Rotterdam na het bombardement ref: De frustratie van een droom
Rotterdam 2007
Inleiding In september 2008 is mijn afstuderen gestart aan de Academie voor Architectuur en Stedenbouw in Tilburg. In dit laatste atelier aan de academie is door ons studenten gekozen voor af te studeren in de geografie Rotterdam centrum. Dit boekwerk laat mijn eindproductie ‘Cement’ zien een product van één jaar afstuderen. Het is de start voor een tweede stadsvernieuwing in de wijk Het Oude Westen waarbij senioren, maatschappelijke functies en semi-openbare ruimte een speerpunten zijn. Angelo Haemers
1. Rotterdam
Het stedenbouwkundig basisplan van 1946 voor de wederopbouw van Rotterdam1 centrum heeft het wonen en de industrie uit het nieuwe centrum verdreven. Volgens de ontwerpen van stedenbouwkundige Witteveen en later Van Traa moest het wederopbouwplan een groot zaken- en evenementen centrum worden, wat constante verandering in de tijd kon opvangen. Het wonen kreeg een plek aan de randen van de brandgrens en in de tuinwijken die Rotterdam rijk is. Gewerkt werd er in de haven en chemie. Nadat Van Traa met pensioen ging eind 1964, kwam het wonen in het nieuwe centrum niet van de grond. Zo lag de nadruk na de jaren van Van Traa op een gezellig centrum, renovatie vooroorlogse woningvoorraad, verdichting van de binnenstad en de Kop van Zuid. In de laatste visie van de stad Rotterdam2 wordt er ingezet op een verdubbeling van het woningaanbod in het stadscentrum dit na bijna zeventig jaar na de start van de wederopbouw. In de omliggende deelgemeenten als Delfsehaven, Feyenoord en Noord is de bevolkingsdichtheid twee maal zo hoog als in het Stadscentrum. Het centrum telt ongeveer dertigduizend inwoners bij een verdubbeling betekent dit zestigduizend inwoners wat in de buurt komt van de zeventigduizend inwoners die Delfsehaven telt. Het verschil met Amsterdam centrum is nog groter daar telt men bijna negentig duizend inwoners. Een extra impuls in de woningmarkt van Rotterdam centrum is dus geen luxe.
dan de generaties voor hen, maar niet zo heel veel minder. De individualisering die zich aan het begin van de levensloop voordoet (jongeren gaan later samenwonen) wordt nog voor leeftijd 40 teniet gedaan. Tot die leeftijd zijn de kansen om te gaan samenwonen, ook nadat
Het opleidingsniveau van ouderen in de toekomst De grote scheidslijn tussen de vooroorlogse en de naoorlogse generaties is te vinden in hun onderwijscarrière. In de jaren zestig was
manier waarop zij worden geleefd door anderen. Veel liever leven zij zelf, en richten zij hun leven in op een manier die past bij de eigen wensen en ouderen ambities.met Ambities en afhankelijkheid, dat gaat niet altijd goed samen. Figuur 3.3 Percentage middelbaar en hoger onderwijsdiploma’s 90,0 Uiteraard zullen lichamelijk gebrek en overlijden relatief meer voorkomen in seniorenstad dan in de samenleving die wij gewend zijn. 80,0 In het verzachten van het leed zijn echter informele hulpstructuren ook veel kansrijker. Een basis van het concept seniorenstad ligt tenslotte in de onderlinge zorg en redzaamheid. Dit zou een rode lijn kunnen zijn voor opvolgende 70,0 levensfasen: samen leuke dingen doen en daarna samen zorgen voor elkaar. 60,0
1986
1994 Een stad of 50,0 stadswijk voor een specieke doelgroep zoals bijvoorbeeld 55-plussers komt als typologie niet uit de lucht 2002 vallen. In de Verenigde Staten is de eerste seniorenstad al in 1960 van de 2010 grond gekomen. Waar in de Vinexlocaties 40,0 2018 denken wij dat dat niet de basis voor in principe alle soorten en typen huishoudens een woning kunnen betrekken, 2026 30,0 een seniorenstad zou moeten zijn. Seniorenstad is er voor 55-plussers. En om dat te bewerkstelligen zal één van de leefregels 20, voor seniorenstad gericht moeten zijn op een minimum leeftijd voor in ieder geval één lid van ieder huishouden. 0 Deze beperking naar leeftijd kan aan extra kracht winnen als de grenzen van de stad niet zozeer fysiek, maar vooral 10,0 psychologisch aanwezig zijn. Met andere woorden: het (sociale) woonmilieu in een seniorenstad is zó aantrekkelijk voor 0,0 de doelgroep, dat anderen zich daar minder mee willen vereenzelvigen. 56-63
