RUIMTE VOOR BLIJVERS
Stichting Tuinbouw Platform Veenstreek
Ruimte voor blijvers essentieel Theo Akerboom, voorzitter Stichting Tuinbouw Veenstreek heel wat jonge ondernemers zijn die toekomst zien in de tuinbouw.”
De vraag waarom er een brochure nodig is over de tuinbouw in de nieuwe gemeente Kaag en Braassem is simpel te beantwoorden. Omdat de tuinbouw een belangrijke economische pijler is en blijft en omdat de tuinbouw verankerd is in de cultuur van de dorpen die samen de nieuwe gemeente vormen. Deze brochure, uitgegeven door de Stichting Platform Tuinbouw Veenstreek, beschrijft de tuinbouw in Kaag en Braassem aan het eind van het eerste decennium van de 21ste eeuw. Een veelkleurige sector. Met bedreigingen maar ook met kansen. In de Stichting Platform Tuinbouw Veenstreek participeren tuinbouwondernemers en –instanties. “Wij werken onder meer aan een beter imago van de tuinbouw in de nieuwe gemeente”, stelt stichtingsvoorzitter en Fresiateler Theo Akerboom. “Van oudsher heeft de tuinbouw hier een goed imago, maar er is zorg over de ontwikkelingen. Er zijn veel kleinschalige bedrijven met oudere ondernemers zonder opvolger. Hun bedrijven staan of komen op niet al te lange termijn te koop. Zeker in Roelofarendsveen gaat het om enkele tientallen tuinbouwondernemingen Dat gegeven neemt niet weg dat hier toch
De gevolgen van Braassemerland De gemeenteraad van Alkemade keurde onlangs het ontwerp bestemmingsplan voor de ontwikkeling van het woongebied Braassemerland goed. Volgens dat plan worden de komende vijftien jaar in de dorpskern van Roelofarendsveen 2250 woningen gebouwd op enkele honderden hectares die nu nog een tuinbouwbestemming hebben. Voor de Stichting Platform Tuinbouw Veenstreek ligt daar niet het probleem. Akerboom: “De vitaliteit van een tuinbouwgebied wordt niet bepaald door aantallen ondernemers, maar door de mate waarin blijvende ondernemers toekomst zien. Het is geen ramp als een aantal bedrijven verdwijnt zolang de ondernemers die verder willen maar in staat worden gesteld om te blijven ondernemen. Ondernemers moeten weten waar ze aan toe zijn, willen ze in staat zijn om in hun toekomst te investeren. Daarom is allereerst planologische duidelijkheid nodig. Duidelijkheid over de wijze waarop en de snelheid waarmee Braassemerland wordt ingericht, maar ook over de invulling van het gebied Floraweg-Geestweg. Verder vraagt het ruimte voor bedrijven die te groot zijn voor hervestiging in het gebied Floraweg-Geestweg. In onze optie betekent dit het ontwikkelen van een nieuwe glastuinbouwlocatie binnen de gemeente Kaag en Braassem, waar bedrijven die uit Braassemerland moeten verdwijnen op duurzame wijze verder kunnen. Pas als aan die voorwaarden is voldaan durven ondernemers weer te investeren. En daar ligt het grootste gevaar van de huidige situatie. Naast een groep afvallers is er in Kaag en Braassem een groep vitale, vaak jonge ondernemers. Hun toekomst mag niet
worden afgesneden omdat hen de gewenste investeringszekerheid wordt onthouden.” Volop elan Om een beeld te krijgen van de kansen en bedreigingen van de tuinbouw heeft LTO Projecten onderzoek uitgevoerd. Als uitvloeisel daarvan is inmiddels een aantal workshops gehouden. “Mijn beeld daarvan is dat er bij mensen een positief gevoel ontstaat als zij over hun kansen praten”, constateert Akerboom. “Een aantal ondernemers wil vernieuwen en dan liefst hier in de buurt. Daar ligt gelijk een knelpunt, want gegeven de structuur in onze gemeente, is daaraan niet gemakkelijk vorm te geven. Voor mij staat vast dat het gebied Floraweg-Geestweg eerst moet worden geherstructureerd. Dat zou een prima locatie zijn voor het hervestigen van broeierijbedrijven, waar tulpenbloemen worden geproduceerd. De broeierij is van oudsher een Veense tak van sport met bedrijven die op een kleine oppervlakte veel productie realiseren. Verder is er nieuwe ruimte voor glas nodig in het gebied Baan/Sotaweg, in Nieuwe Wetering en in Woubrugge. En soms droom ik van een echt nieuwe glaslocatie buiten het dorp. Als gemeente en bedrijfsleven erin slagen om de komende tien jaar dat programma uitgevoerd te krijgen, kunnen bedrijven - die dat willen - doorontwikkelen. Dat betekent opschalen, maar vooral ook beter in staat zijn om te voldoen aan nieuwe eisen van duurzaamheid. Dat soort bedrijven kan bijdragen aan de energievoorziening van Nederland door benutting van warmtekrachtkoppeling of zelfs door het leveren van energie aan huishoudens. Kaag en Braassem heeft met de tuinbouw een parel in handen. Maar als je die parel niet op tijd afstoft, wordt hij dof. Dat mag niet gebeuren.”
