Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Vertrouwd en dichtbij
Informatie voor patiënten
Risico op diabetes type 2 na zwangerschapsdiabetes
1
Risico op diabetes type 2 na zwangerschapsdiabetes Tijdens uw zwangerschap is het bloedsuikergehalte (glucosegehalte) in uw bloed verhoogd geweest. Dit wordt zwangerschapsdiabetes genoemd. Na de bevalling van uw kind zullen de zwangerschapshormonen die de zwangerschapsdiabetes mee hebben veroorzaakt, verdwijnen. Daardoor worden uw bloedwaarden weer normaal. Een vrouw die zwangerschapsdiabetes heeft gehad, heeft echter op de langere termijn een verhoogde kans op het krijgen van diabetes type 2. In deze brochure leest u welke factoren een rol spelen bij het ontstaan van diabetes type 2 en wat u zelf kunt doen om het risico te verkleinen.
Verhoogd Als u zwangerschapsdiabetes hebt gehad, is de kans groter risico dan gemiddeld dat u diabetes type 2 krijgt: van alle vrouwen
die zwangerschapsdiabetes hebben gehad, krijgt de helft binnen tien jaar diabetes type 2. Ook is er 50% kans dat u bij een volgende zwangerschap opnieuw zwangerschapsdiabetes krijgt. Borstvoeding Als u uw baby borstvoeding geeft, loopt u minder risico om diabetes type 2 te krijgen. Ook voor baby’s die gevoed worden met moedermelk, geldt dat de kans kleiner is dat zij later diabetes type 2 krijgen. Meer informatie over dit onderwerp vindt u op: www.borstvoeding.com
2
Andere Naast zwangerschapsdiabetes kunnen bij het ontstaan van risicofactoren diabetes type 2 allerlei andere factoren een rol spelen.
Overgewicht Hoge bloeddruk Hart- en vaatziekten Vetstofwisselingsstoornissen, bijvoorbeeld een hoog cholesterolgehalte Roken Erfelijkheid Iedereen met een vader, moeder, broer of zus met diabetes, heeft meer kans om ook diabetes te krijgen. Etniciteit Diabetes komt vaker voor bij Hindoestanen, Turken en Marokkanen. Ook komt diabetes bij hen vaker voor op jongere leeftijd (al vanaf het 35e jaar).
Veel van de risicofactoren bij diabetes type 2 hebben te maken met een gezonde leefstijl. Daar hoort een gezond eetpatroon bij en ook voldoende beweging is erg belangrijk. Vrouwen die zwangerschapsdiabetes hebben gehad, moeten extra op hun gezondheid letten, omdat zij al een verhoogde kans hebben om diabetes type 2 te krijgen.
3
Afvallen Overgewicht is vooral een risicofactor bij diabetes type 2 als
het vet rond de buik zit. Bij vrouwen is er sprake van overgewicht als de tailleomtrek groter is dan 88 cm. Ook als uw BMI (Body Mass Index) hoger is dan 25, hebt u overgewicht. Bij BMI gaat het om het lichaamsgewicht in verhouding tot de lichaamslengte. U kunt uw BMI uitrekenen door uw lichaamsgewicht te delen door uw lengte in het kwadraat. Ook kunt u de BMI-test doen op www.voedingscentrum.nl. Als uw tailleomvang groter is dan 88 cm of uw BMI is hoger is dan 25, is het verstandig om af te vallen. Bewegen Om af te vallen, is het belangrijk dat u voldoende beweegt:
minstens vijf dagen in de week een uur per dag. Doe uw best om bij alles wat u doet extra te bewegen. Neem bijvoorbeeld de trap in plaats van de lift. Stap een halte eerder uit de bus en loop het laatste stukje naar uw huis of werk. Doe uw boodschappen zoveel mogelijk lopend of op de fiets. Huishoudelijk werk (bijvoorbeeld stofzuigen, ramen lappen) is ook beweging! Probeer regelmatig een wandeling (met uw baby) te maken.
Meer informatie over gezond bewegen vindt u op: www.hartstichting.nl www.30minutenbewegen.nl www.beweegmaatje.nl www.fietsenscoort.nl
4
Gezonde Voor een gezond eet- en drinkpatroon gelden de volgende voeding adviezen:
Zorg voor een goede energiebalans. Dat wil zeggen dat de energie die uw lichaam uit uw voeding haalt, in evenwicht is met de energie die u verbruikt. Verdeel uw eten en drinken gelijkmatig over de dag. Hierdoor voorkomt u grote schommelingen in het bloedsuikergehalte. Sla geen maaltijden over. De kans is dan kleiner dat u te veel extra, calorierijke producten gaat eten. Bij voorkeur drie hoofdmaaltijden en maximaal vier tussendoortjes. Zorg voor variatie. De kans dat u alle benodigde voedingsstoffen binnenkrijgt, is dan het grootst. Wees matig met verzadigd vet. Verzadigd vet komt vooral voor in dierlijke producten zoals roomboter (vol)vette kaas, volle melk en melkproducten en vet(te) vlees(waren) en worstsoorten. Het zit ook in harde margarine, harde bak- en braadproducten, kant-en-klaar gekochte snacks, gebak, chocolade en zoutjes. Er zijn ook plantaardige producten die vet bevatten: cacaovet, palmolie en kokosvet (bijvoorbeeld kokosbrood en koffiewitmakers). Kies magere of halfvolle melk(producten), 20+ of 30+ kaas en mager vlees of magere vleeswaren. Gebruik vloeibare margarine of olie om in te bakken, braden of frituren.
