tt v o e r voer
GRIJPT KANSEN 1 5 8 pro jecten in 3 jaar
RIVIERENGEBIED GRIJPT KANSEN
R i v i e re n g e b i e d g r i j p t k a n s e n
LEESWIJZER
3
2
In deze brochure staan projecten centraal die tot nu toe zijn uitgevoerd. De projecten zijn onderverdeeld in thema’s: Communicatie, Duurzame landbouw, Natuur en landschap, Cultuurhistorie, Duurzaam waterbeheer, Diversificatie economie, Recreatie en toerisme en Leefbaarheid. Per thema is één project uitgezocht dat aandacht krijgt. Dit kan zijn vanwege de bijzondere samenwerking die is aangegaan, door het enthousiasme van de initiatiefnemers of vanwege het grote belang voor het Rivierengebied of de economie.
Voorwoord Inhoud Voorwoord
3
In gesprek met voorzitters streekcommissies 4 Belangstelling voor platteland groeit Thema Communicatie Virtueel dwalen langs de Waal
Thema Diversificatie economie De Hagert: zorg voor mens en natuur
18
Thema Recreatie en toerisme Struinen door de uiterwaarden
20
Thema Leefbaarheid Winkels houden platteland levendig
22
Het Programmabureau Rivierengebied Het barst van de initiatieven
24 26
8
Thema Duurzame landbouw Samenwerken is het motto
10
Thema Natuur en landschap Meer water voor moerasvogels
12
Thema Cultuurhistorie Hollandse Waterlinie: trekpleister van Nederland
14
EU Programmasecretariaat Europa betaalt mee aan ontwikkeling Rivierengebied
28
Thema Duurzaam waterbeheer Waterhuishouding grensgebied in balans
16
Rivierengebied in cijfers Ruim 12 miljoen euro voor plattelandsontwikkeling Contact
31
P R O G R A M M A B U R EAU R I V I E R E N G E B I E D
Het platteland in het Rivierengebied is in ontwikkeling. Tussen 2003 en 2005 is er veel gebeurd, mede dankzij subsidies van de provincie Gelderland, het Rijk en Europa. In totaal hebben de beide Streekcommissies over bijna 200 projecten geadviseerd. Deze brochure geeft u een indruk van de variatie, de werkwijze en de resultaten die tot nu toe zijn behaald. Het kan bovendien worden gebruikt als inspiratiebron voor iedereen die nog met plannen rondloopt. In de afgelopen 3 jaar zijn er talloze plannen en visies opgesteld, tientallen bedrijfsadviezen verstrekt en zijn er vele kilometers wandel- en fietspaden aangelegd. Maar er zijn ook websites ontwikkeld, ondersteunende organisaties opgericht, exposities bedacht en cursussen gegeven op het gebied van landschapsbeheer, weidevogelbescherming en agrarisch natuurbeheer. Ook zijn er honderden IBA’s (individuele waterzuiveringen) aangelegd, zijn er vele kilometers natuurvriendelijke oevers bijgekomen en talloze landschapselementen zijn in oude glorie hersteld. Met dank aan de inzet van alle betrokken organisaties en bewoners.
Het Programmabureau Rivierengebied stimuleert en adviseert initiatiefnemers om de komende jaren verder te werken aan de ontwikkeling van het Rivierengebied. Want het platteland is aan grote veranderingen onderhevig. De verstedelijking neemt toe, de landbouw heeft het zwaar te verduren en ook het voorzieningenniveau staat onder druk. Met het oog op de leefbaarheid vraagt dat om nieuwe impulsen en creatieve oplossingen. Daarvoor is de komende 7 jaar ook weer geld beschikbaar. We doen dus opnieuw een beroep op uw creativiteit en inspanning, want zonder initiatief komt er niets van de grond! Schroom niet om contact op te nemen met het Programmabureau Rivierengebied, telefoon 026 – 359 80 30. Wij zijn u graag van dienst. Voor het laatste nieuws over de subsidiemogelijkheden en plannen kunt u terecht op onze website www.rivierengebied.nl. Kees Pieters Programmabureau Rivierengebied
VOORZITTERS STREEKCOMMISSIES
‘Belangstelling voor platteland groeit’
en uitgelegd wat we te bieden hebben. We zijn overigens wel meteen met projecten begonnen. De visie kwam later.’ In het westelijk Rivierengebied is het anders gegaan. Ed van Tellingen: ‘Hier werkten de organisaties al goed samen. Dat komt doordat we hier veel kleine gemeenten hebben. Die moesten altijd al samenwerken, anders kwam er niets van de grond.’
5
4
R i v i e re n g e b i e d g r i j p t k a n s e n
reau Rivierengebied. De subsidieregels zijn ingewikkeld, maar bij het Programmabureau weten ze precies wat de mogelijkheden zijn. Het zou zonde zijn als er geld blijft liggen.’ Volgens Paul Wilbers begint de samenwerking tussen de verschillende organisaties in het oostelijk deel van het Rivierengebied te groeien. ‘In het begin was het lastig. Mensen kenden elkaar niet. We hebben daarom veel op het Programmabureau geleund. De medewerkers hebben allerlei organisaties bezocht
Op een koude dag in januari komen de voorzitters van de twee streekcommissies bij elkaar in Hemmen. In de warmte van restaurant Kerkplein 10 kijken ze terug op de afgelopen 3 jaar. Wat is er gebeurd sinds de installatie van de steekcommissies eind 2002? Waar liggen de prioriteiten? Welke resultaten zijn er behaald? Zijn ze tevreden? Welke projecten zijn bijgebleven? Paul Wilbers, burgemeester van de gemeente Ubbergen, is voorzitter van de streekcommissie Rivierengebied Oost. ‘We merken dat de druk van de stad op het platteland steeds groter wordt. We hebben het dan ook vaak over ‘het stadse land’. Maar de streekcommissie vindt het belangrijk dat het agrarische cultuurlandschap blijft bestaan. Het boerenland laat zien hoe de mensen vroeger gewerkt en geleefd hebben. Ik ben er daarom geen voorstander van om alles terug te geven aan de natuur. Ik geef de voorkeur aan projecten die de landbouw ondersteunen. Dit kan op veel verschillende manieren. Vroeger was een boer al vernieuwend als hij een minicamping begon. Nu zijn er boeren die het landschap onderhouden, een Bed & Breakfast beginnen of streekproducten gaan verkopen. Dat zijn leuke ontwikkelingen. Je redt er de boer niet mee, P R O G R A M M A B U R EAU R I V I E R E N G E B I E D
maar wel het landschap.’ Ed van Tellingen, oud-burgemeester van Tiel, is voorzitter van de streekcommissie Rivierengebied West. In het Rivierengebied West staat ‘kwaliteit door verscheidenheid’ centraal. Van Tellingen: ‘In onze regio spelen veel activiteiten en onderwerpen. We hebben dorpen, platteland, natuur, agrarische bedrijven, cultuurhistorie en natuurlijk de rivier. Samen bepalen deze onderwerpen de richting die we op gaan. We richten ons dus niet op één segment. Alles heeft een plek in het totale landschap. We zijn trots op het gebied dat we hebben. Dat willen we in stand houden en verbeteren. Daarnaast proberen we het aantrekkelijker te maken voor dagjesmensen.’ Samenwerking groeit De streekcommissies werken sinds 2003 aan een verbetering van de kwaliteit van het platteland. Hoe gaat dat in zijn werk? Wilbers: ‘Wij moeten ervoor zorgen dat iedereen in de gaten krijgt dat de provincie de vitaliteit van het platteland ondersteunt. Maar ook dat er niemand in het provinciehuis zit om projecten te verzinnen: de initiatieven moeten vanuit het gebied zelf komen.’ Van Tellingen vult aan: ‘Wij stimuleren mensen met ideeën om contact op te nemen met het Programmabu-
‘Mensen moeten zelf met ideeën komen’ Ed van Tellingen, Paul Wilbers
‘Het is zonde als er geld blijft liggen’
