Rheingold op de Rijn
Projectevaluatie
Oktober 2013 Stichting LustrumOpera
1. Introductie In juli 2013 geloofde niemand die betrokken was bij Rheingold op de Rijn dat het ooit afgelopen zou zijn. Het ritme van Das Rheingold, The Wagner Experience en het reizen naar de volgende stad dicteerde het leven van meer dan 150 mensen. Maar na 16 uitvoeringen in 6 steden is het tijd om terug te blikken. Terug te blikken op die maand, maar ook op de twee jaar daaraan voorafgaand. Rheingold op de Rijn beoogde het lustrum van het Utrechtsch Studenten Concert op grandioze wijze te combineren met het 200ste geboortejaar van Richard Wagner. Met twee voorstellingen in het ruim van een binnenvaartschip wilde de stichting LustrumOpera Richard Wagners grootse erfenis op laagdrempelige en aansprekende wijze onder de aandacht van een breed publiek brengen. Een publiek dat de drempel van een operahuis normaal wellicht te hoog vindt, maar door de bijzondere locatie en de combinatie tussen studenten en professionals de weg naar het theaterschip wel weet te vinden. Door veel samenwerkingen te creëren op alle vlakken die met een operaproductie op een bijzondere locatie te maken hebben, probeerde het relatief onervaren productieteam een bijzonder hoogwaardig product te realiseren. In deze projectevaluatie zullen wij de verschillende aspecten van de productie een voor een uitgebreid evalueren. Het projectplan dat voorafgaand aan het project is opgesteld, zal daarbij als uitgangspunt dienen. Met in totaal zeven hoofdstukken zullen wij proberen alle facetten van de productie de revue te laten passeren.
2. Artistieke evaluatie Rheingold op de Rijn had volgens het projectplan tot doel ‘Richard Wagner en Das Rheingold terug naar de rivier de Rijn’ te brengen, door (in de geest van Wagner) zélf een 135 meter lang varend muziektheater te bouwen dat de rivier af zou reizen, langs steden in Nederland en Duitsland. Hoe mooi het idee ook: een aanzienlijk deel van het slagen van het project hing uiteraard af van de artistieke kwaliteit van de voorstellingen. In dit deel van de evaluatie zal het artistieke deel van de beide voorstellingen, Das Rheingold en The Wagner Experience, besproken worden.
Das Rheingold Algemeen Recensies vormen een belangrijke graadmeter voor de ontvangst van een voorstelling. In een evaluatie als deze ondervangen ze tevens het gevaar van ‘de slager die zijn eigen vlees keurt’. Daarom zal in deze evaluatie doorlopend worden geput uit de recensies die in de Duitse en Nederlandse media zijn verschenen naar aanleiding van de voorstelling, te beginnen met het algemene oordeel dat recensenten uitspraken over de opera. In de Nederlandse kranten werd Das Rheingold overwegend positief ontvangen. Trouw gaf 4/5 sterren en noemde het “een pakkende, geslaagde en heuse voorstelling met alles erop en eraan”. NRC Handelsblad had 3/5 sterren over voor de productie en roemde vooral het concept van de productie. De Telegraaf was kritischer, en noemde de voorstelling ‘acceptabel’. De Duitse media waren aanmerkelijk enthousiaster dan de Nederlandse. In het gezaghebbende Operamagazine Opernnetz werd de voorstelling (‘Ein Wagner-Traum’) geroemd met de volgende beoordelingen (op een schaal van 1 tot 5): Muziek Zang Regie Decor Publiek ‘Chat-factor’
**** **** ***** ***** **** *****
Ook in andere Duitse media werd de voorstelling veel lof toegezwaaid. De Westdeutsche Allgemeine Zeitung (WAZ) vond de productie ‘überrumpelnd charmant’, de WDR noemde het project ‘ein hoch professionelles gigantisches mobiles Wassertheaterunternehmen’, en de Rheinische Post schreef: ‘vor allem aber war auch die Vorstellung selber Gold wert’. Een belangrijk onderdeel van het succes van de voorstelling vormde de goede akoestiek aan boord van het theaterschip. Waar dit punt vooraf door velen als potentieel problematisch werd
gezien, was de uiteindelijke akoestiek in het theater zeer goed te noemen, mede door deskundig akoestisch advies van de TU Delft en de TU Eindhoven. Vele uitvoerenden en bezoekers toonden zich zeer positief verrast door deze omstandigheid.
Een scène uit Das Rheingold Regie, decor, kostuums, licht In het in het projectplan opgenomen artistieke concept van Das Rheingold schreef regisseur Wim Trompert: ‘Langs de Rijn zijn door de eeuwen heen belangrijke handelssteden en industriegebieden ontstaan. De Rijn is goud waard dankzij haar transportmogelijkheden: door wat over de Rijn komt. Door het verhaal van Das Rheingold te vertellen op de Rijn, willen wij visualiseren hoe onze welvaart dankzij het Rijngoud tot stand is gekomen, maar ook hoe zij door slecht beheer ten gronde kan gaan.’ Deze notie van het Rijngoud als logistieke kracht van de rivier, die de steden aan haar oevers welvaart brengt, stond centraal in de regie van Trompert. In de voorstelling werd uitdrukkelijk geprobeerd deze boodschap met behulp van sterke symboliek over het voetlicht te brengen, om zo ook de minder gelouterde operabezoeker de kans te geven kennis te nemen van de diepere laag van het verhaal. Zo werd het Rijngoud verbeeld door en vloot van een aantal gouden schepen en lichtte de regisseur een deel van de in de voorstelling gebruikte symboliek toe in een tekst in het programmaboek. Met dit artistieke concept werd in de ogen van het productieteam de inhoudelijke verbinding tussen voorstelling en locatie aanzienlijk versterkt. Zo was deze opera op locatie méér was dan een voorstelling op een bijzondere plek. Een relevant en actueel verhaal werd verteld op een manier die in het reguliere theater niet mogelijk was geweest.
In recensies werd meerdere malen geconstateerd dat Trompert een bijzonder krachtige personenregie had bereikt. Toonaangevend operarecensent Paul Korenhof schreef bijvoorbeeld op opusklassiek.nl: ‘Trompert [streefde] daarbij naar een zo helder mogelijke invulling, als een parabel zonder symboliek, die vooral berust op een gedetailleerde personenregie. Het 'publieksvriendelijke' resultaat bleek bijzonder effectief, terwijl bovendien details naar voren kwamen die meestal onopgemerkt blijven (of gewoon ontbreken…).' Ook andere recensenten (‘Punktgenaue Regie’, WAZ; ‘Wim Trompert beeindruckt mit einer sehr starken Personenführung’, Opernnetz) kwamen tot die conclusie. Tot slot werden ook vaak zowel de humor als de actualiteit in Tromperts interpretatie geprezen. De Rheinzeitung zag veel ‘schlauen Anspielungen auf unsere heutige Welt und sehr viel (Spiel)Witz’, volgens Opernnetz was de voorstelling ‘sehr schlüssig angelegt zwischen Fabel und Satire’, Trouw vond de regie ‘vindingrijk, geestig met een sombere en actuele ondertoon’ en de WAZ sprak van een ‘grandios quirlig inszenierten Eröffnungsszene’ Eric Goossens ontwierp een decor dat als het ware versmolt met de wanden van het binnenvaartschip. In meerdere recensies was er aandacht voor de inventiviteit van zijn aanpak. Grote decorchangementen waren in de buik van het schip niet mogelijk, dus ontwierp Goossens een decor waarin met minimale middelen een grote flexibiliteit en daarmee een maximaal effect werd bereikt. Het meest opvallende element daarin was een waterbassin, dat in de eerste scène de rivier de Rijn voorstelde en in de tweede scène het luxe verblijf van de Godenfamilie. Ook de spoorrails die dwars door het orkest liep en met name in de derde en vierde scène een grote rol speelde was een blikvanger die getuigde van inventiviteit. Opernnetz schreef: ‘Beeindruckend ist das Bühnenbild von Eric Goossens, das sich geschickt mit den Wänden des Frachtraums verbindet.’ Trouw vond dat er ‘slim gebruik gemaakt werd van de ruimte’ en NRC Handelsblad ten slotte merkte op dat het orkest in dit decor ‘integraal onderdeel van de handeling’ uitmaakte. In meer uitvoerige recensies was ook aandacht voor kostuum- en lichtontwerp. Opernnetz noemde Mirjam Paters kostuum van Erda ‘genial’. Die zelfde kwalificatie kwam in deze recensie ten goede aan het lichtontwerp van Uri en Dan Rapaport, die een ‘genial wie einfache Lichtregie’ hadden ontworpen.