64-71
72-79
80-87
88+
Bron: WBO’s, eigenliefst prognose 0.1 Maar 4 miljoen potentiële bewoners
Er is in Nederland een enorm potentieel aan 50-plussers die geïnteresseerd zijn in wonen in een seniorenstad of –wijk. Dynamiek in de derde leeftijd,VROM 2007 42,9% van de 50-plussers die wij via een tweetal enquêtes hebben benaderd geeft aan positief te staan tegenover een
seniorenstad, en 30,9% is misschien geïnteresseerd. Omgerekend naar de 5,25 miljoen 50-plussers die momenteel in ons land wonen (en die de 55-plussers van straks zijn), betekent dat een vraag van 2,25 miljoen plus 1,62 miljoen potentiële bewoners. Een enorme groep die de komende jaren nog sterk in aantal zal toenemen. tabel 0a: Interesse in wonen in een seniorenstad of -wijk N=343 aantal
ja misschien nee totaal
147 106 90 343
aandeel [%]
42,9 30,9 26,2 100,0
50-plussers [mio]
2,25 1,62 1,38 5,25
bron: Inbo, Enquête seniorenstad 2004
tabel 3d: Personen in de nabijheid gewenst naar interesse in wonen in seniorenstad n=249 geïnteresseerden+misschien aandeel [%]
Van respondenten ziet 26,2% niets in wonen in een seniorenstad. Dat 144 wil echter niet eigende kinderen en kleinkinderen 57,8zeggen dat zij de aspecten die wij invan verband brengen met seniorenstad, zoals verbondenheid, respect, ontmoetingen, mensen eigen leeftijd 113 45,4 genieten van het leven en onafhankelijkheid in combinatie met het er zijn voor anderen, niet waarderen.80Het is de 32,1 leefgemeenschap waarin geen vrienden en kennissen jongeren wonen hen niet aanspreekt. De variaties en verscheidenheid die 80 onder de groep mensen met zelfdedie manier van leven 32,1 ouderen al aanwezig is, is hen voldoende. groteniet variatie aan mensen 48 19,3 mensen met zelfde hobby's andere familie mensen met zelfde inkomen anders totaal bron: Inbo, Enquête seniorenstad 2004
58 34 28 6 591
23,3 13,7 11,2 2,4
ikOokben al heel lang bij 2004leeftijdsgroep of mensen met een enigszins vergelijkbare manier van vrienden en kennissen, met de nametijd, in dezelfde
niorenstad in nederland leven, zijn belangrijk voor de toekomstige bewoner van seniorenstad. Veel minder belangrijk is een grote variatie aan
niorenstad in nederland
mensen of het hebben van dezelfde hobby’s. Tot slot valt op dat de senioren minder hechten aan mensen met eenzelfde inkomen. Er ligt vanuit die optiek een goede kans om binnen seniorenstad te komen tot gevarieerde woonmilieus voor verschillende mensen. De doelgroep voor seniorenstad is ook meer dan de anderen geïnteresseerd in de andere mensen in hun omgeving. Zij doen niet alleen een beroep op hun directe buren, en stellen zich daar ook zelf voor open, maar ook willen zij vaker contact of samen activiteiten verrichten. Zo’n kleine 4% zou zelfs willen wonen in een één-grote-familie woonmilieu. Dat lijkt een klein aantal. Rekening houdend echter met een potentieel van bijna 4 miljoen gaat het hierbij om een doelgroep met een omvang van 150.000. Wij denken dat het het overwegen waard is om na te gaan of er kansen liggen in het realiseren van een echte één-grote-familiestad voor alleen senioren. tabel 3e: Gewenste mate van contact in de buurt naar interesse in wonen in seniorenstad N=241 geïnteresseerden + misschien aandeel [%] groeten op straat, beroep op directe buren 129 53,5 regelmatig contact 74 30,7 16 6,6 ontplooien gezamenlijke activiteiten 9 3,7 weinig, gesteld op privacy 9 3,7 dagelijks/ grote familie anders 4 1,7 totaal 241 100,0 bron: Inbo, Enquête seniorenstad 2004