Hemmen: voorbeeld van succesvolle plattelandsontwikkeling In Hemmen is de afgelopen jaren veel in plattelandsontwikkeling geïnvesteerd. Zo is een nieuw bos aangeplant, zijn er met subsidie wandelpaden aangelegd, landelijke hekwerken geplaatst, hagen geplant en is er een boomgaard met hoogstamfruit aangelegd. Verder is de kasteelruïne opgeknapt, is er een kasteeltuin aangelegd en zijn er in het oude postkantoor vier starterswoningen gebouwd. Deze en andere activiteiten hebben ervoor gezorgd dat er ook andere initiatieven – zonder subsidie – van de grond zijn gekomen. Zo is er een zorgboerderij opgezet en is er een restaurant met cadeauwinkel geopend: Kerkplein 10. Zie ook www.landgoedhemmen.nl PROGRAMMABUREAU RIVIERENGEBIED
Veel waardevolle ideeën Ed van Tellingen: ‘Het is belangrijk dat een project wordt gedragen door het gebied. We zien graag dat verschillende organisaties samenwerken om iets voor elkaar te krijgen. Dat ze elkaar enthousiasmeren. Zorg en enthousiasme, dat is voor mij de norm.’ Paul Wilbers is het met hem eens: ‘Niet alles wat op het platteland gebeurt is vernieuwend. Een project moet meerwaarde hebben. We kunnen bovendien niet alles subsidiëren. We zouden de laatste supermarkt wel willen behoeden voor sluiting, maar dat past niet in het beleid. Maar we kunnen wel een project ondersteunen dat iets doet om sluiting te voorkomen. ‘ Een project dat Wilbers zeer aanspreekt is zorgboerderij de Hagert. ‘Ik was onder de indruk van wat de initiatiefnemers een paar jaar geleden stonden te vertellen in een oude, koude schuur. Daar sprak veel idealisme uit. En dankzij de
samenwerking met veel verschillende partijen is het hen gelukt de zorgboerderij van de grond te krijgen.’ Van Tellingen vindt het lastig om er één project uit te halen. ‘Er zijn veel sympathieke en waardevolle ideeën. En door het enthousiasme van de initiatiefnemers kan een klein project ook veel impact hebben, zoals het opzetten van vrijwillige hoogstambrigades en het winkelonderzoek in kleine kernen’, aldus van Tellingen. Meer aandacht Volgens de beide voorzitters is de belangstelling voor het platteland in de afgelopen jaren gegroeid. ‘Ja. Dat zie je overal. Kijk maar in de kiosken, er zijn veel tijdschriften die zich richten op het platteland. Ze laten zien hoe leuk het daar is. Er is zelfs een televisieserie over plattelanders’, weet Ed van Tellingen. Hij besluit: ‘Er is ook meer belangstelling vanuit de overheid. Eerst werd er in het Rivierengebied jaarlijks een half miljoen euro aan het platteland besteed. Nu is dat ruim 12 miljoen in 3 jaar.’
7
6
R i v i e re n g e b i e d g r i j p t k a n s e n
Tempo omhoog De voorzitters zijn tevreden over de werkwijze en de resultaten tot nu toe. Van Tellingen: ‘Organisaties weten elkaar te vinden en werken samen aan een sterk platteland. Ik hoop dat in de toekomst het idee ontstaat dat het platteland van ons allemaal is. Want uiteindelijk gaat het niet om het platteland of de stad. Het is allebei belangrijk.’ Paul Wilbers is eveneens positief, maar plaatst ook een kanttekening. ‘Ik zou graag zien dat het tempo wat omhoog gaat. Dit kan door eerder uitsluitsel te geven over de projecten. Dat werkt enthousiasmerend. Als het hele traject van indienen tot het begin van de uitvoering te lang duurt, loop je het risico dat partijen afhaken.’ In 3 jaar tijd zijn er 193 projectvoorstellen ingediend en hebben 158 projecten subsidie gekregen. De 158 projecten kregen samen 12,4 miljoen euro subsidie. De helft daarvan komt uit een Europees fonds voor plattelandsontwikkeling (POP).
R i v i e re n g e b i e d g r i j p t k a n s e n
8
PROJECTEN
COMMUNICATIE
Er zijn talloze organisaties, bedrijven, inwoners en vrijwilligers betrokken bij plattelandsontwikkeling. Om activiteiten van de grond te laten komen, is het van belang dat er kennis en draagvlak is. Voorlichting en informatievoorziening spelen daarbij een belangrijke rol. Daarnaast kan samenwerking een belangrijke meerwaarde betekenen voor het eindresultaat. Want door middelen en mogelijkheden te bundelen, kunnen er innovatieve activiteiten en ideeën ontstaan en worden uitgevoerd.
Virtueel dwalen langs de Waal Honderd losse filmpjes van ongeveer een minuut vormen samen d’Waalfilm. Kijkers kunnen met een simpele muisklik bepalen welke beelden ze willen zien. Rode draad is vanzelfsprekend de grote rivier. ‘D’Waalfilm moet de liefde voor het gebied stimuleren’, vertellen de filmmakers gepassioneerd. ‘We willen bewoners van het Rivierengebied en recreanten enthousiast maken en ervoor zorgen dat ze het gebied (her)ontdekken.’ Willem Overmars van Rombus Natuurfilms: ‘De film is uniek door de interactieve vorm. Kijkers kunnen met een muisklik bepalen welke beelden ze willen zien, of ze nog meer over het onderwerp willen weten of dat ze naar een andere plaats langs de rivier willen ‘dwalen’. Maar welke route ze ook kiezen, door de grote verscheidenheid aan mooie natuurbeelden krijgen ze een goed beeld van de omgeving.’ Het duo heeft optimaal gebruik gemaakt van de hedendaagse techniek. Collega Monique Moors vertelt: ‘Kijkers kunnen vanuit hun eigen startpunt en interesse zelf de film samenstellen. De basis is een grafische kaart van het Rivierengebied met daarop de verschillende projecten die we in beeld hebben gebracht. We hebben voor deze film 50 nieuwe filmpjes gemaakt. De andere 50 filmpjes bestonden al.
P R O G R A M M A B U R EAU R I V I E R E N G E B I E D
De onderwerpen lopen uiteen van historie, natuur en hoogwater tot bezoekerscentra en recreatie.’ Geschikt voor iedereen D’Waalfilm is vanaf april te zien in 6 bezoekerscentra in het Rivierengebied. De film dient bovendien als lesmateriaal op basisscholen. Een gemiste kans om het daarbij te laten, vinden de makers. ‘De film is geschikt voor mensen van alle leeftijden en zou eigenlijk op internet moeten staan. ‘ D’Waalfilm is een uitbreiding van de interactieve film die sinds een jaar draait in het Natuurmuseum in Nijmegen en in het Wilderniscafé in Kekerdom. Monique Moors: ‘Die film is zeer goed ontvangen en daarom is besloten deze film uit te breiden met 50 nieuwe filmpjes.’ Als het aan Rombus Natuurfilms ligt, blijft het daar niet bij. Zij willen de natuurbeelden graag nog verder uitbreiden met de onderwerpen economie en veiligheid.
Er zijn tussen 2003 en 2005 binnen het thema Communicatie 5 projecten uitgevoerd met 0,1 miljoen euro subsidie. Voorbeelden van uitgevoerde projecten zijn: - Expositie over Fort Sint Andries in bezoekerscentrum Heerewaarden - Voorlichting en training van particuliere grondbezitters ter bevordering van de participatie in ontwikkelingsprogramma’s voor het Rivierengebied - Opzetten grensoverschrijdend netwerk voor activiteiten in de Gelderse Poort - De verbouwing en inrichting van het Koetshuis van Huis Aerdt tot bezoekerscentrum
De totale kosten van de nieuwe filmpjes voor D’Waalfilm bedragen 72.000 euro. Dat geld is bijeengebracht door Provincie Gelderland, Stichting Ark, Waterschap Rivierenland, Stichting Twickel en Stichting Wetland Passewaaij.
