1 Route door Museum De Cruquius Aankomst in het museum De jassen worden opgehangen aan de kapstok. Tassen kunnen hier ook blijven staan. Leerlingen nemen eventueel hun beroepskaart mee, zodat ze in het museum niet alles uit het hoofd hoeven te doen.
Welkomstwoord Een medewerker van het museum houdt een welkomstwoord en vertelt enkele huishoudelijke mededelingen in de filmzaal. De film Wonderwaterland (11 minuten), over de droogmaking van het Haarlemmermeer, wordt ter introductie gekeken.
machinekamer olieman
De verkleedkist In de doorstroomkoker staat de verkleedkist. Hier kan iedereen zich verkleden voor het rollenspel. Toen het museum nog een gemaal was, stroomde het opgepompte water hier onder het gebouw door naar de ringvaart. Vandaar de naam “doorstroomkoker”.
De route door het museum Dit lesprogramma is een ontdekkingstocht door het oude stoomgemaal De Cruquius. Het museum heeft vier ruimtes waarlangs de tocht gaat: de molenzaal, het ketelhuis en de doorloop die uitkomt op de machinekamer. Op de plattegrond staan de zalen genoemd. De routekaarten geven informatie en vragen voor iedereen, maar ook vragen die bij een beroep horen. Laat de leerlingen onderweg goed om zich heen kijken of ze iets ontdekken wat met hun beroep te maken heeft. In iedere zaal komen een of meerdere beroepen aan de beurt. De leerlingen kunnen dan hun beroep uitleggen aan de rest van de klas. De klas en de begeleider kunnen aan hen vragen stellen. De route eindigt in de machinekamer. Hier wordt door een medewerker van het museum de grote machine in werking gezet.
machinist opzichter
doorloop dijkgraaf
rattenvanger
ketelhuis
kantonnier
stoker
molenzaal zoekopdracht
waterschapzaal kolensjouwer
achtergrondinformatie
Ga naar
Plattegrond Museum De Cruquius (bovenverdieping)
Bekijk de molens in deze zaal goed. Het zijn de voorgangers van de stoomgemalen. Vroeger werd het water uit de polder namelijk afgevoerd met windmolens. Als het waait, gaan de wieken draaien en draait ook het scheprad. Kan je ergens zo’n scheprad ontdekken? Je ziet vier molens. Welke van deze molens ziet er wel heel anders uit? (De Tjasker, deze heeft geen scheprad, maar een hele lange schroef. De schroef zit in een ton en haalt het water omhoog. Zo’n schroef heet een tonvijzel.) Kan je nog ergens zo’n tonvijzel ontdekken? (boven de trap aan de muur) Bekijk het model van een polder in de rode ronde bak. Wat heb je nodig om van een meer een polder te maken? (Eerst moet er een dijk omheen worden gelegd en een ringvaart worden gegraven. Pas dan kan je het meer gaan leegpompen.) Als je op een knopje drukt, gaat er in de polder bij het object een lampje branden. Op het scherm boven de maquette begint een filmpje van het object. De rechtse knop laat zien hoe Nederland is ontstaan. Als je alle filmpjes wilt bekijken, ben je ongeveer 15 minuten aan tijd kwijt. Dat is wat lang. Je kan altijd later nog terugkomen en de rest van de filmpjes te bekijken.
In deze zaal staat gereedschap van een van jullie, weten jullie van wie? (een baggerbeugel van de kantonnier)
Bestudeer de grote oude kaart aan het eind van deze zaal. Deze kaart is uit 1687, de Haarlemmermeerpolder kan je hierop niet zien, dat was toen nog een enorm groot meer.
2
Kan je op de kaart de zee, de duinen, het polderland en de meren ontdekken? Het polderland is te herkennen aan de vele sloten en vaarten. Een kantonnier had dus een belangrijke taak! Tussen welke drie grote steden lag het Haarlemmermeer? (Amsterdam, Haarlem en Leiden)
De dijkgraaf: De dijkgraaf kan nu zijn beroep presenteren. Dat kan aan de hand van deze vragen: Dijkgraaf, wat doet u precies? (De dijkgraaf legt zijn beroep uit.) De boeren in de Haarlemmermeer klagen dat hun graan verrot doordat de grond te nat is. Wat kunt u doen? (De dijkgraaf kan de gemalen opdracht geven meer water uit de polder te pompen.) Bent u een rijk man? (Ja, dat kan je aan mijn nette kleding zien.) Kunt u op de oude kaart aan wijzen waar het polderhuis staat? Waarom lukt dat niet? (Nee, het polderhuis staat in Hoofddorp en die plaats bestond in 1687 nog niet) Als er nog meer vragen aan de dijkgraaf zijn, kunnen die natuurlijk ook gesteld worden.
