedsgebied. Voor het bepalen van de personendichtheid is uitgegaan van de navolgende uitgangspunten uit o.a. de Handreiking groepsrisico 2007: Voor de woongebieden is uitgegaan van een personendichtheid van 70 personen per hectare met een bezetting van 50% in de dagperiode en 100% in de nachtperiode. Voor de bedrijventerreinen is uitgegaan van een personendichtheid van 40 personen in de dagperiode. Voor het Ohra kantoor is uitgegaan van 1.100 personen in de dagperiode op basis van een bedrijfsvloeroppervlak van 33.000 m². Voor de sportvelden is uitgegaan van de aanwezigheid van 150 personen gedurende 6 uur op de weekenddagen. Voor de woningen (4) en bedrijven (2) aan de Rijkerswoerdsestraat is uitgegaan van 10 personen in de dag en nachtperiode. In de nieuwe situatie is een extra van 300 personen in de dagperiode meegenomen vanwege de bijdrage van het kinderparadijs. De resultaten van de inventarisatie zijn weergegeven in tabel 5.3. Tabel 5.2: Inventarisatie personendichtheid Verblijfsgebied
Omschrijving
O1. O2. O3. O4. O5. O6. W1. W2. W3. W4.
Wonen + bedrijven Rijkerswoerdsestraat Woonwijk Rijkerswoerd 70 pers/ha Sportvelden Bedrijventerrein Hazenkamp 40 pers/ha Bedrijventerrein Overmaat 40 pers/ha Woonwijk Overmaat 70 pers/ha Woonwijk De Laar 70 pers/ha Kantoorpand Ohra Bedrijventerrein Molenweg 40 pers/ha Woonwijk Elden 70 pers/ha
Aantal personen Dag Nacht 10 10 50% 100% 150 0 100% 0% 100% 0% 50% 100% 50% 100% 1.100 0 100% 0 50% 100%
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 16
Op basis van deze inventarisatie is voor de autonome situatie voor de dagperiode uitgegaan van een personendichtheid in het invloedsgebied van 3.734 personen en voor de nachtperiode van 3.444 personen. Als gevolg van de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling zal de personendichtheid in de dagperiode toename met 300 personen naar 4.034 personen.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
6
6.1
20110690 december 2011 blad 17
CIRCULAIRE RISICONORMERING VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN
Algemeen
De ‘Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen’ geeft een handreiking voor het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Deze circulaire heeft geen wettelijke basis maar kan aangemerkt worden als een voorbode voor toekomstige wetgeving (Besluit transportroutes externe veiligheid). Deze wetgeving is inmiddels aangekondigd in de Nota vervoer gevaarlijke stoffen. Een concept Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev) is in november 2008 gepubliceerd. De circulaire sluit zoveel mogelijk aan bij het Besluit externe veiligheid inrichtingen en hanteert ook de veiligheidsparameters plaatsgebonden risico (PR) en groepsrisico (GR). In dit conceptbesluit is aanvullend voorgeschreven de verantwoording voor het bouwen binnen het plasbrandaandachtsgebied. Voor het plaatsgebonden risico geldt een grenswaarde van PR 10-6 voor kwetsbare objecten en voor het groepsrisico een oriëntatiewaarde per transportroute per kilometer per jaar: 10-4 voor een ongeval met ten minste 10 dodelijke slachtoffers; 10-6 voor een ongeval met ten minste 100 dodelijke slachtoffers; 10-8 voor een ongeval met ten minste 1000 dodelijke slachtoffers; 6.2
Inventarisatie vervoer gevaarlijke stoffen
Voor de beoordeling van de externe veiligheid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is gebruik gemaakt van de database jaarintensiteiten vervoer van gevaarlijke stoffen van Rijkswaterstaat. Uit de database van Rijkswaterstaat blijkt dat voor de Nijmeegseweg ter hoogte van de onderzoekslocatie sprake is van de in tabel 6.1 aangegeven transporten aan gevaarlijke stoffen. Deze data is als bijlage 2 bijgevoegd en gebaseerd op een verkeerstelling in 2006. Voor de autonome groei voor het maatgevende jaar 2020 is uitgegaan van een groeipercentages uit de Handleiding Risicoanalyse Transport. Tabel 6.1: Vervoersgegevens gevaarlijke stoffen Nijmeegseweg A325 Stofcategorie
Omschrijving
GF3 LF1 LF2 LT1 LT2
Zeer brandbaar gas Brandbare vloeistof Zeer brandbare vloeistof Zeer licht toxische vloeistof Licht toxische vloeistof
6.3
2006
Aantal transporten Groei %
2020
922 3.919 16.631 57 279
0 15 15 45 45
922 4507 19126 83 405
Optredende effecten
Bij een calamiteit kunnen bij het transport van gevaarlijke stoffen kunnen de volgende effecten optreden: • Plasbrand • BLEVE • Fakkel • Wolkbrand
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
• •
20110690 december 2011 blad 18
(gaswolk)expolisie Toxische plas/wolk
Voor brandbare vloeistoffen is het maatgevende effect een plasbrand. In deze situatie kan dit effect vanwege de afstand van meer dan 30 meter tot de onderzoekslocatie als niet relevant aangemerkt worden. Voor brandbare gassen kunnen bij het volledig vrijkomen van de inhoud van de tankwagen de effecten BLEVE, gaswolk exploise en wolkbrand optreden. Bij een continue uitstroom is sprake van een fakkel, een gaswolkexplosie of een wolkbrand. Het optreden van een BLEVE dient aangemerkt te worden als het ongevalscenario met de meeste impact. Bij het optreden van een BLEVE is de 100% letaliteit gelegen binnen een afstand van 80 meter van het ongeval en de 1% letaliteit op een afstand van circa 110 meter. Voor toxische vloeistoffen is plasverdamping het maatgevend effect. Omdat sprake is van een beperkte omvang van het vervoer aan toxische stoffen en het vervoer beperkt blijft tot zeer licht tot lichte toxische stoffen kan dit effect scenario als niet relevant aangemerkt worden. 6.4
Risicoberekening RBMII
Voor de uitvoering van de risicoberekeningen is gebruik gemaakt van het rekenmodel RBM II, versie 1.3.0. Dit model is ontwikkeld voor het in beeld brengen van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, spoor of water. Eind november 2011 is de nieuwe versie 2.0 verschenen. Van deze versie is geen gebruik gemaakt omdat bij de berekeningen bleek dat niet alle invoergegevens over de personendichtheid werden vermeld in het rapportageverslag. Door de helpdesk van RBM II is aangegeven dat dit inderdaad het geval is. Voor deze beperkte weergaven is gekozen omdat anders de rapportage te groot van omvang wordt. De rekenresultaten tussen beide versies zijn echter gelijk. Voor het uitvoeren van de berekeningen zijn de volgende gegevens van belang: de transportintensiteiten op jaarbasis en de aard van de stoffen; het wegtype; wegbreedte; het aantal personen dat langs een transportroute blootgesteld wordt aan de gevolgen van een mogelijk ongeval; de kans op een ongeval. De kans op een ongeval is gebaseerd op een standaard faalfrequentie welke bepaald wordt door het type transportroute. In dit onderzoek is uitgegaan van een faalfrequentie per jaar van 8,3 x 10-8 per afgelegde km per motorvoertuig. Deze frequentie hoort bij het wegtype snelweg. Voor de wegbreedte is uitgegaan van 20 meter gebaseerd op de aanwezige wegbreedte. De berekeningen zijn uitgevoerd voor een tweetal situaties. Scenario 1: Autonome situatie zonder invloed nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Scenario 2: Nieuwe situatie met nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Door de scenario’s met elkaar te vergelijken is de invloed van de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling op het groepsrisico inzichtelijk gemaakt. Voor de transporthoeveelheden is uitgegaan van de vervoersgegevens genoemd in tabel 6.1.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 19
De rekenresultaten zijn in de volgende paragrafen samengevat. Een uitgebreide rapportage van de uitgevoerde berekeningen is als bijlage 5 en 6 bijgevoegd.
6.4.1
Het plaatsgebonden risico
In onderstaande tabel 6.2 zijn de resultaten van het plaatsgebonden risico opgenomen. Tabel 6.2 Resultaten plaatsgebonden risico N290 Weg N285
10-5/jaar --
PR contour tot wegvak in meters 10-6/jaar 10-7/jaar -31
10-8/jaar 106
Voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling is de ligging van de 10-6 contour voor het plaatsgebonden risico van belang. Nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten mogen niet binnen deze contour worden gerealiseerd. Uit de rekenresultaten blijkt dat de onderzoekslocatie ruim gelegen is buiten de PR 10-6 contour. De PR 10-8 loopt is ongeveer gelegen over het midden van de onderzoekslocatie. Het plaatsgebonden risico levert dan ook geen beperking voor de realisatie van de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. De aanvaardbaar geachte basisveiligheid is aanwezig. In figuur 6.1 is de ligging van de PR 10-8 contour door middel een groene contourlijn weergegeven. De blauwe lijn betreft de PR 10-7 contour.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 20
Figuur 6.1: Ligging PR contouren ter hoogte van de onderzoekslocatie (bron RBMII)
PR 10-8
6.4.2
Het groepsrisico
Het groepsrisico is berekend voor twee scenario’s. Scenario 1: Scenario 2:
Autonome situatie. Nieuwe situatie.
Door de scenario’s met elkaar te vergelijken is de invloed van de nieuwe ontwikkeling op het groepsrisico inzichtelijk gemaakt. De berekeningen voor de scenario’s zijn uitgevoerd voor een invloedsgebied van 300 meter aan beide zijden van de weg. Uit de berekening van de fN-curve blijkt dat voor beide scenario’s het groepsrisico ruim onder de oriëntatiewaarde blijft. Daarnaast blijkt uit de vergelijking van de fN-curves dat er sprake is van een marginale toename van het groepsrisico van scenario 2 in vergelijking met scenario 1.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 21
Op basis hiervan kan gesteld worden dat er als gevolg van de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling sprake is van een marginale toename van het groepsrisico ten opzichte van de autonome situatie maar dat de oriëntatiewaarde nog ruim wordt onderschreden. De fN-curven zijn weergegeven in de figuren 6.2 t/m 6.5 en kwantitatief in tabel 6.3. Tabel 6.3: Omvang groepsrisico scenario 1 en 2 maatgevende kilometer Omschrijving Normwaarde Maximaal aantal slachtoffers Maximale frequentie
Scenario 1 autonome situatie 0,00007 (104:6,3 x 10-9)
Scenario 2 nieuwe situatie 0,00017 (234:3,2 x 10-9)
222 (222:1,1 x 10-9)
308 (308:1,1 x 10-9)
1,4 x 10-7 (11:1,4 x 10-7)
1,3 x 10-7 (11:1,3 x 10-7)
Toelichting omschrijving: Normwaarde: De maximale waarde van het groepsrisico ten opzichte van de oriëntatiewaarde. Bij een berekende normwaarde van > 0,01 is sprake van een overschrijding van de oriëntatiewaarde. Bij de berekende normwaarde wordt het aantal daarbij behorende slachtoffers vermeld. Maximaal slachtoffers: Het maximaal aantal slachtoffers met de daarbij behorende frequentie. Maximale frequentie:
De maximale frequentie bij 10 of meer slachtoffers.
Uit tabel 6.3 kunnen de volgende conclusies worden herleid. Als gevolg van de ruimtelijke ontwikkeling neemt de normwaarde toe van 0,00007 naar 0,00017. De toename blijft ruim beneden de normwaarde van 0,01 welke geldt als oriëntatiewaarde. Het maximaal aantal slachtoffers Max N voor de autonome situatie bedraagt 222 personen bij een frequentie van 1,1 x 10-9/jaar. In de nieuwe situatie is sprake van 308 slachtoffers bij een frequentie van 1,1 x 10-9/jaar. De maximale ongevalfrequentie Max F waarbij sprake is van 11 slachtoffers neemt marginaal af van 1,4 x 10-7 naar 1,3 x 10-7. Deze afname is verklaarbaar doordat vanwege de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling het traject van de maatgevende kilometers niet gelijk aan elkaar zijn. Voor het totale traject is wel sprake van een marginale toename, namelijk van 3,0 x 10-7 naar 3,1 x 10-7. Deze maximale ongevalfrequenties zijn genoemd onder punt 3.1.1. in de bijlage 3 en 4. In de figuren 6.2 en 6.3 zijn de fN-curve voor respectievelijk de autonome situatie en de nieuwe situatie weergegeven. De donker groene lijn geeft de fN-curve weer voor het totale traject en de licht groene lijn de fN-curve voor de maatgevende kilometer. In de figuren 6.4 en 6.5 zijn de verschillen in fN-curve voor het totale traject en de maatgevende kilometer weergegeven tussen beide scenario’s.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 22
Figuur 6.2: fN-curve scenario 1 autonome situatie Max F oriëntatiewaarde
normwaarde
Max N
Figuur 6.3: fN-curve scenario 2 nieuwe situatie
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 23
Figuur 6.4: Vergelijking FN-curve scenario 1 en 2 totaal traject
Scenario 2 Scenario 1
Figuur 6.5: Vergelijking FN-curve scenario 1 en 2 maatgevende kilometer
Op basis van de uitgevoerde risicoberekeningen kan gesteld worden dat de ruimtelijke ontwikkeling niet relevant is voor de hoogte van het groepsrisico. Het groepsrisico voor de Nijmeegseweg hoeft geen beperking te geven voor de realisatie van de ruimtelijke ontwikkeling. Wel is van belang dat bij de ruimtelijke uitwerking van het plan o.a. rekening wordt gehouden met de mogelijkheden tot zelfredzaamheid van de personen en de inzetbaarheid van de hulpdiensten. In hoofdstuk 7 Verantwoording groepsrisico zal hier nog nader op worden ingegaan.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
7
7.1
20110690 december 2011 blad 24
VERANTWOORDING GROEPSRISICO
Algemeen
Het groepsrisico is een rekenwijze welke de kans weergeeft dat er een calamiteit plaatsvindt met meerdere dodelijke slachtoffers. Bij bepaalde besluiten op grond van de Wet milieubeheer en de Wet ruimtelijke ordening dient het bevoegd gezag in het kader van haar bestuurlijke verplichting het groepsrisico te verantwoorden. Bepalend voor de omvang van het groepsrisico zijn o.a.: De aanwezige risicobronnen. De ongevalscenario’s met daarbij behorende effecten. De omvang van het invloedsgebied van de effecten. De personendichtheid binnen het invloedsgebied. De mogelijkheid tot zelfredzaamheid. De mogelijkheid tot bestrijdbaarheid van een ongeval. Naast een rekenkundige beoordeling van het groepsrisico is het advies van de regionale brandweer, als deskundige op het gebied van hulpverlening, van belang voor de verantwoording van het groepsrisico. In het kader van haar besluitvorming zal het bevoegd gezag de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling voor een veiligheidsadvies moeten voorleggen aan de regionale brandweer. 7.2
Omvang invloedsgebied groepsrisico
De bepalende risicobron voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling is Nijmeegseweg (A325). De ten westen van het plangebied gelegen hogedrukgasleiding kan als niet relevant aangemerkt worden. Het invloedsgebied reikt tot de begrenzing van de onderzoekslocatie. Voor de Nijmeegsweg is het ongevalscenario BLEVE bepalend. De invloed van een eventuele plasbrand of plasdampverdamp is niet relevant. Voor de beoordeling van de personendichtheid is uitgegaan van een invloedsgebied van 300 meter aan beide zijde van de weg. Deze omvang van het invloedsgebied kan aangemerkt worden als toereikend voor de berekening van het groepsrisico. Ruimtegebruik gelegen op een afstand van meter dan 200 meter heeft nagenoeg geen invloed op de berekening van het groepsrisico. 7.3
Personendichtheid invloedsgebied
Door de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling binnen het plangebied is sprake van een toename van de personendichtheid van 300 personen in de dagperiode. Er is dan ook als gevolg van de ruimtelijke ontwikkeling sprake van een kleine toename van het groepsrisico. Uit de rekenresultaten voor het groepsrisico blijkt dat voor de Nijmeegseweg geen sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde. De oriëntatiewaarde wordt ruim onderschreden. De initiatiefnemer heeft geen invloed op risicobeperkende maatregelen aan de aanwezige risicobronnen en heeft daardoor ook geen directe invloed op mogelijk risicobeperkende maatregelen aan de risicobronnen. In verband met de ruime onderschrijding van het groepsrisico is het verlagen van de personendichtheid niet noodzakelijk.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
7.4
20110690 december 2011 blad 25
Zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid
Zelfredzaamheid Onder zelfredzaamheid dient verstaan te worden de mogelijkheid waarbinnen personen zich zelfstandig in veiligheid kunnen brengen. Voor de beoordeling hiervan zijn met name de volgende parameters van belang: 1. Ligging van de locatie ten opzichte van de gevaarbron. 2. Ongevalscenario’s. 3. Fysieke gesteldheid bewoners en beschikbare vluchtmogelijkheden en veiligheidsvoorzieningen. De nieuwe ruimtelijke ontwikkeling omvat de realisatie van een kinderparadijs in een bestaand bedrijfspand. Een deel van de bezoekende kinderen kan aangemerkt worden als beperkt redzaam. Als compensatie hiervoor kan aangemerkt worden dat veelal een deel van de bezoekende kinderen onder begeleiding van een ouder aanwezig is. Daarnaast is altijd een toereikend aantal personeelsleden aanwezig welke geïnstrueerd zijn over het ontvluchten van het gebouw. Bij de inrichting van het kinderdagverblijf dienen door de initiatiefnemer de noodzakelijke maatregelen getroffen te worden die de zelfredzaamheid verhogen. De vluchtvoorzieningen dienen gesitueerd te worden aan de oostzijde van het kinderdagverblijf. Ten aanzien van de verantwoording van de zelfredzaamheid kan het navolgende worden opgemerkt: Voor de bezoekers bestaat de mogelijkheid om binnen te schuilen in de omgeving, bij een calamiteit op de weg kan vanaf de gevaarbron de locatie worden ontvlucht. Het plangebied is volledig gelegen binnen het dekkingsgebied van een bestaande Waarschuwing en alarmeringsinstallatie (WAS). Bij het optreden van een explosie als gevolg van een koude BLEVE, scheuren tankwagen, is vanwege de snelle ontwikkelingstijd vluchten niet mogelijk. Als gevolg van een optredende vuurbal in combinatie met een drukgolf zal tot op een afstand van ca. 80 meter van de tankwagen doden vallen en tot op een afstand van 200 meter gewonden. Het treffen van bouwkundige maatregelen heeft op deze effecten maar weinig invloed. Op basis hiervan worden dan ook geen aanvullende bouwkundige maatregelen noodzakelijk geacht.
