2015/294589
Ruimtelijke onderbouwing Ten behoeve van het besluit tot afwijken van het bestemmingsplan krachtens artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor de bouw van een 20kV-schakelstation op de locatie Schoot 1 te Westzaan (plaatselijk bekend gemeente Westzaan sectie D perceelnrs. 2803, 2805 en gedeeltelijk 2799).
Dossiernummer:
Sector Omgevingsvergunningen Afdeling Juridische Procedures Omgevingsrecht mRO/99.295/dec2015
Inhoudsopgave Overzichtskaart plangebied en omgeving ..................................................................................................................................... 3 Geometrische plaatsbepaling ............................................................................................................................................................. 4 H. 1 Inleiding ............................................................................................................................................................................................ 7 H. 2 Bevoegd gezag en procedure .............................................................................................................................................. 8 H. 3 Procedureel beleid .................................................................................................................................................................. 10 H.4 Beleidskaders ruimtelijk beleid algemeen onderbouwd ...................................................................................... 11 H.5 Maatschappelijk draagvlak van het project ................................................................................................................ 13 H.6 Stedenbouwkundige en welstandelijke aspecten ................................................................................................... 13 H.7 Water
17
H.8 Milieuaspecten ............................................................................................................................................................................ 18 H.9 Monumenten en archeologie .............................................................................................................................................. 20 H.10 Grondexploitatie ...................................................................................................................................................................... 21 H.11 Overleg met de provincie en andere betrokken bestuursorganen .............................................................. 21 H.12 Zienswijzen en betrokkenheid omwonenden .......................................................................................................... 22 H.13 Uitvoerbaarheid ....................................................................................................................................................................... 22 H.14 Conclusie..................................................................................................................................................................................... 22 Bijlage 1: Uittreksel bestemmingsplan .................................................................................................................................. 23 Bijlage 2: Nieuwe situatie .............................................................................................................................................................. 25 Bijlage 3: Watertoets Grontmij, 3 december 2015 ........................................................................................................... 26
2
Overzichtskaart plangebied en omgeving
3
Geometrische plaatsbepaling
4
5
6
H. 1 Inleiding 1.1 Conclusie Het beoogde project ‘Schakelstation Westzanerpolder’ is een ruimtelijk verantwoorde ontwikkeling, omdat het voorziet in een duurzame energielevering voor het ‘Bedrijvenpark Hoogtij’ en de Westzanerpolder en ook ruimtelijk goed wordt ingepast op het bedrijvenpark. De motivering van dit besluit omvat de ruimtelijke onderbouwing, waarin het project uitgebreid ruimtelijk onderbouwd wordt. 1.2 Omschrijving van het project - Beschrijving/ omvang van het project: Het project betreft de vervanging van het bestaande 10kV-schakelstation ter plaatse door een 20 kVschakelstation op het aangrenzende kavel. Na oplevering van het nieuwe 20 kV-schakelstation zal het 10 kV-schakelstation met het bijbehorende terrein volledig worden geamoveerd, zodat deze grond weer beschikbaar komt voor het bedrijventerrein. Het nieuwe kavel heeft een omvang van ca. 840m², en het nieuwe 20kV-schakelstation heeft een oppervlakte van circa 290m². - Aanleiding van het project: Aanleiding van het project is de wetenschap dat het huidige 10kV schakelstation op het bedrijvenpark niet voldoende capaciteit heeft om ook nieuwe bedrijfsvestgingen op het bedrijvenpark, adequaat van energie te voorzien. - Motivering van het project: Het project is noodzakelijk om te kunnen voorzien in een duurzame energielevering voor het ‘Bedrijvenpark Hoogtij’ en de Westzanerpolder. Het huidige 10kV-schakelstation heeft zijn maximale capaciteit bereikt. Om ook nieuwe bedrijven in de toekomst van energie te kunnen voorzien, is een nieuw schakelstation voorzien met meer capaciteit. Uitbreiding van het huidige 10kV-schakelstation is door de verouderde opzet van dat station niet mogelijk. Na realisatie en in gebruik name van het nieuwe schakelstation wordt het bestaande schakelstation verwijderd en wordt deze locatie schoon opgeleverd. Dit is in een private overeenkomst tussen Liander en de gemeente vastgelegd. In de voorgenomen herziening van het ter plaatse geldende bestemmingsplan wordt het nieuwe schakelstation opgenomen en het bestaande schakelstation wegbestemd. Het verwijderen/slopen van het bestaande schakelstation past binnen het ter plaatse geldende bestemmingsplan en kan procedureel worden afgedaan middels een melding en/of vergunningen. 1.3 Ligging en begrenzing van het project - Omschrijving van de (keuzes voor de) locatie en de omgeving: De keuze voor de onderhavige locatie komt voort uit de aanwezigheid van het huidige 10kV schakelstation op het aangrenzende kavel aan de Schoot 1. De beoogde nieuwe kavel grenst aan de huidige kavel en vormt een minder aantrekkelijk ‘restkavel’ aan de rand van het bedrijventerrein. De invulling met een nutsvoorziening op deze gronden is om die reden een goede keuze. Door de verouderde opzet van het huidige schakelstation is uitbreiding niet mogelijk en nieuwbouw noodzakelijk. Door de nieuwbouw op het aangrenzende perceel te situeren, kan de noodzakelijke omlegging van kabels en leidingen tot een minimum worden beperkt. Ruimtelijk is de wat bouwhoogte betreft lagere bebouwing van het schakelstation goed inpasbaar op deze restkavel aan de rand van het bedrijventerrein. 1.4 Basisgegevens Aanvrager: Statutaire naam/handelsnaam: Liander Infra West N.V. Contactpersoon: V.C.E. Wattenberg 7
Adres: Utrechtseweg 68 Postcode: 6812 AH Plaats: Arnhem Postadres: Postbus 50, 6920 AB Duiven, locatiecode: 2NA8120 Telefooonr: 06 46 87 17 49 E-mail:
[email protected] KvK-nummer: 34094106 Vestigingsnummer: 000018178413
Locatie: Schoot 1, Westzaan (plaatselijk bekend gemeente Westzaan sectie D perceelnrs. 2803, 2805 en gedeeltelijk 2799).
H. 2 Bevoegd gezag en procedure Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage is het college van Burgemeester en wethouders van Zaanstad het bevoegd gezag om op de omgevingsvergunning te beslissen. Het onderhavige project is getoetst aan het bestemmingplan. 2.1 Bestemmingsplan Het desbetreffende perceel is gelegen in het gebied waarvoor het bestemmingsplan ‘Bedrijven Zuid’ geldt en heeft hierin de bestemming (en) ‘Bedrijventerrein - 2’ van de regels. Het bouwplan is hiermee in strijd. Zie bijlage 1 voor nadere informatie over het ter plaatse geldende planologisch regime. De aanvraag betreft vervangende nieuwbouw van het schakelstation op het ‘Bedrijvenpark Hoogtij’, de strijdigheid betreft de situering buiten het bouwvlak en de bouwhoogte van het 20kV-schakelstation, die met 4.60m lager is dan de voorgeschreven minimale bouwhoogte van 9 meter in de zone langs het fietspad.
Kaartfragment geldende bestemmingsplan: Zone met een minimum bouwhoogte.
Door de gedeeltelijke situering buiten het bouwvlak is het plan in strijd is met het bepaalde artikel 4.2.1, 8
onder a, van de regels. Volgens deze bepaling zijn de gebouwen alleen binnen het bouwvlak toegestaan.
Kaartfragment geldende bestemmingsplan: Bouwvlak.
Figuur: Gebouw buiten bouwvlak.
