Rotterdamse Rotterdamse Mobiliteitsagenda Mobiliteitsagenda 2015-2018 2015-2018 Voor een aantrekkelijk, gezond en bereikbaar Rotterdam
Inhoud Inhoud Voorwoord Voorwoord
55
11 Inleiding Inleiding
77
22
De De nieuwe nieuwe uitdagingen uitdagingen
99
2.1 2.1 Trends Trends en en ontwikkelingen ontwikkelingen
99
2.2 2.2 Rotterdamse Rotterdamse Mobiliteitsuitdagingen Mobiliteitsuitdagingen
15 15
2.3 2.3 Collegeprogramma Collegeprogramma 2014 2014 -- 2018 2018
18 18
De De Rotterdamse Rotterdamse Mobiliteitsagenda Mobiliteitsagenda 2015 2015 -- 2018 2018
21 21
33
Bijlagen Bijlagen
33 33
Rotterdamse mobiliteitsagenda Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018 2015-2018
33
Voorwoord Hierbij bied ik u, namens het college van Rotterdam, de Rotterdamse Mobiliteitsagenda 2015-2018 (RMA) aan. Hiermee schetsen wij hoe wij om willen gaan met de mobiliteit in stad en regio, niet alleen voor deze collegeperiode, maar ook voor de langere termijn. In de afgelopen jaren is hard gewerkt aan het verbeteren van de mobiliteit in Rotterdam en de Rotterdamse regio. Niet omdat mobiliteit een doel op zichzelf is, maar omdat het een voorwaarde is voor een gezonde, veerkrachtige stad met een sterke economie. Er ligt een solide fundament, maar het huis is toe aan een grondige renovatie. Daarom zet dit college in op verschoning van het autoverkeer voor een betere luchtkwaliteit, meer groen in de buitenruimte en geven wij ruimbaan aan voetganger, fietser en het openbaar vervoer. Medio december 2014 hebben wij daarom een concept van de RMA vrijgegeven voor consultatie; de resultaten daarvan zijn in deze definitieve versie verwerkt. Een belangrijk deel van de opmerkingen had betrekking op de deeluitwerkingen, te weten het fietsplan, het parkeerplan, het stedelijk verkeersplan en het verkeersveiligheidsplan. Deze input zal dan ook in deze plannen terug te vinden zijn. Hetzelfde geldt voor het door de raadsfractie van de ChristenUnie-SGP opgestelde 10-puntenplan Mobiliteit. Namens het college dank ik iedereen voor de aangedragen meningen en ideeën over deze agenda. Met vriendelijke groet, Pex Langenberg, Wethouder Haven, Mobiliteit en Duurzaamheid
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
5
1 Inleiding Rotterdam is een ondernemende stad. Een stad met ongekende mogelijkheden en vele uitdagingen. Het Rotterdams bestuur werkt aan een innovatief, groen en bereikbaar Rotterdam. Waarbij een sterke economie en een aantrekkelijk woon- en verblijfsklimaat centraal staan. Efficiënte en duurzame mobiliteit is een speerpunt van dit college. We willen meer fietsen, een schoner wagenpark en beter openbaar vervoer. Het college realiseert zich, dat de wereld om ons heen snel verandert. Geld is schaarser en dient efficiënter te worden ingezet. De rol van de gemeente verandert en we zoeken bewust naar samenwerking met burgers en ondernemers. Het creëren van een breed draadvlak is daarbij essentieel. De afgelopen periode is er al veel gerealiseerd, zoals de oprichting van de Verkeersonderneming en het uitrollen van de Citylounge in onze binnenstad. De ontwikkelingen in de mobiliteitswereld staan niet stil. Keuzevrijheid staat voor de hedendaagse reiziger voorop. Het autodelen manifesteert zich in verschillende vormen; een goede zaak, want meer autodelers betekent minder auto’s op straat en een bewuster autogebruik. Moderne innovatieve ondernemers maken Rotterdammer gericht vervoer voor een groter publiek toegankelijk.
“Bij
conflicterende wegsituaties tussen fiets- en autoverkeer zou steeds het belang van de fietser voorop moeten staan en niet dat van de automobilist.” - Gebiedscommissie Hillegersberg-Schiebroek
De Rotterdamse Mobiliteitsagenda is samengesteld om in te spelen op hedendaagse en toekomstige ontwikkelingen en de wensen van nu. In het document wordt uitgegaan van twee basisprincipes: het beter benutten van het bestaande netwerk en het waarborgen van een duurzaam netwerk op de langere termijn. Het college zet deze collegeperiode fors in op: • Meer groen – minder blik. We leggen groene looproutes door de stad aan. De automobilist is weer te gast in de stad en parkeert zijn auto in een parkeergarage. • We creëren een autoluwere binnenstad. Dit komt ten goede aan de luchtkwaliteit, verkeersveiligheid en verblijfskwaliteit. • De fiets centraal. Fietsen wordt gestimuleerd. Er komen meer en betere fietspaden en het wordt makkelijker en veiliger om je fiets te stallen. • Innovatie voorop! We moedigen innovatieve ondernemers actief aan te investeren in duurzame mobiliteit waarbij autogebruik in plaats van autobezit de focus is. • Rotterdam beter en sneller bereikbaar door de aanleg van de A4, A13-16 en Blankenburgtunnel. Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
7
• We geven het openbaar vervoer een extra impuls door voor- en natransport beter te laten aansluiten op bestaande netwerken. Met de Rotterdamse Mobiliteitsagenda schetst het college hoe het wil omgaan met de mobiliteit in de stad en regio. Gekozen is voor het opstellen van een mobiliteitsagenda, omdat er in de uitwerking maximale ruimte geboden wordt voor co-productie en participatie van betrokkenen en deskundigen, waaronder ook de gebiedscommissies. Deze uitwerking gebeurt langs twee sporen: In de periode tot en met het derde kwartaal van 2015 ontwikkelen we vier concrete deelplannen in onderlinge samenhang: het verkeersveiligheidplan, parkeerplan, fietsplan en het stedelijk verkeersplan. De Rotterdamse Mobiliteitsagenda beperkt zich tot het beleid op hoofdlijnen. In de deelplannen gaan we naast een nadere uitwerking ook in op gebiedsspecifieke thema’s en kwesties. Ook nemen we bij deze uitwerkingen van de mobiliteitsagenda de suggesties uit het 10-puntenplan Mobiliteit van de raadsfractie van de ChristenUnie-SGP verder mee.
“Het
netwerk R10 (gefaciliteerd door de Verkeersonderneming) heeft per slot een programma waarin duurzame mobiliteit bij werkgevers gestimuleerd wordt en waar u op kan aanhaken. We zien in de agenda nadrukkelijk dat duurzaamheid belangrijk is, hetgeen we ook zeer ondersteunen. We zouden graag zien alle partijen daaraan bijdragen (niet alleen de logistieke sector) en dat de bereikbaarheid niet naar de achtergrond verdwijnt.” - VNO/NCW mede namens R10, Deltalinqs, MKB Rotterdam, Erasmus MC, Rabobank, EVO, TLN
Daarnaast gaan we in samenspraak met betrokkenen, initiatiefnemers, al dan niet via co-creatie en allianties concreet aan de slag. Het organiseren van nieuwe, verrassende netwerken via de mobiliteitsarena is daarvan een voorbeeld en blijft een doorlopend proces. Wij zien de mobiliteitsagenda per saldo als een belangrijk startpunt, dat mede is gebaseerd op een consultatie over de koers die we willen varen op het gebied van mobiliteit. We hebben op die manier onze ideeën en voornemens getoetst en op een aantal punten aangescherpt. Zo’n gedeelde visie en koers is het halve werk. Op die manier hebben we ervoor gezorgd dat het kader voor de Rotterdamse mobiliteit van de toekomst is geformuleerd. Maar uiteraard blijven we het gesprek daarover voeren met partners en betrokkenen in de komende jaren.
8
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
2 Nieuwe uitdagingen 2.1 Trends en ontwikkelingen
Een aantal trends en ontwikkelingen in de samenleving is wezenlijk van invloed op de mobiliteit en de bereikbaarheid; bijvoorbeeld op de manier waarop mensen zich verplaatsen, op het gebruik van de verkeersnetwerken en op de rol en aanpak van de gemeentelijke overheid. De voornaamste trends en ontwikkelingen zijn hierna kort beschreven. Steden groeien Terwijl de bevolkingsgroei afneemt, neemt de trek naar de stad de komende decennia toe: de steden groeien. Niet overal in Nederland, maar in de grootstedelijke agglomeraties, waaronder de Metropoolregio Rotterdam Den Haag: 30 à 40% van de bevolkingsgroei in Nederland vindt plaats in de vier grote steden (de G4). De grootstedelijke dynamiek vormt de motor van de landelijke economie. Het draait met andere woorden economisch gezien om de steden en de stedelijke regio’s. Deze ontwikkeling stelt hoge eisen aan de kwaliteit van leven in de stad, aan de openbare ruimtekwaliteit en aan de wijze waarop bereikbaarheid wordt georganiseerd. Dat zijn belangrijke overwegingspunten voor mensen en ondernemingen om te kiezen voor de vestiging in een stedelijke regio. De afgelopen jaren is ondanks de economische crisis met succes door verschillende partijen geïnvesteerd in het versterken van de bestaande stad: verdichting, meer kwaliteit, behouden van midden- en hoge inkomens, vergroening, verduurzaming en de sociaal-economische verbetering van Rotterdam Zuid. Daarin zijn belangrijke stappen
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
9
gezet. De verhoogde aantrekkelijkheid van Rotterdam blijkt ook uit de bevolkingsgroei. In 2014 zijn er 6.700 Rotterdammers bij gekomen. De verwachting is dat deze trend doorzet. Door deze ontwikkelingen op de goede plekken te faciliteren kan Rotterdam nog aantrekkelijker worden en de quality of life vergroten. TNO heeft onderzocht dat een verdichting van de binnenstad met 30.000 inwoners leidt tot een toename met eenzelfde orde grootte aan arbeidsplaatsen.
“In
onze ogen zou de nieuwe wijk Park16Hoven zich goed lenen voor een experiment met innovatieve vormen van last-mile-transport. Wij bevelen aan om het uitvoeren van een dergelijk experiment met deze wijk uit te voeren.” - Gebiedscommissie Overschie
Een verdere stedelijke intensivering van Rotterdam draagt ook structureel bij aan de verduurzaming van de Rotterdamse mobiliteit: De stedeling heeft in vergelijking met bewoners in de regio en op het platteland een relatief groot bereik van voorzieningen, maakt minder verplaatsingskilometers en doet dat meer met het openbaar vervoer, de fiets of te voet. De stedeling gebruikt dus aanzienlijk minder de auto. Daarnaast wijzen onderzoeken uit dat de bezoekers die te voet, met de fiets en het openbaar vervoer komen, gezamenlijk fors meer uitgeven dan bezoekers met de auto (o.a. onderzoek EUR-Meent).
10
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Tegelijkertijd leidt de groei van de stad in inwoners, arbeidsplaatsen en bezoekers ontegenzeggelijk tot toename van de stedelijke mobiliteit en druk op de infrastructuur. Daarmee ziet de stad zich gesteld voor nieuwe opgaven op het gebied van mobiliteit en de openbare ruimte. Bijvoorbeeld in kansrijke wijken. Daar ligt de focus op het voldoen aan de behoefte van flexibeler gebruik en het kindvriendelijker maken van de openbare ruimte. Daarnaast is ‘het beter benutten’ van de bestaande infrastructuur belangrijk. Met speciale aandacht voor het verbeteren van het overstappen en belevingswaarde van multimodale vervoersknooppunten. Op die wijze waarborgen we een betrouwbare doorstroming en aansluiting van de verschillende vervoerswijzen. Bovendien bevordert dat een structurele gedragsbeïnvloeding naar meer duurzame mobiliteit.
Toenemende individualisering van mobiliteit De hedendaagse mobilist heeft een toenemende behoefte aan flexibiliteit. Deze wil zelf individuele keuzes kunnen maken binnen het brede scala aan mogelijke vervoersmogelijkheden. Daarbij zijn specifieke groepen met eigen voorkeuren en mobiliteitsbehoeften te onderscheiden. Bijvoorbeeld jongeren en gepensioneerden, maar ook de stedeling. Deze laatste -en dan met name de jongere- hoeft niet per se een auto te hebben, maar hecht wel aan de mogelijkheid er één te kunnen gebruiken als hij of zij daar behoefte aan heeft. De auto wordt door deze groep steeds minder gezien als een statussymbool, maar meer als een praktisch gebruiksvoorwerp. Nieuwe informatietechnologieën scheppen hierbij nieuwe kansen. Er ontstaat door slimme ICT- en automatiseringstoepassingen een steeds beter beeld van alle beschikbare vervoersmogelijkheden. Ook zijn er nieuwe mogelijkheden om de verkeersstromen te beïnvloeden (bijvoorbeeld via advisering in-Car). Marktpartijen spelen hier slim op in met een groeiend aanbod van zeer uiteenlopende commerciële mobiliteitsdiensten; bijvoorbeeld als ‘last mile’-aanvullingen op het openbaar vervoersnetwerk en autodeelsystemen als Greenwheels en Snapp-car. Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
11
De economische reset De economie is in transitie: nieuwe sectoren -en vooral!- nieuwe partijen vragen om andere afspraken, nieuwe verbindingen en om investeringen. Een combinatie van maatwerk en noodzakelijke maatregelen moet de toekomstige vestigingskwaliteit van de ontwikkellocaties waarborgen. Belangrijk zijn snelle en comfortabele verbindingen tussen de belangrijke werklocaties in het binnenstedelijk gebied en de regionale toplocaties. Rotterdam richt zich op een aantal specifieke economische clusters, aantrekkelijke doelgroepen en gebieden. De ontwikkeling van deze clusters (CleanTech, Maritiem, Medisch en Food) gekoppeld aan de dynamiek van de transitie van de economie, vraagt om flexibelere en nieuwe mobiliteitsconcepten voor bestaande locaties in de stad. Groei automobiliteit niet meer vanzelfsprekend; sterke groei fietsverkeer De groei van de automobiliteit in en om Rotterdam neemt af en lijkt de laatste jaren zelfs te stabiliseren. Het autoverkeer van en naar de binnenstad groeit al twintig jaar niet meer, het autoverkeer van en naar het gebied binnen de Ring vertoont de laatste 10 jaar hetzelfde beeld. Ook op het cordon om de regio lijkt de laatste paar jaar de groei eruit. Uit onderzoeken van onder meer het KIM (landelijk Kennisinstituut voor Mobiliteit) blijkt dat dit in lijn is met de ontwikkeling in andere stedelijke regio’s, zowel nationaal en internationaal. In het algemeen leidt een aantrekkende economie tot een groei van de mobiliteit. Echter, de vraag is reëel in hoeverre dat opgaat voor de automobiliteit, aangezien de trend van stabilisatie ruim voor de economische crisis is ingezet. In de recente rapportage “Mobiliteitsbeeld 2014” van het KIM, wordt landelijk voor de komende jaren een lichte toename van de automobiliteit verwacht, door de aantrekkende economie. Gezien het beeld van de afgelopen decennia in de Rotterdamse regio mag verwacht worden dat dit mogelijke effect in eerste instantie voelbaar is op het hoofdwegennet buiten de stad (het cordon om de stedelijke agglomeratie).
12
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Index ontwikkeling verkeer op kordons (1986 = 100) 180,00
160,00
140,00
120,00
Binnenkordon Ruitkordon Agglomeratiekordon
100,00
80,00
60,00
12
10
20
20
06
08
20
04
20
02
20
00
20
20
96
98
19
94
19
92
19
19
88
90
19
86
19
84
19
82
19
80
19
78
19
76
19
19
72
74
19
19
19
70
40,00
Index ontwikkeling verkeer op cordons (1986 = 100)
Het fietsverkeer is de afgelopen tien jaar in het stedelijk gebied van Rotterdam gegroeid met ruim zestig procent. Verder stijgt de populariteit van de elektrische fiets snel, met name op de langere regionale ritten.
80.000 70.000
intensiteiten
60.000
gem. w erkdag
50.000 40.000
zaterdag
30.000 zondag
20.000 10.000 0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
jaar
Ontwikkeling van het fietsverkeer binnen Rotterdam tussen 2000 en 2012
Het gebruik van het openbaar vervoer in de Rotterdamse regio blijft gemiddeld genomen nagenoeg stabiel. Er is een lichte daling in bus- en tramgebruik. Het metrogebruik leek te stabiliseren, maar recent is weer sprake van een opvallende groei. De introductie van RandstadRail in 2011, waarbij de Hofpleinlijn bij CS gekoppeld is aan het metronetwerk, is een succes gebleken.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
13
Indices ontwikkeling aantal reizigers OV (1974 = 100) 350,0
300,0
250,0
200,0
Bus - Tram Metro Totaal
150,0
100,0
50,0
20 12
20 10
20 08
20 06
20 04
20 02
20 00
19 98
19 96
19 94
19 92
19 90
19 88
19 86
19 84
19 82
19 80
19 78
19 76
19 74
0,0
Indices ontwikkeling aantal reizigers
Toenemende focus op schone mobiliteit In lijn met de toenemende aandacht voor verduurzaming van de mobiliteit neemt de focus van overheid en marktpartijen op “schone automobiliteit” snel toe. Dit bewustzijn lijkt alleen nog maar sterker te worden, ook in de samenleving bij burgers en burgerinitiatieven. De belangrijkste reden is dat het autoverkeer door de uitstoot van NOx en fijnstof substantieel bijdraagt aan de luchtvervuiling en ook geluidsoverlast veroorzaakt langs een aantal belangrijke hoofdwegen. Autoverkeer is per saldo dus niet goed voor de gezondheid. Meerdere partijen investeren in elektrisch rijden (inclusief de laadinfrastructuur) en in schone brandstoffen, het aandeel schone auto’s van het wagenpark stijgt gestaag, elektrisch goederentransport krijgt meer en meer ‘de ruimte’ in het stedelijk gebied en de populariteit van de elektrische fiets (tour-, bak-, racefiets) neemt toe. Zo ook in Rotterdam: er staan inmiddels rond de 1500 oplaadpunten voor elektrische auto’s in de stad. In onze ‘goederenvervoerregio’ wordt samen met betrokken marktpartijen veel energie gestoken in de verschoning van de Rotterdamse stadsdistributie.
14
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Deze ontwikkeling staat nog slechts aan het begin. Duidelijk is dat de impact op de mobiliteit en de openbare ruimte in het stedelijk gebied toeneemt. Zeker wanneer de link gelegd wordt met de individualisering van de mobiliteit. Rollen en verantwoordelijkheden veranderen De verhoudingen tussen de overheid, de markt en de burger veranderen snel. Burgers nemen steeds vaker het initiatief en bedrijven komen zelf met nieuwe mobiliteitsconcepten. In plaats van het in de markt zetten van ‘de oplossing’ wordt inmiddels ook, bijvoorbeeld bij Hart van Zuid, ‘de opgave’ vermarkt. Verkeer & Vervoer wordt meer en meer onderdeel van een integrale (gebieds-)opgave, zoals gebeurd is bij de aanpassingen van de Binnenweg en Hart van Zuid. Deze ontwikkelingen vragen om een overheid die helder is over haar strategische keuzes voor de langere termijn en die bereid is langjarig aan deze kaders vast te houden om zo houvast te bieden en synergie te borgen. En om een overheid bij wie samenwerking met, ruimte voor en faciliteren van burgers, bedrijven en instellingen centraal staan. Een overheid bovendien die stimuleert en belemmeringen wegneemt die de inventiviteit en het ondernemerschap van burgers in de weg staan. Consequentie van deze manier van werken is dat bestaande structuren, afspraken en regelgeving onder druk komen te staan of niet meer voldoen.
