Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) versie 1.08
Vanaf 1 januari 2005
Voorwoord Vanaf 1 januari 2005 voert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) uit. De eerste levering aan het CBS zal plaatsvinden in juli 2005, over de verslagperiode januari t/m juni 2005. Deze statistiek is de opvolger van de Monitor Scholing en Activering (MOSA), de WIWstatistiek en de ID-banenmonitor. Bij de SRG blijft de waarneming, net als bij de MOSA, halfjaarlijks. Ten opzichte van de MOSA verandert er een aantal dingen: - De waarneming zal plaatsvinden onder alle gemeenten, i.t.t. de MOSA, die onder de 85 grootste gemeenten uitgevoerd werd. - De hoeveelheid informatie die uitgevraagd wordt, is verminderd ten opzichte van de MOSA. - De uitvraag op het terrein van de loonkostensubsidies is onderdeel gemaakt van de SRG, waardoor de WIW-statistiek en de I/D-banenmonitor in hun geheel komen te vervallen. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste wijzigingen in de vraagstelling, die per 1 januari 2005 van kracht zullen zijn. Wijzigingen in de vraagstelling ten opzichte van de Monitor Scholing en Activering Toegevoegde en behouden kenmerken - Statistiekcode - Naam softwarepakket - Release/versienummer softwarepakket - Registratienummer: Het CBS zal dit nummer gebruiken om terug te koppelen naar gemeenten. Het is dus van belang dat binnen de software die de gemeente gebruikt een zoekfunctie op basis van een registratienummer beschikbaar is. - Postcode - Huisnummer - Huisletter Deze gegevens zijn alleen noodzakelijk indien het sofi-nummer - Huisnummertoevoeging niet bekend is. - Aanduiding bij huisnummer -
Doelgroep ten tijde van het aanbod Datum aanbod Begindatum traject Loonkostensubsidie Begindatum loonkostensubsidie Einddatum loonkostensubsidie Einddatum traject Reden einde traject
Verwijderde kenmerken - Fase indeling bij inschrijving als werkzoekende - Fase indeling (meest actueel) - Opleidingsniveau - Datum opleggen arbeidsverplichting - Actuele status arbeidsverplichting - Indicatie arbeidshandicap - Aantal uren beschikbaar - Datum inschrijving Arbvo/CWI - Datum aanvang uitkeringsperiode - Uitkerings/inkomenssituatie: komt gedeeltelijk in de SRG terug als het kenmerk doelgroep ten tijde van het aanbod. - Datum einde uitkeringsverhouding - Reden einde uitkeringsverhouding - Datum aanvang arbeidsverhouding - Soort gesubsidieerd dienstverband - Datum goedkeuren reïntegratieplan: komt in gewijzigde vorm terug in de SRG als datum aanbod.
-
Ingezet trajectinstrument Startdatum toepassing instrument Einddatum toepassing instrument Financieringsbron Datum einde dienstverlening: komt in gewijzigde vorm terug als het kenmerk einddatum traject. Reden einde dienstverlening: komt in gewijzigde vorm terug als het kenmerk reden einde traject.
Daarnaast vervallen de WIW-statistiek en de ID-banenmonitor in hun geheel. Met de invoering van de SRG wordt een aanzienlijke reductie in de uitvraag aan gemeenten tot stand gebracht op het gebied van de gemeentelijke reïntegratie.
Colofon Samenstelling Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken Sector Statistische Analyse personen Voorburg (SAV) Contact Kies op www.cbs.nl/sz de link ‘Contact’. Vervolgens kunt u het e-mailadres van de gewenste persoon kiezen. CBS Voorburg Prinses Beatrixlaan 428 Postbus 4000, 2270 JM Voorburg Telefoon (070) 337 38 00 Fax: (070) 387 74 29
Inhoud 1.
Inleiding
2.
Achtergrond en algemene toelichting
3.
Overzicht kenmerken SRG en controles
4.
Toelichting per kenmerk
5.
Praktijkvoorbeelden
6.
Aanlevering en verwerking
7.
Technische recordbeschrijving
CBS Heerlen Kloosterweg 1 Postbus 4481, 6401 CZ Heerlen Telefoon (045) 570 60 00 Fax: (045) 572 74 40 © Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen 2004 Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudiging voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan. Informatie Internet: www.cbs.nl/sz
Centraal Bureau voor de Statistiek
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
5
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
6
1. Inleiding Deze richtlijnen zijn bedoeld als hulpmiddel bij het vastleggen en verstrekken van gegevens voor de halfjaarlijkse Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) en is bedoeld voor gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor de aanlevering van de gegevens, en de softwareleveranciers, die software leveren aan de gemeenten die o.a. tot doel heeft de statistiekgegevens te registreren en te exporteren. In de richtlijnen is zo eenduidig mogelijk aangegeven welke gegevens aangeleverd moeten worden en aan welke voorwaarden de aanlevering moet voldoen om een goede verwerking mogelijk te maken. De SRG bevat informatie over door gemeenten ingezette reïntegratievoorzieningen. De hoeveelheid informatie is in vergelijking met de totale uitvraag van de drie voorgangers van de SRG (de MOSA, de WIW-statistiek en de ID-banenmonitor) sterk verminderd. In de algemene toelichting (hoofdstuk 2) is omschreven, hoe de selectie van de aan te leveren records is te maken. In hoofdstuk 3 vindt u een overzicht van de aan te leveren informatie en technische controles. In hoofdstuk 4 worden de definities van de aan te leveren informatie geven. Hoofdstuk 5 bevat praktijkvoorbeelden om de wijze van invullen te illustreren. Hoofdstuk 6 en 7 gaan in op de manier van aanlevering en de technische recordopbouw.
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
7
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
8
2. Achtergrond en algemene toelichting Achtergrond De SRG is ontwikkeld met als doel, een landelijk beeld te genereren van de reïntegratieactiviteiten die door gemeenten voor hun doelgroep worden ingezet. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gebruikt de informatie uit de SRG om verantwoording af te leggen aan de Kamer over - onder meer - het bereik en de effectiviteit van de reïntegratie en aan de Europese Commissie over de mate waarin een ‘sluitende aanpak’ wordt bereikt. Ook gemeenten zelf krijgen gegevens uit de SRG door het CBS teruggekoppeld voor eigen gebruik. Daarnaast wordt een aantal gemeentelijke kerncijfers ontleend aan de SRG, die in de zogenoemde ‘kernkaart’ door SZW openbaar worden gemaakt. Met name over de sluitende aanpak zal de SRG informatie moeten leveren. Doel van deze ‘sluitende aanpak’ is, dat iedere werkzoekende die binnen de gemeentelijke doelgroep van reïntegratie valt, binnen een jaar na instroom in de werkloosheid door de gemeente een voorziening gericht op arbeidsinschakeling aangeboden krijgt. De SRG dient niet alleen informatie te genereren over dit ‘aanbod’ en het tijdstip daarvan, maar ook over het traject dat vervolgens wordt ingezet en over de resultaten van dat traject, in termen van uitstroom naar werk. Informatie over alle specifieke voorzieningen die worden ingezet, is voor verantwoordingsdoeleinden niet strikt noodzakelijk en wordt dus ook niet meer voor de SRG uitgevraagd, uitgezonderd de specifieke informatie over de inzet van loonkostensubsidies, waarover de Minister wel geïnformeerd dient te blijven, onder andere in verband met de Europese Commissie. De SRG dient derhalve per persoon informatie op te leveren over: • De aanwezigheid van een aanbod, en het tijdstip daarvan; • De inzet van een of meer voorzieningen, waarbij de inzet van loonkostensubsidies onderscheiden wordt; • Het tijdstip waarop het traject (=de periode van gemeentelijke reïntegratie-inspanningen) wordt beëindigd, en de reden daarvan. De opzet van de statistiek is daarom als volgt: • De informatielevering over een persoon gaat van start zodra aan deze persoon het voorstel wordt gedaan, een concrete voorziening gericht op arbeidsinschakeling in te zetten. De datum waarop dit voorstel wordt gedaan, wordt voor de SRG vastgelegd als datum aanbod. • Indien er vervolgens daadwerkelijk een of meer voorzieningen worden ingezet (ongeacht financieringsbron), is er sprake van een traject. Voor de SRG wordt de begindatum van het traject vastgelegd. Deze is gelijk aan de begindatum van de eerst ingezette voorziening. • Indien op enig moment in dit traject een loonkostensubsidie wordt ingezet, wordt in de SRG de begin- en einddatum van die loonkostensubsidie vastgelegd. • Wanneer de gemeente na de inzet van een of meer voorzieningen besluit, de reïntegratieactiviteiten voor deze persoon te staken, wordt voor SRG een datum einde traject vastgelegd, met de reden of oorzaak van beëindiging.
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
9
Schematisch: TRAJECT= inzet van 1 of meer voorzieningen
Voorziening 1
Voorziening3
Voorziening 2
datum aanbod
begindatum traject
einddatum traject
In hoofdstuk 4 wordt een uitgebreide toelichting op de beschreven meetpunten gegeven.