Orkest Het was in de geschiedenis van de opera in Nederland nog nooit voorgekomen dat een amateurorkest Das Rheingold uitvoerde. Het USConcert o.l.v. Bas Pollard waagde zich eraan. De partituur vormt een grote uitdaging voor een amateurorkest. In het half jaar dat de studenten zich met de muziek bezig hielden, groeide het niveau gestaag. Toen er uiteindelijk met de zangers werd gerepeteerd, schoot dat niveau nog flink omhoog. Het samenwerken met de professionele cast werkte zeer inspirerend voor het orkest. Andersom gaven meerdere zangers te kennen het ontzettend leuk te vinden met dit enthousiaste en energieke amateurorkest
samen te werken. De orkestleden waren zich bewust van de unieke kans die zij kregen een Wagner-opera op de planken te brengen en genoten met volle teugen van deze ervaring. Niet aan alle (soms extreme) eisen die Wagner aan zijn orkest stelt, kon te allen tijde worden voldaan, maar over het algemeen kon de prestatie van het orkest bijzonder goed genoemd worden. Ook recensenten erkenden dit; hoewel het verschil met een professioneel orkest onmiskenbaar was, hadden zij bewondering voor het niveau dat het USConcert bereikte in de opera. Opernnetz schreef bijvoorbeeld ‘Da, wo das Orchester mit langen symphonischen Bögen punkten kann, tauchen die Instrumente in einen wundervollen Fluss ein und gestalten orchestrale Höhepunkte (…). Ein Fels in der Brandung ist Dirigent Bas Pollard.’ De Rheinische Post sprak van ‘eine musikalische Spitzenleistung’ en in Trouw viel te lezen: ‘Dirigent Bas Pollard heeft met zijn musici wonderen verricht (…). Met grote hulde aan de kopersectie en het slagwerk, die er voor zorgden dat Wagners verpletterende climaxen (…) geen ons tekort kwamen.’
Solisten Wotan Alberich Loge Fricka Freia Erda Donner Froh Fasolt Fafner Mime Wellgunde Woglinde Flosshilde
Nanco de Vries Anthony Heidweiller Marcel Reijans Wilke te Brummelstroete Martina Prins Cécile van der Sant Peter Arink Pascal Pittie Pierre Mak Bart Driessen Mark Omvlee Ellen van Beek Simone van Lieshout Elizabeth Veilleux
Rheingold op de Rijn had het geluk een zeer professionele cast verzameld te hebben, bestaande uit zowel ervaren zangers met ervaring bij bijvoorbeeld de vermaarde Bayreuther Festspiele en De Nederlandse Opera, als een aantal aanstormende talenten uit de Nederlandse operawereld. De cast zette een prestatie neer die veel lof oogstte en de gehele solistenbezetting toekwam. De WAZ sprak van ‘begeisternde Sänger’ en de Rheinische Post prees ‘die musikalische Brillanz der Sänger’. Met name Anthony Heidweiller werd vaak geroemd (o.a. in De Telegraaf), maar ook Mark Omvlee (volgens Trouw ‘een perfecte Mime’), Cécile van der Sant, Wilke te Brummelstroete, Marcel Reijans en Pierre Mak werden vaak geprezen.
Een ander noemenswaardig aspect op dit vlak was het Nederlandse karakter van de zangbezetting. Wanneer in Nederland Das Rheingold wordt uitgevoerd, gebeurt dat normaliter met een aanmerkelijk aantal buitenlandse zangers in de cast. Dat bij Rheingold op de Rijn 13 van de 14 zangers Nederlands was, is bijzonder, en het feit dat alle solisten goed presteerden en op enthousiaste reacties konden rekenen, mag dan ook een opsteker voor de Nederlandse operawereld heten. Concluderend stellen wij dat het artistieke eindresultaat van de voorstelling Das Rheingold tot grote tevredenheid stemt. De reacties uit zowel pers als publiek waren enthousiast en ook voor de deelnemers zelf was de voorstelling een grote uitdaging en avontuur. Ook is het goed op te merken dat dit eindresultaat bereikt werd met een bijzonder laag budget voor bijvoorbeeld decor, solisten en licht. Dat het hierboven beschreven eindresultaat met de zeer beperkte middelen werd bereikt, mag met recht uitzonderlijk genoemd worden. De samenwerking tussen ervaren professionals en gepassioneerde amateurs stond in deze productie garant voor een kwalitatief hoogwaardig resultaat.
The Wagner Experience The Wagner Experience (artistieke leiding: Victor Nefkens) was een symfonische show rondom Richard Wagner in beeld en muziek, die speciaal voor dit project was ontwikkeld. Het USConcert o.l.v. Bas Pollard voerde de show acht keer uit in het ruim van het binnenvaartschip, met als solisten Florian Magnus Maier (gitaar) en Rasheed Heart (rap). Op een groot scherm naast het orkest was gedurende de hele show video art te zien, gemaakt door studenten grafisch ontwerp van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (Den Haag). Ook van Amber Boardman (New York) was een videokunstwerk te zien. Zij was daarnaast een van de artiesten die in een videoboodschap op het grote scherm haar verhaal over Richard Wagner vertelde, net als Florian Maier en Geoff ‘Double G’ Gallegos, wiens hiphopinterpretatie van Wagner door Rasheed Heart en het USConcert werd uitgevoerd. Citaten van Wagner op het grote scherm gaven daarnaast ook een blik in de rijke gedachtewereld van de grote componist. De show hoopte een Gesamtkunstwerk in Wagneriaanse zin van het woord te zijn: beeld en muziek moesten samensmelten tot een totaalervaring. The Wagner Experience wilde het verhaal van Richard Wagner vertellen: wie was hij, wat was zijn bijdrage aan de wereld, door wie liet hij zich inspireren en wie inspireerde hij op zijn beurt? Wagner werd sterk geïnspireerd door Beethoven. Daarom speelde het orkest de ouverture Egmont van laatstgenoemde. Verder stond er veel Wagner op het programma: van delen uit Das Rheingold en Lohengrin tot de beroemde Walkürenritt. Die werd gespeeld in een gedeelte van de show dat zich uitgebreid richtte op de grote invloed van Wagner op filmmuziek. In onze ogen is The Wagner Experience er in elk geval in geslaagd een breed publiek op een toegankelijke – maar niet oppervlakkige – manier kennis te laten maken met Richard Wagner. Het programma van de show was een mooie mix van muziek van Wagner en muziek van
anderen, van toegankelijke en wat meer diepgravende muziek en van klassieke en moderne muziek. Solisten Florian Magnus Maier en Rasheed Heart konden op veel enthousiasme uit het publiek rekenen. De boodschap van de show kwam duidelijk over het voetlicht: Wagners grote invloed op hedendaagse musici als Florian Maier, Geoff ‘Double G’ Gallegos en ook de filmwereld was onmiskenbaar.