Tuinbouw gebaat bij rust en ruimte Wethouder Jan Uit den Boogaard van de gemeente Alkemade Met ruimtelijke ordening en economische zaken in zijn portefeuille is wethouder Jan Uit den Boogaard medeverantwoordelijk voor de ontwikkeling van de tuinbouw. “Mijn politieke toekomst staat niet vast, maar als mijn partij dat wil, ben ik voor een volgende periode beschikbaar als wethouder”, zegt hij. “Als ik terugkom wordt het mijn uitdaging om oplossingen te zoeken voor het handhaven danwel uitbreiden van duurzame tuinbouw in de nieuwe gemeente. Voor mij ligt daarbij de prioriteit op Roelofarendsveen.” Voor Uit den Boogaard betekent dit het hervestigen van zo veel mogelijk bedrijven die moeten wijken uit Braassemerland op bestaande locaties (Floraweg-Geestweg, Baan/Sotaweg en Nieuwe Wetering). Het betekent ook proberen een nieuwe locatie te ontwikkelen binnen de gemeentegrenzen van Kaag en Braasem.
Ruimte en rust Kwekers vragen om planologische duidelijkheid om hun toekomstplannen concreet te maken. De gemeente is al vrij ver om daaraan tegemoet te komen. Uit den Boogaard: “Er ligt nu een door de gemeenteraad van Alkemade goedgekeurd bestemmingsplan voor Braassemerland. Als ook de provincie akkoord gaat kunnen we aan de slag, waarschijnlijk is dat in de tweede helft van 2009. Dat betekent dat we in vijftien jaar tijd volgens een helder schema 2250 huizen gaan bouwen, grotendeels op tuinbouwgrond. We zijn gronden aan het verwerven en doen zelfs al zaken. Ik ken de opmerkingen als zou de gemeente niet voldoende bieden, maar ik bestrijd dat. Mogelijk zijn er bedrijven die niet verder kunnen op basis van de prijs die wij bieden. Maar dat is veeleer een gevolg van hun bedrijfseconomische situatie dan van de door ons geboden grondprijs. Ik denk dat
de meeste bedrijven er wel mee uit de voeten kunnen. Tegelijkertijd hebben we bedrijven op andere plaatsen verworven die we kunnen aanbieden aan ondernemers die uit Braassemerland moeten verkassen. Dat past in - wat ik zou willen noemen mijn visie van ruimte en rust. De ruimte bieden we door bedrijven gelegenheid te geven binnen de gemeente te verkassen. Vervolgens moeten we de rust nemen om te bezien of die nieuwe locatie voor duurzame glastuinbouw in onze gemeente te ontwikkelen is.” Weerbarstige materie Uit den Boogaard benadrukt dat de tuinbouwproblematiek - zeker in Roelofarendsveen - weerbarstig is. “De structuur van de bedrijven en de verkaveling van het gebied maken het lastig. Veel ondernemers haken inderdaad af. Uit een onlangs bij plaatselijke kwekers gemaakte quickscan blijkt dat slechts een minderheid belangstelling heeft voor vestiging in het gebied FlorawegGeestweg. Wil je leegstand vermijden, dan zou je voor herstructurering nieuwe, externe financieringsbronnen moeten vinden. Maar we staan aan de vooravond van de ontwikkeling van Braassemerland en dus duurt dat nog jaren. Ik wil daarmee maar zeggen dat we elkaar, gemeente, bedrijfsleven en andere betrokkenen de komende jaren hard nodig zullen hebben.”
