Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden Voorwoord Het onderwerp voor dit onderzoeksverslag is rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden. Er is voor dit onderwerp gekozen omdat ik tijdens mijn werk als paraveterinaire (dierenartsassistente) regelmatig te maken krijg met katten die ingeslapen moeten worden, waarbij er nog een andere kat in het huishouden achter blijft. Regelmatig krijgen we de vraag of katten net als mensen kunnen rouwen. En of men er goed aan doet om de overleden kat mee naar huis te nemen, zodat de andere katten afscheid kunnen nemen. Helaas hebben wij weinig inzicht in rouwprocessen bij dieren. Mijn streven is om met dit onderzoek meer inzicht te verkrijgen over rouwverwerking bij katten. Met deze inzichten kunnen we eigenaren beter adviseren op dit gebied.
1
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden Inhoudsopgave Voorwoord
blz. 1
Inhoudsopgave
blz. 2
Samenvatting
blz. 3
Inleiding
blz. 4
Materiaal en methode
blz. 8
Resultaten
blz. 9
Discussie
blz. 12
Conclusie
blz. 16
Literatuurlijst
blz. 17
2
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden 1. Samenvatting Is er verschil in het aantal gedragsveranderingen tussen (ras)katten en tussen familie, vriendjes en eenlingen na het overlijden van een soortgenoot? Door middel van een vragenlijst wordt in dit onderzoek gekeken naar gedragingen die katten laten zien na het overlijden van een soortgenoot in huis. Hierbij wordt vervolgens gekeken of er verschil is in relatie (familie, vriendjes, eenlingen) tot elkaar en of bepaalde rassen gevoeliger zijn. De belangrijkste resultaten zijn dat HTK’s gemiddeld de meeste gedragsveranderingen laten zien nadat zij een soortgenoot hebben moeten missen. Familieleden vertonen meer gedragsveranderingen dan geen familieleden na het overlijden van een soortgenoot. Bij vriendjes worden meer gedragsveranderingen waargenomen dan bij eenlingen. En katten die afscheid hebben kunnen nemen van hun overleden soortgenoot vertonen minder gedragsveranderingen. De conclusie hiervan is dat Oosterse katten niet het gevoeligst zijn als het gaat om het moeten missen van een soortgenoot. Katten die een betere band met elkaar hebben, door een familiaire of vriendschappelijke relatie hebben meer moeite met het moeten missen van een soortgenoot. En als laatste is het aan te raden om katten afscheid te laten nemen van hun overleden soortgenoot.
3
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden 2. Inleiding De definitie van rouw is het verwerken van een groot verdriet. Het is een proces waarbij iemand geleidelijk aan leert omgaan met pijn, verdriet, angst, woede en schuldgevoel. Over rouwverwerking bij mensen is een hoop bekend. Dit komt omdat zij over hun gevoelens kunnen praten. Ook aan menselijke reacties kunnen we aflezen of er sprake is van rouw. De uiterlijke kenmerken kunnen verschillend zijn per persoon, zoals lusteloosheid, desoriëntatie, geen eetlust, veel of juist weinig slapen, huilen of een totaal gebrek aan interesse voor de omgeving. Mensen doorlopen tijdens rouwverwerking allerlei fasen, namelijk:
Ontkenning Protest of boosheid Onderhandelen en vechten Depressie Aanvaarding
Rouwen bij dieren is een veelbesproken onderwerp, er rijst nog steeds de vraag of dieren überhaupt kunnen rouwen. Debra F. Horwitz & Jacqueline C. Neilson: De definitie van rouw is de toestand van verdriet om het overlijden of vertrek van een ander. Eigenaren melden af en toe symptomen van hun huisdier dat zou passen bij symptomen van rouw, ook uiten zij bezorgdheid over het vooruitzicht van rouw door hun huisdieren. Het is lastig om te bevestigen dat dieren kunnen rouwen, omdat we de specifieke emotionele toestand van dieren niet kunnen controleren. Dieren hebben wellicht hele andere manieren als ze emotioneel zijn. Neem bijvoorbeeld een chimpansee die dagenlang met een dood jong rondloopt. In onze ogen is die chimpansee in rouw, maar mogen we dat gedrag wel zo vertalen? Hoe kunnen we weten of dieren gevoelens hebben? Onderzoeker Marc Bekoff draait de kwestie om: “Hoe weten we dat ze géén gevoelens hebben?” Dieren kunnen niet praten en daarom weten wij niet of en wat ze denken. De enige mogelijkheid om dit te kunnen beoordelen is te kijken naar hoe ze zich gedragen in bepaalde situaties en omstandigheden. Het doel van dit onderzoek is om te weten te komen of er verschillen zijn in rouwverwerking tussen diverse kattenrassen en de relatie tussen de katten. Verder probeer ik inzicht te geven of het de katten helpt om afscheid te nemen van hun overleden soortgenoot.