Het USConcert tijdens The Wagner Experience, met solisten Rasheed Heart en Florian Magnus Maier. Wat de Wagner Experience misschien ontbeerde, was een duidelijke rode draad die anderhalf uur lang door de voorstelling heen liep. Hoewel de opzet van de show (het tonen van een veelheid aan kunstvormen en invloeden) hiermee wellicht moeilijk verenigbaar was, had dit de toeschouwer wel wat extra houvast kunnen bieden. Ook moet in deze evaluatie opgemerkt worden dat de Wagner Experience pas wat laat zijn volwaardige vorm bereikte: tijdens de eerste voorstellingen was er helaas nog onduidelijkheid over het wel of niet inlassen van een pauze in de voorstelling alsmede de opzet en het aantal van de toegiften van de show. Ook het orkest had in de zware voorbereiding op de opera eigenlijk net niet voldoende tijd in de repetities voor de Wagner Experience kunnen steken. Pas na een aantal uitvoeringen was het orkest voldoende in de show gegroeid om een echt overtuigende uitvoering te kunnen geven. De Wagner Experience werd goed ontvangen door de pers, hoewel er niet zoveel aandacht uitging naar deze voorstelling als naar Das Rheingold. De Neue Rhein Zeitung schreef: ‘Am Ende des Abends im Containerschiff steht für das Publikum fest: Mehr Wagner - und mehr Projekte dieser Art’. Theaterkrant.nl sprak van een ‘interessante en ijzersterke formule voor een
eerste kennismaking met Wagner: voor jongeren, door jongeren’. Het Algemeen Dagblad noemde de Wagner Experience een ‘spectaculaire show waarin al die genres tezamen het verhaal van Wagner in de 21ste eeuw vertellen’ en volgens Cultuurbewust.nl ‘versterkt de muziek de kunst- en filmbeelden en laat je vergeten waar je bent’. ‘Het Utrechtsch Studenten Concert en zijn solisten klonken uitstekend, vooral in het Beethovenstuk en de wat steviger passages uit de Wagner-opera’s’, zo schreef Operamagazine.nl. Ook de Neue Rhein Zeitung toonde zich onder de indruk van het orkest: ‘Ein Höhepunkt des Abends ist wohl die Filmmusik aus „Herr der Ringe“, die das Orchester grandios interpretiert.’ De associatieve video art van de studenten grafisch ontwerp van de KABK kon op waardering rekenen, al werd af en toe opgemerkt dat er wel erg veel beelden met oorlog en strijd te maken hadden. In recensies viel onder meer te lezen: ‘fraaie video-art’ (Algemeen Dagblad), ‘prachtige beelden’ (OngeKUNSTeld.nl), je experimenteller, desto eindrücklicher gelingt die Symbiose aus Musik und Video (Rheinzeitung).
3. Cultureel ondernemerschap Het productieteam van Rheingold op de Rijn, alsmede haar directe omgeving, was zich er vanaf de conceptfase van het project van bewust dat het een ongebruikelijk en uitdagend project ten uitvoer wilde brengen in een sector die op dat moment onder grote financiële druk stond. De verkleining van de gevestigde culturele infrastructuur door het terugbrengen van structurele overheidssubsidie stelt een ambitieuze projectorganisator echter niet alleen voor een probleem, maar creëert ook kansen. Deze kansen benutten was een van de voornaamste doelen in de productie van Rheingold op de Rijn. Het productieteam zag de sleutel voor dit “Culturele ondernemerschap nieuwe stijl” in innovatie in zowel productie als uitvoering, en in het leggen van brede verbindingen en samenwerkingsverbanden. In lijn hiermee werden onder de noemer “cultureel ondernemerschap” in het projectplan de volgende doelstellingen genoemd, die per doelstelling zullen worden geëvalueerd. 1) Vernieuwend en professioneel - De projectorganisatie zal worden geleid door een productieteam van jongvolwassen cultureel ondernemers (21-26), bijgestaan door een cast&crew van ervaren professionals. 2) Verbindingen leggen in de sector - De projectorganisatie gaat vergaande samenwerkingen aan met de drie grote Nederlandse operagezelschappen. 3) Breed gedragen, lokaal verankerd – In haar zoektocht naar lokale ondersteuning werkt de projectorganisatie samen met lokale industrie, bedrijfsleven, overheden en gevestigde culturele instanties. 4) Efficiënt muziektheater - De projectorganisatie organiseert efficiënt en inovatief muziektheater, door het integraal te vervoeren over water, en op- en afbouw en transport over de weg tijdens het project tot een minimum te beperken. Hieraan willen wij na afloop van het project nog de volgende onderdelen toevoegen: 5) Rendabel muziektheater – De projectorganisatie ontplooit activiteiten om de eigen inkomsten van het project te maximaliseren. 6) Maatschappelijk betrokken muziektheater – Een moderne muziektheaterproductie heeft ook oog voor hetgeen er zich buiten zijn grenzen afspeelt, en doet daar iets mee. 7) Liefde om oud ijzer – De inzet van vrijwilligers speelde een doorslaggevende rol in het slagen van het project.
1 - Vernieuwend en professioneel
Cast&Crew Gedurende de voorbereiding en uitvoering van Rheingold op de Rijn heeft het productieteam bestaan uit zeven jongvolwassenen (leeftijd: 21-26). Conform doelstelling 1 is het productieteam, ten bate van de uitvoering van het project, een samenwerking aangegaan met professionals uit de sector die in de voorbereiding en uitvoer van het project op freelancebasis werkzaam waren. Deze crew bestond naast de in de in hoofdstuk 1 genoemde personen uit: -
Technisch Producent: Sjoerd van Gerwen (Van Gerwen Event Support) Lichttechnicus: Raoul Sleijser Decorbouw: Maarten Steen (Pirata Productions) Catering: Jelle Maatman (JELLE Evenementen) Assistent-regisseur: Hester Steijn Voorstellingsleider: Roland Lammers van Toorenburg
Tevens noemt het projectplan de samenwerking met een professionele solistencast als een voorwaarde voor het artistiek slagen van het project: “Een kwaliteitsgarantie wordt gevormd door samenwerkingen met professionele zangers”. Tijdens het project is inderdaad samengewerkt met professionele solisten. Zie voor een overzicht hoofdstuk 1. Blijkens de recensies hebben de professionele cast&crew een bijzonder goede artistieke prestatie neergezet. In hun kielzog hebben vele vrijwilligers, stagiairs en jonge talenten ervaring op kunnen doen op zowel artistiek als productioneel vlak. Het studentenorkest kreeg de kans om gedurende 18 voorstellingen mee te draaien in een theaterproductie, en te musiceren met een cast van professionele solisten. Voor die solisten was de productie op hun beurt een kans om een (nieuwe) rol in een Wagneropera op zich te nemen, een mogelijkheid die niet iedere operazanger krijgt, en deze voor zowel Nederlands als Duits publiek te kunnen zingen. De positieve recensies geven ons hoop dat Rheingold op de Rijn een stap vooruit kan betekenen in de carrière van deze solisten. Raad van Advies Vervolgens noemt het projectplan het regelmatige contact met een speciaal ingerichte Raad van Advies als remedie voor de onvermijdelijke kinderziekten die een project dat is opgezet door een relatief onervaren productieteam kenmerken. De leden van deze Raad van advies hebben jarenlange ervaring met het opzetten en financieren van grote projecten. In het projectplan wordt genoemd: “Deze Raad wordt vaak om advies gevraagd, en dit advies weegt zwaar mee in de beslissingen die het productieteam neemt”. De Raad van Advies bestond uit: -
Bas Nugteren (financieel) Rob Overman (organisatorisch) Hans Nieuwenhuis (casting)
Gedurende het gehele project werd inderdaad op regelmatige basis met de heren Nugteren en Overman overlegd. Ook op de peildata waarop werd geëvalueerd of het project doorgang kon vinden werden ze geconsulteerd. Dhr. Nieuwenhuis was actief betrokken tijdens het auditieproces, speelde een belangrijke rol in de selectie van zangers voor audities, en was aanwezig tijdens de audities zelf. Het advies van alle drie de leden van de Raad van Advies werd altijd zwaarwegend meegenomen in de besluiten van het productieteam, en was dikwijls van doorslaggevend belang.
