ROMERO
een gids voor onze tijd voor mensen DIE toekomst willen maken
ZIJN LEVEN IN EEN NOTENDOP
Oscar Romero was van 1977 tot 1980 aartsbisschop van San Salvador, de hoofdstad van El Salvador. El Salvador is een land in Midden - Amerika waar het volk al jaren door de regering onderdrukt wordt. Oscar Romero zette zich volledig in voor de arme, onderdrukte bevolking van zijn land. Oscar Romero protesteerde fel tegen de slechte sociale toestanden die er heersten en probeerde het volk van hun sociale rechten bewust te maken. Hij meende: "De plaats van de kerk moet te midden zijn van het volk en iedere priester heeft de plicht zich volledig in te zetten voor de belangen van het volk." Zijn protest en aanklacht tegen het onrecht werden steeds duidelijker en hij liet openlijk zijn sympathie blijken voor het volk en haar organisaties. Op 24 maart 1980 werd hij door sluipschutters die in dienst stonden van de doodseskaders van de rijke families en de machthebbers, tijdens een kerkdienst doodgeschoten. Hij was voorheen al regelmatig met de dood bedreigd. Zijn uitvaart werd massaal bijgewoond, maar er vielen tientallen doden, omdat er in de massa geschoten werd. In één van zijn preken heeft hij gezegd: "Als ze mij doden, zal ik opstaan in het Salvadoreense volk. Een bisschop sterft, maar Gods kerk, die het volk is, zal nooit ten onder gaan. Ook in ons land kregen tientallen scholen, zalen, instituten, organisaties, manifestaties,… zijn naam. Door zijn gewelddadige dood is zijn naam een symbool geworden voor: • het opkomen voor zwakkeren in de samenleving • het strijden voor de rechten van de mens.
Deel 1 GECONFRONTEERD MET EN UITGEDAAGD DOOR EEN MOORDENDE REALITEIT * (H) El Salvador El Salvador is een klein en dichtbevolkt Midden-Amerikaans land, dat zes miljoen inwoners telt. Toen Oscar Romero in 1977 benoemd werd tot aartsbisschop van San Salvador, berustte de macht bij een veertiental schatrijke families, grootgrondbezitters en industriëlen, die vooral koffie, suiker en bananen verbouwden en exporteerden. De campesino’s - de landarbeiders en kleine boeren met maar een klein stukje eigen grond of zelfs helemaal niets - hadden ook geen vast werk; telkens werden ze voor een paar maanden in dienst genomen op de grote haciënda's, vooral in de oogsttijd. De rest van het jaar moesten ze zien te overleven met het karige loon dat ze voor die seizoenarbeid hadden ontvangen. Dat berekende bittere armoede. Honderdduizenden leefden in simpele hutten of krotten. Gezinnen van vijf of zes personen beschikten maar over een kamer. De helft van de plattelandsbevolking was analfabeet, en driekwart van de kinderen was ondervoed. Tweederde van de vrouwen kregen bij een bevalling geen enkele medische hulp. Telkens beloofde een regering die aan de macht kwam, dat de grond binnenkort eerlijker verdeeld zou worden, maar van die hervormingsplannen kwam niets terecht.
* Het ging van kwaad naar erger door een toenemende terreur De machtigen en rijken hadden er belang bij dat de arbeiders op de rand van honger leefden, want dan namen die eerder genoegen met een karig loon; de campesino’s konden zich. niet veroorloven om dat niet te accepteren. De elite was afkerig van vakbonden en boerenorganisaties, want die konden hogere lonen eisen. De regering en het leger waren nauw met de machtigen en rijken verbonden, en hielpen mee de status quo te handhaven. Elke neiging die de campesino’s vertoonden om tegen wantoestanden te protesteren, werd dadelijk en radicaal de kop ingedrukt. Demonstraties van boeren en arbeiders werden verboden, en het leger sloeg ze uiteen, soms ten koste van tientallen doden. Veiligheidstroepen van de Nationale Garde vielen dorpen binnen om de mensen angst aan te jagen en te terroriseren. Ze grendelden een dorp van de buitenwereld af, staken huizen in brand en arresteerden boeren, om hen af te ranselen, te martelen, te vermoorden of hen te laten verdwijnen. Wie verdwenen was, werd vaak dood en verminkt teruggevonden. Nergens waren mensen bij zulke overvallen veilig, ook niet in een school of kerk, wanneer ze daar heen vluchtten. Niet alleen de Nationale Garde, maar ook privé-legertjes en doodseskaders opereerden straffeloos, alsof ze boven de wet stonden. Bij de Salvadoreense rechtbanken vonden armen al evenmin bescherming. Corrupte rechters legden na een simplistisch en oneerlijk proces zware straffen op. Om aan te geven dat armen door rechters heel anders behandeld werden dan rijken, citeerde Romero eens een oude boer: 'De wet is als een slang: ze bijt alleen wie op blote voeten loopt.'