Wachten kan niet meer Kitty de Jong
Kitty de Jong van Agro Fleur heeft haar bedrijf aan het Noordeinde, midden in het gebied waar de huizen van Braassemerland zullen verrijzen. Dat feit maakt het voor haar nu al vijf jaar lastig om toekomstgericht te ondernemen. “Ons bedrijf produceert alstroemeria’s, tulpen, nerine’s en zomerbloemen (vooral Asclepias). Met 20.000 vierkante meter glas, 70.000 vierkante meter open grond en een werknemersbestand van rond de twintig mensen hebben we een gezond bedrijf, dat op zich groot genoeg is om verder te kunnen. Dankzij ons assortiment hebben we het hele jaar bloemen en kunnen we al te grote arbeidspieken vermijden. Met ons zien meer bedrijven in dit gebied hun brede assortiment als een kracht. Het maakt onze bedrijven flexibel. Nu de energieprijzen enorm stijgen kan ik binnen mijn assortiment switchen om het energieverbruik terug te dringen.” “Ik ben een jonge ondernemer en ik wil verder. Maar de al vijf jaar durende discussies over Braassemerland zorgen voor een onduidelijk toekomstperspectief. Dat is lastig voor een ondernemer, want het belet je te investeren. Je investeert immers alleen als je rendement uit die investering kunt halen en als je voldoende tijd hebt om de investering af te schrijven. Maar hoe veel tijd heb ik op de huidige locatie? Ik krijg daar telkens weer een ander antwoord op. Ons bedrijf is met name levensvatbaar door alle nieuwe producten die door onze veredelingsactiviteiten bij ons in de pijplijn zitten. Door de ontwikkelingen van de laatste jaren en door de energiecrisis zijn we er hard aan toe om te investeren. De vraag is alleen waar? Op de huidige locatie of op de nieuwe? Wij willen helemaal niet dwarsliggen. We willen alleen maar planologische duidelijkheid en een redelijke prijs voor ons bedrijf, want blijven ondernemen is ons doel”.
FlowerWatch zorgt voor goede bloemen Jeroen van der Hulst
Je zou denken dat FlowerWatch overal gevestigd zou kunnen zijn, maar niets is minder waar. Het hoort in de tuinbouwgemeente Kaag en Braassem. Directeur Jeroen van der Hulst vertelt waarom. “FlowerWatch zorgt voor goede bloemen”, vertelt Jeroen van der Hulst. “Dat doen we door - voor onze klanten - sierteeltproducten door de hele keten heen te volgen en te begeleiden. Als je niet alert bent op de productkwaliteit in de keten, kan het waardeverlies enorm zijn. In Afrika worden veel rozen geteeld. Een roos kan – bij wijze van spreken als een euro van daar vertrekken en als een halve euro in Nederland aankomen. De keten tussen teler en eindverbruiker heeft veel schakels. Het product ondergaat tal van handelingen. Als er ergens iets mis gaat, kost dat de kweker, de groothandelaar of de detaillist altijd geld.
Onze diensten zitten vooral op het terrein van het beoordelen en begeleiden van de productkwaliteit. Wij koppelen veel keteninformatie terug naar onze klanten. Wat gaat er fout maar ook wat gaat er goed? Ons doel is altijd verbetering van het eindproduct, waardoor de prijzen verbeteren. Onderdeel van onze werkzaamheden is het monitoren van de koelketen. Bloemen worden doorgaans gekoeld vervoerd, maar het is belangrijk dat dit bij de juiste temperatuur gebeurt en dat de koelketen gesloten blijft. Een zending die te lang op een vliegveld staat, ondervindt daarvan schade. Dat monitoren gaat ver. We keren partijen bloemen binnenstebuiten en leggen alles vast. Soms leidt dat alleen tot goede raad aan de leverancier. Maar van één van onze klanten, een supermarktorganisatie, mogen we zelfs partijen tegenhouden als ze niet goed genoeg zijn. Ons bedrijf werkt voor
kwekers in Nederland en daarbuiten (vooral in Afrika en Latijns Amerika) maar ook voor groothandelsbedrijven en detailhandelsbedrijven.” “Wij werken met vijf mensen, specialisten met een brede ervaring op bloemengebied. Ze komen allemaal hier uit Roelofarendsveen. Het is dezelfde club waarmee we vijftien jaar geleden importbloemen uitpakten. Iedereen heeft bij kwekers en/of bij handelaren gewerkt. We hebben geleerd de nuances te zien die het succes van het product maken en breken. Die nuances leer je niet op school, je leert ze te zien in de praktijk. Daarom zou ons bedrijf eigenlijk nergens anders dan hier gevestigd kunnen zijn. Heel veel van de bedrijvigheid in de tuinbouw hangt samen. Je leert het vak in de praktijk. Daarom hoop ik dat er tot in lengte van jaren een vitale tuinbouwsector in onze gemeente zal blijven.”
