4024_revAA_QIG dut.fm Page 1 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
Rosemount 5600 Series radarniveautransmitter met HART® – en Foundation™ Fieldbus-protocol Start
Stap 1: Monteer de transmitter Stap 2: Sluit de bedrading en voeding aan Stap 3: Configureer de transmitter Productcertificaties
Controleer de configuratie Kringtest Einde
HART®
www.rosemount.com
4024_revAA_QIG dut.fm Page 2 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
© 2004 Rosemount Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle merken zijn eigendom van de eigenaar.
Rosemount Division 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317, VS Tel. (VS) (800) 999 93 07 Tel. (internationaal) +1 (952) 906 88 88 Fax +1 (952) 949 70 01
Emerson Process Management Heath Place Bognor Regis West Sussex PO22 9SH Engeland Tel. +44 (1243) 86 31 21 Fax +44 (1243) 86 75 541
Emerson Process Management bv
Emerson Process Management nv/sa
Postbus 212 2280 AE Rijswijk Tel. (070) 413 66 66 Fax (070) 390 68 15 E
[email protected] www.emersonprocess.nl
De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België Tel. (32) 2 716 7711 Fax (32) 2 725 83 00 www.emersonprocess.be
Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited 1 Pandan Crescent Singapore 128461 Tel. (65) 67 77 82 11 Fax (65) 67 77 09 47
BELANGRIJKE KENNISGEVING Deze installatiegids bevat beknopte richtlijnen voor de Rosemount® 5600. Hij bevat geen gedetailleerde instructies voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, probleemoplossing of installatie. Raadpleeg de naslaghandleidingen voor de Rosemount 5600 (publicatienummer 00809-0100-4024 en 00809-0100-4025) voor nadere instructies. De handleiding en deze beknopte installatiegids zijn ook in digitale vorm beschikbaar op www.rosemount.com.
4024_revAA_QIG dut.fm Page 3 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
WAARSCHUWING Het niet opvolgen van richtlijnen voor veilige installatie en onderhoud kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel. • Laat de installatie- of onderhoudswerkzaamheden uitsluitend door daartoe bevoegde personen uitvoeren. • Gebruik de apparatuur uitsluitend volgens de specificaties in deze beknopte installatiegids en in de naslaghandleiding. Als u dit niet doet, zal de apparatuur mogelijk minder bescherming bieden. • Reparatie, bijv. vervanging van onderdelen enz. kan veiligheidsrisico’s opleveren en is onder geen beding toegestaan. Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. • Controleer of de bedrijfsomgeving van de transmitter voldoet aan de van toepassing zijnde specificaties voor explosiegevaarlijke locaties. • Verwijder bij een explosieveilige/drukvaste installatie de transmitterdeksels niet terwijl er stroom staat op het apparaat. • Voordat u een op HART gebaseerde communicator aansluit in een explosiegevaarlijke atmosfeer dient u zich ervan te verzekeren dat alle instrumenten in de proceskring zijn geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige en niet-vonkende veldbedradingsmethodes. Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. • Vermijd aanraken van de draden en aansluitingen. De draden kunnen onder hoge spanning staan en elektrische schokken veroorzaken. • Controleer of de hoofdvoeding naar de 5600 transmitter is uitgeschakeld en de leidingen naar een eventuele andere externe voeding zijn losgemaakt of niet stroomvoerend zijn terwijl u de transmitter aansluit. Proceslekken kunnen letsel veroorzaken of de dood tot gevolg hebben • Monteer de antenne en de flenzen en zet ze vast voordat u het systeem op druk brengt. • Om proceslekken te voorkomen mag de tankafdichting niet worden losgehaald terwijl de tank onder druk staat.
4024_revAA_QIG dut.fm Page 4 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
STAP 1: MONTEER DE TRANSMITTER Bepaal welk type antenne er geïnstalleerd moet worden en zoek de betreffende paragraaf hierna: A. Monteren van de staafantenne (versie met flens) B. Monteren van de staafantenne (met schroefdraad) C. Monteren van de hoornantenne D. Monteren van de antenne met procesafdichting E. Monteren van de hoornantenne in een standpijp/zijomloop F.