2.2 Procedure Het bestemmingsplan bevat geen bepalingen op grond waarvan met toepassing van artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 1° van de Wabo het onderhavige project gerealiseerd kan worden. Het onderhavige project kan voorts niet worden gerealiseerd met toepassing van artikel 2.12, lid 1 sub a, 9
onder 2° van de Wabo, aangezien het niet past in de in artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht, aangewezen categorie gevallen. Uit het voorgaande vloeit voort dat voor de onderhavige gewenste ontwikkeling een procedure tot afwijking van het bestemmingplan ex artikel 2.12, lid 1 sub a, onder 3° van de Wabo gevoerd dient te worden. Krachtens artikel 2.12 eerste lid, sub a, onder 3° van de Wabo kan het bevoegd gezag – in het onderhavige geval – het college van burgemeester en wethouders, ten behoeve van de verwezenlijking van een project van gemeentelijk belang een besluit nemen tot afwijken van een bestemmingsplan. Het besluit dient een goede ruimtelijke onderbouwing van het project te bevatten. Op de voorbereiding van een besluit tot afwijken van het bestemmingsplan op basis van artikel 2.12 eerste lid, sub a, onder 3° van de Wabo is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing (de Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure). 2.3 Eisen artikel 2.12 eerste lid, sub a, onder 3° van de Wabo Voor het onderhavige plan wordt voldaan aan de plicht om de eisen die gesteld worden in artikel 5.20 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) juncto artikel 3.1.2, 3.1.6 en 3.3.1, eerste lid van het Besluit ruimtelijke ordening in de ruimtelijke onderbouwing te behandelen. In de onderhavige ruimtelijke onderbouwing worden alle relevante aspecten behandeld die in bovengenoemde artikelen zijn opgenomen als voorwaarden van een goede ruimtelijke onderbouwing. H. 3 Procedureel beleid 3.1 Raadsbeleid / Verklaring van geen bedenkingen Artikel 6.5 van het Bor bepaalt: 1. Voor zover een aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet, wordt de omgevingsvergunning, waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de wet wordt afgeweken van het bestemmingsplan of de beheersverordening, niet verleend dan nadat de gemeenteraad van de gemeente waar het project geheel of in hoofdzaak zal worden of wordt uitgevoerd, heeft verklaard dat hij daartegen geen bedenkingen heeft. 2. De verklaring kan slechts worden geweigerd in het belang van een goede ruimtelijke ordening. 3. De gemeenteraad kan categorieën van gevallen aanwijzen waarvoor deze verklaring niet is vereist. Bij besluit van 2 december 2010 (geregistreerd onder nummer Z/2010/358180), laatst gewijzigd op 23 januari 2014 en met terugwerkende kracht in werking getreden op 24 januari 2014 (geregistreerd onder nummer 2014/9982), heeft de raad haar beleid inzake het afwijken van bestemmingsplannen en beheersverordeningen vastgesteld (Beleidsregels Afwijken van bestemmingsplannen en beheersverordeningen Wabo Zaanstad 2010). De raad heeft besloten: 1. De volgende categorieën van gevallen aan te wijzen waarvoor op grond van artikel 6.5. derde lid Besluit omgevingsrecht een 'verklaring van geen bedenkingen' niet is vereist: a) Aanvragen die passen binnen ter visie liggende ontwerpbestemmingsplannen; b) Aanvragen die passen binnen door de raad vastgesteld beleid, een stedenbouwkundige visie, een masterplan of een gebiedsvisie; c) Aanvragen waarvoor met een omschreven doel grond van de gemeente is afgenomen maar de planologische regeling nog niet aan dat doel is aangepast en het (bouw)plan past binnen dat omschreven doel. 2. De volgende categorieën van gevallen aan te wijzen waarvoor op grond van artikel 6.5. eerste lid Besluit omgevingsrecht een 'verklaring van geen bedenkingen' wel is vereist: a) Het realiseren van meer dan 50 woningen, m.u.v. de gevallen die betrekking hebben op onder 1 genoemde aanvragen; b) Het realiseren van meer dan 5.000 m2 bvo aan kantoorruimte, dienstverlening, bedrijfsruimte, horeca, commerciële ruimte, maatschappelijke en recreatieve voorzieningen of een combinatie daarvan, m.u.v. de gevallen die betrekking hebben op de in onder 1 genoemde aanvragen. 10
c) Het bouwen, verbouwen of slopen van objecten gelegen in een beschermd stads- of dorpsgezicht, voor zover hiervoor een afwijking van het bestemmingsplan nodig is. 3. Alle overige categorieën van gevallen wijst de gemeenteraad aan als categorieën waarin een verklaring van geen bedenkingen niet is vereist, tenzij de raad zelf aangeeft, op basis van de ter kennis gebrachte aanvragen, dat een aanvraag anderszins politiek gevoelig is. Het onderhavige project valt onder de categorie 3 en dat betekent dat voor het project geen ‘verklaring van geen bedenkingen’ is vereist.
3.2 Beleid college van B&W Bij besluit van 27 oktober 2010 onder nummer Z/2010/348720 heeft het college het beleid vastgesteld inzake het afwijken van bestemmingsplannen en beheerverordeningen (Beleidsregels Afwijken van bestemmingsplannen en beheersverordeningen Wabo Zaanstad 2010). Uitgangspunt van de Wro is dat voorziene ruimtelijke ontwikkeling voor de komende tien jaar in een bestemmingsplan wordt vastgelegd. Zaanstad hanteert een stringent beleid ten aanzien van het toepassen van de bevoegdheid om besluiten tot afwijking van bestemmingsplannen en beheersverordeningen te nemen. Alleen in uitzonderingssituaties wanneer een project ruimtelijk wenselijk en toelaatbaar is, kan worden afgeweken van het geldende beleid. De uitgangspunten die verwoord zijn in de Actualisatienotitie 2006 blijven ook onder de Wabo van belang. De beleidsregels gelden als aanvulling op het algemene uitgangspunt dat bij de besluitvorming voldaan moet worden aan wet- en regelgeving. De beleidsregels voor besluitvorming over het afwijken van bestemmingsplannen en beheersverordeningen, artikel 2.12 eerste lid, sub a, onder 3° Wabo, luiden als volgt: 1. Een omgevingsvergunning is mogelijk voor (bouw)plannen ten behoeve van woningbouw, bedrijfsdoeleinden als bedoeld in de VNG-uitgave ’Bedrijven en milieuzonering‘ zoals die luidt op het moment van indiening van de desbetreffende aanvraag, verenigings-, sport- en recreatiedoeleinden en het algemeen belang, mits andere belangen zich niet tegen deze plannen verzetten. 2. De gemeente werkt mee met (bouw)plannen waarvoor de aanvrager in het verleden met een omschreven doel grond van de gemeente heeft afgenomen, de planologische regeling nog niet aan dit doel is aangepast en het (bouw)plan past binnen die doelstelling. 3. De gemeente kan, ten behoeve van het opstellen van een ruimtelijke onderbouwing, van de aanvrager verlangen dat hij of zij daar gegevens toe aanlevert of kan hiervoor geheel of gedeeltelijk kosten in rekening brengen bij de aanvrager. De gemeente behoudt zich het recht voor om haar medewerking aan het desbetreffende besluit tot afwijking van bestemmingsplan of beheersverordening alsnog te weigeren, indien een aanvrager verzuimt de gevraagde gegevens aan te leveren. Het onderhavige project past in de beleidsregel onder punt 1 aangezien er een algemeen belang is bij een duurzame energievoorziening, en punt 2 aangezien hier sprake is van gronden die zijn afgenomen voor de vervangende nieuwbouw van het Schakelstation. Het gevraagde is overigens niet in strijd met gemeentelijk beleid. H.4 Beleidskaders ruimtelijk beleid algemeen onderbouwd De desbetreffende locatie maakt op diverse bestuurlijke niveaus deel uit van verschillende plannen van planologische aard. 4.1 Rijksbeleid 11
In 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. Hierin schetst het kabinet hoe Nederland er in 2040 uit moet zien: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Het ruimtelijke en mobiliteitsbeleid wordt meer aan provincies en gemeenten overgelaten. Hieronder valt bijvoorbeeld het landschapsbeleid. De Rijksoverheid richt zich op nationale belangen, zoals een goed vestigingsklimaat, een degelijk wegennet en waterveiligheid. Tot 2028 heeft het kabinet in de SVIR 3 rijksdoelen geformuleerd: - de concurrentiekracht vergroten door de ruimtelijk-economische structuur van Nederland te versterken. Dit betekent bijvoorbeeld een aantrekkelijk (internationaal) vestigingsklimaat; - de bereikbaarheid verbeteren; - zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden. Het onderhavige project is niet in strijd met de hierboven vermelde rijksuitgangspunten en draagt bij aan een goed vestigingsklimaat en de bereikbaarheid. 4.2 Provinciaal beleid Provinciale Staten stellen ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor het gehele grondgebied van de provincie een of meer structuurvisies vast. Op 21 juni 2010 hebben Provinciale Staten de Provinciale Structuurvisie 2040 en de bijbehorende Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (hierna: PRVS) vastgesteld waarin het provinciale beleid en de provinciale belangen nader geconcretiseerd zijn. Deze zijn op 3 november 2010 in werking getreden. Nadien is de PRVS een aantal maal gewijzigd. Provinciale Staten hebben op 3 februari 2014 de provinciale ruimtelijke verordening opnieuw vastgesteld. Deze vaststelling betreft een beleidsarme wijziging ten opzichte van de eerder vastgestelde verordening op 21 juni 2010. Dit houdt in dat de verordening geen nieuw beleid bevat. In de PRVS wordt het gebied waarin het onderhavige project is gelegen aangewezen als ‘Bestaand bedrijventerrein’. Het onderhavige plan is niet in strijd met het voor dit gebied bepaalde in de PRVS. 4.3 Gemeentelijk beleid De gemeenteraad stelt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor het gehele grondgebied van de gemeente een of meer structuurvisies vast. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling van dat gebied, alsmede de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid. De structuurvisie gaat tevens in op de wijze waarop de raad zich voorstelt die voorgenomen ontwikkeling te doen verwezenlijken. De gemeenteraad kan ook voor aspecten van het gemeentelijk ruimtelijk beleid een structuurvisie vaststellen. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van de voorgenomen ontwikkeling van die aspecten. De structuurvisie gaat tevens in op de wijze waarop de raad zich voorstelt die voorgenomen ontwikkeling te doen verwezenlijken. De gemeenteraad kan in samenwerking met de raden van aangrenzende gemeenten voor een gebied behorende tot het grondgebied van de betrokken gemeenten een structuurvisie vaststellen. Op 7 juni 2012 is door de gemeenteraad de structuurvisie ‘Zichtbaar Zaans’ vastgesteld die op 10 oktober 2012 in werking is getreden. In de ruimtelijke structuurvisie ‘Zichtbaar Zaans’ is het gebied rond de onderhavige locatie aangeduid als ‘Nieuw perifeer bedrijventerrein (Hoogtij)’. Hierover wordt het volgende gezegd: Nieuwe perifere bedrijventerreinen zijn in het buitengebied niet toelaatbaar. Dat betekent, dat doelmatig en duurzaam met de huidige bedrijventerreinen wordt omgaan; dus opknappen waar nodig en ruimte bieden aan functies, waar de markt om vraagt. Het gevraagde is in overeenstemming met deze aanduiding.
