Richtlijnen voor gebruik van beeldmerken en verwijzingen door UiTpartners Versie 3.4
inhoud 1 Inleiding 2 Waar staat “UiT in X voor”? 3 Praktische aanpak 3.1 Keuze van het scenario 3.1.1 Scenario 1: UiTpartnerlabel voor een rubriek 3.1.2 Scenario 2: UiTpartnerlabel als lokaal merk voor cultuur en vrije tijd 3.1.3 Scenario 3: UiTinGemeente/RegioX in de vormgeving van de UiTpartner 4 Inzagerecht voorafgaand aan publicatie 5 Schrijfwijze van “UiT” en het UiTlabel 5.1 Schrijfwijze 5.1.1 Algemeen 5.1.2 Online verwijzingen (URL en navigatie) 5.2 Het UiTlabel 6 Algemene beeldmerken en verwijzingen 6.1 Verwijzing naar UiTinVlaanderen.be 6.2 Oproep om in te voeren in de UiTdatabank 6.3 Gebruik van icoontje Vlieg voor kinder(cultuur)aanbod 6.3.1 Agenda met kinderactiviteiten 6.3.2 Actieve promotie 6.3.3 Algemene spelregels 7 Basisset gepersonaliseerd UiTpartnerlabel 7.1 Optie 1: de UiTpartner beschikt niet over huisstijlrichtlijnen en ook niet over een vormgever 7.2 Optie 2: de UiTpartner beschikt wel over huisstijlrichtlijnen maar niet over een vormgever 7.3 Optie 3: de UiTpartner werkt met een vormgever en wil zelf het UiTpartnerlabel aanpassen 8 Grafische richtlijnen voor het UiTpartnerlabel 8.1 Lettertype 8.2 Kleurgebruik 8.3 Verhoudingen en beschermzone 8.3.1 Het horizontale UiTpartnerlabel 8.3.2 Het verticale UiTpartnerlabel 9 Richtlijnen voor afgeleiden van UiT (UiTpas, UiTmarkt,3) 9.1 Horizontale afgeleide 9.2 Verticale afgeleide
24/09/20102010-9-24 Richtlijnen voor gebruik van beeldmerken en verwijzingen door UiTpartners_v3.4
3 3 3 3 3 4 4 5 5 5 5 5 6 6 6 7 7 8 8 8 9 9 9 9 10 10 10 10 11 11 13 13 14
2/14
1 Inleiding De hieronder beschreven richtlijnen voor het gebruik van woord- en beeldmerken en verwijzingen gelden voor partners van het UiTnetwerk, een landelijk netwerk voor cultuur- en vrijetijdscommunicatie met als primaire partners gemeenten, steden, regio’s en provincies, opgestart in februari 2008 (zie www.uitnetwerk.be). De woord- en beeldmerken en doorverwijzingen dienen om een optimale verbinding te leggen tussen de respectievelijke UiTpartners, om zo een grotere herkenbaarheid en doorstroming van gebruikers te stimuleren. Concreet gaat het om volgende aspecten: • Betekenis en tekstueel gebruik van "UiT". • Gebruik van het UiTpartnerlabel (een gepersonaliseerde versie van het UiTlabel). • Verwijzing naar de centrale portaalsite UiTinVlaanderen.be. • Oproep om in te voeren in de UiTdatabank. • Het icoontje Vlieg als aanduiding van (cultuur)aanbod voor kinderen jonger dan 12 jaar.
