Protocol Signaleren van problematisch gedrag
Rhiant te Hendrik-Ido-Ambacht
Dekkers training en advies Amersfoort, 12 oktober 2011
Protocol Signaleren van problematisch gedrag
Inleiding Voor u ligt het protocol signaleren van problematisch gedrag. Met dit protocol streeft Rhiant er naar signalen van problematisch gedrag bij zittende huurders en toekomstige huurders tijdig op te pakken. Op deze manier wil Rhiant, voor zo ver het tot haar mogelijkheden behoort, snel handelen als problematisch gedrag zich voordoet. De signalerende rol van woningcorporaties is van grote waarde om problemen in een vroegtijdig stadium te signaleren en te onderkennen. Rhiant wil met vroegtijdig signaleren de leefbaarheid van de omgeving en het welzijn van haar huurders bevorderen. Rhiant heeft in het gehele proces van het signaleren van en omgaan met problematisch gedrag een beperkte rol. Deze rol beperkt zich tot de huurder van Rhiant aanspreken op goed en sociaal woongedrag en zonodig bij afwijkend woongedrag maatregelen te nemen. Daarnaast zal Rhiant bij overig problematisch gedrag de huurder doorverwijzen naar andere vormen van dienst- en hulpverlening. Voordat het protocol wordt beschreven, wordt hieronder eerst beschreven wat Rhiant verstaat onder problematisch gedrag gezien vanuit het perspectief van de woningcorporatie. Problematisch gedrag Problematisch gedrag is gedrag van mensen dat leidt tot: v v v v
Hinderlijke overlast Vervuiling van de woning Vervuiling van de woonomgeving Gedrag dat kwetsbare mensen in een ongezonde/onveilige situatie brengt
Problematisch gedrag kan allerlei oorzaken hebben. Het is vaak een uiting van onvrede, onvermogen en/of financiële problemen, maar achter problematisch gedrag kan ook een (sociaal/psychische) beperking van mensen schuilgaan. Rhiant heeft er voor gekozen om alle vormen van huiselijk geweld onder de vlag van problematisch gedrag te brengen. Hiermee wordt het signaleren van huiselijk geweld meegenomen in het protocol problematisch gedrag. Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke- of familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke, geestelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging (al dan niet door middel van, of gepaard gaand met, beschadiging van goederen in en om het huis) en verwaarlozing. Onder huiselijk geweld vallen de volgende vormen: v v v v v v v
(Ex) partnergeweld Kindermishandeling Ouderenmishandeling Eergerelateerd geweld Huwelijksdwang Mishandeling van ouders door hun kind(eren) Meisjesbesnijdenis
Met het protocol signaleren van problematisch gedrag, waaronder huiselijk geweld, draagt Rhiant bij aan de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze landelijke meldcode is verplicht voor gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie. De meldcode is niet verplicht voor woningcorporaties, echter kunnen woningcorporaties een belangrijke bijdrage leveren aan de meldcode door goed te signaleren en te melden. Op deze manier komen signalen snel op de juiste plek terecht en kunnen de daarvoor aangewezen organisatie zo snel
1
Protocol Signaleren van problematisch gedrag mogelijk handelen om huiselijk geweld en kindermishandeling verder te voorkomen of op te lossen. Signaleringsproces Signalering is het proces vanaf het waarnemen van veranderingen die aanleiding geven tot het overwegen wel of niet zélf tot actie over te gaan of anderen tot actie aan te zetten tot en met de uitvoering van het uiteindelijke besluit. Signaleren gebeurt continu. Het is niet een eenmalige activiteit. Er is sprake van een proces dat in twee fasen is te onderscheiden. In de eerste fase gaat het om het benoemen van een signaal. Wanneer is een waargenomen verandering een signaal? In de tweede fase gaat het er vooral om hoe met het signaal wordt omgegaan. Om er voor te zorgen dat de signalen ook daadwerkelijk op de goede plaats terecht komen, heeft Rhiant een protocol ontwikkeld. In dit protocol staat precies omschreven wie wanneer welke taken in het signaleringsproces van problematisch gedrag oppakt. Tot slot is er in bijlage 1 een lijst met signalen opgenomen die kunnen duiden op problematisch gedrag.