* Groeiende bewustwording en het volk begint zich te organiseren De machthebbers waren gebeten op allen die werkten aan de ontwikkeling van de arme bevolking. Want als de onderlaag ging nadenken, zou ze geen genoegen meer nemen met haar slavenbestaan. Vakbondsleiders en kritische onderwijzers werden vermoord. Priesters die de armen stimuleerden om basisgemeenschappen te vormen en zich te organiseren om een vuist te kunnen maken, werden het land uitgezet, soms na marteling met elektrische schokken enz. Enkele invloedrijke priesters werden vermoord. Al wie enigszins geëngageerd was in de begeleiding van een basisgroep, of in de (religieuze) vorming, werd als terrorist gebrandmerkt, opgepakt en mishandeld. Dagelijks waren er doden of vermisten… Om even het klimaat te schetsen van die periode: een brief van Roger Ponseele (een West-Vlaamse priester die toen al ruim 10 jaar bij dit verdrukte volk leefde leefde en werkte. 15 februari 1980 Hier zitten we helemaal in de problemen. De acties van de volksbewegingen hebben zich vermenigvuldigd, maar tezelfdertijd heeft ook de repressie dat gedaan. Een lid van onze groepen werd dinsdag laatst gevangen genomen. We weten niet wat er met hem gebeurd is. De hoop hem levend terug terug te zien is maar heel kleintjes. Elke dag vinden ze hier lijken. Gisteren heb ik de triestigste dag van mijn leven meegemaakt. Leerlingen van onze verdwenen vriend - het is een onderwijzer - beweerden zijn lijk te hebben gezien aan de rand van een kleine stad, een uur van ons vandaan. Met zijn vrouw en enkele andere families zijn we daar naartoe gereden. De rechter - een doodgewone man van het volk had daags voordien tien lijken geregistreerd, enkele al geïdentificeerd, andere, nog niet. 'Het is hier elke dag zo' zei hij. Naar ds gegevens was er een lijk dat wel dat van onze vriend zou kunnen zijn. Maar die was al begraven. We kregen een papiertje waarmee we toestemming hadden om dat lijk op te graven. Met pioche en spade trokken we naar het kerkhof. Een gefolterd lijk (ponder kist of iets in de grond gestopt) kregen we te zien - een verschrikkelijk gezicht. Het bleek echter een andere man te zijn. Dan maar elders gaan zoeken. We moesten echter onverrichterzaken terugkeren. 'Nog maar pas thuis werd ons gezegd dat er weer een lijk was ontdekt, een beetje verder dan de stad waar we 's morgens geweest waren. Opnieuw de auto in. Bij een brug stond een beetje, volk. We vroegen of ze iets afwisten van een lijk... 'Elke dag komen hier lijken te voorschijn', zeiden ze. 'Vanmorgen hebben we nog een schoolmeester 'begraven...' We dachten angstig dat dit onze vriend zou zjjn. 'Hoe zag hij eruit?' maar de gegevens kon hij het echter onmogelijk zjjn. Opluchting... Plots een geschreeuw. Opnieuw had men een lijk ontdekt. We liepen naar beneden, naar het water toe: een lijk, zónder kleren, verschrikkelijk gefolterd {ik bespaar je. de details}. Het had Zekere kentrekken van onze vriend. We konden echter zijn gezicht niet zien Boertjes die daar in de omtrek stonden, slaagden erin met takken bet lijk om te wentelen... een gezicht om nooit meer te vergeten. Het was echter niet onze vriend. Iemand zei: 'Zou God de wereld zo geschapen hebben? We zijn net nog honden...' De vrouw van onze vriend; die zich tot dan toe kranig had gehouden, weende bitter. We keerden terug, ponder resultaat, met tranen in de ogen. De Zoektocht - naar een lijk wellicht, want er is weinig hoop dat hij het er levend van afbrengt - gaat verder. Vergeef me, dit verhaal... Ik moest het vertellen. We doen voort. God kan niet onverschillig bij zoveel lijden...
