Personeelsblad van ROC van Twente
ROCfort
oktober 2014
4 Verschijnt 5 keer per jaar.
De Entreeopleiding is een feit • EuroSkills: Goud voor onze student Jasper Luft • Bent u bewapend? U staat nu in een gebied waar beren en wolven voorkomen • Niet vies van een beetje uitdaging…* Onze beveiligers • Rob Hazelhoff: teamcoördinator en
monumenteigenaar •
Thorbecke, daar voel je je thuis • Na de herfstvakantie printen en kopiëren we anders * Op zoek naar verbinding • Centrale examens vragen gedegen voorbereiding * Wat jij wilt, dat kun je ook!
Dwarsliggers Als Entree-student kon je voorheen kiezen voor: Profiel Assistent bouwen, wonen en onderhoud. Nu heet dat: Profiel Assistent bouwen, wonen en comfort. Is de inhoud veranderd, is de inhoud nu begrijpelijker of is dit een wijziging in de orde van het flatje dat nu appartement heet? Ik moest bij onderhoud meer denken aan vakmanschap: iets als hulpklusser. Klopt helemaal wat werd voorspeld: dit is andere koffie. Met de komst van de nieuwe koffie-automaten was ik dan ook meteen van het koffiedrinken af. Voor de meesten van ons is de ‘routine’ van het schooljaar weer begonnen. Niet vergeten dat het voor nieuwe collega’s en veel studenten de start van een ongewis avontuur is. Hier en daar tref je vast nog wel eens een klas met een vertellende docent en tientallen ademloos luisterende studenten. Ook mooi: een docent die iets voordoet. Fijn als je kunt zeggen wat je beroep is: schilder, elektriciën, metselaar, administrateur, schademonteur, meubelmaker, beveiliger of verkoper. Klinkt toch anders dan dat je moet zeggen dat je een beetje Management, een beetje Economie en een beetje Rechten hebt gestudeerd. Ik heb gehoord dat de dienst Onderwijs & Kwaliteit zich weer uitsluitend gaat bezighouden met onderwijs en kwaliteit. Ik heb ook begrepen dat dat nieuws is. De vraag is natuurlijk wie, behalve de medewerkers van die dienst, daar iets van merkt. Vroeger moest je je studenten (die toen nog leerlingen heetten) leren wat jij al wist en kon en zij nog niet. Daarvoor had je didactische vaardigheden nodig. De belangrijkste vaardigheid van de coachende docent lijkt soms op ‘hopen’. Hopen dat de studenten de vakkennis en vaardigheden zelf ontdekken. Is dat vooruitgang of de teloorgang van het vak?
Redactioneel Merci Stel je eens voor, je zit samen met je collega’s om tafel. Midden op tafel ligt een doosje ‘Merci’. Je weet wel, die chocolaatjes die we de afgelopen jaren waarschijnlijk allemaal wel eens hebben gekregen van een student of een collega. Omdat we hem of haar zo goed hadden geholpen. En daarvoor werden we bedankt. 'Dat had toch niet gehoeven joh! Maar we waardeerden het wel.' Maar nu ligt het doosje niet op tafel om uit te delen. Want iemand een chocolaatje geven omdat je vindt dat hij of zij dat volgens jou verdient, dat is niet zo moeilijk. Dan is dat doosje heel snel leeg. Anders is het wanneer je jezelf een chocolaatje mag geven. Voor iets dat jij volgens jezelf goed hebt gedaan. Waarvoor jij een chocolaatje verdient. Dan blijft dat doosje vaak akelig lang vol zitten. Want dat zit blijkbaar niet in ons bloed: jezelf een schouderklopje geven. En dat nog hardop zeggen ook. Nee, dat doen wij Tukkers niet. Nou, ammehoela! Daar trappen we niet langer in hoor. Natuurlijk: bescheidenheid siert de mens. En er is zeker een dunne scheidslijn tussen borstklopperij en je kwaliteiten laten zien. Maar als wij al niet eens trots op onszelf kunnen zijn en dit ook niet durven te laten zien, hoe moeten onze studenten dit dan doen? Gelukkig hoefden we onze student Jasper Luft niet voor te doen hoe je blijdschap uit als je een gouden medaille wint. Hij sprong een gat in de lucht (zie pagina 5). Ook onze docente Judith Peinemann vond het natuurlijk wel even wennen om zo in de spotlights te staan. Maar vol enthousiasme ging zij de strijd aan voor de titel ‘Leraar van het Jaar 2014’. Ze is het nét niet geworden. Maar ze heeft ons ROC toch maar weer mooi op de kaart gezet. Dat verdient wel een plekje op de voorkant van de ROCfort en op de achterpagina van de Tubantia! Ook collega Koos de Groot geeft eerlijk toe dat hij graag voorop in het orkest meeloopt. Dat het daarbij wel belangrijk is om de juiste toon aan te slaan, beseft hij nu ook maar al te goed. Onze columnist Paul Tempelaar geeft aan dat ‘Zout’ zijn kracht begint te verliezen. Het einde van zijn columns is dus in zicht. De redactie bedankt hem voor zijn bijdragen. Maar de boel mag wel weer een beetje op scherp worden gesteld… dus welke collega wil het stokje overnemen? Er ligt al een doosje Merci klaar ;-) In deze ROCfort komen nog veel meer andere betrokken collega’s aan het woord. Wilhelmien Christiaens vertelt over de trainingen ‘zelfvertrouwen’ die zij aan onze studenten geeft. Ria Szokoli en Hennie de Groot vertellen vol trots over de opgeknapte locatie ‘Thorbeckelaan’ waar ze zich zo thuis voelen. De dames en heren van de Beveiligingsdienst zijn er trots op dat buitenstaanders vaak zeggen dat er hier op het ROC (bijna) nooit iets gebeurt. Dat betekent dat zij hun werk goed doen. Tien studenten hebben meegedaan aan de ‘Strongmanrun’. Het was zwaar, maar ze hebben hun grenzen verlegd en het allemaal gehaald. Ze bloeiden op door de waardering die ze kregen. Complimenten van docenten en studenten. Maar het mooiste was volgens hen toch echt dat je de finish over gaat, duizenden mensen je toejuichen en je het zelf ‘geflikt’ hebt. Neem een voorbeeld aan al deze toppers. Wees trots op jezelf! Merci.
2
ROCfort oktober 2014
De Entreeopleiding is een feit AKA en de niveau 1 opleidingen zijn verdwenen en hebben plaatsgemaakt voor een brede Entreeopleiding met zeven uitstroomprofielen. Gea Staal, teamcoördinator Entreeopleiding en Mirjam Pals, docente bij het MBO College voor Commercie & Ondernemen praten ROCfort bij. Veel veranderingen, voor iedereen Als je teams gaat samenvoegen, wordt vaak duidelijk hoeveel verschillen er zijn. Mirjam Pals werkt met collega Melanie Veltman samen met oud AKA-docenten Anita Stoelers en Herman Bakker aan de Entreeopleiding met het uitstroomprofiel verkoop/retail. ‘We merken heel sterk dat AKA een heel andere insteek, een andere aanpak had dan wij met de niveau 1 opleiding’, zegt Mirjam. ‘De AKA was sterk gericht op het intensief begeleiden van studenten, terwijl wij ons richtten op de weg naar een beroep, naar zelfstandigheid. Het mooie van de nieuwe situatie is wel dat we deze twee dingen nu kunnen combineren’.
Van links naar rechts: Gea Staal, Jan Slooijen en Mirjam Pals
‘Het is altijd even wennen’, zegt Mirjam. ‘Zeker als je met nieuwe collega’s aan een nieuw project begint. We delen geen kamer. Soms is het nadelig, omdat je niet even snel kunt afstemmen. Zodoende hebben we elke week een overleg gepland om op één lijn te blijven. Om van elkaar te weten wat we doen. Gelukkig zitten we wel in hetzelfde gebouw.’
ROCfort oktober 2014
3
In augustus is het ROC van Twente gestart met de Entreeopleiding conform nieuwe wetgeving en actieplan Focus op Vakmanschap. Met de start van de Entreeopleiding zijn alle niveau 1 opleidingen en de AKA vervallen.. Voor wie? De Entreeopleiding is bedoeld voor jongeren van minimaal 16 jaar (die per 1 augustus 2014 16 jaar zijn) zonder een v(mb)o-diploma en degenen die niet toelaatbaar zijn voor een niveau 2, 3 of 4 opleiding. De Entreeopleiding kent in totaal negen profielen, waarvan er binnen ROC van Twente dit schooljaar zeven worden aangeboden. Profielen: • Assistent horeca, voeding of voedingsindustrie • Assistent bouwen, wonen en onderhoud • Assistent mobiliteitsbranche • Assistent installatie- en constructietechniek • Assistent logistiek • Assistent verkoop/retail • Assistent dienstverlening en zorg
Volgens Gea Staal is de start van het nieuwe schooljaar wel hectisch. ‘Dat geeft ook niet, dat wisten we van tevoren. We hebben ook alle bestaande structuren overhoop gegooid. Bij sommige opleidingen was alles goed voor elkaar. Zij moeten nu soms op materialen wachten om aan de slag te gaan. Dat brengt af en toe wel enige frustratie met zich mee’, aldus Gea. ‘Ik probeer de eerste weken zoveel mogelijk op de werkvloer te zijn. Uit alle teams wil ik feedback halen: wat doen we goed, wat heeft nog aandacht nodig, zoveel mogelijk luisteren en eventuele frustraties wegnemen. We hebben nog steeds wel aandachtspunten. We moeten de roosters goed op elkaar afstemmen. Onze docenten geven vaak les bij verschillende opleidingen en MBO Colleges.’
Entreeopleiding Het ROC van Twente biedt één Entreeopleiding aan met een breed basisdeel. Deze opleiding duurt één jaar. Studenten mogen overigens twee jaar doen over de Entreeopleiding. Na de opleiding stromen de studenten uit naar de arbeidsmarkt of ze starten in een niveau 2 opleiding. Algemene vakken zijn onder andere Nederlands, rekenen en LB. Daarnaast worden
4
ROCfort oktober 2014
zeven profielen uitgevoerd, elk met een aparte crebo. ‘De Entreeopleiding komt voort uit Focus op Vakmanschap. De invoering ervan is geen vrije keuze’, aldus Gea. ‘Wij hebben ervoor gekozen om de opleiding op deze manier in te vullen. Het voordeel is dat we nu wel alle kleinere niveau 1 opleidingen zo veel mogelijk bij elkaar hebben gebracht. Daarvoor is veel samenwerking nodig. We zitten nu in de onderzoekende fase en we hebben allemaal tijd nodig om elkaar te leren kennen.’ ‘Gelukkig hebben we allemaal het gevoel dat de studenten er niet veel van merken. Uit onze ervaring blijkt dat regelmaat belangrijk is voor de studenten die de Entreeopleiding volgen. Daarom is rust in het rooster ook zo belangrijk.’ ‘En ik merk ook dat de betrokken collega’s er allemaal heel positief in staan. Iedereen zet zijn schouders eronder en we gaan er samen wat moois van maken. We krijgen nu de kans om al die expertise die we al in huis hebben te combineren. Dat is natuurlijk ook een leuke opdracht. Natuurlijk is het soms lastig om het oude los te laten en om iets nieuws te starten. Gezamenlijk hebben we één doel en dat is onze studenten over de eindstreep te krijgen.’
Waar gaan we naartoe? ‘Onze doelstelling voor dit jaar is de Entreeopleiding goed neer te zetten. Ons belangrijkste doel is om onze studenten zo goed mogelijk op te leiden. Dat doen we volgens het principe: ‘Wij creëren een verrassend positief toekomstperspectief’. Onze studenten moeten het gevoel hebben dat ze op de juiste plek zitten. We denken dat we het nu goed doen binnen de kaders die er liggen. Voor de korte termijn zorgen we ervoor dat de teams goed draaien en dat de opleidingsplannen klaar liggen. Daarna volgen de examens, want omdat de Entreeopleiding éénjarig is, worden die ook dit schooljaar nog afgenomen. In november gaan we al beginnen met de eerste evaluaties. Op weg naar de volgende stap en dat is de definitieve positionering van de Entreeopleiding binnen ROC van Twente. Voor ons is er dus nog veel te doen!’
