RICHTLIJN VOOR DE DIGITALE UITWISSELING VAN GEGEVENS BETREFFENDE PLANBATEN, PLANSCHADE, KAPITAALSCHADE EN GEBRUIKERSSCHADE identificatie versie publicatie achtergrond
auteurs
1.0 oktober 2009 De ontwikkeling van deze richtlijn vloeit voort uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (een coördinatie van het decreet Ruimtelijke Ordening), van kracht vanaf 1 september 2009 en het decreet van 27 maart 2009 betreffende het Grond- en Pandenbeleid Veerle Van Lerbeirghe (RWO) en Hans van den Berg (RWO)
1 ALGEMENE BEPALINGEN .............................................................................................................................2 1.1 Leeswijzer.....................................................................................................................................................2 1.2 Inleiding........................................................................................................................................................2 1.3 Opzet systeem...............................................................................................................................................3 2 BESCHRIJVING VAN DE VELDEN VAN GEGEVENSBRONNEN DIE DIENEN UITGEWISSELD ........7 2.1 De plannen die planbaten kunnen genereren ................................................................................................7 2.2 Overzicht van de specifieke planbateninformatie .......................................................................................14 2.3 De specifieke gegevens eigen aan elke processtap binnen het proces planbaten........................................26 3 HET AANMAKEN VAN HET GRAFISCH REGISTER VAN PERCELEN WAARVOOR PLANBATEN, PLANSCHADE, KAPITAALSCHADE OF GEBRUIKERSSCHADE VERSCHULDIGD KAN ZIJN............32 3.1 Inleiding......................................................................................................................................................32 3.2 Schematisch ................................................................................................................................................32 3.3 Het verzamelen van basisgegevens.............................................................................................................32 3.4 Het aanmaken van de geografische laag van bestemmingswijzigingen .....................................................33 3.5 Het uitzuiveren van slivers .........................................................................................................................35 3.6 De legende ..................................................................................................................................................36 3.7 Het klaarmaken van de kaart voor de toelichtingsnota van het RUP..........................................................39 4 DE GEOGRAFISCHE DATABANK VAN (DEEL)PERCELEN....................................................................41 4.1 Inleiding......................................................................................................................................................41 4.2 Schematisch ................................................................................................................................................41 4.3 Het vaststellen van de ondergrond (dp01) ..................................................................................................41 4.4 Het bepalen van de bestemmingswijziging per perceel ..............................................................................42 4.5 Selectie van percelen op basis van planbaten .............................................................................................43 4.6 Detecteren en verwijderen van slivers ........................................................................................................44 4.7 Verdere verwerking van de deelpercelen....................................................................................................46 4.8 Het eindresultaat (dp.shp) ...........................................................................................................................48 5 IMPLICATIES OP HET PLANNENREGISTER .............................................................................................49 6 GIS TERMINOLOGIE......................................................................................................................................50 6.1 Geoprocessing ............................................................................................................................................50 6.2 Editing ........................................................................................................................................................51 6.3 Selecties (Queries) ......................................................................................................................................52
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
1
1 ALGEMENE BEPALINGEN 1.1 LEESWIJZER In de eerste plaats bevat dit document de richtlijn voor de opmaak en aanmaak van de gegevens betreffende de planbatenheffing. Hierbij dient echter opgemerkt te worden dat bij de aanmaak van de geografische databank van (deel)percelen die in aanmerking komen voor de planbatenheffing rekening moet worden gehouden met mogelijke planschade, kapitaalschade of gebruikersschade. Deel 1 biedt een algemene omschrijving van het begrip ‘Planbatenheffing’. Naast de juridische achtergrond wordt er beschreven welke actoren betrokken zijn bij het verwerken van de planbatengegevens. De aanlevering van informatie zal gebeuren via een geoloket. Deel 2 beschrijft de vormvereisten en het procesverloop voor de opmaak van de noodzakelijke gegevens betreffende planbaten. Deel 3 biedt een leidraad bij de opmaak van het register van percelen waarvoor planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikersschade verschuldigd kan zijn. Het resultaat hiervan zal dienen als bijlage bij elk Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Bovendien zullen de geografische bestanden die hieruit voorvloeien verder gebruikt worden in deel 4. Deel 4 biedt een methode aan voor het aanmaken van de geografische databank van (deel)percelen die in aanmerking kunnen komen voor planbatenheffing. Deze data dient vervolgens geïmporteerd te worden in het geoloket. Deel 5 beschrijft de implicaties van voorliggende richtlijn op het Plannenregister en hoe daarmee om te gaan. Deel 6 ten slotte biedt een verklarende lijst van de veel voorkomende GIS-operaties uit deel 3 en deel 4.
1.2 INLEIDING De ontwikkeling van deze richtlijn vloeit voort uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (een coördinatie van het decreet Ruimtelijke Ordening) die een nieuwe invulling voorziet van de artikels 87 - 91 van het Decreet Ruimtelijke Ordening (DRO) met betrekking tot de planbatenheffing. De operationalisering van de planbatenheffing wordt beschreven in de artikels 2.6.4. tot en met 2.6.19. Artikel 2.2.2., van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, dat wijzigingen aanbrengt aan artikel 38 van het DRO en artikel 7.4.4. dat wijzigingen aanbrengt aan artikel 170 van het DRO, bepaalt dat een RUP / BPA een register moet bevatten, al dan niet grafisch, van percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die kan aanleiding geven tot planschadevergoeding, planbatenheffing, bestemmingswijzigingscompensatie of compensatie ingevolge beschermingsvoorschriften. Deze richtlijn geeft specifiek aan hoe het Vlaamse gewest, de provincies en de gemeenten de nodige gegevens in het kader van de planbatenheffing dienen aan te leveren aan de bevoegde instanties. De richtlijn streeft naar het vastleggen van (applicatieonafhankelijke) afspraken om de gegevensuitwisseling inzake planbaten te waarborgen en te harmoniseren. De planbatenheffing is een heffingsregeling die meerwaarden – ontstaan door bestemmingswijzigingen - belast. Hierbij kunnen bepaalde percelen van heffing worden vrijgesteld omwille van uitzonderingsregelingen, vrijstellingen of schorsingen. Het vaststellen van de percelen die onderworpen zijn aan planbaten is uiteraard gerelateerd aan de plannen (RUP’s / BPA’s) die planbaten genereren. Planbaten ontstaan enkel voor bestemmingswijzigingen in die plannen die voorlopig vastgesteld worden na de inwerkingtreding van de Codex – in casu 1 september 2009 (artikel 7.4.12. Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wijziging artikel 173 DRO). De planbatenheffing is verschuldigd bij de inwerkingtreding van een definitief RUP of BPA. Het ontstaan van mogelijke planbatenpercelen kan dus voorkomen op gemeentelijk, provinciaal of gewestelijk niveau. Het innen van de verschuldigde heffingen gebeurt door de Vlaamse Belastingsdienst (VLABEL) en is als gevolg van decretrale bepalingen aan betalingstermijnen onderworpen.
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
2
Het afleveren van een vergunning (stedenbouwkundige vergunning voor bepaalde bouwwerken of verkavelingsvergunning) of een overdracht ten bezwarende titel van het perceel (bvb verkoop) maakt de planbaten opeisbaar (creëert een zogenaamd startfeit) en doet de betalingstermijn lopen. Planbaten worden berekend en betaald per kadastraal perceel. De gegevens inzake planbaten dienen dan ook aangeleverd en geactualiseerd op het niveau van elk individueel perceel. Dit sluit niet uit, dat indien er op een kadastraal perceel meerdere bestemmingswijzigingen hebben plaatsgevonden, er informatie over al de (deel)bestemmingswijzigingen dient aangeleverd te worden. Eens een perceel aan planbaten werd onderworpen, dienen alle volgende bestemmingswijzigingen te worden aangegeven, tot dit planbatenproces stopt. Het planbatenproces eindigt bij het opeisbaar maken (~ startfeit) van de planbaten (artikel 2.6.14.). Indien er eerder wordt overgegaan tot het betalen van de planbatenheffing (artikel 2.6.15. Bonificatieregeling) geeft dit geen aanleiding tot de stopzetting van het planbatenproces Voor de identificatie van een kadastraal perceel wordt uitgegaan van de CAPAKEY. De CAPAKEY is de unieke (kadastrale) perceelsidentificatie die AAPD toekent aan elk perceel in België. Bijgevolg opteert GIS Vlaanderen ervoor om deze sleutel te hanteren. Er wordt aangenomen dat er een discrepantie kan zijn tussen de gebruikte versie ((kadaster)kaart op basis waarvan het RUP / BPA werd gemaakt) en de meest actuele aanduiding/identificatie van het perceel bij AAPD. Indien de percelenkaart, gebruikt als ondergrond, een andere unieke perceelsidentificatie bevat, zal er een conversie moeten gebeuren naar CAPAKEY. Naast de betrokken RUP’s / BPA’s zelf, moet ook de contour (multipart-polygon) rond de percelen die in aanmerking komen voor planbatenheffing (dit is het grafisch register planbaten) opgenomen worden in het (digitale) plannenregister van de gemeenten, zoals vermeld in artikel 5.1.1.. Tevens dient, volgens artikel 5.1.2., informatie betreffende planbaten te worden opgenomen in het vergunningenregister van de gemeente. Er zal worden nagegaan hoe de vergunningsgegevens die planbaten opeisbaar maken, kunnen gerecupereerd worden uit het Vergunningenregister en hoe deze gegevens via een systeem naar Vlabel te communiceren via ‘triggers’. Van zodra er een stedenbouwkundige vergunning voor bouwwerken of een verkavelingsvergunning wordt opgenomen in het Vergunningenregister, wordt het perceel waarop de vergunning van toepassing is, dan afgetoetst aan de percelen met planbaten, in het geoloket. Het resultaat zal dan naar Vlabel toe worden ‘getriggerd’, waarna zij een aanslagbiljet kunnen opmaken en versturen. In de huidige versie van deze richtlijnen werd de systematiek van het recupereren van gegevens uit het Vergunningenregister nog niet verder uitgewerkt. De overdrachtgegevens (verkopen) worden vanuit Vlabel zelf ‘getriggerd’.
1.3 OPZET SYSTEEM Bij de opzet van het systeem voor het uitwisselen van informatie inzake planbaten wordt er van uitgegaan dat gemeenten hun eigen uitwisselingsysteem, mits eventueel enkele aanpassingen, verder kunnen blijven gebruiken. Ze moeten in staat zijn om de nodige gegevens uit het eigen systeem te genereren en uit te wisselen (conform een XML-uitwisselingsschema). Tevens wordt er expliciet van uitgegaan, dat alle gegevens inzake planbaten digitaal (via GIS – formaat uitwisselbaar) worden beheerd en uitgewisseld. Zowel de gegevens over percelen onderhevig aan planbaten als de gegevens inzake de contouren (RUP / BPA en grafisch register planbaten) worden ‘GIS-matig’ beheerd en uitgewisseld. Specifiek voor het samenstellen van ruimtelijke uitvoeringsplannen wordt verwezen naar de richtlijn voor de digitale uitwisseling van ruimtelijke uitvoeringsplannen. Voor het uitwisselen van gegevens inzake plancontouren wordt uitgegaan van de technische richtlijnen voor de opmaak en uitwisseling van een digitaal en analoog plannenregister. In deze richtlijn ligt de nadruk op de aan te leveren gegevens en de uitwisseling van deze gegevens door de overheden die verantwoordelijk zijn voor de opmaak van RUP’s / BPA’s. Bij de opmaak van onderhavige richtlijnen wordt gestreefd naar maximale recuperatie van beschikbare informatie, teneinde de inspanning minimaal te houden. Voor het aanleveren van informatie over planbaten werd een geoloket opgezet. Het geheel van aangeleverde en geactualiseerde gegevens moet uiteindelijk elke gebruiker in staat stellen om, via dit geoloket, voor een bepaald perceel te kunnen nagaan of een planbatenheffing al dan niet van toepassing is, en in voorkomend geval de toestand (heffing verstuurd/betaald/geschorst/vrijgesteld/wachtend…) ervan.
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
3
Dit veronderstelt dan ook dat de toepassing permanent nieuwe of aangepaste data moet kunnen doorsturen naar zowel het Vlaams Fiscaal Platform (VFP - VLABEL) als naar de actoren betrokken bij de opmaak van RUP’s / BPA’s. Het is de taak van elke overheid die een RUP of BPA opmaakt om zelf de nodige gegevens aan te leveren, via opladen vanuit een eigen GIS-applicatie (XML formaat) of via het manueel actualiseren van de alfanumerieke data. Het geoloket bevat naast de specifieke informatie inzake percelen onderhevig aan planbaten, eveneens informatie over de gerelateerde plancontouren (contour RUP / BPA en grafisch register planbaten (=multipart contour van alle percelen onderhevig aan planbaten binnen RUP / BPA)). Alle percelen waarvoor een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die een meerwaarde kan genereren ((= planbaten potentieel verschuldigd maken) deze bestemmingswijzigingen worden opgesomd in Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening artikel 2.6.4.), uitgebreid met bestemmingswijzigingen op percelen die ooit aan een planbatenheffing onderworpen zijn geweest tot op het moment dat er zich een startfeit (het afleveren van een stedenbouwkundige vergunning voor bouwwerken of een verkavelingsvergunning of een overdracht) heeft voorgedaan, worden in het geoloket opgenomen. Via het permanent aanleveren en actueel houden van informatie over uitzonderingen, schorsingen, … wordt het VLABEL-proces inzake heffingen gestuurd. Specifiek zullen hierbij permanent gegevens dienen aangereikt over de vergunningstoestand van een perceel. VLABEL (Agentschap Vlaamse Belastingsdienst) zal via een uitbreiding van een bestaande toepassing (enotificaties) de gegevens met betrekking tot de daadwerkelijke verkopen kunnen verkrijgen. Het geoloket laat aan VLABEL toe om - indien er na het indienen van een bezwaar tegen een planbatenheffing – informatie in te winnen bij de respectievelijke plannende overheden betreffende de gegrondheid van het ingediende bezwaar. VLABEL doet op basis van de aangeleverde informatie definitief uitspraak over het bezwaar. Tenslotte zal VLABEL via het geoloket gegevens ter beschikking stellen, die gemeenten kunnen downloaden voor de actualisatie van hun Vergunningenregister. Hierna wordt schematisch weergegeven hoe de gegevensstromen tussen de verschillende actoren verlopen:
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
4
Om deze gegevens inzake planbaten op geïnformatiseerde wijze te kunnen aanleveren dienen volgende gegevensbronnen bijgehouden en aangeleverd: • •
de contouren van de plannen van aanleg en RUP (“overname” uit het plannenregister) bevat de gegevens van alle velden van de tabel van het plannenregister de specifieke perceelinformatie hier wordt de specifieke perceelinformatie eigen aan planbaten opgenomen. ook wordt er een terugkoppeling vanuit VLABEL voorzien.