Bestrijdbaarheid Voor de bestrijdbaarheid dient de locatie voor hulpdiensten goed bereikbaar te zijn. De beoordeling hiervan betreft een verantwoording van het bevoegd gezag. De verwachting is dat de bereikbaarheid van het plangebied als toereikend aangemerkt kan worden. De regionale brandweer zal in haar advies hier nader op ingaan. Daarnaast zal het bevoegd gezag in haar verantwoording moeten betrekken de beschikbaarheid van bluswatervoorzieningen.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
8
20110690 december 2011 blad 26
CONCLUSIE
In opdracht van Breijn B.V. Stedelijke Infra is door AGEL adviseurs een onderzoek gedaan naar de invloed van de externe veiligheid ten behoeve van de realisatie van een kinderparadijs aan de Hazenkamp 36 te Arnhem. De onderzoekslocatie is gelegen in het zuidelijk deel van de bebouwde kom van Arnhem. Aan de westzijde grenst de locatie aan de Nijmeegseweg (A325) en aan de noordzijde aan de Burgemeester Matsersingel. Aan de zuid- en oostzijde grenst de locatie aan de bestaande bedrijfspercelen van het bedrijventerrein Hazenkamp. Het kinderparadijs dient vanwege de aanwezigheid van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen aangemerkt te worden als een kwetsbaar object. De aanwezige relevante risicobron betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Nijmeegseweg. Het invloedsgebied loopt over de onderzoekslocatie waar het kinderparadijs zal worden gevestigd. 8.1
Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg
Uit de rekenresultaten blijkt dat de onderzoekslocatie niet is gelegen binnen een PR 10-6 contour. Op basis hiervan kan gesteld worden dat er sprake is van een toereikende mate van basisveiligheid. Ten aanzien van het groepsrisico is als gevolg van de toename van de personendichtheid met 300 personen in de dagperiode sprake van een geringe toename van de hoogte van het groepsrisico. De totale personendichtheid binnen het invloedsgebied bedraagt na realisatie van de ruimtelijke ontwikkeling 4.034 personen in de dagperiode en 3.444 personen in de nachtperiode. In zowel de autonome situatie als voor de nieuwe situatie kan gesteld worden dat de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico ruim onderschreden wordt. De maximale ongevalfrequentie (Max F) waarbij sprake is van meer dan 10 dodelijke slachtoffers bedraagt 1,3 x 10-7 per jaar. Het maximale aantal slachtoffers bedraagt 308 personen. De kans hierop bedraagt 1,1 x 10-9 per jaar. 8.2
Verantwoordingsplicht
Uit de rekenresultaten blijkt dat er sprake is van een geringe toename van het groepsrisico. De toename dient derhalve verantwoord te worden. De verantwoordingsplicht betreft een bestuurlijke verplichting van het bevoegd gezag. Bij de verantwoordingsplicht dient o.a. ingegaan te worden op de gevolgen van de ruimtelijke ontwikkeling op de hoogte van het groepsrisico, de zelfredzaamheid van de personen binnen de onderzoekslocatie en de bestrijdbaarheid van calamiteiten. Ten aanzien van deze verantwoordingspicht zijn in hoofdstuk 7 enkele aandachtspunten aangegeven. In het kader van haar verantwoordingsverplichting dient het bevoegd gezag ook advies in te winnen bij de regionale brandweer of het bestuur van de veiligheidsregio en dit advies te betrekken in haar afweging.
AGEL adviseurs D01 Onderzoek Externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
20110690 december 2011 blad 27
Tot slot kan nog opgemerkt worden dat er binnen de gemeente Arnhem concrete plannen zijn om in 2012 een vervoersbesluit te nemen waarbij de aanwijzing als een verplichte route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen komt te vervallen.
BIJLAGE 1 Invloedsgebied groepsrisico gemeente Arnhem
´
Invloedsgebied Groepsrisico Arnhem 2010 Legenda Risicovolle bedrijven Route gevaarlijke stoffen weg, spoor en water Ondergrondse aardgasleiding
BIJLAGE 3
Dienst Stadsbeheer Sector Regie datum: april 2010
0 200 400
800 Meters
BIJLAGE 2 Vervoersgegevens gevaarlijke stoffen
AGEL adviseurs dossier 20110690 Bijlage 2
Onderzoek externe Veiligheid Kinderparadijs Hazenkamp 36 te Arnhem
A325 richting Tellocatie LF1 LF2 LT1 LT2 LT3 LT4 LT5 A15 / A325 (knooppunt G24 Ressen) - A325 knooppunt Elden (Burg-Matsersingel 1981,69/ Nijmeegseweg) 8124,81 28,57 66,01 0,00 0,00 0,00 A325 knooppunt Elden 1937,68 (knooppunt 8506,11 Ressen) 28,57 213,47 0,00 0,00 0,00 G24 (Burg-Matsersingel / Nijmeegseweg) - A15 / A325 Totaal 3919 16631 57 279 0 0 0 Tellingen vervoer gevaarlijke stoffen op de weg 2006 & 2007 AVV Opmerking Deze telling is gecorrigeerd voor de registratiegraad van 95% op wegvakken met een gemiddelde of lage intensiteitklasse
LT6 0,00 0,00 0
jaarintensiteit per rijstrook GF0 GF1 GF2 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0 0 0
GF3 429,25 492,63 922
GT0 0,00 0,00 0
GT1 0,00 0,00 0
GT2 0,00 0,00 0
GT3 0,00 0,00 0
GT4 0,00 0,00 0
GT5 0,00 0,00 0
BIJLAGE 3 RBMII rapportage autonome situatie
Rapportage autonome situatie plangebied Hazenkamp 36
Versie: 1.3.0 Build: 247 Releasedatum: 30-10-2008 Datum: 15-12-2011, tijd: 8:07:19
Project: autonome situatie plangebied Hazenkamp 36
2
1 Projectgegevens
1.1 Samenvatting Eigenschap
Waarde
Projectnaam
autonome situatie plangebied Hazenkamp 36 autonome situatie plangebied Hazenkamp 36 Weg Volkel 2423 Plaatsgebonden- en groepsrisico's
Omschrijving Modaliteit Weerfile Totale lengte van de route Berekend Gemiddelde afstand tot de contouren Contour
Afstand
1/j
m
10-5
Niet aanwezig
10-6 10-7 10-8 Oppervlak onder de contouren
Niet aanwezig 31 106
Contour
Oppervlak
1/j
m²
10-5
Niet aanwezig
10-6 10-7 10-8
Niet aanwezig 151719 551549
Eenheid
m
1.2 Versies Onderdeel
Versie
Datum
RBM_II.exe Parameters Weer Scenariobestand Stoffenbestand Helpbestand Systeemdatum
1.3.0 Build: 247 1.2.3 1.0 1.0 v2.0 2.2 -
30/10/2008 30/10/2008 20-03-2008 20-03-2008 20-03-2008 20-03-2008 15-12-2011
Punt
X-waarde
Y-Waarde
Linksonder
187945
438790
1.3 Werkgebied
Project: autonome situatie plangebied Hazenkamp 36
Rechtsboven
3
190945
441790
1.4 Algemene gegegevens Eigenschap
Waarde
Projectnaam
autonome situatie plangebied Hazenkamp 36
Omschrijving Extra informatie Projectcode Datum afronding Uitgevoerd door Analist
Geen informatie 20110690 Niet ingevuld C. Machielsen
Telefoon E-mail Bedrijf Postadres Postcode Plaats In opdracht van Naam
0162-456481
[email protected] AGEL adviseurs postbus 4156 4900CD Oosterhout
Telefoon E-mail Organisatie contactpersoon Postadres Postcode Plaats check
073-6582243
[email protected] Mevr. M. Schröder Postbus 37 5240AA Rosmalen drs. ing. M.G.A. van den Brink
Breijn B.V. Stedelijke infra
1.4.1 Weer: Volkel Eigenschap
Waarde
Eenheid
Weerstation Specificaties Aantal windrichtingen Aantal weersklassen Begin van de dag (hh:mm) Begin van de nacht (hh:mm) Meteo gegevens Meteo gegevens
Volkel CPR 18E pag. 4.38 12 6 08:00 18:30
Stabiliteit
B
D
D
D
E
F
Windsnelh. m/s
3,0
1,5
5,0
9,0
5,0
1,5
6:0 0:1 1:1 1:2 2:2 2:3 3:3 3:4 4:4 4:5 5:5 5:6
2,100 2,200 3,000 2,500 1,800 1,500 1,600 2,100 2,500 2,000 1,600 1,300
1,400 1,200 1,100 0,900 0,800 1,000 1,600 2,200 2,400 2,100 1,500 1,200
1,900 1,700 2,000 1,500 1,200 1,400 2,600 4,300 5,900 4,200 2,700 1,900
0,900 1,100 2,000 1,400 0,800 0,900 1,900 4,800 6,200 4,000 1,900 1,100
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o
Project: autonome situatie plangebied Hazenkamp 36
4
Meteo gegevens Stabiliteit
B
D
D
D
E
F
Windsnelh. m/s
3,0
1,5
5,0
9,0
5,0
1,5
6:0 0:1 1:1 1:2 2:2 2:3 3:3 3:4 4:4 4:5 5:5 5:6
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
1,300 1,400 1,200 1,200 1,000 1,300 2,200 2,500 2,600 2,000 1,600 1,100
0,900 1,300 1,800 1,400 1,000 1,500 2,600 4,100 4,600 2,400 1,300 0,700
0,300 0,600 1,300 0,800 0,300 0,800 1,500 3,700 4,200 1,900 0,600 0,200
0,600 0,800 1,400 1,000 0,500 0,600 0,900 1,400 1,400 0,900 0,400 0,300
2,900 3,300 3,000 2,500 1,800 1,900 2,400 3,300 2,900 2,700 2,200 1,800
o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o
2 Situatie plot + PR-contouren
Figuur 1
3 Groepsrisico’s
3.1 Groepsrisicocurve
Project: autonome situatie plangebied Hazenkamp 36
5
3.1.1 Kenmerken van het berekende groepsrisico
Eigenschap
Waarde
Naam GR-curve Normwaarde (N:F) Max. N (N:F) Max. F (N:F) Naam GR-curve
Groepsrisico van de totale route. 0,00010 (104 : 9,6E-009) 234 (234 : 1,1E-009) 3,0E-007 (11 : 3,0E-007) Hoogste groepsrisico per km. Deelroute 1, 749-1748 0,00007 (104 : 6,3E-009) 222 (222 : 1,1E-009) 1,4E-007 (11 : 1,4E-007)
Normwaarde (N:F) Max. N (N:F) Max. F (N:F)
4 Route en transportgegevens
4.1 Wegroute: A325 Nijmeegseweg Eigenschap
Waarde
Unit
Omschrijving Type wegtraject Breedte Frequentie (1/vtg.km) Beginpunt is eindpunt voorgaand traject Coordinaten
Snelweg 20 8,300E-008 Niet waar
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
188775,02 188787,12 188795,18 188799,21 188827,44 188883,89 188960,50 189093,57 189242,76
439060,16 439334,35 439830,32 440310,16 440503,71 440656,94 440781,94 440915,00 441040,00
m
Project: autonome situatie plangebied Hazenkamp 36
189464,54
441217,42
Transport van voorgaand traject
Niet waar
Transport Stof
Transp. middel
Aantal transp. 1/jaar
GF3 (licht ontvlambare gassen) LF1 (brandbare vloeistoffen) LF2 (zeer brandbare vloeistoffen) LT1 (toxische vloeistoffen) LT2 (toxische vloeistoffen cat. 2)
6
Transp. overdag
Transp. werkweek
o/o
o/o
922
Tankwagen (brandb. gas)
70
100
4507
Tankwagen (brandb. vloeistof) Tankwagen (brandb. vloeistof)
70
100
70
100
Tankwagen (tox. vloeistof) Tankwagen (tox. vloeistof)
70
100
70
100
19126
83 405
5 Standaard bebouwing
5.1 O1. wonen + bedrijven Rijkerswoerdsestraat Eigenschap
Waarde
Naam
O1. wonen + bedrijven Rijkerswoerdsestraat
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten X (rdm)
Woonbebouwing Y (rdm)
m
m
189188,94 189136,74 188804,22 188854,49
439023,47 438930,68 439102,73 439209,06
Aantal mensen Dag Nacht
Eenheid
1/ha 2,361 2,361
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,07 0,01
Oppervlak
42363
m²
Project: autonome situatie plangebied Hazenkamp 36
7
5.2 O2. woonwijk Rijkerswoerd Eigenschap
Waarde
Naam
O2. woonwijk Rijkerswoerd
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten X (rdm)
Eenheid
Woonbebouwing Y (rdm)
m
m
189163,80 189202,47 189241,13 189245,00 189237,27 189161,87 189020,75 189177,34 189173,47 189074,88 189069,08 Aantal mensen
439850,89 439854,76 439841,22 439653,70 439551,24 439388,85 439450,71 439659,50 439785,16 439790,96 439854,76
Dag Nacht
35 70
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
51758,7
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
O6. woonwijk Overmaat
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten X (rdm)
Niet ingevuld Woonbebouwing
m
m
189490,52 189581,38 189391,93 189291,40 189188,94 189353,26 189424,79 189401,59 189418,99 189399,66 Aantal mensen
441121,02 440745,97 440573,92 440631,91 440761,44 440898,70 440958,63 441003,09 441026,29 441053,36
Dag Nacht
35 70
1/ha
--
5.3 O6. woonwijk Overmaat
Y (rdm)
1/ha
Project: autonome situatie plangebied Hazenkamp 36
8
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,07 0,01
Oppervlak
104205
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
W1. woonwijk De Laar
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten X (rdm)
Niet ingevuld Woonbebouwing
m
m
188699,83 188707,56 188605,10 188450,44 188463,98 Aantal mensen
440311,00 439410,12 439255,46 439336,65 440399,93
Dag Nacht
35 70
5.4 W1. woonwijk De Laar
Y (rdm)
1/ha
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,07 0,01
Oppervlak
258211
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
W4. woonwijk Elden
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten
Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
189167,79 189333,44 189270,69 189312,52 189233,88 189223,01 189178,67 189164,44 189138,51 189127,63 189118,43 189133,49 189073,25 188997,96 188831,47
441412,19 441294,23 441219,77 441170,41 441105,16 441118,54 441089,26 441095,95 441079,22 441058,31 441031,53 441018,15 440971,30 441026,51 440837,44
5.5 W4. woonwijk Elden
Project: autonome situatie plangebied Hazenkamp 36
9
188773,74 189028,07 189062,38 Aantal mensen
440890,98 441182,12 441231,48
Dag Nacht
35 70
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
99390,5
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
O4. bedrijventerrein Hazenkamp
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten
Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
189210,20 189216,00 189020,75 188852,56 188829,36 188829,36 188887,35 Aantal mensen
440309,07 439889,56 439874,09 439891,49 440050,01 440125,41 440299,40
Dag Nacht
40 118856352
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118856512
Oppervlak
154583
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
O5. bedrijventerrein Overmaat
1/ha
--
6 Bedrijven dagdienst
6.1 O4. bedrijventerrein Hazenkamp
1/ha
--
6.2 O5. bedrijventerrein Overmaat
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten X (rdm)
Bedrijven (dagdienst) Y (rdm)
m
m
189411,26 189173,47
440964,43 440759,51
Project: autonome situatie plangebied Hazenkamp 36
189287,53 189374,53 189312,66 189233,40 189127,07 188993,68 188922,15 188889,29 188902,82 188933,75 189032,35 189341,66 Aantal mensen
440616,45 440571,98 440506,25 440448,26 440409,59 440405,73 440423,13 440452,12 440564,25 440660,91 440809,77 441057,22
Dag Nacht
40 118856272
10
1/ha
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,05 118855712
Oppervlak
167430
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
W2. kantoren Ohra
