STICHTING CATHEDRAL ORGAN LEIDEN
Nieuwsbrief
Ruim baan voor het Willis-orgel Het bezwaar tegen de plaatsing van het Engels orgel in de Hooglandse kerk is van de baan. Afgelopen voorjaar maakte de Stichting Behoud Hoogkoor en Transepten Hooglandse Kerk bezwaar tegen de zogenoemde omgevingsvergunning die de Gemeente Leiden heeft verleend voor de plaatsing van het Willis-orgel. SCOL heeft daartegen verweer ingediend en toelichting gegeven in een hoorzitting. Het Leidse College van B&W heeft het bezwaar inmiddels afgewezen en de vergunning ongewijzigd in stand gelaten. De media berichtten onlangs dat de Stichting BH&THK zich heeft opgeheven. Ruim baan dus, voor het Willis-orgel.
Benefietconcert Joop Brons Noteert u het in uw agenda? Vrijdagavond 15 november om 20.15 uur vieren we een gedenkwaardig jubileum: Joop Brons is op 1 november 60 jaar organist in Leiden. U bent van harte welkom op het benefietconcert. Als fervent liefhebber van Engelse orgels, als SCOLadviseur en als geestelijk vader van de Anglicaanse muziektraditie in de Hooglandse kerk zou Joop Brons zijn jubileum het liefst vieren vanachter de speeltafel van het nieuwe Engelse kathedraalorgel. Zover zijn we echter nog niet. Wel wil hij zijn jubileum aangrijpen om het orgelproject extra kracht en snelheid bij te zetten. Zijn grote wens is daarom
Oktober 2013 een bijdrage aan het register Double Open Wood 32ft. Uiteraard hoort bij een klinkende munt voor zo‟n jubileum ook een klinkend concert. Joop Brons biedt u daarom een benefietconcert aan, waarbij de inkomsten geheel ten goede komen aan het Engels orgel en aan zijn favoriete register in het bijzonder. Alle uitvoerenden werken gratis mee: de Leidse Cantorij, de Schola van de Leidse Studenten Ekklesia, hoboïst Han Kapaan en Joop Brons zelf. Joop Brons en de Stichting SCOL nodigen u van harte uit om het benefietconcert bij te wonen. Bij aanvang van het concert wordt u vrijgehouden van entreegeld, zodat u na afloop, bij het feliciteren van de jubilaris, extra gul kunt geven. Overigens is zo‟n Double Open Wood 32ft een wel heel bijzonder register. Alleen al voor het oog is het indrukwekkend, met zijn 10 meter lange pijpen. Voor het oor ligt het weer anders: het is nauwelijks hoorbaar, zulke diepe, donkere klanken brengt een Open Wood voort. Maar te voelen is-ie des te meer: het geluid omringt je als een deken. En werkt soms zelfs bevorderend voor de spijsvertering. U bent gewaarschuwd.
Agenda: 15 november
Benefiet / Jubileumconcert Joop Brons, met medewerking van de Leidse Cantorij o.l.v. Hans Brons, de Schola (LSE) o.l.v. Wim de Ru, Han Kapaan (hobo)
Aanvang: 20.15 uur Locatie: Hooglandse Kerk, Middelweg 2, Leiden
Jubileum Op 1 november 1953 begon Joop Brons zijn carrière als organist in de Leidse Kooikapel. In 1961 promoveerde hij naar de Hooglandse kerk en mocht hij zich organist noemen van het De Swart/Van Hagerbeer-orgel. Joop Brons speelde een belangrijke rol in de Leidse orgelgeschiedenis, maar ook koren lieten hem niet onberoerd. Een terugblik door Hans Brons. Als zesjarige -dat was in 1962- zat ik in de Hooglandse kerk al naast mijn vader op de orgelbank. Pogingen om mij in de kerkbanken naast mijn moeder te laten zitten mislukten jammerlijk. Ruim een uur stilzitten was ondanks een meegenomen doos kleurpotloden en tekenpapier voor mij teveel gevraagd. Op een kwaad moment viel tijdens de dienst de doos met een enorme klap op de grond. Mijn vader –zo vernam ik later– dacht dat er een orgelpijp uit het orgel gevallen was. Na dat incident werd ik voortaan veilig opgeborgen op de orgelgalerij. Ik kon daar mijn vader gadeslaan bij het bedienen van dat spannende instrument. Ik werd later ook regelmatig ingezet als jongenssopraan en zong vanaf die hoge positie “Ere zij God in den hoge” en andere toepasselijke liederen van het kerkelijk jaar. In 1968 kwam daar een eind aan. In verband met de restauratie van de kerk moesten het mechaniek en pijpen uit het orgel worden verwijderd en tijdelijk elders worden opgeslagen. Ik herinner mij de laatste keer dat het orgel nog bespeeld kon worden. De elektriciteit was al afgesloten en de windvoorziening moest door mij met moeite (als lichtgewicht) met trapkracht op peil gehouden worden. Wij konden toen niet bevroeden dat het 12 jaar zou duren voordat er weer lucht door de pijpen van het De Swart/Van Hagerbeer-orgel zou gaan blazen. De eerste voetstappen die mijn vader in de Hooglandse kerk zette dateren van nog veel langer geleden. Aan het einde van de dertiger jaren verhuisde de familie Brons naar Leiden. Mijn opa en oma waren officieren van het Leger des Heils. Zij runden “De Stedelijke Werkinrichting” en woonden in het grote pand dat thans in gebruik is als Museum
Boerhaave. Mijn opa leidde de brassband van het Leger des Heils waar ook zijn zes zonen in meespeelden. Ook stond er een grote vleugel waar alle jonge Bronzen (onder wie de thans vermaarde pianist Willem Brons) bij toerbeurt –volgens rooster!– op speelden.