groep niet 57 22 2 7 0 0 88
aandeel [%] 64,8 25,0 2,3 8,0 0,0 0,0 100,0
2. senioren 2.1 Probleemstelling Over tien jaar telt Nederland naar schatting 6 miljoen 55-plussers . De prognoses wijzen uit dat de vergrijzing blijft toenemen en de bevolking steeds ouder worden. We hebben hier te maken met een groeiende doelgroep die kritisch en draagkrachtig is. Provincies als Zeeland en Drenthe spelen hier al op in en etaleren zich als ideale leefruimte voor de oude dag. Het is een gemiste kans om een draagkrachtige bevolkingsgroep te zien vertrekken naar de omliggende provincies. Rotterdam zou zich als doel moeten stellen om de 55-plusser te binden aan de stad. Een geschikte locatie voor de dynamische ouderen is het stadcentrum met al zijn voorzieningen, cultuur en dynamiek. 2.2 Doelgroep Wat kan de 55-plusser de stad bieden, de stad zet al zijn kaarten immers in op de jongeren (2009 Rotterdam jongerenstad) en creatieve sector. De volgende generaties ouderen is er één die hoger opgeleid is dan vorige generaties. Hier ligt de kans om de tendens te doorbreken van dynamische ouderen die naar de provincies of Spaanse Costa’s vertrekken. De stad biedt immers cultuur, evenementen en voorzieningen aan, die geliefd zijn onder hoger opgeleide mensen. Het cultureel kapitaal kan met deze dynamische ouderen een boost krijgen. Culturele instellingen zijn vaak afhankelijk van fanatieke vrijwilligers en daar kunnen de dynamische ouderen een rol in spelen met hun kennis en interesse voor cultuur. De dynamische ouderen zijn het cement van de maatschappij, zij zijn sociaal begaan met de buurt. De buurvrouw past maar al te graag even op de kinderen van de alleenstaande moeder uit de straat. Waar kan je beter terecht met je studie of praktijk vragen dan bij iemand met jaren praktijk ervaring en visie. Welke sportvereniging heeft geen 55-plusser die zorgt voor de barbecue aan het einde van het seizoen. Deze groep van dynamische ouderen vullen een maatschappelijk gat op dat als vanzelf sprekend word gezien. Een middenklasse die erg geliefd is onder de verschillende gemeenten. Wie is deze toekomstige groep: -hoger opgeleid als voorgaande generaties -wilt de dynamiek en voorzieningen van de stad -een band heeft met de stad Rotterdam (werk, studie, sociale netwerken) -komt uit de lage en hoge middenklasse van de maatschappij -is 55 plus -op zoek naar een plek voor de laatste fase van het leven Waarom verhuist deze groep: -kinderen verlaten de ouderlijke woning -scheiding -behoefte aan zorg Waarom verhuist deze groep niet: -woningaanbod sluit niet aan op de wensen -het gevoel dat men er op achteruit gaat -men zolang mogelijk in de omgeving wilt blijven wonen Wat zijn de wensen: -waardering (werk, vrijwilligerswerk) -wonen op maaiveld -in de buurt van de eigen kinderen -zorg op de achtergrond -goed bereikbaar met ov 2.3 Visie Mijn visie is dat de dynamische ouderen een belangrijke rol kunnen spelen in de sociale dynamiek van de stad. Ze staan hier ook voor open en willen onderdeel zijn van het maatschappelijk leven in de wijk. Je kan jezelf afvragen of de typologieën die je in de stad vindt als de service torens en stadsblokken met commerciële plint de juiste vorm is om het sociale proces te prikkelen. In de stadswijken vindt je wel de woontypologie die aansluit op het maaiveld. Het zijn de stedelijke gebieden die qua sociale dynamiek ook het aantrekkelijkst zijn voor dit type dynamische ouderen. Een menging van jong en oud die uit de middenklasse van de samenleving in de luwte van het grootse centrum. Dit alles zal een impuls voor het sociaal- en cultureel kapitaal van de stad Rotterdam worden. Dat is het cement van Rotterdam.