4
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden In de (wetenschappelijke) literatuur is het volgende te vinden over rouw bij dieren: Mensen en mensapen kunnen rouwen dankzij hun spindelneuronen. Deze neuronen werden in 1929 ontdekt in het deel van onze hersenen dat verantwoordelijk is voor sociale organisatie, empathie en intuïtie met betrekking tot de gevoelens van anderen. Spindelneuronen stellen ons onder meer in staat om lief te hebben en dus ook te rouwen. Onlangs bleek echter dat behalve mensen en mensapen ook olifanten en zeezoogdieren spindelneuronen bezitten. Waarschijnlijk zullen spindelneuronen in de toekomst bij nog veel meer diersoorten worden ontdekt, want datagegevens over rouwende dieren groeien in een rap tempo. Ook bij wolven, lama’s, jakhalzen, herten, eekhoorns en bavianen is onmiskenbaar treurgedrag gezien rond het overlijden van een soortgenoot.
Marc Bekoff in Animal Emotions (2009) We’re not the only animals who mourn
Konrad Lorenz “Grauwe ganzen die hun partner hebben verloren, vertonen alle tekenen van diepe rouw, zoals John Bowlby (Britse psychiater) heeft beschreven bij jonge menselijke kinderen in zijn beroemde boek Infant Grief.” (de ogen diep in hun kassen, hun hele houding zakt in, ze laten letterlijk het hoofd hangen) Een van de beste voorbeelden zijn rituelen van rouwende olifanten in het wild. Deze zijn waargenomen door gerenommeerde onderzoekers als Iain Douglas-Hamilton, Cynthia Moss en Joyce Poole. Iain Douglas-Hamilton en zijn collega's hebben aangetoond dat olifanten medeleven tonen aan niet-familieleden, aan degenen die niet genetisch verwant zijn. Cynthia Moss beschrijft de acties van de leden van een olifantenfamilie nadat een groepslid (Tina) was neergeschoten: "Teresia en Trista werden razend, knielden neer en probeerden haar op te tillen. Ze werkten hun slagtanden onder haar rug en onder haar hoofd. Haar familie probeerde van alles om haar te wekken. Ze groeven een ondiepe kuil onder het lichaam en bedekten haar met zand en bladeren. Ze hielden de hele nacht de wacht, om pas de volgende ochtend verder te trekken.” Joyce Poole:. "Terwijl ik naar Tonie's wake over haar dode pasgeboren kalf keek, kreeg ik voor het eerst een zeer sterk gevoel dat olifanten rouwen. Ik zal nooit de uitdrukking op haar gezicht vergeten. Haar ogen en mond, de manier waarop ze haar oren liet hangen, haar ingezakte houding, haar gebogen hoofd. Elk deel van haar lichaam drukte diepe rouw uit." Jane Goodall (Engelse antropologe en biologe) observeert de jonge chimpansee Flint. Zijn moeder Flo is overleden, waarna hij zich terugtrekt uit de groep, stopt met eten en uiteindelijk sterft. Anne Engh (onderzoeker op de afdeling biologie van de Universiteit van Pennsylvania) “Baviaan Sylvia verliest haar dochter, ze reageerde op een manier die zeer mensachtig kan 5
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden worden beschouwd. Ze zocht steun bij vrienden. Haar gedrag kan beschreven worden als depressie, dit kwam overeen met een toename in haar glucocorticoïde niveaus.” Jim (filmmaker en cameraman) en Jamie (co-producer) Dutcher beschrijven een roedel wolven nadat zij een lid van de roedel hebben verloren, nadat deze werd aangevallen. De roedel verliest hun geest en speelsheid. Ze huilden niet langer meer als groep, maar lieten langzaam, klaaglijk geroep horen. Ze werden depressief (staarten en koppen laag, langzaam lopen) Op de plek waar het roedellid werd gedood, inspecteerden ze het gebied, draaiden hun oren naar achter, staart maakte een gebaar van onderwerping. Het duurde ongeveer zes weken voor de roedel weer reageerde zoals ze dat voorheen deden.