Onderstaand schema geeft weer hoe het specifieke proces inzake gegevensuitwisseling rond planbaten via XML is gestructureerd:
Als streeftermijn voor het aanleveren van de gegevens inzake planbaten wordt uitgegaan van 90 kalenderdagen na de inwerkingtreding van het RUP of BPA. Enerzijds om de plannende overheden voldoende tijd te geven voor de filtering van het grafische register, namelijk het verwijderen van overschotpolygonen (sliver polygons). Anderzijds om de termijn (60 dagen na inwerkingtreding van het RUP of BPA) waarbinnen het mogelijk is om in beroep te gaan bij de Raad van State in rekening te brengen. De gegevens zijn bijgevolg pas in te dienen nadat de beroepstermijn verstreken is. Inwerkingtreding van het RUP of BPA: - Artikel 2.2.8 Vlaamse Codex : het gewestelijk RUP treedt in werking 14 dagen na de bekendmaking van het BVR houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk RUP in het B.S. - Artikel 2.2.12 Vlaamse Codex : het provinciaal RUP treedt in werking 14 dagen na de bekendmaking van het goedkeuringsbesluit van de Vlaamse regering in het B.S. Bij gebreke aan tijdige beslissing van Vlaamse regering na rappelbrief, treedt het RUP in werking 14 dagen na de bekendmaking van de provincieraadsbeslissing houdende definitieve vaststelling van het RUP in B.S. - Artikel 2.2.18 Vlaamse Codex : het gemeentelijk RUP treedt in werking 14 dagen na de bekendmaking van het goedkeuringsbesluit van de deputatie in het B.S.
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
5
Bij gebreke aan tijdige beslissing van deputatie na rappelbrief, treedt het RUP in werking 14 dagen na de bekendmaking van de gemeenteraadsbeslissing houdende definitieve vaststelling van het RUP in B.S - Artikel 21 coördinatiedecreet : het BPA treedt in werking 15 dagen na de bekendmaking van het goedkeuringsbesluit van de Vlaamse regering in het B.S. Bij gebreke aan tijdige beslissing van Vlaamse regering na rappelbrief, treedt het BPA in werking 15 dagen na de bekendmaking van de gemeenteraadsbeslissing tot definitieve aanvaarding van het BPA in B.S.
Hierna volgt een oplijsting van de gegevensgroepen die door overheden aangewend dienen te worden. Voor de specifieke gegevensgroep plannenregister wordt verwezen naar de specifieke richtlijn voor dit register.
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
6
2 BESCHRIJVING VAN DE VELDEN VAN GEGEVENSBRONNEN DIE DIENEN UITGEWISSELD We opteren ervoor om het datumformaat jjjj-mm-dd te hanteren. Deze standaard werd alvast ingevoerd voor de specifieke planbateninformatie (zie 2.2 Het specifieke planbateninformatie-overzicht). Wat betreft de bestemmingsplannen (zie 2.1 De bestemmingsplannen) wordt er verwezen naar het plannenregister. Hier blijft het oude formaat dd/mm/jjjj behouden, in afwachting tot een herziening van de richtlijnen over het plannenregister. Ter ondersteuning van gemeenten levert het beleidsdomein RWO twee modelbestanden (templates in shapefileformaat) aan voor het aanleveren van de hierna vermelde informatie. In de modelshapefilePB dient het formaat jjjj-mm-dd te worden aangehouden en in de modelshapePlannen wordt het formaat dd/mm/jjjj gebruikt. Indien ervoor wordt geopteerd om de informatie rechtstreeks via .XML in het geoloket aan te leveren, wordt de standaard jjjj-mm-dd gehanteerd.
2.1 DE PLANNEN DIE PLANBATEN KUNNEN GENEREREN Naam gegevensgroep: plannen Inhoud: bevat de gegevens van de relevante velden van de tabel van de planneninventaris met integratie van de bijstellingen , conform technische aanbeveling R-ARP-001-1.1, versie: 1.1, publicatie: augustus 2002 (of de meest recente versie). Het betreft hier in het bijzonder de rubrieken 2.12, 2.13, 2.14, 2.16 en 2.24. Opmerkingen: in de voorliggende technische richtlijnen wordt er verwezen naar het plannenregister. Dit register zal in functie van de operationalisering van de planbaten herbekeken dienen te worden. In het bijzonder wordt de rubriek Planbaten met rubrieknummer 2.16 toegevoegd in het veld Rubriek. In de voorliggende richtlijn wordt dit element reeds opgenomen. De uitwisseling dient conform de technische richtlijnen plannenregister te gebeuren.
In wat volgt: zijn velden aangeduid met (*) optioneel in te vullen.
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
7
2.1.1 Nis-code van de fusiegemeente In afwachting van de wijziging van de Richtlijn aangaande de opmaak van de tabel planneninventaris voor het Plannenregister wordt deze veldnaam behouden. Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld
fgnisnr NIS-code van de bewuste FUSIEgemeente Numeriek (Positief natuurlijk getal) Verplicht in te vullen 23088
Noot: In aanvulling op de richtlijn van het Plannenregister moet, voor de gewestelijke en provinciale RUP, in dit veld de NIS-code van de administratieve eenheden die het plan opmaakt (5 karakters noodzakelijk) worden meegegeven: 02000 Vlaams Gewest 10000 provincie Antwerpen 20001 provincie Vlaams Brabant 30000 provincie West-Vlaanderen 40000 provincie Oost-Vlaanderen 70000 provincie Limburg Indien het gaat om een gemeentelijk RUP of BPA dient de NIS-code van de fusiegemeente die het plan opmaakt, ingevuld te worden.
2.1.2 Nis-code van de deelgemeente Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld
dgnisnr NIS-code van de bewuste DEELgemeente Numeriek (Positief natuurlijk getal) Optioneel in te vullen 23066
Noot: Indien het plan betrekking heeft op meerdere deelgemeenten laat u dit veld best leeg en voegt u, indien u dit wenst, een opmerking toe (zie verder).
2.1.3 Gemeentenaam Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld
Gemeente Officiële naam van de betrokken FUSIEgemeente Tekst – 255 karakters (254 karakters voor dbf) Verplicht in te vullen Vilvoorde
Noot: Indien het gaat om een provinciale of gewestelijke RUP dient de provincienaam respectievelijk de naam van het gewest die het plan opmaakt, ingevuld te worden.
2.1.4 Deelgemeentenaam Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld
Deelgemeente Officiële naam van de betrokken DEELgemeente Tekst – 255 karakters (254 karakters voor dbf) Optioneel in te vullen Peutie
Noot: Indien het plan betrekking heeft op meerdere deelgemeenten laat u dit veld best leeg en voegt u, indien u dit wenst, een opmerking toe (zie verder).
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
8
2.1.5 Rubrieknummer Naam Inhoud Type Conditie Code
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
9
opmaak tabel planneninventaris voor het plannenregister
Rubriek Deze rubriek geeft het soort plan weer dat wordt ingevuld Tekst - 4 karakters Verplicht in te vullen behalve voor (*) Waarde Betekenis Wetgeving 2.22 Gewestplan Decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996 2.12 Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP), gewestelijk (nieuw Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening decreet!) 2.13 Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP), provinciaal (nieuw Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening decreet!) 2.14 Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP), gemeentelijk (nieuw Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening decreet!) 2.15 Recht van voorkoop Decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996, Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening 2.16 Planbaten Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van kracht vanaf 1 september 2009 2.23 Algemeen Plan van Aanleg (APA) Decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996 2.24 Bijzonder Plan van Aanleg (BPA) Decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996 2.31(*) Bouwverordening Decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996 2.32 Verkavelingsverordening Decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996 2.33(*) Stedenbouwkundige Verordening (nieuw decreet!) Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening 2.34 Verkavelingsverordening (nieuw decreet!) Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening 2.41(*) Rooilijnplan (gewestelijk) Decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996, Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening 2.42(*) Rooilijnplan (provinciaal) Decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996, Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening 2.43(*) Rooilijnplan (gemeentelijk) Decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996, Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening 2.45(*) Andere rooilijnplannen Uitgezonderd decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996, Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening 2.51(*) Onteigeningsplan voor economische expansie Wet tot invoering en ordening van maatregelen ter bevordering van de economische expansie en de oprichting van nieuwe industrieën. van 17 juli 1959 Wet betreffende de economische expansie van 30 december 1970 2.52 Onteigeningsplan Decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996, Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening 2.53 (*) Andere onteigeningsplannen Uitgezonderd decreet betreffende de ruimtelijke ordening gecoördineerd op 22 oktober 1996, Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening 3.01(*) Woningbouwgebieden / Woonvernieuwingsgebieden BVR 7 april 1998 3.03(*) Bijzondere gebieden recht van voorkoop (huisvesting) Vlaamse Wooncode BVR 6 oktober 1998 4.01(*) Beschermde monumenten Decreet van de Vlaamse Regering van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten 4.02(*) Beschermde landschappen Decreet van 16 april 1996 houdende bescherming van landschappen 4.03(*) Beschermde stads - en dorpsgezichten Decreet van de Vlaamse Regering van 3 maart 1976 tot bescherming van
Beschermde archeologische monumenten en zones
5.01(*) 5.02(*) 5.03(*)
Duinendecreet Ramsar Vogelrichtlijngebieden
5.04(*)
Habitatrichtlijngebieden
5.05(*)
VEN / IVON
5.06(*)
5.08(*) 5.09(*)
Natuurreservaten (Vlaamse natuurreservaten en erkende natuurreservaten) Recht van voorkoop goedgekeurde uitbreidingszone van erkende en Vlaamse Natuurreservaten Bosreservaten Oppervlaktewateren
5.10(*)
Afbakening waterwingebieden en beschermingszones
6.10(*)
Landinrichting
6.20(*)
Ruilverkaveling
6.30(*)
Natuurinrichting
5.07(*)
monumenten en stads- en dorpsgezichten Decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium Decreet van 29 november 1995 KB 1986 Richtlijn 79/409/EEG BVR 17 oktober 1988 inzake het behoud van de vogelstand BVR 20 september 1996 BVR 23 juni 1998 Richtlijn 92/43/EEG Beslissing van de VR 14 februari 1996 - VR/PV/1996/6-punt 9 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu 21 oktober 1997 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu 21 oktober 1997 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu 21 oktober 1997 (art.33, 3de lid) Bosdecreet van 13 juni 1990 8 december 1998 actualisatie van het BVR okotber 1987 betreffende oppervlaktewateren van het openbaar hydrografisch net decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake grondwaterbeheer BVR van 27/03/1985 BVR van 12/01/1999 Decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij - Besluit van de Vlaamse regering van 6 juni 1996 houdende nadere regelen betreffende de landinrichting Wet op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet van 22 juli 1970, aangevuld door de wet van 11 augustus 1978, houdende bijzondere bepalingen eigen aan het Vlaamse Gewest. Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, uitvoeringsbesluit: besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998
BVR: Besluit van de Vlaamse regering
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
10
opmaak tabel planneninventaris voor het plannenregister
4.04(*)
2.1.6 Stamnummer Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld
Stamnr Dit is een uniek volgnummer voor elk plan binnen een bepaalde rubriek. Tekst - 5 karakters Verplicht in te vullen 2 of 00002
2.1.7 Volgnummer Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld
Volgnr Dit is een uniek volgnummer voor elk plan binnen een bepaalde rubriek én stamnummer. Tekst - 5 karakters Verplicht in te vullen 3 of 00003
2.1.8 Planidentificatienummer Naam Inhoud Type Conditie Formaat
Voorbeeld
Plan_id Dit veld bevat de combinatie van de rubriek-, stam- en volgnummer, onderling gescheiden door een liggend streepje: '_' . Het vormt een uniek identificatienummer voor elk plan. Tekst - 16 karakters Verplicht in te vullen r.rr_sssss_vvvvv Met: • ieder element wordt steeds gescheiden van het volgende door een liggend streepje: ‘_’ • ‘r.rr’: rubrieknummer • ‘sssss’: stamnummer (5 posities mogelijk) • ‘vvvvv’: volgnummer (5 posities mogelijk) 2.24_2_3 of 2.24_00002_00003
2.1.9 Type van het plan Naam Inhoud Type Conditie Code
Type Dit veld geeft weer hoe een eventuele wijziging zich verhoudt t.o.v. een oorspronkelijk plan Tekst - 1 karakter Verplicht in te vullen Waarde Betekenis A oorspronkelijk plan B gedeeltelijke wijziging C volledige wijziging
2.1.10 Stadium waarin het plan zich bevindt Naam Inhoud Type Conditie Code
Stadium Dit veld geeft de status van het plan weer. Tekst - 2 karakters Verplicht in te vullen Waarde Betekenis ON ontwerp GG goedgekeurd IH in herziening gesteld ( voor BPA's)
2.1.11 Datum van goedkeuring Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld
Dat_goed De datum van goedkeuring van (een bepaald stadium van) een bepaald plan. Datum – 10 posities Verplicht in te vullen dd/mm/jjjj 13/12/2001
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
11
2.1.12 Naam van het plan Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld
Naam De naam van een bepaald plan (indien het een naam heeft) waaronder het geratificeerd is. Tekst – 255 karakters (254 karakters voor dbf) Optioneel, ingevuld in voorkomend geval Callebeek
2.1.13 Gerelateerd plan Naam Inhoud Type Conditie Formaat
Voorbeeld
Rel_plan In dit veld kan U de planidentificatienummer invullen voor een met het bewuste plan gerelateerd plan. Tekst – 16 karakters Optioneel, ingevuld in voorkomend geval r.rr_sssss_vvvvv Met: • ieder element wordt steeds gescheiden van het volgende door een liggend streepje: ‘_’ • ‘r.rr’: rubrieknummer • ‘sssss’: stamnummer (5 posities mogelijk) • ‘vvvvv’: volgnummer (5 posities mogelijk) 2.24_5_2 of 2.24_00005_00002
Noot: Het gerelateerd plan dient steeds ingevuld te worden indien het gaat om een plan met rubrieknummer 2.16. Het gerelateerd plan verwijst dan immers naar het RUP/BPA waaruit de Planbaten voortkomen.
2.1.14 Dossiernummer Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld
Do_ar_br In dit veld wordt het dossier- of objectnummer gehanteerd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ingevuld. Tekst – 50 karakters Optioneel, ingevuld in voorkomend geval D/1043/10
Noot: Dit nummer kan variëren van dossiernummer van RWO tot een objectnummer van bvb. één beschermd landschap zoals opgenomen in de databank van Afdeling Monumenten en Landschappen.