Monique Moors
R i v i e re n g e b i e d g r i j p t k a n s e n
10
PROJECTEN
DUURZAME LANDBOUW
De agrarische sector is beeldbepalend voor het Rivierengebied. Maar de landbouw staat sterk onder druk. Naar verwachting neemt het aantal agrarische bedrijven verder af en neemt de druk van steden op het platteland toe. Voor de leefbaarheid en het landschap is het belangrijk dat er gezonde landbouwbedrijven blijven bestaan. Dit kan bijvoorbeeld door schaalvergroting, specialisatie, verbreding, kwaliteitsverbetering of nieuwe samenwerkingsvormen.
Samenwerken is het motto Fruitwandelen, fruitmanden, een fruitpromotiekar, displays in het Goffertstadion, reclameborden langs invalswegen, een ‘nationale prominenten fruitplukdag’ en zendtijd in het programma ‘Bestemming Nederland’. De Fruit Promotie Groep uit het Land van Maas en Waal laat werkelijk geen kans onbenut om het ‘lekkerste fruit van Nederland’ onder de aandacht te brengen. De stuwende krachten achter de promotieacties zijn Henk Verweij, Rob Janssen en Mia Litjes. Het drietal wordt gedreven door idealisme en een gevoel van verantwoordelijkheid voor de fruitteelt in de regio. Rob Janssen is zelf fruitteler en voorzitter van de Nederlandse Fruitteelt Organisatie (NFO). Henk Verweij is gepensioneerd fruitteler. Mia Litjes woont in het gebied en zet haar administratieve en financiële kennis belangeloos in. De Fruit Promotiegroep heeft 28 verschillende projecten onder handen. ‘Limburg staat bekend om de asperges. Zeeland om de mosselen. En straks weet iedereen dat het lekkerste fruit uit het Land van Maas en Waal komt’, aldus de leden van de Fruit Promotie Groep. Positieve reacties Rob Janssen: ‘Met onze acties maken we telers ervan bewust dat ze niet alleen voor de veiling
P R O G R A M M A B U R EAU R I V I E R E N G E B I E D
hoeven te telen. Er zijn genoeg mogelijkheden om een deel van het fruit in de regio af te zetten. Bijvoorbeeld in de streekwinkels of via de horeca. Daarnaast willen we bewoners stimuleren om fruit van eigen bodem te eten.’ Na twee jaar hard werken is de Fruit Promotie Groep een begrip in de regio. Mia Litjes: ‘Het heeft ons veel moeite gekost om projecten van de grond te krijgen. Maar we zien nu een kentering. We krijgen veel positieve reacties en er verschijnen stukjes in de krant. We worden zelfs gebeld door grote verzekeringsmaatschappijen die met ons willen samenwerken.’ Henk Verweij gelooft heilig in samenwerking: ‘Daar ligt onze kracht. We werken veel samen met bestaande organisaties en proberen zoveel mogelijk telers te laten profiteren van de voordelen die we daarmee behalen.’
Binnen het thema Duurzame landbouw zijn tussen 2003 en 2005 18 projecten uitgevoerd met 0,7 miljoen euro subsidie. Voorbeelden van uitgevoerde projecten zijn: - Plan van aanpak voor het opzetten van een duurzame framboosketen in de Betuwe - Hulp aan agrariërs bij het in de markt zetten van streekproducten en –delicatessen - Onderzoek naar versterking van de landbouw rond de A-15. Hoe kan dit gebied uitgroeien tot een samenhangende en elkaar verster-
Het gedreven drietal ontving van de provincie Gelderland een subsidie van 50.000 euro en een even groot bedrag van de Gewestelijke Landen Tuinbouw Organisatie (GLTO). Daar gaan ze verantwoord mee om. ‘We vinden het belangrijk dat al het geld ten goede komt aan het gebied. We huren daarom geen dure projectleiders in maar doen alles zelf’, besluit Mia Litjes.
-
V.l.n.r. Henk Verweij, Mia Litjes, Rob Janssen
kende plantaardige productieketen met één marktprofiel? Het opstellen van een visie voor de fruitteelt en de laanboomteelt Procesbegeleiding bij de herstructurering van oude glastuinbouwgebieden
R i v i e re n g e b i e d g r i j p t k a n s e n
12
PROJECTEN
NATUUR EN LANDSCHAP
De natuur in het Rivierengebied is uitzonderlijk rijk en divers. De uiterwaarden van de Rijn, Maas en Waal zijn voor een belangrijk deel aangewezen als Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Daarnaast is het Rivierengebied van internationale betekenis voor trekvogels en overwinterende ganzen. Bovendien is, vanwege de landschappelijke kwaliteiten, een groot deel aangewezen als Nationaal Landschap. Maar er is ook druk op het landschap door bedrijven, woningen en wegen.
Meer water voor moerasvogels ‘Je ziet ze vaker niet dan wel’, zegt Harry Woesthuis van Staatsbosbeheer over de roerdomp. Deze zeldzame reigerachtige moerasvogel houdt zich het liefst op in een omgeving die rijk is aan water en waterriet. Maar het waterriet in het Oude Rijnstrangengebied onder Zevenaar is aan het verdwijnen. Voor Harry Woesthuis reden om een projectvoorstel in te dienen bij het Programmabureau Rivierengebied. De zeldzame keren dat boswachter Woesthuis een roerdomp heeft gezien, staan in zijn geheugen gegrift. Zoals die keer dat hij de vogel op het ijs zag staan bij een wak dat door een bever was gemaakt. ‘Zoiets vergeet je niet’. In de jaren zeventig waren er in de Gelderse Poort nog 40 paar roerdompen, 11 paar woudapen en 50 paar grote karekieten. Allemaal soorten die op de lijst met bedreigde vogelsoorten staan. In de laatste 20 jaar zijn de aantallen snel teruggelopen. Dit komt doordat er sinds 1970 een aantal maatregelen is genomen die de verdroging van het moeras in de hand hebben gewerkt. De waterrijke leefomgeving van de vogels veranderde in een gebied met veel wilgenbos en grote delen verruigd riet.
Blij met afspraken Staatsbosbeheer heeft subsidie gekregen om een gedeelte van de rietvelden te plaggen. Nu staat het geplagde gebied weer voldoende onder water en kan het waterriet zich ontwikkelen. Ook zijn veel hoge wilgenbomen gekapt. Harry Woesthuis is vooral blij met de afspraken die Staatsbosbeheer heeft gemaakt met het waterschap Rijn en IJssel over het waterpeil. ‘We gaan het peil in het voorjaar verhogen én het water langer vasthouden. Het mag niet uitzakken voor half augustus. Dit is gunstig voor het riet en zorgt ervoor dat wilgen zich niet verder kunnen uitzaaien.’
In totaal zijn er tussen 2003 en 2005 68 projecten uitgevoerd met 2,8 miljoen euro subsidie. Voorbeelden van uitgevoerde projecten zijn: - Aanleg van natuurvriendelijke oevers en herinrichting van recreatielandjes langs de Beneden-Linge - Opzetten van een vrijwilligersnet-
Over 3 jaar zijn de eerste resultaten zichtbaar. In de tussentijd wil Staatsbosbeheer meer terreinen aanpakken. Het liefst zou de boswachter meer doen dan rietvelden afplaggen. ‘Het mooist is een gebied dat bijvoorbeeld eens in de 5 jaar gecontroleerd overstroomt. Want dit zorgt ervoor dat een deel van de rietmassa wordt weggeslagen en afgevoerd, en dat de ontwikkeling van nieuw riet weer op gang komt.’