2 - Verbindingen leggen in de sector De projectorganisatie had tot doel de drie grote Nederlandse operagezelschappen actief in de productie van Rheingold op de Rijn te betrekken. Het projectplan noemt: “Alle drie de gezelschappen werken samen bij de marketing en communicatie van Rheingold op de Rijn, maar de gezelschappen zijn ieder ook op een eigen manier betrokken. DNO door advies op organisatorisch en technisch vlak en het gezamenlijk werken aan special effects voor de voorstelling. De Nationale Reisopera door het beschikbaar stellen van belichtingsapparatuur en Opera Zuid door het beschikbaar stellen van de kostuumafdeling en het atelier.” Gedurende de organisatie van het project is er regelmatig contact geweest met de directie van de drie operagezelschappen, waarbij de intentie tot samenwerking zoals hierboven omschreven werd benadrukt. In de uiteindelijke uitwerking heeft DNO geadviseerd en ondersteund in special effects van de opera, onder andere door middel van technisch advies en het uitlenen van apparatuur. De Nationale Reisopera heeft lichtapparatuur uitgeleend. Opera Zuid heeft apparatuur voor de boventiteling voor de voorstellingen ter beschikking gesteld. Verder hebben alle gezelschappen ondersteund in de marketing van het project, onder andere door het project uit te dragen in hun publiciteitsuitingen. Hiermee is invulling gegeven aan een unieke samenwerking tussen deze drie operahuizen. Nog niet eerder gaven zij gezamenlijk hun medewerking aan een onafhankelijk project. Wij hopen dat dit een precedent zal zijn voor toekomstige en wellicht verdergaande samenwerkingen. Naast de operagezelschappen waren er belangrijke partnerschappen met andere organisaties, zoals theaters, festivals, universiteiten, regionale omroepen, e.a. Meer hierover is te vinden in de marketingevaluatie van dit document. Bij uitstek belangrijk waren de samenwerkingen met organisaties buiten de cultuursector. Zo werden door partnerschappen met de Universiteit Utrecht, de UvA, de Universität Koblenz-Landau en de Universität Duisburg, studenten en werknemers van 4 universiteiten uitgenodigd voor de voorstellingen, een belangrijk onderdeel van het doel om jongeren aan te trekken tot klassieke muziek. Een speciale vermelding verdient daarnaast de samenwerking met binnenvaartorganisaties. Het Bureau Voorlichting Binnenvaart heeft er niet alleen voor gezorgd dat Rheingold op de Rijn een geschikt vrachtschip vond, maar heeft de organisatie 2 jaar lang ondersteund en uiteindelijk een sponsordag georganiseerd aan boord van het theaterschip. Het was zeer bijzonder om te zien hoe binnenvaartorganisaties en –bedrijven, met een sterke industriële focus, zich
interesseerden voor klassieke cultuur, waar ze soms nog nooit mee in aanraking waren gekomen.
3 - Breed gedragen, lokaal verankerd De productie had tot doel lokale samenwerkingen aan te gaan met partnerorganisaties in de speelsteden. Deze samenwerkingen zijn gezocht in het bedrijfsleven, lokale overheden en culturele instanties. Het belang dat het productieteam aan het tot stand brengen van deze samenwerkingen hecht blijkt uit de lange lijst met partnerorganisaties die aan de productie is verbonden. Per stad waren meerdere organisaties betrokken als sponsor, organisatorische partner of marketingpartner. De inhoudelijke uitwerking van de partnerschappen tijdens het project verliep wisselend. Sommige partnerschappen dekten vrijwel de volledige breedte van de projectorganisatie in de desbetreffende stad, zoals de samenwerking met UNIMUS in Koblenz. De organisatie was betrokken in financieel ondersteuning van Rheingold op de Rijn, heeft ondersteund in lokale marketing en verkocht kaarten voor het project, en heeft ook personeel geleverd tijdens de voorstellingen in Koblenz. Andere samenwerkingen waren gericht op een deel van het project, en hadden bijvoorbeeld een louter financieel oogmerk (sponsoring), of waren juist geheel op marketing gericht. Samenwerkingen met de lokale gemeentes waren eveneens van groot belang, en richtten zich voornamelijk op de technische uitvoering van het project. Dit had bijvoorbeeld betrekking op het vergunningentraject, de ligplekken en faciliteiten op de kade. Omdat Rheingold op de Rijn zes steden aandeed, was er met zes verschillende gemeenten contact. De verschillen tussen deze gemeenten en de overige instanties in deze gemeenten, zoals de brandweer, en de verschillen in naleving van regelgeving leidden af en toe tot het treffen van maatregelen (bijvoorbeeld het koppelen van alle theaterstoelen of het bijplaatsen van extra ventilatie) maar over het algemeen verliepen deze samenwerkingen zeer voorspoedig. In het algemeen kan worden gesteld dat de strategie van lokale samenwerkingsverbanden is geslaagd. Rheingold op de Rijn werd in iedere speelstad: -
financieel ondersteund door een of meer lokale instanties geholpen door organisaties op het gebied van kaartverkoop en marketing voorzien van logistieke aanspreekpunten op het gebied van veiligheid en infrastructuur
4 - Efficiënt muziektheater De projectorganisatie heeft gepoogd een varend muziektheater te creëren, dat volledig mobiel is zonder transport over de weg. Enkel het vervoer van betrokken personen bij de productie zou over de weg plaatsvinden. Dit is zowel organisatorisch en financieël efficiënt als mogelijk duurzaam en energiebesparend.
In logistiek opzicht is deze missie geslaagd. De projectorganisatie heeft transport over de weg benut voor vervoer van personeel en instrumenten (d. Vrijwel al het andere materiaal is door de leverancier naar de opbouwlocatie (Rotterdam, Waalhaven) gebracht, en daar na afloop van het project weer opgehaald. De voorzieningen op de kade werden op het schip meegenomen (loopplanken, hekwerk, mobiele keuken en douche). De enige materialen die van stad naar stad over de weg moesten worden getransporteerd waren de mobiele toiletunits voor publiek en de op vier locaties (Koblenz, Duisburg, Arnhem en Utrecht) benodigde aggregaten. Naast het directe voordeel van deze efficientie is ook de symbolische waarde van deze innovatie – de in het projectplan genoemde synergie tussen voorstelling en locatie, die in de productie ook artistiek werd benadrukt - goed naar voren gekomen. Ook de recensies getuigen daarvan. Dit is conform de doelstelling in het projectplan: “Door muziektheater te laten plaatsvinden in een binnenvaartschip wordt een verbinding gelegd tussen industrie en cultuur, een verbinding die niet alleen logistiek en technisch overduidelijk is, maar ook in het artistieke plan duidelijk naar voren komt.”
5 - Rendabel muziektheater Om Rheingold op de Rijn financieel rendabel te maken zag de projectorganisatie zich genoodzaakt verschillende strategieën voor het genereren van extra inkomsten te kiezen. Resultaat van deze inspanningen is dat Rheingold op de Rijn een relatief hoog percentage eigen inkomsten heeft gegenereerd. Subsidiëring door fondsen heeft 34% van de totale inkomsten van het project gevormd. Rheingold op de Rijn was niet mogelijk geweest zonder deze subsidiëring. De projectorganisatie denkt echter wel te hebben getoond dat operaproducties voor een groot deel op eigen financiën kunnen draaien, en dat (overheids)subsidie niet ten koste hoeft te gaan van ondernemerschap en zelfredzaamheid. Bronnen van eigen inkomsten De productie is voor 66% gefinancierd door oa. kaartverkoop, sponsoring, catering, verhuur, donaties door particulieren en merchandiseverkoop. In de volgende alineas worden de belangrijkste bronnen van eigen inkomsten besproken (getallen zijn percentages van het totale eigen inkomen). Kaartverkoop (34%) De kaartverkoop vormt met 34% het grootste deel van de eigen inkomsten. De hoge inkomsten door kaartverkoop kunnen worden verklaard door de aanzienlijke persaandacht en succesvolle marketingcampagne van het project. Daarnaast is het aanbieden van arrangementen (VIParrangementen en bedrijfsarrangementen) cruciaal geweest in het maximaliseren van de inkomsten uit kaartverkoop.