Joop en Truus Brons - orgel Kooikapel 1954 Op een goede dag is mijn vader kennelijk een keer de Hooglandse kerk binnengelopen en kreeg toen het kerkorgel –Feike Asma was er destijds organist– te horen. Een groot pijporgel, dat hadden ze niet bij het Leger des Heils! Dat “koninklijke” instrument moest en zou hij gaan bespelen. Orgellessen bij Piet Uiterlinden en Adriaan Blankestein volgden en op 1 november 1953 werd mijn vader na een selectieprocedure benoemd tot organist van de Leidse “Kooikapel” (ook wel Bethlehemkerk genoemd) als eerste bespeler van het toen net nieuwe Van Leeuwen-orgel. In 1961 kon hij promoveren tot organist van de Hooglandse kerk. Een eerste radio-uitzending van zijn bespeling van het Pieterskerkorgel vond plaats in 1964. Een greep uit de krantenkoppen uit die vijftiger en zestiger jaren: “Joop Brons, beste der orgelleerlingen” … “Joop Brons, een kundig vakman”.
gemaakt. Daarnaast had hij in die jaren als taak het bespelen van het orgel tijdens (universitaire) plechtigheden als de Diësviering en de Erasmusprijsuitreiking.
Joop Brons - orgel Pieterskerk 1975 Een passie voor de Engelse koormuziek ontwikkelde mijn vader door zijn vele reizen -eerst nog op de fiets!- naar zijn in Engeland wonende oudste broer. De “heavenly voices” die hij daar in de kathedralen hoorde zullen ongetwijfeld van invloed zijn geweest op zijn besluit de vacante positie van dirigent van de Leidse Cantorij in 1968 tijdelijk (!) -zo was eerst de bedoeling– waar te nemen. In korte tijd breidde hij het repertoire uit met Anglicaanse kerkmuziek, zoals de “chant” -de onberijmde psalm- en de “morning and evening canticles”. In december 1974 werd onder zijn leiding -waarbij hij gelijktijdig het kabinetorgel bespeelde- het eerste adventsconcert van de cantorij gegeven (ik zong sinds het begin van dat jaar mee als baszanger). Het Leidsch Dagblad oordeelde lyrisch over deze uitvoering: “Leidse Cantorij, een openbaring”. Het adventsconcert werd een jaarlijks terugkerend evenement (NB: de 40e editie vindt plaats op 22 december a.s.). In 1975 kreeg mijn vader er een taak bij als organist/beheerder van het orgel van de Pieterskerk. Dat kerkgebouw was inmiddels eigendom geworden van een stichting. Na jaren gesloten te zijn geweest gingen in 1975 de deuren weer open voor een concert van Joop Brons samen met hoboïst Han Kapaan. De kerk was gevuld met meer dan 700 enthousiaste toehoorders. Het Leidsch Dagblad schreef: “Subliem orgelspel Joop Brons”. De recensent was van oordeel “dat hij onweersprekelijk te rangschikken valt in de eerste garde van onze vaderlandse concertgevers”. Er verscheen ook een elpee in 1977. De eerste oplage van 1000 exemplaren was in een mum van tijd uitverkocht. Diverse malen werden er ook weer opnamen voor de NCRV radio
Joop Brons - orgel Hooglandse kerk 1997 In 1980 keerde eindelijk –stukje bij beetje– het De Swart/Van Hagerbeerorgel terug in de Hooglandse kerk, schitterend gerestaureerd door Jürgen Ahrend. Het was voor mijn vader (en ook voor mij trouwens) adembenemend om gedurende de opbouw elke dag een beetje meer van de klank te horen te krijgen. Op 26 september 1980 vond de feestelijke heringebruikname plaats. De terugkeer van de cantor-organist naar zijn oude werkplek leverde wel een logistiek probleem op: hij kon niet meer vanaf het klavier de cantorij dirigeren met hand- en hoofdbewegingen. Niet gehinderd door kennis van dat vak nam ik voortaan die taak over. De voltooide restauratie van het orgel voerde tot tal van activiteiten: radio-opnamen, een elpee werd uitgebracht en elk jaar organiseerde mijn vader voortaan een zomerserie gratis inloopconcerten op zaterdagmiddag.