2 Waar staat “UiT in X voor”? “UiT in X” (bvb. UiT in Bierbeek, UiT in Leuven, UiT in regio Kortrijk, ?) is bedoeld voor gemeentelijke of regionale magazines, agenda’s of rubrieken met lokale cultuur- en vrijetijdsactiviteiten. In eerste instantie voor communicatie-initiatieven die zich richten op een breed lokaal of regionaal publiek. Voor specifieke agenda’s voor bvb. toeristen, senioren, kinderen, jongeren, ? dienen andere benamingen gehanteerd te worden. Hoewel zo’n UiTagenda het brede cultuur- en vrijetijdsaanbod kan en mag bevatten, dient de UiTpartner erover te waken dat cultuuraanbod steeds voldoende aanwezig is (uiteraard in de mate dat het lokaal voorhanden is). Onder ‘cultuuraanbod’ wordt een breed cultuurbegrip bedoeld: podiumkunsten, muziek, tentoonstellingen, erfgoed, monumenten en landschappen, literatuur, film en allerlei creatieve of kunstzinnige bezigheden. Een agenda met enkel sport of recreatief aanbod mag dus niet gepubliceerd worden onder de noemer UiT. Wanneer de benaming “UiT in X” wordt gebruikt voor actieve promotie (bvb. campagnes, promotionele acties?), dient minimaal 50% van de gepromote of uitgelichte activiteiten van breed-culturele aard te zijn.
3 Praktische aanpak 3.1 Keuze van het scenario De UiTpartner kan kiezen tussen drie verschillende scenario’s voor het gebruik van UiT. De keuze van het scenario wordt vastgelegd in het addendum, het onderdeel van de UiTovereenkomst waarin de praktische aspecten van de samenwerking beschreven worden. Over elk beeldmerk en elke verwijzing vind je meer informatie op de volgende bladzijden. 3.1.1 Scenario 1: UiTpartnerlabel voor een rubriek “UiT in X” kan gebruikt worden als benaming of label van een rubriek in een bestaande publicatie of website zoals de gemeentelijke infokrant of website. In dit geval wordt alle cultuur- en vrijetijdsinformatie samen gebracht onder één rubriek. Deze rubriek kan bestaan uit een agenda, redactionele informatie of een combinatie van beide. In dat geval gelden volgende afspraken:
24/09/20102010-9-24 Richtlijnen voor gebruik van beeldmerken en verwijzingen door UiTpartners_v3.4
3/14
• Een juiste en consequente toepassing van het tekstueel gebruik van “UiT”. • Drukwerk: - Het gepersonaliseerde UiTpartnerlabel “UiT in X” als hoofding van de agenda of rubriek. - Vlakbij de gepubliceerde gegevens: minimaal één banner van de centrale portaalsite, “meer tips op UiTinVlaanderen.be” - Oproep om in te voeren in de UiTdatabank en de deadline voor invoeren in de UiTdatabank met het oog op publicatie in de volgende editie. - Vlieg met legende. • Website: - Het gepersonaliseerde UiTpartnerlabel als hoofding van de agendapagina. - Een juist en consequent gebruik van de online verwijzingen (zie hoger). - De URL UiTinGemeente/RegioX.be verwijst door naar de UiTagendapagina. - Op elke agendapagina: een banner met een link naar de centrale portaalsite, “meer tips op UiTinVlaanderen.be” - (Tekstuele) oproep om in te voeren in de UiTdatabank. - Vlieg met legende. • Andere kanalen: beeldmateriaal op aanvraag en ter bespreking. 