Bionieuws (2012) Dierenverdriet niet per se rouw
De persberichten spreken van rouw. Is dat een overdreven toekenning van menselijke emoties – antropomorfisme – of beleven de beesten écht rouw? Volgens Ton Groothuis, hoogleraar gedragsbiologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, moeten we voorzichtig zijn met zulke conclusies. ‘Rouw is een complex gevoel’, vertelt hij. Mensen ervaren niet alleen een schok, maar zijn ook verdrietig omdat ze beseffen dat ze de ander voorgoed kwijt zijn. ‘Via introspectie en taal weten mensen dat gevoel aan elkaar duidelijk te maken. We hebben een afspraak dat het label rouw die betekenis heeft.’ Het punt, legt hij uit, is dat we aan dieren niet kunnen vragen of ze er ook zo over denken’. Volgens een Brits onderzoek doorlopen olifanten dezelfde rouwstadia als mensen. Ongeloof, frustratie, acceptatie en afscheid nemen. Ze bieden ook bijstand en steun, gaan op rouwbezoek, houden dodenwake en reageren apart op stoffelijke resten van soortgenoten. Volgens die studie doen olifanten zelfs aan ritueel gedrag rond de dood. Zoals een overleden soortgenoot begroeten door de slurf in diens mond te steken. Dat zou onder meer betekenen dat olifanten notie hebben van het concept 'dood'. Barbara J. King, professor in de antropologie aan de Universiteit van William en Mary, heeft twee jaar lang onderzocht hoe dieren reageren op de dood. In haar nieuwe boek “How Animals Grieve” (2013) schrijft zij dat rouw niet alleen voorkomt bij zoogdieren met grote breinen, maar ook bij paarden, katten, honden, konijnen en vogels. Haar definitie van rouw is: “Het normale gedrag van een dier is aanzienlijk veranderd, en ze laten zichtbaar emotie zien door middel van lichaamstaal, janken/meer blaffen of mauwen, sociale terugtrekking of niet eten/slapen.” Wanneer we naar rouwverwerking, specifiek bij katten, kijken zijn er geen wetenschappelijke onderzoeken te vinden. Wel heeft de ASPCA in 1996 een onderzoek gedaan naar rouw bij dieren; Companion Animal Mouring Project. Deze studie toonde aan dat bij katten 46% minder at na de dood van een andere kat in huis, er waren zelfs extreme gevallen waarbij katten zichzelf dood hongerden. 70% ging meer of minder miauwen. Deelnemers van het onderzoek gaven aan dat de duur en plaats van slapen veranderden. Meer dan de helft van de katten werden aanhankelijker naar de eigenaar. Gemiddeld 6
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden vertoonde 65% van de katten vier of meer gedragsveranderingen na het verlies van een huisgenoot. Een klein groepje wetenschappers van de ABC, Animal Behavior & Cognition, waaronder Hotsche Luik is momenteel bezig met het onderzoek “Kennen dieren rouw?” Daarnaast zijn er een groot aantal artikelen te vinden over rouw bij dieren. Zo is aan Nienke Endenburg, GZ-psycholoog en verbonden aan de Gedragskliniek voor Dieren, gevraagd of dieren kunnen rouwen om het verlies van een huisgenoot: ,,Ja, dieren kunnen zeker rouwen. Van olifanten en chimpansees weten we dat ze rouwen om het verlies van een soortgenoot. Er is daar zelfs wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. Dus is het niet zo vreemd om te veronderstellen dat ook honden en katten kunnen rouwen.” Monique D. Cretien, een diergedragsdeskundige