F R I E S E
I C T
I N N O V A T I E A L L I A N T I E
Roadmap voor
ICT-innovatie in
Fryslân
11 februari 2009
2
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
Inhoudsopgave
Managementsamenvatting ......................................................................... 5
1
2
3
4
5
6
Inleiding ............................................................................................... 9
1.1
Uitgangspunten ..........................................................................................9
1.2
Waarom een Friese ICT-innovatie Alliantie?.....................................................9
1.3
Huidige beleidscontext ............................................................................... 10
1.4
Van visie naar ambitie ............................................................................... 11
1.5
Leeswijzer................................................................................................ 11
Kijk op innovatie met en door ICT....................................................... 13
2.1
Inleiding .................................................................................................. 13
2.2
Het nieuwe denken in innovatie................................................................... 13
2.3
De Nationale ICT Agenda ........................................................................... 15
2.4
Implicaties voor Fryslân ............................................................................. 16
Fryslân in beeld................................................................................... 17
3.1
Inleiding .................................................................................................. 17
3.2
Innovatie-indicatoren ................................................................................ 17
3.3
SWOT-analyse .......................................................................................... 21
Visie op ICT-innovatie in Fryslân......................................................... 23
4.1
Inleiding .................................................................................................. 23
4.2
Toekomstbeelden van Fryslân anno 2020 ..................................................... 23
4.3
Visie van de Kerngroep .............................................................................. 25
4.4
Missie...................................................................................................... 25
4.5
Ambitie ................................................................................................... 26
4.6
Criteria projectgroepen .............................................................................. 26
4.7
Monitoring en afstemming .......................................................................... 27
Roadmaps projectgroepen .................................................................. 29
5.1
Inleiding .................................................................................................. 29
5.2
Draadloze Friese meren ............................................................................. 29
5.3
Zorg op afstand (ZoA): Pilot ‘hartfalen’ ........................................................ 32
5.4
Qwiek...................................................................................................... 34
5.5
Sport experience Fryslân............................................................................ 35
5.6
Ketendigitalisering in de jachtbouw.............................................................. 36
5.7
Platteland/ kleine kernen............................................................................ 37
Organisatie ......................................................................................... 41
6.1
Rol van de Alliantie ................................................................................... 41
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
3
6.2
7
Taakstelling per onderdeel van de Alliantie ................................................... 41
Ter afsluiting....................................................................................... 45
Bijlage 1: SWOT-analyse........................................................................... 46
Bijlage 2: Additionele kerncijfers.............................................................. 49
Bijlage 3: Overzicht relevante ICT Projecten in Fryslân ............................ 52
Literatuur ................................................................................................. 53
4
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
Managementsamenvatting
De Friese ICT-innovatie Alliantie is medio 2008 door de provincie Fryslân ingesteld. Haar taak is het zetten van een volgende stap in innovatie en benutting van ICT in Fryslân. Met betere inzet van ICT en ontwikkeling van nieuwe ICT-diensten kunnen gerichte innovatieprojecten de economische en maatschappelijke ontwikkeling in de provincie Fryslân versterken. Door de beste krachten in Fryslân te bundelen bij het opstellen en uitvoeren van zogenaamde ‘impactprojecten’, dient binnen twee jaar een beweging op gang te komen waarmee een innovatief klimaat ontstaat met een sterk zuigende economische werking. Door clustering van partijen en activiteiten ontstaat meer samenhang in projecten en ontwikkeling, dan momenteel het geval is. Deze Roadmap schetst de toekomstvisie van de Kerngroep. De visie is gekoppeld aan concrete ambities voor uitvoering van opschaalbare pilotprojecten met een grote impact binnen de komende twee jaar. In de valorisatiefase van de geselecteerde projecten wordt succes afgemeten naar drie hoofdaspecten: a. Het nut en de noodzaak zijn aangetoond en er bestaat een concrete marktvraag naar uitvoering van taken; b. Er is een aanbeveling voor opschaling met bereidheid voor private en publieke financiële injecties; c. Er is bewijs van ‘aanjaagpotentie’ om maatschappelijke en economische ontwikke lingen in Fryslân te stimuleren. De eisen die tegenwoordig gesteld worden aan de kwaliteit van leven vragen om bijpassende kwaliteit van ICT-dienstverlening. Nieuwe technologie en diensten volgen elkaar snel op. Hierdoor ontstaat een groot potentieel aan nieuwe toepassingen. Ook biedt ICT een kans om de arbeidsproductiviteit te verhogen. Dit is nodig om het hoofd te kunnen bieden aan maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de vergrijzing, een toename aan zorgvraag, een dreigend tekort aan goed opgeleide arbeidskrachten en de toenemende concurrentie met bedrijvigheid uit omliggende regio’s. Op basis van verkennend onderzoek en diepgaande discussies heeft de Kerngroep haar visie als volgt geformuleerd: “Fryslân dient zich sterk te profileren op de thema’s duurzaamheid, ouderen, jeugd en cultuur om in een open omgeving een antwoord te bieden op een snel veranderende sociaaleconomische omgeving (zowel nationaal als mondiaal).” Aandachtspunten hierbij zijn: 1. Kernkwaliteiten behouden en uitbouwen, bedreigende zwaktes neutraliseren; 2. Ruimte creëren voor pilotprojecten en een experimenteeromgeving voor nieuwe dienstverlening en duurzame productie; 3. Fryslân positioneren als internationaal recreatiepark; 4. Fryslân profileren als duurzame innovatieve economie; 5. ICT als enabler voor vernieuwing, doet organisaties veranderen;
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
5
6. ICT als enabler draagt bij aan vernieuwing en verbetering van de kwaliteit van onderwijs, (gezondheids)zorg en welzijn; 7. Successen en unieke sterkten grootschalig uitdragen; 8. Alleen die activiteiten krijgen prioriteit waarin ICT de ‘versneller’ is van een vraaggestuurde ontwikkeling. De Friese ICT-innovatie Alliantie stimuleert op een actieve manier vraaggestuurde inzet van ICT gericht op duurzame economische ontwikkeling en sociale innovatie, met behoud en uitbouw van de Friese kernkwaliteiten. Met open vizier en in verbinding met de mondiale ontwikkelingen wil de Alliantie ambities vergroten en zwakten op het gebied van onderwijs, vergrijzing, ondernemingscultuur omzetten in sterkten. Met ICT kunnen genoemde zwakten en bedreigingen cross-sectoraal geneutraliseerd worden door sterktes in ondermeer cultuur, recreatie, (water) sport, zorg en op vakmanschap gerichte maakindustrie. De uit te voeren projecten zijn: (a) vraaggestuurd, (b) resultaatgericht, (c) voorzien van een mid-term beoordelingsmoment met go/no-go beslissing, (d) selfsupporting na twee jaar, (e) modulair in groei, (f) geselecteerd vanwege unieke toegevoegde waarde, hoge verwachte impact en onderlinge samenhang en (g) voldoen aan overige stringente criteria. In een vijftal projectgroepen starten zes pilotprojecten. In april 2009 moet er voor elke projectgroep een concreet plan van aanpak gereed zijn. Uiterlijk medio 2009 zijn volledig uitwerkte businessplannen beschikbaar met instemming van de deelnemers en bijbehorende financiering om concreet uitwerking te kunnen geven aan de verschillende pilotprojecten. De vijf projectgroepen zijn: (a) Draadloze Friese meren, (b) Zorg (c) Sport Experience, (d) Jachtbouw en (e) Kleine kernen. Daarnaast zijn er drie ‘verticale’ projectactiviteiten die op alle projectgroepen van toepassing zijn: onderwijs(vernieuwing), kennisborging en promotie & communicatie. Figuur 1 illustreert de totale structuur van de Friese ICT-innovatie Alliantie:
6
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
Raad van Advies Taak: klankbord- en ambassadeursfunctie
Kerngroep Taak: Advisering en aansturing Alliantie / Opstellen Roadmap,
toezien op uitvoering en monitoring
Friese ICT innovatie-alliantie Taak: Uitvoering Roadmap in projectgroepen
Resultaat: Minimaal één project per projectgroep geschikt voor opschaling en zelfstandige continuering na 2 jaar
Projectgroep Draadloze meren Projectgroep Sport Experience
Projectgroep Zorg Projectgroep Jachtenbouw
Projectgroep Kleine kernen
ON DE
KE RW
IJ SV
ER
NI EU W
PR NN CO OM NI MM OT SB UN IE OR I C EN GI AT NG IE
IN G
Figuur 1. Organogram van de Friese ICT-innovatie Alliantie
De Kerngroep van de Friese ICT-innovatie Alliantie bestaat uit zes leden, die op persoonlijke titel en zonder last of ruggespraak hun visie inbrengen, zich sterk maken voor het opstellen van de projecten en toezien op uitvoering. De leden van de Kerngroep zijn: •
prof.dr.ir. L.P. Ligthart (voorzitter), TU Delft
•
R. Feenstra RI, MBA, De Friesland Zorgverzekeraar
•
dr.ir. P.A. Gielen, TCNN
•
drs. F.A. Pronk, Rabobank Heerenveen
•
drs. W.R. Reek MCM, Gemeente Sneek
•
drs. J. Wester, TNO-ICT
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
7
8
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
1 Inleiding
1.1 Uitgangspunten Het onderliggende document vormt de Roadmap van de Kerngroep van de Friese ICTinnovatie Alliantie. De rapportage is een weerslag van de uitkomsten van de werkbijeen komsten van de Kerngroep op 25 september, 26 september, 24 oktober, 28 november en 19 december 2008 in Oranjewoud. Deze Roadmap schetst de toekomstvisie van de Kerngroep, gekoppeld aan concrete ambities voor uitvoering van opschaalbare demonstratieprojecten met een hoge impact op maatschappelijke en economische ontwikkelingen in Fryslân in de komende twee jaar. In de valorisatiefase van de geselecteerde projecten wordt succes afgemeten naar drie hoofdaspecten: a. Het nut en de noodzaak zijn aangetoond en er bestaat een concrete marktvraag naar uitvoering van taken; b. Er is een aanbeveling voor opschaling met bereidheid voor private en publieke financiële injecties; c. Er is bewijs van ‘aanjaagpotentie’ om maatschappelijke en economische ontwikke lingen in Fryslân door middel van innovatie en ICT de komende jaren te stimuleren. De geformuleerde visie en ambitie zijn vertaald in een programmaplan (roadmap). Voor zes geselecteerde pilotprojecten zijn afzonderlijke roadmaps opgesteld, die in het voorjaar 2009 moeten uitmonden in concreet uitgewerkte businessplannen. Per project wordt een projectgroep samengesteld waarin het Friese bedrijfsleven, publieke organisaties en een afvaardiging vanuit zowel de Kerngroep als de provincie samenwerken. Projectvoortgang en monitoring met go/no-go besluitvorming vindt iedere drie maanden plaats tijdens bijeenkomsten van de Friese ICT-innovatie Alliantie. Er bestaat zowel vanuit de provincie als het veld een sterke behoefte om versnippering aan initiatieven tegen te gaan en te komen tot een meer integrale aanpak waarbij schaalgroot te en een breed (sectoraal) draagvlak belangrijke aandachtspunten vormen. Afstemming met lopende initiatieven is dan ook een vereiste.
1.2 Waarom een Friese ICT-innovatie Alliantie? De economie en samenleving worden steeds afhankelijker van goed functionerende ICT. Steeds meer mensen beschouwen ICT als een basisvoorziening, vergelijkbaar met water uit de kraan en stroom uit het stopcontact. Maar ICT kan met alle toegevoegde intelligentie en gebruiksmogelijkheden zoveel meer zijn. Als enabler en driver kan ICT in Fryslân grote maatschappelijke en economische meerwaarde bieden. De provincie Fryslân heeft op basis van eerder verricht onderzoek door de Universiteit Groningen vastgesteld dat de Fryslân een achterstand op het gebied van ICT heeft ten opzichte van de rest van Nederland.1 Dit
1
RUG (2003) Arbeidsproductiviteit in Fryslân Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen, URSI-rapport 35, p. 3. [1]
(NB. [1] verwijst naar de nummering van de literatuurlijst. Deze methode wordt in dit document consequent gehanteerd)
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
9
beperkt het innovatieve vermogen van de provincie. De achterstand dient te worden weggewerkt en op specifieke punten te worden omgezet in voorsprong. Met deze situatie voor ogen en gegeven de mogelijkheden die de inzet van ICT biedt voor maatschappelijke en economische innovatie, heeft de provincie Fryslân de Friese ICT-innovatie Alliantie in het leven geroepen. De recent geformeerde Kerngroep van de Alliantie is aan de slag gegaan onder het motto ”d’r op en d’r over”. Ten opzichte van omringende regio’s moet Fryslân dus niet alleen aansluiting zoeken, maar haar concurrenten ook voorbijstreven. Belangrijke uitgangspunten voor de Kerngroep om te komen tot haar visie en uitvoerings plannen zijn: a. Fryslân heeft veel zichtbare historie binnen en buiten de stedelijke kernen. In de toekomst moeten de historische waarden behouden blijven en door middel van ICT beter worden uitgenut. b. Fryslân wil meedoen in de vaart der volkeren. Fryslân wil nieuwe markten ontwik kelen waarbij haar kernkwaliteiten beter worden ingezet. c. Fryslân heeft nieuwe economische en maatschappelijke roadmaps nodig waarmee het op (inter)nationale schaal voorop gaat lopen en waarbij ICT in de breedte en diepte de noodzakelijke versneller is. d. Fryslân is een laboratorium voor (a) het creëren van faciliteiten waarin nieuwe werkvormen als uitgangspunt dienen en (b) vragen uit het maatschappelijke do mein vertaald worden naar valorisatieprojecten.
