Personeelsblad van ROC van Twente
ROCfort
december 2014
5 Verschijnt 5 keer per jaar.
Klaar voor de volgende stap • Mindfulness • Bemoei je met mijn eigen zaken! • ‘Alsof de docent niks had voorbereid’ • Dyslexie, of iets met de ogen • Je hebt er geen omkijken naar… • Carolien combineert • Alle interne ROC-brede informatie op één plek? • Een dagtaak naast je baan? • ‘Et voilà’, kijk eens wat mooi… * Help, wat moet ik aan?
Dwarsliggers Zo, het is mooi geweest! Ik leg het blijltje er bij neer. Dit zijn de laatste van ruim 1500 dwarsliggers. Een flink aantal uitspraken had ik om de paar jaar trouwens zo weer opnieuw kunnen plaatsen. Als de geschiedenis zich ergens herhaalt... Nee, nu geen terugblik op de talloze mislukte interim-managers, luchtverplaatsers en goed betaalde externe adviseurs. Dank past mij meer: zij kostten dan wel een paar (overheids)centen, maar ze leverden mij in ieder geval dikwijls stof voor deze rubriek. Ook het onderwijs bood natuurlijk voldoende aanleiding om je te verkneukelen. Vooral het vervangen van het woord onderwijsverbetering door onderwijsvernieuwing was een vondst. De laatste tijd hoor ik geluiden dat deze rubriek wat milder is geworden... Kan aan mij hebben gelegen, maar ik houd het niet helemaal voor onmogelijk dat onderwijs en organisatie toch iets zijn verbeterd... Ik houd het maar op het laatste. Vanaf nu zal ik vooral op verjaardagen horen hoe het met de kwaliteit van het ROC is gesteld. En als tegenwicht is er de ROCfort, want als pensionado krijg je een levenslang abonnement cadeau. Toch nog maar één keer dwarsliggen. Tegen een nieuwe trend dan maar: bij mijn afscheid géén mini-symposium. Je moet je plaats kennen. Dank dat ik ruim 20 jaar (in dit en voorgaande personeelsbladen) een vaste plek op pagina twee mocht hebben. Ik wens jullie alle goeds! Jos Lindeman
2
ROCfort december 2014
Redactioneel Gezegend
Onlangs keek ik de laatste aflevering van het tv-programma 'Over mijn lijk' dat wordt uitgezonden door BNN. Presentator Patrick Lodiers volgt een jaar lang vijf jonge mensen (tussen de 15 en 35 jaar) die niet lang meer te leven hebben, omdat ze ernstig ziek zijn. Ze worden gevolgd op mooie momenten, maar ook als het slecht met ze gaat. Een heel indrukwekkend programma, vooral door de manier waarop Lodiers ogenschijnlijk gemakkelijk de vragen stelt die iedereen zou willen stellen maar niet durft. De een kijkt graag naar dit programma, voor een ander is het te confronterend. Iedereen gaat anders met de dood om. Maar door zo'n programma wordt het wel bespreekbaar. Vooral voor jongeren. En aangezien BNN destijds toch echt is opgestart voor jongeren zoals onze studenten, kan ik 'Over mijn lijk' zeker aanraden. Voor jong en oud een waardevol programma. Laat ik het zo zeggen: bij ons thuis heeft het al tot de nodige gesprekken geleid. Na 14 jaar samen met mijn lief ontdekte ik bijvoorbeeld dat hij na zijn dood zijn lichaam ter beschikking stelt aan de wetenschap. Dat was even slikken, maar ik respecteer zijn keuze wel. Vooral omdat wij nu gezegend zijn met een goede gezondheid, twee prachtige zoons, lieve familie en vrienden, een heerlijk thuis en een leuke baan waar we ook nog eens energie van krijgen. ‘Count your blessings’. Hoe gezegend ook, 2014 gaat niet de boeken in als een topjaar. In Nederland, maar zeker ook in de rest van de wereld is de situatie schrijnend. Zoveel mensen zonder baan, zoveel meer mensen die zich moeten wenden tot de voedselbank, zoveel mensen die niet veilig zijn in hun land. Het blijft dubbel, want daarentegen draait ons ROC op volle toeren. Veel studenten. Veel mooie ontwikkelingen. Natuurlijk ook wel eens een kritische noot en zaken die niet goed geregeld zijn. Maar overwegend is er positief nieuws. Deze ROCfort staat er ook weer bol van. Hardwerkende, enthousiaste collega’s en studenten komen aan het woord. Ook ons College van Bestuur blikt terug in deze ROCfort, maar kijkt vooral vooruit. Waarom? Vergelijk het met een auto. De achteruitkijkspiegel is toch ook een stuk kleiner dan je voorruit… Fijne kerstdagen en een gezond, gelukkig en gezegend 2015!
Klaar voor de volgende stap Er zat ook een tegenvaller in het oordeel van de Onderwijsinspectie. John van der Vegt, de voorzitter van het College van Bestuur, erkent het ruiterlijk. Met wél de kanttekening dat hij het daar nog steeds niet helemaal mee eens. Maar de kritiek heeft wel geleid tot een Verbeterplan. En op één punt is John het me de inspecteurs eens: ‘We zijn toe aan de volgende stap. De lat mag omhoog.’ Het gesprek is nog maar net begonnen. John heeft zojuist verteld een woning in Twente te hebben gevonden. Dan komt het onderzoek van de Onderwijsinspectie in het voorjaar aan de orde. Op de website van de Inspectie is het rapport nog niet te vinden. Wel leert een recent overzicht dat het ROC van Twente behoort tot de mboinstellingen waarop het minst valt aan te merken.
Misschien wel het beste ROC van Nederland? Het antwoord wordt zorgvuldig opgebouwd. ‘Ik denk dat we het in de breedte goed doen. Als we kijken naar de tevredenheid van studenten en medewerkers, het relatief lage percentage voortijdig schoolverlaters en de examenresultaten… dan durf ik de bewering wel aan dat we tot de beste ROC’s van Nederland behoren.’ Meteen volgt een lach: ‘En nóg is het niet goed genoeg…!’ Met die laatste opmerking doelt John op de bevindingen van de Inspectie. ‘We komen er goed uit, maar de Inspectie heeft kritiek op twee zaken. Ze vindt onze sturing op de kwaliteitsborging te beperkt en van twee van de vijf onderzochte opleidingen moet de examinering beter.
Hoe kwam dat aan?
Wat ga je eraan doen? De Inspectie komt terug… ‘… En wil dan vooruitgang zien. We hebben een Verbeterplan gemaakt, waarin we kwalitatieve aspecten benoemen die in de lijn College van Bestuur-directies-teams moeten worden geborgd.’ In zijn blog op Plaza van van 22 oktober heeft John ze genoemd: ICT-gebruik in het onderwijs, inrichting van het onderwijs (maatwerk zoals versnellen, verdiepen, keuzedelen, etc.), studieloopbaanbegeleiding, beroepspraktijkvorming en nieuwe manieren van samenwerken met bedrijven, verbetering van examinering en jong naast ervaren. Over dat laatste: ‘We willen jong naast oud zetten. Als een oudere docent afscheid neemt, gaat er een schat aan kennis en expertise verloren. We willen het mogelijk maken dat de jongere docent die hem of haar opvolgt, een halfjaar eerder begint. Er is dan tijd om kennis over te dragen en de nieuwe docent in te werken. Zie het als volgende extra investering in de kwaliteit. Daarnaast dagen we elk team uit: kom met een voorstel hoe je op één of meer van deze Verbeterpunten zelf je kwaliteit wilt vergroten. Een A4’tje volstaat. Voor welk verbeterpunt ga je? Als het een goed plan is, leggen wij er geld bij. Dus kom maar.’ Hij vervolgt: ‘Dit gaat over de professionele rol van de professionele teams. Waarvoor ga je als team? En dan ‘klein binnen groot.’ Wij geven de kaders aan, de teams vullen in.’ Even een adempauze. Dan: ‘De Inspectie komt over een jaar terug. Ik heb er alle vertrouwen in dat we het dan kunnen laten zien.’
‘Onze professionaliteit mag er nog veel meer uitkomen’
‘Ik heb geërgerd gereageerd. Vooral over die kwaliteitsborging. Op alle parameters scoren we immers goed, dat erkent de Inspectie zelf. Ze vindt echter dat we nog meer moeten sturen op de kwalitatieve aspecten. ‘We zien te weinig visie op maatwerk en vinden die te weinig vertaald in de Collegeplannen.’ Kwaliteitsborging kent vier onderdelen. Scoor je op één daarvan onvoldoende, dan is het eindresultaat per definitie onvoldoende.’ Hij bladert door het rapport. ‘Door de bank genomen is het echt een positief verslag. Dan kun je toch niet zeggen dat de kwaliteit niet op orde is…’
Ik bespeur nog irritatie… ‘Kijk, de Inspectie heeft een punt als ze ons erop wijst dat we hierop attent moeten zijn. Maar om dan een onvoldoende te geven… Later heeft ze haar woorden genuanceerd. ‘Jullie hebben alles op orde. Dit is een aanmoediging voor de next step.’ Laten we het dan zo maar zien. Als wake up call.’
ROCfort december 2014
3
ik merk dat iedereen gevoel heeft bij het ROC van Twente. De meerwaarde wordt breed erkend, wij kunnen in veel gremia spreken namens het mbo in Twente. Omgekeerd, als ROC van Twente moeten we onze prioriteiten afstemmen op die van de regio. Iedereen mag verwachten dat ‘groot’ duidelijk maakt wat de bedoeling is.’ In feite stuurt de uitdaging aan de teams daarop al aan. ‘Hier herken ik wel iets van de opmerkingen van de Inspectie. Er is in de loop der jaren veel buiten de teams belegd, denk aan de Kenniscentra. Terwijl we die professionaliteit in eigen huis hebben. We willen graag de teams meer laten sprankelen van kwaliteitsinitiatieven.’ John kijkt er al verder bij. ‘We komen in het kader van Focus op Vakmanschap aan de invulling en ontwikkeling van de keuzedelen. Die moeten aansluiten op wat deze regio nodig heeft. Daar moeten we onze professionaliteit laten zien.’