Monteren van de verlengde hoornantenne
G. Monteren van de hoornantenne met spoelaansluitingen
A. Monteren van de staafantenne (versie met flens) A1. Monteer de flens bovenop de staafantenne. Controleer of de onderzijde van de flens vlak is en of alle onderdelen schoon en droog zijn. A2. Zet de flens met de borgmoer vast. Zorg dat de moer stevig tegen de flens rust. A3. Monteer de adapter bovenop de nippel.
Borgring
Antenneplaatje
Adapter O-ring Golfgeleiding Nippel
Borgmoer rod_mount_apdater
Bovenaanzicht adapter
Afbeelding 1. Monteren van de adapter
4024_revAA_QIG dut.fm Page 5 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids
A5. Pas de flens en de staafantenne zorgvuldig op de tankopening met een geschikte pakking ertussen. Zet ze vast met schroeven en moeren. A6. Steek de golfgeleiding in de bovenste golfgeleiding. Controleer of de O-ring aan de onderzijde van de golfgeleidingsbuis is aangebracht.
Borgring
Adapter Nippel
Adapter_LockRing.eps
A4. Zet de adapter vast met de borgring.
Rosemount 5600 Series
Afbeelding 2. Vastzetten van de adapter
Waveguide_tube.eps
00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Bovenste golfgeleiding
A7. Breng de bescherGolfgeleidingsbuis mingsnippel aan op de O-ring flens. Monteer de transmitterkop en draai de Afbeelding 3. Insteken van de golfgeleidingsbuis moer aan. Controleer of de pennen op de adapter in de bijbehorende groeven op de bovenste golfgeleidingsbuis vallen. A8. Ga door naar stap 2: Sluit de bedrading en voeding aan.
4024_revAA_QIG dut.fm Page 6 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
B. Monteren van de staafantenne (met schroefdraad) B1. Pas de staafantenne zorgvuldig in de schroefopening en schroef hem op zijn plaats vast.
Antenneplaatje
B3. Breng de beschermingsnippel aan op de flens. Monteer de transmitterkop en draai de moer aan. Controleer of de geleidepennen op de adapter in de bijbehorende groeven op de bovenste golfgeleidingsbuis vallen. B4. Ga door naar stap 2: Sluit de bedrading en voeding aan.
Pakking voor BSP-schroefdraad (G)
Afbeelding 4. Monteren van de staafantenne
TH40Head_Nozzle_BSP.eps
B2. Steek de golfgeleidingsbuis in de bovenste golfgeleiding. Controleer of de O-ring aan de onderzijde van de golfgeleidingsbuis is aangebracht. Zie Afbeelding 3. Insteken van de golfgeleidingsbuis.
Rod_Mount_BSP.eps
N.B. Voor adapters met NPT-schroefdraad is voor een drukvaste aansluiting mogelijk vloeibare pakking vereist.
Afbeelding 5. Voltooide mechanische installatie
4024_revAA_QIG dut.fm Page 7 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
C. Monteren van de hoornantenne Borgring Adapter Bovenaanzicht van de adapter
Flens O-ring
C2. Zet de flens met de borgmoer vast. Zorg dat de moer stevig tegen de flens rust.
Tankafdichting Nippel
C3. Monteer de adapter bovenop de nippel. C4. Zet de adapter vast met de borgring. Zie Afbeelding 2. Vastzetten van de adapter.
Borgmoer Antenneplaatje
Antenne
Flange_Adapter_Mount.eps
C1. Monteer de flens bovenop de hoornantenne. Controleer of de onderzijde van de flens vlak is en of alle onderdelen schoon en droog zijn.
Afbeelding 6. Monteren van de adapter
C5. Pas de flens en de hoornantenne zorgvuldig op de tankopening. C6. Zet ze vast met schroeven en moeren. C7. Steek de golfgeleidingsbuis in de bovenste golfgeleiding. Controleer of de O-ring aan de onderzijde van de golfgeleidingsbuis is aangebracht. Zie Afbeelding 3. Insteken van de golfgeleidingsbuis.
4024_revAA_QIG dut.fm Page 8 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids
C8. Breng de beschermingsnippel aan op de flens. Monteer de transmitterkop en draai de moer aan. Controleer of de geleidepennen op de adapter in de bijbehorende groeven op de bovenste golfgeleidingsbuis vallen. C9. Ga door naar stap 2: Sluit de bedrading en voeding aan.