Afbakening populatie Halfjaarlijks worden gegevens aangeleverd over: • Alle personen uit de gemeentelijke doelgroep aan wie in de verslagperiode (=het afgelopen half jaar) een aanbod is gedaan, en • Alle personen uit de gemeentelijke doelgroep voor wie in de verslagperiode een voorziening is ingezet. Deze aanlevering vindt plaats met toepassing van twee selectiecriteria. Na afloop van een halfjaar (verslagperiode) worden alle records aangeleverd waarvoor minstens één van de volgende voorwaarden geldt: selectie 1. (datum aanbod is gevuld met een datum en (datum aanbod ligt vóór of in de verslagperiode)) EN (einddatum traject ligt in of na de verslagperiode óf is nog onbekend (‘00000000’)) EN (einddatum traject <> niet van toepassing (‘99999999’)) Dit zijn alle trajecten die lopend zijn in de verslagperiode en eindigen in of na de verslagperiode, alsmede nog niet gestarte trajecten, waarvoor wel een aanbod is gedaan. Als na een aanbod geen traject volgt (bijvoorbeeld omdat de cliënt heeft afgezien van deelname (zie voorbeeld 7 in hoofdstuk 5)) zijn begin- en einddatum van het traject niet van toepassing, en worden gevuld met negens. Deze persoon wordt niet onder selectie 1, maar volgens selectie 2 aangeleverd. selectie 2. (einddatum traject ligt vóór de verslagperiode of is niet van toepassing (‘99999999’)) EN het kenmerk einddatum traject is ingevuld, gewijzigd of gevuld met niet van toepassing (‘99999999’) in de verslagperiode. Het gaat hier om de trajecten die voor de verslagperiode zijn geëindigd, maar waarvan de beëindigingsdatum pas is ingevoerd in de verslagperiode, alsmede trajecten die nooit hebben plaatsgevonden en waarvan de einddatum in de verslagperiode is gevuld met negens (zie voorbeeld 7). Alle trajecten, waarbij de einddatum is ingevoerd of gewijzigd in de verslagperiode worden hier geselecteerd.
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
10
Belangrijke definities voor afbakening populatie Bij het maken van deze selecties zijn de volgende definities van belang: verslagperiode: het halfjaar waarover volgens bovenstaande selecties gegevens worden geleverd. Deze periode is ófwel gelijk aan de periode 1 januari t/m 30 juni, ófwel gelijk aan de periode 1 juli t/m 31 december. datum aanbod: Zie voor de definitie hoofdstuk 4 van deze richtlijnen. einddatum traject: de datum per wanneer de gemeente alle reïntegratieactiviteiten voor de klant besluit te beëindigen. Zie voor een uitgebreide definitie hoofdstuk 4 van deze richtlijnen. het kenmerk einddatum traject is ingevuld, gewijzigd of niet van toepassing verklaard in de verslagperiode: Het moment waarop de einddatum traject ingevoerd of aangepast is, wordt per traject bijgehouden. Deze datum zou automatisch gelijk moeten worden gemaakt aan de systeemdatum, op het moment dat de einddatum traject wordt ingevuld of wordt gewijzigd. Het is belangrijk dat softwareleveranciers deze selectie implementeren in de software, zodat voorkomen wordt dat er informatie ontbreekt als gevolg van administratieve vertraging.
Omschrijving populatie Informatie wordt aangeleverd over de personen voor wie de gemeenten de reïntegratie dienen te verzorgen en aan wie in de verslagperiode een aanbod is gedaan en/of een traject loopt. Dit betreft: 1) in de gemeente woonachtige personen met een uitkering krachtens de WWB, BBZ, IOAW, IOAZ waarvoor geldt dat zij met het oog op reïntegratie een aanbod krijgen of al gestart zijn met een traject. Ook kan het gaan om WWIK-uitkeringsgerechtigden, over wie de centrumgemeenten de reïntegratie-informatie via de SRG verstrekken. 2) in de gemeente woonachtige personen zonder uitkering of met een ANW-uitkering die zich als werkzoekende hebben ingeschreven, aan de gemeente kenbaar hebben gemaakt voor reïntegratie in aanmerking te willen komen en die vervolgens een aanbod krijgen. 3) personen die door middel van een loonkostensubsidie naar werk zijn uitgestroomd of uitstromen en daardoor niet meer uitkeringsafhankelijk zijn of waarbij de uitkering kan worden verminderd gezien de verkregen inkomsten uit arbeid uit die gesubsidieerde arbeidsplaats; 4) Ten slotte kan het gaan om personen die weliswaar tot de reïntegratiedoelgroep van het UWV behoren, maar voor wie afspraken zijn gemaakt met de gemeente over de reïntegratie (WWB, e e art. 7, 3 lid,2 volzin) en voor wie deze reïntegratie door de gemeente wordt gerealiseerd. De gemeente die de ingezette voorzieningen voor een persoon bekostigt levert de SRG-informatie aan. Doorgaans zal dit de woongemeente zijn, maar in het geval van zogenoemde buitensteedse IDers en WWik-ers kan het ook een niet-woongemeente zijn. Hoeveel records? Er wordt voor elke cliënt die een aanbod heeft gehad minimaal één record aangeleverd, waarin het kenmerk begindatum traject al dan niet gevuld is. Wanneer er binnen het traject op enig moment een loonkostensubsidie wordt ingezet, wordt ook de begindatum loonkostensubsidie ingevuld. Wanneer er in het kader van hetzelfde traject meerdere malen een loonkostensubsidie wordt ingezet, wordt er voor een cliënt meer dan één begindatum loonkostensubsidie ingevuld. Voor elke keer dat er een nieuwe begindatum loonkostensubsidie is ingevuld wordt één extra record aangeleverd. Zie voorbeeld 8 uit hoofdstuk 5 voor een voorbeeld van de wijze van registratie bij meerdere periodes met loonkostensubsidie. Als er voor een cliënt in de verslagperiode meerdere trajecten lopend waren, wordt voor elk traject minstens één record aangeleverd (en meer dan één als er ook nog eens meerdere perioden loonkostensubsidie van toepassing waren). Het is niet de bedoeling dat voor elke voorziening een nieuw record wordt aangeleverd. Een traject is namelijk gedefinieerd als het geheel van één of meer voorzieningen. Eerste aanlevering aan het CBS Gegevens over een reïntegratietraject worden voor de eerste maal aangeleverd als voor het eerst aan minstens één van de selecties 1 en 2 wordt voldaan. Niet aanleveren aan het CBS Records die niet (meer) voldoen aan selectie 1 of 2 worden niet aangeleverd aan het CBS. Aanlevering van de per ultimo 2004 lopende MOSA / WIW / ID –gegevens
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
11
Voor alle gemeenten geldt, dat trajecten die al liepen in 2004 en die in 2005 doorlopen, in de SRGregistratie worden opgenomen. De MOSA-gemeenten kunnen een aantal relevante gegevens over de lopende trajecten uit de MOSA overnemen in de SRG-registratie. De overige gemeenten dienen de gegevens over de lopende trajecten zelf in de SRG-registratie in te brengen. Voor alle gemeenten geldt, dat de relevante gegevens over lopende gesubsidieerde banen vanuit de registratie voor de WIW-statistiek en de ID-banenmonitor kunnen worden overgenomen in hun SRG-registratie. De per 31 december 2004 lopende MOSA-trajecten en loonkostensubsidies moeten terugkomen in de eerste aanlevering van de SRG, over de eerste helft van 2005. - Het CBS heeft een conversietabel opgesteld waarmee softwareleveranciers en (met name G85-) gemeenten kunnen zien welke MOSA-trajecten in de SRG-applicatie opgenomen moeten worden en met welke informatie de SRG variabelen moeten worden gevuld. Deze is te downloaden op www.cbs.nl/sz onder ‘Statistiek Reïntegratie door Gemeenten’. - De gegevens van de per 31 december 2004 nog lopende loonkostensubsidies (op basis van de ID-monitor en de WIW-statistiek) zullen begin 2005 door CBS aangeleverd worden aan gemeenten, zodat deze in de SRG-applicatie ingevoerd kunnen worden.
Vragen van softwareleveranciers/gemeenten en antwoorden CBS 1. N.a.v. selectie 2: Het lijkt ons vreemd dat er een einddatum ergens wordt ingevuld, terwijl er niet eens een traject opgestart is. Hoe wordt dit bedoeld? Hiermee wordt niet bedoeld dat records geselecteerd moeten worden waarbij alleen de einddatum traject is ingevuld. Wij gaan ervan uit dat er pas een einddatum ingevuld kan worden als de begindatum al eerder is ingevuld. Dit als uitgangspunt nemend is alleen einddatum traject bepalend voor het wel of niet aangeleverd worden aan het CBS. Daarbij wordt dan een volledig record aangeleverd waarin alle kenmerken gevuld zijn. 2. Waarom is er gekozen voor een selectie op basis van het moment waarop de einddatum is ingevuld (selectie 2)? Het opnemen van dit selectiecriterium is de enige echte garantie dat administratieve vertraagde registratie alsnog in een latere levering mee wordt geleverd. Dit maakt het ook mogelijk om de levering van het CBS-bestand direct plaats te laten vinden na afloop van de verslagperiode, zonder dat gemeenten een aantal weken nodig hebben om alle gegevens die betrekking hebben op de verslagperiode, in te voeren in het systeem. 3. Moeten bij ieder traject dat wordt aangeleverd ook alle periodes van loonkostensubsidie worden aangeleverd, ook als deze periodes van loonkostensubsidie in hun geheel vóór de verslagperiode liggen? Ja. Alle bij dat traject behorende periodes van loonkostensubsidie moeten worden aangeleverd. Trajecten en periodes van loonkostensubsidie die beëindigd zijn vóór de invoering van de SRG ( voor 1 januari 2005) behoeven echter niet te worden aangeleverd. Loonkostensubsidies die op 31 december 2004 al lopen moeten wel worden aangeleverd voor de SRG. 4. Hoe moet een gemeente de gegevens invullen als een traject eerst afgesloten is (einddatum is ingevuld), maar dit blijkt later niet juist te zijn? De einddatum traject wordt pas ingevuld als het traject naar het oordeel van de gemeente daadwerkelijk is afgesloten. Dit oordeel zou achteraf kunnen worden herzien. In dat geval zijn er twee opties: de einddatum wordt weer op onbekend (‘00000’) gezet, of er wordt een nieuw aanbod met een nieuw traject geregistreerd (zie ook de toelichting bij kenmerk 22). Omschrijving populatie: 5. Welke gemeente levert gegevens aan van de zogenoemde Buitensteedse ID-ers? Voor deze vrij uitzonderlijke situatie (in nieuwe gevallen kan de gemeente het werkdeel alleen aanwenden voor de doelgroep die op het moment van toewijzing tot haar bewoners behoort) geldt dat de gemeente die de loonkostensubsidie bekostigt, de informatie aanlevert. Dit kan in het geval van de buitensteedse ID-ers dus een niet-woongemeente zijn. Als de woongemeente voor dezelfde persoon aanvullend nog een voorziening inzet, wordt de informatie over die aanvullende voorziening door de woongemeente aangeleverd.