1.3 Huidige beleidscontext De provincie Fryslân kent geen afzonderlijk ICT-beleid. Tegelijkertijd is ICT wel een belangrijk aandachtspunt binnen de verschillende beleidsterreinen van de provincie. ICT komt onder meer tot uiting in de top-10 van Fryske Fiersichten. Eind 2006 organiseerde de provincie Fryslân een toekomstdebat met het vizier op 2030, onder de naam Fryske Fiersichten. Dit leidde ertoe dat meer dan 700 ideeën werden ingezonden. Het werkpro gramma voor Fryske Fiersichten geeft weer welke voorstellen voor nadere projectontwikkeling en uiteindelijke concrete uitvoering in aanmerking komen. Eén van de tien beste Fiersichten is: N@twurk Fryslân – naar innovatieve toepassing van ICT voor zorg, toerisme, onderwijs en platteland. De beste Fiersichten vallen gedeeltelijk samen met activiteiten die in het coalitieakkoord aangekondigd zijn. De beste Fiersichten zullen binnen de door Provinciale Staten vastgestelde begroting op korte termijn worden uitgevoerd. Het primaire doel van N@twurk Fryslân is om Fryslân internationaal op de kaart te zetten als expertisecentrum en proeftuin op het gebied van innovatieve ICT-toepassingen en aanpalende technologieën (o.a. multimedia, gaming, mobiele en draadloze technologieën) op de deelgebieden zorg, toerisme, onderwijs en platteland. Een afgeleide hiervan is het realiseren van de benodigde infrastructuur. Binnen dit werkprogramma wil de provincie in eerste instantie de rol van regisseur, aanjager en makelaar/schakelaar vervullen. Tevens zou de provincie financieel kunnen participeren in de opstartfase. Meerjarige financiële betrokkenheid van de provincie is niet wenselijk: uiteindelijk moet de markt zowel inhoudelijk als financieel de projecten volledig oppakken. Vanuit een andere actielijn heeft de provincie in 2008 het initiatief genomen de Friese ICTinnovatie Alliantie in het leven te roepen. Hiermee beoogt de provincie de achterstand in het toepassen van ICT weg te werken en om te zetten in een voorsprong. De taakstelling die de Alliantie heeft meegekregen vanuit de provincie is het bundelen van de beste
10
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
krachten vanuit de maatschappij in Fryslân voor het bereiken en uitvoeren van voorstellen en projecten, die de economische en maatschappelijke ontwikkeling in provincie Fryslân sterk stimuleren.
1.4 Van visie naar ambitie De Kerngroep formuleert in deze roadmap een toekomstvisie en bijbehorende missie en leidt hiervan een krachtige en concrete ambitie af. Voor een periode van twee jaar zet de Kerngroep onder de vlag van de Alliantie vijf projectgroepen op die elk één of meerdere projecten tot uitvoering brengen. Elke projectgroep gaat minimaal één project realiseren dat een voorlopersrol voor de provincie Fryslân heeft. Dit moet gebeuren binnen de termijn van twee jaar. De pilotprojecten dienen vanaf de start gebaseerd te zijn op duidelijke probleem- en vraagsstellingen. De Alliantie beoogt het beleid van de provincie te versterken vanuit haar eigen visie. Waar nodig zal de Alliantie trachten het beleid van de provincie te beïnvloeden. In de praktijk gaat het om goede afstemming tussen het provinciebeleid en de activiteiten van de Alliantie.
1.5
Leeswijzer
In dit document worden de volgende onderwerpen achtereenvolgens behandeld: •
Kijk op innovatie met en door ICT (H2)
•
Fryslân in beeld: kerncijfers, uitkomsten SWOT-analyse (H3)
•
Visie, missie en ambities (H4)
•
Roadmaps projectgroepen (H5)
•
Organisatie van de Alliantie en de Kerngroep (H6)
•
Afsluiting (H7)
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
11
12
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
2 Kijk op innovatie met en door ICT
2.1 Inleiding …..“Wie het water ook heeft uitgevonden, een vis was het in ieder geval niet” (Vrij naar oud Boeddhistisch gezegde)
Iedereen zit gevangen in zijn eigen vissenkom, terwijl je weet dat daar buiten een grote oceaan bestaat. Met de metafoor van de vissenkom, benadrukken we dat men zich vaak niet of onvoldoende bewust is van zijn of haar omgeving. De vissenkom is voor velen herkenbaar, omdat men graag redeneert vanuit de eigen comfortzone. Dit geldt ook voor regio’s en provincies, die een eigen manier zoeken om met bestaande ontwikkelingen en dynamiek om te gaan. Voor het daadwerkelijk realiseren van innovatie met en door ICT blijft het van belang om een open vizier te hebben op de ontwikkelingen die verder reiken dan de eigen regio, de eigen comfortzone. Openstaan voor internationale ontwikkelingen en voor culturele en maatschappelijke vernieuwing is noodzakelijk om mee te kunnen in de vaart der volkeren. Dit hoofdstuk beschrijft de ziens- en benaderingswijze van de Kerngroep op de centrale thema’s innovatie, ICT en de onderlinge relatie daartussen. De afsluitende paragraaf vertaalt de implicaties van mondiale en nationale ontwikkelingen naar de situatie in Fryslân.
2.2 Het nieuwe denken in innovatie Paradigmashift Met de doorbraak van ICT (en het Internet in het bijzonder) aan het einde van de vorige eeuw, is er een verandering ontstaan in de manier waarop innovatie bedreven en georganiseerd wordt. Het zogenaamde ‘Great search Model’ (Perez, 2005) beschrijft hoe technologische revoluties een terugkerend herkenbaar patroon volgen. Figuur 2 geeft hier een beeld van. In de eerste fase van een technologische paradigmashift is alles gericht op beschikbaarheid. Deze fase wordt voornamelijk gefinancierd door Venture Capitalists die vervolgens op jacht gaan naar hoge returns on investments en een hype weten te creëren (internetbubbel). In de ‘deploymentfase’ is er een andere vorm van financiering, namelijk industrieel kapitaal. In deze fase zijn de platformen operationeel. In de huidige cyclus verandert de organisatiestructuur van een piramidestructuur naar een platte organisatie met een wijdvertakt netwerk. Deze ontwikkeling van decentralisering is ook van invloed op de traditionele functiescheiding, zoals werk, wonen en recreatie. In deze fase resulteert het spel tussen technologische en sociale innovatie (gericht op de gebruiker!) in nieuw type werk- en woonomgevingen. Uiteindelijk zal dit uitmonden in nieuwe institutionele innovaties en organisaties.
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
13
Source: Carlota Perez, 2005
First 20-30 years
Second 20-30 years
INSTALLATION PERIOD
DEPLOYMENT PERIOD
2
1
3
DECLINE of the old economy EMERGENCE of the new
TURNING POINT
followed by BIG FINANCIAL BUBBLE Canal mania, Railway mania, Roaring 20s, Internet mania
Post bubble recession (sometimes depression) Instability
ECO GROWTH Societal rere-engineering Victorian boom, Belle Époque, Post War Golden Age Flourishing of the whole economy
2005
2000
1971
New paradigm in the making Time
Figuur 2. The great search model (Perez, 2005)2
In de Innovation Lecture van 2006 wees SER-voorzitter Rinnooy Kan al op een verschuiving die optreedt van gesloten naar open innovatie waarbij samenwerking op basis van gelijkwaardigheid plaatsheeft.3 Niet langer hiërarchische structuren met veel formele relaties en bureaucratische principes zijn leidende organisatievormen, maar veel meer netwerken en partnerschappen. Gedeelde belangen en interesse staan daarbij centraal. Zo ontstaat een verschuiving van “What’s in it for me” naar “What’s in it for us”. Immers, mensen zijn tegelijkertijd actief in meerdere netwerken, waardoor er telkens andere afhankelijkheden maar ook andere coalities ontstaan. Reputatie en vertrouwen zijn in deze context dan ook in toenemende mate cruciale waarden. Dit heeft ook consequenties voor het niveau van aansturing. Steeds meer grote bedrijven leggen verantwoordelijkheden en beslissingsbevoegdheden - onder meer voor innovatie – neer op een decentraal niveau. Hierdoor ontstaan nieuwe werkvormen en -relaties die nauw samenhangen met het begrip ‘sociale innovatie’. Cyclische- en open innovatie Het innovatieproces wordt door sommigen gezien als combinatie van de ontwikkeling van het nieuwe (‘exploratie’) en de efficiënte toepassing en verbetering van het bestaande (‘exploitatie’). Inventie is daarbij weliswaar nodig, maar innovatie is vooral een kwestie van toepassing. In het recente innovatierapport geeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) de volgende definitie van innovatie:4
2
In het licht van de huidige onvoorziene mondiale economische crisis, moet de tweede fase van het model van Perez misschien wat opgerekt worden. Het gaat meer om de paradigmashift, dan de voorspellende conjuncturele waarde van het model.
3
Ministerie van Economische Zaken (2006), Verslag Innovation Lecture, p.18. [24]
4
WRR (2008), Innovatie Vernieuwd, opening in viervoud, Amsterdam University Press, Den Haag / Amsterdam, p. 23. [18]
14
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
“Innovatie als uitkomst is een nieuwe functionaliteit of een nieuwe manier om een bestaande functie te vervullen (bijvoorbeeld digitale fotografie). Dat is breder dan een nieuw product of proces in de markt en omvat ook innovaties in de publieke sector (bijvoorbeeld het via internet aanbieden van overheidsdiensten). Het proces omvat de ontwikkeling van een nieuwe vondst (inventie), de succesvolle toepassing daarvan (innovatie als uitkomst) en de brede verspreiding van innovaties in de samenleving (diffusie).” (WRR, 2008)
Het moderne beeld van innovatiebeleid richt zich op het systeem van inventie, innovatie en diffusie, door interactie en samenwerking, in ketens en netwerken die bedrijfstakken en technologieën overstijgen. Volgens de WRR verlopen innovatieprocessen niet langer via het oude ‘lineaire model’ van de overdracht van kennis uit onderzoek naar ontwikkeling, maar gaat het veel meer om een ‘cyclisch innovatiemodel’ waarin de wisselwerking tussen inventie, innovatie en diffusie, een continu proces wordt. Het ministerie van Economische Zaken besteedt al enkele jaren specifieke aandacht aan niet-technologische aspecten van innovatie. Vooral de aandacht voor ondernemerschap is de laatste jaren gegroeid, evenals de aandacht voor valorisatie van kennis en vernieuwing. Sterk in opkomst zijn vraagstuk ken over institutionele en sociale innovatie. Innovatie vindt veelal plaats in samenwerking tussen mensen of bedrijven met verschillende kennis, competenties en middelen om samen tot die nieuwe combinaties te komen. In de afgelopen jaren heeft het idee van ‘open innovatie’, terrein gewonnen (Chesbrough, 2006).5 Vanuit dit concept geredeneerd moeten bedrijven niet in isolement proberen te innoveren, maar in samenwerking met anderen. Dat geeft efficiënties van schaal en scope, en biedt meer mogelijkheden voor grotere diversiteit en nieuwe combinaties.
2.3 De Nationale ICT Agenda Het nationale interdepartementale ICT-beleid is grotendeels verankerd in de Nationale ICTAgenda. Nederland beschikt over hoogwaardige infrastructuur voor elektronische communicatie en dienstverlening. Het gebied van vaardigheden en gebruik van diensten kan echter nog aanzienlijk verbeterd worden. In de ICT-Agenda 2008-2011 stelt de overheid de gebruiker dan ook centraal in de digitale dienstenmaatschappij. 6 “Om de internationale concurrentie op het terrein van dienstenontwikkeling aan te (blijven) kunnen, zal onze maatschappij zich sneller dan de ons omringende landen moeten ontwikkelen tot een maatschappij en economie die vaardig is met, en voorop loopt in, digitale dienstverlening en het gebruik van ICT.” (EZ, 2008)
De eisen die tegenwoordig aan de kwaliteit van het leven gesteld worden, vragen om bijpassende kwaliteit van elektronische diensten. Nieuwe technologie en diensten volgen elkaar snel op, waarmee een groot potentieel aan nieuwe toepassingen ontstaat. Daarnaast biedt ICT ons de kans om de arbeidsproductiviteit te verhogen. Dit is nodig om
5
Henry Chesbrough, Open Innovation, The new imperative for creating and Profiting from Technology,Harvard business school Press. [32]
6
Ministerie van EZ (2008), ICT-Agenda 2008-2011, De gebruiker centraal in de digitale Dienstenmaatschappij, p.9. [17]
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
15
maatschappelijke en demografische ontwikkelingen, zoals de vergrijzing, een toename aan zorgvraag en een dreigend tekort aan kwalitatief goede leerkrachten, het hoofd te kunnen bieden. ”Volgens de nationale ambitie dient Nederland in 2015 te behoren tot de koplopers in het beschikbaar zijn en het gebruik van ICT-toepassingen en nieuwe digitale dienst verleningsconcepten. Om deze ambitie te halen acht het kabinet het noodzakelijk dat ICT-toepassingen en -diensten meer dan op dit moment de behoeften van de ge bruiker centraal stellen, dat ze zijn gebaseerd op open standaarden waar mogelijk en dat ICT als katalysator wordt gebruikt bij het herinrichten van dienstverlenings- en productieketens. Verder is een breed gebruik van ICT goed voor de sociale participa tie en integratie van mensen in de samenleving.” (EZ, 2008)
2.4 Implicaties voor Fryslân Fryslân verandert, maar de wereld buiten Fryslân verandert mogelijk nog meer. Dit zorgt voor kansen en bedreigingen. Openstaan voor internationale ontwikkelingen en voor culturele en maatschappelijke vernieuwing is noodzakelijk. Kijkend naar de eeuwenoude internationale connecties, dan moet Fryslân zich weer willen positioneren op de as Amsterdam - Groningen - Bremen - Hamburg - Berlijn. Binnen de terugkerende patronen van technologische revoluties, zoals beschreven in Figuur 2, bevindt Fryslân zich momenteel aan het begin van de derde (deployment) fase. Kenmerkend voor deze fase is dat innovatie decentraal plaatsvindt waarbij de gebruiker aan de knoppen draait. Innoveren doet men dus zowel ‘voor’ als ‘met’ de Friese gemeenschap, met een accentverschuiving van technologische naar sociale innovatie. Voor Fryslân met haar unieke ruimtelijke en omgevingsfactoren biedt de hier beschreven ontwikkeling grote kansen. In het huidige regionale innovatiebeleid, bestaat veel aandacht voor (het kopiëren van) best practices in regionale systemen elders. Hierbij is het van belang om interessante elementen van elders over te nemen, te verrijken met lokale sterkten en te ‘engineren’ naar de lokale en regionale context, zodanig dat er daadwerkelijk meerwaarde ontstaat die uniek is. Dit geldt even zozeer voor Fryslân: eigen kwaliteiten kunnen beter worden benut of uitgebreid en zwaktes omgezet in sterktes. Dit is wat de Kerngroep verstaat onder d’r op en d’r over.