3. Openbare ruimte Om een locatie keuze te kunnen maken heb ik Rotterdam centrum opgedeeld in drie zones. Het onderscheid tussen de verschillende zones is de schaal van de openbare ruimte. Rode zone: dit is de zone waar de openbare ruimte in dienst staat van de wijk. Hier liggen de trapveldjes en speeltuinen. Gele zone: deze zone is de hoogstedelijke openbare ruimte waar boven stedelijke activiteiten als een ‘Red bull air race’ of zomercarnaval worden gehouden. Groene zone: dit is de stedelijke zone waar activiteiten als een markt, detailhandel en horeca hun afzet hebben. Voor het project cement is gekozen voor de rode zone om de volgende argumenten: -de sociale component in de openbare ruimte telt zwaarder -je leeft in de luwte van de stad -weinig tot geen ontwikkelingen in het gebied
ref: foto’s voor de stadsvernieuwing
plannen voor Het Oude Westen ref: atlas van het hollans bouwblok
start stadsverniewing ref: atlas van het hollans bouwblok
4. Het Oude Westen
De sluipmoordenaar van de Hugo Molenaarstraat
4.1 historie In stadsarchitect Rose’s derde Coolwaterproject de bekende singels werd Delfse Haven in 1866 geannexeerd door de stad Rotterdam. De noodzaak om Delfse Haven te annexeren was het feit dat ze de ongecontroleerde bouw van woningen in de weilanden geen stro breed in de weg legde. Deze ongecontroleerde groei (polderverkaveling) was een doorn in het oog voor de toekomst plannen van Rotterdam om uit te breiden naar het westen. Dit had te maken met de kostbare wegenstructuur die voor een goede oost west verbinding moest zorgen de Nieuwe Binnenweg en de latere West-Kruiskade. In de jaren daarna groeide Rotterdam door tot Schiedam omdat Het Oude Westen een van de oudste wijken is van de groei naar het westen kreeg het de naam Het Oude Westen. Na de oorlog kwam Het Oude Westen naast het nieuwe centrum van Rotterdam te liggen. De stedenbouwkundige plannen van Witteveen en van Traa stelde een groot zaken en evenementen centrum voor ten westen van de oude stadsdriehoek. Het Oude Westen was ineens een vreemde eend geworden naast het grootse nieuwe centrum. In de jaren daarna heeft de wijk zwaar ondervuur gelegen en is er getracht de wijk van de kaart te vegen. Zo waren er plannen voor een kantoorwijk en stadsvernieuwingswijk zoals gelegen rondom Rotterdam. Dit alles stuitte op zware weerstand (oprichting Aktie groep Het Oude Westen) vanuit de wijk waardoor plannen niet door gingen, gevolg was een verdere verpaupering van de wijk. In de jaren zeventig is men begonnen met het renoveren van de wijk en subtiele dwars doorbraken te maken in de stadsblokken om zo de oost west verbinding met het centrum te verbeteren maar ook nieuwe publieke ruimte te introduceren om de sociale interactie te verbeteren. Heden ten dagen zie je nog de littekens uit de tijd dat de wijk verpauperd was het heeft niet de beste naam in Rotterdam en er buiten. Sinds 2006 mag de wijk zich nu wel veilig noemen maar valt het nog wel onder één van de krachtwijken. Er wordt hard gewerkt aan het imago van de wijk en organiseert Aktie groep Het Oude Westen nu veel activiteiten om betrokkenheid van de mensen te stimuleren. De wijk staat naast deze negatieve feiten ook bekend om zijn sfeer en gezelligheid. Er is veel kleinschalige detailhandel wat door verschillende nationaliteiten word beheerd. Culturele instelling gericht op theater en muziek zijn ruim aanwezig, helaas zal filmhuis Lantaarnvenster verhuizen naar de Kop van Zuid. De wijk kan alleen nog groeien en door de ideale locatie in de luwte van het hoogstedelijk gebied ben ik positief over het feit dat dynamische ouderen fijn wonen in deze wijk en het project niet alleen afhankelijk is van pioniers. 