Ruimtelijk onderbouwing versie 2 Aanvraag omgevingsvergunning fietsbrug Lage Vaart Provincie Flevoland Dossiernummer: L20120204
HB#1362078
Pagina 1 van 15
Inhoud 1.
Aanleiding ..................................................................................................................................................... 3 Bestaande Situatie.......................................................................................................................... 3 Situatieschets .................................................................................................................................. 4
2.
Leeswijzer .................................................................................................................................................... 6
3.
Beleidskader................................................................................................................................................. 6 Vigerend bestemmingsplan ........................................................................................................... 6 Structuurvisie OostvaardersWold ................................................................................................. 7 Ecologische Hoofdstructuur .......................................................................................................... 7 Structuurplan Lelystad 2015 ......................................................................................................... 7
4.
Financiële uitvoerbaarheid ...................................................................................................................... 7
5.
Maatschappelijke haalbaarheid ............................................................................................................... 7
6.
Ruimtelijk ontwerp..................................................................................................................................... 9
7.
Ruimtelijke onderbouwing ....................................................................................................................... 9
8.
7.1.
Bodem ...................................................................................................... 9
7.2.
Water......................................................................................................10
7.3.
Ecologie ...................................................................................................10 Ecologische Hoofdstructuur (EHS).............................................................................................. 10 Oevers............................................................................................................................................. 11 Soortenbescherming ..................................................................................................................... 11
7.4.
Landschap, cultuurhistorie en archeologie .........................................................11 Landschap....................................................................................................................................... 11 Cultuurhistorie .............................................................................................................................. 12 Archeologie .................................................................................................................................... 12
7.5.
Verkeer, vervoer en infrastructuur ..................................................................12
7.6.
Geluid, luchtkwaliteit en geur........................................................................12
7.7.
Kabels, leidingen ........................................................................................12
7.8.
externe veiligheid.......................................................................................12
Relevante bronnen ................................................................................................................................... 14
9. Reacties "vooroverleg"
HB#1362078
Pagina 2 van 15
1. Aanleiding Het Kotterbos, een gebied globaal gelegen ten oosten van Almere tussen de spoorlijn en de Lage Vaart was bij aanleg overwegend een integraal ingeplant bosgebied met een functie voor de houtproductie, met geringe natuurwaarden en in beperkte mate recreatieve voorzieningen. In de achterliggende jaren is veel aandacht besteed aan het verbeteren van de toegankelijkheid en bruikbaarheid voor recreanten en zijn ook de natuurwaarden toegenomen. Recent is op initiatief van de provincie in nauwe samenwerking met Staatsbosbeheer (beheerder van het gebied) en in goed overleg met de gemeenten Lelystad (grondgebied) en Almere (uitloopgebied) een plan opgesteld om een verdere verbetering van de kwaliteit van het gebied te realiseren. Dit plan omvat het vergroten van de ruimtelijke diversiteit in het gebied door plaatselijk de opgaande, aaneengesloten beplanting te verwijderen, in relatie daarmee de natuurwaarden te versterken, onder andere door aanleg van waterpartijen en natuurvriendelijke oevers en het verdergaand verbeteren van de ontsluiting en toegankelijkheid voor recreatief gebruik. Een belangrijk onderdeel van de verbeterde recreatieve ontsluiting is de realisatie van een fietsbrug over de Lage Vaart. Door deze fietsbrug ontstaat een verbinding tussen de gebieden ten noorden en ten zuiden van de Lage Vaart zodat het Kotterbos gebied en het gebied rond de Vaartplas een recreatieve eenheid gaan vormen. De fietsbrug over de Lage Vaart in combinatie met enkele stukken nieuw aan te leggen fietspad geeft verbinding tussen de Kotterbosweg en de Trekweg en zorgt voor een sterke toename van de routemogelijkheden voor fietsers en (lange afstand) wandelaars. Uit het vooroverleg met overheden, belangenorganisaties en gebruikersgroepen is gebleken dat de voorziening een breed maatschappelijk draagvlak heeft. Omdat het vigerende bestemmingsplan de aanleg van de brug niet toe laat is een wijzigingsprocedure noodzakelijk. In deze notitie wordt kort ingegaan op alle aspecten die bij aanleg en gebruik van de fietsbrug relevant zijn. Daarbij is dankbaar gebruik gemaakt van de zeer uitgebreide en gedetailleerde onderzoeken die hebben plaatsgevonden bij de voorbereiding van de plannen voor het OostvaardersWold, ten behoeve van de bij het project OostvaardersWold behorende planMER, besluitMER, Structuurvisie en het (inmiddels vernietigde) Provinciaal Inpassingsplan (PIP). Vanwege de leesbaarheid zijn slechts de meest relevante overwegingen en conclusies uit de onderzoeken meegenomen in deze rapportage.