uit Canada, zegt dat dieren die een maatje verliezen een gelijkwaardige reactie kunnen geven als mensen die een maatje verliezen. Dieren kunnen dezelfde symptomen vertonen als mensen, zoals minder interesse voor hun favoriete bezigheden, meer slapen dan normaal, minder eetlust, gedesoriënteerd raken of aanhankelijker worden, sommige dieren kunnen daadwerkelijk depressief worden. Uit bovenstaande opsomming is te concluderen dat er diverse meningen zijn over rouw bij dieren. Bij een aantal diersoorten is men er heilig van overtuigd dat ze kunnen rouwen, dit is dan ook wetenschappelijk bewezen. Bij katten is er nog geen wetenschappelijk bewijs dat zij kunnen rouwen, hier zouden meer onderzoeken naar gedaan moeten worden. Mijn verwachting van dit onderzoek is dat katten met een familiaire band meer gedragsveranderingen laten zien dan katten zonder familiaire band. Omdat zij hun hele leven bij elkaar zijn geweest en een sterkere band met elkaar zullen hebben. Daarnaast verwacht ik dat vriendjes meer gedragsveranderingen laten zien dan eenlingen. Omdat eenlingen op zichzelf zijn en het juist prettiger vinden als zij alleen zijn, aangezien ze dan meer ruimte voor zichzelf hebben. Kijkend naar diverse rassen, verwacht ik dat oosterse katten meer gedragsveranderingen zullen vertonen. Dit omdat oosterse katten erg op gezelschap zijn gericht en door veranderingen sneller uit hun doen zijn. Als laatste wil ik nog kijken naar het verschil in gedragsveranderingen wanneer de kat wel of geen afscheid kan nemen van de overleden kat. Hierbij verwacht ik dat er minder gedragsveranderingen worden waargenomen als de kat afscheid heeft kunnen nemen.
7
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden 3. Materiaal en methode Voor dit onderzoek ben ik op zoek geweest naar katten in een multikathuishouden, waar één van de katten is overleden. Hierbij maakt het niet uit om wat voor katten het gaat en welke leeftijd zij hebben. Ook heb ik niet gekeken naar de leefsituatie van deze katten, zijn het buiten of binnenkatten? Een vragenlijst (zie bijlage) is als word-document naar diverse cliënten van verschillende dierenklinieken gestuurd, de vragenlijst is ook digitaal op www.ThesisTools.com gezet. Via deze weg heb ik weinig eigenaren van Oosterse katten kunnen bereiken, daarom heb ik nog contact gehad met het SIOK (Club voor Siamezen, Oosterse Korthaar, Balinezen en Oosters Langhaar) of zij mij kunnen helpen met dit onderzoek. Uiteindelijk zijn er 68 vragenlijsten ingevuld. Waarvan 16 via dierenklinieken, 47 vragenlijsten zijn via ThesisTools ingevuld en er zijn 5 enquêtes teruggekomen via het SIOK. Van die 68 vragenlijsten zijn er 4 foutief ingevuld, doordat deze voor meerdere katten zijn ingevuld. Hierdoor kon ik de gegevens niet goed uitwerken en daarom heb ik deze enquêtes niet meegenomen in het onderzoek. Dit komt dus neer op 64 katten die mee hebben gedaan aan dit onderzoek. Bij het verwerken van de gegevens heb ik met name gekeken naar het aantal gedragsveranderingen die optreden na het overlijden van een kat in het huishouden. Dit heb ik uitgewerkt in vier verschillende categorieën, namelijk soort kat, wel of geen familie, vriendjes of eenlingen en wel of geen afscheid kunnen nemen van de overleden kat.