Ik vind het belangrijk dat we duidelijk maken wat ons tot ROC van Twente maakt. Strategienota Het lijkt een vooraankondiging van de nieuwe Strategienota, die in 2016 de bestaande (Presteren met passie en plezier) moet vervangen. ‘Eén opmerking vooraf: ik twijfel aan plannen voor vier jaar. De ontwikkelingen gaan altijd sneller en anders. Wel is het waardevol een lijn uit te zetten.’
Welke lijn? ‘Ik vind het belangrijk dat we duidelijk maken wat ons tot ROC van Twente maakt. Dat we daarnaast laten zien wat we belangrijk vinden en wat onze ambities zijn. ‘Presteren met plezier en passie’ doet dat ook. Die belangrijke P van professionaliteit is steeds zichtbaarder geworden. We kunnen nu de lat hoger leggen.’ Hij denkt even na. ‘Ik noem het professionele passie. Het is prima dat we nu alles in cijfers
4
ROCfort december 2014
kunnen meten en dat onze cijfers goed zijn. Dan kunnen we verder, de professionaliteit mag er nog veel meer uitkomen.’
Dat is haast de ‘next step’ waarover de Inspectie het had… ‘Ja, ik zei al dat ik wel íets herken. We hebben een stevige positie in de regio, alle wijzers staan goed… we kunnen een stap vooruit maken.’
Hoe verwerk je dat in de Strategienota? ‘Ik heb goede herinneringen aan de sessies over het teamcoördinatorschap. Zoiets wil ik weer, om de inhoud breed op te halen. Ik denk aan sessies waarin we docenten en andere medewerkers, teamcoördinatoren en directeuren vragen wat er in die nota moet staan. En dan zijn er de andere stakeholders: bedrijven, gemeenten, Raad van Toezicht, Ondernemingsraad, Deelnemersraad. Het moet een breed gedragen nota worden.’
En wat wil het CvB? ‘Wij hechten aan nog nauwere banden met de regio en het bedrijfsleven. De regio kent een hoge werkloosheid en jeugdwerkloosheid, dat is zorgelijk. Wij moeten de regio bieden wat ze nodig geeft. We werken al nauw samen met veel bedrijven, nu maken we een rondje langs de gemeenten om te horen welke kansen zij zien en wat ze nodig hebben. We zijn bereid delen van onze opleidingen meer op locatie te verzorgen om nog beter in te spelen op regionale en lokale zwaartepunten. Overigens met mate, we kunnen geen complete techniekopleiding verhuizen en halen niet de hoofdlocaties leeg. Wel nemen we de vraag serieus. Het gaat om verbinden en elkaar versterken.’ Hij wijst ook op het onlangs in gebruik genomen Living Lab van de Twentse ZorgAcademie. ‘Daarin hebben we met de gemeente Enschede, Roessingh, Loohuis BV en Livio een levensecht appartement ingericht dat op de toekomst anticipeert. Zo brengen we kennis bij elkaar en weten we elkaar steeds gemakkelijker te vinden. Ook dát is professionaliteit.’ Het brengt hem op nog een voorbeeld. Het hotel in het Oostenrijkse Fieberbrunn, dat vier weken lang door steeds vijftig studenten van Facilitair, Horeca, Sport & Bewegen en Leisure wordt gerund. ‘Ga er maar aan staan: zelf een hotel drijven, in het buitenland en met Duits als voertaal. Het komt helemaal uit de opleidingen zelf. Er zijn al veel professionele pareltjes, maar we kunnen nog meer. Het is inderdaad tijd voor de ‘next step.’
De agenda voor 2015 lijkt gevuld. ‘Het accent ligt inderdaad op het Verbeterplan en de voorbereiding van de Strategienota.’
Praten we over een halfjaar verder? ‘Laten we dat maar doen.’
Kippenvel
Het is alom bekend dat wij kippenvel krijgen als we het koud hebben. Dit heeft te maken met de koude- en warmtezintuigen in je huid. Maar adrenaline kan ook kippenvel opwekken. Bijvoorbeeld wanneer mensen naar muziek luisteren. Uit onderzoek blijkt dat het soort muziek waar mensen kippenvel van krijgen enorm kan verschillen, maar dat veranderingen in de muziek de kippenvelrespons triggeren. Onze haren gaan vooral overeind staan bij veranderingen in tempo of volume en bij onverwachte wendingen in het muziekstuk. Men denkt dat dit komt doordat de veranderingen zorgen voor een zekere onvoorspelbaarheid in de muziek. Dit wordt door onze hersenen opgevat als een mogelijke dreiging; onze hersenen houden namelijk van voorspelbare gebeurtenissen. De dreiging wordt in het angstcentrum van de hersenen (de amygdala) verwerkt en resulteert in de aanmaak van adrenaline, wat weer kippenvel veroorzaakt. Dat operamuziek voor velen heftige reacties oproept, is niet verwonderlijk. Onderzoek naar operazangers laat zien dat hun stemmen in onze oren dezelfde resonantie kunnen hebben als die van een menselijke schreeuw. Mensen reageren hierop door de aanmaak van adrenaline; een schreeuw kan immers duiden op gevaar. Overigens krijgt niet iedereen kippenvel bij het horen van muziek. Slechts de helft van alle mensen ervaart dit; vrouwen vaker dan mannen. De redactie van ROCfort is heel benieuwd wat onze collega’s ‘Kippenvel’ bezorgt. Want ook al is kippenvel een overblijfsel uit de evolutie – geërfd van onze behaarde voorouders bij wie het een duidelijke functie had die de overlevingskansen vergrootte – de emotie die erbij komt is soms ook best prettig. En daarnaast is het fijn is om van iemand anders te horen (of lezen) waar hij of zij kippenvel van krijgt. Dat kan jou dan weer kippenvel bezorgen. Besef jij trouwens wel dat veel docenten eigenlijk dagelijks de studenten kippenvel bezorg(d)en? Helaas hebben veel van onze lokalen geen ouderwetse schoolkrijtborden meer. Want wie kent het niet? Studenten die je verwijtend toespreken na een piepend krijtje over het schoolbord. Zij hebben het vreselijke geluid waarschijnlijk ervaren als het equivalent van een menselijke schreeuw. Hun kippenvelreactie en uiting van boosheid waren een gevolg van de verhoogde adrenalinespiegels in hun bloed. En omdat adrenaline de alertheid van mensen verhoogt, is het dus onbedoeld een goede manier om studenten wakker te schudden. De verontwaardiging van de studenten ten spijt, is dat een mooi voorbeeld van activerend lesgeven. Lang leve het krijtje! ;-)
Krijg jij kippenvel van een boek, muziek film, serie of iets anders? Schrijf erover, mail het naar rocfort@ rocvantwente.nl en bezorg jouw collega’s ook kippenvel! ROCfort december 2014
5
Mindfulness Mindfulness is een manier van leven. Je wordt meer bewust van datgene wat je voelt, ziet en hoort. Je wordt bewust van wat je doet op het huidige moment. Collega’s Marianne
OP DE KOF F IE dee l nemers c u rs u s M ind f u l ness
Polman van het Servicepunt Centrale Examinering en Jannette van Houwelingen, docente beeldende vorming bij het MBO College voor Mens & Maatschappij namen de stap, beide met een verschillende insteek en aanleiding. Externe coach Vera Schweitzer van Schweitzer counseling trapt af door uit te leggen wat mindfulness is. ‘Bij mindfulness blijf je in je moment. Mindfulness leert je om regelmatig de automatische piloot uit te schakelen. We rollen maar door van het ene moment in het andere. Onze gedachten dwalen vaak te ver af naar het verleden of naar de toekomst. Door mindfulness toe te passen in je dagelijkse leven word je je meer bewust van je ingesleten gewoontepatronen. Veel mensen maken zich zorgen over wat er straks kan gebeuren en kijken terug in het verleden naar zaken die al zijn gebeurd. Ik probeer mijn cursisten te leren hoe ze minder kunnen piekeren, hoe ze kunnen loslaten op dit moment en belangrijke dingen later weer kunnen oppakken. Het voordeel is dat je minder tijd en energie besteedt aan gepieker over wat er komen gaat en wat er al is gebeurd. Zo blijft er meer energie over voor het moment waarop je leeft. ‘Begrijp me goed, leuke herinneringen zijn goed. Terugdenken aan leuke momenten geeft geen ruimte aan schadelijke stress. We proberen positieve punten te halen uit minder goede ervaringen. Om te leren voor het heden. Bij mindfulness leer je dat niets verkeerd is en dat je dat ook leert accepteren. Je leert milder te zijn voor jezelf en voor anderen. Mijn cursisten zeggen dat ze na verloop van tijd minder vol in hun hoofd zijn. Dat ze over het algemeen minder spanning ervaren en dat ze beter kunnen omgaan met stress.” Marianne kreeg een burn-out. ‘Ja, dat kan iedereen overkomen. Voor mij was het een vervelende periode en ik ging op zoek naar manieren om te kijken hoe ik kan voorkomen dat het me ooit nog een keer zou overkomen. Ik heb me verdiept in verschillende mogelijkheden en heb uiteindelijk voor mindfulness gekozen. Omdat het via de ROC Academie wordt aangeboden, was het ook nog eens heel toegankelijk.’ ‘Iedere cursist is verschillend en heeft zijn of haar eigen aandachtspunten’, vervolgt Vera.