2.1.15 Dossiernummer AROHM, buitendienst Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld
do_ar_pr In dit veld kan het dossiernummer gehanteerd door de ROHM (provinciale) buitendienst ingevuld worden Tekst – 50 karakters Optioneel, ingevuld in voorkomend geval
2.1.16 Dossiernummer gemeente Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld
do_gem In dit veld kan het dossiernummer gehanteerd door de gemeente ingevuld worden. Tekst – 50 karakters Optioneel, ingevuld in voorkomend geval A/1043/7
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
12
2.1.17 Goedkeurende instantie (*) Naam Inhoud Type Conditie Code
Instantie Dit veld geeft de goedkeurende instantie weer. Tekst - max 3 karakters Optioneel in te vullen Waarde Betekenis CBS college van burgemeester en schepenen KB Koninklijk Besluit MB Ministerieel Besluit BVR Besluit van de Vlaamse Regering
2.1.18 Contactpersoon (*) Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld
Contact Dit veld geeft de bevoegde dienst weer. Tekst Optioneel in te vullen RWO afdeling Monumenten en landschappen
2.1.19 Opmerkingen (*) Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld
Opm In dit veld kunnen alle soorten opmerkingen ingevuld worden. Tekst – 255 karakters (254 karakters voor dbf) Optioneel Dit plan valt op de deelgemeenten Bissegem en Heule
2.1.20 Geometrie Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld
Geometrie De coördinaten van de plancontouren Tekst (tot op 3 decimalen (decimaal punt)) Verplicht (141517.366 191614.134, ... 141517.366 191614.134),(143858.519 192535.037, … 143858.519 192535.037),(142991.996 191315.309, … 142991.996 191315.309),(143374.031 191350.411, … 143374.031 191350.411),(144176.900 189855.476, … 144176.900 189855.476),(144340.124 189653.139, …144340.124 189653.139)
Noot: De geometrie is geen element binnen de attributentabel. Vermits het plan via een XML-schema wordt aangeleverd, dient de geometrie van de plancontouren meegegeven te worden.
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
13
2.2 OVERZICHT VAN DE SPECIFIEKE PLANBATENINFORMATIE Inhoud: hier wordt een overzicht van alle specifieke planbateninformatie gegeven en beschreven. Deze perceelsgebonden informatie bevat 4 niveaus: • Databron (specificeert nader de leverancier van de data) • RUP/BPA • Kadastraal perceel • Deelperceel Verder in dit document wordt dan aangegeven welke informatie uit dit overzicht specifiek binnen elke processtap dient aangeleverd te worden.
2.2.1 Gegevens eigen aan de databron Noot: De gegevens eigen aan de databron (bron_id, d_van, d_tot, software) zijn geen elementen binnen de attributentabel van de shapefile. In het .XML-schema dienen deze meegegeven te worden als metadata.
2.2.1.1 Identificatie Naam Inhoud Type Conditie Code
bron_id De leverancier van de gegevens Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen Waarde NNNNN
VLABEL 23088 VLABEL Verantwoordelijk Plannende overheid of Vlabel
Betekenis NIS-code van de administratieve eenheid die het plan opmaakt, indien gegevens aangeleverd door plannende overheid Gegevens aangeleverd door Vlabel
Voorbeeld
2.2.1.2 Datum van Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_van Begindatum verwerking/aanlevering gegevens Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen jjjj-mm-dd 2009-03-12 Plannende overheid of Vlabel
2.2.1.3 Datum tot Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_tot Einddatum verwerking/aanlevering gegevens Tekst – 10 karakters Optioneel, ingevuld in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2009-03-12 Plannende overheid of Vlabel
2.2.1.4 Software Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld
software De software die de gegevens aanmaakt/aanlevert Tekst – 25 karakters Optioneel, ingevuld in voorkomend geval BREDERO CIPAL CEVI GEO-IT Verantwoordelijk Plannende overheid, Vlabel of applicatie
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
14
2.2.2 Gegevens eigen aan een RUP/BPA 2.2.2.1 Plan dat planbaten genereert (RUP/BPA) Naam Inhoud
algplanid Identificatienummer van het plan dat planbaten genereert, conform richtlijn voor de digitale uitwisseling van ruimtelijke uitvoeringsplannen. Type Tekst – 26 karakters Conditie Verplicht in te vullen Code Veld samengesteld uit RUP_NIScode_
_<stamnummer>_ volgens de technische richtlijn tabel planneninventaris met weglating van “.”(punt). RUP_NNNNN_rrr_sssss_vvvvv met: NNNNN: NIS-code van de administratieve eenheid die het plan opmaakt (5 karakters noodzakelijk) 02000 Vlaams Gewest 10000 provincie Antwerpen 20001 provincie Vlaams Brabant 30000 provincie West-Vlaanderen 40000 provincie Oost-Vlaanderen 70000 provincie Limburg rrr : rubrieknummer (3 karakters) 212 gewestelijk RUP 213 provinciaal RUP 214 gemeentelijk RUP 224 BPA sssss : stamnummer (5 karakters noodzakelijk) vvvvv : volgnummer (5 karakters noodzakelijk) Voorbeeld RUP_02000_212_00005_00001 RUP_40000_213_00002_00003 RUP_73032_214_00010_00125 BPA_38008_224_00012_00001 Verantwoordelijk Plannende overheid
Noot: Ieder ruimtelijk uitvoeringsplan heeft een uniek identificatienummer waarmee het wordt opgenomen in het plannenregister (plan_id). Om bij uitwisseling ervoor te zorgen dat dit nummer een uniek nummer voor Vlaanderen is en herkend wordt als ruimtelijk uitvoeringsplan wordt het algemene planidentificatienummer geïntroduceerd. Het gaat om het plan_id zonder het karakter “.” (punt) voorafgegaan door RUP_ of BPA_ bijvoorbeeld RUP_73032_214_00010_00125. Het algplanid zit daarom vervat in alle bestandsnamen van de uitwisseling, gevolgd door een suffix en komt ook terug om de planelementen en eventuele deelgebieden uniek te benoemen. Zie ook: de richtlijn voor de digitale uitwisseling van ruimtelijke uitvoeringsplannen.
2.2.2.2 Datum inwerkingtreding RUP of BPA Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
inwerking Dit is de wettelijke datum waarop het bestemmingsplan in werking treedt. Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2009-03-12 Plannende overheid
Noot: Zie Artikels 2.2.8, 2.2.12 en 2.2.18 Vlaamse Codex Deze datum komt niet overeen met de datum van goedkeuring van het plan zoals opgenomen in de technische richtlijnen Plannenregister (zie Inwerkingtreding van het RUP of BPA, p. 5)
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
15
2.2.3 Gegevens eigen aan een kadastraal perceel 2.2.3.1 Nis-code van de fusiegemeente Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld Verantwoordelijk
fgnisnr NIS-code van de bewuste FUSIEgemeente Tekst – 5 karakters Verplicht in te vullen 23088 Plannende overheid
2.2.3.2 Samengestelde perceelsnotatie Naam Inhoud Type Conditie Formaat
CAPAKEY Unieke identificatiecode van het perceel, vastgelegd door AAPD Tekst – 17 karakters Verplicht in te vullen. Deze code is een concatenatie van: • NIS-code van de kadastrale afdeling : cijfer (5 posities) • Kadastrale sectie: hoofdletter (1 positie) • Grondnummer: cijfer (4 posities) • Bisnummer: separator “/”, gevolgd door 2 cijfers (3 posities) • Letterexponent: “_” (indien geen letterexponent) of hoofdletter (1 positie) • Cijferexponent: cijfer (3 posities) (= macht)
Alle cijferonderdelen worden rechts gealigneerd en vooraan eventueel opgevuld met nullen. Opm. de letterexponenten: I, J, O, Q en U zijn niet toegelaten Voorbeeld 11036A0310/00N000 Verantwoordelijk Plannende overheid
2.2.3.3 Niet-verschuldigd en vrijgesteld Naam Inhoud
nvt Niet-verschuldigd en/of vrijgesteld zijn van de planbatenheffing volgens Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Art. 2.6.5 en Art. 2.6.6. Type Tekst – 1 karakters Conditie Verplicht in te vullen in voorkomend geval Code Status Betekenis J Niet verschuldigd en/of vrijgesteld N Planbaten verschuldigd Verantwoordelijk Plannende overheid
Noot: Indien in dit veld de status ‘J’ wordt ingevuld, dienen de velden Opschorting 1, Begindatum opschorting 1, Einddatum opschorting 1, Opschorting 2, Begindatum opschorting 2, Einddatum opschorting 2, Opschorting 3, Begindatum opschorting 3, Einddatum opschorting 3, Opschorting 4, Begindatum opschorting 4, Einddatum opschorting 4 niet ingevuld te worden.
2.2.3.4 De reden van niet-verschuldigd en/of vrijgesteld zijn Naam Inhoud Type Conditie Code
nvt_code De reden van het niet-verschuldigd of vrijgesteld zijn van de planbatenheffing Tekst – 2 karakters Verplicht in te vullen indien in veld Niet-verschuldigd en vrijgesteld, p. 16 de waarde ‘J’ is ingevuld Waarde Betekenis (zie Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Art. 2.6.5. en 2.6.6.) N1 Art. 2.6.5. 1° N2 Art. 2.6.5. 2° N3 Art. 2.6.5. 3° N4 Art. 2.6.5. 4° N5 Art. 2.6.5. 5° N6 Art. 2.6.5. 6° N7 Art. 2.6.5. 7° N8 Art. 2.6.6. Verantwoordelijk Plannende overheid Uitzondering: N2 is een verantwoordelijkheid van Vlabel
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
16
2.2.3.5 Opschorting 1 Naam Inhoud Type Conditie Code
opschor_1 Opschorting van de planbatenheffing volgens Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Art. 2.6.7. 1° Tekst – 1 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval Status Betekenis J Opgeschort N Niet opgeschort Verantwoordelijk Plannende overheid
2.2.3.6 Begindatum opschorting 1 Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_beg_ops1 De datum van begin van opschorting 1 (zie Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Art. 2.6.7. 1°) Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2009-03-12 Plannende overheid
2.2.3.7 Einddatum opschorting 1 Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_end_ops1 De datum van einde van opschorting 1 (zie Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Art. 2.6.7. 1°) Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2009-03-12 Plannende overheid
2.2.3.8 Opschorting 2 Naam Inhoud Type Conditie Code
opschor_2 Opschorting van de planbatenheffing volgens Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Art. 2.6.7. 2° Tekst – 1 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval Status Betekenis J Opgeschort N Niet opgeschort Verantwoordelijk Vlabel
2.2.3.9 Begindatum opschorting 2 Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_beg_ops2 De datum van begin van opschorting 2 (zie Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Art. 2.6.7. 2°) Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2009-03-12 Vlabel
2.2.3.10 Einddatum opschorting 2 Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_end_ops2 De datum van einde van opschorting 2 (zie Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Art. 2.6.7. 2°) Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2009-03-12 Vlabel
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
17
2.2.3.11 Opschorting 3 Naam Inhoud Type Conditie Code
opschor_3 Opschorting van de planbatenheffing volgens Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Art. 2.6.7. 3° Tekst – 1 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval Status Betekenis J Opgeschort N Niet opgeschort Verantwoordelijk Plannende overheid
2.2.3.12 Begindatum opschorting 3 Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_beg_ops3 De datum van begin van opschorting 3 (zie Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Art. 2.6.7. 3°) Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2009-03-12 Plannende overheid
2.2.3.13 Einddatum opschorting 3 Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_end_ops3 De datum van einde van opschorting 3 (zie Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Art. 2.6.7. 3°) Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2009-03-12 Plannende overheid
2.2.3.14 Opschorting 4 Naam Inhoud Type Conditie Code
opschor_4 Opschorting van de planbatenheffing volgens Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Art. 2.6.7. 4° Tekst – 1 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval Status Betekenis J Opgeschort N Niet opgeschort Verantwoordelijk Plannende overheid
2.2.3.15 Begindatum opschorting 4 Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_beg_ops4 De datum van begin van opschorting 4 (zie Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Art. 2.6.7. 4°) Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2009-03-12 Plannende overheid
2.2.3.16 Einddatum opschorting 4 Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_end_ops4 De datum van einde van opschorting 4 (zie Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Art. 2.6.7. 4°) Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2009-03-12 Plannende overheid
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
18
2.2.3.17 Datum bezwaar indienen Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_in_bez De datum waarop het bezwaar werd ingediend Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2007-01-01 Vlabel
2.2.3.18 Type bezwaar Naam Inhoud
bezwaar Een code die aangeeft of er een bezwaar is ingediend. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het type bezwaar. Type Tekst – 2 karakters Conditie Verplicht in te vullen in voorkomend geval Code Waarde Betekenis VB Bezwaar af te handelen door Vlabel PB Bezwaar af te handelen door plannende overheid Verantwoordelijk Vlabel
2.2.3.19 Datum afwerken bezwaar Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_uit_bez De datum waarop Vlabel een definitieve beslissing neemt omtrent het bezwaar. Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2007-01-01 Vlabel
2.2.3.20 Status bezwaar Naam Inhoud
status_bez De status van het bezwaar binnen het volledige bezwaarverwerkingsproces. Er zijn 2 mogelijke statussen. Type Tekst – 1 karakter Conditie Verplicht in te vullen in voorkomend geval Code Status Betekenis A Afgewezen I Ingewilligd Verantwoordelijk Vlabel
2.2.3.21 Startfeit Naam Inhoud
startfeit Geeft de oorzaak aan van het betalen van de planbatenheffing. Type startfeit. Type Tekst – 2 karakters Conditie Verplicht in te vullen in voorkomend geval Code Waarde Betekenis OD Overdracht SV Stedenbouwkundige vergunning voor bouwwerken VK Verkavelingsvergunning Verantwoordelijk Vlabel
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
19
2.2.3.22 Startfeit datum Naam Inhoud
d_start De datum waarop de planbaten opeisbaar worden ten gevolge van het afleveren van een stedenbouwkundige vergunning voor bouwweken of een verkavelingsvergunning (in laatste administratieve aanleg) of een overdracht. Type Tekst – 10 karakters Conditie Verplicht in te vullen in voorkomend geval Formaat jjjj-mm-dd Voorbeeld 2007-01-01 Verantwoordelijk Vlabel
2.2.3.23 Status planbaten Naam Inhoud
status_pb De status van het perceel binnen het volledige planbatenverwerkingsproces. Er zijn 6 mogelijke statussen. Type Tekst – 1 karakter Conditie Verplicht in te vullen Code Waarde Betekenis A Niet berekend B Niet van toepassing C Opgeschort D Berekend met aanslagbiljet E Bezwaar aangetekend F Te betalen (startfeit gecreëerd) G Reminder verstuurd Z Betaald Verantwoordelijk Vlabel De waarden A, B en C kunnen automatisch worden ingevuld door het geoloket.
Noot: Het indienen van een bezwaar schort de betalingsplicht niet op. Bijgevolg sluit de status ‘Bezwaar aangetekend’ een betaling niet uit. Van zodra er een betaling gebeurt, dient de status naar ‘Betaald’ gebracht te worden. Enkel Vlabel kan dit status-veld aanpassen.