Rosemount 5600 Series
Beschermingsnippel
Head_Tank_Mount.eps
00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Afbeelding 7. Monteren van de transmitterkop
D1. Breng bovenop de vaste flens een pakking aan en plaats de antenne. Gebruik de pakking die is meegeleverd met de antenne met procesafdichting. D2. Leg de losse flens bovenop de antenne. D3. Monteer de antenne door de flens op de tankopening vast te zetten.
Process_Seal_Antenna_Mount.eps
D. Monteren van de antenne met procesafdichting
Afbeelding 8. Monteren van de antenne
N.B. met procesafdichting Zet de flensbouten zorgvuldig vast en haal ze aan met het aanhaalmoment dat is voorgeschreven in tabel 1. Draai de tegenoverliggende bouten steeds paarsgewijs aan.
4024_revAA_QIG dut.fm Page 9 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
Tabel 1. Voorgeschreven aanhaalmoment (Nm) PTFE-afdichting DIN-flens DN100 DN150 ANSI-flens 4 in. 6 in.
PN16 11 15 150 psi 11 15
PN40 15 – 300 psi 15 10
D4. Steek de golfgeleidingsbuis in de bovenste golfgeleiding. D5. Monteer de transmitterkop op de adapter.
D7. Ga door naar stap 2: Sluit de bedrading en voeding aan.
Moer
Golfgeleidingsbuis Process_Seal_TH_Mount.eps
D6. Draai de moer aan en controleer of de transmitterkop nauw tegen de antenne aanligt.
Afbeelding 9. De golfgeleidingsbuis insteken en de transmitterkop monteren
4024_revAA_QIG dut.fm Page 10 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
E. Monteren van de hoornantenne in een standpijp/zijomloop E1. Monteer de antenne en de transmitterkop op dezelfde wijze als een standaardhoornantenne. Zie C. Monteren van de hoornantenne.
20,07_Inclination_01.eps
E2. Zorg dat de transmitter minder dan 1° afwijkt van de hartlijn.
Max. 1°
Afstand vanaf hoornuiteinde tot bovenzijde van inlaatpijp moet >0 mm bedragen
Afbeelding 10. Afwijking transmitter t.o.v. hartlijn
E3. Om het effect van storende echo’s uit de inlaat- en uitlaatpijpen te beperken, zal het soms nodig zijn om de transmitterkop 90° te draaien. E4. Ga door naar stap 2: Sluit de bedrading en voeding aan.
F.
90˚
Dekselvergrendeling
90˚ Afbeelding 11. Draaien van de transmitterkop
Monteren van de verlengde hoornantenne
F1. Monteer de antenne en de transmitterkop op dezelfde wijze als een transmitter met een standaardhoornantenne. Zie C. Monteren van de hoornantenne. F2. Ga door naar stap 2: Sluit de bedrading en voeding aan.
4024_revAA_QIG dut.fm Page 11 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
G. Monteren van de hoornantenne met spoelaansluitingen G1. De flens maakt deel uit van de antenne-eenheid en is op de hoornantenne gelast. Bevestig de antenne-eenheid en een geschikte pakking zorgvuldig aan de tankopening.
Flushing_Cone_Antenna.eps
Antenne-eenheid
Pakking
G2. Steek de golfgeleidingsbuis in de bovenste golfgeleiding. Controleer of de O-ring aan de onderAfbeelding 12. Monteren van de zijde van de golfgeleihoornantenne met spoelaansluitingen dingsbuis is aan de tankopening aangebracht. Zie Afbeelding 3. Insteken van de golfgeleidingsbuis.
Moer Flushing_Antenna_Head.eps
G3. Monteer de transmitterkop en draai de moer aan. Controleer of de geleidepennen op de adapter in de bijbehorende groeven op de bovenste golfgeleidingsbuis vallen.