Rogelio
Zo kunnen we wel honderden voorbeelden aanhalen van de wreedheden, zelfs van enkele massamoorden. Naast de armoede met alle kwalen daaraan verbonden (kindersterfte, analfabetisme,…) heerste er in het land een terreur die vooral slachtoffers maakte in de kringen waar armen het woord namen en gingen samenwerken…
* Een niet-verwachte bondgenoot: aartsbisschop Romero. In maart 1977 werd Oscar Arnulfo Romero benoemd tot aartsbisschop van El Salvador. Wat voor een man was deze Romero? Hij was geboren in 1917 in een landelijk stadje. Na de lagere school ging hij als hulpje bij een timmerman werken. Na korte tijd kreeg hij de kans om een priesteropleiding te volgen. Deze studie moest hij echter na een paar jaar afbreken, omdat het dringend nodig was dat hij geld ging verdienen om zijn ouders in een periode van grote armoede bij te springen. Hij ging werken in een mijn Ook dit duurde echter niet lang; al na drie maanden werd er een financiële oplossing gevonden om hem naar liet seminarie te laten terugkeren. Na zijn priesterwijding werd hij naar Rome gestuurd om aan een proefschrift te beginnen. De Tweede Wereldoorlog gooide roet in het eten. In 1943 reisde hij terug naar El Salvador en ging hij in een parochie werken. Vanaf 1967 kreeg hij belangrijke opdrachten in de kerk. In 1970 werd hij hulpbisschop in het aartsbisdom San Salvador. Daarna kreeg hij zijn eigen bisdom, Santiago de Maria. In 1977 werd hij aangesteld tot aartsbisschop, in de hoofdstad San Salvador. De vooruitstrevende priesters betwijfelden of Romero de moed zou opbrengen om de onderdrukking aan te klagen. Zou hij daar niet passief tegenover staan? Hij leek een typische bestuurder die vooral bezig was met binnenkerkelijke zaken en weinig aandacht had voor de gevoelens en problemen van de mensen daarbuiten. De rijken en machtigen daarentegen bleken juist erg verheugd over zijn benoeming. Ze moesten er niet aan denken dat de verwachte en bekwame Rivera y Damas op deze stoel zou. terechtkomen. Die 'communist' hoorde bij de linkse priesters die de armen dwaze bevrijdingsdromen voorspiegelden. Romero was volgens hen hun bondgenoot, de juiste man om de 'politieke priesters' een toontje lager te laten zingen, en om hun activiteiten af te remmen en terug te draaien.