Bestaande Situatie Het gebied tussen de Flevospoorlijn en de Rijksweg A6 bestaat grotendeels uit bosgebied (Kotterbos, zie afbeelding 1), doorsneden door de Lage Vaart, met daarin gelegen de Vaartplas. In het bestemmingsplan 'Oostvaardersplassen en omgeving' is de ambitie opgenomen om dit gebied te ontwikkelen tot een onderdeel van de recreatieve verbindingszone tussen Almere en Lelystad, die zich zal kenmerken door een afwisseling van bos, open beplanting en een plas welke is ontstaan door zandwinning. De Lage Vaart heeft een breedte van ruim 50 m. Het streefpeil voor de Lage Vaart bedraagt NAP 6,20. De Lage Vaart is geschikt voor scheepvaart CEMT klasse II. De locatie van de nieuwe fietsbrug ligt op circa 1,5 km ten noorden vanaf de brug van de buitenring van Almere over de Lage Vaart. De plek waar de fietsbrug de Lage Vaart kruist is globaal weergegeven in afbeeldingen 2, 3 en 4. Ten noorden van de Lage Vaart ligt de Kotterbosweg, parallel aan de Lage Vaart. Vanaf de zijtak van de Lage Vaart gaat de Kotterbosweg over in een fietspad. Aan de zuidzijde van de Lage Vaart ligt de Trekweg parallel aan de Lage Vaart. De Trekweg buigt circa 400 m ten zuiden van de locatie van de nieuwe fietsbrug af richting het oosten.
HB#1362078
Pagina 3 van 15
Situatieschets
Afb.1 Ligging Kotterbos (Google Maps)
Afb.2 Globale ligging fietsbrug (Google Maps)
HB#1362078
Pagina 4 van 15
Afb.3 Globale ligging fietsbrug (Google Maps)
Kotterbosweg
Lage Vaart
Fietsbrug
Trekweg
Afb.4 (globale) ligging fietsbrug. Ondergrond: Uitsnede (concept) bestektekening opritten fietsbrug (Grontmij, juni 2012)
HB#1362078
Pagina 5 van 15
2. Leeswijzer De voorliggende ruimtelijke onderbouwing vormt – samen met het aanvraagformulier - de essentie van de aanvraag omgevingsvergunning ten behoeve van het realiseren van een fietsbrug in het Kotterbos over de Lage Vaart. In hoofdstuk 1 is de aanleiding beschreven en is naast een beschrijving van de huidige situatie een situatieschets bijgevoegd. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het vigerend beleid. In hoofdstuk 4 en 5 worden respectievelijk de financiële en de maatschappelijke uitvoerbaarheid beschreven. Hoofdstuk 6 beschrijft de ruimtelijke vormgeving. In hoofdstuk 7 wordt bij de ruimtelijke onderbouwing ingegaan op de aspecten bodem, water, ecologie, landschap, cultuurhistorie, archeologie en externe veiligheid. De geraadpleegde bronnen worden in hoofdstuk 8 vermeld. Het plangebied van de fietsbrug is onderdeel van het voormalig plangebied OostvaardersWold. In het kader van het plangebied OostvaardersWold is uitvoerig onderzoek gedaan, onder andere ten behoeve van planMER, besluitMER, Structuurvisie en het (inmiddels vernietigde) Provinciaal Inpassingsplan (PIP). In deze ruimtelijke onderbouwing is dankbaar gebruikt gemaakt van deze informatie. Vanwege de leesbaarheid zijn slechts de hoofdzaken uit de betreffende stukken opgenomen. Voor nadere informatie wordt naar de onderliggende stukken verwezen, zoals vermeld in hoofdstuk 8, deze zijn te raadplegen op www.flevoland.nl/oostvaarderswold.