3.1.2 Scenario 2: UiTpartnerlabel als lokaal merk voor cultuur en vrije tijd Onder de noemer “UiT in X” kan de UiTpartner ook een volwaardig lokaal cultuur- en vrijetijdsmerk uitbouwen, met specifieke informatiekanalen: bvb. een aparte UiTkrant of UiTmagazine, een UiTwebsite, een UiTzine? In dit geval gelden volgende afspraken: • Een juiste en consequente toepassing van het tekstueel gebruik van “UiT”. • Drukwerk: - Het UiTpartnerlabel “UiT in X” als titel van de publicatie: bvb. UiT in regio Kortrijk, UiT in Hasselt. - Vlakbij de gepubliceerde gegevens: minimaal één banner van de centrale portaalsite, “meer tips op UiTinVlaanderen.be”. - (Tekstuele) oproep om in te voeren in de UiTdatabank en de deadline voor invoeren in de UiTdatabank met het oog op publicatie in de volgende editie. - Vlieg met legende. • Website: - Het UiTpartnerlabel als hoofding van de homepagina. - Een juist en consequent gebruik van de online verwijzingen (zie hoger). - De URL UiTinX.be verwijst door naar de homepagina. - Op elke agendapagina: een banner met een link naar de centrale portaalsite, “meer tips op UiTinVlaanderen.be”. - (Tekstuele) oproep om in te voeren in de UiTdatabank. - Vlieg met legende. • Andere kanalen: beeldmateriaal op aanvraag en ter bespreking. 3.1.3 Scenario 3: UiTinGemeente/RegioX in de vormgeving van de UiTpartner Het derde scenario is een noodscenario in geval de UiTpartner reeds een lokaal UiTmerk heeft met een eigen vormgeving of indien omwille van strenge huisstijlregels het gepersonaliseerde UiTpartnerlabel niet kan/mag gebruikt worden. Dit scenario wordt bij voorkeur vermeden daar de visuele verbinding door middel van het UiTlabel hier kleiner is. De wijze van doorverwijzing wordt in overleg bepaald tussen de UiTpartner en CultuurNet Vlaanderen. Daarbij gelden volgende voorkeursregels: • Een juiste en consequente toepassing van het tekstueel gebruik van “UiT”. • “UiT in X” tekstueel of in eigen vormgeving: • Als titel van een communicatiedrager of een rubriek, bvb. UiT in Leuven, UiT in regio Kortrijk • Als subtitel/baseline van het communicatiekanaal: bvb. Agenda – UiT in Brussel. • Opname van een tekstuele verwijzing of standaard UiTlabel (al dan niet in aangepaste kleur), bvb. in het colofon van de betrokken kanalen (ter bespreking).
24/09/20102010-9-24 Richtlijnen voor gebruik van beeldmerken en verwijzingen door UiTpartners_v3.4
4/14
• Vlakbij de gepubliceerde gegevens: minimaal één banner van de centrale portaalsite, “meer tips op UiTinVlaanderen.be” • (Tekstuele) oproep om in te voeren in de UiTdatabank en voor drukwerk tevens de deadline voor invoeren in de UiTdatabank met het oog op publicatie in de volgende editie. • Vlieg met legende.
4 Inzagerecht voorafgaand aan publicatie Verkeerd gebruik van de beeldmerken en verwijzingen leidt tot een verzwakking van de herkenbaarheid. Daarom wil CultuurNet Vlaanderen in de eerste fase van het aanmaken van de labels nauw toezien op een correcte toepassing. Voorafgaand aan de publicatie dient de UiTpartner daarom een ontwerp ter goedkeuring voor te leggen aan CultuurNet Vlaanderen.
5 Schrijfwijze van “UiT” en het UiTlabel 5.1 Schrijfwijze 5.1.1 Algemeen Het UiTnetwerk is gebaseerd op een geografische benadering, van UiT in regio Kortrijk tot UiT in Hasselt en van UiT in Maldegem tot UiT in Bierbeek. Ook de portaalsite UiTinVlaanderen.be verwijst in de naamgeving bewust op dezelfde manier naar de geografische omschrijving (evenwel betreft het zowel het aanbod van Vlaanderen als Brussel). Om een minimale herkenbaarheid te garanderen in situaties waarbij het ‘visuele’ UiTlabel niet gebruikt wordt, is een consequente schrijfwijze noodzakelijk. • “UiT”: steeds met hoofdletters U en T en kleine letter i. • “UiT in X”: “in”: met kleine letters, gevolgd door de naam van de gemeente of regio met hoofd- en kleine letters volgens de courante spelling (bvb. UiT in Aalst, UiT in het Meetjesland, UiT in de provincie Antwerpen). • Er zijn ook afgeleiden mogelijk met UiT die bij voorkeur op dezelfde consequente manier geschreven worden: UiTpas, UiTpunt, UiTlijn, UiTshop, UiTmagazine, UiTwebsite UiTmail, ? Het achtervoegsel is steeds in kleine letters geschreven, zonder spatie of koppelteken tussen UiT en het achtervoegsel. 