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
12
6. Welke gemeente levert de SRG-gegevens aan: de gemeente waar de cliënt woont of de gemeente die de reïntegratieactiviteiten uitvoert? In het algemeen geldt de regel: de gemeente die de ingezette voorzieningen voor een persoon bekostigt, levert over die persoon de informatie aan. Dit zal in verreweg de meeste gevallen de woongemeente zijn, maar in geval van de buitensteedse ID-ers en WWik-ers kan dat ook een nietwoongemeente zijn. 7. Behoren BBZers (startende ondernemers) ook tot de doelgroep? Als een aspirant ondernemer middels het BBZ op weg wordt geholpen (voorbereidingsperiode), geldt dit dan ook als traject ? Ja, zij behoren tot de doelgroep, echter: voorzieningen die rechtstreeks voortvloeien uit het BBZ, zoals de startsubsidie, begeleiding bij de voorbereidingsfase etc gelden niet als voorziening in de SRG. Alleen de voorzieningen die aanvullend op de BBZ-voorziening worden in gezet en die niet rechtstreeks voortvloeien uit de BBZ, worden wel als voorziening in het kader van de WWB gezien en derhalve ook aangeleverd via de SRG. Aanlevering van de per ultimo 2004 lopende MOSA / WIW / ID –gegevens: 8. Alle trajecten die op 31-12-2004 al liepen en doorlopen in de eerste helft van 2005, moeten in de eerste aanlevering van de SRG worden aangeleverd. (NB: Een rusttraject is overigens geen lopend traject!) Wat doe je als van deze lopende trajecten informatie ontbreekt over datum aanbod en/of datum start traject? Welke waarden dienen in de SRG te worden ingevuld in geval van lopende trajecten met ontbrekende waarden? Wanneer van een lopend traject de datum aanbod en/of de datum start traject onbekend is, dient voor die datums de defaultwaarde 1 januari 1990 (‘19900101’) te worden gebruikt. Wanneer bij de lopende trajecten de waarde doelgroep bij aanbod onbekend is, wordt hier de waarde ‘overig’ ingevoerd. Dit geldt voor alle lopende trajecten, dus ook de lopende loonkostensubsidies en inburgeringstrajecten. 9. In MOSA diende iedere nieuwe klant die instroomde in de uitkering direct te worden aangeleverd, ongeacht of hij/zij aansluitend op een reïntegratietraject werd gezet. In de SRG worden alleen de personen aangeleverd die daadwerkelijk een aanbod voor een voorziening en/of een traject krijgen. De conversie in sommige systemen zet datum reïntegratieplan uit de MOSA om in Datum aanbod in de SRG. Wanneer een klant in de MOSA een leeg datumveld Reïntegratieplan heeft, hoe vertaalt zich dit dan bij de conversie naar de SRG? Het is inderdaad de bedoeling om alleen de klanten met een aanbod of met een traject voor de SRG aan te leveren. Iedereen die dus wel in MOSA zit maar niet op traject en zonder datum reïntegratieplan MOSA hoort dus niet in de SRG terecht te komen. Van iedereen die in de SRG zit, moet een datum aanbod zijn gevuld. Dit kenmerk wordt immers gebruikt bij de selectie van personen bij aanlevering van gegevens aan CBS. Het probleem dat zich nu bij de conversie van MOSA-gegevens kan voordoen, is dat in MOSA de datum reïntegratieplan ontbreekt, terwijl iemand wel op traject zit. In de conversie komt die persoon dan wel in SRGregistratie terecht, maar zonder een datum aanbod, omdat datum reïntegratieplan leeg was. In die gevallen moet er een default-datum aanbod worden ingevuld, te weten: 1 januari 1990 (‘19900101’). Toevoegen van gesubsidieerde banen 10. Gegevens over loonkostensubsidies die op 31-12-2004 al liepen en die doorlopen in de eerste helft van 2005, moeten worden ingebracht en aangeleverd in de SRG (minimaal: sofinummer, datum aanbod, datum start en datum einde loonkostensubsidie). Wat kan CBS doen? Het CBS zal de informatie over alle op 31-12-2004 lopende trajecten op het gebied van gesubsidieerde arbeid die is opgenomen in ofwel de WIW-monitor ofwel de ID-monitor aan de afzonderlijke gemeenten leveren in mei 2005. Gemeenten kunnen deze informatie inbrengen in hun SRG-registratie en/of gebruiken om de volledigheid van hun gesubsidieerde arbeid-gegevens te checken. 11. Moet bij de bestaande groep WIW-ers en ID-ers als Begindatum Loonkostensubsidie in de SRG de “oude” startdatum worden ingevuld van hun eerste arbeidscontract? Of moet op deze plaats voor de gehele “bestaande” groep WIW-ers en ID-ers die worden toegevoegd aan de SRG-omgeving en bloc als startdatum worden ingevuld 01-01-2005?
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
13
De oude startdatum moet worden ingevuld, dus de eerste optie. Indien die oude startdatum onbekend is, wordt de defaultwaarde 1 januari 1990 (‘19900101’) ingevuld.
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
14
3. Overzicht kenmerken SRG en controles Hieronder staan de variabelen in het aan te leveren SRG-bestand beschreven. Allereerst wordt het bereik aangegeven waarbinnen een waarde van de betreffende variabele moet liggen. Daarnaast wordt aangegeven welke foutcontroles op de gegevens uitgevoerd kunnen worden, als een waarde binnen het waardenbereik ligt. Dit zijn ook controles die het CBS zal uitvoeren na ontvangst van het SRG-bestand. Let op: Met [ab] wordt bedoeld: 2 tekstwaarden (zie ook hoofdstuk 7) Met [12] wordt bedoeld: 2 numerieke waarden (zie ook hoofdstuk 7) Met ab wordt bedoeld: exact de letters ‘ab’ Met 12 wordt bedoeld: exact de waarde ‘12’ Met [eejjmmdd] wordt bedoeld: een datum aanduidige waarbij de eerste 2 posities de eeuw e e e e aanduiden, de 3 en 4 positie het jaar, de 5 en 6 positie de maand, en de e e 7 en 8 posities de dag van de maand. 1
STATISTIEKJAAR
Waardenbereik: [eejj] Technische controle(s) : Is groter of gelijk aan 2005.
2
STATISTIEKPERIODE
Waardenbereik: Eerste halfjaar Tweede halfjaar
3
STATISTIEKCODE
Waardenbereik: Statistiek Reïntegratie door Gemeenten
4
1 2
10
NAAM SOFTWAREPAKKET
Waardenbereik: CiVision Welzijn (Pink Roccade) Compas (Emergo Systems) Stratech-CVS (Stratech) Da Vinci (Matchcare) EBB Trajecten (Horlings & Eerbeek) GWS4All (Centric) Imwin (Baas & Roost) Iw3 (Baas & Roost) Klantmanager (Stimulansz) NTS (Pink Roccade) SZWnet (Planconsult) Reïntegratie op maat (Maat software) SZW+ (Centric) Traject-assistent (Pink Roccade) Applicatie van het CBS Eigen pakket van de gemeente Ander pakket
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
civ com cvs dav ebb gws imw iw3 kla nts pla maa szw tra cbs eig and
15
5
RELEASE/VERSIENUMMER SOFTWAREPAKKET
Waardenbereik: [abcdefg]
6
GEMEENTECODE
Waardenbereik: [1234] Technische controle(s) : Moet een bestaande CBS gemeentecode zijn.
PERSOONLIJKE GEGEVENS 7
REGISTRATIENUMMER
Waardenbereik: [abcdefghijklmnopq]
8
SOFI-NUMMER
Waardenbereik: [123456789] 000000000 Technische controle(s) als een waarde anders dan 000000000 is ingevuld : Moet voldoen aan het modulus-11 algoritme
9
POSTCODE
Waardenbereik: [1234ab] 999999 Technische controle(s) : Hoeft alleen ingevuld te worden als sofi-nummer (k. 8) niet bekend is. Als het sofinummer wél bekend is vullen met negens.
10 HUISNUMMER Waardenbereik: [12345] 99999 Technische controle(s) : Hoeft alleen ingevuld te worden als sofi-nummer (k. 8) niet bekend is. Als het sofi-nummer wél bekend is vullen met negens.