Bovenste golfgeleiding Beschermingsnippel Geleidepennen
G4. Sluit de leidingen voor reiniging, spoeling of Afbeelding 13. Monteren van de koeling aan op de transmitterkop antenne. Gebruik een pijp of leiding met een diameter van ten minste 10 mm (0.4 in.). Veelgebruikte middelen zijn stikstof, lucht, water of stoom. G5. Ga door naar stap 2: Sluit de bedrading en voeding aan.
4024_revAA_QIG dut.fm Page 12 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
STAP 2: SLUIT DE BEDRADING EN VOEDING AAN Gebruik de informatie op het transmitterplaatje om de geactiveerde opties te identificeren. Raadpleeg na identificatie de relevante aansluitinformatie op de volgende pagina’s. Zie voor identificatie van geïnstalleerde opties het plaatje op de transmitterkop. Zoek naar 5601 xxxxZZxxx, waarbij ZZ de aanduiding is voor de primaire uitgang; zie de tabel.
5A 5B 5C 5D 7A 7B
niet intrinsiek veilig HART/4–20 mA, passief intrinsiek veilig HART/4–20 mA, passief niet intrinsiek veilig HART/4–20 mA, actief intrinsiek veilig HART/4–20 mA, actief Foundation-fieldbus, niet intrinsiek veilig Foundation-fieldbus, intrinsiek veilig
Afbeelding 14. Voorbeeld van plaatje op de Rosemount 5600 transmitterkop
Extra breed 24–240 V d.c. of a.c., 0–60 Hz N/L1/+ L/L2/-
1 2 3 4 X1
Aansluitkast X1 EEx e
Afbeelding 15. Voeding
4024_revAA_QIG dut.fm Page 13 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
Aansluitkast X1 EEx e
Aansluitkast X2 EEx i
HART®-interface Secundaire uitgang X2
Level
6.767
m
7 6 5 4 3 2 1
1 2 3 4 X1
Primaire uitgang, intrinsiek veilig
7 8 9 4 5 6 1 2 3
7 8 9 4 5 6 1 2 3
Optionele aansluitkast X2 EEx e
X2 4 3 2 1
Secundaire uitgang
1 en 2 niet gebruikt
Afbeelding 16. Schematische afbeelding van de Rosemount 5600 transmitteraansluiting
5600-config_example2, 3, 4_ed3, TH40head_ed3_2
Primaire uitgang, niet intrinsiek veilig
4024_revAA_QIG dut.fm Page 14 Thursday, May 13, 2004 11:23 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
Aansluiten van HART-voorzieningen Aansluitkast EEx e
Optie 5A niet intrinsiek veilig HART/4–20 mA, passief
+ -
1 2 3 4
IngangsimpeInput dantie impedance ~250 ~250Ohm ohm
+ 4-20 mA
-
X1 HART-interface HART interface
24–240 V d.c./a.c. 0–60 Hz 10 W 15 VA
Service PC pc Service RadarMaster/TankMaster RadarMaster/TankMaster
Opt5A.eps
LusExternal externe voeding loop supply
Afbeelding 17. Gebruikelijke passieve HART-uitgang (primair), niet intrinsiek veilig Optie 5B intrinsiek veilig HART/4–20 mA, passief
Junction Box X1 Aansluitkast X1 EEx EExee
1 2 3 4 5 6 7
Junction Box X2 Aansluitkast EEx i EEx
4-20 mA
+
+
-
-
IngangsimpeInput impedance dantie ~250 ~250Ohm ohm
Zener-diode Zener Barrier LusExternal externe voeding loop supply
Hazardous Area Gevaarlijk gebied
Safe area Veilig gebied
HART-interface HART interface
Service pc PC Service RadarMaster/TankMaster RadarMaster/TankMaster
24–240 V d.c./a.c. 0–60 Hz 10 W 15 VA
Afbeelding 18. Gebruikelijke passieve HART-uitgang (primair), intrinsiek veilig
Opt5B.eps
1 2 3 4
4024_revAA_QIG dut.fm Page 15 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
Optie 5C niet intrinsiek veilig HART/4–20 mA, actief Aansluitkast EEx e
1 2 3 4
+ -
Spanningsbereik 7–40 V
IngangsimpeInput impedance dantie ~250 ~250Ohm ohm
+ 4-20 mA
-
HART-interface HART interface
24–240 V d.c./a.c. 0–60 Hz 10 W 15 VA