Sponsoring (9%) Sponsorinkomsten worden in het projectplan aangehaald als een belangrijke bron van inkomsten. De tegenvallende hoeveelheid geldsponsors was dan ook een belangrijk discussiepunt tijdens de peildata waarop over doorgang van het project werd besloten. Gaandeweg is de strategie op het gebied van sponsorwerving aangepast, en is de projectorganisatie zich gaan richten op in natura sponsoring van materialen en bartering van producten. Hoewel het oorspronkelijke doelbedrag niet is gehaald, heeft deze strategie gezorgd voor een relatief hoog percentage sponsorinkomsten. Catering & Merchandise (4%) De unieke locatie en ambiance van Rheingold op de Rijn werden gebruikt om bezoekers een belevenis voor te schotelen die ook voor en na de voorstelling voortduurt. De sfeervol ingerichte scheepsfoyer werd een instrument waarmee cateringinkomsten werden gegenereerd, en waar ook merchandise werd verkocht. Verhuur (1%) De projectlocatie van Rheingold op de Rijn is gedurende de looptijd van het project tweemaal verhuurd als congreslocatie aan een externe organisatie. Verschillende bedrijven/instanties hebben een ontvangst voor genodigden aan boord van het schip georganiseerd, eenmaal werd daarbij door de organisatie voor catering van een diner gezorgd.
Crowdfunding Naast de hierboven genoemde bronnen van eigen inkomsten is Rheingold op de Rijn gedeeltelijk gefinancierd met behulp van crowdfunding. Dit werd in het projectplan als essentieel onderdeel van het project genoemd. Niet alleen in financiële zin (deze donaties waren noodzakelijk), maar ook als onderdeel van het doel om als jonge cultureel ondernemers een project te organiseren dat zoveel mogelijk “op eigen benen kan staan”, dus zoveel mogelijk eigen inkomsten binnenhaalt. Dat liefhebbers van muziek zelf een bijdrage leveren om een project te helpen realiseren dat zij graag zien, vinden wij bij de huidige cultuursector horen. Rheingold op de Rijn heeft een bedrag van € 43.841 opgehaald uit private donaties. Deze werden gedaan via een campagne op de website www.voordekunst.nl in juni-juli, maar ook via donatieformulieren het gehele jaar door en was er de mogelijkheid bij aanschaf van een toegangskaart nog een donatie te doen. De donateurs waren soms bekenden van de organisatie of het USConcert, maar vaak ook onbekenden die van het project hadden gehoord. Daarnaast was het bijzonder dat donateurs niet alleen oudere, vermogende mensen waren, maar ook studenten die een kleine bijdrage gaven. Hiermee was niet alleen het totale bedrag uit private donaties, maar ook het aantal donateurs van de productie, een groot en innovatief succes.
Rendabele programmering Rheingold op de Rijn omvatte twee verschillende voorstellingen: de geënsceneerde opera Das Rheingold en de symfonische show The Wagner Experience. Deze twee voorstellingen werden in de marketingcampagne als losse producten met ieder hun eigen doelgroep aangeprezen. Hoewel in artistiek opzicht los van elkaar (zie hiervoor de artistieke evaluatie) diende de programmering van deze twee werken wel een gezamenlijk financieel doel. De kosten van een geënsceneerde opera zijn hoog. Daarnaast waren de mogelijkheden tot het genereren van inkomsten met deze opera beperkt, vanwege de lage frequentie waarmee het werk om zangtechnische redenen kan worden uitgevoerd (maximaal eens per drie dagen). Door The Wagner Experience naast de opera te programmeren konden op de ‘zangloze’ dagen toch extra inkomsten worden gegenereerd. De kosten voor de productie van The Wagner Experience waren relatief laag. Voorts was de inhoud en kaartprijs van deze voorstelling zodanig dat de productie een andere doelgroep kon aanspreken dan die van Das Rheingold. Hiermee werd een complementaire programmering gerealiseerd, die inkomstenvergrotend werkte, en daarbij muziektheater van een heel andere kant liet zien.
6 - Maatschappelijk betrokken muziektheater Door een gelukkig toeval kwam Rheingold op de Rijn in contact met ontwikkelingsorganisatie Solidaridad, die een campagne voert voor Goed Goud. De twee organisaties bleken veel raakvlakken te hebben, wat leidde tot de samenwerking “Rijngoud = Goed Goud”. Begin juli werd deze samenwerking officieel aangekondigd met een presentatie bij de toneelrepetities, waarbij enkele solisten van Das Rheingold een speciaal ‘Goed Rijngoud’ armbandje overhandigd kregen. Solidaridad hielp Rheingold op de Rijn door haar achterban te informeren over de voorstellingen. Rheingold op de Rijn promootte de campagne voor Goed Goud bij het publiek tijdens de tournee, en deed een zeer concrete bijdrage door de Goed Rijngoudarmbandjes te verkopen voor Solidaridad, en daarnaast 10% van de winst op de merchandise te doneren aan de campagne voor Goed Goud. Ook was er een speciale ‘Goed Goud’ themavoorstelling in Amsterdam, met inleiding door Solidaridad. Deze samenwerking paste naar ons inzien goed bij modern cultureel ondernemerschap, dat niet alleen maar voorstellingen wil realiseren, maar ook de connectie tussen kunst en de werkelijkheid wil leggen. Wagners opera’s, waaronder Das Rheingold, zijn zeer maatschappijkritisch en regisseur Wim Trompert zag dan ook vele overeenkomsten tussen Wagners werk en de campagne van Solidaridad. Bij het organiseren van een operaproject aandacht vragen voor sociale misstanden vonden wij in de geest van Wagner passen, en daarnaast een nuttige bijdrage leveren aan de marketing van het project.
7 – Liefde om oud ijzer Een essentieel onderdeel in de gehele productie van Rheingold op de Rijn waren vrijwilligers. Jonge, enthousiaste mensen die uit liefde voor de muziek komen meehelpen. Dat kan alles
betekenen, van een avondje rondlopen met drankjes om mensen te bedienen, tot een week lang elke dag in Rotterdam met ijzer sjouwen om het schip op te bouwen en vervolgens de hele tournee meereizen en ’s avonds de boventiteling bedienen. Rheingold op de Rijn kreeg medewerking van meer dan 150 vrijwilligers, allemaal in de leeftijdscategorie 18-30. Zo werden de Nibelungen in Das Rheingold (niet-zingende acteurs) gespeeld door scholieren en studenten, en stonden de leden van het USConcert avond aan avond, na 2.5 uur gemusiceerd te hebben, te sjouwen aan loopplanken en podiumdelen. Niet in de laatste plaats bestaat het productieteam uit vrijwilligers, 7 jonge (ex-)studenten die 1 of 2 jaar van hun leven gewijd hebben aan dit project. Omdat het in veel opzichten een studentenproject was, was Rheingold op de Rijn in een unieke positie om zoveel vrijwilligers te mobiliseren, maar liet daarmee ook zien hoeveel enthousiasme er is onder jonge mensen voor projecten die buiten de gebaande paden treden.