11 HUISLETTER Waardenbereik: [a]
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
16
9 Technische controle(s) : Hoeft alleen ingevuld te worden als sofi-nummer (k. 8) niet bekend is. Als het sofi-nummer wél bekend is vullen met een negen.
12 HUISNUMMERTOEVOEGING Waardenbereik: [abcd] 9999 Technische controle(s) : Hoeft alleen ingevuld te worden als sofi-nummer (k. 8) niet bekend is. Als het sofi-nummer wél bekend is vullen met negens.
13 AANDUIDING BIJ HUISNUMMER Waardenbereik: niet van toepassing bij tegenover
99 by to
Technische controle(s) : Hoeft alleen ingevuld te worden als sofi-nummer (k. 8) niet bekend is. Als het sofi-nummer wél bekend is vullen met negens.
14 GEBOORTEDATUM Waardenbereik: [eejjmmdd] Technische controle(s): Is groter dan ([huidige datum] -/- 00650000). (m.a.w. personen ouder dan 65 jaar) Is kleiner dan ([huidige datum] -/- 00180000). (m.a.w. personen jonger dan 18 jaar)
15 GESLACHT Waardenbereik: man vrouw
1 2
16 DOELGROEP TEN TIJDE VAN HET AANBOD Waardenbereik: NUG / ANW overig
1 2
17 DATUM AANBOD Waardenbereik: 00000000 als nog geen datum aanbod bekend is (defaultwaarde) of [eejjmmdd] Alleen als een geldige datum [eejjmmdd] is ingevuld gelden de technische controles:
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
17
Datum aanbod ligt vóór of is gelijk aan begindatum traject (k. 18), (als deze met een datum gevuld is).
18 BEGINDATUM TRAJECT Waardenbereik: 00000000 als het traject niet gestart is (defaultwaarde) of 99999999 als duidelijk is dat het traject niet meer gestart zal worden (bv cliënt ziet af van deelname of traject gaat om andere redenen niet door) of [eejjmmdd] Alleen als een geldige datum [eejjmmdd] is ingevuld gelden de technische controles: Begindatum traject ligt ná of is gelijk aan datum aanbod (k. 17), (als deze met een datum gevuld is). Begindatum traject ligt vóór of is gelijk aan einddatum traject (k. 22), (als deze met een datum gevuld is). Begindatum traject ligt vóór of is gelijk aan de begindatum loonkostensubsidie (k. 20), (als deze met een datum gevuld is).
19 LOONKOSTENSUBSIDIE Waardenbereik: Inzet van loonkostensubsidie Geen inzet van loonkostensubsidie
1 2 (defaultwaarde)
Technische controle(s) : Als begindatum loonkostensubsidie (k. 20) is ingevuld dan is loonkostensubsidie gelijk aan 1. Als loonkostensubsidie 1 is, dan moet bij begindatum loonkostensubsidie een geldige datum ingevoerd worden.
20 BEGINDATUM LOONKOSTENSUBSIDIE Waardenbereik: 99999999 (defaultwaarde) als bij loonkostensubsidie (k. 19) de waarde ‘2’ is ingevuld, of [eejjmmdd] Alleen als een geldige datum [eejjmmdd] is ingevuld gelden de volgende technische controles: Begindatum loonkostensubsidie ligt ná of is gelijk aan de begindatum traject (k. 18), (als deze met een datum gevuld is). Begindatum loonkostensubsidie ligt ná en sluit niet aan op (minstens 1 dag ertussen) de einddatum van de vorige loonkostensubsidie binnen hetzelfde traject, (als die eerdere loonkostensubsidie bestaat en met een datum gevuld is). Begindatum loonkostensubsidie ligt vóór of is gelijk aan de einddatum loonkostensubsidie (k. 21), (als deze met een datum gevuld is).
21 EINDDATUM LOONKOSTENSUBSIDIE Waardenbereik: 99999999 als begindatum loonkostensubsidie nog [99999999] is (defaultwaarde) of 00000000 als begindatum loonkostensubsidie wel gevuld is en einddatum loonkostensubsidie nog niet bekend of [eejjmmdd] Alleen als een geldige datum [eejjmmdd] is ingevuld gelden de volgende technische controles: Einddatum loonkostensubsidie ligt ná of is gelijk aan begindatum loonkostensubsidie, (als deze met een datum gevuld is). Einddatum loonkostensubsidie sluit niet aan (minstens 1 dag ertussen) op de begindatum van een volgende loonkostensubsidie binnen hetzelfde traject, (als die volgende loonkostensubsidie bestaat en met een datum gevuld is).
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
18
22 EINDDATUM TRAJECT Waardenbereik: 00000000 als einddatum traject niet bekend is (defaultwaarde) of 99999999 als duidelijk is dat het traject niet meer gestart en dus ook niet beëindigd zal worden (bv cliënt ziet af van deelname) of [eejjmmdd] Alleen als een geldige datum [eejjmmdd] is ingevuld gelden de volgende technische controles: Einddatum traject ligt ná of is gelijk aan de begindatum traject, (als deze met een datum gevuld is). Einddatum traject moet worden gevuld als reden einde traject gevuld is met 1, 2, 3 of 4. Einddatum traject ligt ná of is gelijk aan de einddata van de tot dat traject behorende loonkostensubsidies, (als deze met een datum gevuld zijn).
23 REDEN EINDE TRAJECT Waardenbereik: uitstroom naar niet door de gemeente gesubsidieerd werk cliënt ziet af van verdere deelname om andere redenen dan uitstroom naar werk inzet van een voorziening volgens gemeente op dit moment niet langer zinvol overig (uitstroom uit de uitkering, niet naar werk; uitstroom naar WSW, verhuizen, overlijden etc.) niet van toepassing: einddatum traject is niet gevuld met een datum
1 2 3 4 9 (defaultwaarde)
Technische controle(s) : Moet gevuld worden als einddatum traject (k. 22) met een datum gevuld is. Als einddatum traject nog niet bekend is, is de reden einde traject gelijk aan 9 (niet van toepassing). Mag alleen ingevuld worden als einddatum traject met een datum is gevuld.
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
19
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
20
4. Toelichting per kenmerk Hieronder worden de definities gegeven van de voor de SRG aan te leveren gegevens. 1
STATISTIEKJAAR
Ingevuld wordt het jaar waarop de berichtgeving betrekking heeft.
2
STATISTIEKPERIODE
Ingevuld wordt het halfjaar waarop de berichtgeving betrekking heeft.
3
STATISTIEKCODE
U vult hier voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten altijd ‘10’ in. Wij gebruiken deze code om een onderscheid te maken tussen de bestanden voor de SRG en daarnaast bestanden voor de onderstaande statistieken: Uitkeringenstatistiek Debiteurenstatistiek Fraudestatistiek
4
01, 02, 03, 07, 08, 11, 12 (zie richtlijnen Bijstandsuitkeringenstatistiek) 06 (zie richtlijnen Bijstandsdebiteurenstatistiek) 09 (zie richtlijnen Bijstandsfraudestatistiek)
SOFTWAREPAKKET
Onder dit kenmerk wordt met een drieletterige afkorting het pakket aangegeven waarmee de gegevens voor deze statistiek zijn geregistreerd en waarmee het CBS-bestand is aangemaakt. Hieronder een overzicht van de mogelijke pakketten. Levert u de gegevens aan met behulp van een door het CBS geleverde applicatie, vul hier dan ‘cbs’ in. Als u een ander softwarepakket dan hieronder vermeld gebruikt, vult u dan ‘and’ in. CiVision Welzijn (Pink Roccade) Compas (Emergo Systems) Stratech-CVS (Stratech) Da Vinci (Matchcare) EBB Trajecten (Horlings & Eerbeek) GWS4All (Centric) Imwin (Baas & Roost) Iw3 (Baas & Roost) Klantmanager (Stimulansz) NTS (Pink Roccade) SZWnet (Planconsult) Reïntegratie op maat (Maat software) SZW+ (Centric) Traject-assistent (Pink Roccade) Applicatie van het CBS Eigen pakket van de gemeente Ander pakket
5
civ com cvs dav ebb gws imw iw3 kla nts pla maa szw tra cbs eig and
RELEASE/VERSIENUMMER SOFTWAREPAKKET
Het versienummer van het softwarepakket waarmee u de gegevens registreert en waarmee het CBSbestand wordt aangemaakt. Dit veld wordt door de software meegegeven aan het CBS-bestand.
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
21
6
GEMEENTECODE
Het 4-cijferige gemeentenummer is gebaseerd op de CBS-codelijst Nederlandse Gemeenten en bevat de code van de gemeente die het reïntegratietraject bekostigt en uitvoert dan wel uitbesteedt.
Vraag bij kenmerk 6: • welke gemeentecode wordt ingevuld in geval van een samenwerkingsverband (WGR/ISD)? Woongemeentecode of een code ISD? Kan er door het samenwerkingsverband 1 bestand worden aangeleverd of moet er voor iedere gemeente afzonderlijk een bestand worden gemaakt? In geval van een samenwerkingsverband wordt per persoon de code ingevuld van de woongemeente van die persoon. De bestanden van de samenwerkingsgemeenten kunnen als 1 bestand worden aangeleverd, als dus maar per record de woongemeentecode in het CBS-bestand aanwezig is, zodat er door het CBS een onderverdeling naar woongemeente te maken is.