Wij ondersteunen de ontwikkelingen van harte Aad Smit (Rabobank Groene Hart Noord):
“Over vijftien jaar heeft de helft van het tuinbouwareaal in Roelofarendsveen plaats gemaakt voor woningbouw. Maar wat overblijft, dat zijn bedrijven met potentie. Misschien zijn dat het er niet meer dan dertig, maar dan praten we wel over goede bedrijven. Hun ontwikkelingen steunen we van harte. We hopen dat de overheid voor de blijvers een goed uitplaatsingsgebied ontwikkelt. Ook bij die ontwikkeling willen we helpen.” Directeur Aad Smit van de Rabobank Groene Hart Noord kijkt met gemengde gevoelens naar de tuinbouw in Kaag en Braassem. “Het beeld is divers. Vrijwel alle soorten siergewassen worden hier geteeld, maar de omvang van de bedrijven en hun dynamiek verschilt sterk van wat we elders zien. Relatief veel kleinere bedrijven houden met moeite het hoofd boven water. Ook hier verandert de tuinbouw razendsnel.”
Duurzame tuinbouw De belangrijkste verandering in de tuinbouw is de grotere invloed die de consument verwerft op de productiewijze. “Duurzaamheid is een kernbegrip geworden. De tuinbouw is bezig te veranderen van energieverbruiker naar energieleverancier. Lang niet alle bedrijven zijn daarmee bezig. Ze kunnen dat niet vanwege hun bedrijfsomvang. Momenteel krimpt het aantal tuinbouwbedrijven in een tempo van vijf à tien procent per jaar. Zo bezien is de ontwikkeling van Braassemerland een zegen. Veel ondernemers worden hierdoor in staat gesteld om hun bedrijf op een goede manier te beëindigen.” Nieuwe locatie gewenst “Wat ons als sector te doen staat is ons richten op de bedrijven die door willen gaan”, vervolgt Smit. “Doorgaan lukt natuurlijk alleen als datgene wat een ondernemer achterlaat voldoende
opbrengt om beter en duurzamer te kunnen herstarten. Dat er ondernemers zijn, die moeten wijken voor Braassemerland en toch kunnen doorgaan, staat voor mij vast. De vraag is wel waar. Er zijn beperkte mogelijkheden in Nieuwe Wetering en wat ruimere kansen in de Haarlemmermeer. Een mogelijkheid op wat langere termijn is een ontwikkeling van een nieuwe tuinbouwlocatie in Nieuwveen (Nieuw-Amstel). Ik denk niet dat bedrijven die door willen dichter in de buurt terecht kunnen. Zo’n nieuwe locatie maakt energieclustering mogelijk en wellicht ook het leveren van energie uit kassen aan woningen of bedrijfsgebouwen. Die locatie ligt als het ware naast Kaag en Braassem. De Rabobank blijft in deze regio de bank die de tuinbouw een warm hart toedraagt. We willen zowel ondernemers die willen afbouwen als ondernemers die door gaan met raad en daad bijstaan.”
Onze vestigingsplaats is heel belangrijk Ton Groot (Nolina Kwekerijen) Tuinbouw vindt in verschillende kernen van de nieuwe gemeente Kaag en Braassem plaats. In Woubrugge zijn enkele omvangrijke, duurzame en levensvatbare bedrijven gevestigd. Nolina Kwekerijen is één van die bedrijven. Het bedrijf beschikt over 65.000 vierkante meter eigen kassen, huurt 25.000 vierkante meter kas bij en heeft 75.000 meter open grond voor de boomkwekerij (containerteelt). Ton Groot van Nolina vertelt waarom Woubrugge als onderdeel van de nieuwe gemeente voor hem en zijn collega’s belangrijk is als vestigingsplaats. Nolina Kwekerijen produceert grote aantallen potrozen in verschillende potmaten. Daarnaast heeft het bedrijf een kwekerij buiten waar onder meer stamrozen, klimrozen, bodembedekkende rozen en geurende rozen worden gekweekt. Een plek in de samenleving “Deze vestigingsplaats is voor mij en voor mijn collega’s belangrijk”, vervolgt Groot. “We zitten hier centraal in het afzetgebied. Onze klanten in Aalsmeer en Naaldwijk zitten dichtbij. Onze producten maken dus deel uit van de ‘dynamische dagvoorraad’. We kunnen snel en goed inspelen op de wensen van onze klanten en nabestellingen leveren is voor ons een fluitje van een cent.” Groot is dan ook blij met de oprichting van het Platform Tuinbouw Veenstreek en maakt er deel van uit. “Ons bedrijf heeft twee jonge opvolgers. Ook bij de bedrijven van onze collega’s zijn jonge ondernemers aan de slag. Omdat we hier zo centraal zitten, willen we hier blijven ondernemen. De tuinbouw zorgt voor een flink stuk Woubrugse werkgelegenheid. Onze zestig werknemers komen uit de directe omgeving en veel van onze mensen komen hier uit het dorp. Daar komen jaarrond in het weekeind en de vakanties ook nog eens