EuroSkills: Goud voor onze student Jasper Luft Hij was al Nederlands kampioen, maar nu ook Europees kampioen. Team Nederland heeft mooie successen geboekt tijdens EuroSkills 2014 in het Franse Lille. Bij deze kampioenschappen voor jeugdige vakmensen uit heel Europa wonnen ze negen gouden, twee zilveren en twee bronzen medailles. Eén van de gouden medailles was voor onze 18-jarige student Jasper Luft uit Bruinehaar. Hij volgt bij ons de opleiding tot timmerman. Tijdens EuroSkills kwam hij dan ook uit op het vakgebied 'bouwtimmeren'.
samenwerking met het ROC van Twente. Hij heeft het heel goed gedaan tijdens EuroSkills en zelfs twee gouden medailles behaald. Wat een geweldige prestatie! Onze student Niels Koopman kwam uit in het vakgebied 'schilderen en decoreren'. Hij behaalde helaas geen podiumplaats, maar is wel een enorme ervaring rijker. En hij mag zich natuurlijk nog steeds Nederlands kampioen noemen!
Prachtige afwerking leidt tot goud
EuroSkills 2014
Jasper Luft en teamgenoot Stefan Heerink wonnen bij de teamcompetitie bouwtimmeren ieder een gouden medaille. Hun opdracht bestond uit het uitslaan en maken van twee zadeldaken die onder een hoek in elkaar staken. Een ingewikkelde constructie, die lastig was om uit te slaan. Onder leiding van expert Willem Beverloo is intensief getraind op deze moeilijke opdracht. Stefan en Jasper werden Europees kampioen met een werkstuk met mooi sluitende verbindingen, een prima maatvoering en een prachtige afwerking.
EuroSkills zijn de tweejaarlijkse Europese kampioenschappen voor beroepen. Aan de vierde editie in het Franse Lille namen 450 jonge vakmensen uit 25 Europese landen deel. Het grootste beroepenevenement van Europa werd bezocht door 90.000 bezoekers. Ook diverse Tweede Kamerleden brachten een bezoek en waren erg enthousiast. De volgende editie vindt in 2016 plaats in Göteborg, Zweden. Volgend jaar vindt het WK voor beroepen, WorldSkills, plaats in augustus in Sao Paulo, Brazilië. Hopelijk mag Jasper daar wederom laten zien wat hij kan!
‘Het is echt nog een beetje onwerkelijk allemaal. Wat was het spannend! En wat hebben we hard gewerkt. Maar wat was het vooral een geweldige ervaring!’, aldus een zeer enthousiaste Jasper Luft.
Hoe verging het de anderen? Student Niek Post volgt zijn opleiding (CNC-frezen) bij het STODT in
Kijk voor meer info op: www.euroskills-team.nl
ROCfort oktober 2014
5
Bent u bewapend? U staat nu in een gebied waar beren en wolven voorkomen De contactpersoon van de ANWB die Bert Timmerman terugbelde naar aanleiding van een pechmelding was stellig: het was gevaarlijk op de weg in Rusland waar hij stond.
Zelf beleefde Bert dat toch anders: ‘We stonden 200 meter over de Russische grens bij een benzinestation.’ Die Twentse nuchterheid verdwijnt, als hij verder vertelt over de prachtige reis die hij en zijn vrouw Atie met een aantal andere motorliefhebbers naar Sint Petersburg hebben gemaakt: ‘We hebben 5400 kilometer in 16 dagen afgelegd, waarvan het grootste gedeelte over provinciale wegen, alleen het stuk tot aan Bremen reden we over de snelweg. ‘ De langste tocht ooit, al maken ze al veel langer zulke avontuurlijke reizen. Ze kiezen heel bewust voor de motor, Bert al vanaf zijn 21e: ‘Je hoort en voelt de motor, proeft en ruikt de omgeving. De motor dwingt je ook sneller om je werk te vergeten.’ Atie heeft geen motorrijbewijs, maar rijdt als duo achterop. ‘We hebben een toermotor waarop ook een passagier prima zit. Atie kan, zoals ze dat zelf zegt, ook als ik 150 kilometer per uur rijdt ‘nog vrolijk een beschuitje smeren’. En rugpijn krijgt ze er niet van, die kreeg ze pas van de gewone stoelen, toen we twee dagen thuis waren. Haar reactie was: zet de motor maar in de kamer…’
Hoe zijn jullie gereisd? Ze reisden met 23 personen op 19 motoren. Een bewuste keuze. ‘We durfden niet met zijn tweeën door de Baltische staten en Rusland te trekken. Groninger Oene Krist, die net als Bert projectleider van een groot techniekproject is, organiseert vier reizen in de zomerperiode. ‘Hij had in het kader van een project onder meer contact gehad met inwoners van een dorpje dat we onderweg hebben aangedaan. Daar werden we heel gastvrij ontvangen. We hebben alle kinderen, tot 25 jaar’, voegt Bert er lachend aan toe, ‘achterop de motor meegenomen voor een rondje op de motor. En nadat we uitgebreid met zijn allen hadden gegeten, stond er alweer een kleine supporter naast de motor te wachten voor nog zo’n rondje.’
6
ROCfort oktober 2014
‘We zijn vanaf Bremen via Polen, door het prachtige Mazurië, Litouwen via Letland en Estland naar Rusland gereisd. Hoe verder je naar het oosten reisde, des te armer het werd, een beetje wanordelijk, zelfs in de natuur. Estland is een land waar het duidelijk beter gaat. Sint Petersburg zelf telt vijf miljoen inwoners. Het centrum is rijk en prachtig, maar daaromheen is het armoedig. Overigens betekent die armoede niet, dat het er niet mooi is: het Mazurische merengebied, de eindeloze natuur, de ruigte en de leegte, maar ook de vele kastelen en kathedralen onderweg, waarvan we er een aantal hebben bezocht en niet te vergeten de prachtige oude steden: Schwerin, Vilnius, enzovoort. Je weet wel hoe het is, maar je moet het ervaren.’
En hoe zit het met die weg vol beren en wolven? ‘Het was helemaal aan het eind van de dag, ik wilde nog even tanken, pakte de groene pomp om vervolgens te ontdekken dat ik -
e assi p e D van rman e imm T t r Be
anders dan in Nederland - geen benzine maar diesel in mijn BMW had gegooid.’ We hebben met handen en voeten en een heel hulpvaardige vrachtwagenchauffeur geprobeerd om de diesel weer uit de tank te krijgen, maar dat lukte niet helemaal. Vandaar dat telefoontje naar de ANWB, want de BMW-servicedienst, die altijd heel goed helpt, doet dat maar tot aan de Russische grens.’ ‘Echt lekker stonden we daar niet, het werd donker en al waren we bij een benzinestation, het was wel in the “middle of nowhere”. De ANWB bleek uiteindelijk ’s nachts transport voor de motor en ons te kunnen regelen naar Skov. Die avond en de volgende morgen was er contact met de GoldWing Club uit Sint Petersburg, die ons ook zouden begeleiden naar en van Sint Petersburg. Iemand van deze club woonde in Skov en was een lokale hobbymonteur. Hij was bereid me te helpen. We reden naar een schuurtje bij een afgelegen ‘datsja’ (noot red. vakantiehuisje), waar hij en ik samen de motor uit elkaar hebben gehaald. Intussen zat Atie met oma buiten met een boekje Hoe en wat in het Russisch? Toen we klaar waren met de motor, bleek het gebruikelijk te zijn eerst de maaltijd met elkaar te
gebruiken, alvorens verder te reizen. Die hartelijke gastvrijheid is heel bijzonder.’ Dat improviseren vinden Bert en Atie allebei leuk. ‘Je kunt je gewoon niet op alles voorbereiden. Wel heb ik altijd “Duct tape” bij me, mijn grootste vriend bij ongelukjes. Val je een keer dan houd je er de heleboel mee bij elkaar.’ Ze zijn wel wat gewend, stonden ook al eens aan de Ierse kust waar de storm met windkracht 12 metershoge golven tegen de kliffen deed opslaan. Maar ze zijn niet overmoedig. Het rijden onder al die wisselende omstandigheden vereist lokale deskundigheid. Neem alleen het eigenzinnige rijgedrag van de Russen of de ontelbare hoeveelheid tramrails in Sint Petersburg, waarover het heel lastig rijden is met je motor. In een groep reizen, biedt dus niet alleen bescherming in onherbergzame gebieden, maar ook in zulke steden. ‘Je bent beter beschermd tegen al die andere weggebruikers. En daarbij hebben we veel steun gehad van de GoldWing Club. Je doet tijdens deze tochten sowieso heel veel leuke en interessante contacten op. Neem bijvoorbeeld die Russische politieman, die ons sommeerde de motor op een andere plek in het busje te laden, toen we op weg wilden naar de datsja in Skov. Dat lukte niet, omdat ik mijn motor niet kon starten: de accu was leeg. Toen veranderde die wat norse agent in een aardige en hulpvaardige politieman, die zelfs zo ver ging dat hij de accu van mijn motor hielp opladen met die uit zijn dienstauto!’ Bert en Atie zijn niet bang voor beren op de weg, ze zien ze gewoon niet. Volgend jaar zomer verruilt Bert zijn kostuum opnieuw voor zijn motorpak, want hij maakt alweer nieuwe plannen. ROCfort oktober 2014
7
Niet vies van een beetje uitdaging… Tien studenten Handhaving, Toezicht en Veiligheid volbrachten de StrongmanRun 2014 8000 deelnemers van 18 verschillende nationaliteiten van 16 tot 70 jaar met een gemiddelde leeftijd van 33 jaar die een parcours afleggen van 21 kilometer door bossen en velden rondom Hellendoorn en Nijverdal, over paden en heuvels, struikgewas en een paar verharde wegen, waarbij ze maar liefst 33 modder-, kruip- en klauterobstakels moeten overwinnen en zelfs de nodige keren een nat pak halen omdat de Regge overgestoken moet worden. Dat is de StrongmanRun 2014, een sportief evenement in Hellendoorn voor kanjers die niet vies zijn van een beetje uitdaging. Vincent, Randy, Jacco (namen aanvullen) zijn tweedejaars studenten van de opleiding Handhaving Toezicht en Veiligheid en mogen zich sinds 7 september 2014 officieel ‘Strong Man’ noemen. Ze hebben de loodzware uitputtingsslag met glans doorstaan! De opleiding Handhaving Toezicht en Veiligheid is een vrij jonge opleiding, die opleidt tot
8
ROCfort oktober 2014
Buitengewoon opsporingsambtenaar (boa). Dit is het derde jaar dat de opleiding wordt gegeven. ‘Voor velen van ons is het vooral een springplank naar de opleiding tot politie of marechaussee. ’t Is een pittige opleiding met flink wat theorie- en praktijklessen. In de opleiding krijgen we veel rechts- en wetskennis, maar ook vakken als levensbeschouwing en natuurlijk heel veel fitness, sport en beweging.’ En je leert ook organiseren. Zo hebben de studenten de hele voorbereiding voor de StrongmanRun zelf op poten gezet. ‘Toen we het plan hadden opgevat om met een groep van onze opleiding mee te doen aan de StrongmanRun, hebben we eerst een PowerPointpresentatie gemaakt waarmee we de verschillende klassen langs zijn gegaan om het idee aan onze medestudenten te presenteren. Vervolgens hebben we een sport- en fitheidstest georganiseerd voor de belangstellenden, om vast te kunnen stellen of ze wel fit en krachtig genoeg waren om mee te doen.’ ‘We hebben ons samen heel goed voorbereid. Zo hebben we onder begeleiding van een leraar van Defensie veldtrainingen en oefeningen gedaan. Ook een keer in de stromende regen met laarzen en al de vijver in en er weer uit klauteren, dat soort trainingen. En we hebben, bij wijze van training, meegedaan aan de Tough Ten Miles in De
Lutte en enkelen van ons hebben meegedaan aan de Enschede Marathon.‘ ‘Die StrongmanRun was een pittige uitdaging. Veel modder, veel zand, veel water, zware klauterpartijen; kortom, ’t vraagt nogal wat van je fysieke kunnen. ‘Hardlopen, bijvoorbeeld. Maar dan niet over de weg of over verharde paden, maar door het zand. Da’s veel zwaarder; je komt nauwelijks vooruit, zeker als je helemaal onder de modder zit en dus een stuk zwaarder bent…’ ‘Het was een geweldige ervaring om te doen. Het is natuurlijk een wedstrijd, maar iedereen helpt elkaar. Vooral de kameraadschap en de sfeer in de ploeg waren geweldig. We zijn echt een vriendenclub geworden. Maar ook de hele happening er omheen. Duizenden mensen langs de route die je aanmoedigen, de gezelligheid, het randgebeuren. Geweldige ervaring!‘ ’We hebben veel waardering gekregen, ook vanuit school. Leraren die je een
compliment maken, medestudenten die zeggen dat ze door jou gemotiveerd zijn om ook een keer mee te doen.’ ‘Maar het mooiste is toch, dat je je eigen grenzen hebt weten te verleggen en doorzettingsvermogen hebt getoond. Daar zijn we hartstikke trots op! Natuurlijk zagen we er ook wel een beetje tegenop, maar als je eenmaal bezig bent, valt dat ook wel weer mee. Je trekt elkaar er door. Als jij helemaal stuk zit, is er altijd wel iemand in de ploeg die je weer oppept. En als je het dan samen hebt geflikt, als je over die finish gaat en door duizenden mensen langs de kant wordt toegejuicht. Dat is echt kicken!’