2.2 Rotterdamse Mobiliteitsuitdagingen
Naast de gesignaleerde trends en ontwikkelingen, constateren wij een aantal actuele problemen op het gebied van mobiliteit, de “Rotterdamse Mobiliteitsuitdagingen”. Fiets De groei van het fietsverkeer leidt tot drukke, soms overvolle routes en op een aantal locaties ontstaan de eerste fietsfiles. Zoals op de stedelijke as CoolsingelErasmusbrug- Wilhelminaplein Het aanbod van fietsparkeervoorzieningen is onvoldoende, met name in de binnenstad, in de stadswijken en bij openbaar vervoerhaltes. De groei van het gebruik van de elektrische fiets stelt nieuwe eisen aan stallingen. Luchtkwaliteit De in het collegeprogramma aangegeven prioriteit voor de luchtkwaliteit is nader uitgewerkt in de Koersnota “Luchtkwaliteit”. Daarin is een ambitie geformuleerd en een maatregelenpakket samengesteld dat de richting aangeeft waarin naar oplossingen
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
15
moet worden gezocht. Het gaat daarbij voor het overgrote deel om het terugdringen van de negatieve effecten van het autoverkeer. De belangrijkste aanknopingspunten zijn: • Het totale volume van het autoverkeer in de stad • Het autoverkeer op de luchtkwaliteitsknelpunten • De uitstoot van de auto zelf. De Rotterdamse economie De Rotterdamse economie ontwikkelt zich naar de next economy: een duurzame, biobased, circulaire economie. De uitdaging is om die transitie optimaal te faciliteren en het aanpassingsvermogen te versterken. Daarbij bouwen we voort op het economisch DNA van de regio: haven, logistiek, chemie, glastuinbouw, agro, industrie, deltatechnologie en ICT. De transitie vindt vooral plaats door het verbinden van de innovatiekracht van deze sectoren. Bij deze transitie hoort ook het doordenken van wat dat betekent voor de mobiliteit en voor een andere mobiliteitsmix. De uitdagingen zijn te vinden in: • Het versterken van de agglomeratiekracht op meerdere schaalniveaus (met name ook dat van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag) • Het versterken van de multimodale bereikbaarheid van bestaande ontwikkellocaties • Het ontwikkelen van meer gemengde stedelijke milieus, flexibiliteit in de winkelstraten en stedelijk grid.
“De
geschetste uitvoering van de RMA 2015-2018 zal de verkeersen vervoersstromen en de daaraan verbonden consequenties in de Rotterdamse stedelijke omgeving zeker verbeteren. Vraag is echter hoe toekomstvast nu het accent wordt gelegd op de “hardware”: het verbeteren van infrastructuur (routes en knooppunten) en OV voorzieningen. Het stimuleren van de “software” en de “orgware” is in onze ogen effectiever en toekomstbestendiger omdat de afhankelijkheid van langetermijninvesteringen minder dominant is. Het in de tijd flexibel gebruiken van voorzieningen maakt dat Rotterdam beter en slimmer kan inspelen op veranderende omstandigheden dan hardware die minstens een decennium mee moet gaan vanuit economisch perspectief.” - Clean Tech Delta
Ruimtelijke kwaliteit Ruimtelijke kwaliteit heeft alles te maken met de aantrekkelijkheid van het infrastructuurnetwerk in het gebruik, maar ook met de beleving van het netwerk vanuit de aangrenzende stedelijke omgeving. Goede voorbeelden van projecten waarbij
16
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
mobiliteit en ruimtelijke kwaliteit samengaan zijn het nieuwe Centraal Station, de Laan op Zuid, de Parklane (route Vierhavenstraat-Westzeedijk) en de Binnenweg. Rotterdam concurreert met andere steden op een breed scala aan vestigingsvoorwaarden en aantrekkelijke doelgroepen of dat nu bedrijven, bezoekers of bewoners zijn. Rotterdam onderscheidt zich ten opzichte van andere steden met multimodale bereikbaarheid van de economische centra. Dat moet maximaal benut worden. Met het oog op het toenemend belang van het creëren van ‘ontmoetingsruimten’ is het een belangrijke uitdaging om bij de grotere openbaar vervoerknooppunten de ruimtelijke en programmatische kwaliteit te versterken. Dit naast natuurlijk de beschikbaarheid van snelle verbindingen en een makkelijke multimodale overstap. Met Rotterdam CS als lichtend voorbeeld. Evenwichtig multimodaal vervoersnetwerk In het samenhangend wegennetwerk van stad en regio is in de huidige situatie sprake van een precair evenwicht. Er hoeft maar iets te gebeuren op de hoofdroutes (bijvoorbeeld de tunneltraverse of Van Brienenoordbrug) of de zaak staat vast en routes door wijken worden zwaar(der) belast. De kansen om in de toekomst de centrale routes in de stad te ontlasten zijn beperkt. In dat tijdsperspectief zijn met name ook de oeververbindingen een serieus aandachtspunt. Bij een voortgaande (binnen)stedelijke intensivering, komen met name de Erasmusbrug en de Van Brienenoordcorridor onder druk te staan. Daarnaast is er een grote maaswijdte in het openbaar vervoernetwerk over de rivier in het oostelijk deel. Daar zou een OV-verbinding ter plekke kunnen zorgen voor een evenwichtiger verdeling van de belasting op het netwerk. Dat geldt met name voor de ontlasting van de oostelijke tak van de metro tussen centrum en Kralingse Zoom. Tenslotte is ook de maaswijdte groot voor het rivierkruisend fietsverkeer in dit oostelijk deel. Vervoer over water is in het Rotterdamse een voor de hand liggende mogelijkheid om in meerdere opzichten een bijdrage te leveren in het tackelen van deze opgave (zowel als vervanger van korte autoritten, oversteek voor fietsverkeer en last-mile openbaar vervoer). Met andere woorden: het is belangrijk om op de langere termijn de toekomstvastheid van het vervoersnetwerk te garanderen op het gebied van bereikbaarheid en leefkwaliteit. Dat vraag om vergroting van de flexibiliteit en verkleining van de maaswijdte van het samenhangend vervoersnetwerk. Dat maakt ook een stap mogelijk naar de gewenste kwaliteitssprong van het openbaar vervoer op Zuid. Dit zien we als randvoorwaarde voor de sociaaleconomische ontwikkeling van Zuid en de ruimtelijke ontwikkelingen aan weerszijden van de Maas (onder andere Stadionpark en Stadshavens). Tenslotte
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
17
Naast de gesignaleerde trends, ontwikkelingen en uitdagingen zijn het toekomstperspectief voor de vervoersnetwerken een belangrijk uitgangspunt voor de mobiliteitsagenda. Dat geldt ook voor twee onderliggende structuurconcepten, zoals die zijn opgenomen in het vigerend beleid van VVPR 2003-2020 en Stadsvisie. Bovendien wordt voortgebouwd op de stedelijke structuur zoals die de afgelopen decennia is ontwikkeld. Bij het toekomstperspectief voor de vervoersnetwerken gaat het om een hoogwaardig vervoersnetwerk voor fiets, openbaar vervoer, auto en aantrekkelijke looproutes, met aantrekkelijke knooppunten voor overstap en als vestigingslocatie, en voldoende Park en Ride-voorzieningen bij openbaar vervoerhaltes in de periferie van de stad en de regio.
“Gezonde
en bereikbare stad: Met betrekking tot de luchtkwaliteit kunnen bij de bus nog wel verdere stappen worden gezet. Van onze kant willen we, ondanks het feit dat de concessie bus dit niet van ons vraagt, graag nagaan welke mogelijkheden er zijn om eerder dan 2019 een deel van de busvloot al te gaan vervangen door nieuwe bussen, zodat in de binnenstad van Rotterdam de uitstoot van NOx en stof kan worden verminderd.” - RET
De onderliggende structuurconcepten zijn ‘het stadsleefgebied in combinatie met het Bundelen en Ordenen van het autoverkeer op daartoe goed ingerichte routes’ en ‘de vervoerscorridor’. Bij het stadsleefgebied in combinatie met het bundelen, ordenen en inpassen van het autoverkeer gaat het om het toewerken naar grotere aaneengesloten (woon-)gebieden, waarbinnen alle dagelijkse voorzieningen (zoals buurtcentrum, basisschool en supermarkt) aanwezig zijn. Autoverkeer buiten de wijk rijdt op routes die dat uit oogpunt van leefbaarheid kunnen hebben.
18
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Het openbaar vervoer ontsluit zo’n gebied zoveel mogelijk centraal, het fietsnetwerk is dusdanig fijnmazig dat er zowel aan de rand als door het gebied heen goede routes zijn. Bij de vervoerscorridor gaat het om het scheppen van goede voorwaarden voor ‘ketenmobiliteit’, waardoor de automobilist gestimuleerd wordt gebruik te maken van het openbaar vervoer. Naast goede parkeervoorzieningen en een aantrekkelijke overstap op Randstadrail, metro en tramplus is ook de parkeertarifering aan dit concept gelinkt (verhoging tarief na passeren Park&Ride-knooppunt en wederom na Park&Walk).
2.3 Verkeer en Vervoer in het collegeprogramma 2015-2018
De centrale ambitie voor verkeer & vervoer in het collegeprogramma is te werken aan een gezond, innovatief, groen en bereikbaar Rotterdam. Mobiliteit is een van de randvoorwaarden voor zo’n veerkrachtige stad met een sterke economie. Verder is vernieuwing en innovatie in Rotterdam het leidende principe. Niet alleen inhoudelijk, maar ook als het gaat om de aanpak en om het bieden van ruimte voor en zoeken van samenwerking met ‘de Rotterdammer’. Het schoner maken van de lucht, de vergroening van de openbare ruimte en stimulering van het fietsgebruik hebben prioriteit, met oog voor een vernieuwing van het duurzaam stedelijk en regionaal verkeer en vervoerbeleid. In het werken aan een gezonde balans tussen de kwaliteit van de (auto-)-bereikbaarheid en de kwaliteit van de leefomgeving wordt een sterker accent gelegd op de verbetering van de luchtkwaliteit en de kwaliteit van de openbare ruimte. Mensen worden verleid om voor autoritten die zich daarvoor lenen de fiets, de tram of de metro te nemen en de auto te laten staan. Denk bijvoorbeeld aan korte autoritten: zo’n 30% van de autoritten is korter dan 5 km. Er wordt geïnvesteerd in fietspaden en fietsstallingen en ingezet op verruiming van de mogelijkheden om de fiets mee te nemen in het openbaar vervoer. Het streven is deze collegeperiode het fietsgebruik op de meetpunten rond de Binnenstad met 10% te laten groeien.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
19
Om het openbaar vervoergebruik te stimuleren wordt ingezet op een verbetering van de overstapkwaliteit, van de inrichting van de overstappunten en van de aansluiting met fiets en auto (meer OV-fietsen, ook bij metrostations en Park & Ride). Het streven is 2% groei van het openbaar vervoer deze collegeperiode. Bij het parkeren ligt de focus op verleiding tot intensiever gebruik van de parkeergarages, met name de Park & Walk garages rond de Binnenstad. In relatie daarmee wordt gekeken naar de tariefstelling en gewerkt aan het opheffen van parkeerplaatsen op straat. De ruimte die vrijkomt wordt benut voor een kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte, voor betere looproutes, wandelpromenade en meer terrassen. Om het functioneren van het hoofdwegennet op langere termijn te waarborgen wordt samen met rijk en regio verder gewerkt aan de voorbereiding van de aanleg van de Blankenburgverbinding en de A16/13.
“Verleid ‘nieuwe’ fietsers om in de stad te fietsen, speel in op gedrag. Richt je op (persoonlijke) motieven om te fietsen en neem weerstanden weg. Benadruk gewenst gedrag in campagnes en fysieke uitingen in de stad. Maak fietsen leuk en werk aan de Rotterdamse fietsbeleving.” - APPM/Goudappel Coffeng
Het schone (elektrisch) vervoer wordt gestimuleerd door extra laadpunten, door verder te werken aan verschoning van het eigen wagenpark (minimaal 25%), door met ondernemers afspraken te maken over maatregelen die bijdragen aan zero-emission in de stadsdistributie (‘Green Deal 010 Zero Emission Stadslogistiek’). Maar ook door mogelijke uitbreiding van de milieuzone en uitbreiding van de sloopregeling voor de meest vervuilende scooters aan de orde te stellen.
20
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
3 De Rotterdamse Mobiliteitsagenda De gesignaleerde trends en ontwikkelingen en de inzet, die is geformuleerd in het collegeprogramma 2014 - 2018, leiden tot nieuwe uitdagingen en vereisen een vernieuwing van de mobiliteitsaanpak. Met de Rotterdamse Mobiliteitsagenda geeft het college aan hoe we de komende vier jaar werken aan de invulling van de langere termijnambitie van een gezond, innovatief, groen, bereikbaar en verkeersveilig Rotterdam. Gekozen is voor het formuleren van een ‘agenda’, omdat er in de uitwerking maximale ruimte geboden wordt voor samenwerking, co-productie en participatie van betrokkenen en deskundigen, waaronder ook de gebiedscommissies. Mobiliteit is daarbij geen doel op zich, maar een randvoorwaarde voor zo’n gezonde, veerkrachtige stad met een sterke economie. Niet voor niets zijn de kwaliteit van leven en van de openbare ruimte in de stad belangrijke criteria voor mensen en bedrijven om te kiezen voor vestiging in een stedelijke regio. Dat geldt ook voor de wijze waarop de bereikbaarheid is georganiseerd en gegarandeerd. Een extra accent daarop is van groot belang voor versterking van de economische concurrentiekracht. Het mobiliteitsvraagstuk wordt dan ook benaderd in de context van wat ruimtelijk, economisch, sociaal en qua gezondheid goed is voor de stad. Ook wordt rekening gehouden met de uitwerking op de verschillende schaalniveaus (bijv. straat, stad, Metropoolregio en (inter-)nationaal). Niet alleen inhoudelijk, maar ook omdat dat mede de manier van samenwerking en participatie bepaalt. Voor het (boven)regionale schaalniveau wordt aangesloten bij de Strategische Bereikbaarheids Agenda MRDH, die in 2014 in het kader van de vorming van de MRDH is opgesteld. Rotterdam is betrokken bij de opstelling van deze agenda, de uitgangspunten en beleidsinzet zijn in lijn met de RMA. De uitdagingen en beleidsambities uit de RMA en de in ontwikkeling zijnde deelplannen worden verder ingebracht in de uitwerking van deze bereikbaarheidsagenda in de tweede helft van 2015. Eenzelfde insteek geldt voor het in dezelfde periode op te starten MIRTonderzoek Bereikbaarheid Rotterdam-Den Haag. Ook daarin worden de Rotterdamse uitdagingen en beleidsambities ingebracht.
“Wij zien uiteraard nog uitdagingen, zoals het verbeteren van de aansluiting van het openbaar vervoer op de diensten van medewerkers buiten de reguliere spitstijden (avond- en nachtdienst) en verhoging van de frequentie. Daarnaast vraag het Nieuwe Werken een ander aanbod van openbaar vervoer diensten.” - Erasmus MC
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
21
Bij het zoeken naar oplossingen voor het mobiliteitsvraagstuk in het Rotterdamse worden twee invalshoeken gekozen: • Het zo goed mogelijk benutten van het bestaande netwerk (incl. ‘basis op orde’) door verkeersregie, gedragsbeïnvloeding, verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte en het benutten van de kracht van de markt. Waar mogelijk wordt aangesloten bij het programma Beter Benutten; een programma waarin rijk, provincie, MRDH, gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf samenwerken. Het programma is gestart in 2010; op dit moment is een tweede fase (voor de periode 2015 tot 2018) in voorbereiding. • Het waarborgen van een duurzaam en robuust stedelijk en regionaal vervoersnetwerk op de langere termijn.
3.1 De RMA 2015-2018
Deze collegeperiode ligt de prioriteit op een betere luchtkwaliteit, de versterking van de economische gebiedsontwikkelingen, de verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte (inclusief vergroening van de infrastructuur) en stimulering van het fietsverkeer. Tegen deze achtergrond vormen de koersnota ‘luchtkwaliteit’ en het ‘Kader Stedelijke Ontwikkeling’, twee kaders voor de Mobiliteitsagenda. De koersnota bevat maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren, waaronder uitbreiding van de milieuzone. Het kader Stedelijke Ontwikkeling zet in op een aantal specifieke economische clusters, aantrekkelijke doelgroepen en gebieden. De langere termijn ambitie van de integrale mobiliteitsaanpak is gericht op een duurzaam toekomstbeeld, dat te karakteriseren is in een vijftal hoofdthema’s. Per thema is aangegeven waar de komende collegeperiode de focus op ligt: 1 Rotterdam: Gezonde en bereikbare stad Leidend is het werken aan een gezonde stad en daarmee de inzet om te zorgen dat de stad niet meer autoverkeer te verwerken krijgt dan ze aan kan. En dat vanuit een breed perspectief. Dus niet alleen in termen van bereikbaarheid en wegcapaciteit, maar met name ook van luchtkwaliteit, geluidhinder, gewenste ruimtelijke kwaliteit, oversteekbaarheid en verkeersruimte voor andere verkeersdeelnemers. De gezondheid van de Rotterdammer staat centraal. Met andere woorden, het infrastructurele netwerk wordt gezien als deel van de stedelijke openbare ruimte, waarbij de overlast wordt teruggedrongen en de ruimtelijke kwaliteit en de directe leefomgeving worden versterkt. Die beweging is mogelijk door het gebruik van te stimuleren van lopen, fietsen en openbaar vervoergebruik en tegelijkertijd het ‘oneigenlijke’ autogebruik te verminderen. Denk aan korte autoritten, waarvoor de fiets of lopen een uitstekend
22
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
alternatief is. Maar ook aan doorgaand autoverkeer door grote delen van de stad, waarvoor de Ring een prima alternatief is. Autoverkeer door woonwijken of de Binnenstad dat niet in het gebied moet zijn is ook een voorbeeld van oneigenlijk verkeer. Bij het autoverkeer zetten we in op een betrouwbare bereikbaarheid en goede vindbaarheid van de binnenstedelijke economische kernlocaties. Dit in combinatie met vermindering van korte autoritten, toename van het P&R-gebruik en aanpassing van de verkeerscirculatie. Bij de verkeerscirculatie gaat het om ‘de juiste auto op de juiste plek’. Meer concreet: • We onderzoeken de mogelijkheden om op (middel-)lange termijn de structuur en het gebruik van het hoofdwegennetwerk van stedelijke hoofdroutes en de Ring te optimaliseren. Dat komt voort uit de behoefte aan leefbaarheid (luchtkwaliteit, geluid, kwaliteit openbare ruimte, verkeersveiligheid) en bereikbaarheid. Daarbij speelt nadrukkelijk mee dat de druk op de oeververbindingen bij een verdere stedelijke intensivering de komende jaren toeneemt. • Continuering van de inzet op verkeersregie in de sfeer van incident- en dynamisch verkeersmanagement (via verkeersmarinier, verkeerscentrale en regionale samenwerking). • We kijken naar de effecten van een nieuwe (multimodale) oeververbinding en naar de mogelijkheden om de druk op de Coolsingel en de ’s-Gravendijkwal te verminderen.