4. Technische evaluatie De MS Oriana ombouwen naar een volledig uitgerust muziektheater lag aan de basis van de tour van Rheingold op de Rijn. Zonder schip geen voorstelling. Zoals beschreven in het technisch plan in het projectplan is de bouw van het theaterschip zeer nauwkeurig uitgewerkt in samenwerking met een keur aan technici. Technisch producenten Sjoerd van Gerwen en Rembrandt Boswijk maakten de tekeningen op basis van onderzoek bij verschillende leveranciers, veiligheidsinstanties en theaters. Deze partners hebben in hoge mate bijgedragen aan de realisatie van het theaterschip, door betrokken te zijn bij ontwerp, bouw en afbouw. Het theaterschip veranderde van binnen niet gedurende de tour, een efficiënte manier van theatervervoer. De aanlegplekken daarentegen waren zes keer totaal verschillend. Dit was van te voren uitgebreid in kaart gebracht, maar desondanks moesten er vaak op het allerlaatst nog aanpassingen aan schip of kade gemaakt worden om het publiek verantwoord aan boord te kunnen laten gaan. In alle steden is dit uiteindelijk succesvol verlopen, mede dankzij de medewerking van de lokale instanties, maar vooral dankzij de technisch producent die mee was op tour. Veel dank zijn wij verschuldigd aan Uniport Multipurpose Terminal. Tijdens de opbouw en afbouw lag het schip daar afgemeerd en konden wij kranen en kadefaciliteiten ter plaatse gebruiken. Dit bleek meer nog dan van te voren gedacht noodzakelijk voor het voorspoedig laten verlopen van de gehele operatie. De planning voor het leveren en plaatsten van benodigde goederen tijdens de opbouw verliep goed, maar tijdens de afbouw merkten we dat dit nog beter verliep door meer begrip van de situatie en betere voorbereiding daardoor. Door de gedegen voorbereiding had het productieteam ervoor gekozen één technisch producent en één lichttechnicus mee te nemen op de tour. Achteraf bezien was dit een te kleine bezetting en had één technicus meer een hoop werkdruk weggenomen. Naast het theater zelf bevonden zich in het schip ook een backstageruimte en een foyer. In de foyer werden de medewerkende vrijwilligers door een professionele cateringmanager aangestuurd. De backstage werd geleid door de regie-assistentie. Op deze wijze was er in elk compartiment van het schip professionele leiding en veel hulp van vrijwilligers.
5. Marketing, publiciteit en bereik Het gedeelte van deze projectevaluatie met betrekking tot de marketing, publiciteit en (doelgroep)bereik van de productie, valt uiteen in de volgende delen: 1) 2) 3) 4) 5)
Overzicht publiciteit en pers Strategie en resultaten Allocatie van financiële middelen Publiekscijfers en bereik In bijlage: overzicht van media-aandacht voor de productie
1. Overzicht publiciteit en pers Het doel van de publiciteitsstrategie was om, met een mix van middelen, een zo groot mogelijk publiek op de hoogte te brengen van Rheingold op de Rijn. Daarnaast was het het doel om de voorstellingen specifiek aantrekkelijk te maken voor een nieuwe en jongere doelgroep, die zich (nog) niet tot klassieke muziek en Wagners opera’s aangetrokken voelde, zoals beschreven in het (vooraf opgestelde) projectplan. Al vanaf het begin was duidelijk dat Rheingold op de Rijn geen grote publiciteitscampagne op touw kon zetten door het geringe budget dat er beschikbaar was. Dit budget was ook met opzet zo gehouden, omdat verwacht werd dat de unieke aard van het project een grote hoeveelheid pers- en media-aandacht zou opleveren (‘free publicity’). Het genereren van deze free publicity is ruimschoots gelukt, zoals hieronder beschreven. Het beschikbare budget is zo efficiënt mogelijk ingezet. Omdat free publicity het belangrijkste aandeel zou hebben in de marketingstrategie, werd besloten al in een vroeg stadium pers op de hoogte te stellen. Het eerste radio-optreden vond reeds in juni 2012 plaats, ruim een jaar voor de voorstellingen. Op 15 maart 2013 werd een Nederlandse kick-off gehouden voor pers en partners in Hotel New York, Rotterdam. Rondom dit moment werden al artikels gepubliceerd in De Volkskrant en het Algemeen Dagblad. Hierna werd fulltime aandacht besteed aan het aanspreken van pers en media. Het volgende grote publiciteitsmoment was een uitzending van Pauw en Witteman op 20 mei. Hierbij was het voltallige USConcert te gast in de studio, waar enkele fragmenten werden gespeeld uit Das Rheingold en The Wagner Experience. Voorzitter van het productieteam Daniël Moolenburgh en ambassadeur Hein van Eekert spraken over het project en de 200e geboortedag van Richard Wagner. Verdere grote publiciteit kwam vlak voor aanvang van de tournee, met o.a. een item in het NOS Radio1 Journaal, een interview bij de Tros Nieuwsshow op Radio 1, grote artikels in o.a. Trouw, de Volkskrant en NRC Handelsblad, en recensies in de grote dagbladen. Voor de Duitse pers werden eveneens 2 persconferenties gehouden, een in Koblenz en een in Duisburg. Bij deze persmomenten werd pers uitgenodigd i.s.m. met lokale partners (Koblenz: Universität Koblenz-Landau, Koblenz Touristik; Duisburg: Duisburg Marketing, Deutsche Oper am Rhein, Duisburger Philharmoniker). Beide persmomenten zorgden voor grote persaandacht
in Duitsland, met artikels in regionale kranten en radio-interviews tot gevolg. Voor aanvang van de tournee (vanaf half juni) werd de Duitse pers hernieuwd aangesproken, met veel succes. Zo kwamen er (vaak meerdere) artikels in alle grote regionale kranten en maakten de beide regionale tv-zenders SWR en WDR een reportage voorafgaand aan de voorstellingen. Over het algemeen kan gezegd worden dat de Duitse pers gemakkelijk geënthousiasmeerd werd voor een project rondom Wagner, die werd ontvangen als ‘hun’ componist. Waar in Nederland veel media afhaakten zodra het om klassieke muziek ging, werd dit in Duitsland positiever ontvangen. In Nederland kwam aandacht vooral van pers en media die een culturele interesse hebben (bijv. kranten met een cultuurredacteur). Media die dit niet hebben, zoals kleinere lokale media en bladen als Metro en Spits, hebben in Nederland over het algemeen minder aandacht voor het project gehad. Ook viel op dat (hoewel dit verwacht werd) veel publiciteit pas zeer kort voorafgaand aan de tournee kwam. Op dat moment had het project de meeste actualiteitswaarde. 