ROCfort oktober 2014
9
Onze beveiligers ROCfort gaat op de koffie bij onze collega’s van de Beveiligingsdienst. Onze beveiligers zijn soms zichtbaar, soms onzichtbaar. Het team van de Beveiligingsdienst bestaat uit tien vaste medewerkers. Ieder jaar wordt het team aangevuld met een aantal stagiairs, voornamelijk van onze eigen opleiding. Ayse Yamac en Hendri Ruyter van team Gieterij en Bärry Boertje en Jeannette van Soeren van team Wierdensestraat zitten aan tafel. Tijd om eens uit te leggen wat de Beveiligingsdienst allemaal doet.
10
ROCfort oktober 2014
Van links naar rechts: Ayse Yamac, Hendri Ruyter, Ali Yaman
OP DE KOF F IE
De collega’s aan tafel zijn al langere tijd bij het ROC van Twente. ‘Ik ben in 2008 in Almelo begonnen’, zegt Hendri. ‘Daarna ben ik naar de Gieterij gegaan.’ Ook Ayse begon tijdens de bouw van de Wierdensestraat in Almelo. ‘Ik werkte als beveiliger bij een particulier bedrijf. Daarna ben ik in dienst gekomen bij het ROC. Na de opening van de Gieterij ben ik naar Hengelo gegaan. Ook de twee collega’s uit Almelo zijn al een tijdje bij het ROC. Bärry maakte een uitstap naar de tbs-kliniek in Balkbrug. Sinds 2013 is hij weer terug.
Er gebeurt hier nooit wat ‘Sommige mensen vragen zich af waarom wij een beveiligingsdienst hebben. Volgens hen gebeurt er nooit wat. En dat is nou precies waarom wij er zijn. Om er voor te zorgen dat er niets gebeurt’, zegt Hendri. ‘Met zoveel verschillende mensen in onze gebouwen kan er namelijk zomaar iets gebeuren.’ ‘Natuurlijk lopen we onze rondes, controleren we de vluchtwegen en spreken we mensen aan op hun gedrag’, zegt Ayse. ‘Maar dat is een klein stukje van wat we allemaal doen.’ ‘Onze belangrijkste taak is de veiligheid van alle gebruikers van de gebouwen te garanderen’, zegt Ayse. ‘Daarnaast houden we ons bijvoorbeeld bezig met parkeerbegeleiding tijdens evenementen, het begeleiden van dienstverleners. Ook komen er regelmatig mensen in onze gebouwen die er niet horen, zoals loverboys en dealers. Dan zijn de lijntjes met de politie erg kort’, zegt Hendri. ‘Maar daarbij hebben we ook hulp en informatie nodig van studenten. We ontvangen regelmatig anonieme tips. Vaak kunnen we met die tips problemen al sussen voor er escalatie dreigt,’ vertelt Jeannette.
Onze stagiairs ‘Team Almelo geeft op aanvraag in de klassen presentaties over de Beveiligingsdienst’, zegt Jeannette. ‘We willen graag dat ook studenten een goed beeld hebben van onze werkzaamheden. We zijn er namelijk niet alleen maar om ze te berispen.’ Het begeleiden van stagiairs is één van de belangrijkste taken van de Beveiligingsdienst. ‘We zijn een erkend leerbedrijf en onze eigen studenten kunnen bij ons stage lopen. Vooral de jongere studenten zonder rijbewijs komen graag, omdat onze gebouwen gemakkelijk bereikbaar zijn met het openbaar vervoer’, zegt Hendri. Jeannette vervolgt: ‘Ik vind werken met de jeugd het leukst. Ik vind het geweldig om mensen te motiveren om zich te ontwikkelen.’ ‘Werken met jeugd is wel een uitdaging’, vindt Bärry. ‘Ze reageren heel anders dan volwassenen. En dan heb ik het zowel over onze eigen stagiairs als over de studenten die in het gebouw aanwezig zijn.’ ‘We signaleren ook (privé)problemen bij studenten’, vertelt Bärry. ‘Na schooltijd zijn er veel sociale contacten; studenten blijven op school hangen. Dan vang je als beveiliger wel eens wat op. Regelmatig gaan we in gesprek met studenten. Al pratend komen we er dan achter dat hun gedrag vaak wordt veroorzaakt door onderliggende problemen. Deze één-op-één gesprekken zijn belangrijk, ook voor ons werk. Zo verwijzen we studenten soms door naar het Loopbaancentrum. Maar we vangen ook signalen op over bedreigingen of over ruzies die uit de hand dreigen te lopen. In het begin merkten we dat het eigen personeel erg moest wennen aan de aanwezigheid van beveiliging. ‘Gelukkig is iedereen nu gewend en een stuk positiever over onze aanwezigheid’, geeft
Ayse aan. ‘Onze rol als gastheer is steeds belangrijker aan het worden. We helpen ook veel gasten. Sommige mensen durven de fietsenkelder niet in. Dan stallen wij hun fiets. Of sommige gasten vinden het eng om van de helling af te rijden met hun rolstoel. Ook dan helpen we even.’ ‘Al zit er wel een wezenlijk verschil tussen onze rol en die van de gastheren op de locaties’, zegt Hendri. ‘Wij grijpen daadwerkelijk in als situaties escaleren. De gastheren zorgen ervoor dat het onderwijs op rolletjes loopt en houden zich bezig met facilitaire zaken.’ ‘Een job in de beveiliging is niet voor iedereen weggelegd’, vinden de vier collega’s. Jeannette vertelt: ‘Een beveiliger doet heel veel dingen tegelijk: observeren, luisteren en aan de andere kant ook veel praten. Je moet weten wat er speelt bij de jeugd, als je op een school werkt. Onze stagiairs spelen hierin ook een rol. Zij staan dichterbij de doelgroep en geven regelmatig aan wat er ‘hot’ en ‘not’ is. ‘Luister altijd naar je eerste indruk,’ vervolgt Bärry. ‘Als iets niet in orde lijkt, dan is het vaak ook niet in orde. Een beveiliger moet ook stevig in zijn schoenen staan. Je moet mensen durven aanspreken en goed naar je gevoel durven luisteren. We zien onze stagiairs daar ook in groeien. Dat is erg mooi om te zien.’
ROCfort oktober 2014
11
De Combinatie
Rob Hazelhoff: teamcoördinator en monumenteigenaar Wonen op een riant boerenerf met kinderen en kleinkinderen om je heen. Wie zou dat niet willen? Rob Hazelhoff in ieder geval wel. Enkele jaren geleden heeft hij zijn droom waargemaakt. Samen met zijn vrouw, dochters en schoonzoons heeft hij een monumentaal pand opgeknapt in Wierden met het doel er zelf in te gaan wonen. Erve Zuid heet het. ‘Je moet het zien’, zegt Rob, ‘de plek en de historie ervan zijn uniek. Ik ben dan ook van plan om hier tot het eind van mijn leven te blijven.’ Erve Zuid in zijn huidige vorm is een boerderijcomplex uit 1856 dat bestaat uit een hoofdgebouw van maar liefst 22 bij 30 meter, een drietal schuren en een hooimijt. Rob en zijn vrouw wonen in een vrijstaande schuur, die niets aan comfort te wensen overlaat. Hun beide dochters delen de grote boerderij. De oorspronkelijke kavel is opgesplitst in drie delen, zodat ieder gezin beschikt over een lapje grond van een paar duizend vierkante meter. Genoeg dus om niet op elkaars lip te hoeven zitten. Elk gezin heeft hier zijn eigen adres. Rob heeft uitgezocht, dat deze plek ten zuiden van Wierden al eeuwenlang bewoond is. Rond 1500 werd reeds melding gemaakt van een
12
ROCfort oktober 2014
erve met de naam ‘Ten Staede’. Hier woonden Jenneken Eshuijs en Frerick Gerritsen ten Stae, die in de volksmond Gerrit Staman werd genoemd. In latere documenten staat hetzelfde erf te boek als ‘Ten Stade’. Het is het meest oostelijk gelegen boerenbedrijf van De Huurne, één van de vroegere kernen van het dorp Wierden. De Huurne lag ten zuiden van de oude dorpskern. De voormalige boerderij stond op een terp aan een heirweg die naar Duitsland voerde. Monumenten hadden altijd al Rob’s interesse, hij neemt zelfs het woord ‘passie’ in de mond. Voordat hij docent bij het ROC werd, werkte hij bij het aannemersbedrijf van zijn vader. ‘We hadden daar veel onderhoud van oude gebouwen’, vertelt hij. ‘De belangstelling is op die manier gegroeid. Zo’n acht jaar geleden zijn we met onze kinderen bewust gaan zoeken naar een geschikte locatie met het doel ook bij elkaar te gaan wonen. In 2010 werden we getipt dat dit erf te koop stond. Het stond al jaren leeg en was helemaal
verpauperd. Mijn vrouw en ik kwamen hier allebei vaak langs en trokken ons het lot aan van die boerderij. Een paar maanden later waren onze huizen verkocht en stond het erf op onze naam.’ ‘Wat we aantroffen? Kapotte ruiten en deuren, een interieur dat vernield was door jeugd en zwervers. Veel was vochtig en stuk. We hebben de gebouwen dan ook tot op de constructie moeten strippen. Gelukkig waren de gebinten wel goed. Er was zelfs geen houtworm of boktor te bespeuren. We – dat zijn voornamelijk mijn beide schoonzonen en ik – zijn zo’n vier jaar bezig geweest om alles opnieuw in te delen en op te bouwen. Elk vrij uurtje is erin gestoken. Zodra we van ons werk kwamen, ging de overall aan. Tot half elf ’s avonds. Als bouwkundige was ik de kartrekker. Mijn beide schoonzoons zijn hoog opgeleid en komen uit een heel ander vakgebied. In vier jaar tijd is het gelukt om ze tot allround bouwvakkers om te vormen.’ ‘Voor een aantal zaken heb ik vakkundige hulp ingeroepen, zoals van onze collega Hans Luft. Hij heeft voor ons zo’n dertig dakraampjes gemaakt en die in de rieten kap geplaatst. Nee, er zijn geen studenten van het MBO College voor Bouw, Infra & Interieur aan te pas gekomen. Dat wordt wel eens gedacht. Maar dan moet je er een project van maken en voor goede begeleiding zorgen. Daar hadden we de tijd niet voor. Daar komt bij: als coördinator van een team dat een aantal bouwopleidingen aanbiedt, vond ik het ook belangrijk dat de schijn van belangenverstrengeling vermeden werd.’ Op 17 augustus 2013 is Erve Zuid officieel geopend door burgemeester Henk Robben en wethouder Ria Broeze van de gemeente Wierden. De Wierdense gemeenschap toonde zich erg begaan met deze plek, waardoor er regelmatig mensen kwamen buurten, zoals bijvoorbeeld de bejaarde boerenknecht die er zijn hele leven heeft gewerkt. Men vond het hier belangrijk dat deze boerderij weer in oude luister werd hersteld. Het feit, dat dit erf sinds 1983 de officiële status van monument heeft, betekent dat er een cultuurhistorische waarde aan wordt toegekend. Die moet bewaard worden voor het nageslacht. ‘We zijn nu met de laatste timmerwerkzaamheden bezig. Hierna
heb je alleen nog het jaarlijkse onderhoud. Of ik er ooit spijt van heb gehad? Nee, absoluut niet. De inspanningen - en niet te vergeten de ontberingen in de beginfase - waren het waard. We voelen ons bevoorrechte mensen. We wonen hier op een ideale plek met de familie bij elkaar. We willen onze ervaringen dan ook graag delen met anderen. Daarom hebben we ons aangesloten bij de Stichting Twentse Erven. Onlangs hebben we nog meegedaan met de Twentse Ervendag, waarbij de erven worden opengesteld voor bezoekers. Daar heb ik verteld over de geschiedenis van deze boerderij en hoe de huidige situatie tot stand is gekomen. Zo wil ik ook andere mensen laten zien wat er mogelijk is met een monumentale boerderij.’