In de jaren tachtig en negentig –en dus ook ruim na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd– ging de carrière van mijn vader nog verder “crescendo”. In 1986 viel hem de eer te beurt een concert te geven op het machtige Willis-orgel in St Paul‟s Cathedral in Londen, in 1997 verscheen zijn eerste orgelcd en in 1998 gingen wij met de Leidse Cantorij als eerste Nederlandse koor in de geschiedenis naar de St Paul‟s in Londen voor het verzorgen van een aantal evensongs. Mijn vader moet ook als de geestelijke vader van de evensongs in de Hooglandse kerk worden beschouwd. De allereerste evensong was zijn initiatief en vond plaats op 7 mei 1988. Eind 1999 moesten veel van die activiteiten –wat hem betreft noodgedwongen– worden gestaakt vanwege zijn pensionering als cantor-organist van de Leidse Binnenstadsgemeente. Het einde van 30 jaar samenwerking tussen cantorij en (bege)leider was aanleiding voor het uitbrengen van de cd “Hosanna to the Son of David”. Bij zijn afscheid werd hij benoemd tot lid in de Orde van Oranje Nassau. Sindsdien heeft mijn vader bepaald niet de lier aan de wilgen gehangen. Tot op de dag van vandaag is hij nog steeds actief in de Pieterskerk, onder andere elk jaar tijdens de Herdenkingsdienst op 3 oktober en bij diverse ontvangsten zoals het bezoek van secretaris generaal Ban Ki-Moon op 28 augustus jongstleden. In de Hooglandse kerk bespeelt hij nog elke week het orgel tijdens de diensten van de Leidse Studenten Ekklesia en is daarnaast regelmatig in touw als begeleider van talrijke uitvoeringen van koren en solisten. Ik weet dat het zijn vurige wens is de ingebruikname van het Willis-orgel in de Hooglandse kerk nog als actief musicus mee te maken. Een “romantisch” orgel erbij met zwelwerk en strijkende stemmen maakt wat hem betreft de Hooglandse kerk tot het Walhalla voor de kerkmusicus. En wie zou daar niet zo lang als mogelijk is in willen verbeiden? Hans Brons
Werk aan Willis: het groene licht Vorig jaar verhuisde het Willis-orgel ter restauratie en uitbreiding terug naar Liverpool, naar dezelfde orgelbouwer die het eind 19e eeuw heeft gebouwd. Hieronder een kort verslag van de vorderingen en de aanloop naar het definitieve groene licht: Medio oktober reist een SCOL-delegatie af naar Henry Willis & Sons in Liverpool. De afgevaardigden treffen daar het opgebouwde orgel aan, compleet met windlades en al het pijpwerk op zijn juiste plek. Deze opbouw maakte de inventarisatie en exacte metingen mogelijk, die nodig waren om de kosten te berekenen voor restauratie, uitbreiding en plaatsing. De plannen worden binnenkort ter plekke omgezet in definitieve afspraken die toewerken naar plaatsing in 2015, het jaar dat de Hooglandse kerk het 700-jarig bestaan viert. Met die termijn voor oplevering in gedachten wordt het zowel voor Willis als voor SCOL flink aanpoten. Voor Willis om alle 1656 pijpen weer net zo te laten klinken als in 1892 en voor SCOL om een uiterste inspanning te leveren op het gebied van sponsor- en fondsenwerving. Als volgt: Elke nieuwe cent telt nu! Want zelfs tijdens de werkzaamheden blijft het mogelijk om -bij wijze van spreken- nóg een pijpje toe te voegen. De werkafspraken voorzien namelijk in een fasering van de uitbreidingen binnen de beoogde orgelkas. Uiteraard is het zaak dat we zoveel mogelijk fases kunnen voltooien.