12
Fragment Ontwikkelkaart 4.2 Structuurvisie Zichtbaar Zaans.
Bestemmingplan (zie paragraaf 2) Welstandsnota (zie paragraaf 6.6).
H.5 Maatschappelijk draagvlak van het project De ontwikkeling betreft een nutsvoorziening ten behoeve van het bedrijvenpark. Het bedrijvenpark is slechts ten dele uitgegeven, de aangrenzende bedrijfskavels zijn nog vrij. Naar verwachting zullen er geen bezwaren komen van de bedrijven op het park. In de directe omgeving zijn geen woningen aanwezig zodat ook van die kant geen bezwaren worden verwacht. H.6 Stedenbouwkundige en welstandelijke aspecten 6.1 Relatie met toekomstig bestemmingsgebied De geldende bestemming ‘Bedrijventerrein – 2’ wordt niet gewijzigd. Wel wordt voor dit concrete geval afgeweken van het bouwvlak en de verplichting om in de zone langs het fietspad een minimale bouwhoogte aan te houden. Deze ruimtelijke onderbouwing vormt de motivering voor afwijking op deze onderdelen. 6.2 Functie gerelateerd aan omgeving Het bouwplan voorziet in de vervanging van een schakelstation voor de elektriciteitslevering voor het ‘Bedrijvenpark Hoogtij’ en de ‘Westzanerpolder’. Het huidige, maar kleinere schakelstation is ook al op het bedrijvenpark gesitueerd, naast de beoogde nieuwe locatie. Vervangende nieuwbouw is nodig omdat het huidige schakelstation zodanig is opgezet dat uitbreiding niet mogelijk is. Het nieuwe schakelstation is een nutsvoorziening ten behoeve van het bedrijventerrein en de rest van de Westzanerpolder. Op een bedrijventerrein zijn dergelijke nutsvoorzieningen onmisbaar en maken ze deel uit van de ‘functionele werkomgeving’.
13
Ijpolder Westhaven Basisweg
ZDN
ZDW
20 kV 10 kV
(55)
(44) (10,10)
SS WZP
SS ZDC
Zaandijk
Zaandam Noord
Zaandam West Zaandam Centrum Westzanerpolder
Hemweg
Figuur: Schakelstation in het elektriciteitsnetwerk van de Zaanstreek.
6.3 Bouwmassa gerelateerd aan omgeving Het beoogde schakelstation is gesitueerd te midden van nog uit te geven bedrijfskavels. In de directe omgeving staan op dit moment nog geen bedrijfsgebouwen. Wel zijn in het geldende bestemmingsplan regels opgenomen die de stedenbouwkundige kwaliteit van het bedrijvenpark moeten waarborgen. Zo moeten de bedrijfsgebouwen met hun voorgevel worden georiënteerd op de openbare weg om een representatieve uitstraling te bewerkstelligen, dient de bebouwing aan de weg een zekere massa (minimale bouwhoogte) te hebben om een ‘gevelwand’ te creëren die de ruimtelijke structuur benadrukt en loopt de hoogte van de toegestane bedrijfsgebouwen vanaf de weg gezien trapsgewijs op om te massale gevelwanden dicht op de weg te voorkomen. Het station wordt gerealiseerd op een ‘restperceel’ aan de rand van bedrijventerrein Hoogtij en is beperkt van hoogte (ruim 4,50 meter). Hiermee vormt het een passende overgang van het bedrijventerrein naar de Westzanerweg en Overtoom. Door de beperkte hoogte wordt het zicht vanaf de Westzanerweg op de achter het station te realiseren bedrijven slechts beperkt geblokkeerd en concurreert het schakelstation niet om aandacht met de aangrenzende bedrijfsgebouwen. Voor bezoekers op het bedrijvenpark is het gelijk duidelijk dat hier geen bedrijf zit, maar de infrastructuur van het park. De strakke en functionele gevels van het schakelstation onderschrijven dat. Om rust en eenheid in de bebouwingswand langs de Westzanerweg te creëren is er voor gekozen om de nieuwbouw in één gebouw te realiseren. Na realisatie en in gebruik name van het nieuwe schakelstation wordt het bestaande schakelstation verwijderd en wordt deze locatie schoon opgeleverd. Dit is in een private overeenkomst tussen Liander en de gemeente vastgelegd. In de voorgenomen herziening van het ter plaatse geldende bestemmingsplan wordt het nieuwe schakelstation opgenomen en het bestaande schakelstation wegbestemd. Het verwijderen/slopen van het bestaande schakelstation past binnen het ter plaatse geldende bestemmingsplan en kan procedureel worden afgedaan middels een melding en/of vergunningen. Voorts zijn ook in het ‘Beeldkwaliteitsplan Hoogtij’ criteria opgenomen voor redelijke eisen van welstand op deze locatie. Uitgangspunt van het beleid volgens het beeldkwaliteitsplan is dat het gebied moet worden ontwikkeld tot een duurzaam bedrijvenpark waarbij aandacht wordt besteed aan de ruimtelijke opzet, water, natuur, infrastructuur, energie, materiaalgebruik en afvalbeheer. Het gebouw is gesitueerd aan de Westzanerweg, waarbij gevraagd wordt om een representatieve uitstraling en landschappelijke inpassing, aansluitend bij het groene profiel van deze weg. Ten behoeve van het 20kV Schakelstation is aangesloten bij de criteria voor deelgebied 6 in het beeldkwaliteitsplan. Hierna is per criterium aangegeven hoe daar mee om is gegaan. 14
1Bebouwing op de hoek Westzanerweg en de zijontsluitingsweg presenteert zich als een markant entreegebouw. Daartoe is de entree van het Schakelstation naar de Westzanerweg (fietspad) gericht en worden de gevels langs de Westzanerweg in ceder houten delen (horizontaal) uit te voeren.
Visual Studio D: aanzicht vanaf het fietspad.
2Hoofdentrees georiënteerd op de Westzanerweg voorzien van een royale luifel. Het gaat om een schakelstation. Er worden geen gasten ontvangen. Wel is de entree op een stilistische manier vorm gegeven. 3Duurzame en natuurlijke materialen worden sterk aanbevolen, bijvoorbeeld het gebruik van Western Red ceder/onbehandeld. De helft van het gevelvlak wordt bekleedt met Western Red ceder (zie visualisaties), waarmee goede ervaringen bestaan.
Visual Studio D: deels natuurlijke materialen in de gevel.
4De hoofdentree moet zijn gesitueerd aan de weg waaraan de hoofdontsluiting ligt. In overleg met de Adviescommissie voor Welstand en Monumenten Zaanstad is de entree van het Schakelstation naar de Westzanerweg (fietspad) gericht. Omdat het een schakelstation betreft en geen bedijfs- of kantoorgebouw is van een “hoofdentree” geen sprake. 5De dakvorm dient te passen bij de functie en interne gebruik van het gebouw. Uit de vormgeving van gebouw en dakvorm (feitelijk een plat dak op ca. 4,5 m) wordt gelijk duidelijk dat het hier een nutsvoorziening betreft en geen bedrijven- of kantorengebouw. 6Hoekpanden aan de Westzanerweg moeten “de hoek in hoogte accentueren” en in samenhang bij elkaar brengen . Gelet op de functie van het gebouw is dat niet echt aan de orde en wordt verwezen naar de beantwoording onder 5. Wel kan met beplanting voor een hoogteaccent worden gezorgd. 15
Verder is bij de situering van het 20kV station op het perceel, naast bovenstaande punten, ook rekening gehouden met toekomstige ontwikkelingen op het bedrijventerrein Hoogtij, waardoor mogelijk de toegang tot ons perceel wijzigt en onze eigen potentiële toekomstplannen voor het station. 6.4 Verkeersontsluiting/-situatie Een Schakelstation brengt nauwelijks verkeer met zich mee. Alleen ten behoeve van onderhoud en eventueel bij calamiteiten is verkeer naar het Schakelstation nodig. De ontsluiting zal net als in de huidige situatie op de Schoot plaatsvinden. De breedte van de inrit is 4,94 en voldoet daarmee aan het gemeentelijke beleid. Bovendien gaat de inrit niet ten kosten van een openbare parkeerplaats. De bestaande verkeersontsluiting en verkeersstructuur van het bedrijventerrein zijn ruimschoots voldoende om deze incidentele verkeersbewegingen op een veilige manier te kunnen verwerken.