twintig à dertig scholieren bij. Dat laatste heeft ook een sociale functie. Het is belangrijk dat jonge mensen leren werken. Dat gebeurt niet op school. Op een bedrijf als het onze leren ze hoe het eraan toe gaat op een bedrijf en verdienen zelf hun zakgeld. Ander voorbeeld: wij hebben twee robotlijnen, die vanaf 6.00 uur met eigen mensen draaien. Die taak wordt in de avonduren overgenomen door een aantal dames uit het dorp. Zij hebben nog jonge kinderen en gaan aan de slag als hun partners thuis zijn. Ze kunnen hierdoor toch part–time werken en zijn in staat om een stukje extra gezinsinkomen te verwerven terwijl het gezin gewoon kan doordraaien. Bedrijven als het onze zijn belangrijk voor een dorp als Woubrugge. We bieden werkgelegenheid. Daarvan hebben de bakker en de slager ook profijt. We sponsoren plaatselijke verenigingen. Niet dat we daardoor één plant meer verkopen, maar we zien dat als onze plicht. Voor het dorp Woubrugge is een actief verenigingsleven buitengewoon belangrijk.” Sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen Een onlangs opgestelde analyse van sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van de Woubrugse tuinbouw maakt een aantal dingen duidelijk: Positief: 1. Het tuinbouwgebied Woubrugge is duurzaam 2. Het biedt een grote sociale bijdrage (ook in werkgelegenheid) aan het dorp.
3. Het ligt gunstig ten opzichte van de grote exportveilingen Aalsmeer, Naaldwijk en Rijnsburg en dicht bij de A4. 4. Er zitten goede jonge ondernemers, die het onderling goed kunnen vinden. Negatief: 5. De ontsluiting van het gebied is onvoldoende. 6. De lengte-breedte verhouding van de kavels kan beter. 7. Het gebied geeft onvoldoende ruimte aan ondernemers die willen (moeten) uitbreiden. 8. Woningbouw in Alphen aan de Rijn kan een bedreiging zijn. Naar de toekomst kijken “Natuurlijk kijken mijn collega’s en ik naar de toekomst”, zegt Ton Groot. “Er moeten hier volwaardige tuinbouwbedrijven kunnen blijven. Volwaardig in de zin dat ze kunnen opschalen, dat ze hun energiebelangen kunnen clusteren, enzovoorts. Maar het tuinbouwgebied en eigenlijk het hele dorp zitten op slot. Daarmee doen we onszelf tekort. Er zijn wel degelijk mogelijkheden te bedenken op plaatsen die landschappelijk minder interessant zijn. Wie weet zijn er problemen op te lossen door ze te koppelen. Een uitbreiding van het tuinbouwgebied in combinatie met de bouwplannen van de gemeente Alphen aan de Rijn met het gebied Gnephoek biedt wellicht ongedachte mogelijkheden. Warmtelevering door tuinbouwbedrijven aan woonwijken bijvoorbeeld. Het wordt tijd dat we in de nieuwe gemeente Kaag en Braassem over deze dingen gaan nadenken. Ons eigen bedrijf heeft nog uitbreidingsmogelijkheden voor vijf à tien jaar. Voor collega’s in het dorp geldt hetzelfde. Nu is het moment om te bekijken hoe we dit tuinbouwgebied ook voor volgende generaties duurzaam en vitaal houden. “
Tuinbouw moet je snappen Hogenboom Transport
‘Je gaat het pas zien als je het door hebt.’Die uitspraak van Johan Cruijff is zeker van toepassing op het transport van bloemen en planten. Het transport van siergewassen is anders dan de meeste andere vormen van transport. Geen wonder dus dat veel van de chauffeurs van Hogenboom Transport woonachtig zijn in de gemeente Kaag en Braassem. Hogenboom Transport bestaat sinds 1925. Opa Hogenboom bracht al groente en later ook bloemen en planten naar de veiling. Zijn kleinzonen Martien en Ronald beheren nu een vloot van twintig vrachtwagens, allemaal voor het transport van siergewassen (voornamelijk potplanten). Het bedrijf is gevestigd in Roelofarendsveen en in FloraHolland vestiging Aalsmeer. Behalve Hogenboom Transport zijn er nog enkele Veense vervoersbedrijven die siergewassen (voornamelijk
bloemen) van kwekers naar veilingen vervoeren. Je moet het snappen Hoewel niet meer dan vijftien à twintig procent van het vervoersaanbod van Hogenboom Transport afkomstig is van ondernemers uit Kaag en Braassem, komt ongeveer de helft van het chauffeurbestand uit deze gemeente. “Het is belangrijk dat onze chauffeurs uit een tuinbouwomgeving komen. Dan kennen ze de producten. Ze weten hoe je er mee moet omgaan om ze goed naar de eindklant te brengen. Ze weten van aanpakken. In het seizoen is het nu eenmaal drukker dan daarbuiten en het is prettig als jouw chauffeurs dat snappen en er niet over zeuren. Zoals het ook prettig is dat ze weten dat sommige planten nu eenmaal geen vorst of regen kunnen verdragen en dat je ze moet bedekken als ze met slecht weer buiten komen.
