Richtlijn Kolven bij de à terme pasgeborene
Juli 2012 Regionale Borstvoedingswerkgroep Eindhoven e.o.
Wanneer starten met kolven
Hoe
Afbouwen van kolven
Als een kind echt niet aan de borst wil drinken.
o
Als het aanleggen minimaal 7 keer per dag goed gaat, dan kan er gestopt worden met kolven.
o
o
Slaperige baby.
Eerste 24 uur post partum elke 2-3 uur kolven met de hand. Via een lepeltje de afgekolfde colostrum aan de baby geven en wel proberen aan te leggen (niet langer dan 15 min). 24 tot 36 uur pp starten met kolven. Gebruik een dubbelzijdige elektrische huurkolf (bijv Symphony) na (poging tot) aanleggen ter stimulatie van de melkproductie. Afgekolfde melk aan de baby geven met lepeltje of cup. Veel huid op huid contact
o Met de hand kolven en de afgekolfde colostrum via een lepeltje aan baby geven. Dit geeft de baby energie. Zodra de baby zoekgedrag vertoont proberen aan te leggen. o Als aanleggen niet lukt, dan moedermelk met een dubbelzijdige elektrische huurkolf (bijv Symphony) afkolven en de afgekolfde melk als bijvoeding aan de baby geven via lepeltje of cup. o Zonodig tussendoor afkolven voor extra stimulatie en het verzamelen
Wel of niet kolven wordt per voeding besloten. Alleen kolven als de baby te moe is en niet wil drinken. Kolven kan gestopt worden zodra de afgekolfde melk als bijvoeding niet meer nodig is. *4de dag kraamtijd nog niet aan de borst; begeleiding lactatiekundige.
van moedermelk.
Baby met weerstand.
o o o
o
Tepelkloven.
o o
Veel huid op huid contact. Met de hand kolven. Colostrum via een lepeltje aan de baby geven. 3 - 4 keer per dag de baby laten zoeken aan de borst, help de baby eventueel om de tepel te vinden. Probeer dit niet langer dan 15 min en stop als de baby er overstuur van wordt. Als aanleggen niet lukt kolven met een dubbelzijdige elektrische huurkolf (bijv Symphony)
*4de dag kraamtijd nog niet aan de borst; begeleiding lactatiekundige.
Aanleggen observeren en zonodig techniek verbeteren. Bij te veel pijn in overleg met verloskundige verwijzen naar de lactatiekundige
Overleg met verloskundige, eventueel lactatiekundige bellen voor advies.
Bij een alerte baby zonder zuigproblemen en een moeder zonder tepelproblemen: zo vaak mogelijk aanleggen. Frequentie: 12 x aanleggen en/of kolven per 24 uur gedurende minimaal 3 dagen. Adviseer moeder om voldoende te rusten en te drinken
Als na 48 uur geen verbetering optreedt: Doorgaan met aanleggen en/of kolven 12x per dag. Overleggen met de verloskundige en zonodig doorverwijzen naar een lactatiekundige
Als het aanleggen minimaal 7 keer per dag goed gaat, dan kan er gestopt worden met kolven.
o Te weinig voeding.
o
o o
Flinke stuwing.
o o
Tepelhoedje.
o
Als de baby de borst niet goed kan pakken, voor de voeding de spanning wegkolven met de hand. Is na de voeding de borst nog steeds vol: dan 1 of maximaal 2 keer ‘s morgens of ‘s avonds de borst helemaal goed leeg kolven. Doe dit geen 2 voedingen achter elkaar ter voorkoming van overstimulatie. Gebruik bij voorkeur géén handkolf.
Na 3 a 4 dagen stoppen met helemaal leegkolven.
Na overleg met verloskundige kan er doorverwezen worden naar de lactatiekundige.
1x per dag extra kolven ter voorkoming van onderstimulatie. Anders kan op de leeftijd van 2 - 3 maanden de borstvoeding zo snel teruglopen dat de borstvoeding helemaal stopt.
Bij aanhoudende stuwing zonodig 1x daags kolven om mastitis te voorkomen. Hiermee stoppen als er d.m.v. het kolven minder dan 100cc uit de borst komt ter voorkoming van overstimulatie.
Kolven ter stimulatie van de melkproductie: a) Masseer de borst en zorg dat de borst warm is. b) 7 min kolven. c) Massage of kolf terugzetten in toeschiet ritme. d) 5 min. kolven. e) Massage of kolf terugzetten in toeschiet ritme. f) 3 min kolven. Als er genoeg voeding is: kolven zolang de voeding loopt Bij flinke stuwing: kolven tot de borst soepel aan voelt. Bijvoeden: Wanneer baby met ‘fingerfeeding’ naar huis gaat, dan mag de kraamverzorgende van ZuidZorg deze handeling niet voortzetten, omdat zij niet bevoegd is deze handeling uit te voeren. Ouders worden geïnstrueerd in het ziekenhuis en zijn zelf verantwoordelijk voor het toedienen van de voeding d.m.v. ‘ fingerfeeding’.
Wel kan een ‘fingerfeeder’ aan de borst gebruikt worden. Wanneer de baby aan de borst drinkt, kan via het spuitje en het slangetje extra voeding gegeven worden via de mondhoek. Deze methode kan zonder gevaar voor de baby toegepast worden. De baby drinkt beter aan de borst en gaat de borst met voeding associëren. Gangbaar is om vanaf 60cc per voeding over te gaan naar bijvoeden via een fles. Oxytocine neusspray: Als moeder 24 uur gekolfd heeft en de voeding lijkt op gang maar komt niet uit de borst, kan er gestart worden met oxytocine neusspray in overleg met de verloskundige. Heeft moeder moeite met kolven dan kun je ook oxytocine neusspray gebruiken. Dit leidt tot een beter toeschietreflex. Bij geen verbetering kan met een lactatiekundige overlegd worden. Verwijzen lactatiekundige: Als een kraamverzorgende het noodzakelijk vindt om een cliënt door te verwijzen naar een lactatiekundige, overlegt zij dit eerst met de verloskundige. Een cliënt kan uiteraard op eigen initiatief een lactatiekundige consulteren als zij dit wenst.