5.1.2 Online verwijzingen (URL en navigatie) CultuurNet registreerde alle beschikbare URL’s (webadressen) met de combinatie “UiTinX.be”. Bedoeling is om deze URL’s te laten verwijzen naar de pagina van de partnerwebsite waar de lokale UiTagenda te vinden is. Op eenvoudige vraag draagt CultuurNet de URL over aan de UiTpartner. Als de UiTagenda niet rechtstreeks op de homepage te vinden is, is het belangrijk om goede links te leggen vanaf de homepage, maximaal one click away. Liefst gebeurt dit eveneens vanuit verschillende relevante onderdelen van de website, zoals bijvoorbeeld cultuur, jeugd, sport? Om de herkenbaarheid te vergroten, gebeurt ook dit onder de noemer “UiT”: • De agenda kan bereikbaar zijn via een navigatierubriek (= een onderdeeltje in de navigatiestructuur). Deze verwijzing wordt bij voorkeur “UiT in X” of “UiTagenda” genoemd. • De agenda kan ook bereikbaar zijn via een banner. Deze bevat bij voorkeur het UiTpartnerlabel (zie verder) of de naam “UiTagenda”, eventueel aangevuld met een baseline (bvb. “UiT in Bierbeek – vrijetijdsagenda” of “UiT in Maldegem – dé vrijetijdsagenda van Maldegem). CultuurNet ontwikkelt enkele sjablonen die aangepast kunnen worden aan de specifieke UiTpartner.
24/09/20102010-9-24 Richtlijnen voor gebruik van beeldmerken en verwijzingen door UiTpartners_v3.4
5/14
•
Additioneel kunnen ook tekstlinks gelegd worden vanuit diverse onderdelen van de website, zoals bv. de pagina’s van de dienst cultuur/vrije tijd/? Ook dit gebeurt bij voorkeur met de benaming “UiT in X“ of “UiTagenda”, eventueel aangevuld met een lokale baseline of slogan.
5.2 Het UiTlabel Het basis UiTlabel is grafisch uitgewerkt als een deur waarlangs je UiT gaat. Het is geconcipieerd als kameleonlogo dat vlot in diverse contexten ingepast en aangepast kan worden, zonder zijn kracht te verliezen. Om de herkenbaarheid te bewaken, dienen de richtlijnen voor gebruik van het label gerespecteerd te worden. Figuur 1
Het UiTpartnerlabel is een variante van het basis UiTlabel. Het wordt gepersonaliseerd voor elke UiTpartner: • Door het aanpassen van de extensie: de (geografische) naam van de UiTpartner: UiT in WestVlaanderen, UiT in Oudenaarde, UiT in Mechelen, ? • Door het aanpassen van de kleur aan de gewenste (huisstijl)kleur(en). In principe kan door de UiTpartner elke gewenste kleur gebruikt worden. Zwart wordt bij voorkeur zo veel mogelijk vermeden. Het UiTpartnerlabel bestaat in twee varianten: een horizontale en een verticale. Een basisset van gepersonaliseerde UiTpartnerlabels wordt door CultuurNet Vlaanderen aangemaakt in overleg met de UiTpartner (zie verder). Let goed op wanneer je zelf het UiTlabel bewerkt dat je de richtlijnen voor het personaliseren van het UiTpartnerlabel naleeft (zie hoofdstuk 6 vanaf pagina 10).
6 Algemene beeldmerken en verwijzingen De hieronder vermelde algemene beeldmerken en verwijzingen kunnen gedownload worden op http://www.cultuurnet.be/uitdatabank/uitdatabank-werkmateriaal/beeldmerken.
6.1 Verwijzing naar UiTinVlaanderen.be De portaalsite UiTinVlaanderen.be (de opvolger van cultuurweb.be) verwijst uitdrukkelijk naar partnersites en draagt het herkenbare UiTlabel. Door de organisatie van landelijke acties en campagnes kunnen UiTpartners bovendien optimaal mee profiteren van de visuele verwantschap.