8
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden 4. Resultaten Vraag 1: Welke rassen hebben meegedaan aan dit onderzoek? (N=64) 37 HTK’s (58%) 14 Britse Kortharen (22%) 7 Oosterse katten (11%) 3 Maine Coons (5%) 1 Britse Langhaar (1.3%) 1 Ragdoll (1.3%) 1 Kruising (1.3%) Vraag 2: Waren de overleden kat en de overgebleven kat familie van elkaar? (N=64) 45 katten geen familiaire band (70%) 19 katten wel familiaire band (30%) De katten die een familiaire band hebben zijn als volgt onder te verdelen: 12 katten hadden een broer/zus relatie (63%) 7 katten hadden een ouder/kind relatie (37%) Vraag 3: Wat was de band tussen de overleden en overgebleven kat? (N=64) 44 katten waren vriendjes van elkaar (69%) 20 katten waren eenlingen (31%) Vraag 4: Wat was de reden van het overlijden/euthanaseren van de kat? (N=63; bij 1 enquête is dit niet ingevuld)
43 katten waren ziek toen zij overleden (68%) 11 katten waren oud toen zij overleden (18%) 9 katten overleden plotseling door een ongeluk of hartaandoening (14%) Vraag 5: Is er na het overlijden nog contact geweest tussen de overgebleven kat en overleden kat? (N=64) 34 katten hebben contact gehad met de overleden kat (53%) 30 katten hebben geen contact gehad met de overleden kat (47%) Vraag 6: Heeft u (als u meer dan één kat overhield na overlijden van één van de katten) iets gemerkt aan de “hiërarchische structuur” tussen de overgebleven katten? (N=64) Bij 27 eigenaren was deze vraag niet van toepassing, omdat er één kat overbleef (42%) Bij 21 eigenaren is er niks veranderd in de positie van de overgebleven katten (33%) Bij 16 eigenaren is er iets veranderd in de positie van de overgebleven katten (25%)
9
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden Vraag 7: Heeft u gedragsveranderingen opgemerkt bij de overgebleven kat na het overlijden van één van de katten? (N=64) 53 eigenaren hebben gedragsveranderingen opgemerkt (83%) 11 eigenaren hebben geen gedragsveranderingen opgemerkt (17%) Tabel met gedragsveranderingen 35 30 25 20 15 10 5
Meer
0
Minder
Vraag 8: Heeft u lichamelijke veranderingen opgemerkt bij de overgebleven kat na het overlijden van één van de katten? (N=64) 6 eigenaren hebben lichamelijke veranderingen opgemerkt (9%) 58 eigenaren hebben geen lichamelijke veranderingen opgemerkt (91%) Tabel met lichamelijke veranderingen
Lichamelijke veranderingen 2,5 2 1,5 1 0,5 0
Lichamelijke veranderingen
10
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden Vraag 9: Is de kat blijvend veranderd qua gedrag? 27 katten zijn blijvend veranderd qua gedrag (42%) 37 katten zijn niet blijvend veranderd qua gedrag (58%)
11
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden 5. Discussie De eerste vraag van deze enquête is alleen om te checken of een eigenaar de enquête per kat apart heeft ingevuld of voor meerdere katten samen. Zodoende heb ik 4 enquêtes niet mee kunnen nemen in dit onderzoek. 5.1 Welke rassen hebben meegedaan aan dit onderzoek? In totaal hebben er 64 katten meegedaan aan dit onderzoek, dit is onder te verdelen in de volgende rassen; 37 HTK’s, 14 Britse Kortharen, 7 Oosterse katten, 3 Maine Coons, 1 Britse Langhaar, 1 Ragdoll, 1 Kruising. Om te kijken naar het aantal gedragsveranderingen per ras, is er gekeken naar HTK’s, Britse Kortharen, Oosterse katten. De drie Maine Coons, één Britse Langhaar, één Ragdoll en één Kruising zijn onder het kopje overige katten geplaatst. 