-
-
-
P R O G R A M M A B U R EAU R I V I E R E N G E B I E D
Harry Woesthuis
werk (de hoogstambrigades) voor het snoeien van hoogstamfruitbomen Aanleg van enkele kilometers ecologische verbindingszone bij De Capreton en Heumen-Horssen en tussen de Linge en de Rijn bij Lienden Herstel en nieuwe aanleg van ruim honderd kleinschalige landschapselementen bij particulieren Proeven met cyclisch beheer in de uiterwaarden Aanleg dassen- en amfibieëntunnels
R i v i e re n g e b i e d g r i j p t k a n s e n
CULTUURHISTORIE
14
Als het aan de betrokkenen ligt, wordt de Nieuwe Hollandse Waterlinie de ultieme trekpleister van Nederland. Wat ooit is opgezet als militaire verdedigingslinie, moet een aantrekkelijk gebied worden om te recreëren. De linie loopt van de voormalige Zuiderzee bij Muiden tot aan de Biesbosch en bevat in totaal circa 2.000 elementen zoals sluizen, inundatiekanalen, kazematten, dijken en vijf vestingsteden. Ook de forten bij Brakel, Vuren, Asperen en Culemborg maken deel uit van de Waterlinie.
PROJECTEN Het Rivierengebied heeft een rijke cultuurhistorie. Er zijn veel verdedigingswerken te vinden. Deze zijn gebouwd om de bewoners te beschermen tegen het water of tegen de vijand. De bouwwerken variëren van een slot, fort of kazemat tot een sluis, brug of stadsmuur. Met subsidiegeld worden bouwwerken in ere hersteld. Dat is niet alleen van belang voor het behoud van cultuurhistorie in Nederland; het maakt het Rivierengebied ook aantrekkelijker voor inwoners en recreanten.
Hollandse Waterlinie: trekpleister van Nederland
Dat het een omvangrijk project is, blijkt wel uit de hoeveelheid partijen die erin samenwerken: 4 ministeries, 5 provincies, 25 gemeenten, Staatsbosbeheer, Waterschappen, eigenaren en de stichting Militair Erfgoed. Samen hebben zij eerst een ontwikkelingsvisie opgesteld en vervolgens hebben ze de linie verdeeld in verschillende deelprojecten. Project Molenkade bijvoorbeeld, is een gebied van 130 ha langs de A2 bij Culemborg. Het project omvat een prachtige dijk, een kanonkazemat en diverse wandel- en fietspaden. De kanonkazemat is uniek vanwege de ligging: het is goed te zien vanaf de Diefdijk, vanaf de snelweg A2 en het ligt langs het Waterliniepad, een langeafstandswandelroute langs de Waterlinie.
P R O G R A M M A B U R EAU R I V I E R E N G E B I E D
Paul Suurmond van Staatsbosbeheer vertelt over de werkzaamheden: ‘We hebben de kazemat recent gerenoveerd en herkenbaar gemaakt. Binnenkort komt er een informatiepaneel.’ Het herstel van het verdedigingswerk draagt bij aan de beleving van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De herstelwerkzaamheden zijn gefinancierd door de provincie Gelderland, het Rijk en Europa. De gemeente Culemborg heeft de aanvraag verzorgd en heeft ook een financiële bijdrage geleverd.
Er zijn tussen 2003 en 2005 7 projecten uitgevoerd binnen het thema Cultuurhistorie met 1,5 miljoen euro subsidie. Voorbeelden van uitgevoerde projecten zijn: - Herstel brug Fort De Nieuwe Steeg, als onderdeel van de Nieuwe Hol-
Medewerking nodig Nu de kanonkazemat klaar is verschuift de aandacht naar de andere onderdelen van het project. Het is de bedoeling dat er in het gebied nieuwe wandel- en fietsroutes komen en dat er een reserveopvang voor overtollig regenwater wordt aangelegd. Daarvoor is wel de medewerking van de direct omwonenden nodig. Dat vraagt soms wat tijd, weet Paul Suurmond van Staatsbosbeheer uit ervaring. ‘Het is menseigen om eerst de hakken in het zand te zetten. Vaak zijn omwonenden bang voor overlast van recreanten. Aan ons de taak om duidelijk te maken dat het ook een verfraaiing van hun eigen leefomgeving betekent’, licht hij toe. Project Molenkade moet eind 2009 gereed zijn.
-
-
Paul Suurmond
landse Waterlinie Restauratie van Fort Sint Andries in Heerewaarden Renovatie van de stadsmuren in Buren Herstelwerkzaamheden aan de Hollandsch-Duitsche steenfabriekskraan aan de Spijksedijk Restauratie van vervallen sluizen bij stoomgemaal De Tuut in Appeltern
R i v i e re n g e b i e d g r i j p t k a n s e n
16
PROJECTEN
DUURZAAM WATERBEHEER
In een gebied waarin grote rivieren, sloten en weteringen het landschapsbeeld bepalen, is duurzaam waterbeheer een belangrijk thema. Op landelijk niveau is het beleid vastgelegd in het Nationaal Bestuursakkoord Water. Hierin is bepaald dat er grond beschikbaar moet komen voor waterberging en dat de landbouw schoner moet produceren. Het maken van ruimte voor de rivier heeft grote consequenties voor het Rivierengebied. Het heeft invloed op de uiterwaarden en op het binnendijks gebied.
Waterhuishouding grensgebied in balans In het grensgebied bij Groesbeek is zowel wateroverlast als verdroging een probleem. Bij zware regenval is er vaak wateroverlast in het Duitse en in het Nederlandse deel. Dit veroorzaakt schade voor de landbouw en de bebouwing. Dankzij een gezamenlijk project met Duitsland wordt niet alleen de wateroverlast in Groesbeek aangepakt, maar ook de verdroging in het gebied. Als derde doel is daar nog ‘verfraaiing van natuur en landschap’ aan toegevoegd. Dat klinkt bijna te mooi om waar te zijn. Gerard Soppe van Waterschap Rivierenland is dan ook terecht blij met de succesvolle aanpak. ‘We hebben met Duitsland afgesproken dat de waterafvoer in 2008 op het oude niveau moet zijn. Vervolgens hebben we bekeken welke maatregelen er nodig zijn en hebben we die ideeën omgezet in projecten.’ Voor het project is gedeeltelijk SGB-subsidie aangevraagd via het Programmabureau Rivierengebied. Soppe vertelt verder: ‘We hebben projecten voor het hele stroomgebied bedacht en tegelijkertijd naar oplossingen voor lokale problemen gezocht. Natuur en landschap hebben daarbij een belangrijke rol gespeeld.’
P R O G R A M M A B U R EAU R I V I E R E N G E B I E D
Zachte en harde maatregelen Het project is uniek door de combinatie van zowel ‘harde’ als ‘zachte’ maatregelen. Zo is er in het grensgebied een automatische stuw gebouwd die zelf reageert op het waterpeil. Verder is er een retentiebekken gemaakt om tijdelijk water op te vangen. Een zachte maatregel is bijvoorbeeld de aanleg van het rabattenbos. In dit bos staan bomen die goed bestand zijn tegen overstromingen. Bovendien leveren ze een waardevolle bijdrage aan het landschapsbeeld. Een ander onderdeel was het verbreden van de Groesbeekse Leigraaf. Gerard Soppe: ‘We hebben de watergang minder diep en breder gemaakt. Nu loopt het kwelwater niet meer naar de watergang, maar stroomt het er onderdoor richting het natuurgebied De Bruuk. Zo gaan we verdroging van het gebied tegen.’