24/09/20102010-9-24 Richtlijnen voor gebruik van beeldmerken en verwijzingen door UiTpartners_v3.4
6/14
In de samenwerkingsvoorwaarden voor UiTpartners staat dat het beeldmerk bij elke publicatie van data uit de UiTdatabank vermeld moet worden. Dit is belangrijk om het UiTnetwerk aan elkaar te knopen en te tonen dat ook jouw gemeente er deel van uitmaakt. Aandachtspunten: • Voor de verwijzing dient het beeldmerk “Meer tips op UiTinVlaanderen.be” gebruikt te worden, niet het gewone logo van UiTinVlaanderen.be. • Online dient aan de afbeelding de URL http://www.uitinvlaanderen.be gehangen te worden. • In print volstaat één vermelding van het beeldmerk, online dient het beeldmerk zichtbaar te zijn op elke pagina waarop de data gepubliceerd worden (bij voorkeur in de hoofding / zoekbox). • De verwijzing naar de UiTdatabank geldt niet als alternatief voor de verwijzing naar UiTinVlaanderen.be; dit is immers louter een invoerplatform en heeft geen enkele publieksgerichte waarde.
6.2 Oproep om in te voeren in de UiTdatabank Om ervoor te zorgen dat de lokale UiTagenda zo goed mogelijk gevuld is, wordt aan de UiTpartner gevraagd om de lokale organisatoren actief op te roepen om in te voeren in de UiTdatabank (of eventueel de eigen databank in het geval van omgekeerde datastromen). Deze verwijzing wordt liefst zo dicht mogelijk in de buurt van de gepubliceerde gegevens geplaatst. Daar de verwijzing naar de UiTdatabank geen publieksgerichte functie heeft, moet dit niet per se in een vormgeving van UiT gebeuren. De verwijzing kan op verschillende manieren. • Publicatie van de standaard ‘oproep tot invoeren in de UiTdatabank’. • Een eigen banner, advertentie of tekstvermelding. Hierdoor wordt de verwijzing beter opgenomen in de eigen vormgeving van de UiTpartner. Volgende modelteksten kunnen als inspiratie dienen: - Wil je zelf een activiteit toevoegen? Dat kan! Surf naar UiTdatabank.be en vraag je invoeraccount aan. Je activiteit verschijnt dan niet alleen hier, maar ook op UiTinVlaanderen.be en tal van andere digitale en gedrukte agenda’s. - Zelf een activiteit toevoegen? Dat kan via www.UiTdatabank.be. - Organiseert u zelf een evenement en wilt u het toevoegen aan deze agenda? Dat kan via www.UiTdatabank.be. - Zelf een leuk evenement? Bij de UiTdatabank kunt u zelf een login en paswoord aanvragen om uw evenement/ activiteit in de agenda te stoppen. >> Naar de UiTdatabank - De agenda wordt samengesteld met gegevens uit de UiTdatabank. Organisatoren kunnen zelf hun activiteiten toevoegen. Wil je meer uitleg over de werking van de UiTdatabank, ga dan naar www.uitdatabank.be of neem contact op met X. Aandachtspunten: • Bij elke verwijzing dient de URL www.uitdatabank.be duidelijk vermeld te worden, voor online toepassingen met een aanklikbare link. • Bij print is het cruciaal om ook de deadline voor invoeren te vermelden. Deze is uiteraard ook niet opgenomen in de standaard banner.
6.3 Gebruik van icoontje Vlieg voor kinder(cultuur)aanbod Op www.cultuurnet.be/kinderen vind je meer informatie over de inspanningen van CultuurNet voor het stimuleren van cultuurparticipatie bij kinderen, onder meer via het icoontje Vlieg. Ook de UiTpartner kan een belangrijke rol spelen in het stimuleren van cultuurparticipatie bij kinderen.
24/09/20102010-9-24 Richtlijnen voor gebruik van beeldmerken en verwijzingen door UiTpartners_v3.4
7/14
6.3.1 Agenda met kinderactiviteiten De UiTpartner kan informatie over (cultuur)activiteiten mee helpen verspreiden door kinderactiviteiten op te nemen in een agenda, en dit zowel op websites als in print. Dat kan een onderdeel zijn van een bredere UiTagenda (met een rubriek UiT met kinderen bijvoorbeeld), of een specifieke agenda met enkel het kinderaanbod. Wie een UiTagenda maakt op basis van de UiTdatabank, kan Vlieg gemakkelijk zelf gebruiken. •
Deze Vliegjes stromen automatisch door naar de UiTagenda op basis van widgets. Er is ook een zogenaamde ‘tooltip’: als je met de muis beweegt over het icoontje, wordt er een legende getoond. Een speciale ‘Vliegagenda’ met enkel kinderaanbod vind je op www.uitmetvlieg.be.