Figuur Reddyn: Ontsluiting op de Schoot.
6.5 Parkeren In artikel 2.5.30 lid 1 van de Bouwverordening Zaanstad 2008, op 11 maart 2010 in werking getreden, wordt bepaald dat, indien de omvang of de bestemming van een bouwwerk daartoe aanleiding geeft, ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte moet zijn aangebracht in, op of onder het bouwwerk, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat bouwwerk behoort. Deze ruimte mag niet overbemeten zijn, gelet op het gebruik of de bewoning van het bouwwerk, waarbij rekening moet worden gehouden met de eventuele bereikbaarheid per openbaar vervoer. In de, door de raad op 18 februari 2010 vastgestelde ‘Parkeernota’, laatst gewijzigd 4 april 2013, worden hiervoor regels gesteld. Het onderhavige bouwplan voldoet aan de voorschriften van artikel 2.5.30 lid 1 in samenhang met het beleid vastgesteld in de ‘Parkeernota’. 6.6 Welstandsnota Zaanstad Volgens de interactieve Welstandskaart van de gemeente Zaanstad is het niveau voor de locatie Schoot 1 op het bedrijventerrein Hoogtij : Gewogen-gewoon. Bouwplannen in gewogen gebieden doen in principe geen afbreuk aan de basiskwaliteit van de openbare ruimte. Hoogtij en de locatie Schoot 1 maken deel uit van het gebiedstype Bedrijventerreinen. De criteria voor dit gebiedstype richten zich op de gebouwen voor bedrijvigheid in de vorm van handel, productie en transport, afgewisseld met kantoren, detailhandel en industrie. Voor nutsvoorzieningen zijn geen specifieke criteria opgenomen. Voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein Hoogtij geldt aanvullend op de welstandsnota, het ‘Beeldkwaliteitsplan Hoogtij’. Volgens de Adviescommissie Welstand en Monumenten Zaanstad is uitgangspunt van het beleid dat het gebied moet worden ontwikkeld tot een duurzaam bedrijvenpark waarbij aandacht wordt besteed aan de ruimtelijke opzet, water, natuur, infrastructuur, energie, materiaalgebruik en afvalbeheer. Het gebouw is gesitueerd aan de Westzanerweg, waarbij gevraagd wordt om een representatieve uitstraling en landschappelijke inpassing, aansluitend bij het groene profiel van 16
deze weg. Het bouwplan voor het onderhavige 20kV Schakelstation is in de Adviescommissie Welstand en Monumenten Zaanstad geweest. Na herhaalde aanpassing van het bouwplan is de Adviescommissie op 17 november 2015 akkoord gegaan. Landschappelijke inpassing: Een goede landschappelijke inpassing van het schakelstation in zijn omgeving wordt geborgd door in nader overleg met de gemeente groen rond de kavel te realiseren dat onderdeel uitmaakt van een groenplan op een hoger schaalniveau. In de visualisaties die in deze ruimtelijke onderbouwing is daarom nog geen landschappelijke inpassing getoond. Algemene beschrijving naar aanleiding van de bouwtoets en een korte conclusie Een Schakelstation brengt nauwelijks verkeer met zich mee. Alleen ten behoeve van onderhoud en eventueel bij calamiteiten is verkeer naar het Schakelstation nodig. Ten behoeve van deze incidentele situaties is er ruimte en verharding op het perceel beschikbaar om de onderhoudswagens te kunnen parkeren. Het Schakelstation is een nutsvoorziening ten behoeve van het bedrijventerrein. Door de situering, omvang en vormgeving gaat het gebouwtje als het ware op in de ‘infrastructuur’ van het bedrijventerrein. De strakke en functionele vormgeving van de gevels dragen daar sterk aan bij. Het gebouw heeft een gesloten karakter om het niet openbaar toegankelijke karakter te benadrukken en eventuele concurrentie om aandacht met de aangrenzende bedrijfsgebouwen te voorkomen.
Visual Studio D: De infrastructuur van het bedrijventerrein.
H.7 Water Artikel 3.1.6, lid 1 sub b Bro stelt verplicht dat in de ruimtelijke onderbouwing een beschrijving wordt opgenomen van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding. Dit houdt in dat een verantwoording dient te worden afgelegd van het onderzoek naar en het integrale beleid betreffende de afstemming van het ruimtelijk beleid met het waterbeleid. Alle relevante facetten van het waterbeheer in relatie met de ruimtelijke ordening dienen in beeld te worden gebracht, zoals de waterkwantiteit (vernatting of verdroging) en de waterkwaliteit, alsmede functies die aan in het plangebied voorkomend water worden toegekend. De aandacht dient zich zowel tot het grondwater als het oppervlaktewater te richten. Ten behoeve van het beoogde 20kV Schakelstation Westzanerpolder is een Watertoets uitgevoerd door Grontmij1. De belangrijkste conclusies van de notitie luiden: De verhardingstoename als gevolg van de ontwikkeling bedraagt 630 m2. Op basis van het 1
Grontmij, watertoets Schakelstation Westzanerpolder, PN346680, 3 december 2015. 17
beleid van HHNK is geen watercompensatie nodig. De brakke kwelsituatie is een aandachtspunt bij het afgraven van of werken in de deklaag. Geadviseerd wordt om hier bij het verwijderen van het gebouw en in de uitwerking van het ontwerp voldoende rekening mee te houden. Ten noorden van het plangebied is een primaire watergang aanwezig. Het natte onderhoud en het baggeren wordt voor primaire watergangen uitgevoerd door HHNK. Voor het droge onderhoud van het talud is de aanliggend eigenaar verantwoordelijk. Het integrale rapport is als bijlage achter deze ruimtelijke onderbouwing opgenomen.
H.8 Milieuaspecten De volgende aspecten hebben wij in de beoordeling van het project betrokken: 8.1 Gemeentelijk (milieu)beleid Het gemeentelijke beleid is er op gericht het leefklimaat voor de burgers in Zaanstad te verbeteren. De doelstellingen hiervoor zijn in de ruimtelijke milieuvisie Zaanstad opgenomen, vastgesteld op 24 september 2009 door de gemeenteraad. Het betreft een tweetal grote doelstellingen: het aantal milieubelaste woningen terug te dringen van 60.000 naar 30.000 woningen vóór 2010 In 2020 klimaatneutrale gemeente te zijn. Onder milieubelaste woningen wordt verstaan: woningen die in een overmatig geluid- of geurbelaste omgeving liggen, almede woningen waar bewoners zich in een ‘matig of onaanvaardbaar verantwoord leefklimaat’ bevinden op basis van een ‘goede ruimtelijke ordening’. Ook worden daaronder gerekend: bewoners die een matig leefklimaat ondervinden als gevolg van emissies van luchtverontreinigende stoffen of een hoog risico’s als gevolg van vervoer van, of handelingen met gevaarlijke stoffen in het kader van de ‘externe veiligheid’. Ook andere milieugevoelige projecten worden op de zelfde wijze als de woningen op een goede leefomgeving getoetst. Het klimaatbeleid wordt verder uitgewerkt in het Integraal Klimaatprogramma Zaanstad 2010-2020. 8.2 Geluid Geluidoverlast kan niet alleen tot irritaties leiden maar ook gezondheidsschade veroorzaken. In de Wet geluidhinder zijn er allerlei beperkingen gesteld die dit moeten voorkomen. Echter ondanks dat deze Wet sinds 1978 regels stelt aan allerlei geluidbronnen, overdrachtsmaatregelen en gevelisolatie geeft de geluidbelasting voor een groot aantal burgers in de gemeente Zaanstad aanleiding tot klachten. In de ruimtelijke milieuvisie van de gemeente Zaanstad is daarom tot doel gesteld om het aantal milieubelaste woningen met de helft te verminderen. Voor het aspect geluid, dat een groot deel uitmaakt van de milieubelaste woningen, zijn daarom de regels aangescherpt en opgenomen in het beleid voor de ‘Hogere geluidgrenswaarden’. Een schakelstation (zonder transformators) brengt nauwelijks geluid voort en is zelf ook geen geluidgevoelige bestemming. Behalve een kleine motor voor airconditioning zijn er verder geen elektro- of verbrandingsmotoren. Het 20kV-schakelstation kan dan ook worden aangemerkt als een type A-inrichting volgens het Activiteitenbesluit. Bij het bouwlawaai gaat het om tijdelijke hinder die volgens de geldende normen zal worden beoordeeld. Gelet op de beperkte omvang van het schakelstation zal de tijdsduur zeer beperkt zijn. Bij het heien zal gebruik worden gemaakt van stalenbuispalen die trillingsarm worden ingebracht. 8.3 Geur Een schakelstation brengt geen voor mensen waarneembare geur voort en is zelf ook geen geurgevoelige bestemming. 8.4 Luchtkwaliteit Een schakelstation brengt geen uitstoot van relevante gassen met zich mee. De verkeersaantrekkende werking is beperkt tot het onderhoudsverkeer en daardoor nihil. Naar analogie van de benoemde verkeersproductie voor woningen (1.500 stuks) en kantoren (PM m²) die in niet betekende mate bijdragen aan de luchtkwaliteit, geldt voor het Schakelstation dat deze in niet betekenende mate bijdraagt aan de 18
luchtkwaliteit. 8.5 Natuurbeschermingswet In de gemeente Zaanstad bevindt zich een aantal natuurgebieden (Natura 2000 gebieden), die, in het kader van de Natuurbeschermingswet ’98, zijn aangewezen als beschermd natuurgebied. De bescherming beoogt de instandhouding van flora en fauna en de specifieke leefgebieden. Bijvoorbeeld door het voorkomen of terugdringen van stikstofdeposities op natuurgebieden die al een hoge stikstofbelasting hebben. Of het voorkomen van lichthinder of een te hoge geluidbelasting in gebieden waar dieren leven die daar gevoelig voor zijn. Indien er negatieve effecten zijn op het beschermde natuurgebied is een verklaring van geen bedenkingen noodzakelijk. Ten behoeve van de realisering van het schakelstation is een verkennend natuurwaardenonderzoek uitgevoerd door Reddyn (Schakelstation Westzanerpolder, verkennend natuurwaardenonderzoek, 10 september 2015, Reddyn). Het integrale rapport is als bijlage opgenomen. De belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het rapport luiden: Het plangebied ligt buiten de invloedssfeer van door de Natuurbeschermingswet beschermde gebieden en geheel buiten de Ecologische Hoofdstructuur. Er hoeft geen rekening gehouden te worden met de wettelijke en planologische gebiedsbescherming.