Roelofarendsveen is en blijft onze vestigingsplaats. Het dorp ligt centraal ten opzichte van Aalsmeer en het Westland en we hebben er de mogelijkheid om al het onderhoud aan onze vrachtwagens te doen. Ons bedrijf hoort bij dit tuinbouwcluster en daarom hopen wij dat het gebied sterk blijft.”
Thuis in de regio AB Midden-Holland
De afkorting AB stond oorspronkelijk voor Agrarische Bedrijfsverzorging. Agrarische Bedrijfsverzorging is nog steeds één van de diensten van AB Midden-Holland. Daarnaast heeft de onderneming die een coöperatieve grondslag heeft een uitzendtak. Deze bemiddelt voor p roductiemedewerkers op tijdelijke basis. De overgrote meerderheid (tachtig procent) wordt ingezet op bloemen-, planten-, bollen- en boomkwekerijen. De rest wordt in aanverwante sectoren bemiddeld. AB Midden-Holland regelt voor deze – voornamelijk buitenlandse uitzendkrachten – huisvesting en vervoer en heeft een zorgtaak op zich genomen. AB Midden-Holland is onderdeel van een landelijk netwerk, bestaande uit verenigingen, die oorspronkelijk waren opgezet voor de vervanging van ondernemers en medewerkers bij ziekte. Elke vereniging werkt auto-
noom. De organisatie is zeer actief in de gemeente Kaag en Braassem en ziet zichzelf dan ook – hoewel niet in de gemeente gevestigd – als onderdeel van het plaatselijke tuinbouwcluster. De organisatie opereert bewust regionaal. Met kantoren in de werkgebieden om frequent contact te houden met klanten en medewerkers. In totaal heeft AB Midden-Holland zeventig bedrijfsverzorgers in dienst en circa zevenhonderd uitzendkrachten. Daarnaast zijn er bedrijven waarvoor AB Midden-Holland de personeelsadministratie en alles wat daar bij komt kijken regelt. Dat laatste is een relatief jonge dienst van de organisatie met als naam; Payroll Compleet, een dienst waar steeds meer vraag naar ontstaat. Zo biedt AB Midden-Holland voor agrarische ondernemers een breed pakket van personeelsdiensten, waarmee op alle vragen van opdrachtgevers kan worden ingespeeld. Dat zorgt voor
een versterking van de locale tuinbouw. Als coöperatieve organisatie van huis uit kent AB Midden-Holland de tuinbouwsector in Kaag en Braassem. Met heldere aanspreekpunten voor de klant. Want zo blijf je thuis in de regio en zo bouw je aan langdurige relaties.
Nieuwe herverkaveling nodig Th.C. Hoogenboom & Zn.
Dat is belangrijk voor het servicepakket dat Nederlandse bloemen- en plantenexporteurs hun buitenlandse klanten kunnen bieden. Nederland kan jaarrond een compleet aanbod bieden en dat betrouwbaar leveren omdat de bloemenexportbedrijven hun producten dagelijks binnen handbereik hebben. Daarom en omdat hier veel vakkennis zit, is Kaag en Braassem een perfecte vestigingsplaats voor broeierijbedrijven als het onze.”