Zoals al vermeld was de terreur rond deze tijd nog heviger, en steeg het aantal mensen dat vermoord werd of verdween. Maar hij wilde de regering niet hard aanvallen. Daarom koos de nieuwe aartsbisschop voor een voorzichtige koers. Toen gebeurde er iets waardoor Romero's visie radicaal veranderde. Een van de priesters die zich op het platteland van El Salvador inzetten voor de emancipatie van de campesino’s, Rutilio Grande, werd samen met twee van zijn mensen vermoord. Jan Deplancke - een gewaardeerde Vlaamse priester-medewerker van aartsbisschop Romero vertelt over die ommekeer van zijn bisschop: Hij was een opvallend schuchter man, hield van de eenvoudige mensen en bracht ze gaarne samen. Hij was ook conservatief. En juist omdat hij conservatief was neemt men aan, werd hij in februari 1977 aartsbisschop benoemd. Er was dan echte onrust in het land. De landelijke bevolking werd op vele plaatsen vervolgd en de verkiezingsstrijd voor een nieuwe president was volop bezig. Zijn aanstelling verliep zelfs in alle haast op een andere datum dan voorzien was en niet in de kathedraal, zoals normaal is. In de eerste weken bleek zijn bekommernis om de gegoede mensen ter wille te zijn, maar toen werd, begin maart, Rutilio Grande vermoord, eenvoudigweg de beste priester van het land. Het was de eerste moord op een priester en Rutilio Grande stond helemaal ten dienste van het volk. De verontwaardiging in het land was bijzonder groot en bij Monseigneur Romero heeft dat een ommekeer veroorzaakt. Dan moet hij begrepen hebben hoe Christus vervolgd wordt, nu in de arme mensen, dat Christus geleden heeft en gestorven is voor de mensen die lijden en strijden. Hij dacht dat hij als bisschop Christus vertegenwoordigde, maar toen heeft hij ingezien dat het arme volk Christus vertegenwoordigt, dat het volk het leven van Jezus voortzet, want arme mensen lijden en worden gefolterd en worden vermoord in El Salvador zoals Jezus Christus. Door zijn geloof wist hij ook dat de dood van Christus diezelfde Christus tot een nieuw leven bracht, want Hij verrees. Van dan af is één van zijn thema's geweest: de mensen hoop geven. Hun leven, het lijden en de dood van velen zou een menswaardiger leven mogelijk maken in hun eigen land, waar zij zelf over hun leven en de toekomst zouden kunnen beslissen. Een ander aspect van zijn bekering is, dat hij een ander manier zijn bisdom begon te besturen. Het volk kon mee beslissen. En weken na elkaar kon iedereen 's morgens naar het bisdom gaan, mee gaan beslissen, mee gaan beraadslagen. Verwerkingsmoment: - Armoede, onrecht en terreur zijn nog altijd in de wereld aanwezig. Ook nu vechten velen met gevoelens van onmacht en onverschilligheid. Welnu: welke situatie(s), in de grote wereld en ook hier, vind jij onverdraaglijk? Waaraan denk je spontaan? Is er iets waar je zelfs wakker van ligt? Het feit dat je dit hier leest, bewijst dat je niet onverschillig bent. Welnu: wat heeft er jou bewust gemaakt? Wie en wat zou er kunnen helpen om nog veel meer mensen (jongeren b.v.) de ogen te openen?
Deel 2 EEN PROFEET – OOK VOOR ONZE TIJD. Drie jaar na zijn bekeringsmoment, heeft Romero een historische toespraak gehouden. Dat gebeurde in Leuven op 2 februari 1980, naar aanleiding van een eredoctoraat van de K. U.L) Op kernachtige manier heeft hij feitelijk zijn eigen bekering beschreven. In vier etappes. Een bekering die eigenlijk ieder christen, de hele Kerk zou kunnen doormaken. Vier stappen: - De eerste stap is: binnentreden in de wereld van de armen. - De tweede stap is: aan de armen ‘de goede boodschap’ brengen. - De derde stap: zich verbinden tot het verdedigen van de armen. - De vierde stap: vervolgd worden omwille van de armen.
. Zo is Monseigneur Romero een profeet geworden - een profeet, dat wil zeggen: een man van God, iemand die spreekt in Gods naam. - Hij noemde het kwaad. Klaar en duidelijk: de rijken die steeds rijker willen worden, de corruptie. Het zit in alle structuren en instellingen – het is veel meer dan alleen het individuele kwaad. Het veroorzaakt de dood – de vlugge dood van de moord en de terreur, en de langzame dood van de honger en ontbering. Hij noemde het kwaad: een doodzonde, omdat ze letterlijk mensen doodt. Maar hij noemde de onverschilligheid, de inactiviteit, het slaafs ondergaan van de uitbuiting eveneens ‘kwaad’. Hij riep de mensen op hun waardigheid als mens te verdedigen en op te eisen. - Deze profeet deed meer dan aanklagen. Hij sprak over de mogelijkheid van een betere wereld. Een wereld van recht en vrede. “Jullie moeten daaraan meewerken. De armen kunnen zelf die wereld voorbereiden”. Zo werd hij dan de man van het volk, want het volk begreep die taal en het volk begreep zijn taak. En buiten El Salvador is hij dan erkend geworden door heel de