Natura 2000-gebied ‘Polder West Zaan’ (rood). EHS (groen). In het plangebied zijn uitsluitend algemene soorten aangetroffen zoals Paardenbloem en Duizendblad. Beschermde soorten zijn niet aangetroffen. Voor alle soorten, dus ook voor de soorten die zijn vrijgesteld van de ontheffingsplicht, geldt wel een zogenaamde 'algemene zorgplicht' (art. 2 Flora- en faunawet). Deze zorgplicht houdt in dat de initiatiefnemer passende maatregelen neemt om schade aanwezige soorten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het niet verontrusten of verstoren in de kwetsbare perioden zoals de winterslaap, de voortplantingstijd en de periode van afhankelijkheid van de jongen. De zorgplicht geldt altijd en voor alle planten en dieren, of ze beschermd zijn of niet, en in het geval dat ze beschermd zijn ook als er ontheffing of vrijstelling is verleend. Er is geen reden tot het uitvoeren van aanvullend onderzoek naar beschermde planten of dieren binnen het plangebied . Met inachtneming van de bovenstaande voorwaardes (ten aanzien van de zorgplicht), kunnen de werkzaamheden in overeenstemming met de Flora- en faunawet plaats vinden. Conclusie De Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet vormen geen belemmering voor het bouwproject. 8.6 Bodem De bodemkwaliteit ter plaatse van het besluitgebied is geschikt voor het beoogde gebruik. Conclusie Het aspect bodem vormt geen belemmering voor de afgifte van de omgevingsvergunning. 8.7 Externe veiligheid Er is een inventarisatie uitgevoerd naar de aanwezige risico’s in de omgeving. Hiervoor is de risicokaart 19
(risicokaart.nl) geraadpleegd en is beoordeeld of de locatie niet in de nabijheid is gelegen van inrichtingen met gevaarlijke stoffen, de aanwezigheid van buisleidingen, regionale of primaire waterkeringen i.v.m. een groot risico voor overstromingen, en de nabijheid van kwetsbare objecten. Dit is niet het geval. Wel is het bedrijventerrein en dus ook de onderhavige locatie, gesitueerd tussen een primaire en regionale waterkering, zie ook onderstaand figuur. Het Schakelstation vormt in het elektriciteitsnetwerk niet een dermate cruciale voorziening dat vanwege overstromingsgevaar extra maatregelen nodig zijn.
8.8 Bovengrondse Hoogspanningsleidingen Het Schakelstation is niet gesitueerd onder een bovengrondse hoogspanningsleiding of in de directe omgeving daarvan. 8.9 UMTS- en GSM antennes Het Schakelstation is volgens de informatie op de website www.gsmmasten.nl niet gesitueerd in de nabijheid van UMTS- en GSM antennes. 8.10 Milieueffectrapportage (MER) De Wet milieubeheer kent een aantal regels waaraan getoetst wordt of een milieueffectrapportage een verplicht onderdeel is van een project. Voor dit project is geen onderzoek nodig in het kader van de MER, omdat het oprichten van een schakelstation niet wordt genoemd in het Besluit m.e.r. en het een zeer kleinschalig project betreft. 8.11 Goede ruimtelijke ordening in relatie tot milieuaspecten De ruimtelijke inpassing van het project kan als volgt worden beoordeeld. Het plan geeft blijk van een goede ruimtelijke ordening. Er is rekening gehouden met overige waarden van de in het plan begrepen gronden en de verhouding tot het aangrenzende gebied, door de locatiekeuze, omvang en vormgeving, en door de ecologische aspecten en de bodem nader te onderzoeken.
H.9 Monumenten en archeologie In het onderhavige geval is geen sprake van een monument. In het geldende bestemmingsplan zijn geen voorwaarden met betrekking tot archeologie opgenomen. Daarom is de Archeologienota Zaanstad 2009 en de gemeentelijke Cultuurhistorische Waardenkaart niet van toepassing. Met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en de in de grond aanwezige of te verwachten monumenten is rekening gehouden, door het geldende bestemmingsplan te consulteren en te constateren dat deze waarden en belangen ter plaatse niet relevant zijn. 20
H.10 Grondexploitatie Een doel van de nieuwe Wro (inclusief de Grondexploitatiewet (Grex)) is dat gemeenten meer regie en sturing krijgen op de ruimtelijke ontwikkelingen in de stad (ook voor gebieden zónder gemeentelijk grondbezit). De nieuwe wetgeving verplicht om de kosten die de gemeente maakt ten behoeve van die ontwikkeling te koppelen aan de ruimtelijke doelstellingen en te verhalen op diegene die de ontwikkeling tot stand brengt. Het gaat hierbij om zowel fysieke kosten (uitvoeringskosten) als ontwikkelingskosten (planvoorbereidings- en planbegeleidingskosten). Bovenplanse kosten en kosten voor ruimtelijke ontwikkelingen worden verankerd in een structuurvisie. Bij een bestemmingsplan dan wel een besluit tot afwijking van het bestemmingsplan/de beheersverordening (als onderdeel omgevingsvergunning) hoort een exploitatieplan of overeenkomst. Het kostenverhaal wordt geëffectueerd met een overeenkomst (anterieur of posterieur). De gemeente Zaanstad hanteert de lijn dat alleen een besluit tot afwijking van het bestemmingsplan/de beheersverordening op grond van artikel 2.12 eerste lid, sub a, onder 3° Wabo wordt genomen, indien de aanvrager vooraf met het college (voorbereid door afdeling Grondzaken) een anterieure overeenkomst heeft gesloten. Ook kan een besluit op grond van artikel 2.12 eerste lid, sub a, onder 3° Wabo worden genomen, indien kostenverhaal in het kader van de Grondexploitatiewet niet aan de orde is. Ten behoeve van het besluit tot afwijken van het bestemmingsplan hoeft geen (anterieure) overeenkomst te worden gesloten, nu kostenverhaal in het kader van de Grondexploitatiewet niet aan de orde is. Het project heeft namelijk geen ingrijpende infrastructurele gevolgen.