16
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
3 Fryslân in beeld
3.1 Inleiding In dit hoofdstuk bespreken we de context waarbinnen de Kerngroep tot haar visie komt. Allereerst volgen enkele innovatie-indicatoren voor de Friese economie en maatschappij. Daarna volgen de uitkomsten uit een SWOT-analyse voor Fryslân. De visie zelf komt in hoofdstuk vier aan de orde.
3.2 Innovatie-indicatoren Hieronder worden de belangrijkste indicatoren besproken. In bijlage 2 zijn additionele data te vinden. Bedrijfsleven Een bekende indicator van dynamiek en innovatie is het aantal startende bedrijven in een gebied. Fryslân scoort – genormaliseerd naar het aantal inwoners - laag op deze indicator. Alleen Overijssel en Zeeland scoren in Nederland nog lager7. Aantal startende bedrijven per inwoner (2006) Limburg Noord‐Brabant Zeeland Zuid‐Holland Noord‐Holland Utrecht Gelderland Flevoland Overijssel Drenthe Friesland Groningen
0
0,001
0,002
0,003
0,004
0,005
0,006
0,007
0,008
Figuur 3. Relatief aantal startende bedrijven in de Nederlandse provincies
7
ING (2007), Starterscampagne [28]
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
17
In Fryslân is de primaire (landbouw) en secundaire (industrie) sector sterk ontwikkeld. Dienstverlening, zowel commercieel (tertiair) als niet-commercieel (quartair), zijn minder omvangrijk. Overigens is het aantal bedrijfsvestigingen in Fryslân in generieke zin omvangrijk. Dit betekent concreet dat er relatief veel MKB is en relatief weinig grootbe drijf.8
Figuur 4. Aantal bedrijfsvestigingen in de primaire, secundaire, tertiaire, quartaire sector in de Nederlandse provincies
In de drie noordelijke provincies is de werkgelegenheid in de ICT-sector benedengemid deld. Elke provincie heeft minder dan 3% van de totale werkgelegenheid uit deze sector in Nederland. In Fryslân zijn vooral banen op het gebied van hardware en diensten schaars.9 Content
Diensten
Hardware
Nederland
122027
206297
90396
Groningen
3238
6447
2111
Fryslân
2853
3923
1044
Drenthe
1593
2507
1962
Tabel 1. Totaal aantal banen in drie ICT-sectoren (2005)
8
CBS – Statline [25]
9
Rutten & Koops (2007), Creatieve industrie en informatie- en communicatietechnologie in Noord Nederland. Rapport naar aanleiding van de Noordermatch 2007. [31]
18
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
Ondanks het beperkt aantal banen in de ICT-sector, kent Fryslân wel een bovengemiddelde groei van het aantal banen daarbinnen. Maar ook de creatieve industrie groeit in Fryslân. Zeker als we het afzetten tegen de krimp in de provincie Groningen. 10 Creatieve industrie
ICT
Nederland
3,2%
2,1%
Groningen
-0,4%
3,4%
Fryslân
3,6%
2,8%
Drenthe
4,7%
1,7%
Tabel 2. Gemiddelde procentuele jaarlijkse groei aantal banen (1996-2005)
Uitgaven aan R&D Het onderstaande figuur laat zien dat de uitgaven aan innovatie als deel van het bruto binnenlands product in Fryslân laag zijn ten opzichte van de overige Nederlandse provincies.
Gross expenditure on R&D as a % of GDP (all sectors) 3,5
Groningen Friesland
3,0
Drenthe Overijssel
2,5
Gelderland Flevoland
2,0
Utrecht Noord‐Holland
1,5
Zuid‐Holland Zeeland
1,0
Noord‐Brabant 0,5
Limburg
0,0 1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
Figuur 5. Ontwikkeling van de uitgaven aan R&D als onderdeel van het bruto binnenlands product in de Nederlandse provincies
Een reden dat Fryslân relatief lage R&D-uitgaven kent, is de schaarste van grote hightech bedrijven in de provincie. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de provincie Noord-Brabant, die in de bovenstaande grafiek dan ook de hoogste R&D-uitgaven laat zien. Een andere verklaring waarom Fryslân lager scoort op R&D-uitgaven dan veel andere provincies, is het ontbreken van een universiteit en het geringe aantal kennisinstellingen. De investeringen in innovatie moeten dus uit het bedrijfsleven komen. Dit is zeker in het licht van het grote aantal MKB’ers in Fryslân een hele opgave. Ter informatie: Philips, ASML, DSM en Océ
10
Rutten & Koops (2007), Creatieve industrie en informatie- en communicatietechnologie in Noord Nederland. Rapport naar aanleiding van de Noordermatch 2007. [31]
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
19
hebben een zeer grote invloed op de scores van respectievelijk Noord-Brabant en Limburg.11 Het is belangrijk om het onderscheid te maken tussen R&D en innovatie. R&D gaat over uitgaven (input), innovatie over resultaten (output). Wanneer in de wederzijdse relaties tussen producten of diensten, processen en markten een vernieuwing of essentiële verbetering wordt gerealiseerd, waarmee de concurrentiepositie van het bedrijf verbetert dan is er feitelijk sprake van innovatie. Het verbeteren van de concurrentiepositie (binnen 2-4 jaar) van het bedrijf is daarbij essentieel en verklaart het verschil met het verrichten van (fundamenteel) onderzoek door bedrijven.12 Ondanks dat Fryslân lage R&D-uitgaven kent, zijn er voldoende mogelijkheden om zowel in bedrijven als in maatschappelijke instellingen innovatie te realiseren. Vooral bij sociale innovatie zijn andere randvoorwaarden doorslaggevend dan bij technologische.
Demografie en geografische spreiding De mate van vergrijzing in Fryslân is relatief hoog. De provincie vergrijst sinds 2002 versneld, maar is inmiddels ingehaald door Limburg. Ook Zeeland en Drenthe vergrijzen momenteel sneller.13
Grijze druk
32 30 28 26 24 22 20 18 16 14 1995
1996 1997 Groningen
1998
1999 2000 Friesland
2001 2002 Drenthe
2003
2004 2005 Overijssel
Flevoland
Gelderland
Utrecht
Noord‐Holland
Zuid‐Holland
Zeeland
Noord‐Brabant
Limburg
2006
2007
2008
Figuur 6. Ontwikkeling van de verhouding inwoners ouder dan 65 jaar ten opzichte van de werkzame populatie in de Nederlandse provincies
Het merendeel van Fryslân bestaat uit niet-verstedelijkt gebied en platteland. Daar woont ook circa 70% van de bevolking. Ondanks zorgen over de afnemende leefbaarheid, zien we geen daling van het relatieve aantal inwoners op het platteland. De cijfers over de afgelopen dertien jaar tonen een constant beeld. 14
11
European Commission - Eurostat [26]
12
Bron: Arno Gielen, TCNN 2008
13
CBS – Statline [25]
14
CBS – Statline [25]
20
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
Verdeling van inwoners over dorpen en steden 100% 80% 60% 40% 20%
19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07
0%
Zeer sterk stedelijk Matig stedelijk Niet stedelijk
Sterk stedelijk Weinig stedelijk
Figuur 7. Ontwikkeling van de verstedelijking in Fryslân
Traditioneel heeft Fryslân een sterke agrarische sector. Alleen in Zeeland zijn er - relatief gezien - meer mensen werkzaam in de landbouw. De werkgelegenheid neemt onder toenemende internationale concurrentiedruk versneld af.
3.3 SWOT-analyse Een SWOT-analyse is een methode om de sterkten en zwakten van een organisatie of regio te bepalen en af te zetten tegen veranderende omgevingsfactoren, die zowel kansen als bedreigingen kunnen vormen. De analyse bevat dan ook de volgende vier elementen: Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats. De sterkten en de zwakten zijn vooral intrinsiek. De kansen en bedreigingen kunnen vaak van buitenaf komen. Literatuuronderzoek, gesprekken met beleidsmedewerkers van de provincie en een sessie met de Kerngroep vormden de basis voor een SWOT-analyse voor Fryslân. De volgende matrix toont de sterkten en zwakten afgezet tegen mogelijke kansen en bedreigingen (zie bijlage 1 voor nadere toelichting en bijbehorende bronnen). De matrix is vervolgens aangevuld door de Kerngroep (blauw gearceerd).
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
21
SWOT-analyse provincie Fryslân Sterkten
Zwakten
Kansen
Bedreigingen
Veel ruimte relatief dicht bij de Randstad [4], [7], [16]
Lage verstedelijkingsgraad [16]
Sterke landelijke vergrijzing en toename vraag naar zorg [3], [4] - Zorginnovatie
Afhankelijkheid van inkomsten van Rijk en EU (zoals landbouwsubsidies, WWuitkeringen) [3], [4], [15], [16]
Kwantiteit en kwaliteit van natuur- en recreatiegebie den [4] en de reputatie hiervan [6]
Hoger opgeleiden trekken weg door gebrek aan passend werk (braindrain) [15]
Middelen uit verschillende (Europese) fondsen [2], [4], [11]
Internationalisering van de economie zorgt voor extra concurrentiedruk [4], [15]
Sterke foodsector [4], [12],
Voorzieningenniveau in dorpen is laag en neemt af [2], [3], [16]
Toenemende dreiging van dichtslibben Randstad [4]
Veel nevenvestigingen van bedrijven en instellingen, weinig hoofdvestigingen [15]
Groeiende aandacht voor alternatieve energie en waterzuivering [4]
Opvolging in MKB vanwege familiebedrijven
Sterke en productieve agrarische sector [4], [12]
Veel achterstandswijken [9], [10]
Sterke metaal-electro sector [14]
Kwaliteit van het (basis)onderwijs en ontbreken universiteit [3], [6], [7], [8], [16]
Toenemende behoefte aan hoogwaardig wonen [4]
Te veel interne gerichtheid en te beperkte openheid
Sterk in watertechnologie [11]
Lage arbeidsparticipatie, van vrouwen en ouderen [3], [12], [13]
Hoge en stijgende prijzen voor energie en voedsel
Sterke focus van overheden op de fysieke omgeving en infrastructuur
Grote sociale samenhang tussen Friezen [2]
Lage arbeidsproductiviteit en laag innoverend (ICT) vermogen en dus lagere inkomsten [1], [4], [5], [11]
De fysiek en sociale eigenheid van het gebied nodigen uit tot duurzame ontwikkeling
Sterk groeiende (maar relatief kleine) dienstensector [12], [13],[14]
Laag aandeel van stuwende bedrijvigheid en hoog aandeel quartaire sector [4]
Eigen taal en cultuur [incl. arbeidsethos]
Hoge mate van vergrijzing [3], [4]
Internationaal recreatiepark
Beperkt organiserend vermogen [publiek en privaat]
Opwarming (Global warming)
Ligging aan zee
Leegstand in dorpen
Deltaplan dijken
Diversiteit in ruimte
Calimero effect (willen bewijzen)
Bevolkingsgroei genereert meer businessmogelijkheden
Imago: eigen identiteit, normen en waarden (11 steden)
Gebrek aan publiek ondernemerschap in de publieke sector. Lange termijn visie ontbreekt soms
Infrastructuur voor verkeer op het water
Koopkrachtige ouderen die (re)migreren naar Fryslân
Spreiding zorg, veiligheid door dunbevolktheid
Tabel 3. Overzicht van de sterktes, zwakten, kansen en bedreigingen van de Provincie Fryslân
Door middel van de uitkomsten van de SWOT-analyse gecombineerd met de moderne visie op innovatie (hoofdstuk 2) en de gepresenteerde cijfers voor Fryslân (§3.2) komt de Kerngroep in het volgende hoofdstuk tot haar centrale visie op ICT-innovatie in Fryslân.
22
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
4 Visie op ICT-innovatie in Fryslân 4.1 Inleiding De Friese ICT-innovatie Alliantie beoogt met slimme inzet van ICT economische en maatschappelijke innovatie in Fryslân te versterken en te versnellen. Omdat de wereld en ook Fryslân snel verandert, heeft de Kerngroep een aantal toekomstbeelden voor 2020 samengevat in een mindmap. Vanuit deze toekomstbeelden gecombineerd met de uitkomsten uit de SWOT-analyse en bijbehorende discussies heeft de Kerngroep haar centrale visie, een missie en bijbehorende concrete ambitie voor de komende twee jaar geformuleerd. Deze visie wordt in dit hoofdstuk gepresenteerd.