3. Beleidskader Vigerend bestemmingsplan Op het grondgebied van de gemeente Lelystad, gelegen in het noorden van het plangebied inclusief de A6 geldt het bestemmingsplan 'Oostvaardersplassen en omgeving' zoals dit is vastgesteld op 18 juni 1987. In het bestemmingsplan Oostvaardersplassen en omgeving is het belang van de Oostvaardersplassen als natuurgebied onderschreven. Als hoofddoelstelling wordt geformuleerd: Het behoud van de bestaande kwaliteiten van het plassen- en moerasgebied en het scheppen van optimale condities voor het ontwikkelen van de Oostvaardersplassen en omgeving tot een zo compleet mogelijk complex van eutrofe zoetwaterecosystemen. Behoud en ontwikkeling van de kwaliteiten van de Oostvaardersplassen zijn alleen mogelijk als de randvoorwaarden die tot deze kwaliteiten hebben geleid in stand worden gehouden. Tot de belangrijkste daarvan behoren de oppervlakte van het natuurgebied en de rust in de Oostvaardersplassen. Deze doelstelling beoogt een completering van het huidige ecosysteem en een verbreding van het draagvlak van het natuurgebied, opdat het functioneren ervan in de verdere toekomst wordt veilig gesteld. De genoemde hoofddoelstelling voor het natuurgebied en omgeving moet worden vertaald in bestemmingen en, daaropvolgend, in een beheerplan voor het gebied.
HB#1362078
Pagina 6 van 15
Structuurvisie OostvaardersWold De provincie heeft in de Structuurvisie OostvaardersWold doelstellingen geformuleerd. De hoofddoelstelling is de realisatie van een robuuste ecologische verbinding met als doelsoort het edelhert. Als randvoorwaarden zijn gesteld dat het watersysteem duurzaam moet worden ingericht en dat 85% van het gebied beleefbaar is voor recreanten. De overige doelstellingen zijn: - bijdrage aan de waterberging van Zuidelijk en Oostelijk Flevoland; - gebruik van de zone door heckrunderen en konikpaarden; - het creëren van topnatuur; - het ervaren van een Unique Selling Point (USP) op het gebied van natuurgerichte recreatie. - Het OostvaardersWold dient ook ter realisatie van doelstellingen vanuit andere projecten: o ruimte scheppen voor foerageergebied voor bruine en blauwe kiekendieven; o ruimte scheppen voor boscompensatie; o creëren van recreatief uitloopgebied voor Almere. Naar aanleiding de vernietiging van het Provinciaal Inpassingsplan OostvaardersWold door de Raad van State op 7 maart 2012 bezint de provincie zich op dit moment over het vervolg op het OostvaardersWold. Hier wordt momenteel invulling aan gegeven d.m.v. een open planproces.
Verordening Groenblauwe zone De aanleg van de fietsbrug vindt plaats in het gebied dat valt onder de Verordening groenblauwe zone. Voor de werkzaamheden geldt, gelet op art. 4.4 van de Verordening, een aanlegvergunningsplicht. Deze is bij Gedeputeerde Staten aangevraagd en wordt binnenkort verleend.
Ecologische Hoofdstructuur Het Kotterbos is onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De Nota Ruimte geeft het beleidskader voor de duurzame ontwikkeling en een verantwoord toekomstig grondgebruik in de vorm van onder andere de EHS. De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuurgebieden. Het netwerk wordt gevormd door kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones. De EHS is op provinciaal niveau uitgewerkt in de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). Voor de EHS zijn op grond van het omgevingsplan spelregels door Provinciale Staten vastgesteld. Deze spelregels zijn vastgesteld op 17 juni 2010. Deze spelregels gaan in op de wijze waarop negatieve effecten gecompenseerd moeten worden.