Er zijn tussen 2003 en 2005 15 projecten uitgevoerd binnen het thema Duurzaam waterbeheer met 2,7 miljoen euro subsidie. Voorbeelden van uitgevoerde projecten zijn: - Aanleg van riolering en individuele afvalwaterbehandelingssystemen in het buitengebied van 7 gemeen-
Erosie was een ander groot probleem, vooral voor de agrariërs in het gebied. Het water nam op de hellingen de grond mee. Door een nieuwe manier van grondbewerking en voorlichting over gewassen wordt het water nu beter vastgehouden. Kortom, er zijn veel maatregelen genomen die op verschillende terreinen een voordeel bieden voor het waterbeheer in het grensgebied.
-
-
Gerard Soppe
ten Duurzame perenteelt om de kwaliteit van het oppervlaktewater te verbeteren Herinrichting van het aftakkingskanaal van de Linge Afvoer van de verontreinigde waterbodem van het Wijchens Ven en aanleg van een natuurvriendelijke oever; Vergroting van de waterbergingscapaciteit in de Ooijpolder en aanleg van een ecologische verbinding langs het Meertje
R i v i e re n g e b i e d g r i j p t k a n s e n
18
PROJECTEN
DIVERSIFICATIE ECONOMIE
Het Rivierengebied bestaat voor een groot deel uit platteland. Het economische belang van de landbouw neemt echter af en de werkgelegenheid in de sector loopt terug. Het is daarom belangrijk dat er andere activiteiten komen die goed zijn voor de economie van het platteland. Zo kunnen boeren hun werkterrein verbreden. Maar ook activiteiten die niet aan landbouw zijn gerelateerd zijn welkom, zolang ze maar passen op het platteland.
Woonzorgboerderij De Hagert: zorg voor mens en natuur Woonzorgboerderij De Hagert in Leur is in meerdere opzichten uniek. Ecologie, cultuurhistorie en zorg komen samen in dit project. Daarnaast is het een opvallende combinatie van zorg voor demente bejaarden met zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. De Hagert laat bovendien zien dat het mogelijk is om een voormalige boerderij een nieuwe bestemming te geven die economisch bijdraagt aan de leefbaarheid op het platteland. Initiatiefnemers Bernadette en Ton Baaijens hebben er hun levenswerk van gemaakt. Ze zijn er al vijf jaar mee bezig. Ton: ‘We liepen rond met een plan voor een eigen zorgboerderij. Dat bleek niet haalbaar. Toen zijn we gaan praten met Zorggroep Zuid-Gelderland en Dichterbij. ‘We waren direct enthousiast over de plannen‘, aldus Hans Vos van Zorggroep Zuid-Gelderland. Bernadette vult aan: ‘Onze visie om zorg op maat te bieden en mensen met een beperking zoveel mogelijk in hun eigen leefomgeving op het platteland te laten functioneren, sprak hen erg aan.’ De Hagert is een prachtige monumentale boerderij van bijna 400 jaar oud. Bernadette: ‘De rijke cultuurhistorie, de goede ontsluiting, de grote gebouwen en de ruimte zijn uniek. Alle plannen die we in ons hoofd hadden, konden hier
P R O G R A M M A B U R EAU R I V I E R E N G E B I E D
gestalte krijgen.’ Voor de bekostiging van de plannen was de financiering van de AWBZ niet toereikend. Voor de aankoop en restauratie van het woonhuis, de inrichting van het terrein en het opzetten van een multifunctionele ruimte is subsidie aangevraagd. Ton: ‘Gemeente, provincie en het Programmabureau hebben ons heel goed ondersteund. Het was ons alleen nooit gelukt.’ Maar met een sluitende begroting waren ze er nog niet. Er moesten voor de uitvoering veel vergunningen worden aangevraagd. Ton: ‘Dat kostte heel veel tijd, maar dat weet je als je begint aan zo’n project.’
Er zijn tussen 2003 en 2005 diverse projecten uitgevoerd binnen het thema Diversificatie economie met 0,2 miljoen euro subsidie. Daarnaast zijn binnen de thema’s Recreatie en toerisme en Leefbaarheid projecten gesubsidieerd die bijdragen aan de verbreding van de economie op het platteland. Voorbeelden van uitgevoerde projecten zijn: - Regionale stagebank om jongeren te binden aan de regio - Organisatie van projectweken voor VMBO-scholieren - Opzetten van een formule voor Agrarische Kinderopvang - Stimulering van hergebruik agra-
Natuur krijgt de ruimte Als de woonzorgboerderij eind 2006 af is, kunnen er 18 dementerende bejaarden en 12 mensen met een verstandelijke beperking wonen. Daarnaast kunnen 6 ouderen gebruik maken van dagverzorging en kunnen er 18 mensen terecht voor dagactiviteiten. Zij kunnen bijvoorbeeld helpen in de kas, de moestuin of de boomgaard, de dieren verzorgen of zelfs werken in de zorg. De boerderij grenst aan een ecologische zone en het omringende terrein wordt opnieuw ingericht. Er komen hoogstamboomgaarden, meidoornhagen, poelen, oud-Hollandse dierenrassen en wandel- en fietspaden. Het terrein is straks openbaar toegankelijk.
rische bedrijfsruimten: opzetten van een internetsite waar vraag en aanbod samenkomen en het ontwikkelen van een beleidskader voor de vergunningverlening
Hans Vos, Bernadette Baaijens
R i v i e re n g e b i e d g r i j p t k a n s e n
20
PROJECTEN
RECREATIE EN TOERISME
De recreatie- en toerismesector is een van de sterkst groeiende sectoren in het Rivierengebied. Het unieke rivierenlandschap, de rust en ruimte, de cultuurhistorie en de karakteristieke stadjes en dorpen zijn de belangrijkste trekkers. Om die kracht economisch te benutten zijn er meer voorzieningen nodig die meer bezoekers langer in het Rivierengebied houden. En daar werkt de regio hard aan.
Unieke Struinroute stimuleert lokale economie Klauteren over basaltkeien en kribben, wandelen door bloemrijke uiterwaarden of over zandstranden vol schelpen en grind. Luisteren naar de golven die aanrollen op de oevers van de Waal. Dat was allemaal al mogelijk op de Struinroute door de uiterwaarden tussen Tiel en Varik. Met subsidie van de provincie Gelderland en Europa zijn in 2006 nog 2 nieuwe routes aangelegd. Deze routes door de uiterwaarden zijn uniek. Niet in de laatste plaats omdat de tocht door een uitzonderlijk stukje rivierenlandschap gaat met voor Nederland ongekend ruige, dynamische natuur. Maar ook omdat de route is bedacht om de lokale economie te stimuleren. De aanleg van de Struinroute is een initiatief van het Stimuleringsprogramma Economie Rivierenland (StER). Fré Vorselman van het StER: ‘Wij zijn economen. We zien graag mensen naar het Rivierengebied komen die geld uitgeven. Het idee van een wandelroute sluit daarbij aan. De route tussen Tiel en Varik is het eerste gedeelte van een veel langer traject. Want als de route langer is, kunnen we mensen langer hier houden. Want ze moeten dan ook overnachten en eten. En dat is goed voor de economie in de regio.’ Vorselman noemt het veerhuis in Varik ter illustratie. ‘Daar zijn ze nu kamers aan het opknappen
P R O G R A M M A B U R EAU R I V I E R E N G E B I E D
omdat er vraag is naar overnachtingsmogelijkheden. En de Stichting Wetland Passewaaij biedt complete dagarrangementen aan, waarvan al veel gebruik wordt gemaakt.’
Er zijn tussen 2003 en 2005 21 projecten uitgevoerd binnen het thema Recreatie en toerisme met 2 miljoen euro subsidie.