2. Strategie en resultaten Het maximale bezoekersaantal van het Rheingold-schip was 500 per avond. Verspreid over 16 voorstellingen, waarvan 12 in Nederland en 4 in Duitsland, was het doel om 8000 bezoekers te trekken (6000 NL, 2000 DE). In realiteit lagen deze streefgetallen veel lager, omdat een ruim aantal stoelen gereserveerd was voor genodigden en voor bedrijven die een gedeelte van de zaal afhuurden. Zo werden voor de eerste voorstelling van de Wagner Experience in Utrecht bijvoorbeeld 200 stoelen afgekocht door de Bank Nederlandse Gemeenten. Desalniettemin was het het doel om nog tenminste 4500 betalende bezoekers te trekken. Het uiteindelijk gerealiseerde aantal ligt hoger, en ligt ook een stuk hoger dan het aantal bezoekers waar in de begroting rekening mee werd gehouden. Dit heeft voor belangrijke extra inkomsten gezorgd. Das Rheingold vs. The Wagner Experience Een lastig onderdeel van de marketing was het verschil tussen de opera Das Rheingold en de (nieuwe) symfonische show The Wagner Experience. De marketing van Das Rheingold was makkelijk, en in de praktijk bleek ook het gros van de publiciteit hiernaar uit te gaan. Het geven van een identiteit aan The Wagner Experience was lastiger, omdat de show moeilijk in één woord te vangen was. De marketing heeft zich daarom voor een groot gedeelte op dit onderdeel gefocust, en er is bijvoorbeeld een professioneel designbureau ingeschakeld om een beeldmerk te creëren voor de voorstelling, afzonderlijk van Das Rheingold. In de praktijk heeft The Wagner Experience vaak meegelift op de publiciteit van het project in het algemeen, en waren de bezoekersaantallen van Das Rheingold, niet verrassend, hoger dan die van The Wagner Experience. Marketingpartners en mediapartners Zeer belangrijk in de publiciteit waren de partners van de productie, waarvan vele zich ook op marketinggebied hebben ingezet. Zo hebben verschillende organisaties (o.a. De Nederlandse Opera, Nationale Reisopera, Opera Zuid, Grachtenfestival) de productie gepromoot bij hun eigen achterban d.m.v. nieuwsbrieven en mailings. Dit was belangrijk, omdat Rheingold op de Rijn
een nieuwe organisatie was die zelf nog geen achterban had, en geen (vertrouwens)relatie met het publiek. Door positieve berichten vanuit onze partners werd deze eerste hindernis genomen. Ook waren er in elke stad samenwerkingen met lokale organisaties (bijv. Rotterdam Festivals, Duisburg Marketing) en theaters (Vredenburg Utrecht, Musis Sacrum Arnhem, De Doelen Rotterdam). De hulp die deze grote en gerespecteerde organisaties gaven aan een jong en opkomend project waren van vitaal belang. Daarnaast bouwde Rheingold op de Rijn verschillende mediapartnerschappen op. De eerste was met klassieke muziek-zender BravaNL. BravaNL zond gedurende april-juli kosteloos de tvcommercial uit. Ook werden in diezelfde periode wekelijks korte ‘reports’ uitgezonden. Deze reports volgden de ontwikkeling van de productie om zo een beeld achter de schermen te geven. De filmpjes werden (kosteloos) gemaakt door studenten van het Grafisch Lyceum Utrecht, die hiermee een unieke bedrijfsstage hadden. Tot slot werden samenwerkingen ontwikkeld met RTV Utrecht en de NTR, geboren vanuit het initiatief om van Rheingold op de Rijn om een documentaire over de productie te maken. RTV Utrecht heeft afleveringen van de documentaire uitgezonden, maar daarnaast ook meerdere keren het project genoemd in het nieuwsbulletin op de tv-zender en op de regionale radio. De NTR werd mediapartner door haar bijdrage aan de tv- en radio-documentaire (zie onder). Documentaires De producenten van Rheingold op de Rijn hebben, in samenwerking met RTV Utrecht, een 3delige tv-documentaire gerealiseerd, met bijdragen van 4 regionale omroepen, de NTR en verschillende cultuurfondsen. De documentaire maakte een registratie van de ontwikkeling van het project, en is dus echt een making-of. De bouw van het schip werd gefilmd, repetities van het orkest en solisten, en de voorbereidingen van het artistiek team. De afleveringen van de documentaire werden door Omroep Gelderland, RTV Utrecht, RTV Noord-Holland en RTV Rijnmond uitgezonden, allen voorafgaand aan de voorstellingen. Elke zender verzorgde haar eigen promotie van de documentaire. Dit gaf tegelijkertijd een grote impuls aan de publiciteit van de voorstellingen. De NTR zond de documentaire in een (bekorte) montage van een aflevering op 14 juli uit, met herhalingen op 15 juli en op Cultura24. Een radiodocumentaire werd gerealiseerd door de NTR naar een idee van ambassadrice Chazia Mourali, en op 20 juli uitgezonden in het Radio4-programma De Bedding. Previews van de radio-documentaire werden in de week van 14 juli dagelijks uitgezonden bij Radio4 Podium, waarmee het bereik van de documentaire vergroot werd. Ambassadeurs In het projectplan werd het doel gesteld om hulp te zoeken bij bekende Nederlanders die hun naam zouden willen verbinden aan het project, en op die manier helpen om publiciteit te genereren in grote media. Uiteindelijk is presentatrice Chazia Mourali bereid gevonden om ambassadrice te worden, en heeft zij de radio-documentaire gemaakt voor De Bedding van Radio4. Ambassadeurs buiten de klassieke muziek-sector (het initiële doel van het idee) werden helaas niet gevonden.
Verenigingen en bedrijven Eveneens belangrijk in de publiekswerving waren aanbiedingen aan verenigingen en bedrijven. Hoewel dit zeer arbeidsintensief werk is, is er veel gedaan om de leden van organisaties aan te spreken via mailings/ledenbladen. Zo werd bijvoorbeeld een aanbieding gedaan aan de leden van de VvAA in het blad Arts&Auto, waarmee uiteindelijk ca. 150 VIP-tickets voor The Wagner Experience verkocht zijn. Uiteindelijk werden aanbiedingen gedaan aan 7 verenigingen en 15 bedrijven, waaronder universiteiten en ziekenhuizen. 3. Besteding van budget De bestedingen aan promotie zijn uiteindelijk uitgekomen op €11.500 (originele begroting: €10.000). Een gedeelte hiervan, €2100, is besteed aan het filmen van 3 trailerfilms: een voor Das Rheingold, een voor The Wagner Experience, en een voor de crowdfundingsactie op Voordekunst.nl. Deze trailers werden online verspreid en uitgezonden op de zender van mediapartner BravaNL. De rest van het budget viel uiteen in 3 categorieën: indoor promotie, online promotie en reclame. Omdat veel van de free publicity zich richtte op een klassieke en oudere doelgroep, werd het eigen budget juist besteed aan het aanspreken van jonger publiek. Omdat de jongere generatie haar informatie voornamelijk van internet haalt, werd ervoor gekozen om groot in te zetten op online promotie (reclamebanners en –filmpjes op websites en social media) i.s.m. cultuurpromotiebedrijf Vers Vermaak. Daarnaast werden in alle steden op strategische plekken posters en flyers geplaatst i.s.m. Binnenverspreiding.nl. Publiciteit totaal Promotie online Binnenverspreiding Reclame Reports Trailers
€ 11,560.00 € 6,400.00 € 2,380.00 € 600.00 € 80.00 € 2,100.00
4. Publiekscijfers en bereik In totaal zijn de voorstellingen van Rheingold op de Rijn door ca. 6800 mensen bezocht (inclusief niet-betalende bezoekers). De bezoekersaantallen per voorstelling staan hieronder. De reëele bezoekersaantallen zijn iets hoger doordat er aan de deur nog niet-geregistreerde verkoop heeft plaatsgevonden (over de hele tournee ca. 100 kaarten). Ook teruggekomen vrijkaarten zijn hierin niet meegenomen. Daarnaast waren er voorafgaand aan de tournee voorpremières van beide voorstellingen in Rotterdam. Deze waren gratis te bezoeken voor genodigden en donateurs en trokken ca. 150 bezoekers, die niet in onderstaand schema zijn opgenomen. Tot slot was er nog een uitverkochte gastvoorstelling van Mnozil Brass op het schip in Amsterdam (500 bezoekers). Deze is niet meegenomen in onderstaande omdat het geen voorstelling van Rheingold op de Rijn was.