ROCfort oktober 2014
13
Thorbecke, daar voel je je thuis Tijdens de zomervakantie heeft onze locatie aan de Thorbeckelaan een flinke opknapbeurt gehad. Zowel aan de binnen- als buitenkant is het gebouw in de lak gezet. De toiletblokken zijn compleet gerenoveerd. Nieuwe stoelen in de kantine, nieuw meubilair in de lokalen, frisse wandbekleding en nieuwe planten maken het helemaal af. Ria Szokoli en Hennie de Groot schuiven aan om vol trots te vertellen over de locatie waar ze zich zo thuis voelen. Ze zijn dan ook erg blij met de aanpassingen aan ‘hun’ locatie.
14
Ria is haar carrière bij het ROC van Twente ooit gestart bij het Van Rhijn College. Na de diverse fusies is ze nu werkzaam als gastvrouw/ conciërge op de locatie aan de Thorbeckelaan. Hennie werkt al 34 jaar bij het ROC van Twente. Hij begon ooit op de Meisjesvakschool aan de Hofkampstraat.
sten draaien horen er ook bij. ‘Er worden ’s avonds ook lessen gegeven, voornamelijk bij de kappersopleidingen.’ Sinds dit schooljaar bezoeken ook studenten van de kappersopleidingen de locatie aan de Thorbeckelaan. Een prachtig nieuw praktijklokaal met spiegels en wasbakken is gerealiseerd op de eerste verdieping. Ook studenten van de opleidingen in de toeristische richting vinden hier hun thuis.
Na de fusies heeft hij op verschillende locaties gewerkt. Maar aan de Thorbeckelaan voelt hij zich toch het meest thuis. Ria en Hennie zorgen ervoor dat de locatie netjes blijf. Ze verrichten hand- en spandiensten aan het onderwijsgevend personeel. Daar horen ook kleine technische werkzaamheden bij, zoals het vervangen van lampen en kleine reparaties. Bestellingen plaatsen, het controleren van de schoonmaakwerkzaamheden en avonddien-
‘We zitten behoorlijk vol’, zegt Ria. ‘We zijn nu ook geen overlooplocatie meer, maar een volwaardige leslocatie. Voorheen hadden we nog wel eens het gevoel dat onze locatie minder belangrijk was dan de andere. We zijn nog steeds kleiner, maar nu doen we helemaal mee.’. De sfeer op de locatie is goed te noemen. ‘Ik voel me hier helemaal thuis’, zegt Hennie. ‘Ik werk hier al jaren. Ik ken iedereen, er heerst een gemoedelijke sfeer. Het voelt echt als ‘onze’ school. Iedereen kent ons ook en het is hier gewoon gezellig. Alle collega’s zitten vlakbij elkaar en de samenwerking verloopt prima.
ROCfort oktober 2014
Diverse doelgroepen, diverse aanpak Op de locatie aan de Thorbeckelaan ontvangen zij studenten van verschillend pluimage. Van niveau 1 tot niveau 4. ‘Maar we hebben weinig problemen’, zegt Ria. ‘Wij kiezen voor een positieve insteek en een volwassen aanpak. Daar reageren onze studenten het best op. We luisteren naar ze en dan zie je ook dat ze komen als er iets aan de hand is. Van de switch tussen AKA en Entreeopleiding merken we ook niets. De studenten blijven hetzelfde. Het enige dat we merken, is dat onze collega’s het er druk mee hebben. Wat betreft gedrag zien we wel een verschil tussen jongens en meisjes. Vorig jaar hadden we nog studenten van de bouw. Dat zijn dan voornamelijk jongens. Die halen wel meer kattenkwaad uit. Maar wel gezellig en echte trammelant hadden we niet.’
‘Ze zijn ook erg behulpzaam’, vervolgt Hennie. ‘Als we hulp nodig hebben, dan kunnen we studenten vragen. Dat krijg je dan ook terug.’ ‘Omdat we hier goed overzicht kunnen houden, verdwijnt hier niemand in de massa. Vreemden die bij ons gebouw rondhangen, vallen direct op. Het slechte imago van de omliggende wijk levert ook geen probleem op. Ook daar heeft de gemeente recentelijk wat opgeknapt.’ ‘We zijn in ieder geval heel blij met de opknapbeurt van onze mooie locatie’, zegt Ria. ‘Natuurlijk hebben we nog wel wat te wensen, maar dat komt vast wel goed’.
ROCfort oktober 2014
15
Geïnspireerd door... ‘Eenmaal in het gareel, kan het losser’ ‘Je bent gek op sport en je neemt het onderwijs op de koop toe. Óf je bent meer een onderwijstype en houdt van gym. Dat laatste gold voor mij. Ik werd aangenomen op de Sportacademie.’ Plaats: Arnhem/School: Academie voor Lichamelijke Opvoeding/Opleiding: Akte MO-P/Vak: Boksen en Schermen/Tijd: Begin jaren ’70 ‘Waarom ik voor gym koos? Ik weet het werkelijk niet. Ik zat ooit op turnen, dat wel. Maar ik zwom ook veel. Ik ben namelijk opgegroeid bij het zwembad van textielfabrikant Gelderman & Zn in Oldenzaal. We woonden ernaast, in de dienstwoning. Uren, dagen heb ik in het water gelegen. Tijdens mijn studie werkte ik zomers als badmeester. Zo leerde ik overigens ook mijn vrouw kennen. Eigenlijk was het ook wel raar in mijn middelbare schooltijd. Er was niemand die je begeleidde bij je verdere schoolkeuze. Ik herinner me geen decanen, geen sturing. Ik wist op de een of andere manier zelf: het wordt gym of journalistiek. Mijn voet zat in het gips, maar toch werd ik aangenomen op de Academie. Wat betreft de journalistiek vind ik het wel eens spijtig, dat dit nooit iets is geworden. Onderzoeksjournalistiek had, denk ik, wel goed bij mij gepast.
het begin. Eenmaal in het gareel? Dan kan het losser, kun je ruimte geven. Op mijn drieëntwintigste ging in lesgeven aan een mavo en Huishoudschool. Na twee maanden werd dat fulltime mavo. Fusie na fusie volgde, waarna ik gymdocent werd aan de Lagere Ondernemersschool (12- tot 16-jarigen) en Middelbare Ondernemersschool (16- tot 20-jarigen), de voorloper van wat nu de handel-opleiding is van het ROC van Twente. Twintig jaar lang ben ik gymdocent geweest. Toen kreeg ik rugklachten en wist: dit gaat niet langer. Een gymdocent moet actief kunnen zijn. Op het Schuttersveld College nam ik afscheid als docent. Ik ging andere dingen doen binnen het onderwijs; ik werd stage-coördinator en vestigingsleider. Door een fusie ging ik naar ROC Oost-Nederland, dat later fuseerde tot ROC van Twente. In die tijd ben ik naar de Dienst Facilitaire Zaken gegaan. Ik ben een grote generalist, heb binnen het onderwijs inmiddels van alles gedaan. Ik weet heel zeker: leerlingen willen geen wisselende kaders. Dan weten ze niet waar ze aan toe zijn. Je moet helder zijn. Kaders zijn er voor ieders bestwil: ze maken de situatie herkenbaar, beheersbaar en werkbaar. Als ik bij een partijtje basketbal floot, volgde wel eens grote ophef, de drieletterwoorden vlogen over het veld. ‘Onwelvoeglijke taal’, zei ik dan, als ik floot. De leerlingen hadden geen idee wat dat betekende en ik legde het bewust niet uit. De spelers wilden het liefst hun gelijk halen. ‘Ok, wil je erover praten?’ vroeg ik. ‘Laten we tafeltjes en stoeltjes regelen, dan gaan we netjes met elkaar om de tafel in discussie. Of: accepteer de beslissing en ga verder met het spel.’ Na een tijdje begrepen ze, dat schelden en tieren niet werd getolereerd en dat accepteren van een beslissing de vaart in het spel hield.
Het eerste jaar had ik techniekles Boksen en Schermen. De docent droeg een donkerblauw Adidastrainingspak, en had een beste buik. Wij waren een klas vol 18-jarigen; ouwehoeren, stoer doen, je begrijpt de sfeer. Dan sla je wel eens harder dan - didactisch gezien - de bedoeling is. Marnix heette de klasgenoot. Hij sloeg hard door, erg hard. De docent zag ‘De docent greep meteen in: dat en greep Ik houd van contact, het intereen keiharde tik. Muisstil werd het’ meteen in: menselijke verkeer, ben beeen keiharde trokken. Ik wil graag helpen. tik, met twee Ik heb leerlingen altijd uitgelegd vingers op de blote onderrug van Marnix. Muisstil waarom ik iets deed. Legde ook uit waarom zij zelf dewerd het. De kaders en grenzen waren gelijk duidelijk. bet aan iets waren. Heb je een probleem? Wacht niet tot Niemand haalde het daarna meer in zijn hoofd níet seiets spaak loopt, maar meld het tijdig. Ik vertelde ze over rieus te werken, we deden keurig wat gevraagd werd. het tweesporenbeleid: het school- en privéspoor. Neem Na een half jaar liet de docent de teugels vieren, maar de tijd voor elk spoor en rijd niet tegelijkertijd over beide niemand ging aan de haal met de ruimte die daardoor sporen, want dan krijg je geheid een treinongeluk. Met ontstond. andere woorden: schep ordening. Weet waarmee je bezig bent en als het nodig is om verder te kunnen: zet tijdelijk Ik ben in principe niet zo van de ‘orde en tucht’ en een hokje om het een of het ander. De leerlingen begreuiteraard heb ik helemaal niks met fysieke straffen. pen me wel. Maar ik weet dat ik door collega’s niet altijd Maar deze docent liet mij wel inzien hoe belangrijk het ben begrepen. Betrokkenheid zoog me altijd weer mee in is meteen je grenzen te stellen. In mijn onderwijsloopde gebeurtenissen. baan heb ik dat meegenomen: een strakke hand aan
16
ROCfort oktober 2014
Ik loop graag voor in het orkest, wil graag mijn partij meeblazen, hoewel ik letterlijk amuzikaal ben. Figuurlijk gezien heb ik in mijn loopbaan naar collega’s dan ook wel eens, zo niet meer dan eens, de verkeerde toon aangeslagen, besef ik. Maar zoals ik al zei: het was altijd vanuit betrokkenheid, met hart voor de zaak.’