6
ROCfort december 2014
‘De ene cursist heeft lichamelijke pijn, de andere heeft last van piekeren. Het gaat er bij mindfulness om hoe je ermee omgaat. Je bent wie je bent en je persoonlijkheid kun je niet veranderen. Bij mindfulness leer je omgaan met je karakter. Patronen die stress veroorzaken, proberen we te doorbreken. Mindfulness kun je toepassen op je eigen leven, op een manier die op dit moment bij je past. Marianne haakt aan: ‘Het begon met eenvoudige oefeningen. Neem even de tijd om te gaan zitten en voel je ademhaling. Soms voel ik me een beetje suf dat ik daar nooit zelf aan heb gedacht. Maar niet oordelen over jezelf is ook een belangrijk punt in mindfulness. Tijdens werktijd pak ik ook die momenten als ik even geen overzicht heb. Ik kan het werk op deze manier veel beter aan en ik heb geen hoofdpijn en zere schouders meer.’ ‘Ook ik was op zoek naar een toegankelijke manier om rust in mijn hoofd te krijgen’, vertelt Jannette. ‘Ik wilde iets doen zonder de hulp van een professionele instantie. Ik ben ervan overtuigd dat iets op je pad komt als je het nodig hebt. Op de pagina van de ROC Academie had ik nog nooit gekeken. Maar op dat moment wel en ik kwam de cursus mindfulness tegen. Voor mij een teken dat ik daar iets mee moest doen.’ Jannette vervolgt: ‘Ik geef lessen beeldende vorming op onze locatie aan de Wierdensestraat. Tijdens mijn lessen zijn er veel prikkels: veel geluid, machines, overleggende studenten, soms de radio. Ik heb vaak last van migraine. Na de training mindfulness is dat een stuk beter geworden. Deze aanpak maakt voor mij persoonlijk een groot verschil. Met name de tips om je hoofd leeg te maken vind ik heel nuttig en gebruik ik dagelijks. Als mens ben ik minder gespannen en toleranter. In de klas is mijn relatie met de studenten gemakkelijker geworden. Van nature ben ik een piekeraar. Ik realiseerde me dat ik vanuit gewoonte al zo lang dingen had gedaan, eigenlijk zonder er bij stil te staan. De twee dingen die ik heb bereikt zijn: meer loslaten en nadenken over wie ik ben en wat ik wil zijn.’
Zweverig gedoe ‘Mindfulness is juist geen zweverig gedoe’, geeft Marianne aan. ‘Veel mensen zijn vaak bang voor de confrontatie, vinden het griezelig om naar zichzelf te kijken. Vooral reflectie op je eigen gedrag is vaak lastig: hoe komt het dat je doet wat je doet, welke rol speel je en hoe erg is het dat je uit die rol valt.’ Sinds kort biedt de ROC Academie de vervolgtraining aan. Marianne is al gestart. ‘De inhoud van de vervolgtraining is meer gericht op compassie,’ vertelt Vera. ‘In feite is het een intensivering van de basistraining’.
MBSR (Mindfulness Based on Stress Reduction) is inmiddels een gerespecteerde en wetenschappelijk erkende methode bij stress en chronische klachten. Mindfulness betekent simpelweg: bewust zijn van de huidige ervaring. Je kunt het woord mindfulness vertalen als ‘opmerkzaamheid’ of ‘bewuste aandacht’. Daar waar je aandacht is, daar ben je met je bewustzijn. Dit geldt voor alle bezigheden in je dagelijks leven. Je bent je dus bewust van hetgeen je op dat moment doet. Je kunt door middel van een training leren om je deze levenshouding eigen te maken. Meer informatie over het cursusaanbod van de ROC Academie is te vinden op Plaza 2.0. Over externe coach Vera Schweitzer kun je meer lezen op www.schweitzercounseling.nl. Van links naar rechts: Jannette van Houwelingen, Vera Schweitzer, Marianne Polman-Rosier
ROCfort december 2014
7
Bemoei je met Het is lastig om zonder ochtendkrant de dag op te starten en zonder smartphone de dag door te komen. De kantine lijkt wel een kippenhok; stil zijn is geen optie, we moeten praten. Taal geeft kennelijk houvast. Van de werktuigen waarmee we de wereld in de greep hebben, zijn woorden het meest effectief. Daarbij komt dat de klank van taal soms heel betoverend is. In mijn omgeving gaat het bloed sneller stromen bij woorden als (echte) koffie, oranje, vakantie en pensioen. En wat te denken van het woord ‘vrijheid’? Vrijheid is het wereldwijde panacee tegen zowat alle ellende en onrecht; het heeft een uitzonderlijk positieve klank. Nergens is de scheidslijn tussen goed en kwaad zo absoluut als tussen het woordenpaar vrijheid-onvrijheid.
Gemak dient de mens, ook in de taal. Met een dosis uitgekiende tegenstellingen zijn we verlost van de nuance en dus van veel denkwerk en twijfels. Daarmee kunnen we het lastiger deel van ons denken achterwege laten. Hoofdbrekens besteden we liever uit aan de taal zelf, die met haar betoverende orde de werkelijke problematiek probleemloos wegmoffelt. Dankzij dit gemak kunnen we meters maken in beleidsnotities, besluiten en kortademige slogans. Door de eeuwen heen hebben schrijvers van naam gewaarschuwd voor een ongenuanceerde opvatting over vrijheid. In de dagelijkse praktijk blijkt vrijheid complex en grillig te zijn – moeilijk te hanteren en soms beangstigend. In Two Concepts of Liberty heeft Isaiah Berlin gepoogd tegemoet te komen aan de noodzaak tot meer nuance. Berlin onderscheidt twee vormen van vrijheid: de vrijheid van inmenging en de vrijheid tot zelfbepaling – ook wel negatieve en positieve vrijheid genoemd.
8
ROCfort december 2014
Wanneer we vrijheid vergelijken met ruimte, dan is negatieve vrijheid de afbakening van die ruimte en positieve vrijheid de inrichting ervan. Negatieve vrijheid moet ik bevechten, positieve vrijheid moet ik waarmaken. Beide vormen zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. En dan blijkt dat vrijheid beslist meer is dan ‘bemoei je met je eigen zaken’. Wanneer ik mijn vrijheid onvoldoende kan waarmaken, is het zeer wenselijk dat een ander zich ermee bemoeit. Ook in de onderwijspraktijk wordt vrijheid met ruimte vergeleken. Kijk bijvoorbeeld naar het professioneel statuut, een bindende overeenkomst in de CAO waarin de zeggenschap van de professional wordt gewaarborgd. In dit statuut komt enkele keren de term ‘professionele ruimte’ voor. Aan het team van professionals – de ‘basis organisatorische eenheid’ – komt de ruimte toe om de primaire processen in te richten. De kanttekening in deze column betreft niet dit uitgangspunt. Ik onderschrijf het ten volle, evenals de organisatie van ons ROC waarbij aan colleges, diensten en teams een grote mate van professionele vrijheid is toebedeeld. De kanttekening betreft de wijze waarop we in dit verband het begrip vrijheid opvatten. In de huidige tijd professionele vrijheid waarmaken is geen sinecure. Over de uitvoering van onze primaire
mijn eigen zaken! taken hoeven we ons geen grote zorgen te maken. Maar in de marge van die taken komt er veel bij kijken: veranderende wet- en regelgeving, nieuwe onderwijsmethoden, herziene kwalificatiestructuur, notities en brochures, informatieveiligheid, kwaliteitszorg, pestprotocol, dyscalculie, ouderbetrokkenheid, accreditering leerbedrijven, functiemix, inspectieonderzoek, examenregelingen, nieuwe ICTmiddelen, tevredenheidsmetingen, functioneringsgesprekken, aansturen eerstelijns administratie en die eeuwige administratieve lasten. Mijn taak heeft zo zijn rafelranden en sommige daarvan zijn een pain in my ass. Omdat niet alles belangrijk kan zijn, of domweg omdat ik er geen zin in zie (heb). Vanuit mijn negatieve vrijheid kan ik met enig recht beweren: ‘Het leidt alleen maar af van mijn primaire taak, namelijk onderwijs en de zorg voor studenten’. Ik maak me er vanaf en rechtvaardig dit door te wijzen op de bureaucratie van boven en buiten, immers ik heb niet gevraagd om al die ballast. Nee, maar er wordt wel om gevraagd. Vanuit positieve vrijheid bezien is het dus maar de vraag of dit allemaal waar te maken is. En impliceert dit ook niet dat vrijheid bij deze rafelranden zijn doel voorbijschiet? Houden we elkaar niet een beetje voor de gek, door te beweren dat we in control zijn? In tegenstelling tot negatieve vrijheid is positieve vrijheid verplichtend – bij voorkeur uit vrije wil, maar waar het de rafelranden aangaat ook uit domme plicht. In die domme plicht kan een ander mij een beetje ontzorgen door zich nadrukkelijk met mijn eigen zaken te bemoeien. Ik heb het dan over kaders – standaarden, controle en sancties. Vrij naar Eckhart Wintzen: Zonder standaarden strandt iedere poging tot professionele vrijheid in een verzameling vrijheden die als los zand aan elkaar hangen, die weinig toegevoegde waarde voor elkaar hebben, en ongemerkt overhead creëren in de vorm van dubbel werk, niet nagekomen afspraken, misverstanden en de laffe nasmaak van zelfrechtvaardiging. Paul Tempelaar
ROCfort december 2014
9
Plaats: Enschede School: Jacobus Collegevak: Economie Tijd: ongeveer 40 jaar geleden. Plaats: Groningen School: Academie Lichamelijke Opvoeding Opleiding: leraar lichamelijk opvoeding Vak: wijsgerige antropologie Tijd: ongeveer 35 jaar geleden
10
ROCfort december 2014