“Stel verkeerslichten zo af dat de veiligheid bij oversteken wordt gewaarborgd.” - VGR
Verder wordt ingezet op de verschoning van het verkeer in de stad (in termen van fijn stof, roet en NO2): • Een extra verschoning van het eigen wagenpark (met minimaal 25%), • Uitbreiding van het areaal aan elektrische (snel-)laadpalen • Bevordering van het gebruik van schone brandstoffen; bijv. door bij de vernieuwing van de busconcessie in te zetten op 0-emissievervoer, bijvoorbeeld door de “Green Deal zero-emission stadslogistiek”, bijv. door uitbreiding van de milieuzone. • Eerder is de beleidsinzet op schoon rijden voortgekomen uit de collegevisie op Duurzame Mobiliteit van 2008. Deze visie wordt geactualiseerd. De belangrijkste aanleidingen zijn de ervaringen met elektrisch rijden de afgelopen jaren, de (snelle) ontwikkelingen en nieuwe inzichten rond schoon rijden en de mede in dat licht zeer recent ontwikkelde brandstofvisie van het rijk. De positie van het openbaar vervoer in stad en regio wordt in samenwerking met de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag versterkt door: • Beter voor- en natransport te bieden van en naar de openbaar vervoerhalten (‘first- en last mile’) evenals het verbeteren van de toegankelijkheid voor fietsers en voetgangers van de stationsomgevingen. • Het versterken en upgraden van grotere OV knooppunten zoals Blaak en Alexander. • De Hoekse Lijn te koppelen aan het metronetwerk bij Schiedam-Centrum. • Extra prioriteit voor OV in de verkeersregelingen waarbij een kwaliteitsimpuls op reistijdverkorting is gericht.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
23
2 Rotterdam: “Binnenstad citylounge, de auto te gast” In de binnenstad staat het lopen, fietsen en gebruik van het openbaar vervoer centraal; autoverkeer is geen doorgaand verkeer, maar heeft zijn bestemming in het gebied (als bewoner, voor bevoorrading van winkels, als bezoeker op zoek naar een parkeerplek in een parkeergarage) en is te gast. Het verblijfsklimaat in de binnenstad wordt versterkt door: • Het verminderen van straatparkeren om het aangenaam verblijf in de openbare ruimte te versterken door “groene” looproutes, meer terrassen en fietsparkeerplaatsen te creëren. • Vermindering van het straatparkeren in combinatie met een betere benutting van de parkeerfaciliteiten in de Park & Walk-garages. • Het aanbieden van alternatieven voor het doorgaande (auto-)-verkeer door de Binnenstad, waardoor het gebied per saldo autoluwer wordt. In dat kader is het de vraag of de Coolsingel een 2x 2 strooksweg moet blijven. • Experimenten om de mogelijkheid te bieden gedurende bepaalde tijden (winkel-) straten met veel vertier autovrij te maken. Denk bijvoorbeeld aan de Meent of de Witte de Withstraat. 3 Rotterdam: Fietsstad van de toekomst De komende collegeperiode ligt de focus op het versterken van de Rotterdamse fietscultuur en stimulering van het fietsgebruik in stad en regio: “de fiets de nieuwe heilige koe van Rotterdam”. Daartoe wordt ingezet op een breed pakket aan maatregelen. De belangrijkste zijn: • Vergroting van het aantal fietsenstallingen en fietsparkeerplekken, met name in de binnenstad en bij openbaar vervoerhaltes. Daarbij wordt specifiek ook aandacht gegeven aan de elektrische fiets. In het kader van een mogelijke reconstructie van de Coolsingel onderzoeken we de mogelijkheid voor een fietsenstalling á la die bij Rotterdam CS. • Verbetering van de stallingsvoorzieningen voor de fiets in de oude stadswijken op Noord en Zuid. • Uitbreiding van het aanbod van ‘de OV-fiets’, met name bij niet NS-stations. Ook wordt het gemakkelijker om de fiets mee te nemen in het openbaar vervoer. • Een kwaliteitsverbetering van het fietsnetwerk door vergroting van de fijnmazigheid en doordringbaarheid van de binnenstad en de aanpak van ontbrekende schakels en slechte fietspaden. • Snelfietsroutes in alle regionale windrichtingen en voldoende capaciteit en prioriteit in de verkeersregeling op kruispunten in belangrijke fietsroutes • De fiets wordt een expliciet aandachtspunt binnen gebiedsontwikkelingen; de invoering van een fietsparkeernorm voor gebouwde voorzieningen wordt onderzocht. • Een op deze brede aanpak toegesneden marketing. 24
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
4 Rotterdam: Marktplaats voor mobiliteitsinnovatie en samenwerking Iedere kans op innovatie, co-productie en op samenwerking wordt verwelkomd. We bieden ruimte aan bewoners, marktpartijen en kennisinstellingen om eigen of gezamenlijk initiatief te nemen. Een aantal voorbeelden in dit opzicht: • Als het gaat om het reisgedrag op de schaal van de stad en de regio wordt gekozen voor een structurele inzet van de Markplaats voor Mobiliteit, zoals die is ontwikkeld door de Verkeersonderneming. Daarbij worden marktpartijen uitgedaagd tot het aanbieden van innovatieve, duurzame vervoersdiensten om het reisgedrag en met name het lopen, fietsen en het reizen met het OV te stimuleren. Hierdoor verbetert voor verschillende doelgroepen in de stad de bereikbaarheid van arbeidsplaatsen en voorzieningen. • Op het vlak van de stedelijke distributie faciliteren we marktpartijen om duurzaam te innoveren. Het areaal van vrachtwagens en bestelauto’s in de stad vormt ongeveer een kwart van het totale autoverkeer en de bijdrage aan de emissie is nog hoger. In de eerdergenoemde “Green Deal” gaat het daarbij niet alleen om nieuwe voertuig- en oplaadtechnieken, ook wordt gekeken naar het opschalen van duurzame logistieke concepten, het verbeteren van het chauffeursgedrag en naar regulering en stimulering. • Als het bijvoorbeeld gaat om de inrichting van een woonstraat of om initiatieven gericht op vermindering van de korte autoritten, bieden we ruimte voor een grote rol voor bewoners. Goede voorbeelden zijn te vinden in Gent en Malmö. • Het bieden van ruimte en faciliteiten voor (markt-)-initiatieven als autodeelsystemen, vervoer over water en ITS-ontwikkelingen (waaronder zelfrijdende auto’s). Onze inzet op innovatie in inhoud en samenwerking betekent ook dat er ruimte moet zijn voor experimenten. In de vorm van pilots en tijdelijke maatregelen kijken we of ideeën werken en wat de effecten zijn.
Gent
Malmö
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
25
5 Rotterdam: Bereikbaarheidskwaliteit motor voor ruimtelijk-economische ontwikkeling Economie is de motor voor Rotterdam. Stad en regio creëren de randvoorwaarden voor een stevige rol in de voor de economie relevante factoren leefklimaat (woningen, voorzieningen, groen, gezond (leef)milieu, veiligheid etc.) en vestigingsklimaat (bereikbaarheid, concentratie van bedrijven en kennis, etc). De kwaliteit van de bereikbaarheid is daarbij een cruciale factor voor de verdere ruimtelijk-economische ontwikkeling. Grotere gebiedsontwikkelingen en gerichte netwerkversterkingen zijn twee kanten van dezelfde medaille; deze versterkingen zijn veelal randvoorwaardelijk voor de ontwikkelkansen. Om de ontwikkelpotentie van de gebiedsontwikkelingen te vergroten worden marktpartijen uitgenodigd om mee te werken aan integrale planontwikkelings- en financieringsstrategieën. Een op de maat van doelgroepen en gebruikers toegesneden mobiliteitsprofiel kan de ingezette transitie van bestaande gebieden ondersteunen en versnellen. Daarmee is het ook mogelijk om investerend vermogen, onderscheidend vermogen en waardecreatie aan deze gebieden te binden. Een mooi voorbeeld daarvan is Merwe- Vierhavens. Dat transformeert nu al van een havengebied naar een locatie waar creatieve (ICT) en nieuwe maakbedrijven een plek vinden. Dit vraagt ook een andere mobiliteitsmix, met meer ruimte voor langzaam verkeer en een betere ontsluiting door het openbaar vervoer. Het bovenregionale infrastructuurnetwerk vormt een uitstekend fundament voor een verdere ruimtelijk-economische ontwikkeling. Het Centraal Station geeft de Rotterdamse regio aansluiting van allure op het internationale TEN-netwerk richting Schiphol en steden als Brussel, Parijs en Londen. De (inter-)nationale bereikbaarheid op de langere termijn van stad en (lucht)haven over de weg wordt gewaarborgd door aanleg van de A4, de A13-16 en de Blankenburgtunnel. Om de robuustheid van het totale netwerk te borgen staat een aantal maatregelen op onze (middel-)lange termijn-agenda: • De Calandspoorbrug, dit is een knelpunt op middellange termijn in de goederenspoorlijn. • De HST-oost als hogesnelheidstrein richting Duitsland. • Capaciteitsuitbreiding door het viersporig maken van de spoorverbinding tussen Schiedam en Delft. • Verbetering van de openbaar vervoersontsluiting van de luchthaven. • Een nieuwe multimodale oeververbinding om de toekomstvastheid van het stedelijk en regionaal vervoersnetwerk te garanderen waar het gaat om bereikbaarheid en leefkwaliteit.
26
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
3.2 Vier uitvoeringsgerichte deelplannen
De RMA vormt het kader voor vier deeluitwerkingen die de belangrijkste mobiliteitsthema’s vormen in het collegeprogramma: het stedelijk verkeersplan,
“Fiets: Ga het gesprek aan met de taxibranche en organiseer een pilot voor
taxi’s met een fietsendrager, geheel naar Kopenhagens voorbeeld. Parkeren: Experiementeer met een meer flexibelere parkeervergunning voor huishoudens die met elkaar een auto willen delen. Openbaar vervoer: Introduceer kiss & ride bij drukke metrostations in de periferie, te beginnen bij de Kralingse Zoom en Marconiplein waar dit nog niet op een veilige manier kan. Rotterdamse infrastructuur: Investeer in vervoer over water, te beginnen et een nieuwe veerverbinding (voor fietsers en voetgangers) Charlois-Katendrecht.” - ChristenUnie-SGP parkeerplan, verkeersveiligheidsplan en het fietsplan. De in de RMA aangegeven ambities, uitgangspunten en (beleids-)prioriteiten worden in deze deelplannen in onderlinge samenhang nader uitgewerkt. Daarbij is maximale ruimte voor co-productie en participatie van betrokkenen en deskundigen (inclusief de gebiedscommissies). De deelplannen zijn ook de plek waar gebiedsspecifieke thema’s en kwesties aan de orde komen. Het stedelijk verkeersplan Het stedelijk verkeersplan richt zich op het verkeer en vervoersnetwerk in Rotterdam. Doel is het verzekeren van de multimodale bereikbaarheid. Dat is nodig voor het goed functioneren van de belangrijke economische centra en ontwikkellocaties binnen de Rotterdamse regio. Evenals voor een goed leefklimaat in de stad. Een belangrijk aspect is meer balans in bereikbaarheid en verblijfsklimaat, vooral in de binnenstad. Het stedelijk verkeersplan legt de nadruk op de samenhang tussen de verschillende infrastructurele netwerken van de fiets, de auto en het openbaar vervoer. Mogelijke keuzen in deze infrastructurele netwerken worden vanuit de thema’s gezondheid, ruimtelijke kwaliteit en economie uitgewerkt. De inzet in het stedelijk verkeersplan zal door Rotterdam ook worden ingebracht in de strategische Bereikbaarheidsagenda, die door de MRDH wordt voorbereid en in het binnenkort samen met het Rijk en de regio op starten MIRT-onderzoek “Bereikbaarheid Rotterdam-Den Haag”. Op die wijze wordt invulling gegeven aan
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
27
de door de ChristenUnie-SGP gevraagde regierol van de gemeente. Bij het autoverkeer gaat het om de verkeerscirculatie op het hoofdwegennet in de Rotterdamse regio. Het doel is in het gebied binnen de Ring te komen tot een evenwichtiger balans tussen: • De doorstroming en de kwaliteit van de leefomgeving (luchtkwaliteit, geluidhinder, openbare ruimtekwaliteit). Zo gaan wij op aangeven van de ChristenUnie-SGP het gesprek aan met het Rijk over het omvormen van de A13 bij Overschie tot een groene boulevard, na realisatie van de A13/A16. • Het optimaal benutten van het wegennetwerk en het bieden van voldoende
“In algemene zin adviseren we u na te gaan in hoeverre regeling van de verkeerslichten beter op elkaar kan worden afgestemd. Een betere doorstroming van verkeer voorkomt onnodige uitstoot van CO2. Wij vragen u aandacht om bij de uitwerking daadwerkelijk oog te hebben voor de gebieden. Waar er in de RMA een accent wordt gelegd, gaat het op dit moment vrijwel uitsluitend om de binnenstad.” - Gebiedscommissie Charlois flexibiliteit. Met name om verstoringen, incidenten te kunnen opvangen. In de uitwerking hanteren we de volgende uitgangspunten: • Er wordt tegemoetgekomen aan de ambities en randvoorwaarden uit de koersnota ‘lucht’, zonder de bereikbaarheid fundamenteel te verslechteren. • Doel is om de luchtkwaliteits- en bereikbaarheidsknelpunten op kortere en langere termijn op te lossen en oneigenlijk autoverkeer zoveel als mogelijk te voorkomen. Daarom wordt gekeken naar het totale volume van het autoverkeer in de stad, naar de verkeerscirculatie op het samenhangende hoofdwegennet in stad en regio (inclusief de Ring) en naar de bijdrage van de verschoning van het wagenpark aan het verbeteren van de luchtkwaliteit in de stad. De kansen die uitbreiding van de milieuzone, een nieuwe oeververbinding en vervoer over water in dit verband bieden, worden meegenomen. • Beleidsvoornemens voor de Coolsingel en de ’s-Gravendijkwal worden in hun onderlinge samenhang aan de orde gesteld en voor besluitvorming voorgelegd. Het gaat bij de Coolsingel om herijking functie, betere veiligheidsbeleving, verbetering verblijfskwaliteit en om beperking van de rijsnelheid. Bij de ’s-Gravendijkwal ligt de prioriteit bij verbetering van de luchtkwaliteit. • Het plan bevat een actualisering van het stedelijk hoofdwegennet uit het VVPR en mondt uit in een geactualiseerd uitvoeringsprogramma.
28
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Bij het openbaar vervoer gaat het om het verzekeren van de robuustheid van het netwerk op de langere termijn, met als specifieke aandachtspunten: • De economische ontwikkellocaties op het schaalniveau van de MRDH • Een kwaliteitssprong van het openbaar vervoer op Zuid conform de uitkomsten van de MIRT-studie Rotterdam-Vooruit (2011). Hierbij gaat het om een groeimodel met een korte - en een lange termijnscope. En om maatregelen voor zowel optimalisering in met name het busnet als structuuringrepen voor de langere termijn voor tram en metro. • Voldoende capaciteit en flexibiliteit in het netwerk. Waaronder specifiek ook het rivierkruisend verkeer, inclusief de kansen die een nieuwe oeververbinding biedt en de bijdrage aan nieuwe gebiedsontwikkelingen. • Het (openbaar) vervoer over water waarbij wij zoeken naar nieuwe verbindingen, om te beginnen tussen Charlois en Katendrecht. • Het voor- en na transport (de ‘first en last mile’) • Kiss & Ride bij drukke metrostations in de periferie. • Extra prioriteit voor openbaar vervoer bij verkeerslichten (reistijdverkorting als kwaliteitsimpuls). Het fietsbeleid wordt uitgewerkt in een aparte deelnota. Binnen het Stedelijk verkeersplan is wel aandacht voor de kansen die een eventuele extra oeververbinding biedt, het fietsvervoer over water en de ambitie om de prioriteit voor het fietsverkeer bij verkeerslichten te vergroten. Het plan wordt in het derde kwartaal van 2015 voor besluitvorming aangeboden. Het verkeersveiligheidplan In het verkeersveiligheidplan wordt de aanpak van de verkeersveiligheid doorgezet. Extra accent ligt op de handhaving, het bieden van ruimte voor en samenwerken met de Rotterdammer, een gebiedsgerichtere aanpak en op de gevolgen van de toenemende vergrijzing. Infrastructuur, wetgeving en handhaving evenals educatie zijn en blijven de drie pijlers. Het plan is medio 2015 gereed voor besluitvorming. De volgende punten komen in ieder geval aan de orde: • Een actieprogramma ‘buurtaanpak verkeersonveilige situaties’ (inclusief situatie in en om scholen en verkeerseducatie) • Het versterkt doorzetten van de aanpak van verkeersonveilige situaties • De introductie van lagere verkeerssnelheden en aanpak verkeershufters, • Adequate handhaving
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
29
Daarnaast moeten sinds januari 2015 brommers en scooters die harder kunnen dan 25 km/u op de rijbaan rijden en niet meer op het fietspad. Het fietsplan In het fietsplan staat hoe deze collegeperiode het beste ruimte kan worden geboden aan de groei van het fietsverkeer, inclusief de besteding van de jaarlijke extra middelen van 2 miljoen euro. Het plan is medio 2015 klaar voor besluitvorming. De volgende onderdelen worden zeker meegenomen: • Een inventarisatie van slechte fietspaden, capaciteitsknelpunten (met name ook op kruispunten met auto en OV) en ontbrekende schakels. Dit mondt uit in een programma ‘verbetering kwaliteit en capaciteit fietsnetwerk’. Bij de inventarisatie wordt een relatie gelegd met de ontwikkeling van de bakfietswijken. De kansen die (functioneel) onderhoud aan het stedelijk wegennet en gebiedsontwikkelingen bieden worden in het programma meegenomen. • Een verkenning van de kansen voor een actieprogramma ‘fietsparkeerplaatsen in het centrum, rond openbaar vervoersknooppunten en in woonwijken’. Op grond van urgentie worden voor de woonwijken en vervoersknooppunten de prioriteiten gesteld. Er is specifiek aandacht voor de elektrische fiets. • Het stimuleren van fietsgebruik door bezoekers van evenementen, door onder
“Zorg dat er een snelle interactie tussen bewoner en gemeente ontstaat bij
bijvoorbeeld verzoeken voor fietsnietjes en fietstrommels en wees daar dan ruimhartig in. Overweeg om leegstand van (winkel)ruimtes in de wijk te benutten als buurtfietsstallingen.” - Gebiedscommissie Delfshaven
meer goede stallingsvoorzieningen. • Het stimuleren van gebruiksvriendelijke fietsverhuurpunten, zoals in veel andere Europese steden. • Een (marketing)strategie en een campagne om het fietsgebruik van de Rotterdammer en de bezoekers van Rotterdam te stimuleren. • Uitbreiding van het aanbod van ‘de OV-fiets’ ook bij andere dan de NS stations. Het moet ook gemakkelijker worden de fiets in het openbaar vervoer mee te nemen. Daarnaast gaan wij in gesprek met de taxibranche over het organiseren van een pilot voor taxi’s met een fietsendrager, naar het voorbeeld uit Kopenhagen. Samen met de stad gaan we op deze wijze met volle overtuiging en met inzet van alle
30
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
middelen de uitdaging aan om de titel “Fietsstad 2018” binnen te halen. Het parkeerplan Het parkeerplan is bedoeld om het parkeerbeleid, als onderdeel van het streven naar een betere balans tussen bereikbaarheid en leefbaarheid en uit efficiencyoogpunt, waar nodig en mogelijk te herijken. Het plan wordt medio 2015 voor besluitvorming aangeboden. De volgende thema’s komen in ieder geval aan de orde: • Evaluatie afkoopregeling voor parkeerplaatsen, positie parkeerfonds. • Instandhouding benutten parkeerinkomsten voor investeringen in parkeervoorzieningen. • De uitrol in de binnenstad van in groen dan wel terrasjes om te zetten parkeerplaatsen. • De meerjarenbegroting parkeersector. • Invoering betaald parkeren bij zeer hoge parkeerdruk. • Actieprogramma stimuleren intensivering gebruik parkeergarages, met name in de binnenstad. • Onderzoek naar kansen voor het gebruik van parkeergarages van overheidsgebouwen door bezoekers in de avond en het weekend. • Ontwikkeling van een aantrekkelijk P+R beleid met combitickets. • Onderzoek naar het verlagen van de parkeernormen rond OV-knooppunten bij nieuwe bouwprojecten. • Flexibelere parkeervergunningen voor huishoudens die met elkaar een auto willen delen.
“24% van alle bezoekers gebruikt de auto naar evenementen in de stad. Daarvan komt 69% uit de regio of daarbuiten. Deze bezoekers hebben een belangrijk aandeel in de economische spin-off van de evenementen van de stad. Rotterdam Festivals verzoekt u hier rekening mee te houden bij het ontwikkelen van alternatieven voor de auto.” - Rotterdam festivals
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
31
Afzender
MRDH
Nr
1
De benoemde netwerkversterkingen worden herkend. Het schaalniveau van de metropoolregio ontbreekt in de RMA. Het is niet duidelijk op welke wijze vanuit bereikbaarheidsoptiek wordt bijgedragen aan versterking van de agglomeratiekracht van de MRDH. Zo ontbreekt onder andere het uitgangspunt van TOD (Stedenbaan) en wordt viersporigheid Delft Rotterdam niet genoemd.
Waarvan akte; graag betrokkenheid en ondersteuning bij uitwerking De RMA is op dit punt aangepast (par 3.2), voor zover aan de orde zal de concretisering worden meegenomen in de voorbereiding van het SVP en in de Rotterdamse inbreng in de uitwerking van de strategische bereikbaarheidsagenda MRDH en MIRT onderzoek Rotterdam Den Haag
Reactie Antwoorden Grotere nadruk op het belang van de fiets en het Waarvan akte; OV voor de stedelijke bereikbaarheid past binnen de Strategische Bereikbaarheidsagenda van de MRDH. Het versterkte accent op omgevingskwaliteit sluit aan bij de behoefte om op metropolitaan schaalniveau het tot stand komen van interactiemilieus te bevorderen en de belevingswaarde van een aantal knooppunten te verbeteren.