Service ServicePC pc RadarMaster/TankMaster RadarMaster/TankMaster
Opt5C.eps
X1
Afbeelding 19. Gebruikelijke actieve HART-uitgang, niet intrinsiek veilig Optie 5D intrinsiek veilig HART/4–20 mA, actief Spanningsbereik 7–40 V
Junction Box X1 Aansluitkast X1 EEx EExee
1 2 3 4 5 6 7
Junction Box X2 Aansluitkast EEx ii EEx
4-20 mA
Hazardous Area Gevaarlijk gebied
+
+
-
-
IngangsimpeInput impedance dantie ~250 ~250Ohm ohm
Zener Barrier Zener-diode
Safe areagebied Veilig HART HART-interface interface
Service pc PC Service RadarMaster/TankMaster RadarMaster/TankMaster
24–240 V d.c./a.c. 0–60 Hz 10 W 15 VA
Afbeelding 20. Gebruikelijke actieve HART-uitgang, intrinsiek veilig
Opt5D.eps
1 2 3 4
4024_revAA_QIG dut.fm Page 16 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
FOUNDATION Fieldbus niet intrinsiek veilige bedrading
Opt7A.eps
1. Sluit de FieldAansluitkast Optie 7A FOUNDATION Fieldbus, niet intrinsiek veilig X1 bus-bedrading aan op EEx e de aansluitcontacten 1 FOUNDATION 1 FOUNDATION Fieldbus en 2 aan de X1-zijde. Fieldbus I/O I/O 2 Deze aansluitcontac3 4 NOTE: Configuration done N.B.: Configuratie vindtisplaats ten zijn gemerkte viaeen a FOUNDATION via FOUNDATIONFieldbus BUS-aansluitpunten. host. host. Fieldbus X1 De BUS-aansluitpun24–240 V Hazardous Area Safe area d.c./a.c. 0–60 Hz Gevaarlijk gebied Veilig ten zijn polariteitongegebied 10 W voelig. 15 VA 2. Sluit de voedingsbeAfbeelding 21. Transmitter-aansluitblok drading aan op aan(niet intrinsiek veilige bedrading) sluitcontact 3 en 4 aan de X1-zijde. Deze draden zijn gescheiden van de Fieldbus-bedrading.
FOUNDATION Fieldbus intrinsiek veilige bedrading
Opt7B.eps
1. Sluit de Fieldbus-bedra- Aansluitkast Optie 7B FOUNDATION Fieldbus, X2 intrinsiek veilig ding aan op aansluitEEx i contact 1 en 2 aan de FOUNDATION FOUNDATION Fieldbus 1 X2-zijde. Deze aansluitFieldbus I/O I/O 2 contacten zijn gemerkte 3 BUS-aansluitpunten. N.B.: Configuratie vindtisplaats 4 NOTE: Configuration done via FOUNDATIONFieldbus viaeen a FOUNDATION 5 De BUS-aansluitpunFieldbus host. host. 6 ten zijn polariteitonge7 voelig. 2. Sluit de voedingsbeX2 Gevaarlijk gebied Veilig gebied drading aan op aanHazardous Area Safe area sluitcontact 3 en 4 aan Afbeelding 22. Transmitter-aansluitblok de X1-zijde. Deze dra(intrinsiek veilige bedrading) den zijn gescheiden van de Fieldbus-bedrading.
N.B. Voorkom aardsluiting van de stroomvoerende signaalbedrading op de behuizing terwijl u aan een segment werkt. Aardsluiting van de communicatiedraden kan de communicatie met alle voorzieningen op het segment tijdelijk verloren doen gaan.
4024_revAA_QIG dut.fm Page 17 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
Aansluiten van de Rosemount 2210 display-unit Sluit de display-unit met de volgende vier draden aan op het X2-aansluitcontact in de intrinsiek veilige aansluitkast: • Massadraad naar massa-aansluitpunt • Signaaldraden naar aansluitcontact 6 en 7 • Voedingsspanning naar aansluitcontact 5 12345678
1 2 3 4
X11
12345678
X12
Met temperatuuruitgang
Intrinsiek veilige massa IS Ground DP DB DP DP DA DP DP ++ DP
X2 7 6 5 4 3 2 1
X12:4 X12:3 X12:2 1234
X12:1
X11 X12
1234
5600-rdu40_x12_th_x2.eps
1234
Zonder temperatuuruitgang
Transmitterkop intrinsiek veilige aansluitkast X2 EEx i
Afbeelding 23. Aansluiten van een aansluitkast met en zonder temperatuuruitgangen
1.