4.2 Toekomstbeelden van Fryslân anno 2020 De Kerngroep heeft haar stip aan de horizon bepaald met behulp van mind mapping. De mindmap in Figuur 8 is een synthese van de afzonderlijke mindmaps van de verschillende Kerngroepleden. Iedere deelnemer kreeg de opdracht om een eigen mindmap samen te stellen met als leidend thema Fryslân anno 2020. De toekomstbeelden tonen enerzijds een duidelijke wens voor behoud van de Friese kernkwaliteiten zoals het unieke landschap (in alle diversiteit), de kwaliteit van leven, kleinschaligheid in de economie, de eigen identiteit en cultuur. De beleving van deze Friese kwaliteiten staat dan ook centraal in een aantal mindmaps. De toekomstbeelden die de leden van de kerngroep hadden, zijn verder concreet gemaakt. Beelden die werden aangereikt zijn onder andere: het Florida van Nederland, een Internationaal Recreatiepark, locatiegebonden informatiediensten voor toeristen (digital awareness) en zogenaamde farm factories als werklocatie. Bij al deze beelden lag een sterk accent op duurzame economische ontwikkeling en bewustwording van de schaarse resources bij de burger, toerist, werknemer/werkgever en consument. Daarnaast kent Fryslân in 2020 een sterke vergrijzing en ontgroening, met een grote behoefte aan zorg en oudedagsvoorzieningen en mogelijkheden voor long-life-learning. Tevens vormt betere scholing voor de jeugd een belangrijk aandachtspunt. Fryslân zal onder meer met aantrekkelijke (sport)faciliteiten de jeugd middelen en perspectief moeten bieden voor ontplooiing, werk en beleving om een verdere ‘braindrain’ te voorkomen. Verder besteden de opgestelde mindmaps aandacht aan (het open staan voor) invloeden van buitenaf. De opkomst van de genetwerkte (stedelijke) samenleving vraagt om meer aandacht voor sociale cohesie in de wijk. Dit biedt tal van mogelijkheden op het gebied van sociale innovatie. Met inzet van ICT (slimme meters en sensoren) kan de leefomgeving van de milieubewuste burger (bijvoorbeeld CO2-reductie) en de gezondheidsbewuste burger (bijvoorbeeld beperking van fijnstof) verbeteren. De opkomst van nieuwe werkvormen, vraagt om andere infrastructurele voorzieningen en diensten (communicatie, mobiliteit, huisvesting, identiteit). Denk bijvoorbeeld aan het groeiende aantal ZZP’ers die actief zijn binnen verschillende organisaties en werken op verschillende locaties. Openstaan voor mondiale ontwikkelingen en in contact staan met de internationale samenleving is hier het credo. Deze toekomstbeelden beschrijven het adaptieve vermogen van Fryslân om in te spelen op trends die van invloed zijn op wonen, werken, leren en ondernemen. In het merendeel van de toekomstbeelden staat de gebruiker (als burger, leerling, leerkracht, patiënt, werknemer, ondernemer, et cetera) centraal. Dankzij vraagsturing
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
23
24
“Living lab”
Grootschalige experimenteer omgevingen
“Wiki-world”
Gebruiker
“Fryslan is geen eiland sta open voor dynamische wereld”
• Belevenissen • Onderwijs • Sportbeleving • Overlevingstochten • E-learning • Ontgroening
Jeugd
Groen
Groene ruimte als kwaliteit van Fryslan ‘Cradle to Cradle’ Small is beautifull Kleine kernen Farm factories Cross-sectorale dienstverlening
Eigen kracht
• Solidariteit in de wijk • Open voor mondiale ontwikkeling • ICT om sociale innovatie te stimuleren • meten CO2/fijnstof • ZZP/verzamelgebouwen • slimme meterkast • Veiligheid / privacy • Camera/crisisbeheersing
DYNAMIEK/ ADAPTIEF Lokale producten
“Wie verdient wat voor wie?”
Historische plaatsen Beleving Reizen en promotie (recreatie) Handel stimuleren Locale industrie (water / agrifood) Werkgelegenheid
Promotie
“Policy pull” (burger centraal bij e-gov)
Genetwerkt Stedelijk Leven
Friese cultuur
Grijs
Eigen lokale productie (SLOW)
Optimale bereikbaarheid van publieke voorzieningen
Kulturhus nieuwe stijl
Permanente educatie
Zorg op afstand/ langer thuiswonen
Nieuwe zorgconcepten/ zorg op maat
BEHOUD/ CONSERVERING
Waterevenementen
Telewerken
• Florida van NL • Genieten van oude dag • Gezondheid • Beschikbaarheid locatiegebonden producten • Vestigingsklimaat • Digital awareness • Creatieve broedplaatsen • Duurzaamheid • Mobiliteit • Virtuele werkplekken
Kwaliteit van leven
draait de burger aan de knoppen van het beleid bij gemeenten en provincie (policy pull). Deze gebruiker wordt eveneens nauw betrokken bij experimenteeromgevingen gericht op het realiseren van innovatieve en effectieve producten en diensten. Bij een dergelijke inzet van ICT kan de zogenaamde sociale innovatie (zoals toegelicht in § 2.2) in Fryslân worden bevorderd.
Figuur 8. De gecombineerde mindmaps ‘Fryslân 2020’ van de leden van de kerngroep
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
4.3 Visie van de Kerngroep In het volgende kader is de visie van de Kerngroep verwoord, gebaseerd op de uitkomsten van mindmaps en SWOT-analyse (zie § 3.3) en de bijbehorende discussies. Visie van de Kerngroep “Fryslân dient zich sterk te profileren op de thema’s duurzaamheid, ouderen, jeugd en cultuur om in een open omgeving een antwoord te bieden op een snelveranderende sociaaleconomische omgeving (zowel nationaal als mondiaal).” Aandachtspunten hierbij zijn: •
Kernkwaliteiten behouden en uitbouwen; bedreigende zwaktes neutraliseren;
•
Ruimte creëren voor pilotprojecten en een experimenteeromgeving voor nieuwe dienstverlening en duurzame productie;
•
Fryslân positioneren als internationaal recreatiepark;
•
Fryslân profileren als duurzame innovatieve economie;
•
ICT als enabler voor vernieuwing, doet organisaties veranderen (vakmanschap als driver, ICT als hulpmiddel);
•
ICT als enabler draagt bij aan vernieuwing en verbetering van de kwaliteit van onderwijs, (gezondheids)zorg en welzijn;
•
Successen en unieke sterkten grootschalig uitdragen;
•
Alleen die activiteiten krijgen prioriteit waarin ICT de ‘versneller’ is van een vraaggestuurde ontwikkeling.
4.4 Missie De Friese ICT-innovatie Alliantie zal vraaggestuurde inzet van ICT gericht op duurzame economische ontwikkeling en sociale innovatie, met behoud en uitbouw van de Friese kernkwaliteiten, actief stimuleren. Met open vizier en in verbinding met de mondiale ontwikkelingen wil de Alliantie ambities vergroten en zwakten op het gebied van onderwijs, vergrijzing, ondernemingscultuur in sterkten veranderen. Met ICT kunnen genoemde domeinen en bedreigingen cross-sectoraal profiteren van de sterktes in ondermeer cultuur, recreatie, (water) sport, zorg en op vakmanschap gerichte maakindustrie. Missie statement: Met cross-sectorale maatschappijgerichte ICT-oplossingen biedt de Friese ICT-innovatie Alliantie een verbindende schakel voor duurzame en sociale innovatie in Fryslân! Slogan: Fryslân onderneemt duurzaam met slimme ICT Ambitie: D’r op en d’r over!
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
25
4.5 Ambitie Uit de geformuleerde visie en bijbehorende missie leidt de Kerngroep een krachtige en concrete ambitie af. Voor een periode van twee jaar zet de Kerngroep onder de vlag van de Alliantie een vijftal projectgroepen op die elk één of meerdere projecten tot uitvoering brengen. Voor elke projectgroep geldt de realisering van minimaal één project met een voorlopersrol voor de provincie Fryslân binnen twee jaar. De pilotprojecten dienen vanaf de start gebaseerd te zijn op duidelijke probleem- en vraagsstellingen. In april 2009 moet er voor elke projectgroep een plan van aanpak gereed zijn. Uiterlijk medio 2009 zijn volledig uitwerkte businessplannen beschikbaar met instemming van de deelnemers en bijbehorende financiering om concreet uitwerking te kunnen geven aan verschillende onderdelen van de pilotprojecten. Voor sommige projecten geldt dat in een eerder stadium gestart kan worden, omdat hiervoor al de noodzakelijke stappen zijn gezet in lopende initiatieven. De (pilot)projecten hebben als achterliggende doelstelling dat zij werkgelegenheid creëren, olievlekwerking kennen en na een succesvolle pilot zelfstandig door de markt worden gedragen. De (pilot)projecten moeten een beweging en een omgeving creëren waar een zuigende werking vanuit gaat voor zowel bedrijven en instellingen uit Fryslân, als van daarbuiten. Zo kunnen rondom de projecten clusters van economische en/of maatschappe lijke activiteiten ontstaan. Onze ambitie is: D’r op en d’r over!
4.6 Criteria projectgroepen De Kerngroep heeft zorgvuldig focus aangebracht in een long-list aan gegenereerde projectideeën en daarmee gebruik gemaakt van volgende criteria en aandachtspunten. De criteria zijn ook te gebruiken ter monitoring van de individuele projecten. Aandachtspunten en criteria voor projecten: •
Vraaggestuurd en oplossingen voor concrete problemen
•
Oplossingen binnen strikte kaders moeten meetbaar zijn
•
Grensverleggend en verschil makend voor Fryslân
•
Eerste evaluatie binnen een tijdsduur van twee jaar
•
Voorbeeldwerking
•
Modulariteit
•
Duurzaam
•
Samenwerking stimulerend
•
Hergebruik van resultaten elders
•
Inzet van deskundigen bij aanvraag, opzet projectteams, analyse, aanbevelingen
•
Inzicht in noodzakelijke investeringen, personeel, capaciteit
•
Mogelijkheden voor kruisbestuiving
•
Integrale benadering en/of cross-sectoraal
•
Voldoende draagvlak bij politiek en in het veld
•
Uitzicht op economische spin-off
•
Verbetering van de Friese werkgelegenheid
26
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
4.7 Monitoring en afstemming Om de voortgang te bewaken zullen de Kerngroepleden de pilotprojecten per kwartaal kritisch monitoren en zo nodig bijsturen. De hiervoor genoemde criteria zullen bij deze monitoring worden toegepast. Indien de tussentijdse resultaten ontoereikend zijn of de perspectieven voor succes uitblijven, zal de Kerngroep namens de Alliantie een negatief advies uitbrengen aan de subsidieverstrekker(s) of zelfs een voorstel tot stopzetting doen. De frequentie van (voortgangs)rapportages zullen samenvallen met de terugkoppelmo menten die zijn afgestemd met de subsidieverstrekker(s). Na twee jaar zullen de projectresultaten worden geëvalueerd. Bij deze evaluatie zullen ook relevante gebruikers, c.q. overheden, zorg- of onderwijsinstellingen, industrie en MKB, en particuliere of overige maatschappelijke organisaties betrokken worden.
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
27
5 Roadmaps projectgroepen 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk bespreken we zes roadmaps voor de geselecteerde projectgroepen. Deze roadmaps vormen samenvattingen van de inhoudelijk uitwerkingen die voorzien zijn in de verschillende projectgroepen. Hierbij volgen we een sjabloon dat antwoord geeft op de volgende vragen: •
Welke probleem wordt opgelost / welke behoefte staat centraal?
•
Voor welke doelgroep?
•
Welke doelstelling wordt nagestreefd?
•
Welke unieke toegevoegde waarde / economisch potentieel is voorzien?
•
Welke concrete resultaten zijn te verwachten?
•
Welke partijen kunnen deelnemen?
In de volgende paragrafen is de roadmap per projectgroep nader uitgewerkt. Iedere roadmap beoogt op hoofdlijnen een totaalconcept te beschrijven. Voor de projectgroep Zorg zijn twee afzonderlijke roadmaps opgenomen, namelijk voor de projecten ‘Zorg op afstand’ en ‘Qwiek’.
5.2 Draadloze Friese meren Probleem
Fryslân wil draadloze breedband dienstverlening inzetten om meer watertoeristen langer en intensiever aan Fryslân te binden. Veel watertoeristen komen naar Fryslân en begeven zich daarbij op de Friese meren en kanalen. Hun economische waarde beperkt zich vaak tot de verhuurder en aangrenzende horecagelegenheden. Watertoeristen zijn zich onvoldoende bewust van de mogelijkheden in de desbetreffende regio’s. Door gebrekkige informatievoorziening blijft, toch al seizoensgebonden, economisch potentieel onbenut. Daarnaast zorgt de confrontatie tussen beroepsvaart en de recreatieve watersporter regelmatig voor onveilige situaties.
Doelgroep
Fryslân kent jaarlijks ruim 1,5 miljoen overnachtingen van watersport toeristen. 15 Daarnaast recreëert de eigen bevolking van Fryslân ook intensief op en rond het water.
15
Toerdata Noord, Toerisme in cijfers 2007
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
29
Doelstelling
Ontwikkel en implementeer in twee jaar, met inzet van de nieuwste communicatietechnologieën, die draadloze toepassingen die in het decennium daarna Fryslân aantoonbaar sociaaleconomisch versterken. Voor een betere beleving en benutting van Fryslân wordt vanuit een gebruikersperspectief ICT ingezet ter: •
•
•
Toegevoegde waarde
30
Verhoging economische spin-off Friese middenstand: -
Dynamische Point-of-interest: tafel aan het water;
-
Exposure voor evenementen: concerten, exposities, etc.