2
Protocol Signaleren van problematisch gedrag Protocol Signaleren van problematisch gedrag In het onderstaande stroomschema is het protocol schematisch weergegeven: ja Signalen problematisch gedrag waarnemen
Vermoeden huiselijk geweld
Sprake van acute dreigende situatie
ja
nee Vermoeden overig problematisch gedrag Bij acuut geweld 112 bellen
Signaal melden bij een coördinator en vastleggen in KIS
Bespreken hoe om te gaan met het signaal in het twee wekelijks overleg tussen de C3
Geen actie, signaal heeft geen betrekking op problematisch gedrag
Nog geen directe actie, situatie volgen
Verslaglegging bespreking en besluit wat verder te doen
Actie bij medewerker Rhiant en/of instantie uitzetten
Casus inbrengen in een van de casusoverleggen
Terugkoppeling melder
3
nee
Melden bij coördinator sociaal beheer en veiligheid vastleggen in KIS
Protocol Signaleren van problematisch gedrag Toelichting op stroomschema Signalen problematisch gedrag waarnemen Signaleren start met het waarnemen van een niet-pluis gevoel. Dit kunnen allerlei signalen zijn, zoals bijvoorbeeld waarnemen dat al een langere tijd de gordijnen gesloten blijven, een waarneming van blauwe plekken bij kinderen tijdens een huisbezoek. Rhiant heeft een signalenlijst opgesteld met signalen die kunnen duiden op problematisch gedrag. Deze lijst is opgenomen in bijlage 1. Signalen van problematisch gedrag kunnen via verschillende kanalen binnenkomen bij Rhiant: 1. Signalen van medewerkers van Rhiant 2. Signalen van huurders/overige inwoners van Hendrik-Ido-Ambacht 3. Signalen van externe organisaties waarmee Rhiant samenwerkt. Signalen kunnen betrekking hebben op zowel de zittende huurder als de toekomstige huurder van Rhiant. Vermoeden van huiselijk geweld Als een signaal betrekking heeft op een vermoeden van huiselijk geweld dan wordt er zorgvuldig gewogen of er sprake is van een acuut dreigende situatie. Als er geen sprake is van een vermoeden van een acuut dreigende situatie wordt de melding direct doorgegeven aan de coördinator sociaal beheer en veiligheid. Daarna wordt de melding ook verwerkt in KIS (het klanten informatiesysteem). Bij het vermoeden van huiselijk geweld wordt het strafbare feit na overleg met de coördinator sociaal beheer en veiligheid eventueel gemeld bij de politie. Als medewerkers van Rhiant getuige zijn van (huiselijk) geweld dan bellen zij direct 112 voor hulp voor slachtoffer en dader. Hierna worden alle coördinatoren op de hoogte gesteld en er wordt een melding gemaakt in KIS. Vermoeden signaal overig problematisch gedrag/ signaal melden in KIS Signalen van problematisch gedrag worden ingevoerd in KIS. De melder of degene die de melding verwerkt beschrijft zo concreet mogelijk de waarneming. Als er naar het idee van de melder acuut actie ondernomen moet worden dan wordt de melding naast invoering in KIS ook via de e-mail onder de aandacht gebracht bij de coördinator sociaal beheer en veiligheid. De coördinator kan dan besluiten of het signaal met voorrang besproken moet worden, dan wel dat het signaal kan wachten tot het overleg waar de signalen worden besproken. Bij het direct waarnemen van strafbare feiten wordt het strafbare feit na overleg met de coördinator sociaal beheer en veiligheid gemeld bij de politie. Met betrekking tot het melden van signalen zijn de volgende afspraken gemaakt: 1. Medewerkers van de technische dienst geven hun melding door aan de coördinator technische dienst. Externe organisaties geven hun melding ook door aan de coördinator technische dienst. De medewerker administratie leefbaarheid verwerkt de melding in KIS. 2. Consulenten woondiensten verwerken hun meldingen direct in KIS. 3. Één coördinator (je leidinggevende) wordt op de hoogte gesteld van de melding. Het is van belang dat ook minder duidelijke/concrete signalen worden vermeld in KIS. Het is soms lastig een onderbuik gevoel te omschrijven. Worden deze “vage” signalen echter niet benoemd, dan kan het langer duren voor een bepaalde situatie goed in beeld komt. Juist meerdere onduidelijke signalen kunnen samen een helder beeld geven. Medewerkers moeten zich bewust zijn van het uitgangspunt dat het doorgeven van een signaal of een vermoeden nooit “fout” is. Het kan zijn dat bij nadere bespreking of