Koos de Groot Vakspecialist Huisvesting Dienst Facilitaire Zaken, Huisvesting & ICT
ROCfort oktober 2014
17
Kippenvel
Toen mij werd gevraagd een bijdrage te leveren aan de rubriek kippenvel in het blad ROCfort, twijfelde ik daar geen moment aan. Waar krijg ik nou echt kippenvel van? Ik dacht aan mijn studietijd in London. Als ik daar aan terug denk komen er allerlei positieve emoties naar boven en krijg ik kippenvel. Ik verlang regelmatig terug naar die vijf prachtige jaren. Eén persoon in het bijzonder heeft mij door mijn studiejaren heen een aantal keren kippenvel bezorgd, Celia Szusterman. Voor mij is Celia Szusterman, bijzonder hoogleraar aan de University of Westminster, directrice van the Latin America Programme at the Institute for Statecraft en CEO lid van Pro Mujer (een NGO), een inspirator als ik kijk naar het docentschap en ambities waarmaken. Ik heb tijdens mijn studie 3 jaar les gehad van haar en zij heeft mij ook begeleid bij het schrijven van mijn scriptie. Deze docent is voor mij een inspiratiebron vanwege de authentieke wijze waarop zij les geeft. Vol enthousiasme vertelt zij over praktijkervaringen en weet zij zonder moeite theorie en praktijk te koppelen en gelijktijdig studenten enthousiast te maken. Deze docent is eerlijk over de leuke kanten, maar zeker over de zware kanten van haar werk als professional binnen de Latijns Amerikaanse Politiek. De zware kanten wegen voor haar
18
ROCfort oktober 2014
She inspires me… Ella me inspira... echter niet op tegen de voldoening die zij uit haar werk haalt. Celia kon verhalen met zoveel overtuigingskracht vertellen, dat ik geen minuut wilde missen. Naast het feit dat zij een geweldige docent is, is zij ook ontzettend behulpzaam en motiverend. Tijdens mijn studies (BA English and Spanish & MA International relations and democratic politics) heeft zij mij meerdere malen uitgenodigd om samen met haar in ‘The House of the Lords’ in London een aantal conferenties bij te wonen waarin Pro Mujer centraal stond. Doordat Celia veel contacten heeft met ambassadeurs, CEO leden en andere professoren, heeft zij mij geïntroduceerd aan verschillende docenten van Oxford University en de Colombiaanse Ambassadeur. Dankzij Celia heb ik deze belangrijke personen mogen interviewen voor mijn eind scriptie. Daarnaast heeft Celia mij enorm geholpen bij het netwerken in de wereld van Micro Finance projecten. Ik bewonder haar enorm. De oprechtheid, de passie voor haar vak, haar kennis en haar behulpzaamheid. Celia is voor mij een rolmodel. Niet alleen als docent bewonder ik Celia, maar ook als persoon. Ze is uit Argentinië gevlucht tijdens het populistische peronisme. In England heeft ze een tweede kans gekregen. Ze heeft aan Oxford University gestudeerd en is altijd in zichzelf blijven geloven. Ze heeft ondanks vele tegenslagen nooit opgegeven. Celia heeft zo veel bereikt in haar carrière dat ik haar ongelooflijk bewonder om haar doorzettingsvermogen, haar kracht en haar intelligentie. Personen zoals Celia laten je inzien dat alles mogelijk is, als je maar wilt..... dat heeft zij wel bewezen! ‘Waar een wil is, is een weg....’ Jolijn van Wijngaarden MBO College voor Transport, Logistiek & Mobiliteit
Roddelcultuur Derde en laatste jaargang. Het zout begint zijn kracht te verliezen. Maar voordat het helemaal smakeloos wordt, wil ik de lezer nog enkele kwesties voorleggen. Een ervan is kletsen op de werkvloer, meer specifiek roddelen. ‘Het is vermakelijk, je kunt de tijd ermee doden en het kan zorgen voor hechtere banden’, aldus onderzoeker Lea Ellwardt. Roddelen – het ultieme mentale vlooigedrag.
Deze roddelaars bewieroken een onbereikbaar ideaal. Ze lijken duidelijk te maken wat ze zelf niet kunnen, maar het gaat hen vooral om wat ze niet willen en wat we bijgevolg ook niet van hen moeten verwachten. Bewondering om zichzelf te verontschuldigen.
De officiële definitie van roddelen is: praten – hetzij in negatieve bewoordingen, hetzij in positieve – over iemand die op dat moment niet aanwezig is. Een meer adequate definitie is: een afwezige gebruiken om de aandacht te vestigen op jezelf of je gesprekspartner. Aandacht, daar gaat het bij roddelen vooral om. Aandacht is een van de fijnste cadeautjes die je kunt uitwisselen. Net als bij aanraking komt er bij aandacht een vleugje opium vrij. Chemie – heerlijk toch?
To praise or to blame, it’s all the same – roddelen heeft primair te maken met positiebepaling en hiërarchie. Meer in het algemeen geldt dit voor kletsen. Gevatheid, bedachtzaamheid, stilzwijgen, het hoogste en het laatste woord – het behoort tot de rituele dans op de apenrots. Eckhart Wintzen, wiens Notes jarenlang verplichte kost waren voor managers, zocht de juiste directeuren van zijn multinational vooral uit door ‘rondkijken op de maandelijkse meeting of een ander feestje en opletten op de mensen waar tijdens de borrel de meeste collega’s omheen staan’. De hiërarchie die spontaan ontstaat op zo’n feestje is ook een kwestie van chemie – van luchtjes en hormonen. ‘Wat twee mensen het diepst scheidt, is een verschillend gevoel voor zindelijkheid. Wat baten alle braafheid en wederzijdse nuttigheid, wat baat alle goede wil jegens elkaar? Ten slotte komt het er toch op neer: zij kunnen elkaar niet luchten’, aldus Friedrich Nietzsche.
Net als vlooien speelt roddelen een rol in het bestendigen en versterken van onderlinge verhoudingen op de werkvloer, zo blijkt uit Ellwardts onderzoek. Dat geldt vooral voor negatief roddelen. Gezamenlijke kritiek op een derde is een heimelijke aangelegenheid, en juist door die heimelijkheid versterkt dit het onderlinge vertrouwen: ‘Ik zei nog zo tegen hem dat zoiets niet werkt. Maar niet luisteren hè. Managers, stronteigenwijs! Niet dan?’ ‘Ja man, totaal geen visie. Zit vooral zijn stoel warm te houden. Ik heb het altijd al gezegd. En wie mogen hier weer gaan puin ruimen? Wij toch?’ ‘Nou, ik ben er helemaal klaar mee.’ ‘Anders ik wel!’ Lekker, zo’n onderonsje. In vertrouwen worden grieven, rancunes en onzekerheden verkend en erkend. Uiteindelijk brengt de afwezige derde het er niet goed vanaf. Hierdoor wordt een denkbeeldige rangorde bevestigd. Maar pas op, met roddelen moet je wel selectief omgaan. Wanneer je met teveel verschillende mensen roddelt, verlies je het vertrouwen. Positief roddelen steekt iets ingewikkelder in elkaar. De hierbij geuite bewondering dient meestal een doel. Wanneer ik bijvoorbeeld van iemand afhankelijk ben en hij/zij hoger staat in de hiërarchie, dan wil ik onze relatie benadrukken. Roddelen gebeurt in dit geval niet echt heimelijk. Iets van die bewondering moet naar boven toe doorsijpelen en daarvoor gebruik ik nou net mijn roddelpartner. Het is een verkapte vorm van ‘omhoog vlooien’. Je tegen iemand afzetten moet je stiekem doen, maar om je aan iemand op te trekken moet je een kier open laten staan. Er zijn nog andere vormen van positief roddelen, zoals: ‘Wat die allemaal voor mekaar krijgt! Knap hoor! Ik zou het niet kunnen. Jij wel?’ ‘O nee, beslist niet. Dat is niet mijn ding. Ik zeg altijd, schoenmaker blijf bij je leest.’ ‘Groot gelijk, je moet weten wat je grenzen zijn. Mijn idee!’
Is daarmee het laatste woord gezegd? Zijn we in deze zaken helemaal overgeleverd aan chemie en zindelijkheid? Nou, zolang het dier in ons de scepter zwaait wel. Zijn rijk van instincten strekt zich uit over al onze automatismen en achteloosheid, over onze verlokkingen, en ook – vooral ook – als het een beetje spannend wordt. Slechts een kleine marge blijft over. Klein, maar niet onbelangrijk. In deze kleine, vrije ruimte – in deze ‘dispositie’ – wordt het verschil gemaakt tussen een beetje beschaving en louter driftmatigheid. Roddelen – menselijk, verleidelijk, aangenaam, gemakkelijk, dierbaar, dierlijk.
Paul Tempelaar
ROCfort oktober 2014
19
Na de herfstvakantie printen en kopiëren we anders Het printen en kopiëren van bestanden gaat na de herfstvakantie een stuk gemakkelijker. Wachtrijen behoren tot het verleden, je scant eenvoudig naar jezelf en hoeft niet meer je eigen printjes tussen die van anderen te zoeken. En: je print waar jij wilt, op het moment dat jou het beste past. ‘Follow Me printing,’ heet dat in jargon. Het beeld is verleidelijk: een ‘multifunctional’ die je volgt. Zover gaat het niet, maar ‘Follow Me’ maakt het mogelijk binnen het ROCnetwerk te printen op de voor jou meest geschikte plek. Je opdracht gaat niet meer naar het dichtstbijzijnde apparaat, maar naar de printserver. Op elke aangesloten ‘multifunctional’ kun je vervolgens je document uitdraaien. Een voorbeeld. Je hebt net de laatste hand gelegd aan een document. Lesstof voor je studenten of een notitie voor je team. Het was haasten, want je moet zo de klas in of naar een bespreking. Tijd om te printen is er niet. Hier biedt ‘Follow Me’ uitkomst: je geeft de opdracht om te printen, maar drukt af op de machine die je op dat moment het beste uitkomt. Die kan twee verdiepingen hoger of in een andere vleugel staan. En mocht een apparaat defect of bezet zijn, dan kan het volgende worden benut. Mits het een ‘multifunctional’ is, want gewone printers komen hiervoor niet in aanmerking.
Behoedzaam ‘Belangrijk is: alles blijft het gewoon doen. We willen het alleen mooier, beter en gemakkelijker maken’, vat Danny Meinema, projectleider voor de invoering van het ‘Follow Me-‘principe, de boodschap van de projectgroep samen. En die komt hierop neer: ‘Je haalt je prints waar je wilt. Je kunt zelfs kiezen wat je wilt uitdraaien. Als je dat éne document nog niet nodig hebt, laat je het in de wachtrij staan. Bovendien liggen jouw prints nooit meer tussen die van anderen, dat is vertrouwder en veiliger. Zo gaan we bovendien papierverspilling tegen.’