Verrijking vaarroute-informatie: -
Overheidsinformatiedienst: actuele brugtijden, brughoog ten, vaardiepte gekoppeld aan waterstand, tijdelijke obstakels, boeicoördinaten en weerbericht (stormwaar schuwing);
-
Adviesvaarsnelheid: breedte vaarweg + belading;
-
Beroepsvaartalert: drukke kruisingen;
-
Ligplaats: reservering + voorzieningen.
Verhoging servicegraad / veiligheid op het water: -
Zorg op het water: waterambulance Sneek, Thuiszorg aan boord, telegeneeskunde, track & trace
-
Wegenwacht op het water: bootbenodigdheden en repara ties (motorpech, zeilmaker, brandstof, touw en tuigage) + e-diagnose
Nieuwe draadloze en schaalbare tweeweg breedbandinfrastructuur versnelt de ontwikkeling van digitale (maatschappelijke) dienstverlening: 1.
Locatiegebonden breedband informatiediensten (interessante locaties, evenementen, voorzieningen, etc.) op mobiele en vaste monitoren van zakformaat tot megaschermen;
2.
Dedicated tweewegverbinding (o.a. hulpdiensten);
3.
Track and trace van schepen (verhuurbedrijven, hulpdiensten, locale serviceproviders);
4.
Live draadloze /theaterregistratie);
5.
Persoonsgebonden routeplanner (ingang: kinderen, sport/gezondheid, historie, natuur, culinair, etc.);
6.
E-reserveringssysteem voor jachthavens, avondje uit, etc.;
7.
Virtuele radar;
8.
VOIP communicatie in het buitengebied;
9.
Fryslânpas (naast marketing ook Elektronisch Schip Dossier).
narrowcasting
(zeilwedstrijden,
muziek
65+,
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
Concrete resultaten
Samenstelling
Interactie tussen wal en water draagt bij aan seizoensverlenging, doelgroepverbreding en intensivering van bestedingen per watertoerist. Bij evenementen, zoals de Sneekweek, krijgt de Friese economie slechts een korte impuls, waar slechts een deel van de omliggende bedrijvigheid van kan profiteren. Door de verhoogde interactie tussen wal en water zal de Friese middenstand (horeca, jachthavens, bootbenodigdheden, etc.) 5% extra omzet worden gerealiseerd. Daarnaast beperkt het hoogseizoen van watertoeristen zich momenteel tot de zomermaanden. Door het bieden van extra servicegraad eveneens in voor- en naseizoen en aanvullende informatie (incl. virtuele vakantievoorpret) beoogt dit project deze periode te verlengen. De verwachte resultaten zijn: •
Weersonafhankelijke uitbreiding toeristenseizoen van gemiddeld twee naar vijf maand per jaar;
•
Vergroting uitgaven per toerist per dag met 5%. Invoering Sneekweek 2009 en uitbreiding met straal van tien km in 2010;
•
vergroting van de structurele werkgelegenheid in het werkings gebied met 5% te realiseren in de hightech productie- en dienstensectoren.
(Potentiële) samenwerkingspartners zijn onder andere ziekenhuizen, ondernemersverenigingen, kennisinstellingen, infrastructuuraanbieders, softwareontwikkelaars, lokaal MKB, gemeenten, provincie.
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
31
5.3 Zorg op afstand (ZoA): Pilot ‘hartfalen’ Probleem
Zorg op Afstand (dat is: preventie, diagnose, behandeling en monitoring onafhankelijk van tijd en plaats) wordt gezien als dé oplossing om de enorme discrepantie tussen vraag en aanbod in de zorg (in 2025 kan nog maar 60% van de zorgvraag beantwoord worden) het hoofd te kunnen bieden. De businesscase voor zorg op afstand is echter nog nergens echt gerealiseerd. Dit heeft vele oorzaken, maar de belangrijkste zijn wel:
Doelgroep
•
Geen goede integratie met bestaande systemen, waardoor Zorg op Afstand naast en niet in plaats van bestaande zorg komt;
•
Geen onderlinge samenhang. Initiatieven sluiten niet op elkaar aan. Patiënten en burgers krijgen met meerdere kastjes of systemen te maken en zullen het idee niet adopteren. Innovatieve aanbieders krijgen daardoor geen goede afzet.
De (Friese) patiënt/burger: kan langer zelfstandig wonen, ook op het platteland/ eilanden, en weet zich verzekerd van voldoende zorg en veiligheid. De pilot richt zich specifiek op hartpatiënten. Innovatieve zorgaanbieders: Zij willen hun businesscase kunnen realiseren in een goede afzetmarkt. Indirecte doelgroep betreft de leveranciers voor Zorg op Afstand systemen. Een gunstige afzetmarkt betekent meer werk en omzet en een beter klimaat om verder te investeren. Daarnaast is de zorgverzekeraar belanghebbend: de uiteindelijke belofte van Zorg op Afstand komt dichterbij: hogere arbeidsproductiviteit in de zorg, meer garantie van voldoende zorg, lagere kosten, minder zorgen bij de pati ent/burger.
Doelstelling
Bij de ontwikkeling van een generieke architectuur en een dienstverleningscon cept voor Zorg op Afstand, wordt de gebruiker centraal gesteld. Indien mogelijk worden de activiteiten van stichting Gerrit verder opgeschaald. De zorginfrastructuur en het modulair opschaalbare dienstenconcept moeten zich bewijzen via een aantal concrete pilotprojecten met een harde businesscase. De pilot ‘Hartfalen’ vormt de eerste testcase. De behoefte van de zorgcliënt moet bij de ontwikkeling van nieuwe diensten van meet af aan centraal staan. Uitgebreid behoefteonderzoek is dan ook bij aanvang noodzakelijk. Een achterliggende doelstelling van ZoA is het opheffen van systeemfalen binnen de zorgketen. ZoA vervult een vraaggestuurde brugfunctie tussen burger/patiënt en zorgaanbieder. Met behulp van één kastje wordt monitoring op afstand en communicatie via veilige verbindingen mogelijk. Belangrijkste innovatie ligt in een harde businesscase voor innovatieve zorgdiensten, met voldoende integratie in de huidige installed base en betrokken partijen.
32
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
Toegevoegde waarde
Burger/patiënt dichtbij (desgewenst mobiel) ondersteunen met zorg ICT. Geeft burger/patiënt meer veiligheid, kan langer zelfstandig wonen en doet (langer) mee in het sociale leven/maatschappij. Bij telemonitoring wordt een hartpatiënt eerder uit het ziekenhuis ontslagen en vermindert het polibezoek, de mortaliteit en de (her)opnamen. Ook de kwaliteit van de zorg verbetert door toename van aantal contactmomenten, compleet beeld door patiëntprofiel, multidisciplinaire samenwerking, juiste zorgverlener voor hulpvraag, sneller de juiste medicatie en besparing van reistijd door virtueel polibezoek. Tenslotte leidt de ontwikkeling van de benodigde infrastructuur tot economische spin-off voor het Friese bedrijfsleven. Telemonitoring creëert tevens faciliteiten voor exploitatie van Friese health check-up diensten, met uitstralingseffecten ook buiten de provincie. Voor provincie, gemeenten, verzekeraar (indien in samenhang) biedt ZoA veel potentie voor nieuwe producten, aantrekkelijkheid zorgverlening, exportproduct evenals werkgelegenheid (Fryslân als proeftuin/ zorg op afstand valley).
Concrete resultaten
Realiseren van twee of drie concrete projecten waarbij een aantal nieuwe technologieën een definitieve inbedding in de zorg/veiligheid hebben gekregen. In de eerste pilot hartfalen wordt een architectuur voor infrastructuur en het dienstverleningsconcept ontwikkeld die ook voor andere projecten bruikbaar zijn. De pilot leidt ook tot de invulling van noodzakelijke centra le/gemeenschappelijke onderdelen zoals een zorgnetwerk en een gemeenschappelijke zorg-/opvolgcentrale, waarmee een open platform voor zorgdienstenaanbieders wordt gerealiseerd. De inzet van telemonitoren moet leiden tot toepassing bij 50% van de patiënten met hartfalen in Fryslân, enkele jaren na succesvolle afronding van de pilot. Door telemonitoring zijn er 30% minder opnamen nodig van patiënten met hartfalen, mortaliteit vermindert met 30% en patiënten worden gemiddeld twee dagen eerder uit het ziekenhuis ontslagen.
Samenstelling
(Potentiële) samenwerkingspartners zijn onder andere zorgaanbieders, zorgverzekeraars, aanbieder dienstenplatform, provincie, kennisinstellingen, hardware leveranciers en infrastructuur aanbieders.
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
33
5.4 Qwiek Probleem
Zorgverleners gebruiken steeds vaker de mogelijkheden van het internet om hun (zorg)diensten aan te bieden. Zij bouwen daarvoor hun eigen portalen - al dan niet beveiligd - op eigen wijze. De samenhang ontbreekt vaak nog. Dit levert problemen: •
De patiënt is onvoldoende ‘empowered’. Zij krijgen slechts een deel van de informatie en een deel van de diensten tot hun beschikking. Patiënten kunnen niet zelf sturen;
•
Elk initiatief van zorgverleners moet op zichzelf ‘krachtig’ genoeg zijn om te overleven. Er is weinig mogelijkheid tot aanhaken op, hergebruiken van of integratie van elkaars diensten en faciliteiten. De initiatieven worden moeilijk uitrolbaar en hebben relatief weinig kans van slagen.
Om samenhang te creëren bestaan ook weer diverse initiatieven, zoals portalen van ketenzorg leveranciers, WMO loket/ Foar Elkoar, Omkeer 2.0 (sociale netwerken), zorgdomein, @pointment, websites van zorgverzekeraars. Ook deze gaan langs elkaar heen. Met alle gevaren van dien: eilandvorming, het niet aan (kwaliteits)eisen voldoen, weinig voortgang door onvoldoende samenhang/massa en niet de minste: onzekerheid bij de patiënt over betrouwbaarheid (is de informatie juist, heb ik alle relevante informatie, is zij objectief) van het gebruikte portaal dat bovendien niet vanuit klant/patiëntperspectief of -behoefte is ingericht. Het probleem heeft geleid tot de GERRIT-challenge uitgevoerd door TNO (als gevolg van het winnen van GERRIT van de telemedicineprijs 2008). TNO kwam met de oplossing van een platform voor het uitwisselen van diensten, waarmee de diverse portalen gevoed kunnen worden. Dit platform heeft de werknaam Qwiek gekregen. Doelgroep
Patiënten/burgers als gebruikers van (Qwiek)diensten zoals (modules van) de webdokter (zie www.hzcl.nl) , e-consult (NPCF). Zorgverleners alsook aanbieders van diensten. Op termijn liggen ook andere aanbieders (zoals gemeenten)in het verschiet (gelet op WMOloket en GGD ten aanzien van preventie en EKD).
Doelstelling
Gestreefd wordt naar een oplossing en een voorbeeldproject dat nationale navolging kan krijgen. Er is in Nederland nog niet iets vergelijkbaars gerealiseerd. Er zijn wel vergelijkbare initiatieven op onderdelen, maar er is geen geheel. Als het pilotproject in Fryslân slaagt, kan Qwiek een platform voor heel Nederland worden.
Toegevoegde waarde
Qwiek is een platform voor ontsluiting van zorgdiensten, zodat een persoon zijn/haar eigen diensten kan afnemen om zelf de regie te kunnen nemen over zijn/haar zorg vanuit zijn/haar eigen behoefte. Daarnaast biedt dit platform toegang tot andere mogelijk interessante websites voor deze persoon. Het platform kan tevens voor aanbieders gebruikt worden om hun eigen portaal te verrijken met diensten van derden of om hun diensten in portalen van derden te hangen. Voordelen voor burger en directe omgeving: Het platform maakt het voor een burger gemakkelijker om inzage te krijgen in relevante en betrouwbare medische en logistieke gegevens en om zelf zorgzaken te regelen, vanaf een willekeurige plek (met internet), een willekeurig apparaat, een willekeurig internetportaal op een willekeurige tijd.
34
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
Voordelen voor stakeholders, lees zorgverleners: Het platform biedt stakeholders de mogelijkheid om versneld een volledig dienstenpallet te kunnen bieden waar men dit individueel niet kan, waardoor: - een grotere patiëntenbasis bereikt (en bediend) kan worden; - meegelift kan worden met andere innovatieve toepassingen (goed voor imago); - kosten en risico’s gedeeld worden; - individuele stakeholders zich kunnen profileren met hun eigen dienstverlening en flexibel nieuwe eigen diensten toevoegen. Concrete resultaten
•
Diensten op devices van burgers waardoor patiëntempowerment toe neemt. Burgers worden ondersteund bij het zoeken en boeken van zorgverleners en kunnen hun eigen diensten (op basis van eigen behoeften/ noden) samenstellen op hun (draadloos) device. Voorbeelden van dergelijke diensten: • Vanuit ‘herhaalrecept’ in webdokter direct online bij verzekeraar dekking nagaan en vervolgens medicijn bij apotheek bestellen; • Afspraken maken via ‘kijken en vergelijken’; • Zelf bloedwaarden doorgeven (combinatie/integratie met Zorg op Afstand).
•
Het vullen van het device met diensten is erg eenvoudig hetgeen een randvoorwaarde is om te komen tot patiëntgedreven (keten/ netwerk) zorg.