Bijlagen
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
33
2
Afzender
1
Nr
MRDH
RET
34
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Een actievere inzet van de gemeente bij de uitwerking en uitvoering van het programma 'Naar een Toekomstvast OV', toegankelijkheid van bus en tram en verbetering van de kwaliteit van knooppunten is noodzakelijk. "Rechtstreekse betrokkenheid van MRDH bij: hoofdlijnen stedelijk verkeersplan benoemen van grensoverschrijdende snelfietsroutes - uitwerking van het beleid voor tariefheffing op P+R locaties" 1. Gezonde en bereikbare stad: Met betrekking tot de luchtkwaliteit kunnen bij de Bus nog wel verdere stappen worden gezet. Van onze kant willen we, ondanks het feit dat de concessie bus dit niet van ons vraagt, graag nagaan welke mogelijkheden er zijn om eerder dan 2019 een deel van de busvloot al te gaan vervangen door nieuwe bussen, zodat in de binnenstad van Rotterdam de uitstoot van NOx en stof kan worden verminderd. 1. Gezonde en bereikbare stad: Wij zijn graag bereid de mogelijkheden voor toename van het gebruik van OV met de gemeente en andere partners te verkennen. 1. Gezonde en bereikbare stad: Wij stellen voor om de effecten van het onlangs ingevoerde parkeertarief bij P&R-voorzieningen voor OV-gebruikers te monitoren. Een goede suggestie, we zullen in het kader van de voorbereiding van het SVP het initiatief nemen tot een gesprek met betrokkenen. De resultaten worden gemonitord en geevalueerd medio 2015.
Zonder meer hulde voor deze pro-actieve inzet.
De MRDH is reeds uitgenodigd om deel te nemen aan de voorbereiding van het Stedelijk Verkeersplan (SVP) en het fietsplan.
Antwoorden Het programma zal worden meegenomen bij de voorbereiding van het SVP; de gemeente zal de noodzakelijke inzet leveren in genoemd programma
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
35
Afzender
RET
Nr
2
Antwoorden De verkeerscirculatie in het wegennet, waarbij prioriteit gegeven wordt aan het openbaar vervoer en de fiets met als uitgangspunt een betrouwbare reistijd voor het autoverkeer, is een van de kernthema's bij de opstelling van het SVP. De verkeerslichtenregeling is in deze een belangrijk instrument. 2. Binnenstad citylounge: Voor het concept van de Komt aan de orde in de voorbereiding groene looproutes zouden we ook de routes van en van het SVP. naar Metrostations en belangrijke tramhaltes onder de aandacht willen brengen. 3. Fietsstad van de toekomst: in de RMA missen we De RMA is op dit punt aangevuld (par het OV te water, wat in combinatie met de fiets een 3.2); het onderwerp zal verder worden uitstekende aanvulling op het bestaande vervoers- meegenomen bij de voorbereiding van netwerk zou zijn. De indertijd gemaakte voorstellen het SVP voor de zogeheten Stadsferry, die vanwege de ingrijpende bezuinigingen op de OV-subsidies in de "koelkast" zijn gezet, zijn wat ons betreft nog steeds actueel. 4. Marktplaats voor mobiliteit: De RET levert waar Waarvan akte. mogelijk graag een bijdrage aan het beïnvloeden van mobiliteitsgedrag van inwoners en bezoekers van Rotterdam. Zo hebben wij het belonen van 'spitsmijden' met behulp van een OV-tegoed mede mogelijk gemaakt. Ook over andere mobiliteitsdiensten in de marktplaats voor mobiliteit zijn wij in gesprek met de Verkeersonderneming.
Reactie 2. Binnenstad citylounge: De verkeerslichtenafstelling is de afgelopen jaren veranderd in het voordeel van de auto, met soms een lagere prioriteit voor het tramverkeer. Graag willen we met de dienst SO bezien welke verbeteringen er op dit punt mogelijk zijn.
3
Afzender
2
Nr
RET
Gebiedscommissie Hoogvliet
36
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie 5. Bereikbaarheidskwaliteit motor voor ruimtelijk economische ontwikkeling: We denken graag mee over het afstemmen van vraag en aanbod van collectief personenvervoer (bijv. over de inzet van snelwegbussen of de verbetering van de bediening van de Airport). Daarbij moeten in onze ogen alle varianten de revue passeren: bij wijze van spreken van belbus tot volautomatische people mover. We vragen aandacht voor het microniveau: we zien bijv. bij herinrichting van busstations dat de afstand tussen verschillende modaliteiten (BMT) juist groter wordt. Hierdoor verslechtert de kwaliteit van de 'overstapmachines' en daarmee de aantrekkelijkheid van het OV-systeem. We pleiten voor fysieke nabijheid van halteplaatsen bij metro- en treinstations. Onder andere bij (aanstaande) herinrichting van stations als Zuidplein, Alexander, Kralingse Zoom en Capelsebrug. Aandacht voor de toegankelijkheid van de bus- en tramhaltes in Rotterdam. Met name bij aanpassen van de tramhaltes voor minder validen (o.a. Hoge perrons) is in sommige delen van de stad nog het nodige te doen. Hoe omgegaan wordt met het betaald parkeren op P&R terreinen in de buitengebieden is nog niet duidelijk. De gebiedscommissie gaat ervan uit dat deze gratis blijven in Hoogvliet. Immers, het metrostation Hoogvliet is een belangrijke toegangspoort. Het invoeren van betaald parkeren op P&R terreinen is een bezuinigingsmaatregel. Het college onderzoekt de mogelijkheden tot gratis P&R terreinen, maar duidelijk is dat er dan ergens ander dekking gevonden moet worden.
Dit aspect wordt meegenomen in de uitrol van het programma “toegankelijkheid OV van de MRDH.
We zullen uw opmerking meenemen in de voorbereiding van het SVP.
Antwoorden We nodigen U graag uit om mee te denken over (o.m.) dit thema bij de voorbereiding van het SVP.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
37
Nr
3
4
Afzender
Gebiedscommissie Hoogvliet
Gebiedscommissie Charlois
Antwoorden Personele bewaking van fietsenstallingen wordt meegenomen in de uitwerkingen van het Fietsplan, waarbij dit inderdaad een principiele vraag is. De financiering van personele bewaking bij fietsenstallingen komt steeds meer onder druk te staan en mogelijk worden, binnen de beschikbare middelen die er voor fiets beschikbaar zijn, de prioriteiten op andere odnerdelen gelegd. In de RMA wordt gesproken over de A4. De geb- Het betreft idd de A4 in Midden Delfland iedscommissie neemt aan dat bedoeld wordt de A4 Midden Delfland en niet de A4 Zuid. Een ander onderbelicht aandachtspunt is de bereik- In de trends en ontwikkelingen in de RMA baarheid voor ouderen van het centrum van Rotter- wordt gerefereerd aan de doelgroep oudam en dan met name voor minder validen. deren; de opmerking zal meegenomen worden in de uitwerking van de RMA (m.n. het verkeersveiligheidsplan en het SVP) Wij vragen u aandacht om bij de uitwerking daad- "De RMA is op dit punt in algemene zin werkelijk oog te hebben voor de gebieden. Waar er aangepast (par.2.2 en 2.3); concretiserin de RMA een accent wordt gelegd, gaat het op dit ing zal plaatsvinden in de uitwerking van moment vrijwel uitsluitend om de binnenstad. de RMA in de verschillende deelplannen. In het MJPV en bij het uitvoeringsplan verkeersveiligheid zal nadrukkelijk aandacht zijn voor de gebieden."
Reactie Ook de bemensing van de fietsenstalling is een punt van aandacht. De gebiedscommissie gaat ervan uit dat deze bemensing gerealiseerd wordt in Hoogvliet en dat dat zo blijft.
4
Nr
Afzender
Gebiedscommissie Charlois
38
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
De roltrappen van de Maastunnel vormen een grote ergernis. Het is wenselijk dat deze zo spoedig mogelijk weer volledig en volwaardig functioneren. Ook hebben we de indruk dat de capaciteit van de fietsenstalling bij metrostation Slinge ontoereikend is.
Reactie 1. Gezonde en bereikbare stad: Niet alleen 's Gravendijkwal en Coolsingel noemen bij het agenderen van de verkeerscirculatie. Wij adviseren nadrukkelijk om ook de Pleinweg, de Dorpsweg en de omgeving van het Zuidplein hierbij te betrekken. Het gaat dan niet alleen om verkeersdruk, maar zeker ook om de luchtkwaliteit. In algemene zin adviseren we u na te gaan in hoeverre regeling van de verkeerslichten beter op elkaar kan worden afgestemd. Een betere doorstroming van verkeer voorkomt onnodige uitstoot van CO2. De toekomstige verkeerscirculatie in de stad, gericht op prioriteit voor de fiets en het openbaar vervoer met tegelijkertijd een betrouwbare reistijd voor het autoverkeer is een van de kernthema's bij de opstelling van het SVP. De verkeerslichtenregeling is in deze een belangrijk instrument. Fietsparkeren bij OV en dus ook bij Slinge zal worden meegenomen in de uitwerking van het fietsplan. Naar wij begrijpen worden de roltrappen bij de Maastunnel naar voldoende opgeknapt om een volwaardig te kunnen functioneren. Maar het is inderdaad een zorgpunt waaraan we extra aandacht aan zullen besteden.
Antwoorden Terechte opmerking, de problematiek van de gehele maastunnelroute wordt meegenomen in de voorbereiding van het SVP
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
39
Afzender
Gebiedscommissie Charlois
Gebiedscommissie Hillegersberg-Schiebroek
Nr
4
5
Reactie In de RMA noemt u een aantal uitvoeringsgerichte deelplannen. Wij leveren graag een bijdrage. Met name het verkeersveiligheidsplan heeft onze bijzondere belangstelling. Wij verzoeken u ons tijdig hierover te informeren, zodat wij voldoende gelegenheid hebben onze bijdrage te kunnen leveren. Het adviesverzoek op de RMA was van een erg krap tijdspad voorzien. In het gebied Hillegersberg-Schiebroek zijn veel straten aangewezen als 30 km gebied. Echter, de inrichitng hiervan sluit in veel gevallen niet aan bij de gekozen snelheid. Door deze straten wèl op die snelheid in te richten door het plaatsen van herhalingsborden van de 30km-zones kan veel verbeterd worden aan de verkeersveiligheid voor voetgangers en fietsers. De gebiedscommissie zou graag zien dat er onderzocht wordt welke mogelijkheden er zijn om automobilisten meer aan de randen van de stad of daarbuiten te laten parkeren om van daar met het OV door te reizen naar het centrum. Dan gaat het bijvoorbeeld om het verbeteren van de parkeermogelijkheden bij de Randstadrail stations in ons gebied, Meijersplein en Melanchtonweg, maar ook buiten de gemeentegrens in Lansingerland en het aantrekkelijker maken van deze overstap door een hogere frequentie en verruiming van de rijtijden. P&R is een cruciaal onderdeel van de visie in de RMA en er is op dat terrein de afgelopen jaren veel bereikt en gerealiseerd. Voor zover relevant zal de suggestie meegenomen worden in de RMA-uitwerking naar een SVP. Voor zover het gaat om de situatie buiten Rotterdam zal de opmerking worden ingebracht in de door de MRDH in samenwerking met de gemeenten op te stellen uitwerking van de strategsiche bereikbaarheidsagenda.
We stellen naast een Meerjarenplan Verkeersveiligheid (MJPV) jaarlijks een uitvoeringsplan Verkeersveiligheid op en bepalen samen met de gebiedscommissies welke van de aangedragen verkeerssituaties het meest urgent en kansrijk zijn, om aan te pakken.
Antwoorden Bij het opstellen van het verkeersveiligheidsplan (MJPV) zijn alle gebieden bezocht en is opgehaald wat hun aandachtspunten met betrekking tot de verkeersveiligheid zijn. Als het concept gereed is, krijgen de gebiedscommisies 4 weken de tijd om te reageren.
5
Nr
Afzender
Gebiedscommissie Hillegersberg-Schiebroek
40
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Daarnaast zou de hoeveelheid autoverkeer door Hillegersberg-Schiebroek verminderen wanneer het centrum autoluwer wordt gemaakt. Dat zou een verlichting van het gebruik van de doorgaande (hoofd)wegen in het gebied Hillegersberg-Schiebroek opleveren en tevens bijdragen aan een vermindering van de hoeveelheid fijnstof. Ons advies op dit punt is duidelijk: maak het centrum zo autoluw mogelijk. Dus niet alleen de Coolsingel en de Witte de Withstraat, maar een zo groot mogelijk deel van het stadscentrum (voorbeeld Utrecht). De gebiedscommissie zou graag zien dat er op de wegen naar het centrum (Ringdijk, Molenlaan, Straatweg, Kleiweg) vrij liggende fietspaden komen waar deze momenteel nog niet aanwezig zijn en dat de bestaande fietspaden waar mogelijk worden verbreed. Ook zou bij de afstelling van verkeerslichten, meer dan nu het geval is, de fietser voorrang moeten krijgen. Bij conflicterende wegsituaties tussen fiets- en autoverkeer zou steeds het belang van de fietser voorop moeten staan en niet dat van de automobilist. Uitgangspunt in het RMA is een toekomstige verkeerscirculatie, met prioriteit voor het openbaar vervoer en de fiets in kombinatie met een betrouwbare reistijd voor de auto; de uitwerking hiervan is aan de orde in het SVP en het fietsplan en is afhankelijk van de concrete situatie.
Uw opmerking wordt meegenomen bij de uitwerking van de RMA naar het fietsplan resp. het SVP.
Antwoorden Het autoluwer maken van het centrum is een van de hoofddoelen van de RMA, dat zal worden uitgewerkt in het SVP
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
41
Afzender
Gebiedscommissie Hillegersberg-Schiebroek
Nr
5
Reactie De fietsparkeer situatie bij de Randstadrailstations laat nog steeds te wensen over. Het wordt hoog tijd dat die voorziening nu eindelijk eens op peil wordt gebracht. Ook zou hier aanbod moeten zijn van OV-fietsen. Een groep die nogal eens over het hoofd gezien wordt zijn de gebruikers van rollators en scootmobielen. Wij bepleiten verdere verbetering van de toegangsmogelijkheden voor het OV door aanpassing van bijvoorbeeld tramperrons, maar vooral ook voor het (beter) markeren van op- en afritten die nu vaak worden versperd door geparkeerde auto's. Momenteel is er een vrachtwagenverbod op de Molenlaan. Aan het handhaven wordt echter geen prioriteit gegeven. De commissie is van mening dat hier winst te behalen valt. Opnieuw kijken naar de mogelijke verkeersmaatregelen die het voor het doorgaande autoverkeer uit Lansingerland onmogelijk maken om de Molenlaan als sluiproute te gebruiken. Het handhaven van inrijverboden voor vrachtwagens kan mogelijk in het kader van de koersnota Luchtkwaliteit verder uitgewerkt worden. Uw opmerking zal worden meegenomen bij de voorbereiding van het SVP. Op voorhand wordt wel opgemerkt, dat uit eerdere studies is gebleken dat het sluipverkeer op de Molenlaan een netwerkprobleem is; dit probleem kan alleen structureel opgelost worden door aanleg van de A16/13. Verkeersmaatregelen in het huidige netwerk leiden per saldo tot verschuiving van het probleem.
Antwoorden Fietsparkeren bij OV en dus ook bij de Randstadrailstations zal worden meegenomen in de uitwerking van het fietsplan. Ook deelfiets systemen, zoals de OV fiets, zijn in beeld. Voor wat betreft het OV wordt dit aspect meegenomen in de uitrol van het programma “toegankelijkheid OV van de MRDH.
5
Nr
Afzender
Gebiedscommissie Hillegersberg-Schiebroek
42
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Vanuit het gebied Hillegersberg-Schiebroek is de frequentie van het aanwezige OV aan de lage kant. Wanneer het college het OV als alternatief wil aanbieden voor de auto zal de frequentie van het nu aanwezige aanbod omhoog moeten. Wij spreken de hoop en de verwachting uit dat de gebiedscommissies betrokken zullen worden bij het realiseren van de RMA 2015-2018 Deze hoop en verwachting zal binnen de vigerende kaders zeker worden waargemaakt
Antwoorden Uw opmerking zal worden meegenomen in de voorbereiding van het SVP.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
43
Afzender
VGR
Nr
6
Reactie Antwoorden Verbetering van de toegankelijkheid van de buiten- "We werken aan de toegankelijkheid ruimte voor mensen met een beperking. van de OV-haltes (m.n. bushaltes) en in het RMA-streven naar meer prioriteit voor de buitenruimtekwaliteit wordt de toegankelijkheid voor mensen met een beperking meegenomen. Dat is ook onderdeel van de onze ontwerprichtlijnen voor de buitenruimte de zogenaamde Rotterdamse Stijl. Meer dan in het verleden stellen we kwetsbare verkeersdeelnemers zoals fietsers, voetgangers en senioren centraal. Dit betekent een wijziging ten opzichte van het verleden, waarbij vaak de meeste aandacht uitging naar het autoverkeer. Door in te spelen op behoeften van kwetsbare weggebruikers, gaan we meer naar een menselijke maat. En verbeteren we de verkeersveiligheid en de toegankelijkheid van onze stad voor de kwetsbare groepen. Dit zien we breed: van bijvoorbeeld mensen met een beperking tot weggebruikers die onbekend zijn in Rotterdam en met ons verkeerssysteem. We stellen dit beleid vast in het Meerjarenplan Verkeersveiligheid (MJPV)."
6
Nr
Afzender
VGR
44
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Antwoorden Weer niet alleen vuile auto's, maar ook vuile brom- In de uitwerking van de koersnota Lucht fietsen, snorfietsen en scooters. wordt de mogelijkheid tot het weren van bromfietsen, snorfietsen en scooters onderzocht. Stel verkeerslichten zo af dat de veiligheid bij over- Graag horen wij uw suggesties over losteken wordt gewaarborgd. caties waar verkeerslichten niet goed afgesteld zijn. Onderzoek parkeergarages naar toegankelijkheid Wij onderstrepen het belang van toeganen klantvriendelijkheid voor rolstoelers. kelijke parkeergarages voor rolstoelers en zijn bereid in overleg met VGR het gevraagde onderzoek uit te voeren. Betrek bij het ontwerpen van grote projecten de Terecht punt; nader overleg over de wiVGR in een vroeg stadium. jze waarop rol van VGR als betrokkene bij/partner in ontwerpprocessen kan worden ingevuld. Toets deze mobiliteitsagenda aan de VN regels Wij nemen uw suggestie mee. voor mensen met een beperking en benoem dat in het stuk.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
45
Afzender
VGR
Nr
6
Reactie Antwoorden Borg in de autoluwe zones de toegankelijkheid en Meer dan in het verleden stellen we doorgankelijkheid voor mensen met een beperking. kwetsbare verkeersdeelnemers zoals fietsers, voetgangers en senioren centraal. Dit betekent een wijziging ten opzichte van het verleden, waarbij vaak de meeste aandacht uitging naar het autoverkeer. Door in te spelen op behoeften van kwetsbare weggebruikers, gaan we meer naar een menselijke maat. En verbeteren we de verkeersveiligheid en de toegankelijkheid van onze stad voor de kwetsbare groepen. Dit zien we breed: van bijvoorbeeld mensen met een beperking tot weggebruikers die onbekend zijn in Rotterdam en met ons verkeerssysteem. We stellen dit beleid vast in het MJPV. Het verruimen van de tijden voor fietsen in de met- Bedankt voor uw opmerkling, zal worden ro betekent minder plek in de metro voor rolstoel / meegenomen in de uitwerking van het fiscootmobiel. etsplan vwbt dit vraagstuk.
6
Nr
Afzender
VGR
46
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Antwoorden Parkeerplan: De gemeente zoekt in de binnenstad naar een balans tussen bereikbaarheid en leefbaarheid. Bij het weghalen van parkeerplaatsen wordt rekening gehouden met de bereikbaarheid van de binnenstad voor mensen met een beperking. Dit doet de gemeente bijvoorbeeld door het aanleggen van voldoende invalideparkeerplaatsen. De ruimte die vrijkomt door het weghalen van openbare parkeerplaatsen wordt o.a. ingezet voor bredere troitoirs. Dit verbeterd de bewegingsvrijheid voor mensen met een beperking en vergroot de mogelijkheden voor mensen met een beperking om zich zelfstandig te verplaatsen door de binnenstad Het weghalen van parkeerplaatsen betekent dat zie bovenstaand ook de mensen met een beperking er niet meer kunnen staan. Zij kunnen dan niet op een door hen gekozen (en misschien hun enige) manier de binnenstad bereiken. Nieuw groen moet goed toegankelijk zijn voor ie- Mee eens dereen.