Sluit voor voedingsspanning een draad aan tussen aansluitblok X2, klem 5 en aansluitblok X12, klem 1.
2.
Sluit voor communicatie een draad aan tussen aansluitblok X2, klem 6 en aansluitblok X12, klem 2; en een draad tussen aansluitblok X2, klem 7 en aansluitblok X12, klem 3.
Sluit tenslotte voor de massaverbinding een draad aan vanaf de intrinsiek veilige massaschroef in het X2-aansluitvak naar aansluitblok X12, klem 4. N.B. Zie voor nadere informatie over het aansluiten van temperatuursensors de naslaghandleiding 00809-0100-4024.
4024_revAA_QIG dut.fm Page 18 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
STAP 3: CONFIGUREER DE TRANSMITTER Configureer uw Rosemount 5600 transmitter met een van de volgende configuratieprogramma’s.
Pc-configuratiesoftware Radar Master Het programma op de cd start automatisch en stelt voor om de Radar Master-software te installeren. U dient uw pc te herstarten om het Radar Master-programma te kunnen draaien.
Configureer de transmitter met de Wizard Het begeleide installatieproces omvat zeven stappen en geleidt u door de basis-instelprocedure.
Hand-communicator Zie voor nadere informatie over de 375 Field Communicator het document 00809-0100-4276; zie voor de 275 HART-communicator het document 00275-8026-0002.
2210 display-unit Gebruik de vier softkeys om de verschillende menu’s te doorlopen en om de verschillende functies voor service en configuratie te selecteren. Om de Rosemount 5600 te installeren, selecteert u Setup in het hoofdmenu en kiest u de gewenste insteloptie. Zie voor nadere informatie publicatie nummer 00809-0100-4024.
AMS Het programma op de cd start automatisch en stelt installatie met gebruik van AMS voor. U dient uw pc te herstarten om het AMS-programma te kunnen draaien.
4024_revAA_QIG dut.fm Page 19 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
PRODUCTCERTIFICATIES Goedgekeurde productielocaties Saab Marine Electronics AB – Gotenburg, Zweden
Informatie over richtlijnen van de Europese Unie De EU verklaring van overeenstemming voor alle op dit product toepasselijke Europese richtlijnen is te vinden op de Rosemount-website, www.rosemount.com. Neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger voor een gedrukt exemplaar. ATEX-richtlijn (94/9/EG) Rosemount Inc. voldoet aan de ATEX-richtlijn. Certificatie voor gewone locaties voor Factory Mutual De transmitter is volgens de standaardprocedure door FM onderzocht en getest waarbij vastgesteld is dat het ontwerp voldoet aan de elementaire elektrische, mechanische en brandbeschermingsvereisten. FM is een in de VS nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is erkend door de Amerikaanse Occupational Safety and Health Administration (OSHA).