4.2 Kansen Verschillende oude panden in de wijk Het Oude Westen zijn gefundeerd op houtenpalen en worden bedreigd met paalrot. Door de waterhuishouding van de stad Rotterdam is het grondwaterpeil gaan zakken waar door palen zijn droog komen te staan. Om welke stadsblokken het precies gaat weet de Woonunie die hier een onderzoek naar heeft laten doen. De geruchten gaan dat het een flink aantal straten betreft in de wijk. Wat betekent dit voor de toekomst als het grondwaterpeil blijft zakken de wijk is immers geen monument enkel de Nieuwe Binnenweg heeft een beschermd stadsgezicht status. Dit zal uiteindelijk betekenen dat de woningen gesloopt zullen worden immers de Woonunie beheert 75 procent van het woningbezit in de wijk. Met dit toekomstige probleem bied het project cement een oplossing voor een gevarieerd woning aanbod en voorzieningen. Kansen: -wat gebeurt er met de ruimte van het Filmhuis Lantaarnvenster en wijkgebouw Odeon (deze staat ook ter discussie)? -de parkeergarages en parkeervakken deze zijn maar voor 50procent in gebruik iedereen zet de auto voor de deur. -hoe gaat de Woonunie om met zijn woningvoorraad deze zal deels vervangen of gerenoveerd moeten worden. De bebouwing komt uit de jaren zeventig waar men is gestart met de vernieuwing van de vooroorlogse stadswijken.
paalrot ref: nrc
kwaliteit: breken van het vlak door een verspringing in het gevelvlak
kwaliteit: pleinen op menselijke schaal
verbeter punt: de straat als parkeerhaven waarbij de voetganger is gedegradeerd tot gebruik van 1200mm stoep.
kwaliteit: verticaal ritme van de openingen
verbeter punt: het horizontale ritme in de gevel wordt als onprettig ervaren in de lange straten
4.3 Historie van wonen aan de straat Sinds 1900 is de straat langzaam gedegradeerd tot transit zone en parkeerhaven voor onze auto die een steeds belangrijker onderdeel is geworden van de samenleving. Huizen werden zelfvoorzienend de wereld werd kleiner en tijd is geld geworden. Op deze analytische wijze beschrijft Arnold Reijndorp de degradatie van de straat in zijn boek ‘Stadswijk’. In het essay de ‘generische stad’ van Koolhaas vergelijkt hij de generische stad met het vliegveld. De wolkenkrabbers zijn de enige typologie en alles draait om efficiëntie en functionaliteit. Geschiedenis en cultuur zijn een last en bestaan daarom ook niet meer in de generische stad. Straten zijn snelwegen geworden waar we met onze auto ons voort bewegen van a naar b. Koolhaas trekt zijn theorie in het extreem en koppelt eigenlijk de virtuele- samen met de reële wereld. Hierdoor zijn ruimtes uit de reële wereld overgenomen door de virtuele wereld. Voor de straten van Het Oude Westen is voor een oplossing gekozen om te parkeren op eigen terrein waardoor de straat weer terug wordt gegeven aan de wandelaar en bewoners.