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten
Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
188674,19 188686,74 188702,63 188721,04 188725,22 188709,32 188693,43 188683,39 188669,17 188646,58 188624,83 188590,52 188581,32 188608,09 188608,93 188629,01 188622,32 188613,11 188621,48 188644,07 Aantal mensen
440564,70 440537,93 440536,26 440543,79 440514,50 440495,26 440515,34 440518,69 440506,14 440501,12 440508,65 440482,71 440495,26 440517,85 440558,01 440565,54 440579,76 440609,88 440615,73 440573,07
Dag Nacht
1598 118855232
Fractie buitenshuis Dag
0,05
6.3 W2. kantoren Ohra
1/ha
--
Project: autonome situatie plangebied Hazenkamp 36
11
Nacht
118855552
Oppervlak
6883,79
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
W3. bedrijventerrein Molenweg
6.4 W3. bedrijventerrein Molenweg
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten X (rdm)
Bedrijven (dagdienst) Y (rdm)
m
m
188996,28 189066,56 188962,82 188885,85 188833,98 188795,50 Aantal mensen
441016,47 440967,11 440888,47 440821,54 440758,80 440790,59
Dag Nacht
21,91 118859872
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118860512
Oppervlak
18259
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
O3. sportvelden
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten
Evenementen (in het weekend)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
189059,41 189063,28 189156,07 189156,07 189119,34 189072,94 189013,01 188848,69 188856,42 Aantal mensen
439827,69 439779,36 439773,56 439667,23 439615,04 439560,91 439468,11 439551,24 439829,63
Dag Nacht
18,01 0
1/ha
--
7 Evenementen weekend
7.1 O3. sportvelden
1/ha
Project: autonome situatie plangebied Hazenkamp 36
Fractie buitenshuis Dag Nacht
12
-0,5 0,1
Aantal evenementen Tijdsduur van het evenement Dag Nacht
2
Oppervlak
83289
1/week uur
6 0 m²
Rapportage Nieuwe situatie plangebied Hazenkamp 36
Versie: 1.3.0 Build: 247 Releasedatum: 30-10-2008 Datum: 15-12-2011, tijd: 7:56:34
Project: Nieuwe situatie plangebied Hazenkamp 36
2
1 Projectgegevens
1.1 Samenvatting Eigenschap
Waarde
Projectnaam
Nieuwe situatie plangebied Hazenkamp 36 Nieuwe situatie plangebied Hazenkamp 36 Weg Volkel 2423 Plaatsgebonden- en groepsrisico's
Omschrijving Modaliteit Weerfile Totale lengte van de route Berekend Gemiddelde afstand tot de contouren Contour
Afstand
1/j
m
10-5
Niet aanwezig
10-6 10-7 10-8 Oppervlak onder de contouren
Niet aanwezig 31 106
Contour
Oppervlak
1/j
m²
10-5
Niet aanwezig
10-6 10-7 10-8
Niet aanwezig 151719 551549
Eenheid
m
1.2 Versies Onderdeel
Versie
Datum
RBM_II.exe Parameters Weer Scenariobestand Stoffenbestand Helpbestand Systeemdatum
1.3.0 Build: 247 1.2.3 1.0 1.0 v2.0 2.2 -
30/10/2008 30/10/2008 20-03-2008 20-03-2008 20-03-2008 20-03-2008 15-12-2011
Punt
X-waarde
Y-Waarde
Linksonder
187945
438790
1.3 Werkgebied
Project: Nieuwe situatie plangebied Hazenkamp 36
Rechtsboven
3
190945
441790
1.4 Algemene gegegevens Eigenschap
Waarde
Projectnaam
Nieuwe situatie plangebied Hazenkamp 36
Omschrijving Extra informatie Projectcode Datum afronding Uitgevoerd door Analist
Geen informatie 20110690 Niet ingevuld C. Machielsen
Telefoon E-mail Bedrijf Postadres Postcode Plaats In opdracht van Naam
0162-456481
[email protected] AGEL adviseurs postbus 4156 4900CD Oosterhout
Telefoon E-mail Organisatie contactpersoon Postadres Postcode Plaats check
073-6582243
[email protected] Mevr. M. Schröder Postbus 37 5240AA Rosmalen drs. ing. M.G.A. van den Brink
Breijn B.V. Stedelijke infra
1.4.1 Weer: Volkel Eigenschap
Waarde
Eenheid
Weerstation Specificaties Aantal windrichtingen Aantal weersklassen Begin van de dag (hh:mm) Begin van de nacht (hh:mm) Meteo gegevens Meteo gegevens
Volkel CPR 18E pag. 4.38 12 6 08:00 18:30
Stabiliteit
B
D
D
D
E
F
Windsnelh. m/s
3,0
1,5
5,0
9,0
5,0
1,5
6:0 0:1 1:1 1:2 2:2 2:3 3:3 3:4 4:4 4:5 5:5 5:6
2,100 2,200 3,000 2,500 1,800 1,500 1,600 2,100 2,500 2,000 1,600 1,300
1,400 1,200 1,100 0,900 0,800 1,000 1,600 2,200 2,400 2,100 1,500 1,200
1,900 1,700 2,000 1,500 1,200 1,400 2,600 4,300 5,900 4,200 2,700 1,900
0,900 1,100 2,000 1,400 0,800 0,900 1,900 4,800 6,200 4,000 1,900 1,100
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o
Project: Nieuwe situatie plangebied Hazenkamp 36
4
Meteo gegevens Stabiliteit
B
D
D
D
E
F
Windsnelh. m/s
3,0
1,5
5,0
9,0
5,0
1,5
6:0 0:1 1:1 1:2 2:2 2:3 3:3 3:4 4:4 4:5 5:5 5:6
0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000
1,300 1,400 1,200 1,200 1,000 1,300 2,200 2,500 2,600 2,000 1,600 1,100
0,900 1,300 1,800 1,400 1,000 1,500 2,600 4,100 4,600 2,400 1,300 0,700
0,300 0,600 1,300 0,800 0,300 0,800 1,500 3,700 4,200 1,900 0,600 0,200
0,600 0,800 1,400 1,000 0,500 0,600 0,900 1,400 1,400 0,900 0,400 0,300
2,900 3,300 3,000 2,500 1,800 1,900 2,400 3,300 2,900 2,700 2,200 1,800
o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o o/o
2 Situatie plot + PR-contouren
Figuur 1
3 Groepsrisico’s
3.1 Groepsrisicocurve
Project: Nieuwe situatie plangebied Hazenkamp 36
5
3.1.1 Kenmerken van het berekende groepsrisico
Eigenschap
Waarde
Naam GR-curve Normwaarde (N:F) Max. N (N:F) Max. F (N:F) Naam GR-curve
Groepsrisico van de totale route. 0,00018 (234 : 3,3E-009) 308 (308 : 1,1E-009) 3,1E-007 (11 : 3,1E-007) Hoogste groepsrisico per km. Deelroute 1, 674-1673 0,00017 (234 : 3,2E-009) 308 (308 : 1,1E-009) 1,3E-007 (11 : 1,3E-007)
Normwaarde (N:F) Max. N (N:F) Max. F (N:F)
4 Route en transportgegevens
4.1 Wegroute: A325 Nijmeegseweg Eigenschap
Waarde
Unit
Omschrijving Type wegtraject Breedte Frequentie (1/vtg.km) Beginpunt is eindpunt voorgaand traject Coordinaten
Snelweg 20 8,300E-008 Niet waar
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
188775,02 188787,12 188795,18 188799,21 188827,44 188883,89 188960,50 189093,57 189242,76
439060,16 439334,35 439830,32 440310,16 440503,71 440656,94 440781,94 440915,00 441040,00
m
Project: Nieuwe situatie plangebied Hazenkamp 36
189464,54
441217,42
Transport van voorgaand traject
Niet waar
Transport Stof
Transp. middel
Aantal transp. 1/jaar
GF3 (licht ontvlambare gassen) LF1 (brandbare vloeistoffen) LF2 (zeer brandbare vloeistoffen) LT1 (toxische vloeistoffen) LT2 (toxische vloeistoffen cat. 2)
6
Transp. overdag
Transp. werkweek
o/o
o/o
922
Tankwagen (brandb. gas)
70
100
4507
Tankwagen (brandb. vloeistof) Tankwagen (brandb. vloeistof)
70
100
70
100
Tankwagen (tox. vloeistof) Tankwagen (tox. vloeistof)
70
100
70
100
19126
83 405
5 Standaard bebouwing
5.1 O1. wonen + bedrijven Rijkerswoerdsestraat Eigenschap
Waarde
Naam
O1. wonen + bedrijven Rijkerswoerdsestraat
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten X (rdm)
Woonbebouwing Y (rdm)
m
m
189188,94 189136,74 188804,22 188854,49
439023,47 438930,68 439102,73 439209,06
Aantal mensen Dag Nacht
Eenheid
1/ha 2,361 2,361
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,07 0,01
Oppervlak
42363
m²
Project: Nieuwe situatie plangebied Hazenkamp 36
7
5.2 O2. woonwijk Rijkerswoerd Eigenschap
Waarde
Naam
O2. woonwijk Rijkerswoerd
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten X (rdm)
Eenheid
Woonbebouwing Y (rdm)
m
m
189163,80 189202,47 189241,13 189245,00 189237,27 189161,87 189020,75 189177,34 189173,47 189074,88 189069,08 Aantal mensen
439850,89 439854,76 439841,22 439653,70 439551,24 439388,85 439450,71 439659,50 439785,16 439790,96 439854,76
Dag Nacht
35 70
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
51758,7
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
O6. woonwijk Overmaat
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten X (rdm)
Niet ingevuld Woonbebouwing
m
m
189490,52 189581,38 189391,93 189291,40 189188,94 189353,26 189424,79 189401,59 189418,99 189399,66 Aantal mensen
441121,02 440745,97 440573,92 440631,91 440761,44 440898,70 440958,63 441003,09 441026,29 441053,36
Dag Nacht
35 70
1/ha
--
5.3 O6. woonwijk Overmaat
Y (rdm)
1/ha
Project: Nieuwe situatie plangebied Hazenkamp 36
8
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,07 0,01
Oppervlak
104205
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
W1. woonwijk De Laar
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten X (rdm)
Niet ingevuld Woonbebouwing
m
m
188699,83 188707,56 188605,10 188450,44 188463,98 Aantal mensen
440311,00 439410,12 439255,46 439336,65 440399,93
Dag Nacht
35 70
5.4 W1. woonwijk De Laar
Y (rdm)
1/ha
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,07 0,01
Oppervlak
258211
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
W4. woonwijk Elden
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten
Woonbebouwing
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
189167,79 189333,44 189270,69 189312,52 189233,88 189223,01 189178,67 189164,44 189138,51 189127,63 189118,43 189133,49 189073,25 188997,96 188831,47
441412,19 441294,23 441219,77 441170,41 441105,16 441118,54 441089,26 441095,95 441079,22 441058,31 441031,53 441018,15 440971,30 441026,51 440837,44
5.5 W4. woonwijk Elden
Project: Nieuwe situatie plangebied Hazenkamp 36
9
188773,74 189028,07 189062,38 Aantal mensen
440890,98 441182,12 441231,48
Dag Nacht
35 70
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,07 0,01
Oppervlak
99390,5
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
O4. bedrijventerrein Hazenkamp
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten
Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
189210,20 189216,00 189020,75 188852,56 188829,36 188829,36 188887,35 Aantal mensen
440309,07 439889,56 439874,09 439891,49 440050,01 440125,41 440299,40
Dag Nacht
40 55085312
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 55081792
Oppervlak
154583
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
O5. bedrijventerrein Overmaat
1/ha
--
6 Bedrijven dagdienst
6.1 O4. bedrijventerrein Hazenkamp
1/ha
--
6.2 O5. bedrijventerrein Overmaat
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten X (rdm)
Bedrijven (dagdienst) Y (rdm)
m
m
189411,26 189173,47
440964,43 440759,51
Project: Nieuwe situatie plangebied Hazenkamp 36
189287,53 189374,53 189312,66 189233,40 189127,07 188993,68 188922,15 188889,29 188902,82 188933,75 189032,35 189341,66 Aantal mensen
440616,45 440571,98 440506,25 440448,26 440409,59 440405,73 440423,13 440452,12 440564,25 440660,91 440809,77 441057,22
Dag Nacht
40 55080832
10
1/ha
Fractie buitenshuis Dag Nacht
-0,05 55077392
Oppervlak
167430
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
W2. kantoren Ohra
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten
Bedrijven (dagdienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
188674,19 188686,74 188702,63 188721,04 188725,22 188709,32 188693,43 188683,39 188669,17 188646,58 188624,83 188590,52 188581,32 188608,09 188608,93 188629,01 188622,32 188613,11 188621,48 188644,07 Aantal mensen
440564,70 440537,93 440536,26 440543,79 440514,50 440495,26 440515,34 440518,69 440506,14 440501,12 440508,65 440482,71 440495,26 440517,85 440558,01 440565,54 440579,76 440609,88 440615,73 440573,07
Dag Nacht
1598 55080512
Fractie buitenshuis Dag
0,05
6.3 W2. kantoren Ohra
1/ha
--
Project: Nieuwe situatie plangebied Hazenkamp 36
11
Nacht
55076992
Oppervlak
6883,79
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
W3. bedrijventerrein Molenweg
6.4 W3. bedrijventerrein Molenweg
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten X (rdm)
Bedrijven (dagdienst) Y (rdm)
m
m
188996,28 189066,56 188962,82 188885,85 188833,98 188795,50 Aantal mensen
441016,47 440967,11 440888,47 440821,54 440758,80 440790,59
Dag Nacht
40 118854352
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 118854432
Oppervlak
18259
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
N1. Kinderparadijs
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten
Bedrijven (continu dienst)
X (rdm)
Y (rdm)
m
m
188941,33 188943,21 188875,35 188873,47 Aantal mensen
440263,25 440204,81 440202,93 440263,25
Dag Nacht
620,1 124
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,05 0,01
1/ha
--
7 Bedrijven continue
7.1 N1. Kinderparadijs
1/ha
--
Project: Nieuwe situatie plangebied Hazenkamp 36
Oppervlak
12
4031,3
m²
Eigenschap
Waarde
Eenheid
Naam
O3. sportvelden
8 Evenementen weekend
8.1 O3. sportvelden
Omschrijving Type bebouwing Coördinaten X (rdm)
Evenementen (in het weekend) Y (rdm)
m
m
189059,41 189063,28 189156,07 189156,07 189119,34 189072,94 189013,01 188848,69 188856,42 Aantal mensen
439827,69 439779,36 439773,56 439667,23 439615,04 439560,91 439468,11 439551,24 439829,63
Dag Nacht
18,01 0
Fractie buitenshuis Dag Nacht
0,5 0,1
1/ha
--
Aantal evenementen Tijdsduur van het evenement Dag Nacht
2
Oppervlak
83289
1/week uur
6 0 m²
BIJLAGE 4 RBMII rapportage nieuwe situatie
Bijlage VI – Bodemonderzoek
201953-10 - Hazenkamp 36 Arnhem 0 0 0 - Lopend 16-11-2011 17-11-2011 24-11-2011 Offerte t.n.v. opdrachtgever verzenden aan de heer H.H.M. Kersten van Bruisten+ Janssen architectenbureau (adresgegevens zie PROMAN 1.1.) Kinderspeelparadijs Arnhem B.V. is huurder. VMBO-5740 BED-MKB ENN pos 6071-282/objectnr. 2000/0104 RDN LSM Heer C. Huijbregts De heer De heer C. Huijbregts D0945 020-6077400 Uni-Invest B.V. Postbus 94186 1090 GD AMSTERDAM
[email protected] http://www.uni-invest.nl NL Postbus 94186 AMSTERDAM 1090 GD NL Team O+A-Nijmegen C. Christian
[email protected] heer Huijbregts Envita Nijmegen BV De heer A.A.R. de Nijs De heer L.H.R. Smolders Hazenkamp 36 in Arnhem, Verkennend bodemonderzoek NEN 5740
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
Opdrachtgever:
Rapportnummer: Status rapport: Datum :
Envita Nijmegen B.V. Postbus 1 6550 ZG WEURT Tel: 024-3975762 Fax: 024-3977295 E-mail:
[email protected]
Uni-Invest B.V. Postbus 94186 1090 GD AMSTERDAM
201953-10/R01 Definitief 16 december 2011
Ingenieursbureau voor ruimtelijke ontwikkeling, bodem, water & milieu
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
Inhoudsopgave 1 Inleiding ........................................................................................................................................... 1 2 Kader van het onderzoek ............................................................................................................... 2 2.1 NEN-normen ............................................................................................................................. 2 2.2 Uitvoeringskader ....................................................................................................................... 2 2.3 Reikwijdte van het onderzoek ................................................................................................... 2 2.4 Toetsingskader ......................................................................................................................... 3 3 Vooronderzoek ................................................................................................................................ 5 3.1 Algemeen .................................................................................................................................. 5 3.2 Algemene gegevens ................................................................................................................. 6 3.3 Bodemgebruik ........................................................................................................................... 6 3.4 Reeds uitgevoerd bodemonderzoek ......................................................................................... 7 3.5 Bodemopbouw en geohydrologie ............................................................................................. 8 4 Hypothese en onderzoeksstrategie .............................................................................................. 9 4.1 Hypothese ................................................................................................................................. 9 4.2 Onderzoeksstrategie ................................................................................................................. 9 5 Veldwerkzaamheden..................................................................................................................... 10 5.1 Opzet....................................................................................................................................... 10 5.2 Resultaten ............................................................................................................................... 10 6 Laboratoriumonderzoek ............................................................................................................... 12 6.1 Analyseprogramma ................................................................................................................. 12 6.2 Analyseresultaten ................................................................................................................... 12 6.2.1 Grond ............................................................................................................................... 12 6.2.2 Grondwater ...................................................................................................................... 13 6.2.3 Toetsing aan de gestelde hypothese............................................................................... 13 6.2.4 Toetsing aan de noodzaak tot nader onderzoek ............................................................. 14 7 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen ............................................................................ 15
Bijlagen: 1) Regionale ligging onderzoekslocatie 2) Tekening met situering boringen en peilbuizen 3) Bodemprofielbeschrijvingen 4) Analysecertificaten 5) Overschrijdingstabellen 6) Gegevens vooronderzoek Verantwoording
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
1
INLEIDING
In opdracht van Uni-Invest B.V. is door Envita Nijmegen BV een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een locatie gelegen op het perceel Hazenkamp 36 in Arnhem. Aanleiding voor het onderzoek is de door de opdrachtgever voorgenomen aanvraag van een bouwvergunning. Het doel van het onderzoek is om middels het bepalen van de actuele bodemkwaliteit vast te stellen of de locatie geschikt is voor het beoogde gebruik. Voorliggend rapport beschrijft het kader van het onderzoek in hoofdstuk 2 en geeft de resultaten van het vooronderzoek weer in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 is de hypothese en de onderzoekstrategie beschreven. De veldwerkzaamheden zijn in hoofdstuk 5 en het laboratoriumonderzoek is in hoofdstuk 6 beschreven. Het rapport wordt besloten met de aan het onderzoek te verbinden conclusies en aanbevelingen die in samenvatting zijn weergegeven (hoofdstuk 7).
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
1/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
2
KADER VAN HET ONDERZOEK
In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de verschillende kaders die van toepassing zijn op bodemonderzoek. 2.1
NEN-normen
Bij het bepalen van de onderzoeksstrategie en het vaststellen van het onderzoeksprogramma is uitgegaan van de volgende NEN-normen: “bodem- landbodem – strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek” (Nederlandse Norm 5725: januari 2009); “bodem – landbodem – strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek – onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond” (Nederlandse norm 5740: januari 2009). 2.2
Uitvoeringskader
Het bodemonderzoek is uitgevoerd conform de wettelijke KWALIBO-regeling (Kwaliteitsborging bij bodemintermediairs). Dit betekent dat het veldwerk is uitgevoerd onder erkenning op basis van BRL SIKB 2000 en de daarbij behorende protocollen 2001 (plaatsen handboringen en peilbuizen) en 2002 (nemen van grondwatermonsters). Waar tijdens het onderzoek is afgeweken van de normen en de protocollen, is dat vermeld in dit rapport. Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd door een laboratorium dat is geaccrediteerd op basis van de criteria in NEN-EN-ISO/IEC 17025:2000 en op basis van AS3000. Op de analysecertificaten is aangegeven welke laboratoriumverrichtingen onder de genoemde accreditaties zijn uitgevoerd. Na de laatste bijlage is de verantwoording van het uitgevoerde onderzoek opgenomen, waaronder verwijzingen naar informatiebronnen, literatuur, wet- en regelgeving en kwaliteitsborging. 2.3
Reikwijdte van het onderzoek
Het verkennend bodemonderzoek is alleen bedoeld om inzicht te krijgen in de actuele chemische kwaliteit van grond en grondwater op de onderzoekslocatie ten behoeve van het beoogde doel. De uitvoering van de werkzaamheden door Envita vindt op zorgvuldige wijze plaats volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden bij onderzoek naar bodemverontreiniging. Het verkennend bodemonderzoek beoogt een waarheidsgetrouw beeld te geven van de bodemkwaliteit van de onderzoekslocatie op het moment van de monstername. Vanwege het steekproefsgewijze karakter van het onderzoek waarbij de monstername op (deels) willekeurig bepaalde locaties plaatsvindt, kan niet worden uitgesloten dat binnen de onderzoekslocatie lokaal een verontreiniging (puntbron) aanwezig is die niet wordt aangetroffen in dit onderzoek. Tevens wordt erop gewezen dat het uitgevoerde onderzoek een momentopname betreft. De onderzoeksresultaten worden minder representatief voor de actuele bodemkwaliteit naarmate meer activiteiten op de locatie plaatsvinden en de verstreken periode sinds de uitvoering van het onderzoek langer wordt. Indien grond van de locatie vrijkomt, moet er rekening mee worden gehouden dat deze niet zonder meer elders toepasbaar is. Op hergebruik van grond is het Besluit bodemkwaliteit van toepassing. De toepassing van grond elders moet worden gemeld via het “meldpunt bodemkwaliteit” van Agentschap NL. In bepaalde gemeenten kan daarnaast op grond van overgangsbeleid nog grond worden toegepast op basis van de Ministeriële vrijstellingsregeling grondverzet. Deze toepassingen moeten rechtstreeks aan de betreffende gemeente worden gemeld.
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
2/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
Het onderzoek is, mits anders aangegeven, niet van toepassing op puin- of andere lagen waarin de fractie aan bodemvreemd materiaal groter is dan 50%. Deze lagen betreffen formeel geen bodem en hierop is de Wet bodembescherming niet van toepassing. Indien in het grondwater ten opzichte van de betreffende streefwaarden verhoogde concentraties aan verontreinigende stoffen worden aangetoond, dient er rekening mee te worden gehouden dat er beperkingen kunnen bestaat ten aanzien van het onttrekken en/of lozen van grondwater op en in de omgeving van de onderzoekslocatie. 2.4
Toetsingskader
Om de mate waarin sprake is van bodemverontreiniging te kunnen beoordelen, worden de analyseresultaten van de grond- en grondwatermonsters getoetst aan het toetsingskader dat landelijk (generiek) is vastgesteld. Gemeenten kunnen daarnaast voor hun grondgebied gebiedsspecifiek beleid vaststellen. Generiek toetsingskader Voor de beoordeling van de analyseresultaten van de grond- en grondwatermonsters wordt gebruik gemaakt van de achtergrondwaarden grond zoals opgenomen in de Regeling bodemkwaliteit, de streefwaarden grondwater en interventiewaarden grond en grondwater zoals opgenomen in de Circulaire bodemsanering 2009. Bij concentraties aan verontreinigende stoffen tussen het niveau van de streef- of achtergrondwaarde en de interventiewaarde, geldt in het algemeen dat een nader onderzoek noodzakelijk is als de gemeten concentraties de halve som van streef- of achtergrondwaarde en interventiewaarde overschrijden ((S+I)/2). Deze waarde wordt ook wel aangeduid als tussenwaarde. In onderstaande tabel worden deze referentiewaarden en de daarbij gehanteerde terminologie toegelicht. Tabel 1: Toelichting op referentiewaarden Referentiewaarde
Afkorting
Betekenis
Terminologie bij overschrijding
achtergrondwaarde
Aw
generieke waarde voor schone grond (AW2000waarde)
> Aw: licht verhoogd / verontreinigd
tussenwaarde
T
toetsingswaarde voor nader onderzoek ((Aw + I) / 2)
> T: matig verhoogd / verontreinigd
interventiewaarde
I
waarde voor sanering(sonderzoek)
> I: sterk verhoogd / verontreinigd
grond
grondwater streefwaarde
S
generieke waarde voor een schoon grondwater
> S: licht verhoogd / verontreinigd
tussenwaarde
T
toetsingswaarde voor nader onderzoek ((S + I) / 2)
> T: matig verhoogd / verontreinigd
interventiewaarde
I
waarde voor sanering(sonderzoek)
> I: sterk verhoogd / verontreinigd
De referentiewaarden voor verontreinigende stoffen in grond zijn mede afhankelijk gesteld van de percentages aan lutum (fractie <2 m) en organische stof. Dit betekent dat bij elk bodemonderzoek locatiespecifieke referentiewaarden worden berekend. Sinds de inwerkingtreding van de Regeling bodemkwaliteit en Circulaire bodemsanering 2009 zijn op basis van voortschrijdend inzicht voor specifieke stoffen aanvullende toetsnormen opgesteld of toetsregels vastgesteld. Voor zover bij de uitvoering van voorliggend bodemonderzoek hiervan sprake is zal bij de interpretatie hier nader op worden ingegaan.
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
3/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
Gebiedsspecifiek toetsingskader Gemeenten hebben op basis van het Besluit bodemkwaliteit de keuze tussen het gebruiken van het generieke kader of het vaststellen van gebiedsspecifiek beleid voor hun grondgebied. Daarnaast kunnen gemeenten op grond van het overgangsrecht nog gebruik maken van de Ministeriële vrijstellingsregeling grondverzet. In dat kader hebben veel gemeenten een bodemkwaliteitskaart en een bodembeheerplan vastgesteld. Op basis van deze door gemeenten vastgestelde beleidsdocumenten kunnen lokale maximale waarden (LMW) zijn vastgesteld die hoger liggen dan de generieke achtergrondwaarden. Deze waarden gelden voor homogene deelgebieden die zijn ingedeeld naar ontstaansgeschiedenis en gebruik. De lokale maximale waarden kunnen, mits dit is vastgelegd in het gemeentelijk beleid, worden gebruikt in plaats van de generieke achtergrondwaarden bij de toetsing of sprake is van bodemverontreiniging in de zin van de Wet bodembescherming. De gemeente Arnhem hanteert gebiedsspecifiek beleid en heeft daarvoor een bodemkwaliteitskaart met bijbehorende Nota bodembeheer vastgesteld. In het geval dat in de grond verontreinigende stoffen worden aangetoond in gehalten boven de tussenwaarde, vindt er tevens toetsing plaats aan de lokale maximale waarden.
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
4/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
3
VOORONDERZOEK
Ten behoeve van de uitvoering van het verkennend bodemonderzoek is een "standaard" vooronderzoek uitgevoerd. Doel van het vooronderzoek is het achterhalen van (potentieel) bodemverontreinigende activiteiten die nu plaatsvinden of in het verleden hebben plaatsgevonden op of in de directe omgeving van de onderzoekslocatie. 3.1
Algemeen
In onderstaande tabel zijn de in het kader van het vooronderzoek geraadpleegde bronnen opgesomd. Tabel 2: Geraadpleegde bronnen nr.