Structuurplan Lelystad 2015 Het Structuurplan Lelystad 2015 geeft inzicht hoe Lelystad zich in de komende periode zal ontwikkelen. Ongeveer 35% van het Lelystadse grondgebied geniet een beschermde status. Inclusief water loopt dat percentage zelfs op tot meer dan 70%. Lelystad ligt te midden van uitgestrekte natuurgebieden en maakt deel uit van een robuust en gevarieerd ecologisch en landschappelijk raamwerk. Juist in deze omgeving manifesteren zich voor een belangrijk deel de Lelystadse kernkwaliteiten waaraan Lelystad haar identiteit kan ontlenen. Lelystad wil de kernkwaliteiten verder ontwikkelen. Voor de kwalitatieve ontwikkeling van Lelystad is het eveneens van groot belang om ruimte te bieden aan de ontwikkeling van de stad.
4. Financiële uitvoerbaarheid De kosten voor de fietsbrug worden volledig gedekt door een subsidie die in het kader van het Provinciaal Meerjarenprogramma Landelijk gebied is beschikt alsook een bijdrage van Staatsbosbeheer.
5. Maatschappelijke haalbaarheid Door de realisatie van de fietsbrug ontstaat een verbinding tussen de recreatie- en natuurgebieden ten noorden en ten zuiden van de Lage Vaart zodat het Kotterbos gebied en het gebied rond de
HB#1362078
Pagina 7 van 15
Vaartplas een recreatieve eenheid gaan vormen. De fietsbrug over de Lage Vaart in combinatie met enkele stukken nieuw aan te leggen fietspad geeft verbinding tussen de Kotterbosweg en de Trekweg en zorgt voor een sterke toename van de routemogelijkheden voor fietsers en (lange afstand) wandelaars. Uit het vooroverleg met overheden, belangenorganisaties gebruikersgroepen is gebleken dat de voorziening een breed maatschappelijk draagvlak heeft. Tegen het onderdeel van het PIP dat betrekking had op de fietsbrug is geen zienswijze of beroep ingediend.
HB#1362078
Pagina 8 van 15
6. Ruimtelijk ontwerp De fietsbrug over de Lage Vaart kent een gelijke vormgeving als de te realiseren fietsbruggen over de A6 en de Gooiseweg. De bruggen zijn qua vormgeving allen onderdeel van dezelfde “familie”. Impressiebeelden van de vormgeving van de fietsbruggen zijn weergegeven in afbeelding 5.
Afb.5 Impressies (Arcadis, februari 2012)
7. Ruimtelijke onderbouwing 7.1. Bodem Bij functiewijzigingen wordt beoordeeld of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd. In het Omgevingsplan Flevoland 2006 zijn enkele milieubeschermingsgebieden voor grondwater aangewezen. Het regime voor de bescherming van deze grondwaterbeschermingszones, die kunnen bestaan uit de zones waterwingebied, beschermingsgebied en boringsvrije zone, is uitgewerkt in de Verordening voor de fysieke leefomgeving van de provincie Flevoland. Er zijn geen bodemverontreiniginglocaties bekend in het plangebied. De bodemkwaliteit is daarmee geschikt voor de beoogde functiewijziging.