ontwerp
locatie
nieuwe binnenweg
west -kruiskade
wester
singel
cools
ingel
stadhuis
nieuwe binnenweg
3 stadsblokken
theater
school
sport
film
theater en film
basisschool
sport
Zes stappen: Het model is opgebouwd in zes stappen waarbij iedere stap massa wordt weg gesneden. De gevels die ontstaan t.p.v. de snijvlakken worden gecementeerd. Het cementeren zorgt voor vlakwerking van de gevels waardoor het accent op de openbare- en semi-openbare ruimte komt te liggen. Verder wordt de openbare- en semi-openbare ruimte hierdoor geschakeld.
s’gr
ave
ndij
kwa
l
inn
en
we
g
Locatie: De locatie is bepaalt aan de hand van twee criteria: -binnen een straal van 350 meter van het medisch centrum -generieke lamel
we s
t-k
rui
ska
de
nie
uw
eb
medisch centrum
350m wes
ters
locatie
inge
l
Fasering: In de eerste stadsvernieuwing van de wijk Het Oude Westen is er in de stedenbouwkundige structuur een oost west verbinding toegevoegd. Deze structuur is succesvol gebleken en zal ook in dit ontwerp doorlopen waardoor de lamel in drie stadsblokken wordt opgedeeld.
s’gr
ave
ndij
kwa
we s
t-k
rui
ska
de
nie
uw
eb
inn
en
we
g
l
wes
ters
fasering
inge
l
s’gr
ave
kwa
we
g
l
we s
t-k
rui
ska
de
nie
uw
eb
inn
en
Adressering: Een tweede toevoeging aan de stedenbouwkundige structuur van de eerste stadsvernieuwing zijn pleinen die als kralen aan de oost west verbinding geregen zijn. Voor het ontwerp betekent dit dat er een kis en ride plein komt t.p.v. de meest noordelijke oost west verbinding. Ieder stadsblok krijgt een adres aan de oost west verbinding. Dit werkt ontmoetingen in de hand door mensenstromen op die punten te concentreren. Tevens wordt deze belangrijke route geaccentueerd door een hoogte accent.
ndij
wes
ters
adressering
inge
l
Identiteit: Het maatschappelijk programma speelt een belangrijke rol bij senioren. Het is dan ook van belang dat dit ontwerp wordt voorzien van een maatschappelijk programma dat niet alleen de senioren ten goede komt maar de hele wijk. Het ontwerp kent drie maatschappelijke programma onderdelen. Theater / film: De wijk heeft het filmhuis Lantaarnvenster en wijkgebouw Odeon. Beide zullen in de toekomst verdwijnen maar zijn zodanig van belang voor het cultureel kapitaal dat ze terug komen in het zuidelijke stadsblok. Basisschool: Terug brengen van de basisschool die wordt gesloopt. Sport: sport wordt steeds belangrijker i.v.m. obesitas. Dit is niet alleen belangrijk voor de conditie van jong en oud maar ook het sociale aspect speelt hierbij een belangrijke rol.
s’gr
ave
ndij
kwa
l
filmhuis lantaarnvenster
mo
deo
de
ntru
we s
n
ska
rtce
basisschool rui
buu
t-k
nie
uw
eb
inn
en
we
g
sport
wes
ters
identiteit
inge
l
Patio’s: De stedenbouwkundige structuur van de wijk kent patio’s (pleinen) op wijk niveau. Deze structuur wordt door getrokken de stadsblokken in. Hierdoor ontstaat een intermediair tussen de openbare ruimte en de voordeur van de woning. De patio’s aan de maatschappelijke functies zullen als eerst bepaald worden waarna de rest massa wordt uitgesneden in het ritme van patio - straat tot de ingang.