2.2.3.24 Datum van betaling Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_bewijs De datum van betaling is het bewijs van betaling van de planbatenheffing Tekst – 10 karakters Verplicht indien betaald jjjj-mm-dd 2007-01-01 Vlabel
2.2.3.25 Bedrag Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld Verantwoordelijk
bedrag Planbaten betaling, in euro Numeriek (positief getal), af te ronden tot op 2 decimalen Optioneel, indien gekend 2.345,68 Vlabel
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
20
2.2.4 Gegevens eigen aan de bestemmingscategorie van het deelperceel 2.2.4.1 Deelperceelnummer Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld Verantwoordelijk
dpnr Deelperceelnummer Tekst – 2 karakters Verplicht in te vullen 02 Plannende overheid
Noot: Voor elk perceel begint de nummering steeds terug vanaf ‘01’. Het is echter niet de bedoeling om de nummering terug te zetten op ‘01’ bij de aanmaak van een nieuw RUP/BPA. Er dient dan te worden verder gegaan met de bestaande nummering indien het perceel verder wordt opgedeeld. (bv. RUP1: DPNr = 01 en DPNr = 02; RUP2: DPNr = 03, DPNr = 04, DPNr = 05). Indien het perceel niet opgedeeld wordt in deelpercelen dient de waarde ‘01’ ingevuld te worden.
2.2.4.2 Bronbestemming Naam Inhoud
bron_best De bronbestemming wordt aangeduid met een categoriecode gebaseerd op de logica van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening – Afdeling Planbatenheffing. Type Tekst – 3 karakters Conditie Verplicht in te vullen Code Waarde Betekenis WON Wonen BED Bedrijvigheid REC Recreatie LDB Landbouw ONT Gebied voor de winning van oppervlakte stoffen GRO Bos, overig groen of reservaat en natuur GNV Gemeenschaps- en nutsvoorzieningen NNN Buiten het RUP dat planbaten genereert (zie 2.2.2.1 Bestemmingsplan (RUP/BPA))/niet relevant Verantwoordelijk Plannende overheid
2.2.4.3 Doelbestemming Naam Inhoud
doel_best De doelbestemming wordt aangeduid met een categoriecode gebaseerd op de logica van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening – Afdeling Planbatenheffing. Type Tekst – 3 karakters Conditie Verplicht in te vullen Code Waarde Betekenis WON Wonen BED Bedrijvigheid REC Recreatie LDB Landbouw ONT Gebied voor de winning van oppervlakte stoffen GRO Bos, overig groen of reservaat en natuur GNV Gemeenschaps- en nutsvoorzieningen NNN Buiten het RUP dat planbaten genereert (zie 2.2.2.1 Bestemmingsplan (RUP/BPA))/niet relevant Verantwoordelijk Plannende overheid
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
21
2.2.4.4 Percentage bronverdeling Naam Inhoud
pct_bron Het percentage oppervlakte van de bronbestemming van het deelperceel ten opzichte van het volledige perceel. (Per bronbestemming wordt het percentage van deze bronbestemming in functie van de oppervlakte van het volledige perceel aangegeven.) Type Numeriek (Positief getal), af te ronden tot op 2 decimalen Conditie Verplicht in te vullen Verantwoordelijk Plannende overheid
Noot: Indien een perceel éénzelfde bestemming heeft, is het percentage steeds = 100 !
2.2.4.5 Percentage doelverdeling Naam Inhoud
pct_doel Het percentage oppervlakte van de doelbestemming van het deelperceel ten opzichte van het volledige perceel. (Per doelbestemming wordt het percentage van deze doelbestemming in functie van de oppervlakte van het volledige perceel aangegeven.) Type Numeriek (Positief getal), af te ronden tot op 2 decimalen Conditie Verplicht in te vullen Verantwoordelijk Plannende overheid
Noot: Indien een perceel volledig van bestemming wijzigt, is het percentage steeds = 100 ! Indien een perceel gekenmerkt wordt door meerdere bestemmingen of bestemmingswijzigingen dient de som van de pct_doel van elk deelperceel, per perceel gelijk te zijn aan 100 (zie figuur hierboven).
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
22
2.2.4.6 Oppervlakte (berekend door GIS) Naam Inhoud
GIS_opp De oppervlakte van het deelperceel in m² (ca), berekend door uw Geografisch Informatiesysteem (GIS) Type Numeriek (Positief getal), af te ronden tot op 2 decimalen Conditie Verplicht in te vullen Verantwoordelijk Plannende overheid
Noot: De planbatenheffing wordt daarentegen berekend uitgaande van de bij het kadaster gekende oppervlakte. (Art. 2.6.10.). Dit is een taak van VLABEL.
2.2.4.7 Schorsing door Raad van State Naam Inhoud Type Conditie Code
schorsing Geeft aan of het bestemmingsplan voor dit deelperceel is geschorst door de Raad van State Tekst – 1 karakter Verplicht in te vullen in voorkomend geval Status Betekenis J Geschorst N Niet geschorst Verantwoordelijk Plannende overheid
2.2.4.8 Begindatum schorsing door Raad van State Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_beg_sch De datum van begin van schorsing door Raad van State Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2009-03-12 Plannende overheid
2.2.4.9 Einddatum schorsing door Raad van State Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_end_sch De datum van einde van schorsing door Raad van State Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2009-03-12 Plannende overheid
2.2.4.10 Vernietiging door Raad van State Naam Inhoud Type Conditie Code
nietig Geeft aan of het plan vernietigd is voor dit deelperceel door de Raad van State Tekst – 1 karakter Verplicht in te vullen in voorkomend geval Status Betekenis J Vernietigd N Niet vernietigd Verantwoordelijk Plannende overheid
2.2.4.11 Begindatum vernietiging door Raad van State Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_beg_niet De datum van begin van vernietiging door Raad van State Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2009-03-12 Plannende overheid
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
23
2.2.4.12 Einddatum vernietiging door Raad van State Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_end_niet De datum van einde van vernietiging door Raad van State Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen in voorkomend geval jjjj-mm-dd 2009-03-12 Plannende overheid
2.2.4.13 Coördinatenstelsel Naam Inhoud Type Conditie Code
co_stelsel Het gebruikte coördinatenstelsel binnen het GIS Tekst –10 karakters Verplicht in te vullen Waarde Betekenis ESPG:31300 Lambert 1972 ESPG:3812 Lambert 2008 Verantwoordelijk Plannende overheid
2.2.4.14 Ondergrond Naam Inhoud
ondergrond Een code die per kadastraal perceel aangeeft, welke percelenkaart werd gebruikt als ondergrond voor de opmaak van het RUP / BPA Type Tekst – 25 karakters Conditie Verplicht in te vullen Code Waarde GRB CADMAP KADVEC WPB Eigen percelenkaart Verantwoordelijk Plannende overheid
2.2.4.15 Omschrijving ondergrond Naam Inhoud Type Conditie Verantwoordelijk
aard_ond Een omschrijving van de eigen percelenkaart Tekst – 254 karakters Optioneel, verplicht in te vullen indien in het veld 2.2.4.14 Ondergrond de code ‘Eigen percelenkaart’ is ingevuld. Plannende overheid
2.2.4.16 Kadastrale toestand ondergrond Naam Inhoud Type Conditie Formaat Voorbeeld Verantwoordelijk
d_toestand De datum van aanmaak van de ondergrond Tekst – 10 karakters Verplicht in te vullen jjjj-mm-dd 2007-01-01 Plannende overheid
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
24
2.2.4.17 Coördinatenstring Naam Inhoud Type Conditie Voorbeeld Verantwoordelijk
co_string De coördinaten van de deelperceelcontour Tekst (tot op 2 decimalen (decimaal punt)) Verplicht. (215679.31 173923.29, 215708.62 173907.89, … 215679.31 173923.29) Plannende overheid
Noot: De geometrie is geen element binnen de attributentabel. Vermits het deelperceel via een XML-schema wordt aangeleverd, dient de geometrie van het deelperceel meegegeven te worden.
2.2.4.18 Opmerking Niet verplicht in te vullen. Naam Inhoud Type Conditie Verantwoordelijk
opm Op deze plaats wordt aan de gemeente de mogelijkheid geboden om een opmerking te formuleren Tekst – 254 karakters Optioneel, ingevuld in voorkomend geval. Plannende overheid
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
25
2.3 DE SPECIFIEKE GEGEVENS EIGEN AAN ELKE PROCESSTAP BINNEN HET PROCES PLANBATEN Het vaststellen van de percelen die onderworpen zijn aan planbaten is gerelateerd aan de plannen (RUP’s / BPA’s) die planbaten genereren en komt bijgevolg aan bod in het planningsproces. Zo stelt de Vlaamse Codex artikel 2.2.2. dat elk ruimtelijk uitvoeringsplan een register bevat van percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikersschade.
Bij de plenaire vergadering: eenvoudige overzichtskaart en overzichtstabel. Met eenvoudig wordt bedoeld dat wordt aangegeven of het om planbaten, planschade of kapitaal- / gebruikersschade gaat zonder verdere opsplitsing in categorieën (3 kleurcodes). Bij de voorlopige vaststelling: niet-opgekuiste overzichtskaart opgenomen in de toelichtingsnota en bijlage (nummer IV) (zie 3.7 Het klaarmaken van de kaart voor de toelichtingsnota van het RUP) Bij definitieve vaststelling: niet-opgekuiste overzichtskaart opgenomen in de toelichtingsnota en bijlage (nummer IV).
Na inwerkingtreding van het RUP dient de planbateninformatie (zie 2 Beschrijving van de velden van gegevensbronnen die dienen uitgewisseld) in het geoloket aangeleverd te worden. Hier dient een zekere streeftermijn van 90 kalenderdagen na inwerkingtreding van het RUP in acht te worden genomen (zie p. 5). De informatie die hier dient te worden aangeleverd is ruimer in de zin dat er een geografische databank van (deel)percelen moet worden opgebouwd waarvoor planbaten verschuldigd kan zijn. Er is een onderscheid te maken tussen initiële aanlevering en aanvullingen/bijwerkingen. Dit onderscheid wordt bijgehouden via de historiek van het perceel binnen het geoloket en vraagt geen specifieke acties vanwege de databeheerders. Onderstaand schema geeft aan wanneer welke gegevens moeten worden aangeleverd. Bovendien wordt aangegeven in welk hoofdstuk informatie staat over het gevraagde. Voorontwerp RUP / BPA
Grafisch register van percelen waarvoor planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikersschade verschuldigd kan zijn. (eenvoudige versie).
Ontwerp RUP / BPA
Grafisch register van percelen waarvoor planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikersschade verschuldigd kan zijn.
Hoofdstuk 3
Definitief RUP / BPA
Grafisch register van percelen waarvoor planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikersschade verschuldigd kan zijn.
Hoofdstuk 3
90 dagen na inwerkingtred en RUP / BPA
Geografische databank van (deel)percelen die in aanmerking komen voor planbaten.