20
ROCfort oktober 2014
Aanpak De aanleiding voor de overstap naar ‘Follow Me’ is van technische aard. Op 1 januari 2015 verdwijnt de chipknip. En dus de mogelijkheid voor studenten om hun printtegoed op te laden of (op bepaalde locaties) met de chipknip te kopiëren. ‘Daarvoor moest een oplossing komen. We hebben meteen ook breder gekeken: wat hebben we nodig als ROC van Twente?’ Die vraag is uitgebreid besproken. Met docenten, teamcoördinatoren, directeuren, ondersteuners, College van Bestuur, Ondernemingsraad en Centrale Deelnemersraad. ‘Het zijn flinke discussies geweest, die inzicht gaven in wat we moeten en wat we willen hebben. Zo kwamen we tot het functionele ontwerp, waarin uiteraard concessies zijn gedaan, omdat nu eenmaal niet alles kan. Uiteindelijk bleven drie scenario’s over. Het eerste: studenten niet meer laten bijbetalen. ‘Niet reëel, dan schieten de kosten omhoog.’ Mogelijkheid twee: invoering van een ander betaalmiddel en meer niet. ‘Dan missen we de voordelen die we óók zochten. Zo kom je bij het derde scenario: ‘Follow Me’ voor medewerkers, waarbij studenten blijven betalen.’
Aanwezig Tijdens de herfstvakantie wordt alles voorbereid. Op de meeste locaties, in elk geval op de grootste, werken de ‘multifunctionals’ daarna volgens het ‘Follow Me’-principe. ‘ICT is na de vakantie op de grote locaties zichtbaar aanwezig om eventuele problemen meteen op te lossen’, zegt Danny. Maar niet alles verandert. Gewone printers lenen zich namelijk niet voor ‘Follow Me’. Wel moeten die allemaal opnieuw worden geïnstalleerd, maar dat doen Danny en zijn collega’s. ‘Tenzij je zelf een printer hebt geïnstalleerd, dan moet je dat opnieuw doen. Dat geldt onder meer voor gebruikers van een ROC-laptop. Het is niet moeilijk, alle gebruikers krijgen er een mail over.’ Van studenten wordt verwacht dat ze zichzelf redden. Het tegoed dat ze krijgen om te kunnen printen is op 1 augustus al veranderd van €12,50 voor de hele opleiding naar € 12,50 per jaar. Daarvoor krijgen ze meer gemak, omdat ze overal kunnen kopiëren en draadloos printen eenvoudiger wordt. Opladen van het tegoed gaat voortaan via iDeal.’
erper taat sch ts n o t e pz es en ieuwe o an printj n v e s d ij r r o p ook de n. Do dat was aten en n r oordele e a v l p e e p r a w e t d 0 s Inzich veer 34 r nog an n. Strak . de onge ijn zijn e ed mete n o m r a g v te it valuatie o p ik o u O t een e rder n t gebr lg e e o e h v e in 5 w t inzich van 201 konden graag.’ s. ‘Dat de loop an ook d In e . g .’ w n n n li kopietje e s re ke de wen cties ho omscha één van en. Rea erst de r E tu s r. ij te b t la we Dat kom kunnen odig is, n t e h ‘Als
ROCfort februari 2014
21
Jouw baan, mijn baan 5 oktober 2014: Dag van de Leraar! Omdat deze dag dit jaar op zondag viel, besteedde het ROC van Twente hier op maandag 6 oktober aandacht aan. Jong! ROC van Twente bedacht een leuk initiatief: Extra handjes in de klas. Een uitwisselingsprogramma ‘Jouw baan, mijn baan’ tussen ondersteunend en onderwijsgevend personeel. Met als resultaat dat bijna 30 collega’s uit de ondersteuning een dag meewerkten bij evenzoveel docenten. Gezamenlijk belang Voor sommige docenten was het een individuele beslissing om mee te doen. Sommige teams hadden zelfs het bezoek voorbereid. Zoals bij het team Motorvoertuigen in Almelo op locatie de Sumpel. ‘We hebben gezamenlijk een programma samengesteld’, vertelt Gerard Zwerink. ‘We hadden een mix gemaakt van theorie en praktijk. Voor ons was het belangrijk dat onze collega’s een goed beeld van het onderwijs zouden krijgen én dat ze een leuke dag zouden hebben. Volgens ons is dat prima gelukt.’ Dat vindt ook Han Reimert, adviseur online communicatie van de Dienst Communicatie & Marketing. Han was te gast bij het team Motorvoertuigen. ‘Door deze dag heb ik een goed beeld gekregen van de werkzaamheden van het team. Wat mij opviel was dat de docenten heel duidelijk waren in wat ze van hun studenten verwachtten. Ik vond het ook mooi om te zien dat er werd lesgegeven met leuke en aansprekende voorbeelden uit de praktijk.’ Aan de Wethouder Beversstraat was Eddy Gruppen (directeur van het MBO College voor Bouw, Infra & Interieur) te gast bij Joris Poffers, docent bij het JIT- en Invoegtraject. ‘Wat een leuk en nuttig initiatief’, zegt Joris. ‘Door ondersteunend personeel mee te laten kijken bij het onderwijs, weet je van elkaar wat je zoal doet. Ik denk dat we het de volgende keer moeten omdraaien, want er bestaan soms nog wel onduidelijkheden over de werkzaamheden van de ondersteuning.’ ‘We hebben met de groepen verschillende opdrachten gedaan, bijvoorbeeld de opdracht met de hand. Studenten geven dan aan wat ze leuk vinden met behulp van hun handen en vingers. Goed voor de groepssfeer’, vertelt Eddy. ‘Vervolgens heb ik individueel begelei-
22
ROCfort februari 2014
ding gegeven bij een rekenles. Goed om te ervaren wat er tijdens zo’n rekenles allemaal aan de orde kan komen. Als de groep mij weer uitnodigt, dan kom ik zeker langs!’
Een goede voorbereiding Sommige duo’s hadden zich degelijk op de dag voorbereid. Angelique van Elzakker, seniordocent bij het MBO College voor Dienstverlening & Gastvrijheid en Rob van der Keur, manager projecten spraken direct af. ‘Tijdens ons vooroverleg hebben we afgesproken dat ik rekenlessen ging bijwonen en dat we de studenten actief gingen betrekken bij de lessen’, vertelt Rob. ‘We zijn begonnen met een individuele rekenbijles. Ik heb toen ook uitleg gegeven, om zo in de rol van de docent te kruipen. Vervolgens ben ik te gast geweest bij een klas met niveau 1 studenten en een klas met niveau 4 studenten. Wat mij opviel was dat het zo veel tijd kost om één student te helpen, terwijl de rest ook om hulp vraagt. Angelique bleef in alle situaties rustig en geduldig, heel knap.’ Angelique vervolgt: ‘We hebben ook afgesproken dat ik een keer kom kijken bij Rob, als ondersteuning. Wat ons betreft een goed initiatief dat zeker een vervolg mag krijgen.’ Ook Marieke Hoevers, docente Nederlands en LB bij het team Verzorgende IG Almelo en Kirstin Anchelon, communicatieadviseur spraken van tevoren af. ‘Ik wilde graag iets bijdragen, niet alleen maar zitten en kijken’, vertelt Kirstin. ‘Mijn programma was ook een mix van praktijk en theorie. Tijdens de theoretische vakken kon ik mooi een bijdrage leveren.’ ‘Wat een leuk idee, zo’n uitwisseling. Ik wilde eigenlijk graag eens een kijkje nemen bij onze ondersteunde diensten. Maar ik kreeg bezoek! Ik vond het wel handig dat Kirstin wilde meedoen’, vertelt Marieke. ‘Ze kon me als externe deskundige direct helpen bij het afnemen van examens gespreksvaardigheden. Daarna hebben we samen een klas sollicitatietraining gegeven. We hebben ze ook een kwaliteitenspel laten doen. De klas reageerde erg enthousiast op deze aanpak.’ Ook wat betreft Kirstin en Marieke krijgt het initiatief een vervolg.
Praktijkonderwijs Het was een drukke dag op onze locatie aan de Wierdensestraat. Dirk Hekkelman, docent bij de Bakkersopleiding ontving twee gasten: Kristel van der Wilk-Elfering van de Dienst Communicatie & Marketing en Remco Meijerink, lid College van Bestuur. ‘Ik vind het belangrijk om te weten wat er bij alle collega’s in onze organisatie leeft’, vertelt Remco. ‘Een mooiere manier dan naar ze toe gaan en dat zelf te ontdekken is er niet. Ik vind het belangrijk om onze docenten te laten merken dat hun werk zeer gewaardeerd wordt. Van Jong! kreeg ik een prachtige plek toegewezen. In de bakkerij krijgen studenten van verschillende niveaus les. Het loopt ook door elkaar heen, studenten oefenen en delen veel met elkaar. Ik heb zelf kunnen ervaren hoeveel oefening het kost om zulke mooie koekjes te maken. Ook vond ik het geweldig om te zien hoe Dirk het overzicht houdt, problemen oplost en alle stu-
denten motiveert om het beste uit zichzelf te halen.’ Kristel had ook een leuke dag. ‘Ik kreeg alle kans om met studenten te praten en te vragen naar hun ervaring. Voor onze afdeling is het ook heel belangrijk om te weten wat hen bezighoudt. Goed om te horen dat ze positief zijn over de opleiding en hun docent. Leer-ervaring aan mijn kant is dat een praktijkdocent van ’s ochtends tot ’s avonds vrijwel doorlopend voor de klas staat. Er is dan echt geen tijd om achter de computer te kruipen en alle e-mails te lezen. Reden voor mij om goed te blijven nadenken over het tijdstip waarop en het communicatiekanaal waarmee ik collega’s het best denk te kunnen bereiken.’
ROCfort februari 2014
23
24
ROCfort oktober 2014
Op zoek naar verbinding De Dienst Onderwijs & Kwaliteitszorg (O&K) gaat sinds het begin van dit schooljaar in kleinere bezetting door het leven. Een deel van de taken en medewerkers van deze dienst heeft namelijk een andere plek in de organisatie gekregen. ‘We gaan terug naar de kern: de strategische vraagstukken’, formuleert directeur Peter Weusthof bondig.
Voor die verandering valt veel te zeggen, klinkt herhaaldelijk door in het gesprek. Zo moet er volgend jaar een nieuwe strategienota verschijnen, als opvolger van ‘Presteren met plezier en passie.’ En er is veel beweging in de wereld van het onderwijs, ook in Den Haag waar bijvoorbeeld de minister steeds meer de nadruk legt op het arbeidsmarktperspectief. ‘Als je studenten voorhoudt, dat ze er goed aan doen te kiezen voor een opleiding waarin ze werk kunnen krijgen, moet je je afvragen welke gevolgen dat kan hebben voor je opleidingsaanbod en je nog meer verdiepen in de regionale arbeidsmarkt’, legt Peter uit. ‘Dat is iets waarop wij ons weer gaan toeleggen en wat het College van Bestuur van ons vraagt: advies over de betekenis van tal van landelijke ontwikkelingen voor het ROC van Twente, vooral op de middellange en langere termijn.’
Rode draad Hij raakt op stoom. In korte tijd gaan diverse gedachten, ideeën en inzichten over de tafel. Ze zijn verbonden door dezelfde rode draad: ‘We praten binnen ons ROC altijd over ‘Klein binnen groot.’ Iedereen doet dat, ik ook. Alleen, wat in deze context ‘groot’ betekent, blijft voortdurend ongedefinieerd. Ik zou graag de meerwaarde van de omvang van ons ROC vaker willen inzetten. We zijn een organisatie van betrokken mensen, we hebben veel kennis. Naar mijn overtuiging kunnen we meer voor elkaar betekenen.’ Hij geeft er een toelichting bij. ‘De manier waarop we de Entreeopleiding hebben geïntroduceerd is een voorbeeld van wat we kunnen bereiken door krachten te bundelen. We hebben er doelbewust voor gekozen om er dit schooljaar mee te beginnen, terwijl we nog een jaar respijt hadden. Als voorbereiding hebben we docenten uit verschillende teams met elkaar in gesprek gebracht. Nu eens niet de gebaande paden, maar elkaar ontmoeten, her-
kennen, spreken. Dat waren mooie en inspirerende bijeenkomsten. De deelnemers waren niet van hun team, maar van de hele organisatie. Ze deden het samen.’