37 HTK’s laten samen 173 gedragsveranderingen zien, dat is 64%. 14 Britse Kortharen laten samen 53 gedragsveranderingen zien, dat is 20%. 7 Oosterse katten laten samen 22 gedragsveranderingen zien, dat is 8%. 6 overige katten laten samen 22 gedragsveranderingen zien, dat is 8%. Uit bovenstaande cijfers is te zien dat Oosterse katten, in tegenstelling tot mijn verwachting, juist de minste gedragsveranderingen laten zien. Na de karaktereigenschappen van diverse Oosterse katten te hebben gelezen in De grote kattenencyclopedie – Esther Verhoef is dit niet zo vreemd. Bij alle Oosterse rassen wordt benadrukt dat deze katten erg mensgericht zijn, daarnaast kunnen ze het wel zeer waarderen om een soortgenoot erbij te hebben. Omdat de Oosterse katten meer op mensen zijn gericht, vraag ik mij of hoe deze katten zouden reageren als hun eigenaar komt te overlijden. Zouden ze dan wel meer gedragsveranderingen vertonen? 5.2 Waren de overleden en overgebleven kat familie van elkaar? Om na te gaan of katten die een familiaire relatie tot elkaar hebben meer gedragsveranderingen laten zien dan katten die geen familiaire relatie tot elkaar hebben, is in dit onderzoek ook deze groep uitgesplitst. 45 katten die geen familiaire relatie tot elkaar hebben, laten 182 gedragsveranderingen zien, dit zijn gemiddeld 4 gedragsveranderingen per kat, 67%. In de groep van 19 katten die wel een familiaire relatie tot elkaar hebben, worden 78 gedragsveranderingen waargenomen, dit zijn gemiddeld 4.1 gedragsveranderingen per kat, 29%. Gezien de gemiddelde laten katten met een familiaire achtergrond meer gedragsveranderingen zien, maar dit is sporadisch. Gezien de percentages hebben katten zonder familiaire relatie meer moeite met het overlijden van een soortgenoot.
12
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden Wanneer we verder kijken naar de familiaire relaties, valt op dat er 63 gedragsveranderingen worden waargenomen bij broer/zus relaties, dit is 23%. Bij ouder/kind relaties worden 21 gedragsveranderingen waargenomen, dit is 8%. Hieruit zouden we kunnen concluderen dat de broer/zus relaties een sterkere band hebben. 5.3 Wat was de band tussen de overleden en overgebleven kat? Hierbij wordt gekeken of vriendjes of eenlingen meer reageren op het missen van een soortgenoot. We zien dat er 44 katten vriendjes zijn en 20 katten eenlingen. De 44 vriendjes laten samen 182 gedragsveranderingen zien, dat is 67%. Bij de eenlingen zijn dit 79 gedragsveranderingen, dat is 29%. Het was mijn verwachting dat we bij vriendjes meer gedragsveranderingen zouden zien dan bij eenlingen, omdat vriendjes naast elkaar slapen, elkaar wassen en met elkaar spelen. Deze groep moet na het overlijden van een vriendje dat contact missen, terwijl eenlingen dit contact nooit hebben, dus ook niet hoeven te missen. 