HB#1362078
Pagina 9 van 15
7.2. Water In het Besluit ruimtelijke ordening is de watertoets opgenomen. Deze heeft tot doel om ruimtelijke ontwikkelingen te toetsen aan het vigerende waterbeleid en de wateraspecten volwaardig mee te laten wegen bij de besluitvorming omtrent een goede ruimtelijke ordening. Dit proces komt in samenwerking tussen in dit geval de provincie en waterbeheerder tot stand. Het plangebied ligt in het beheersgebied van het Waterschap Zuiderzeeland. In het kader van de watertoets is over het plan OostvaardersWold en de uitgangspunten overleg gevoerd met het Waterschap Zuiderzeeland. Voor de bouw van de fietsbrug is van Waterschap Zuiderzeeland een vergunning op grond van de Waterwet en de keur voor het wijzigen van een waterstaatswerk of de daartoe behorende beschermingszone (kenmerk EWK/VVW/2012/156500). Gezien de toekomstige functie van de brug beperkt blijft tot fietsverkeer is er in beginsel geen risico op verontreinigd water van het wegdek door uitlaatgassen, olie e.d. Afzonderlijke afvoer van het regenwater op het wegdek is derhalve niet noodzakelijk, het hemelwater afkomstig van het brugdek mag direct worden geloosd op het oppervlaktewater. Volledigheidshalve moet opgemerkt worden dat bij het onderhoud mitigerende maatregelen worden voorgeschreven die bij onderhoudswerkzaamheden aan de brug moeten worden uitgevoerd opdat de waterkwaliteit van de Lage Vaart gegarandeerd wordt. Het spannen van een zeil onder de brug behoort daartoe. De brug wordt overigens niet gestrooid. De brug heeft geen invloed op waterkwantiteitsaspecten temeer daar in het totale project “Kwaliteitsverbetering natuur en Recreatie Horsterwold/Kotterbos”, waar de bouw van de brug onderdeel van is, meer dan voldoende water wordt gecreëerd (o.a. bij de natuurboulevard, verbreding van de Kotterbostocht).
7.3. Ecologie Ecologische Hoofdstructuur (EHS) De voorziening ligt in bestaand EHS-gebied. Allereerst moet opgemerkt worden dat de aanleg van de fietsbrug een onderdeel is van het totale project kwaliteitsverbetering Kotterbos waarbij het Kotterbos wordt heringericht om teneinde de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS te vergroten waardoor ruimte ontstaat voor een kwaliteitsslag voor de recreatie (zie Uitwerking leefgebiedenbenadering Flevoland voor soorten. De Vlinderstichting, 2008 en onderstaande afbeeldingen). Met de aanleg van de fietsbrug zijn derhalve geen negatieve effecten op de wezenlijke kenmerken en waarden van het betreffende EHS-gebied (Kotterbos) te verwachten. Immers, het huidige gebruik waarbij reeds sprake is van intensief gebruik door recreanten, zal door de aanleg van de fietsbrug nauwelijks wijzigen of toenemen. De recreatiedruk zal mogelijk iets toenemen, maar dit wordt ruimschoots gecompenseerd door de kwaliteitsverbetering die het plan oplevert: voorheen monotoon populierenbos naar straks een halfopen boslandschap met grazige vlaktes, waterpartijen en eilandjes met duurzaam loofhout en doornstruwelen.
HB#1362078
Pagina 10 van 15
In deze ruimtelijke onderbouwing wordt aangegeven dat de fietsbrug zal zorgen voor een verbinding tussen de omgeving van de Kotterbosweg en die van de Vaartplas en dat dit zorgt voor een vergroting van de routemogelijkheden voor recreanten in het gebied. Hierbij is tevens te verwachten dat er meer spreiding van recreanten over het gebied zal plaatsvinden zodat minder sprake zal zijn van piekbelastingen. Ook verstoring door licht en geluid zijn niet te verwachten door de aanleg van de fietsbrug. In het gebied zijn in de huidige situatie geen kunstmatige lichtbronnen aanwezig en ook langs de nieuwe fietsverbinding zal geen verlichting worden aangebracht. De huidige geluidsbelasting in het gebied door het spoor, de A6 en het verkeer op de ontsluitingsweg blijft ongewijzigd.
Oevers De oevers van de Lage Vaart zijn deels voorzien van Natuur Vriendelijke Oevers (NVO’s). De brug tast deze NVO’s niet aan omdat de landhoofden op geruime afstand van de oevers worden gemaakt. De NVO loopt derhalve ongehinderd onder de fietsbrug door.
