Ruimtelijke onderbouwing aanbouw woning Drachtster Heawei 27 Ontwikkelingen Er is een aanvraag voor omgevingsvergunning ingediend voor de vervangende nieuwbouw van een woning met aanbouw aan de Drachtster Heawei 27 in De Wilgen (zie figuur 1 en 2). In de aanbouw wil de aanvrager twee gastenverblijven realiseren voor Bêd en Brochje. De bestaande woning en schuren wil de aanvrager slopen. Voor de nieuwe woning is al planologische medewerking verleend middels een binnenplanse vrijstelling van het geldend bestemmingsplan "4e partiele herziening bestemmingsplan Buitengebied". Deze ruimtelijke onderbouwing is geschreven ten behoeve van de nieuwe aanbouw. Figuur 1 – Huidige situatie
2277
Figuur 2 – Nieuwe situatie
Nieuwe aanbouw voor Bêd en Brochje
Nieuwe woning
Ruimtelijke onderbouwing Drachtster Heawei 27
1
Beleidskader Notitie kleinschalige verblijfsrecreatie (2008) In de notitie kleinschalige verblijfsrecreatie wordt Bêd en Brochje toegestaan als een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accommodatie voor uitsluitend logies en ontbijt, die geschikt is voor maximaal vier personen, verdeeld over maximaal twee slaapkamers en bedoeld is voor doorstroom in de recreatieve verhuur. Een B&Baccommodatie mag in beginsel alleen in het hoofdgebouw worden gerealiseerd. Alleen in (karakteristieke) bijgebouwen, die een duidelijke ruimtelijke samenhang met het hoofdgebouw vertonen, kan ook B&B worden toegestaan. Geldend bestemmingsplan In het geldend bestemmingsplan '4e partiële herziening bestemmingsplan Buitengebied' heeft het perceel de bestemming 'Woudengebied' met de aanduiding 'wonen'. In het doel “wonen” zijn aan huis gebonden beroepen en bêd en brochje begrepen, mits: - de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane grondvloeroppervlakte van de woonbebouwing op het perceel en nooit meer dan 50 m² bedraagt; - de activiteiten niet meldings- of vergunningsplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer; - omwonenden geen onevenredige hinder kunnen ondervinden; - detailhandel geen onderdeel vormt, waarbij goederen worden verhandeld die ergens anders worden gemaakt of verwerkt; - geen verkeers- of parkeeroverlast wordt ondervonden; - het aantal kamers voor bêd en brochje per adres niet meer dan 2 bedraagt en de kamers in het hoofdgebouw, danwel in een karakteristiek bijgebouw dat een ruimtelijke samenhang met het hoofdgebouw vertoont, worden gerealiseerd. De twee ruimtes die de aanvrager wil gebruiken voor Bed en Brochje voldoen aan bovengenoemde voorwaarden. De aanbouw is echter strijdig met de bouwbepalingen (artikel 4, lid 3 onder b, sub 6), omdat het nieuwe oppervlak 135m² bedraagt, terwijl 100m² voor aan- en bijgebouwen is toegestaan. Er zijn geen binnenplanse afwijkings- of wijzigingsbevoegdheden die planologische medewerking mogelijk maken. Daarnaast kan er geen gebruik worden gemaakt van de kruimelgevalregeling, omdat Bijlage II, hoofdstuk 4, artikel 4, lid 1, onder b, sub 1º van het Besluit omgevingsrecht aangeeft dat een bijbehorend bouwwerk buiten de bebouwde kom in aanmerking voor deze regeling komt, mits het gebouw niet hoger is dan 5 m. De aanbouw heeft echter een hoogte van 6 m. Nota van uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied In de door de gemeenteraad op 1 november 2011 vastgestelde Nota van uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied is een nieuwe bouwregeling voor woningen opgenomen. Uitgangspunt is dat de maximale oppervlakte 250 m² is voor de totale bebouwing voor een woning, waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt in oppervlakten van hoofd- en bijgebouw(en). Het beleid voor kleinschalige verblijfsrecreatie, zoals verwoord in de notitie Kleinschalige Verblijfsrecreatie (2008), wordt gehandhaafd.