PERSOONLIJKE GEGEVENS 7
REGISTRATIENUMMER
De gemeente is vrij het registratienummer naar eigen inzicht samen te stellen, mits het aantal posities niet groter is dan 17 en het registratienummer rechts is uitgelijnd. Het toegekende nummer dient binnen de administratie uniek te zijn voor een traject of persoon (naar eigen inzicht te bepalen). Het registratienummer wordt gebruikt als 'sleutel' om in een later stadium (bijvoorbeeld naar aanleiding van een kwaliteitsrapportage) het record terug te vinden in de gemeentelijke administratie. Het is dus van belang dat binnen de software die de gemeente gebruikt een zoekfunctie op basis van een registratienummer beschikbaar is. Daarnaast is van belang dat de keuze om dit nummer per traject of persoon uniek te laten zijn ervoor zorgt dat een gebruiker snel de recordgegevens terug kan vinden als CBS die terugkoppelt naar de gemeente.
8
SOFI-NUMMER
Het sociaal-fiscaalnummer (sofi-nummer) wordt altijd vermeld. Met behulp van het sofi-nummer kunnen gegevens over verschillende perioden met elkaar worden verbonden. Bijvoorbeeld om in- en uitstroomgegevens in kaart te brengen. Met het sofi-nummer is het verder mogelijk om een persoon te 'volgen', bijvoorbeeld bij verhuizingen tussen gemeenten om na te gaan of er sprake is van voortzetting van de uitkering of van een traject. Ook biedt het sofi-nummer de mogelijkheid tot statistische analyses die gebaseerd zijn op koppeling met andere gegevensbestanden.
9
POSTCODE
Onderdeel van het woonadres. De door de PTT vastgestelde code behorend bij de straatnaam en het huisnummer. Indien een postcode slechts ten dele bekend is wordt het kenmerk op de betreffende posities gevuld met de wel bekende waarden. De overige posities zijn gevuld met een spatie. Als het sofi-nummer is ingevuld, dan is het toegestaan de postcode te vullen met negens.
10 HUISNUMMER Onderdeel van het woonadres. De numerieke aanduiding zoals deze door het gemeentebestuur aan het object is toegekend. Indien tevens sprake is van een huisletter, huisnummertoevoeging of aanduiding bij het huisnummer wordt in dit kenmerk slechts het numerieke deel opgenomen. Als het sofi-nummer is ingevuld, dan is het toegestaan het huisnummer te vullen met negens.
11 HUISLETTER
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
22
Onderdeel van het woonadres. Een alfabetisch teken achter het huisnummer zoals dit door het gemeentebestuur is toegekend. Mogelijke waarden a-z of A-Z. Als het sofi-nummer is ingevuld, dan is het toegestaan de huisletter te vullen met een negen.
12 HUISNUMMERTOEVOEGING Onderdeel van het woonadres. Die letters of tekens die nodig zijn om, in aanvulling op het huisnummer en -letter, de brievenbus te vinden. Als het sofi-nummer is ingevuld, dan is het toegestaan de huisnummertoevoeging te vullen met negens.
13 AANDUIDING BIJ HUISNUMMER Onderdeel van het woonadres. De aanduiding die wordt gebruikt voor adressen die niet zijn voorzien van de gebruikelijke straatnaam en huisnummeraanduidingen. Mogelijke waarden: by (=bij) en to (= tegenover). Als het sofi-nummer is ingevuld of deze aanduiding is niet van toepassing, dan is het toegestaan de aanduiding bij huisnummer te vullen met negens.
14 GEBOORTEDATUM De geboortedatum van de persoon die een aanbod krijgt en/of op een traject zit.
15 GESLACHT Het geslacht van de persoon die een aanbod krijgt en/of op een traject zit.
16 DOELGROEP TEN TIJDE VAN HET AANBOD Deze variabele dient om te onderscheiden tussen enerzijds Niet-uitkeringsgerechtigden/Anw-ers en anderzijds ontvangers van een gemeentelijke uitkering. Het gaat om de situatie ten tijde van het aanbod. Indien iemand ten tijde van het aanbod niet uitkeringsontvangend is en er op dat moment ook geen aanvraagprocedure voor een uitkering loopt, wordt hij/zij gerekend tot de Nietuitkeringsgerechtigden. Vraag bij Kenmerk 16: • Wanneer alle bestaande WIW-ers en ID-ers zijn ingevoerd in de SRG-omgeving, geldt dan voor deze gehele groep: doelgroep = Niet-uitkeringsgerechtigden/Anw-ers? Nee. Het gaat om doelgroep ten tijde van aanbod, dus voorafgaand aan de gesubsidieerde baan. In de meeste gevallen zal dat uitkeringsgerechtigd (en dus SRG-code: overig) zijn. Bij reeds in 2004 lopende trajecten gesubsidieerde arbeid kan bij doelgroep ‘overig’ worden ingevuld, dus NIET NUG/Anw.
17 DATUM AANBOD De datum waarop de gemeente aan de cliënt (voor het eerst na instroom als werkzoekende of na beëindiging van een eerder traject) het voorstel doet om: - een specifiek benoemde voorziening gericht op arbeidsinschakeling in te zetten en/of - een reeds (eventueel buiten de sociale dienst om) lopende en voor deze cliënt nodig geachte voorziening, gericht op arbeidsinschakeling, voort te zetten.
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
23
In de toelichting bij kenmerk 18 (begindatum traject) wordt beschreven wat moet worden verstaan onder een voorziening gericht op arbeidsinschakeling. Indien er ten tijde van het eerste reïntegratiegesprek met de cliënt al een voorziening loopt (bijvoorbeeld een afkicktraject, of schuldhulpverlening) die door de gemeente wordt beschouwd als een voor deze cliënt nodige voorziening gericht op arbeidsinschakeling, kan de gemeente het voorstel doen, deze voorziening in het kader van het reïntegratietraject voort te zetten (eventueel in combinatie met andere voorzieningen). Ook dit voorstel wordt gezien als een aanbod. NB: wanneer een cliënt naar het oordeel van de gemeente in staat is om op eigen kracht (eventueel met behulp van CWI) werk te vinden, is er per definitie nooit sprake van een aanbod of een voorziening. Een aanbod en een voorziening kunnen alleen aan de orde zijn in geval van cliënten voor wie inzet van een voorziening naar het oordeel van de gemeente noodzakelijk is. Zie ook voorbeeld 4 en 6 in hoofdstuk 5 (praktijkvoorbeelden). Vraag bij kenmerk 17: • Is er bij een inburgeringstraject een datum aanbod? Ja. De datum waarop een persoon een inburgeringstraject krijgt aangeboden. Bij de trajecten die al op 31-12-2004 liepen is de datum aanbod waarschijnlijk meestal onbekend. In dat geval kan de defaultdatum 01-01-1990 worden ingevuld. De datum aanbod van het inburgeringstraject is overigens alleen relevant als het inburgeringstraject de eerst ingezette voorziening is. Voor de SRG telt immers als datum aanbod de datum waarop de eerste voorziening in een traject is aangeboden.
18 BEGINDATUM TRAJECT Een traject is gedefinieerd als een periode waarin één of meer voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling worden ingezet, gelijktijdig of opeenvolgend. Zodra één van de onderstaande voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling wordt ingezet is er dus sprake van een traject. Begindatum van dat traject is de begindatum van de eerst ingezette voorziening. Een traject eindigt pas weer wanneer de gemeente alle reïntegratieactiviteiten voor de klant besluit te beëindigen. Een voorziening gericht op arbeidsinschakeling is datgene dat dient om de belanghebbende uiteindelijk aan ongesubsidieerd werk te helpen. Of iets een voorziening is hangt niet af van de inzet van een specifieke financieringsbron. Onder voorziening gericht op arbeidsinschakeling valt: - Een onderzoek van de eigenschappen, wensen en situatie van betrokkene met als doel het vaststellen van de meest geschikte in te zetten vervolgvoorziening(en) voor deze cliënt. Een dergelijk diagnostisch onderzoek is doorgaans een vervolg op een globale intake en kan door de gemeente zelf of in opdracht door een RIB worden uitgevoerd - intensieve begeleiding of bemiddeling van een cliënt in het kader van arbeidsinschakeling (bij ‘intensief’ moet worden gedacht aan een minimum van 1 op reïntegratie gericht gesprek per maand, uitgevoerd door de casemanager zelf of in opdracht van de gemeente door een RIB). - een zorgtraject (bijv. afkickproject) - schuldhulpverlening - kinderopvang - een inburgeringstraject - sociale activering - scholing, training - een stage - het inzetten van een loonkostensubsidie - het inzetten van onkostenvergoedingen - het inzetten van een premie tbv reïntegratie - nazorg, jobcoaching, begeleiding op de werkplek, werkplekaanpassing.