H.11 Overleg met de provincie en andere betrokken bestuursorganen Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wabo wordt het toenmalige projectbesluit (oud artikel 3.10 Wro) in gewijzigde vorm in de Wabo opgenomen, onder artikel 2.12, lid 1 sub a 3°. In de procedurebepalingen artikel 6.18 Bor, is bepaald dat ontwerp-omgevingsvergunningen die zien op het afwijken van een bestemmingsplan dienen te worden toegezonden aan provinciale en andere diensten, ten behoeve van overleg, zoals in artikel 3.1.1 de Bro is voorgeschreven, dat van toepassing is op grond van artikel 5.20 Bor jo artikel 3.1.6, lid 1 sub c Bro. 11.1 Provincie De provincie heeft bij besluit van 8 mei 2012 beslist, onder nummer 2012-17090 (Besluit beperking vooroverleg ruimtelijke ordening 2012), de Noord-Hollandse gemeenten te berichten dat in nader aangegeven gevallen geen vooroverleg meer nodig is over projectbesluiten, bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen. Het college heeft conform dit beleid getoetst of het onderhavige besluit in aanmerking komt voor vooroverleg met de provincie. Dit is niet het geval omdat het project niet één van de gevallen betreft waarvoor is voorgeschreven dat vooroverleg is vereist. 11.2 Rijk Het Rijk is per 1 januari 2012 gestopt met het vooraf toetsen van nieuwe gemeentelijke bestemmingsplannen en ruimtelijke plannen van de provincies op strijdigheid met nationale belangen zoals milieuregels. Het ministerie van Defensie, het ministerie van EL&I (Energie) en Rijkswaterstaat blijven de plannen wel beoordelen op hun eigen directe belangen. Het onderhavige project raakt de hierboven genoemde belangen niet zodat er geen sprake is van noodzaak tot (voor)overleg. 11.3 Hoogheemraadschap Sinds april 2012 heeft het hoogheemraadschap de digitale toets in werking. Op de site ‘www.de watertoets.nl’ wordt zichtbaar of een ruimtelijk plan raakt aan belangen van HHNK (watersysteem, waterkering, persleiding enz.). Omdat het plangebied deels in de beschermingszone van een waterkering ligt is contact opgenomen met het HHNK.
21
H.12 Zienswijzen en betrokkenheid omwonenden Een besluit tot afwijken van het bestemmingsplan of beheersverordening wordt voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 Awb (Uniforme Openbare Voorbereidingsprocedure). Van het ontwerp-besluit wordt kennisgegeven in het Zaans Stadsblad en in de Staatscourant. Ten aanzien van het ontwerp-besluit kan een ieder gedurende de inzagetermijn mondeling of schriftelijk een zienswijze indienen bij het college. De vastgestelde ruimtelijke onderbouwing wordt samen met het ontwerp-besluit ter inzage gelegd. Mochten hierop zienswijzen worden ingebracht, dan volgt een belangenafweging, waarna het college een besluit neemt. In 2005 is met de invoering van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure in afdeling 3.4 Awb, de in het toenmalige art. 6a WRO voorgeschreven inspraakprocedure komen te vervallen. Ingevolge de op artikel 150 Gemw gebaseerde gemeentelijke inspraakverordening kan een inspraakprocedure op een voorontwerp van een buitenplanse afwijking worden voorgeschreven. Voor dit plan is de inspraakprocedure niet van toepassing, want het betreft de uitvoering van eerder vastgesteld beleid in het geldende bestemmingsplan ‘Bedrijven Zuid’. H.13 Uitvoerbaarheid Vooralsnog zijn er geen aanwijzingen dat de (economische) uitvoerbaarheid van het project op problemen zou stuiten dan wel onmogelijk zou zijn. Er zijn geen belemmeringen voor de uitvoerbaarheid van het plan. Het gaat om een kleinschalige nutsvoorziening op een bestaand en grotendeels nog uit te geven bedrijventerrein. Bezwaren van bedrijven, omwonenden of andere belanghebbenden zijn niet te verwachten. Het project wordt gerealiseerd door de netwerkbeheerder Liandon BV in het kader van het reguliere onderhoud/modernisering van het netwerk. H.14 Conclusie Het project Schakelstation Westzanerpolder op de locatie Schoot 1, plaatselijk bekend als gemeente Westzaan sectie D perceelnrs. 2803, 2805 en gedeeltelijk 2799, te Westzaan, is een ruimtelijk verantwoorde ontwikkeling. Voor het gevraagde kan een besluit tot afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 eerste lid sub a, onder 3° van de Wabo genomen worden.
22
Bijlage 1: Uittreksel bestemmingsplan Hieronder zijn de relevante bepalingen uit het geldende bestemmingsplan ‘Bedrijven Zuid’ weergegeven.
Kaartfragment: bestemmingsplan ‘Bedrijven Zuid’.
Artikel 4 Bedrijventerrein – 2 - 4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
bedrijven die zijn genoemd in Staat van Bedrijfsactiviteiten, onder de categorieën 3.1 t/m 5.1, met dien verstande dat de maximaal toegestane categorie met een functieaanduiding is weergegeven;
b.
horeca;
c.
ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' tevens voor (kleinschalige) kantoren en zakelijke dienstverlening;
d.
ter plaatse van de aanduiding 'opslag' is uitsluitend opslag en parkeren mogelijk;
e.
ter plaatse van de aanduiding 'tunnel' tevens voor een spoortunnel;
f.
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1' tevens voor detailhandel in personenauto's en motoren;
g.
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2' tevens voor vestiging van BEVI- bedrijven;
h.
ter plaatse van de aanduiding 'windturbine' is één windturbine toegestaan;
i.
ter plaatse van de functieaanduidingen zoals in de tabel genoemd: tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd:
Functieaanduiding
SBI Code 2008
Adres
Specifieke vorm van bedrijf - 7
8012-2
Ringweg 289
j.
gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen;
k.
wegen, voet- en fietspaden, laad- en losvoorzieningen, manouvreerruimtes en overige verblijfsgebieden;
23
l.
erven, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, kunstwerken, water(berging) en waterhuishoudkundige voorzieningen;
m.
andere bijbehorende functies, zoals (collectieve) voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling en voorzieningen ten behoeve van warmte - koudeopslag;
n.
en overige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming;
waarbij geldt dat: o.
ter plaatse van de aanduiding 'tunnel' niet mag worden gebouwd;
p.
in deelgebieden HoogTij en Westerspoor het bedrijfsvloeroppervlak aan horeca met maximaal categorie 1, zoals genoemd in Staat van Horeca-activiteiten, in totaal per deelgebied maximaal 1.000 m² mag bedragen, waarbij een hotel niet is toegestaan; Zowel binnen deelgebied HoogTij als deelgebied Westerspoor ten noorden van de Hoofdtocht mag 1000 m² worden gerealiseerd;
q.
kantoorruimte, voorzover onderdeel van en noodzakelijk voor de bedrijfsvoering van het desbetreffende bedrijf, tot maximaal 50% van het brutovloeroppervlak met een maximum van 1.500 m² mag bedragen.
- 4.2 Bouwregels Op en onder de in lid 4.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, met in achtneming van de volgende bepalingen:
4.2.1 Gebouwen a.
de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
b.
ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding 'maximum bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is ten hoogste de aangegeven bouwhoogte en het aangegeven bebouwingspercentage toegestaan;
c.
ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding ''minimum bouwhoogte (m), maximum bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%) is ten hoogste de minimale en maximale bouwhoogte en maximale bebouwingspercentage toegestaan;
d.
ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding 'maximum breedte (m)' mag de voorgevelbreedte van de gebouwen ten hoogste 50 m bedragen en dient de afstand tussen de gebouwen ten minste 15 m te bedragen, met dien verstande dat de afstand tot de zijerfscheiding ten minste 7,50 m dient te bedragen;
e.
ter plaatse van figuur 'gevellijn' dient over ten minste 60% van de voorgevellijn in deze gevellijn te worden gebouwd;
f.
de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 500 m³;
g.
op de gronden buiten het bouwvlak mogen uitsluitend andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
24
Bijlage 2: Nieuwe situatie
REDDYN 09.07.2015.
REDDYN 09.07.2015.
25
Bijlage 3: Watertoets Grontmij, 3 december 2015
26
Notitie Referentienummer
Datum
Kenmerk
CL
3 december 2015
PN 346680
Betreft
Watertoets 20kV-schakelstation Westzanerpolder
1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Liander heeft het voornemen om een 20kV-schakelstation te bouwen in de Westzanerpolder in de gemeente Zaanstad. In figuur 1 staat het plangebied weergegeven.
figuur 1 – Globale ligging plangebied schakelstation
De realisatie van het schakelstation is in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Er wordt een omgevingsvergunning aangevraagd waarin de gemeente wordt verzocht om af te wijken van het bestemmingsplan. Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening is het verplicht om een watertoets uit te voeren bij het wijzigen of buitenplans afwijken van een bestemmingsplan. Met de watertoets vindt vroegtijdige afstemming plaats tussen waterbeheerder en de initiatiefnemer. De watertoets heeft de volgende doelen: · De ontwerprichtlijnen, kansen en knelpunten ten aanzien van het thema water voor de gebiedsontwikkeling vastleggen; · Voorkomen van negatieve effecten voor de waterhuishouding;
Referentienummer
Pagina
CL
2 van 6
2 Oorspronkelijke situatie 2.1 Watersysteem Het plangebied ligt in de Westzanerpolder, in peilgebieden 04590-01 met streefpeil van NAP -3,7 meter. Het gebied watert af middels een stelsel van watergangen naar het gemaal Westzaner dat ten oosten van het plangebied ligt. Daar wordt het overtollig oppervlaktewater via het gemaal op het Noordzeekanaal uitgeslagen.