Bron
Verwijzing
1
topografische kaart, schaal 1 : 12.500 (Kadaster)
bijlage 1
2
uittreksel kadastrale kaart, kadastraal bericht (Kadaster)
bijlage 6
3
mondelinge en schriftelijke informatie van architectenbureau Bruisten + Janssen
ingevulde vragenlijst opgenomen onder bijlage 6
5
gemeente Arnhem (contactpersoon L. Beerendonk) en het door de gemeente gebruikte bodeminformatiesysteem BIS4all
de verstrekte informatie is verwerkt in paragrafen 3.3 en 3.4
6
internetbronnen: a
luchtfoto’s en straatoverzichten
google earth en maps.google.nl
b
bodemloket (dossiervermelding onderzoek en sanering)
www.bodemloket.nl
c
historische topografische kaarten
www.watwaswaar.nl
d
TNO-NITG (gegevens bodemopbouw en grondwater)
www.dinoloket.nl
e
informatie hoogteligging
www.ahn.nl
f
bodemloket gemeente Arnhem
www.bodem-loket.nl/arnhem/
7
Eindsituatie bodemonderzoek Hazenkamp 36 te Arnhem
Tauw bv, rapportnummer 4422820, 15 december 2005
8
Evaluatie bodemsanering i.v.m. calamiteit Hazenkamp 40, Arnhem
EnviroPlan , rapport P-20095589/B03/RPo, d.d 12-112009
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
5/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
3.2
Algemene gegevens
Gegevens over de locatie zijn weergegeven in de volgende tabel. De regionale ligging van de locatie is grafisch weergegeven in bijlage 1. Tabel 3: Locatiegegevens adres
Hazenkamp 36 in Arnhem
kadastrale aanduiding
gemeente Arnhem, sectie AE, nummer 3950
eigenaar / gebruiker
Uni invest B.V.
oppervlakte onderzoekslocatie
circa 2.260 m²; de locatie betreft de te bebouwen luifel alsmede de bedrijfshal (excl. de kantoorruimten)
algemene omschrijving
bedrijfsterrein met momenteel leegstaande bedrijfshal
bebouwing
bedrijfshal met kantoorruimten
terreinverharding
inpandig: betonvloer op zand buitenterrein: asfalt en lokaal stelconplaten
3.3
Bodemgebruik
In onderstaande tabel zijn de beschikbare gegevens over het historisch, huidig en toekomstig gebruik van de onderzoekslocatie en de directe omgeving weergegeven. Op 29 november heeft Envita de locatie bezocht ten behoeve van een terreininspectie. Onder bijlage 6 zijn enkele foto’s van de locatie opgenomen. De kantoorruimten worden tijdelijk bewoond door een zogeheten antikraakbeweging. De bedrijfshal zelf is leegstaand. De inpandig gelegen betonvloer ziet er netjes uit en vertoont geen scheurvorming. In de noordwesthoek van de bedrijfshal is een kleine betegelde was- of spoelruimte aanwezig (2,7x2,7 m). Op korte afstand direct oostelijk van de wasplaats is een bestaande peilbuis gesitueerd. Tabel 4: Gegevens bodemgebruik Onderzoekslocatie huidig bodemgebruik activiteiten / gebruik locatie
bedrijfshal (leegstaand)
potentieel bodembedreigende activiteiten en situaties
geen
historisch bodemgebruik locatie activiteiten / gebruik locatie
tot 1991: braakliggend 1991: bouw huidige pand 1991 tot omstreeks 2005: bedrijfsterrein (drankenhandel Heineken). nadien heeft het pand leeggestaan
voormalige potentieel bodembedreigende activiteiten en situaties
direct noordelijk van het pand, onder de luifel , zijn een slibvangpunt met een oliebenzine afscheider gesitueerd. Er is op het buitenterrein echter géén (auto)wasplaats aanwezig. Met uitzondering van enkele betonplaten (stelcon) voor de roldeur is op het buitenterrein een doorlopende asfaltverharding aanwezig.
toekomstig bodemgebruik locatie activiteiten / gebruik locatie
de hal zal worden omgebouwd tot kinderspeelparadijs
potentieel bodembedreigende activiteiten en situaties
geen
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
6/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
Omgeving onderzoekslocatie huidig bodemgebruik activiteiten / gebruik locatie
noordelijk: buitenterrein oostelijk: buitenterrein en een aangrenzende bedrijventerrein zuidelijk: de aangrenzende kantoren en buitenterrein westelijk: bermstrook en de Nijmeegseweg
potentieel bodembedreigende activiteiten en situaties
voor zover bekend geen
historisch bodemgebruik locatie activiteiten / gebruik locatie
uit raadpleging van oude topografische kaarten (bron: watwaswaar.nl) blijkt het volgende: 1978: bouwland 1985: grasland 1990: braakliggend. Het bedrijventerrein lijkt te worden ontwikkeld. Het bedrijfspand zuidelijk van Hazenklamp 36 is aanwezig 1995: de huidige bebouwing is aanwezig
voormalige potentieel bodembedreigende activiteiten en situaties
de noordelijk van het pand gesitueerde olie-benzine-afscheider met slibvangput. Verder de in 2005 onderzochte locaties van de voormalige accu- en spoelruimte en de voormalige olie- opslagplaats. Zie ook de situatietekening die onder bijlage 6 is opgenomen.
Meer gedetailleerde informatie is onderstaand beschreven
toekomstig bodemgebruik locatie activiteiten / gebruik locatie
kinderspeelparadijs
potentieel bodembedreigende activiteiten en situaties
geen
Het pand is in 1991 gebouwd. Uit het uitgevoerde archiefonderzoek bij gemeente Arnhem blijkt dat de locatie vanaf 1992 in gebruik is geweest ten behoeve van drankengroothandel Heineken. De activiteiten vielen onder de AmvB Besluit opslag van goederen waarvoor geen Wm-vergunning nodig is. Er kon worden volstaan met het invullen van een kennisgevingsformulier. Voor de lozing van het (huishoudelijk) afvalwater was geen lozingsvergunning vereist. De inrichting is in het verleden diverse malen gecontroleerd op de naleving van de milieuwetten. Uit de verslagen valt op te maken dat daar over het algemeen goed aan werd voldaan. Er zijn geen zaken geconstateerd waaruit blijkt dat bodemkwaliteit als gevolg van de activiteiten aangetast zou zijn. Vanaf 2005 is de inrichting niet meer in gebruik als drankengroothandel en sindsdien leegstaand. 3.4
Reeds uitgevoerd bodemonderzoek
Op de locatie In verband met het beëindigen van de bedrijfsactiviteiten van Heineken Nederland BV is in 2005 een eindsituatie bodemonderzoek uitgevoerd (bron 7). Destijds zijn de volgende drie verdachte terreindelen geïdentificeerd: een “accuruimte”, een “spoelruimte” en een “olieopslagplaats”. De accuen spoelruimte zijn naast elkaar gelegen en hebben een gezamenlijke oppervlakte van minder dan 50 m2. De olie-opslagplaats bevindt zich in de douche en heeft een oppervlakte van minder dan 5 m2. Er zijn geen olievlekken op de betonvloer waargenomen. Onder bijlage 6 is de situatietekening opgenomen waarop de deellocaties en de toentertijd uitgevoerde boringen zijn weergegeven. Uit de boorprofielbeschrijvingen blijkt dat er in de opgeboorde grond geen bodemvreemd materiaal zoals bijvoorbeeld puin is aangetroffen. Voor de bovengrond van de gecombineerd onderzochte deellocatie “accu- en spoelruimte” zijn voor de onderzochte parameters (NEN-pakket) geen
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
7/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
overschrijdingen van de streefwaarden aangetoond. In het grondwater van de genoemde deellocaties zijn overschrijdingen van de streefwaarden vastgesteld voor arseen, cadmium en koper. In het grondwater ter plaatse van de deellocatie “olieopslagplaats” is voor minerale olie een overschrijding van de streefwaarde vastgesteld. Vluchtige aromaten (BETXN) zijn niet aangetoond. De benzine-afscheider is niet onderzocht. Onbekend is waarom niet. Omgeving Op het adres Hazenkamp 40, zuidelijk gesitueerd van Hazenkamp 36, zijn in het verleden diverse bodemonderzoeken uitgevoerd en hebben twee bodemsaneringen plaatsgevonden. Uit de uitgevoerde onderzoeken bleek een sterke verontreiniging met minerale olie gerelateerd aan een tankinstallatie die zich westelijk van het pand bevond. In 1999 is een evaluatierapport opgesteld door Arns Millieutechniek waaruit blijkt dat 552 ton verontreinigd grond is afgevoerd. Uit het verslag blijkt verder dat in de tankput een lichte verontreiniging met minerale olie (> streefwaarde) is achtergebleven. Voor het grondwater zijn voor naftaleen en xylenen concentraties boven de streefwaarden vastgesteld. Door EnviroPlan is in 2009 de milieukundige begeleiding verzorgt van de bodemsanering van de met minerale olie verontreinigde bovengrond die als gevolg van een calamiteit direct oostelijk van het bedrijfspand van DHL (Hazenkamp 40) was ontstaan (bron 8). Geconcludeerd is dat de bodemverontreiniging met minerale olie, ontstaan als gevolg van de calamiteit, afdoende is gesaneerd. Er is geen noemenswaardige verontreiniging met minerale olie achtergebleven. 3.5
Bodemopbouw en geohydrologie
De regionale geohydrologische bodemopbouw is weergegeven in onderstaande tabel. Tabel 5: Samenvatting geohydrologische situatie Diepte (m+/-NAP)
Geohydrologische eenheid
Geologische formatie
Lithologie
kleien zanden
en
slibhoudende
0-4
deklaag
Betuweformatie
4 - 32
1e watervoerende pakket
matig grove tot grove zanden, Formatie van Kreftenheye en mogelijk met ingeschakelde Drente kleilagen
32 - 36
1e scheidende laag
Formatie van Kedichem
klei
36 - 125
2e watervoerdende pakket
Formatie van Harderwijk, Maassluis en Tegelen
matig grove tot grove zanden met ingeschakelde kleilenzen
De grondwaterstand bedraagt circa 2,5 m-mv. Volgens het isohypsen-patroon van het grondwater in het eerste watervoerend pakket is regionaal gezien de stromingsrichting westelijk gericht. Er is sprake van matige infiltratie. Er is geen sprake van oppervlaktewater op/nabij de onderzoekslocatie. De locatie ligt voor zover bekend niet in het intrekgebied van een grondwaterwinning of een grondwaterbeschermingsgebied. Voor zover bekend wordt er op en in de directe omgeving van de locatie geen grondwater door bedrijven en particulieren onttrokken.
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
8/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
4
4.1
HYPOTHESE EN ONDERZOEKSSTRATEGIE
Hypothese
Op basis van de resultaten van het vooronderzoek blijkt dat op de locatie Hazenkamp in verleden bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden. Met uitzondering van de deellocatie “benzineafscheider en slibvangput” zijn de verdachte terreindelen echter in 2005 middels een eindsituatie bodemonderzoek afdoende onderzocht. De benzine-afscheider onder de luifel wordt verdacht gesteld met betrekking tot een eventuele verontreiniging met minerale olie en/of vluchtige aromaten (BETXN). De deellocatie van de “benzineafscheider en slibvangput” worden in de rest van dit rapport kortweg aangeduid als “benzineafscheider”. Voor de overige terreindelen is op basis van het vooronderzoek uitgegaan van een “onverdachte locatie”; er zijn hooguit licht verhoogde concentraties voor enkele metalen in het grondwater te verwachten. Gezien het bouwjaar van het pand kan er vanuit worden gegaan dat er geen asbesthoudend materiaal in het pand is verwerkt. De bedrijfshal is opgetrokken uit stalen damwanden. In het voorgaand uitgevoerde bodemonderzoek is geen puin of asbestverdacht materiaal in de bodem aangetroffen. Ten aanzien van asbest wordt de locatie als onverdacht beschouwd. 4.2
Onderzoeksstrategie
De deellocatie “benzine-afscheider” onder de luifel worst als een verdachte locatie onderzocht conform strategie VEP-OO. De overige terreindelen worden onderzocht conform de strategie voor een “onverdachte locatie” (ONV) In onderstaande tabel zijn per (deel)locatie de strategie en verdachte parameters weergegeven. Tabel 6: Onderzoeksstrategie (potentieel) verdachte deellocaties Deellocatie
Strategie
Verdachte parameters
1
benzine afscheider
VEP-OO
minerale olie en vluchtige aromaten (BETXN)
2
overige terreindelen
ONV
geen
VEP-OO:
onderzoeksstrategie voor een verdachte locatie met één of meerdere ondergrondse opslagtanks; een locatie van een afscheider kan ook volgens deze strategie worden onderzocht
ONV
onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
9/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
5
5.1
VELDWERKZAAMHEDEN
Opzet
Algemeen In onderstaande tabel zijn de uitvoeringsdata en de verantwoordelijke monsternemers aangegeven voor de verschillende uitvoeringsfasen van het veldonderzoek. De boorlocaties zijn weergegeven op de tekening in bijlage 2. Tabel 7: Uitvoeringsgegevens Datum
Werkzaamheden
VKB-protocol
Verantwoordelijk monsternemer
1-12-2011
uitvoeren grondboringen en plaatsen peilbuizen
VKB 2001
F. Regeling
8-12-2011
grondwatermonstername peilbuizen
VKB 2002
L.M. van der Meul
In het veld is de vrijgekomen grond beoordeeld op de texturele samenstelling. Hierbij zijn tevens de percentages lutum en organische stof geschat. Daarnaast is gelet op het voorkomen van puin, slakken, kolengruis en dergelijke evenals op kleurafwijkingen, die kunnen duiden op de aanwezigheid van bodemverontreiniging. De opgeboorde grond is, indien nodig, met behulp van de olie-waterreactie beoordeeld op de aanwezigheid van olie-achtige stoffen. Ook het maaiveld is visueel geïnspecteerd op indicaties die kunnen duiden op een bodemverontreiniging. Ten slotte is visueel specifiek aandacht besteed aan het voorkomen van asbest op het maaiveld en in de bodem. Tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden is geen aanvullende informatie naar voren gekomen die tot een aanpassing van het veldwerkprogramma heeft geleid. In de volgende tabel is een overzicht van het uitgevoerde veldwerkprogramma weergegeven. Tabel 8: Overzicht boorprogramma Onderdeel
Aantal
Diepte (m –mv)
Nummers
deellocatie: benzine-afscheider boringen
1
2,7
13
peilbuis
1
3,9
14
9
0,7
1, 2, 3, 5, 7 t/m 11
2
2,2
4 en 12
1
3,9
6
deellocatie: overige onverdachte terreindelen boringen peilbuis
Afwijkingen ten opzichte van BRL SIKB 2000 De veldwerkzaamheden zijn conform BRL SIKB 2000 uitgevoerd, behalve het feit dat ter plaatse van de benzine-afscheider geroerde grondmonsters zijn genomen in plaats van ongeroerde monsters. Er is geprobeerd om met behulp van een steekbus ongeroerde monsters te nemen maar dat is mislukt. Om die reden is ook een kleiig monster uit de ondergrond geselecteerd voor het laboratoriumonderzoek. Aangezien er visueel geen verontreiniging is aangetroffen, is deze afwijking dermate gering dat desondanks een representatief beeld van de bodemkwaliteit is verkregen. 5.2
Resultaten
In bijlage 3 zijn de uitgetekende bodemprofielen weergegeven.