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
24
Niet onder voorziening valt: - Een onderzoek met uitsluitend als doel, vast te stellen of een cliënt al dan niet ondersteuning nodig heeft bij de arbeidsinschakeling. Een onderzoek met uitsluitend als doel om een cliënt in een fase in te delen of om zijn afstand tot de arbeidsmarkt vast te stellen is dus geen voorziening. Zodra het onderzoek zich richt op de vraag welke voorzieningen in het traject moeten worden opgenomen, wordt het onderzoek wel als een voorziening aangemerkt. - Een onderzoek met als doel het al dan niet verlenen van een ontheffing van de arbeidsverplichting - Het toepassen van een maatregel/sanctie - Het besluit tot het niet inzetten van een voorziening volgens artikel 7.1.a WWB (ook wel ‘rusttraject’ genoemd). - voorzieningen die rechtstreeks voortvloeien uit het BBZ, zoals de startsubsidie, begeleiding bij de voorbereidingsfase etc - De dienstverlening van het CWI - De onderzoeken die deel uitmaken van het reguliere uitkeringsproces. • •
•
•
• •
Als een traject om de een of andere reden niet doorgaat, terwijl er wel een aanbod was gedaan, dan worden zowel begin- als einddatum traject gevuld met negens (niet van toepassing). Zie ook voorbeeld 7. Alle voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling, ongeacht financieringsbron, tellen mee bij de vaststelling of iemand op traject zit en bij het vaststellen van begin- en einddatum van dat traject. In de WWB (toelichting op artikel 7) wordt immers benadrukt dat de gemeente ook voorzieningen kan inzetten die niet gefinancierd worden uit het W-deel WWB. Naast bekostiging uit het W-deel kan het bijvoorbeeld ook gaan om ingezette subsidies van andere overheden aan de gemeente en door de gemeente ingezette overschotten van het I-deel of andere eigen middelen. NB: De begindatum van het traject ligt nooit voor de datum van het aanbod. Wanneer er al voor de datum van het aanbod een voorziening gericht op arbeidsinschakeling was gestart, wordt als datum start traject de datum van het aanbod ingevuld: op die datum heeft immers de gemeente het voorstel gedaan de reeds lopende voorziening te beschouwen als een voorziening gericht op arbeidsinschakeling conform artikel 7.1.a WWB en die voorziening voort te zetten, waarmee het traject in het kader van deze statistiek formeel van start gaat. Tussentijdse onderbrekingen van de daadwerkelijke inzet van voorzieningen binnen één traject zijn mogelijk, zonder dat dat onmiddellijk hoeft te leiden tot een beëindiging van het traject. Het traject loopt door tot de gemeente de beslissing neemt om de inzet van voorzieningen te staken. In dat geval is er pas sprake van een einddatum traject en wordt ook reden einde traject gevuld. Een ‘rusttraject’ is volgens deze definitie geen traject, aangezien een rusttraject juist inhoudt, dat er welbewust geen voorzieningen worden ingezet. Indien er wel een aanbod gedaan is, maar nog geen traject gestart is en de start- en einddatum dus nog niet bekend zijn, worden de kenmerken begindatum traject en einddatum traject gevuld met nullen. De kenmerken begindatum loonkostensubsidie en einddatum loonkostensubsidie blijven gevuld met negens, totdat loonkostensubsidie wordt ingevuld met de waarde ‘1’ (inzet van loonkostensubsidie). Het kenmerk reden/oorzaak einde traject is ‘9’ (niet van toepassing) tot het moment dat einddatum traject wordt ingevuld.
Vragen bij kenmerk 18: • Wat wordt er ingevuld in geval van een weigering voorafgaand aan de start van een traject? Wanneer dat betekent dat er geen traject zal volgen, is alleen datum aanbod ingevuld, terwijl begindatum en datum einde traject op ‘niet van toepassing’ worden gezet (gevuld met negens). •
De definitie startdatum traject in de stimuleringsregeling casemanagement wijkt af van de definitie in de SRG. Dat is niet juist. Ook in de stimuleringsregeling is een traject gedefinieerd als ‘de uitvoering van een aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling’. Ook daar geldt dus dat het moment waarop daadwerkelijk de eerste voorziening wordt ingezet, geldt als startdatum van het traject. • Over welke inburgeringstrajecten en inburgeraars moet informatie worden aangeleverd? In de SRG wordt informatie aangeleverd over personen die behoren tot de gemeentelijke doelgroep van reïntegratie, dus: bijstandsgerechtigden en NUG/Anw-ers, voor zover ingeschreven als
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
25
werkzoekende. Wanneer iemand uit deze doelgroep een inburgeringstraject volgt, wordt dat geregistreerd als voorziening. Dus: iedere persoon die behoort tot de gemeentelijke doelgroep voor reïntegratie en een inburgeringstraject volgt, wordt aangeleverd. •
Wat wordt er ingevuld als er al wel een inburgeringstraject begonnen is, maar de lessen zijn nog niet gestart? Is er dan al wel een start traject? De datum van het aanbod wordt geregistreerd (ligt voor de start van het traject). Datum start traject is de datum waarop de eerste voorziening van start gaat, dus de datum waarop de lessen beginnen, in dit voorbeeld • Telt een Kwint/CWI-reïntegratieadvies door CWI als voorziening? Nee. Het CWI-reïntegratieadvies behoort tot de basisdienstverlening van het CWI als onderdeel van de intakeprocedure van het CWI. Pas als een klant doorgaat naar de gemeentelijke casemanager komt de SRG in beeld. Wanneer de gemeentelijke casemanager de klant (mogelijk op basis van het CWI-reïntegratieadvies) een concrete voorziening aanbiedt (bijvoorbeeld een scholing), telt dat als een aanbod. Op het moment dat die scholing van start gaat is er een datum start traject. Het CWI-reïntegratieadvies telt hier dus niet als voorziening. Het is niet iets dat door de gemeente wordt ingezet, maar gaat aan eventuele reïntegratieinspanningen van de gemeente vooraf. Pas wanneer door de gemeente (of in opdracht van de gemeente) een voorziening wordt ingezet moet deze in de SRG worden opgenomen • Is een intake een voorziening? Nee, in de meeste gevallen niet. Van een voorziening kan pas sprake zijn nadat besloten is, in overleg met de klant, dat er een traject zal worden ingezet en nadat er een concrete voorziening is aangeboden. Het is wel denkbaar dat er in het kader van een intake meteen al een concrete voorziening wordt aangeboden. In dat geval is er dus sprake van een aanbod en is de datum aanbod gelijk aan de datum van de intake. •
Telt een uitgebreide diagnose, met als uitslag: geen verdere inzet van voorzieningen, ook als traject? Als er een onderzoek wordt gedaan met als vraag: moet iemand een traject krijgen?, dan is er nog geen sprake van aanbod of voorziening. Pas nadat eenmaal is besloten dat iemand in aanmerking komt voor een traject kan er sprake zijn van een aanbod en de inzet van een voorziening. Een eerste voorziening kan in zo’n geval zijn: een uitgebreid, aanvullend diagnostisch onderzoek (aanvullend op het CWI-reïntegratieadvies of op de intake van de casemanager) met als vraag: hoe moet het traject voor deze persoon concreet worden ingevuld? Dit diagnostisch onderzoek wordt gezien als een voorziening en wordt dus geregistreerd in de SRG, ongeacht de uitkomst ervan.
19 LOONKOSTENSUBSIDIE Bij kenmerk 19 wordt aangegeven middels code 1 ( Inzet van loonkostensubsidie) dat gedurende het traject op enig moment sprake was van een loonkostensubsidie. Omschrijving loonkostensubsidie: De door de gemeente voor een tot de gemeentelijke reïntegratiedoelgroep behorende persoon aan een werkgever al of niet via een reïntegratiebedrijf verstrekte subsidie voor loonkosten. De werkgever kan ook de gemeente zelf zijn. Het gaat erom dat de subsidies te herleiden zijn tot de individuele persoon. Het gaat hierbij niet om • subsidies die aan bedrijven of instellingen worden vertrekt voor exploitatiedoeleinden of • subsidies die in het kader van de WSW aan bedrijven of instellingen worden verstrekt of • subsidies aan een werkgever in het kader van de Regeling schoonmaakdiensten particulieren (RSP). Indien bij een bedrijf dat een exploitatiesubsidie ontvangt een door de gemeente te reïntegreren persoon een dienstverband heeft op basis van een specifiek voor die persoon verstrekte loonkostensubsidie, is de omschrijving wel van toepassing.
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
26
Bij kenmerk 20 wordt de datum aangegeven waarop op basis van de loonkostensubsidie het dienstverband is gestart. Bij kenmerk 21 de datum waarop de loonkostensubsidie volledig is beëindigd.
Vraag bij kenmerk 19: • Valt een detachering ook onder een Loonkostensubsidie? Zolang er voor een individuele persoon een loonkostensubsidie wordt betaald wordt dit als loonkostensubsidie geregistreerd, ook als het gaat om volledige subsidie voor de loonkosten en betrokkene wordt uitgeleend/gedetacheerd.
20 BEGINDATUM LOONKOSTENSUBSIDIE De dag waarop het trajectonderdeel start waarvoor de loonkostensubsidie wordt ingezet. Als sprake is van twee of meer aaneensluitende periodes van verschillende trajectonderdelen waarvoor loonkostensubsidie wordt ingezet, wordt dit voor de SRG aangeleverd als één begindatum loonkostensubsidie en één einddatum loonkostensubsidie. Als er geen inzet van loonkostensubsidie (k. 19=2) wordt dit veld gevuld met negens (niet van toepassing).
21 EINDDATUM LOONKOSTENSUBSIDIE Einde van het trajectonderdeel waarvoor de loonkostensubsidie is ingezet. Indien dit trajectonderdeel nog niet is beëindigd, blijft dit kenmerk gevuld met nullen. Als er geen inzet van loonkostensubsidie (k. 19=2) wordt dit veld gevuld met negens (niet van toepassing).