Vast peil NAP -3,7 m
Vast peil NAP -4,2 m
figuur 2 - Peilgebieden
2.2 Waterkering Het plangebied ligt ten noorden van regionale kering van het Noordzeekanaal. Informatie over de legger van de regionale kering in het gebied is te vinden op http://hhnk.webgispublisher.nl/. De zones van de waterkering zijn zichtbaar in figuur 3.
Beschermingszone
Profiel van vrije ruimte
figuur 3 – Zones waterkering
Referentienummer
Pagina
CL
3 van 6
Het plangebied ligt gedeeltelijk in de beschermingszone. Hiervoor gelden de regels (artikel 4.1 punt 2) uit de Keur van het hoogheemraadschap. Daarin staat aangegeven dat voor de volgende activiteiten binnen de beschermingszone een vergunning aangevraagd moeten worden; a. afgravingen en seismische onderzoeken; b. werken met een overdruk van 10 bar plaatsen of hebben; c. explosiegevaarlijk materiaal of explosiegevaarlijke inrichtingen hebben. 2.3 Kenmerken bodem Hoogteligging De hoogteligging van het maaiveld in het plangebied is bepaald aan de hand van de gegevens van de AHN2. De hoogteligging in het gebied is circa -2,477 m NAP. In figuur 4 is de hoogteligging van het maaiveld weergegeven. De drooglegging is 1,2 meter.
Figuur 4 - Hoogteligging maaiveld (bron: Actueel Hoogtebestand Nederland)
Bodemopbouw Gegevens met betrekking tot de bodemopbouw zijn verkregen uit boorgegevens uit het DINOarchief van NITG-TNO en het model Geotop. Daaruit blijkt dat de bovenste 10 meter bestaat uit klei en zandige klei. In de eerste 5 meter wordt voornamelijk klei en klei met zand aangetroffen. Daaronder bevindt zich een laag van circa 5 meter dat voornamelijk bestaat uit zandig materiaal en klei en veen. Geohydrologie De stromingsrichting van het grondwater in de deklaag is sterk afhankelijk van lokale omstandigheden. Het waterpeil in de watergangen in de omgeving beïnvloeden de grondwaterstroming in de deklaag. In het algemeen kan gesteld worden dat het grondwater vanuit het midden van het perceel richting de watergangen stroomt. Door het verschil tussen het waterpeil in het Noordzeekanaal en het waterpeil in de polder, treedt er kwel op in het gebied. 2.4 Waterkwaliteit Een indicatie van de chemische samenstelling van het oppervlaktewater is gebaseerd op meetresultaten van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Meetpunt 459001 bij het gemaal Westzaner ligt het dichtst bij het plangebied. In de afgelopen jaren zijn op deze meetloca-
Referentienummer
Pagina
CL
4 van 6
tie regelmatig chlorideconcentraties gemeten. Gemiddeld wordt een concentratie gemeten van 2800 mg/l. Dat betekent dat het water brak is. 2.5 Riolering Aangenomen wordt dat in de huidige situatie de riolering onder de Schoot is aangelegd en dat de bebouwing langs deze weg daarop is aangesloten. 3 Toekomstige situatie 3.1 Ontwikkeling Liander heeft het voornemen om een 20kV-schakelstation te bouwen in de Westzanerpolder in de gemeente Zaanstad. Het huidige, naastgelegen 10kV-station zal worden gesloopt. In bijlage staat het ontwerp. In calamiteitsituaties is dit schakelstation onderdeel van belangrijke infrastructuur. In het kader van Meerlaagse Veiligheid wordt geadviseerd om de kwetsbare onderdelen niet in de kelder te plaatsen, maar boven maaiveld. 3.2 Watersysteem Door een toename aan verhard oppervlak kan neerslag versneld tot afvoer komen richting het oppervlaktewater. Het hoogheemraadschap wil voorkomen dat het oppervlaktewatersysteem na de realisering van de verhardingstoename zwaarder wordt belast dan voordien. Als gevolg van de bouw van het nieuwe schakelstation neemt het verhard oppervlak toe met 835 m². Door de sloop van het naastgelegen bestaande schakelstation neemt hier het verhard oppervlak af met 205 m². De netto toename aan verhard oppervlak bedraagt 630 m². Tabel 1 Verdeling oppervlakken in m²
Verhard oppervlak Bebouwing Bestrating Totaal verhard
Huidige situatie
Toekomstige situatie
Toe-/afname
37 168 205
290 545 835
+630
HHNK hanteert voor het verplichten van watercompensatie een grens van 800 m². Bij verhardingstoenamen onder deze grens worden geen negatieve effecten op het watersysteem verwacht, zodat geen compensatie nodig is. Er wordt verwacht dat het hemelwater conform de huidige situatie zonder problemen kan infiltreren in de grasvelden binnen het plangebied en de gronden buiten het plangebied. Overigen is het hoogheemraadschap in overleg met de gemeente Zaanstad om voor de ontwikkeling bedrijventerrein Hoogtij de totale watercompensatie te ontwerpen en aan te leggen. In het geval er bij dit schakelstation een verhardingstoename van >800 m2 was geweest dan had er niet individueel gecompenseerd hoeven worden in dit plangebied. 3.3 Waterkering Het plangebied is gelegen in de beschermingszone van de waterkering. Er is geen verbod om een traforuimte op te richten/uit te breiden. Ook niet voor die minimale ontgraving. Op basis van de bouwtekening wordt aangenomen dat het nieuwe gebouw een kelder krijgt maar geen paalfundering. Het hoogheemraadschap adviseert om bij het verwijderen van de bestaande bebouwing de (eventuele) palen van de bestaande bebouwing niet te trekken (i.v.m. kwel en piping).
Referentienummer
Pagina
CL
5 van 6
3.4 Waterkwaliteit Wat betreft waterkwaliteit adviseert HHNK om het gebruik van uitloogbare materialen zoals koper, lood en zink zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast is de brakke kwelsituatie een aandachtspunt bij het afgraven van de deklaag. Geadviseerd wordt om hier in de uitwerking van het ontwerp van het gebouw voldoende rekening mee te houden. 3.5 Riolering Uitgangspunt voor HHNK is het afkoppelen van schoon water. Daarbij wordt het schone dakwater en water dat op de omliggende verharding valt, afgevoerd naar het omliggende grasveld. Het vuilwater kan in de toekomstige situatie afgevoerd worden via de riolering onder de Schoot. 3.6 Beheer en onderhoud Ten noorden van het plangebied is een primaire watergang aanwezig. Het natte onderhoud en het baggeren wordt voor primaire watergangen uitgevoerd door HHNK. Voor het droge onderhoud is de aanliggend eigenaar verantwoordelijk. Op basis van de ontwerptekening van het station grenst deze nu direct aan het fietspad en blijft er tussen het hekwerk en de waterloop nog een openbare strook over. In dit geval heeft de ontwikkeling geen effect op de bereikbaarheid voor onderhoud van (het droge) talud van de waterloop. Overigens lijkt het hekwerk wel erg dicht op het fietspad te staan. Dit dient afgestemd te worden met de gemeente Zaanstad. 4 Conclusies Hierna volgen de belangrijkste punten uit de watertoets; · De verhardingstoename als gevolg van de ontwikkeling bedraagt 630 m2. Op basis van het beleid van HHNK is geen watercompensatie nodig. · De brakke kwelsituatie is een aandachtspunt bij het afgraven van of werken in de deklaag. Geadviseerd wordt om hier bij het verwijderen van het gebouw en in de uitwerking van het ontwerp voldoende rekening mee te houden. · Ten noorden van het plangebied is een primaire watergang aanwezig. Het natte onderhoud en het baggeren wordt voor primaire watergangen uitgevoerd door HHNK. Voor het droge onderhoud van het talud is de aanliggend eigenaar verantwoordelijk.
Referentienummer
CL
Bijlage 1
Ontwerp 20kv station
RDN X: 113660,55 Y: 493597,82
4
He hoogte ras Pallas h ek 2,5 m. kleur: werk RAL 6 009
oppervlakte terreinverharding: ca. 545m2 oppervlakte bebouwing: ca. 290m2
bet
onb
and
27.