5
Wees matig met zout. Gebruik regelmatig vezelrijke producten. Dit heeft een gunstig effect op het bloedsuikergehalte. Bij vezelrijke producten kunt u bijvoorbeeld denken aan: volkorenbrood, roggebrood, havermout, groente, fruit, zilvervliesrijst, peulvruchten, aardappelen en noten. Eet voldoende groente en fruit. Eet twee keer per week vis, waarvan ten minste één keer vette vis. Kies voor dranken die geen calorieën bevatten, zoals water, koffie en thee (zonder suiker en melk) of frisdranken zonder calorieën (maximaal drie per dag). Drink niet meer dan één glas alcohol per dag. Probeer ook eens een dag over te slaan.
6
Vitamine D Het is belangrijk dat u genoeg vitamine D krijgt, want een
vitamine D-tekort verhoogt de kans op diabetes type 2. Vitamine D zit van nature in: vette vis zoals bokking, haring, makreel, paling en zalm, in eieren en (in wat kleinere hoeveelheden) in vlees en melkproducten. Vitamine D wordt toegevoegd aan halvarine, margarine en bak- en braadproducten. Naast voeding met voldoende vitamine D, is het belangrijk dat u ten minste iedere dag een kwartier buitenkomt. Ook uw huidskleur is van invloed: iemand met een lichte huidskleur heeft minder snel een tekort aan vitamine D dan iemand met een donkere huidskleur. Vitamine D -preparaat Het is aan te raden om dagelijks 10 microgram vitamine D extra te gebruiken in de vorm van een vitaminepreparaat, als u: een donkere huidskleur hebt minder dan een kwartier per dag buitenkomt een sluier draagt Ook als u zwanger bent of borstvoeding geeft, hebt u dagelijks een vitaminepreparaat nodig van 10 microgram vitamine D.
7
Aanbevolen Voor een gezonde voeding is het verstandig om iedere dag dagelijkse de volgende hoeveelheden aan te houden: hoeveelheden
Productgroep
Vrouwen van 19 tot 50 jaar
Vrouwen die borstvoeding geven
Groente
200 g 4 opscheplepels
200 g 4 opscheplepels
Fruit
200 g 2 stuks
300 g 3 stuks
Brood
210 g 6 sneetjes
280 g 8 sneetjes
Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten
200 g 4 aardappelen / opscheplepels
250 g 5 aardappelen/opscheplepels
Melk(producten)
450 ml
450 ml
Kaas
1,5 plak (30 g)
1,5 plak (30 g)
Vlees(waren), vis, kip, eieren, vleesvervangers
100-125 g
125-150 g
Halvarine
30 g
40 g 5 g per sneetje
Bereidingsvetten
15 g 1 eetlepel
15 g 1 eetlepel
Dranken
1.5-2 liter
2-2,5 liter
8
Variaties Brood en broodvervangers broodmaaltijd In plaats van 1 sneetje brood kunt u nemen:
2 beschuiten 2 sneetjes knäckebröd 1 sneetje roggebrood 1 sneetje krentenbrood of rozijnenbrood zonder spijs ½ (volkoren)broodje
Broodbeleg bij voorkeur 20+ of 30+ kaas/smeerkaas (bijvoorbeeld Westlight, Milner, Cantenaar, Maaslander), Zwitserse strooikaas en Hüttenkäse magere vleeswaren, zoals rosbief, rookvlees, fricandeau, runderrollade, casselerrib, kipfilet, kip-of kalkoenrollade, magere achterham, tong of filet américain ei in plaats van kaas of vleeswaren; maximaal drie keer per week 1 ei sandwichspread, groentespread of salade (bijvoorbeeld selderijsalade) rauwkost, zoals tomaat, komkommer en radijs zoet beleg: alle soorten behalve chocolade- en kokosproducten
9
Warme Soep maaltijd magere soep of bouillon. (Schep eventueel het vet af