‘Alsof de docent niks had voorbereid’ ‘Waar omhels je elkaar nog spontaan, ren je juichend samen een rondje over het veld, schreeuw je het uit van blijdschap? Dat doe je niet in het bos. Ik probeer te inspireren: samen bewegen is leuk. Het draagt bij aan je levensgeluk, aan je gezondheid.’ ‘Nooit kreeg ik het gevoel dat ik les had. Stassen heette hij geloof ik, hij was een geweldige leraar, mijn docent Economie aan het Jacobus College in Enschede. Hij had altijd spraakmakende verhalen. Dan dacht je: waar gaat dit naartoe? Het leek of hij zomaar wat aan het vertellen was. Alsof hij niks had voorbereid. Maar dat was niet zo. Hij had over alles nagedacht, dat moest wel. Het leek mij het mooiste compliment dat je als docent kon krijgen. Dat je leerlingen denken dat je de les zomaar even uit je mouw schudt. Ik heb er een voorbeeld aan genomen: ik bereid mijn lessen altijd echt goed voor, zodat het lijkt alsof ik niks heb voorbereid.’ ‘Ik wist al jong dat ik leraar lichamelijke opvoeding wilde worden. Mijn vader wilde daar niks over horen. ‘Je wordt maar dokter, of zo. Je hebt geen tweeëneenhalf jaar gymnasium gedaan om te kunnen gaan sporten’, redeneerde hij later. Mijn vader heeft vroeger door omstandigheden thuis de boot gemist; hij wilde dat zijn zoon wel de kansen kreeg én zou nemen. Het gymnasium had twee vakken teveel; ik gleed af naar het atheneum. Ik was veel te druk met voetballen en uitgaan. Er werd wel eens over mij gezegd als voetballer: ‘Hij heeft het talent, maar het ontbreekt hem aan het talent te focussen, hij moet kiezen.’ Ik voetbalde eerst bij Avanti uit Glanerbrug. Daarna werd het Sportclub Enschede, toentertijd dé club uit het oosten. Dat ik ook betaald voetbal heb gedaan, bij Heracles, weet bijna niemand, geloof ik. Ik ben daarover altijd wel wat bescheiden. ‘ ‘Na de middelbare school ging ik naar de ALO in Groningen. Ik zat in een kosthuis, dat was goed voor mij, anders was ik nooit in vier jaar geslaagd. Er was een docent die in het weekend met ons meevoetbalde. Het mooie vond ik: op zaterdag en zondag was hij onze maat, vriend. Door de week op school was hij de leraar. Daar hoefde hij geen moeite voor te doen. Dat respect kreeg hij als vanzelf. Hij hoefde zijn rollen niet af te dwingen en niet te spelen. Anderen, wij, plaatsten hem in die rollen, vanuit een groot respect voor wat hij op dat moment te bieden had. In ons elftal zat Adri Broeke. Hij lag voortdurend overhoop met de leiding. Daarvan was ik onder de indruk. Dat hij zo kon doen. George Best van Manchester United intrigeerde ook. Hij had toen al lang haar. Hij was een vrijbuiter. Dat vond ik interessant, iemand die gewoon zijn eigen ding deed. Mensen die grote kennis van zaken hebben, kunnen mij ook enorm intrigeren. Hoe ze als mens zijn, vind ik wel belangrijk, maar kan ik goed scheiden. Denk aan Louis van Gaal. Een diep respect heb ik voor hem, wat hij allemaal weet. Maar wat hij uitstraalt als mens. Nee. Het zit sterk in mijn opvoeding. Doe maar normaal dan doe je al gek genoeg. Ik kom uit Glanerbrug, heb een volkse achtergrond, maar heb
nooit gepast in de sociale context van dit dorp, waar iedereen elkaar kende met bijbehorende sociale controle. Op mijn zestiende ben ik er weggegaan. Het is nog altijd een spagaat diep binnenin mijzelf: ik wil zijn wie ik ben, maar vind het ook leuk om anders te zijn dan een ander. Van binnen ben ik heel gewoontjes. Dat ik er uitzie alsof ik eigenzinnig ben, weet ik. Mijn uiterlijk werkt voor leerlingen laagdrempelig. Ik kom er goed mee weg. Anderzijds moet ik bij overleggen op hoger niveau vaak twee keer binnenkomen; de eerste keer word ik niet altijd serieus genomen. Ik kan me goed verplaatsen in leerlingen. Ik kan op een simpele manier iets zeggen wat ingewikkeld is. Ik vergelijk bijvoorbeeld de werking van het menselijk lichaam met de werking van een auto. Ik maak de vertaalslag. De belevingswereld van de leerling staat centraal. Ik geloof dat het daar wel eens misgaat bij collega’s. Dat ze die wereld niet meer kennen of niet meer begrijpen. Ik schakel gerust over op de Twentse taal, plat praten is vanwege mijn afkomst geen probleem. En zo nu en komt er ook wel eens een grof woord uit. Toch ben ik wel een fatsoensrakker; ik vind het oneerbiedig om over anderen te praten. Ik vind het storend als jonge kinderen je of jij tegen ouderen zeggen. In de stad roepen leerlingen: ‘Hee, langharige, ook hier?’ Daar zeg ik wat van. Zo praat je niet, tegen wie dan ook.’ ‘Vroeger ging alles over winnen, ik kon niet tegen mijn verlies. Nu wel. Als ik plezier heb met het sporten, is het goed. Presteren is maar een van de onderdelen die je na zou moeten jagen. Lachen, plezier, samenwerken, jezelf ontwikkelen, bewegen. Het gaat om die combinatie. En zo nu en dan eisen aan jezelf stellen. Dat geef ik mee aan de leerlingen.’
Guido Wevers, teamcoördinator Sport en Bewegen, MBO College voor Sport, Onderwijs & Cultuur
ROCfort december 2014
11
Dyslexie, of iets met ‘Bijna iedereen ervaart het aantal studenten met de diagnose ‘dyslexie’ als veel te hoog. Ik denk dat veel van hen in feite een visueel probleem hebben, zoals bijvoorbeeld fixatie disparatie. En daar is in de meeste gevallen best iets aan te doen.’ Aan het woord is Bert van Lenthe, docent wis- en natuurkunde bij het team Elektrotechniek en Podium & Evenemententechniek in Hengelo. Zelf screent hij alle dyslexie-studenten van wie hij SLB’er is op deze oogafwijking. Zien en kijken is niet hetzelfde volgens Bert. Het verwerken van visuele informatie is een complex proces. Eerst moet elk oog een scherp beeld hebben. Daarna moet de informatie van beide ogen via de oogzenuw naar de hersenen. Daar wordt van twee plaatjes één plaatje gemaakt. Mensen die een kleine afwijking in de oogstand hebben, bijvoorbeeld van maar één tiende graad, kunnen volgens Bert al problemen hebben die lijken op dyslexie. Niet goed samenwerkende ogen veroorzaken moeite bij het aanleren van ruimtelijk zien en de daaraan gekoppelde vaardigheden. Van dyslexie is sprake als het plaatje wel goed geprojecteerd wordt, maar er toch geen goed woordbegrip is. Dat zit in een ander deel van de hersenen. Er is dan geen sprake van een visueel probleem, maar van een taalverwerkingsprobleem. Een aantal jaar geleden heeft Bert iemand over fixatie disparatie horen spreken op een lezing. ‘Die deed de gewaagde uitspraak dat vier op de vijf dyslexiepatiënten een visueel probleem hebben. Ik ben toen gaan zoeken op internet en kwam van alles tegen over dit onderwerp. Zo kwam ik ook op de website van FON (Functionele Oogzorg Nederland). Dat is een multidisciplinaire oogzorgorganisatie waar professionals uit het onderwijsveld en de (para)-medische wereld nauw samenwerken met opticiens en optometristen. Zij geven informatie en adviezen over visuele problemen en de mogelijke gevolgen hiervan. Ik ben daar meer over gaan lezen en heb me vervolgens ingeschreven voor een cursus Visueel screener. Met zo’n screening kun je zien of er iets aan de hand zou kunnen zijn, waardoor nader onderzoek nodig is.’ ‘Tot nu toe heb ik enkele tientallen studenten gescreend. Dat zijn meestal jongens of meisjes die de diagnose dyslexie hebben. Maar het kunnen ook studenten zijn die last hebben van een bepaalde onhandigheid, die vaak vallen of zich stoten. Ook dat kan een signaal zijn dat er sprake is van fixatie disparatie. Datzelfde geldt voor studenten die hun hoofd scheef houden en klagen over nekpijn. Zo’n screening bestaat uit een aantal stappen. Eerst leg ik ze een vragenlijst voor om een algemeen beeld te krijgen van de kwaliteit van het zien. Daarna doe ik een test met de Bioptor, een instrument waarmee je zaken kunt meten als oogsamenwerking en oogbalans. Ook laat ik wel eens een kubus tekenen. Als de lijntjes niet goed bij elkaar komen, kan dat een teken zijn dat er een visueel probleem is. De resultaten gaan vervolgens naar een optometrist.’ ‘Driekwart van de studenten die ik gescreend heb, verwijs ik naar
12
ROCfort december 2014
een gespecialiseerde opticien voor een uitgebreid onderzoek. Dat kost ongeveer 70 euro. Een deel van hen krijgt daarna het advies om bepaalde oefeningen te gaan doen. Een ander deel wordt aangeraden om een prismabril te dragen. Zo’n bril werkt met heel kleine prisma’s om het beeld van beide ogen beter samen te laten vallen. Studenten ervaren meteen resultaat. ‘Ik krijg opeens een rustiger beeld’, zeggen ze dan. Bij iedereen zie ik vooruitgang. Ik had een tijdje geleden een jongen die terug zou moeten van niveau 4 naar niveau 3 vanwege tegenvallende resultaten. Nadat hij een prismabril had gekregen, ging het weer zo goed, dat hij gewoon in de opleiding kon blijven. Hij vertelde dat tijdens het lezen van een boek de letters niet meer dansten. Hij had nooit anders gezien, dus hij dacht dat het zo hoorde.’ ‘In het verleden zijn de prismabrillen wel eens negatief in het nieuws gekomen omdat een opticien toen bezig was met veel te zware prisma’s die het binoculaire zien uitschakelden in plaats van verbeterden. Daardoor gingen mensen met één oog zien. Dat kon tijdelijk een verbetering bieden, maar was geen oplossing. Als wetenschap is de optometrie al heel lang bekend. De optometristen naar wie ik verwijs zijn gediplomeerd op hbo-niveau.’ ‘Het is goed dat er een dyslexiepas is, maar deze biedt natuurlijk geen echte oplossing. Het is een geldig excuus om langer over je werk te mogen doen op school. Bij een bedrijf heeft men er geen boodschap aan. Natuurlijk bestaat dyslexie. Maar als het iets anders blijkt te zijn en je kunt iemand helpen met een bril, dan help je hem of haar ook echt vooruit. Wat mij betreft zou zo’n screening op fixatie disparatie ook ROC-breed mogen plaatsvinden.’