Soortenbescherming/FF-wet In het voorbereidingstraject zijn mogelijke effecten in het kader van de Ffwet bekeken en is in nauw overleg met de heer Reinhold van Landschapsbeheer Flevoland en de vakafdeling Ruimte en Mobiliteit van Provincie Flevoland geconstateerd dat aanwezige natuurwaarden geen belemmering vormen voor de realisatie van de fietsbrug. Bij deze voorbereiding is nadrukkelijk aandacht besteed aan de bever en diverse vleermuissoorten. Uit informatie van dhr. Reinhold is gebleken dat er op de locatie waar de fietsbrug wordt gerealiseerd geen beverburchten aanwezig zijn en dat de geplande werkzaamheden geen belemmering vormen voor het gebruik door bevers. Wat betreft de vleermuizen en de meervleermuis in het bijzonder kan worden gestelde dat de foerageermogelijkheden niet worden aangetast door de realisatie van de fietsbrug. Daarbij is het plangebied in de voorbereiding reeds ‘kaal’ opgeleverd door Staatsbosbeheer. Van kap van bomen is dus geen sprake. Onderzoek naar vleermuizen in boomholtes is daarmee niet aan de orde. Bij de daadwerkelijke aanleg van de landhoofden en de bouw van de brug zal de regelgeving tot wat betreft Flora en Fauna in acht worden genomen. Om die reden dient de aannemer de gedragscode Flora& fauna van Bouwend Nederland en Neprom naleven. Tijdens de werkzaamheden wordt hierop toegezien.
Natuurbeschermingswet Er is geen sprake van een wijziging in het huidige gebruik van het gebied. Dit, in combinatie met de ligging van de fietsbrug ten opzichte van het Oostvaardersplassengebied maakt dat negatieve effecten uit te sluiten zijn.
Boswet Voor de aanleg van de fietsbrug hoeft geen bomenkap plaats te vinden. Staatsbosbeheer heeft in het voortraject een aantal percelen bos, in het kader van haar beheer- en onderhoudsvisie gekapt en het plangebied hiermee ‘kaal’ opgeleverd.
7.4. Landschap, cultuurhistorie en archeologie Landschap De realisatie van de brug vindt plaats in een landschappelijk verdicht gebied (bosgebied) en is daardoor vanuit de omgeving slechts beperkt beleefbaar. De vormgeving van de brug sluit aan bij soortgelijke elementen in het landschap en op de vormgeving van nog te realiseren bruggen over de A6 en de Gooiseweg. De beleving van het landschap neemt door gebruikers van de brug toe, met
HB#1362078
Pagina 11 van 15
name door het zicht vanaf de brug op de Lage Vaart met haar oevers, oeverzones en aansluitende beplantingen.
Cultuurhistorie Binnen het plangebied ontbreken cultuurhistorische waarden. Er is dan ook geen sprake van een relevant effect door de beoogde ontwikkeling op het gebied van cultuurhistorie.
Archeologie Op 28 augustus 2008 heeft de gemeenteraad van Lelystad het archeologisch beleid vastgesteld. Het beleid bestaat uit beleidsafspraken en een beleidsadvieskaart. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met op de kaart aangemerkte gebieden. Ten behoeve van het inpassingsplan OostvaardersWold is archeologisch onderzoek verricht, zie afbeelding 6. De werkzaamheden vinden plaats in een gebied met een gematigde verwachting m.b.t. Archeologische waarden. De werkzaamheden in de bodem zijn zeer beperkt van omvang en betreffen uitsluitend het ontgraven ten behoeve van de aanleg van de landhoofden van de brug. Verstoring van Archeologische waarden wordt niet verwacht; in geval van een toevalvondst zal conform het gemeentelijk beleid worden gehandeld.
Afb.6 Uitsnede Basiskaart archeologie (Provinciaal Inpassingsplan OostvaardersWold, december 2010, Provincie Flevoland)
7.5. Verkeer, vervoer en infrastructuur De brug vormt een verbinding tussen twee, momenteel nog afzonderlijke fietsroutestructuren en levert daardoor een bijzonder positieve invloed op het gebruik en de keuzemogelijkheden voor zowel het recreatieve als het utilitaire fietsverkeer.