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
10/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
Bodemopbouw In onderstaande tabel is weergegeven hoe de bodem op de onderzoekslocatie tot de maximaal onderzochte diepte van 4,2 m –mv globaal is opgebouwd. Tabel 9: Gemiddelde bodemopbouw Diepte (m- mv)
Hoofdbestanddeel
Nadere omschrijving
0 - 0,2
verharding
beton en/of asfalt
0,2 - 1,2
zand
matig grof, zwak siltig
1,2 - 3,8
klei
matig siltig, zwak humeus
3,8 - 4,2
zand
matig fijn, zwak siltig
Visueel waargenomen bijzonderheden Ter plaatse van boring 13, uitgevoerd direct naast de benzine-afscheider, is de ondergrond (traject 1,0-2,7 m-mv) zwak puinhoudend. Deze boring is op 2,7 meter diepte ook gestaakt op puin. Mogelijk is destijds puingranulaat aangebracht als fundatiemateriaal voor de afscheider. Op basis van uitgevoerde olie-watertests bleek de grond nabij de deellocatie van de benzine-afscheider visueel niet verontreinigd met aardolieproduct. Ter plaatse van boring 8 is de bovengrond zwakke bijmenging van betonbrokjes aangetroffen. Ter plaatse van de overige boringen zijn geen bijzonderheden waargenomen. Grondwater Tijdens de bemonstering van het grondwater zijn visueel waarnemingen gedaan en metingen verricht. De resultaten daarvan zijn weergegeven in onderstaande tabel. De zuurgraad en het geleidingsvermogen zijn als normaal te beschouwen voor de onderzochte locatie. Tabel 10: Grondwaterstanden, zuurgraad en geleidingsvermogen Peilbuis
Filterstelling (m –mv)
Visuele waarnemingen
Grondwaterstand (m –mv)
Zuurgraad (pH)
Geleidingsvermogen (S/cm)
06
2,9 - 3,9
Geen bijzonderheden
1,9
6,5
1.499
14
3,0 - 4,0
Geen bijzonderheden
1,8
6,5
802
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
11/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
6
LABORATORIUMONDERZOEK
6.1
Analyseprogramma
Op basis van de visuele waarnemingen (textuur, kleur, bodemvreemd materiaal e.d.) en de ruimtelijke verdeling van de boringen, zijn mengmonsters samengesteld. In de volgende tabel is een overzicht van de samenstelling van de (meng)monsters en het uitgevoerde analyseprogramma weergegeven. Tabel 11: Samenstelling (meng)monsters en analyseprogramma Monstercode
Deelmonsters
Traject (m –mv)
Visuele waarnemingen / omschrijving
Analysepakket
Benzine-afscheider ondergrond 14-5
14-5
1,9 - 2,4
Geen olie-water reactie/ klei
Minerale olie en vluchtige aromaten (BETXN)
-
2,9 - 3,9
Geen bijzonderheden
Minerale olie, BTEXN
grondwater 14-1-1
Overige deellocatie (onverdacht terrein) bovengrond 1
M1
01-1; 02-1; 03-1; 04-1; 05-1; 06-1
0,2 - 0,7
Geen bijzonderheden/ zand
standaardpakket grond
M2
07-1; 09-1; 10-1; 11-1; 12-1
0,2 - 0,7
Geen bijzonderheden/ zand
standaardpakket grond
04-3; 04-4; 06-3; 06-4; 12-3; 12-4
1,3 - 1,8
Geen bijzonderheden/ klei
standaardpakket grond
2,9 - 3,9
Geen bijzonderheden
standaardpakket grondwater
ondergrond M3
grondwater 06-1-1 1
2
metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni, Zn), PCB, PAK, minerale olie, lutum, organische stof en droge stofgehalte
2
metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni, Zn), vluchtige aromatische koolwaterstoffen (BTEXN en styreen), vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen en minerale olie (GC)
6.2
Analyseresultaten
De analysecertificaten van de chemische analyses zijn opgenomen in bijlage 4. De toetsingstabellen zijn opgenomen in bijlage 5. De referentiewaarden (toetsingswaarden) zijn berekend op basis van de analytisch vastgestelde percentages aan lutum en organische stof. 6.2.1 Grond De toetsingsresultaten van de grondanalyses zijn in onderstaande tabel samengevat weergegeven waarbij overschrijdingen van de (plaatselijke) achtergrondwaarden, tussenwaarden of interventiewaarden zijn weergegeven evenals de eventuele bodemvreemde bijmengingen in het monster.
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
12/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
Tabel 12: Toetsing analyseresultaten grond(meng)monsters Monster code
Visuele Waarnemingen
Analysepakket
Overschrijding van de Achtergrondwaarde
Tussenwaarde
Interventiewaarde
Minerale olie en vluchtige aromaten (BETXN)
-
-
-
Benzine-afscheider ondergrond 14-5
Geen olie-water reactie/ klei
Overige deellocatie bovengrond (0,2-0,7) M1
Geen bijzonderheden
standaardpakket
-
-
-
M2
Geen bijzonderheden
standaardpakket
-
-
-
standaardpakket
kobalt
nikkel
-
ondergrond (0,7 – 2,2 m –mv) M3 -
Geen bijzonderheden
= geen parameters in gehalten/concentraties boven de betreffende toetsingswaarden aangetroffen
Kobalt komt van nature voor in gesteenten. Het gemiddelde gehalte dat in de bodem wordt aangetroffen is circa 25 mg/kg d.s. (bron: Voedsel en Waren Autoriteit). Het gemeten gehalte (16 mg/kg d.s.) ligt hier ruim onder. Ook van nikkel is bekend dat dit van nature in verhoogde gehalten voorkomt. Met name in kleiige bodems is dit het geval. Gezien het feit dat voor de bovengrond geen verhoogde gehalten aan nikkel zijn aangetoond en in de kleiige ondergrond geen bijzonderheden zijn aan waargenomen, is het verhoogde gehalte waarschijnlijk van natuurlijke oorsprong.
6.2.2 Grondwater De toetsing van de grondwateranalyses is in onderstaande tabel samengevat weergegeven. Tabel 13: Toetsing analyseresultaten grondwatermonsters Monstercode
Visuele Waarnemingen
Analysepakket
Overschrijding van de Streefwaarde
Tussenwaarde
Interventiewaarde
Minerale olie, BTEXN
-
-
-
Standaardpakket grondwater
Barium, Naftaleen
-
-
Benzine-afscheider 14-1-1
Geen bijzonderheden
Overige deellocatie 06-1-1
Geen bijzonderheden
Van barium is bekend dat dit van nature in verhoogde concentraties in het grondwater kan voorkomen. De in onderhavig onderzoek aangetroffen verhoogde concentratie is waarschijnlijk van natuurlijke oorsprong. De licht verhoogde concentratie naftaleen is op basis van de resultaten van het vooronderzoek niet direct te verklaren. 6.2.3 Toetsing aan de gestelde hypothese De voor de benzine-afscheider gestelde hypothese 'verdachte deellocatie' kan op basis van de onderzoeksresultaten worden verworpen. De voor het overige deel van de locatie gestelde hypothese ‘onverdachte locatie’ blijkt niet correct te zijn en wordt verworpen omdat in het grondwater barium en naftaleen in concentraties boven de streefwaarden zijn aangetoond.
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
13/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
6.2.4 Toetsing aan de noodzaak tot nader onderzoek Afgezien van nikkel in de ondergrond zijn geen parameters aangetoond in gehalten / concentraties boven de tussenwaarden. Het verhoogde nikkelgehalte betreft vrijwel zeker van nature aanwezig. Uitvoering van een nader onderzoek wordt niet noodzakelijk geacht.
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
14/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
7
SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
In opdracht van Uni-Invest B.V. is door Envita Nijmegen BV in december 2011 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een locatie op het perceel Hazenkamp 36 in Arnhem. Aanleiding en doel Aanleiding voor het onderzoek is de door de opdrachtgever voorgenomen aanvraag van een bouwvergunning. Het doel van het onderzoek is om middels het bepalen van de actuele bodemkwaliteit vast te stellen of de locatie geschikt is voor het beoogde gebruik. Wettelijk kader De veldwerkzaamheden zijn conform BRL SIKB 2000 uitgevoerd, behalve het feit dat ter plaatse van de benzine-afscheider geroerde grondmonsters zijn genomen in plaats van ongeroerde monsters. Er is geprobeerd om met behulp van een steekbus ongeroerde monsters te nemen maar dat is mislukt. Om die reden is ook een kleiig monster uit de ondergrond geselecteerd voor het laboratoriumonderzoek. Aangezien er visueel geen verontreiniging is aangetroffen, is deze afwijking dermate gering dat desondanks een representatief beeld van de bodemkwaliteit is verkregen. Strategie De benzine-afscheider onder de luifel is als een verdachte locatie onderzocht conform strategie VEPOO. Op basis van de hypothese is het overige deel van de locatie onderzocht conform de strategie voor een “onverdachte locatie” (ONV). Resultaten In onderstaande tabel zijn de resultaten van het bodemonderzoek samengevat weergegeven. Tabel 14: Samenvatting resultaten bodemonderzoek Visuele waarnemingen
Overschrijding van de Achtergrondwaarde / streefwaarde
Tussenwaarde
Interventiewaarde
-
-
-
-
-
-
-
-
-
kobalt
nikkel
-
barium, naftaleen
-
-
Benzine-afscheider ondergrond (1,9-2,4 m-mv) geen bijzonderheden grondwater (2,9-3,9 m -mv) geen bijzonderheden Overige onverdachte terrein bovengrond (0,2-0,7) geen bijzonderheden ondergrond geen bijzonderheden grondwater (2,9-3,9 m -mv) geen bijzonderheden -=
geen parameters in gehalten boven de betreffende toetsingswaarden aangetoond
Conclusies Op basis van het uitgevoerde onderzoek blijkt dat: in ondergrond alsmede in het grondwater ter plaatse van de benzine-afscheider geen verontreinigingen zijn aangetoond met minerale olie of vluchtige aromaten (BETXN);
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
15/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
in de bovengrond van het overige deel van de locatie geen verontreinigende stoffen zijn aangetoond; in de ondergrond een lichte verontreiniging met kobalt en een matige verontreiniging met nikkel is aangetoond; het grondwater licht verontreinigd is met barium en naftaleen.
Afgezien van nikkel in de ondergrond zijn geen parameters aangetoond in gehalten / concentraties boven de tussenwaarden. Het verhoogde nikkelgehalte is vrijwel zeker van nature aanwezig. Uitvoering van een nader onderzoek wordt niet noodzakelijk geacht. De bodemkwaliteit, zoals aangetoond op basis van het uitgevoerde bodemonderzoek, levert geen belemmeringen op voor de geplande (ver)bouwactiviteiten. Aanbevelingen In het kader van kostenefficiëntie adviseren wij om eventueel vrijkomende grond zoveel mogelijk binnen de onderzoekslocatie te hergebruiken. Indien grond van de locatie vrijkomt, moet er rekening mee worden gehouden dat deze niet zonder meer elders toepasbaar is. Op hergebruik van grond is het Besluit bodemkwaliteit van toepassing. De toepassing van grond elders moet worden gemeld via het “meldpunt bodemkwaliteit” van Agentschap NL. In bepaalde gemeenten kan daarnaast op grond van overgangsbeleid nog grond worden toegepast op basis van de Ministeriële vrijstellingsregeling grondverzet. Deze toepassingen moeten rechtstreeks aan de betreffende gemeente worden gemeld.
rapportnummer 201953-10/ R01 d.d. 16 december 2011
16/16
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
BIJLAGE 1 Regionale ligging onderzoekslocatie
rapportnummer 201953-10
Omgevingskaart
Klantreferentie: 2118346
0m
125 m
Deze kaart is noordgericht.
625 m
Schaal 1: 12500
Hier bevindt zich Kadastraal object ARNHEM AE AE 3949 Hazenkamp 36, 6836 BA ARNHEM © De auteursrechten en databankenrechten zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster.
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
BIJLAGE 2 Tekening met situering boringen en peilbuizen
rapportnummer 201953-10
luifel
13 S OB
14
12 PB
11
10
9
8 7
5
6 36
kantoorruimte 4
3
2
1
kantoren
HAZENKAMP
NIJMEEGSEWEG
5
15
25
Legenda
meters
0 boring tot 0,5 m-mv
10
20
perceelnummer O
kadastrale perceelsgrens peilbuis
123
huisnummer
B
S
oliebenzine afscheider slibvangput
peilbuis derden
gebouwcontouren
asfalt
onderzoekslocatie
binnenmuur
beton
Titel:
Projectnaam:
Projectnr:
Bijlage:
201953-10
Gecontroleerd : Getekend :
NPA
Opdrachtgever :
X:
188900
Uni-Invest B.V.
O:\doc\opdracht\201953-10\Tekeningen\201953-10_V2.dwg
Y:
440230
Schaal:
1:500
Datum:
15-12-2011
2
Formaat:
A4
ingenieursbureau voor bodem water en milieu Envita Nijmegen B.V. Metaalweg 18, 6551 AD WEURT
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
BIJLAGE 3 Bodemprofielbeschrijvingen
rapportnummer 201953-10
Meetpunt: 01
Meetpunt: 02
Datum meting: 1-12-2011 Boormeester: Peilen in cm t.o.v. referentievlak
Datum meting: 1-12-2011 Boormeester: Peilen in cm t.o.v. referentievlak
0
0
beton
0
0
20
beton
20
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, bruingeel
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, bruingeel
1
1
-50
-50
70
70
Meetpunt: 03
Meetpunt: 04
Datum meting: 1-12-2011 Boormeester: Peilen in cm t.o.v. referentievlak
Datum meting: 1-12-2011 Boormeester: Peilen in cm t.o.v. referentievlak
0
0
beton
0
0
20
beton
20
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, bruingeel
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak grindig, bruingeel
1
1
-50
-50
70
2 -100
120
Klei, matig siltig, zwak humeus, bruingrijs 3 -150
4 -200
220
Projectlocatie:
VO Arnhem
Opdrachtgever: Uni invest B.V.
Projectcode: 201953-10 Pagina: 1 / 5
Meetpunt: 05
Meetpunt: 06
Datum meting: 1-12-2011 Boormeester: Peilen in cm t.o.v. referentievlak
Datum meting: 1-12-2011 Boormeester: Peilen in cm t.o.v. referentievlak
0
0
beton
0
0
20
beton
20
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, bruingeel
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak grindig, bruingeel
1
1
-50
-50
70
2 -100
120
Klei, matig siltig, zwak humeus, bruingrijs 3 -150
4 -200
-250
-300
350
-350
Klei, matig zandig, bruingrijs
380
Zand, matig fijn, zwak siltig, lichtgrijs -400
420
Projectlocatie:
VO Arnhem
Opdrachtgever: Uni invest B.V.