Hoofdstuk 4
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
Hoofdstuk 3
26
Schema: Processtappen Planbaten
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
27
Inhoud: hier wordt de specifieke informatie eigen aan elke processtap opgenomen. De gegevensgroepen met specifieke gegevens eigen aan elke processtap:
Plancontouren (zie De plannen die planbaten kunnen genereren, 7) • RUP • BPA Nis-code van de deelgemeente.....................................................................................................................8 Nis-code van de fusiegemeente....................................................................................................................8 Gemeentenaam.............................................................................................................................................8 Deelgemeentenaam ......................................................................................................................................8 Rubrieknummer ...........................................................................................................................................9 Stamnummer ..............................................................................................................................................11 Volgnummer ..............................................................................................................................................11 Planidentificatienummer ............................................................................................................................11 Type van het plan .......................................................................................................................................11 Stadium waarin het plan zich bevindt ........................................................................................................11 Datum van goedkeuring .............................................................................................................................11 Naam van het plan......................................................................................................................................12 Gerelateerd plan .........................................................................................................................................12 Dossiernummer Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap .......................................................................12 Dossiernummer AROHM, buitendienst .....................................................................................................12 Dossiernummer gemeente ..........................................................................................................................12 Goedkeurende instantie (*) ........................................................................................................................13 Contactpersoon (*) .....................................................................................................................................13 Opmerkingen (*) ........................................................................................................................................13 Geometrie...................................................................................................................................................13
Databron (zie Overzicht van de specifieke planbateninformatie, 14) Identificatie ................................................................................................................................................14 Datum van ..................................................................................................................................................14 Datum tot ...................................................................................................................................................14 Software .....................................................................................................................................................14
Planbaten-identificatie (zie Overzicht van de specifieke planbateninformatie, 14) Plan dat planbaten genereert (RUP/BPA) ..................................................................................................15 Datum inwerkingtreding RUP of BPA.......................................................................................................15 Nis-code van de fusiegemeente..................................................................................................................16 Samengestelde perceelsnotatie...................................................................................................................16 Niet-verschuldigd en vrijgesteld ................................................................................................................16 De reden van niet-verschuldigd en/of vrijgesteld zijn................................................................................16 Opschorting 1.............................................................................................................................................17 Begindatum opschorting 1 .........................................................................................................................17 Einddatum opschorting 1 ...........................................................................................................................17 Opschorting 3.............................................................................................................................................18 Begindatum opschorting 3 .........................................................................................................................18 Einddatum opschorting 3 ...........................................................................................................................18 Opschorting 4.............................................................................................................................................18 Begindatum opschorting 4 .........................................................................................................................18 Einddatum opschorting 4 ...........................................................................................................................18 Status planbaten .........................................................................................................................................20 Deelperceelnummer ...................................................................................................................................21 Bronbestemming ........................................................................................................................................21 Doelbestemming ........................................................................................................................................21
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
28
Percentage bronverdeling...........................................................................................................................22 Percentage doelverdeling ...........................................................................................................................22 Oppervlakte (berekend door GIS) ..............................................................................................................23 Schorsing door Raad van State ..................................................................................................................23 Begindatum schorsing door Raad van State...............................................................................................23 Einddatum schorsing door Raad van State.................................................................................................23 Vernietiging door Raad van State ..............................................................................................................23 Begindatum vernietiging door Raad van State...........................................................................................23 Einddatum vernietiging door Raad van State.............................................................................................24 Coördinatenstelsel ......................................................................................................................................24 Ondergrond ................................................................................................................................................24 Omschrijving ondergrond ..........................................................................................................................24 Kadastrale toestand ondergrond .................................................................................................................24 Coördinatenstring.......................................................................................................................................25 Opmerking .................................................................................................................................................25
Planbaten-heffing (zie Overzicht van de specifieke planbateninformatie, 14) Plan dat planbaten genereert (RUP/BPA) ..................................................................................................15 Nis-code van de fusiegemeente..................................................................................................................16 Samengestelde perceelsnotatie...................................................................................................................16 Niet-verschuldigd en vrijgesteld ................................................................................................................16 De reden van niet-verschuldigd en/of vrijgesteld zijn................................................................................16 Opschorting 2.............................................................................................................................................17 Begindatum opschorting 2 .........................................................................................................................17 Einddatum opschorting 2 ...........................................................................................................................17 Status planbaten .........................................................................................................................................20 Bedrag ........................................................................................................................................................20
Planbaten-bezwaar (Vlabel) (zie Overzicht van de specifieke planbateninformatie, 14) Plan dat planbaten genereert (RUP/BPA) ..................................................................................................15 Nis-code van de fusiegemeente..................................................................................................................16 Samengestelde perceelsnotatie...................................................................................................................16 Datum bezwaar indienen............................................................................................................................19 Type bezwaar .............................................................................................................................................19 Datum afwerken bezwaar...........................................................................................................................19 Status bezwaar............................................................................................................................................19 Niet-verschuldigd en vrijgesteld ................................................................................................................16 De reden van niet-verschuldigd en/of vrijgesteld zijn................................................................................16 Opschorting 2.............................................................................................................................................17 Begindatum opschorting 2 .........................................................................................................................17 Einddatum opschorting 2 ...........................................................................................................................17 Status planbaten .........................................................................................................................................20
Planbaten-bezwaar (Plannende overheid) (zie Overzicht van de specifieke planbateninformatie, 14) Plan dat planbaten genereert (RUP/BPA) ..................................................................................................15 Nis-code van de fusiegemeente..................................................................................................................16 Samengestelde perceelsnotatie...................................................................................................................16 Niet-verschuldigd en vrijgesteld ................................................................................................................16 De reden van niet-verschuldigd en/of vrijgesteld zijn................................................................................16 Opschorting 1.............................................................................................................................................17 Begindatum opschorting 1 .........................................................................................................................17 Einddatum opschorting 1 ...........................................................................................................................17
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
29
Opschorting 3.............................................................................................................................................18 Begindatum opschorting 3 .........................................................................................................................18 Einddatum opschorting 3 ...........................................................................................................................18 Opschorting 4.............................................................................................................................................18 Begindatum opschorting 4 .........................................................................................................................18 Einddatum opschorting 4 ...........................................................................................................................18 Status planbaten .........................................................................................................................................20 Deelperceelnummer ...................................................................................................................................21 Bronbestemming ........................................................................................................................................21 Doelbestemming ........................................................................................................................................21 Percentage bronverdeling...........................................................................................................................22 Percentage doelverdeling ...........................................................................................................................22 Oppervlakte (berekend door GIS) ..............................................................................................................22 Schorsing door Raad van State ..................................................................................................................23 Begindatum schorsing door Raad van State...............................................................................................23 Einddatum schorsing door Raad van State.................................................................................................23 Vernietiging door Raad van State ..............................................................................................................23 Begindatum vernietiging door Raad van State...........................................................................................23 Einddatum vernietiging door Raad van State.............................................................................................24 Coördinatenstelsel ......................................................................................................................................24 Ondergrond ................................................................................................................................................24 Omschrijving ondergrond ..........................................................................................................................24 Kadastrale toestand ondergrond .................................................................................................................24 Coördinatenstring.......................................................................................................................................25 Opmerking .................................................................................................................................................25
Planbaten-vergunning NOG TE BEPALEN Planbaten-verkoop (zie Overzicht van de specifieke planbateninformatie, 14) Plan dat planbaten genereert (RUP/BPA) ..................................................................................................15 Nis-code van de fusiegemeente..................................................................................................................16 Samengestelde perceelsnotatie...................................................................................................................16 Startfeit.......................................................................................................................................................19 Startfeit datum............................................................................................................................................20 Status planbaten .........................................................................................................................................20
Planbaten-bonificatie (zie Overzicht van de specifieke planbateninformatie, 14) Plan dat planbaten genereert (RUP/BPA) ..................................................................................................15 Nis-code van de fusiegemeente..................................................................................................................16 Samengestelde perceelsnotatie...................................................................................................................16 Status planbaten .........................................................................................................................................20 Datum van betaling ....................................................................................................................................20 Bedrag ........................................................................................................................................................20
Planbaten-betaling (zie Overzicht van de specifieke planbateninformatie, 14) Plan dat planbaten genereert (RUP/BPA) ..................................................................................................15 Nis-code van de fusiegemeente..................................................................................................................16 Samengestelde perceelsnotatie...................................................................................................................16 Status planbaten .........................................................................................................................................20 Datum van betaling ....................................................................................................................................20
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
30
Bedrag ........................................................................................................................................................20
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
31
3 HET AANMAKEN VAN HET GRAFISCH REGISTER VAN PERCELEN WAARVOOR PLANBATEN, PLANSCHADE, KAPITAALSCHADE OF GEBRUIKERSSCHADE VERSCHULDIGD KAN ZIJN 3.1 INLEIDING Het grafisch register van percelen waarvoor planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikersschade op verschuldigd kan zijn is een onderdeel van elk RUP vanaf de fase van het voorontwerp. Deze regeling geldt voor RUP’s in voorontwerp vanaf 01/09/2009 (Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening art. 2.2.2. §1 7°). Het grafisch register is een kaart die alle bestemmingswijzigingen weergeeft die aanleiding kunnen geven tot planbaten, planschade of bestemmingswijzigingscompensatie. In dit hoofdstuk wordt toegelicht hoe de opbouw van dit register concreet kan worden aangepakt. Het geografisch bestand dat het resultaat is van de bewerkingen voor de aanmaak van dit register zal verder als basis dienen voor de aanmaak van de geografische databank van (deel)percelen zoals beschreven in deel 4.
3.2 SCHEMATISCH De opbouw van het grafisch register van percelen waarvoor planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikersschade op verschuldigd kan zijn gebeurt schematisch als volgt: Verzamelen oorspronkelijke bestemmingen: - gewestplan, BPA, RUP
Doorsnede met nieuwe bestemmingen (RUP)
Filtering voor landbouwgebruikspercelen
Wegwerken slivers
Toekennen legende
Opmaak van kaart voor de toelichtingsnota
Opmaak van de tekst voor de toelichtingsnota
3.3 HET VERZAMELEN VAN BASISGEGEVENS Voor de opmaak van het grafisch register wordt gebruik gemaakt van een aantal basisbestanden. Hieronder volgt een overzicht van de basisbestanden met uitleg waarom. a. b. c.
De laag van de grondvlakken (gv) van het RUP in GIS-vectorformaat (cfr. Digirup1): om de nieuwe bestemmingen te kunnen definiëren. De laag van bestemmingen van het gewestplan en eventuele BPA’s of RUP’s voor het betrokken gebied in GIS-vectorformaat. Een versie van de landbouwgebruikspercelen in GIS-vectorformaat. Dit met het oog op het bepalen van gebieden waar gebruikersschade geldt (in het geval van bestemmingswijzigingscompensaties)2
1
Richtlijnen voor de opbouw van RUP’s (digirup): http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/registers/digirups/digirups.html Een geografische databank met de landbouwgebruikspercelen is verkrijgbaar via de VLM (contactpersoon: Sabine De Mulder [email protected]). 2
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
32
3.4 HET AANMAKEN VAN DE GEOGRAFISCHE LAAG VAN BESTEMMINGSWIJZIGINGEN 3.4.1 Inleiding Hier wordt de basis gelegd voor het register van planbaten, planschade en bestemmingswijzigingscompensaties dat zal worden gevoegd bij de toelichtingsnota van elk RUP. De geografische laag die hier wordt aangemaakt kan in een latere fase ook dienen als basis voor het aanmaken van de geografische databank van (deel)percelen die moet worden opgemaakt voor het aanleveren van specifieke informatie voor het geoloket planbaten.
3.4.2 Bepalen van de geografische laag met bronbestemmingen (pb01) Omschrijving Hier wordt de laag bepaald die de bronbestemming weergeeft. De laag met de grondbestemmingen beslaat het gebied dat wordt bedekt door het RUP / BPA. De bronbestemming kan een gewestplan bestemming zijn, een BPA bestemming of de bestemming van een voorgaand RUP. Voor de aanmaak van het register planbaten, planschade en bestemmingswijzigingscompensaties worden de bestemmingen als volgt opgedeeld (cfr. richtlijn voor de digitale uitwisseling van gegevens betreffende planbatenheffing 2.2.4.2.)3: Code bestemmingscategorie WON BED REC LDB ONT GRO GNV NNN
Omschrijving bestemmingscategorie Wonen Bedrijvigheid Recreatie Landbouw Gebied voor winning van oppervlaktedelfstoffen Bos, overig groen of reservaat en natuur Gemeenschaps- en nutsvoorzieningen Niet relevant
Werkwijze 1. Voor het gewestplan kan de opdeling in categorieën gebeuren volgens de hoofdcode4. 2.
Voor ruimtelijke uitvoeringsplannen bestaat al een indeling bepaald volgens categorieën zoals bepaald in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening art. 2.2.3. §1.
3.
Voor BPA’s, gemeentelijke en provinciale RUP’s dienen de plaatselijke overheden zelf de opdeling in bestemmingscategorieën te bepalen.
4.
De categorieën van bronbestemmingen worden ingevuld in volgend veld (cfr. richtlijn voor de digitale uitwisseling van gegevens betreffende planbatenheffing 2.2.4.2.):
Veld Omschrijving veld Type Veld De veldnamen met een * naast zijn verplicht op te nemen in het eindresultaat voor het bepalen van (deel)percelen (cfr. hoofdstuk over het aanmaken van de laag van (deel)percelen voor het geoloket). bron_best* Code van de categorie van de bronbestemming Tekst (3)
5.
Schrijf de laag met de categorieën van bronbestemmingen weg als pb01.
3.4.3 Bepalen van de geografische laag met doelbestemmingen (pb02) Omschrijving Hier wordt de laag bepaald die de doelbestemming weergeeft. Dit is m.a.w. de laag met bestemmingen die in de laag van de grondvlakken van elk RUP / BPA zijn terug te vinden (gv-laag). In principe is het voldoende om in de gv-laag van het RUP / BPA een extra veld toe te voegen en daar de code van bestemmingscategorie in te vullen. Het is echter raadzaam om toch een aparte geografische laag te creëren (dit kan door de gv-laag te exporteren) en hierin slechts het benodigde veld te behouden.
3 Voor de onderverdeling van bestemmingen van het gewestplan en gewestelijke RUP in een categorie volgens de richtlijn voor de digitale uitwisseling van gegevens betreffende planbatenheffing wordt verwezen naar de tabel in bijlage 3. 4 De bijzondere bestemmingen van het gewestplan werden onderverdeeld volgens de categorieën, bepaald in het besluit van de Vlaamse regering van 29 mei 2009 tot bepaling van de concordantie van bijzondere bestemmingsvoorschriften van de plannen van aanleg naar de categorieën of subcategorieën van gebiedsaanduiding.
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
33
Werkwijze 1. De opdeling in categorieën gebeurt zoals hieronder vermeld (cfr. richtlijn voor de digitale uitwisseling van gegevens betreffende planbatenheffing 2.2.4.3.): Code bestemmingscategorie WON BED REC LDB ONT GRO GNV NNN
2.
Omschrijving bestemmingscategorie Wonen Bedrijvigheid Recreatie Landbouw Gebied voor winning van oppervlaktedelfstoffen Bos, overig groen of reservaat en natuur Gemeenschaps- en nutsvoorzieningen Buiten het RUP / niet relevant
De categorieën van de doelbestemmingen5 worden ingevuld in volgend veld (cfr. richtlijn voor de digitale uitwisseling van gegevens betreffende planbatenheffing 2.2.4.3.).
Veld doel_best*
Omschrijving veld Code van de categorie van de doelbestemming
Type Veld Tekst (3)
3. Schrijf de laag met de categorieën van doelbestemmingen weg als laag pb02.
3.4.4 Doorsnede tussen bron- en doelbestemmingslaag (pb03) Omschrijving Hier wordt de geografische laag aangemaakt die de overgang van bron- naar doelbestemming aangeeft. Dit gebeurt door een doorsnede (intersect)6 te maken van bron- en de doelbestemmingen. Werkwijze 1. Maak een doorsnede (intersect) tussen de bronbestemmingen (pb01) en de doelbestemmingen (pb02). Schrijf het resultaat weg als pb03. 2.
Voer na het uitvoeren van de doorsnede (intersect) een opsplitsing van multipart-polygonen uit (explode)7. Op die manier worden polygonen die uit meerdere afzonderlijke delen bestaan (de zogenaamde multipart-polygonen) opgesplitst naar enkelvoudige polygonen.
3.
Voeg in pb03 het veld bd toe. Dit veld is een samenstelling van de bron- en de doelbestemming. Op basis van dit veld kan later een inkleuring gebeuren.
4.
Volgende velden zitten nu minstens in pb03: Veld bron_best* doel_best* bd*
Omschrijving veld Code van de categorie van de bronbestemming Code van de categorie van de doelbestemming Aard van de bestemmingswijziging [BRON_BEST +_+ DOEL_BEST]
Type Veld Tekst (3) Tekst (3) Tekst (7)
3.4.5 Bijkomende doorsnede met landbouwgebruikspercelen (enkel voor kapitaalsschade
en gebruikersschade) Omschrijving Voor het maken van de doorsnede tussen de laag van de oorspronkelijke bestemmingen (pb01) en die van het RUP / BPA (pb02) geldt één uitzondering. De bestemmingswijziging van landbouw (LDB) naar bos, overig groen of reservaat en natuur (GRO)8 mag enkel worden gevisualiseerd op het niveau van landbouwgebruikspercelengebruikspercelen. Dit is noodzakelijk omdat in het grafisch register enkel de bestemmingswijzigingen van landbouw naar groen mogen getoond worden die liggen op een
5
RWO kan geen uitspraak doen over bestemmingscodes betreffende BPA’s, gemeentelijke RUP’s en provinciale RUP’s. Hoofdstuk 6: GIS terminologie 7 Hoofdstuk 6: GIS terminologie 8 cfr. art. 6.2.1. van het Decreet Grond- en Pandenbeleid van 27/03/2009 6
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
34
landbouwgebruiksperceel. Hiervoor is het noodzakelijk om nog een extra intersect-opdracht uit te voeren van de categorie LDB_GRO met de laag van de landbouwgebruikspercelen9. Werkwijze 1. Selecteer uit de vorige laag (pb03 = resultaat uit de vorige bewerking) enkel de bestemmingswijzigen van LDB naar GRO en schrijf de selectie weg als pb04. 2.