Ruimtelijke onderbouwing Drachtster Heawei 27
2
Ruimtelijke en functionele inpasbaarheid Passend in nieuw bestemmingsplan Buitengebied De nieuwe totale oppervlakte van de woning en de aanbouw bedraagt 250m². Daarmee past de aanbouw in de bouwregeling voor woningen van het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied. Daarnaast biedt zowel het huidige als het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied ruimte om in een bijgebouw twee ruimtes te gebruiken voor Bed en Brochje. Verbetering ruimtelijke kwaliteit Door de nieuwbouw en de sloop van de bestaande woning en verouderde schuren wordt de ruimtelijke uitstraling van het perceel aanzienlijk versterkt. Daarnaast vindt de welstandscommissie dat het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand. Omgevingsaspecten Verkeer De toevoeging van twee ruimtes voor Bed en Brochje leidt tot een zeer geringe toename van het wegverkeer naar het perceel. De bestaande verkeersontsluiting voldoet. Archeologie Steentijd-bronstijd Van deze gebieden wordt vermoed, op basis van eerder onderzoek dat eventuele aanwezige archeologische resten uit de steentijd al ernstig verstoord zijn. Voor de meeste kleine ingrepen, waar dit project onder geschaard kan worden, is hier dan ook geen verder onderzoek noodzakelijk. IJzertijd- Middeleeuwen FAMKE geeft aan dat er zich in het plangebied archeologische resten kunnen bevinden uit de periode ijzertijd - middeleeuwen. Het gaat hier dan met name om vroeg en volmiddeleeuwse veenontginningen. Daarbij bestaat de kans dat er zich huisterpjes uit deze tijd in het plangebied bevinden. Ook de wat oudere boerderijen kunnen archeologische sporen of resten afdekken, hoewel de veengronden eromheen al afgegraven zijn. De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer 5000m² een historisch en karterend onderzoek te verrichten, waarbij speciale aandacht moet worden besteed aan eventuele Romeinse sporen en/of vroeg-middeleeuwse ontginningen. Omdat het plangebied kleiner is dan 5000m², wordt een onderzoek niet noodzakelijk geacht. Luchtkwaliteit Ten aanzien van de toetsing aan de Wet luchtkwaliteit kan worden opgemerkt dat er op geen enkele locatie in onze gemeente, ook niet op de plaatsen met een hoge verkeersbelasting, grenswaarden of plandrempels uit de Wet luchtkwaliteit worden overschreden, zodat naar verwachting deze ontwikkeling ook geen consequenties met betrekking tot de Wet luchtkwaliteit heeft. Externe veiligheid Externe veiligheid gaat om het beperken van de kans op en het effect van een ernstig ongeval voor de omgeving door: - het gebruik, de opslag en productie van gevaarlijke stoffen (inrichtingen); - het transport van gevaarlijke stoffen (wegen, buisleidingen, waterwegen en spoorwegen). Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het beperken van de risico’s voor de burger door bovengenoemde activiteiten. Risicobronnen kunnen worden opgesplitst in:
Ruimtelijke onderbouwing Drachtster Heawei 27
3
- inrichtingen waar risicovolle activiteiten plaatsvinden; - transportroutes van gevaarlijke stoffen; - buisleidingen. Binnen of buiten het plangebied zijn conform de professionele risicokaart geen risicobronnen aanwezig waarvan de risicocontouren of de invloedsgebieden over het plangebied lopen. De wet- en regelgeving betreffende externe veiligheid heeft dan ook geen gevolgen voor dit bestemmingsplan. Ecologie Omdat de nieuwe bebouwing op bijna dezelfde locatie als de bestaande wordt gerealiseerd, wordt niet verwacht dat de ecologische waarden door de ontwikkeling worden aangetast. Water Het verhard oppervlak neemt niet toe. Overleg met Wetterskip Fryslan wordt daarom niet noodzakelijk geacht. Bodem Uit een ter plaatse uitgevoerd bodemonderzoek (rapportnummer 120227, d.d. 27-03-2012, van onderzoeksbureau Enviso Ingenieursbureau) is gebleken dat: -
de bovengrond van MM1 indicatief van kwaliteitsklasse achtergrondwaarde (multifunctioneel/schone grond) is; de ondergrond van MM2 indicatief van kwaliteitsklasse achtergrondwaarde (multifunctioneel/schone grond) is; het grondwater licht verontreinigd met tetrachlooretheen en matig verontreinigd met zink is; de locatie geschikt is voor het beoogde gebruik daarvan; omtrent de eventuele verwerking en/of afvoer van de grond van het bouwterrein geen nadere voorwaarden noodzakelijk zijn.
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het ontwerpbesluit wordt ten behoeve van zienswijzen voor een periode van 6 weken ter inzage gelegd. Indien geen zienswijzen worden ingediend zal de aangevraagde vergunning worden verleend en wordt het plan maatschappelijk uitvoerbaar geacht. Financiële uitvoerbaarheid Het gaat bij dit project om een private investering van de aanvrager. Er zijn geen kosten welke op grond van de Grondexploitatiewet (hoofdstuk 6 van de Wet ruimtelijke ordening) dienen te worden vereffend door een overeenkomst of exploitatieplan. Derhalve wordt ervan uitgegaan dat het project economisch uitvoerbaar is. Procedure De aanvraag heeft betrekking op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c jo. 2.12 lid 1 sub a onder 3 Wabo. Op grond van artikel 3.10, lid 1, onder a dient hiervoor de uitgebreide voorbereidingsprocedure te worden doorlopen. Voor de uitgebreide procedure geldt een termijn van orde van 26 weken. De ontwerpbeschikking wordt zes weken ter inzage gelegd voor zienswijzen. De ingediende zienswijzen worden beantwoord in een notitie samenvatting zienswijze en beantwoording. Eventueel geeft een zienswijze aanleiding tot aanpassing van de omgevingsvergunning. Het college besluit vervolgens tot het wel of niet verlenen van de omgevingsvergunning, waarna de beschikking zes weken ter inzage ligt voor beroep. Alleen belanghebbenden die tijdig een zienswijze hebben ingediend tegen de ontwerpbeschikking kunnen beroep aanstellen tenzij wordt aangetoond dat diegene redelijkerwijs niet in staat is geweest tijdig zienswijzen in te
Ruimtelijke onderbouwing Drachtster Heawei 27
4
brengen. Als de beschikking afwijkt van de ontwerpbeschikking die ter inzage heeft gelegen kan er wanneer er door diegene geen zienswijzen zijn ingediend, beroep worden ingesteld voor zover het beroepschrift betrekking heeft op deze afwijkingen. De beschikking treedt in werking nadat de termijn voor het indienen van een beroepschrift is verstreken. Het indienen van een beroepschrift schorst de werking van de beschikking niet. Wanneer belanghebbenden er veel belang bij hebben dat deze beschikking niet in werking treedt, dan kan een voorlopige voorziening worden gevraagd bij de President van de Rechtbank Leeuwarden. Wanneer een voorlopige voorziening wordt aangevraagd treedt de beschikking pas in werking nadat hierover een beslissing is genomen
Ruimtelijke onderbouwing Drachtster Heawei 27
5