Het Qwiekplatform is opgebouwd. Qwiek stapt tussen de portals; geeft synergie, samenhang en massa; geeft de patiënt betrouwbare informatie; geeft de zorgverlener een extra kanaal om (multidisciplinaire) diensten aan te bieden maakt nieuwe diensten mogelijk, bijv. zorgcoördinatie; speelt in op trends en ontwikkelingen; vereist samenwerking: openheid is de essentie. Samenstelling
(Potentiële) samenwerkingspartners zijn onder andere ziekenhuizen, zorgdienstenverleners, platformaanbieder, netwerkaanbieders, hard- en softwareleveranciers, kennisinstellingen, zorgverzekeraars.
5.5 Sport experience Fryslân Probleem
De provincie Fryslân wordt vaak geassocieerd met sport en vooral Heerenveen heeft een rijke sporthistorie. Sportstad Heerenveen zorgt ervoor dat de provincie ook een rijke sporttoekomst zal krijgen. De afgelopen jaren zijn rond het stadion het SC Heerenveen de nodige sportieve projecten uitgevoerd. Op dit moment bestaat Sportstad Heerenveen uit een sportcentrum (met een zwemcomplex, grote sporthal, turnhal, squashbanen en een dojo), een gezondheidsboulevard, een lifestylepassage, de CIOS-opleiding van het Friesland College en uiteraard het Abe Lenstra stadion. De aandeelhouders van sportstad zijn de gemeente Heerenveen, SC Heerenveen en de Friesland Zorgverzeke raar. Binnen het concept Sportstad Heerenveen wordt er gewerkt aan de Sport Experience. De Sport Experience is een (fysieke) locatie waar je als bezoeker een sportieve ervaring daadwerkelijk kan ondergaan. Om het
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
35
een en ander onder de aandacht te brengen en te houden bij het publiek zijn aanzienlijke promotieactiviteiten nodig. Hierbij kan ICT een belangrijke rol spelen. De probleemstelling is tweeledig: 1. Hoe kan inzicht gekregen worden in toeristenstromen? 2. Hoe kunnen potentiële klanten via games worden geprikkeld om de Sportexperience te bezoeken? Doelgroep
De focus ligt op jongeren in Nederland en daarbuiten.
Doelstelling
ICT kan als versneller van de Sport Experience dienen, omdat je met virtualisatie (online gaming en 3D-simulaties) in de voorfase al aan promotie kunt doen en gebruikerservaringen kunt verzamelen (datamining). Door het koppelen van databases van verschillende Friese (toerischtische) instanties kan beter inzicht worden gekregen in de behoeften en wensen van de bezoekers van de provincie Fryslân.
Toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde van de Alliantie ligt in het bijeen brengen van gekwalificeerde personen en hoogwaardige kennis om het project succesvol te realiseren. Daarnaast kan de Alliantie zorgen voor extra draagvlak bij financiers. Verder kan de Alliantie waarde toevoegen door dit project te linken aan de andere projecten van de Alliantie en op die manier de kracht van kruisbestuiving te benutten.
Concrete resultaten
Het realiseren van een systeem (1) waarmee de Sportexperience via het web toegankelijk kan worden gemaakt (2) waarin potentiële klanten beter in kaart worden gebracht binnen een termijn van twee jaar. De Sportexperience toegankelijk maken via het web kan door middel van simulaties. In de ontwerp/bouwfase alvast rondkijken (virtualisatie). Maak een game waarmee de speler de ervaring krijgt alsof zelf het sportevenement meemaakt. Zorg voor spanning bij de speler. Op deze manier krijgen mensen interesse in de Sportexperience en gaan ze deze bezoeken. Er zijn verschillende organisaties die bijhouden welke personen Fryslân bezoeken. Denk aan Fryslân marketing, verschillende hotelketens, organisaties die zich bezighouden met watersport, et cetera. Met de bovenstaande webapplicatie kan beter inzicht in de behoeften en wensen van potentiële klanten worden vergaard.
Samenstelling
(Potentiële) samenwerkingspartners zijn onder andere organisaties actief in de sportsector, onderwijs- en kennisinstellingen, softwareleveranciers (gaming en simulatie), hardwareleveranciers en webmarketeers.
5.6 Ketendigitalisering in de jachtbouw Probleem
De jachtbouw kent hoge ontwikkelkosten. Deze worden pas terugverdiend bij grote serieproductie. In Fryslân is de omvang van de productie vaak beperkt. Hierdoor zijn de kosten hoog en is het lastig om concurrerend te blijven. Door middel van breedbandcommunicatie en een modulaire aanpak kan efficiënter geproduceerd worden door een groep van jachtbouwers. Er komen vier databases die allen modulaire standaardonderdelen bevatten: Casco, aandrijftechniek, interieur, overige apparatuur. De
36
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
unieke combinatie van standaardonderdelen leidt tot een uniek ontwerp met relatief lage kosten. Bij het ontwerp van het casco zal 3D-techniek een grote rol spelen. Bij de keuze van aandrijftechniek wordt bepaald welke motoren mogelijk zijn en welke consequenties dit heeft voor trillingen en geluid. Bij het interieurontwerp zullen 3D-techniek, CAM16 en CNC-machines een grote rol spelen. Doelgroep
Jachtbouwers en toeleveranciers in de provincie Fryslân
Doelstelling
Het integraal bijeen brengen van de gehele productieketen en digitale samenwerking van ontwerp tot fabricage realiseren. Door toepassing van een totaalconcept wordt de bouw van een duurzaam schip voor de verhuurmarkt gerealiseerd, met als doel via de beschreven aanpak de internationale concurrentiepositie van de Friese Jachtbouw te versterken.
Toegevoegde waarde
ICT is een enabler om de hele keten van jachtbouwers te laten samenwerken. De rol van ICT kan door verschillende technologieën vorm krijgen, zoals een databasesysteem, 3D- modellen, CAD/CAM en ERP.
Concrete resultaten
Er wordt een –door een topdesigner ontworpen- jacht gebouwd. ICT wordt ingezet om het systeem met databases, ERP-systemen, 3D simulaties op te zetten en te testen.
Samenstelling
(Potentiële) samenwerkingspartners zijn onder andere vijf jachtbouwers, leveranciers van hybride aandrijvingen, generatoren, accu’s, dieselmotoren, ERP systemen, randapparatuur, schilderwerken, casco’s, interieurs, CNC-bedrijven met 3D-freesfaciliteit, ICT-bedrijven, Naval architects en Reality Theatres,
5.7 Platteland/ kleine kernen Probleem
Steeds meer voorzieningen verdwijnen uit kleine kernen. Denk bijvoorbeeld aan postkantoor, apotheek, banken en gemeentebalies. Gemeentelijke herindelingen zijn hier ook deels debet aan. Hierdoor neemt de sociale cohesie af en wordt de leefbaarheid in deze kernen steeds minder terwijl in de nabije toekomst het belang van lokale voorzieningen door vergrijzing van de kleine kernen toeneemt. Ook verdwijnt hiermee werkgelegenheid en de economische binding van veelal gezinnen en jongeren met het platteland/kleine kernen (ontgroening). Daarnaast verslechtert hierdoor het vestigingsklimaat voor ondernemingen, waardoor bedrijven vertrekken en vestiging van nieuwe bedrijvigheid uitblijft, met daaruit voortvloeiende negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid. Versterking van het platteland/kleine kernen kent dan ook twee componenten. Enerzijds versterking van de sociale cohesie en anderzijds de versterking van economische binding (van burgers en bedrijven) en vitaliteit van het platteland. Nieuwe technieken kunnen dorpen leefbaar houden. Aansluiten bij de behoefte van inwoners van het platteland is een voorwaarde voor succes van voorzieningen (fysiek en virtueel). Alleen voorzieningen die gedragen worden door gebruikers kunnen op termijn zonder subsidie (zelfdragend)
16
Computer Aided Manufacturing (CAM): het fabriceren van producten met behulp van een computer;
Computer Aided Manufacturing (CAD): computergesteund ontwerpen;
Enterprise Resource Planning (ERP): softwarepakket ter ondersteuning van bedrijfsprocessen.
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
37
voortbestaan. Voor de specifieke invulling van het thema platte land/kleine kernen is het dan ook noodzakelijk om d.m.v. een behoeftescan de daadwerkelijke gebruikersvraag op het platteland in kaart te brengen. Vooralsnog zijn veel initiatieven in dit veld te versnipperd en te veel gericht op enkele specifieke toepassingen. Wat nodig is, is een totaalconcept (sterk vraaggestuurd) dat bij de doelgroep nieuwe economische en maatschappelijk activiteiten losmaakt. Doelgroep
Bewoners (en bedrijven) van de kleinere kernen in Fryslân. In het bijzonder: MKB-bedrijven, 13-18 jarigen, (werkende) ouders en ouderen (niet werkenden).
Doelstelling
In een dorpskern (bijvoorbeeld Dantumadeel) wordt een pilot opgestart met als doel om een dorpshuis nieuwe stijl te realiseren. Door toepassing van een totaalconcept voor plattelandsontwikkeling wordt onder andere een bijdrage geleverd aan de verbetering van de sociale cohesie, digitale voorzieningen en de werkgelegenheid onder jongeren. Sociale cohesie en economische binding dienen bij een dergelijke scan centraal te staan. De sociale cohesie kan op verschillende manieren versterkt worden. Wanneer voorzieningen op gebied van wonen, leven (sociaal dorpsleven en –cultuur) en zorg ontwikkeld worden, die aansluiten bij de behoefte van de bewoners van en in de omgeving van de plattelandskern, kunnen o.a. ouderen langer zelfstandig blijven wonen. Bovendien maken een (toekomstig) excellent dienstenaanbod, evenals rust en ruimte het ook voor mensen uit andere delen van Nederland aantrekkelijk om zich op het Friese platteland te vestigen. Digitale voorzieningen op het gebied van digitaal onderwijs (primair en voortgezet) zijn een mogelijkheid om zowel de sociale cohesie met betrekking tot jongeren als de economische vitaliteit van het platteland te versterken. Onderwijs biedt jongeren immers kansen op de arbeidsmarkt. Ook bieden digitale (onderwijs)voorzieningen kansen om deze buiten de provincie Fryslân te vermarkten. Met name voor het MKB zijn toepassingen om de e-vaardigheden te vergroten kansrijk.17 Voorzieningen die de economische binding met het platteland/kleine kernen versterken, maken het voor jongeren, gezinnen en werkende ouderen aantrekkelijk om op het platteland te (blijven) wonen. Een van de mogelijkheden om de economische binding te versterken, is de ontwikkeling van toepassingen die leiden tot het ontstaan van nieuwe vormen van dienstverlening en werkgelegenheid. Een mogelijk succesvol traject is de ontwikkeling van hoogwaardige en complexe telewerktoepassingen die niet afhankelijk zijn van een standplaats. Dergelijke voorzieningen maken het ook voor huidige randstadinwoners aantrekkelijk om zich op het Friese platteland te vestigen en te blijven werken in de randstad. Ook biedt de inzet van microkredietverlening kansen voor innovatie in het Friese MKB (vakmanschap) en, naar succesvol voorbeeld van Koninklijke Tichelaar uit Makkum, dit buiten de regio te vermarkten. Tenslotte dient benadrukt te worden dat innovatieve vermarktbare voorzieningen die door Friese partijen zijn ontwikkeld economische spin off voor het Friese bedrijfsleven genereren.
17
Bron: Initiatieven voor het bevorderen van eSkills van de beroepsbevolking in zes Europese landen, Dialogic 2006
38
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
Toegevoegde waarde
Een belangrijk kenmerk van ICT-toepassingen is de mogelijkheid van opschaling. Eenmaal ontwikkelde toepassingen kunnen zonder aanzienlijke kosten verder vermarkt worden. Insteek van het pilotproject dient dan ook het selecteren van toepassingen te zijn, die aantrekkelijk zijn voor een brede doelgroep in en buiten de provincie Fryslân: Online zorg (ouderen en gezinnen), domotica en sociaal-culturele voorzieningen die huidige inwoners aan het platteland bindt én voor inwoners van buiten Fryslân aantrekkelijk is om zich op het Friese platteland te vestigen; Digitale voorzieningen die zowel de sociale cohesie als economische binding versterken én buiten Fryslân vermarkt kunnen worden; Telewerk-toepassingen waarvan bedrijven uit andere delen van Nederland gebruik kunnen maken én het voor randstedelingen aantrekkelijk maakt zich te vestigen op het Friese platteland.
Concrete resultaten
Einddoel van het project is de inrichting van fysieke loketten (dorpshuizen) dichtbij de burger. In deze dorpshuizen komen de fysieke en virtuele component samen. De dorpshuizen brengen de voorzieningen en daarmee de sociale cohesie en ondernemerschap daadwerkelijk terug in de kleine kernen. Het vormt een concentratiepunt voor uiteenlopende fysieke en virtuele diensten op het vlak van gezondheid, onderwijs, ondernemerschap, cultuur en sport. Op basis van de behoeftescan en de aansluiting bij het Vital Rural Areaproject wordt een totaalconcept met daarin een aantal ICT-toepassingen en daaraan en omheen gerelateerde diensten en voorzieningen geselecteerd voor een pilotproject. Hiervoor dient een businessplan opgesteld te worden met monitoring, go-no go beslissingen en opschalingsmogelijkheden. Uiteindelijk dient de pilot te resulteren in de ontwikkeling van toepassingen die de sociale cohesie en economische vitaliteit versterken én onderscheidend, zelfdragend en opschaalbaar zijn.
Samenstelling
(Potentiële) samenwerkingspartners zijn onder andere banken, verzekeraars, (huis)artsen, thuiszorginstellingen, verenigingen, woningbouwcorporaties, gemeenten, postkantoren, onderwijsinstellingen, KvK, belastingdienst, bibliotheken, jongerenwerk, bedrijven en MKB Noord.