Maak een doorsnede (intersect) van pb04 met de laag van de landbouwgebruikspercelen en schrijf het resultaat weg als pb05. Volgende velden zitten minstens in deze laag: Veld bron_best* doel_best* bd*
Omschrijving veld Code van de categorie van de bronbestemming Code van de categorie van de doelbestemming Aard van de bestemmingswijziging [BRON_BEST +_+ DOEL_BEST]
Type Veld Tekst (3) Tekst (3) Tekst (7)
3.4.6 Samenvoegen tot een geografische laag van bestemmingswijzigingen Omschrijving Nu wordt de laag (pb03) die alle bestemmingswijzigingen weergeeft samengevoegd (merge)10 met de laag van bestemmingswijzigingen van LDB naar GRO op landbouwgebruikspercelen (pb05). Hiervoor moeten eerst wel alle records uit de eerste laag worden verwijderd die een bestemmingswijziging van LDB naar GRO inhouden. Dit om dubbels in de kaart te voorkomen. Werkwijze 1. Selecteer uit pb03 de records met als bestemmingswijziging BD = LDB_GRO en verwijder die records. 2.
Voeg pb03 en pb05 samen door middel van een merge-operatie. Schrijf het resultaat weg als pb.
3.
Volgende attribuutvelden moeten minstens aanwezig zijn in pb: Veld bron_best* doel_best* bd*
4.
Omschrijving veld Code van de categorie van de bronbestemming Code van de categorie van de doelbestemming Aard van de bestemmingswijziging
Type Veld Tekst (3) Tekst (3) Tekst (7)
Maak een kopie van het bestand pb en sla de kopie op als pb_slivers. Dit is een reservekopie van het bestand met slivers er in. Het bestand pb_slivers zal worden gebruikt bij de aanmaak van de geografische databank van (deel)percelen zoals beschreven in hoofdstuk 4.
3.5 HET UITZUIVEREN VAN SLIVERS Omschrijving Uit de laag pb die uit de vorige bewerkingen komt moeten “slivers” worden verwijderd. Slivers ontstaan doordat met behulp van een GIS een digitale overlay wordt gemaakt van kaarten die werden gebaseerd op een ondergrond met verschillende nauwkeurigheid. Daardoor ontstaan overschotstrookjes (in het vakjargon slivers genoemd) die eigenlijk geen betekenis hebben, maar door het GIS expliciet worden gemaakt, en dus best verwijderd worden. Werkwijze Slivers zullen worden berekend door de omtrek van de polygonen uit de laag pb te delen door de oppervlakte ervan. Nadien wordt nog een normalisering doorgevoerd op dit resultaat. D.m.v. een selectie uit het resultaat van deze bewerkingen kunnen de meeste slivers worden gedetecteerd. 1.
Voeg volgende velden toe aan de laag pb die werd bekomen uit de vorige operatie: Veld GIS_opp*
Omschrijving veld De oppervlakte van de deelpercelen (in m²)
Type Veld Numeriek reëel getal (15
9 Een geografische databank met de landbouwgebruikspercelen is verkrijgbaar via de VLM (contactpersoon: Sabine De Mulder [email protected]). 10 Hoofdstuk 6: GIS terminologie
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
35
GIS_omtrek
De omtrek van de deelpercelen (in m)
pa
De PA-index is een eerste parameter voor het bepalen van slivers: [GIS_omtrek / GIS_opp] De CPA-index is een tweede parameter voor het bepalen van slivers11: [cpa = [(0,282 * GIS_omtrek) / √GIS_opp]
cpa
lang; 2 decimalen) Numeriek reëel getal (15 lang; 2 decimalen) Numeriek reëel getal (15 lang; 2 decimalen) Numeriek reëel getal (15 lang; 2 decimalen)
2.
Bereken in pb de GIS-waarden voor GIS_opp en GIS_omtrek.
3.
verwijder uit pb de records waar GIS_opp gelijk is aan 0.
4.
Bereken het veld pa op volgende wijze: [pa = GIS_omtrek / GIS_opp].
5.
Bereken het veld cpa als volgt: [cpa = [(0,282 * GIS_omtrek) / √GIS_opp].
6.
Verwijder slivers door een selectie te maken die de ‘extreemste’ gevallen uit de pb filtert. Wat wordt geselecteerd mag worden verwijderd. De selectie is de volgende: [(cpa >= 5 AND GIS_opp <= 200) OR (GIS_opp <=10) OR (cpa >= 10)].
In dit geval gebeurt het opkuisen van slivers volgens een vast principe. Dit om te voorkomen dat op de kaart, omwille van een verschillende interpretatie, verschillen ontstaan tussen bvb. het register dat wordt aangemaakt voor voorlopige vaststelling en dat voor de definitieve vaststelling. In het volgende hoofdstuk over het aanmaken van de geografische databank van (deel)percelen voor opladen in het geoloket zullen slivers wel manueel worden weggefilterd.
3.6 DE LEGENDE Voor de legende wordt gebruik gemaakt van een horizontale arcering in het geval van planbaten; een vertikale arcering voor mogelijke gevallen van planschade en een gekruiste arcering voor kapitaalschade en gebruikersschade. Voor het register dat moet worden opgemaakt voor de plenaire vergadering hoeft de inkleuring niet tot op het detail van de bestemmingswijziging. Hier is het voldoende om aan te duiden of het gaat om een mogelijk geval van planbaten, planschade of kapitaalschade / gebruikersschade. In dit geval hoeven dus slechts 3 inkleuringen te worden gebruikt.
3.6.1 Legende planbaten Voor de voorstelling van mogelijke gevallen van planbaten op de kaart wordt gebruik gemaakt van een legende die hieronder in de tabel staat weergegeven. De wijzigingen die in de tabel zijn weergegeven werden wettelijk vastgesteld in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (art. 2.6.4.). Naast de legende staat telkens de omschrijving en de verwijzing naar het artikel. Art. nr. codex 2.6.4. 1°
Omschrijving
Code GRO - WON
2.6.4. 2°
Van de categorie “bos”, “overig groen” of “reservaat en natuur” naar de categorie “wonen” Van de categorie “landbouw” naar de categorie “wonen”
2.6.4. 3°
Van de categorie “recreatie” naar de categorie “wonen”
REC - WON
2.6.4. 4°
Van de categorie “gemeenschaps- en nutsvoorzieningen” naar de categorie “wonen” Van de categorie “bedrijvigheid” naar de categorie “wonen”
GNV – WON
Van de categorie “bos”, “overig groen” of “reservaat en natuur” naar de categorie “bedrijvigheid” Van de categorie “landbouw” naar de categorie “bedrijvigheid”
GRO - BED
2.6.4. 5° 2.6.4. 6° 2.6.4. 7°
Legende
LDB - WON
BED - WON
LDB - BED
11
Er zijn diverse manieren om de CPA-index van polygonen te berekenen. In dit document is de berekening gebaseerd op de methode die wordt beschreven in “Principles and methods in landscape ecology” (A. Farina, 1998). Meer info m.b.t. CPA-index en verwerking van slivers is terug te vinden in “Assessment of sliver polygons in geographical vector data” (Departement geografie - Universiteit Gent).
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
36
2.6.4. 8°
Van de categorie “recreatie” naar de categorie “bedrijvigheid”
REC - BED
2.6.4. 9°
Van de categorie “gemeenschaps- en nutsvoorzieningen” naar de categorie “bedrijvigheid” Van de categorie “gemeenschaps- en nutsvoorzieningen” naar de categorie “recreatie” Van de categorie “bos”, “overig groen” of “reservaat en natuur” naar de categorie “recreatie” Van de categorie “landbouw” naar de categorie “recreatie”
GNV - BED
2.6.4. 10° 2.6.4. 11° 2.6.4. 12° 2.6.4. 13°
Van de categorie “bos”, “overig groen” of “reservaat en natuur” naar de categorie “landbouw” Van de categorie “bos”, “overig groen” of “reservaat en natuur” naar de categorie “gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen” Van de categorie “landbouw” naar de categorie “gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen”
2.6.4. 14° 2.6.4. 15°
GNV - REC GRO - REC LDB - REC GRO - LDB GRO - ONT LDB - ONT
3.6.2 Legende planschade Artikel 2.6.1. §2 uit de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zegt het volgende over planschade: “Planschadevergoeding wordt toegekend wanneer, op basis van een in werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan, een perceel niet meer in aanmerking komt voor een vergunning om te bouwen, vermeld in artikel 4.2.1, 1°, of te verkavelen, terwijl het de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van dat definitieve plan wel in aanmerking kwam voor een vergunning om te bouwen of te verkavelen.” In tegenstelling tot planbaten werd voor mogelijke planschade in de codex geen lijst opgemaakt van bestemmingswijzigingen. Het is de rechter die beslist of planschade wordt toegekend of niet (cfr. Art. 2.6.2. Vlaamse Codex RO). De lijst die hieronder staat bevat enkel gevallen die mogelijk kunnen leiden tot planschade. Legende
Omschrijving
Code
Van de categorie “bedrijvigheid” naar de categorie “bos”, “overig groen” of “reservaat en natuur” Van de categorie “bedrijvigheid” naar de categorie “landbouw”
BED - GRO
Van de categorie “bedrijvigheid” naar de categorie “gemeenschaps- en nutsvoorzieningen” Van de categorie “bedrijvigheid” naar de categorie “recreatie
BED - GNV
Van de categorie “bedrijvigheid” naar de categorie “gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen” Van de categorie “gemeenschaps- en nutsvoorzieningen” naar de categorie “bos”, “overig groen” of “reservaat en natuur” Van de categorie “gemeenschaps- en nutsvoorzieningen” naar de categorie “landbouw”
BED - ONT
Van de categorie “gemeenschaps- en nutsvoorzieningen” naar de categorie “gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen” Van de categorie “recreatie” naar de categorie “bos”, “overig groen” of “reservaat en natuur” Van de categorie “recreatie” naar de categorie “landbouw”
BED - LDB
BED - REC
GNV - GRO GNV - LDB GNV - BED REC - GRO REC - LDB
Van de categorie “recreatie” naar de categorie “gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen” Van de categorie “wonen” naar de categorie “bedrijvigheid”
WON - BED
Van de categorie “wonen” naar de categorie “gemeenschaps- en nutsvoorzieningen”
WON - GNV
Van de categorie “wonen” naar de categorie “bos”, “overig groen” of “reservaat en natuur” Van de categorie “wonen” naar de categorie “landbouw”
WON - GRO WON - LDB
Van de categorie “wonen” naar de categorie “recreatie”
WON - REC
Van de categorie “wonen” naar de categorie “gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen”
WON - ONT
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
REC - ONT
37
3.6.3 Legende kapitaalschade en gebruikersschade Kapitaal- en gebruikersschade zou men kunnen beschouwen als een apart geval van planschade, zei het dat het hier enkel gaat om een bestemmingswijziging van landbouw naar groen. De grond zal dus in waarde verminderen, maar aangezien in beide gevallen niet mag worden gebouwd kan men dus zeker niet van planschade spreken. Voor bestemmingswijzigingscompensatie wordt verwezen naar het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009 (art. 6.2.1. tot 6.2.14.). Aanvragen voor een bestemmingswijzigingscompensatie worden gericht aan de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Art. nr.
Legende
6.2.1. (decreet grond- en panden)
Omschrijving
Code
Van de categorie “landbouw” naar de categorie “bos”, “overig groen” of “reservaat en natuur”
LDB - GRO
3.6.4 Symbologie In onderstaande lijst wordt de gebruikte symbologie verder omschreven volgens de RGB standaard: De symbolen met horizontale arcering duiden op mogelijke planbaten. Een verticale arcering duidt op mogelijke planschade. Een gekruiste arcering geeft aan dat het om mogelijke kapitaal- of gebruikersschade gaat. Legende
Code
Grondkleur RGB
Outline RGB
Outline dikte
Arcering RGB
Arcering afstand
Arcering dikte
Arcering hoek
GRO - WON
056 / 168 / 000
104 / 104 / 104
1
255 / 000 / 000
7
2
0°
LDB - WON
255 / 255 / 000
104 / 104 / 104
1
255 / 000 / 000
7
2
0°
REC - WON
255 / 170 / 000
104 / 104 / 104
1
255 / 000 / 000
7
2
0°
GNV – WON
000 / 112 / 255
104 / 104 / 104
1
255 / 000 / 000
7
2
0°
BED - WON
197 / 000 / 255
104 / 104 / 104
1
255 / 000 / 000
7
2
0°
GRO - BED
056 / 168 / 000
104 / 104 / 104
1
197 / 000 / 255
7
2
0°
LDB - BED
255 / 255 / 000
104 / 104 / 104
1
197 / 000 / 255
7
2
0°
REC - BED
255 / 170 / 000
104 / 104 / 104
1
197 / 000 / 255
7
2
0°
GNV - BED
000 / 112 / 255
104 / 104 / 104
1
197 / 000 / 255
7
2
0°
GNV - REC
000 / 112 / 255
104 / 104 / 104
1
255 / 170 / 000
7
2
0°
GRO - REC
056 / 168 / 000
104 / 104 / 104
1
255 / 170 / 000
7
2
0°
LDB - REC
255 / 255 / 000
104 / 104 / 104
1
255 / 170 / 000
7
2
0°
GRO - LDB
056 / 168 / 000
104 / 104 / 104
1
255 / 255 / 000
7
2
0°
GRO - ONT
056 / 168 / 000
104 / 104 / 104
1
115 / 038 / 000
7
2
0°
LDB - ONT
255 / 255 / 000
104 / 104 / 104
1
115 / 038 / 000
7
2
0°
BED - GRO
197 / 000 / 255
104 / 104 / 104
1
056 / 168 / 000
7
2
90°
BED - LDB
197 / 000 / 255
104 / 104 / 104
1
255 / 255 / 000
7
2
90°
BED - GNV
197 / 000 / 255
104 / 104 / 104
1
000 / 112 / 255
7
2
90°
BED - REC
197 / 000 / 255
104 / 104 / 104
1
255 / 170 / 000
7
2
90°
BED - ONT
197 / 000 / 255
104 / 104 / 104
1
115 / 038 / 000
7
2
90°
GNV - GRO
000 / 112 / 255
104 / 104 / 104
1
056 / 168 / 000
7
2
90°
GNV - LDB
000 / 112 / 255
104 / 104 / 104
1
255 / 255 / 000
7
2
90°
GNV - BED
000 / 112 / 255
104 / 104 / 104
1
197 / 000 / 255
7
2
90°
REC - GRO
255 / 170 / 000
104 / 104 / 104
1
056 / 168 / 000
7
2
90°
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
38
REC - LDB
255 / 170 / 000
104 / 104 / 104
1
255 / 255 / 000
7
2
90°
REC - ONT
255 / 170 / 000
104 / 104 / 104
1
115 / 038 / 000
7
2
90°
WON - BED
255 / 000 / 000
104 / 104 / 104
1
197 / 000 / 255
7
2
90°
WON - GNV
255 / 000 / 000
104 / 104 / 104
1
000 / 112 / 255
7
2
90°
WON - GRO
255 / 000 / 000
104 / 104 / 104
1
056 / 168 / 000
7
2
90°
WON - LDB
255 / 000 / 000
104 / 104 / 104
1
255 / 255 / 000
7
2
90°
WON - REC
255 / 000 / 000
104 / 104 / 104
1
255 / 170 / 000
7
2
90°
WON - ONT
255 / 000 / 000
104 / 104 / 104
1
115 / 038 / 000
7
2
90°
LDB - GRO
255 / 255 / 000
104 / 104 / 104
1
056 / 168 / 000
7
2
45° / 135°
3.7 HET KLAARMAKEN VAN DE KAART VOOR DE TOELICHTINGSNOTA VAN HET RUP 3.7.1 De kaart Hieronder wordt beschreven hoe de kaart er moet uitzien die het register bevat van percelen waarvoor planbaten, planschade, kapitaalschade en gebruikersschade verschuldigd kan zijn. De kaart zal worden opgenomen in de toelichtingsnota van elk RUP. Indien geen bestemmingswijzigingen voorkomen die planbaten, planschade, kapitaal- of gebruikersschade kunnen genereren, hoeft uiteraard geen kaart voor de toelichtingsnota te worden opgemaakt. Indien er deelgebieden voorkomen in het RUP is het wenselijk om enkel kaarten op te maken voor de deelgebieden die worden geconfronteerd met relevante bestemmingswijzigingen voor het register. Dit om papier te besparen bij eventuele afdruk voor verspreiding. Als sjabloon voor de kaarten kunnen de sjablonen van het verordenend plan van het RUP worden hergebruikt. Het register moet immers op dezelfde schaal en met een vergelijkbare layout worden voorgesteld. In de legende worden minstens de bestemmingswijzigingen voorgesteld die voorkomen in de kaart, ook al komen niet alle types van bestemmingswijzigingen in de kaart voor. Volgende onderdelen worden op de kaart aangeduid: a. De bestemmingswijzigingen. b. De ondergrond (referentielaag) waarop het RUP is ingetekend. c. De deelgebieden dienen te worden vermeld (indien aanwezig) (vermelden via een label op Deelgebiednummer - cfr richtlijnen Digirup). d. Het gebied dat wordt bedekt door de grondvlakken van het RUP en waarop geen bestemmingswijzigingen voorkomen die aanleiding kunnen geven planbaten, planschade of BWC moet zichtbaar zijn (bijvoorbeeld met lichtgrijze inkleuring). Dit kan door lagen boven elkaar te leggen. e. Een tekst (disclaimer) die vermeldt dat de kaart geen juridisch bindend instrument is. De tekst van de disclaimer staat hieronder uitgeschreven12: “DISCLAIMER Deze kaart is het register, zoals bedoeld in artikel 2.2.2. §1, eerste lid, 7° en 8° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing, een kapitaalschadecompensatie of een gebruikerscompensatie.