22 EINDDATUM TRAJECT Als einddatum van het traject geldt: de datum per wanneer de gemeente alle reïntegratieactiviteiten voor de klant besluit te beëindigen. De einddatum van het traject is dus gelijk aan, of ligt ná de laatste dag waarop de laatst ingezette voorziening van toepassing was. Wanneer er bijvoorbeeld nazorg wordt ingezet na plaatsing op een arbeidsplaats, valt de einddatum traject pas na afloop van die nazorg. Tussentijdse, tijdelijke onderbrekingen van de daadwerkelijke inzet van voorzieningen binnen één traject zijn mogelijk, zonder dat er dan een einddatum traject hoeft te werden ingevoerd. Het traject loopt door tot door de gemeente de beslissing wordt genomen om de inzet van alle reïntegratieactiviteiten ten behoeve van de klant te beëindigen. Pas in dat geval is er sprake van een einddatum traject. Van belang is, dat einddatum traject pas wordt ingevuld als het traject naar beoordeling van de gemeente daadwerkelijk afgelopen is en als alle periodes loonkostensubsidie, die evt. onderdeel uitmaken van dit traject, zijn ingevuld. Als na het invullen van de einddatum toch blijkt dat de cliënt doorgaat met het traject, dan zijn er twee opties: dit wordt geregistreerd als een nieuw aanbod met een nieuwe begindatum traject, of de reeds ingevulde einddatum traject wordt weer gevuld met nullen. Zie de toelichting bij begindatum traject voor de wijze van invullen als begin- of einddatum nog niet bekend of niet van toepassing zijn (omdat het traject geen doorgang vindt). Begin- en einddatum van het traject zijn van belang voor de vaststelling van de duur van trajecten, de wachttijd tussen aanbod en start van een traject, de sluitende keten van reïntegratie en als criterium voor het beëindigen van de berichtgeving over een persoon.
Vragen bij kenmerk 22: • Wat doe je als je al een einddatum hebt ingevuld en de klant keert terug en komt weer op traject? In dit geval zijn er twee opties: 1. er wordt een nieuwe datum aanbod ingevuld en een nieuwe datum start traject, of 2. de reeds ingevulde (en eventueel reeds aangeleverde) oude einddatum traject wordt gewist (= weer op 00000 gezet): het oude traject wordt als het ware hervat.
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
27
Wordt er daadwerkelijk een nieuw traject opgestart, dan komt optie 1 in aanmerking. Wanneer de persoon al heel snel en mogelijk onvoorzien weer terugkeert in traject en het oude traject als het ware weer hervat, is optie 2 aan de orde. Zolang de ingevulde einddatum nog niet is aangeleverd aan het CBS, kan deze datum zonder problemen weer op 00000 worden gezet. In de datum al wel aangeleverd, dan blijft wijziging van de einddatum mogelijk: de software is zodanig ingericht dat bij wijziging van de einddatum het gewijzigde record wordt aangeleverd aan het CBS, ook als het traject buiten de verslagperiode valt. De oude einddatum wordt dan door het CBS vervangen door de nieuwe (in dit geval: 00000). Omdat dit een vrij bewerkelijke operatie is en er een kans op fouten optreedt bij een dergelijke correctie, wordt de einddatum traject door gemeenten dus liefst pas ingevuld en aangeleverd als men redelijk zeker is dat een persoon zijn traject niet zal hervatten. Het aantal noodzakelijke correcties op de einddatum blijft in dat gevel tot het minimum beperkt. •
Wat doe je als je een bepaald type traject stopzet en een ander type inzet? Moet er dan een datum einde worden ingevuld en een nieuw traject worden gestart? (dus: nieuwe datum aanbod en datum start traject)? Of kan het traject doorlopen? In het kader van de SRG wordt hier geen einddatum aangeleverd en dus ook geen nieuw traject opgestart. In de SRG gaat het er immers om, of alle reïntegratie-inspanningen (van welk type dan ook) worden gestaakt of niet. Zolang dat niet het geval is, loopt het traject door en wordt er dus geen einddatum traject ingevuld. • Wat moet er worden ingevuld bij uitval halverwege een traject? Als die uitval een eind aan alle verdere reïntegratieactiviteiten betekent, wordt er een datum einde en een reden einde ingevuld. Indien na de uitval een nieuwe voorziening wordt ingezet of een tijdelijke pauze in de inzet van voorzieningen optreedt, loopt het traject gewoon door en wordt er dus geen datum einde traject ingevuld. • Is het toegestaan om bij voorbaat een (geplande) einddatum traject te registeren? Van tevoren is moeilijk in te schatten, wanneer alle reïntegratie-inspanningen voor een persoon gestaakt zullen worden. Daarom, maar ook om aanlevertechnische redenen, dient de einddatum pas geregistreerd te worden nadat het traject ook daadwerkelijk beëindigd is.
23 REDEN EINDE TRAJECT Dit kenmerk wordt alleen gevuld indien er een datum einde traject is, dus wanneer de inzet van alle voorzieningen is gestopt. Wanneer er nog geen datum einde traject is ingevoerd, wordt bij dit kenmerk niet van toepassing (9) ingevuld. Dit kenmerk is vooral van belang voor de informatie over personen die geen bijstandsuitkering hebben en over wie dus geen informatie in de Bijstandsuitkeringenstatistiek (voorheen Bijstandskenmerkenstatistiek) aanwezig is (ANWers, NUGgers, personen op gesubsidieerde arbeid). Met dit kenmerk kan bijvoorbeeld worden nagegaan of er na een traject uitstroom naar regulier werk plaatsvindt.
Vraag bij kenmerk 23: • Wat wordt precies bedoeld met code 1: ‘uitstroom naar niet door de gemeente gesubsidieerd werk’? Wordt hier bedoeld: “Uitstroom naar regulier werk” ? Zo ja, waarom wordt deze omschrijving dan niet gewoon gebruikt i.p.v. de cryptische omschrijving hierboven? Hier wordt bedoeld: uitstroom naar regulier, niet gesubsidieerd werk. Alleen de omschrijving ‘Regulier’ is niet voldoende, omdat regulier werk ook nog wel gesubsidieerd kan zijn. Vandaar dat hier de term ‘niet door de gemeente gesubsidieerd’ is gebruikt.
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
28
5. Praktijkvoorbeelden Voorbeeld 1: Voorstel voor uitgebreide screening De gemeente doet aan de cliënt het voorstel, een uitgebreide screening in te zetten om tot het meest geschikte trajectplan voor de cliënt te komen. De cliënt wordt daarvoor verwezen naar een reïntegratiebedrijf, dat een maand later deze screening uitvoert. In dit geval wordt er een datum aanbod geregistreerd die gelijk is aan de datum van het voorstel. Begindatum van het traject is de dag dat het reïntegratiebedrijf aan de screening begint. Voorbeeld 2: Gemeente wacht even af Een cliënt blijkt in een eerste gesprek met de gemeente zelf actief op zoek te zijn naar werk. De consulent besluit het succes daarvan even af te wachten en vooralsnog geen voorzieningen in te zetten. In dit geval wordt er geen aanbod geregistreerd, en geen voorziening. Er is dus ook geen sprake van een traject. Deze cliënt wordt niet aangeleverd in de SRG. Voorbeeld 3: Bij intake al op een traject Een cliënt blijkt bij intake al op een afkicktraject te zitten, gestart op eigen initiatief. De consulent ziet dit als een op dit moment voldoende en passende voorziening gericht op arbeidsinschakeling en stelt voor de afronding daarvan eerst af te wachten alvorens een verdere voorziening in te zetten. In dit geval geldt het voorstel van de consulent, om de reeds lopende en als nodig voor deze cliënt beoordeelde voorziening voort te zetten, als een aanbod. Datum aanbod valt in dit geval dus samen met de datum van de intake. Tevens geldt deze datum als datum start traject. Het afkicktraject geldt als een voorziening. Voorbeeld 4: Geen ondersteuning nodig Tijdens een heronderzoek blijkt een cliënt zich onvoldoende in te spannen om werk te vinden. De consulent besluit een maatregel op te leggen. Inzet van een voorziening is niet aan de orde: naar het oordeel van de consulent heeft deze cliënt voorlopig geen ondersteuning bij arbeidsinschakeling nodig. De consulent beschouwt de cliënt als in staat zelfstandig werk te vinden. Aanbod, voorziening of traject zijn niet aan de orde (een maatregel is geen voorziening). Deze cliënt wordt niet aangeleverd in de SRG. Voorbeeld 5: Nazorg Een cliënt stroomt uit naar regulier, niet-gesubsidieerd werk, maar zijn traject loopt nog een halfjaar door omdat er nazorg wordt ingezet. In dit geval wordt er een einddatum traject geregistreerd, gelijk aan de einddatum van de nazorg. De einddatum wordt pas geregistreerd als de nazorg is afgelopen. Als reden einde traject wordt in dit geval ‘uitstroom naar werk’ aangegeven. Er is dus geen aparte code ‘aflopen nazorg’. Voorbeeld 6: Aandringen op sollicitatieactiviteiten bij cliënt die vrijwilligerswerk doet Een cliënt doet al vrijwilligerswerk als hij instroomt in de uitkering. De consulent beoordeelt de cliënt op basis van zijn kenmerken als iemand die op eigen kracht werk kan vinden. Inzet van een voorziening is vooralsnog niet aan de orde. Vrijwilligerswerk is in dit geval dan ook niet te beschouwen als een voor deze cliënt nodige voorziening gericht op arbeidsinschakeling. De consulent zal dan ook niet voorstellen om dat vrijwilligerswerk bij wijze van reïntegratietraject voort te zetten. Hij zet vooralsnog helemaal geen voorziening in maar dringt aan op sollicitatieactiviteiten. Aan deze cliënt wordt geen aanbod gedaan. Ook wordt het vrijwilligerswerk niet als ingezette voorziening geregistreerd, aangezien het inzetten van een voorziening in het kader van arbeidsinschakeling voor deze cliënt nog helemaal niet aan de orde is. Deze cliënt wordt voorlopig niet aangeleverd in het kader van de SRG.