Reactie Het weghalen van parkeerplaatsen betekent dat ook de mensen met een beperking er niet meer kunnen staan. Zij kunnen dan niet op een door hen gekozen (en misschien hun enige) manier de binnenstad bereiken.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
47
Nr
Afzender
Roman Gelderblom / bewoner Park16hoven
Reactie "Als zeer tevreden bewoner van Park16hoven in Overschie en frequent gebruiker van metrostation Melanchthonweg, moet ik helaas constateren dat het fietspad bij de brandweerkazerne helaas niet doorloopt tot het metrostation. Men wordt hier gedwongen om de drukke Melanchthonweg op een onveilige plaats/kruising over te steken of via het voetpad naar het metrostation te gaan. Graag zou ik zien dat het fietspad wordt doorgetrokken tot het metrostation en wordt aangesloten op het fietspad langs het hout- en meubileringscollege."
Antwoorden "Het gemis van deze fietsverbinding is bekend. Uw suggestie is eerder voorgelegd aan de deskundigen. Helaas laat de huidige situatie geen ruimte voor deze aanpassingen mede in verband met de trambaan. Er is bij de herinrichting van de Melanchtonweg ter hoogte van de kruising met de Randstadrail voor gekozen om geen fietspad aan de zuidzijde van de Melanchtonweg aan te leggen. Hierdoor kon aan diverse verkeersstromen meer ruimte gegeven worden. In het buitenruimte-ontwerp, dat nu op deze locatie is uitgevoerd, is geen ruimte meer voor de aanleg van een fietspad. Om alsnog een fietspad aan te leggen moet het hele gebied opnieuw worden ingericht. In het kader van het Rotterdamse Mobiliteitsagenda 2015-2018 op te stellen fietsplan wordt gekeken naar kwaliteitsverbeteringen van het Rotterdamse fietsnetwerk. Uw suggestie zal hierin worden meegenomen. Gelet op de beschikbare financiën en het feit dat bovengenoemde oplossing zeer kostbaar is mag ik bij u niet de verwachting wekken, dat deze suggestie te realiseren valt. "
7
Nr
Afzender
Rotterdam Festivals
48
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Ondernemers in het centrum van Rotterdam vinden een gastvrije uitstraling belangrijk in de communicatie rondom bereikbaarheid van het centrum. Dit blijkt uit recent onderzoek, in opdracht van Rotterdam Festivals naar hun samenwerking met evenementen. Ondernemers vinden de berichtgeving rondom bijzondere gebeurtenissen of werkzaamheden positiever geformuleerd kunnen worden.
Reactie Uw ambitie om meer groen in de buitenruimte te creëren en op die manier de doelstellingen van de stad op het gebied van citylounge te kunnen realiseren, ondersteunen wij van harte. Daarom werken wij graag samen met u op het gebied van flexibel ruimtegebruik zoals u beschrijft als doelstelling in de Collegevisie Evenementenlocaties. Uit het Continu Bezoekersonderzoek dat Rotterdam Festivals jaarlijks onder de festivals van Rotterdam laat uitvoeren, blijkt dat de auto, na de fiets, het meest gebruikte vervoersmiddel voor bezoekers aan evenementen is. Voor bezoekers vanuit de regio Rotterdam-Rijnmond en vanuit de rest van Nederland blijkt het zelfs de meest gebruikte vervoersmiddel (al dan niet icm de metro van P&R locaties). Wij onderschrijven het belang van een voldoende autobereikbaarheid van de economische kerngebieden en activiteiten in de stad in kobinatie met een prima verblijfskwaliteit in de centra; in de afgelopen decennia is daartoe een prima fundament gelegd met P&R- lokaties in alle windrichtingen de periferie bij goed openbaar vervoer en P&W-lokaties langs stedelijke hoofdwegen op de rand van de Binnenstad. In het SVP zal dit concept met een accent op de verblijfskwaliteit en stap verder worden vervolmaakt. Wij nodigen U uit om in het kader van de voorbereiding van het SVP met ons in gesprek te gaan over het door U aangedragen thema.
Antwoorden Dank voor uw support en U bent van harte uitgenodigd om mee te denken bij de voorbereiding van het SVP.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
49
Afzender
Rotterdam Festivals
Gebiedscommissie Hoek van Holland
Nr
7
8
Antwoorden Het belang van de autobereikbaarheid voor de economische spin-off wordt zeker niet veronachtzaamd in de RMA en de uitwerking hiervan n een SVP. Het samenhangend vervoersnetwerk van openbaar vervoer, hoofdwegen en P&R- en P&W-voorzieningen heeft alles te maken met die onderkenning. Tegelijkertijd kiest het RMA voor daar waar dat opportuun is voor een kwaliteitsimpuls in de openbare ruimte; daarmee is niet alleen de gezondheid gediend, maar wordt ook een bijdrage geleverd aan de economische spin-off. De gebiedscommissie pleit voor het realiseren van Fietsparkeren bij OV en dus ook bij een hoogwaardige en veilige fietsenstalling (in- metrostation Haven zal worden meegeclusief aanbod OV fietsen) bij het realiseren van nomen in de uitwerking van het fietsplan. metrostation Haven van de Hoekse Lijn en wenst bij de planvorming hieromtrent betrokken te worden.
Reactie Hoewel de nadruk op de bereikbaarheid van de auto in de toekomst afneemt, willen wij, gezien de laatste twee punten, het belang van de auto voor de festivalbezoekers van buiten Rotterdam graag benadrukken. 24% van alle bezoekers gebruikt de auto naar evenementen in de stad. Daarvan komt 69% uit de regio of daarbuiten. Deze bezoekers hebben een belangrijk aandeel in de economische spin-off van de evenementen van de stad. Rotterdam Festivals verzoekt u hier rekening mee te houden bij het ontwikkelen van alternatieven voor de auto.
9
Afzender
8
Nr
Gebiedscommissie Hoek van Holland
ANWB
50
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Vorige week heb ik een overleg gehad met een lokaal Hoeks overlegplatform genaamd Wonen, Welzijn, Zorg en Veiligheid (W2ZV). Bij W2ZV schuift ook de Vereniging van Gehandicaptenorganisaties Rotterdam (VGR) aan. De VGR gaf aan dat de doelgroep 'minder mobiel' (bijvoorbeeld mensen met een lichamelijke beperking) niet in de mobiliteitsagenda wordt genoemd. Hier hebben wij bij ons advies aan de gebiedscommissie niet bij stil gestaan. Mijn vraag is of deze doelgroep alsnog in de mobiliteitsagenda terug kan komen, of dat er bewust voor is gekozen deze doelgroep niet op te nemen. In de RMA staat een veelheid aan onderwerpen, thema's en maatregelen. Het is ons nog niet duidelijk wat de effectiviteit van de diverse maatregelen is. Wij vinden het belangrijk dat er inzicht komt in de effectiviteit en mogelijk (ongewenste) bijeffecten van maatregelen. "Voor het overgrote deel zullen de effecten en effectiviteit van de maatregelen aan de orde komen in de uitwerking in de verschillende deelplannen; wel ligt de RMA en een deel van de aan de orde gestelde thema's en maatregelen in het verlengde van de koersnota ""lucht"". In het kader van deze koersnota zijn de effecten van een aantal maatregelen op de luchtkwaliteit berekend. De effectiviteit van maatregelen op het gebied van verkeersveiligheid zouden wij bij de uitwerking van het verkeersveiligheidsplan mee willen nemen. We onderzoeken in hoeverre we gebruik kunnen maken van Safety Preformance Indicators."
Antwoorden VGR heeft in reactie op RMA aantal opmerkingen gemaakt; wij zullen het initiatief nemen tot nader overleg over de wijze waarop de rol van de VGR in de uitwerking (met name in ontwerpprocessen) kan worden ingevuld;
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
51
Afzender
ANWB
Nr
9
Reactie De ANWB is van mening dat het tijd is voor een meer fundamentele heroriëntatie op het stedelijk verkeer: meer ruimte voor slimme vervoermiddelen, een andere verdeling van beschikbare ruimte en een nieuwe blik op routering van steden. Wij zijn dan ook een onderzoek gestart dat moet leiden tot een ontwerpmethodiek die een betere balans kan brengen tussen verkeer en de openbare ruimte. Daarbij wordt gekeken naar een andere categorisering van voertuigen en infrastructuur en de koppeling tussen deze twee. Met uw gemeente is contact over Rotterdam als pilot in het kader van dit onderzoek. De groei van het fietsverkeer heeft ook te maken met de opkomst van de elektrische fiets (e-bike). Hierdoor zijn grotere afstanden met minder inspanning te overbruggen. Wij vinden dit een goede ontwikkeling. ANWB werkt samen met marktpartijen en lokale fietsendealers voor het faciliteren van e-bikeproefritten voor werknemers (méér woonwerk verkeer op de fiets). Hierdoor kunnen werknemers kennismaken met diverse e-bikes en gebruik maken van financieel voordeel op de aanschaf. Dit is voor bedrijven en werknemers wellicht een interessant alternatief voor het voormalige "fietsenplan". Wij zijn graag bereid om deze formule ook in Rotterdam op te zetten. Bedankt voor uw aanbod. Dit kan een mooi voorbeeld zijn om samen met de markt fietsen te stimuleren. Hier komen wij graag bij u op terug als onderdeel van de verdere uitwerking van het Fietsplan.
Antwoorden De genoemde heroriëntatie is een van de kernpunten van de RMA, die zal worden uitgewerkt in het SVP. Voorstel is om in overleg te treden om te bepalen op welke wijze het door U gestarte onderzoek in die uitwerking kan worden meegenomen.
9
Nr
Afzender
ANWB
52
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Een verbod op oudere diesel-personenauto's is naar onze mening een slechte maatregel die relatief weinig effect sorteert, kostbaar is vanwege de handhaving en zeer ingrijpend is voor de burgers die in het bezit zijn van een dergelijk vervoermiddel. Wij raden u een dergelijke symboolmaatregel dan ook met klem af. Bovendien verdwijnen deze oude diesels vanzelf omdat ze versleten zijn of te kostbaar in onderhoud. Behoud of verlenging van de sloopregeling kan dit nog versnellen. Wij vinden dit een goede regeling, als daar op vrijwillige basis gebruik van gemaakt kan worden. Hiermee wordt aan degenen die het zich enigszins kunnen permitteren handelingsperspectief geboden doordat de aanschaf van een meer milieuvriendelijk vervoermiddel binnen bereik komt. Veel maatregelen voor de luchtkwaliteit zijn al in de eerste fase van start gegaan. Alvorens verdere maatregelen in een tweede fase in te voeren, vragen we u eerst de resultaten van de eerste fase te evalueren. Zie reactie hiervoor
Zie reactie hiervoor
Antwoorden De aanpak van oudere diesel-personenauto's is onderdeel van de koersnota "Lucht". De besluitvorming daarover zal in dat kader plaatsvinden.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
53
Afzender
ANWB
Nr
9
Reactie Er zijn natuurlijk al verschillende P+R terreinen, maar wij stellen voor om enkele van deze terreinen op te waarderen tot P+R plus. Dit is een P+R aan een optimale OV verbinding en met een goede ontsluiting naar het wegennet buiten de stad. Op de P+R plus zijn voldoende veilige parkeerplekken die gecombineerd kunnen worden met voorzieningen als vergaderlocatie, verkoop van levensmiddelen en pick up points voor internet aankopen, etc. Wat ons betreft zijn Rotterdam Alexander, Kralingse Zoom en Meijersplein kansrijk voor inrichting als P+R plus. " De gedachte achter de ANWB-visie P+R-plus sluit aan bij de gemeentelijke en regionale visie van P+R. In de uitwerkingen zijn er verschillen te benoemen. De gemeente heeft de wens om het P+R-product in regio en het land zo eenduidig mogelijk te maken voor de (potentiële P+R-reiziger. Een apart P+R-plusproduct maakt daar dus geen onderdeel vanuit. De gemeente staat wel open voor ondernemers die diensten willen toevoegen aan P+R-locaties, om zo het P+R-product ook aantrekkelijker te maken."
Antwoorden
9
Nr
Afzender
ANWB
54
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Verder stellen wij voor om verder van de stad gelegen P+R terreinen te benutten als regionale P+R's, hiermee is reeds een deel van het autoverkeer op wat grotere afstand van de stad af te vangen. Daarmee wordt voorkomen dat bestemmingsverkeer dat door de geringe opnamecapaciteit van de stad en de binnen de ringweg gelegen P+R locaties, de doorstroming op de ring rond Rotterdam belemmert. In de RMa wordt ook al over dergelijke P+R terreinen geschreven. Deze zullen veelal in andere gemeenten liggen, maar ze zijn wel van belangvoorde bereikbaarheid van Rotterdam. We denken hierbij aan Gouda West (het knooppunt van A12 en A20) en Ridderkerk (het knooppunt van A15 en A16).
Antwoorden "Uw opmerking, waar wij ons in essentie in kunnen vinden, overstijgt de scope van de RMA; wij zouden het op prijs stellen wanneer u eea de komende periode inbrengt bij de Provincie en bij de MRDH (uitwerking Strategische BereikbaarheidsAgenda). De gemeente onderschrijft deze stelling. De bereikbaarheid van de stad en de regio zijn inderdaad ook gebaat bij P+R-locaties buiten de regio. Op landelijk niveau ondersteunt de gemeente dan ook initiatieven die ervoor zorgen dat er ook op andere locaties P+R-voorzieningen worden ontwikkeld."
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
55
Afzender
ANWB
Nr
9
Reactie Antwoorden Wat nog niet genoemd is in de RMA is de keten Wij zullen het initiatief nemen tot de auto + fiets. Met deze combinatie laat de reiziger door u voorgestelde gedachtenwisselnaar Rotterdam zijn auto staan op een P+F terre- ing. in aan de rand van het centrum en gaat met een huur/leenfiets of een zelf meegenomen fiets verder de stad in. Voor een deel kunnen P+F terreinen samenvallen met een P+R, maar er kunnen ook nieuwe terreinen ontwikkeld of gebruikt worden, zoals tijdelijke parkeerplaatsen bij leegstaande bedrijfsgebouwen. Voorwaarde is natuurlijk wel dat de P+F terreinen aansluiten op goede fietsverbindingen. Wij hebben het concept verder uitgewerkt samen met het Kennisplatform Verkeer en Vervoer (KpVV) en zijn graag bereid met u van gedachten te wisselen over mogelijkheden in Rotterdam. Er zijn inmiddels goede voorbeelden van P+F in Leeuwarden en 's-Hertogenbosch.
9
Nr
Afzender
ANWB
56
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie In de RMA geeft u aan dat er een parkeerplan komt en dat u in wijken met een (te) hoge parkeerdruk betaald parkeren wilt Invoeren. De ANWB stelt voor om in de nieuwe wijken met een te hoge parkeerdruk geen betaald parkeren in te voeren maar hier blauwe zones aan te wijzen. Er is dan geen investering in dure parkeerautomaten nodig, beheer en toezicht kan veel minder zijn en de bewoners/bezoekers van Rotterdam hebben geen kosten. Ook voor de klandizie van middenstand tn deze gebieden zijn blauwe zones veel gunstiger dan betaald parkeren. Vanuit het stedelijk parkeerbeleid is gekozen voor één helder systeem van parkeerregulering, namelijk betaald parkeren. Een blauwe zone kent ten opzichte van betaald parkeren namelijk een aantal nadelen: o Blauwe zones brengen hoge handhavingskosten met zich mee, maar genereren geen inkomsten. De inkomsten uit de boetes komen ten gunste van het Rijk; o Er is een grote kans op fraude door iedere keer de parkeerschijf verder te draaien. Er bestaan zelfs parkeerschijven die automatisch doordraaien; o Blauwe parkeerzone is strafrechtelijk: alleen bijzondere opsporingsambtenaren (BOA’s) kunnen bonnen uitschrijven; "
Antwoorden "Het doel van het instellen van een blauwe zone is in principe hetzelfde als bij betaald parkeren: zorgen dat ‘gewenste’ doelgroepen over voldoende parkeergelegenheid kunnen beschikken en dat ‘ongewenste’ doelgroepen (bv. woon-werk verkeer) ergens anders parkeren.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
57
Nr
9
10
Afzender
ANWB
Gebiedscommissie Pernis
Reactie De laatste jaren zijn de parkeertarieven in de steden steeds gestegen. Wij ontvangen signalen van onze leden dat ze wegblijven uit (winkel-) gebieden met hoge parkeertarieven. Het is daarom belangrijk om met de parkeertarieven zodanig te sturen dat Rotterdam nog wel een aantrekkelijke stad is om naartoe te gaan. Ook is het belangrijk om goede alternatieven te bieden in de vorm van P+R en P+F. Hierbij zijn de (lage) tarieven van P+R een belangrijke reden voor gebruik hiervan. De mogelijkheden onderzoeken om Pernis beter aan te sluiten op het openbaar vervoernetwerk via het water. Pernis heeft reeds een aanlandpunt, maar daarvan wordt geen gebruik gemaakt door het OV. De mogelijkheden onderzoeken voor het verbeteren van de fietsroutes in Pernis voor een betere regionale fietsroutestructuur. Hier liggen kansen in combinatie met het beter aansluiten op het OV-netwerk via het water en het upgraden van het Pernisser Waterfront en Pernisser Park. Het vergroten van de (verkeers-)veiligheid van de toegangswegen die in het beheer zijn van het Havenbedrijf Rotterdam. Kunt u concreter zijn, op wat voor onveilige situaties doelt u? Wij kunnen daar dan aandacht voor vragen bij het Havenbedrijf. Daarbij is onze vraag wel of u hierover zelf ook contact heeft met het Havenbedrijf.
Bedankt voor uw voorstel. Dit onderwerp zal verder worden onderzocht in de uitwerking van het fietsplan. Mogelijk komen we hiervoor bij u terug.
Uw suggestie wordt meegenomen bij de voorbereiding van het SVP
Antwoorden De hoogte van de parkeertarieven is onderdeel van het Parkeerplan. Uitgangspunt is dat parkeertarieven worden ingezet om een goede balans te vinden tussen bereikbaarheid en leefbaarheid in de stad.
11
Nr
Afzender
Ministerie van I&M
58
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Door met partijen gezamenlijk en over de sectoren heen samen te werken, komen meer integrale en innovatieve oplossingen voor opgaven in de fysieke leefomgeving binnen bereik. Ik pleit er dan ook voor dat u uw uitwerkingsplannen vanuit dit perspectief beziet. Ik zie goede mogelijkheden om met een dergelijke cross sectorale aanpak te komen tot een aantrekkelijke, gezonde stedelijke omgeving, waamee wordt ingespeeld op de huisvestingsvraag naar stedelijk wonen, leven en werken. Het Ministerie ontwikkelt in een reeks van programma's en onderzoeksprojecten gezamenlijk met medeoverheden, instituten, beheerders van infrastructuur-netwerken en marktpartijen kennis om te komen tot een meer integrale en innovatieve aanpak van mobiliteit-, ruimte- en milieuopgaven. Graag nodig ik u uit om tot kennisdeling te komen in het kader van deze stadsprogramma's. Rotterdam levert in meerdere opzichten inzet om te komen tot een meer integrale en innovatie aanpak en deze inzet is ook in de RMA verankerd. Graag gaan we op de uitnodiging tot kennisdelen in.