12
De disclaimer wordt best op een apart blad, samen met de legende vermeld.
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
39
Dit register geeft, conform de geciteerde wetgeving, de percelen weer waarop een bestemmingswijziging gebeurt die aanleiding kan geven tot vergoeding of heffing. De opname van percelen in dit register houdt dus niet in dat sowieso een heffing zal worden opgelegd of dat een vergoeding kan worden verkregen. Voor elk van de regelingen gelden voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden die per individueel geval beoordeeld worden. Het register kan dus geen uitsluitsel geven over de toepassing van die voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden. De regeling over de planschade is te vinden in artikel 2.6.1 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De regeling over de planbatenheffing is te vinden in artikel 2.6.4 en volgende van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De regeling over de kapitaalschadecompensatie is te vinden in artikel 6.2.1. en volgende van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. De regeling over de gebruikerscompensatie is te vinden in het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut. De tekst van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en van het decreet grond- en pandenbeleid kan geraadpleegd worden op www.ruimtelijkeordening.be, rubriek wetgeving. De tekst van het decreet gebruikerscompensatie kan geraadpleegd worden op www.codex.vlaanderen.be, zoekterm “gebruikerscompensatie”. Dit register werd aangemaakt door het plan zoals het gold vóór de bestemmingswijziging digitaal te vergelijken met het huidige plan. In een aantal gevallen verschilt de cartografische ondergrond waarop de bestemmingen werden ingetekend in het oude en het nieuwe plan. Daarom kunnen bij de digitale vergelijking beperkte fouten optreden. Het register moet met dat voorbehoud geraadpleegd worden. Meer informatie over het register is opgenomen in de toelichting die eveneens in deze bijlage van het RUP is opgenomen.” Een voorbeeld van een kaart is terug te vinden op www.rwo.be. Doorklikken naar beleidsthema’s / planning / planbaten / register planbaten / voorbeeldbestanden.
3.7.2 De bijlage Naast de kaart moet ook een extra bijlage (nummer IV) worden toegevoegd aan ieder RUP met informatie over het grafisch register voor planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikersschade. Een voorbeeld hiervan vindt u op www.rwo.be. Doorklikken naar beleidsthema’s / planning / planbaten / register planbaten / voorbeeldbestanden.
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
40
4 DE GEOGRAFISCHE DATABANK VAN (DEEL)PERCELEN 4.1 INLEIDING Voor het bepalen van planbaten per perceel moet na de definitieve vaststelling van een RUP of BPA een geografisch bestand worden opgemaakt van percelen of delen van percelen die worden geconfronteerd met planbaten13. Dit hoofdstuk bevat praktische richtlijnen over de concrete verwerking van informatie m.b.t. deze geografische databank van (deel)percelen. Bij de aanmaak van de geografische databank van (deel)percelen wordt best gebruik gemaakt van de laag pb_slivers die al werd aangemaakt voor het grafisch register van planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikersschade (zie hoofdstuk 3 van de richtlijn voor de digitale uitwisseling van gegevens betreffende planbatenheffing). Om de geografische databank op te bouwen moeten een aantal bewerkingen worden uitgevoerd. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste stappen in het proces.
4.2 SCHEMATISCH Vaststellen van de laag met de ondergrond (percelenkaart)
Doorsnede (union) percelen met kaart die bestemmingswijzigingen weergeeft
Wegwerken van slivers
Selectie percelen / deelpercelen waar planbaten van toepassing zijn
Berekenen van percentages
Berekenen van de deelperceelnummers
Doorsturen gegevens voor opladen in het geoloket
4.3 HET VASTSTELLEN VAN DE ONDERGROND (DP01) Omschrijving Voor het aanmaken van de geografische databank van (deel)percelen moet een geografische laag worden vastgesteld van de ondergrond waarop het RUP / BPA is ingetekend. Meestal is dit slechts één kaartlaag. In vele gevallen CADMAP of GRB. Het is echter mogelijk dat een RUP / BPA op verschillende ondergronden werd ingetekend. In dit geval is het noodzakelijk om een hybride laag aan te maken die de ondergrond voorstelt. Werkwijze Indien het RUP / BPA werd ingetekend op slechts één ondergrond, dan wordt in de verdere verwerking enkel gebruik gemaakt van die laag als ondergrond. Deze krijgt als naam dp01. in de meeste gevallen zal het dus louter gaan om een kopie van de percelenkaart.
13
Voor een situering van de geografische databank van (deel)percelen in het planbatenproces wordt verwezen naar de schematische voorstellingen (item (deel)perceelselectie) in de richtlijn voor de digitale uitwisseling van gegevens betreffende planbatenheffing (punt 1.2.).
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
41
Indien verschillende ondergronden werden gebruikt bij het intekenen van het RUP / BPA, dan wordt best een hybride laag gemaakt als ondergrond. Dit kan door het horizontaal samenvoegen (merge14) van de verschillende ondergronden. De hybride kaart krijgt als naam dp01 voor verdere verwerking. Zorg dat minstens volgende velden voorkomen in de laag van de ondergrond (dp01): Veld Omschrijving veld Type Veld De veldnamen met een * naast zijn verplicht op te nemen in het eindresultaat voor het bepalen van (deel)percelen (cfr. hoofdstuk over het aanmaken van de laag van (deel)percelen voor het geoloket). CAPAKEY* Unieke identificatiecode van het perceel, vastgelegd door AAPD Tekst (17) ondergrond* Een code die per kadastraal perceel aangeeft, welke percelenkaart werd gebruikt als Tekst (25) ondergrond voor de opmaak van het RUP / BPA d_toestand* De datum van aanmaak van de ondergrond Tekst (10)
De velden die hierboven worden beschreven zijn verplichte velden die in het uiteindelijke resultaatbestand moeten zitten (richtlijn voor de digitale uitwisseling van gegevens betreffende planbatenheffing 2.2.4.1. tot 2.2.4.18).
4.4 HET BEPALEN VAN DE BESTEMMINGSWIJZIGING PER PERCEEL 4.4.1 Inleiding Voor de aanmaak van de geografische databank van (deel)percelen kan gebruik worden gemaakt van de laag met bestemmingswijzigingen (pb_slivers)15 die al werd opgemaakt voor het grafisch register voor planbaten, planschade, kapitaalschade of gebruikersschade. Er wordt gekozen voor de laag waar nog geen automatisch sliveropkuis werd gedaan aangezien slivers in dit proces niet zomaar mogen worden weggegooid, maar integendeel moeten worden verwerkt (meestal samengevoegd / gemerged) met naburige polygonen. Naast de pb_slivers laag wordt ook gebruik gemaakt van de laag die de ondergrond weergeeft waarop het RUP / BPA werd ingetekend (dp01). -
dp01: laag met de ondergrond (percelenlaag in de meeste gevallen). Pb_slivers: laag met bestemmingswijzigingen.
4.4.2 Samenvoegen dp01 met laag met bestemmingswijzigingen (pb_slivers) - union
(dp02) Omschrijving Door dp01 en pb_slivers samen te voegen bekomt men een laag waarin per (deel)perceel de aard van bestemmingswijziging kan worden bepaald. Hiervoor wordt een Union-operatie16 uitgevoerd. De reden waarom hier union wordt gebruikt i.p.v. intersect is dat anders percelen die slechts gedeeltelijk binnen het RUP vallen, zouden worden afgekapt. De delen van percelen die buiten het RUP vallen moeten namelijk mee worden opgeladen in het geoloket planbaten aangezien de Vlaamse Belastingsdienst informatie nodig heeft over het gehele betrokken perceel bij de verwerking en de berekening van de planbatengegevens. Werkwijze 1. Voer een union-operatie uit tussen de laag met de ondergrond (dp01) en de laag van de bestemmingswijzigingen (pb_slivers). Schrijf het resultaat weg als dp02. 2.
Verwijder (delete) de polygonen die niet nuttig zijn in het verdere verloop van het proces. Dit zijn de polygonen waarvoor geen CAPAKEY is ingevuld. Het gaat dus om vlakken die geen onderdeel maken van een perceel (straten, pleinen, waterwegen, …) en dus niet relevant zijn voor de geografische databank van (deel)percelen.
3.
Voer een explode-operatie uit om multipart polygonen op te splitsen.
14
Hoofdstuk 6: GIS terminologie Hoofdstuk 3 uit richtlijn voor de digitale uitwisseling van gegevens betreffende planbatenheffing 16 Hoofdstuk 6: GIS terminologie 15
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
42
4.5 SELECTIE VAN PERCELEN OP BASIS VAN PLANBATEN Omschrijving In het eindresultaat mogen alleen maar de percelen voorkomen waarvan minstens één van de deelpercelen wordt geconfronteerd met planbaten. Indien op één van de deelpercelen planbaten voorkomt, moeten ook alle overige deelpercelen van dit perceel in de geografische databank van (deel)percelen worden opgenomen. Onderstaande voorbeelden verduidelijken dit:
Voorbeeld 1: 3 deelpercelen
Voorbeeld 2: 2 deelpercelen
Voorbeeld 1 Deelperceel 01: geen bestemmingswijziging (of niet relevant) Deelperceel 02: GRO LDB = planbaten Deelperceel 03: WON LDB = planschade Conclusie: de 3 deelpercelen moeten worden opgenomen in de geografische databank van (deel)percelen om later te worden opgeladen in het geoloket planbaten Voorbeeld 2 Deelperceel 1: geen bestemmingswijziging (of niet relevant) Deelperceel 2: WON LDB (planschade) Conclusie: niet opnemen in de geografische databank van (deel)percelen. Werkwijze 1. Selecteer alle deelpercelen waar planbaten voorkomen. Dit gebeurt d.m.v. een query op het veld bd (aard van de bestemmingswijziging. In de query dienen alle types van bestemmingswijzigingen te worden opgenomen die tot planbaten kunnen leiden17. Volgende query kan als voorbeeld dienen: Select from dp02 where bd = GRO_WON or bd = LDB_WON or bd = REC_WON or bd = GNV_WON or bd = BED_WON or bd = GRO_BED or bd = LDB_BED or bd = REC_BED or bd = GNV_BED or bd = GNV_REC or bd = GRO_REC or bd = LDB_REC or bd = GRO_LDB or bd = GRO_ONT or bd = LDB_ONT
2.
Schrijf het resultaat van de selectie weg als dp03. hier komen enkel de deelpercelen voor waarop planbaten gelden. De overige delen van deze percelen zitten nog niet in de selectie. Hiervoor moet een nog extra join-operatie18 worden uitgevoerd vanuit het bestand dp02.
3.
Door middel van een join-operatie tussen dp02 en dp03 worden alle percelen geselecteerd waarvan minstens één deelperceel wordt geconfronteerd met planbaten. Join op het veld CAPAKEY. Dit veld komt namelijk voor in beide lagen. Door middel van de join zullen records waar de CAPAKEY overeenstemt inhoudelijk aan elkaar worden gekoppeld. De records (rijen in de attribuuttabel) waarvoor na het uitvoeren van de join waarden zijn ingevuld in velden die uit de laag dp03 komen moeten worden bijgehouden. Dit kan door deze records te selecteren en weg te schrijven naar een nieuwe laag (dp04). Onderstaande figuur illustreert dit:
17 Voor een overzicht van de types van bestemmingen: zie richtlijn voor de digitale uitwisseling van gegevens betreffende planbatenheffing 2.2.4.2. en 2.2.4.3.. 18 Hoofdstuk 6: GIS terminologie
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
43
Figuur: de records die blauw zijn ingekleurd zijn records waarvoor zowel in dp02 als dp03 een waarde wordt teruggevonden voor CAPAKEY. Deze worden geselecteerd en weggeschreven naar een nieuwe laag (dp04).
Let er op dat in dp04 de delen van percelen die niet in het RUP liggen voor de velden bron_best en doel_best de waarde ‘NNN’ meekrijgen. In het veld bd zal dan ook de waarde ‘NNN_NNN’ moeten staan.