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
39
6 Organisatie
6.1 Rol van de Alliantie De Friese ICT-innovatie Alliantie heeft de rol van stimulator, versneller, versterker en makelaar op zich genomen om de beste krachten vanuit de maatschappij en economie in de provincie Fryslân te bundelen om pilotprojecten te starten en te komen tot zelfdragende innovatieprojecten, die de economische en maatschappelijke ontwikkeling in Fryslân sterk stimuleren. Naast de hiervoor genoemde rollen is de Alliantie in het algemeen - en de Kerngroep in het bijzonder - vooral een realist en vertaler van vraag naar oplossing. De Alliantie werkt aan het opstarten van een zes pilotprojecten in nauwe samenwerking met andere stakeholders, maar is geen eigenaar van de projecten. De Kerngroep bestaat uit zes leden, die op persoonlijke titel en zonder last of ruggespraak hun visie inbrengen, zich sterk maken voor het opzetten van de projecten en toezien op uitvoering daarvan. De Kerngroep is vooralsnog geïnstalleerd tot en met 31 december 2010. De leden van de Kerngroep zijn: •
Prof.dr.ir. L.P. Ligthart (voorzitter), TU Delft
•
R. Feenstra RI, MBA, De Friesland Zorgverzekeraar
•
Dr.ir. P.A. Gielen, TCNN
•
Drs. F.A. Pronk, Rabobank Heerenveen
•
Drs. W.R. Reek MCM, Gemeente Sneek
•
Drs. J. Wester, TNO-ICT
Dialogic Next Step en in het bijzonder drs. S.R. Maltha, ir. ing. R.M.F. Brennenraedts en drs. H. Gillebaard, ondersteunen de Alliantie met de voorbereiding van bijeenkomsten, verrichten onderzoek waar nodig en begeleiden de uitvoering van projecten.
6.2 Taakstelling per onderdeel van de Alliantie Raad van Advies De Alliantie zal een Raad van Advies kennen, die uit drie tot vier personen zal bestaan en momenteel nog te formeren is. De leden zijn bestuurders van statuur die politiek zeer goed ingevoerd zijn, zowel op provinciaal als landelijk niveau. De Raad van Advies geeft allereerst steun aan de beoogde initiatieven en draagt dit ook publiekelijk uit. Daarnaast zal zij vooral een klankbord- en ambassadeursfunctie gaan vervullen om de ambities van de Alliantie te helpen realiseren. Hiervoor zal zonodig onafhankelijke bestuurlijke druk georganiseerd worden. De Raad van Advies biedt de Alliantie toegang tot diverse relevante netwerken en is thuis in de financieringsmogelijkheden voor de beoogde innovatieprojec ten. Verder dient de Raad van Advies zelfstandig initiatief te nemen om de activiteiten van de Alliantie ook op andere nationale of internationale agenda’s geplaatst te krijgen. De Raad van Advies zal enkele malen per jaar bijeenkomen en afstemmen met de Kerngroep.
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
41
Kerngroep De Kerngroep is in een eerste fase gestart met een visieontwikkeling en heeft dit vertaald in de onderliggende Roadmap. De Kerngroep dient haar visie en plannen in bij de Gedeputeerde Staten van Fryslân. Na goedkeuring door GS heeft de Kerngroep de komende twee jaar als taak de Alliantie en in het bijzonder de projectgroepen aan te sturen en te adviseren bij de uitvoering. In eerste instantie fungeert de Kerngroep vooral als werkvoorbereider. Daarna ziet de Kerngroep toe op de uitvoering van afzonderlijke projecten conform de geformuleerde visie en opgestelde criteria via driemaandelijkse monitoring. Begin 2010 neemt de Kerngroep per project een mid-term go/no-go beslissing. Zonodig worden projecten daarna bijgestuurd of zelfs stopgezet. Na 2010 zullen de projecten zelfstandig verder dienen te gaan en vallen vanaf dat moment buiten de regie van de Alliantie. Projectgroepen De Alliantie zelf krijgt vooral gestalte middels een vijftal projectgroepen: (a) Draadloze Friese meren, (b) Zorg (c) Sport Experience, (d) Jachtbouw en (e) Kleine kernen. Deze projectgroepen bestaan uit private en/of publieke deelnemers afhankelijk van het project. De projecten komen onder leiding van een nader te benoemen projectleider. De aangestelde projectleider stemt af met een afgevaardigde van de provincie Fryslân en contactpersonen uit de Kerngroep, zoals beschreven in deze Roadmap. Op korte termijn zal er gestart worden met de verdere samenstelling van de projectgroepen conform de voorstellen in de afzonderlijk roadmaps ‘Verticale’ activiteiten Daarnaast zijn er drie ‘verticale’ projectactiviteiten die op alle projectgroepen van toepassing zijn, namelijk: onderwijsvernieuwing, kennisborging en promotie en communicatie. In alle vijf projectgroepen spelen deze aandachtsgebieden een belangrijke rol. In het bijzonder voor het onderwijs geldt dat wij vanuit elke projectgroep spin-off effecten en digitale toepassingen verwachten die voor onderwijsdoeleinden ingezet kunnen worden. Daarmee kan onderwijs een belangrijke integrale en verbindende functie vervullen tussen de projectengroepen onderling, alsook een belangrijke rol spelen in de kennisbor ging. Voor promotie en communicatie geldt hetzelfde. De Kerngroep is in eerste instantie verantwoordelijk voor de ‘horizontale’ activiteiten. De Friese ICT-innovatie Alliantie kent de volgende organisatiestructuur:
42
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
Raad van Advies Taak: klankbord en ambassadeursfunctie
Kerngroep Taak: Advisering en aansturing Alliantie / Opstellen Roadmap, toezien op uitvoering en monitoring
Friese ICT innovatie-alliantie Taak: Uitvoering Roadmap in projectgroepen
Resultaat: Minimaal één project per projectgroep geschikt voor opschaling en
zelfstandige continuering na 2 jaar
Projectgroep Draadloze meren
Projectgroep Sport Experience
Projectgroep Zorg
Projectgroep Jachtenbouw
Projectgroep Kleine kernen
ON DE RW
IJS VE RN IE UW
KE NN NI SB OR G
PR CO OM M OT MU IE NI EN CA IN TI G E
IN G
Figuur 9. Organisatiestructuur van de Friese ICT-innovatie Alliantie
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
43
44
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
7
Ter afsluiting
In deze Roadmap voor ICT-innovatie in Fryslân heeft de Kerngroep haar visie neergelegd en haar plannen voor innovatieve pilotprojecten geformuleerd. Duidelijk mag zijn dat de Alliantie een krachtige ambitie heeft die nu in concrete acties en plannen moeten worden vertaald. Hiervoor is het noodzakelijk de komende maanden een plan van aanpak en een concreet en gedragen businessplan per project uit te werken. In totaal kennen de beoogde projecten een financieringsbehoefte van circa twaalf miljoen euro. Hiervoor zal een beroep gedaan worden op bijdragen vanuit (1) het bedrijfsleven, (2) de provincie Fryslân en (3) overige partijen, waaronder gemeenten, stimulerings- en innovatiefondsen, nationale overheid en Europese regelingen. De Kerngroep ziet als uitgangspunt voor financiering van de projecten de volgende verdeling: voor iedere twee euro aan geld van derden draagt de provincie één euro bij (33%), wat in de wandelgangen ook wel de Galema-norm wordt genoemd. De Kerngroep is verheugd haar visie in deze Roadmap te mogen aanbieden aan Gedeputeerde Staten van Fryslân en verzoekt om concrete ondersteuning voor uitvoering van de voorgenomen projecten. Naast de gewenste co-financiering, zoals hiervoor beschreven, bestaat concreet behoefte aan financiële ondersteuning van de opstartfase (eerste drie tot zes maanden). Per project is circa € 50.000,- euro nodig om de businesscases volledig te kunnen uitwerken en alle noodzakelijke projectvoorbereidingen te treffen (seed money). Hiervoor doen wij eveneens een beroep op Gedeputeerde Staten van Fryslân, om de Alliantie voor de helft in deze kosten tegemoet te komen. In deze voorfase is het weinig realistisch om uit het bedrijfsleven en vanuit andere instellingen volledige voorfinanciering te verwachten. Wel zal in grote mate een beroep worden gedaan op zo veel mogelijk kostenloze medewerking van de stakeholders om in deze voorfase de noodzakelijke voorbereidingen te treffen. De visie van de Kerngroep heeft geresulteerd in serieuze plannen om in een multi stakeholder omgeving economie en samenleving in Fryslân een impuls te geven via ICTinnovatie. Deze serieuze plannen, waarvoor reeds veel commitment in het veld is uitgesproken, vragen nu om serieuze ondersteuning. De vraagstukken en behoeften van burgers en gebruikers in Fryslân staan daarbij centraal en ons motto luidt: d’r op en d’r over.
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
45
Bijlage 1: SWOT-analyse
Sterkten: Wat is de kracht van Fryslân? Een kenmerkende sterkte van Fryslân is eenvoudig te observeren: Fryslân beschikt over veel ruimte, zeker in vergelijk met de Randstad. Daarbij komt dat de afstand tussen de Randstad en Fryslân relatief beperkt is. De ruimte die Fryslân biedt maakt het mogelijk om er kwalitatief hoogwaardig te recreëren en te wonen. Fryslân heeft veel mogelijkheden hiertoe, die bovendien van hoge kwaliteit zijn. Het toerisme in Fryslân drijft grofweg op drie pijlers: watersport, de rust van de Waddeneilanden en de cultuur van een aantal steden en dorpen (waaronder de “Elf Steden”). In de Friese economie neemt de agrarische sector traditioneel een grote rol in. Tegenwoordig is deze rol kleiner dan vroeger, maar het is nog steeds een relatief omvangrijke sector. Bovendien heeft de Friese landbouw de laatste decennia haar processen sterk verbeterd. De productiviteit van deze sector is – zelfs vanuit een Nederlands perspectief - zeer hoog. De sterke agrarische sector heeft mede geleid tot ontwikkeling van een florerende foodsector. Het aandeel van de dienstensector ligt in Fryslân traditioneel onder het Nederlandse gemiddelde. Hoewel dit nog steeds het geval is, is deze sector vanaf circa 1995 een flinke inhaalslag aan het maken. Binnen de dienstensector in Fryslân heeft vooral financiële dienstverlening een relatief groot aandeel. Andere gebieden waarin Fryslân sterk is, zijn de metaal- en elektrosector en watertechno logie. Fryslân en de Friezen kennen een sterke identiteit. Ze hebben een eigen taal, volkslied en vlag en onderscheiden zich hiermee van de rest van Nederland. Hierdoor bestaat er een grote sociale cohesie. Dit speelt met name in de dorpen een grote rol in het dagelijkse leven. Zwakten: Wat zijn de beperkingen in Fryslân? Fryslân is opgebouwd uit 417 kernen waarvan 344 kernen uit minder dan 1500 inwoners bestaan. Er is dus een lage mate van verstedelijking, waardoor positieve agglomeratie effecten uitblijven. Veel van deze kleine kernen hebben te maken met een laag en dalend voorzieningenniveau. Denk hierbij aan het verdwijnen van postkantoren, scholen, supermarkten, et cetera. Dit is duidelijk de negatieve keerzijde van de ruimtelijke structuur van Fryslân. Fryslân is de provincie die voorop loopt met vergrijzing. Nergens in Nederland zijn er zo weinig jongeren. In combinatie met een lage arbeidsparticipatie van ouderen en vrouwen, heeft dit een negatief effect op de economie. Overigens neemt de arbeidsparticipatie, vooral van vrouwen, de laatste jaren wel sterk toe. Er zijn in Fryslân weinig grote industrieën en het MKB heeft een groot aandeel in de werkgelegenheid. Dit zou een van de oorzaken kunnen zijn van de lage R&D-inspanningen in de provincie. Het wordt ook als oorzaak genoemd van de lagere arbeidsproductiviteit, maar het is niet duidelijk of dat geheel terecht is. In de samenstelling van de werkgelegen heid valt op dat de quartaire sector (zorg, onderwijs, overheid, et cetera) sterk oververtegenwoordigd is. Het aandeel van bedrijven dat producten en diensten afzet buiten de provincie (stuwende bedrijvigheid) is relatief beperkt.