Kijk voor meer informatie op de website van Functionele Oogzorg Nederland: www.info-fo.nl
ROCfort december 2014
13
14
ROCfort december 2014
Je hebt er geen omkijken naar… Emma Kouijzer, Daphne Kel, Melanie Bisschop en Manon Polderman zijn vier studentes van de opleiding Facilitair leidinggevende, een de eisen aan een goed faciliteamverband kan werken. Die nementenbureau
ZOZO,
BOL 4 opleiding voor echte regelaars. Een van tair leidinggevende is dat hij of zij goed in eis hebben ze direct vertaald in hun Evedat ze oprichtten in het kader van een
opdracht van de diensten
P&O en C&M van ons ROC. Deze
diensten organiseren na-
melijk voor de tweede keer een mid-
dag voor gepensioneerde
medewerkers van ons ROC. Nou ja
organiseren… met zo’n
evenementenbureau heb je er geen
omkijken naar. Ze hebben het druk, te druk om rustig aan de cola te gaan zitten. Als ze samenkomen met hun opdrachtgevers is dat in professionele overleggen, waarbij hun docent Astrid Masselink ook even aanschuift. Zo inventariseerden ze de uitgangspunten, het organisatiedoel, begroting, eisen, verwachtingen, en wat er meer bij komt kijken. Dat alles vertaalden ze in een strakke offerte, waarbij ze keurig binnen de begroting bleven en er toch iets heel moois van konden maken. Zo hoort het natuurlijk, maar doe het maar even in een periode van een kleine vijf weken van oktober tot 28 november! In de vervolggesprekken werd de stand van zaken besproken. Het bleek een hele uitdaging om op korte termijn alle wissels goed te zetten: docenten, afdelingen en studenten om hun medewerking te vragen en in te plannen.
Waarom die korte termijn? ‘We konden pas eind oktober met de opdracht beginnen, tot de herfstvakantie hadden we andere schoolverplichtingen’, zegt Emma. ‘Soms was het wel even spannend’, vult Manon aan. ‘We moesten nog zoveel antwoorden krijgen en moesten tegelijkertijd wel door met de invulling van het programma.’ Het welslagen van het project is belangrijk voor de gepensioneerden, maar ook voor henzelf. ‘We kunnen met deze opdracht drie studiepunten verdienen voor ons hbo-traject’, vertelt Emma. Ze kijken dan ook kritisch naar de kwaliteit van diensten en producten, instrueren alle
(30!) meewerkende studenten, die ook nog eens werkbriefjes krijgen. Daarbij kijken ze streng naar zichzelf. De eerste keer vroeg Daphne al of ze het opdrachtgesprek mocht filmen. ‘Zo kunnen we laten zien hoe het gesprek gaat, of we het goed doen’. Dat het met haar eigen mobiele telefoon ging, betekende een lamme arm, maar een kniesoor die daarover valt. En dat zijn ze geen van vieren: ze stralen daadkracht en energie uit. Ze hebben de taken verdeeld: Emma, is projectmanager, Melanie is de cateringmanager, Daphne is facilitair manager en Manon neemt de financiën voor haar rekening. Melanie heeft direct een beeld van hoe de catering eruit moet zien: ‘Een petitfour bij de ontvangst en bordjes tijdens het borrelen. Wat schenken we?’. Wat er op de bordjes zal komen, gaat ze overleggen, dat blijft nog even een verrassing. Wel wordt al direct afgesproken dat alles in winterse sferen moet: van de aankleding tot de hapjes. De vier regelen ook nog even een rondleiding langs de Bakkerij en de Wellness afdeling. Een goede gelegenheid voor oud-ROC’ers om de huidige studenten aan het werk te zien, voor het Ontmoeten Begroetgedeelte van de middag begint. Als alle 152 aanmelders mee willen met de rondleiding, moeten er nog wel even groepen gemaakt worden. ‘Dan moeten we nog even een mail sturen om dat na te vragen’, zegt Manon. En een uur later is die mail de deur uit! Binnenkort vertellen ze in een RTL televisiprogramma iets meer over hun drijfveren voor deze studiekeuze. Duidelijk is wel dat ze goed gekozen hebben. Ze hebben steeds beter in beeld in welke richting ze zich verder willen ontwikkelen: facilitair, evenementenorganisatie, financiën… Straks in het voorjaar de eindstage. Dan moeten ze zelfstandig een project in opdracht van een bedrijf of instelling doen. Het moet iets zijn waar de opdrachtgever profijt van heeft. Eén ding is jammer: dan houdt ook Evenementenbureau ZOZO op te bestaan of toch niet?
Alle foto's zien? Ga naar: http://www.maurice-perik.nl/GepensioneerdendagAlmelo/ U kunt de foto's ook in een hoge resolutie laten afdrukken via http://www.maurice-perik.nl/
ROCfort december 2014
15
De Combinatie
Carolien combineert
Carolien Koopman combineert haar huidig werk als beeldend kunstenaar, vormgever en schrijver van verhalen met haar lessen aan de opleiding voor Interieuradviseur. Ze is samen met haar vriend eigenaar van Atelier Oostwal 5, voor beeldende kunst en vormgeving en vindt ook nog tijd om haar vijf honden de aandacht te geven die ze verdienen. Een van hen is Wapper, inspiratiebron voor veel tekeningen en een boekje met korte verhalen. De andere vier zijn elegante podenco’s, jachthonden die in een Oldenzaalse hemel zijn beland, na helse Spaanse jaren. Ze heeft net een goed ontvangen duo-expositie met haar vader in het Kunstcentrum in Haaksbergen achter de rug. Eerder ontwierp ze het interieur van het centrum, want net als haar vader is ze opgeleid tot binnenhuisarchitect. Niet dat ze om hem voor die studie koos, sterker nog, na haar vwo koos ze juist voor een andere richting op de academie. Wel toegepaste kunst, maar geen binnenhuisarchitectuur, want die opleiding coördineerde haar vader. Het werd grafische vormgeving, omdat ze zich wilde toeleggen op illustreren. ‘Al vrij snel bleek dat ik alle opdrachten ruimtelijk uitvoerde en dus verhuisde ik in het derde jaar toch naar de ruimtelijke afdeling. Uiteindelijk studeerde ik af op een combinatie van kindermeubels en illustraties. Dat was al in het vierde jaar. Ik was dus erg jong toen ik klaar was. Een gecommitteerde bij het examen adviseerde me nog niet te gaan solliciteren. Hij was bang dat ik te snel in een hokje zou belanden, maar ik dacht vooral: Ik moet een baantje hebben!’ Omdat de banen toen niet voor het oprapen lagen, gooide Carolien het over een andere boeg. ‘Ik zette met plakletters ‘Ontwerpstudio Carolien Koopman’ op mijn raam en probeerde mijn werk aan de man te brengen, te beginnen met een zelf ontworpen lampje. Maar ik moest wel heel veel lampjes verkopen om van te kunnen bestaan. Dat laatste lukte beter met mijn interieurontwerpen, al was ik in het begin niet erg zakelijk en vooral ook heel schuchter. Bij mijn eerste opdrachten durfde ik bijvoorbeeld niet goed terug te gaan om naar het eindresultaat te kijken’, zegt ze lachend. ‘Over die ervaringen, dat begin, vertel ik nu in mijn les. Ik ben daar heel open over.’
16
ROCfort december 2014
Na die eerste lastige periode heeft Carolien 16 jaar met succes als freelance interieurontwerper gewerkt vanuit haar Bureau Binnenwerk. ‘Ik ging het land in, heb overal interieurs ontworpen voor particulieren, bedrijven en musea. In de loop van de tijd kreeg ik steeds meer moeite met de negatieve kanten van de maakbare samenleving en de ‘verwende’ consumenten. Vaak hadden ze al eindeloos geshopt voor ze bij me kwamen en wilden ze geen echt advies. Ze wilden vooral bevestigd worden in hun eigen ideeën. Daar kon ik niet meer tegen. Ik gaf toen al les in Zwolle als docent binnenhuisarchitectuur. Daar ben ik ongeveer dertien jaar geleden begonnen, omdat ik het eenzaam vond, altijd alleen achter die tekenplank. Nadat ik weer naar Twente ben teruggekomen, heb ik bij ROC van Twente gesolliciteerd, waar ik nu alweer drie jaar deel uitmaak van het team Bouw, Hout & Interieur en twee dagen per week les geef.’ Carolien houdt van lesgeven. ‘Ik kan me heel sterk maken voor jongeren om ze op weg te helpen. Wel vind ik het moeilijk om te zien dat sommigen het nu al zo moeilijk hebben.’ Dat ze niet in een hokje is beland, bleek al eerder, toen ze Bureau Binnenwerk combineerde met haar lessen in Zwolle en haar eerste galerie in Brummen. Terug in Twente besloten zij en haar vriend Oostwal 5 te kopen, Daar wilden ze een galerie annex winkel voor bijvoorbeeld haar zelfontworpen kindermeubels en speelgoed van maken. De winkel is een webwinkel geworden en het atelier is voornamelijk Galerie/ werkplaats geworden. Wel eentje waar je welkom bent om zomaar binnen te stappen en te bekijken wat Carolien zoal aan moois maakt. Haar kunst krijgt lovende recensies, zoals voor die laatste expositie of voor haar prachtig geïllustreerde verhalenbundel over Wapper. Het boekje werd en wordt goed verkocht en ze verkocht drie doeken van de expositie. Maar Oostwal 5 kan nog wel wat bezoekers gebruiken. Niet dat dat verschil maakt voor het plezier in haar werk. ‘ Ik heb geen last van frustraties’ zegt ze vrolijk. ‘ik haal mijn voldoening uit mijn werk: de kunst én het lesgeven.’