The Wagner Experience Koblenz 467
Bezoekersantal
Duisburg 154
Arnhem 253
Utrecht 305
Utrecht 443
A'dam 468
R'dam 351
R'dam 421
Das Rheingold
Bezoekersantal
Koblenz 470
Duisburg 432
Arnhem 501
Utrecht 409
Utrecht 497
A'dam 497
R'dam 499
R'dam 501
Leeftijdscategorieën Een expliciet doel van Rheingold op de Rijn was niet alleen het (oudere) klassieke muziekpubliek aan te spreken, maar ook jonger publiek (o.a. studenten), door Das Rheingold op de een nieuwe en bijzondere manier aan te bieden, maar ook door het aanbieden van de nieuwe en interdisciplinaire Wagner Experience. Aangezien dit een belangrijk doel was van de producenten, is het belangrijk te kijken in hoeverre dit gerealiseerd is. Hieronder staat een tabel met de verdeling van leeftijdscategorieën per voorstelling. Deze cijfers zijn gebaseerd op de registraties bij onze eigen kaartverkoopprovider (Paylogic). Het voordeel hiervan is dat het een zeer simpele vorm van registratie is, waarbij het publiek bijvoorbeeld geen enquêtes hoeft in te vullen. Er zijn ook een aantal kanttekeningen. Ten eerste werden kaarten in Duitsland ook via Duitse kaartverkoopproviders verkocht, waarvan dergelijke cijfers niet beschikbaar zijn. Ten tweede zijn er veel bezoekers geweest die geen ticket gekocht hebben via internet, maar bijvoorbeeld genodigde waren of als sponsor kaartjes kregen. Tot slot moet gezegd worden dat onderstaande cijfers enkel de leeftijd van de kaartkopers weergeven en niet die van alle bezoekers. Met andere woorden: als ouders kaarten voor hun kinderen kochten om samen naar een voorstelling te gaan, staan al deze kaarten geregistreerd in een hoge leeftijdscategorie. Om deze reden vermoeden we dat het percentage jonge bezoekers iets hoger lag dan de onderstaande percentages laten zien.
Wagner Experience Totaal % 51+ % 36-50 % 26-35 % 15-25
Koblenz
Duisburg
Arnhem
Utrecht
Utrecht
A'dam
R'dam
R'dam
184 55 30 10 5
112 52 35 8 5
253 67 8 7 18
305 39 20 15 26
443 45 17 17 19
468 58 14 13 10
351 56 18 13 12
421 50 24 16 10
Aantal bezoekers totaal, en verdeeld over 4 leeftijdscategorieën als percentage van het totaal, per voorstelling. Gebaseerd op cijfers uit Paylogic (excl. bedrijfsarrangementen, genodigden, avondkassa en buitenlandse kaartverkoop).
Das Rheingold Totaal % 51+ % 36-50 % 26-35 % 15-25
Koblenz
Duisburg
Arnhem
Utrecht
Utrecht
A'dam
R'dam
R'dam
317 59 21 9 11
283 50 38 8 6
501 61 25 8 9
409 51 17 16 15
497 53 18 15 18
497 55 16 20 10
499 56 22 12 10
501 58 19 8 14
Aantal bezoekers totaal, en verdeeld over 4 leeftijdscategorieën als percentage van het totaal, per voorstelling. Gebaseerd op cijfers uit Paylogic (excl. bedrijfsarrangementen, genodigden, avondkassa en buitenlandse kaartverkoop). Gebaseerd op bovenstaande percentages kan gezegd worden dat, ondanks het doel van Rheingold op de Rijn om jonger publiek te trekken, het grootste gedeelte van de bezoekers zich in hoge leeftijdscategorieën bevond. De categorie 51+ varieert tussen de 40 en de 60%. Helaas maakt Paylogic geen verdere onderverdeling in deze, uiteraard zeer grote, categorie. Ongeveer de helft van de bezoekers was wel jonger dan 50, wat voor een operaproductie toch een groot percentage is. Het verschil tussen The Wagner Experience en Das Rheingold is niet erg groot, maar we zien wel dat The Wagner Experience over de hele linie iets jongere bezoekers trok. Met name in Utrecht waren er veel jonge bezoekers voor deze voorstellingen. Bereik Het bereik van Rheingold op de Rijn was groter dan bovenstaande cijfers uitdrukken. De productie heeft namelijk veel media-aandacht gehad, waarbij de kernboodschap van Rheingold op de Rijn ook steeds overgebracht werd: dat Wagner en opera nog steeds springlevend en zeer de moeite waard zijn, ook voor jongeren, en dat in de Nederlandse cultuursector veel ruimte is voor jonge ondernemers met innovatieve ideeën. Zo werd de aflevering van Pauw en Witteman waar het USConcert in de studio Wagner speelde door bijna een miljoen mensen bekeken. Grote reclame voor het project, maar ook voor deze kernboodschap en natuurlijk voor het USConcert. Het is te hopen dat het USConcert ook in de toekomst nog zal profiteren van deze publiciteit, die het kreeg ter ere van zijn 190e verjaardag. Hetzelfde gold voor goedbeluisterde uitzendingen van bijv. de Tros Nieuwsshow en het NOS Radio1 Journaal. Belangrijkste onderdeel van het vergrote bereik is de tv-documentaire, die in verschillende afleveringen uitgezonden werd door 4 regionale tv-zenders met een totaal bereik van 1.5 miljoen mensen, en bij de NTR op Ned. 2 en op Cultura24. Op deze manier zagen duizenden mensen, die niet naar de voorstellingen zijn gekomen, toch wat het project inhield, wat de verjaardag van Wagner voor ons betekent en wat het USConcert vermag.
7. Educatieproject Op 25, 26 en 27 juni vond het educatieproject van Rheingold op de Rijn plaats. Dit project was een coproductie van het Muziekcentrum van de Omroep (MCO), het USConcert en Stichting LustrumOpera. In het gebouw van het MCO (Hilversum) kwamen ongeveer 25 leerlingen van het Ignatius Gymnasium Amsterdam en het Gemeentelijk Gymnasium Hilversum bij elkaar om drie dagen lang workshops onder leiding van de ervaren Britse workshopleidster Hannah Conway te volgen. Conway werd ondersteund door zowel twee musici van het MCO als drie leden van het USConcert. Op die manier werden kennis en ervaring van de afdeling educatie van het MCO (die op het moment van schrijven vanwege bezuinigingen helaas niet meer bestaat) overgedragen op de jonge musici van het USConcert. In de workshops, die volgens de Britse Guildhall School-methode werden gegeven, was er veel aandacht voor improvisatie en creativiteit van de deelnemende leerlingen. Aan de hand van muzikale thema’s en elementen uit het verhaal van Wagner’s Das Rheingold werd vrij geassocieerd en ontstonden nieuwe composities, waaraan alle deelnemers hun bijdrage hadden geleverd. Tijdens de presentatie aan het eind van het project werden de gecomponeerde stukken uitgevoerd door de leerlingen en workshopleiders samen. Het enthousiasme in de uitvoering was onmiskenbaar; het was duidelijk dat er tijdens de workshopdagen met veel energie en plezier was samengewerkt door de deelnemers. Ook was het bijzonder om te horen hoe de thema’s uit Das Rheingold door de leerlingen waren gebruikt voor een geheel eigen en eigentijds muziekstuk.
De leerlingen en workshopleiders tijdens de workshops in het MCO
Dit project kende twee tegenvallende factoren. Ten eerste was het aantal deelnemende leerlingen kleiner dan verwacht. Er werd gerekend op 40 tot 50 leerlingen, maar uiteindelijk
deden er 25 scholieren mee. Ten tweede waren de leerlingen van het Ignatius Gymnasium door een miscommunicatie niet in staat om zoals gepland op 28 juni, voorafgaand aan de voorpremière van de Wagner Experience, aan boord van het theaterschip van Rheingold op de Rijn de eindpresentatie van het project te verzorgen. Dat feit had tot gevolg dat de opzet van de presentatie moest veranderen. Daarom vond de presentatie uiteindelijk plaats op 27 juni in het MCO. Wij betreuren het dat de deelnemers niet de kans hebben gekregen om aan boord van het unieke theaterschip hun werk te presenteren. Wel hebben de leerlingen allemaal de kans gekregen gratis bij een uitvoering van The Wagner Experience aanwezig te zijn en op die manier een andere voorstelling rondom Wagner, uitgevoerd door jonge mensen, te ervaren. De afsluitende presentatie van de workshops kan worden teruggekeken via YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=vKXn8qmFxr4.