46
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
Verschillende bronnen refereren aan de lage kwaliteit van het onderwijs in Fryslân. Hierbij speelt het ontbreken van een universiteit een rol. Door de afwezigheid van een universiteit behouden Vwo-leerlingen minder binding met Fryslân. Hoger opgeleiden trekken hierdoor weg naar omliggende regio’s en de stroom hoger opgeleiden naar Fryslân is vrij beperkt. Het gevolg is een braindrain. Opvallend is het lage gemiddelde niveau van de leerlingen die de basisschool verlaten. Er is geen overeenstemming over de oorzaak hiervan. Een ander opvallend element is de aanwezigheid van achterstandswijken in Fryslân. Hoewel dit vaak als een probleem van grote steden wordt gezien, kampen ook veel dorpen en steden in (vooral Noord-)Fryslân met deze problematiek. Kansen: Welke mogelijkheden biedt de omgeving? In Nederland neemt het aandeel 65-plussers van de totale bevolking toe. Deze bevolkingsgroep geeft meer geld uit aan recreatie en aan zorg. Een deel kiest zelfs voor het verhuizen naar een prettigere omgeving en gaan hoogwaardiger wonen. Fryslân kan profiteren van deze demografische ontwikkeling door voorzieningen te treffen voor deze groep. Hierbij zou ze zich kunnen profileren als het ‘Florida van het Noorden’. Door koploper te zijn met woon-zorgconcepten kan er een nieuwe markt ontstaan. Doordat leeftijdssamenstelling van de groep vakantiegangers verandert, zal er ander type vraag naar voorzieningen en activiteiten ontstaan. Ook hierop kan worden ingespeeld. Ook zorgtoerisme kan interessante mogelijkheden bieden voor Fryslân. Fryslân zou extra middelen kunnen aantrekken door aanspraak te maken op verschillende (Europese) fondsen. Doordat Fryslân door sommige beleidsorganen wordt gezien als een achterstandsgebied komt men in aanmerking voor specifieke fondsen. Maar er zijn ook generieke (Europese) fondsen waarop aanspraak gemaakt kan worden. Waar Fryslân beperkt profiteert van positieve agglomeratie-effecten, beginnen sommige delen van de Randstad negatieve agglomeratie-effecten te ervaren, zoals hoge grondprijzen, verkeerscongestie en verpaupering van wijken. Indien Fryslân goed digitaal ontsloten is, kan het voor sommige organisaties interessant zijn om naar Fryslân te verhuizen. Groeiende aandacht voor (duurzame) energie en watertechnologie kan voor Fryslân kansen bieden. De ruimtelijke structuur biedt bijvoorbeeld mogelijkheden voor het opwekken van zonne-energie of biomassa. Ook het (zoute en zoete) water biedt hiertoe mogelijkheden. De kennis die Fryslân heeft op het gebied van watertechnologie kan in de toekomst misschien in een bredere markt worden toegepast. De stijgende voedselprijzen zullen voor Fryslân grosso modo een positief effect hebben. Zowel de agro- als de foodsector, die een groot gedeelte van de stuwende bedrijvigheid vertegenwoordigen, kunnen hier van profiteren. Bedreigingen: Hoe kan de omgeving Fryslân schaden? De beperkte stuwende bedrijvigheid maakt Fryslân afhankelijk van andere inkomstenstro men uit Nederland. Denk hierbij aan inkomsten uit sociale verzekeringen, uitkeringen, maar ook inkomsten uit de zorg. Verandering in nationaal beleid kunnen hierdoor grote consequenties hebben voor de Friese economie en samenleving. Ook inkomsten uit de landbouwsubsidies van de EU maken Fryslân kwetsbaar. De Europese Unie reserveert jaarlijks bijna de helft van haar begroting voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Onder andere door de toetreding van nieuwe EU lidstaten kunnen deze middelen onder druk komen te staan.
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
47
Een andere bedreiging is de filiaaleconomie. Veel bedrijfsvestigingen, vooral in de zakelijke dienstverlening, zijn nevenvestigingen. De hoofdkantoren zitten veelal in de Randstad. Deze locaties zijn hierdoor voor een groot deel afhankelijk van beslissingen die op andere plaatsen worden genomen. De internationalisering van de economie zorgt voor extra concurrentiedruk. Vooral de lageropgeleiden ervaren een steeds grotere druk uit lagelonenlanden. Omdat Fryslân relatief weinig hoogopgeleiden kent, kunnen de negatieve consequenties van globalisering groter zijn dan in andere delen van ons land.
48
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
Bijlage 2: Additionele kerncijfers
Onderwijs Fryslân heeft geen universiteit. Het aantal studenten dat in Fryslân woont en een master diploma ontvangt is zeer laag, circa 200 per jaar. Wel kent Fryslân enkele HBOinstellingen. Toch is het aantal studenten dat een bachelorgraad ontvangt relatief beperkt vergeleken met andere provincies.18
Geslaagden HBO Bachelor (naar woonplaats student)
14000 12000
Groningen Friesland
10000
Drenthe Overijssel
8000
Flevoland Gelderland Utrecht
6000
Noord‐Holland Zuid‐Holland
4000
Zeeland Noord‐Brabant
2000
Limburg
0 2000
2001
2002
2003
2004
2005
Figuur 10. Ontwikkeling van het aantal HBO Bachelor afgestudeerden in de Nederlandse provincies
Het aantal banen in het onderwijs is in Fryslân relatief hoog. Dit is opmerkelijk gezien het ontbreken van een universiteit.19
18
CBS – Statline [25]
19
LISA - bewerkt door Dialogic [27]
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
49
Relatief aantal banen (Onderwijs) 9,0% 8,5% 8,0%
Groningen Friesland
7,5%
Drenthe
7,0%
Overijssel Gelderland
6,5%
Flevoland Utrecht
6,0%
Noord‐Holland 5,5%
Zuid‐Holland Zeeland Noord‐Brabant
2007
2006
2005
2004
2003
5,0%
Limburg
Figuur 11. Ontwikkeling van het relatief aantal banen in het onderwijs in de Nederlandse provincies
Zorg Een manier om de omvang van de zorgsector te bepalen, is het aantal ziekenhuisbedden. In Fryslân zijn er relatief weinig bedden per inwoner, ten opzichte van andere provincies. Gezien de hoge mate van vergrijzing is dit opmerkelijk.20
Hospital beds per million inhabitants 800
Groningen
700
Friesland
600
Drenthe Overijssel
500
Gelderland
400
Flevoland Utrecht
300
Noord‐Holland 200
Zuid‐Holland
100
Zeeland Noord‐Brabant 2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
0
Limburg
Figuur 12. Ontwikkeling van het aantal ziekenhuisbedden in de Nederlandse provincies
Een andere indicator van de relatieve omvang van de zorgsector is het relatief aantal banen. Hier valt vooral op dat zich in 2006 een flinke daling voordeed.21
20
European Commission - Eurostat [26]
21
LISA - bewerkt door Dialogic [27]
50
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
Relatief aantal banen (Zorg) 19,0% Groningen 18,0%
Friesland Drenthe
17,0%
Overijssel 16,0%
Gelderland Flevoland
15,0%
Utrecht 14,0%
Noord‐Holland Zuid‐Holland
13,0%
Zeeland 2007
2006
2005
2004
2003
12,0%
Noord‐Brabant Limburg
Figuur 13. Ontwikkeling van het relatief aantal banen in de zorg in de Nederlandse provincie
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
51
52
Figuur 14. Overzicht van de relevante ICT Projecten in Fryslân
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
Onderwijs
Waddencampus (KN, RFP)
Cardiologienetwerk Friesland
(MCL, NSD)
Huis van het Heden (GEEF)
Internetacademie (NHL) Energiek (KN, RFP) EdyFrysk (PF) Didiclass (NHL) Online loket Fryslan (PF) Tomke (Afûk en Bibliotheekservice Fryslan)
Leer-Zorg portal (PF, MCL,
TFW, GGZ, RF)
ZorgDomein Friesland
Support Fryslan
JGZ plus ouderportaal (TFW)
ZorgNetFriesland portal (SG)
Digitaal Thuishotel (PF)
Veenquest (NHL) Internetacademie (NHL)
N@twurk Friesland
Toerisme met zorg
Zorg Innovatie Forum
N@twurk Friesland
Foar Elkoar (VFG, CIZ, ZF, FZ
en ZKF)
Eenduidig patiëntportaal (SG)
Friesland Leernetwerk (NHL)
Webdokter (HZL)
Van A naar B(eter) papierloos
(SG)
Virtuele HAP Friesland (SG)
Smart Caring Communities
(DT2015)
Skewiel Trynwalden
EPD schakelpunt OZIS (SG)
KetenZorgFriesland
Thuiszorg het Friese Land
(Nijfinster)
Smart Caring Communities
(DT2015, Nijfinster)
OTTO (RIF)
Virtuele Thuiszorg (PF, KN,
THFL)
Pasana (Nijfinster)
Teleconferencing via ZNF (SG) Videoconferencing Bogerman (SB) Teleconsultatie Ameland (CI,
ZTS)
Virtueel bezoekuur (ZTS, ZSA)
Waddencampus (KN, RFP)
Klasseglas (KN)
Serious games factory (NHL)
ZorgNetFriesland (SG)
Zorg
NOFA (NOFA)
ISZF (ISZF)
Overheid
Overig (wetenschappelijke) initiatieven: Friese Sollarchallenge, Blue Energy (WETSUS)
Mobiele toepassingen
Internettoe passing / portal
Ketendigital isering
Beeldcom municatie
Breedband
Gaming
Kleine kernen
N@twurk Friesland
Ambulante handel (KN, NBL,
Doarpsban)
Ontsluiting dorpsarchieven
(SDW)
Doarpsbân (SD)
Vital Rural Area (Nijfinster,
NOFA, RFP, THFL, KN)
Kij op IT spoor (PF)
NOFA (NOFA)
Virtuele loketten (KN)
Vital Rural Area (Nijfinster,
NOFA, RFP, THFL, KN)
Froeks.TV (FR-IX, IV)
Doarpsbân (SD)
IPTV / Gamenations (PF, KN)
Mobikom (PF, SVD, etc.)
NOFCOM (NOFA, MKB NOORD, KN, RFP en ONOF)
NDIV (Syntens)
Fryslân Ring (PF)
MKB
Toerisme
N@twurk Friesland
Eileen
Digitale waterpsportpas (PF)
Zorgeloos Fryslân (PF)
Toerisme met zorg
Toeristische E-business (PF)
E-Tsjerke (PF)
Fietsrouteplanner (FB)
Eala Frya Fresena (III)
Breedstraten (NOFCOM)
Natuurwebcam (VVV Ameland)
Interactieve hotspots (KN)
Sûkerei (PV, ANWB, GD, LPP)
Fryslân Games (PF)
Gamefestival “G-Ameland”
(NHL/Game Valley, PF en KN)
3D Visualisaties (NHL, GL, PF)
Bijlage 3: Overzicht relevante ICT Projecten in Fryslân
Literatuur
[1] RUG (2003), Arbeidsproductiviteit in Fryslân, Een analyse van het niveau en de groei van 1990-2000, Onderzoek in opdracht van Gedeputeerde Staten van de Provincie Fryslân en de Kamer van Koophandel Fryslân. URSI-rapport 305. [2] van der Elst-van der Lans, Michelle, Piet Rijk (2006), Lokale bedrijvigheid, leefbaarheid en sociale vitaliteit in het landelijk gebied van Friesland, LEI, Den Haag [3] Provincie Fryslân (2007), Sociaal Rapport Fryslân 2007. [4] Valentijn Bolhuis (2005), Friese sterkten in economisch perspectief. Toekomstvisie op de ruimtelijk-economische ontwikkeling van de provincie Friesland, RUG [5] CBS (2007), Inwoners Randstad verdienen het meest. http://www.cbs.nl/nl NL/menu/themas/inkomen-bestedingen/publicaties/artikelen/archief/2007/2007-2240 wm.htm [6] Meester Wilhelm J. & Pieter H. Pellenbarg (2001), Changing regional images. Are regional marketing campaigns successful? Paper for the 41st European Congress of the Regional Science Association Zagreb, 2001. [7] CPB (2006), Reactie op: Probleemanalyse Zuiderzeelijn. [8] AD (2008), Toename van zwakke scholen. [9] Verwey Jonker instituut, Kinderen in Tel Databoek 2006. [10] Verwey Jonker instituut, Kinderen in Tel Databoek 2008. [11] Ministerie van EZ (2007), Koers Noord: op weg naar pieken. Duurzame groei door omschakeling naar een kenniseconomie. [12] Stelder (2002), Regionaal Economische Verkenningen 2002 Groningen, Friesland en Drenthe. [13] Stelder, Broersma J. van Dijk (2008), Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2008. [14] Broersma, Lourens, en Jouke van Dijk, (2006), Het belang van de industrie in het Noorden 1950-2025, Onderzoek in opdracht van de Stichting TxU Noord-Nederland. Groningen: Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, Rijksuniversiteit Groningen, URSIresearch report nr. 316. [15] Provincie Friesland (2002), Nota sociaal-economisch beleid [16] SCP (2006), Thuis op het platteland, Den Haag. [17] EZ (2007), ICT agenda 2008-2011, De gebruiker centraal in de digitale Dienstenmaatschappij, Den Haag. [18] WRR (2008), Innovatie Vernieuwd, opening in viervoud, Amsterdam University Press, Den Haag / Amsterdam [19] Provincie Friesland (2007), Koers op Fryslân - Het Friese Meren Project 2e fase [20] ECP (2008), Gaming meer dan een spelletje, Den Haag.
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
53
[21] Provincie Friesland (2007), Fryske Fiersichten wurkprogram 2009 - 2011 [22] Provincie Friesland (2006), Fryslân, toeristische topattractie in Nederland van de Provincie Fryslân [23] Ministerie van VWS (2003), Quick Scan Kleine Kernen, Den Haag. [24] Ministerie van Economische Zaken (2006), Verslag Innovation Lecture. Den Haag. [25] http://statline.cbs.nl/ [26] http://ec.europa.eu/eurostat [27] http://www.lisa.nl/ [28] ING (2007), Starterscampagne [29] Vital rural area, project activities, annex 7 [30] Dialogic (2006), Initiatieven voor het bevorderen van eSkills van de beroepsbevolking in zes Europese landen, Utrecht [31] Rutten & Koops (2007) Creatieve industrie en informatie- en communicatietechnologie in Noord Nederland. Rapport naar aanleiding van de Noordermatch 2007. [32] Henry Chesbrough, Open Innovation, The new imperative for creating and Profiting from Technology,Harvard business school Press.
54
FRIESE ICT - INNOVATIE ALLIANTIE
Auteurs: drs. Sven Maltha ir.ing. Reg Brennenraedts drs. Hugo Gillebaard
Contact: Secretariaat Friese ICT-innovatie Alliantie p/a Hooghiemstraplein 33-36 3514 AX Utrecht Tel. +31 (0)30 215 05 80 Fax +31 (0)30 215 05 95
[email protected]