Antwoorden De integrale aanpak is één van de kernthema's van de RMA, die zeker terugkomt in de uitwerkingsplannen. Wij onderschrijven dus uw pleidooi.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
59
Afzender
Ministerie van I&M
Nr
11
Antwoorden De RMA beschouwt het stelsel van rijks-, regionale en stedelijke hoofdwegen als een samenhangend netwerk; in de uitwerking naar een SVP willen we ons richten op een robuuste verkeerscirculatie op dat netwerk in de verdere toekomst, uit oogpunt van gezondheid, luchtkwaliteit, kwaliteit openbare ruimte en bereikbaarheid. We zullen deze inzet inbrengen in het MIRT-onderzoek “Bereikbaarheid Rotterdam-Den Haag” en nodigen U van harte uit mee te denken in de voorbereiding van het SVP . zie hiervoor
In het op te starten MIRT-onderzoek "Bereikbaarheid van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag" zal nader inzicht dienen te worden verkregen in de wisselwerking tussen de verkeersnetwerken op stads- en regionaal/landelijk niveau wat betreft de verkeersafwikkeling. Ook met betrekking tot Intelligente Transport Wij stellen voor de kennisdeling rond Systemen (ITS) nodig u graag uit tot kennisdeling ITS-ontwikkelingen in het kader van de te komen. Verdere samenwerking op dit vlak zou Verkeersonderneming vorm te geven. kunnen worden gezocht naar analogie van de Praktijkproef in Amsterdam.
Reactie Het beperken van de ruimte voor het autoverkeer in de stad kan mogelijk als effect hebben dat voor korte autoritten binnen de stad vaker de Ring zal worden gebruikt. Dit zet de functie van het Hoofdwegennet voor verplaatsingen tussen regio's en landsdelen onder druk. 30% van de autoverplaatsingen is volgens uw opgave korter dan 5 km. Uw inzet om autoverplaatsingen over korte afstand te beperken acht ik derhalve, ook vanuit het garanderen van de stroomfunctie van de Ring, van belang.
12
Afzender
11
Nr
Ministerie van I&M
Woonstad Rotterdam
60
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Opvallend is dat in de RMA goederenvervoer weinig wordt genoemd, terwijl het verkeersaandeel volgens uw opgave zo'n 25% is. Weliswaar refereert u aan de Green Deal Zero Emission logistiek, maar ook de relatie tussen de afwikkeling van de goederenstromen met het Hoofdwegennet verdient aandacht. Deze relatie betreft niet alleen de goederenstromen naar en binnen de stad, maar ook de goederenstromen naar het achterland. Vervoer tussen wonen en werk en tussen wonen en opleiding is een essentieel onderdeel van het verbeteren van de sociaal economische positie van veel bewoners in Rotterdam Zuid. Om meerdere redenen is het echter lastig voor bewoners met een lagere sociaal-economische positie gebruik te maken van de vervoersmogelijkheden in de stad. [...] Dit leidt tot zgn. verkeersarmoede in een aantal wijken in Rotterdam Zuid. M.a.w. bewoners met lage opleiding kunnen minder profiteren van een maatschappelijke voorziening als openbaar vervoer. De RMA is op dit punt in algemene zin aangepast (par 2.2 en 3.2); concretisering (in dit geval op het punt van de vervoersarmoede opZuid) zal plaatsvinden in de uitwerking van de RMA in de verschillende deelplannen
Antwoorden Uw opmerking wordt meegenomen bij de voorbereiding van het SVP.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
61
Nr
12
13
Afzender
Woonstad Rotterdam
RWS West-Nederland Zuid
Reactie Het zou een gemiste kans zijn als maatwerk van mobiliteit voor wonen / werk / opleiding voor kwetsbare groepen in kwetsbare wijken niet wordt genoemd in de agenda. [...] Wij vragen om dit thema ook op te nemen in de Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015 -2018 en op die manier meer aandacht te geven aan maatwerk gericht op het opheffen van de vervoersarmoede voor kwetsbare doelgroepen, in de wijken in Rotterdam Zuid. Het "auto te gast" beleid moet worden afgestemd met WNZ, specifiek op de gevolgen hiervan op het Hoofdwegennet en de aansluitingen. Afgezien van de passage over de realisatie van de A4, A13-16 en Blankenburgverbinding worden in de RMA slechts summier uitspraken over het hoofdwegennet gedaan. Op het hoofdwegennet en de stadsontsluitingswegen vragen de bereikbaarheid en de veiligheid blijvende aandacht. In de agenda zou de relevantie van het hoofdwegennet voor de bereikbaarheid benadrukt dienen te worden. Dat geldt ook voor de bereikbaarheid van de haven. "In de RMA (par.3.1 en 3.2 ) wordt gesproken over ""het hoofdwegennetwerk van stedelijke hoofdroutes en de Ring"" als drager om het gebruik (in termen van bereikbaarheid en leefkwaliteit) te optimaliseren. Over de bereikbaarheid is van de haven is een passage toegevoegd in de RMA, waarin verwezen wordt naar de Havenvisie 2030. Wanneer RWS spreek over het hoofdwegennet, worden de auto(snel)wegen bedoeld. Het MJPV zal zich beperken tot de wegen in beheer bij de gemeente. "
Eens, afstemming zal gebeuren in kader voorbereiding van het SVP
Antwoorden zie reactie hiervoor
13
Nr
Afzender
RWS West-Nederland Zuid
62
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Antwoorden In de RMA is aangegeven dat de inzet op verkeersregie wordt gecontinueerd; daarbij gaat het om onze samenwerking en afstemming, zoals dat binnen Bereik! wordt vormgegeven. Beter Benutten Vervolg, vooral gericht op het voor- waarvan akte komen en veranderen van autoverplaatsingen in de spitsperioden. De vervangingsopgave voor een aantal kunstHiervoor loopt een reguliere onderwerken in het hoofdwegennet. houdtraject en uitwisseling tussen rws en rotterdam (maastunnel werkgroep) De gevolgenen van ruimtelijke ordening voor het Brienenoordcorridor kent daarbij spehoofdwegennet. ciale aandacht inclusief de ruimtelijke economische gebieden als rivium , brainpark in de directe omgeving Speciale aandacht verdient de BrienenoordcorriAfstemming vindt plaats dor die gedurende de periode die de RMA bestrijkt gerenoveerd zal worden. In ieder geval zullen in 2017 de besturingssystemen vervangen worden. Hierbij dient nadrukkelijk afgestemd te worden met de voorziene werkzaamheden aan de Maastunnel. Tenslotte ondersteun Ik de uitspraken in de RMA Eens dat in de wereld van DVM en ITS over innovatie. Ik wil daaraan toevoegen dat er ook flinke innovaties spelen; in de RMA op het gebied van Dynamisch Verkeersmanagewordt daarop onder trends en ontwikment en ITS flinke Innovaties plaatsvinden. Het lijkt kelingen in meer algemene zin op mij belangrijk om ook die innovaties in de RMA te ingegaan. Wij zullen ons als gemeente benoemen. actief en participatief inzetten.
Reactie Verkeersmangament op het HWN in samenhang met het stedelijk verkeers(circulatie)plan.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
63
Afzender
Gebiedscommissie Prins Alexander
Nr
14
Reactie Gebied Prins Alexander kent een groot areaal en vraagt dan ook om forse investering om achterstand op onderhoud in te lopen en op aanvaardbaar peil te houden. Wij zien echter dat er stedelijk bezuinigd wordt op het onderhoud buitenruimte en vooral in gebied Prins Alexander geen investeringen in de buitenruimte worden gedaan voor noodzakelijke functionele verbeteringen. Dit betekent dat de kwaliteit van de buitenruimte en daarmee de kwaliteit van voet- en fietspaden verder achteruit gaat. Voorts is de bewegwijzering voor fietsers in Prins Alexander niet op orde en dient verbeterd te worden. U maakt melding van een actieprogramma fietsparkeerplaatsen. Wij zijn zeer blij met deze inzet en adviseren dan ook de fietsparkeerplaatsen in ons gebied in het actieplan op te nemen. Met name de fietsparkeerplaatsen bij station Prins Alexander als groot overstap- en OV-knooppunt willen wij hierbij noemen. Ondanks dat de aanleg van de A13/A16 een positieve invloed heeft op de mobiliteit rond Rotterdam en een positieve invloed heeft op de luchtkwaliteit elders in Rotterdam vragen wij uw aandacht voor de negatieve effecten op de luchtkwaliteit van de nog aan te leggen A13/A16 in ons gebied. Dit vraagstuk is direct aan de orde in het kader van de besluitvroming over de A16/13
Fietsparkeren bij OV en dus ook bij station Prins Alexander zal worden meegenomen in de uitwerking van het fietsplan.
Antwoorden Beheer van de fietspaden en bewegwijzering zal terugkomen in de uitwerking van het fietsplan. Mogelijk wordt dit jaar al een nul-kwaliteitsmeting van de fietspaden in Rotterdam uitgevoerd.
15
Afzender
14
Nr
Gebiedscommissie Prins Alexander
Erasmus MC
64
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Wij zien uiteraard nog uitdagingen, zoals het verbeteren van de aansluiting van het openbaar vervoer op de diensten van medewerkers buiten de reguliere spitstijden (avond- en nachtdienst) en verhoging van de frequentie. Daarnaast vraag het Nieuwe Werken een ander aanbod van openbaar vervoer diensten. In 2016 actualiseren we ons vervoersbeleid. Eén van de doelstellingen van dit nieuwe beleid is het verder stimuleren van gebruik van de fiets en openbaar vervoer voor woon-werkverkeer
Reactie U streeft met uw plannen naar bevordering van het gebruik van het openbaar vervoer. Helaas hebben wij moeten constateren dat in onze wijk Kralingseveer de buslijn juist is geschrapt. Met het steeds duurder worden van parkeren in het centrum levert dat een onacceptabele parkeerdruk op voor een groot deel van Prins Alexander. Dit kan naar onze mening niet de bedoeling zijn en wij vragen u dan ook uw standpunt over betaald parkeren in de P&R-voorzieningen te heroverwegen.
Wij zien uw doel als een ondersteuning van onze beleidsinzet; graag treden wij in overleg om te kijken of we als gemeente in faciliterende zin een bijdrage zouden kunnen leveren.
Antwoorden Wij begrijpen dat dit een gemis is. Helaas heeft de RET moeten bezuinigen en een aantal minder gebruikte buslijnen opgeheven. Op drie P+R-voorzieningen krijgt een reiziger die verder reist met het OV minder korting, waardoor hij nu 2 euro per keer moet betalen.B&W heeft de afspraak gemaakt om de effecten te monitoren en in het najaar te onderzoeken wat de structurele effecten zijn. Op basis van die uitkomsten maakt B&W een afweging hoe het met P+R-tarifering om zou willen gaan. Dit zal meegenomen worden in het SVP. We onderzoeken of het huidige aanbod van OV nog voldoende aansluit op de economische activiteiten
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
65
Afzender
Erasmus MC
Nr
15
Tijdens de bestuurdvergadering van het NPRZ is echter ook geconstateerd dat Rotterdam Zuid onvoldoende terugkomt in de vijf thema's uit de concept-RMA die centraal staan in de lopende collegeperiode.
Reactie Een belangrijke ontwikkeling waar we rekening mee moeten houden is de ingebruikname van de nieuwbouw in 2018. Dit betekent - mede door de inhuizing van het Kankerinstituut (Daniel den Hoed Kliniek) - een toename van het aantal patiënten, bezoekers en medewerkers in dit gebied. De RMA legt de link met ontwikkelingen bij de Laan op Zuid en het Hart van Zuid. Ook wordt voor de ontwikkeling van een evenwichtig multimodaal vervoersnetwerk het belang geschetst van meer flexibiliteit en een kleinere maaswijdte van het netwerk. Een dergelijke koers is een belangrijke randvoorwaarde voor de gewenste verbetering van het openbaar vervoer op Zuid, als bijdrage aan de sociaal-economische ontwikkeling van dit gebied. Bedankt voor dit aandachtspunt. Een betere doorwaadbaarheid van de stad, en kleinere maaswijdte van het fietsnetwerk, zal terugkomen in de uitwerking van het fietsplan. De maaswijdte van het fietsnetwerk in Rotterdam Zuid is inderdaad groter dan op Noord. Er ligt een idee om samen met de Fietsersbond, als onderdeel van het Fietsplan, specifiek te focussen op Fietsen op Zuid en welke kansen en mogelijkheden dit op sociaal economisch gebied kan bieden. De RMA is op dit punt in algemene zin aangepast (par 2.2. en 3.2); concretisering (in dit geval op het punt van de vervoersarmoede op Zuid) zal plaatsvinden in de uitwerking van de RMA in de verschillende deelplannen
Antwoorden In de uitwerking van de RMA naar de verschillende deelplannen zal met de aangegeven ontwikkeling rekening worden gehouden
17
Afzender
16
Nr
Nationaal Programma Rotterdam Zuid
Gebiedscommissie Rozenburg
66
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Toewerken naar een meer fijnmazig systeem van (multimodaal) vervoer op Zuid en verbeterde aansluiting op het beschikbare netwerk op Noord, is essentieel voor de langere termijn. Dat kan met het in ons 20-jarige programma afgesproken perspectief op een ononderbroken tangent inclusief extra oeververbindingen. Daarvoor moet in de komende periode worden voorgesorteerd en is meer aandacht in de agenda, met name voor de wensen voor de lobby en middellange termijn, dringend gewenst. Wij zijn van mening dat deze inzet zeer kansrijk is, ook in verband met de eventuele World Expo in 2025. In het NPRZ bestuur is door de partners aangegeven dat zij graag betrokken worden bij de verdere vormgeving van de definitieve RMA en nadere uitwerking hiervan. De problematiek in de mobiliteitsagenda betreft vooral Rotterdam-centrum, en niet de snelwegen er om heen. Uw aanpak voor het centrum onderschrijven wij. Gezien de afgelegen geïsoleerde ligging van Rozenburg, en de beperkte ontsluitingsmogelijkheden die ons dorp heeft vragen wij u expliciet aandacht in de nota en bij de uitwerking hiervan voor voor een verbetering van de bereikbaarheid van dit gebied door Een bussneldienst naar een belangrijk verkeersknooppunt Uw suggestie zal worden meegenomen bij de voorbereiding van het SVP
Bij de uitwerking van het RMA naar met name het fietsplan en het SVP zal meer gebiedsspecifiek gekeken worden.
Wij zullen U betrekken bij de uitwerking van de RMA naar de verschillende deelplannen, ihb het SVP en het fietsplan. Waarvan akte.
Antwoorden De door U geformuleerde inzet zal aan de orde komen bij de voorbereiding van het SVP; daarnaast zal het thema door ons ingebracht worden in de door de MRDH op te starten uitwerking van de Strategische BereikbaarheidsAgenda en in het nog dit jaar op te starten MIRT-onderzoek "Bereikbaarheid Den Haag - Rotterdam"
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
67
Nr
17
18
Afzender
Gebiedscommissie Rozenburg
Fietsersbond
Antwoorden Bedankt voor uw voorstel. Dit onderwerp zal verder worden onderzocht in de uitwerking van het fietsplan. Mogelijk komen we hiervoor bij u terug. Uw suggestie zal worden meegenomen bij de voorbereiding van het SVP
Mogelijkheden te onderzoeken voor een betere verbinding met de Hoekse lijn, mede gezien in het kader van de ontwikkeling van deze lijn tot een metroverbinding én de ontwikkeling van de Blankenburgtunnel Een aansluiting bij Rozenburg voor vervoer over idem water, mede gezien uw doelstelling het gebruik van het openbaar vervoer te willen vergroten Behoud en verbetering van de veerverbinding De toekomst van de veerverbinding is Rozenburg-Maasluis op korte termijn op te starten onderzoek van de Provincie Zuid-Holland, waarin de de belangen van Rozenburg zullen worden ingebracht. De fietsersbond heeft een zeer uitgebreide en Er zal overleg gevoerd worden met de gedetailleerde reactie gegeven op de RMA. De Fietsersbond bij de uitwerking van het nota bevat suggesties en ideeën die helpen om Fietsplan. de ambities uit de RMA waar te maken. Alle voorstellen en aandachtspunten die in deze fietsnota genoemd worden dienen behandeld te worden bij de verdere uitwerking van het fietsplan.
Reactie Verdere ontwikkeling van het fietspadennetwerk, met een goede aansluiting vanuit Rozenburg op het achtergelegen eiland Voorne-Putten
19
Nr
Afzender
Gebiedscommissie Kralingen-Crooswijk
68
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Antwoorden Een van de ambities voor het parkeerplan is het beter benutten van bestaande parkeergarages. Dit geldt ook voor de parkeergarage in de Lusthofstraat daarbij wordt gebiedsgericht gekeken naar de meest effectieve maatregelen.
Op drie P+R-voorzieningen krijgt een reiziger die verder reist met het OV minder korting, waardoor hij nu 2 euro per keer moet betalen.B&W heeft de afspraak gemaakt om de effecten te monitoren en in het najaar te onderzoeken wat de structurele effecten zi Het tegengaan van eenzaamheid is door het Col- De RMA is een nota op hoofdlijnen, wij lege benoemd als aandachtspunt. Maatregelen om kunnen u nu geen concrete maatregelde mobiliteit van ouderen te bevorderen worden en beloven. echter niet genoemd in de mobiliteitsagenda. De gebiedscommissie Kralingen-Crooswijk vindt In de uitwerking van de RMA naar de dat in de nota te veel de nadruk wordt gelegd op verschillende deelplannen zullen meer economische kernlocaties en dat aan de goede gebiedsspecifieke kwestie aan de orde bereikbaarheid van maatschappelijke voorzienin(kunnen) komen. gen binnen en tussen de wijken te weinig recht wordt gedaan.
Reactie Sinds kort kent Kralingen-Crooswijk een gemeentelijke parkeergarage op de Lusthofstraat. De bezetting van deze parkeergarage kan naar de mening van de gebiedscommissie beter. Graag zouden wij dan ook zien dat er een actiever beleid vanuit de stad wordt gevoerd om de bezettingsgraad van gemeentelijke parkeergarages verder te verhogen. Verder is de gebiedscommissie benieuwd naar de bezettingscijfers van de P&R parkeergarage aan de Kralingse Zoom. Wat zijn de gevolgen geweest op de bezetting na invoering van het nieuwe P&R tarief.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
69
Afzender
Gebiedscommissie Kralingen-Crooswijk
Nr
19
Antwoorden De gemeente erkend dat er grote druk kan is, maar blijft elektrisch rijden ondersteunen. Wel gaan wij het beleid herzien om proactief de vraag te kunnen inschatten en zo betere ruimtelijke inpassing mogelijk te maken. In dit proces worden de gebiedscommissies betrokken. Wij geven in overweging om bij de bepaling van Bij het uitwerken van het nieuwe beleid, nieuwe strategische oplaadpunten voor elektrische zullen wij tevens de gebiedsommissie voertuigen de bewonersverenigingen te betrekken betrekken. Indien blijkt dat het zinvol is (o.a. Kralingen Oost en het Lusthofkwartier) en de bewonerscommissies te betrekken verder te kijken hoe elektrische oplaadpunten in de kunnen we gezamenlijk daartoe beslisgemeentelijke parkeergarages in de wijk gerealisen. seerd kunnen worden. Goede fietsparkeervoorzieningen in de wijk zijn Fietsparkeren, waaronder Fietsparkeren een must en er dient ook een goede aanpak van bij OV, handhaving, weesfietsenbeleid de weesfietsenproblematiek te zijn. Het aanbod en ook onderwerpen als buurtfietsenvan fietsparkeervoorzieningen in de wijk is onvolstallingen, is inderdaad en belangridoende. Het gebied Kralingen-Crooswijk wil dan jk onderwerp in het fietsplan en zal ook graag meegenomen worden in de verkenning worden meegenomen in de uitwerking. van de kansen voor een actieprogramma "fietspar- Hierbij is maatwerk per gebied of wijk keerplaatsen in het centrum, rond OV-knooppunt- inderdaad noodzakelijk. en en in woonwijken". Het metrostation Oostplein en Kralingse Zoom kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Ook zal er een fietsparkeerplan voor Kralingen-Crooswijk opgesteld dienen te worden.
Reactie De gebiedscommissie vraag aandacht voor het feit dat dit gebied een groot aantal oplaadpunten kent en een zeer hoge parkeerdruk. Dit geeft spanningen in de wijk. Het huidige uitgiftebeleid oplaadpunten is 3 jaar oud en toe aan vernieuwing.