s’gr
ave
ndij
kwa
we s
t-k
rui
ska
de
nie
uw
eb
inn
en
we
g
l
wes
ters
patio
inge
l
Levensstijlen: Aan de patio’s zullen zes levensstijlen worden toegekend. Door de clustering van gelijken wordt de sociale controle gewaarborgd. onafhankelijken
terugtreders ongebonden
samenlevers
individualisten verankerden
levensstijlen
Individualisten: Individualisten leven terug getrokken en hechten veel waarde aan privacy en rust. Kenmerkend voor de woning: -wonen in het accent -diepe woning -loggia
nivo 2
nivo 1
nivo 0
Onafhankelijken: Onafhankelijken zijn veelal single of een kinderloos duo. Zijn op de stad gericht. Kenmerkend voor de woning: -balkon naar de stad gericht
nivo 0
Ongebonden: Ongebonden zijn op zichzelf gericht, maatschappelijk actief en reizen graag. Kenmerkend voor de woning: -hebben een eigen tuin -wonen op niveau twee plus -woning gericht naar de stad
nivo 0
nivo 1
Verankerden: Verankerden wonen al heel hun leven in de wijk en hebben daar een sociaal netwerk opgebouwd. Kenmerkend voor de woning: -wonen aan de straat -terras aan de straat
nivo 1
nivo 0
Terugtreders: De leefwereld van terugtreders wordt steeds kleiner daarom dat deze groep beschermd in een hof woont. Daarnaast is deze groep voorzien van professionele hulp. Kenmerkend voor de woning: -wonen in groepsverband aan een hof maar dichtbij hun partner en kennissen. -zijn voorzien van professionele hulp
nivo 0
Samenlevers: Samenlevers zijn groepsgeoriënteerd en hebben belangstelling voor andere. Kenmerkend: -brede en ondiepe woning gericht op de patio -de patio is meteen de buitenruimte
nivo 0
NIVO 0
NIVO 1
NIVO 2
NIVO 3
NIVO 4
NIVO 5
verticaal ritme in de gevels net als de voororogse architectuur
GEVELS
GEVELS
DOORSNEDEN
aluminium daktrim
rubber dakbedekking
13200+p isolatie
breedplaat
blokverband
tegelverband
10000+p
opengewerkt mw
6800+p
aluminium kozijn
opengewerkt mw
kalkzandsteen
3600+p afwerkvloer breedplaat mw drager
aluminium vouw wand grijsblauw
gebijts vuren
keuken terras
steens mw muur
beton tegels 30x30
houtenkozijn (binnen) afwerkvloer + druklaag
openbare ruimte
kanaalplaatvloer
400+p
ritme in de pui verdeleing
grijsblauw kozijn
zetwerk
daktrim rubber dakbedekking zetwerk screen
13200+p isolatie
breedplaat
spuitwerk
aluminium pui
houten pui studie ruimte
10000+p zetwerk
timmerwerk
breedplaat
aluminium schuifpui grijsblauw
woonkamer
gaas hekwerk met strip balusters en leuning
afdekplaat en bevestiging hekwerk
terras tegels
afwerkvloer
isolatie
zwevende vloer
6800+p
breedplaat
screen
aluminium pui grijsblauw
3600+p
afwerkvloer zetwerk
gaashekwerk grijszwart
zetwerk grijsblauw
breedplaat
aluminium vouw wand grijsblauw aluminium vouwwand
luik gebijts vuren
keuken terras
steens mw muur
donker mw tegelverband
donker mw blokverband
beton tegels 30x30
houtenkozijn (binnen)
400+p
afwerkvloer + druklaag openbare ruimte
kanaalplaatvloer
kalkzandsteen
aluminium pui
spouwmuur hwa u profiel
DEEL DOORSNEDEN
voetnoten: 1.Stadsvisie Rotterdam ruimtelijke ontwikkelingsstrategie 2030, Gemeente Rotterdam 2. Bevolking per (deel)gemeente/gebied naar leeftijd, CBS en COS, 24-06-2008 (D18)
colofon
Fontys Academie voor Architectuur en Stedenbouw Bisschop Zwijsenstraat 5 5000 GJ Tilburg Directeur:
Marc Glaudemans
afstudeercoördinator: Jan Willem van Kuilenburg afstudeermentor:
Mark van der Pol
gecommitteerde:
Tatjana Trzin
Student: Angelo Haemers