Dagen wandelen De Recreatiemaatschappij Rivierengebied zorgt voor de aanleg, het beheer en de promotie van de struinroute. Projectleider Piet Smits: ‘De 2 nieuwe trajecten liggen tussen Tiel en Druten en tussen Varik en Zaltbommel. Het is de bedoeling dat binnen een paar jaar een meerdaagse tocht door de uiterwaarden mogelijk is vanaf Slot Loevestein naar de Gelderse Poort en andersom.’ De route loopt zo dicht mogelijk langs de rivier. Maar sommige delen van de uiterwaarden zijn niet toegankelijk vanwege ontzandingen, open strangen of omdat het beschermd gebied is. Piet Smits: ‘De struinroute loopt gedeeltelijk over grond van particuliere grondeigenaren. Die hebben we moeten overtuigen van het belang van deze route. Dat is meestal gelukt. In een enkel geval wilde een grondeigenaar niet meewerken.’ Volgens Smits biedt de Struinroute wandelaars geen vrijbrief om zomaar door de uiterwaarden te stieren: ‘Wij verwachten dat ze gewoon de uitgezette route volgen.’
Voorbeelden van uitgevoerde projecten zijn: - Onderzoek naar het gebruik van een oude vaarverbinding tussen Culemborg en Zaltbommel - De aanleg van fiets- en wandelpaden en skeelerroutes - Inzet van consulenten om de kwali-
-
-
Fré Vorselman, Piet Smits
teit van de toeristische sector in de regio te verbeteren De aanleg van een speeluiterwaard bij de Bakenhof in Arnhem Oprichting van het Regionaal Bureau voor Toerisme Rivierenland De ontwikkeling van de ‘& Route’: een meerdaagse kunstroute door het Rivierengebied Aanpassen van veerstoepen in de Millingerwaard en bij Doornenburg
R i v i e re n g e b i e d g r i j p t k a n s e n
22
PROJECTEN
LEEFBAARHEID
De bevolkingssamenstelling op het platteland verandert. Dit komt onder meer door vergrijzing, ontgroening, schaalvergroting en een toename van de automobiliteit. Om het Rivierengebied leefbaar te houden is het nodig dat er voorzieningen zijn voor de bewoners. Denk aan dorpshuizen, winkels, een postkantoor en bibliotheek, openbaar vervoer en de aanwezigheid van gezondheidszorg, politie en brandweer.
Winkels houden platteland levendig De aanwezigheid van voorzieningen als scholen, winkels en openbaar vervoer bepalen in grote mate de leefbaarheid op het platteland. Toch is sluiting van scholen en winkels in kleine dorpskernen aan de orde van de dag. Veelal is het verzorgingsgebied te klein voor winkels. Er wonen eenvoudigweg te weinig mensen. Een ander probleem is de ligging. De winkels zijn niet geconcentreerd op één plek. MKB Rivierenland en KvK Rivierenland hebben de handen ineen geslagen om daar wat aan te doen. Lili Doude van Troostwijk van MKB Rivierenland steekt van wal: ‘Onderzoek onder 86 kleine dorpkernen in de omgeving van Tiel wijst uit dat in 42 dorpskernen winkelvoorzieningen levensvatbaar kunnen zijn. Daar moeten we in investeren. Dat is van belang voor de economie en voor de leefbaarheid van het platteland.’ Carolien Eijkelenboom van de KvK licht nader toe: ‘Als we niets doen, is de overlevingskans voor de middenstand in alle dorpskernen zeer gering. Door duidelijke keuzes te maken, kunnen we de kansrijke dorpskernen in stand houden.’ In 34 dorpskernen moeten dan wel verbeteringen worden aangebracht. De verbetervoorstellen staan beschreven in het zogenoemde ‘Masterplan winkels kleine kernen’. Doude van
P R O G R A M M A B U R EAU R I V I E R E N G E B I E D
Troostwijk: ‘Denk daarbij bijvoorbeeld aan het verplaatsen van winkels, zodat de voorzieningen meer geconcentreerd zijn en meer mensen er gebruik van kunnen maken. Maar ook aan het aanleggen van parkeerplaatsen en het stimuleren van woningbouw in die plaatsen. Dat draagt allemaal bij aan de levensvatbaarheid van de dorpskern.’
Er zijn tussen 2003 en 2005 20 projecten uitgevoerd binnen het thema Leefbaarheid met 2 miljoen euro subsidie. Voorbeelden van uitgevoerde projecten zijn: - Opzetten van een netwerk van zorgboeren - Bouw van multifunctionele kulturhuser in Ewijk en Beek - Haalbaarheidsonderzoeken naar de realisatie van een woonservice-
Helpdesk voor bundeling krachten Om die verbeteringen door te voeren hebben KvK en MKB met subsidie een helpdesk opgericht. Daar kunnen ondernemers, gemeenten, woningbouwcorporaties en winkelorganisaties terecht voor informatie, advies en begeleiding. Een extern adviseur ondersteunt de helpdesk daarbij. Eijkelenboom: ‘In september 2005 is de helpdesk officieel opgericht en we zijn nu al betrokken bij 15 projecten. De helpdesk voorziet duidelijk in een behoefte.’ Maar ook aan de minder kansrijke dorpskernen wordt aandacht besteed. ‘Voor de dorpskernen die buiten de boot vallen, zoeken we naar alternatieven in de vorm van rijdende winkels of internet’, aldus Eijkelenboom. De helpdesk heeft een budget van ruim 210.000 euro, geld dat bijeen is gebracht door de provincie Gelderland, woningcorporaties, Rabobanken, Regio Rivierenland, het StER, Hoofdbedrijfschap Detailhandel, KvK en MKB.
-
-
Carolien Eijkelenboom, Lili Doude van Troostwijk
gebied in Beesd en manieren om maatschappelijke voorzieningen in kleine kernen te behouden Uitbreiding van gemeenschaphuis ‘De Sleutel’ in Breedeweg Bouw van een nieuwe woonvoorziening voor gehandicapten in een monumentale schuur in Huissen Herinrichting van dorpspleinen in onder meer Herveld, Andelst, Alverna en Hemmen
HET PROGRAMMABUREAU RIVIERENGEBIED
‘Het barst van de initiatieven’
24
R i v i e re n g e b i e d g r i j p t k a n s e n
gehad met de afhandeling van de grote stroom aanvragen. Maar nu loopt de behandeling van aanvragen goed door.’ Kijkend naar de toekomst ziet Pieters vooral kansen voor projecten met aandacht voor waterberging, recreatie en toerisme, cultuurhistorie, leefbaarheid in kleine kernen of de integratie van landbouwsectoren. Maar ook een nationaal project als de Nieuwe Hollandse Waterlinie biedt volgens hem veel kansen voor het Rivierengebied. ‘Het is nog niet helemaal duidelijk wat de provincie de regio de komende jaren aan subsidiemogelijkheden kan bieden. Dat hangt voor een groot deel af van het Rijk en Europa’, aldus het hoofd van het Programmabureau.
Het Programmabureau Rivierengebied is de spil in de ontwikkeling van het platteland. De medewerkers worden ook wel eens ‘gebiedsmakelaars’ genoemd. Ze brengen immers vraag (projecten) en aanbod (financiën) bij elkaar. En ze hebben de kennis en de contacten om dit op een goede manier te doen. Sinds 2003 hebben talloze initiatiefnemers aangeklopt bij het Programmabureau. Uiteindelijk hebben 158 van de 193 ingediende projecten daadwerkelijk subsidie gekregen. Dat is gemiddeld één project per week. Kees Pieters, hoofd van het Programmabureau Rivierengebied, is blij met dit resultaat. ‘Het hoge aantal projectaanvragen bewijst dat de mensen ons weten te vinden. De projecten die zijn afgevallen bleken veelal niet te voldoen aan de strikte voorwaarden van de subsidieregels of er was sprake van uitputting van budgetten. Ook waren er soms problemen met het rond krijgen van de cofinanciering (in de vorm van geld of uren) en dat is een noodzakelijke voorwaarde. Het toont aan dat de regio betrokken is bij het project.’