wereld. Zo werd hij door meer dan honderd parlementairen van Engeland als kandidaat voor de Nobelprijs voor de Vrede voorgedragen. Hij kreeg de vredesprijs van Zweden. Hij werd eredoctor aan verschillende universiteiten - Een man van gebed. Het is bekend dat bisschop Romero elke morgen en avond langdurig in stilte en gebed was. Ook op de meest drukke dagen, en in de perioden van bedreiging en verraad (zelfs door zijn medebisschoppen) en bij de voorbereiding van zijn preken en brieven zocht hij bij zijn God sterkte, moed en inspiratie. Was het daar dat hij zijn sereniteit en steun vond? . Hij heeft ooit gezegd : "Ik zou het fijn vinden als ze mij een man van hoop zouden noemen. Ik ben ervan overtuigd dat dat mijn zending is. Ik heb ervoor geijverd hoop te zaaien, de hoop onder de mensen levend te houden.” Hij voegde de daad bij het woord: Een paar voorbeelden: - Dagelijks was hij te vinden bij de armen en verdrukten. Hij bezocht de dorpen waar er weer een (massa)moord had plaats gevonden - In de preken die hij hield (en die via een zender over een groot deel van LatijnsAmerika beluisterd werd) noemde hij telkens weer de bloedige gebeurtenissen van de voorbije week, en ook de vermoedelijke verantwoordelijken. Hij riep de mensen op niet stil te blijven zitten. - Hij schreef een vlammende brief aan de president van de U.S.A.:stop met wapens te leveren aan ons leger: ze dienen alleen om arme mensen te onderdrukken. - Daags voor het moordend schot van een sluipschutter had hij nog deze oproep gelanceerd – wellicht de directe aanleiding om hem uit te schakelen. “'Ik zou een speciale oproep willen doen tot de mensen van het leger en meer concreet tot de bases van de guardia nacional van de politie en van de kazernes. Beminde broeders en zusters zij behoren tot hetzelfde volk, ze doden hun eigen broeders, de boeren. Boven het bevel van een mens om te doden, moet de wet van God staan, die zegt: "Gij zult niet doden". Geen enkele soldaat is verplicht een bevel op te volgen, dat tegen de wet van God ingaat. Niemand hoeft een immorele wet na te leven. Het wordt tijd dat ze met hun geweten in het reine komen en dat ze eerder hun geweten gehoorzamen dan een zondig bevel. In de naam van God, in de naam van dit berustende volk wiens noodkreten elke dag luider opstijgen ten hemel, smeek ik ze, vraag ik ze, beveel ik ze in de naam van God: "Maak een einde aan de onderdrukking!" (Mgr. Romero op 23 maart 1980, daags voor zijn dood)
Verwerkingsmoment: - Wat kun je uit het leven van Romero halen voor jezelf? - Wat kan de Kerk - gelovigen én verantwoordelijken - van Romero leren? - In El Salvador en elders in Latijns-Amerika is ook voor jonge mensen Romero een veel genoemde en erg gerespecteerde gids. Zou dat hier ook zo kunnen worden? - Binnentreden in de wereld van de armen: kan dat hier ook? Heb je daar al wat ervaring mee? - ‘Blijde boodschap’ voor de armen. Hoe kunnen wat dat verstaan? Zijn er hier ook mensen die door onze inzet ‘goed nieuws’ ( = evangelie) kunnen ervaren? Kan je dat concreet en geloofwaardig maken? - Vervolging en bedreiging… Hier toch niet? Of toch? - In het leven van veel figuren die wij respecteren, speelt gebed een essentiële rol. Hoe zie jij dat voor jezelf. Denk je dat ook een aantal jongeren daar voor openstaan? - Welke bijbel- of evangeliewoorden kan je voluit toepassen op bisschop Romero?
Voor wie echt wat dieper wil binnentreden in het (theologisch) denken van aartsbisschop Romero kan voluit zijn toespraak in Leuven (2 februari 1980) aanbevolen worden. Samensteller van dit werkstukje vindt dat een pareltje van toepasbare bevrijdingstheologie. En zou in gespreksgroepen kunnen dienen als leidraad voor een zoektocht naar eigentijdse pastoraal. Jef Ravelingien, Hogeweg 114, 8200 Brugge Tel. en fax: 050/31 17 33
[email protected]