Veel omzet op een kleine oppervlakte met gebruikmaking van weinig energie. Dat is kenmerkend voor de tulpenbroeierij. Vooral in Roelofarendsveen heeft die activiteit een lange historie. Nog steeds trekt een aantal bedrijven in de winter tulpen in bloei en dat op behoorlijke schaal. Th.C. Hoogenboom & Zn. aan de Floraweg is zo’n bedrijf. Tussen september en eind mei worden daar ongeveer twintig miljoen tulpen geproduceerd voor de bloem. Dat gebeurt in slechts 1,1 hectare kas plus 2000 vierkante meter elders bijgehuurde kassen. Het bedrijf heeft acht vaste arbeidskrachten in dienst. In het seizoen komen daar ruim twintig losse buitenlandse krachten (Polen) bij. Th. C. Hoogenboom & Zn. is een bedrijf met een lange historie. Al voor de Tweede Wereldoorlog namen voorgangers van de huidige eigenaren de tulpenbroeierij ter hand. Voor Har en Ruud Hoogenboom is stoppen nu geen optie en verkassen ook niet. “Op onze grond ligt een duurzame tuinbouwbestemming. We hebben hier veel geïnvesteerd. Aanvankelijk was onze kwekerij een huurtuin, die we later hebben gekocht. Stap voor stap hebben we het bedrijf uitgebreid. Door nieuwe ontwikkelingen in de
tulpenbroeierij kunnen we nu op minder oppervlak meer produceren. Vroeger broeiden we al onze tulpen op potgrond, aangevuld met grond. Tegenwoordig broeien we tachtig procent van onze productie op water. In onze eigen koelcellen kunnen we nu al onze bollen prepareren voor de broeierij” Elders in Nederland worden veel tulpenbloemen geproduceerd door bedrijven die zelf ook bollen kweken. In Kaag en Braassem ontbreekt daarvoor de ruimte. Toch noemen Har en Ruud Hoogenboom hun bedrijf ‘absoluut levensvatbaar’. “Logistiek gezien kun je beter een vrachtwagen met bollen uit de Noordoostpolder hierheen halen en die hier afbroeien dan de broeierij daar doen. Hier ben je met je product onderdeel van de dynamische dagvoorraad van de exporthandel. Wij kunnen dagelijks onze klanten leveren, maar we kunnen ook leveren als een klant plotseling een nabestelling heeft.
Schaalvergroting gaat door In de tulpenbroeierij gaat de schaalvergroting in rap tempo door. Steeds meer tulpen worden via grootschalig inkopende retailorganisaties aan de man gebracht. Voor broeierijbedrijven betekent dit dat zij grotere aantallen tulpen van hetzelfde soort gedurende langere tijd moeten kunnen produceren. Dat vergt steeds meer schaalgrootte. Het aantal van twintig miljoen tulpen, dat bij Hoogenboom wordt geproduceerd, is nu nog ruim voldoende. Maar hoe is dat over enkele jaren? “Wij willen doorgaan. Dus moeten we verder kijken. Om dit bedrijf uit te breiden moeten er sloten worden gedempt of verlegd. Het gebied Floraweg-Geestweg is zeker geschikt voor bedrijven als het onze, maar eigenlijk zijn wij toe aan een herverkaveling. Wij willen doorontwikkelen en blijven investeren. Dat moet gewoon. Daar hoort ook een goede infrastructuur bij. Als de provincie Zuid-Holland en de gemeente Kaag en Braassem duurzame tuinbouw willen, moeten zij ook durven te investeren. Het wordt tijd voor spijkers met koppen.”