P R O G R A M M A B U R EAU R I V I E R E N G E B I E D
Veel gegevens nodig Voor een concrete subsidieaanvraag zijn veel gegevens nodig. ‘Er zijn veel verschillende subsidies en de subsidieregels zitten helaas ingewikkeld in elkaar’, zegt Pieters. Een goed projectvoorstel geeft onder meer antwoord op de volgende vragen: wat is het doel van het project, wat gaat er precies gebeuren, wat zijn de concrete resultaten, wanneer wordt het project uitgevoerd, wat zijn de kosten en door wie worden de kosten gedragen? Een projectvoorstel moet bovendien kort en bondig zijn want het aantal aanvragen is zo groot dat niet iedereen tijd heeft om zich uitgebreid te verdiepen in de problematiek van alle aanvragen. Het Programmabureau biedt ondersteuning. Kansen voor de toekomst Als Kees Pieters terug kijkt op de afgelopen drie jaar zegt hij: ‘Het Rivierengebied liep – in vergelijking met andere regio’s - achter met plattelandsontwikkeling. Maar ik denk dat we inmiddels een behoorlijk deel van de achterstand hebben weggewerkt. Het barst van de initiatieven. In het begin hebben we aanloopproblemen
V.l.n.r. Maarten Baars, Annette Janssen, Gerard Wieland, Kees Pieters
Mensen, mogelijkheden en middelen Eind 2000 heeft het College van Gedeputeerde Staten gekozen voor een regionale aanpak van plattelandsontwikkeling in de provincie Gelderland. Het Rivierengebied is toen verdeeld in twee regio’s: Oost en West. Iedere regio heeft een eigen streekcommissie. In deze streekcommissies zitten vertegenwoordigers van organisaties die een bijdrage kunnen leveren aan plattelandsontwikkeling. De leden moeten ervoor zorgen dat de regio enthousiast gaat meewerken. Beide streekcommissies hebben een visie op de regio geformuleerd op basis van bestaande plannen en visies: ‘Het Stadse Land’ en ‘Kwaliteit door verscheidenheid’. De Streekcommissies adviseren de provincie over de projectaanvragen. De provincie neemt mede op basis daarvan het besluit. Het Programmabureau Rivierengebied is het werkpaard van de streekcommissies. Het ondersteunt het secretariaat en is aanspreekpunt voor initiatiefnemers: iedereen kan er terecht met vragen, ideeën of concrete plannen. De medewerkers hebben vervolgens de taak om mensen, mogelijkheden en middelen bij elkaar te brengen. Bij de advisering werkt het Programmabureau samen met de Federatie Dorpshuizen Gelderland, Vereniging Kleine Kernen en Stichting Landschapsbeheer Gelderland.
Europa betaalt mee aan ontwikkeling Rivierengebied
Frank van Bussel
26
R i v i e re n g e b i e d g r i j p t k a n s e n
HET EU PROGRAMMASECRETARIAAT
Het EU Programmasecretariaat (EUP) van de provincie Gelderland beoordeelt de subsidieaanvragen die binnenkomen via de programmabureaus. Dat zijn er ongeveer 250 per jaar. Het EUP bekijkt of het project past binnen de subsidiekaders. Wat is het doel van het project? Hoe is het project opgezet? Steken andere organisaties er ook geld in? Hoeveel subsidiegeld is er nog beschikbaar? Pas als alles in orde is, krijgt de aanvrager zijn geld. Maar ook tijdens de uitvoering van de projecten houdt het EUP de vinger aan de pols: ‘We verwachten 3 keer per jaar een rapportage. En we gaan zelf kijken of alles gedaan is wat in het plan staat. Ik denk dat dat redelijk is. Het gaat tenslotte om belastinggeld.’ Aldus Frank van Bussel, hoofd van het EUP. Veel van de projecten die bij het Programmabureau Rivierengebied zijn ingediend, zijn gefinancierd met geld uit ‘Europa’. Eén van de Europese subsidieprogramma’s waarvan het Rivierengebied vooral profiteert, is het Plattelands Ontwikkelingsprogramma (POP). Dit geld is bedoeld om het platteland economisch te versterken en de landbouw te helpen bij veranderingsprocessen. Gelderland heeft sinds 2000 17,2 miljoen euro POP-geld gekregen. Hiervan is een derde besteed aan projecten in het P R O G R A M M A B U R EAU R I V I E R E N G E B I E D
Rivierengebied. Van Bussel: ‘Dankzij deze financiele impuls zijn andere partijen eerder bereid om te investeren. Alleen zouden ze het bedrag niet kunnen opbrengen. Het EU-geld zorgt dus vaak voor het benodigde duwtje in de rug waardoor projecten ook echt van de grond komen.’ Nieuwe periode Vanaf 2007 begint een nieuwe periode van 7 jaar. Met nieuw beleid en nieuw geld. Bij het EUP zijn de voorbereidingen voor deze nieuwe periode al ruim een jaar gaande. Want nu er meer, armere lidstaten deel uit maken van de EU zullen de subsidies ook anders en over meer partijen worden verdeeld. De nieuwe lidstaten krijgen relatief meer geld voor hun economische en regionale ontwikkeling. Frank van Bussel: ‘Nederland draagt de komende 7 jaar 7 miljard minder bij aan Europa. Daar staat tegenover dat we de helft minder geld uit Brussel krijgen. Voor wat betreft de structuurfondsen krijgen we 1,7 miljard euro in plaats van 3,2 miljard nu. Ook de gelden voor plattelandsontwikkeling worden gehalveerd. Om ervoor te zorgen dat het investeringsniveau hetzelfde kan blijven, is er een lobby gaande om een deel van die 7 miljard die het Rijk bespaart, naar de provincies en gemeenten te krijgen.’
Innovatie centraal Centraal in het nieuwe beleid staat de Lissabon Agenda: de afspraak tussen regeringsleiders om de Europese economie tot de sterkste van de wereld te maken. Naar verwachting krijgt Gelderland circa 230 miljoen euro. Het betreft hier gelden uit het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). Een groot deel van dit geld wordt vooral ingezet bij innovatieve projecten. Voorheen werd het geld vooral gebruikt om achterstanden weg te werken. Van Bussel: ‘Nederland is goed in onderzoek, we hebben prima universiteiten. Maar het is ons nog niet goed gelukt om die kennis om te zetten in geld. Dat is wat er de komende periode moet gebeuren: kenniscentra moeten samen met het bedrijfsleven innoverende producten ontwikkelen en deze op de markt brengen. Als het gaat om plattelandsontwikkeling wil de Europese Commissie de concurrentiekracht van de land- en tuinbouw versterken, de kwaliteit van natuur en landschap verbeteren en de plattelandseconomie verbreden.’
Meer geld Ondanks dat er minder geld uit ‘Brussel’ komt, verwacht Frank van Bussel dat de programmabureaus de komende periode meer geld te besteden krijgen. ‘Het ministerie van LNV gaat haar investeringsbudget voor het landelijk gebied (ILG) decentraliseren. Dat betekent dat 38% van de Rijksbegroting naar de provincies gaat. Voor Gelderland gaat het om ongeveer 50 miljoen euro per jaar. Dat geld is bedoeld voor de versterking van het platteland, met name voor de ontwikkeling van landbouw, waterbeheer, natuur en landschap. Denk aan grote projecten zoals de Ecologische Hoofd Structuur en de Nieuwe Hollandse Waterlinie. En daar liggen dus kansen voor mensen die plannen hebben om de kwaliteit van het landelijk gebied te verbeteren.’