Atelier Oostwal 5 Openingstijden Atelier Expositie: vrijdag en zaterdag van 14.00 – 17.00 uur Wil je graag op een van de andere werkdagen langskomen? Mail dan naar
[email protected] of bel naar 0541- 519691. Zie ook www.atelieroostwal5.nl
ROCfort december 2014
17
Alle interne ROC-brede
De Organisatie-w
Na de zomervakantie stond in de menubalk op Plaza 2.0 ineens het menu-item ‘Organisatie-wiki’. Velen zullen even de wenkbrauwen hebben gefronst: wiki … Wat is dat nu weer? Heeft dat soms iets te maken met Wikipedia, de bekende, wereldwijde online encyclopedie? Ja, dat klopt! De Organisatie-wiki is inderdaad een soort 'Wikipedia' van ROC van Twente. Deze wiki bevat inmiddels ruim 250 pagina’s met ROC-brede informatie over: • personeel & organisatie, • communicatie, • kwaliteitszorg, • juridische zaken, • financiën, • facilitaire zaken, • informatiemanagement, • huisvesting, • ICT, • studentenadministratie, • enzovoorts.
Wat is er verbeterd? Met de komst van Plaza 2.0 konden verbeteringen worden doorgevoerd in het vindbaar maken van de (statische) informatie, die in grote hoeveelheden en op diverse plekken op Plaza 1.0 aanwezig was. Zo was op Plaza 1.0 de ROC-brede informatie per Dienst verdeeld over aparte subsites, zoals P&O online, O&K online, Communicatie & Marketing, enzovoorts. Als je bepaalde informatie nodig had, dan moest je jezelf altijd eerst de vraag stellen: ‘Op welke subsite zou de informatie staan die ik wil vinden?’ Met de Organisatie-wiki hoeft dat niet meer, omdat alle pagina’s met ROC-brede informatie in één grote database zitten en met één zoekopdracht gevonden kunnen worden. Ook de onderlinge samenhang tussen pagina’s van diverse diensten is zo makkelijker aan te geven door de webredacteuren. En niet in de laatste plaats: de Organisatie-wiki bevat een zeer krachtige zoekfunctie, die zelfs de inhoud van de pdf’jes doorzoekt.
18
ROCfort december 2014
In oktober ruim 30.000 pagina’s geraadpleegd Inmiddels zijn de meeste bezoekers van Plaza 2.0 wel gewend geraakt aan deze ROC-brede informatiebron. De statistieken geven namelijk aan, dat bijvoorbeeld in de maand oktober in totaal ruim 30.000 keer een pagina van de Organisatiewiki werd geraadpleegd. Dus gemiddeld per dag (de herfstvakantieweek meegeteld) werden er ongeveer 1000 pagina’s opgevraagd.
informatie op één plek?
wiki op Plaza 2.0
Webredacteur en eigenaarschap Het aantal pagina’s in de Organisatie-wiki neemt nog wekelijks toe. De wiki wordt gevuld en onderhouden door ruim 20 webredacteuren van alle diensten en andere ondersteunende afdelingen. Onderaan elke pagina staat welke Dienst of Afdeling 'eigenaar' is van deze pagina. Bovendien is rechts bovenaan op veel pagina’s de collega te vinden bij wie je moet zijn voor informatie en voor het geven van feedback op de inhoud van de pagina.
Hoe werkt de A-Z index? Links bovenaan de beginpagina van de Organisatie-wiki staat de A-Z Index. Deze Index bevat alleen de meest geraadpleegde pagina's. Anders zou het veel te onoverzichtelijk worden. De Index bevat bijvoorbeeld wél de pagina met de titel 'Functiebouwwerk', maar niet de pagina's met de 'Functieprofielen'. Die pagina's zijn natuurlijk wél te vinden via het zoekvenster rechts bovenaan de beginpagina.
Top 10 meest bezochte pagina’s Organisatie-wiki in oktober: 1. Interne vacatures (4721 keer bekeken) 2. Homepage Organisatie-wiki (2646) 3. PITSTOP online (1721) 4. Reiskosten (599) 5. Vacature ‘Medewerker Centrale Examinering’ (459) 6. Dienst Personeel & Organisatie (426) 7. Afdeling ICT (408) 8. Faciliteitenregeling (374) 9. Functiebouwwerk (325) 10. Personeelsblad ROCfort (251)
Hoe werkt het zoekvenster rechtsboven? Typ in het zoekvenster rechts bovenaan de startpagina van de Organisatie-wiki een relevant trefwoord, bijvoorbeeld 'arbo', en klik op het vergrootglas. Vervolgens krijg je een lijst met zoekresultaten, zoals pagina’s, documenten, presentaties, …
ROCfort december 2014
19
Een dagtaak naast je baan? Eén op de acht werkenden is mantelzorger. Ook ons ROC telt dus een flink aantal mantelzorgers. Collega’s die naast hun werk gedurende lange tijd of soms zelfs hun hele leven steun en zorg aan een naaste bieden. Een aantal dat de komende jaren alleen maar zal groeien nu er op de zorg bezuinigd moet worden. Dat leidde binnen het MBO College voor Mens & Maatschappij tot de vraag of er ook niet eens een handreiking gedaan zou kunnen worden naar mantelzorgende collega’s. Ze zochten contact met diverse instanties op dit gebied, met onze Dienst Personeel & Organisatie en met de ROC Academie. Besloten werd tot een eerste evenement in en om de Storkzaal op 10 november, de Dag van de Mantelzorg. Een dag waarop mantelzorgers overal in Nederland in het zonnetje worden gezet. Deze eerste keer is gekozen voor de aanwezigheid van instanties die mantelzorgers ondersteuning bieden en een gratis workshop vanuit de ROC Academie. Het aantal bezoekers is bescheiden en toch kun je de middag een succes noemen. De collega’s die komen, hebben verschillende drijfveren. Zo komt een collega zich even sterken in de workshop. Ze heeft eerder aan dergelijke workshops en cursussen meegedaan en daarin geleerd ook ruimte voor zichzelf te scheppen, hoe moeilijk dat ook is. ‘Want die zorg is er altijd. Op de achtergrond vragen we ons altijd af hoe het met ons kind gaat, of hij het redt en dat terwijl we hem tegelijkertijd los moeten kunnen laten. Ik ben minder gaan werken, omdat ik leuke dingen samen met hem wil doen. Het is een prachtig mens van wie we veel houden. Na de eerste heel onrustige jaren, gaat het nu beter. Hij heeft nu goed inzicht in het eigen ziektebeeld, wat ervoor zorgt dat hij zijn medicijnen op tijd in neemt. Maar zijn welzijn laat ons eigenlijk nooit los. Daarnaast zorg ik ook voor anderen in mijn familie. Ik moet dus echt mijn best doen om af en toe wat afstand te nemen en daar helpen bijeenkomsten als deze me bij.’ Duidelijk is dat mantelzorg veel meer is dan even een boodschap doen. Het is structureel voor iemand zorgen en bijvoorbeeld nooit langer dan een week op vakantie kunnen. Soms is het daardoor beklemmend en het is vaak fysiek en mentaal uitputtend. Maar wat doe je als je van iemand houdt en die ziek blijkt, zich niet meer kan redden? Wim Sprakel stapt de ontvangstruimte binnen, verkennend, want hij ging nooit eerder naar zoiets voor mantelzorgers. Hij heeft wel behoefte aan wat steun, want het leven werd een stuk lastiger toen zijn vrouw ziek werd. Hij zag
20
ROCfort december 2014
hoe ze zomaar 20 kilo afviel; reden voor onderzoek. De diagnose luidde kanker. Op zich al een verschrikkelijk bericht als je nog in de bloei van je leven bent. Na een ingrijpende operatie begonnen de chemokuren. Bij de tweede behandeling kreeg Wims vrouw een hersenbloeding, waardoor ze halfzijdig verlamd raakte en afhankelijk werd van een rolstoel én van Wims ondersteuning. Het leven moest anders ingericht worden. 'Op het moment dat ik wist dat mijn vrouw kanker had, heb ik mijn functie als teamcoördinator neergelegd. Het proces dat daaraan vooraf ging was al zo ingrijpend. Je ziet je vrouw wegkwijnen. Daar kwam bij dat de functie van teamcoördinator net in 2009 was geïntroduceerd. Ik was druk met alles en heb toen gekozen voor mijn gezin. Inmiddels zijn we verhuisd naar een kleinere, aangepaste woning. We leerden meer en meer omgaan met de nieuwe situatie, maar makkelijk is het niet geworden.’ Helaas bleek onlangs dat Wim zelf COPD heeft, en dat hij nog maar één stap van de zuurstoffles af is. ‘Ik ben snel moe. Kan niet lang meer achtereen les geven en trappen lopen kost veel energie,’ Toch proberen ze samen de draad op te pakken. Ze reisden als vanouds naar de zon, om daar te ontdekken dat het niet werkte. ‘Mijn vrouw kon niet op het strand komen in haar rolstoel en ik kreeg veel te weinig lucht door de zeewind. Komend voorjaar gaan we met goede vrienden. Hopelijk wordt dat iets makkelijker.’ Wim is nog steeds docent bij de beveiligingsopleidingen, werk dat hij met plezier doet, maar door de omstandigheden minder lang achtereen kan. Dat betekent dat er nóg een probleem bij komt, want Wim is nog relatief jong en heeft nog een studerende zoon thuis, dus zomaar minder gaan werken kan niet. Praten met SIZ Twente helpt. Dan blijkt ineens dat je niet alleen bent. Deze organisatie voor Steun & Mantelzorg heeft al 35 jaar ervaring met deze vorm van ondersteuning. Overal in Twente kun je nu (nog) terecht bij steunpunten en SIZ organiseert allerlei activiteiten, waar je naar toe mag, maar waar niets hoeft. SIZ adviseert eigenlijk alle bij mantelzorg betrokken partijen, tot en met beleidsmakers aan toe. Ook ‘Jong en Veer’ blijkt een interessante gesprekspartner. Deze organisatie geeft advies om de verhouding werk-mantelzorg in balans te houden en/ of te brengen. Geen luxe nu het aantal mantel-
zorgers zal groeien. Zij richten zich niet alleen op de mantelzorger zelf, maar ook op de organisatie waar de mantelzorger werkt. Deze middag kunnen bezoekers de Mantelzorgtest doen. Hierin komen vragen aan bod als ‘Hoe zwaar ben je nu eigenlijk belast?’ en ‘Gaat de combinatie met je werk nog goed?’. En dan is er de workshop ‘Druk met je mantelzorg’. Die begint met het maken van een eenvoudige tekening waarin je laat zien welke plek mantelzorg in je leven inneemt. Daarna visualiseer je je mantelzorgtaken door het bouwen van een toren, met zelf ontworpen spelmateriaal. Tot slot concretiseer je de toekomstige, wenselijke situatie en maak je die tot doel met behulp van walking scales. ‘Het was zeker een workshop waar ik wel eens aan terug zal denken’, mailt Wim na afloop. ‘Vanmiddag kennisgemaakt met lotgenoten.’ En tot Wims vreugde ook lotgenoten op de locatie waar hij werkt, aan de Wethouder Beverstraat. Dat sterkt. Niet om samen te
klagen, maar om elkaar van tijd tot tijd een hart onder de riem te steken, je voordeel te doen met de kennis van andere ervaringsdeskundigen en zo te leren van elkaar. Overigens geldt dat ook voor niet-mantelzorgende collega’s…. Het SIZ zegt dat heel mooi: ‘Als je mensen aan de samenleving wilt laten deelnemen, moet diezelfde samenleving ook deel-geven, om het deelnemen mogelijk te maken.’ Als we dat allemaal een beetje meer doen, iets meer naar onze collega’s omkijken, ons iets meer verdiepen in elkaar, zou dat het leven van de mantelzorgers in ons midden misschien iets makkelijker te maken. Een goed voornemen voor 2015?!