4024_revAA_QIG dut.fm Page 20 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
Certificaties explosiegevaarlijke locaties ATEX-goedkeuringen 5600 Series niveautransmitter E1
Certificaatnummer: Sira 03ATEX 1294X ATEX-categoriemarkering II 1/2 G Met intrinsiek veilige uitgangen (uitsluitend) ATEX-markering: EX II (2) (1) 1/2 G Veiligheidscode: EEx de [ib] [ia] IIC T6 (Tamb –40 °C, +70 °C) Met niet intrinsiek veilige primaire uitgang en intrinsiek veilige display-uitgang ATEX-markering: EX II (1) 1/2 G Veiligheidscode: EEx de [ia] IIC T6 (Tamb –40 °C, +70 °C) Met niet intrinsiek veilige primaire en/of niet intrinsiek veilige secundaire uitgangen ATEX-markering: EX II 1/2 G Veiligheidscode: EEx de IIC T6 (Tamb –40 °C, +70 °C) Max. voedingsspanning: 55 V d.c. Passieve analoge uitgang 4–20 mA, Identificatieplaatje = HART passive. Spanningsbereik 7–30 V: Ui < 30 V Ii < 200 mA Pi < 1,3 W Ci = 0 µF Li = 0 mH Actieve analoge uitgang 4–20 mA, Identificatieplaatje = HART active. Max. belasting 300 Ω: Uo < 23,1 V Io < 125,7 mA Po < 0,726 W Cext < 0,14 µF Lext < 2,2 mH
4024_revAA_QIG dut.fm Page 21 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
FOUNDATION Fieldbus Identificatieplaatje = FOUNDATION Fieldbus. Ui < 30 V Ii < 300 mA Pi < 1,3 W Ci = 0 µF Li = 0 mH SPECIALE VOORWAARDEN VOOR VEILIG GEBRUIK (X) Omdat de behuizing (of andere onderdelen) mogelijk zijn gemaakt van lichtmetaal en deze bij deze apparatuur open toegankelijk kunnen zijn, kunnen in zeldzame gevallen als gevolg van vonkvorming door stoten en wrijving ontstekingsbronnen ontstaan. Hiermee moet rekening worden gehouden wanneer de apparatuur wordt geïnstalleerd op locaties waar specifiek groep II, categorie 1G-apparatuur vereist is. Onder bepaalde extreme omstandigheden kunnen de niet-metalen delen van de apparatuur een zodanig sterke elektrostatische lading afgeven dat deze een ontstekingsbron vormt. Daarom mag de apparatuur indien deze wordt gebruikt voor toepassingen waarin specifiek groep II, categorie 1 apparatuur is vereist, niet worden geïnstalleerd op een locatie waar externe omstandigheden kunnen leiden tot opwekking van elektrostatische lading op dergelijke oppervlakken. Ook mogen de niet-metalen onderdelen van de apparatuur uitsluitend met een bevochtigde doek worden gereinigd. SPECIFIEKE INSTRUCTIES BIJ INSTALLATIE IN EEN EXPLOSIEGEVAARLIJKE OMGEVING De apparatuur kan worden gebruikt met ontvlambare gassen en dampen met Groep IIC-apparatuur. De transmitterkop is gecertificeerd voor gebruik bij omgevingstemperaturen van –40 °C tot 70°C en mag buiten dit bereik niet worden gebruikt.
4024_revAA_QIG dut.fm Page 22 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
De apparatuur is ontworpen voor montage over de grenswaarde tussen een cat. 1 en cat. 2 gebied. Er zijn verschillende cat. 1 gebieden binnen het bereik van –40 °C tot 400 °C, –1 bar tot 55 bar die in aanmerking kunnen komen. De gebruiker is verantwoordelijk voor het selecteren van de geschikte antenne inclusief tankafdichting, passend bij de tankprocescondities. Het product moet worden geïnstalleerd door personeel dat voldoende is opgeleid, overeenkomstig alle toepasselijke internationale, nationale en gemeentelijke standaardwerkpraktijken en de regelgeving op de locatie voor intrinsiek veilige apparatuur, en in overeenstemming met de instructies in deze handleiding. Reparatie van deze apparatuur dient te worden uitgevoerd door de fabrikant of in overeenstemming met de van toepassing zijnde regelgeving. Alle extern aangesloten intrinsiek veilige apparatuur moet voldoen aan de gespecificeerde intrinsiek veilige entiteitsparameters. De drukvaste/explosieveilige omkasting mag tijdens bekrachtiging niet worden geopend. Het certificaat kent speciale voorwaarden voor veilig gebruik (herkenbaar aan de X aan het einde van het certificaatnummer) die bij de installatie van de apparatuur in acht moeten worden genomen. Als de apparatuur gemakkelijk in contact kan komen met agressieve stoffen, is het de verantwoordelijkheid van de gebruiker om passende maatregelen te treffen die voorkomen dat de werking verslechtert en op die wijze te garanderen dat het type bescherming niet wordt aangetast. Agressieve stoffen: Bijv. oplosmiddelen op polymeerbasis die materialen kunnen aantasten. Passende maatregelen: Bijv. regelmatige controles die deel uitmaken van routinematig uitgevoerde inspecties of aan de hand van het MDS-formulier vaststellen dat de apparatuur bestand is tegen specifieke chemicaliën.