Doorleefd ‘Samen’ is een woord dat Peter vaker gebruikt, net als ‘verbinden.’ Ze passen bij de rode draad. ‘Het gaat erom dat we de strategie tastbaar en doorleefd maken. Daar is maar één manier voor: niet roepen vanuit een ivoren toren, maar verbinding zoeken. We denken als O&K aan een tweedaagse stage in de onderwijsteams. Wij krijgen dan een beter beeld van wat daar leeft, zij krijgen inzicht in wat wij doen.’ Dat is nodig, vindt hij: ‘In het spoor van de Onderwijsinspectie zijn we als ROC sterk gericht geweest op het resultaat, dat we in allerhande getallen kunnen uitdrukken. Wat daaraan voorafgaat, wat er aan de voorkant gebeurt, hebben we onbewust naar achteren geschoven. Dat willen we veranderen door contact te zoeken. Niet via mails, maar door in gesprek te gaan. Dan kom je tot het ‘samen’ dat het ROC van Twente ook wil zijn.’ Even later: ‘Ik geloof in de kracht van verbinding. Het is en het blijft ‘Klein binnen groot.’ De teams zijn en blijven verantwoordelijk. Het is aan ons om de teams te ontzorgen om zo het primaire proces te versterken. Daarbij kunnen we ook van anderen leren: collegainstellingen, Saxion, onze studenten. Onlangs was ik bij een presentatie van de Netwerkschool. Ik vond het prachtig: voor het eerst waren studenten bij een bijeenkomst van het CvB en de directeuren. Zo zie je hoe we echt meer samen kunnen doen en meer met en van elkaar kunnen leren. Het klinkt allemaal logisch, maar de praktijk is weerbarstig. Dit komt niet zo maar van de grond. Hier zie ik voor O&K een rol.’
Kern Hij doelt uiteraard op het ‘nieuwe’ O&K. Legt uit dat ‘zijn’ dienst de afgelopen jaren steeds meer taken kreeg. ‘Dat was boeiend en interessant, maar de strategische oriëntatie kwam erdoor in het gedrang. Terwijl het CvB er nadrukkelijker om vraagt. Ik heb uiteindelijk zelf om de verkleining verzocht. Daaruit is de herschikking voortgekomen die we voor de zomer hebben afgerond.’ Hij vindt het nu zelf prettiger, want overzichtelijker. ‘We zijn met zijn zessen. Uiteenlopende persoonlijkheden en competenties die elkaar goed aanvullen. Mijn hart ligt bij dit soort vraagstukken. Het gaat mij om de inhoud; O&K wil betekenisvol kunnen zijn voor deze organisatie. Ook daarom zijn we uit op korte lijnen. Dat is heel Twents, misschien spelen mijn roots hierin wel mee.’
ROCfort oktober 2014
25
Centrale examens vragen gedegen voorbereiding Locatie De Gieterij, de vierde verdieping, de centrale examenruimte in wording. Een lange rij tafels, waarop de pc’s al gereed staan. In de wand worden vensters geplaatst voor meer daglicht, in een rustige hoek ontstaat plek voor studenten met een beperking. Het beeld is veelzeggend: de centrale examens komen er nu echt aan. Dus wordt het tijd het Servicepunt Centrale Examens te presenteren. In de naastgelegen ruimte zitten Bjarne Wijn, toetsleider/examensecretaris, Marcia Maneschijn, toetsleider, Marloes Hodes, docent rekenen (MBO College voor Mens en Maatschappij) en Marianne Polman-Rosier, toetsleider/examensecretaris, om de tafel. Na een periode van landelijke discussies en pilotexamens Nederlands en rekenen, krijgt het mbo vanaf dit schooljaar te maken met de verplichte centrale examens. Dat geldt om te beginnen voor de niveau 4-studenten, die het centrale examen Nederlands (lezen en luisteren) moeten doen. In de komende jaren gaat de uitrol verder voor rekenen en op termijn ook Engels, in etappes voor alle niveaus. ‘Het gaat nu om het echt’, drukt Marianne het kernachtig uit. Bjarne vult haar aan: ‘Wat we vooral willen zeggen: besef hoe belangrijk die examens zijn. Als een student niet aan de vereisten voldoet, krijgt hij of zij geen diploma.’ ‘En de eisen zijn bovendien zwaar’, weet Marloes: ‘Nederlands en rekenen vormen een duo. Voor één van beide vakken moet je minimaal een 6 halen, voor het andere minimaal een 5. Lukt dat niet en haal je daarna de herkansing niet, dan sta je met lege handen.’
Opgave Het Servicepunt Centrale Examens staat voor de opgave de examens zo goed mogelijk te laten verlopen. Met bijzondere aandacht voor de studenten. Marianne: ‘We willen er alles aan doen om het voor hen zo prettig mogelijk te maken. De student staat voor ons centraal, die moet examen doen.’ Dus is het goed een aantal zaken rond de centrale examinering nader toe te lichten.
Centrale locaties De centrale examens worden afgenomen op twee locaties: De Gieterij in Hengelo en de Thorbeckelaan in Almelo.
26
ROCfort oktober 2014
‘Er komt dus voor de studenten soms ook reistijd bij’, zegt Marcia. ‘De examens kunnen niet op elke locatie worden afgenomen, vanwege de specifieke eisen die aan de lokalen en de pc’s worden gesteld.’
Digitaal Want de examens zijn digitaal. Studenten zien de opgaven op het scherm en antwoorden via het toetsenbord. Bij Nederlands kunnen ze terugbladeren naar eerdere opgaven, bij rekenen niet: de ingebouwde rekenmachine mag bij sommige sommen wel, maar bij andere niet worden gebruikt.
Planning Per schooljaar zijn er straks vijf periodes waarin de centrale examens worden afgenomen. Het Cito bepaalt de data. ‘Aan die periodes zitten we vast. We maken die zo spoedig mogelijk bekend, maar hebben er geen invloed op’, licht Bjarne toe. Vandaar het verzoek aan coördinatoren en roostermakers om het lesprogramma en de bpv om de centrale examens heen te plannen.
Aanmelding Bij de vaste examenperiodes hoort tijdige aanmelding. ‘Dat kan digitaal, wij doen de rest’, zegt Marianne. Aan de hand van de aanmelding worden moment en locatie bepaald. Het Servicepunt Centrale Examinering nodigt de student op tijd per brief uit en informeert daarin wat hem of haar staat te wachten.
Dyslexie, dyscalculie, examens op maat Voor studenten met dyslexie, dyscalculie en beperkingen die het maken van een standaard centraal examen onmogelijk maken, bestaan er aangepaste examens. Om die te kunnen afleggen, moeten ze beschikken over een ROC-faciliteitenpas, uitgegeven door het Loopbaancentrum en goedgekeurd door het betreffende MBO College. Daarnaast bestaan er op maat gemaakte Special Needsexamens voor studenten met een beperking die hen belet een regulier centraal examen af te leggen. Als zo’n student in een bepaald schooljaar de centrale examens wil maken, moet alle informatie die daarvoor nodig is vóór 1 november van dat schooljaar bekend zijn bij het College voor Toetsen en Examens. ‘Over die verschillende mogelijkheden kunnen wij informatie geven. Het is heel belangrijk dat we er vroegtijdig van weten’, benadrukt Marianne. ‘Dan weten we ook op tijd óf en welke of aanpassingen nodig zijn. Als we dat pas op de examendag horen, kunnen we niet meer helpen. Dat willen we voorkomen, want dat is pijnlijk voor de student.’
Varianten en uitslagen Dilemma van een docent Onvermijdelijk komt bij een gesprek over de centrale examens de vraag op naar de ervaringen tot nog toe. Marloes Hodes, docent rekenen, uit haar zorgen. ‘Veel studenten hebben tijdens hun schoolloopbaan grote achterstanden opgelopen. De rekenlessen zijn hard nodig. Als studenten het vak op de basisschool moeilijk vonden, hebben ze het in het voortgezet onderwijs snel laten vallen. Soms ontbreekt echt de basis.’ Bijkomend probleem is de ‘taligheid’ van veel sommen. Studenten moeten een behoorlijke portie geschreven informatie verwerken vóór ze aan de opgave toekomen. Met alle gevolgen van dien. Bij eerder afgenomen pilotexamens wist slechts dertig procent een voldoende te halen. Een aanzienlijk deel van de rest zou het mbo zonder diploma hebben afgesloten. ‘Dat kan niet de bedoeling zijn’, verzucht Marloes. ‘Onze studenten kiezen een beroep, ze kiezen niet voor rekenen. Landelijk is er discussie hoe we hiermee moeten omgaan, maar vooralsnog zijn studenten van niveau 4 verplicht om vanaf het schooljaar 2015-2016 rekenexamen te doen.’ Ze heeft er een hard hoofd in. Om te kunnen aanvoelen waarmee haar studenten van doen krijgen, heeft ze zelf een voorbeeld centraal examen rekenen gemaakt. ‘Dat heeft me geholpen mijn lessen beter af te stemmen op wat mijn klassen nodig hebben. Bovendien snap ik nu wat ze bedoelen als ze vragen of opmerkingen over het centraal examen hebben. Al met al is het een hele klus om de studenten allemaal klaar te stomen. Maar we gaan ervoor!’
Het Cito heeft voor elk examen tien gelijkwaardige varianten gemaakt. Spieken is zinloos en de kandidaten zien de opgaven alleen op het beeldscherm. Zoals bij andere centrale examens, denk aan het voortgezet onderwijs, wordt de normering pas bepaald als alle resultaten binnen zijn. Daarom duurt het nog ongeveer vier weken vanaf de laatste examens uit de betreffende periode, voordat de uitslagen bekend worden gemaakt.
Contact Veel nieuwe ontwikkelingen, veel informatie. Het Servicepunt Centrale Examinering zoekt daarom actief contact met coördinatoren en docenten. ‘Alle informatie moet bij alle betrokkenen bekend zijn’, vat Marianne samen. Studenten kunnen zich wenden tot hun taalof rekendocent. Wel zorgt het Servicepunt ervoor, dat ook zij straks van de hoed en de rand weten. Posters zijn in de maak en op Plaza wordt een rubriek ingericht. Daarom zijn alle tips welkom. Bjarne: ‘We zijn begaan met de studenten. Als iemand een suggestie heeft voor wat we beter kunnen doen, willen we die graag weten. Neem dan vooral contact met ons op.’
Van links naar rechts: Bjarne Wijn, Marcia Maneschijn, Marianne Polman-Rosier en Marloes Hodes.
ROCfort oktober 2014
27
Wat jij wilt, dat kun je ook! Meer zelfvertrouwen door de kracht van de groep Zodra ze begint te vertellen over haar werk, voel je de betrokkenheid bij al die jongeren van ons ROC die ze een duwtje in de rug heeft gegeven én nog steeds geeft. Haar trainingen ‘Zelfvertrouwen’ zijn echter nog lang niet bij iedereen bekend. Een goede reden om Wilhelmien Christiaens, collega bij het MBO College voor Oriëntatie & Ontwikkeling, aan het woord te laten. Maar ook omdat de cursus zoveel kan betekenen voor studenten die zo weinig zelfvertrouwen hebben, dat ze er op school en daarbuiten hinder van ondervinden.