Totaal
Legenda Leefbaarheid Recreatie en toerisme
RIVIERENGEBIED IN CIJFERS
20
Ruim 12 miljoen euro voor plattelandsontwikkeling
5
Diversificatie economie
18
Duurzaam waterbeheer Cultuurhistorie
21
Natuur en landschap
4 7
Aan initiatief ontbreekt het niet. Tussen 2003 en 2005 zijn er op het Programmabureau Rivierengebied honderden ideeën de revue gepasseerd. Uiteindelijk zijn er in 3 jaar tijd 193 projectvoorstellen ingediend. Daarvan hebben er 158 daadwerkelijk subsidie gekregen. In totaal is 12,4 miljoen euro subsidie toegekend, waarvan bijna
de helft uit Europa: 6 miljoen euro. De provincie Gelderland heeft totaal 3,8 miljoen euro (31%) bijgedragen, het Rijk 2,6 miljoen euro (21%). Een beperkt aantal aanvragen voor 1 miljoen euro is nog in behandeling. Aanvragen en toegekende subsidie zijn evenredig verdeeld over het oostelijk en westelijk Rivierengebied.
Aantal projecten per initiatiefnemer 2003-2005
Totaal
Legenda Particulieren Landbouworganisaties
2003
68
Communicatie
2005
2004
De meeste projecten hebben betrekking op het Natuur en landschap (68). De helft daarvan heeft betrekking op aanleg en herstel van kleine landschapselementen bij particulieren. Opmerkelijk is dat het aantal aanvragen voor Recreatie en toerisme en Duurzaam waterbeheer sinds 2003 sterk is gedaald.
Toegekende subsidie per thema 2003-2005 In miljoen euro in miljoen euro
Totaal In miljoen euro
in miljoen euro
Leefbaarheid Recreatie en toerisme
0,11 0,71
1,99
Natuurorganisaties
Legenda
Diversificatie economie
Semi-overheid
2,76
Cultuurhistorie
Waterschap
45 80
Natuur en landschap
Gemeenten
1,97
Duurzame landbouw
19
Communicatie
15 20 2003
2004
0,20
14
2005
De gemeenten hebben 40% van de aanvragen ingediend. Bijna een kwart is afkomstig van particuliere organisaties. Semi-overheden hebben na 2003 bijna geen aanvragen meer ingediend. P R O G R A M M A B U R EAU R I V I E R E N G E B I E D
Duurzaam waterbeheer
2003
2004
2005
1,90 2,71
Het meeste geld is besteed aan het thema Natuur en landschap en Duurzaam waterbeheer (beiden ca. 2,7 miljoen euro). De thema’s Communicatie en Diversificatie economie zijn ver achter gebleven.
29
Duurzame landbouw
15
28
R i v i e re n g e b i e d g r i j p t k a n s e n
Aantal beschikte projecten per thema 2003-2005
Totaal In miljoen euro
Legenda Particulieren Landbouworganisaties Natuurorganisaties
4,17
0,46
Colofon
Het Programmabureau Rivierengebied adviseert particulieren en organisaties bij de uitwerking van projectideeën en subsidieaanvragen voor plattelandsontwikkeling in het Rivierengebied. U kunt er terecht met vragen en voor advies en begeleiding bij subsidieverzoeken.
Deze brochure is een uitgave van het Programmabureau Rivierengebied. Het Programmabureau is organisatorisch onderdeel van de provincie Gelderland en wordt mede gefinancierd door de gemeenten in het Rivierengebied en Waterschap Rivierenland.
Bezoekadres: Prinsenhof 3, 6811 GE Arnhem Postadres: Postbus 9090, 6800 GX Arnhem Telefoon: 026 – 359 80 30 Fax: 026 – 359 95 10 E-mail:
[email protected] Internet : www.rivierengebied.nl
Semi-overheid
2,30
Waterschap Gemeenten
Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt of vermenigvuldigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Programmabureau Rivierengebied.
1,56
30
R i v i e re n g e b i e d g r i j p t k a n s e n
Begunstigden 2003-2005 In miljoen euro
Contact
0,89
2003
2004
Op de site staat onder meer het laatste nieuws en informatie over de streekcommissies, subsidieregelingen en ingediende projecten.
2,97
2005
Samenstelling Jacqueline Beeren, Beer & Sterk, Doetinchem
Medewerkers Programmabureau Rivierengebied:
Christel Janssen, Communicatiebron, Oosterhout (Gld)
Kees Pieters 026 – 359 80 27 Hoofd Programmabureau en aanspreekpunt voor Rivierengebied West
Landbouworganisaties en semi-overheden hebben het minst profijt getrokken van de subsidiemogelijkheden. De gemeenten hebben een derde van de toegekende subsidie gekregen.
Programmabureau Rivierengebied, Arnhem Concept en Redactie Jacqueline Beeren, Beer & Sterk, Doetinchem
Gerard Wieland 026 – 359 80 26 Aanspreekpunt voor Rivierengebied Oost
Herkomst subsidies 2003-2005 In miljoen euro
Totaal In miljoen euro
in miljoen euro
Legenda Provincie
in miljoen euro
Rijk
Christel Janssen, Communicatiebron, Oosterhout (Gld)
Maarten Baars Adviseur
026- 359 80 29
Annette Janssen Office-manager
026 – 359 80 28
Fotografie Hans Dijkstra, Bureau voor Beeld, Wageningen Aangevuld met archiefmateriaal van het Programmabureau Rivierengebied en betrokkenen
EU
!
!
!
! !
!! !
!
!
! !
!
!
! !
! ! ! ! ! !
!! !
!
!
! !
! !
! !
! !
!
!!!
! ! !
!
!
!
!
!
!
! ! !
! !
!
!
!
!
!
!
! !
!
! !
!
!!
!
!
! !
!
!
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
! ! !
!
!
!
!
!
!
!
!
! ! !
!
!
!
! ! ! !
!
! ! !
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
!
! ! !
!
!! !
! !
!
!
!
! !
!!
!
Maas
!
! !
Heumen
! !
!
!
!
Groesbeek !
!
!
! ! !
!
! !
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
ST
!
!
!
Oplage 3.000
!
!Rijnwaarden ! Millingen ! ! ! ! ! ! a.d. ! Rijn
!
Nijmegen Wijchen
!
!
!
Ubbergen !
! !
!
!
!
!
!
! ! !
!
OO
Lingewaard
Beuningen !
!
!
!
!
!
Waa l
EBI ED
!
!
!
ENG
!
Overbetuwe
!
!
!
!
IER
!
! ! !
!
!
!
!
!
! ! ! !
! !
!
!
RIV
!
!
!
! !
!
! !
! !
as Ma
!
!
!
! !
Maasdriel
!
! !
Arnhem
!
!
! !
P R O G R A M M A B U R EAU R I V I E R E N G E B I E D
!
Zaltbommel
!
!
al Wa
!
Bijna de helft van de subsidie is afkomstig uit Europa. Opvallend is de accentverschuiving van de subsidiestromen van Europa in 2003, naar Rijk in 2004 naar provincie in 2005.
Neerijnen
!
! !
Druten West Maas en Waal
!
2005
Tiel
!
2004
!
Lingewaal
EE BB
!
!
! ! !
RI VI E
!
G G
NederBetuwe
! !
!
! ! ! !
N N RE
D
!
! !
! ! !
II EE
! !
!
2,59
Geldermalsen
jn
Grafisch ontwerp en Drukwerk Drukkerij Van der Weerd, Oosterhout (Gld)
!
W
EST
!
!
Culemborg
Linge
ri Neder !
!
!
!
2003
! ! !
!
5,99
!
Buren
!
! !
!
!
!
!
!
!
! !
! !
! !
!
!! !
!
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
! ! ! !
!
! !
!
!!
Werkgebied Programmabureau Rivierengebied
3,78
!
Maart 2006