7.6. Geluid, luchtkwaliteit en geur Gedurende de bouw zal er incidenteel sprake zijn van een toename van geluid. Het gebruik van de voorziening zal niet leiden tot extra geluidsbelasting. Met dit plan worden geen nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt. Toetsing aan de Wet geluidhinder (Wgh) is dan ook formeel niet noodzakelijk. De aspecten luchtkwaliteit en geur zijn gezien de aard van de voorziening niet aan de orde.
7.7. Kabels, leidingen In het plangebied zijn geen kabels en/of leidingen aanwezig die hinder kunnen ondervinden van de aanleg van de brug.
7.8. externe veiligheid Bij externe veiligheid gaat het om zowel groepsrisico’s als individueel risico. De fietsbrug levert geen groepsrisico op en slechts in beperkte mate individueel risico. Door de wijze van realisatie van de brug, de opritten en de leuningen van de brug wordt dit individuele risico nog verder verkleind.
HB#1362078
Pagina 12 van 15
Een deel van de ondersteuning van de brug zal tussen de oevers van de Lage Vaart worden gerealiseerd. Conflicten met scheepvaart worden voorkomen door bebording en remmingwerken bij de peilers.
HB#1362078
Pagina 13 van 15
8. Relevante bronnen -
Omgevingsplan Flevoland 2006. Provincie Flevoland, 2006 Structuurvisie OostvaardersWold. Provincie Flevoland, 2009 Provinciaal Inpassingsplan OostvaardersWold. Provincie Flevoland, 2010 BesluitMER OostvaardersWold. Provincie Flevoland, 2010 met o.a. de volgende bijlagen/referenties: o Uitwerking leefgebiedenbenadering Flevoland voor soorten. De Vlinderstichting, 2008 o Waterkwaliteit en ecologie in het OostvaardersWold. Torenbeek, 2008 o Archeologisch bureauonderzoek OostvaardersWold. Vestigia, 2008 o Aanvullend archeologische bureauonderzoek uitgevoerd voor de gebieden Kotterbos en Horsterwold. Vestigia, 2010 o Quickscan OostvaardersWold. Onderzoek naar beschermde natuurwaarden in verband met het BesluitMER. Oranjewoud, 2010
Bronnen zijn te raadplegen op www.flevoland.nl en www.flevoland.nl/oostvaarderswold.
HB#1362078
Pagina 14 van 15
9. Reacties Gemeente Lelystad geeft aan uitgebreidere toelichting te willen op het gebied van ecologie (EHS, FF-wet, Boswet en Natuurbeschermingswet. Reactie: eea is in overeenstemming met de ecologen van Provincie Flevoland en Gemeente Lelystad aangevuld in het betreffende hoofdstuk 7.3. Gemeente Lelystad verzoekt mitigerende maatregelen voor te schrijven bij onderhoud van de brug. Daarnaast wordt geconstateerd dat instemming van Waterschap niet uit de stukken blijkt. Reactie: In overleg met de heer Buth van gemeente Lelystad is hoofdstuk 2 hierop aangepast. Tevens is de door het Waterschap verleende vergunning bijgesloten. Waterschap Zuiderzeeland: geeft aan geen opmerkingen op het plan te hebben. Provincie Flevoland: In overleg met de heer Vuuregge en mw. Van der Perk is besloten geen vooroverlegreactie te geven maar GS een ontheffing te laten verlenen voor een aanlegvergunning op basis van de Verordening Groenblauwe Zone (zie ook aanvulling hoofdstuk3). Een afschrift van de ontheffing volgt. Overige aanpassingen: blz. 7 onder structuurvisie , 5e gedachtenstreepje: 'het onderhavige inpassingsplan' is vervangen door 'het OostvaardersWold'. Direct daarna: onder de gedachtenstreepjes na 7 maart 2012 het woord 'is' schrappen. Onder maatschappelijke haalbaarheid: ingevoegd “tegen het onderdeel van het PIP dat betrekking had op de fietsbrug is geen zienswijzen of beroep ingediend. blz 9: laatste alinea van par. 7.2 water; wegdijk vervangen door wegdek.
HB#1362078
Pagina 15 van 15