•
Wie zelf een digitale UiTagenda bouwt en gegevens uitwisselt via XML of Search API, dient er zelf voor te zorgen dat Vlieg ook wordt geïmplementeerd in de eigen website. Minimaal wordt Vlieg gebruikt als aandachtstrekker bij de rubriek met kinderaanbod. Bij voorkeur verschijnt Vlieg ook automatisch bij elke kinderactiviteit, in overzichtslijsten en op detailpagina’s. Belangrijk is ook om een legende te tonen waarin wordt uitgelegd wat het icoontje betekent. Neem voor meer informatie contact op met je provinciale UiTmedewerker.
•
Ook voor een agenda in drukwerk op basis van Datarapporten dient de UiTpartner zelf te bepalen hoe Vlieg wordt gebruikt: als icoontje bij individuele activiteiten of als aanduiding bij een rubriek. Ook hier is een legende met een woordje uitleg over Vlieg noodzakelijk.
6.3.2 Actieve promotie Vlieg kan daarnaast ook gebruikt worden voor actieve promotie zoals evenementen, acties, redactionele rubrieken, ? Vlieg signeert al het breed culturele aanbod en vrijetijdsactiviteiten, maar heeft een boontje voor cultuur. •
•
In een redactionele rubriek met zowel cultureel als ander kinderaanbod kan Vlieg de culturele activiteiten extra in het oog doen springen tussen andere activiteiten. Dat kan bvb. als een kaderstukje met “De tips van Vlieg” of als een Vliegje dat letterlijk langs de activiteiten fladdert en stilstaat bij de culturele activiteiten. Een rubriek of publicatie met enkel cultuuractiviteiten, kan Vlieg gebruiken als aandachtstrekker voor de volledige rubriek of publicatie.
6.3.3 Algemene spelregels • Gebruik 'Vlieg' als aanduiding van het kinderaanbod in de communicatie. Vlieg is geen sponsor, maar wel een pictogram dat iets extra vertelt over het aanbod. • Vlieg is bedoeld voor (cultuur)aanbod voor kinderen jonger dan 12 jaar en mag dus zeker niet gebruikt worden om jongerenaanbod mee te labelen. • Gebruik bij voorkeur een zwarte Vlieg met witte ogen en witte vleugels. Indien je Vlieg wil aanpassen voor een specifieke toepassing, gelieve dit dan op voorhand te melden aan de partnermedewerker die jouw dossier beheert. Op die manier voorkomen we een wildgroei aan varianten van Vlieg. • Plaats steeds een legende bij Vlieg: Dit moet gebeuren bij elke publicatie waarin Vlieg voorkomt want de precieze betekenis van Vlieg is lang nog niet bij iedereen bekend. Er is een standaard “Vlieg met legende” beschikbaar; indien dit te groot is mag de UiTpartner deze legende ook op een andere manier vermelden. • Het gebruik van Vlieg is volledig vrij van rechten. • Diverse varianten van Vlieg kunnen gedownload worden op www.cultuurnet.be/uitdatabank/uitdatabank-werkmateriaal/beeldmerken.
24/09/20102010-9-24 Richtlijnen voor gebruik van beeldmerken en verwijzingen door UiTpartners_v3.4
8/14
Heb je een idee of voorstel om Vlieg op een creatieve manier te gebruiken? Neem dan contact op met de provinciale UiTmedewerker die jouw dossier beheert. Hij of zij speelt je voorstel door ter bespreking naar de juiste personen bij CultuurNet Vlaanderen.