ROCfort december 2014
21
Beeld van een opleiding
‘Et voilà’, kijk eens wat mooi… ‘Et voilà…’, de uitspraak waarmee onze vriend en inspirator Cas Spijkers zijn gerechten presenteerde aan zijn gasten. ‘Et voilà…’Letterlijk vertaald: ‘Kijk eens daar…’ . Maar Cas was geen man van letterlijke vertalingen; bij Cas ging het om de geest, de sfeer, het genoegen, de passie. ‘Et voilà…’ betekende bij hem dan ook vooral: ‘Alsjeblieft… kijk ‘ns wat mooi.... Gemaakt voor jou, met passie, met plezier, met vakmanschap… ’Zo begint het voorwoord van meesterkok Cees Helder in ‘Et voilà’, het onlangs verschenen kook-, lees-, kijk- en inspiratieboek dat is uitgebracht ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van de Cas Spijkers Academie Twente. Het idee ontstond in het hoofd van Marc Meulenbelt, docent en één van de drijvende krachten achter de Cas Spijkers Academie: ‘Hoe fraai zou het zijn als we, ter gelegenheid van ons eerste jubileum, een kookboek zouden kunnen uitgeven met daarin portretten van onze studenten en hun favoriete recepten?’ Ritzo Bloem, toenmalig interim-directeur van het MBO College voor Dienstverlening & Gastvrijheid, zette hem op het spoor van ROC Stars, het productiehuis en agency van de creatieve opleidingen van ons ROC. Marc stelde met ROC Stars-projectleider Willem Habers een projectplannetje op en zij nodigden een aantal docenten van het MBO College voor Vormgeving, Mode & Media uit voor een eerste kennismaking. Dat resulteerde in een gezellig en vooral inspirerend gesprek op het terras van hotel-restaurant Het Ros van Twente in De Lutte, waar de Cas Spijkers Academie toen nog gevestigd was. Men zag het idee meteen zitten. Michiel ter Haar, docent Fotografie: ‘In het boek zouden niet alleen portretfoto’s van de studenten komen, maar natuurlijk ook fraaie foto’s van de gerechten. Food-fotografie is een vak apart, waar onze studenten zich ook in kunnen specialiseren. We hebben Jan Schartman, een bekende fotograaf uit Twente die gespecialiseerd is in product- en foodfotografie, gevraagd een paar masterclasses voor onze studenten te geven. Fotografiestudenten Daniël Siegersma en Eline Zandt hebben deze uitdaging opgepakt en er hun examenproject van gemaakt.’ Ook Lourens Huizinga, docent Grafische
22
ROCfort december 2014
Vormgeving, was meteen enthousiast: ‘Onze studenten maken aan het eind van hun opleiding hun ‘Meesterwerk’, waarin ze in één eindwerkstuk laten zien wat ze geleerd hebben en wat ze kunnen. Het compleet vormgeven van zo’n fraai kijk- en leesboek is natuurlijk een geweldige uitdaging. Tirza van Dijk, die dit project als haar examenwerk heeft gemaakt, heeft zich echt van haar beste kant laten zien.’ Maanden van hard werken en veel organiseren volgden. De hoofdpersonen van het boek, de studenten van de Cas Spijkers Academie, piekerden zich het hoofd suf met welk gerecht ze in het boek wilden komen en hoe ze zichzelf wilden presenteren. Naast hun favoriete recept (hun ‘signature-dish’ heet dat in de haute-cuisine) stellen ze namelijk zichzelf voor: hun passie, hun inspiratie, de drijfveren waarom ze doen wat ze doen. Dat viel nog niet mee. Bart Lammersen, één van hen, is daar heel duidelijk over: ‘Ik weet donders goed waar mijn passie ligt en wat ik mooi vind aan dit vak, maar om daar nou een stukkie over te schrijven, da’s heel andere koek… Laat mij maar in de keuken staan!’ Keuzes werden gemaakt, gerechten werden geperfectioneerd en Eline en Daniël togen met hun camera’s op pad. Daniël: ‘We zijn zo’n beetje overal geweest. Natuurlijk veel in de keukens van de bedrijven waar de koks werken, maar zeker voor de portretten en persoonlijke verhalen ook in weilanden, bossen, op voetbalvelden, in de kroeg en ‘gewoon’ bij de jongens en meiden thuis. In je planning moet je natuurlijk rekening houden met reistijden, benzinekosten en dergelijke. En ook het licht is overal anders. In een fotostudio is heel ander licht dan in een restaurantkeuken…’ En met een brede smile: ‘Ja, die ervaring was erg leerzaam, mag ik wel zeggen…’ Ook Tirza heeft veel geleerd van dit project. ‘Ik was verantwoordelijk voor de uiteindelijke vormgeving van het boek. Dus alle foto’s en verhalen samenbrengen en vormgeven. Dat viel nog niet mee, want je moet met heel veel mensen en dus met heel veel wensen rekening houden en er toch voor zorgen dat het uiteindelijk een eenheid wordt.’ ‘Ik vond het een fantastische opdracht en ik ben erg trots op het eindresultaat. Maar wat mij het meest heeft geïnspireerd, was het enthousiasme en de steun van onze docenten. Daar kijken wij in
de klas soms heel anders tegenaan, maar die bevlogenheid was echt supertof!’ De eindredactie was in handen van José Borghuis en Willem Habers. José: ‘Alle Cas Spijkers-studenten die in het boek zijn geportretteerd hebben een stukje over zichzelf geschreven. Koks zijn van zichzelf niet zulke schrijftalenten, de uitzonderingen daargelaten. Dat hoeft ook niet; een kok moet koken, een schrijver moet schrijven. Maar het gevolg was wel, dat we met een heleboel verhalen zaten die nog al uiteenliepen in lengte, toon en stijl. Daar hebben we behoorlijk wat aan bij moeten schaven. Bovendien moesten de recepten vaak behoorlijk worden geredigeerd om ze voor gewone stervelingen begrijpelijk te ma-
ken. Neem van mij aan, dat was een hele klus; die topkoks gebruiken soms vaktermen waar je als gewone huis-tuin-en-keuken-kok nog nooit van hebt gehoord.’ Uiteindelijk lag het boek er. Maar dan moet het natuurlijk ook nog ‘aan de man/vrouw’ worden gebracht. Daarvoor werd de samenwerking gezocht met het MBO College voor Commercie & Ondernemen. Joey Smit, Bryan Huiskes, Britt de Mönnik en Nikki Bragonje, derdejaarsstudenten van de opleiding Marketing en Communicatie in Almelo, stelden een gedegen marketingplan op, compleet met SWOT-analyse en een promotie- en prplan. Joey: ‘We hebben eerst een marktverkenning gemaakt en op basis daarvan een verkoopstrategie en een aantal promotie-acties bedacht. Die gaan uitgevoerd worden. Het moet wel heel raar lopen als u, als lezer van deze ROCfort, dit fraaie kookboek niet onder ogen krijgt. En ik weet zeker dat u er dan net zo enthousiast over bent als de mensen die ’t hebben gemaakt. Mijn moeder vond het in ieder geval prachtig!’
ROCfort december 2014
23
24
ROCfort december 2014
Help, wat moet ik aan? De kerst nadert. Drukte en outfitstress. Gelukkig biedt de Volksuniversiteit uitkomst. Een aantal collega’s nam de proef op de som en ging naar de workshop ‘Help! Wat moet ik aan in december?’ Imago Stylist Simone Beune van S-Kwadraat uit Enschede geeft regelmatig workshops bij de Volksuniversiteit. Simone trapt af met een korte inventarisatie: hoe ziet je kast eruit? Bij de ene deelnemer is het een grote chaos, bij de andere deelnemer hangen alle kledingstukken op kleur. Door de verhalen van de andere deelnemers pikt iedereen zo ideeën op. Daarna analyseert Simone bij iedere deelnemer haar figuur en silhouet. ‘Want’, zo stelt Simone, ‘het is de kunst om je sterke punten te accenturen en je aandachtspunten te verhullen. Bijna al mijn klanten willen maar één ding en dat is slanker lijken. Ook is het belangrijk dat je kleding uitzoekt die bij je lichaamsvorm past. Maar het allerbelangrijkste is dat je iets draagt waar je je plezierig bij voelt.’ Simone vertelt ook over ‘de Gulden Snede’. Een wiskundig begrip dat ook in de natuur voorkomt en in kunst en architectuur wordt toegepast. Het menselijk brein ervaart de 1:3 versus 2:3 verdeling als harmonieus. Door je lichaam en outfit te verdelen in die proporties, krijg je een harmonieus geheel en lijk je langer.