Projectcode: 201953-10 Pagina: 2 / 5
Meetpunt: 07
Meetpunt: 08
Datum meting: 1-12-2011 Boormeester: Peilen in cm t.o.v. referentievlak
Datum meting: 1-12-2011 Boormeester: Peilen in cm t.o.v. referentievlak
0
0
beton
0
0
20
20
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, bruingeel
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak humeus, zwak grindig, zwak betonhoudend, bruingeel
1
1
-50
-50
70
70
Meetpunt: 09
Meetpunt: 10
Datum meting: 1-12-2011 Boormeester: Peilen in cm t.o.v. referentievlak
Datum meting: 1-12-2011 Boormeester: Peilen in cm t.o.v. referentievlak
0
0
beton
0
0
20
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak grindig, bruingeel
1
1
-50
-50
70
VO Arnhem
Opdrachtgever: Uni invest B.V.
beton
20
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak grindig, bruingeel
Projectlocatie:
beton
70
Projectcode: 201953-10 Pagina: 3 / 5
Meetpunt: 11
Meetpunt: 12
Datum meting: 1-12-2011 Boormeester: Peilen in cm t.o.v. referentievlak
Datum meting: 1-12-2011 Boormeester: Peilen in cm t.o.v. referentievlak
0
0
beton
0
0
20
beton
20
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak grindig, bruingeel
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak grindig, bruingeel
1
1
-50
-50
70
2 -100
130
Klei, matig siltig, zwak humeus, bruingrijs -150 3
-200
4
220
Projectlocatie:
VO Arnhem
Opdrachtgever: Uni invest B.V.
Projectcode: 201953-10 Pagina: 4 / 5
Meetpunt: 13
Meetpunt: 14
Datum meting: 1-12-2011 Boormeester: Peilen in cm t.o.v. referentievlak
Datum meting: 1-12-2011 Boormeester: Peilen in cm t.o.v. referentievlak
0
0
asfalt
0
0
20
Volledig puin
20
-50
Volledig puin Zand, matig grof, zwak siltig, zwak grindig, geen olie-water reactie, bruingeel
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak grindig, geen olie-water reactie, bruingeel
1
asfalt
10
13
1 -50
2
2
100
-100
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak grindig, zwak puinhoudend, geen olie-water reactie, bruingrijs, kleibrokken
100
-100
Klei, matig siltig, zwak humeus, geen olie-water reactie, bruingrijs 3
3 140
-150
Klei, matig siltig, zwak humeus, geen olie-water reactie, bruinoranje
-150 4
4
190
-200
Klei, matig siltig, zwak humeus, geen olie-water reactie, bruingrijs
-200 210
Zand, matig grof, zwak siltig, zwak grindig, zwak puinhoudend, geen olie-water reactie, donkergrijs
5
5 -250
-250
270 271
Gestaakt op puin
-300
350
-350
Klei, matig zandig, geen olie-water reactie, bruingrijs
380
Zand, matig fijn, zwak siltig, geen olie-water reactie, donkergrijs 400
-400
Projectlocatie:
VO Arnhem
Opdrachtgever: Uni invest B.V.
Projectcode: 201953-10 Pagina: 5 / 5
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
rapportnummer 201953-10
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
BIJLAGE 4 Analysecertificaten
rapportnummer 201953-10
Envita Nijmegen B.V. T.a.v. A.A.R. Nijs de Postbus 1 6550 ZG NIJMEGEN
Analysecertificaat Datum: 09-12-2011
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
2011208100 201953-10 VO Arnhem 01-12-2011
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Aanvullende informatie behorend bij dit analysecertificaat kunt U vinden in het overzicht "Specificaties Analysemethoden". Extra exemplaren zijn verkrijgbaar bij de afdeling Verkoop en Advies. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.
Bewaren tot: Datum:
Naam:
Handtekening:
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.
Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.
Ing. A. Veldhuizen Technical Manager
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 ABN AMRO 54 85 74 456 Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. E-mail
[email protected] NL 8043.14.883.B01 Site www.eurofins.nl KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
1 van 20
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
201953-10 VO Arnhem
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
01-12-2011 F. Regeling Grond; Grond, AS3000
1
2
3
Uitgevoerd
Uitgevoerd
Uitgevoerd 61.4
Eenheid
Analyse
S
Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000
S
Bodemkundige analyses Droge stof
% (m/m)
97.9
97.3
S
Organische stof
% (m/m) ds
<0.5
<0.5
S
Gloeirest
% (m/m) ds
99.5
99.6
S
Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)
% (m/m) ds
1.1
<1.0
S
Metalen Barium (Ba)
mg/kg ds
<15
<15
S
Cadmium (Cd)
mg/kg ds
<0.17
<0.17
S
Kobalt (Co)
mg/kg ds
<4.3
<4.3
S
Koper (Cu)
mg/kg ds
<5.0
<5.0
S
Kwik (Hg)
mg/kg ds
<0.050
<0.050
S
Molybdeen (Mo)
mg/kg ds
<1.5
<1.5
S
Nikkel (Ni)
mg/kg ds
5.9
6.8
S
Lood (Pb)
mg/kg ds
<13
<13
S
Zink (Zn)
mg/kg ds
<17
<17
S
Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen mg/kg ds Benzeen
<0.050
S
Tolueen
mg/kg ds
<0.050
S
Ethylbenzeen
mg/kg ds
<0.050
S
o-Xyleen
mg/kg ds
<0.050
S
m,p-Xyleen
mg/kg ds
<0.050
S
Xylenen (som) (factor 0,7)
mg/kg ds
0.070 2)
BTEX (som)
mg/kg ds
<0.25
Naftaleen
mg/kg ds
<0.010
Minerale olie Minerale olie (C10-C12)
mg/kg ds
5.0
<3.0
20
Minerale olie (C12-C16)
mg/kg ds
<5.0
<5.0
<5.0
Minerale olie (C16-C21)
mg/kg ds
<6.0
<6.0
<6.0
Minerale olie (C21-C30)
mg/kg ds
<12
<12
<12
Minerale olie (C30-C35)
mg/kg ds
<6.0
<6.0
<6.0
Minerale olie (C35-C40)
mg/kg ds
<6.0
<6.0
<6.0
S
Minerale olie totaal (C10-C40)
mg/kg ds
<38
<38
<38
Nr. 1 2 3
Monsteromschrijving M1 M2 14-5
S
2011208100 01-12-2011 09-12-2011/16:18 A,B,C,D 1/2
9.4 1) 90.2
Analytico-nr. 6536833 6536834 6536835
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
2 van 20
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
201953-10 VO Arnhem
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
01-12-2011 F. Regeling Grond; Grond, AS3000
Analyse
Eenheid
1
2
S
Polychloorbifenylen, PCB PCB 28
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB 52
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB 101
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB 118
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB 138
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB 153
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB 180
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB (som 7) (factor 0,7)
mg/kg ds
S S
0.0049 2)
0.0049
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK mg/kg ds Naftaleen
<0.050
<0.050
Fenanthreen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
S
Anthraceen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
S
Fluorantheen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
S
Benzo(a)anthraceen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
S
Chryseen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
S
Benzo(k)fluorantheen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
S
Benzo(a)pyreen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
S
Benzo(ghi)peryleen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
S
Indeno(123-cd)pyreen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
S
PAK VROM (10) (factor 0,7)
mg/kg ds
Nr. 1 2 3
Monsteromschrijving M1 M2 14-5
0.35 2)
0.35
2011208100 01-12-2011 09-12-2011/16:18 A,B,C,D 2/2
3
2)
2)
Analytico-nr. 6536833 6536834 6536835
Akkoord Pr.coörd.
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
VA
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
3 van 20
TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2011208100 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr
Van
Tot
Barcode
Monsteromschrijving
6536833 6536833 6536833 6536833 6536833 6536833
01 02 03 04 05 06
1 1 1 1 1 1
20 20 20 20 20 20
70 70 70 70 70 70
0506019936 0506019935 0506019934 0506019937 0506019929 0506019920
M1
6536834 6536834 6536834 6536834 6536834
07 09 10 11 12
1 1 1 1 1
20 20 20 20 20
70 70 70 70 70
0506019924 0506019926 0506019938 0506019951 0506019933
M2
6536835
14
5
190
240
0506019906
14-5
Omschrijving
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
4 van 20
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2011208100 Pagina 1/1 Opmerking 1) Het organische stof gehalte is gecorrigeerd voor het lutumgehalte van 5.4 % m/m (SIKB 3010 par. 2.2.7). Opmerking 2) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
5 van 20
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2011208100
. Pagina 1/1
Analyse Cryogeen malen AS3000 Droge Stof Organische stof/Gloeirest Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) Barium (Ba) Cadmium (Cd) Xylenen som AS3000 Minerale Olie (GC) Polychloorbifenylen (PCB) PAK som AS3000/AP04 PAK (VROM) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Molybdeen (Mo) Nikkel( Ni) Lood (Pb) Zink (Zn) Aromaten (BTEXN)
Methode W0106 W0104 W0109 W0173 W0423 W0423 W0254 W0202 W0271 W0271 W0271 W0423 W0423 W0423 W0423 W0423 W0423 W0423 W0254
Techniek Voorbehandeling Gravimetrie Gravimetrie Sedimentatie ICP-MS ICP-MS HS-GC-MS GC-FID GC-MS GC-MS GC-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS HS-GC-MS
Referentiemethode Cf. AS3000 Cf. pb 3010-2 en Gw. NEN-ISO 11465 Cf. pb 3010-3 en cf. NEN 5754 Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3030-3 en cf. NEN 6981 Cf. pb 3010-7 en cf. NEN 6978 Cf. pb 3010-8 en gw. NEN 6980 Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287 Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3030-3 en cf. NEN 6981
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
6 van 20
Bijlage (D) opmerkingen aangaande de monstername en conserveringstermijn 2011208100 Pagina 1/1
Er zijn verschillen met de richtlijnen geconstateerd die de betrouwbaarheid van de resultaten van onderstaande monsters of analyses mogelijk hebben beinvloed.
De conserveringstermijn is voor de betreffende analyse overschreden. Analyse
Analytico-nr.
Vluchtig (Voorbehandeling)
6536835
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina 7 overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
van 20
Envita Nijmegen B.V. T.a.v. A.A.R. Nijs de Postbus 1 6550 ZG NIJMEGEN
Analysecertificaat Datum: 16-12-2011
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
2011217722 201953-10 VO Arnhem 01-12-2011
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Aanvullende informatie behorend bij dit analysecertificaat kunt U vinden in het overzicht "Specificaties Analysemethoden". Extra exemplaren zijn verkrijgbaar bij de afdeling Verkoop en Advies. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.
Bewaren tot: Datum:
Naam:
Handtekening:
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.
Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.
Ing. A. Veldhuizen Technical Manager
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 ABN AMRO 54 85 74 456 Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. E-mail
[email protected] NL 8043.14.883.B01 Site www.eurofins.nl KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
8 van 20
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
201953-10 VO Arnhem
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
01-12-2011 F. Regeling Grond; Grond, AS3000
1
Eenheid
Analyse
2011217722 15-12-2011 16-12-2011/08:41 A,B,C,D 1/2
S
Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000
S
Bodemkundige analyses Droge stof
S
Organische stof
% (m/m) ds
6.2
S
Gloeirest
% (m/m) ds
93.0
S
Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)
% (m/m) ds
10.8
S
Metalen Barium (Ba)
mg/kg ds
270
S
Cadmium (Cd)
mg/kg ds
0.28
S
Kobalt (Co)
mg/kg ds
16
S
Koper (Cu)
mg/kg ds
21
S
Kwik (Hg)
mg/kg ds
<0.050
S
Molybdeen (Mo)
mg/kg ds
<1.5
S
Nikkel (Ni)
mg/kg ds
47
S
Lood (Pb)
mg/kg ds
22
S
Zink (Zn)
mg/kg ds
87
Minerale olie Minerale olie (C10-C12)
mg/kg ds
6.4
Minerale olie (C12-C16)
mg/kg ds
<5.0
Minerale olie (C16-C21)
mg/kg ds
<6.0
Minerale olie (C21-C30)
mg/kg ds
<12
Minerale olie (C30-C35)
mg/kg ds
<6.0
Uitgevoerd
% (m/m)
74.3
Minerale olie (C35-C40)
mg/kg ds
<6.0
S
Minerale olie totaal (C10-C40)
mg/kg ds
<38
S
Polychloorbifenylen, PCB PCB 28
mg/kg ds
<0.0010
S
PCB 52
mg/kg ds
<0.0010
S
PCB 101
mg/kg ds
<0.0010
S
PCB 118
mg/kg ds
<0.0010
S
PCB 138
mg/kg ds
<0.0010
S
PCB 153
mg/kg ds
<0.0010
S
PCB 180
mg/kg ds
<0.0010
S
PCB (som 7) (factor 0,7)
mg/kg ds
0.0049 1)
Nr. Monsteromschrijving 1 M3
Analytico-nr. 6567855
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
9 van 20
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
201953-10 VO Arnhem
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
01-12-2011 F. Regeling Grond; Grond, AS3000 Eenheid
1
S
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK mg/kg ds Naftaleen
<0.050
S
Fenanthreen
mg/kg ds
<0.050
S
Anthraceen
mg/kg ds
<0.050
S
Fluorantheen
mg/kg ds
<0.050
S
Benzo(a)anthraceen
mg/kg ds
<0.050
S
Chryseen
mg/kg ds
<0.050
S
Benzo(k)fluorantheen
mg/kg ds
<0.050
S
Benzo(a)pyreen
mg/kg ds
<0.050
S
Benzo(ghi)peryleen
mg/kg ds
<0.050
S
Indeno(123-cd)pyreen
mg/kg ds
<0.050
S
PAK VROM (10) (factor 0,7)
mg/kg ds
Analyse
2011217722 15-12-2011 16-12-2011/08:41 A,B,C,D 2/2
0.35 1)
Nr. Monsteromschrijving 1 M3
Analytico-nr. 6567855
Akkoord Pr.coörd.
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
10 van 20
JK
TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2011217722 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr
6567855 6567855 6567855 6567855 6567855 6567855
04 06 12 04 06 12
Omschrijving
3 3 3 4 4 4
Van
120 120 130 170 170 180
Tot
170 170 180 220 220 220
Barcode
Monsteromschrijving
0506019879 0506019947 0506019942 0506019903 0506019931 0506019914
M3
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina 11 overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
van 20
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2011217722 Pagina 1/1 Opmerking 1) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina 12 overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
van 20
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2011217722
. Pagina 1/1
Analyse Cryogeen malen AS3000 Droge Stof Organische stof/Gloeirest Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Molybdeen (Mo) Nikkel( Ni) Lood (Pb) Zink (Zn) Minerale Olie (GC) Polychloorbifenylen (PCB) PAK (VROM) PAK som AS3000/AP04
Methode W0106 W0104 W0109 W0173 W0423 W0423 W0423 W0423 W0423 W0423 W0423 W0423 W0423 W0202 W0271 W0271 W0271
Techniek Voorbehandeling Gravimetrie Gravimetrie Sedimentatie ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS GC-FID GC-MS GC-MS GC-MS
Referentiemethode Cf. AS3000 Cf. pb 3010-2 en Gw. NEN-ISO 11465 Cf. pb 3010-3 en cf. NEN 5754 Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-7 en cf. NEN 6978 Cf. pb 3010-8 en gw. NEN 6980 Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287 Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina 13 overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
van 20
Bijlage (D) opmerkingen aangaande de monstername en conserveringstermijn 2011217722 Pagina 1/1
Er zijn verschillen met de richtlijnen geconstateerd die de betrouwbaarheid van de resultaten van onderstaande monsters of analyses mogelijk hebben beinvloed.
De conserveringstermijn is voor de betreffende analyse overschreden. Analyse
Analytico-nr.
Minerale Olie (GC) (Voorbehandeling)
6567855
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina 14 overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
van 20
Envita Nijmegen B.V. T.a.v. A.A.R. Nijs de Postbus 1 6550 ZG NIJMEGEN
Analysecertificaat Datum: 13-12-2011
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
2011213197 201953-10 VO Arnhem 08-12-2011
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Aanvullende informatie behorend bij dit analysecertificaat kunt U vinden in het overzicht "Specificaties Analysemethoden". Extra exemplaren zijn verkrijgbaar bij de afdeling Verkoop en Advies. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.