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
29
Voorbeeld 7: Cliënt ziet af van deelname Aan een niet-uitkeringsgerechtigde wordt het voorstel van een volledige screening gedaan, om tot een optimaal trajectplan te komen. Echter: de cliënt komt niet opdagen voor die screening en laat weten, bij nader inzien maar helemaal van verdere deelname af te zien. Voor deze cliënt wordt alleen een datum aanbod ingevuld. Aangezien het niet tot een screening komt, is er dus geen voorziening ingezet. Datum start traject wordt gevuld met negens, evenals datum einde traject. Reden einde traject is hier niet van toepassing. Over de cliënt wordt alleen informatie aangeleverd over het halfjaar waarin het aanbod gedaan is.
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
30
Voorbeeld 8: Aanlevering van drie records bij drie voorzieningen met loonkostensubsidie De onderstaande tabel geeft aan hoe records zouden moeten worden aangeleverd in een situatie waarin er meerdere malen binnen een traject een loonkostensubsidie wordt ingezet, te weten in de periodes 1 t/m 28 februari, 15 t/m 30 april en 10 mei tot op heden. NB: Hieronder is gekozen voor een weergave van boven naar onder; De technische indeling van het record staat hier los van, deze blijft uiteraard van links naar rechts.
1
Statistiekjaar
Record 1 2005
Record 2 2005
Record 3 2005
2
Statistiekperiode
1
1
1
3
Statistiekcode
10
10
10
4
Naam softwarepakket
cbs
cbs
cbs
5
Release/versienummer softwarepakket
0001000
0001000
0001000
6
Gemeentecode
0123
0123
0123
7
Registratienummer
0123456789 01234567
0123456789 01234567
0123456789 01234567
8
Sofi-nummer
123456789
123456789
123456789
9
Postcode
999999
999999
999999
10
Huisnummer
99999
99999
99999
11
Huisletter
9
9
9
12
Huisnummertoevoeging
9999
9999
9999
13
Aanduiding bij huisnummer
99
99
99
14
Geboortedatum
19771205
19771205
19771205
15
Geslacht
1
1
1
16
Doelgroep ten tijde van het aanbod
2
2
2
17
Datum aanbod
20050115
20050115
20050115
18
Begindatum traject
20050201
20050201
20050201
19
Loonkostensubsidie
1
1
1
20
Begindatum loonkostensubsidie
20050201
20050415
20050510
21
Einddatum loonkostensubsidie
20050228
20050430
00000000
22
Einddatum traject
00000000
00000000
00000000
23
Reden/oorzaak einde traject
9
9
9
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
31
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
32
6. Aanlevering en verwerking Gemeenten kunnen per e-mail en per diskette bestanden aanleveren voor de SRG. In deze paragraaf is de aanlevering beschreven. Gemeenten worden verzocht om de bestanden aan te leveren als platte tekst (ASCII). Aanleveringen op papier worden niet in behandeling genomen. Tevens wordt gemeenten verzocht om ieder record af te sluiten met de combinatie van een CR en een LF-teken.
Bestanden via e-mail Het CBS biedt gemeenten de mogelijkheid om statistiekbestanden via e-mail te versturen via de veilige verbinding van GemNet. Het adres is
[email protected]. Een bestand kunt u als ‘attachment’ in een e-mail sturen. We raden u aan om in ieder geval in uw email te zetten dat het een bestand voor de SRG is, om welke periode het gaat, alsmede de gemeentecode en de gemeentenaam. Als u in één e-mail naast het SRG-bestand ook het bestand voor één van de bijstandsstatistieken wilt aanleveren, kan dit alleen als het gescheiden bestanden zijn. Wilt u er op letten dat de namen van de bestanden verschillend zijn en maximaal uit acht tekens bestaan met een extensie van drie tekens? Bestanden op diskette U kunt de bestanden ook op 3 ½ inch diskette naar het CBS toesturen. Het adres is: Centraal Bureau voor de Statistiek Kamer 876 Postbus 4000 2270 JM VOORBURG Bestanden worden sneller verwerkt wanneer u de diskette voorziet van een etiket met de volgende gegevens: SRG, jaar, verslagperiode, gemeentecode en de gemeentenaam. Wilt u geen subdirectories gebruiken? Als het bestand niet op een diskette past, kan het gecomprimeerd worden naar .ZIP-formaat (niet naar een zelfuitpakkend formaat met de extensie .EXE). Als u op één diskette naast het SRG-bestand ook het bestand voor één van de andere bijstandstatistieken wilt aanleveren, kan dit alleen als het gescheiden bestanden zijn. Wilt u er op letten dat de namen van de bestanden verschillend zijn en maximaal uit acht tekens bestaan met een extensie van drie tekens?
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
33
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
34
7. Technische recordbeschrijving De gegevens worden samengesteld volgens de hierna volgende recordbeschrijving. Ieder record telt 117 posities. Datumaanduiding [jjjjmmdd] In velden waar een datum moet worden ingevuld, worden altijd acht posities ingevuld in de volgorde jaar (4 posities), maand (2 posities) en dag (2 posities). Voorbeeld De geboortedatum is 7 januari 1952. Ingevuld wordt: 19520107.
Numerieke waarden [1234567890] Numerieke waarden mogen alleen worden gevuld met cijfers. In deze notatie komt het aantal weergegeven cijfers overeen met het (maximale) aantal posities dat is gebruikt voor de numerieke waarde. Niet altijd worden alle posities gebruikt. In dat geval wordt de ingevulde waarde rechts uitgelijnd binnen de gereserveerde posities en worden niet gebruikte posities opgevuld met nullen. Voorbeeld In een numeriek veld [1234] moet het getal ‘250’ worden opgenomen. Voor dit veld zijn 4 posities gereserveerd waarvan de drie meest rechtse gebruikt worden voor het in te vullen bedrag. De overgebleven positie aan de linkerkant worden opgevuld met een nul. Ingevuld wordt dus: 0250.
Tekstwaarden [abcdefghij] Tekstwaarden mogen worden gevuld met de volgende tekens: 0123456789 ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZabcdefghijklmnopqrstuvwxyz !"#$%&'()*+,-./:;<=>?@[\]^_`{|} Bij tekstwaarden gaat het om tekst en codes. De notatie geeft het (maximale) aantal posities dat kan worden gebruikt voor de tekstwaarde. Niet altijd worden alle posities gebruikt. In dat geval wordt de ingevulde waarde rechts uitgelijnd binnen de gereserveerde posities en worden niet gebruikte posities opgevuld met nullen. Voorbeeld In een tekstveld [abcdefghij] wordt een code Ax38gn opgenomen. Voor dit veld zijn 10 posities gereserveerd, waarvan de zes meest rechtse gebruikt worden voor de in te vullen code. De vier overgebleven posities aan de linkerkant worden opgevuld met nullen. Ingevuld wordt dus: 0000Ax38gn.
Onbekende gegevens Als een kenmerk onbekend is dan wordt dit met nullen gevuld. Als niet alle posities van een kenmerk worden gebruikt, worden de niet gebruikte posities eveneens gevuld met nullen.
Niet van toepassing zijnde gegevens Als een kenmerk niet van toepassing is, worden alle posities van dit kenmerk gevuld met negens.
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
35
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
36
Recordbeschrijving Statistiek Reïntegratie door Gemeenten Kenmerk
Positie
1
Statistiekjaar
1
2
Statistiekperiode
5
3
Statistiekcode
6
-
7
2
4
Naam softwarepakket
8
-
10
3
5
Release/versienummer softwarepakket
11
-
17
7
6
Gemeentecode
18
-
21
4
7
Registratienummer
22
-
38
17
8
Sofi-nummer
39
-
47
9
9
Postcode
48
-
53
6
10
Huisnummer
54
-
58
5
11
Huisletter
59
12
Huisnummertoevoeging
60
-
63
4
13
Aanduiding bij huisnummer
64
-
65
2
14
Geboortedatum
66
-
73
8
15
Geslacht
74
1
16
Doelgroep ten tijde van het aanbod
75
1
17
Datum aanbod
76
-
83
8
18
Begindatum traject
84
-
91
8
19
Loonkostensubsidie
92
20
Begindatum loonkostensubsidie
93
-
100
8
21
Einddatum loonkostensubsidie
101
-
108
8
22
Einddatum traject
109
-
116
8
23
Reden/oorzaak einde traject
117
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
-
Aantal posities 4
4 1
1
1
1
37
Voor meer informatie... Informatie over de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) Kies op www.cbs.nl/sz de link ‘Contact’. U kunt nu zien wie de contactpersoon is voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten. Door op de naam te klikken kunt u een e-mail naar deze persoon sturen. Ook staat het telefoonnummer vermeld. De infoservice Infoservice is het centrale informatiepunt voor algemene voorlichting over het CBS en zijn producten; geeft aankoopadviezen; draagt zorg voor de beantwoording van vragen die over verschillende terreinen gaan. Centraal Bureau voor de Statistiek Infoservice Postbus 4481 6401 CZ HEERLEN Tel.: 0900-0227 (0900-0CBS) (EUR 0,50 p/m)
Richtlijnen voor de Statistiek Reïntegratie door Gemeenten (SRG) – vanaf 1 januari 2005
38