4024_revAA_QIG dut.fm Page 23 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
2210 display-unit E1
Certificaatnummer: Sira 00ATEX 2062 ATEX-categoriemarkering II 1/2 G Zonder temperatuuringangen ATEX-markering: EX II 1/2 G Veiligheidscode: EEx ib IIC T4 (Tamb –40 °C, +70 °C) Met temperatuuringangen ATEX-markering: EX II 1/2 G Veiligheidscode: EEx ib [ia] IIC T4 (Tamb –40 °C, +70 °C)
Factory Mutual (FM) 5600 Series niveautransmitter E5
Certificaatnummer: 4D5A9.AX Met intrinsiek veilige uitgangen (alle uitvoeringen behalve zoals hierna vermeld) Explosieveilig met intrinsiek veilige uitgangen voor HAZLOC Klasse I, Divisie 1, Groepen A, B, C en D Max. bedrijfstemperatuur +70 °C Gebruik geleiders die nominaal ten minste zijn goedgekeurd voor 85 °C Te installeren overeenkomstig regelsysteem-tekening 9150074-994. Met niet intrinsiek veilige secundaire uitgangen (codes 1 en 3) Explosieveilig Klasse I, Divisie 1, Groepen A, B, C en D Max. bedrijfstemperatuur +70 °C Gebruik geleiders die nominaal ten minste zijn goedgekeurd voor 85 °C
4024_revAA_QIG dut.fm Page 24 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
2210 display-unit E5
Certificaatnummer: 4D5A9.AX Alle uitvoeringen: Intrinsiek veilig voor HAZLOC Klasse I, Divisie 1, Groepen A, B, C en D T4 Max. bedrijfstemperatuur +70 °C Te installeren overeenkomstig regelsysteem-tekening 9150074-997.
Canadian Standards Association (CSA) 5600 Series niveautransmitter E6
Certificaatnummer: 2003.153280-1346169 Met niet intrinsiek veilige primaire en/of secundaire uitgangen Explosieveilig Ex de IIC T6 Te installeren overeenkomstig regelsysteem-tekening 9150074-937. Afgedicht op fabriek, doorvoerbuisafdichting niet vereist. Met intrinsiek veilige display-uitgangen, intrinsiek veilige primaire en/of secundaire uitgangen Explosieveilig Ex de [ib/ia] IIC T6 Te installeren overeenkomstig regelsysteem-tekening 9150074-939. Afgedicht op fabriek, doorvoerbuisafdichting niet vereist.
2210 display-unit E6
Certificaatnummer: 2003.153280-1346165 Zonder temperatuuringangen Intrinsiek veilig EEx ib IIC T4 (Tamb –40 °C, +70 °C) Met temperatuuringangen Intrinsiek veilig EEx ib [ia] IIC T4 (Tamb –40 °C, +70 °C) Te installeren overeenkomstig regelsysteem-tekening 9150074-944.
4024_revAA_QIG dut.fm Page 25 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series
Tabel 2. Symbolen gebruikt op de 5600 Series niveautransmitter en 2210 display-unit
De CE-aanduiding geeft aan dat het product voldoet aan de van toepassing zijnde normen van de EU. Het Ex-certificaat is een verklaring van een onafhankelijke goedkeuringsorganisatie en geeft aan dat dit product voldoet aan de eisen van de toepasselijke Europese richtlijnen voor intrinsieke veiligheid. Het FM-symbool geeft aan dat de hiermee aangeduide apparatuur gecertificeerd is door FM – Factory Mutual Research Corporation als zijnde overeenkomstig FMRC-normen van toepassing op installatie op gevaarlijke locaties. De apparatuur gebruikt geen niet-geharmoniseerde radiofrequenties. Veiligheidsaarde
Aarde
Voeding Externe bedrading moet zijn goedgekeurd voor gebruik bij een temperatuur van ten minste 75 °C.
4024_revAA_QIG dut.fm Page 26 Thursday, May 13, 2004 11:05 AM
Beknopte installatiegids 00825-0111-4024, Rev AA Maart 2004
Rosemount 5600 Series