5.4 Wat was de reden van het overlijden van de kat? Bij deze vraag wordt nagegaan of er een verschil in reactie is, op het missen van een soortgenoot wanneer die kat al enige tijd ziek was, oud of plotseling kwam te overlijden. De gegevens die daaruit voortkomen zijn dat na het overlijden, van de 43 katten die al enige tijd ziek waren, 173 gedragsveranderingen worden waargenomen, dit kwam neer op gemiddeld 4 gedragsveranderingen per kat, 64%. Na het overlijden van de 11 katten die oud waren, worden er 36 veranderingen waargenomen, dit kwam neer op gemiddeld 3.3 gedragsveranderingen per kat, 13%. Bij het plotseling overlijden van 9 katten worden 38 veranderingen waargenomen, dit kwam neer op gemiddeld 4.2 gedragsveranderingen per kat, 14%. Aan het gemiddelde is te zien dat er bij plotseling overlijden meer gedragsveranderingen worden waargenomen, dit zou misschien wel kunnen betekenen dat katten merken dat hun soortgenoot is mankeert en zich er al op kunnen “voorbereiden”. 5.5 Is er na het overlijden nog contact geweest tussen de overgebleven en overleden kat? Door middel van deze vraag wil ik inzicht geven of het verstandig is om soortgenoten afscheid te laten nemen van de overleden kat. Er hebben 34 katten afscheid kunnen nemen van hun overleden soortgenoot, zij gaven samen 153 gedragsveranderingen, dit is 57%. Daarentegen geven de 30 katten die geen afscheid hebben kunnen nemen 198 gedragsveranderingen, dit is 73%.
13
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden Hieruit kunnen we wel opmaken dat het aan te raden is om katten afscheid te laten nemen van hun overleden soortgenoot. 5.6 Heeft u (als u meer dan één kat overhield na het overlijden van één van de katten) iets gemerkt aan de “hiërarchische structuur” tussen de overgebleven katten? In de literatuur wordt niet gesproken over hiërarchische structuren tussen katten, maar over timesharing. Bij 33% van de katten vindt geen verandering plaats in de positie en bij 25% van de katten vindt er wel verandering plaats in de positie. 5.7 Zijn er gedragsveranderingen opgemerkt na het overlijden van één van de katten? De meest voorkomende gedragsveranderingen zijn; aanhankelijker naar eigenaar (32 katten), meer aandacht vragen (31 katten), meer miauwen (27 katten), zoeken (24 katten) Het valt op dat 20% van de katten wel zoekgedrag vertoont nadat zij afscheid hebben genomen van de overleden kat. 17% van de katten die geen afscheid hebben genomen gaan ook zoeken. Bij de groepsleden van dit onderzoek is niet te concluderen of afscheid nemen een positieve werking heeft. In vergelijking met het onderzoek van de ASPCA (1996) zijn er nogal wat verschillen, namelijk: Gedragsverandering Minder eten Meer/minder miauwen Aanhankelijker eigenaar 4 of meer veranderingen
1996 46% 70% >50% 65%
2013 19% 47% 48% 53%
Het is te verwachten dat er bij ieder onderzoek dat we zouden doen naar rouwverwerking verschillen zijn waar te nemen. Dit omdat geen één kat hetzelfde zal reageren op dit soort situaties. Bij het ene onderzoek kunnen we katten treffen die weinig gedragsveranderingen laten zien, terwijl bij het andere onderzoek de deelnemende katten veel gedragsveranderingen laten zien. Daarbij komt dat katten ook kunnen reageren op de gevoelens van hun eigenaar, hierdoor zullen zij meer onrust voelen en daardoor meer gedragsveranderingen vertonen. 5.8 Zijn er lichamelijke veranderingen opgemerkt na het overlijden van één van de katten? De meest voorkomende lichamelijke verandering is afvallen, dit zou kunnen komen omdat de overgebleven kat minder eet vanwege het gemis van zijn soortgenoot, maar het is ook een optie dat dit gebeurt omdat er geen concurrentie (de kat hoeft niet te vechten voor zijn eten, kan onbeperkt eten over de hele dag) is met eten, waardoor de overgebleven kat rustiger zijn voedsel tot zich kan nemen.