Verschillende aandachtspunten Simone heeft voor iedere aandachtspuntje een advies. Kleine borsten? Draag vooral geen strakke topjes of een lage halslijn. En als je je buikje wilt verdoezelen, draag dan bijvoorbeeld een grote broche om het accent naar je gezicht te verplaatsen. Als je langer wilt lijken, creëer dan een verticale lijn door het dragen van een lange ketting of een los hangende sjaal. Vermijd glanzende of volumineuze stoffen op plekken waar je het zwaarst bent.
Impulsaankopen Als laatste doet Simone een rondje met alle deelnemers. Ze hebben allemaal een kledingstuk meegenomen dat ze of nauwelijks dragen of graag tijdens de feestdagen willen dragen. ‘Ik ben niet zo’n impulskoper. Maar af en toe overkomt het me toch’,
geeft Kirstin glimlachend toe. ‘Ik heb een apart jasje dat ik eigenlijk nog nooit aan heb gehad. Maar toch zonde om het ongedragen in de zak van Max te stoppen. Gelukkig wist de stylist er wel raad mee.’ Ook Anita nam een item mét prijskaartje mee. ‘De verkoopsters in de winkel vonden het jurkje zo mooi staan. En ik heb me toch laten overhalen. Nu hangt het in de kast. Het oordeel: horizontale plooien en dus te krap. Dan zet ik ‘m maar op Marktplaats.’
Met een kleine aanpassing….. De deelnemers voelen er eigenlijk niets voor om speciaal voor de feestdagen kledingstukken aan te schaffen. ‘Echt zonde’, zegt Heidi. ‘Ik ben sowieso niet gek op goud en glitters. Het liefst draag ik iets wat fijn zit.’ Alle dames geven de voorkeur aan het combineren van hun ‘eigen’ kleding met feestelijke accessoires. ‘Ik kies eerder voor een aparte sjaal of een mooie ketting in plaats van een nieuwe jurk’, zegt Marja. Ook daar heeft Simone verschillende tips voor: ‘Met kleine bloemen die je met een knipje of speld op je kleding kunt bevestigen, creëer je een feestelijk accent. Als je handig bent met naald en draad, dan kun je ervoor kiezen om andere knopen op je jasje of jurk te naaien. Of je vrolijkt die basic blazer op met een gekleurd biesje van satijn.’
Enthousiaste reacties Volgens de deelnemers een zeer geslaagde avond. ’Simone heeft een hele rustige en plezierige aanpak. Ze laat iedereen in haar waarde. Niets is fout, not done of ‘zo 2013’. Dit soort avonden zijn altijd gezellig met collega’s. Je leert elkaar ook eens op een andere manier kennen. Simone biedt meer workshops aan bij de Volksuniversiteit, dus ‘zeker voor herhaling vatbaar,’ beamen de collega’s.
Nog meer handige tips: - Ruim je kast op. Zo heb je een goed overzicht van wat je allemaal hebt. - Niet alleen zwart kleedt af. Draag ook donkerbruin, bordeauxrood, antraciet of marineblauw. - Wil je langer lijken? Draag dezelfde kleur broek en schoenen. - Rond gezicht? Draag een ronde halslijn. Ovaal gezicht? Draag een ovale halslijn. Meer tips? Volg ook Simone’s workshop bij de Volksuniversiteit. Dit jaar staat er nog één cursus gepland op donderdag 18 december van 19.00 tot 22.00 uur. Doe nog gauw een outfit check bij de Volksuniversiteit en meld je aan via de website.
ROCfort december 2014
25
AGENDA
Maand a t/m do g 12 januari nd 15 janu erdag a Vakwe ri 2015 ds studen trijden te Horeca n Horeca, v Amster a dam RA I
Maand a 22 dec g e t/m vri mber jd 2 janua ag r Kerstv i 2015 akantie 26
ROCfort december 2014
Borgen
Polderwerk ‘Als allochtoon van de degelijk hervormde zandgron-
de Staat van instelling die de inspectie onlangs heeft uit-
den op de Veluwe hoorde ik in mijn jeugd vaak de
gevoerd, borgen wij nu alles wat los en vast zit. Zelfs wat
dominee woorden gebruiken als ‘goedertierenheid,
vastzit, wordt geborgd! Het werkwoord is nog hetzelfde,
barmhartigheid en (zich) geborgen weten’. Wat het
maar het voltooid deelwoord is nu toch wezenlijk anders.
allemaal inhield, wist ik als klein jongetje niet pre-
De kwaliteit wordt niet geborgen, maar geborgd. We hoe-
cies. Maar de woorden klonken wel goed. Het moest
ven de kwaliteit niet te beschermen, maar we zetten de
iets fijns zijn: de barmhartige Samaritaan was im-
kwaliteit vast.
mers een hele aardige man gebleken. Oké, hij was
Door deze borging worden alledaagse schoolhandelingen
natuurlijk een Samaritaan en ik begreep van de do-
opeens exercities. Een simpele repetitie wordt een exa-
minee dat je daar maar beter met een boog omheen
menstuk met bijbehorende protocollen en ingewikkelde
kon lopen, want het waren natuurlijk wel heidenen.
procedures. Handtekeningen op allerlei documenten bor-
Ook had ik geen idee wat dat precies voor volk was,
gen nu de kwaliteit. Hoe meer handelingen, handtekenin-
maar het moest zoiets zijn als de kinderen van de
gen en documenten, des te ‘geborgder’ de kwaliteit klaar-
Openbare school. Geheel en al van God los! Maar
blijkelijk.
wij zongen liedjes over veilig en geborgen. Gebor-
Schrijnend is dat de inspectie heeft gezegd dat er onder-
gen was goed, daar kon je mee thuis komen. Zeker
wijskundig niets loos is, we hebben het in de klas goed
als voltooid deelwoord, dan was het al voor je ge-
voor elkaar, leerlingen tevreden, goede sfeer, er wordt
daan. Ik kan mij niet herinneren dat in mijn jeugd
goed lesgegeven. De leerlingen voelen zich geborgen, zou
iemand ooit het werkwoord borgen gebruikte. Maar
je kunnen zeggen. Probleem is dat men (wie dat dan ook
het betekende toentertijd: in veiligheid brengen, be-
moge zijn) niet ‘in control is’. Dus bedenkt men de ene na
schermen, net als het werkwoord bergen.
de andere heidense oplossing om toch maar vooral aan te
Gedurende mijn adolescentie raakte ik die oude
tonen, dat wat we doen rechtvaardig is in de ogen der in-
woorden en begrippen kwijt. Deels door nieuwe
spectie. Wee uw gebeente wanneer de toorn der inspectie
Bijbelvertalingen, maar grotendeels ook door afne-
op u daalt!
mend kerkbezoek. De begrippen verwaterden, net
Maar wij borgen niet alleen voor de inspectie. Wij doen het
zoals de bijbehorende oordelen uit de jeugd: katho-
ook voor ons eigen gewin. Een voorbeeld daarvan trof ik
lieken bleken prima mensen te zijn en zelfs heidenen
deze week aan omtrent School-EX.: ‘Vanaf januari 2015 is
mocht ik tot mijn vriendenkring gaan rekenen. Mis-
het de bedoeling School-EX te borgen in het proces van de
schien was ik wel goedertieren. Wie zal het zeggen.
loopbaanbegeleiding.’ Met andere woorden: aan het einde
Zo heel af en toe betrapte ik mijzelf nog wel eens
van het schooljaar kun jij als mentor handmatig de gege-
op barmhartigheid. Als een leerling door weer en
vens van vertrekkende leerlingen
wind had getracht op tijd te komen, maar het net niet
in gaan kloppen in een schermpje
had gered, dan toonde ik barmhartigheid en liet hem
zodat per goed ingevuld formulier
druipend van de regen toch toe in mijn les. Maar
het ROC enkele tientallen euri
daar hield het dan ook mee op. De oude woorden
ontvangt, terwijl je die gegevens
van mijn Veluwe verloren hun kracht en waarde ge-
ook al op ouderwets papier hebt
leidelijk aan op mijn nieuwe Twentse grond.
ingevuld. Alsof ik het al niet druk
De laatste tijd echter kan ik geen officieel stuk meer
genoeg heb! Toen schoot mij het
onder ogen krijgen of oude tijden herleven. We gaan
oudtestamentische woord ‘tolle-
borgen. Alles moeten we borgen, maar vooral kwa-
naar’ weer door het hoofd. Bor-
liteit. Was het vroeger gebruikelijk dat je kwaliteit le-
gen: Je zou er een serie over kun-
verde, nu gaan we dezelfde kwaliteit borgen. Door
nen maken! Bert van de Pol
ROCfort december 2014
27
Colofon
ROCfort is een uitgave van ROC van Twente en is bestemd voor alle medewerkers.
Redactie Saskia Blokhuis, Flip de Bruijn, Ynske Draisma, Anita Gerrits, Nathalie de Jong-Kamphuis, Eric Kempers, Jos Lindeman, Hans Morssinkhof (interviews), Elise Slot, Marieke ten Vaarwerk.
Interviews De interviews in deze ROCfort zijn gemaakt door Kirstin Anchelon, Flip de Bruijn, Willem Habers, Hans Morssinkhof, Elise Slot en Marieke ten Vaarwerk.
Bereikbaarheid redactie ROC van Twente, t.a.v. redactie ROCfort Gieterij 200, 7553 VZ Hengelo Telefoon: (074) 852 51 73 E-mail:
[email protected] Artikelen kunnen worden ingezonden door alle medewerkers van ROC van Twente (bij voorkeur per e-mail). Artikelen, illustraties of delen daarvan uit ROCfort kunnen met toestemming van de redactie en bronvermelding worden overgenomen.
Ontwerp en realisatie Grafisch Bureau ROC van Twente, Roel Pieper en Jos Lindeman
Verschijningsfrequentie 5 keer per jaar, in een oplage van 2450 ex.
Druk Ricoh-Zalsman Zwolle
Fotografie Roel Pieper, Maurice Perik, redactieleden e.a. Kopij voor ROCfort nummer 1 kan worden aangeleverd tot 9 januari 2015.
Tot ziens