Bewaren tot: Datum:
Naam:
Handtekening:
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.
Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.
Ing. A. Veldhuizen Technical Manager
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 ABN AMRO 54 85 74 456 Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. E-mail
[email protected] NL 8043.14.883.B01 Site www.eurofins.nl KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina 15 overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
van 20
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
201953-10 VO Arnhem
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
08-12-2011 L.M. van der Meul Water; Water, AS3000 Eenheid
Analyse
1
2
S
Metalen Barium (Ba)
µg/L
300
S
Cadmium (Cd)
µg/L
<0.80
S
Kobalt (Co)
µg/L
<5.0
S
Koper (Cu)
µg/L
<15
S
Kwik (Hg)
µg/L
<0.050
S
Molybdeen (Mo)
µg/L
<3.6
S
Nikkel (Ni)
µg/L
<15
S
Lood (Pb)
µg/L
<15
S
Zink (Zn)
µg/L
<60
S
Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen
µg/L
<0.20
<0.20
S
Tolueen
µg/L
<0.30
<0.30
S
Ethylbenzeen
µg/L
<0.30
<0.30
S
o-Xyleen
µg/L
<0.10
<0.10
S
m,p-Xyleen
µg/L
<0.20
<0.20
S
Xylenen (som) factor 0,7
µg/L
0.21 1)
0.21
BTEX (som)
µg/L
<1.1
<1.1
S
Naftaleen
µg/L
0.22
<0.050
S
Styreen
µg/L
<0.30
S
Vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen µg/L Dichloormethaan
<0.20
S
Trichloormethaan
µg/L
<0.60
S
Tetrachloormethaan
µg/L
<0.10
S
Trichlooretheen
µg/L
<0.60
S
Tetrachlooretheen
µg/L
<0.10
S
1,1-Dichloorethaan
µg/L
<0.60
S
1,2-Dichloorethaan
µg/L
<0.60
S
1,1,1-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
S
1,1,2-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
S
cis 1,2-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
S
trans 1,2-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
CKW (som)
µg/L
<3.2
1,1-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
S
2011213197 08-12-2011 13-12-2011/15:34 A,B,C 1/2
1)
Nr. Monsteromschrijving 1 06-1-1 2 14-1-1
Analytico-nr. 6553702 6553703
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
16 van 20
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
201953-10 VO Arnhem
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
08-12-2011 L.M. van der Meul Water; Water, AS3000 Eenheid
Analyse
1
2
S
1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7
µg/L
S
Vinylchloride
µg/L
<0.10
S
1,1-Dichloorpropaan
µg/L
<0.25
S
1,2-Dichloorpropaan
µg/L
<0.25
S
1,3-Dichloorpropaan
µg/L
<0.25
S
Dichloorpropanen som factor 0.7
µg/L
0.52
S
Tribroommethaan
µg/L
<2.0
Minerale olie Minerale olie (C10-C12)
µg/L
8.2
<8.0
Minerale olie (C12-C16)
µg/L
<15
<15
Minerale olie (C16-C21)
µg/L
<16
<16
Minerale olie (C21-C30)
µg/L
<31
<31
Minerale olie (C30-C35)
µg/L
<15
<15
Minerale olie (C35-C40)
µg/L
<15
<15
Minerale olie totaal (C10-C40)
µg/L
<100
<100
S
2011213197 08-12-2011 13-12-2011/15:34 A,B,C 2/2
0.14 1)
Nr. Monsteromschrijving 1 06-1-1 2 14-1-1
Analytico-nr. 6553702 6553703
Akkoord Pr.coörd.
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
CE
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
17 van 20
TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2011213197 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr
Barcode
Monsteromschrijving
6553702 6553702 6553702
06 06 06
1 2 3
285 285 285
385 385 385
0691237439 0691237434 0700424330
06-1-1
6553703 6553703 6553703
14 14 14
1 2 3
290 290 290
390 390 390
0691237423 0691237428 0700424323
14-1-1
Omschrijving
Van
Tot
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina 18 overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
van 20
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2011213197 Pagina 1/1 Opmerking 1) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina 19 overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
van 20
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2011213197
. Pagina 1/1
Analyse ICP-MS Barium ICP-MS Cadmium ICP-MS Kobalt (Co) ICP-MS Koper ICP-MS Kwik ICP-MS Molybdeen (Mo) ICP-MS Nikkel ICP-MS Lood ICP-MS Zink Xylenen som AS3000 Aromaten (BTEXN) Styreen VOCL (11) CKW : 1,1-Dichlooretheen DiClEtheen som AS3000 CKW : Vinylchloride 1,1-dichloorpropaan 1,2-Dichloorpropaan 1,3-dichloorpropaan DiChlprop. som AS300 tribroommethaan Minerale Olie (GC)
H
Methode W0421 W0421 W0421 W0421 W0421 W0421 W0421 W0421 W0421 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0215
Techniek ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS LVI-GC-FID
Referentiemethode Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3110-3 en cf. Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3130-2 en gw. Cf. pb 3130-1 Cf. pb 3110-5
NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO NEN-EN-ISO
17294-2 17294-2 17294-2 17294-2 17294-2 17294-2 17294-2 17294-2 17294-2
NEN EN ISO 15680
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de Pagina 20 overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
van 20
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
BIJLAGE 5 Overschrijdingstabellen
rapportnummer 201953-10
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
Tabel 1: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Monsternummer
14-5
M1
M2
M3
Boring
14
01,02,03,04,05,06
07,09,10,11,12
04,06,12
Traject (m-mv)
1,9 - 2,4
0,2 - 0,7
0,2 - 0,7
1,2 - 2,2
Humus / Lutum (% op ds)
9.4 / 0
0.5 / 1.1
0.5 / 1
6.2 / 10.8
Barium
< 15
Cadmium
< 0,17
< 15 < 0,17
270 0,28
-
Kobalt
< 4,3
< 4,3
16
*
Koper
< 5,0
< 5,0
21
Kwik
< 0,05
< 0,05
< 0,05
Lood
< 13
< 13
22
Molybdeen
< 1,5
< 1,5
< 1,5
Nikkel
5,9
6,8
47
**
Zink
< 17
< 17
87
BTEX (som)
< 0,25
--
Benzeen
< 0,05
Ethylbenzeen
< 0,05
Naftaleen (BTEXN)
< 0,01
Tolueen
< 0,05
Xylenen (som)
0,07
meta-/para-Xyleen (som)
< 0,05
--
ortho-Xyleen
< 0,05
--
Anthraceen
< 0,05
< 0,05
Benzo(a)anthraceen
< 0,05
< 0,05
< 0,05 < 0,05
Benzo(a)pyreen
< 0,05
< 0,05
< 0,05
Benzo(g,h,i)peryleen
< 0,05
< 0,05
< 0,05
Benzo(k)fluorantheen
< 0,05
< 0,05
< 0,05
Chryseen
< 0,05
< 0,05
< 0,05
Fenanthreen
< 0,05
< 0,05
< 0,05
Fluorantheen
< 0,05
< 0,05
< 0,05
Indeno-(1,2,3c,d)pyreen
< 0,05
< 0,05
< 0,05
Naftaleen
< 0,05
PAK
0,35
0,35
0,35
PCB
0,0049
0,0049
0,0049
PCB 101
< 0,001
--
< 0,001
--
< 0,001
--
PCB 118
< 0,001
--
< 0,001
--
< 0,001
--
PCB 138
< 0,001
--
< 0,001
--
< 0,001
--
PCB 153
< 0,001
--
< 0,001
--
< 0,001
--
PCB 180
< 0,001
--
< 0,001
--
< 0,001
--
PCB 28
< 0,001
--
< 0,001
--
< 0,001
--
PCB 52
< 0,001
--
< 0,001
--
< 0,001
--
< 38
< 38
< 38
Minerale olie
rapportnummer 201953-10
< 38
< 0,05
< 0,05
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
Tabel 1: Aangetroffen gehaltes (mg/kg d.s.) in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Minerale olie C10 C12
20
--
5,0
--
< 3,0
--
6,4
--
Minerale olie C12 C16
< 5,0
--
< 5,0
--
< 5,0
--
< 5,0
--
Minerale olie C16 C21
< 6,0
--
< 6,0
--
< 6,0
--
< 6,0
--
Minerale olie C21 C30
< 12
--
< 12
--
< 12
--
< 12
--
Minerale olie C30 C35
< 6,0
--
< 6,0
--
< 6,0
--
< 6,0
--
Minerale olie C35 C40
< 6,0
--
< 6,0
--
< 6,0
--
< 6,0
--
Droge stof
61,4
--
97,9
--
97,3
--
74,3
--
Gloeirest
90,2
--
99,5
--
99,6
--
93
--
cryogeen gemalen
* ** -<
--
--
--
--
= groter dan AW en kleiner of gelijk aan de tussenwaarde (T) = groter dan T en kleiner of gelijk aan de interventiewaarde (I) = Geen toetsnorm aanwezig = kleiner dan de detectielimiet = detectielimiet kleiner dan of gelijk aan AW = kleiner of gelijk aan achtergrondwaarde = detectielimiet groter dan AW en kleiner dan of gelijk aan T
Tabel 2: Voor humus en lutum gecorrigeerde normen voor grond van de Wet Bodembescherming (mg/kg d.s.) Humus (% op ds)
0.5
Lutum (% op ds)
1 AW
0.5
6.2
1.1 T
I
AW
9.4
10.8 T
I
AW
0 T
I
AW
T
I
Benzeen
0,19
0,61
1,0
Ethylbenzeen
0,19
52
103
Tolueen
0,19
15
30
Xylenen (som)
0,42
8,2
16
179
2439
4700
Barium
49
143
237
49
143
237
103
301
499
Cadmium
0,35
4,0
7,5
0,35
4,0
7,5
0,46
5,3
10,0
Kobalt
4,3
29
54
4,3
29
54
8,4
57
106
Koper
19
56
92
19
56
92
28
81
133
Kwik
0,10
13
25
0,10
13
25
0,12
15
30
Lood
32
184
337
32
184
337
39
229
418
Molybdeen
1,5
96
190
1,5
96
190
1,5
96
190
Nikkel
12
23
34
12
23
34
21
40
59
Zink
59
181
303
59
181
303
92
282
472
PAK
1,5
PCB Minerale olie
rapportnummer 201953-10
21
40
1,5
0,0040 0,10
0,20
38
1000
519
21
40
1,5
0,0040 0,10
0,20
0,012 0,32
0,62
38
1000
118
3100
519
21
1609
40
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
Tabel 3: Aangetroffen gehaltes (µg/l) in grondwater met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Monsternummer
06-1-1
14-1-1
Datum
8-12-2011
8-12-2011
Filternummer
1
1
Traject (m-mv)
2,9 - 3,9
3,0 - 4,0
Barium
300
*
Cadmium
< 0,8
Kobalt
< 5,0
<S
Koper
< 15
<S
Kwik
< 0,05
<S
Lood
< 15
<S
Molybdeen
< 3,6
<S
Nikkel
< 15
<S
Zink
< 60
<S
BTEX (som)
< 1,1
--
< 1,1
Benzeen
< 0,2
<S
< 0,2
<S
Ethylbenzeen
< 0,3
<S
< 0,3
<S
Naftaleen (BTEXN)
0,22
*
< 0,05
Styreen
< 0,3
<S
Tolueen
< 0,3
<S
< 0,3
<S
Xylenen (som)
0,21
0,21
meta-/para-Xyleen (som)
< 0,2
--
< 0,2
--
ortho-Xyleen
< 0,1
--
< 0,1
--
1,1,1-Trichloorethaan
< 0,1
1,1,2-Trichloorethaan
< 0,1
1,1-Dichloorethaan
< 0,6
<S
1,1-Dichlooretheen
< 0,1
1,1-Dichloorpropaan
< 0,25
--
1,2-Dichloorethaan
< 0,6
<S
1,2-Dichloorpropaan
< 0,25
--
1,3-Dichloorpropaan
< 0,25
--
DCE (som)
0,14
VOCl
< 3,2
--
Dichloormethaan
< 0,2
Dichloorpropanen (0,7 som, 1,1+1,2+1,3)
0,52
<S
PER
< 0,1
TETRA
< 0,1
Bromoform
< 2,0
D<=I
TRI
< 0,6
<S
Chloroform
< 0,6
<S
VC
< 0,1
DCE (cis)
< 0,1
--
DCE (trans)
< 0,1
--
rapportnummer 201953-10
--
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
Tabel 3: Aangetroffen gehaltes (µg/l) in grondwater met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Minerale olie
< 100
< 100
Minerale olie C10 C12
8,2
--
< 8,0
--
Minerale olie C12 C16
< 15
--
< 15
--
Minerale olie C16 C21
< 16
--
< 16
--
Minerale olie C21 C30
< 31
--
< 31
--
Minerale olie C30 C35
< 15
--
< 15
--
Minerale olie C35 C40
< 15
--
< 15
--
* -<S
= groter dan S en kleiner of gelijk aan de tussenwaarde (T) = Geen toetsnorm aanwezig = detectielimiet kleiner dan of gelijk aan S = detectielimiet groter dan S en kleiner dan of gelijk aan T = detectielimiet kleiner of gelijk aan interventiewaarde, er is geen streefwaarde
Tabel 4: Grondwaternormen van de Wet Bodembescherming (µg/l) S
T
I
Barium
50
338
625
Cadmium
0,40
3,2
6,0
Kobalt
20
60
100
Koper
15
45
75
Kwik
0,050
0,18
0,30
Lood
15
45
75
Molybdeen
5,0
153
300
Nikkel
15
45
75
Zink
65
433
800
Benzeen
0,20
15
30
Ethylbenzeen
4,0
77
150
Naftaleen (BTEXN)
0,010
35
70
Styreen
6,0
153
300
Tolueen
7,0
504
1000
Xylenen (som)
0,20
35
70
1,1,1-Trichloorethaan
0,010
150
300
1,1,2-Trichloorethaan
0,010
65
130
1,1-Dichloorethaan
7,0
454
900
1,1-Dichlooretheen
0,010
5,0
10,0
1,2-Dichloorethaan
7,0
204
400
DCE (som)
0,010
10,0
20
Dichloormethaan
0,010
500
1000
Dichloorpropanen (0,7 som, 1,1+1,2+1,3)
0,80
40
80
PER
0,010
20
40
rapportnummer 201953-10
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
Tabel 4: Grondwaternormen van de Wet Bodembescherming (µg/l) TETRA
0,010
5,0
Bromoform TRI
10,0 630
24
262
500
Chloroform
6,0
203
400
VC
0,010
2,5
5,0
Minerale olie
50
325
600
rapportnummer 201953-10
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
BIJLAGE 6 Gegevens vooronderzoek: - ingevuld vragenformulier - foto’s onderzoekslocatie - uittreksel kadastrale kaart - situatietekening bodemonderzoek 2005
rapportnummer 201953-10
foto 1
foto 2
foto 3
foto 4
foto 5
foto 6
201953-10
Uittreksel Kadastrale Kaart
Uw referentie: 2118350
5784 3950
3256
24
30 36
5783
Hazenkamp
3949
40
0m
12345 25
Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Kadastrale grens Voorlopige grens Bebouwing Overige topografie
Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 18 juli 2011 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
10 m
50 m
Schaal 1:1000 Kadastrale gemeente Sectie Perceel
ARNHEM AE AE 3950
Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.
Verkennend bodemonderzoek Hazenkamp 36 in Arnhem
VERANTWOORDING
rapportnummer 201953-10