7 Basisset gepersonaliseerd UiTpartnerlabel CultuurNet Vlaanderen bezorgt aan de UiTpartner een basisset gepersonaliseerde UiTpartnerlabels. Daarvoor dient de partner aan CultuurNet Vlaanderen te laten weten wat er precies nodig is op vlak van kleuren en afmetingen. De manier van werken hangt een beetje af of de UiTpartner beschikt over een huisstijlhandboek of richtlijnen voor de vormgeving, en of er al dan niet samengewerkt wordt met een vormgever die zelf aanpassingen kan doen.
7.1 Optie 1: de UiTpartner beschikt niet over huisstijlrichtlijnen en ook niet over een vormgever In dit geval geeft de UiTpartner een voorbeeld door van de gewenste kleur(en) alsook de gewenste formaten (hoogte-breedte in pixels voor website en in millimeter voor drukwerk). CultuurNet Vlaanderen levert een onmiddellijk bruikbare set logo’s af, naar keuze de horizontale of de verticale variant van het UiTpartnerlabel, of beide. Daarbij wordt geprobeerd om de gewenste kleuren zo goed mogelijk te benaderen, maar CultuurNet Vlaanderen kan geen garanties geven dat het identiek de gewenste tint zal zijn.
7.2 Optie 2: de UiTpartner beschikt wel over huisstijlrichtlijnen maar niet over een vormgever In dit geval kan in principe probleemloos volgende informatie bezorgd worden waarmee CultuurNet Vlaanderen de gewenste logo’s kan aanmaken: • Voor drukwerk (CultuurNet bezorgt naar keus een hoge-resolutie jpeg-, eps- en/of pdf-file): - De beschikbare ruimte (hoogte – breedte in mm). - Voorkeur voor horizontale of verticale variante (of beide). - De gewenste kleur (best een van de kleuren die elders in de publicatie gebruikt wordt): afhankelijk van de druk is dat in CMYK voor quadri of Pantone voor ander drukwerk. • Voor websites (CultuurNet bezorgt naar keus een hoge-resolutie jpeg- gif-, png- en/of epsfile): - De beschikbare ruimte (hoogte-breedte in pixels). - Voorkeur voor horizontale of verticale variante (of beide). - De gewenste kleur: RGB-waarden (rood-groen-blauw), kleurtoon, verzadiging en helderheid.
7.3 Optie 3: de UiTpartner werkt met een vormgever en wil zelf het UiTpartnerlabel aanpassen In dit geval kan aan hij of zij zelf aan de slag met een basis UiTpartnerlabel in eps-formaat, samen met de richtlijnen voor gebruik van het UiTlabel. Zo kan de vormgever het UiTpartnerlabel zelf verder aanpassen, rekening houdend met de richtlijnen. Opgelet: bij deze optie kunnen problemen ontstaan indien de vormgever met oudere software werkt (de basislabels zijn aangemaakt in Adobe Illustrator CS2).
24/09/20102010-9-24 Richtlijnen voor gebruik van beeldmerken en verwijzingen door UiTpartners_v3.4
9/14
In dit geval moet er over het ontwerp vooraf afgestemd worden met CultuurNet Vlaanderen om te garanderen dat de hieronder vermelde richtlijnen voor gebruik gerespecteerd worden, en dit door een pdf van de opmaak voor te leggen ter goedkeuring.
8 Grafische richtlijnen voor het UiTpartnerlabel 8.1 Lettertype De gebruikte lettertypes ITC Franklin Gothic Book en ITC Franklin Gothic Heavy zijn standaardlettertypes die standaard beschikbaar zijn bij de meeste Microsoftprogramma’s. ITC Franklin Gothic Book
ITC Franklin Gothic Heavy
acdefghijklmnopqrstuvwxyz ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ 0123456789 8@#$^&*()
abcdefghijklmnopqrstuvwxyz ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ 0123456789 8@#$^&*()
8.2 Kleurgebruik Het UiTlabel en UiTpartnerlabel kan variëren van kleur maar is wel steeds in één kleur en wordt als geheel gebruikt. Het is niet toegestaan om verschillende kleuren door elkaar te gebruiken: verschillende kleuren voor de letters van UiT, deurtje in een andere kleur, UiT en deurtje in een andere kleur dan de extensie, ? FOUT!!