4
Protocol Signaleren van problematisch gedrag onderzoek van het signaal, er niets ernstigs aan de hand is. Het signaal wordt dan als afgehandeld beschouwd. Bespreken meldingen Acute meldingen waar direct actie op ondernomen moet worden, wordt direct besproken met één coördinator van de C3. Overige meldingen worden 1x per 2 weken besproken in het C3 overleg met als doel de ernst van het signaal vast te stellen en te besluiten wat er met het signaal moet worden gedaan. De afgesproken acties worden door de coördinatoren verder afgehandeld. Verslaglegging is hierbij een belangrijk aandachtspunt. De afgesproken acties worden niet in een verslag opgenomen. Wel wordt intern afgesproken wie de regie pakt op de desbetreffende melding. Wie dit is wordt vastgelegd in KIS. De coördinatoren monitoren ook het verloop van de acties. Acties De volgende acties kunnen worden uitgezet: 1. Nog geen directe actie, situatie wordt gevolgd 2. Geen actie, na bespreking/onderzoek is geen sprake van problematisch gedrag. Signaal wordt afgesloten. 3. Actie uitzetten die uitgevoerd wordt door een medewerker van Rhiant. Het betreft hier een actie die binnen de taakbreedte van de woningbouwvereniging valt. B.v. het leggen van contact over een vervuilde tuin/woonomgeving 4. situatie inbrengen in één van de volgende externe casus-overleggen: v Toekomstig overleg leefbaarheid v Zorgnetwerk v Direct een specifieke organisatie Terugkoppeling Het is van belang dat melders op een afgesproken moment een terugkoppeling ontvangen over wat er met hun ingediende signaal is gebeurd. De terugkoppeling vindt plaatst tijdens het woondienstenoverleg dat 1x per 6 maanden plaatsvindt. Tijdens dit overleg zal het verloop van de melding ook geëvalueerd worden. Zonodig wordt eerder teruggekoppeld als de coördinator dit noodzakelijk vindt. Dit kan het geval zijn bij emotioneel beladen casuïstiek waarbij een melder zich zorgen maakt over de ingebrachte melding. Of als het een acute melding betrof. Gezien de privacy blijft de terugkoppeling op hoofdlijnen. Deskundigheidsbevordering Om er voor te zorgen dat het signaleren van problematisch gedrag levend blijft, wordt er op gezette tijden extra aandacht aan het thema gegeven. Zo wordt in het bovenstaande woondienstoverleg 1x per 6 maanden aandacht gegeven aan de binnengekomen signalen. 1x per jaar is er een interne themabijeenkomst over leefbaarheid. Nieuwe medewerkers worden gericht ingewerkt op het signaleren van problematisch gedrag.
5
Protocol Signaleren van problematisch gedrag Bijlage 1: Herkenning signalen probleemgedrag De volgende signalen zijn meldenswaardig: v v v v v v v v v v v v v v v v v v v
Gordijnen die meestal dicht zijn; Agressief gedrag naar medewerkers Rhiant gericht of agressie in het algemeen; Beschadigingen/ vernielingen aan/in de woning; Veel lege flessen van sterke drank in de woning; Drugs of daaraan gerelateerde voorwerpen in de woning; Vermoedens van verslaving aan drank, drugs, medicijnen en dergelijke; Vervuiling van huis, tuin en persoonlijke vervuiling/verwaarlozing; Afwijkingen in gedrag van huurder t.o.v. het verleden; Veel ongeopende post achter voordeur; Dode planten in vensterbank Andere bewoners in huis dan huurders; Veel huisdieren; Huurder die zich aan contact met Rhiant onttrekt; Opvallende aanloop van bezoekers (vermoedens van criminele activiteiten als dealen en helen); Bedrijfsmatige activiteit vanuit woning; Huurder die verwarde indrukt maakt; Poging tot verleiden; Opvallende blauwe plekken; Onnodige aandacht vragen (Pijntje hier, pijntje daar);
Signalen kan je melden bij de medewerkers van Leefbaarheid, waarna er een melding in KIS gedaan gemaakt wordt. Coördinator Leefbaarheid neemt de melding mogelijk verder in behandeling en koppelt de resultaten, indien nodig, terug tijdens het Woondienstenoverleg.
6