De Kantonnier: De kantonnier kan nu zijn beroep presenteren. Dat kan aan de hand van deze vragen: Kantonnier, wat doet u precies? (De kantonnier legt zijn beroep uit.) Waarom is de stok van de baggerbeugel zo lang? (Dan kan je vanaf de kant de diepste delen van de sloot bereiken.) Wat gebeurd er als een sloot verstopt zit en wat gebeurd er dan met het vee en de gewassen? (Het vee wordt ziek en de gewassen rotten weg) Als er nog meer vragen aan de kantonnier zijn, kunnen die natuurlijk ook gesteld worden.
Veel molens samen konden een polder droog houden.
We gaan nu naar het ketelhuis.
3 Meteen om de hoek hangt een doorsnede van een dijk die is vergraven door een muskusrat.
De stoker: De stoker kan nu zijn beroep presenteren. Dat kan aan de hand van deze vragen:
De rattenvanger: De rattenvanger kan hier zijn beroep presenteren. Dat kan aan de hand van deze vragen: Rattenvanger, wat doet u precies? (De rattenvanger legt zijn beroep uit.) Waarom is uw beroep zo belangrijk? (De muskusratten maken de dijken stuk en dan is er overstromingsgevaar.) Bedenk waarom het een leuk beroep kan zijn en waarom het af en toe niet zo leuk is? (Leuk: je werkt lekker buiten. Niet leuk: je maakt dieren dood.) Als er nog meer vragen aan de rattenvanger zijn, kunnen die natuurlijk ook gesteld worden. In het ketelhuis stonden vroeger tien enorme stoomketels. Op de zwart-wit foto aan de muur zie je de deuren van de stoomketels. De drie stoommachines achter glas kan je in beweging zetten. Druk op het knopje en kijk wat er allemaal gaat bewegen. Kan je in de stoommachines de stoomketel, de cilinder en de zuiger, de balansarm en de waterpomp ontdekken? Welke van deze machines heeft een balansarm die op die van De Cruquius lijkt? (De stoommachine van Boulton en Watt. Deze heeft een stalen balansarm en de andere twee een houten.) Kan je hier nog een ketel ontdekken? (Nee, alleen een voorkant van een ketel.) Wie van jullie werkten in het ketelhuis? (De stoker en de kolensjouwer)
Stoomketels In de ketels werd vuur gestookt en zo werd er van water stoom gemaakt. Dat gaat als volgt: Voorin de ketel was het vuur en erachter het kokende water. De rook van het vuur (die erg heet is) ging in buizen door het water naar achteren. Zo werd het water kokend heet. De stoom ging bovenaan de ketel uit en ging door een buis naar de stoommachine. De rook ging achteraan de ketel uit richting de schoorsteen.
Stoker, wat doet u precies? (De stoker legt zijn beroep uit) Wat heb je nodig om stoom te maken? (Water en vuur) Wat mag de stoker absoluut niet laten gebeuren? (De ketel droog laten koken, want dan is de ketel niet meer te gebruiken.) Doe met de schep voor hoe je de kolen in de ketel kreeg. (Bedenk goed dat je niet te dicht bij de ketel kon staan, omdat dat vreselijk heet is)
De kolensjouwer: De kolensjouwer kan nu zijn beroep presenteren. Dat kan aan de hand van deze vragen: Kolensjouwer, wat doet u precies? (De kolensjouwer legt zijn beroep uit) Kwam de kolensjouwer door de museumingang naar binnen? (Nee, er was voor iedere ketel een deur naar de ringvaart. Deze deuren kan je in de molenzaal nog zien.)
De kolensjouwer en de stoker: Hadden jullie nette kleren aan? (Nee, van kolen wordt je erg vies.) Wat is steenkool? (Steenkool is een brandstof en bestaat uit samengeperste planten. Het is al heel oud; ouder dan de dino’s.) Maak het rechter deurtje van de ketel open. Als je wilt mag je een steenkooltje vastpakken. Kijk uit, je krijgt er zwarte handen van! Als er nog meer vragen aan de stoker en de kolensjouwer zijn, kunnen die natuurlijk ook gesteld worden.
We gaan nu naar de waterkaart van Nederland
4 Waterkaart van Nederland Loop voorbij het ketelfront links het trappetje op. Bekijk vanaf het ‘podium’ de waterkaart van Nederland. Nederland kan niet zonder dijken. De grens tussen het lichtgroene deel, ‘Laag Nederland’ en het donkergroene deel, ‘hoog Nederland’ is 0 meter NAP. Om de beurt kan je hier zien wat er gebeurd bij laag water, hoog water, stormvloed en wat er gebeurt als er geen dijken zouden zijn. Welke kleur hebben de duinen en de dijken? (geel en bruin) Zoek op de kaart je eigen woonplaats. Ligt dat in hoog of in laag Nederland? Wat gebeurt daar wanneer er geen dijken zouden zijn?