4.6 DETECTEREN EN VERWIJDEREN VAN SLIVERS Omschrijving Uit het voorgaande (dp04) moeten “slivers” worden verwijderd. Slivers ontstaan doordat met behulp van een GIS een digitale overlay wordt gemaakt van kaarten die werden gebaseerd op een ondergrond met verschillende nauwkeurigheid. Daardoor ontstaan overschotstrookjes (in het vakjargon slivers genoemd) die eigenlijk geen betekenis hebben, maar door het GIS expliciet worden gemaakt, en dus best verwijderd worden. De werkwijze is analoog aan diegene die beschreven is in hoofdstuk 3, met richtlijnen voor het aanmaken van het grafisch register van planbaten, planschade en bestemmingswijzigingscompensaties, waar ook slivers moesten verwijderd worden. Werkwijze 1. Voeg indien nodig in dp04 volgende velden toe die zullen worden gebruikt bij het berekenen van slivers: Veld GIS_opp*
Omschrijving veld De oppervlakte van de deelpercelen (in m²)
GIS_omtrek
De omtrek van de deelpercelen (in m)
pa
De PA-index is een eerste parameter voor het bepalen van slivers: [GIS_omtrek / GIS_opp] De CPA-index is een tweede parameter voor het bepalen van slivers19: [cpa = [(0,282 * GIS_omtrek) / √GIS_opp]
cpa
Type Veld Numeriek reëel getal (15 lang, 2 decimalen) Numeriek reëel getal (15 lang, 2 decimalen) Numeriek reëel getal (15 lang, 2 decimalen) Numeriek reëel getal (15 lang, 2 decimalen)
Aangezien in het deel over de aanmaak van de kaarten voor de toelichtingsnota al van deze velden werd gebruik gemaakt zal het normaal gezien niet nodig zijn om ze nog apart toe te voegen. De velden moeten echter wel allemaal herberekend worden! Velden die al in het bestand zitten als gevolg van een vorige bewerking worden vanaf nu in het grijs aangeduid. 2.
(her)bereken de waarde voor GIS_opp.
3.
Verwijder uit dp04 alle records die voor GIS_opp waarde 0 hebben. Dit om te voorkomen dat bij verdere berekeningen delingen door nul gebeuren.
4.
(her)bereken de waarde voor GIS _omtrek.
5.
Bereken het veld pa. [pa = GIS_omtrek / GIS_opp].
6.
Bereken het veld cpa. [cpa = [(0,282 * GIS_omtrek) / √ GIS_opp].
19
Er zijn diverse manieren om de CPA-index van polygonen te berekenen. In dit document is de berekening gebaseerd op de methode die wordt beschreven in “Principles and methods in landscape ecology” (A. Farina, 1998). Meer info m.b.t. CPA-index en verwerking van slivers is terug te vinden in “Assessment of sliver polygons in geographical vector data” (Departement geografie - Universiteit Gent).
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
44
7.
Voer nadien volgende selectie uit: [(cpa >= 2.5 AND pa >= 0.1) OR GIS_opp <= 30].
8.
De polygonen die hieruit worden geselecteerd zijn slivers die verdere verwerking nodig hebben. Het is raadzaam om hieruit geselecteerde slivers eerst weg te schrijven als een aparte laag alvorens ze te verwijderen uit het hoofdbestand. Het verwerken van slivers gebeurt in de meeste gevallen door ze samen te voegen met een naburige polygoon (merge20). Bij het mergen van slivers worden volgende regels in acht genomen: o Voorrang geven aan de polygoon die dezelfde CAPAKEY heeft. o Voorrang geven aan de bestemming volgens het RUP.
Voorbeeld
Bronbestemming (GWP): LDB
Doelbestemming (RUP): REC
Deel van het perceel = sliver (LDB REC)
Merge: voorrang geven aan situatie op de rest van het perceel
Resultaat: het gehele perceel: REC REC 20
Hoofdstuk 6: GIS terminologie
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
45
4.7 VERDERE VERWERKING VAN DE DEELPERCELEN Na het verwijderen van slivers is het geografische bestand (pb04) klaar voor verdere verwerking. Vul het geografisch bestand aan tot het minstens volgende attribuutvelden bevat. Dit om de verdere berekening van de velden m.b.t. oppervlakte mogelijk te maken: Veld CAPAKEY* ondergrond* d_toestand* bron_best* doel_best* Bd* GIS_opp*
Omschrijving veld Unieke identificatiecode van het perceel, vastgelegd door AAPD Een code die per kadastraal perceel aangeeft, welke percelenkaart werd gebruikt als ondergrond voor de opmaak van het RUP / BPA De datum van aanmaak van de ondergrond Code van de bronbestemming Code van de doelbestemming Aard van de bestemmingswijziging GIS-oppervlakte van het (deel)perceel
GIS_omtrek
GIS-omtrek van (deel)perceel
pa
De PA-index is een parameter voor het bepalen van slivers: [GIS_omtrek / GIS_opp]
cpa pct_bron*
De CPA-index is een parameter voor het bepalen van slivers: [cpa = [(0,282 * GIS_omtrek) / √GIS_opp] Percentage van de bronbestemming t.o.v. de totale oppervlakte van het perceel.
pct_doel*
Percentage van de doelbestemming t.o.v. de totale oppervlakte van het perceel.
opp_org
GIS-oppervlakte van het origineel perceel
opp_bron
GIS-oppervlakte van de bronbestemming op het perceel
capbron
[Capakey + _ + bron_best]
Type Veld Tekst (17) Tekst (25) Tekst (10) Tekst (4) Tekst (4) Tekst (9) Numeriek reëel getal (15 lang, 2 decimalen) Numeriek reëel getal (15 lang, 2 decimalen) Numeriek reëel getal (15 lang, 2 decimalen) Numeriek reëel getal (15 lang, 2 decimalen) Numeriek reëel getal (15 lang, 2 decimalen) Numeriek reëel getal (15 lang, 2 decimalen) Numeriek reëel getal (15 lang, 2 decimalen) Numeriek reëel getal (15 lang, 2 decimalen) Tekst (25)
Een shapefile (werkbestand) die als template bestand kan dienen met de velden zoals hierboven beschreven is terug te vinden op www.rwo.be. Doorklikken naar beleidsthema’s / planning / planbaten / register planbaten / voorbeeldbestanden. De velden met een * naast horen thuis in de definitieve versie die moet worden opgeladen in het geoloket. De velden zonder * mogen na afloop van de operatie worden verwijderd. Overige velden die nog in de tabel zitten als gevolg van eerdere operaties mogen nu al worden verwijderd uit het grafisch bestand van de (deel)percelen.
4.7.1 Berekenen van GIS-oppervlakte van het oorspronkelijk volledig perceel (opp_org) Omschrijving Om later de waarden voor pct_bron en Pct_doel te berekenen is het nodig om de GIS-oppervlakte te kennen van het oorspronkelijke volledige perceel (opp_org). Om opp_org te berekenen moet worden gebruik gemaakt van een dissolve-operatie21. Dit gebeurt op het veld CAPAKEY. De reden hiervoor is dat in het huidige bestand de opsplitsing naar deelpercelen al is gebeurd. Een dissolve-operatie biedt de mogelijkheid om deelpercelen samen te voegen tot hun oorspronkelijk geheel. Hieruit kan vervolgens de oppervlakte worden berekend. Omwille van de opkuis van slivers mag voor de oppervlaktebepaling niet zomaar de laag van de onderlegger gebruikt worden. Werkwijze 1. Dissolve op CAPAKEY. Schrijf weg als dp05.
21
2.
Voeg attribuutveld opp_org toe.
3.
Bereken oppervlakte (opp_org) van de polygonen in dp05.
Hoofdstuk 6: GIS terminologie
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
46
4.
Via een join-operatie tussen dp04 en dp05 kan nadien het veld opp_org worden ingevuld. Als sleutelveld voor de join-operatie gebruikt men het veld CAPAKEY.
4.7.2 Berekenen van het veld pct_doel Omschrijving Hier wordt het percentage bepaald van de doelbestemming op het perceel. Werkwijze De GIS-oppervlakte van de (deel)percelen (GIS_opp) werd al eerder berekend met het oog op het detecteren en verwijderen van sliver-polygonen. Nu de waarden voor Opp_org en Gis_opp bekend zijn kan het veld pct_doel worden berekend. Dit gebeurt door volgende berekening in dp04: [pct_doel = GIS_opp / opp_org * 100].
4.7.3 Berekenen van het veld pct_bron Omschrijving Hier wordt het percentage bepaald van de oorspronkelijke bestemming t.o.v. het perceel. De berekening van het percentage van de bronbestemming t.o.v. de GIS-oppervlakte van het oorspronkelijke perceel ligt iets moeilijker omdat de kaart al is opgedeeld tot op het niveau van de doelbestemmingen. Het berekenen gaat wel door alle percelen met eenzelfde CAPAKEY en Bron_best samen te voegen en nadien via een joinoperatie de juiste waarden in te vullen voor het veld Opp_bron. Werkwijze 1. Bereken veld capbron: [capbron = CAPAKEY + “_” + bron_best]. 2.
Dissolve op veld capbron. Schrijf weg als dp06.
3.
Bereken oppervlakte van de polygonen in dp06.
4.
Via een join-operatie tussen dp04 en dp06 kan nu het veld opp_bron worden ingevuld. Als sleutelveld voor de join-operatie wordt het veld capbron gebruikt.
5.
Het berekenen van pct_bron in dp04 gebeurt nadien als volgt: [pct_bron = opp_bron / opp_org * 100].
4.7.4 Berekenen van het attribuutveld (dpnr) Het veld dpnr bevat het nummer dat aan elk (deel)perceel wordt toegekend. Een voorbeeld illustreert dit:
CAPAKEY = 31035C0110/00M000: 3 deelpercelen
Het bepalen van de nummers van de deelpercelen is volledig vrij. Eventueel kan een ordening gebeuren op oppervlakte van groot naar klein. Het is mogelijk om op semi-automatische wijze de deelperceelnummers te bepalen. Hiervoor wordt verwezen naar www.rwo.be. Doorklikken naar beleidsthema’s / planning / planbaten / register planbaten / voorbeeldbestanden.
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
47
4.8 HET EINDRESULTAAT (DP.SHP) Schrijf het bestand dp04 na het invullen van de deelperceelnummers weg als dp.shp. De geografische databank van (deel)percelen moet de velden bevatten zoals beschreven in de richtlijn voor de digitale uitwisseling van gegevens betreffende planbatenheffing deel 2.2.4.1. tot 2.2.4.18. Een model van geografisch bestand (shapefile) waar de nodige velden in staan vindt u op www.rwo.be. Doorklikken naar beleidsthema’s / planning / planbaten / register planbaten / voorbeeldbestanden. Dit bestand kan worden opgevuld met de gegevens uit dp. Op die manier bekomt men een shapefile met alle benodigde velden. Dit bestand dient nadien te worden geïmporteerd in het geoloket planbaten.
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
48
5 IMPLICATIES OP HET PLANNENREGISTER De planbaten die door een RUP worden veroorzaakt dienen te worden opgenomen in het plannenregister22. Hiervoor wordt een aparte rubriek (2.16) voorzien binnen het plannenregister. De contour van de planbaten van een RUP is een contour van alle percelen die minstens voor een deel binnen een bestemmingswijziging vallen die planbaten genereert. Een voorbeeld illustreert dit:
Volledig overzicht bestemmingswijzigingen
2.14
Contour van het plan (RUP)
Bestemmingswijzigingen voor percelen die planbaten genereren
2.16
Contour van alle percelen die planbaten genereren
Voor meer informatie m.b.t. de richtlijnen voor opnamen van plancontouren in het plannenregister wordt zie 2.1 De plannen die planbaten kunnen genereren.
22
Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening art. 5.1.1.§1.
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
49
6 GIS TERMINOLOGIE In dit deel wordt dieper ingegaan op een aantal bewerkingen die typisch zijn in een GIS – omgeving. Aan de hand van figuren en voorbeelden worden enkele GIS acties verduidelijkt. Er wordt een onderverdeling gemaakt in geoprocessing, selectieopdrachten en editing.
6.1 GEOPROCESSING 6.1.1 Intersect Een intersect-operatie is een type van overlay-operatie. Het resultaat is de geometrische doorsnede van de betrokken vlakken. Schematisch ziet dit er als volgt uit23:
6.1.2 Union Een union-operatie is een type van overlay-operatie. Bij een union-operatie worden polygonen en hun attribuutwaarden uit verschillende lagen verticaal samengevoegd tot één laag. Hieronder een schematische voorstelling:
6.1.3 Merge Een merge-operatie is het horizontaal samenvoegen van 2 of meer lagen tot één laag.
23
Figuren zijn afkomstig uit de documentatie van ESRI.
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
50
6.1.4 Dissolve Om in een laag alle polygonen met eenzelfde waarde voor een bepaald attribuut samen te voegen maakt men gebruik van een dissolve-operatie.
6.1.5 Join Bij het joinen van 2 of meerdere tabellen worden de velden van de ene tabel aan de andere gekoppeld. De voorwaarde is wel dat in beide tabellen een sleutelveld zit. Dit is een veld dat dezelfde waarden bevat voor beide tabellen.
6.2 EDITING 6.2.1 Explode Het wegwerken van polygonen die uit meerdere afzonderlijke delen bestaan (multipart polygonen) gebeurt door middel van een explode-operatie. Multipart polygonen zijn te herkennen doordat meerdere aparte vlakken verwijzen naar hetzelfde record in de attribuuttabel. D.m.v. een explode krijgt elk apart vlak ook een apart record in de tabel:
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
51
3 vlakken en 1 record
3 vlakken en 3 records
6.2.2 Merge Binnen eenzelfde laag kunnen aangrenzende polygonen aan elkaar worden gehangen door middel van een merge-operatie. Hieronder wordt dit schematisch voorgesteld:
2 aangrenzende vlakken
1 vlak na samenvoeging
6.3 SELECTIES (QUERIES) 6.3.1 Attributieve query Het opzoeken van gegevens uit een databank (ruimtelijk of niet) noemt men een query. In een gewone nietruimtelijke databank kunnen alleen maar d.m.v. attributieve queries gegevens worden opgezocht: Bvb: SELECT * from tabel WHERE landgebruik = bos AND oppervlakte > 1000.
6.3.2 Ruimtelijke selectie (spatial query) In een ruimtelijke databank kunnen geografische objecten worden geselecteerd op basis van hun locatie t.o.v. andere objecten in de laag. Zo kan bijvoorbeeld een selectie van percelen worden gemaakt die in aanraking komen met de grondlaag van een RUP. Een voorbeeld van een ruimtelijke selectie die puntvormige objecten confronteert met polygonen staat hieronder:
Bvb: SELECT features from vindplaatsen that INTERSECT zones.
Departement RWO - Richtlijn digitale uitwisseling gegevens planbatenheffing
52