Dit moet een tuinbouwgebied blijven John van Ruiten van Naktuinbouw: Geen tuinbouwbedrijf in de gebruikelijke zin van het woord, wel een organisatie die zeer nauw aan de tuinbouw gelieerd is. Dat is Naktuinbouw. Naktuinbouw keurt en toetst teeltmateriaal voor de bloemisterij-, boomkwekerijen de groentesector en stelt daarvan de identiteit vast. De eerste twee activiteiten waarborgen dat via Nederland verhandelde stekken, zaden, etc. gezond zijn en vrij van aantastingen. Dankzij de tweede activiteit worden rassen beschreven en dat is weer belangrijk voor een goede toepassing van het Kwekersrecht. Het Kwekersrecht is enigszins vergelijkbaar het ‘auteursrecht’. Het beschermt de belangen van ondernemingen die nieuwe rassen op de markt brengen. Bij Naktuinbouw werken in totaal 250 mensen. Naktuinbouw is een private stichting, opgericht door het bedrijfsleven. In het stichtingsbestuur zitten onder meer vertegenwoordigers van veredelings- en vermeerderingsbedrijven van uitgangsmateriaal voor de tuinbouw en een onafhankelijke, door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit (LNV) benoemde voorzitter. Naktuinbouw is een zelfstandig bestuursorgaan dat namens de minister van LNV zelfstandig inspecties uitvoert. In het buitenland worden dergelijke taken doorgaans door overheidsinstellingen verricht. In Nederland gebeurt dit door Naktuinbouw, een instelling die door het bedrijfsleven werd opgezet nog voordat er op dit gebied overheidsregelgeving was. Drie hoofdafdelingen Naktuinbouw heeft afdelingen voor keuren, toetsen en rassen. De organisatie heeft een jaaromzet van circa twintig miljoen euro. Het toetsingswerk in de laboratoria en het beschrijven van rassen gebeurt vrijwel volledig op de locatie Roelofarendsveen. Het keurings-
werk gebeurt in hoofdzaak op locatie bij de circa 4.000 bedrijven, waarvoor Naktuinbouw werkzaam is. Daarvoor zijn circa zestig keurmeesters dagelijks op pad. Zij doen: • k euringen op kwaliteit (gezondheid, rasechtheid, raszuiverheid en identiteit); • k euringen ten behoeve van de verstrekking van zogenaamde Plantenpaspoorten. Die zijn nodig om teeltmateriaal binnen de EU te kunnen verhandelen; en • import- en exportcontroles van zaden en jonge planten (dus zowel van Nederland naar landen buiten de Europese Unie als van landen buiten de Europese Unie naar Nederland). Keurmeesters komen op sommige bedrijven elke paar weken voor een keuring. Op andere bedrijven komen zij slechts één of enkele malen per jaar. Naktuinbouw zorgt ervoor dat bedrijven die teeltmateriaal in omloop brengen geregistreerd zijn, gecontroleerd worden en voldoen aan de regelgeving. Dat biedt kwekers in binnen- en buitenland de zekerheid dat via Nederlandse bedrijven aangeschaft teeltmateriaal aan hoge eisen van kwaliteit en gezondheid voldoet.
Hier blijven Een organisatie als Naktuinbouw kan in beginsel overal in Nederland gevestigd zijn. “Maar wij vinden het heel belangrijk om juist in Roelofarendsveen te zitten”, zegt John van Ruiten, één van de directeuren van Naktuinbouw. “Omdat we veel teeltwerkzaamheden doen, hebben we een tuinbouwcomplex nodig en dat kan het beste tussen andere tuinbouwbedrijven staan, in de buurt van onze toeleveranciers. Verder zijn wij met drie hectare glas en zestien hectare open grond gewoon een groot tuinbouwbedrijf. Om dat te runnen zijn gekwalificeerde mensen nodig met gevoel voor gewassen, die dingen herkennen. Zulke mensen vind je gemakkelijker in een echte tuinbouwgemeente. En tenslotte: we hebben hier een echt tuinbouwcluster, centraal gelegen tussen de greenports en uitstekend bereikbaar vanaf de A4 en Schiphol. Ook die bereikbaarheid is belangrijk omdat we hier veel internationale bezoekers hebben. Een organisatie als de onze kan gewoon niet buiten deze centra zitten. Zelfs niet in een tuinbouwgebied daar. Strategisch gezien zitten we hier optimaal. Daarom moet het gebied BaanSotaweg in Roelofarendsveen absoluut tuinbouwgebied blijven!”
De nieuwe gemeente Kaag en Braasem beschikt over een aantal vitale bedrijven met uiteenlopende bedrijfsactiviteiten in de tuinbouw. Die activiteiten variëren in soort en omvang, maar tussen de bedrijven onderling zit samenhang. Juist door die samenhang is de tuinbouw sterk. Juist omdat er zo veel all round kennis voorhanden is, kunnen uiteenlopende bedrijfsactiviteiten floreren met alle economische voordelen van dien. Bestuurders en politici doen er goed aan die samenhang te onderkennen. Ondernemers in de tuinbouw willen blijven ondernemen. Zij hebben daarvoor planologische duidelijkheid nodig en zicht op ruimte in of in de directe nabijheid van de nieuwe gemeente Kaag en Braassem. Want de tuinbouw is een te belangrijke economische activiteit om die verloren te laten gaan.
Stichting Tuinbouw Platform Veenstreek