14
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden Verder hebben deelnemers van dit onderzoek aangegeven dat er één kat is begonnen met sproeien en twee katten zijn gestopt met sproeien. Ik zou dit eerder onder gedragsveranderingen vermelden. Mogelijk is het sproeien bij de ene kat begonnen, omdat er door de verandering (gemis soortgenoot) stress is opgetreden. Het stoppen met sproeien zou men kunnen verklaren omdat er juist minder stress is, doordat de soortgenoot er niet is. 5.9 Is de kat blijvend veranderd qua gedrag? De katten die blijvend zijn veranderd, zijn dit met name in positieve zin. Ze zijn speelser en zoeken meer contact met de eigenaar, omdat zij dit niet konden toen de andere kat er nog was. De katten die niet blijvend zijn veranderd, zijn variërend tussen een paar dagen en 6 maanden weer zichzelf. 5.10 Suggesties voor verdergaand onderzoek Het zou interessant zijn om op grotere schaal onderzoek te doen naar rouwverwerking bij katten. Daarbij zou gekeken kunnen worden naar:
Leefsituatie van de katten zijn het binnenkatten of buitenkatten, binnenkatten hebben meer contact met elkaar dan buitenkatten, waardoor zij hoogstwaarschijnlijk meer reactie zullen geven Karakter van de katten zijn het van zichzelf al gevoelige katten, deze katten zullen al snel reageren op veranderingen in huis (het missen van een soortgenoot is ook een verandering) Mens,- of katgericht een kat die meer op zijn eigenaar is gericht dan op soortgenoten, zal meer reageren op het gemis van zijn eigenaar dan van een soortgenoot Meerdere rassen in het onderzoek opnemen om betere vergelijkingen te kunnen maken tussen oorsprong en gevoeligheid van katten Reactie eigenaar op overleden kat hoe is de eigenaar eronder nadat een kat is overleden, een kat kan de emotie van de eigenaar voelen en daardoor wellicht meer gedragsveranderingen vertonen
15
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden 6 Conclusie Bij katten is nog niet bewezen dat zij spindelneuronen bezitten, bij mensen, mensapen, olifanten en zeezoogdieren is dit wel bewezen, daarvan kunnen wij dus zeggen dat zij kunnen rouwen. In dit onderzoek is duidelijk te zien dat het overgrote deel van de katten gedragsveranderingen vertoont na het overlijden van een soortgenoot. De katten beseffen dus duidelijk dat er iets anders is dan anders, maar gedragen zij zich anders vanwege de verandering in huis (ontbreken van een soortgenoot of het verdriet van hun eigenaar) of beseffen zij werkelijk dat hun soortgenoot overleden is. Gezien de uitkomsten van de enquêtes kan men aangeven dat er verschillen zijn in het aantal gedragsveranderingen per ras. Oosterse katten zijn niet het gevoeligst als het gaat om het moeten missen van een soortgenoot. Katten die een betere band met elkaar hebben, door een familiaire of vriendschappelijke relatie hebben meer moeite met het moeten missen van een soortgenoot. En als laatste is het aan te raden om katten afscheid te laten nemen van hun overleden soortgenoot.
16
Rouwverwerking bij huiskatten in een multikathuishouden Literatuurlijst Canine & Feline Behavior – Debra F. Horwitz & Jacqueline C. Neilson H47 Mourning Behavior ASPCA (1996) Animal Companion Mouring Project http://dier-en-natuur.infonu.nl/huisdieren/20712-kattengedrag-rouwverwerking.html http://www.scientias.nl/rouw-in-het-dierenrijk/29966 Bewustzijn en emoties bij dieren – Dr. Esteban Rivas Tijdschrift Over Dieren (sept. 2012) Huisdier in de rouw Nieuwsblad Bionieuws (okt. 2012) Dierenverdriet niet per se rouw Roots december 2012 - Ook dieren kennen rouw Onderzoeksresultaten van zoöloge Dora Biro van de Universiteit van Oxford.
17