De doorloopruimte is de verbinding tussen het ketelhuis en de machinekamer. Vroeger liep er over een van de stoomketels in het ketelhuis een brug met ladders die beide ruimtes verbond. In deze ruimte is een rode ronde muur: heeft iemand een idee wat dit is? (De schoorsteen van De Cruquius.) Wat werd er door de schoorsteen afgevoerd? (De rook die van het vuur in de ketels kwam; let op: dus geen stoom!) Als je door het raam kijkt zie je het theehuis. Daar woonde vroeger de opzichter met zijn gezin.
Wat is NAP? NAP staat voor Normaal Amsterdams Peil. De zee heeft laag water (eb) en hoog water (vloed). NAP is de hoogte van het water daar precies tussen in (0 meter). Vanaf die 0 meten we de hoogte van heuvels, bergen en ook het waterpeil van bijv. sloten. Met negatieve getallen geven we de 'hoogte' aan van onder de zeespiegel gelegen gebieden, zoals polders. In het midden van de zaal staat een lichtgevende zuil met een meetlat: dit is een peilschaal. Een peilschaal geeft aan hoe hoog het water staat ten opzichte van NAP.
Hoe hoog staat het water bij stormvloed? (ongeveer 4m + NAP ) Kijk als je thuis of op school bent maar eens op de website www.AHN.nl. Op deze site kan je je postcode intoetsen en zie je hoe hoog jou huis staat t.o.v. NAP.
We gaan nu richting de machinekamer naar de doorloopruimte
De opzichter De opzichter kan nu zijn beroep presenteren. Dat kan aan de hand van de vragen: Opzichter, wat doet u precies? (De opzichter legt zijn beroep uit.) Het is belangrijk dat de stoommachine goed blijft werken. Dat kan alleen als de mensen goed hun werk doen. Het is uw taak om daarop te letten. Met welk probleem had u vaak te maken? (dronken werknemers) Uw woning ‘het theehuis’ is een keer verplaatst en kijkt daardoor nu met het terras uit op de ringvaart. Maar toen u er in woonde had u uitzicht op wat anders: wat was dat? De opzichter keek, hoe kan het ook anders, uit op het gemaal De Cruquius! Als er nog meer vragen aan de opzichter zijn, kunnen die natuurlijk ook gesteld worden.
We gaan nu naar de machinekamer
5 In de machinekamer staat de stoommachine van De Cruquius. Het is de grootste stoommachine van de wereld.
Ga op zoek naar een oude foto waarop een man te zien is die in een grote buis staat. De buis die jullie hier zien is een cilinder. Op de foto ligt de cilinder op zijn kant. Het lijkt op een enorme wc-rol. Kan je de cilinder van De Cruquius vinden? (De cilinder staat onder de grond in het midden van de machinekamer. Je kan hier alleen het deksel zien. Door het gat in het deksel van de cilinder kan je zien dat de cilinder zich onder de houten vloer bevindt.)
De stoommachine De stoom van de ketels kwam onderin de cilinder. De stoom duwde de zuiger in de cilinder omhoog. Hierdoor gaat de gewichtsbak met daaraan de balansarmen bewegen. Buiten zitten waterpompen vast aan deze armen. Deze bewegen ook op en neer en pompen water omhoog.
De olieman: De olieman kan hier zijn beroep presenteren. Dat kan aan de hand van deze vragen: Olieman, wat doet u precies? (De olieman legt zijn beroep uit.) Waarom is het belangrijk dat de machine wordt geolied? (Anders loopt de machine vast en kan het gemaal niet pompen.) Welke dingen hebben met uw beroep te maken? (De lekbakken onder de gewichtsbak en de oliekannen op de deksel van de cilinder)
De machinist zat op de groene bank achter de bediening van de stoommachine; het kloswerk. Deze bank wordt ook ‘de troon’ genoemd.
De machinist: De machinist kan hier zijn beroep presenteren. Dat kan aan de hand van deze vragen:
Kunnen jullie de verschillende onderdelen van de stoommachine (gewichtsbak, balansarmen en waterpompen) vinden? Wie van jullie werkten in de machinekamer? (de olieman en de machinist)
gewichtsbak olielekbakken zuigerslang
Machinist, wat doet u precies? (De machinist legt zijn beroep uit.) Welk alarm gaat er af als de zuiger te hoog kwam? (De bel boven in de machine kamer werd dan geraakt door de gewichtsbak.) En hoe kan u dan de machine zo snel mogelijk stil zetten? (Met de handgreep op de grond voor de groene bank.) Als er nog meer vragen aan de olieman en de machinist zijn, kunnen die natuurlijk ook gesteld worden.
Met een medewerker van het museum kan de machinist de grote machine van de Cruquius in beweging zetten. Pas dan kunnen jullie goed zien hoe de machine echt werkt en wat er allemaal gaat bewegen!
oliekan
deksel van de cilinder
Leg aan het einde van het rollenspel de kleren weer netjes in de verkleedkist. Bedankt!