Wij doen daarom tijdens deze eindspurt een extra dringend beroep op uw beurs - en op die van uw vriend en buur. Zodat we een zo „af‟ mogelijk orgel kunnen presenteren.
Willis' David Wyld in de Britse pers David Wyld, algemeen directeur van Henry Willis & Sons, is geen vreemde in de Britse pers. Als eigenzinnig manager van een bijna twee eeuwen oud familiebedrijf krijgt hij regelmatig het woord. Over het reilen en zeilen van zijn bedrijf in het huidige economisch klimaat, over zijn visie op een van oorsprong ambachtelijke bedrijfstak, over zijn drijfveren, etc. De knipselkrant van het afgelopen jaar.
Orgelbouwer in zwaar weer? Het komt tegenwoordig niet vaak voor dat de banken lof krijgen toegezwaaid. Maar David Wyld heeft niets anders dan lof voor Barclays, de bank die zijn bedrijf sinds 1868 door het financiëel verkeer loodst: “We have suffered none of the things you hear about banks doing.” Nog niet lang geleden leek er zwaar weer op komst voor het bedrijf dat sinds 1845 orgels bouwt. Een contract voor een orgel in Nieuw Zeeland stevende af op een verlies van £300,000 vanwege hevige prijsschommelingen op materiaalkosten. Barclays steunde Willis, zodat de werkplaats niet alleen weer winstgevend werd, maar ook groeit. De omzet van £600,000 gaat binnenkort richting £1m. “We recapitalised the firm, directors put more money in, and Barclays backed that up with what you expect your bank to do.”
Leidse onderdelen in afwachting van restauratie
Nieuwbouw versus reparatie en onderhoud Henry Willis & Sons werd opgericht in Londen in 1845 en startte de werkplaats in Liverpool in 1854 om het concertorgel in St George‟s Hall te bouwen vanaf zijn 15e al Wylds favoriete Willis-orgel. In die bijna twee eeuwen leverde de orgelbouwer zo‟n 3000 instrumenten af, die hun plaats hebben gevonden op schitterende locaties zoals de Royal Albert Hall, St Paul‟s Cathedral, Liverpool Anglican Cathedral en Westminster Cathedral. Helaas komen opdrachten voor nieuwbouw, zeker in de UK, zelden meer voor. Wel liggen er kansen in India en Nigeria, waar kerken nieuwe orgels willen aanschaffen en waar geen recessie gaande is. De 17 Williswerknemers houden zich nu volop bezig met reparatie en onderhoud: “Fortunately, that is keeping the workforce flat out at the moment.” Wyld en Willis: traditie voortgezet David Wyld begon zijn carrière in de muziekwereld met zijn eigen klassieke-muzieklabel. In orgels was hij al van jongs af aan geïnteresseerd. Op het gebied van orgelspel beschrijft hij zichzelf als een “academic musician”. Hij is een fervent speler: “I am in the joyous position of being able to play any organ I want.” In 1997 nam hij een meerderheid van de aandelen van de familie Willis over. “I had known the Willis family since I was 14. Someone said then that old Mr Willis was training me up to take the firm over and I laughed, but 30 years later I did.” Wyld vindt het een voorrecht om het bedrijf te leiden, en om de traditie te kunnen voortzetten, ook na zijn pensioen: “I took over an old firm to make sure it survived. I never even thought of putting my name on it: some things I changed, but nothing that mattered.”
Orgelbouw als ambacht Wat er wel degelijk toe doet voor Wyld is vakmanschap. Vandaar dat hij snel na zijn aantreden het leerlingstelsel weer invoerde, zoals Willis & Sons dat van oudsher hanteerde. “We were sick of the Jobcentre sending us kids who weren‟t appropriate. UK manufacturing will never get back to where it was until they start proper apprenticeships.” En niet zonder trots: “We have still got apprentices from 1966 working for us.”