8.3 Verhoudingen en beschermzone Rond het logo is een beschermzone voorzien om de expressiekracht van het logo te garanderen. Een volledig gekleurde achtergrond is mogelijk, net als een afbeelding. Maar de achtergrond dient het volledige vlak te bestrijken incl. beschermzone. Ook is het cruciaal dat de juiste verhoudingen gebruikt worden om de herkenbaarheid van het logo te kunnen garanderen. FOUT!!
24/09/20102010-9-24 Richtlijnen voor gebruik van beeldmerken en verwijzingen door UiTpartners_v3.4
10/14
8.3.1 Het horizontale UiTpartnerlabel De plaatsnaam of naam van de UiTpartner wordt naast het UiTlabel geplaatst op afstand C. De grootte van het corps op x-hoogte is gelijk aan 2 x A. De plaatsnaam staat precies in het midden van het logo, op een hoogte gelijk aan 2 x A. Enkel de plaatsnaam wordt steeds met hoofdletter geschreven. Bvb.
Logo van 30 x 50 mm: C = 4,2 mm, A = 5 mm, corps = 52 pt. Logo van 100 x 60 mm: C = 8,5 mm A = 10,0 mm corps = 111 pt.
Beschermzone = blauw = C
De plaatsnaam staat precies in het midden van het logo, op een hoogte gelijk aan 2 x A. Dus niet op gelijke hoogte met het UiTlabel of op twee regels geschreven. FOUT!!
8.3.2 Het verticale UiTpartnerlabel De partnernaam staat steeds onder het UiTlabel op een afstand gelijk aan C. De grootte van het corps op x-hoogte is gelijk aan A. Enkel de partnernaam wordt steeds met hoofdletter geschreven.
24/09/20102010-9-24 Richtlijnen voor gebruik van beeldmerken en verwijzingen door UiTpartners_v3.4
11/14
Bvb.
Logo van 30 x 50 mm: C = 4,2 mm, A = 5 mm, corps = 28pt. Logo van 100 x 60 mm: C = 8,5 mm, A = 10 mm, corps = 56,5 pt.
Indien de partnernaam een koppelteken bevat, gebruiken we twee regels. De interlinie is steeds gelijk aan C.
Blauw = beschermzone = C.
FOUT!!
24/09/20102010-9-24 Richtlijnen voor gebruik van beeldmerken en verwijzingen door UiTpartners_v3.4
12/14
9 Richtlijnen voor afgeleiden van UiT (UiTpas, UiTmarkt,3) 9.1 Horizontale afgeleide Voor afgeleiden van UiT, zoals UiTmarkt, UiTpas, UiTagenda, UiTnetwerk, ? gelden volgende richtlijnen. Het zelfstandig naamwoord wordt met kleine letter geschreven, zonder koppelteken. Het wordt geplaatst naast het UiTlabel op een afstand gelijk aan C. De grootte van het corps op x-hoogte is gelijk aan 2 x A. De extensie staat precies in het midden van het UiTlabel, op een hoogte gelijk aan 2 x A. Bvb.
Logo van 30 x 50 mm: C = 4,2 mm, A = 5 mm, corps = 52 pt. Logo van 100 x 60 mm: C = 8,5 mm A = 10 mm corps = 111 pt.
Blauw = beschermzone = C.
FOUT!!
24/09/20102010-9-24 Richtlijnen voor gebruik van beeldmerken en verwijzingen door UiTpartners_v3.4
13/14
9.2 Verticale afgeleide De extensie shop, pas, netwerk, ? wordt geplaatst onder het UiTlabel op een afstand gelijk aan C. De grootte van het corps op x-hoogte is gelijk aan A. Bvb.
Logo van 30 x 50 mm: C = 4,2 mm, A = 5 mm, corps = 28pt. Logo van 100 x 60 mm: C = 8,5 mm, A = 10 mm, corps = 56,5 pt.
Blauw = beschermzone = C.
24/09/20102010-9-24 Richtlijnen voor gebruik van beeldmerken en verwijzingen door UiTpartners_v3.4
14/14