20
Afzender
19
Nr
Gebiedscommissie Kralingen-Crooswijk
Clean Tech Delta
70
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Antwoorden "In het MJPV en het uitvoeringsprogramma verkeersveiligheid zal nadrukkelijk aandacht zijn voor verkeersveiligheid bij scholen Bij elk verkeerskundig ontwerp staat veiligheid voorop. Als dit in uw gebied niet voldoende is op bepaalde gebieden zal dit verder moeten worden onderzocht.Mogelijk komen we hiervoor bij u terug, u kunt ook verder detailleren als input op het fietsplan, dat momenteel in de maak is." Om een grote rol te blijven spelen in de nationale, In de RMA wordt uitgegaan van aanEuropese en mondiale economie moet het Rotleg van de A4-Noord, de A16/13 en de terdamse havengebied zich kunnen ontwikkelen. Blankenburgverbinding. In het SVP Cruciale aspecten hierbij zijn infrastructuur en mo- zal -uitgaande van deze uitbreidinbiliteit. De hoge belasting van de infranetwerken gen- nagegaan worden hoe de vertrekt echter een zware wissel op de bereikbaarheid keerscirculatie op het wegennetwerk van de regio. Tegelijk zijn de verkeersaders in de van stedelijke hoofdwegen en de Ring regio kwetsbare verbindingen. Infrastructurele zo goed mogelijk vorm gegeven kan oplossingen zijn noodzakelijk als gevolg van de de worden. Daarbij wordt onder meer ook groei van de haven. gekeken naar de effecten van extra (stedelijke) oeverkruisingscapaciteit.
Reactie De gebiedscommissie Kralingen-Crooswijk vraagt aandacht voor verkeersveilige en fietsveilige oversteekplekken met name rondom scholen. Verkeersveiligheid is een groot goed en in het bijzonder jonge verkeersdeelnemers dienen extra beschermd te worden.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
71
Afzender
Clean Tech Delta
Nr
20
Reactie In het kader van Maasvlakte 2 zijn bovendien ambitieuze afspraken met Milieu Defensie gemaakt over het vrachtvervoer op, van en naar het gebied. Slechts 35% mag over de weg, 45% over het water (binnenvaart) en 20% over het spoor. Dit betekent dat bij een beoogde verdrievoudiging van het aantal containers er een grote reductie ten opzichte van het huidige aandeel vrachttransport over de weg moet worden gerealiseerd. Dit betekent dat alle maatregelen in modal split, verkeersmanagement en duurzaamheid “uit de kast moeten worden gehaald” om deze doelen te behalen en/of te compenseren Ketenintegratie met name de (maritieme) ketenregie, is een punt waarin de regio een grote rol kan spelen. Dit interventiepunt komt voort uit de combinatie van de hoge toegevoegde waarde van regieactiviteiten en de mogelijke loskoppeling van economische ontwikkeling en fysieke doorstroom. Wij horen graag welke concrete suggesties u heeft. Mogelijk kan dit een rol spelen in het SVP.
Antwoorden Eens; het gros van de inspanningen komen aan de orde in de implementatie van de Havenvisie 2030 en verder wordt de opgave meegenomen in het opzetten van het programma Beter Benutten-vervolg.
20
Nr
Afzender
Clean Tech Delta
72
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie "De programmatische aanpak voor de sterke sector infra en mobiliteit kent drie focusgebieden die zijn gericht op het opbouwen van kritische massa op bijvoorbeeld brandstof, vervoermiddel en/of mobiliteitsmanagement: - vervoer over water met focus op het stedelijke gebied - binnenstedelijke duurzame mobiliteit, inclusief overstappunten - duurzame personen- en vrachtvervoer (met een verdere toespitsing op 'the sustainable highway of the future' en multimodale transportoplossingen)" De geschetste uitvoering van de RMA 20152018 zal de verkeers- en vervoersstromen en de daaraan verbonden consequenties in de Rotterdamse stedelijke omgeving zeker verbeteren. Vraag is echter hoe toekomstvast nu het accent wordt gelegd op de “hardware”: het verbeteren van infrastructuur (routes en knooppunten) en OV voorzieningen. Het stimuleren van de “software” en de “orgware” is in onze ogen effectiever en toekomstbestendiger omdat de afhankelijkheid van langetermijninvesteringen minder dominant is. Het in de tijd flexibel gebruiken van voorzieningen maakt dat Rotterdam beter en slimmer kan inspelen op veranderende omstandigheden dan hardware die minstens een decennium mee moet gaan vanuit economisch perspectief. In de uitwerking van de RMA (met name naar het SVP) zal zowel de gekeken worden naar de toekomstvastheid van de structuur van het vervoersnetwerk als naar de zoals u noemt "soft- en orgware" van het systeem; wat het laatste betreft maken we dankbaar gebruik van de expertise en ervaringen van de Verkeersonderneming, zowel waar het gaat om de marktplaats voor mobiliteit als het werken met verschillende databronnen (w.o. real time data). We willen daarnaast graag met u in gesprek over in hoeverre uw gedachten in deze meegenomen kunnen worden in de uitwerking van de RMA.
Antwoorden De focusgebieden zijn alle in beeld in de RMA en de uitwerking in de diverse deelplannen. We nodigen u uit aan de uitwerking van de RMA uw bijdrage te leveren.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
73
Afzender
Clean Tech Delta
Nr
20
Reactie Antwoorden Flexibel gebruik betekent dat dynamisch kan zie reactie hiervoor worden geoptimaliseerd door als “mobiliteitsecosysteem” te weten wie, wanneer, hoe en waarom men voornemens is te reizen. Zo kan de collectieve, geaggregeerde vervoersvraag worden vastgesteld, waarop individuen vervolgens hun keuze kunnen aanpassen. Hoe bereid is een mobilist om een bepaalde kwaliteit en kosten aan zijn reis te koppelen? De geaggregeerde vraag is informatie die nu ontbreekt om passende en verantwoorde mobiliteitskeuze te kunnen maken. Naast de geaggregeerde vraag is ook de beschik- zie reactie hiervoor bare capaciteit van belang. Deze hangt af van de beschikbaarheid van de capaciteit van de verschillende modaliteiten (infra en vervoersmiddelen), maar ook van bv het weer. Het op korte termijn kunnen voorspellen van mismatch tussen vraag en aanbod is van belang om effectief te kunnen sturen. Het gebruik van real time big data is hier de sleutel omdat dit inzage geeft en om te zetten is in relevante en effectieve stuurinformatie voor zowel de aanbieders (publiek en privaat) als de gebruikers.
20
Nr
Afzender
Clean Tech Delta
74
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Antwoorden Effectieve informatie is informatie die past bij het zie reactie hiervoor individu: bruikbaar en relevant, op de juiste tijd en plaats. Het personaliseren en individualiseren van informatie is essentieel om effect te kunnen hebben. In-car (of on-bike) informatie is effectief gebleken in het verbeteren van doorstroming en routering. Kennis en kunde van het mobiliteitsgedrag is vereist om dit te kunnen en de effectiviteit van maatregelen te vergroten. Ruimte bieden aan nieuwe initiatieven van burgers zie reactie hiervoor en marktpartijen via het toegang bieden tot betrouwbare data kan goed middels het KennisLoods initiatief. Zorg dat er goede “informatiehalffabricaten” beschikbaar zijn die kunnen worden gebruikt om initiatieven te ontplooien en echt een proeftuin of living lab omgeving. Dit zal een aantrekkelijke werking hebben op startups die op deze manier met waardevolle gedeelde faciliteiten worden bediend, hetgeen zal leiden tot hoogwaardige bedrijvigheid en exportwaarde. De onvermijdelijke toename in e-commerce en de zie reactie hiervoor daaraanverbonden vervoersbewegingen zijn onderbelicht danwel onderschat in de RMA. Het combineren van reisknooppunten met afhaalpunten is een unieke kans voor Rotterdam. Een onderzoek naar het potentieel daarvan wordt aanbevolen.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
75
Afzender
Gebiedscommissie IJsselmonde
Nr
21
Reactie De gebiedscommissie Ijsselmonde heeft zich verbaasd over het ontbreken van enige aandacht voor de mobiliteitsvraagstukken op Rotterdam Zuid in het algemeen en die voor IJsselmonde in het bijzonder. Het onderliggend wegennet op Zuid staat sinds geruime tijd onder druk. De ver/nieuwbouw van het Stadion, de aanleg van de Sportcampus en het vereiste verkeerscirculatie- en parkeerplan alsmede uw visie op de OV modaliteit in relatie tot het nieuwe stadion en haar bezoekers hebben wij niet mogen aantreffen. De gebiedscommissie ondersteunt de ambitie om van Rotterdam een heuse fietsstad te maken. Dit vereist daarentegen wel dat het fietspadennetwerk op de linker Maasoever wordt aangepast cq uitgebreid worden om aan uw doelstellingen te kunnen voldoen. Het door u genoemde aandachtspunt het fietspadennetwerk op Zuid, waaronder de maaswijdte en kwaliteit van de fietsroutes, vormen een belangrijjk onderwerp in het fietsplan en zullen worden meegenomen in de uitwerking. Hierbij is maatwerk per gebied of wijk noodzakelijk. Mogelijk komen we hiervoor bij u terug.
Antwoorden De RMA is op het punt van de onderbelichting van gebiedsspecifieke kwesties in algemene zin aangepast (par 1 en 3.2); concretisering (in dit geval vwb de mobiliteitsvraagstukken op zuid, waaronder o.m. de vervoersarmoede) zal plaatsvinden in de uitwerking van de RMA in de verschillende deelplannen. De ontwikkelingen rond Stadionpark zullen daarin worden meegenomen.
22
Nr
Afzender
VNO-NCW, mede namens R10, Detlalinqs, MKB Rotterdam, Erasmus MC, Rabobank Rotterdam, EVO, TLN
76
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Antwoorden In de RMA is een van de vijf hoofdthema's "Bereikbaarheidskwaliteit motor voor ruimtelijk-economisch ontwikkelingen"; voor het wegennet wordt uitgegaan van aanleg van e A4, de A16/13 en de Blankenburg-verbinding. De toekomstvastheid van het vervoersnetwerk (w.o. het hoofdwegennet) op de lange termijn wordt tenslotte bekeken in het in de tweede helft van dit jaar op te starten MIRT-onderzoek "Bereikbaarheid Rotterdam-Den Haag. Niet alleen goede bereikbaarheid en goede ver"Eens, met dien verstandfe dat wij met keersdoorstroming moeten centraal staan bij name ook streven naar een betrouwde toekomstige herinrichting van de stad (City bare reistijd als het gaat om de doorLounge). Ook het bevoorradend verkeer moet stroming. in de toekomst de (binnen)stad efficiënt en verVerkeersveilige bevoorrrading is een keersveilig kunnen bereiken. belangrijk punt bij de inrchting van winkelgebieden. " We zien in de agenda nadrukkelijk dat duurIn onze ogen gaat het bij duurzame zaamheid belangrijk is, hetgeen we ook zeer mobiliteit om toepassing van het peoondersteunen. We zouden graag zien alle partijen ple-planet-profit principe en is de (econdaaraan bijdragen (niet alleen de logistieke sector) omische) bereikbaarheid daar dus een en dat de bereikbaarheid niet naar de achtergrond onverbrekelijk onderdeel van. En ook verdwijnt. wij zien graag dat alle partijen in dat kader een bijdrage leveren en zullen U in enigerlei vorm bij de uitwerking van de RMA betrekken.
Reactie Meer in het algemeen maken we ons als gezamenlijk bedrijfsleven zorgen om de bereikbaarheid van de stad en de economische kernen. Het direct bovenliggend wegennet en de doorstroming van de ruit leidt tot relatief (zie landelijke file top 10) veel vertraging en schade. Graag zouden we zien dat deze problematiek en de urgentie daarvan meer nadrukkelijk benoemd en in relatie gebracht worden met de mobiliteitsagenda.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
77
Afzender
VNO-NCW, mede namens R10, Detlalinqs, MKB Rotterdam, Erasmus MC, Rabobank Rotterdam, EVO, TLN
Nr
22
Antwoorden De besluitvorming over de Milieuzone is onderdeel van het proces van vaststelling van de koersnota "Luchtkwaliteit". In zijn algemeenheid zijn wij voorstander van het benutten van experimenten c.q een living-lab aanpak.
Uw inzet op dit vlak is bij als een van de founding-mothers van de Verkeersonderneming bekend en wij zullen daar zeker op aanhaken en -wanneer mogelijk en gewenst- aan bijdragen. We zien nog substantiële kansen om met vervoer Wij onderschrijven uw opmerkingen in over water een serieuze bijdrage te leveren aan ef- deze ficiency in het woon /werk verkeer. Met betrokkenheid van het bedrijfsleven wordt daar reeds over nagedacht. De Verkeersonderneming wil op dat dossier graag kwartierwaken. We vragen voorts om een zo consistent mogelijk beleid Het bedrijfsleven werkt meer en meer flexibel. Dit Idem biedt kansen voor ook flexibeler en slimmer reizen. Ten aanzien van Openbaar Vervoer zien we graag dat bediening met haar tijd meegaat en dat met aasbieders tot innovatie kan worden gekomen.
Reactie Wat betreft de in de mobiliteitsagenda genoemde aanpassing van de milieuzone geven wij aan vooral in te willen zetten op de aanpak uit de Green Deal Zero Emission Stadslogistiek, namelijk dat gemeenten en bedrijfsleven de komende jaren gezamenlijk met positieve maatregelen het experimenteren met alternatieve aandrijfvormen in een `living lab' stimuleren. Het netwerk R10 (gefaciliteerd door de Verkeersonderneming) heeft per slot een programma waarin duurzame mobiliteit bij werkgevers gestimuleerd wordt en waar u op kan aanhaken.
22
23
Afzender
Gebiedscommissie Overschie
Nr
VNO-NCW, mede namens R10, Detlalinqs, MKB Rotterdam, Erasmus MC, Rabobank Rotterdam, EVO, TLN
78
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Met bovengenoemde reflectie geven we aan op optimale afstemming met stakeholders in relatie tot. nieuwe en vigerende programma's belangrijk te vinden zodat we een constructieve en betrouwbare samenwerking behouden. Hierbij nodigen wij u uit ons daarin te betrekken. Gebiedscommissie Overschie pleit voor een duidelijke financiële paragraaf, hetzij in de RMA, hetzij in de deeluitwerkingen. Het is wenselijk om, in samenhang met de financiële paragraaf, relevante kwantitatieve doelstellingen in de deeluitwerkingen op te nemen, teneinde daarmee de toetsbaarheid van het beleid te verbeteren. Ten slotte zouden wij het toejuichen als er concrete uitvoeringsprogramma's per deeluitwerking worden opgesteld.
Reactie De P+R is mede op aangeven van gemeenten sterk in het mobiliteitsbeleid van werkgevers opgenomen met dito effecten. Verhoging van de P+R tarieven frustreert dit beleid en de gewenste effecten.
"Het gaat bij de RMA om een koepelnota , waarin de hoofdpunten van het beleid, van de koers die wij als College willen varen, is neergelegd. In de uitwerking naar de verschillende deelplannen worden de consequenties daarvan in programmatische en financiële zin helder. Naast een meerjarenplan verkeerveiligheid (MJPV) stellen we een jaarlijks bij te stellen uitvoeringsplan verkeersveiligheid op. "
Antwoorden Op drie P+R-voorzieningen krijgt een reiziger die verder reist met het OV minder korting, waardoor hij nu 2 euro per keer moet betalen.B&W heeft de afspraak gemaakt om de effecten te monitoren en in het najaar te onderzoeken wat de structurele effecten zijn. Zoals eerder aangegeven zult U worden betrokken in de uitwerking en implementatie in verschillend denkbare vormen van samenwerking (van meedenken tot co-creatie)
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
79
Afzender
Gebiedscommissie Overschie
Nr
23
Reactie Er lopen veel belangrijke fietsroutes door het grondgebied van Overschie, in het overgangsgebied van stad en ommelanden. Er bestaan nog verschillende ontbrekende schakels, zowel in de utilitaire als in de recreatieve routes (zie nota). Daarnaast is in het proces rond de inpassing van de A13/A16 een belangrijk aandachtspunt dat er aantrekkelijke, rechtstreekse fietsverbindingen richting de gemeente Lansingerland gecreëerd worden. Verder ondersteunen wij het voornemen in de RMA om stallingsvoorzieningen bij OV-haltes en stations te verbeteren, goede laadvoorzieningen voor ebikes te creëren en het aanbod van OV-fietsen uit te breiden naar niet NS-stations. Wellicht lenen de RandstadRail-stations Meijersplein en Blijdorp zich hiervoor. Een andere manier om mensen te motiveren om de auto vaker te laten staan, is het instellen van een regeling om met een aanzienlijke korting een tweewieler (fiets, ebike of elektrische scooter) aan te schaffen. Ruim de helft van de deelnemers aan het Digitaal Burgerpanel Overschie (55%) gaf in 2014 aan interesse te hebben in zo'n regeling. Dit onderwerp zal verder worden onderzocht in de uitwerking van het fietsplan. Mogelijk komen we hiervoor bij u terug.
Dit onderwerp zal verder worden onderzocht in de uitwerking van het fietsplan. Mogelijk komen we hiervoor bij u terug.
Antwoorden Dit onderwerp zal verder worden onderzocht in de uitwerking van het fietsplan. Mogelijk komen we hiervoor bij u terug of kunt u dit zelf al conreter aangeven als input op het fietsplan. Daar was het project A13/16 bestaande fietsroutes naar Lansingerland beïnvloedt, worden deze hersteld en waar mogelijk verbeterd.
23
Nr
Afzender
Gebiedscommissie Overschie
80
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Antwoorden Tot slot is een andere belangrijke manier om het fi- Bij elk verkeerskundig ontwerp staat etsgebruik verder te stimuleren, het verbeteren van veiligheid voorop. Als dit in uw gebied de fietsveiligheid (zie nota voor probleemlocaties). niet voldoende is op bepaalde gebieden zal dit verder moeten worden onderzocht. Mogelijk komen we hiervoor bij u terug. In het MJPV is een verkeersveilige Vanwege de kwetsbaarheid van kinderen in het schoolomgeving een van de speerpuntverkeer is het belangrijk om extra aandacht voor veilige schoolomgevingen te hebben. Uit de partic- en ipatie is gebleken dat ook in Overschie, net als in veel andere gebieden, er veel verkeersdrukte is bij het aan- en uitgaan van de scholen, en dat daarbij regelmatig verkeersonveilige situaties ontstaan. Bij het meldpunt Verkeersveiligheid Overschie is in november 2014 de onveiligheid op Baanweg nabij Albert Schweitzerschool als probleemlocatie aangemeld. De aanpak van de onder het kopje verkeersveilWe stellen jaarlijks een uitvoeringigheidsplan genoemde probleemsituaties (zie brief splan Verkeersveiligheid op en bepald.d. 17 februari 2015) zien wij graag zo concreet en samen met de gebiedscommissies mogelijk in het uitvoeringsprogramma van het welke van de aangedragen verkeerssitverkeersveiligheidsplan. Graag leveren wij een bij- uaties het meest urgent en kansrijk zijn, drage aan het uitwerken van passende maatrege- om aan te pakken. len en concrete oplossingen voor deze specifieke situaties.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
81
Afzender
Gebiedscommissie Overschie
Nr
23
Reactie Het voornemen is onder meer om in het gebied binnen de Ring te komen tot een evenwichtiger balans tussen de doorstroming enerzijds en de kwaliteit van de leefomgeving anderzijds. Wij pleiten ervoor om er bij het uitvoeren van het daarvoor benodigde onderzoek wel op toe te zien dat hier geen negatieve bij-effecten uit voort zullen gaan vloeien in de gebieden buiten de Ring die eveneens reeds aanzienlijk belast zijn met lucht- en geluidhinder. In het uit te voeren onderzoek wordt tevens gekeken naar het samenhangende hoofdwegennet in stad en regio inclusief de Ring. Aangezien de A20 en het Kleinpolderplein in Overschie gelegen zijn en daar invloed hebben op de verkeersstromen en de luchtkwaliteit in Overschie, worden wij graag bijtijds bij het onderzoek betrokken. Bij het kijken naar het totale volume van het autoverkeer in de stad en naar de mogelijkheden om dit te reduceren, zou ook aan niet-verkeersmaatregelen gedacht kunnen worden, bijvoorbeeld aan het creëren of stimuleren van voldoende goede flexwerkplekken in de stad. [...] Ook zouden, via bouw- en bestemmingsplannen, investeringen in woningen met mogelijkheden tot werken aan huis actiever gestimuleerd kunnen worden. Uw suggesties worden meegenomen bij de voorbereiding van het SVP
U zult in uw rol als adviseur worden betrokken bij de uitwerking van de RMA in de verschillende deelplannen.