De initiator van de Photo community Birkenhead is Simon Marsh. Hij was in zijn jeugd nauw verbonden aan St Mark‟s Church en is daar ook bevestigd. Inmiddels is hij pastoor in een dorpje onder Manchester. Ook droeg hij bij aan de sponsoractie van oud-gemeenteleden, die het mogelijk maakt om de speeltafel van ons gezamenlijke orgel weer in nieuwstaat te brengen. Marsh voorzag een aantal foto‟s op de website van een toelichting. Enige citaten die betrekking hebben op het Willis-orgel:
Historisch beeldmateriaal van het Willis-orgel Scheiden doet lijden. De gemeente van St Mark‟s Church in Birkenhead nabij Liverpool moest begin jaren 90 hun kerk met Willis-orgel opofferen aan stadsvernieuwing. Zo‟n twintig jaar later hebben oud-gemeenteleden een schat aan beeldmateriaal verzameld en op internet beschikbaar gesteld. De website geeft een beeld van de rijke historie van een van de vele 19e eeuwse kerken in Engeland.
Het altaar in St Mark's Church
“Remembering where we’ve come from, informs us where we’re going.” – Simon Marsh
St Mark's Church in Birkenhead (Devonshire Road, Claughton, Birkenhead) is gebouwd als een “chapel of ease” in 1891. Birkenhead groeide in die tijd stormachtig en daarom kreeg het een capaciteit voor 700 plaatsen [het Willis-orgel heeft dus altijd al een flink gebouw moeten vullen - red.]. Hiermee kon de officiele “parish church” van Birkenhead (St John the Evangelist) ontlast worden. St Mark's werd in 1922 een eigen parochie maar moest in 1991 door teruglopend kerkbezoek gesloten worden.
“Met dank aan David Lee voor zijn werk aan dit beeldverslag. David en zijn vrouw Irene zijn tevens de drijvende krachten geweest rond de sponsoractie ter ondersteuning van de bevlogen plannen van de Hooglandse kerk in Leiden - het nieuwe onderkomen voor het prachtige „Father‟ Willis-orgel dat ooit thuis was in St Mark‟s.”
“Het „Father‟ Willis-orgel uit 1892, hier op zijn oorspronkelijke locatie in St Mark‟s. Bij de sluiting van de kerk in 1991 kwam het orgel onder beheer van de Scottish Historic Organ Trust, tot het in 1992 werd aangekocht door een Nederlandse orgelliefhebber. Deze bouwde het orgel op en gebruikte het tot 2007, toen het bestemd werd voor de Hooglandse kerk in Leiden.
Terugblik: SCOLdubbelconcert juni 2013 Charles Harrison gaf afgelopen junimaand het gebruikelijke SCOL-dubbelconcert. Hij bracht een recordaantal bezoekers naar KC de Regenboog.
“Voorbereidingen zijn gaande om het Willis-orgel te restaureren, uit te breiden en te installeren in de Hooglandse kerk in Leiden. In mijn herinnering hoor ik het orgel nog steeds zoals het met Kerstmis werd bespeeld door de jonge organist/cantor Peter Manley: in de magistrale bewerking van Psalm 150 door H. Gordon Clarke, en in “The March of the Magi”, gearrangeerd door J. Edward Leeman. “How many of the old fellowship at St Mark's may one day hear this magnificent instrument in its new and splendid home?” De sub-organist van Lincoln Cathedral verheugde zich op het De Swart/Van Hagerbeer-orgel in de Hooglandse kerk. Dat was te merken: niet alleen aan
de uitgekiende programmering, maar vooral aan zijn geïnspireerde uitvoering. Voor de akoestiek en het interieur van de kerk schoten woorden hem tekort, maar zijn spel sprak boekdelen.
Colofon De nieuwsbrief is een uitgave van Stichting Cathedral Organ Leiden. Redactie: Eric Brons, EvW Stichting Cathedral Organ Leiden Hugo de Grootstraat 4 2311 XL Leiden 071-5140323
[email protected] www.cathedralorgan.nl ABN-AMRO KvK Leiden BTW nr.
97.67.15.066 28108903 NL 8157.13.824.B01
Stichting Cathedral Organ Leiden is een door de belastingdienst aangewezen Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI)
Voor zijn tweede concert, in Kerkelijk Centrum De Regenboog, stond Harrison het Forster & Andrewsorgel ter beschikking. Ook dat instrument viel bij hem in de smaak. En niet alleen bij hem: er was een recordaantal bezoekers om te beluisteren hoezeer de stukken die hij had geprogrammeerd, profiteerden van de vele klankkleuren van dit orgel. Het talent van Charles deed de rest. Harrison staat te popelen om weer terug te komen. De waardering is wederzijds.