van afgekoelde bouillon. Gebruik een bouillonblokje of bouillonpoeder.) Aardappelen In plaats van 4 kleine aardappelen (=200 g) kunt u nemen: 4 opscheplepels gare (volkoren) pasta 4 opscheplepels gare (zilvervlies)rijst 4 opscheplepels aardappelpuree zonder boter of margarine 4 opscheplepels gare peulvruchten 2 sneetjes brood (bruin of volkoren) Groente alle soorten groente (gekookt en rauw) zonder boter of saus; eventueel rauwkost op smaak maken met een vinaigrette van olie, azijn en kruiden of met slasaus Vlees en vleesvervangers magere vleessoorten, zoals mager rund-, kalfs-, lamsvlees, biefstuk, varkenshaas, varkensfilet, varkensfricandeau, tartaar, lever, tong, mager runder- of kalfsgehakt magere vissoorten, zoals kabeljauw, schelvis, schol, tong, tarbot, wijting, poon, tonijn; één keer per week vette vis. zoals makreel wild, kip of kalkoen zonder vel vleesvervangers: alle soorten peulvruchten, tahoe, tempé, Quorn, sojavlees Jus en saus magere jus: van koude jus het vet of olielaagje afscheppen en alleen het bruine deel gebruiken. (Desgewenst op smaak maken met kruiden, specerijen of tomatenpuree.) rode sauzen (bijvoorbeeld ketchup en barbecuesaus) of piccalilly en mosterd
10
Nagerecht magere (vruchten)kwark of magere (vruchten)yoghurt, bij voorkeur zonder suiker magere vla, pap of pudding gemaakt van magere of halfvolle melk of karnemelk sojadessert fruit, vruchtengelatinepudding, watergruwel sorbetijs of waterijs Dranken In plaats van 1 glas halfvolle melk (150ml) kunt u nemen: 1 glas karnemelk 1 schaaltje magere (vruchten)yoghurt of magere (vruchten)kwark zonder suiker (bijvoorbeeld Optimel, Vitalinea). Tussen- Fruit doortjes alle soorten fruit, bij voorkeur vers fruit (verdeeld over
de dag maximaal 3 stuks) ongezoete of light vruchtensap (verdeeld over de dag maximaal 3 glazen) Vrij te gebruiken thee of zwarte koffie zonder suiker mineraalwater (eventueel met wat citroensap) tomatensap of groentesap. light frisdranken (maximaal 3 glazen per dag) Extraatjes Natuurlijk mag u af en toe iets lekkers nemen. U kunt het
beste kiezen uit: zoete extraatjes: drop, (suikervrije) kauwgom, zuurtjes, 2 (volkoren)biscuitjes, 2 speculaasjes, 2 Sultana's, 1 Evergreen, 1 plak ontbijtkoek, 1 kleine eierkoek hartige extraatjes: Japanse mix, zoute stokjes rauwkost: sla, tomaat, komkommer, augurk, radijs, paprika
11
Meer informatie over gezonde voeding vindt u op: www.voedingscentrum.nl www.hartstichting.nl www.diabetesfonds.nl
Controles Zes weken na de bevalling
Het is verstandig om zes weken na de bevalling bij uw huisarts uw bloedsuikergehalte te laten bepalen. Jaarlijkse controle In de eerste tien jaar na de bevalling is het belangrijk dat u uw bloedsuikergehalte jaarlijks laat controleren. Omdat u zwangerschapsdiabetes hebt gehad, is er namelijk 50% kans dat u binnen tien jaar diabetes type 2 krijgt. Voor deze controles kunt u terecht bij uw huisarts. Behalve uw bloedsuikergehalte kan de huisarts ook het vetgehalte van uw bloed, uw bloeddruk, uw gewicht, uw BMI en uw tailleomvang controleren. Zwangerschap Mocht u opnieuw zwanger worden, dan is het van belang dat u zo snel mogelijk uw bloedsuikergehalte laat bepalen. Als u één keer zwangerschapsdiabetes hebt gehad, is de kans 50% dat u bij een volgende zwangerschap ook weer zwangerschapsdiabetes krijgt. Voor de ontwikkeling van de ongeboren baby is een goede bloedsuikerregulatie juist in het begin erg belangrijk!
Vragen? Als u nog vragen hebt over diabetes type 2, kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts.
Hebt u een opmerking of een klacht? Als u niet tevreden bent over de (medische) zorg die u in het ziekenhuis krijgt, verzoeken wij u om dat door te geven. U kunt dat doen aan degene die direct verantwoordelijk is of aan de ombudsfunctionaris van het ziekenhuis. Deze is bereikbaar via: e-mailadres:
[email protected] telefoonnummer: (0592) 32 56 24/32 55 55 (maandag t/m donderdag) postadres: WZA t.a.v. ombudsfunctionaris, postbus 30 001, 9400 RA Assen Meer informatie over de klachtenprocedure vindt u op www.wza.nl/patienten/een-klacht
© Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen.
Europaweg-Zuid 1 Postbus 30001 9400 RA Assen Telefoon (0592) 32 55 55 www.wza.nl
inter34 0212
Wilhelmina Ziekenhuis Assen