Wilhelmien had voor ze in het onderwijs begon al veel ervaring in de zorg en in het welzijnswerk. ‘Lang geleden begon ik aan mijn opleiding in het Diaconessenhuis in Arnhem, werkte ik in Het Dorp en in verpleeghuis Kalorama in Beek-Ubbergen met visueel gehandicapten. Dit werk moest ik opgeven toen we In 1982 naar Twente verhuisden. Na een aantal jaren al mijn tijd aan onze drie kinderen te hebben besteed, besloot ik in 1990 de opleiding Creatieve Handvaardigheid/Textiele werkvormen te volgen. Op mijn diploma kon ik de aantekening ‘Lesgeven’ halen, als ik drie maanden stage liep. Dat kon bij vormingscentrum ‘Het Vlier’ in Vroomshoop en daarmee begon het balletje te rollen, want via een collega kon ik in Almelo bij ‘De Schulenborg’ aan de slag en zo belandde ik uiteindelijk bij AKA Zorg & Welzijn (niveau 1). In die periode heb ik ook een officiële pedagogische bevoegdheid gehaald, toen de eisen aan onze bevoegdheden werden aangescherpt. Nu geef ik al jaren deze trainingen en ik ben vertrouwenspersoon op de locatie Thorbecke.’ ‘Mijn voorkeur lag van het begin af aan bij lessen in sociale vaardigheden. Daarnaast ben ik me steeds verder gaan verdiepen in faalangst en de effecten daarvan. Dat paste ook allemaal in het tegengaan van voortijdige schooluitval. Ik werk daarbij steevast met materiaal uit de methode ‘Leefstijl’, omdat je daar heel veel van jezelf in kwijt kunt. Je zit niet vast in een programma en kunt echt naar de student kijken en overal op inspelen. ‘
28
ROCfort oktober 2014
Meer over de training ‘In mijn groepen zitten studenten die moeilijk kunnen omgaan met situaties die spanningen oproepen, die te weinig weerbaar zijn, faalangstig zijn of die er moeite mee hebben onder druk te presteren. Ze piekeren bij voorbaat over wat er op hun pad komt en we proberen samen de ‘piekergedachten’ om te zetten in gedachten die hen helpen om de situaties die ze lastig vinden het hoofd te bieden. Ze volgen de training naast hun opleiding. Het doel van de training is de student assertiever te maken en meer zelfvertrouwen te geven’
De groep telt? ‘Ja, het groepsproces is heel belangrijk, het gaat om de kracht van de groep. De groep bestaat uit tien studenten van verschillende leeftijden en niveaus, BOL en BBL, een heel diverse groep dus. Ze komen tien weken lang elke week 1,5 uur bij elkaar. Daarnaast krijgen ze wekelijks een huiswerkopdracht. Dat kunnen ogenschijnlijk kleine opdrachten zijn als elkaar complimenten geven. Maar juist dat wordt veel te weinig gedaan, terwijl het helpt een positiever zelfbeeld te krijgen en het ook gewoon leuk is om een compliment te geven of te krijgen.’
Is er ook een grote gemene deler die je bij veel studenten met gebrek aan zelfvertrouwen terug ziet komen? ‘Ja, helaas wel. 95% van alle deelnemers is in het verleden gepest. En ook al zeggen ze nu niet meer gepest te worden, het na-ijleffect van zo’n pestperiode is enorm. Aandacht voor pesten is dan ook heel belangrijk.’
En hoe zit het met de resultaten? De resultaten zijn opvallend. ‘Als ze trouw komen én hun huiswerk maken, zie je al heel snel resultaat en dat geeft voldoening.’ Wilhelmien zegt het uit ervaring, na jaren waarin ze vijf groepen per week had. Nu zijn dat er wat minder. “Ik heb het gevoel dat te weinig collega’s weten dat deze mogelijkheid bestaat, want er zijn vast niet minder studenten die dat duwtje in de rug kunnen gebruiken.
Het is een kans die ons ROC hen biedt. Dat ervaren ze ook zo. Laatst kwam ik een oud-student tegen bij de Jumbo in Nijverdal waar ik woon. Ze deed het goed, stond stevig in haar schoenen en was dankbaar voor de kans die haar indertijd geboden was om naast haar opleiding de training te volgen.
Hoe kunnen docenten of slb’ers een student aan een training laten deelnemen? ‘Als het niet lekker loopt in de klas, een student heel erg gespannen is voor toetsen of vast loopt in een stage, kan de slb’er hem of haar doorverwijzen naar het Loopbaancentrum. Daar wordt dan gekeken wat er precies aan de hand is en meestal wordt hij of zij dan naar mij doorverwezen. Zonder die doorverwijzing kunnen studenten namelijk niet aan de training beginnen.’
En als collega’s meer over de training willen weten? Ze kunnen me altijd mailen of bellen:
[email protected] 0546 809514 of 06 51 13 63 62 Een antwoord dat bij Wilhelmien past. Kennisdelen om studenten verder te helpen, daar steek je tijd en energie in. We zeiden het al….een betrokken collega!
ROCfort oktober 2014
29
Pensioen De volgende collega’s maken in de komende periode gebruik van de regeling FPU.
Binnenkort... 12-13 n ovembe r
ber
1
cem 1 de
FPU: Per 1 november 2014 - Henk Beltman
Keuzepensioen:
Busine ss Meets Twente Go Pla net Exp oh 13.00-2 0.00 (w al oensdag) 1 3.0 uur(do 0-18.00 nderda g)
Per 1 oktober 2014
g nda lo ane e Dec j Heng r i u r u e t 0 Gie 7.0 1 0 09.0
- Rita Eggink-Middelkamp - Jan Turksma - Herman Kasteel
Per 1 januari 2015 - Ton Slegers
Nieuwsgierig naar hoe het uw collega’s van toen is vergaan?
Wij verwelkomen u graag op de ROC-middag voor gepensioneerde oud-medewerkers en partners. Een leuke gelegenheid om elkaar te treffen, bij te praten, oude banden aan te halen in het sfeervolle Atrium van de locatie aan de Wierdensestraat. Datum: vrijdag 28 november 2014 Tijd: van 15.00 uur tot 18.00 uur Aanmelden kan via www.rocvantwente.nl/rocmiddag
30
ROCfort oktober 2014
In den beginne Polderwerk ‘Van wie hebben jullie les?’, buldert het door
na de zomer nog aanmelden of van klas of opleiding willen
de gang. De adjunct-directeur komt op een
switchen. Er is een voorlopige lijst met namen, maar hoe
kluwen mts’ers afgelopen en wil weten wat er
groot de groep gaat worden, weet je niet. Het is een komen
loos is. Uit de troep leerlingen komt een hand
en gaan van nieuwe oogst.
met een sleutelbos naar boven, mijn hand, mijn
Als je dan eenmaal begonnen bent, met een groepje en
sleutelbos. ‘Van mij’, hoor ik mezelf verschrikt
je vraagt hen om de boeken te pakken, blijkt driekwart de
zeggen.
boeken niet te hebben: twee leerlingen zijn ze vergeten,
Het is 1984 en mijn eerste schoolweek. Ik
vier leerlingen hebben ze nog niet besteld, drie hebben
heb een sleutel gekregen, een lesrooster en
de verkeerde versie of druk besteld, acht zitten nog te
een namenlijst. Het nieuwe schooljaar kan
wachten op Van Dijk of Bol.com en er zijn er ook altijd een
beginnen.
paar die geen idee hebben waar ik het over heb: ‘Boeken?
Het gebouw is nog onbekend voor me, dus als
Welke boeken?’
een brugsmurf heb ik eerst bij het verkeerde
Geef je dan ook nog rekenen aan een klas, dan wordt het
lokaal gestaan, waardoor een klas wat langer
helemaal ingewikkeld. Een deel van de klas heeft vorig jaar
op de gang staat dan normaliter en dat heeft
op het vmbo of een andere mbo-opleiding ook al dat boek
weer de aandacht getrokken van eerder
doorgeworsteld. ‘Hetzelfde boek?’ vraag ik. ‘Ja meneer, en
genoemde adjunct, die in de beginfase van
ik heb het afgesloten met een 8,8!’ Die willen dus op 3F gaan
een schooljaar leerlingen (maar ook leraren)
rekenen, maar hebben dat boek niet. Blijkt de uitgever ook
probeert te drillen in het op de juiste wijze
de druk weer veranderd te hebben en de hele volgorde op
naleven van de schoolregels, waarvan op tijd
te kop te hebben gegooid. Ik wil best differentiëren, maar in
in de les komen een uiterst belangrijke is.
een klas van zo’n 25 leerlingen op vier of vijf niveaus, daar
Eenmaal binnen gaan de jongens zitten en
schiet mijn onderwijscarrière toch danig te kort.
nemen hun boeken en schriften voor zich. De
Ik geef ook nog transportvakken en de uitgever is dit jaar
les kan beginnen. De adjunct blijft even buiten
over gegaan op een nieuwe methode: deels papier, deels
wachten, maar als de rust is weergekeerd
via het wereldwijde web. Leerlingen moeten inloggen met
in de gang en de les ordentelijk lijkt te gaan
een code van 32 tekens. Waar denkt die uitgever dat die
verlopen (zelfs bij dat broekie van een leraar),
leerlingen op inloggen: Fort Knox, het Pentagon? Oh ja, en
draait hij zich om, om met ferme tred op zoek
alleen via Google Chrome. Goh, ons ROC heeft standaard
te gaan naar andere overtreders van de heilige
Internet Explorer. Dan volgt er een replymail, die ze niet
schooldiscipline.
terug kunnen vinden. Mocht het dan uiteindelijk gelukt zijn,
Afgelopen september ben ik voor de 31e keer
dan loopt de server vast.
met een nieuw schooljaar begonnen. Het
En dan heb ik het nog niet over de samenstelling van een
gebouw is nu wel bekend, dus ik verdwaal
klasje. Was dat in ’84 tamelijk homogeen, nu heb ik echt
niet meer in de gangen, er loopt geen adjunct
van alles in de klas: rugzakjes, boefjes, Einsteins, Peppi
meer door de school te patrouilleren, ik heb
en Kokki’s, motivado’s en don’t-know-don’t-care-types, van
een sleutel en een rooster. Maar daar houdt de
alles.Als er nu een adjunct door de gang zou lopen en mij
vergelijking met 1984 dan ook wel op.
zou zien met m’n sleutelbosje en hij zou mij vragen: ‘Aan
De rust en de regelmaat hebben plaats gemaakt
wie geef jij nu les?’ Dan zou ik eerlijk antwoorden: ‘Ik heb
voor
eigenlijk geen idee!’
onrust
en
onduidelijkheid.
Roosters
zijn niet definitief, namenlijsten ook niet. Gedurende de eerste weken zijn er nog allerlei
Bert van de Pol
verschuivingen mogelijk, omdat leerlingen zich
ROCfort oktober 2014
29
Colofon
ROCfort is een uitgave van ROC van Twente en is bestemd voor alle medewerkers.
Redactie Saskia Blokhuis, Flip de Bruijn, Ynske Draisma, Anita Gerrits, Nathalie de Jong-Kamphuis, Eric Kempers, Jos Lindeman, Hans Morssinkhof (interviews), Elise Slot, Marieke ten Vaarwerk.
Interviews De interviews in deze ROCfort zijn gemaakt door Kirstin Anchelon, Flip de Bruijn, Willem Habers, Hans Morssinkhof, Elise Slot en Marieke ten Vaarwerk.
Bereikbaarheid redactie ROC van Twente, t.a.v. redactie ROCfort Gieterij 200, 7553 VZ Hengelo Telefoon: (074) 852 51 73 E-mail:
[email protected] Artikelen kunnen worden ingezonden door alle medewerkers van ROC van Twente (bij voorkeur per e-mail). Artikelen, illustraties of delen daarvan uit ROCfort kunnen met toestemming van de redactie en bronvermelding worden overgenomen.
Ontwerp en realisatie Grafisch Bureau ROC van Twente, Roel Pieper en Jos Lindeman
Verschijningsfrequentie 5 keer per jaar, in een oplage van 2450 ex.
Druk Ricoh-Zalsman Zwolle
Fotografie Roel Pieper, Lisa Stout, redactieleden e.a. Kopij voor ROCfort nummer 5 kan worden aangeleverd tot 14 november 2014.
Tot ziens
LOOPBAANCENTRUM