34.1
9
4 RDN X: 113697,05 Y: 493577.56
linker
bestra
ting
4
2500 2500+P 500
3x puntdraad verzinkt
2000+P
staander 60.40.2mm verzinkt dubbeldraads staalmat verzinkt
2650
betonk
20 kV-schakelhal nieuwbouw
500
350+P
tegels 300x300x30mm
kleur: RAL 6009
650-P 1500
staalmat hekwerk Heras Pallas: totale hoogte 2500 staanders (staalkokers 60.40.2) met 3 stuks puntdraden
500
RDN X: 113692,31 Y: 493555,94
PEIL maaiveld
geroerde grond
kantplank 200x50mm (tussen de staanders, 1/2 in maaiveld)
1000
4
40
zeskant vlechtwerk verzinkt en groen geplastificeerd: - maasbreedte 13 mm - draaddikte 1 mm 500mm +MV 500mm -MV
ongeroerde grond
aanslu it op gem en eenteri ool
He hoogte ras Pallas h ek 2,5 m. kleur: werk RAL 6 009
2150
Stationszijde 4
RDN X: 113653,24 Y: 493564,52
poor hekwe t: Heras Eu rkhoog r te 2,5 opoort Hera cl m. kleu dubbel r: RAL es poort d 6009 o looppo ort do organg 4,94 organg m 1,25 m . pa . rkeerp laats inrit + toegan gspoor t 7
ree
He hoogte ras Pallas h ek 2,5 m. kleur: werk RAL 6 009 15.7
ent
1650-P
terreinafscheiding 1:50
RENVOOI schaal 1:200
GRAS
Gras Bestrating (klinkers)
4600+P b.k. dakrand
Kadastrale grens Hekwerk 2500+P b.k. hekwerk
20kV-schakelhal
PEIL MV=150-P
doorsnede terrein 1:100 0-9237-02
1
2
3
C
4
B
alu daktrim
A
A
B
C
1 4620 4600
4600 b.k. dakrand
sp
sp
4600 b.k. dakrand
b.k. dakrand
2
3025
3025
3025
b.k. kozijn
b.k. kozijn
b.k. kozijn
5 0
0
PEIL
PEIL
0
ZUIDGEVEL
metselwerk
Lorox hwa
0
PEIL
rooster Jazo kozijn
rooster
red-ceder delen
3
OOSTGEVEL
PEIL
metselwerk
Jazo kozijn met demontabel
WESTGEVEL bovenpaneel en tussenkalf
schaal 1 : 100
schaal 1 : 100
metselwerk
schaal 1 : 100
A
aluminium dakkap multiplex 18mm vochtwerend behandelen
4 1
2
A
3
4
5860
1
HWA
4600+P
4620
275
sp
sp
sp
4620+P dakbedekking APP isolatie op afschot dampremmende laag druklaag 60mm vlgs opg. constr.
sp
4365
Red Cedar regelwerk 35x45 h.o.h. 60
WBDBO 30min.
425
HWA
mastiekrib 75x75
60 40
alu daktrim achter red-ceder delen
b.k. dakrand
275
410
425
275
A
4350
22400 HWA
1
4600
16840
410
2
bovenpaneel glas
27585 260
3
houten rekje multiplex 18mm i.o.m. constructeur
2
A
3150
Red Cedar stijlen 50x100 h.o.h. 600 20mm verdiept gedeelte 500x500mm
1875
2320
1600
4426
140x100
7400
PEIL
alu.kozijn
B 214
PE-folie zwart
1000 60 min. WBDBO
0.8 entree Peil=0 vloertegels syst. plafond
kanaalplaat 200mm oplegvilt
B 4
3
2
B 4620
0.7 toilet
1
dakbedekking APP isolatie op afschot dampremmende laag druklaag 60mm vlgs opg. constr. kanaalplaatvloer 200mm.
WBDBO 60min.
kalkzandsteen 150mm.
Detail 1 425
schaal 1 : 10
4600 b.k. dakrand
35
100
140
150
60'
A
L 50.50.5 thermisch verzinkt
hardhout 3050+P
46x140
dekvloer met tegelafwerking
multiplex dik 22
Roxtec G4x3 b.k. sparing 400-P
0
150 2300
60'
lood
> 3600
3300
0.4 stationtrafo Peil=0 gipsplafond 60'
kozijn: geisol.alum.prof. H=62 en geisol. beglazing (veiligheidsglas)
PEIL
-400
1400-
450
1400
WBDBO 60min.
0.3 accuruimte Peil=0
-400 450
WBDBO 30min.
isolatie 100mm
WBDBO 60min.
8000
0.2 secundair / LS Peil=0 systeemvloer
indeling zie S7030+tek.
6064
214 60'
3400
7786
3000 30 min. WBDBO
0.5 M.K. WBDBO 60min.
8000
8000
L 200.100.8
NOORDGEVEL
4200
1875
noodtrap
410
B
3
red-ceder delen
schaal 1 : 100
0.6 W.K.
PR20
Jazo kozijn
WM
kl
60'
DPC-folie Vuren regels 140x100 h.o.h. 1200
410
18x800=14400
5
0 300 1200
6x800=4800
1000
1600
1800 WBDBO luifel 60min.
0.1 schakelhal Peil=0 systeemvloer
3350
7100
7400
3000
4
koker volgens opgave constructeur
125
b.k. vloer
62
88
1700-
5860 doorgang >1x2,3m
2
BEGANE GROND
150
WBDBO 60min.
HWA
4200 4350
schaal 1 : 100
46x105
425 275
3
3
4
B
A Aantal
buis 100x50
1
luifel
schaal 1 : 100
275
4620
4600
2 4 2 2 1 2 1
b.k. dakrand
3
4
WM 3200
27570
kruipluik
410
410
WBDBO 30min.
410
A
schoonlopmat
alu. ladder tot dak
4426
1600
410 4200 15920
schaal 1 : 100
100
160
150
3074
60'
410 410 Roxtec RS68 5560 10730
1
KELDER schaal 1 : 100
2
410 WBDBO 60min.
3
3940
3
Detail 5
Detail 4
schaal 1 : 10
schaal 1 : 10
isolatie dik 120
4
Naam
2170
60'
-0.3 1400-P
C 410
WBDBO 60min.
410
4
DPC folie 150
Oppervlakte
0.1 schakelhal 0.2 secundair / LS 0.3 accuruimte 0.4 stationtrafo 0.5 M.K. 0.6 W.K. 0.7 toilet 0.8 entree Grand total: 8
WBDBO 60min.
kruipluik 800x800
Roxtec G4x2
multiplexplaat + staalprofielen uitneembaar
Ruimte schema
60'
WBDBO 30min.
PEIL
DOORSNEDE A-A 410
Nummer
-0.4 1400-P
140
o.k. vloer
50
WBDBO 60min.
doorvoer 400x300 60min brandwerend
100
1700-
Vloerafwerking Plafondafwerking systeemvloer systeemvloer
Detail 3
200 gipsplafond
vloertegels vloertegels
syst.plafond syst.plafond
Materiaal en kleurenstaat
C
140
doorvoer 500x400
-0.2 1400-P
L 200.100.10
schaal 1 : 50
410
WBDBO 60min.
Regels 140x100 h.o.h. 1200
VERBLIJF
60'
150
50x200
hwa
50x100
schaal 1 : 10
180 420
35
doorvoer 400x350
140 425
100
120
60'
wapeningsvrijzone 900x450
100
b.k. vloer
60'
10kV
60'
wapeningsvrijzone 900x450
35
Regelwerk 35x45 h.o.h. 60
1400-
0.7 toilet vloertegels syst.plafond
100
0.5 M.K.
B
schaal 1 : 10
b.k. sparingen 400-P
Schakelhal
B 2100
7100 410
B
-0.8 1400-P
doorvoer 60' 650x350
Detail 2
PEIL
garderobe
10kV
Regelwerk 35x45 h.o.h. 60
0
Roxtec G4x2 b.k. sparing 400-P
Roxtec G4x3
Stijlen 50x100 h.o.h. 600
Schoonloo pmat RS68 G4x3 G4x2 650x350 500x400 400x350 400x300
systeemvloer
0.8 entree Peil=0 vloertegels syst.plafond
B
WBDBO 60min.
-0.1 schakelhal 1400-P
0.6 W.K.
kalkzandsteen 150mm
Stijlen 50x100 h.o.h. 600
A
wapeningsvrijzone afm. 450x450
7920
2000
3940
100
410
4200
22400
2050
410
100 900
> 3600
2
Roxtec Roxtec Roxtec Doorvoer Doorvoer Doorvoer Doorvoer
L 200.100.10
Type
1400
1
Leverancier
140x100
aluminium waterslag
Sparingen
4
2300+P
425
5560
vensterbank hardsteen
wapeningsvrijzone 900x450
100
1
HWA
wapeningsvrijzone 900x450
50
410 260
werkvloer = 300mm. zand
DOORSNEDE B-B
C
260
260
C
410
o.k. vloer
onderdeel
materiaal
kleur
gevelbekleding
baksteen
donkergrijs gemelleerd
voegwerk
cement
grijs
regelwerk
red-ceder
vergrijsd
kozijnen
aluminium
RAL 7016 antracietgrau
deuren
aluminium
RAL 5011 stahlblau
daktrim
aluminium
naturel
hwa
staal
verzinkt
dakbedekking
APP bitumen
zwart
fundaties
beton
grijs (beton)
0-9237-3