Antwoorden De uitwerking van genoemd voornemen vindt plaats in het SVP; wanneer gesproken wordt over een evenwichtige balans tussen doorstroming en kwaliteit van de leefomgeving dan geldt dat ook voor de gebieden buiten de Ring.
23
Nr
Afzender
Gebiedscommissie Overschie
82
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Openbaar-vervoerplan: In de vier deeluitwerkingen die nu opgesteld worden komt het openbaar vervoer niet of slechts gedeeltelijk aan de orde. Wij pleiten ervoor om hier een vijfde deelplan aan toe te voegen, namelijk een deeluitwerking voor openbaar vervoer. In het gebiedsplan Overschie is openbaar vervoer als knelpunt opgevoerd. Het OV is in Overschie namelijk zwak ontwikkeld. Dat bleek niet alleen uit de diverse participatietrajecten, ook uit de SWOT-analyse en het Wijkprofiel komt dit naar voren. Voor onderbouwing zie brief d.d. 17 februari 2015. Het is gewenst dat alsnog een vorm van OV-bediening in Park 16Hoven ingevoerd wordt, zodat aan gebruikers en aan huidige en nieuwe bewoners een halte binnen redelijke loopafstand van de woning kan worden aangeboden. Het feit dat in de nieuwe woonwijk Park 16Hoven zelf veel dagelijkse voorzieningen niet aanwezig zijn, en aan de oostzijde de hoofdverzamelweg G.K. Van Hogendorpweg gelegen is, betekent dat de woonwijk Park 16Hoven onderdeel uitmaakt van de bestaande woonkern van Overschie. Dit betekent dat de verknoping daar goed en veilig op ingericht moet zijn. idem
idem
Wordt meegenomen bij de voorbereiding van het SVP
Antwoorden Vooralsnog neigen wij niet tot een apart openbaar vervoerplan en nemen we het openbaar vervoersaspect mee in de voorbereiding van het SVP.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
83
Afzender
Gebiedscommissie Overschie
Nr
23
Reactie Voor de langere termijn is een hoogwaardige OV-verbinding tussen Schiedam en Prins Alexander, die de op die as aanwezige woongebieden en economische en maatschappelijke functies goed met elkaar verbindt, essentieel voor een sterke ontwikkeling van de noordrand van Rotterdam. Over deze zaken zijn in het kader van het gebiedsplan procesafspraken met uw college gemaakt. Wij bevelen aan om ook deze zaken in de deeluitwerking over openbaar vervoer op te nemen. In onze ogen zou de nieuwe wijk Park 16Hoven zich goed lenen voor een experiment met innovatieve vormen van last-mile-transport. Wij bevelen aan om het uitvoeren van een dergelijk experiment in met name deze wijk te bevorderen. De vervoersautoriteit MRDH heeft onlangs geconcludeerd dat realisatie van de eerder beoogde tramverbinding tussen Delft en Rotterdam, die via de luchthaven zou gaan, binnen afzienbare termijn niet haalbaar is. Wij bevelen aan om deze optie voor de langere termijn echter wel in beeld te houden, aangezien het OV in de toekomst in toenemende mate over rails en in afnemende mate over de weg zal verlopen. De MRDH-rapportage bevat een aantal aanbevelingen, die de komende periode uitgewerkt zullen worden. Daarnaast zullen wij in het kader van het SVP de bereikbaarheid op de langere termijn van het vliegveld en de ontwikkelingen eromheen op de agenda houden.
Dit onderwerp zal verder worden onderzocht in de uitwerking van het fietsplan en het SVP. Mogelijk komen we hiervoor bij u terug.
idem
Antwoorden
23
Nr
Afzender
Gebiedscommissie Overschie
84
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Voor de kortere termijn zal ingezet moeten worden op verbetering van de huidige busverbindingen tussen o.a. De TU-campus, de luchthaven en RandstadRail. Wij verzoeken u om in het genoemde onderzoek als randvoorwaarde aan te houden dat maatregelen tot verbetering van deze ontsluiting niet tot direct of indirect gevolg mogen hebben dat de huidige OV-bediening van de woonkern van Overschie gereduceerd wordt. Wij bevelen aan om bij het zoeken naar betere busverbindingen tussen de TU-campus en de luchthaven ook het belang tot verbetering van de OV-bereikbaarheid van Hofwijk (begraafplaats en crematorium), met name in de weekenden, te betrekken. Wij verzoeken u om de argumenten uit onze adviesbrief van 29 januari 2015 over de Koersnota Luchtkwaliteit te betrekken bij uw gedachtevorming over de aanpak van de A13-kwestie. De besluitvorming en de bijbehorende afwegingen rond de A16/13 kennen een eigen traject
idem
Antwoorden Uw suggesties worden meegenomen bij de voorbereiding van het SVP
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
85
Nr
23
24
Afzender
Gebiedscommissie Overschie
Q-park
Hoewel Q-Park voor een vergrote leefbaarheid en luchtkwaliteit van het centrum van Rotterdam is, kunnen de voorgestelde plannen zoals deze nu in de Parkeernota gepresenteerd, door het verkleinen van de verkeerscapaciteit op de Coolsingel, de bereikbaarheid van twee Q-Park parkeerfaciliteiten in het centrum sterk benadelen. Daarom wil Q-Park graag mee denken en goede oplossingen aan kunnen bieden voor het parkeerplan voordat dit voor besluitvorming wordt aangeboden.
Reactie Uw inhoudelijke reactie op de diverse onderdelen uit dit advies zien wij graag tegemoet. Wij vertrouwen erop dat u ons advies zult verwerken in de definitieve RMA 2015-2018, dat aan de Gemeenteraad ter vaststelling zal worden aangeboden. Bij voorbaat zeggen wij u daarvoor onze hartelijke dank. Graag bieden wij aan om de komende maanden een actieve rol te vervullen bij de uitwerking en concretisering van deze agenda in de verschillende deelplannen.
Antwoorden "Zoals U hiervoor hebt kunnen constateren worden uw suggesties grotendeels meegenomen in de uitwerkingvan de RMA in een viertal deelplannen. In die processen de komende periode zult u betrokken worden. Bij het opstellen van het verkeersveiligheidsplan (MJPV) zijn alle gebieden bezocht en is opgehaald wat hun aandachtspunten met betrekking tot de verkeersveiligheid zijn. We stellen jaarlijks een uitvoeringsplan Verkeersveiligheid op en bepalen samen met de gebiedscommissies welke van de aangedragen verkeerssituaties het meest urgent en kansrijk zijn, om aan te pakken. " "Bij de vraag hoe om te gaan met de Coolsingel is de bereikbaarheid van de verschillende parkeergarages een belangrijk item. Wanneer dit aan de orde is, zult U als stakeholder op enigerlei wijze betrokken worden in de aanloop naar de besluitvorming. Parkeerplan: Q-Park wordt betrokken voordat definitieve besluitvorming plaatsvindt."
25
Afzender
24
Nr
Q-park
Gebiedscommissie Noord
86
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Wij vragen uw uiterste inspanning om de luchtkwaliteit aan de Schieweg/Schiekade, maar ook aan de Statenweg, dermate te doen verbeteren dat ze nog deze collegeperiode van de lijst met luchtvervuilde straten af kunnen.
Alternatieve accommodatie mogelijkheden aanbieden voor de straat parkeerplekken die zullen vervallen.
Reactie Het aanbieden van (P+R) accommodaties aan het zuidkant van de Maastunnel zoals in Zuidplein. Gezien de goede OV verbinding met Zuidplein, kan deze locatie een aantrekkelijke accommodatie zijn voor forensen of klanten die door de werkzaamheden van de Maastunnel verhinderd zijn het centrum te bereiken. Het aanbieden van (P+R) accommodaties aan de noordkant van de Maastunnel zoals in de Schiecentrale. Een verder vervoer met bussen of watertaxi’s behoort tot eventuele mogelijkheden. Mee denken over het aan te bieden aantal oplaadpunten in Q-Park faciliteiten om voor een verhoogde luchtkwaliteit te zorgen. Goed dat Q-park mee wil denken. Wij zien op dit moment mogelijkheden in parkeergarages waar wij als gemeente ook gebruik van maken (vb de Rotterdam). Parkeerplan: Q-Park wordt betrokken bij Parkeerplan en tevens gevraagd mee te denken over alternatieve accommodatie van parkeerders die nu op straat staan. Verbetering van de
zie reactie hiervoor, met name in relatie tot groot onderhoud van de Maastunnel
Antwoorden De lokatie Zuidplein is in zijn algemeenheid, en in relatie tot het toekomstige groot onderhoud van de Maastunel, intteressant als P&R-voorziening
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
87
Afzender
Gebiedscommissie Noord
Nr
25
De route Straatweg/Bergweg/Walenburgerweg is een belangrijke en drukke fietsroute, vooral voor scholieren, maar qua voorzieningen is die onder de maat. Wij adviseren u om langs die hele route, waar het wegprofiel dat toelaat, vrijliggende fietspaden te realiseren. De geplande herinrichting van de Bergweg is een kans om op die plek echt iets te betekenen.
Het stimuleren en ondersteunen van subsidies voor de aanschaf van fietsen heeft een positief effect op de keuze voor de fiets in plaats van de auto.
Reactie Doorgaande routes als de Schieweg, Bergweg, Walenburgerweg, Stadhoudersweg, Statenweg en de Zaagmolenstraat zouden makkelijker oversteekbaar en fietsvriendelijker moeten worden.
Antwoorden "Uw suggestie wordt meegenomen bij de voorbereiding van het SVP en het fietsplan. We stellen jaarlijks een uitvoeringsplan Verkeersveiligheid op en bepalen samen met de gebiedscommissies welke van de aangedragen verkeerssituaties het meest urgent en kansrijk zijn, om aan te pakken. De genoemde situatie hebben daarbij onze aandacht." Er ligt inderdaad een directe relatie tussen het fietsbezit en de mate waarin de fiets gebruikt wordt; desalniettemin zijn wij niet van plan het fietsbezit via subsidies te stimuleren. De door u genoemde aandachtspunten, waaronder de maaswijdte en kwaliteit van de fietsroutes, handhaving, weesfietsenbeleid, stallingsmogelijkheden en fietsroutes naar scholen, vormen een belangrijjk onderwerp in het fietsplan en zullen worden meegenomen in de uitwerking. Hierbij is maatwerk per gebied of wijk inderdaad noodzakelijk. Mogelijk komen we hiervoor bij u terug.
25
Nr
Afzender
Gebiedscommissie Noord
88
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Antwoorden Op sommige kruispunten in ons gebied, zoals aan Zie hierboven de Gordelweg/Bergweg ontstaat ruimtegebrek voor fietsers. Wij zouden graag zien dat er een programma komt om dergelijke lokale problemen op te lossen door plaatselijk meer opstelruimte te maken. Acties voor verantwoordelijk fietsgedrag en hand- Zie hierboven having/boetes op specifieke punten zijn gewenst. In Noord zouden we de prioriteit in de handhaving willen leggen bij het negeren van rode stoplichten door fietsers, zoals bij de oversteken van de Schieweg/Schiekade (dagelijks gebeuren daar bijna ongelukken). Ook willen we handhaving van het fietsverbod in een paar drukke voetgangersgebied, en meer aandacht voor hard fietsen op de stoep en tegen het verkeer in. Wij adviseren u om in heel Noord een hogere pri- Zie hierboven oriteit te geven aan het voorkomen en verwijderen van weesfietsen en fietswrakken. Zeker in studentenwijk Bergpolder, maar ook in andere delen van Noord, moet gezocht worden naar manieren om fietseigenaren over te halen hun fietswrak niet in de openbare ruimte achter te laten. Wij willen meer dan alleen af en toe een campagne, we willen dat de gemeente binnen de targets van een schone stad hier een structurele aanpak voor ontwikkelt.
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
89
Afzender
Gebiedscommissie Noord
Nr
25
Reactie De doorgaande fietsroute naar Den Haag mist een goede aansluiting tussen Noord en Schiebroek. […] Het voormalige viaduct over de A20, het staartje van de Hofbogen, zou ideaal zijn als oversteek voor een fietssnelweg tussen Schiebroek/ Berkel/Pijnacker/Den Haag en Rotterdam. (zie brief d.d. 20-02-2015 voor gedetailleerd voorstel) De noordzijde van Rotterdam Centraal heeft naar onze mening onvoldoende stallingsmogelijkheden. Veel fietsers zijn niet bereid om hun fiets onder het stationsplein aan de voorzijde te stallen. De smalle straten rondom het station slibben dicht door lukraak geparkeerde fietsen. Wij vragen u daarom iets aan dit probleem te doen. Wij zien de laatste jaren problemen ontstaan in het parkeren van bakfietsen. Wij vragen u om in het ontwerp van de buitenruimte in woonstraten en rond winkelcentra en OV-punten hier rekening mee te gaan houden. Fietsers zijn in het verkeer een zeer kwetsbare groep. Wij vragen u uw aanpak voor verkeersveiligheid en de aanpak van de blackspots door te zetten. In het Meerjarenplan Verkeersveiligheid (MJPV) zijn kwetsbare verkeersdeelnemers, waaronder fietsers een prioriteit. De blackpsot aanpak zullen wij onverminderd voortzetten.
Zie hierboven
Zie hierboven
Antwoorden Zie hierboven
25
Nr
Afzender
Gebiedscommissie Noord
90
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Ook in Noord worden nog veel kinderen met de auto naar school gebracht. Dit zorgt voor verkeersopstoppingen in woonwijken, een slechtere luchtkwaliteit en te weinig lichaamsbeweging en verkeerservaring bij kinderen. Door in te zetten op voorzieningen en gemak voor fietsers bij scholen kan hier fietsgebruik worden gestimuleerd. (zie brief d.d. 20-02-2015 voor gedetailleerd voorstel) De gebiedscommissie en gebiedsorganisatie Noord gaan ouderencommissies van de scholen in Noord benaderen om samen verbeterpunten te formuleren. In het kader van 'jong geleerd, oud gedaan' zou de doelstelling moeten zijn dat zoveel mogelijk kinderen met de fiets of lopend naar school moeten kunnen gaan. Hiermee kan een gedragsverandering bewerkstelligd worden waar Rotterdam nog vele jaren van kan profiteren.
Reactie Langs de belangrijke doorgaande routes hebben wij, daar waar dat kan, een voorkeur voor vrijliggende dubbelzijdige fietspaden. Op het traject Schieweg/Schiekade en Stadhoudersweg/Bergselaan zijn er verbetermogelijkheden.
Hulde voor uw initiatief. Hoe de fietscultuur te bevorderen zal ook verder worden onderzocht in de uitwerking van het fietsplan. Mogelijk komen we hiervoor bij u terug.
Antwoorden De door u genoemde aandachtspunten, waaronder de maaswijdte en kwaliteit van de fietsroutes, handhaving, weesfietsenbeleid, stallingsmogelijkheden en fietsroutes naar scholen, vormen een belangrijjk onderwerp in het fietsplan en zullen worden meegenomen in de uitwerking. Hierbij is maatwerk per gebied of wijk inderdaad noodzakelijk. Mogelijk komen we hiervoor bij u terug. Zie hierboven
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
91
Afzender
Gebiedscommissie Noord
Gebiedscommissie Delfshaven
Nr
25
26
De door u genoemde onderwerpen, waaronder fietsroutes naar scholen, handhaving, weesfietsenbeleid en ook stallingsmogelijkheden bij woningen vormen een belangrijjk onderwerp in het fietsplan en zullen worden meegenomen in de uitwerking. Zie hierboven
Antwoorden Zie hierboven
De buitenruimte is nog lang niet altijd ingericht op het toenemende gebruik van fietsen rond metrostations en in woonwijken. Een deel van de opgave kan liggen in scherpere handhaving (en verwijdering) van verweesde fietsen. Kijk ook hoe bestaande parkeergarages auto's van Zie hierboven de straat kunnen halen om vervolgens die parkeerplekken voor fietsparkeren en groen om te wisselen.
Reactie Met de groei van het fietsverkeer groeit ook de behoefte aan hoogwaardige stalling en aan straat-fietsparkeren. Als we willen dat bewoners de auto laten staan en de fiets gaan zien als een serieuze vervoersmogelijkheid, zullen we de mogelijkheden moeten scheppen die fiets veilig te stallen. Zonder die mogelijkheid zal een grote groep mensen nooit een fiets aanschaffen die een alternatief is voor de auto. Ruim baan voor de fiets is een insteek die de gebiedscommissie aanspreekt. Naast snelle fietsroutes achten wij in Delfshaven ook veilige fietsroutes van belang voor het gebied. Dat kan fietsverkeer richting scholen in positieve zin stimuleren en autoverkeer terugdringen.
26
Nr
Afzender
Gebiedscommissie Delfshaven
92
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Zorg dat er een snelle interactie tussen bewoner en gemeente ontstaat bij bijvoorbeeld verzoeken rond fietsnietjes en fietstrommels en wees daar dan ook ruimhartig in. Voorkom dat bijvoorbeeld voor het einde van het jaar het budget voor fietsnietjes uitgeput is. En overweeg om leegstand van (winkel) ruimtes in de wijk te benutten als buurtfietsenstallingen. In het verkeersplan is ruime aandacht voor de P&R's in Rotterdam. Het valt de gebiedscommissie op dat aan de westelijke zijde van de stad het ontbreekt aan een dergelijke voorziening. In dat licht is het interessant om te kijken in hoeverre de rand van Delfshaven hierin kan voorzien. Wellicht ook in samenwerking met Schiedam rond het OV knooppunt van Schiedam Centraal. Het verkeersplan gaat uit van een interessante transformatie naar stadsleefgebied. De gebiedscommissie deelt die richting maar is wel benieuwd naar de praktische uitwerking ervan en consequenties voor de verkeerscirculatie in Delfshaven. Ook gezien een aantal prominente oost/west en noord/zuid verbindingen die door het autoverkeer, inclusief het vrachtverkeer, intensief gebruikt worden. Suggestie wordt meegenomen bij de voorbereiding van het SVP.
Suggestie wordt meegenomen bij de voorbereiding van het SVP.
Antwoorden Zie hierboven
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
93
Afzender
Gebiedscommissie Delfshaven
Nr
26
APPM/ Goudappel Coffeng
Reactie Voor de gebiedscommissie is het nog steeds expliciet van belang te wijzen op de al eerder aangehaalde positie van de Maastunnel als onderdeel van de noord/zuid verbinding. Het ten dele afsluiten hiervan voor het doorgaande verkeer kan een interessante beweging richting de ruit op gang brengen. Tot slot is de gebiedscommissie te spreken over de aandacht voor innovatie in het stuk. Overigens zijn we hierin wel van mening dat de betrokkenheid van bewoners verder kan reiken dan alleen oplossingen in de nabije woonstraten. Een traject rond de 's Gravendijkwal toont aan dat ook bij complexe vraagstukken er interessante processen van co-creatie plaats kunnen vinden. Durf te kiezen voor de fiets in beleid, begroting en ruimtelijke inpassing. Voor het individu geldt: durf de fiets te verkiezen boven de auto. Maak fietsen in de stad vanzelfsprekend. Laat de fietser ontspannen fietsen en faciliteer hem/haar met onder andere goede infrastructuur, duidelijke bebording en prettige fletsparkeerplekken op de juiste locaties. Maak de multimodale reis naar en in de stad mogelijk door goede, aantrekkelijke parkeervoorzieningen te realiseren. Bijvoorbeeld nabij OV-opstapplaatsen of aan de randen van de stad met een Park & Bike. idem
Uw suggestie wordt meegenomen bij de voorbereiding van het fietsplan en SVP
Uw visie in deze onderschrijven wij.
Antwoorden Vermindering van de autodruk op de stad (waaronder de Maastunneltraverse) is expliciet aan de orde in het SVP; suggestie wordt meegenomen bij de voorbereiding ervan
Nr
Afzender
APPM/ Goudappel Coffeng
94
Rotterdamse mobiliteitsagenda 2015-2018
Reactie Verleid 'nieuwe' fietsers om in de stad te fietsen, speel in op gedrag. Richt je op (persoonlijke) motieven om te fietsen en neem weerstanden weg. Benadruk gewenst gedrag In campagnes en fysieke uitingen in de stad. Maak fietsen leuk en werk aan de Rotterdamse fietsbeleving. idem
Antwoorden